Strafrechtelijk sanctierecht (B-KUL-C04D0A)

6 studiepuntenNederlands39 urenEerste semester
POC Rechten

Leerdoelen

Kennen: 

De uitgebreide regelgeving betreffende de strafrechtelijke sancties in België, zowel de aard en oplegging als de uitvoering.
De onderliggende strafdoelen.
De al dan niet beoogde effecten van sancties.
De historische achtergrond en evolutie van het huidige sanctieregime.
De mensenrechtelijke mogelijkheden, beperkingen en verplichtingen tot sanctioneren en bij de uitvoering van sancties.
De uitdagingen en plannen voor de toekomst.

Kunnen:

Complexe gevallen van straftoemeting kunnen oplossen, zowel in nationale als in grensoverschrijdende context.
Het grensgebied tussen straffen en niet-strafrechtelijke sancties en de verschillende regimes en rechtsgevolgen die uit dat onderscheid voortvloeien.
Juridische problemen in praktijksituaties detecteren en ze correct volgens de geldende regels en procedures oplossen.
Extrajuridische (psychologische, sociologische, financieel-economische,...) kennis over straffen, sancties en hun uitvoering kunnen gebruiken voor de evaluatie van normatieve en beleidskeuzes.
Beleidsmensen adviseren over voor- en nadelen van keuzes op het vlak van sancties, straftoemeting en strafuitvoering.
Belgische keuzes, regels en situaties kritisch vergelijken met buitenlandse.

Houding:

Besef van de mogelijkheden en de beperkingen van rechtsregels en juridische procedures in de omgang met criminaliteit en maatschappelijke problemen.
Oog voor niet-juridische factoren die in de praktijk de keuze van de concrete sanctie(s) binnen de juridische krijtlijnen bepalen.
Oog voor rechtsbescherming.
Oog voor de interactie tussen juridische en praktische problemen.
Reflectie over de beginselen, de filosofische, maatschappelijke en politieke visie die onder de bestraffingspraktijk liggen.
Openheid voor niet-juridische informatie en voor de verwerking daarvan in rechtsnormen of strafbeleid.
Wantrouwen tegenover gemeenplaatsen.


Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student bezit naast een basiskennis van het recht, ook een grondige, geïntegreerde kennis van het nationale, Europese en internationale recht van bepaalde samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) en heeft een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen en beginselen van het recht.

De student
• kan de huidige stand met betrekking tot een juridische kwestie, zowel bondig als diepgaand, accuraat beschrijven
• kan de juridische aspecten van een maatschappelijk probleem identificeren
• kan een juridisch probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan een maatschappelijk probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid van het recht

De student bezit zowel gespecialiseerde (ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende) kennis en inzicht in een aantal samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) alsook diepgaande kennis in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsgebieden dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.

De student
• kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen
• kan kritisch positie innemen ten aanzien van maatschappelijke en/of juridische vernieuwing in transversale rechtsdomeinen en zich positioneren ten aanzien van out-of-the-box redeneringen of oplossingen in het recht

De student kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context, dankzij een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.

De student
• kan de wisselwerking tussen recht, mens, maatschappij en de daarmee verband houdende normen en waarden, identificeren en operationaliseren in een juridische context
• kan de dynamiek van het recht aan de hand de historische ontwikkeling van dat recht, identificeren en operationaliseren in een juridische context
• kan een aan mens en maatschappij gerelateerd referentiekader ontwikkelen en er kritisch afstand van nemen

De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.

De student
• kan zijn/haar analytisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan zijn/haar synthetisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
• kan creatieve of nieuwe juridische verklaringen of oplossingen aanreiken
• kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem
• kan juridische kennis, inzicht en vaardigheden omzetten in voor de juridische beroepsbeoefening relevante output

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Strafrechtelijk sanctierecht (B-KUL-C04D0a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College39 urenEerste semester
POC Rechten

Grondige studie van al de mogelijke strafrechtelijke gevolgen van het misdrijf. De verschillende rechterlijke en buitenrechterlijke strafrech­telijke sanctionerings-mechanis­men (soorten, oplegging en uitvoering) worden onderzocht, met mede aandacht voor het (nationaal en supranatio­naal) administra­tiefrechtelijk of bestuurs­rechtelijk sanctiestelsel dat specifiek strafrechtelijke kenmerken vertoont en / of het strafrechte­lijk handhavings­systeem kan beïnvloeden.

De cursus start met een inhoudelijke omschrijving van het strafrechte­lijk sanctierecht, waarin aandacht wordt besteed aan het begrip, de doelstel­lingen en verschillen­de types van de strafrechtelijke sancties en aan het onderscheid tussen de strafrechtelijke en de zoge­naamde administratiefrechtelijke sanctie (straf-rechtelijk versus bestuursrech­telijk sanctie­recht). Eén en ander wordt ook europees- en internatio­naalrechtelijk gesitueerd en tevens in rechtsvergelijkend perspec­tief.

Vervol­gens komt in hoofd­zaak het penitentiair recht sensu lato aan de orde waarin zowel de begrippen straf en maatregel als de klassieke tweedeling van de strafrechtelij­ke sancties in straffen en maatregelen centraal staan. Eerst worden de soorten straffen en maatre­gelen grondig uitgediept, waarna de opeenvol­gende fasen van de oplegging en tenuit­voerlegging van straffen en maatregelen (mede in internationaal verband via overdracht of overname van strafexecutie) worden onderzocht.

Tot slot wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden van strafrechtelij­ke sanctionering zonder tussen­komst van een strafrechter (zoals de minnelijke schikking of de strafbemidde­ling) en wordt het onder­scheid en / of de gelijkenis en wisselwerking van de strafrechtelijke sanctie bekeken met die onderdelen uit het bestuursrechtelijk sanctiestel­sel die in wezen strafrechtelijke kenmerken vertonen en / of die werking van de strafrechtelijke handhaving kunnen inperken.


Inleiding
Sanctioneren, wie, hoe, waarom, waartoe?      

Doodstraf
Wat, hoe, wie, waarom?
Argumenten voor en tegen.     

Korte geschiedenis bestraffing algemeen

(Tekst)bronnen en beginselen
• Nationale en Internationale bronnen, met bijzondere aandacht voor het toenemend impact van mensenrechten

Vrijheidsstraf en gevangenissen
• geschiedenis van het beleid
• feitelijke situatie: organisatie, detentieratio's, gevangenispopulatie
• interne (wet Dupont) en externe rechtspositie gedetineerden    

Vermogensstraffen
• geldboete
• verbeurdverklaring en ontnemingswetgeving
          
Maatregelen
• Internering

Probleemgroepen: seksuele delinquenten en andere groepen van 'gevaarlijke' mensen.

Straftoemeting: de huidige chaos en de plannen voor de toekomst.

Europa en straffen
• Mogelijkheden en plannen EU
• Hoe en waarom?
• Verhouding en dosering van wederzijdse erkenning en harmonisering?
• (Internationale) Ne Bis in Idem

Documentatiebundel

Hoorcolleges gecombineerd met casusbesprekingen
Socratische methode

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Strafrechtelijk sanctierecht (B-KUL-C24D0a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk


Schriftelijk open boek.

• Kennisvragen: relevante feiten en begrippen, bronnen, detectie van problemen en van fouten. Combinatietest kennis begrippen en bronnen (leggen van verbanden).
• Analysevragen: de voordelen, nadelen, mogelijkheden van juridische of beleidskeuzes inschatten (de lege lata en de lege ferenda).
• Toepassen van de regels op fictieve praktijkgevallen.
• Vertalen van feitelijke situaties in juridische begrippen en normen.