Gegevensbeschermings- en datarecht (B-KUL-C02C5C)

3 studiepuntenNederlands26 urenTweede semester
Drechsler Laura (coördinator) |  Drechsler Laura
POC Rechten

Opgelet!
Voor dit opleidingsonderdeel geldt een contingentering. Raadpleeg de concrete voorwaarden en inschrijvingsmodaliteiten op
deze facultaire webpagina.

Leerdoelen

In dit opleidingsonderdeel leren studenten van de master rechten juridische problemen rond de verwerking, analyse en het beheer van gegevens (persoons- en niet-persoonsgegevens) te herkennen, te analyseren en op te lossen. De klemtoon ligt daarbij op het Europese rechtskader, maar er wordt ook aandacht besteed aan het Belgische recht. Tevens leren studenten zowel de begrenzingen alsook de kansen herkennen die het recht voor de ontwikkeling van technologieën voor gegevensverwerking en -beheer behelst. Vermits het recht vaak geen gelijke tred kan houden met de technologische ontwikkelingen - en dit vanuit sommige perspectieven ook minder gewenst kan zijn - wordt tevens stil gestaan bij de wisselwerking tussen technologieontwikkeling gebaseerd op het verzamelen van een grote hoeveelheid gegevens en haar maatschappelijke context, alsook bij alternatieve vormen van regulering.

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student bezit naast een basiskennis van het recht, ook een grondige, geïntegreerde kennis van het Belgische, Europese en internationale recht van bepaalde samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) en heeft een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen en beginselen van het recht.

De student
• kan de huidige stand met betrekking tot een juridische kwestie, zowel bondig als diepgaand, accuraat beschrijven
• kan de juridische aspecten van een maatschappelijk probleem identificeren
• kan een juridisch probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan een maatschappelijk probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid van het recht
De student bezit zowel gespecialiseerde (ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende) kennis en inzicht in een aantal samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) alsook diepgaande kennis in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsgebieden dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.

De student
• kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen
• kan kritisch positie innemen ten aanzien van maatschappelijke en/of juridische vernieuwing in transversale rechtsdomeinen en zich positioneren ten aanzien van out-of-the-box redeneringen of oplossingen in het recht
• kan de wisselwerking tussen verschillende samenhangende basisrechtsdomeinen duiden en operationaliseren
De student kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context, dankzij een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.

De student
• kan de wisselwerking tussen recht, mens, maatschappij en de daarmee verband houdende normen en waarden, identificeren en operationaliseren in een juridische context
• kan de dynamiek van het recht aan de hand de historische ontwikkeling van dat recht, identificeren en operationaliseren in een juridische context
• kan een aan mens en maatschappij gerelateerd referentiekader ontwikkelen en er kritisch afstand van nemen De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.

De student
• kan zijn/haar analytisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
• kan creatieve of nieuwe juridische verklaringen of oplossingen aanreiken
• kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem
• kan juridische kennis, inzicht en vaardigheden omzetten in voor de juridische beroepsbeoefening relevante output
De student kan een of meerdere domeinen van het recht zelfstandig op een wetenschappelijk correcte manier benaderen en kan
rechtswetenschappelijke kennis, inzichten en vaardigheden inzetten in het doorvoeren van een zelfstandig juridisch onderzoek
van enige omvang en complexiteit.

De student
• kan onderzoeksresultaten van niet-juridische hulpwetenschappen naar waarde schatten en integreren in het eigen onderzoek
en aldus op verantwoorde wijze omgaan met interdisciplinariteit in juridisch onderzoek
• kan zelfstandig een rechtswetenschappelijk onderzoek voorbereiden
• kan correct een juridische probleemstelling en de hieruit voortvloeiende onderzoeksvragen formuleren
• kan de passende rechtswetenschappelijke onderzoeksmethodes selecteren en toepassen op een voorliggende
onderzoeksvraag
De student kan zowel voor leken als voor juristen heldere teksten opstellen en uiteenzettingen brengen.

De student
• kan op gestructureerde (opbouw en argumentatie) wijze een juridisch-wetenschappelijke tekst opstellen over een complexe
juridische materie
De student is een ervaren gebruiker van de vakeigen bronnen.


De student
• kan de juridische en wetenschappelijke waarde bepalen van geraadpleegde bronnen en informatie
De student is in staat zich in nieuwe rechtsdomeinen in te werken en in de eigen rechtsdomeinen bij te scholen.


De student
• kan zijn eigen kennis naar waarde schatten

Bacheloropleiding in de rechten. Er is geen specifieke juridische of technische voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Gegevensbeschermings- en datarecht (B-KUL-C02C5a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Rechten

Het opleidingsonderdeel bestaat uit volgende vijf leermodules:


Module 1 - Inleiding tot het gegevensbeschermingsrecht: gegevensbescherming als grondrecht, historische achtergrond, recht en
technologie en data, verhouding Europees en Belgisch gegevensbeschermingsrecht


Module 2 - Kernbegrippen van het gegevensbeschermingsrecht: persoonsgegevens en verwerking; de actoren van de EU- en
nationale wetgeving inzake gegevensbescherming (verwerkingsverantwoordelijke, verwerker, betrokkene)


Module 3 - De 10 kernprincipes van gegevensbescherming: rechtmatigheid; transparantie; behoorlijkheid; doelbinding;
doelbeperking; minimale gegevensverwerking; juistheid; opslagbeperking; integriteit en vertrouwelijkheid; verantwoordingsplicht.


Module 4 - Handhaving van individuele rechten en gegevensbescherming: informatieverplichtingen; rechten van betrokkenen;
uitoefening van de rechten van betrokkenen; publieke handhaving; particuliere handhaving


Module 5 – Datarecht: Gegevenswet; Datagovernanceverordening; Open Data richtlijn; andere wetten die relevant zijn voor data;
interactie datarecht en gegevensbeschermingsrecht


Het vak is sterk praktijk-georiënteerd en wil de student in staat stellen juridische vraagstukken in verband met gegevens op te
lossen in de Europese context. Daarnaast beoogt het tevens de student op een meer theoretisch niveau bewust te maken van
het toenemend belang van de rol van gegevens in de samenleving en van de (on-)mogelijkheden en (on-)wenselijkheden met
betrekking tot de regulering van gegevens door middel van het recht.

Wetboek
Studiemateriaal op Toledo

De onderwijsmethoden voor dit vak bestaan uit hoorcolleges, interactieve groepsdiscussies en oefeningensessies. Van de studenten wordt in beperkte mate zelfstudie verwacht ter voorbereiding van een aangekondigde groepsdiscussie of oefeningensessie.

Voor elke leermodule kan de student vooraf zelf het aangeboden leermateriaal (boek en materiaal via Toledo) verwerken en – bij sommige modules – oefeningen oplossen. Bij enkele modules wordt extra, vrijwillig, leermateriaal aangereikt dat de student een breder beeld of dieper inzicht kan verschaffen van specifieke deelonderwerpen waarop in de cursus om praktische of didactische redenen niet zo diep kan worden ingegaan. Voor de communicatie tussen studenten en docenten wordt in eerste instantie Toledo gebruikt. De college-uren zijn vooral bedoeld voor verheldering en verklaring van de grote thematische lijnen en het oplossen van oefeningen en vraag- en antwoordsessies.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Gegevensbeschermings- en datarecht (B-KUL-C22C5c)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex


De evaluatie is gebaseerd op twee onderdelen:

- Ten eerste, een examen tijdens de examenperiode met open vragen en gevalstudies. Het examen verloopt schriftelijk en gesloten boek en staat op 15/20 punten. De studenten mogen wetboeken meenemen en raadplegen. Elektronische hulpmiddelen zijn niet toegestaan. Via open vragen wordt gepeild naar theoretische kennis van besproken juridische en meta-juridische concepten en rechtsregels, alsook naar inzicht in de toepassing van die concepten en regels via praktische gevalstudies. Bij die laatste wordt van de student verwacht dat hij/zij een opgegeven casus kan analyseren vanuit juridisch oogpunt (wat zijn de juridisch relevante kwesties in deze situatie?) en oplossen (d.i. een juridisch onderbouwde redenering kan opstellen met de kennis opgedaan tijdens het opleidingsonderdeel).

- Ten tweede, een opdracht die tijdens het semester moet worden uitgevoerd en die op 5/20 punten wordt geëvalueerd. De opdracht bestaat uit het schrijven van een beknopte rechtspraakanalyse van een recente uitspraak door de rechtbanken of de gegevensbeschermingsautoriteiten op EU- of nationaal niveau.

Studenten die het examen en de opdracht niet hebben gehaald, dienen een nieuwe opdracht in en doen het examen in augustus opnieuw. Studenten die niet geslaagd zijn voor het examen, maar wel geslaagd voor de opdracht, behouden het resultaat van de opdracht voor augustus. Studenten die niet geslaagd zijn voor de opdracht, maar wel geslaagd zijn voor het examen, kunnen de opdracht niet opnieuw afleggen.