Welzijnsrecht (B-KUL-C05C9C)
Doelstellingen
Leerdoelen
Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
Algemeen
- de algemene beginselen, de begrippen en de technieken van het welzijnsrecht te identificeren en uit te leggen
- de betekenis en samenhang van het beleid inzake welzijn en hulpverlening, en de achterliggende waarden en ideeën, uit te leggen
Kennen
- het welzijnsrecht, voornamelijk het juridisch-institutioneel kader en een aantal welzijnsrechtelijke mechanismen, maar eveneens de beleids- en praktijktoepassing daarvan, inzichtelijk uit te leggen
- verbanden te leggen tussen de diverse elementen van het opleidingsonderdeel én tussen dit opleidingsonderdeel en verwante materies (i.h.b. gezondheidszorg en sociale zekerheid)
Kunnen
- de ingewikkelde en snel evoluerende welzijnswetgeving te vinden, te interpreteren en toe te passen
- op begeleide wijze, zelfstandig beperkte probleemstellingen of onderzoeksvragen te beantwoorden, hierover te rapporteren en te discussiëren
Houding
- welzijnsrechtelijke vraagstukken te behandelen op een constructief-kritische wijze, aan de hand van juridisch redeneervermogen en beargumenteerde reflectie
Begintermen
- Juridische basiskennis, voornamelijk van het sociaalrecht.
- Bijzondere interesse voor de maatschappelijke dimensies van het recht en voor de problematiek van welzijnszorg en sociale bijstand in brede zin.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de rechten (Leuven) (Afstudeerrichting rechten) 120 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Welzijnsrecht (B-KUL-C05C9a)
Inhoud
1. Introductiecolleges (3 à 4): inleidende lessen over begrip, principes en bronnen van het welzijnsrecht
- begrip en afbakening van het welzijnsrecht
- welzijnssectoren in vogelvlucht
- bronnen van het welzijnsrecht
- welzijnsactoren: cliënt, zorgaanbieder, overheid
- (rechts)verhoudingen in het welzijnsrecht: zorgverlening, zorgrecht en zorgsturing
- handhaving en rechtsbescherming in het welzijnsrecht
2. Themacolleges (3 à 4): selectie van welzijnsrechtelijke thema's, gebaseerd op recent onderzoek, jaarlijks wisselend
Voorbeelden van thema's: marktwerking; beroepsgeheim; aansprakelijkheid; sociaal ondernemerschap
3. Sectorcolleges (3 à 4): selectie van sectoren, met telkens zowel een schets van de huidige organisatie en het juridisch kader, als de belangrijkste ontwikkelingen en uitdagingen. Deze colleges worden door gastsprekers (uit praktijk & beleid) verzorgd.
Voorbeelden van sectoren: kinder- en gezinszorg (bv. kinderopvang); algemeen welzijnswerk; zorg voor personen met een handicap; ouderenzorg
4. Opdracht - zie 'toelichting werkvorm'
Studiemateriaal
- Artikels en literatuur: "Reader Welzijnsrecht" - verspreiding via cursusdienst of secretariaat van het Instituut voor Sociaal Recht
- Powerpointpresentaties
- Toledo
Toelichting werkvorm
Colleges
De introductie- en themacolleges zijn hoorcolleges; de sectorcolleges zijn gastcolleges.
Opdracht
Voor de studenten die rechten volgen (C05C9C): studie van een welzijnsrechtelijk thema aan de hand van een individueel opiniestuk. Hiertoe kiest de student zelf een onderwerp uit de actualiteit en stelt daarover een onderbouwd 'opiniestuk' op: niet beschrijvend, maar argumentatief en reflectief. Deze opdracht resulteert in een schriftelijke neerslag (richtomvang van 1000 à 1500 woorden), en een mondelinge verdediging (op het examen). De paper wordt ten laatste aan het begin van de examenperiode ingediend, zowel in papieren als elektronische versie.
Voor de studenten die criminologie of sociaal werk volgen (C05C9B): studie van een welzijnsrechtelijk thema (vb. forentisch welzijnswerk) aan de hand van een individuele paper en een individueel opiniestuk. Het thema wordt tijdens de eerste les bekendgemaakt. Binnen het thema kiest de student zelf een onderwerp uit de actualiteit en stelt daarover
- een paper op, die zowel een probleemstelling, een beknopt overzicht van de relevante literatuur als een beperkt empirisch onderzoek (of secundaire analyses van bestaande data) en disussie omvat. Deze opdracht resulteert in een schriftelijke neerslag (richtomvang van 4000 woorden), en een mondeling verslag (op het examen). De paper wordt ten laatste aan het begin van de examenperiode ingediend, zowel in papieren als elektronische versie;
- een onderbouwd 'opiniestuk' op: niet beschrijvend, maar argumentatief en reflectief. Deze opdracht resulteert in een schriftelijke neerslag (richtomvang van 1000 à 1500 woorden), en een mondelinge verdediging (op het examen). De paper wordt ten laatste aan het begin van de examenperiode ingediend, zowel in papieren als elektronische versie.
Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Welzijnsrecht (B-KUL-C25C9c)
Toelichting
Mondeling examen
Elke student krijgt twee inzichts- en reflectievragen (o.m. in de vorm van het reageren op stellingen). De lijst van examenvragen wordt bekendgemaakt via Toledo, zodat deze kunnen worden voorbereid aan de hand van de readerteksten, de lessen en eigen bijdrage. Voor het mondeling examen is er een half uur schriftelijke voorbereidingstijd (met gebruik van het wetboek, overeenkomstig de facultaire richtlijnen). Tijdens het examen wordt de schriftelijke voorbereiding bekeken en eventueel bijkomende toelichting gevraagd. De schriftelijke voorbereiding wordt afgegeven en mede aangewend voor de evaluatie.
Verdediging opinie
De student verdedigt de opiniepaper tijdens het mondelinge examen. De student mag de paper(s) meebrengen, maar tijdens de verdediging mag hij enkel een schema gebruiken.
De evaluatiecriteria voor de opdracht zijn terug te vinden op Toledo.
Puntenverdeling
Voor studenten rechten C05C9C), geldt volgende puntenverdeling:
- examenvragen: 15 punten
- presentatie opiniestuk: 1,5 punten
- schriftelijk opiniestuk: 3,5 punten
Voor studenten criminologie of sociaal werk (C05C9B), geldt volgende puntenverdeling:
- examenvragen: 10 punten
- presentatie opiniestuk: 1,5 punten
- schriftelijk opiniestuk: 3,5 punten
- schriftelijke paper: 5 punten