Rechten van de mens, werkcollege (B-KUL-C00J6A)

3 studiepuntenNederlands20 urenTweede semester
POC Rechten

Leerdoelen

Het werkcollege heeft tot doel juridische vaardigheden bij te brengen die de student in de praktijk zal nodig hebben, via de discipline “Rechten van de Mens”. Dat kan gebeuren aan de hand van kritische ontleding van rechtspraak, de analyse van wetenschappelijke literatuur, het in groepsverband opstellen van een conclusie en het voeren van een pleidooi tijdens een pleitoefening. De nadruk wordt gelegd op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.


Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

Kennis en inzicht

De student bezit gespecialiseerde, ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende kennis van een aantal van de in onze instelling gedefinieerde samenhangende basisrechtsdomeinen (met name privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, Internationaal en Europees recht) en toont een diepgaand inzicht in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsdomeinen, dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.

In het bijzonder moet de student een grondige geïntegreerde kennis tonen van Belgische, Europese en internationale rechtsdomeinen en blijk geven van een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen van het recht.

De student

  • kan de juridische aspecten van de aangebrachte maatschappelijke problemen identificeren
  • kan een juridisch probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
  • kan een casus vanuit meerdere standpunten analyseren
  • kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen
  • kan de huidige stand van het recht met betrekking tot een juridische kwestie, zowel bondig als diepgaand, accuraat beschrijven
  • kan kritisch positie innemen ten aanzien van maatschappelijke en/of juridische vernieuwing en zich positioneren ten aanzien van creatieve en innovatieve redeneringen of oplossingen in het recht
  • kan de wisselwerking tussen verschillende samenhangende basisrechtsdomeinen duiden en operationaliseren
  • kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid en interdisciplinariteit van het recht

 

Recht, mens en maatschappij

De student geeft blijk van een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.

De student

  • kan de wisselwerking tussen recht, mens en maatschappij en de daarmee verband houdende normen en waarden identificeren en mee in rekening brengen in een juridisch debat
  • kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context

 

Methodologie

De student hanteert een systematische methode in de benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen. De student is een ervaren gebruiker van de vakspecifieke bronnen.

De student

  • kan op omvattende, doelgerichte en kritische wijze informatie verzamelen en verwerken uit (digitale) juridische bibliotheken en databanken
  • kan op correcte wijze verwijzen naar juridische bronnen
  • kan op analytische en synthetische wijze complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken verklaren, evalueren en oplossen
  • kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
  • kan creatieve of nieuwe juridische verklaringen of oplossingen aanreiken
  • kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem
  • kan juridische kennis, inzicht en vaardigheden omzetten in voor de juridische beroepsbeoefening relevante output

 

Schriftelijke en mondelinge vaardigheden

De student kan heldere teksten opstellen en uiteenzettingen brengen.

De student

  • beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands
  • kan op gestructureerde wijze een juridisch-wetenschappelijke tekst opstellen over een complexe juridische materie
  • kan een uitgebreid geschreven werkstuk op bevattelijke wijze voorstellen voor vakgenoten, desgevallend gebruikmakend van moderne audiovisuele middelen
  • kan schriftelijk communiceren met vakgenoten aan de hand van diverse teksttypes
  • kan een complex juridisch werkstuk mondeling toelichten en verdedigen
  • kan in teamverband werken

 

Juridische praktijk

De student verwerft inzicht in de vakspecifieke juridische praktijk.

De student

  • kan de concrete dagelijkse werking van een vakspecifieke instelling bespreken en er kritisch over reflecteren
  • kan de theoretische inzichten uit de aangebrachte thema’s verbinden met gevolgen voor en tendensen in de juridische praktijk

Om dit opleidingsonderdeel efficiënt aan te vatten, wordt verwacht dat de student de kennis, vaardigheden en attitudes, aangeleerd in de rechtsvakken van de bacheloropleiding, inz. Inleiding tot de rechtswetenschap, Publiekrecht I. Staats- en administratief recht, Publiekrecht II. Internationaal en Europees recht, Français juridique en Legal English (of equivalente opleidingsonderdelen uit een andere instelling) actief kan inzetten.

Vermits kan worden ingespeeld op de politieke actualiteit, is een belangstelling hiervoor aanbevelenswaardig.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Rechten van de mens, werkcollege (B-KUL-C00J6a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum20 urenTweede semester
POC Rechten

In het werkcollege kunnen onder andere de volgende thema’s aan bod komen:

  • Het systeem van mensenrechtenbescherming volgens het EVRM
  • Internationale rechten van de mens in de nationale rechtsorde
  • Terechtzitting en procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
  • Recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Economische, Sociale en Culturele Rechten

Afhankelijk van de politieke en juridische actualiteit kan de concrete invulling van het werkcollege nog wijzigen.

 

Het studiemateriaal is beschikbaar bij de cursusdienst. Nadere informatie en praktische afspraken worden gecommuniceerd via Toledo. 

Van de student wordt verwacht dat hij informatie kan terugvinden in de relevante (digitale) juridische bibliotheken en databanken.

 

 

 

Tijdens de eerste les en op Toledo wordt nadere toelichting gegeven bij de gebruikte werkvorm, in het bijzonder voor wat betreft de schriftelijke opdracht en de pleitoefening.

In beginsel vinden er 7 reguliere groepssessies plaats, die georganiseerd worden in kleine groepen. De reguliere sessies worden hoofdzakelijk gegeven aan de hand van rechtspraak met betrekking tot het mensenrechtenrecht.

Daarnaast zijn 2 groepssessies gewijd aan de pleitoefening, waaraan een schriftelijke voorbereiding (in de vorm van een conclusie) gekoppeld is.

De laatste sessie omvat de feedback op de schriftelijke opdracht. 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Rechten van de mens, werkcollege (B-KUL-C20J6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten


De student wordt voor het werkcollege Rechten van de Mens als volgt geëvalueerd:

Permanente evaluatie

De student wordt in de eerste plaats beoordeeld op de voorbereiding van en medewerking tijdens de reguliere sessies van het werkcollege (50% van het puntenaantal). Het betreft een globale beoordeling over de verschillende sessies van het werkcollege heen, waarbij de kwaliteit veeleer dan de loutere kwantiteit van de voorbereiding en de tussenkomsten centraal staat.

Voor de 2 sessies die gewijd zijn aan de pleitoefening wordt de student beoordeeld op zijn mondeling pleidooi (25% van het puntenaantal). 

Aanwezigheid is bij elk van de sessies verplicht. Een eventuele afwezigheid, alsook de reden hiervoor, moet zo snel mogelijk aan de begeleidende assistent worden meegedeeld. Elke ongewettigde afwezigheid heeft een negatieve invloed op de quotering voor permanente evaluatie.

Schriftelijke opdracht

De conclusie die opgesteld moet worden ter voorbereiding van de pleitoefening wordt beoordeeld en telt mee voor 25% van het puntenaantal.

De conclusies worden in groep geschreven, en alle leden van de groep krijgen één en hetzelfde punt.

Behoudens overmacht leidt het laattijdig of niet indienen van de conclusie tot een nulquotering voor dit subonderdeel

Aanwezigheid

Drie ongewettigde afwezigheden voor de hier opgesomde leeractiviteiten hebben automatisch een nulquotering tot gevolg voor het gehele werkcollege.

Er is geen tweede examenkans.