Kerkelijk strafrecht (B-KUL-B0C46A)

4 studiepuntenNederlands26 urenEerste semesterUitgesloten voor examencontract
Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar niet ingericht, maar wel volgend jaar. Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar niet ingericht, maar wel volgend jaar.
POC Kerkelijk recht

Dit opleidingsonderdeel wil de studenten vertrouwd maken met het kerkelijke strafrecht, zoals opgenomen in cann. 1311-1399 van het Kerkelijk Wetboek en in diverse bijzondere wetten. Dit kerkelijke strafrecht wordt vanuit diverse perspectieven benaderd. Zo zal worden ingegaan op de theologische grondslagen van het kerkelijk strafrecht, op de historische ontwikkeling, op de basisbeginselen, op de diverse soorten straffen en hun toepassing en kwijtschelding, evenals op de bijzondere misdrijven. Specifieke aandacht wordt besteed aan de omgang met seksuele delicten. Ook de verhouding met het wereldlijke strafrecht komt, waar nuttig, aan bod.

Dit opleidingsonderdeel draagt dan ook bij tot de volgende leerdoelstellingen:

  • Studenten zijn vertrouwd met het recht van de rooms-katholieke Kerk en het recht van de andere christelijke kerken. Ze zijn in staat om kerkjuridische normen te interpreteren en toe te passen in een concrete situatie. Daarnaast kunnen ze, uitgaande van een concrete situatie, de kerkjuridische normen identificeren die op deze situatie van toepassing zijn.
  • Studenten verwerven basiskennis inzake (…) de geschiedenis van het kerkelijk recht, als referentiekader binnen dewelke de bronnen van het kerkelijk recht worden geïnterpreteerd.
  • Studenten zijn zelfstandig in staat om zich studie-inhouden eigen te maken en deze toe te passen op concrete vragen of problemen.
  • Studenten verwerven een technische expertise die bestaat in het verwerven van de vaardigheid tot het begrijpen en interpreteren van de Codex van het kerkelijk recht.
     

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
B0B15C : Penal Law of the Church

Onderwijsleeractiviteiten

4 sp. Kerkelijk strafrecht (B-KUL-B0C46a)

4 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenEerste semester
POC Kerkelijk recht

Dit vak bestaat uit dertien colleges, waarin de volgende thema's behandeld worden: 

1. Het aangeboren en eigen recht van de Kerk om te straffen (can. 1311 CIC): een theologisch-historische verkenning van de legitimatie en de doelstellingen van het kerkelijk strafrecht
2. Het legaliteitsbeginsel en andere algemene rechtsbeginselen in het kerkelijke strafrecht.
3. Strafsancties, strafmaatregelen en boetedoeningen in de Kerk
4. Strafwetgeving in de Kerk (in de materiële zin)
5. Straftoemeting: basisbeginselen van strafprocesrecht + beoordeling van strafrechtelijke schuld 
6. Straftoemeting: verzachtende en verzwarende omstandigheden, strafrechtelijke poging, mededaderschap en medeplichtigheid
7. Verjaring en kwijtschelding van straf
8. De bijzondere misdrijven: een inleidend overzicht
9. Misdrijven tegen het geloof en de eenheid van de Kerk + Misdrijven tegen het kerkelijke gezag en de uitoefening van het kerkelijke ambt
10. Misdrijven tegen de sacramenten, tegen de goede naam en tegen bijzondere verplichtingen
11. Misdrijven tegen leven, waardigheid en vrijheid van de mens, met bijzondere focus op de misdrijven tegen het zesde gebod van de Decaloog
12. Seksueel misbruik in de Kerk: nationale rapporten, met een focus op de Belgische situatie
13. Oefening + Concluderende bemerkingen

De strafrechtelijke procedure wordt niet uitgebreid behandeld. Deze komt aan bod in het OPO ‘Kerkelijk procesrecht’.

Tijdens de colleges kan licht van dit schema afgeweken worden.
 

Het studiemateriaal voor dit OPO bestaat uit powerpointpresentaties (aangevuld met notities tijdens de colleges) en wetenschappelijke bijdragen (in het Nederlands, het Engels en het Frans) die via Toledo ter beschikking worden gesteld.

Het OPO wordt gedoceerd via hoorcolleges. Studenten worden aangemoedigd tot een actieve participatie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Kerkelijk strafrecht (B-KUL-B2C46a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex


Het examen voor het vak ‘Kerkelijk strafrecht’ is schriftelijk en gesloten boek. Studenten mogen wel vastbladige kerkelijke wetgevende documenten gebruiken, in zoverre zij niet geannoteerd zijn dan in overeenstemming met de facultaire richtlijnen. Het examen duurt twee uur.

Het examen bestaat uit open vragen. Deze vragen peilen zowel naar theoretisch en historisch inzicht als naar de bekwaamheid om de leerstof op concrete casussen toe te passen.