Fundamentele wijsbegeerte (B-KUL-C00B0A)
Doelstellingen
Leerdoelen
Het opleidingsonderdeel Fundamentele Wijsbegeerte vervult een algemeen-vormende propaedeutische functie. De cursus is erop gericht het oordeels- en reflectievermogen van de studenten te vormen en te ontwikkelen, door hen te laten kennismaken met de specifiek wijsgerige denkmethodiek. Dit gebeurt door de studenten te confronteren met een aantal fundamentele vragen betreffende mens en wereld, en met mogelijke antwoorden die in de loop van de geschiedenis zijn geformuleerd. In het bijzonder wil deze cursus de studenten begeleiden in het ontwikkelen van hun zin voor kritische reflectie, voor het abstraheren en het zo zuiver mogelijk conceptualiseren. Deze vaardigheden vormen de basis voor het verder te ontwikkelen praktische redeneer- en argumentatieve vermogen van de aankomende jurist. Op deze manier wil het vak de basis leggen voor verdere uitdieping van de wijsgerige problematiek in meer gespecialiseerde wijsgerig en/of juridisch georiënteerde vakken.
Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:
De student beschikt over een basiskennis en basisinzicht van het Belgische, het Europese en het internationale recht. Hij is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het publiek- en privaatrecht.
De student
• heeft een grondige kennis van en inzicht in de basisconcepten van het eigen vakdomein
De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.
De student
• begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten
• ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde oplossingen
• kan juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde casussen plaatsen binnen een historische, socio-economische en politieke context
De student kan zelfstandig rapporteren over een beknopt rechtswetenschappelijk onderzoek en past hierbij op correcte wijze de noodzakelijke juridisch-wetenschappelijke onderzoeks-methoden toe en kan het gekozen onderzoeksdesign beargumenteren. Hij verwijst steeds correct naar geraadpleegde juridische en rechtswetenschappelijke informatie. Hij is zich steeds bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke en een juridisch-positiegebonden benadering.
De student
• kan een kritisch onderzoekende houding aannemen dankzij zijn analytisch en synthetisch vermogen
De student kan eenvoudig zakelijk communiceren in het Nederlands, Frans en/of Engels en kan hierbij de correcte juridische en andere vakdomein-gerelateerde terminologie hanteren.
De student
• verwoordt juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde begrippen en ideeën op een correcte en gestructureerde manier
Begintermen
Er wordt een minimale vertrouwdheid verondersteld met de grote lijnen van de cultuurgeschiedenis (kennen), de student moet in staat zijn om een probleem in zijn algemeenheid te vatten (kunnen) en hij/zij moet openstaan voor reflexieve vragen die het vertrouwde en vanzelfsprekende in vraag stellen (attitude).
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C00X0A : Fundamentele wijsbegeerte
HBR12A : Filosofie
C05X1A : Fundamentele wijsbegeerte (werkstudenten)
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Fundamentele wijsbegeerte (B-KUL-C00B0a)
Inhoud
Het centrale thema van de cursus is een exploratie van de verwevenheid van "denken" en "zijn": de verbondenheid van kennis- en werkelijkheidsopvattingen. De verhouding tussen beide wordt aangesneden vanuit de analyse van de filosofische verwondering, waarin de vertrouwdheid van het alledaagse wordt doorbroken en het denken wordt uitgedaagd om de ervaring van contingentie en destabilisering te integreren. Deze thematiek is voldoende breed om zowel metafysische als antropologische en epistemologische thema’s aan te snijden. Meer in het bijzonder zal worden gereflecteerd over het menselijke kenvermogen, de relatie tussen het kennend subject en de realiteit (epistemologische en metafysische thema's), de menselijke socialiteit en de zoektocht naar identiteit (antropologische thema's), op een fundamenteel-wijsgerig niveau. De thematiek wordt ook historisch geduid, waarbij de moderne subject-wording als sleutel fungeert om een onderscheid te maken tussen drie grote periodes: Oudheid/Middeleeuwen, Moderne Tijd en Hedendaagse Tijd. Zonder afbreuk te doen aan de algemeen vormende waarde, wordt de vakinhoud zo goed mogelijk afgestemd op de interessesfeer van de jurist.
De cursus bestaat uit 7 delen. Het eerste deel behandelt de voornaamste denkers uit de oudheid, onder anderen Socrates, Plato en Aristoteles, terwijl het tweede deel ingaat op de middeleeuwse filosofie (Augustinus en Thomas van Aquino). In het derde deel, gewijd aan de moderniteit, wordt ingegaan op het rationalisme (Descartes), empirisme (Locke en Hume), en het kritisch idealisme (Kant). Het vierde deel behandelt het einde van de moderniteit en de hedendaagse wijsbegeerte, met de kritiek van Nietzsche en de existentiële fenomenologie (Heidegger), de analytische wijsbegeerte en de taalfilosofie (Wittgenstein en Derrida). De delen 5, 6 en 7, gepresenteerd als capita selecta, gaan respectievelijk in op wetenschapsfilosofische, antropologische en hermeneutische verklaringsmodellen.
Studiemateriaal
G. Van Riel (m.m.v. G. Claessens), Wijsbegeerte. Een historische inleiding, derde druk (Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2015).
Het boek is verkrijgbaar bij de uitgever (Minderbroedersstraat 4) of bij de boekhandels Acco en Peeters. Alle andere informatie (lesschema's, te lezen teksten, voorbeeldvragen) is te vinden op Toledo
Toelichting werkvorm
Interactief hoorcollege, voorbereiding door de studenten is aanbevolen.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Fundamentele wijsbegeerte (B-KUL-C20B0a)
Toelichting
Schriftelijk examen met open vragen. Een deel peilt naar de kennis van filosofische basisbegrippen, en een tweede deel peilt naar het niveau van het door de student verworven inzicht in het cursusmateriaal.