Geschiedenis van het publiekrecht (B-KUL-C01B0A)

6 studiepuntenNederlands52 urenEerste semester
POC Rechten

Leerdoelen en inhoud

Het vak Geschiedenis van het Publiekrecht behandelt de historische ontwikkeling van het Westerse constitutionele model met zijn vierpoot van rechtstaat, grondrechten, democratie en vrije markt vanaf de 16de eeuw. Naast de wording en evolutie in Europa en Noord-Amerika wordt ook aandacht gegeven aan de verspreiding en transformatie van dit model in andere delen van de wereld. Zowel de nationale als internationale rechtsorde komt aan bod. Dit vak biedt context aan het huidige nationale en internationale publiekrecht en geeft dieper inzicht in de groter uitdagingen waar het Westerse model vandaag voor staat.


Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student beschikt over een basiskennis en basisinzicht van het Belgische, het Europese en het internationale recht. Hij is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het publiek- en privaatrecht.

De student
• heeft een grondige kennis van en inzicht in de basisconcepten van het eigen vakdomein
• kan met precisie vakgebonden juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde terminologie en basisbegrippen gebruiken bij vakinhoudelijke discussies en vragen

De student heeft inzicht in de wisselwerking tussen de Belgische, Europese en internationale rechtsorde.

De student
• kan de nationale regels uit het vakdomein situeren in hun Europese en internationale context
• kan de positieve werking van een vakspecifieke regel relativeren doordat hij inzicht heeft in de regels die in andere rechtsstelsel gelden

De student bezit een algemene basisvorming over de mens in de samenleving en heeft een basisinzicht in de historische en actuele socio-economische en politieke factoren die het recht beïnvloeden en de samenleving mee vormgeven. De student kan omgaan met het dynamische karakter van het recht en kan het recht in zijn maatschappelijke en historische context situeren.

De student
• heeft een inzicht in de ontwikkelingen die het vakdomein heeft doorgemaakt in historisch perspectief
• heeft inzicht in de historische, economische en/of maatschappelijke achtergrond van de kernregels uit het eigen vakdomein en kan omgaan met de dynamische ontwikkeling van het recht

De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.

De student
• begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten
• selecteert juridisch relevante feiten uit empirisch feitencomplex
• beargumenteert op logische wijze een juridische redenering

De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten.

De student
• beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands

De student kan eenvoudig zakelijk communiceren in het Nederlands, Frans en/of Engels en kan hierbij de correcte juridische en andere vakdomein-gerelateerde terminologie hanteren.

De student
• begrijpt de basisterminologie van de kernwoorden uit het vakdomein in het Frans en/of Engels

Verwacht wordt dat de studenten voldoende noties hebben van de historische kennis, zoals deze is vastgelegd in de eindtermen "geschiedenis" van het algemeen secundair onderwijs. Dit betekent dat de studenten vertrouwd zijn met de gebruikelijke Westerse periodisering; de scharnierdata kennen evenals de betekenis ervan. Dit chronologisch besef vormt een noodzakelijke voorwaarde opdat de doelstellingen van de cursus zouden kunnen worden gerealiseerd. Deze voorkennis beantwoordt aan de inhoud van de  diverse handboeken geschiedenis van het algemeen secundair onderwijs.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C04X7A : Geschiedenis van het publiekrecht (werkstudenten)
C01X0A : Geschiedenis van het publiekrecht

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Geschiedenis van het publiekrecht (B-KUL-C01B0a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College52 urenEerste semester
POC Rechten

Het vak Geschiedenis van het Publiekrecht behandelt de historische ontwikkeling van het Westerse constitutionele model met zijn vierpoot van rechtstaat, grondrechten, democratie en vrije markt vanaf de 16de eeuw. Naast de wording en evolutie in Europa en Noord-Amerika wordt ook aandacht gegeven aan de verspreiding en transformatie van dit model in andere delen van de wereld. Zowel de nationale als internationale rechtsorde komt aan bod. Dit vak biedt context aan het huidige nationale en internationale publiekrecht en geeft dieper inzicht in de groter uitdagingen waar het Westerse model vandaag voor staat.


Kalender (13 weken/4 s.u./ca. 52 uren)

De cursus bestaat uit twaalf hoofdstukken; bij acht van de twaalf hoofdstukken is een sectie met historische bronnen toegevoegd. Elke week wordt één hoofdstuk (met inbegrip van de eventuele bronnensectie) behandeld. De dertiende week is voorzien voor herhaling/inhaling.

Na een inleidend hoofdstuk (week 1) vallen de elf hoofstukken uiteen in drie, chronologisch geordende delen: het ancien regime (16de eeuw tot 1775), de periode van natiestaten en wereldrijken (1775-1920) en de periode van de Pax Americana (1920 tot heden). Binnen elke periode wordt een aantal cruciale voorbeelden van constitutionele veranderingen op het niveau van de nationale en internationale rechtsordes behandeld. Daarbij wordt telkens de lens gericht op een bepaald land dat vooropliep of zeer representatief was voor deze veranderingen. Zo verschuift, door het semester heen, de aandacht van Spanje naar Frankrijk,  Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, België, Congo, de Sovjet-Unie, Duitsland en terug naar de Verenigde Staten. De bronnensecties betreffen een specifiek thema, vaak maar niet uitsluitend van internationaal recht, dat aansluit bij de problematiek die in het desbetreffende hoofdstuk aan bod kwam.

Boek: Randall Lesaffer, De rechtstaat. Een geschiedenis van het Westen (Gent: Owl Press 2024), ISBN 9789464759259.

Van de studenten wordt verwacht dat ze op voorhand het hoofdstuk (en de bronnensectie) die wordt behandeld hebben gelezen (zie handleiding op Toledo). Studenten worden aangemoedigd om vragen te stellen of te beantwoorden tijdens de colleges. Het gebruik van laptops, tablets of andere electronica is niet toegelaten in de collegezalen. Er worden vier monitoraatssessies voorzien waarbij de kernleerstukken worden herhaald en wordt geoefend met het type inzichtsvragen in voorbereiding op het eindexamen. Er is een proefexamen dat halverwege het semester wordt georganiseerd en de eerste helft van de cursus beslaat. Deelname is niet verplicht maar is sterk aanbevolen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van het publiekrecht (B-KUL-C21B0a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen


Proefexamen

Voor dit opleidingsonderdeel wordt in de loop van het semester (exacte tijdstip wordt gecommuniceerd per e-mail en/of via Toledo) een tussentijdse toets (proefexamen) georganiseerd. 

Examen

Het examen is een schriftelijk gesloten boek examen en omvat inzichtsvragen, alsook begrips- en kennisvragen. De vragen nodigen ertoe uit om verbanden te leggen tussen verschillende onderdelen van de leerstof en deze kritisch te benaderen. Na de eerste lessen komt er op Toledo een document met (a) een algemeen overzicht van hoe het schriftelijk examen gestructureerd zal zijn, (b) voorbeelden van examenvragen.