Rechtsgeschiedenis (B-KUL-C05D5C)

3 studiepuntenNederlands26 urenTweede semester
Druwé Wouter (coördinator) |  Druwé Wouter |  Van Hulle Inge
POC Rechten

Leerdoelen

Het doel van het reflectievak 'Rechtsgeschiedenis' is studenten aan te zetten tot een kritische reflectie op hedendaagse juridische fenomenen vanuit de rechtsgeschiedenis. De student scherpt daarbij zijn/haar bewustzijn van het dynamische karakter van het recht aan. Het vak wil studenten ook laten kennismaken met de rechtshistorische reflectie, de rechtshistorische onderzoeksmethoden en het rechtshistorische onderzoek aan de Onderzoekseenheid Romeins recht en Rechtsgeschiedenis.

Aan bod komen in het bijzonder 'rechtsvinding' en multinormativiteit, de geschiedenis van het rechtenonderwijs, gerechtelijke en buitengerechtelijke conflictoplossing en -bemiddeling, en de omgang met crises vanuit rechtshistorisch perspectief.

Leerresultaten

De student kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context, dankzij een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.

De student...
-  kan de dynamiek van het recht aan de hand de historische ontwikkeling van dat recht, identificeren en operationaliseren in een juridische context

 

De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.

De student...
-  kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
-  kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem


De student kan een of meerdere domeinen van het recht zelfstandig op een wetenschappelijk correcte manier benaderen en kan rechtswetenschappelijke kennis, inzichten en vaardigheden inzetten in het doorvoeren van een zelfstandig juridisch onderzoek van enige omvang en complexiteit.

De student ...
-  kan de onderzoeksmethoden binnen de rechtswetenschappen duiden
-  kan de verhoudingen tussen de juridisch-wetenschappelijke onderzoeksmethoden en de onderzoeksmethoden van de hulpwetenschappen van het recht duiden

 

Begintermen van de masteropleiding. Het is niet nodig de rechtshistorische vakken uit de Leuvense bacheloropleiding gevolgd te hebben. Toch wordt van de studenten een zekere historische interesse verwacht.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Rechtsgeschiedenis (B-KUL-C05D5a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Rechten

In dit reflectievak wordt vanuit een rechtshistorische invalshoek gereflecteerd over een aantal juridische uitdagingen en fenomenen. Bij de selectie van de onderwerpen is er ruimte om in te spelen op de voorkeuren van de studenten. Ook wordt, waar mogelijk, rekening gehouden met belangrijke ontwikkelingen in de (nationale en internationale) juridische actualiteit en in het rechtshistorische onderzoek (via één of meerdere gastlezingen).

Mogelijke clusters zijn onder meer de volgende:

  • CLUSTER 1: Het juridische statuut van buitenlandse strijders doorheen de geschiedenis 

  • CLUSTER 2: Erkenning van nieuwe staten doorheen de geschiedenis

  • CLUSTER 3: Slavernij en de slavenhandel

  • CLUSTER 4: Koloniaal recht: Congo Vrijstaat en Belgisch Congo

  • CLUSTER 5: Rechtsgeschiedenis en de 'Global South'

 

 

Powerpointpresentaties (zie Toledo)

Enkele verplichte en aanbevolen wetenschappelijke bijdragen (zie Toledo)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Rechtsgeschiedenis (B-KUL-C25D5c)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen


Mondeling examen (20 minuten) met schriftelijke voorbereiding (40 minuten). Het examen bestaat uit open vragen en peilt zowel naar kennis van de tijdens de colleges behandelde onderwerpen als naar het reflexieve vermogen van de studenten. Het gaat om een examen met gesloten boek.