Educatieve master in de godsdienst (verkort programma) (Antwerpen)

Master of Science

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de verkorte educatieve master in de godsdienst.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

 

 

Educatieve master godsdienst

Opleidingsspecifieke leerresultaten voor de component leraarschap binnen de educatieve master

De educatieve master:

OLR1) Beschikt over aantoonbare kennis en wetenschappelijk inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders (m.i.v. onderwijstechnologische expertise) en in de onderbouwing en evolutie ervan. Hij/zij heeft inzicht in de interactie tussen deze drie domeinen en kan deze geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.

OLR2) Kan vanuit de erkenning van diversiteit verschillende vormen van diversiteit herkennen en er adequaat, kritisch en verantwoord mee omgaan in alle aspecten van het educatieve handelen.

OLR3) Zoekt actief naar en analyseert kritisch wetenschappelijk onderzoek binnen de drie eerder genoemde domeinen en kan zelfstandig en op wetenschappelijke wijze onderwijsrelevant onderzoek ontwerpen en uitvoeren. Hij/zij stuurt op basis hiervan autonoom de eigen praktijk bij en neemt initiatief om de resultaten en hun implicaties actief te dissemineren binnen de educatieve context.

OLR4) Kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) m.i.v. het ontwerpen en selecteren van leermaterialen.

OLR5) Kan leer- en onderwijsprocessen planmatig proactief organiseren en begeleiden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) via een efficiënt klasmanagement;
g) m.i.v. het kritisch evalueren en bijsturen van de leer- en onderwijsprocessen, en aanpassen van leermaterialen;
h) m.i.v. het evalueren en terugkoppelen van de leeruitkomsten van de lerenden.

OLR6) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband een positief leer- en leefklimaat op groepsniveau creëren, uitbouwen, wetenschappelijk verantwoorden, kritisch evalueren en bijsturen, met oog voor het emotionele en fysieke welzijn van elke lerende, en gericht op (de voorbereiding van) maatschappelijke participatie.

OLR7) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband processen op organisatieniveau met betrekking tot een positief leer- en leefklimaat onderzoeksgericht analyseren en een leidende rol opnemen in het optimaliseren en opstellen van nieuwe wetenschappelijk onderbouwde processen. Hij/zij is in staat om deze processen, vanuit een multi- en interdisciplinair perspectief, kritisch te evalueren en bij te sturen.

OLR8) Kan helder communiceren met lerenden, schoolteam, ouders/verzorgers en externen. Hij/zij kan de effectiviteit van de communicatie aftoetsen en zo nodig de communicatie bijsturen.

OLR9) Kan een beargumenteerd standpunt innemen over, en actief deelnemen en bijdragen aan het (inter)nationale publieke debat over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen binnen de drie eerder genoemde domeinen.

OLR10) Kan initiatief en verantwoordelijkheid nemen om innovaties uit het brede onderzoeks- en onderwijsveld zelfstandig en in samenwerkingsverband actief te zoeken, te ontwikkelen op basis van wetenschappelijk onderzoek en uit te voeren op groeps- en organisatieniveau.

OLR11) Kan zich autonoom en proactief documenteren over juridische en administratieve aspecten van het leraarschap en kan hieruit zowel zijn/haar eigen rechtspositie en deontologie, als die van de lerenden, afleiden en duiden.


Domeinvakdidactische leerresultaten

OLR12) De student/leerkracht beschikt over kennis, inzicht en een geijkte terminologie omtrent het hedendaags godsdienstonderwijs. De student kan inzichten over godsdienstonderwijs in dialoog brengen met de theologische en godsdienstwetenschappelijke domeinkennis en met de praktijk. De student kan een verantwoorde, theoretisch goed onderbouwde en praktijkgerichte visie op het vak godsdienst verwoorden. = als inhoudelijk expert

OLR13) De student/leerkracht beschikt over de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatieve en interreligieuze godsdienstpedagogiek, in concrete situaties vorm te geven aan het vak godsdienst binnen het curriculum van de school en aan de (katholieke/levensbeschouwelijke) identiteit van de school. = als lid van een schoolteam, als lid van de onderwijsgemeenschap
  
OLR14) Door zich te bekwamen in de inhoud, de methodiek en de geest van de leerplannen godsdienst en de toepassing ervan in de klaspraktijk, ontwikkelt de student/leerkracht inzicht en vaardigheden in het specifieke leerproces van het vak godsdienst op de secundaire school. Deze bekwaamheid toont zich in het bijzonder in de vorm van implementatieonderzoek waarbij de student/leerkracht een onderwerp uit het vakdomein volgens de hermeneutisch-communicatieve methode weet om te zetten in een consistent en in de praktijk afgetoetst didactisch instrumentarium. = als begeleider van het leer- en ontwikkelingsproces

OLR15) De student/leerkracht laat zich bij het geven van het vak helpen door de ontwikkelingspsychologische, pedagogische en theologische vooronderstellingen die in het vak godsdienst een rol spelen. Dit geeft hem/haar inzicht in de verhouding van leerlingbegeleiding tot het vak godsdienst enerzijds en de schoolpastoraal anderzijds. Daarbij staan aandacht voor de pluraliteit aan levensbeschouwingen, de individuele identiteitsontwikkeling van de leerling, de inhoud van de religieuze traditie en de aandacht voor de volledige mens, met inbegrip van de levensbeschouwelijke en spirituele dimensie, voorop. = als opvoeder, als lid van het schoolteam

OLR16) De student/leerkracht kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op het levensbeschouwelijke domein met een persoonlijk godsdienstdidactisch interpretatiekader dat voortdurend in beweging is. Dankzij dit kader gaat de student/leerkracht kritisch om met informatie, ontwikkelingen en dialoog rond het levensbeschouwelijke. = als cultuurparticipant, als onderzoeker

OLR17) De student/leerkracht weet de levensbeschouwelijke identiteit en diversiteit van een school aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en kan de resultaten van dit onderzoek gebruiken om zijn/haar functie als godsdienstleerkracht in een schoolgemeenschap te vertegenwoordigen in de omgang met de leerlingen, het schoolteam, de scholengemeenschap en de samenleving. = als innovator, als onderzoeker, als lid van een schoolteam, als lid van de onderwijsgemeenschap, als cultuurparticipant

OLR18) Door inzicht in en het inspelen op de aanwezige levensbeschouwelijke diversiteit en de sociaal-emotionele context die dit met zich meebrengt, weet de student/ leerkracht een positief leefklimaat te scheppen die de emancipatie van de leerlingen bevordert, op persoonlijk en maatschappelijk vlak. = als opvoeder

OLR19) De student/leerkracht kan ICT als instrument en medium van godsdienstdidactisch handelen benutten, onder andere door actief deel te nemen aan de elektronische omgeving van Thomas (www.godsdienstonderwijs.be) voor leerkrachten godsdienst in Vlaanderen. = als begeleider van het leer- en ontwikkelingsproces

OLR20) De student/leerkracht heeft kennis van en werkt mee aan het opvoedingsproject van de school. = als opvoeder, als lid van het schoolteam

OLR21) De student/leerkracht legt contacten, communiceert en werkt samen met ouders en externe instanties (in het bijzonder de mandaatverleners) op een manier en rekening houdend met factoren die eigen zijn aan zijn/haar vak: met openheid, respect, zin in dialoog, met oog voor diversiteit van sociale, culturele of religieuze aard, met aandacht voor het specifiek levensbeschouwelijk en confessioneel gebonden perspectief en de daaraan verbonden deontologie en rechtspositie van de godsdienstleerkracht. = als partner van externen, ouders, verzorgenden


Vakspecifieke leerresultaten theologie- en religiewetenschappen

De student:

OLR22) Verwerft kennis van de inhouden en methoden van de theologie- en religiestudie.

OLR23) Is in staat om religieuze vraagstukken (bronnen van de godsdienst, ethische kwesties, enz.) te onderkennen, in het bijzonder in relatie tot de onderwijscontext.

OLR24) Is in staat om wetenschappelijke en andere literatuur inzake theologie en religiewetenschappen kritisch te lezen en te benutten en de vertaalslag te maken naar de onderwijscontext.

OLR25) Is in staat om de studie-inhoud zelfstandig te verwerken.

OLR26) Is in staat om op een zelfstandige wijze theologische en religiewetenschappelijke problemen, concepten en inzichten uit te leggen in het kader van onderwijs met een gevoeligheid voor de maatschappelijke en globale context waarin deze problemen, concepten en inzichten zich situeren.

OLR27) Verwerft inzicht in attitudes, methodes en kennis die nodig zijn om een theologisch of religiewetenschappelijk onderzoek op een wetenschappelijk correcte manier te schrijven en kan zo’n onderzoek onder begeleiding zelf verrichten en hierover zelfstandig rapporteren.

OLR28) Is bekwaam om de theoretische inzichten te hanteren in concrete praktijken en om praktijken en ervaringen theoretisch te kaderen en/of als aanzet tot vernieuwde of verdiepte theorievorming te erkennen.


Vormingsdoelen:

VD1) Studenten staan open voor deelname aan discussies en het beargumenteren van eigen ideeën.

VD2) De afgestudeerde masterstudenten tonen bereidheid het handelen af te stemmen op de opgebouwde kennis en inzichten.

VD3) Studenten hebben aandacht voor de ondersteuning van anderen in hun spiritualiteit en levensbeschouwing.

VD4) Studenten zijn zich bewust van hun eigen levensbeschouwing en spiritualiteit.

VD5) Studenten zijn bereid om continu bij te leren en tonen tijdens hun studie interesse voor de navorming die de Faculteit organiseert.

VD6) Studenten ontwikkelen een onderzoeksgerichte attitude door continu, autonoom, genuanceerd en kritisch te reflecteren op en te oordelen over de relatie tussen maatschappelijke, theologische en religiewetenschappelijke thema’s.

VD7) Studenten staan open voor opdrachten die gericht zijn op een concrete bijdrage aan relevante maatschappelijke of religieuze problemen (bijdrage aan websites als Thomas/Elisabeth/Vaticanum II, blogs, ….).

VD8) Studenten hebben aandacht voor de integratie van de gehele persoon in het vormings- en leerproces aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, bijvoorbeeld door deelname aan evenementen als Faculty Stars, liturgie en rituelen, toneel, muziek, sport, excursies of door het opnemen van stage-opleidingsonderdelen, het volgen van geestelijke begeleiding, het werken aan de eigen persoonlijkheid en interpersoonlijke vaardigheden ….

VD9) Studenten zijn alert voor thema’s als solidariteit en rechtvaardigheid, met aandacht voor de meest kwetsbaren, en dit zowel binnen de lessen als daarbuiten (inzet voor medestudenten; deelname aan solidariteitsacties of sociaal activisme rond thema’s als diversiteit, duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid, vrede, fair trade, …).

Vormingsdoelen voor het luik leraarschap

De educatieve master:

VD1) Beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en binnen het algemene pedagogisch-onderwijskundige domein, met aandacht voor creativiteit en duurzaamheid. Hij/zij is daarbij in staat om te reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsvisie en –praktijk en deze kritisch te bevragen en bij te sturen.

VD2) Erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit (onder meer binnen grootstedelijke contexten), ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan, en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.

VD3) Ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van continue professionele ontwikkeling voor de vakdiscipline, vakdidactiek en het algemeen pedagogisch-onderwijskundig domein inzake zijn/haar educatieve handelen, en toont daarbij bereidheid en enthousiasme om te innoveren.

VD4) Interesseert zich voor actualiteit en voor onderwijs in het algemeen, en is gepassioneerd en geëngageerd voor het vakgebied en het educatieve handelen.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_MA_Educatieve master godsdienst.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?