Jeugdbeschermingsrecht (B-KUL-C04D8B)

3 studiepuntenNederlands39 urenEerste semester
POC Rechten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

Algemeen:
• kan de student de algemene beginselen, de begrippen en de technieken van het jeugdbeschermingsrecht omschrijven en hanteren
• kan de student de organisatie en werking van de vrijwillige en gerechtelijke jeugdhulp en van het jeugddelinquentierecht uitleggen
• kan de student de betekenis en samenhang van het beleid inzake jeugdbescherming en de achterliggende waarden en ideeën aanduiden en hanteren

Kennen:
• kan de student het jeugdbeschermingsrecht in de breedte en diepte beschrijven, zowel het wettelijk-institutioneel kader als de praktijktoepassing ervan
• kan de student verbanden leggen tussen de diverse elementen van het opleidingsonderdeel én tussen dit opleidingsonderdeel en verwante materies (i.h.b. strafrecht en welzijnsrecht)

Kunnen:
• kan de student zelfstandig beperkte probleemstellingen, onderzoeksvragen en concrete cases beantwoorden, hierover rapporteren en discussiëren

Houding:
• kan de student constructief-kritisch, op grond van juridisch redeneervermogen en ethische reflectie, actuele fenomenen inzake jeugddelinquentie en probleemsituaties herkennen, analyseren en becommentariëren

• Kennen: juridische basisvorming, i.h.b. publiekrecht en strafrecht
• Kunnen: begin van zelfstandige wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden
• Houding: kritisch denkvermogen; bijzondere interesse voor de problematiek, zowel wat betreft de jeugdhulp aan jongeren in probleemsituaties (welzijnsrechtelijke invalshoek) [jeugdhulprecht] als wat betreft de maatschappelijke reactie(s) op delinquent gedrag [jeugddelinquentierecht]

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Jeugdbeschermingsrecht (B-KUL-C04D8a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College39 urenEerste semester
POC Rechten

Het jeugdbeschermingsrecht regelt de (overheids)interventies t.a.v. kinderen en jongeren die zich in bijzondere probleemsituaties bevinden of die delicten hebben gepleegd. Die interventies betreffen zowel vrijwillige als gerechtelijke maatregelen, veelal uitgevoerd door specifieke diensten en voorzieningen.

De volgende onderdelen komen aan bod:

1. Definitie, begrippen, beginselen en historiek van het jeugdbeschermingsrecht
2. (Inter)nationaalrechtelijk kader
3. Jeugdhulprecht
     3.1. Algemeen
     3.2. Vrijwillige jeugdhulp
     3.3. Gerechtelijke jeugdhulp
4. Jeugddelinquentierecht
     4.1. Algemeen
     4.2. Parketinterventies
     4.3. Onderzoeksfase
     4.4. Berechtingsfase
     4.5. Uithandengeving
5. Jeugdrechtactoren

Daarnaast maakt de student een beknopte reflectiepaper over een onderwerp naar keuze binnen het jeugdbeschermingsrecht (zie 'toelichting werkvorm').

• J. PUT, Handboek Jeugdbeschermingsrecht, Brugge, die Keure, laatste editie, via cursusdienst of Acco
• J. PUT, Wetboek Jeugdrecht, Gent, Intersentia, laatste editie, via cursusdienst of Acco
• Presentaties en achtergrondinformatie via Toledo

• Hoorcolleges
• Interactiecolleges: bespreking van en discussie over deelthema's
• Bezoek aan een jeugdinstelling (facultatief)
• Bezoek aan de jeugdrechtbank (facultatief)
• Gastspreker(s) uit de jeugdrechtpraktijk

Elke student maakt ook een reflectiepaper. De student kiest zelf een onderwerp, aan de hand van de themalessen, de bezoeken of de geraadpleegde literatuur. De bedoeling is te komen tot een eigen reflectie over een specifiek thema. Ook niet-juridische onderwerpen zijn mogelijk, indien ze relevant zijn voor het domein en de reflectie ook ingaat op het belang ervan voor het recht of het beleid. Het gekozen onderwerp mag niet samenvallen met de gewone leerstof (dus bv. niet 'uithandengeving'). Ook een overzicht van hoe een voorziening werkt of een verslag van het rechtbankbezoek zijn uitgesloten. De paper mag ten hoogste twee pagina's (+ bronvermelding op het einde) omvatten, waarbij het beschrijvend gedeelte ten hoogste een halve pagina inneemt; het overige deel behandelt argumentaties en persoonlijke stellingnames.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Jeugdbeschermingsrecht (B-KUL-C24D8b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex


Het mondelinge examen bestaat uit kennis-, inzichts- en reflectievragen (die betrekking hebben op verschillende onderdelen van de te kennen leerstof) en de voorstelling van en discussie over de reflectiepaper. Er is een half uur om voor te bereiden (met gebruik van het wetboek, volgens de facultaire regels).
De puntenverdeling is als volgt:
• examenvragen: 15 punten
• reflectiepaper (inhoud en verdediging): 5 punten

In geval van een examen tijdens de tweede zittijd na een niet-geslaagd examen in de eerste zittijd, heeft de student de keuze al dan niet een nieuwe of herwerkte reflectiepaper te maken en te verdedigen. Als hij/zij dat niet doet, worden de punten daarop overdragen naar tweede zit en bestaat het examen enkel uit open vragen. Als hij/zij dat wel doet, verloopt het examen volgens dezelfde modaliteiten als het examen in eerste zittijd.

In geval van een examen tijdens de tweede zittijd, zonder dat een examen is afgelegd tijdens de eerste zittijd, moet de student een reflectiepaper maken en verdedigen. Het examen verloopt dan volgens dezelfde modaliteiten als het examen in de eerste zittijd.