Inhoud

De invalshoek is niet het interne recht van de kerken. Eerder wordt uitgegaan van het omgekeerde perspectief met name: hoe gaat het recht om met materies die tot de religieuze sfeer behoren? Aldus dient men te vertrekken van een grondige analyse van het concept godsdienstvrijheid. Wat is haar exacte inhoud? Waar situeren zich haar grenzen? Bestaan er regionale accentverschillen en zijn die geoorloofd?

Vervolgens wordt gekeken naar de 'bovenbouw' met name de verhoudingen russen recht en religie. België, zijn grondwet en zijn gehele normenapparaat komen aan bod. Vervolgens verbreedt het spectrum tot Europa, waarna een vergelijking met de Verenigde staten wordt gemaakt.

Tot slot gaat veel aandacht uit naar hete hangijzers, waaronder de rechtspositie van de islam, de nieuwe religieuze bewegingen, de veiligheid, de interreligieuze dialoog, Europa, de financiering van religie. Via concrete vraagstukken wordt nagedacht over toekomstige juridische structuren met betrekking tot de verhouding tussen recht en religie.

Studiemateriaal

Het lesmateriaal bestaat uit een syllabus en powerpointpresentaties ter ondersteuning van de syllabus. Daarnaast maken casussen en wetgeving ook deel uit van de inhoud. Tijdens het examen mogen alleen de wetgeving en casussen worden gebruikt.