Kerkelijk zakenrecht (B-KUL-B0C47A)
Doelstellingen
De student is in staat om de canones van boek V, cc. 1254-1310, van het wetboek te analyseren, te interpreteren en te implementeren. De student beseft de relatie van het kerkelijk zakenrecht met het plaatselijke, nationale recht en begrijpt de functie van het subsidiariteitsbeginsel.
Begintermen
Grondbegrippen van het kerkelijk recht
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
B0B38B : Temporal Goods (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in het kerkelijk recht (Iuris Canonici Licentiatus) (Leuven) 120 sp.
- Postgraduaat advisor in het parochierecht en kerkelijk bestuur (Leuven) 20 sp.
- Postgraduaat consultor in het kerkelijk huwelijks- en procesrecht (Leuven) (Consultor kerkelijk huwelijks- en procesrecht) 60 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Kerkelijk zakenrecht (B-KUL-B0C47a)
Inhoud
De geschiedenis van de wetgeving rond ‘tijdelijke’ goederen wordt besproken met name in de codices van 1917 en 1983. De verandering van de visie op tijdelijke goederen die door het Tweede Vaticaanse concilie is ontwikkeld, wordt besproken. Bovendien wordt aan de orde gesteld hoe het beheer van de tijdelijke goederen van de katholieke kerk in afzonderlijke landen gestalte krijgt.
Studiemateriaal
Het studiemateriaal wordt aan het begin van het academiejaar meegedeeld.