Medisch recht (B-KUL-C04D9B)

3 studiepuntenNederlands26 urenTweede semester
POC Rechten

Opgelet!
Voor dit opleidingsonderdeel geldt een contingentering. Raadpleeg de concrete voorwaarden en inschrijvingsmodaliteiten op
deze facultaire webpagina.


Leerdoelen

Rekening houdend met de toename van specifieke rechtsregels (rechten van de patiënt; bescherming van proefpersonen, euthanasie e.d.) is de belangrijkste doelstelling gericht op kennisoverdracht die de student in staat stelt op een kritische en zelfstandige wijze om te gaan met deze regels. Voorzover het college aansluit bij andere rechtdomeinen waarover reeds basiskennis bij de student bestaat, wordt ook kennisverdieping beoogd.

De student heeft een basiskennis en basisinzicht in de beginselen van het medisch recht.

De student is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het medisch recht.

De student hanteert een systematische methode en een logische en juridisch verantwoorde argumentatie bij het oplossen van juridische casussen in het domein van het medisch recht.

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

Kennis en inzicht

De student bezit naast een basiskennis van het recht, ook een grondige, geïntegreerde kennis van het nationale, Europese en internationale recht van bepaalde samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) en heeft een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen en beginselen van het recht.

De student:

  • kan de huidige stand met betrekking tot een juridische kwestie, zowel bondig als diepgaand, accuraat beschrijven.
  • kan de juridische aspecten van een maatschappelijk probleem identificeren.
  • kan een juridisch probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren.
  • kan een maatschappelijk probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren.
  • kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid van het recht.

De student bezit zowel gespecialiseerde (ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende) kennis en inzicht in een aantal samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) alsook diepgaande kennis in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsgebieden dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.

De student:

  • kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen.
  • kan kritisch positie innemen ten aanzien van maatschappelijke en/of juridische vernieuwing in transversale rechtsdomeinen en zich positioneren ten aanzien van out-of-the-box redeneringen of oplossingen in het recht.
  • kan de wisselwerking tussen verschillende samenhangende basisrechtsdomeinen duiden en operationaliseren.

De student kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context, dankzij een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.

De student:

  • kan de wisselwerking tussen recht, mens maatschappij en de daarmee verband houdende normen en waarden, identificeren en operationaliseren in een juridische context kan de dynamiek van het recht aan de hand de historische ontwikkeling van dat recht, identificeren en operationaliseren in een juridische context
  • kan een aan mens en maatschappij gerelateerd referentiekader ontwikkelen en er kritisch afstand van nemen

 

Algemeen-juridische vaardigheden

De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.

De student:

  • kan zijn/haar analytisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen.
  • kan zijn/haar synthetisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
  • kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
  • kan creatieve of nieuwe juridische verklaringen of oplossingen aanreiken
  • kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem
  • kan juridische kennis, inzicht en vaardigheden omzetten in voor de juridische beroepsbeoefening relevante output

 

Informatieve vaardigheden

De student is een ervaren gebruiker van de vakeigen bronnen.

De student:

  • kan gebruik maken van moderne zoektechnologieën
  • kan op omvattende en doelgerichte wijze informatie verzamelen uit Belgische juridische (digitale) bibliotheken en databanken
  • kan op omvattende en doelgerichte wijze informatie verzamelen uit internationale of
  • buitenlandse juridische (digitale) bibliotheken en databanken
  • kan de juridische en wetenschappelijke waarde bepalen van geraadpleegde bronnen en informatie
  • kan een methodologisch verantwoord bronnenoverzicht geven van een juridisch probleemveld

 

Leervaardigheden

De student is in staat zich in nieuwe rechtsdomeinen in te werken en in de eigen rechtsdomeinen bij te scholen.

De student:

  • kan zijn eigen kennis naar waarde schatten
  • kan zijn eigen kennis d.m.v. zelfstudie en bijscholing actualiseren, verbreden of verdiepen

 

Vanzelfsprekend is geen medische voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Medisch recht (B-KUL-C04D9a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Rechten

In een inleidend college wordt het medisch recht gesitueerd in en tegenover andere rechtsdomeinen en worden tevens de belangrijkste internationale en nationale bronnen van het medisch recht besproken.

Vervolgens is het college opgebouwd rond de twee belangrijkste actoren in het medisch recht, met name de arts en de patiënt. Eerst komt de wetgeving rond de arts aan bod. Wie is bevoegd de geneeskunde uit te oefenen en onder welke voorwaarden. Niet enkel de arts maar ook zijn medewerkers (verpleegkundigen; paramedici) komen aan bod. Ook de wet niet-conventionele praktijken, alsook de ziekenhuiswet en het statuut van de ziekenhuisarts komen hierbij ter sprake.

Vervolgens worden een aantal los van elkaar totstandgekomen wettelijke regelingen die de medische beroepsuitoefening in minder of meer belangrijke mate beïnvloeden, besproken. Het gaat dan om voor de hand liggende onderwerpen zoals medisch beroepsgeheim of de hulpverleningsplicht maar ook om het medisch honorarium en de diagnostische en therapeutische vrijheid.

Dan komen we bij de relatie tussen arts en patiënt en diens rechten en plichten. Hier is het medisch recht nog in volle ontwikkeling. De basisrechten van de patiënt (vrije keuze, recht op zorgvuldige behandeling, recht op informatie en begeleiding, recht op toestemming met kennis van zaken, recht op inzage in het medisch dossier en klachtrecht) zullen aan de hand van cases en wetgeving worden besproken.

Nauw aansluitend bij het vorige deel volgt dan de rechtspositie van de patiënt in bijzondere situaties zoals de patiënt die  proefpersoon is in een medisch experiment, de patiënt aan het einde van het leven (euthanasie en medische beslissingen met levensbeëindigend gevolg), de donor, de ongewenst zwangere e.d. Het betreft stuk voor stuk zgn. bio-ethische vraagstukken die ook de jurist bevragen en die in toenemende mate voorwerp zijn van wetgevende tussenkomst.

Als een rode draad doorheen het college loopt het thema medisch-professioneel handelen en het eerbiedigen van de rechten van de patiënt en wettelijke regels in verband met het medisch handelen. Anders uitgedrukt betekent dit dat de aansprakelijkheid van de arts voor het eigen handelen impliciet aanwezig is  in alle voorgaande hoofdstukken. In het laatste gedeelte wordt de vergoeding van de schade ten gevolge van medisch onzorgvuldig  handelen geëxpliciteerd. Vanzelfsprekend zal daarbij ook de nodige aandacht gaan naar de recente ontwikkelingen in verband met alternatieve vergoedingsstelsels (de wet medische ongevallen).

T. Vansweevelt en F. Dewallens (eds.), Handboek Gezondheidsrecht. Overdruk studenten, Intersentia, Antwerpen, 2018.

Codex Gezondheidsrecht, Wolters Kluwer.

Hoorcolleges en slides (beschikbaar via Toledo)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Medisch recht (B-KUL-C24D9b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Naslagwerk, Wetboek/codex


Het examen uit open vragen (aan de hand van een casus) waarbij je de verzameling van wetteksten (codex zonder annotaties) en het "Handboek Gezondheidsrecht. Overdruk studenten KU Leuven" mag gebruiken.