Juridisch werkcollege C (werkstudenten) (B-KUL-C01K1A)
Doelstellingen
Leerdoelen
De bedoeling van het werkcollege is het arbeidsrecht op een meer toegepaste manier kunnen benaderen, alsmede dieper in te gaan op bepaalde problematieken uit het individueel en collectief arbeidsrecht. Bedoeling is vertrouwd te worden met de lectuur van de vakeigen bronnen, het kritisch ontleden van rechtspraak, het leren hanteren van het wetboek en het vertrouwd worden met specifieke arbeidsrechtelijke termen.
Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:
De student bezit naast een basiskennis van het recht, ook een grondige, geïntegreerde kennis van het Belgische, Europese en internationale recht van bepaalde samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) en heeft een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen en beginselen van het recht.
De student
• kan de huidige stand met betrekking tot een juridische kwestie, zowel bondig als diepgaand, accuraat beschrijven
• kan de juridische aspecten van een maatschappelijk probleem identificeren
• kan een juridisch probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan een maatschappelijk probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid van het recht
De student bezit zowel gespecialiseerde (ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende) kennis en inzicht in een aantal samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) alsook diepgaande kennis in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsgebieden dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.
De student
• kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen
• kan kritisch positie innemen ten aanzien van maatschappelijke en/of juridische vernieuwing in transversale rechtsdomeinen en zich positioneren ten aanzien van out-of-the-box redeneringen of oplossingen in het recht
• kan de wisselwerking tussen verschillende samenhangende basisrechtsdomeinen duiden en operationaliseren
De student kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context, dankzij een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.
De student
• kan de wisselwerking tussen recht, mens maatschappij en de daarmee verband houdende normen en waarden, identificeren en operationaliseren in een juridische context
De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.
De student
• kan zijn/haar analytisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen.
• kan zijn/haar synthetisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
• kan creatieve of nieuwe juridische verklaringen of oplossingen aanreiken
• kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem
• kan juridische kennis, inzicht en vaardigheden omzetten in voor de juridische beroepsbeoefening relevante output
De student kan zowel voor leken als voor juristen heldere teksten opstellen en uiteenzettingen brengen.
De student
• beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands
• kan op gestructureerde (opbouw en argumentatie) wijze een juridisch-wetenschappelijke tekst opstellen over een complexe juridische materie
• kan een uitgebreid geschreven werkstuk op bevattelijke wijze voorstellen voor (niet-) vakgenoten desgevallend gebruikmakend van moderne audiovisuele middelen
• kan schriftelijk communiceren met (niet-)vakgenoten aan de hand van diverse teksttypes
• kan een complex juridisch werkstuk mondeling toelichten en verdedigen
• kan in teamverband werken
De student is een ervaren gebruiker van de vakeigen bronnen.
De student
• kan op omvattende en doelgerichte wijze informatie verzamelen uit Belgische juridische (digitale) bibliotheken en databanken
Begintermen
Bacheloronderwijs rechten doorlopen hebben
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de rechten (Leuven) (Afstudeerrichting rechten) 120 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Juridisch werkcollege C (werkstudenten) (B-KUL-C01K1a)
Inhoud
In het werkcollege worden de volgende juridische vaardigheden aangeleerd:
1. opzoeken van vakeigen bronnen;
2. ontleden van vakeigen bronnen in het licht van de juridische en beleidsmatige argumentatie;
3. een kritisch oordeel vormen over de ontlede vakeigen bronnen;
4. analyseren van problemen naar feit en recht;
5. aanscherpen van het probleemoplossend vermogen;
6. juridisch debatteren;
7. juridisch schrijven.
Dit ondermeer via de volgende activiteiten:
1. In elk geval omvat het werkcollege het schriftelijk beantwoorden van een rechtsvraag.
2. Daarnaast omvat het werkcollege minstens een meerderheid van de volgende activiteiten:
- het redigeren van een wetenschappelijke noot
- het redigeren van een juridische tekst die eigen is aan het betrokken vakgebied anders dan de noot of de rechtsvraag
- het simuleren van een juridische gespreksvorm die aansluit bij het betrokken vakgebied;
- het houden van een sessie in een andere taal dan het Nederlands, begeleid door een persoon die afdoend
onderlegd is in die taal.
- het voeren van een debat over de beleidskeuzes die in het actuele positieve recht van het vakgebied vervat liggen;
- het kritisch en goed voorbereid bezoek aan of contact met een vakeigen instelling.
Studiemateriaal
• Artikels en literatuur
• Voorbeeldmateriaal
• Weblectures
• Toledo
Toelichting werkvorm
Het werkcollege bestaat uit max. 10 sessies waarin dieper wordt ingegaan op onderwerpen uit het basisvak of enkele meer gespecialiseerde onderwerpen. De studenten krijgen op voorhand via Toledo opdrachten voor lectuur en gedeeltelijke schriftelijke voorbereiding, zoals analyse van rechtspraak, lectuur van een artikel uit de rechtsleer, oplossen van een casus, korte argumentatie voor een hervorming, e.d.
Minstens een werkcollege wordt in een andere taal dan het Nederlands gegeven.
Er wordt 1 extern bezoek gepland (bv. Museum nationale bank)
Naast de klassieke didactische leervorm van werkcolleges, kunnen complementaire werkvormen ingezet worden (afgestemd op begeleide zelfstudie).
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Juridisch werkcollege C (werkstudenten) (B-KUL-C21K1a)
Toelichting
De studenten worden beoordeeld op basis van hun participatie tijdens de werkcolleges, de kwaliteit van hun memorandum voor de rechtsvraag en eventuele andere opdrachten.
Toelichting bij herkansen
Er is geen tweede examenkans.