Boekhoud- en jaarrekeningenrecht (B-KUL-C05B7D)

3 studiepuntenNederlands26 urenTweede semester
POC Rechten

Opgelet!
Voor dit opleidingsonderdeel geldt een contingentering. Raadpleeg de concrete voorwaarden en inschrijvingsmodaliteiten op deze facultaire webpagina
.

Leerdoelen

1. De studenten inzicht te doen verwerven in de totstandkoming en de inhoud van de jaarrekening. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan de keuzevrijheid die door het jaarrekeningenrecht wordt geboden en die verklaart waarom achter twee schijnbaar identieke jaarrekeningen volledig verschillende economische realiteiten kunnen schuil gaan.

2. Daarnaast beoogt het opleidingsonderdeel ook om meer duidelijkheid te creëren over de wijze waarop commissarissen hun controleopdracht vervullen en over de grenzen van hun controlemogelijkheden.


Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen (MA rechten):

De student bezit naast een basiskennis van het recht, ook een grondige, geïntegreerde kennis van het nationale, Europese en internationale recht van bepaalde samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) en heeft een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen en beginselen van het recht.

De student
• kan de huidige stand met betrekking tot een juridische kwestie, zowel bondig als diepgaand, accuraat beschrijven
• kan een juridisch probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid van het recht

De student bezit zowel gespecialiseerde (ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende) kennis en inzicht in een aantal samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) alsook diepgaande kennis in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsgebieden dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.

De student
• kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen
• kan de wisselwerking tussen verschillende samenhangende basisrechtsdomeinen duiden en operationaliseren

De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.

De student
• kan zijn/haar analytisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan zijn/haar synthetisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen 
• kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden

De student kan zowel voor leken als voor juristen heldere teksten opstellen en uiteenzettingen brengen.

De student
• beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands

Algemene academische vorming met klemtoon op rechten en/of economie.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Boekhoud- en jaarrekeningenrecht (B-KUL-C05B7a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Rechten

Het opleidingsonderdeel bestaat uit twee grote delen waarvan de grondregels worden beheerst door de Titels VI en VII van Boek IV van het Wetboek van vennootschappen.
Het eerste deel bestudeert de verplichtingen van vennootschappen op het vlak van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening.
Dit deel vangt aan met een bondig overzicht van het ontstaan en de ontwikkeling van het boekhoud- en jaarrekeningenrecht. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de Europese en internationale ontwikkelingen op het vlak van de financiële verslaggeving en aan de invloed van deze ontwikkelingen op het Belgisch jaarrekeningenrecht.
Vervolgens wordt kort ingegaan op de zuiver boekhoudrechtelijke verplichtingen van ondernemingen, zoals deze thans vervat liggen in Boek III van het Wetboek Economisch recht.
De meeste aandacht wordt echter besteed aan de jaarrekeningrechtelijke voorschriften die sinds de codificatie van het vennootschapsrecht vervat liggen in het Wetboek van vennootschappen en zijn Uitvoeringsbesluit. Daarbij worden o.m. de volgende vragen behandeld: welke vennootschappen moeten een (geconsolideerde) jaarrekening opmaken en desgevallend openbaar maken? Wat zijn de basisprincipes die aan het jaarrekeningenrecht ten gronde liggen? Welke waarderingsregels moeten in acht genomen worden? Hoe wordt de jaarrekening gestructureerd en welke zijn de belangrijkste posten uit de balans en de resultatenrekening? Wat moet in de toelichting worden opgenomen? Welke consolidatiemethoden schrijft de wet voor? Bij het beantwoorden van deze onderscheiden vragen vervult (Boek II van) het K.B. van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen een prominente rol. Een dieper inzicht in dit K.B. behoort dan tot de hoofddoelstellingen van het vakonderdeel.
Tenslotte wordt in dit eerste deel ingegaan op de recente ontwikkelingen, zowel op Europees vlak als op Belgisch vlak, inzake de invoering van de International Accounting Standards / International Financial Reporting Standards (IAS/IFRS).
Het tweede deel gaat in op de wettelijke voorschriften inzake de controle van de financiële
verslaggeving. Aangezien de commissarissen hierbij een essentiële rol vervullen, gaat de meeste aandacht uit naar de bepalingen die hun benoeming, ontslag, bezoldiging en bevoegdheden beheersen. In dit kader wordt tevens aandacht besteed aan de rol die de commissaris vervult t.a.v. de ondernemingsraad. Daarnaast wordt ingegaan op de voorwaarden en modaliteiten van de individuele onderzoeksbevoegdheid van vennoten, zoals deze bestaat in geval geen commissaris wordt benoemd, en op de bijzondere mogelijkheid tot aanstelling van een deskundige.

Handboek Boekhoud- en jaarrekeningrecht (auteurs : Karel Van Hulle, Nadine Lybaert en Jean-Pierre Maes), uitgegeven bij Die Keure te Brugge, derde editie 2015, ISBN 978 90 4862 071 5

Powerpointpresentaties op basis van de hoorcolleges, beschikbaar via Toledo.

Extra cursusmateriaal, beschikbaar via Toledo.

Het opleidingsonderdeel wordt gedoceerd in hoorcolleges. Aangezien de gedoceerde materie vaak met praktijkgevallen wordt geïllustreerd, staat tijdens een deel van de colleges ook interactie met de studenten centraal. Dit gegeven wordt mede in de hand gewerkt door de nadruk die wordt gelegd op het actief (leren) aanwenden van de (uitgebreide) wetgeving die de materie beheerst.

Bepaalde onderdelen van de lesinhoud zijn zelfstudie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Boekhoud- en jaarrekeningenrecht (B-KUL-C25B7d)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex


Het examen over de behandelde leerstof is schriftelijk en vindt plaats in juni.

Het schriftelijk examen bestaat uit één of meer casussen, desgevallend aangevuld met één of meer theoretische vragen en/of een of meer vragen tot vertaling van technische terminologie naar het Frans en/of Engels.

Er wordt betracht 'levensechte' situaties zoveel als mogelijk te benaderen.

Het gebruik van wetboeken en van de wetgeving die via Toledo wordt ter beschikking gesteld, is toegelaten en wordt aanbevolen.