Rechtsvergelijking, werkcollege (werkstudenten) (B-KUL-C01Y1A)

3 studiepuntenNederlands26 urenBeide semestersUitgesloten voor examencontract
Demarsin Bert (coördinator) |  Demarsin Bert |  N.
OC Bachelor in de rechten Campus KULAK Kortrijk

Algemeen

Dit opleidingsonderdeel heeft als doelstelling de student te laten kennismaken met de methodologie van de rechtsvergelijking en de rechtsvergelijkende praktijk. Aldus staat niet de kennisoverdracht van theoretische inzichten, maar wel het verwerven van rechtsvergelijkende vaardigheden centraal.

 

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

LR 4 - De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie. De student

4.1 begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten

4.2 selecteert juridisch relevante feiten uit empirisch feitencomplex

4.3 formuleert mogelijke rechtsvragen uit een empirisch feitencomplex

4.4 identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen

4.5 brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen

4.6 ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomeingerelateerde oplossingen

 

LR 5 - De student kan zelfstandig rapporteren over een beknopt rechtswetenschappelijk onderzoek en past hierbij op correcte wijze de noodzakelijke juridisch-wetenschappelijke onderzoeksmethoden toe en kan het gekozen onderzoeksdesign beargumenteren. Hij verwijst steeds correct naar geraadpleegde juridische en rechtswetenschappelijke informatie. Hij is zich steeds bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke en een juridisch-positiegebonden benadering. De student

5.1 kan de onderzoeksmethoden binnen de rechtswetenschappen beschrijven 

5.2 selecteert de passende rechtswetenschappelijke onderzoeksmethode en kan deze toepassen op een voorliggende onderzoeksvraag

5.3 beargumenteert en verdedigt het gekozen onderzoeksdesign

5.6 kan opgespoorde informatie op een wetenschappelijke wijze verwerken

5.7 kan een kritisch onderzoekende houding aannemen dankzij zijn analytisch en synthetisch vermogen

 

LR 6: De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten. De student…

6.1 beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands

6.3 communiceert schriftelijk met niet-vakgenoten aan de hand van diverse teksttypes waaronder brief, e-mail, juridisch advies, synthesenota…

6.5 rapporteert op gestructureerde wijze (opbouw en argumentatie) onder de vorm van een (juridisch-)wetenschappelijke tekst

 

LR7: De student kan eenvoudig zakelijk communiceren in het Nederlands, Frans en/of Engels en kan hierbij de correcte juridische en andere vakdomein-gerelateerde terminologie hanteren. De student…

7.1 begrijpt de basisterminologie van de kernwoorden uit het vakdomein in het Frans en/of Engels

7.2 verwoordt juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde begrippen en ideeën op een correcte en gestructureerde manier

 

LR9: De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.  De student…

9.1 gebruikt moderne informatietechnologieën en is bewust van de snelle veranderingen op het vlak van informatietechnologieën

9.2 ontwikkelt een efficiënte methode om relevante informatie uit juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde (digitale) bibliotheken en databanken te verzamelen

9.3 beoordeelt de zoekresultaten op wetenschappelijke kwaliteit en relevantie

9.5 is in staat om rechtsbronnen (wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer) op te zoeken, te begrijpen en te verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen

9.6 kan de wetgeving betreffende het vakdomein opzoeken en verwerken

9.7 kan, door het lezen van rechtswetenschappelijke en/of andere domeinspecifieke literatuur, zijn kennis over het vak optimaliseren

Algemene inleiding tot het nationaal privaat- en publiekrecht en de rechtsmethodologie.

·       Inleiding tot de rechtswetenschap

·       Publiekrecht I: Staats & administratief recht (vanaf 2021-2022: Grondwettelijk recht en Bestuursrecht)

·       Verbintenissenrecht

·       Rechtsmethodiek

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


GELIJKTIJDIG(C08X1A)

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
C08X1A : Rechtsvergelijking (werkstudenten)

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C07G6A : Rechtsvergelijking, werkcollege

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Rechtsvergelijking, werkcollege (werkstudenten) (B-KUL-C01Y1a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum26 urenBeide semesters
Demarsin Bert |  N.
OC Bachelor in de rechten Campus KULAK Kortrijk

 

INHOUD

Dit opleidingsonderdeel heeft als doelstelling de student te laten kennismaken met de methodologie van de rechtsvergelijking en de rechtsvergelijkende praktijk. Aldus staat niet de kennisoverdracht van theoretische inzichten, maar wel het verwerven van rechtsvergelijkende vaardigheden centraal.

Grondig voorbereide studenten participeren actief in discussies in kleinere groep. Tijdens iedere sessie wordt, via een rechtsvergelijkende benadering, dieper ingegaan op de methodologie en praktijk van de rechtsvergelijking aan de hand van enkele capita selecta uit uiteenlopende rechtsdomeinen. Studenten worden op die manier verplicht juridische bronnenmateriaal in een vreemde taal te vergaren en op verantwoorde wijze te verwerken. De studenten worden verondersteld zelf aan rechtsvergelijking te doen en, op een creatieve manier, de theorie uit het hoorcollege Rechtsvergelijking toe te passen op concrete vraagstukken. Gedurende de sessies wordt de gelegenheid gecreëerd om de eigen mening op constructief kritische wijze naar voor te brengen.

Overzicht van de werkcolleges en tijdspad

Semester 1 (werkcolleges A – B – C & D)

In het eerste werkcollege (sessie A) worden de doelstellingen van het OPO toegelicht, het jaarprogramma en de opdrachten voorgesteld en wordt de evaluatie verduidelijkt. Vervolgens bespreken de titularissen de methodologie en praktijk van de rechtsvergelijking vanuit algemeen perspectief. Aldus biedt het eerste werkcollege een totaaloverzicht van betekenisvolle facetten van de rechtsvergelijkende methodologie.

Sessie 1 vormt aldus een staalkaart voor het programma dat in de overige werkcolleges nader zal worden uitgewerkt.

De overige werkcolleges gedurende het eerste semester (sessies B – C – D) zijn erop gericht de studenten heuristische vaardigheden bij te brengen. Informatievergaring binnen een (digitale) bibliotheekcontext staat centraal.

Sessie B: bronnen en heuristiek binnen het Franse en het Nederlandse recht

Sessie C: bronnen en heuristiek binnen common law-stelsels

Sessie D: bronnen en heuristiek binnen het Duitse recht & enkele meer exotische rechtsstelsels die in de hoorcolleges theoretisch werden besproken

 

Semester 2 (werkcolleges 1 – 2 – 3 & 4)

De werkcolleges van het tweede semester zijn erop gericht de studenten te laten omgaan met specifieke methodologische vraagstukken/uitdagingen binnen de rechtsvergelijking. Ze zijn thematisch opgebouwd rond volgende kwesties:

Sessie 1: De onmiddellijke doelen van rechtsvergelijking & het probleem van de vertaalslag

Opdracht: vind hoe een bepaalde materie X geregeld is in land Y en leg dit in een nota uit aan Belgische niet-juristen.

Sessie 2: De onmiddellijke doelen van rechtsvergelijking & het probleem van de vertaalslag (vervolg)

Opdracht: maak een nota over de regeling van een materie X naar Belgisch recht, ten behoeve van een jurist in land Y (de nota wordt gemaakt in Engels).

Sessie 3: Receptie van recht, rechtsovernamen & legal transplants

Opdracht: waar haal je inspiratie als je in ons land het recht inzake een bepaalde materie X wil hervormen? Motiveer je keuze.

Sessie 4 – Rechtsvergelijkend onderzoek

Opdracht: Maak het opzet voor een rechtsvergelijkend onderzoek over een bepaald onderwerp van eigen keuze (Let wel: het onderzoek mag geen vergelijking van het recht van landen betreffen, doch moet zich op een ander niveau afspelen).

 

Voor elke sessie wordt een nota voorbereid van 2 bladzijden (getypt; interlinie 1; 1 blad recto verso). De nota dient ter ondersteuning van de student tijdens de sessie. Het vormt de basis voor zijn participatie en mag tijdens het college Het blad wordt aan het einde van de sessie afgegeven.

De materies horen thuis in de drie domeinen van het vergelijkend deel van het handboek. Ze worden door de professoren in overleg met de assistenten vastgesteld. Wat betreft de rechtsstelsels zal erop worden toegezien dat de student steeds met verschillende rechtsstelsels zal worden geconfronteerd.

Sessies 1 en 2 betreffen privaatrechtelijke topics (personen, familie en andere actoren in het recht // het vermogen en de transacties), wat nauw aansluit bij de juridische praktijk van heel wat juridische dienstverleners.

De derde sessie is gericht op een publiekrechtelijk topic, wat andermaal in lijn is met de juridische praktijk in allerhande beleidsvoorbereidende en implementerende structuren.

In de vierde sessie moet een opzet voor een rechtsvergelijkend onderzoek uitgewerkt worden. Daarbij is het de uitdrukkelijke bedoeling dat de student niet aan zgn. inter-nationale rechtsvergelijking doet (onderlinge vergelijking van recht van diverse landen). Het beoogde rechtsvergelijkend onderzoek moet daarentegen andere normeringsgehelen betreffen (bv. internationaal- en supranationaalrechtelijke normeringsgehelen; het recht van deelstaten binnen eenzelfde land; recht van niet- of niet-zuiver-publiekrechtelijke entiteiten,...)

 

 

 

Documenten die per sessie via TOLEDO ter beschikking worden gesteld.

Het opleidingsonderdeel wordt in werkcollegevorm en in het Nederlands gedoceerd.

Het opleidingsonderdeel wordt in werkcollegevorm gedoceerd.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Rechtsvergelijking, werkcollege (werkstudenten) (B-KUL-C21Y1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten


Toelichting

De evaluatie geschiedt op basis van:

De vier nota’s die de studenten voor de werkcolleges van het tweede semester uitwerken (LUIK 1 – 2 – 3 – 4).  Elke nota staat op 4 punten en wordt afzonderlijk beoordeeld. Vier punten zijn te verdienen op basis van de medewerking in de werkcolleges. De score wordt toegekend op basis van de voorbereiding van en de participatie in de werkcolleges (LUIK B - C - D & 1 - 2 - 3 - 4). Daarbij wordt volgende onderstaande puntenschaal gehanteerd:

4/4 = Voorbeeldige voorbereiding & participatie

3/4 = Student onderscheidde zich met voorbereiding én actieve participatie

2/4 = Student bereidt voor én nam via actieve inbreng deel aan het werkcollege

1/4 = Student was onvoldoende voorbereid en/of nam niet actief deel aan het werkcollege

0/4 = Herhaalde manifeste tekortkomingen in voorbereiding of participatie

 

 

Er is geen tweede examenkans.

Er wordt geen derde examenperiode georganiseerd (geen tweede zittijd dus).