Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A09C5A)

3 studiepuntenNederlands13 urenEerste semester
POC Rechten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

1. Te verduidelijken welke rol levensbeschouwing en religies, in het bijzonder de christelijke geloofstraditie, spelen in cultuur en samenleving.

2. Te analyseren welke mens- en wereldbeelden aanwezig zijn in fenomenen in samenleving en cultuur, zoals bijvoorbeeld media, gezondheidszorg, economie, techniek, onderwijs, … en hierover kritisch te kunnen reflecteren.

3. De eigenheid van levensbeschouwing(en) en religie(s), in het bijzonder van de christelijke geloofstraditie aan te tonen en uit te leggen aan de hand van concrete voorbeelden.

4. Algemene theoretische visies uit theologie en religiewetenschappen toe te passen op actuele maatschappelijke thema’s.

5. De religieuze en levensbeschouwelijke thema’s verbonden met het eigen vakgebied leren onder ogen te zien en er kritisch mee om te gaan.

6. Een persoonlijke en onderbouwde visie omtrent levensbeschouwelijke vragen en fenomenen te ontwikkelen en te verwoorden, in dialoog met het christelijke geloof.

7. In verband met aspecten van het eigen leven de waarde van religie, zingeving en geloofshoudingen te benoemen (‘levensbeschouwelijke bedachtzaamheid’).

8. Te verduidelijken hoe inzicht in levensbeschouwelijke vragen en visies kan bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele identiteit als dienst aan de samenleving, met een bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren (zie: https://www.kuleuven.be/onderwijs/visie-en-beleid/bestanden/beleidsplan & http://www.kuleuven.be/overons/opdrachtverklaring).

Algemene kennis van de hoofdlijnen van de westerse filosofie, cultuur en geschiedenis wordt als beginterm bij deze cursus voorondersteld.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A09C5a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College13 urenEerste semester
POC Rechten

Deze cursus schetst een aantal religieuze en levensbeschouwelijke trekken van de hedendaagse cultuur en biedt de student handreikingen voor het vormen van een persoonlijk en kritisch levensbeschouwelijk oordeel in een (post)seculiere samenleving toegespitst op de  opleiding en het toekomstige werkveld.

In een eerste beweging wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen drie verschillende menselijke interessevelden: de cognitieve interesse (het verlangen naar kennis), de manipulatieve interesse (het verlangen om zaken te beïnvloeden) en de zingevende interesse (het verlangen naar betekenis).

Vanuit dit onderscheid wordt de student in een tweede beweging vertrouwd gemaakt met religieuze en niet-religieuze vormen en structuren van betekenisverlening. Ook de rol van processen van betekenisverlening bij het vormen van een persoonlijk ethisch en levensbeschouwelijk oordeel wordt inzichtelijk gemaakt.

Het ontwikkelde model van zingeving en oordeelsvorming wordt in een derde beweging concreet uitgewerkt aan de hand van aantal belangrijke levensbeschouwelijke thema’s. Mogelijke thema’s zijn: kwaad, woede en herstel; ziekte, lijden en dood; erkenning, vriendschap en geluk; vrijheid, schuld en verantwoordelijkheid; traditie en emancipatie;  geloof en wetenschap.

Bij het uitwerken van deze thema’s wordt aandacht geschonken aan de levensbeschouwelijke dimensie van hedendaagse maatschappelijke problematieken (zoals de coronacrisis of de antiracismebeweging) en van problematieken die nauw samenhangen met de opleiding. 

Het studiemateriaal bestaat uit cursusteksten en geselecteerde literatuur die samen met de slides gebruikt in de lessen via Toledo beschikbaar worden gesteld.

Naast de hoorcolleges en het discussieforum wordt de student geacht zelfstandig via Toledo een online module te doorlopen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A29C5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen


De evaluatie voor dit opleidingsonderdeel is tweeledig. 

Enerzijds wordt door middel van een schriftelijk examen met open en meerkeuzevragen (met bestraffing voor foutieve antwoorden) getoetst in welke mate de leerinhouden gekend zijn en kunnen worden toegepast.  

Anderzijds wordt via deelname aan een interactieve online component (discussieforum of module) getoetst of de student in staat is om kritisch te reflecteren over religieuze en levensbeschouwelijke thema’s. 

Er zijn 2 van de 20 punten te verdienen met de online component. Met het examen zijn 18 van de 20 punten te behalen.

De herkansing bestaat enkel uit het schriftelijk examen. De punten van de permanente evaluatie blijven gelden.