Master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (programma voor studenten gestart vóór 2019-2020) (Leuven)

CQ Master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (programma voor studenten gestart vóór 2019-2020) (Leuven)

Je verdiept en verbreedt je wetenschappelijke kennis, ontwikkelt professionele competenties en werkt actief mee aan wetenschappelijk onderzoek. Op basis van het professionele werkveld dat jou het beste ligt, kies je voor één bepaalde afstudeerrichting. Je masterproef sluit hierbij aan. Je professoren hebben in elk van deze toepassingsgebieden een stevige internationale faam verworven en zijn experts binnen hun onderzoeksdiscipline, met voeling met het werkveld én goede internationale contacten.

Opleiding

Wat houdt de opleiding master in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen in?

Opbouw

De masteropleiding verruimt je wetenschappelijke inzichten in de diverse domeinen van de bewegingswetenschappen. De bedoeling is niet alleen kennis op te bouwen en professionele competenties te ontwikkelen maar ook zelf actief mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek.

Op basis van het professionele werkveld dat jou het beste ligt, kies je voor één bepaalde afstudeerrichting. Je masterproef sluit hierbij aan.

  • Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid
    Deze afstudeerrichting bereidt je voor op je rol als promotor van een actieve levenswijze. Als bewegingsconsulent, gezondheiscoach of personal trainer kom je terecht in fitnesscentra, welnesscentra of andere gezondheidsinstellingen. Naast het masterdiploma verwerf je een erkenning als fitnessdeskundige binnen de Vlaamse Trainersschool (VTS). 

 

  • Sportbeleid en sportmanagement
    Er gaat aandacht naar sport als economische activiteit, naar sportbeleid en naar het beheer van sportaccommodaties. Daarnaast komen de organisatie en promotie van breedtesport en topsport - zowel in de private als in de publieke sector - aan bod. Afgestudeerden komen o.a. terecht in overheidsdiensten voor lichamelijke opvoeding en sport. Naast het masterdiploma verwerf je een erkenning als ambtenaar sport en recreatie, die noodzakelijk is als je gemeentelijk sportfunctionaris wil worden.

  • Bewegingsonderwijs
    Ben je geïnteresseerd in de 'lichamelijke opvoeding' en het 'onderwijs' en wil je een loopbaan in het onderwijs, dan is deze afstudeerrichting de ideale keuze. Niet alleen het onderwijs in de brede schoolcontext (van kleuter- tot volwassenenonderwijs) maar ook in ruime zin (in sportclubs, verenigingen, ...) komt aan bod. Je verwerft zowel didactische, pedagogische als onderzoekscompetenties, telkens in functie van het bewegingsonderwijs. Je leert competente, geletterde en enthousiaste bewegers te vormen en op die manier bij te dragen tot de ontwikkeling van een actieve levensstijl. Het is mogelijk om de specifieke lerarenopleiding lichamelijke opvoeding (SLO LO) binnen de tweejarige masteropleiding af te werken. 

 

  • Biomedical Research in Movement Sciences
    Je richt je op onderzoeksvragen met betrekking tot de menselijke beweging, de sturing ervan en de effecten op fitheid, gezondheid en sportprestatie. De kritisch-wetenschappelijke benadering van het onderzoeksdomein 'de bewegende mens' maakt je klaar voor beleidsvoorbereidend en klinisch onderzoek. Andere banen waarbij een wetenschappelijke invalshoek centraal staat, kunnen ook.

  • Sporttraining en coaching
    Jeugdsport, competitiesport en topsport binnen een club of op het niveau van de sportfederatie vormen je werkterrein. Naast het masterdiploma maak je kans op een erkenning als trainer binnen de Vlaamse Trainersschool (VTS).

 

Praktijkervaring

Naast aandacht voor wetenschappelijke kennis en vorming is er binnen de opleiding ook ruime aandacht voor het ontwikkelen van professionele competenties. Tijdens je masteropleiding zal je tijdens een uitgebreide stage deze competenties verder ontplooien. 

Troeven

De professoren van de faculteit hebben een stevige internationale faam verworven en zijn experts binnen hun onderzoeksdiscipline. Ook hebben zij voeling met het werkveld én goede internationale contacten, die uitwisseling van expertise (via bijvoorbeeld gastcolleges) en buitenlandse stages mogelijk maken.

Het specifieke karakter van de opleiding bevordert de ontwikkeling van competenties die in tal van beroepsfuncties van belang zijn, zoals leiding geven, samenwerken, doorzetten, helder communiceren, evalueren, doelgericht werken, plannen, creatieve oplossingen zoeken en motiveren. Daardoor kom je dus op de arbeidsmarkt met een rugzak vol domeinspecifieke kennis, maar ook met heel wat werkveldgerichte kwaliteiten

Een innovatief idee?

Wil je nog tijdens je studies je eigen onderneming starten, je expertise delen met andere studenten of extra cursussen volgen rond ondernemerschap en ondernemingszin, dan kan dat met LcieLcie is hét platform van de KU Leuven dat studenten met innovatieve en ondernemende ideeën steunt en stimuleert.

Internationaal

Zin om je grenzen te verleggen? Ook tijdens je masteropleiding kun je profiteren van deze unieke kans. Zin om je grenzen te verleggen? Ook tijdens je masteropleiding kun je profiteren van deze unieke kans.

Meer info vind je ook terug op de website van de faculteit.

Dit is een initiële master die je vol- of deeltijds kunt volgen.

 

Profiel

Is deze opleiding iets voor jou?

 

-        Je hebt een specifieke interesse in de bewegende mens enerzijds en in gezondheid, fitheid, sport, lichamelijke opvoeding, onderwijs, training, prestatie, beheer, beleid of remediëring anderzijds.

-        Je koestert de ambitie om expert te worden in een van de toepassingsdomeinen van de bewegingswetenschappen.

-        Je bent kritisch ingesteld en staat open voor een multidisciplinaire benadering van het wetenschapsdomein van de bewegende mens.

-        Je wil actief meewerken aan wetenschappelijk onderzoek. Daardoor leer je je kennis en vaardigheden op een creatieve en onderbouwde wijze te gebruiken om bewegingswetenschappelijke vraagstukken op te lossen.

-        Je hebt een gezonde fysieke conditie en je beschikt bovendien over de nodige communicatieve vaardigheden om begeleidende en leidinggevende functies uit te oefenen.

-      Je kunt anderen motiveren en enthousiasmeren.

-        Als toekomstige bewegingswetenschapper combineer je goede interpersoonlijke vaardigheden met een kritische ingesteldheid en ben je in staat samen te werken met collega's uit andere beroepssectoren.

Toelatingsvoorwaarden

Toelatingsvoorwaarden master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven).

Toelatingsvoorwaarden

Master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (programma voor studenten gestart vóór 2019-2020) (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2020/opleidingen/n/SC_52391973.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

Leerresultaten en vormingsdoelen:

1. ACADEMISCHE COMPETENTIES: GEVORDERDE WETENSCHAPPELIJK-DISCIPLINAIRE KENNIS EN KRITISCH WETENSCHAPPELIJK DENKEN
1.1. De student heeft een gevorderde kennis van en inzicht in het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen volgens de gekozen afstudeerrichting.
1.2. De student heeft kennis van de nieuwste inzichten in het vakgebied en heeft de competenties om deze levenslang te actualiseren met het oog op het inzetten ervan in de maatschappij.
1.2.1. De student is op de hoogte van de actuele vraagstellingen binnen één van de 5 toepassingsdomeinen van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen, m.n. (1)sporttraining en coaching, (2) fysieke activiteit, fitheid en gezondheid, (3) sportbeleid en sportmanagement, (4) bewegingsonderwijs, (5) biomedical research in movement sciences:
1.2.2. De student is op de hoogte van de recente wetenschappelijke inzichten binnen de gekozen afstudeerrichting.
1.2.3. De student kan zijn/haar kennis en vaardigheden permanent actualiseren, doordat hij/zij:
1.2.3.1. de gespecialiseerde vakliteratuur kan raadplegen en kritisch analyseren.
1.2.3.2. in staat is om zelfstandig betekenis te verlenen aan nieuwe informatie en zelfstandig kennis te integreren en toe te passen op uitgebreide probleemstellingen in het afstudeerdomein.
1.2.3.3. een attitude van ‘levenslang leren’ in de praktijk brengt.
1.3. De student kan gefundeerde, kritische en creatieve standpunten innemen in verband met maatschappelijke, juridische en ethische aspecten in het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen.
1.4. De student kan complexe problemen passend benaderen. Vanuit een inzicht in de relaties tussen de wetenschapsdomeinen kan de student vanuit de uniciteit van iedere discipline een eigen bijdrage leveren bij het oplossen van multidisciplinaire problemen.
1.5. De student bezit de competenties nodig voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek binnen de bewegingswetenschappen op het niveau van een beginnend onderzoeker.
1.5.1. De student kan een onderzoekshypothese formuleren binnen het domein van de bewegingswetenschappen.
1.5.2. De student kan relevante wetenschappelijke literatuur verzamelen die betrekking heeft op de onderzoeksvraag/hypothese.
1.5.3. De student kan deze (Engelstalige) wetenschappelijke literatuur interpreteren, kritisch analyseren en met elkaar in verband brengen.
1.5.4. De student kan de wetenschappelijke methoden selecteren voor de hypothesetoetsing.
1.5.5. De student kan de wetenschappelijke methoden correct toepassen.
1.5.6. De student kan de resultaten van het onderzoek interpreteren en relateren aan de onderzoeksvraag/hypothese en de wetenschappelijke literatuur.
1.5.7. De student is in staat over het eigen onderzoek een wetenschappelijk verantwoord werkstuk te schrijven.
1.5.8. De student kan na reflectie op het eigen denken en werken komen tot gerichte bijsturing.
1.5.9. De student kan zowel mondeling als schriftelijk over het eigen onderzoek constructief van gedachten wisselen.
1.5.10. De student kan zowel mondeling als schriftelijk de resultaten van het eigen onderzoek op een duidelijke manier presenteren aan de hand van moderne communicatietechnologie.
1.5.11. De student hanteert een kritische en oplossingsgerichte ingesteldheid.
1.5.12. De student kan de verschillende deelcomponenten van wetenschappelijk onderzoek op integratieve wijze uitvoeren en toont hierbij de competentie om eigen wetenschappelijk onderzoek te verrichten op het niveau van een beginnend onderzoeker.
1.5.13. De student is zich bewust van het belang van het vermijden van plagiaat in de bewegingswetenschappelijke onderzoekscontext en heeft aandacht voor de ethische aspecten van wetenschappelijk onderzoek binnen het domein van de bewegingswetenschappen

2. ACADEMISCH-PROFESSIONELE COMPETENTIES
2.1. De student heeft zijn/haar beeld van het werkveld verbonden aan het globale domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen verbreed en verdiept. Hij/zij reflecteert over zijn/haar toekomstige rol en positie in het werkveld verbonden aan het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen en meer specifiek binnen de werkveld(en) gerelateerd aan de gekozen afstudeerrichting.
2.2. De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om bewegingsactiviteiten aan te bieden aan personen met een beperking.
2.2.1. De student heeft inzicht in de verschillende ziektebeelden en de impact ervan op bewegingsactiviteiten in het algemeen.
2.2.2. De student kan aangepaste bewegingsactiviteiten uitwerken en dit in functie van de interesse, aard en graad van de beperking, leeftijd, activiteitsniveau en doelstelling.
2.2.3. De student kan de classificatie- en integratieproblematiek binnen de sport voor personen met een beperking verklaren en globale adviezen formuleren ter bevordering van een actieve levensstijl voor personen met een beperking.
2.3. De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar binnen de gekozen afstudeerrichting.
2.3.1. De student kan de opgedane kennis en vaardigheden integreren en concretiseren in toepassingen binnen het gekozen toepassingsdomein / werkveld.
2.3.2. De student heeft kennis gemaakt met het werkveld als basis voor de ontwikkeling van een professionele ingesteldheid en communicatie.
2.3.3. De student kan vanuit een eerste ervaring met het werkveld functioneren in een multidisciplinair team.
2.3.4. De student heeft een leergerichte houding ontwikkeld als toekomstig beroepsbeoefenaar die zijn eigen leerproces stuurt.
2.3.5. De student kan functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar binnen de gekozen afstudeerrichting door integratie van de verworven kennis, vaardigheden en attituden bij het analyseren en het passend behandelen van probleemstellingen in het werkveld.
2.4. van toepassing op de afstudeerrichting ‘sporttraining en coaching (STrCo)’: De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als beginnend beroepsbeoefenaar jeugd- en (prestatie)sporters te coachen en te trainen, en dit op opvoedkundige, veilige, ethische en sportwetenschappelijk gefundeerde wijze. De student verdiept en specialiseert zich in één sport(sub)discipline.
2.4.1. De student kan een kritisch en beargumenteerd standpunt innemen ten opzichte van de innovaties en de actualiteit van de competitieve sportbeoefening.
2.4.2. De student kan doelstellingen op korte, middellange en lange termijn formuleren en deze doelstellingen bijsturen indien nodig.
A. De student kan doelstellingen formuleren omtrent het trainen van de fysieke basiseigenschappen, de technische en tactische vaardigheden binnen de gekozen sportdiscipline.
B. De student kan deze doelstellingen vertalen en begeleiden door middel van trainingsplanning en –periodisering.
C. Bij de invulling van het trainingsplan hanteert de student een multidisciplinaire aanpak: de student kan adviezen van leden van het begeleidingsteam van de atleet of het team (bijvoorbeeld sportgeneesheren, kinesitherapeuten, voedingsspecialisten, …) opvolgen, kaderen en plaatsen binnen het sportieve begeleidingsproces.
De student kan op wetenschappelijk verantwoorde wijze sporters/teams evalueren, de gegevens interpreteren, rapporteren en eventueel bijsturingen implementeren.
2.4.3. De student kan volgende sporters/teams trainen en coachen tijdens zowel trainingen als wedstrijden en dit op een opvoedkundige, veilige en ethische wijze:
- de jonge sporter: talentdetectie, -selectie en –begeleiding
- de recreatieve sporter: van jeugdspeler tot volwassen amateur sportbeoefenaar
- de prestatiesporter: van talentvolle jeugdspeler/atleet tot competitieve sportbeoefenaar
2.4.4. Bij het begeleiden, trainen, coachen van deze sporters/teams:
A. kan de student de basisprincipes van blessurepreventie toepassen tijdens de training en aanpassen aan de noden van de jonge, talentvolle en prestatiesporter.
B. kent de student de voornaamste mentale trainingstechnieken en kan hij deze toepassen in trainingssituaties.
C. kan de student de voor zijn sportdiscipline courante multimedia-toepassingen gebruiken om individuele of teamprestaties te evalueren.
2.4.5. De student kan specifieke aandachtspunten identificeren en bespreekbaar maken binnen de brede omkadering van de atleet (zoals bijvoorbeeld ouders, medespelers, collega-trainers, bestuursleden, medewerkers of sponsors van de club, media,…) en kan hier tevens gepast op reageren.
2.4.6. De student kan op zelfstandige wijze de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten, die onder meer opgedaan werden uit de wetenschappelijke literatuur, vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema’s om competitiesporters (jeugd tot en met elite) optimaal voor te bereiden op wedstrijdsituaties.
2.4.7. De student heeft kennis gemaakt met het werkveld tijdens de clubstage die plaatsvindt onder supervisie van een gekwalificeerde stagementor binnen een (top)club, (topsport)federatie of een (top)sportschool. De student toont een professionele attitude.
2.4.8. De student kan kritisch reflecteren over de aanpak, organisatie, inhoud, en evaluatie van de trainingen en clubwerking.

van toepassing op de minor sportwetenschappelijke verdieping in sporttraining en coaching
2.4.9. De student kan kwalitatief hoogstaand sportwetenschappelijk onderzoek uitvoeren in een labo, een federatie of een club als sportbiomechanicus, inspanningsfysioloog, physical coach of talentdetector.
2.4.10. De student kan de resultaten van het onderzoek op een verstaanbare manier vertalen naar de sporttechnische staf.
2.4.11. De student is in staat om na de masteropleiding als sportwetenschappelijk trainingsexpert te fungeren in één van deze 4 rollen in een team dat topsporters van het hoogste (inter)nationaal niveau begeleidt.

2.5. van toepassing op de afstudeerrichting ‘fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (FAFG)’:
De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar personen te motiveren, leiden en begeleiden naar een gezonde actieve levensstijl en dit op een opvoedkundige, veilige en ethische wijze.
2.5.1. De student kan een kritisch en wetenschappelijk onderbouwd standpunt innemen ten opzichte van de innovaties en de actualiteit omtrent concepten, meetmethoden en methodieken ter bevordering van de fysieke fitheid en fysieke activiteit en ter vermindering van sedentair gedrag in het kader van preventieve gezondheidszorg.
2.5.2. De student kan personen individueel en/of in groep leiden en begeleiden naar een gezonde actieve levensstijl en dit op een wetenschappelijk verantwoorde, opvoedkundige, veilige en ethische wijze. D.w.z.
A. De student kan de fysieke fitheid, het fysieke activiteits- en sedentariteitsniveau, de gezondheid en de motivatie van het individu screenen en evalueren.
B. De student kan de attitudes van weinig gemotiveerde personen ten aanzien van gezondheidsbedreigende levensgewoonten, in het bijzonder te weinig fysieke activiteit en/of te veel sedentair gedrag, identificeren en erop inspelen om hun levensgewoonten aan te passen.
C. De student kan op zelfstandige wijze de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten, die onder meer werden vergaard uit de wetenschappelijke literatuur, vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) beweegdoelstellingen met het oog op het realiseren van gezondheidswinst op fysiek, mentaal en sociaal vlak.
D. De student kan doelstellingen vertalen naar een concreet beweegprogramma dat rekening houdt met de specifieke kenmerken en noden van het individu.
E. De student kan aanbevelingen en adviezen van (para)medici in het domein van de preventieve gezondheidszorg (artsen, kinesitherapeuten, voedingsdeskundigen, etc.) interpreteren en implementeren in beweegprogramma’s.
F. De student kan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze beweegprogramma’s evalueren, bijsturen, leiden en begeleiden.
G. De student kan kritisch reflecteren over de aanpak, inhoud, en evaluatie van beweegprogramma’s.
2.5.3. De student (h)erkent de grenzen van het eigen beroepsprofiel en kan op basis van dit inzicht gepast doorverwijzen naar andere gezondheidsexperts en/of functioneren in een multidisciplinair team in het realiseren van gezondheidswinst op het fysiek, mentaal en sociaal vlak.

van toepassing op minor sportwetenschappelijke verdieping in fysieke activiteit, fitheid en gezondheid
2.5.4. De student kan evidence-based interventiestrategieën ter promotie van fysieke activiteit en/of vermindering van sedentair gedrag ontwikkelen, gaande van het sensibiliseren tot het activeren en motiveren van doelgroepen in specifieke settings (bijvoorbeeld kinderen in scholen, werknemers in bedrijven, ouderen in rusthuizen, etc.).
2.5.5. De student kan de effectiviteit en de implementeerbaarheid van interventiestrategieën ter promotie van fysieke activiteit en/of vermindering van sedentair gedrag analyseren en evalueren.
2.5.6. De student kan op basis van deze analyse adviezen formuleren ter verbetering van de kwaliteit en de efficiëntie van bewegingsinterventies bij diverse doelgroepen.
2.5.7. De student kan bewegingsinterventies afstemmen met het ruimere kader van gezondheidspromotie en ziektepreventie.

2.6. van toepassing op de afstudeerrichting ‘sportbeleid en sportmanagement (SM)’: De student bezit de kennis, de inzichten en de vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar de organisatie (incl. participatie) van sport, bewegingscultuur en fysieke activiteit te analyseren, te plannen, te realiseren en te evalueren.
2.6.1. De student kan een kritisch en wetenschappelijk onderbouwd standpunt innemen met betrekking tot de maatschappelijke problematiek van de (niet-) bewegende mens.
2.6.2. De student kan de deelname aan sport, bewegingscultuur en fysieke activiteit op een wetenschappelijk verantwoorde wijze analyseren. Hierbij houdt hij/zij zowel rekening met socio-economische aspecten (op micro-, meso- en macroniveau) als met socio-culturele aspecten (sociale ongelijkheid, diversiteit, socialisatie, etc.).
2.6.3. Op basis van zijn/haar maatschappelijke analyse van sport, bewegingscultuur en fysieke activiteit, kan de student hiaten of problemen aanwijzen en hiervoor ter remediëring beleidsmatige doelstellingen formuleren, rekening houdend met economische, organisatorische en beheersmatige aspecten. Deze doelstellingen kan de student verwerken tot een beleidsplan binnen de publieke en/of private sector.
2.6.4. Om deze beleidsmatige doelstellingen te realiseren:
A. Is de student op de hoogte van de specifieke wettelijke en juridische bepalingen.
B. Kan de student deze doelstellingen vertalen naar concrete acties en op deze manier planmatig handelen.
C. Kan de student de financiële aspecten ervan interpreteren en kaderen.
D. Kan de student managementtechnieken hanteren voor een optimale organisatie.
E. Kan de student zijn/haar project door middel van marketingtechnieken promoten en zorgen voor een gepaste uitstraling.
F. Kan de student functioneren binnen een multidisciplinair team van vakspecialisten (bijvoorbeeld juristen, boekhouders, economen, ingenieurs …).
G. Kan de student de resultaten van zijn/haar organisatie op een wetenschappelijk verantwoorde wijze meten, interpreteren en rapporteren.

van toepassing op minor verdieping in sportbeleid en sportmanagement
2.6.5. De student heeft kennis en inzicht in economische, juridische en management gerelateerde aspecten die verbredend en verdiepend zijn t.a.v. de inzichten die binnen de major sportbeleid en sportmanagement worden verkregen.
2.6.6. De student kan de principes m.b.t. organisatiepsychologie integreren en toepassen op specifieke probleemstellingen in een organisatie en kan deze ook op zichzelf toepassen als toekomstig werknemer of people manager.
2.6.7. De student kan deze kennis en aangescherpte vaardigheden integreren en toepassen bij beleidsvoorbereidende, leidinggevende en/of strategische vraagstukken binnen het domein van de sport, de bewegingscultuur en/of de fysieke activiteit.

2.7. van toepassing op de afstudeerrichting ‘bewegingsonderwijs (BO)’:
De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar vanuit een algemene visie op het onderwijs, geconcretiseerd in het vakconcept lichamelijke opvoeding, te komen tot concrete bewegingsonderwijsleersituaties en omgekeerd, de diverse bewegingsonderwijsleersituaties te kunnen toetsen aan het vakconcept lichamelijke opvoeding.
2.7.1. De student is in staat om op een kritisch-analytische, synthetische en onderzoeksmatige manier de belangrijkste curriculaire - en instructiemodellen in het domein van het bewegingsonderwijs te beschrijven en toe te passen in onderwijssituaties.
2.7.2. De student bezit de nodige onderzoekscompetenties met betrekking tot het opzetten en/of uitvoeren van een (actie-)onderzoek relevant voor het bewegingsonderwijs.
2.7.3. De student is in staat om een diepgaande analyse uit te voeren over het bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen (basisonderwijs, secundair onderwijs, buitengewoon onderwijs) in functie van de te realiseren ontwikkelingsdoelen en/of eindtermen lichamelijke opvoeding.
2.7.4. De student bezit de decretaal vastgelegde functionele gehelen van basiscompetenties en attitudes (cf. lerarendecreet) op het micro-, meso- en macroniveau specifiek gericht op het vak lichamelijke opvoeding in het secundair onderwijs. Vanuit een algemene visie op het onderwijs, geconcretiseerd naar het vakconcept lichamelijke opvoeding en haar eindtermen, is de student in staat om:
A. doeltreffende leerprocessen uit te lokken en te begeleiden door het selecteren en gestructureerd aanbieden van aangepaste leerinhouden, werkvormen, leermiddelen en evaluatiecriteria.
B. een positief leefklimaat te creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing, en rekening houdt met specifieke kenmerken en beperkingen van de lerenden op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school of de achtergrond, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen.
C. de domeinspecifieke academische kennis, vaardigheden en attitudes aan te wenden en te integreren in de onderwijspraktijk.
D. een gestructureerd en efficiënt werkklimaat binnen de klas tot stand te brengen.
E. de resultaten van recent onderwijs- en vakdidactisch onderzoek aan te wenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leraar.
F. op aangepaste wijze te dialogeren met ouders of verzorgers over het klas-en schoolgebeuren.
G. overleg te plegen en samen te werken binnen een schoolteam wat betreft verschillende aspecten van de toegewezen beroepstaken.
H. te communiceren en samen te werken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
I. deel te nemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's.
J. maatschappelijke, sociale en culturele thema’s te onderscheiden, kritisch te benaderen en daarbij beslissingen te nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken.

2.8. van toepassing op de afstudeerrichting ‘biomedical research in movement sciences (BRMS)’: De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar een onderzoek op te zetten en uit te voeren binnen het domein van de biomedische bewegingswetenschappen.
2.8.1. De student heeft een gespecialiseerde kennis verworven in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen, d.w.z.
A. De student beheerst de specifieke methodes van dataverwerking met inbegrip van gevorderde statistische technieken in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen.
B. De student kan zelf nieuwe informatie situeren en inzichtelijk in verband brengen met andere theoretische of toegepaste inzichten in de biomedische bewegingswetenschappen.
C. De student draagt actief bij tot de eigen kennisontwikkeling en –verbinding.
D. De student kan zelfstandig informatie inwinnen, selecteren, beoordelen, begrijpen, interpreteren en toepassen in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen.
E. De student is in staat een verdiepende bijdrage te leveren aan de kennis binnen dit domein.
F. De student kan zelf onderbouwde oordelen vellen en kritisch beredeneerde standpunten innemen binnen het domein van de biomedische bewegingswetenschappen.
2.8.2. De student beheerst algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau, d.w.z.
A. De student is in staat een onderzoek op te zetten.
B. De student kan een originele vraagstelling formuleren, kent de meetprocessen en meettechnieken eigen aan het onderzoek in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen (epidemiologie en genetische epidemiologie, spierfysiologie en biochemie, biomechanica, motorisch leren & motorische controle) en kan een gepaste onderzoeksmethode selecteren.
C. De student kan in het kader van een onderzoeksproject gegevens verzamelen.
D. De student ontwikkelt een kritische en nauwkeurige meetattitude.
E. De student kent de principes van automatische signaalanalyse en de praktische verwerking ervan (via het beheersen van een programmeertaal).
F. De student kan naargelang het specifieke onderzoeksdesign adequate statistische toetsen selecteren en uitvoeren.
G. De student kan de verwerkte gegevens interpreteren en op een wetenschappelijk verantwoorde wijze rapporteren en presenteren.

De student kiest tussen een minor “Verdieping in biomedical research in movement sciences” of een minor “Verdieping in Clinical Movement Analysis”.

2.8.3. van toepassing op minor “Verdieping in Biomedical Research in Movement Sciences”
Na het volgen van de minor binnen deze afstudeerrichting is de student in staat om:
A. zich te integreren in een externe onderzoeksgroep (andere onderzoeksgroep dan deze gelinkt aan de masterproef, aan de eigen of een andere universiteit) en hierbij de onderzoeksgewoontes en omgang tussen teamleden (PhD studenten, PostDoc onderzoekers) en teamleider (Principal Investigator, promotoren) te respecteren. Deze onderzoeksgroep kan zowel in een academisch of commercieel kader gesitueerd zijn.
B. de verschillende actoren in biomedisch onderzoek te kennen en te plaatsen (academische – commerciële studies, academisch kader, financieringswegen voor wetenschappelijk onderzoek, aanvraagprocedures,…).
C. zich zelfstandig in te werken in een onderzoeksdomein binnen de biomedische bewegingswetenschappen (epidemiologie en genetische epidemiologie, spierfysiologie en biochemie, biomechanica, motorisch leren & motorische controle) en hierbij nieuwe onderzoeksvragen te formuleren (hypothesevorming), of de theoretische achtergrond bij een voorhanden zijnde onderzoeksvraag op te zoeken en zich eigen te maken.
D. de procedure voor een projectaanvraag (grant application) met inbegrip van de aanvraag voor een dossier voor een ethische commissie binnen het eigen onderzoek op te stellen, of van een reeds lopend onderzoek te kennen.
E. de opgedane kennis van meettechnieken in eerdere opleidingsonderdelen toe te passen op een nieuwe vraagstelling en daarbij de meettechnieken af te stemmen op de nieuwe vraagstelling.
F. zoals een beginnend onderzoeker de dagdagelijkse werkzaamheden in een onderzoekseenheid mee uit te voeren, geïllustreerd via een logboek.
G. labvergaderingen mee te volgen (ook in het Engels) en deze samen te vatten, hierbij de beslissingsprocessen tijdens een lopend onderzoek te interpreteren.
H. op correcte en systematische wijze te communiceren over onderzoeksgerelateerde vraagstukken met teamleden en teamleiders.
I. op (relatief) zelfstandige wijze onderzoeksgegevens te verzamelen, met kennis van betrouwbaarheid en validiteit van de dataverzameling (study design) en van de meettechnieken, standaardisatie en correcte uitvoering.
J. op (relatief) zelfstandige wijze de bekomen onderzoeksgegevens met de juiste statistische analysetechnieken te verwerken.
K. op (relatief) zelfstandige wijze de bekomen onderzoeksgegevens correct te interpreteren en te confronteren met eerder onderzoek (discussie).
L. onderzoeksresultaten zowel mondeling als schriftelijk volgens de regels van wetenschappelijke presentatie of publicatie voor te bereiden (in het Engels). Deze voor te stellen binnen de onderzoeksgroep, in seminarievorm, en/of een nationaal congres.

2.8.4. Van toepassing op minor “Verdieping in Clinical Movement Analysis”
Na het volgen van de minor binnen deze afstudeerrichting is de student in staat om:
A. op een (relatief) zelfstandige wijze wetenschappelijk onderzoek te verrichten in een onderzoekslaboratorium binnen het domein van de klinische bewegingsanalyse.
B. deze vaardigheden, gerelateerd aan de verschillende fasen binnen de klinische bewegingsanalyse en aan gerelateerd wetenschappelijk onderzoek uit te voeren: het opzoeken en interpreteren van literatuur, het ontwikkelen van een nieuwe onderzoeksvraag, het ontwerp van de studie (van research proposal over operationalisering van metingen tot grant application writing), het verzamelen van data, data-analyse en hypothesetoetsing, interpreteren van de bevindingen en het rapporteren volgens wetenschappelijke standaarden.
C. geüpdate kennis over (nieuwe) meetprocedures en meettechnieken die relevant zijn in het domein van klinische bewegingsanalyse te kennen/ toe te passen.
D. nieuwe inzichten en concepten binnen klinische bewegingsanalyse kritisch te analyseren en te interpreteren, evenals de relevantie ervan voor klinisch redeneren en toepassing binnen de klinische praktijk begrijpen.
E. voldoende communicatieskills te ontwikkelen om op een wetenschappelijk niveau te discussiëren met experten over relevante topics.
F. zijn plaats te vinden in een onderzoeksgroep in het domein van de klinische bewegingsanalyse en kan werken in teamverband.
G. een actieve bijdrage te leveren aan het onderzoek binnen onderzoeksgroep die actief is in klinische bewegingsanalyse.
H. casussen in het domein van klinische bewegingsanalyse te behandelen op het niveau van data collectie, data processing, rapporteringen en interpretatie.
I. te rapporteren volgens wetenschappelijke standaarden (written report) en is in staat om een presentatie te geven (seminarievorm), in het Engels, met teamleden, teamleiders en peers.

2.9. van toepassing op de minor specifieke lerarenopleiding (SLO)’: (Leerresultaten van de SLO LO – Theoretische component)
Vanuit de eigen onderwijsvisie, en om de academische gerichtheid en het eigen profiel van de opleiding te expliciteren, vertaalt de KU Leuven de decretaal vastgelegde basiscompetenties/functionele gehelen (BC) naar algemene eindtermen/leerresultaten.
BC 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
De student kan doeltreffende leerprocessen uitlokken en begeleiden door het selecteren en gestructureerd aanbieden van aangepaste leerinhouden, werkvormen, leermiddelen en evaluatiecriteria.
BC 2 De leraar als opvoeder
De student kan een positief leefklimaat creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing, en rekening houdt met specifieke kenmerken en beperkingen van de lerenden op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school of de achtergrond, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen.
BC 3 De leraar als inhoudelijk expert
De student kan de domeinspecifieke academische kennis, vaardigheden en attitudes aanwenden en integreren in de onderwijspraktijk.
BC 4 De leraar als organisator
De student kan een gestructureerd en efficiënt werkklimaat binnen de klas tot stand brengen.
BC 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
De student kan de resultaten van recent onderwijs - en vakdidactisch onderzoek aanwenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leerkracht.
BC 6 De leraar als partner van ouders/verzorgers
De student kan op aangepaste wijze dialogeren met ouders of verzorgers over het klas-en schoolgebeuren.
BC 7 De leraar als lid van een schoolteam
De student kan overleggen en samenwerken binnen een schoolteam wat betreft verschillende aspecten van de toegewezen beroepstaken.
BC 8 De leraar als partner van externen
De student kan communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
BC 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
De student kan deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's.
BC 10 De leraar als cultuurparticipant
De student kan maatschappelijke, sociale en culturele thema's onderscheiden, kritisch benaderen en daarbij beslissingen nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken.

Onderstaande decretaal bepaalde attituden worden ontwikkeld:
- Beslissingsvermogen
- Relationele gerichtheid
- Kritische ingesteldheid
- Leergierigheid
- Organisatievermogen
- Zin voor samenwerking
- Verantwoordelijkheidszin
- Flexibiliteit

Loopbaan

Loopbaan

De verschillende afstudeerrichtingen openen de deuren voor een breed werkterrein. Naast hun specifieke kennis en vaardigheden worden afgestudeerden met een diploma master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen ook gewaardeerd om hun sterke communicatieve, sociale en interpersoonlijke vaardigheden.

Daarnaast wordt het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen alsmaar ruimer: we zien een uitbreiding naar toepassingsgebieden zoals gezondheid, fitheid, welzijn, prestatie, inspanning, remediëring, therapie, begeleiding, arbeid en vrije tijd.

 

Je vindt bij elke afstudeerrichting hieronder enkele mogelijke loopbaanmogelijkheden, zowel als zelfstandige als in dienstverband:

 

Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid

  • Bewegingsconsulent
  • Personal trainer of coach
  • Mental coach
  • Inspanningsfysioloog
  • Fitnessdeskundige 

Bewegingsonderwijs  

  • Leerkracht lichamelijke opvoeding secundair of hoger onderwijs
  • Onderwijsdeskundige
  • Pedagogisch begeleider
  • Lesgever buiten de schoolcontext (bv. sportclub)

Sportbeleid en sportmanagement

  • Sporttechnisch coördinator of directeur
  • Sportfunctionaris
  • Sporteconoom
  • Beheerder van sport- of vakantieaccomodatie
  • Sportmanager van een atleet, team of club

Biomedical Research in Movement Sciences  

  • Beleidsvoorbereidend onderzoeker
  • Clinical Research Assistent
  • Wetenschappelijk onderzoeker of medewerker

Sporttraining en coaching

  • Erkend trainer (VTS)
  • Hoofdcoach
  • Technisch directeur in een sportfederatie
  • Topsportcoördinator in een sportfederatie
  • Personal trainer
  • Physical trainer

Contact

Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen
Tervuursevest 101 - bus 1500
3001 Leuven
tel. + 32 16 32 90 01 (onthaal)
help.faber.kuleuven.be


Algemeen
Dienst Studieadvies
Naamsestraat 80 bus 5415
3000 LEUVEN
Contacteer ons via het contactformulier op onze website.

 

Bezoek de website voor toekomstige studenten van de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen.

Bezoek de website van de opleiding.

 

 

VGM

https://webwsp.aps.kuleuven.be/sap/opu/odata/sap/zl_vgm_student_srv/documents('52391617')/pdf/$value

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Bestand PDF document Blauwdruk_BA_MA_Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen.pdf
Bestand PDF document COBRA-fiche_MA_Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen_Bewegings- en sportwetenschappen.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (programma voor studenten gestart vóór 2019-2020) (Leuven)

programma

Het programma Master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen is een uitdovend programma. De opleidingsonderdelen uit dit programma mogen enkel nog opgenomen worden door de studenten die dit masterprogramma afwerken i.f.v. het behalen van het diploma Master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen.

Binnen de Master in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen volgen de studenten de verplichte stamopleidingsonderdelen (40 studiepunten) en kiezen één afstudeerrichting (80 studiepunten).          

printECTS33.xsl

ECTS Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A01D9A)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De studenten verwerven de kennis en de geijkte terminologie omtrent de problematiek van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit. Welke elementen en dynamieken constitueren de collectieve identiteit van een onderwijsinstitutie? Waaruit bestaat de specificiteit van een katholieke schoolidentiteit? Hoe verhouden zich katholieke identiteit en levensbeschouwelijke pluraliteit? Voor welke uitdagingen ziet het Vlaamse onderwijs zich vandaag geplaatst, en wat is de aanleiding van de huidige crisis? Welke theoretische opties dienen zich aan om deze uitdagingen van antwoord te dienen? 
  • De studenten vormen zich tot bekwame analisten en interpretatoren van levensbeschouwelijke/katholieke identiteit van hun school (descriptieve analyse en interpretatie van de werkelijkheid). Ze leren om de identity markers, die de typische eigenheid van een onderwijsinstitutie bepalen, te herkennen, te interpreteren, en aan anderen te communiceren.
  • De studenten bekwamen zich in het efficiënt reflecteren en zinvol oordelen over de normativiteit van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit (normatieve beoordeling van de werkelijkheid).
  • De studenten worden uitgenodigd een eigen houding te ontwikkelen ten aanzien van de identiteit van een school. Van hen wordt verwacht hun visie op de levensbeschouwelijke identiteit van de school te bereflecteren, te verdiepen, en te confronteren met de normatieve visie van het katholiek onderwijs in Vlaanderen.
  • De studenten verwerven de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatief perspectief, in concrete situaties mee vorm te geven aan levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.

Begintermen

  • Bereidheid tot kritische reflectie en persoonlijke vorming, met het oog op het verder ontplooien van een eigen visie op levensbeschouwelijke schoolidentiteit, in dialoog met de normatieve visie uit de cursus.
  • Basis computervaardigheden zijn wenselijk.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theologie, Religie en Onderwijs (B-KUL-A01D9a)

5 studiepunten : Opdracht 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Studenten worden in dit vak uitgedaagd om diepgaand kennis te maken met het empirische identiteitsonderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit zoals dat aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen vorm kreeg. Dit identiteitsonderzoek werd theoretisch en empirisch ontwikkeld binnen het Centrum Academische Lerarenopleiding Theologie en Religiewetenschappen in de context van het ‘Enhancing Catholic School Identity Project (ECSI)’ in opdracht van de Catholic Education Commission of the Australian federal state of Victoria (CECV). De focus van dit onderzoek is de levensbeschouwelijke identiteit van onderwijsinstellingen, die vandaag voor de uitdaging staan om hun identiteit te recontextualiseren in een detraditionaliserende en pluraliserende samenleving. Het is dit onderzoek waarbinnen het concept ‘katholieke dialoogschool’ tot stand kwam dat intussen ook in Vlaanderen is overgenomen als basis voor de identiteit van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
  • Studenten verkennen de theoretische identiteitsmodellen die aan de grondslag liggen van dit onderzoek, en worden geïntroduceerd in de typologische attitudeschalen verbonden met deze modellen. De studenten verwerven inzicht in de componenten en dynamieken van levensbeschouwelijke schoolidentiteit, en een praktische vertrouwdheid met de gehanteerde empirische methodologie.
  • Studenten worden in dit vak, doorheen deze online webmodule, uitgedaagd te reflecteren over persoonlijke, professionele en institutionele identiteit. De studenten worden telkens uitgenodigd standpunt in te nemen ten aanzien van deze identiteitsmodellen, om vervolgens hun visie te verdiepen en te confronteren met de normatieve theologische visie (cfr. hierboven).

Studiemateriaal

  • Een online webmodule, een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’ bestaande uit 5 grote delen, introduceert de student stapsgewijs in het denken rond levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit, aan de hand van ervaringsgerichte oefeningen, empirisch onderzoek, literatuur, verdiepende reflectieoefeningen, etc. Zie: https://edge.edx.org/courses/course-v1:KULeuvenX+ECSINLx+2019T3/course/.
  • Bij het begin van elk deel van de online webmodule wordt een cursus reader voorzien, met enerzijds verplichte literatuur ter ondersteuning en anderzijds optionele literatuur ter verdieping van de inhoud van de cursus.
  • De studenten verkrijgen hun eigen resultaat inzake de drie theoretische identiteitsmodellen (PKG Schaal, Melbourne Schaal, Victoria Schaal) op basis van de ingevulde vragenlijsten. De studenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de resultaten van de eigen schaalresultaten aan de docent te bezorgen (didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.

Toelichting onderwijstaal

De gehanteerde MOOC is volledig in het Nederlands vertaald.

Toelichting werkvorm

  • De studenten verwerven in dit vak kennis en competenties door het volgen van een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’. Deze MOOC (Massive Open Online Course) met beeldmateriaal, kennisclips, vragenlijsten, oefeningen, casussen en feedback wordt in zelfstudie doorlopen. De MOOC is een digitale leeromgeving, waarbij de student autonoom leert en reflecteert over het theoretisch en empirisch onderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.
  • In een gemeenschappelijke startvergadering wordt de opzet van het vak en deze werkvorm toegelicht. Elke student krijgt een persoonlijke begeleider van het Centrum Academische Lerarenopleiding godsdienst.
  • Na de startvergadering kan de student van start gaan met het doornemen, verwerken en invullen van de online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC.
  • Er worden feedbackmomenten voorzien waarin de student individueel vragen en bedenkingen kan bespreken en waarin samen gereflecteerd kan worden over het afgelegde traject. De student is verplicht minstens één feedbackmoment in te bouwen en kan maximaal drie feedbackmomenten opnemen. Een feedbackmoment kan telkens worden aangevraagd indien de student één deel van de MOOC heeft afgewerkt, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) en/of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • Het opleidingsonderdeel mondt uit in een examengesprek met de betrokken docent. Op het examen krijgt de student empirische data en casussen voorgelegd en worden de persoonlijke resultaten van de student van de verschillende schalen besproken.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0F17A : Vakdidactiek godsdienst

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A21D9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Computer, Cursusmateriaal

Toelichting

Evaluatievorm

Type: Permanente evaluatie in combinatie met een examengesprek tijdens de examenperiode

Evaluatievorm: procesevaluatie, productevaluatie en mondeling examen

Vraagvormen: open vragen

Leermateriaal: online webmodule en bijhorende cursus reader

 

Het eindresultaat komt tot stand op basis van de volgende soorten evaluatie:

  • Proces- en productevaluatie (inzet): 30%
  • Mondeling examen: 70%

 

De procesevaluatie houdt rekening met de motivatie van de student, het nakomen van afspraken, het volgen van richtlijnen, het nemen van de eigen verantwoordelijkheid voor dit zelfstudietraject, en de stiptheid en de kwaliteit van de communicatie met de begeleider. De productevaluatie focust op inhoud en vorm van de geleverde prestatie in de webmodule: de mate waarin inzicht, kennis en competenties verworven werden, de wijze waarop men in staat is dit te communiceren, enz.

Het mondelinge examengesprek peilt naar de kennis en de verwerking van de leerinhouden die aangeboden worden door de webmodule (cognitief, intellectueel), alsook naar de persoonlijke toeëigening van de leerinhouden en de persoonlijke groei van de student(e).

 

Tijdslijn

Na de startvergadering kan de webmodule doorlopen worden. Wanneer één onderdeel van de module voltooid is, kan men een feedbackmoment aanvragen. Men is verplicht minstens één feedbackmoment aan te vragen. Maximaal kunnen er drie feedbackmomenten plaatsvinden. De online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC, moet afgewerkt zijn uiterlijk de maandag voor de examenperiode waarin men een punt wenst te behalen. Vervolgens vindt een examengesprek plaats tijdens de gekozen examenperiode.

De student vraagt een feedbackmoment via e-mail aan bij zijn/haar begeleider. Hierbij dient de student rekening te houden met de volgende zaken:

  • Bij het aanmaken van een account voor de online webmodule wordt gevraagd om gebruik te maken van de studentenmail. Wanneer een feedbackmoment wordt aangevraagd, dient de student duidelijk te vermelden met welk e-mail adres hij/zij gebruik maakt van de module. Op die manier kan de begeleider het traject van de student inkijken en de gepaste begeleiding geven bij het feedbackmoment.
  • De student geeft duidelijk aan over welk deel van de MOOC hij/zij een feedbackmoment wil plannen, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • De student zorgt ervoor dat, bij het aanvragen van een feedbackmoment, het desbetreffende deel is afgewerkt zodat de begeleider dit deel van de MOOC volledig kan inzien en doornemen.
  • Ter voorbereiding van het feedbackmoment formuleert de student 3 vragen met betrekking tot het deel van de MOOC dat besproken wordt. Deze 3 vragen worden via e-mail mee doorgestuurd naar de begeleider. Deze 3 vragen worden besproken tijdens het feedbackmoment.

Startvergadering

Maandag 28-09-2020, 16.00-18.00u, MTC 02.15

Data feedbackmomenten (in principe de eerste maandag van elke maand, van november tot augustus):

Maandag 02-11-2020

Maandag 07-12-2020

Maandag 14-12-2020

Maandag 08-02-2021

Maandag 01-03-2021

Maandag 12-04-2021

Maandag 03-05-2021

Maandag 07-06-2021

Maandag 05-07-2021

Maandag 02-08-2021 

De student maakt per e-mail een afspraak met zijn/haar begeleider en vermeldt duidelijk over welk deel van de Nederlandstalige versie van de MOOC de student feedback wenst te verkrijgen. Uiterlijk de woensdag voorafgaand aan het feedbackmoment heeft de student het desbetreffende deel van de Nederlandstalige versie van de MOOC afgewerkt en zijn/haar 3 vragen doorgestuurd.

 

Deadlines

De student dient de module volledig te hebben afgewerkt ten laatste de maandag voor de start van de examenperiode waarin de student het examen wil afleggen en een punt wenst te behalen. De student laat ten laatste op die maandag voor de examenperiode aan zijn/haar begeleider weten dat de cursus volledig doorlopen is, zodat de begeleider het afgelegde traject van de student kan beoordelen (proces- en productevaluatie). Dit gebeurt via e-mail aan de begeleider, met de titularis in cc. De student krijgt vervolgens een bevestiging van zijn/haar begeleider.

  • Eerste examenperiode: maandag 04-01-2021
  • Tweede examenperiode: maandag 31-05-2021
  • Derde examenperiode: maandag 09-08-2021

In de gekozen examenperiode volgt een examengesprek waarin het afgelegde traject beoordeeld wordt.

De eigen grafiekresultaten worden 5 werkdagen voor het examen elektronisch ingeleverd (via e-mail aan didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.

ECTS Spiritualiteit, leiderschap en professionele integriteit (B-KUL-A07E4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om de wetenschappelijke literatuur over spiritualiteit en leiderschap en de bijdrage van diverse toonaangevende spiritualiteitstradities tot een verdieping van leiderschap en de ontwikkeling van een persoonlijke professionele integriteit niet alleen te kennen maar ook zo te verwerken dat zij de belangrijkste inzichten kunnen toepassen op hun toekomstige professionele leven.  

  • De studenten kennen de belangrijkste theorieën in verband met leiderschap en spiritualiteit.
  • De studenten kunnen de theoretische inzichten verbinden met de specifieke professionele context  waarin zij actief zullen zijn.
  • De studenten hebben via oefeningen en een exposure in een abdij geleerd hoe spiritualiteit hun professionele vaardigheden en leiderschapsvaardigheden kan verdiepen en verbeteren.

Begintermen

De studenten hebben via de RZL cursus in het bachelor's programma basisinzichten verworven in verband met religie, zingeving en levensbeschouwing, maar zij moeten geen voorafgaande kennis hebben van de literatuur over spiritualiteit en leiderschap. Zij moeten wel ingeschreven zijn voor het Master's programma.  

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Spiritualiteit, leiderschap en professionele integriteit (B-KUL-A07E4a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het OPO betaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is het theoretische gedeelte. Daarin wordt eerst een overzicht gegeven van de wetenschappelijke theorieën en het empirisch onderzoek in verband met leiderschap en spiritualiteit. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van leiderschapspiritualiteit in christelijke, niet-christelijke en niet-religieuze tradities. Tevens wordt de problematiek ook vertaald naar concrete professionele velden toe (bijvoorbeeld gezondheidszorg). Het tweede onderdeel bestaat uit oefeningen in meditatie en mindfulness, met inbegrip van exposure in een abdij.  

In het theoretische gedeelte:

(1) Een overzicht van en een kritiek gegeven op hedendaagse leiderschapstheorieën waarin spiritualiteit direct of indirect aan bod komt (theorieën in verband met charismatisch leiderschap, integriteit, authenticiteit enz...)

(2) Een overzicht van de empirische en theoretische studies met betrekking tot spiritualiteit en leiderschap (vertrekkend van de bevindingen van Mitroff en Denton)

(3) Basiskennis over een aantal christelijke, niet christelijke en niet gelovige vormen van spiritualiteit in verband met leiderschap

(4) Kennismaking met de wijze waarop spiritualiteit in een bepaald vakgebied of professionele groep functioneert (onder meer bij ingenieurs en in de gezondheidszorg)

In het praktische gedeelte worden oefeningen gegeven (onder meer van mindfullness) om de studenten vertrouwd te maken met methodes om hun professionele functioneren (in menselijk opzicht) te verbeteren.     

Studiemateriaal

De studenten ontvangen

(1) Via Toledo de powerpoint presentaties

(2) De teksten waarnaar tijdens de colleges gerefereerd wordt via Toledo

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges met discussie + oefeningen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Spiritualiteit, leiderschap en professionele integriteit (B-KUL-A27E4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie bestaat uit twee onderdelen: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding bestaande uit twee vragen over de theoretische inhoud (kennis en inzicht) en een persoonlijke verwerkingsopdracht waarin men de ervaring met meditatie confronteert met de theorie (in de vorm van een paper).

De schriftelijke voorbereiding voorafgaand aan het mondeling examen dient enkel ter ondersteuning van de student.

Puntenverdeling:

  • Mondeling examen met twee vragen: 12 punten (elk op 6) of 60%.
  • Paper: 8 punten of 40%.

De eindbeoordeling op 20 is echter geen loutere optelling van elk deelpunt op de examenvragen en de paper, maar een weging van het geheel van het examen. Ook eventuele bijkomende vragen kunnen met andere woorden een invloed hebben op de weging van de eindbeoordeling. Zulke bijvragen worden door de docent gesteld omwille van twee redenen: enerzijds om verduidelijking bij een gegeven antwoord, en anderzijds om verder te peilen naar de diepgang van de verworven inzichten.
 

Evaluatiecriteria:

  • feitenkennis/kennis van de geziene leerstof
  • diepgang van de verworven inzichten
  • vermogen om leerstof toe te passen op actuele situaties
  • gevatheid of intelligentie van de presentatie van de antwoorden
  • verbanden kunnen leggen met persoonlijke spirituele groei

 

ECTS Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A08C1A)

3 studiepunten Nederlands 20 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:
1. verduidelijken welke rol levensbeschouwing en religies, in het bijzonder de christelijke geloofstraditie, spelen in cultuur en samenleving.
2. analyseren welke mens- en wereldbeelden aanwezig zijn in fenomenen in samenleving en cultuur, zoals bijvoorbeeld media, gezondheidszorg, economie, techniek, onderwijs, … en hierover kritisch reflecteren.
3. de eigenheid van levensbeschouwing(en) en religie(s), in het bijzonder van de christelijke geloofstraditie aantonen en uitleggen aan de hand van concrete voorbeelden.
4. algemene theoretische visies uit theologie en religiewetenschappen toepassen op actuele maatschappelijke thema’s.
5. de religieuze en levensbeschouwelijke thema’s verbonden met het eigen vakgebied leren onder ogen zien en er kritisch mee omgaan.
6. een persoonlijke en onderbouwde visie omtrent levensbeschouwelijke vragen en fenomenen ontwikkelen en  verwoorden, in dialoog met het christelijke geloof.
7. in verband met aspecten van het eigen leven de waarde van religie, zingeving en geloofshoudingen benoemen (‘levensbeschouwelijke bedachtzaamheid’).
8. verduidelijken hoe inzicht in levensbeschouwelijke vragen en visies kan bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele identiteit  als dienst aan de samenleving, met een bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren (zie: https://www.kuleuven.be/onderwijs/visie-en-beleid/bestanden/beleidsplan & http://www.kuleuven.be/overons/opdrachtverklaring ).

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Van de student wordt geen bijzondere voorkennis vereist. De student heeft wel een algemene vorming genoten op het vlak van cultuur en geschiedenis. Ook bekwaamheid tot kritische reflectie is een vereiste aangezien de cursus een duidelijk reflexief gehalte heeft. De student heeft verder ook een openheid voor religieuze en levensbeschouwelijke vragen, en kan eigen oordelen en meningen vormen en verwoorden.

Onderwijsleeractiviteiten

Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A08C1a)

3 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De cursus gaat een dialoog aan tussen eigentijds theologisch denken, thema’s uit de sportwereld en actuele thema’s uit de samenleving die zinbeleving, levensbeschouwing en religie raken.
Deel 1: Lichaam, zinbeleving, spiritualiteit en sport
Vanuit levensbeschouwingen wordt veel aandacht besteed aan de lichamelijke dimensie van de mens. Deze dimensie hangt sterk samen met de sociale, psychische en spirituele dimensie van de mens. Lichamelijke expressies zoals sport kunnen grote zingevers zijn. Hoe kijken we vanuit dit perspectief naar gezondheid, welzijn en ziekte? Wat is de mogelijke relatie tussen sport, lichaamscultuur en spiritualiteit of religie?
Deel 2: Verbetering van het menselijk lichaam
De wetenschappelijk evolutie vertaalt zich in technologieën die het menselijk lichaam kunnen verbeteren. Is beter altijd goed? Hoe vanuit levensbeschouwelijk perspectief kijken naar deze evoluties? Wat met doping?
Deel 3: Team Spirit
Sporten, deel uitmaken van een team en mensen begeleiden in sport/beweging vergt een verantwoordelijk en fair omgaan met elkaar. De christelijke traditie heeft een eigen visie op verantwoordelijkheid voor de ander en werd geconfronteerd met heel wat uitdagingen rond macht en machtsmisbruik. Wat kan dit betekenen voor de sportwereld?
Deel 4: Actuele onderwerpen in samenleving, sport en levensbeschouwing
Onderwerpen zoals euthanasie, gender, … kunnen hier aan bod komen

Studiemateriaal

Er worden door de docent volledig uitgeschreven cursusteksten ter beschikking gesteld. De cursusnota's zijn opgevat en uitgewerkt als de onmisbare achtergrond bij de contacturen, zoals ook de contacturen de nodige oriëntaties aanreiken voor de persoonlijke zelfstudie. Lessen en cursustekst kunnen elkaar dus niet vervangen, maar vullen elkaar integendeel wederzijds aan, wat impliceert dat beiden ook tot de examenstof behoren. Op Toledo zal de student de ppt presentaties vinden

Toelichting werkvorm

Interactief hoorcollege

Mogelijkheid tot online discussie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A28C1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Er wordt geen giscorrectie toegepast op de meerkeuzevragen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Inleiding tot accountancy (B-KUL-D0C40A)

3 studiepunten Nederlands 22 Eerste semesterEerste semester
Willekens Marleen |  Zuiddam Victor Simon (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Inleiding tot algemene beginselen van algemeen boekhouden en het gebruik en nut van jaarrekeninginformatie.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot accountancy (B-KUL-D0C40a)

3 studiepunten : College 22 Eerste semesterEerste semester
Willekens Marleen |  Zuiddam Victor Simon (plaatsvervanger)

Inhoud

Inleiding tot het dubbel boekhouden
Algemeen aanvaarde boekhoudprincipes
Het boekhoudkundig rapporteringmodel
Het gebruik van rekeningen
Bespreking van de voornaamste actiefrekeningen m.b.t. voorraden, materiële vaste activa en vorderingen
Overlopende rekeningen
Bespreking van enkele belangrijke passiefrekeningen m.b.t. kapitaal, voorzieningen en schulden
Resultatenrekeningen en resultaatverwerking
Afsluitverrichtingen
Bouwstenen van financiële analyse en financiële planning
Het cashflow begrip

Studiemateriaal

Gebruikt Studiemateriaal:
- Cursus
- Slides
- Oefeningen

Toledo: Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot accountancy (B-KUL-D2C40a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

Evaluatiekenmerken
Aan de hand van meerkeuzevragen zal worden gepeild naar de aangeleerde concepten. De open vragen zijn dan bestemd om verworven vaardigheden te toetsen via toepassingen en oefeningen.

Bepaling eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Tweede examenkans
De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

ECTS Corporate Finance (B-KUL-D0Q42A)

4 ECTS English 39 First termFirst term
N. |  Goncharenko Roman (substitute)

Aims

The goal of this course is to develop fundamental insights in corporate finance, i.e., in the financial management of corporations. After completing the course, the student is able to:

Evaluate and select investments and projects, value assets, and analyze and apply criteria to do this

Analyze and measure risk and the risk-return trade-off

Analyze the capital structure (financing decision) and pay-out policy of firms

Analyze the hedging of risks and assess the possibilities that firms have to do this

Use formal models and methodologies that are covered in the course to achieve these objectives

Have a critical view on models and methodologies, and how to use them in practice

Previous knowledge

To successfully follow the course some basic notions of accountancy (equity, debt, depreciation,…) and statistics (normal distribution, expected value, variance, correlation) is necessary.

Onderwijsleeractiviteiten

Corporate Finance (B-KUL-D0Q42a)

4 ECTS : Lecture 39 First termFirst term
N. |  Goncharenko Roman (substitute)

Course material

Used course material:

* S. Ross, R. Westerfield, J. Jaffe, B. Jordan, 2018, Core Principles and Applications of Corporate Finance ( 5th international edition)

* Toledo is used for the provision of extra material.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Corporate Finance (B-KUL-D2Q42a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Multiple choice
Learning material : List of formulas, Calculator

Explanation

Features of the evaluation

Written, closed book exam. A provided list of formulas can be used. A correction for guessing is applied.

 

Determination of the final grades

The grades are determined by the lecturer as communicated via Toledo and stated in the examination schedule.

 

Information about retaking exams

The features of the evaluation and determination of grades are identical to those of the first examination opportunity, as described in the tab 'Explanation'.

ECTS Micro-economie (B-KUL-D0R68A)

4 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • kernconcepten en -theorieën uit de Micro-economie herkennen, definiëren en toelichten
  • micro-economische principes situeren binnen de bedrijfscontext en oefeningen oplossen

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student een inleidende cursus Economie, zoals D0N62A Economie, succesvol afgerond of volgt hij/zij deze cursus tijdens hetzelfde semester.

De student kan volgende basisbegrippen definiëren, herkennen en hier voorbeelden voor aanhalen:

  • prijselasticiteit van de vraag
  • 'evenwichtsanalyse' aan de hand van gegeven vraag- en aanbodcurves
  • consumentennut, nutsfuncties en marginaal nut
  • volmaakte mededinging en winstmaximalisatie bij volmaakte mededinging, consumenten - en producentensurplus

Voor een goede opbouw en begrip van de cursus, kan deze basiskennis vluchtig herhaald worden vooraleer dieper in te gaan op meer gevorderde onderwerpen.

Onderwijsleeractiviteiten

Micro-economie (B-KUL-D0R68a)

4 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Toepassingen op volmaakte mededinging

2. Marktmacht

  • Monopolie
  • Surplus grijpen

3. Onvolmaakte mededinging & Strategisch gedrag

  • Oligopolie
  • Speltheorie en strategisch gedrag

4. Risico en informatie

5. Algemene evenwichtstheorieën

6. Externaliteiten en publieke goederen

7. Concurrentiepostie vanuit bedrijfstakanalyse

8. Verticale integratie, restricties & diversificatie

 

Studiemateriaal

Gebruikt studiemateriaal:

  • Besanko, D. and Braeutigam, R. R., 2005, Microeconomics, Wiley, beschikbaar bij Acco en Kursusdienst Ekonomika
  • Aanvullende literatuur (deze wordt beschikbaar gesteld via Toledo)
  • Slides en oefeningen (deze worden beschikbaar gesteld via Toledo)

Toledo

Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo

 

Toelichting werkvorm

Iedere week is er op vrijdag een hoorcollege gepland, waarin de theorie wordt uitgelegd, eventueel aan de hand van voorbeelden en toepassingen. Studenten worden verwacht deze theorie zelfstandig te studereren en ook toepassingen/oefeningen die hierbij aansluiten vanuit het handboek door te nemen en in te oefenen.

Verder zijn er 2 werkcolleges gepland. Elk werkcollege wordt op verschillende momenten gegeven, en studenten schrijven via Toledo in voor het meest geschikte moment. Studenten worden verwacht om de oefeningen van deze colleges op voorhand door te nemen.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Micro-economie (B-KUL-D2R68a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Evaluatiekenmerken

  • Schriftelijk, gesloten boek examen.
  • Het examen bestaat uit meerkeuzevragen.
  • Er wordt gebruik gemaakt van giscorrectie bij de verbetering.
  • Studenten mogen gebruik maken van een NIET-grafische rekenmachine.
  • Tijdens het semester worden enkele voorbeeldexamenvragen beschikbaar gemaakt via Toledo.
  • Aan het examen wordt een formularium toegevoegd, waarop enkele regels rond afgeleiden en integralen staan uitgelegd. Een voorbeeld hiervan wordt op Toledo gepost.

Bepaling eindresultaat

  • Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
  • Er wordt gebruik gemaakt van giscorrectie.

Tweede examenkans

  • De evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

 

ECTS Inleiding tot het economisch recht (B-KUL-D0T01A)

6 studiepunten Nederlands 46 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Op het einde van de cursus moet een student:

  • belangrijke juridische problemen in de economische praktijk kunnen herkennen;
  • inzicht hebben in de mogelijkheden en beperkingen die het recht inhoudt voor economische activiteiten;
  • inzicht hebben in juridische denkwijzen en enkele juridische basistechnieken; en
  • enkele juridische basistechnieken kunnen toepassen (zoals het opzoeken en correct interpreteren en toepassen van relevante wetsartikelen in het licht van de toepasselijke rechtspraak) om een eenvoudige casus in het economisch recht op te lossen aan de hand van deze basistechnieken.

Begintermen

Geen specifieke begintermen.

Identieke opleidingsonderdelen

HBH60E: Inleiding tot het recht
D0W11A: Inleiding tot het economisch recht (TEW)
D0H12A: Inleiding tot het economisch recht (HIR)
HBN56B: Inleiding tot het economisch recht

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot het economisch recht (B-KUL-D0T01a)

6 studiepunten : College 46 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Dit vak biedt een algemene inleiding tot de juridische omkadering van de economische activiteit.
Daartoe worden eerst een aantal juridische basisbegrippen, -indelingen en -technieken aangereikt (bronnen en beginselen van het recht). Vervolgens komen de aspecten van het privaat- en publiekrecht aan bod die de basis vormen waarop het economisch recht is gegrondvest. De hoofdmoot van dit vak betreft echter het inzichtelijk maken van de basisregels van de verschillende onderdelen van het economisch recht, waaronder het vennootschapsrecht.

Hieronder volgt een beknopte inhoudsopgave van dit opleidingsonderdeel.
 
I. ALGEMENE INLEIDING 
1. Wat is recht? 
2. Wat zijn de fundamenten van de rechtsstaat?
3. Welke zijn de bronnen van het recht?
4. Wie zijn de rechtssubjecten van het economisch recht?
 
II. Vier kernbegrippen uit het privaatrecht

1. Art. 1382 BW: buitencontractuele aansprakelijkheid
2. Art. 1134 BW : overeenkomst
3. Art. 1998 BW: vertegen¬woordiging
4. Art. 7-8 Hyp.W.: vermogen (en het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke rechten)

III. PUBLIEKRECHT
1. Wat is publiekrecht?
2. Focus: staatsrecht
3. Focus: Europees recht

 
IV. ECONOMISCH RECHT


1. De onderneming
2. Verplichtingen die op ondernemingen wegen
3. Organisatievormen van de economische activiteit: onderneming en vennootschap
4. Vennootschapsrecht
5. Ondernemingen in moeilijkheden (faillissement, gerechtelijk akkoord)
6. Marktrecht
7. Intellectuele eigendom

Studiemateriaal

* Nota’s: wat in les wordt gezien, is (i) voldoende en (ii) noodzakelijke leerstof

* Powerpoint presentatie (Toledo) als “kapstok” – put niet uit wat in les wordt gezien

* Studiemateriaal als achtergrond bij les:

  • Deel I: Inleiding tot het recht (cursusdienst)
  • Deel II: Handels-, Vennootschaps- en Economisch Recht voor economisten (cursusdienst)
  • bijkomend studiemateriaal opgeladen op Toledo

* Codex, bv. Codex handels- en vennootschapsrecht, Kluwer (recentste versie)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot het economisch recht (B-KUL-D2T01a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie bestaat uit een gesloten boek examen met een deel meerkeuzevragen en een deel open vragen. De studenten mogen tijdens het examen gebruik maken van een codex (wat tijdens de colleges zal worden gepreciseerd); geen andere materialen mogen worden gebruikt.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Er wordt giscorrectie toegepast bij de correctie van de meerkeuzevragen.

Tweede examenkans

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

 

 

 

 

 

ECTS Organizational Behaviour (B-KUL-D0T33A)

6 ECTS English 39 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

At the end of this course, the student:
• Is able to recognize, define, and explain fundamental concepts, theories, and findings in the field of organizational behavior (OB);
• Is capable of integrating and applying OB theories to specific cases in real or fictitious organizational settings;
• Is capable of integrating and applying OB theories to both him-or herself as a future employee and him-or herself as a future people manager;
• Is capable of searching and processing relevant sources in the OB literature;
• Is able to read and interpret scientific articles in the field of OB;
• Is able to collaborate with other students on a group assignment with a written and an oral component;
• Is able to take a position (i.e., express a substantiated opinion) on topical issues within the OB field (i.e., issues for which there is no right or wrong solution), based on the evidence available in the literature;
• Is able to provide solid arguments both for his or her position on topical issues within the OB field and opposing points of view;
• Is able to debate with other students about contrasting positions taken on topical issues within the OB field.

Previous knowledge

No specific prerequisites.

If you take this course as part of an FEB Bachelor program, please check the recommended build-up and sequence for course enrolment, at http://www.econ.kuleuven.be/leuven/student/opleiding/trajectadvies.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Organizational Behaviour (B-KUL-D0T33a)

6 ECTS : Lecture 39 First termFirst term

Content

Organizational behavior (OB) is the study of how people think, feel, and act in organizations and similarly, how they are affected by the activities within organizations. OB is interested in the behavior of people embedded in specific contexts of organizational systems. Put simply, OB is about how people act in organizations, why they act as they do, and what we can do to predict and manage their behavior. Three levels of analysis guide the field: the individual, the team, and the organization.

Examples of important questions that are examined within the OB field are: Is it ok for a CEO to earn a salary 500 times higher than his or her subordinates? Are we more creative when we feel happy, or when we feel sad? Do gender quotas work in promoting more women at the top? What do the objects in your office say about you? How (and how quickly) is a recruiter's impression of an applicant formed during a job interview (for instance, how bad is it to have visible tattoos)? Do people make better decisions in a group or alone? To what extent is our behavior at work still a product of our caveman tendencies? Can stress be a good thing? Is it better to weigh your options for a long time in search for the ‘perfect’ choice, or to decide early and not think about it any further? If you could compose a 'dream team' of talented people, what would be the ideal percentage of 'geniuses' in that team (hint: not 100%, and not even 50%)?

Over the course of 13 weeks we will address the following OB topics:
Groups & teams
Inclusion & differentiation
Justice & ethics
Irrationality & decision making
Leadership
Engagement, workaholism, stress, & burnout
Impression management

Course material

Used course materials
• Course slides, available on Toledo before each class;
• Student’s class notes;
• Handbook: Robbins, S. P., & Judge, T. A. Organizational Behavior (most recent edition). Essex: Pearson.
 

Toledo
• Toledo is used for this course.

 

Language of instruction: more information

All in-class lectures and course materials are in English.

Format: more information

• In-class lectures (featuring a number of expert guest speakers)
• Preparatory reading and exercises done by the students themselves
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Organizational Behaviour (B-KUL-D2T33a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Paper/Project, Presentation, Take-Home
Type of questions : Open questions
Learning material : Computer, Course material

Explanation

Features of the evaluation

• The final exam is a take-home exam and consists of open-ended, case-based questions. Sample exam questions will be discussed in the final week of class.
• In addition to the written exam, students will complete a group assignment prior to the end of the semester. The group assignment consists of writing a point/counterpoint paper (i.e., an opinion piece based on the academic OB literature in which two sides of an issue are discussed with the goal of persuading the reader) on a topical issue within the OB field, and giving a presentation of this paper in the form of an in-class debate (at the end of the semester). Detailed instructions and examples will be discussed in class.
• The deadline for the group assignment will be communicated in class as well as via Toledo.

Determination of final grade

• The final grade will be determined by the main lecturer (course coordinator), as communicated via Toledo and stated in the examination schedule. The result is calculated and communicated as a whole number (i.e., no decimals) on a scale of 20.
• The final exam will count toward 60% (i.e., 12 out of 20) of the final grade.
• The point/counterpoint paper and debate will count toward 40% (i.e., 8 out of 20) of the final grade. As a rule, members of the same team will all be assigned the same grade on the group assignment.
• For the group assignment component, the grade will be reduced by 1 point per day if the deadline is not met, unless exceptional and grave circumstances led to missing the deadline and an alternative deadline is discussed with the main lecturer (course coordinator) prior to missing the set deadline.
 

 

 

Information about retaking exams

Second exam opportunity

• Students who do not pass the course at the first exam opportunity (i.e., receive a total grade, adding the exam and the group assignment component, of lower than 10 out of 20) and fail both components of the evaluation have to retake the exam (similar features as during the first exam opportunity) and will be required to write an individual point-counterpoint paper that needs to be handed in at the second exam opportunity. The detailed assignment and deadline will be communicated via Toledo during the second semester.

• Students who do not pass the course at the first exam opportunity (i.e., receive a total grade, adding the exam and the group assignment component, of lower than 10 out of 20) but only fail the exam component, only need to retake the exam (similar features as during the first exam opportunity). The passing grade for the group assignment obtained at the first exam opportunity will be transferred to the second exam opportunity.

• Students who do not pass the course at the first exam opportunity (i.e., receive a total grade, adding the exam and the group assignment component, of lower than 10 out of 20) but only fail the group assignment component, will be required to write an individual point-counterpoint paper that needs to be handed in at the second exam opportunity. The detailed assignment and deadline will be communicated via Toledo during the second semester. The passing grade for the exam obtained at the first exam opportunity will be transferred to the second exam opportunity.

• Students who fail the course both at the first and second exam opportunity (i.e., receive a total grade, adding the exam and the group assignment component, of lower than 10 out of 20, for both exam opportunities)—and who retake the course the next academic year—cannot transfer results obtained on either of the components to the following academic year (both components need to be redone).

ECTS Seksualiteit in perspectief (B-KUL-E08X5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Enzlin Paul (coördinator) |  Enzlin Paul |  Gijs Luc |  Hansen Bart |  Janssen Henricus |  Stevens Liesbet  |  Minder Meer

Doelstellingen

Om zowel Nederlandstalige als Engelstalige studenten van de KU Leuven toe te laten dit OPO te volgen, bestaat er een Nederlandstalige (E08X5A)  en een Engelstalige (E08X6A) versie van dit OPO die om de twee jaar worden gegeven.

Dit interfacultair keuzeopleidingsonderdeel biedt studenten een gelegenheid om kennis te maken met én te reflecteren over verschillende wetenschappelijke perspectieven op en huidige inzichten in de menselijke seksualiteit. Het uitgangspunt daarbij is dat seksualiteit een maatschappelijk relevant thema is dat verwijst naar persoonlijke ervaringen waarvoor geldt dat seksueel gedrag en seksualiteitsbeleving door zowel biologische processen als door culturele, maatschappelijke, en inter- en intra-persoonlijke waarden en normen worden beïnvloed.

Na dit opleidingsonderdeel (OPO) te hebben gevolgd kunnen studenten :

  • de historische en culturele bepaaldheid van seksualiteit herkennen, begrijpen en beschrijven;
  • een aantal belangrijke theoretische benaderingen van seksualiteit onderscheiden, benoemen én kritisch reflecteren over de waarde van hun specifieke bijdrage aan onze wetenschappelijke kennis over seksualiteit;
  • uitleggen hoe normale en abnormale seksualiteit sociale constructen zijn;
  • de evolutionaire en biologische basis van seksualiteit begrijpen en toelichten;
  • seksualiteit situeren binnen een levensloopperspectief;
  • de verhouding tussen kernelementen van ethische en juridische normatieve visies en seksualiteit verhelderen, alsook hun verhouding tot wetenschappelijke benaderingen beschrijven en evalueren;
  • hun  persoonlijke ideeën, waarden, normen, attitudes en houdingen ten aanzien van seksualiteit beter herkennen en expliciteren.

Begintermen

Het opleidingsonderdeel (OPO) 'Seksualiteit in perspectief ’ is bedoeld als een algemeen inleidend OPO dat kan worden gevolgd door zowel Bachelor- als Masterstudenten. Er wordt geen specifieke voorkennis verondersteld.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seksualiteit in perspectief (B-KUL-E08X5a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het OPO 'Seksualiteit in perspectief' omvat o.a. de volgende inhouden:

  • Historische en cross-culturele perspectieven op seksualiteit
    • visies op seksualiteit doorheen de geschiedenis
    • visies op seksualiteit in verschillende culturen
  • Theoretische perspectieven op seksualiteit
    • evolutionaire, psychologische, en sociologische benaderingen
  • Normale en abnormale seksualiteit
    • wie en wat bepaalt ‘normaliteit’ en waarom is er zo een ordeningsprincipe (nodig) ? 
  • Biologische basis van seksualiteit
    • anatomie en fysiologie van seksualiteit
    • invloed van genen, hormonen, hersendifferentiatie op sekse, gender en seksualiteit
  • Seksuele ontwikkeling en levensloop
    • beschrijving van de seksuele ontwikkeling van wieg tot graf
  • Seksuele oriëntatie en seksuele voorkeuren
    • visies op het ontstaan, het voorkomen en de gevolgen van seksuele identiteit
  • Mannen, vrouwen, relaties en seksualiteit
    • gelijkenissen en verschillen tussen mannen en vrouwen i.v.m. relaties en seksualiteit
  • Seksualiteit, gezondheid en seksuele gezondheid
    • seksualiteit en psychische en lichamelijke gezondheid
    • SOA’s/HIV en ziekte en seksualiteit
  • Seksualiteit, ethiek en de wet
    • ethische reflecties ivm seksualiteit en behandelingen die ingrijpen op vruchtbaarheid en reproductie
    • kernpunten over de verhouding tussen seksualitiet en de wet m.i.v. elementen uit seksueel strafrecht  

Studiemateriaal

Het studiemateriaal voor dit OPO omvat o.a.:

•           PowerPoint-presentaties die tijdens de lessen worden gebruikt, zullen via Toledo aan de studenten ter beschikking worden gesteld.

•           Relevante teksten zullen in een reader aan de studenten ter beschikking worden gesteld.

Toelichting werkvorm

Tijdens de colleges worden de verschillende inhouden van het OPO aan de hand van een PowerPoint presentatie toegelicht. De docenten streven naar interactieve colleges en actieve participatie van de studenten aan het debat. Daarbij kunnen de studenten – hetzij individueel, hetzij in duo's, hetzij in kleine groepjes – worden uitgedaagd om te reflecteren over de in de colleges besproken onderwerpen en hun maatschappelijke relevantie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seksualiteit in perspectief (B-KUL-E28X5a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen bestaat uit 1 geïntegreerd schriftelijk examen bestaande uit 50 meerkeuzevragen met 4 antwoordalternatieven (waarbij giscorrectie wordt toegepast; een fout antwoord leidt tot een aftrek van 0.3 punten). Het examen heeft als doel te toetsen op twee niveaus, m.n.

  • kennis van basisbegrippen en (historische) feiten 
  • inzicht in de aangereikte denkkaders

ECTS Sexuality in Perspective (B-KUL-E08X6A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term
Enzlin Paul (coordinator) |  Stevens Liesbet |  N. |  Enzlin Paul (substitute) |  Hansen Bart (substitute) |  Gijs Luc (substitute) |  Janssen Henricus (substitute)  |  Less More

Aims

To enable Dutch as well as English students of KU Leuven to attend this course, a Dutch (E08X5A)  and English (E08X6A) version of this course is taught every other year.  

 

This elective course provides students with an opportunity to learn about and reflect on contemporary scientific approaches to and current insights in human sexuality. The premise of this course is that the (behavioral) expression and experience of our sexuality are influenced and regulated by biological factors as well as cultural and social processes, including inter- and intra-personal norms and values.

 

After having followed this elective course students will be able :

•           to recognise, understand, and describe the historical and cultural basis of our thinking about human sexuality;

•           to distinguish between major theoretical approaches to sexuality, to name and critically reflect on their contribution to our understanding of and scientific knowledge about sexuality;

•           to explain how ‘normal’ and ‘abnormal’ sexuality are social, legal, and culturally sensitive constructs;

•           to understand and explain the basics of evolutionary and biological perspectives on human sexuality;

•           to situate sexuality within a life time perspective;

•           to discuss the relationship between core elements of religious, ethical and legal normative discourse and views on sexuality, and to describe and assess their connections to different scientific approaches;

•           to identify and articulate their own ideas about and values, norms, and attitudes towards sexuality..

Previous knowledge

This elective course aims to be an introductory course that can be followed by Bachelor’s as well as Master’s students. No previous knowledge on the topic is required.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Sexuality in Perspective (B-KUL-E08X6a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term
Stevens Liesbet |  N. |  Enzlin Paul (substitute) |  Hansen Bart (substitute) |  Gijs Luc (substitute) |  Janssen Henricus (substitute)  |  Less More

Content

This course includes the following topics:

• Historical and cross-cultural perspectives on sexuality

o          human sexuality throughout history

o          human sexuality in different cultures

• Theoretical perspectives on sexuality

o          evolutionary, psychological, sociological approaches

• Normal and abnormal sexuality

o          How and why do people, societies, and cultures define normality?

• Biology of human sexuality

o          anatomy and physiology of human sexuality

o          the impact of genes, hormones, and brain differentiation on sex, gender, and sexuality

• Sexual development

o          description of sexual development from cradle to grave

• Sexual orientation and sexual preferences

o          current thinking about factors and processes influencing sexual identity

• Men, women, relationships, and sexuality

o          gender differences and similarities in sexuality and relationships

• Sexuality, health, and sexual health

o          sexuality and mental and physical health

o          STDs/HIV, disease, and sexuality

• Sexuality, religion, ethics, and the law

o          the regulation of sexuality through ethics, rules, and shared expectations

Course material

The study material for this course consists of:

•           PowerPoint-presentations, which will be made available to students via Toledo

•           Relevant texts, which will be made available as a reader (printed or electronically).

Format: more information

The topics covered in this course will be presented and discussed in the classroom using PowerPoint presentations. Students will be encouraged to print out the slides (which will be made available on Toledo) in advance and bring them to class, to facilitate note taking. During the lectures students will regularly – either individually, in pairs, or in small groups – be invited to reflect on the various topics discussed during lectures.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Sexuality in Perspective (B-KUL-E28X6a)

Type : Exam outside of the normal examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Multiple choice
Learning material : None

Explanation

The evaluation consists of a written exam with multiple choice questions (corrected for guessing) in which an evaluation will be done on two levels:

•           knowledge of basic facts and concepts

•           insight in discussed theoretical frameworks

ECTS Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid (B-KUL-G0D70A)

3 studiepunten Nederlands 0 Niet ingerichtNiet ingericht Uitgesloten voor examencontract
Severijns Natalis (coördinator) |  N.

Doelstellingen

Opgelet: Dit opleidingsonderdeel wordt in 2020-2021 uitzonderliljk niet aangeboden.!!

1. Leerdoelen

De student kan de betekenis en samenhang van de ‘Megatrends’ en hun achtergrond, de ‘Sustainable Development Goals’, de ‘Sustainability Doughnut’ en de ‘Planetary Boundaries’ verwoorden.

De student kan de discussie over de termen ‘duurzaamheid’ en ‘duurzame ontwikkeling’ duiden.

De student kan zowel de ecologische, economische, sociale, ethische als culturele dimensies van duurzaamheidskwesties concreet illustreren.

De student kan een aantal maatregelen in het domein van technologie en wetenschap die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten, opsommen, en toelichten welke impact ze (kunnen) hebben.

De student kan diversiteit en een open ethiek als basiskenmerk van ‘cultures of sustainability’ verder toelichten vanuit de idee van veerkracht en systeemdenken in een sociaal-maatschappelijke context.

De student kan systeemdenken (beperkt) toepassen bij het kritisch bekijken en vervolgens beoordelen van duurzaamheidscontroverses aangebracht in de media.

De student kan het belang van transdisciplinaire samenwerking en teamwerk in het kader van duurzaamheid en duurzame ontwikkeling voor specifieke cases aangebracht in krantenartikels uitleggen, door concrete relevante onderzoeksvragen van diverse wetenschapsdomeinen te verwoorden.

 

2. Vormingsdoelen

De student kan een respectvolle discussie over aspecten van duurzaamheid voeren met studenten uit de eigen zowel als uit andere disciplines, en getuigt hierbij van zorgvuldigheid, verantwoordelijkheidszin en een ethische ingesteldheid.

De student is bereid en in staat om op een kritische wijze deel te nemen aan de maatschappelijke discussie omtrent duurzaamheid vanuit de eigen expertise in haar/zijn discipline.

De student is ‘actiecompetent’, m.a.w. de cursus heeft capaci­teiten én het engagement bijgebracht om actief bij te dragen aan het aanpakken van de structurele oorzaken van duurzaamheidskwesties.

 

Begintermen

De eerste fase van de bacheloropleiding werd met succes afgerond.

Identieke opleidingsonderdelen

G0D70B: Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid theorie en opdracht (B-KUL-G0Z52a)

3 studiepunten : College 0 Niet ingerichtNiet ingericht
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid (B-KUL-G2D70a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

De evaluatie bestaat uit drie delen: een tussentijds kennisexamen (dit telt mee voor 8 van de 20 delen van de examenscore), een vormend werkstuk (deels gescoord via peer-evaluatie, en telt mee voor 4 van de 20 delen van de examenscore), en een afrondende casusanalyse en -optimalisatie (buiten de examenperiode (net voor of tijdens de blokperiode), en dit telt mee voor 8 van de 20 delen van de examenscore).

Elke student dient op elk onderdeel te slagen om te kunnen slagen voor het geheel. Anders bedraagt de eindscore maximaal 9/20. Poging tot fraude in welk onderdeel dan ook, ten nadele van het team of individueel, zorgt voor een (individueel) oordeel ‘NA’ en alle scores vervallen. Er is geen herkansing mogelijk voor het vormend werkstuk dat in teamverband tijdens het jaar wordt uitgewerkt.

Toelichting bij herkansen

Er is geen herkansing mogelijk voor het vormend werkstuk dat in teamverband tijdens het jaar wordt uitgewerkt.

ECTS Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H0O00A)

3 studiepunten Nederlands 24 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Van Acker Karel (coördinator) |  Dewulf Wim |  Van Acker Karel |  N.

Doelstellingen

De hoofddoelstelling van dit vak is dat de studenten de nodige kennis (en vaardigheden) verwerven met betrekking tot de ‘staat van de planeet’. Daarvoor zetten we in op de volgende concrete leerresultaten:

  • Studenten zijn op de hoogte van de stand van zaken m.b.t. de voornaamste problemen waarmee de globale samenleving wordt geconfronteerd. Zij beschikken over de nodige parate kennis (ook kwantitatief) en zijn in staat om nieuwe informatie, op basis van deze kennis, inzichtelijk te interpreteren.
  • Zij kunnen een op feiten en rationale afwegingen gebaseerd standpunt innemen m.b.t. de voornaamste thema’s van de duurzaamheidsproblematiek. Hierbij kunnen zij, waar nodig, ook het cruciale cijfermateriaal correct interpreteren.
  • Studenten zijn zich bewust van het feit dat de wereld voortdurend in evolutie is en hebben de reflex om, wanneer nodig hun kennis bij te werken door het opzoeken en interpreteren van recent, relevant feitenmateriaal.
  • Zij hebben inzicht in de samenhang tussen de verschillende problematieken en zijn in staat om, als ze een standpunt innemen m.b.t. een bepaald thema, de samenhang met andere thema’s te duiden, waar mogelijk vanuit een systeemgebaseerde benadering.
  • Studenten kennen de implicaties van verschillende oplossingsstrategieën voor elk van de behandelde thema’s. Ook hier kunnen ze de samenhang met andere thema’s duiden, waar mogelijk vanuit een systeemgebaseerde benadering.
  • Studenten begrijpen waarom mensen dikwijls verkeerde denkbeelden koesteren (en welke de voornaamste zijn) en weten hier in een debat mee om te gaan.

 

De vormingsdoelen kunnen als volgt geformuleerd worden:

  • Studenten hebben de reflex ontwikkeld om uitspraken rond de behandelde thema’s kritisch te benaderen en te verifiëren aan de hand van recente informatie en inzichten, ook kwantitatief indien dat nodig is.
  • Studenten zijn in staat om informatie die hen bereikt i.v.m. de besproken thema’s te toetsen aan hun eigen kennis en kunnen de redenen formuleren waarom informatie al dan niet correct is.
  • Studenten hebben ook een ‘systeemreflex’ ontwikkeld: zij gaan, wanneer de behandelde thema’s besproken worden, spontaan op zoek naar de samenhang met andere thema’s en wegen uitspraken of standpunten niet enkel af ten opzichte van de kosten/benefits voor de thematiek in kwestie maar hebben oog voor het grotere geheel.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

H04M8A: Interdisciplinair college duurzame ontwikkeling

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H0O00a)

3 studiepunten : College 24 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In deze lessenreeks worden globale duurzaamheidsuitdagingen ontrafeld, waarbij we de uitdagingen bekijken vanuit een globaal perspectief. De volgende thema’s worden behandeld:

  • "planetary boundaries" en klimaat
  • Biodiversiteit en landgebruik
  • Bevolkingsdemografie en globale gezondheid
  • Voedsel en water
  • Energie
  • Grondstoffen en circulaire economie
  • Urbanisatie en mobiliteit
  • Sociale en economische ongelijkheid
  • Migratie en diversiteit
  • Ethische, culturele en psychologische dimensies van globale veranderingen
  • Economie van duurzame ontwikkeling
  • Globale governance

 

Elke les wordt verzorgd door één of meerdere docenten uit de betrokken discipline.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal zal bestaan uit de slidesets van de verschillende lesgevers die op een zo uniform mogelijke manier worden vormgegeven. Er wordt ook een Engelstalige versie van de slides gemaakt. Verder ondersteunen we het leerproces via digitale middelen zoals kennisclips zodat ook studenten die het Nederlands niet machtig zijn het vak via zelfstudie kunnen opnemen.

Toelichting onderwijstaal

Het OPO zal in het Nederlands gedoceerd worden. Wel zoeken we, op wat langere termijn, naar een oplossing om ook niet-Nederlandstalige studenten het OPO te laten volgen door het aanbieden van Engelstalig digitaal lesmateriaal.

Toelichting werkvorm

Het vak bestaat uit 12 lessen van twee uur die elk 1-2 thema’s behandelen. De lessen zullen interactief worden opgevat, o.a. door de studenten bij het begin te bevragen (met behulp van Poll Everywhere) over hun huidige kennis en hierover met hen in gesprek te gaan. Ook tijdens de les zullen regelmatig vragen gesteld worden en zal aan de studenten gevraagd worden om kleine oefeningen te maken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H2O00a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Het examen is een casusgebaseerd schriftelijk meerkeuzevraag examen met giscorrectie.

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans zal dezelfde vorm hebben als de eerste.

ECTS Cardiovasculaire preventie, screening en training bij chronische aandoeningen (B-KUL-L00F3A)

3 studiepunten Nederlands 31 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- de positieve effecten van inspanning en fysieke activiteit op de gezondheid te kunnen beschrijven en verklaren
- een veilig trainingsprogramma op te stellen en te begeleiden voor personen met chronische aandoeningen
- bestaande nationale en internationale richtlijnen en aanbevelingen over sportbeoefening en screening bij sporters met diverse cardiovasculaire problematieken te beschrijven
- het gezondheidsrisico, dat gepaard gaat met het leveren van fysieke inspanningen in verschillende populaties, op een correcte wijze in te schatten en de nodige maatregelen te nemen ter preventie van acute cardiovasculaire complicaties (klinisch redeneren)

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat studenten bewust zijn van de handelingen van andere zorgverleners bij een oefenprogramma voor chronische aandoeningen.

Begintermen

De student is vertrouwd met de algemene begrippen van training, gezondheidsleer, ziekteleer en inspanningsfysiologie.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
- bachelor in de geneeskunde
EN heeft de volgende opleidingsonderdelen gevolgd of volgt het gelijktijdig met deze opleidingsonderdelen:
- Gezondheids- en ziekteleer (bv. L09A1B)
- trainingsleer (bv. L00B3B)
- Inspanningsfysiologie (bv. L00B5B)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inspanningsevaluatie en fysieke training bij chronische aandoeningen (B-KUL-L01J3a)

1 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Effecten van fysieke training bij patiënten met chronische aandoeningen (Hartlijden, longlijden, obesitas en diabetes)
2. Hoe een trainingsprogramma voor patiënten met chronische aandoeningen opstellen?
3. Interpretatie van inspanningsevaluaties bij patiënten met chronische aandoeningen
 

Studiemateriaal

Presentaties ter beschikking op Toledo
Specifieke artikels ter beschikking op Toledo

ACSM's Exercise management for persons with chronic diseases and disabilities – 3rd Edition. J. Larry Durstine, Geoffrey Moore and Patricia Painter (Edrs). Human Kinetics

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L02M6A : Preventie door screening en training

Cardiovasculaire preventie en screening (B-KUL-L01J4a)

2 studiepunten : College 21 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Fysieke activiteit, fysieke fitheid en primaire, secundaire en tertiaire preventie
2. Plotse dood en cardiovasculaire verwikkelingen bij inspanning
3. Screening en richtlijnen/voorschriften voor het beoefenen van sport
4. Klinisch redeneren naar herkennen en adequaat reageren op acute syndromen tijdens inspanning (ischemie, syncope; ritmestoornissen)
 

Studiemateriaal

Presentaties ter beschikking op Toledo
Specifieke artikels ter beschikking op Toledo

ACSM’s Resource manual for guidelines for exercise testing and prescription. 6th edition. Lippincott, Williams and Wilkins. ISBN 978-0-7817-6906-8

Toelichting werkvorm

Tijdens de hoorcolleges omtrent klinisch redeneren wordt op een interactieve wijze te werk gegaan.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Cardiovasculaire preventie, screening en training bij chronische aandoeningen (B-KUL-L20F3a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Twee open vragen en twee ritmestroken, waarvan o.a. de klinische manifestaties en het soort ritmestoornis dient aan gegeven te worden.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Seminarie en stage voetbal: deel 2 (B-KUL-L00I0A)

6 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • op een professionele manier elite jeugdspelers in de postformatie (vanaf 16 j tem beloften) en senioren te adviseren en te begeleiden op het vlak van prestatieverbetering en blessurepreventie
  • de overgang van de eindopleiding naar het eerste elftal te faciliteren
  • theoretische trainingsobjectieven om te zetten in praktische trainingsvormen wat cardiovasculaire en musculoskeletale belasting betreft
  • de biologische maturiteit te bepalen van jeugdspelers en op basis hiervan adviezen te formuleren
  • op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om elite jeugdspelers voor te bereiden op wedstrijdsituaties
  • elite jeugdspelers te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
  • als sportwetenschappelijk trainingsexpert binnen een federatie/club te fungeren
  • de resultaten van wetenschappelijke publicaties te vertalen naar de praktijk
  • de resultaten van wetenschappelijke publicaties op een aantrekkelijke en verstaanbare manier te presenteren

 

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:

  • in de sportwetenschappelijke verdieping dit verder onder begeleiding toe te passen bij senior prestatiesporters
  • Kennis maakt met guest lectures, zelfstudie en peer instruction (mentors uit de Masters Programma).
  • vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende media zoals wedstrijdanalyse/ techniekanalyse (video) en scoutingsverslagen/analyses (Topsportslab) bij het lesgeven.

 

 

  • Een mogelijk schaalverhoging naar het niveau 'Coach A Elite Youth / UEFA A Elite Youth' als hij / zij al in het bezit is van een kwalificatieniveau 'Coach B / UEFA B football' en een gemiddeld eindcijfer van ten minste 14/20 bereikt in de OPO's Seminarie en stage voetbal (op beide masterjaren).
  • Een mogelijke vervolgkwalificatie op het niveau 'A Senior Trainer / UEFA A Senior'.

Begintermen

Begintermen:

Er wordt sterk aanbevolen om de opleidingsonderdelen Training en coaching voetbal (L03D6B) en Seminarie en Stage voetbal deel 1 (L09H7B) gevolgd te hebben en in het bezit te zijn van een trainersdiploma UEFA B/Trainer B voetbal

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van (jeugdige) competitieve voetballers. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van jonge elite voetballers en bij de organisatie van trainingen.

Beginvoorwaarden credit contract
De student is in het bezit van volgend diploma:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd Masterproef: deel 1 en Masterproef: deel 2.

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( SOEPEL(L09H7A) OF SOEPEL(L09H7B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L00I3A) OF ( GELIJKTIJDIG(L04E0B) EN GELIJKTIJDIG(L03M1A) EN GELIJKTIJDIG(L03M3A) ) ) EN
DIPLOMA(50074203)


L09H7AL09H7A : Seminarie en stage voetbal: deel 1
L09H7BL09H7B : Seminarie en stage voetbal: deel 1
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L04E0BL04E0B : Voeding: gezondheids- en prestatiegerelateerde aspecten
L03M1AL03M1A : Sportcoaching, deel 2
L03M3AL03M3A : Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 2
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie voetbal: deel 2 (B-KUL-L00I1a)

2 studiepunten : College 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie voetbal worden voetbalspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de voetbalrealiteit. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van elite jeugdspelers van het hoogste nationaal of internationaal niveau op conditioneel, technisch, tactisch, en psychologisch vlak.

De volgende topics komen hierbij aan bod:
- Fysieke screeningsresultaten kunnen analyseren, maar ook kunnen reflecteren over nieuwe wetenschappelijk onderbouwde fysieke tests
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen (integratie van tactische aspecten in voetbaltraining van nationaal senior niveau)
- Geïntegreerde fysieke aspecten van elite jeugdspelers op internationaal niveau (vanaf 16 j tem beloten)  (CLUSK).

- het meten en rapporteren van de biologische maturiteit van jeugdspelers

- geïntegreerde fysieke aspecten van senioren op nationaal niveau
- Uitvoeren van een uitgebreide wedstrijdscouting op internationaal niveau als talentscout (fysiek, technisch, tactisch), en ook het vertalen van de resultaten hiervan naar geïndividualiseerde trainingen (ind/collectief)
- Gedeeltelijk assisteren bij de practica van 1eMa (practicum en seminarie)
- Kritisch leren nadenken over new trends in football op basis van (voetbal gerelateerde) sportwetenschappelijk artikels.

- het presenteren van de resultaten van recente (voetbal gerelateerde sportwetenschappelijke artikels

Studiemateriaal

Als studiemateriaal wordt beroep gedaan op volgende handboeken:
- Helsen, W. (1996). Beter leren voetballen: een nieuwe kijk op theorie en praktijk, Leuven: Acco, 210 p.
- VTS-ppts trainer A senior voetbal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
- Een selectie van wetenschappelijke sleutelpublicaties in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline voetbal
- Van Winckel, J. (2006), Voetbalconditie: een praktische en wetenschappelijke benadering, Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

College
Practicum
Opdracht
Excursie
Microteaching
Groepsdiscussies

Masterstage voetbal: deel 2 (B-KUL-L00I2a)

4 studiepunten : Stage 60 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van beloften of senior prestatiesporters, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de wetenschappelijk onderbouwde begeleiding en coaching van beloften of senior prestatiesporters tijdens de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van beloften of senior prestatiesporters op nationaal/international niveau.

De stage bestaat uit een externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het 1e semester. Deze stage laat de student toe op hoger niveau ervaring op te doen bij (jong)volwassen topsporters.

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage eindopleiding elite jeugd (vanaf 16 j tem beloften) 
- Clubstage A-kern op niveau 1e nationale tot en met 3e amateurklasse
- Weekstage met een clubteam of een nationale selectie (ev. Afzonderingsweekend)
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering kennen van de volledige clubwerking (club, federatie). Hierover kritisch je eigen mening kunnen formuleren met wetenschappelijk onderbouwde alternatieven.
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdprestatie (fysiek, technisch, tactisch) en de resultaten hiervan vertalen naar uitgewerkte trainingen
4. Het aanwenden van hartslagmeters om de trainingsintensiteit te bepalen tijdens de verschillende fasen van een ganse competitie. Wetenschappelijke, innoverende info aanreiken aan je stagebegeleider ivm ‘continuous monitoring’ van atleten.
5. Schets van de positie/taken van de technische staff binnen de club. Aan de hand van deze schets een eigen visie uitschrijven over de vorming van het kader rond een A-team.
6. Assisterende activiteiten tijdens weekstage (voorbereiding, evaluatie, …)
7. Coördinatie trainingsactiviteiten
8. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage voetbal: deel 2 (B-KUL-L20I0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage voetbal: deel 2’ staat geprogrammeerd als een jaaropleidingsonderdeel. Voor studenten die het OPO ‘Wetenschappelijke verdieping in fysieke activiteit en sport – 20 SP’ opnemen en hierdoor niet in de mogelijkheid zijn om in het tweede semester nog stage te lopen voor het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage voetbal: deel 2’ zal in overleg met de verantwoordelijke een traject worden afgesproken dat tijdens het eerste semester volledig kan worden afgewerkt.

 

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

 

1. Er is een open- en gesloten boekexamen over de geziene leerstof.

2. De evaluatie van de stage bestaat uit:

- Eindevaluatie met stagetitularis en -begeleider op het einde van het eerste semester

- Mondelinge presentatie van de stage in de lessenreeks in aanwezigheid van stagetitularis(sen), externe stagebegeleider (indien beschikbaar), externe experts binnen het vakgebied (DSKO van de VTS als waarnemer)

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores gegeven door alle betrokkenen bij de stages.

De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de 2 onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zo niet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

Bij onregelmatigheden of problemen bij de stage kan een sanctie opgelegd worden door de titularis van het opleidingsonderdeel. Deze sanctie kan bestaan uit extra weken/maanden stage om te bewijzen dat de student kan voldoen aan de eindtermen van het opleidingsonderdeel en de opleiding.

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

NOTA:

Voor zover voldaan is aan de bijkomende voorwaarden zoals bepaald in overeenstemming met VTS-Sport Vlaanderen, kan een inschaling worden bekomen op het niveau Trainer A/UEFA A van de Vlaamse Trainersschool, mits een gemiddelde eindscore van minstens 14/20 wordt behaald op de OPO's ‘Seminarie en stage voetbal’ deel 1 en deel 2 en een positief jurygesprek met de DSKO en de federatie. Gedurende het jurygesprek wordt geëvalueerd op basis van een vooropgesteld evaluatieprotocol, opgesteld vanuit VTS.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):

  • Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
  • studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage, maar niet voor onderdeel 1 herwerken dit voor de start van de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 2 (Stage), blijft dit punt behouden.

ECTS Prestatiesportbegeleiding: deel 2 (B-KUL-L00I3A)

8 studiepunten Nederlands 80 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel is een specialisatie-opleidingsonderdeel binnen de afstudeerrichting Training en Coaching. Algemeen doel van het opleidingsonderdeel is om op basis van wetenschappelijke inzichten in de verschillende aandragende wetenschapsdomeinen de studenten een aantal vaardigheden bij te brengen die essentieel zijn binnen het domein van de prestatiesportbegeleiding. Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student:
- in staat om effectief coachinggedrag te vertonen in crisissituaties zoals  kwetsuren,  eetstoornissen,  teamconflicten...
-  in staat om experten in te schakelen ter optimalisatie van het begeleidingsproces
-  in staat om zijn functioneren te situeren binnen een ruimere sportcontext van een begeleidingsteam, club, federatie etc.
- bekwaam om bij begeleiden van prestatiesporters een multidisciplinaire aanpak toe te passen waarbij heel wat specialisten hun expertise aandragen
- in staat om te reflecteren over het belang van een geïntegreerde aanpak van de conditionele eigenschappen in teamtrainingen
- in staat om begeleidingsmodellen en –concepten uit diverse sporten op een zinvolle manier te vertalen naar de eigen sportdiscipline

Begintermen

Kennis van de basisbegrippen uit het domein van de Biomechanica, het domein van Inspanningsfysiologie, het domein van het Motorisch leren en controle, uit het domein van de sportcoaching

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd of volgt ze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Algemene trainingsleer: deel 2
- Voeding en fysieke activiteit

En heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd
- Prestatiesportbegeleiding: deel 1

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



SOEPEL(L09H4A) EN DIPLOMA(50074203)


L09H4AL09H4A : Prestatiesportbegeleiding deel 1
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Capita selecta trainingsleer: sportbiomechanica (B-KUL-L00I4a)

2 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De rol van de sportbiomechanica binnen de sport wordt toegelicht aan de hand van volgende onderdelen waarbij steeds gewerkt wordt naar concrete voorbeelden uit de actuele topsportbegeleiding:

  • overzicht van de belangrijkste methodieken binnen de sportbiomechanica: kinematica, kinetica,...
  • prestatie-analyse en predictie vanuit een mathematisch model
  • de evolutie en de impact van sportmaterialen, sportinfrastructuur en technologie
  • het monitoren van sprint in team en individuele sporten.

Studiemateriaal

De handout van de presentaties die gebruikt worden in de les worden ter beschikking gesteld via Toledo en maken integraal deel uit van de leerstof. Daarnaast worden er wetenschappelijke papers aan de studenten gegeven ter ondersteuning van het lesmateriaal.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L03M6A : Capita selecta trainingsleer

Prestatiesportbegeleiding: sportcoaching (B-KUL-L00I5a)

2 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De volgende inhoudelijke topics komen aan bod:

Om een beter inzicht te verwerven om (als trainer/coach) gepast te kunnen omgaan met probleemsituaties in de prestatiesport, worden volgende topics behandeld:
- begeleiding ernstig geblesseerde sporter
- omgaan met risicogedrag (eetstoornissen…)
- verwijzen naar/samenwerken met experten in de psychosociale sector
- omgaan met teamconflicten

Om meer diepgang te verwerven rond mogelijke invloed van de coachstijl op motivatie, tevredenheid en prestatie van topsporters, worden volgende accenten gelegd:
- impact van de gepercipieerde rechtvaardigheid van de coach op de groepsdynamica en de sportprestatie (social loafing).
- impact van autonomie ondersteunende coachstijl op de technische ontwikkeling, het tactisch inzicht van jeugdige sporters en elitesporters.
- invloed van de coachstijl en van het motivationeel klimaat op proactieve gedragingen van sporters
- onderscheid tussen coachen van individu en coachen van een ploeg.

Studiemateriaal

B. De Cuyper (2006). Met vallen en opstaan. Probleemsituaties bij prestatiesporters. Arko Sports Media:  Nieuwegein.

Artikels, deze zullen verder gespecifieerd worden op Toledo

Slides + extra info vanuit de les

Prestatiesportbegeleiding: transversaal (B-KUL-L00I6a)

4 studiepunten : College 40 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In een eerste deel worden een aantal topics behandeld op een transversale wijze. Concreet worden de volgende topics behandeld:

1. Vanuit de basisprincipes voor de ontwikkeling van fysieke eigenschappen en technische vaardigheden zoals ze actueel worden toegepast binnen diverse sporten (zowel individuele als interactieve bewegingsvormen) worden de tradities, de problematieken (SWOT-analyse) met betrekking tot de trainingsopbouw kritisch geëvalueerd  met bijzondere aandacht voor de organisatie en de aanpak van de  talentdetectie, -selectie en –ontwikkeling in de jeugd- en de prestatiesport. Sportspecifieke evaluatiesystemen worden geanalyseerd en vergeleken. 

2. Via een conceptueel model dat gebaseerd is op de beschikbare literatuur verwerven de studenten inzicht in de interne en externe factoren die bepalend zijn voor prestatieverbetering en blessurepreventie in de individuele en teamsporten. Hierbij komt ook de problematiek van ‘Continous monitoring’ aan bod via moderne informatietechnologie (electronische logbooks, Dartfish, GPS, iPads, polar Team2, web-applicaties,…). Als voorbeeld stelt M. Beunen de begeleiding van de Olympische hockeyploegen voor. De studenten werken dit ook verder uit in de sportdiscipline waarin ze zich verder specialiseren.

3. Vanuit verschillende invalshoeken wordt de tactische component uitgewerkt en het belang hierbij van een situatie-georiënteerde aanpak.  Met name komen de volgende invalshoeken aan bod: speltheorie, risicogedrag, probabiliteitsleer, gedrag bij dieren. Dit wordt telkens geïllustreerd aan de hand van voorbeelden uit zowel de individuele als teamsporten.

4. Het begeleiden van prestatiesporters vergt een multidisciplinaire aanpak waarbij heel wat specialisten komen kijken. Concrete voorbeelden hiervan zijn de begeleiding van het bobslee-team, een wielerploeg of de 4 x 100 m aflossingsploeg.

Studiemateriaal

Williams, A. M., Ford, P. R., Eccles, D. W., & Ward, P. (2010). Perceptual-cognitive expertise in sport and its acquisition: implications for applied cognitive psychology. Applied Cognitive Psychology, 25, 432

Toelichting werkvorm

Groepsdiscussie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Prestatiesportbegeleiding: deel 2 (B-KUL-L20I3a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie bestaat uit volgende elementen:
25%: OLA sportcoaching: schriftelijk examen met gesloten boek 
25%: OLA biomechanica: opdracht (met presentatie tijdens de les) + schriftelijk examen
50%: OLA transversaal:
- Talentdetectie: presentatie tijdens de lessen
- Prestatieverbetering/blessurepreventie: opdracht (met presentatie tijdens de les) + schriftelijk examen
- Tactiek: discussie tijdens de les + mondeling examen
- Multidisciplinaire aanpak: presentatie van werkstuk/paper.

- Inspanningsfysiologie: schriftelijk examen.

 

Rekenregels bij negatieve deelpunten

1) Bij 1 deelpunt 9/20: totaalpunt afronden naar beneden

2) bij 1 deelpunt < 9/20: -1 op totaalpunt

3) bij 1 deelpunt < 5/20 kan de student niet slagen: - 2 op totaalpunt of maximum 9/20, waarbij de laagste score geldt.

4) bij 2 deelpunten <10/20: -1 extra op totaalpunt

5) bij 3 deelpunten <10/20: -2 extra op totaalpunt.

 

Totaalpunt: toepassen gewone afrondingsregel.

Wanneer een of meerdere elementen niet afgelegd werden, wordt de totaalscore op het opleidingsonderdeel “Niet Afgelegd” (NA). Bij een '0' worden de normale rekenregels toegepast.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regelgeving m.b.t. plagiaat.

ECTS Seminarie en stage volleybal: deel 1 (B-KUL-L00I7B)

9 studiepunten Nederlands 126 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • op een professionele manier elite jeugdsporters te adviseren en te begeleiden
  • op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om elite jeugdsporters optimaal voor te bereiden op wedstrijdsituaties
  • om elite jeugdsporters te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
  • als talentscout binnen een federatie/club te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:

  • Kennis maakt met zelfstudie en peer instruction.
  • vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende media zoals video en PC bij het lesgeven

Begintermen

Begintermen:

De student wordt sterk aanbevolen om de opleidingsonderdelen 'Training en coaching volleybal' en 'Stage volleybal' gevolgd te hebben en in het bezit te zijn van een trainersdiploma Trainer B volleybal. Studenten die geen credit hebben verworven voor het opleidingsonderdeel ‘Stage volleybal’ uit de bachelor, moeten contact opnemen met de titularis van het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage volleybal: deel 1’ voor een intakegesprek vooraleer zij kunnen toegelaten worden.

 

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van (jeugdige) sporters en dit zowel op recreatief als op clubniveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van (jeugdige) sporters en bij de organisatie van trainingen, (mini-)stages en wedstrijden op (jeugd)competitieniveau.

 

Beginvoorwaarden creditcontract

De student is in het bezit van het diploma:

- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd of volgt ze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:

- L02M2A: Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen

- L04E0B: Voeding: gezondheids- en prestatie gerelateerde aspecten

- L08H7B: Sport coaching m.i.v. practicum, deel 1

- L02M6A: preventie door screening en training

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



STRENG(L04D6B) EN ( GELIJKTIJDIG(L08H7A) OF GELIJKTIJDIG(L08H7B) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF GELIJKTIJDIG(L02M2A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L01J5A) OF GELIJKTIJDIG(L02M6A) )


L04D6BL04D6B : Stage volleybal
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L08H7BL08H7B : Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L02M2AL02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L02M6AL02M6A : Preventie door screening en training


Identieke opleidingsonderdelen

L00I7A: Seminarie en stage volleybal: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie volleybal: deel 1 (B-KUL-L00I8a)

3 studiepunten : College 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Er worden volleybalspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de volleybalrealiteit. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van teams op conditioneel, technisch, tactisch, en psychologisch vlak.

De volgende topics komen aan bod:
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen (integratie van fysieke training in het volleybal)
- Geïntegreerde conditionele aspecten van elite jeugd (CLUSK)
- Uitvoeren van een uitgebreide scouting van een wedstrijd (fysiek, technisch, tactisch) en de resultaten hiervan vertalen naar geïndividualiseerde trainingen (individueel en collectief)
- Meten en evalueren van het prestatievermogen op een zelfstandige manier. Hierbij wordt sportspecifieke meetapparatuur aangewend.
- Op basis van een sportief onderbouwde analyse een training opbouwen in functie specifiek afgelijnde doelstellingen
- Uitwerken van volleybalgerelateerde topics zoals:
- agility-training
- nieuwe trends in het volleybal
- blessurepreventie & revalidatietraining
- spelsystemen

Studiemateriaal

- Reeser J.C., Bahr R. (2003). Volleyball: Handbook of Sports Medicine and Science, Massachusetts: Blackwell Science, 230 p.
- Pittera C., Violetta D.R. (vertaling M. Spaenjers) (1994). Volleybal is beweging, Antwerpen: CODA,  215 p.
- VTS-cursus trainer A Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
- Ceux T., Vande Broek G. (2011). Tactisch volleybal: een leerlijn voor het hoger onderwijs, Leuven: Acco, 160p.

Toelichting werkvorm

Microteaching
Groepsdiscussies

Het grootste gedeelte van deze thema's wordt door de betrokken lesgever gedoceerd. In de loop van het tweede semester dienen de studenten tevens een thema uit te werken, eerst theoretisch in de vorm van posters, vervolgens in de praktijksessie op het veld. De student gaat zelfstandig op zoek naar literatuur in het kader van het seminariewerk en vertaalt deze kennis naar concrete toepassingen in de praktijk.
In de loop van het academiejaar worden een aantal activiteiten georganiseerd, zoals in het recente verleden het bezoek aan een topclubs of trainingscentra, of de volleybalschool alsook het bijwonen van een aantal Europabekerwedstrijden. Dergelijke verplaatsingen worden telkens gekoppeld aan een thema dat aan bod komt in de seminaries (scouting, techniekanalyse, enz...).

Masterstage volleybal: deel 1 (B-KUL-L00I9a)

6 studiepunten : Stage 90 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van prestatiesporters, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.

De stage bestaat uit een interne en externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het volledige academiejaar.

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage elite jeugd
- Trainingen topsportschool
- Weekstage met een clubteam of een nationale selectie (ev. afzonderingsweekend)
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering kennen van de volledige clubwerking (club, federatie)
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdprestatie (fysiek, technisch, tactisch) en de resultaten hiervan vertalen naar uitgewerkte trainingen
4. Schets van de positie van de trainer, jeugdcoördinator, topsportcoördinator binnen de club of federale structuur.
5. Beschrijving van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur.
6. Interactieve sporten: samenwerking schetsen met jeugdcoördinator
7. Assisterende activiteiten tijdens weekstage (voorbereiding,  evaluatie, …)
8. Coördinatie trainingsactiviteiten (verloopt over een gans academiejaar)
9. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage volleybal: deel 1 (B-KUL-L20I7b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen.

A. Op het einde van het academiejaar wordt een examen afgenomen over de leerstof van het ganse jaar. Dat examen kan deels met open en deels met gesloten boek plaatsvinden.

B. De evaluatie van de stage bestaat uit:
1. Tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur bij het einde van het eerste semester (voor de Kerstonderbreking)
2. Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde van het academiejaar
3. Mondelinge presentatie van de stage in de lessenreeks in aanwezigheid van  stagetitularis(sen), externe stagebegeleider (indien beschikbaar), medestudenten

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores gegeven door alle betrokkenen (o.a. stagebegeleider en stagetitularis’sen) bij de deelstages. De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

Bij onregelmatigheden of problemen bij de stage kan een sanctie opgelegd worden door de titularis van het opleidingsonderdeel. Deze sanctie kan bestaan uit extra weken/maanden stage om te bewijzen dat de student kan voldoen aan de eindtermen van het opleidingsonderdeel en de opleiding.


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel B op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage, maar niet voor onderdelen A, leggen dit opnieuw af in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel B Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 2 (B-KUL-L00J0A)

3 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

After completing this course, the student is able to:
- Explain the physiological mechanisms that are responsible for the improvement of health and performance by physical physical activity
- Explain the interaction between exercise and diet in optimizing health and performance
- Interpret scientific literature in the field of exercise physiology and nutrition: this includes the ability to read and understand peer-review articles in the field of basic and applied exercise physiology and –biochemistry, and nutrition and metabolism.
- Translate up-to-date knowledge in the field of exercise physiology and –biochemistry, and nutrition and metabolism to the field of physical activity and health, as well as exercise performance in athletic populations.

The aim of the current course is to learn students with a pre-existing strong background in exercise physiology and biochemistry to independently follow-up and interpret scientific literature in the field of exercise physiology and –biochemistry, and nutrition and metabolism.

Previous knowledge

Basic knowledge in the field of exercise physiology and –biochemistry ad in the field of nutrition and metabolism

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS(L08I9A)


L08I9AL08I9A : State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 1


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Physical Activity Interventions, Nutrition and Human Performance (B-KUL-L00J0a)

3 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

The following issues are addressed during this course:
- Interaction of exercise and diet in muscle cell adaptations to exercise and training
- Effects of carbohydrate intake on exercise metabolism and performance
- Effects of fat intake on exercise metabolism and performance
- Effects of protein intake on exercise metabolism and performance
- Use of nutritional supplements in exercise and training
- Exercise, nutrition and immunity
- Body weight loss in exercise and training
- Exercise and nutrition in female athletes
- Pre- and probiotics in exercise and health

Course material

Published peer-review papers in the field of muscle physiology and biochemistry, and nutrition and metabolism, including classical papers and recent publications.

 

Format: more information

Courses will be organized in an interactive seminar form. Students will receive a list of peer-review articles that are relevant with regard to a given issue within the field. Each individual student will have to present one or more papers in the context of one or more seminars.
The student will receive a sequence of review articles to be discussed in the courses. The students are supposed to read the selected articles so as to prepare for each course.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 2 (B-KUL-L20J0a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Presentation, Participation during contact hours, Written
Type of questions : Multiple choice, Open questions
Learning material : Course material

Explanation

The articles and presentations discussed in the lectures and seminars are the content of the open book examination. Students have to be able to interpret the content of these articles and presentations, and explain the importance of the data in the field of muscle physiology and muscle biochemistry.

Ten of the 20 points are assigned based on the quality of the oral presentation during the seminars/colleges.
The other 10 point result from an open book examination covering all papers and presentations used in the course.
Decimal scores higher than 10/20 are rounded according to mathematical rules.
Decimal scores less than 10/20 are rounded downwards

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

ECTS State of the Art Research Topics in Biomechanics: Part 2 (B-KUL-L00J1A)

3 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

At the end of this course, the student is able to:
- understand the mechanical muscle output as a result of the multi-factorial interplay of basic mechanical properties and
- experience the strength and the weakness of this approach.

This course contributes to:
- critical reading of scientific literature.
- the development of test leader skills.

Previous knowledge

basic knowledge of biomechanics of the musculoskeletal system.

Prerequisites credit contract
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course :
- Bachelor in physical education and kinesiology
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences
AND has taken courses (or takes courses simultaneous) on:
- state of the art research topics in biomechanics: part1
- Programming and automated signal analysis

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS(L09I2A)


L09I2AL09I2A : State of the art Research Topics in Biomechanics, Part 1


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Muscle Mechanics (B-KUL-L00J1a)

3 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

In general, the mechanical behaviour of single muscle is addressed, from the sarcomere to the entire muscle level. The following chapters are covered:
- muscle architecture in vivo, thus not based on traditional cadaver studies but based on MRI and ultrasound recordings.
- Mechanical properties of tendon and passive muscle.
- Mechanical properties of active muscle, especially the effect of contraction history.
- Force transmission and shock absorption during eccentric action.

Course material

Biomechanics of Skeletal Muscles, V. Zatsiorsky& B. Prilutsky, Human Kinetics 2012.

Format: more information

Discussion in groups

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: state of the art Research Topics in Biomechanics: Part 2 (B-KUL-L20J1a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Paper/Project, Presentation

Explanation

• There are 2 assignments. The evaluation consists of 3 elements (2 assignments and the closed book examination:

- 6/20: Literature based assignment

- 6/20: Project based assignment

- 8/20: Closed book examination during the exam period

Elements that are not completed, will be evaluated 0/20

 

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

Information about retaking exams

The retake consists of a new individual literature assignment (10/20) and the closed book examination (10/20).

ECTS State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 2 (B-KUL-L00J2A)

3 ECTS English 32 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
Albouy Genevieve (coordinator) |  Swinnen Stephan |  N.

Aims

The objective of this course is to gain experience in motor control and learning research by critically reviewing and discussing the existing scientific theories and models, and by active participation in experiments. Students will gain a deeper understanding and hands-on-experience in various techniques such as noninvasive brain stimulation, neuroimaging (functional and structural), and behavioral & computational neuroscience. Moreover, basic research paradigms for motor control and learning and their interpretation as well as potential drawbacks will be discussed on the basis of seminal publications. Such basic paradigms refer to measurements of motor control at different levels of human systems functioning: from central to peripheral, from behavioral to neural. The topics that will be discussed include behavioral, neurophysiological and imaging measures, noninvasive brain stimulation techniques, neural basis of expertise, pathology and motor disorders (Parkinson’s disease, traumatic brain injury, stroke etc), and developmental issues (lifespan).

After the course, students should be able to:

- describe and explain various motor control/learning topics from a cognitive neuroscience/neurology perspective in their own words.

- evaluate and discuss seminal experimental papers on motor control/learning and convey their assessment to peers using a presentation. Point out strengths and weaknesses of published experimental studies discussed by peers, based on a critical review of hypotheses, experimental paradigms, selected measurement techniques, data processing and interpretation of the results.

- work out and design a state-of-the-art research project of their own choice in which they address all the important elements of an experimental study: intro (background and hypothesis), method section (participants, apparatus, task, protocol design, variables (dependent and independent variables)), statistics, and results (predicted and anticipated).

- describe the steps to collect and analyze data related to motor control/learning, e.g., administration of motor tasks, administration of noninvasive brain stimulation, analyses of behavioral, electrophysiological and neuroimaging data.

- explain and interpret data collected by research techniques (noninvasive brain stimulation, neuroimaging (structural and functional), behavioral & computational neuroscience).

This course also contributes to:

- Behaving properly as an experimenter or research leader

- Presenting research data to peers fluently using audiovisual aids (slides in English, presentation in English)

- Presenting a research project (slides in English, presentation in English)

- Maintaining appropriate contacts with colleagues and participants

- Working in teams, organizing research activities and taking on responsibilities

Previous knowledge

- The student has basic knowledge about the principles of motor learning and control

- The student is familiar with basic software for entering data, managing files, producing graphical representations, and for preparing presentations

- The student has basic knowledge regarding research techniques and methodologies in motor control and learning

 

Prerequisites credit contract

Students with one of the following degrees are allowed to take this course:

- Bachelor in physical education and kinesiology

- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy

- Bachelor in medicine

- Bachelor in biomedical sciences

- Bachelor in pharmaceutical sciences

- Bachelor in engineering

- Bachelor in psychology

AND has taken courses (or takes courses simultaneously) on:

- State of the art research topics in motor learning and motor control: part1

- Programming and automated signal analysis

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Order of Enrolment



(SIMULTANEOUS(L09I5A))


L09I5AL09I5A : State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 1


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Practical Experience and Training in Methods and Designs used in Motor Control and Learning Research (B-KUL-L00J3a)

1 ECTS : Practical 12 First termFirst term
Swinnen Stephan |  N.

Content

-Courses on motor control and learning. Motor control/learning topics from a cognitive neuroscience/neurology perspective.

-Study of motor control/learning in normal subjects and patients suffering from various neurological deficits with motor consequences.

Course material

Handouts

  • Chapter 11. The control of action. In M.S. Gazzaniga, R.B. Ivry & G.R. Mangun (2002). Cognitive neuroscience. The biology of mind (pp.445-498). New York: Norton.
  • Swinnen, S. (2002). Intermanual coordination: from behavioural principles to neural-network interactions. Nature Reviews. Neuroscience, 3 (5), 348-59.

PPT-presentations via Toledo

Reading and Discussion of Seminal Papers in Motor Control and Learning (B-KUL-L00J4a)

1 ECTS : Practical 10 First termFirst term
Swinnen Stephan |  N.

Content

- Discussion of classical studies in motor control and learning, using a combination of behavioral and neuro-scientific techniques.

- Students will learn to identify strengths and weaknesses in exemplary studies regarding motor control and learning, based on a critical review of hypotheses, experimental paradigm, selected measurement techniques, data processing and interpretation of the results.

- Students select an experimental paper and prepare a presentation. Students receive feedback about their presentation and recommendations for improvement.

- Seminal experiments and key findings are discussed in motor control/learning using: Noninvasive brain stimulation (Transcranial Magnetic and Direct & Alternating Current Stimulation), Neuroimaging (structural and functional Magnetic Resonance Imaging, MRI – Electroencephalography, EEG), behavioral & computational neuroscience.

Course material

Research papers in international journals
Texts and course notes on motor control and learning
 

Format: more information

- Students will select a topic, read a seminal research article, prepare a presentation, present their presentation to peers in a seminar, and organize the discussion in the class.

- Students learn to extract basic information from a research article, extract the research background, hypotheses, methodology, and report about the obtained results and put these in the perspective of the broader research literature.

- Students learn to adopt an experimental perspective and learn to evaluate and take a critical look at experimental work. They provide arguments for improvement and optimization based on a critical analysis of strengths and weaknesses.

Design, Data Registration and Analysis of an Exemplary Motor Control Experiment (B-KUL-L00J5a)

1 ECTS : Practical 10 First termFirst term
Swinnen Stephan |  N.

Content

- Data acquisition and analysis of data related to a motor control/learning experiment in normal young subjects (Techniques: Behavioral/computational neurosciences, TMS and structural/functional Neuroimaging).

- Application of the theoretical knowledge on motor control/learning: from hypothesis formulation to hypothesis testing and data collection and analyses.

- Planning and designing typical motor control/learning experiments.

- Making use of different research techniques at different levels of human motor systems functioning: from central to peripheral, from neural/electrophysiological to behavioral.

Format: more information

-Students will obtain hands on experience with setting up and planning a hypothesis-driven experiment in small groups, construct a solid experimental design, select appropriate measurement tools and outcome measures. This will allow them to obtain concrete laboratory experience and develop personal skills directed to experimental research. More specifically, in small teams, students will plan an experiment, acquire experimental data in class, analyze the obtained experimental data and perform statistical analysis. The research techniques and topics available include behavioral/computational neurosciences, non invasive brain stimulation (transcranial magnetic stimulation TMS) and neuroimaging (structural and functional magnetic resonance imaging MRI).

-Based on their exposure to research techniques and experimentation, students work out and design a research project (4 pages) of their own choice in which they address all the important elements of an experimental study: intro (background and hypothesis), method section (participants, apparatus, task, protocol design, variables (dependent and independent measures)), statistics, results (predicted or anticipated). Students present their proposal to the peers and discuss weaknesses and strengths as well as avenues for improvement under the supervision of the teacher.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 2 (B-KUL-L20J2a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Paper/Project, Report, Presentation

Explanation

a) PPT presentation (20%): quality of presentation and content.

b) Research proposal (50% (=35% written proposal + 15% oral presentation of proposal in class)): quality of proposal and strength of the project.

c) written exam (30%)

d) Attendance: Students are expected to attend all classes. In order to receive a final score, all evaluation elements need to be completed. If not, the overall evaluation is “not completed” (NA).

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

2nd exam opportunity:  Score on PPT presentation will be retained. There will be no opportunity to re-do the presentation. During the 2nd exam opportunity the students are provided with the possibility to retake the oral exam and to re-write the research proposal. 

ECTS Internship Clinical Research (B-KUL-L00J6A)

3 ECTS English 32 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

At the end of this course:
• The student knows the different phases in Clinical Research (drug development, phases, processes, design and organization)
• The student knows and/or has applied different tasks and responsibilities that are common in a "project team" (CTA, CRA, DM, ...). He has knowledge of the work field of Clinical Research in Belgium and internationally.
• The student has analyzed a specific (ethical/organizational/…) topic within the field of Clinical Research
• The student had optionally the experience of a short internship under supervision of a CRA within a running project.

This course contributes to:
• skills for teamwork
• presentation skill development
• peer assessment
• self evaluation related to the requirements and motivation to proceed in a job position in CR

Previous knowledge

Knowledge
The student is familiar with the basic concepts of scientific research.

Skills
The student is able to select scientific articles, and other sources of information, process them and analyze them critically.

Prerequisites credit contract
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course :
- Bachelor in physical education and movement sciences
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences
AND has taken courses (or takes courses simultaneously) on:
- Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics
- Research topics in physical activity epidemiology and genetic epidemiology
- Research topics in physiology and nutrition
- Programming and automated signal analysis
- Research topics in human movement biomechanics
- Research topics in motor control and learning

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Internship Clinical Research (B-KUL-L00J6a)

3 ECTS : Practical 32 First termFirst term

Content

• What is Clinical Research? (drug development, phases, processes, design and organization)
• What functions/tasks/responsibilities are involved in the different positions within a project team   (CTA, CRA, DM, ...).
• How is the Clinical Research field organized in Belgium and internationally? 
• Different (ethical/organizational/…) topics within the field of Clinical Research (e.g. Placebo testing, Clinical studies in developing countries, …)
•  Short, optional internship under supervision of a CRA within a running project.
• Meet & greet with former Movement Sciences students working in the field of Clinical Research

Format: more information

• students work in pairs to prepare a presentation on a topic (ethics, organization…) within Clinical Research field and present this to the other students or prepare a written report on the topic.
• peer-reflection on presentation skills / peer-reflection on written report
• hands-on-practicals on tasks and responsibilities of a CRA in a project (roll play,..)
• (virtual) on-site visit of Phase-I research unit
• optional on-field internship with CRA

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Internship Clinical Research (B-KUL-L20J6a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Presentation, Participation during contact hours, Portfolio, Paper/Project
Type of questions : Multiple choice, Open questions

Explanation

Evaluation scheme based on the different aspects
1) presence and cooperation
2) presentation or paper
3) portfolio
4) MC test on theoretical aspects (with correction for guessing)

All above elements are taken into account for the final score. All evaluation elements contribute equally:

• If the student fails on evaluation element 1 of the Internship, the student will fail for the overall course. The score on evaluation 1 will be transferred to the resit period.
• Non-submission of the portfolio or no-show on presentation (or no submission of paper) or MC-test results in “not completed”.

Attendance is mandatory.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

Information about retaking exams

The score on evaluation part 1 will be transferred to the resit period. If the student succeeds on evaluation element 1 of the Internship, but fails in the total score due to fail(s) on the score for elements 2 and/or 3 and/or 4, the student only needs to retake the failed elements in the resit period.

ECTS External Laboratory Internship (B-KUL-L00J7A)

22 studiepunten Nederlands 472 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Jonkers Ilse (coördinator) |  Jonkers Ilse |  Thomis Martine

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel heeft de student de vaardigheden ontwikkeld om op een zelfstandige wijze wetenschappelijk onderzoek te verrichten in een onderzoekslaboratorium binnen het domein van de biomedische kinesiologie. Deze vaardigheden zijn gerelateerd aan de verschillende fasen binnen het wetenschappelijk onderzoek: het opzoeken en interpreteren van literatuur, het ontwikkelen van een nieuwe onderzoeksvraag, het ontwerp van de studie (van research proposal over operationalisering van metingen tot grant application writing), het verzamelen van data, data-analyse en hypothesetoetsing, interpreteren van de bevindingen en het rapporteren volgens wetenschappelijke standaarden. Dit proces is ingebed in het lopende onderzoek.

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:
- de student zijn plaats vindt in een onderzoeksgroep en kan werken in teamverband
- de student een actieve bijdrage kan leveren aan het onderzoek binnen een specifieke onderzoeksgroep
- de student zijn activiteiten dagelijks rapporteert in een logboek
- de student kan schrijven volgens wetenschappelijke standaarden en in staat is om een presentatie te geven

Begintermen

Kennis van het Engels: lezen en interpreteren van international onderzoekspublicaties, Engels kunnen spreken en schrijven.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van de volgende diploma’s:
- bachelor in lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
- bachelor in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
- bachelor in de geneeskunde
- bachelor in biomedische wetenschappen
- bachelor in pharmaceutische wetenschappen

EN de student heeft volgende opleidingsonderdelen gevolgd:
- masterproef: deel 1 EN
- Laboratory internship EN
- de cursussen, gerelateerd aan het onderzoeksdomein van de masterproef en de laboratory internship, meerbepaald:
- (Research topics in physical activity epidemiology and genetic epidemiology EN Research techniques in physical activity epidemiology and genetic epidemiology) OF
- (Research topics in physiology and nutrition EN Research techniques in physiology and nutrition) OF
- (Research topics in human movement biomechanics EN Research techniques in human movement biomechanics) OF
- (Research topics in motor control and learning EN Research techniques in motor control and learning) 

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(L09I8A) OF GELIJKTIJDIG(L09I8B) ) EN DIPLOMA(50074203)


L09I8AL09I8A : Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage
L09I8BL09I8B : Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

External Laboratory Internship (B-KUL-L00J8a)

20 studiepunten : Stage 468 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Stage binnen een onderzoeksgroep binnen het domein van de biomedische kinesiologie. Actieve deelname als junior researcher.

Studiemateriaal

Stagehandleiding (Toledo), (electronische) labonotities, artikels, handleidingen, software

Toelichting werkvorm

De student doet minstens 65 dagen stage in een onderzoek/laboratorium in een goedgekeurde onderzoeksgroep binnen de biomedisch onderzoek in bewegingswetenschappen/kinesiologie aan de KU Leuven, aan andere Belgische universiteiten of in het buitenland. De stagebegeleider mag niet de promotor van de masterproef zijn.

Internship Report (B-KUL-L00J9a)

2 studiepunten : Opdracht 4 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- de student neemt contact op met de stagesupervisor voor de start van de stage
- stageplanning: de student bespreekt het plan (onderzoekslijn) van de stage met de supervisor
- de stageplanning wordt opgenomen in het e-portfolio onder de vorm van een “contract” met een tijdsplanning
- de student rapporteert zijn werkzaamheden en onderzoeksactiviteiten op dagelijkse/wekelijkse basis in het e-portoflio. De supervisor bevestigt het stagecontract.
- de student doet stage als junior researcher in lopend onderzoek binnen de onderzoeksgroep
- schriftelijk rapport (deel 1: situering van de onderzoeksgroep en de rol van de student, onderzoekstopics. deel 2: wetenschappelijk rapport, deel 3: subjectieve reflectie)
- de student presenteert zijn ervaringen en bevindingen in het seminarie aan de medestudenten
 

Studiemateriaal

Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

- e-portfolio: de student rapporteert dagelijks / wekelijks zijn onderzoeksactiviteiten in een electronisch laboratory log book
- schriftelijk rapport: deel 1: situering van de onderzoeksgroep en de positie/bijdrage van de stagestudent. deel 2: onderzoeksrapport (eventueel research proposal / grant application / documentatie of aanvraag voor
  de ethische commissie, literatuur, data(-analyse), resultaten, discussie indien mogelijk in publicatieformat. deel 3: subjectieve reflectie
- seminarie: mondelinge presentatie van de stage, met discussie nadien
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: External Laboratory Internship (B-KUL-L20J7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Volgende onderdelen dragen bij tot de eindscore:
1) onderzoeksvaardigheden en activiteiten binnen de stage, medewerking, leerprocess: worden geëvalueerd door de stagebegeleider aan de hand van een beoordelingsformulier
2) stagerapport: dit rapport wordt mondeling overlopen en bediscussieerd door de student, de stagebegeleider en de titularis van het opleidingsonderdeel. Indien de stage in het buitenland plaatsvindt, kan dit door middel van multimedia conferencing. De stagesupervisor beoordeelt zowel het proces als het product
3) e-portfolio (kwaliteit, tijdige follow-up …)
4) presentatie van de stage (resultaten) tijdens het seminarie met alle studenten

Om een eindpunt te bekomen, dienen alle onderdelen afgelegd te worden. Zoniet wordt de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel “niet afgelegd” (NA).
Indien de student niet slaagt op onderdeel 1, kan hij niet slagen voor het opleidingsonderdeel.
Indien de student slaagt op onderdeel 1, maar niet op onderdelen 2, 3 of 4, dienen deze onderdelen hernomen te worden in het herexamen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 1 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdelen 2, 3 of 4, hernemen deze in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 2 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Seminarie en stage volleybal: deel 2 (B-KUL-L01I0A)

6 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- op een professionele manier elite jeugdspelers in de postformatie (vanaf 16 j tem beloften) te adviseren en te begeleiden op het vlak van prestatieverbetering en blessurepreventie
- op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om elite jeugdspelers voor te bereiden op wedstrijdsituaties
- elite jeugdspelers te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
- als sportwetenschappelijk trainingsexpert binnen een federatie/club te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- in de sportwetenschappelijke verdieping (minor) dit verder onder begeleiding toe te passen bij senior prestatiesporters
- kennis maakt met guest lectures, zelfstudie en peer instruction.
- vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende media zoals wedstrijdanalyse/ techniekanalyse (video) en scoutingsverslagen/analyses (PC) bij het lesgeven.
- kan ingeschaald worden op het niveau ‘Trainer A volleybal’ mits hij/zij reeds in het bezit is van een inschaling niveau ‘Trainer B volleybal’ én een gemiddelde eindscore van minstens 14/20 wordt behaald op de OPO’s ‘seminarie en stage volleybal’ deel 1 en deel 2 (over beide masterjaren heen).

Begintermen

De student wordt sterk aanbevolen om het opleidingsonderdeel seminarie en stage volleybal: deel 1 gevolgd te hebben en in het bezit te zijn van een trainersdiploma Trainer B volleybal.

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van elite jeugdsporters en dit op nationaal clubniveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van jeugdige topsporters en bij de organisatie van trainingen, (mini-)stages en wedstrijden op jeugdcompetitieniveau.

Beginvoorwaarden creditcontract
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd masterproef deel 1 en masterproef deel 2.

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( SOEPEL(L00I7A) OF SOEPEL(L00I7B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L00I3A) OF ( GELIJKTIJDIG(L04E0B) EN GELIJKTIJDIG(L03M1A) EN GELIJKTIJDIG(L03M3A) ) ) EN
DIPLOMA(50074203)


L00I7AL00I7A : Seminarie en stage volleybal: deel 1
L00I7BL00I7B : Seminarie en stage volleybal: deel 1
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L04E0BL04E0B : Voeding: gezondheids- en prestatiegerelateerde aspecten
L03M1AL03M1A : Sportcoaching, deel 2
L03M3AL03M3A : Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 2
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie volleybal: deel 2 (B-KUL-L01I1a)

2 studiepunten : College 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie volleybal worden volleybalspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de volleybalrealiteit. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van elite jeugdspelers van het hoogste nationaal of internationaal niveau op conditioneel, technisch, tactisch, en psychologisch vlak.

De volgende topics komen hierbij aan bod:
- Fysieke screeningsresultaten kunnen analyseren, maar ook kunnen reflecteren over nieuwe wetenschappelijk onderbouwde fysieke tests
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen (integratie van tactische aspecten in volleybaltraining van nationaal senior niveau)
- Geïntegreerde fysieke aspecten van elite jeugdspelers op internationaal niveau (vanaf 16 j tem beloten)  (CLUSK).
- Uitvoeren van een uitgebreide wedstrijdscouting op internationaal niveau als talentscout (fysiek, technisch, tactisch), en ook het vertalen van de resultaten hiervan naar geïndividualiseerde trainingen (ind/collectief)
- Gedeeltelijk assisteren bij de practica van 1eMa (practicum en seminarie)
- Kritisch leren nadenken over new trends in volleyball op basis van (volleybalgerelateerde) sportwetenschappelijk artikels.

Studiemateriaal

- Reeser J.C., Bahr R. (2003). Volleyball: Handbook of Sports Medicine and Science, Massachusetts: Blackwell Science, 230 p.
- Pittera C., Violetta D.R. (vertaling M. Spaenjers) (1994). Volleybal is beweging, Antwerpen: CODA,  215 p.
- VTS-cursus trainer A Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
- Ceux T., Vande Broek G. (2011). Tactisch volleybal: een leerlijn voor het hoger onderwijs, Leuven: Acco, 160p.

Toelichting werkvorm

Microteaching
Groepsdiscussies

Het grootste gedeelte van deze thema's wordt door de betrokken lesgever gedoceerd. In de loop van het tweede semester dienen de studenten tevens een thema uit te werken, eerst theoretisch in de vorm van posters, vervolgens in de praktijksessie op het veld. De student gaat zelfstandig op zoek naar literatuur in het kader van het seminariewerk en vertaalt deze kennis naar concrete toepassingen in de praktijk.
In de loop van het academiejaar worden een aantal activiteiten georganiseerd, zoals in het recente verleden het bezoek aan een topclubs of trainingscentra, of de volleybalschool alsook het bijwonen van een aantal Europabekerwedstrijden. Dergelijke verplaatsingen worden telkens gekoppeld aan een thema dat aan bod komt in de seminaries (scouting, techniekanalyse, enz...).

Masterstage volleybal: deel 2 (B-KUL-L01I2a)

4 studiepunten : Stage 60 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van beloften of senior prestatiesporters, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de wetenschappelijk onderbouwde begeleiding en coaching van beloften of senior prestatiesporters tijdens de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van beloften of senior prestatiesporters op nationaal/international niveau.

De stage bestaat uit een externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het 1e semester. Deze stage laat de student toe op hoger niveau ervaring op te doen bij (jong)volwassen topsporters.

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage eindopleiding elite jeugd en volwassenen 
- Trainingen topsportschool
- Weekstage met een clubteam of een nationale selectie (ev. Afzonderingsweekend)
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering kennen van de volledige clubwerking (club, federatie). Hierover kritisch je eigen mening kunnen formuleren met wetenschappelijk onderbouwde alternatieven.
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdprestatie (fysiek, technisch, tactisch) en de resultaten hiervan vertalen naar uitgewerkte trainingen
4. Schets van de positie/taken van de technische staff binnen de club. Aan de hand van deze schets een eigen visie uitschrijven over de vorming van het kader rond een A-team.
5. Assisterende activiteiten tijdens weekstage (voorbereiding, evaluatie, …)
6. Coördinatie trainingsactiviteiten
7. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage volleybal: deel 2 (B-KUL-L21I0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ staat geprogrammeerd als een jaaropleidingsonderdeel. Voor studenten die de minor ‘Sportwetenschappelijke verdieping binnen de afstudeerrichting sporttraining en coaching’ opnemen en hierdoor niet in de mogelijkheid zijn om in het tweede semester nog stage te lopen voor het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ zal in overleg met de verantwoordelijke een traject worden afgesproken dat tijdens het eerste semester volledig kan worden afgewerkt.

 

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

1. Op het einde van het semester is er een examen over de geziene leerstof. Dit examen kan gedeeltelijk uit een gesloten en een open boek examen bestaan.
2. De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Eindevaluatie met stagetitularis en -begeleider op het einde van het eerste semester
- Mondelinge presentatie van de stage in de lessenreeks in aanwezigheid van stagetitularis(sen), externe stagebegeleider (indien beschikbaar), externe experts binnen het vakgebied (DSKO van de VTS als waarnemer)

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores gegeven door alle betrokkenen, o.a. stagebegeleider(s) en stagetitularis(sen). De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de 2 onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

Bij onregelmatigheden of problemen bij de stage kan een sanctie opgelegd worden door de titularis van het opleidingsonderdeel. Deze sanctie kan bestaan uit extra weken/maanden stage om te bewijzen dat de student kan voldoen aan de eindtermen van het opleidingsonderdeel en de opleiding.

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt  plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

NOTA:
Voor zover voldaan is aan de bijkomende voorwaarden zoals bepaald in  overeenstemming met VTS-BLOSO, kan een inschaling worden bekomen op het niveau Trainer A van de Vlaamse Trainersschool, mits een gemiddelde eindscore van minstens 14/20 wordt behaald op de OPO's ‘Seminarie en stage volleybal’ deel 1 en deel 2 (over beide masterjaren heen).

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdeel 1, hernemen dit in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 2 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Seminarie en stage atletiek: deel 1 (B-KUL-L01I3B)

9 studiepunten Nederlands 126 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- op een professionele manier competitiesporters in de atletiek (jeugd tot en met elite) te adviseren en te begeleiden
- op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om competitieatleten optimaal voor te bereiden op wedstrijdsituaties
- om atleten (jeugd tot en met elite) te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
- als talentscout binnen een federatie/club te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- Kennis maakt met de realiteit van het werkveld van de atletieksport en de topsport in Vlaanderen (via guest lectures, zelfstudie, observatie,...)
- gericht leert communiceren met de verschillende actoren die een rol spelen binnen het trainingsproces: afgevaardigden van de federatie en de clubs, trainers, atleten, ouders,...

Begintermen

Begintermen:

Sterk aanbevolen wordt om de opleidingsonderdelen 'Training en coaching atletiek' en 'Stage atletiek' gevolgd te hebben. Studenten die geen credit hebben verworven voor het opleidingsonderdeel ‘Stage atletiek’ uit de bachelor, moeten contact opnemen met de titularis van het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage atletiek: deel 1’ voor een intakegesprek vooraleer zij kunnen toegelaten worden.

De student is reeds vertrouwd met de basisaspecten van het aanleren van atletiektechnieken en de bijhorende begeleiding bij  (jeugdige) competitie-atleten en dit zowel op recreatief als competitief niveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van (jeugdige) atleten en bij de organisatie van trainingen.

 

Beginvoorwaarden creditcontract:

De student is in het bezit van het diploma:

  • Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd of volgt ze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:

  • L02M2A: Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
  • L04E0B: Voeding: gezondheids- en prestatie gerelateerde aspecten
  • L08H7B: Sport coaching m.i.v. practicum, deel 1
  • L02M6A: preventie door screening en training

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



STRENG(L04D0B) EN ( GELIJKTIJDIG(L08H7A) OF GELIJKTIJDIG(L08H7B) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF GELIJKTIJDIG(L02M2A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L01J5A) OF GELIJKTIJDIG(L02M6A) )


L04D0BL04D0B : Stage atletiek
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L08H7BL08H7B : Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L02M2AL02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L02M6AL02M6A : Preventie door screening en training


Identieke opleidingsonderdelen

L01I3A: Seminarie en stage atletiek: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie atletiek: deel 1 (B-KUL-L01I4a)

3 studiepunten : College 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie atletiek worden atletiekspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de realiteit van de trainingsbegeleiding en de competitiesport. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van talentvolle atleten op conditioneel, technisch, en mentaal vlak.

De volgende topics komen aan bod:
- Talentdetectie en talentontwikkeling
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen
- Video-analyse van atletiekprestaties
- Meten en evalueren van het prestatievermogen van atleten in functie van trainingsbegeleiding
- Letselpreventie binnen atletiek

Studiemateriaal

Als studiemateriaal wordt beroep gedaan op volgende handboeken:
- Archief van New Studies in Athletics (IAAF)
- VTS-cursussen
- Een selectie van wetenschappelijke artikels in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline atletiek

Toelichting werkvorm

Seminaries
Microteaching
Groepsdiscussies

Een deel van de thema's wordt door de betrokken lesgever gedoceerd. In de loop van het tweede semester dienen de studenten tevens een thema uit te werken, eerst theoretisch in het seminarie, vervolgens in een praktijksessie.

Masterstage atletiek: deel 1 (B-KUL-L01I5a)

6 studiepunten : Stage 90 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van atleten, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd, bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.

De stage bestaat uit een interne en externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het volledige academiejaar.

Interne zelfstandige stage:
- assisteren bij het atletiekonderwijs aan studenten van de eerste en/of tweede studiefase binnen de bacheloropleiding.

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage, Federale trainingen (georganiseerd vanuit de federaties met topsportbevoegdheid), stage met club of jeugdelite
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering opmaken of opvolgen (club, federatie)
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdatleet (conditioneel, techniek) en de resultaten hiervan vertalen naar de trainingspraktijk
4. Schets van de positie van de trainer, jeugdcoördinator, topsportcoördinator binnen de club of federale structuur.
5. Beschrijving van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur.
6.  Assisterende activiteiten tijdens stage (voorbereiding,  evaluatie, …)
7. Coördinatie trainingsactiviteiten (verloopt over een gans academiejaar)
8. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage atletiek: deel 1 (B-KUL-L21I3b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van volgende afzonderlijke scores:
a) 30%: seminariewerk
b) 30%: op het einde van het eerste en tweede semester is er een open boekexamen over de leerstof van het respectievelijke semester.
c) 40%: de evaluatie van de stage (Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde academiejaar, mondelinge presentatie van de stage)

De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de  onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen. 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 3 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdelen 1 of 2, hernemen deze in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 3 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Seminarie en stage atletiek: deel 2 (B-KUL-L01I6A)

6 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- op een professionele manier elite atleten (jeugd en volwassenen) te adviseren en te begeleiden op het vlak van prestatieverbetering en blessurepreventie
- op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema’s om elite atleten (jeugd en volwassenen) voor te bereiden op wedstrijdsituaties
- elite atleten te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
- als sportwetenschappelijk trainingsexpert binnen een federatie/club (atletiek) te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- Kennis maakt met de realiteit van het werkveld van de atletieksport en de topsport in Vlaanderen (via guest lectures, zelfstudie, observatie,...).
- gericht leert communiceren met de verschillende actoren die een rol spelen binnen het trainingsproces: afgevaardigden van de federatie en de clubs, trainers, atleten, ouders,...

Begintermen

Begintermen
Sterk aanbevolen wordt om de opleidingsonderdelen Training en coaching atletiek (bv. L00F7a en L09c8a) en Stage atletiek (bv. L04D0B) gevolgd te hebben .
De student is reeds vertrouwd met de basisaspecten van het aanleren van atletiektechnieken en de bijhorende begeleiding bij  (jeugdige) competitie-atleten en dit zowel op recreatief als competitief niveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van (jeugdige) atleten en bij de organisatie van trainingen.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd masterproef: deel 1 en masterproef: deel 2.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( SOEPEL(L01I3A) OF SOEPEL(L01I3B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L01I3A) OF ( GELIJKTIJDIG(L04E0B) EN GELIJKTIJDIG(L03M1A) EN GELIJKTIJDIG(L03M3A) ) ) EN
DIPLOMA(50074203)


L01I3AL01I3A : Seminarie en stage atletiek: deel 1
L01I3BL01I3B : Seminarie en stage atletiek: deel 1
L01I3AL01I3A : Seminarie en stage atletiek: deel 1
L04E0BL04E0B : Voeding: gezondheids- en prestatiegerelateerde aspecten
L03M1AL03M1A : Sportcoaching, deel 2
L03M3AL03M3A : Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 2
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie atletiek: deel 2 (B-KUL-L01I7a)

2 studiepunten : College 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie atletiek worden atletiekspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de trainingsrealiteit. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van elite (jeugd en volwassenen) op conditioneel, technisch, en mentaal vlak.

De volgende topics worden verder verdiept.:
- Talentontwikkeling
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke
- doelstellingen
- Video-analyse van atletiekprestaties
- Meten en evalueren van het prestatievermogen van atleten in functie van trainingsbegeleiding
- wetenschappelijke begeleiding binnen atletiek
- Letselpreventie binnen atletiek

Studiemateriaal

Als studiemateriaal wordt beroep gedaan op volgende handboeken:
- Archief van New Studies in Athletics (IAAF)
- VTS-cursussen
- Een selectie van wetenschappelijke artikels in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline atletiek

Toelichting werkvorm

Seminaries
Microteaching
Groepsdiscussies

Masterstage atletiek: deel 2 (B-KUL-L01I8a)

4 studiepunten : Stage 60 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van atleten, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd, bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.

De stage bestaat uit een interne en externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het volledige academiejaar.

Interne zelfstandige stage:
- assisteren bij het atletiekonderwijs aan studenten van de eerste en/of tweede studiefase binnen de bacheloropleiding.

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage, Federale trainingen (georganiseerd vanuit de federaties met topsportbevoegdheid), stage met club of jeugdelite
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering opmaken of opvolgen (club, federatie)
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdatleet (conditioneel, techniek) en de resultaten hiervan vertalen naar de trainingspraktijk
4. Schets van de positie van de trainer, jeugdcoördinator, topsportcoördinator binnen de club of federale structuur.
5. Beschrijving van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur.
6.  Assisterende activiteiten tijdens stage (voorbereiding,  evaluatie, …)
7. Coördinatie trainingsactiviteiten (verloopt over een gans academiejaar)
8. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage atletiek: deel 2 (B-KUL-L21I6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ staat geprogrammeerd als een jaaropleidingsonderdeel. Voor studenten die de minor ‘Sportwetenschappelijke verdieping binnen de afstudeerrichting sporttraining en coaching’ opnemen en hierdoor niet in de mogelijkheid zijn om in het tweede semester nog stage te lopen voor het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ zal in overleg met de verantwoordelijke een traject worden afgesproken dat tijdens het eerste semester volledig kan worden afgewerkt.

 

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

1. Op het einde van het semester is er een open boekexamen over de leerstof van het ganse semester.
2. De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde semester
- Mondelinge presentatie van de stage

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen. 

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores. De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de  onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdeel 1, hernemen dit in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 2 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Seminarie en stage zwemmen: deel 1 (B-KUL-L01I9B)

9 studiepunten Nederlands 126 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van het OLA seminarie zwemmen: deel 1:

  • kunnen de studenten zwemspecifieke droogtraining toepassen binnen een topsporttrainingstraject.
  • kunnen studenten SWOT-analyses maken voor zwemmers van internationaal (jeugd)niveau.
  • kunnen studenten een meerjarenplan voor deze zwemmers vertalen in kortere termijndoelstellingen en gekoppelde trainingsactiviteiten.
  • kunnen studenten wetenschappelijke zwemliteratuur analyseren, evalueren en synthetiseren.
  • kennen en nemen studenten actief deel aan een actueel permanent vormingsaanbod.

 

Aan het einde van het OLA masterstage zwemmen: deel 1 :

  • kunnen de studenten krachtige inhoud geven aan het programma van een zwemmer van internationaal (jeugd)niveau. Het grotere trainingsvolume van deze zwemmers biedt de kans om inzichten uit zwemtechniek, fysiologie, etc. maximaal te vertalen in de praktijk.
  • kunnen de studenten didactisch sterke trainingsactiviteiten aanbieden en zijn ze coachvaardig zowel op training als tijdens de wedstrijd.
  • hebben studenten de attitude om zelfstandig stage-activiteiten te organiseren van begin tot einde en hierover gepast te communiceren.

Begintermen

Begintermen:

Sterk aanbevolen wordt om de opleidingsonderdelen 'Training en coaching zwemmen' en 'Stage zwemmen' gevolgd te hebben en in het bezit te zijn van een trainersdiploma Trainer B. Studenten die geen credit hebben verworven voor het opleidingsonderdeel ‘Stage zwemmen’ uit de bachelor, moeten contact opnemen met de titularis van het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage zwemmen: deel 1’ voor een intakegesprek vooraleer zij kunnen toegelaten worden.

 

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van (jeugdige) sporters en dit zowel op recreatief als op clubniveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van (jeugdige) sporters en bij de organisatie van trainingen, (mini-) stages en wedstrijden op (jeugd)competitieniveau.

 

Beginvoorwaarden creditcontract

De student is in het bezit van het diploma:

- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd of volgt ze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:

- L02M2A: Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen

- L04E0B: Voeding: gezondheids- en prestatie gerelateerde aspecten

- L08H7B: Sport coaching m.i.v. practicum, deel 1

- L02M6A: preventie door screening en training

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



STRENG(L04D1B) EN ( GELIJKTIJDIG(L08H7A) OF GELIJKTIJDIG(L08H7B) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF GELIJKTIJDIG(L02M2A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L01J5A) OF GELIJKTIJDIG(L02M6A) )


L04D1BL04D1B : Stage zwemmen
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L08H7BL08H7B : Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L02M2AL02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L02M6AL02M6A : Preventie door screening en training


Identieke opleidingsonderdelen

L01I9A: Seminarie en stage zwemmen: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie zwemmen: deel 1 (B-KUL-L02I0a)

3 studiepunten : College 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen
- Lezen, kritisch reflecteren en synthetiseren van wetenschappelijke zwemliteratuur
- Uitwerken van zwemgerelateerde topics, onder meer:
o start- en keerpunttraining
o state of the art in zwemonderzoek
o blessurepreventie en revalidatietraining
o tactiek (wedstrijdindeling en feedback via slagfrequentie metingen)

Studiemateriaal

- World Book of Swimming: from science to performance (Seigert, Chollet & Mujika eds, 2011)
- Ernest Maglischo : Swimming Fastest
- DVD’s Championship Productions

Toelichting werkvorm

 

  • Hoorcollege
    • Docentgestuurd hoorcollege
  • Gastcolleges
    • Fysieke trainer zwemfederatie of vergelijkbaar
  • Zelfstandige opdracht

Masterstage zwemmen: deel 1 (B-KUL-L02I1a)

6 studiepunten : Stage 90 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van jongeren, prestatiesporters en recreatieve sporters op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van zwemmers en bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus
De stage bestaat uit een interne en externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het volledige academiejaar.

Interne zelfstandige stage:
­ Leiden van begeleide oefensessies

Externe zelfstandige stage:
- Trainingen topsportschool/topsportclubs
-  vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding portfolio

Toelichting werkvorm

30u interne stage

200u externe stage in een topsportclub of bij de zwemfederatie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage zwemmen: deel 1 (B-KUL-L21I9b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Leermateriaal : Geen, Cursusmateriaal

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

1. De evaluatie van het seminarie bestaat uit een presentatie met mondelinge verdediging waarbij de student actuele, specifieke, prestatiebepalende factoren in topsport zwemmen bespreekt via een duidelijke probleemstelling, toetsing aan wetenschappelijke literatuur en dagdagelijkse realiteit in het werkveld.

Verder wordt de student geëvalueerd op een literatuuropdracht.
2. De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider aan het einde van het eerste semester
- Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde academiejaar
- voorleggen van een stageportfolio

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen.
De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores gegeven door de betrokkenen bij de deelstages.
De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de 3 onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

Bij onregelmatigheden of problemen bij de stage kan een sanctie opgelegd worden door de titularis van het opleidingsonderdeel. Deze sanctie kan bestaan uit extra weken/maanden stage om te bewijzen dat de student kan voldoen aan de eindtermen van het opleidingsonderdeel en de opleiding.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

De regels voor de 2e examenkans worden gecommuniceerd via Toledo.

ECTS Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid bij personen met een handicap (B-KUL-L01J0A)

3 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De overkoepelende doelstelling van dit OPO is de student vaardigheden aan te leren om klant-gerichte, evidence-based interventies te ontwikkelen die leiden tot verbeterde gezondheid, fitheid en functionaliteit, gebaseerd op een actieve levensstijl.
De doelgroep bestaat onder andere uit personen met neuromusculoskeletale aandoeningen, visuele – auditieve of intellectuele beperkingen.

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- de fysieke fitheid en functionaliteit van personen te evalueren en aangepaste programma’s op te stellen, zowel in residentiële settings (vb. Verzorgingsinstelllingen) als in de thuisomgeving.
- oefenprogramma’s op te stellen voor de thuissituatie
- de interactie met sport- en recreatieve activiteiten georganiseerd door de gemeenschap te faciliteren
- accidentele activiteit te structureren.

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot:
- Attitudevorming, zowel persoonlijk als professioneel, ten opzichte van aangepaste bewegingsactiviteiten en ten opzichte van personen met een handicap.
- De student in zijn professionele carrière steeds rekening kan houden met de specifieke noden van personen met een beperking.

Begintermen

Basisprincipes van biomechanica en inspanningsfysiologie.
Competentie in de pre-evaluatieve screening, administratie en interpretatie van testresultaten in de valide populatie.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
-Aangepaste bewegingsactiviteiten

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( L04I4A )


L04I4AL04I4A : Aangepaste bewegingswetenschappen


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theorie Fitheid en Gezondheid bij personen met een handicap (B-KUL-L01J1a)

2 studiepunten : College 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Holistische evaluatie (rekening houdend met alle facetten van het individu en zijn/haar omgeving) van fitheid en gezondheid bij bijzondere doelgroepen (personen met neuromusculoskeletale aandoeningen [o.a. dwarslaesie, cerebral palsy, amputatie], visuele, auditieve en intellectuele beperking) in een residentiële setting en thuissituatie.

Interventies ter verbetering van de fysieke fitheid en functionaliteit van hoger vermelde doelgroepen in beide settings. 

Studenten leren naast het gebruik van handicap-specifiek materiaal ook methodes om conventieel materiaal aan te passen aan de individuele doelstellingen.

Principes van hydrotherapie in een context van gezondheidsgerelateerde fitheid.

Studiemateriaal

Slides
Artikels

Toelichting werkvorm

Ter concretisering van het college krijgen de studenten de opdracht om een persoon met een beperking gedurende een halve dag te volgen in de thuissituatie. De thuissituatie wordt holistisch ontleed naar negatieve en positieve indicatoren voor een actieve levensstijl. De begeleidende documenten voor deze opdracht zijn beschikbaar op Toledo.

Practica Fitheid en Gezondheid bij personen met een handicap (B-KUL-L01J2a)

1 studiepunten : Practicum 14 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- Evaluatie van de fysieke fitheid en functionaliteit (veldtests).
- Interventies ter verbetering van de fysieke fitheid en functionaliteit van heterogene bijzondere groepen.
- Voorbereiding van het sportkamp (stageweek met personen met een handicap). Lesvoorbereidingen en micro-teachings.

Studiemateriaal

Wetenschappelijke teksten worden door de docent ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Microteaching:
Studenten bereiden de sportlessen die gegeven zullen worden op het sportkamp (stage) voor en proberen deze via microteaching voor het eerst uit.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid bij personen met een handicap (B-KUL-L21J0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het theoretisch gedeelte maakt 2/3de uit van de totale score van het opleidingsonderdeel. In dit gedeelte worden de studenten o.a. voorbereid op het screenen van een persoon met een beperking in de thuissituatie. Dit resulteert in een rapportering van het holistisch profiel van de geobserveerde persoon.

Het practicum gedeelte maakt 1/3de uit van de totale score van het opleidingsonderdeel, met gelijke weging van de ingeleverde lesvoorbereidingen en de micro-teaching. Er is aanwezigheidsplicht voor de practica.

'medewerking tijdens de contactmomenten' slaat op beide delen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

ECTS Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie (B-KUL-L01J5A)

5 studiepunten Nederlands 60 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- De verschillende niveaus van sportletselpreventie te onderscheiden en te beschrijven
- De pathogenese van sportspecifieke letsels te kunnen beschrijven.
- Informatie uit de epidemiologie en risicofactoren van sportletsels te benoemen en toe te passen op specifieke screeningen en trainingsschema’s.
- De onstaansmechanismen, symptomatologie en gevolgen van de belangrijkste sportletsels te benoemen, toe te lichten en toe te passen binnen verschillende sporttakken.
- Screenings van atleten te beoordelen en te interpreteren in functie van een aantal specifieke sporten.
- Op zelfstandige wijze een sportspecifiek gedifferentieerd sportletselpreventieprogramma te kunnen ontwerpen.
- Trainingsschema’s aan te passen aan het letselniveau van de sporter.
- Opgestelde preventieschema’s te rapporteren en voor te stellen aan een groep van collega’s.
- De positieve effecten van inspanning en fysieke activiteit op de gezondheid te kunnen beschrijven en verklaren
- bestaande nationale en internationale richtlijnen en aanbevelingen over sportbeoefening en screening bij sporters met diverse cardiovasculaire problematieken te beschrijven
- Het gezondheidsrisico, dat gepaard gaat met het leveren van fysieke inspanningen in verschillende populaties, op een correcte wijze in te schatten en de nodige maatregelen te nemen ter preventie van acute cardiovasculaire complicaties (klinisch redeneren).

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:
- Studenten, door het maken van een groepsopdracht, leren werken in teamverband.
- Studenten zich bewust zijn van activiteiten die door andere zorgverleners (artsen, kinesitherapeuten, podologen, e.d.) worden uitgevoerd in het kader van sportletselpreventie en bij een oefenprogramma voor chronische aandoeningen.

Begintermen

De studenten hebben kennis van de bijzondere gezondheidsleer, biomechanica, functionele anatomie, gezondheids- en ziekteleer en inspanningsfysiologie

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
- bachelor in de geneeskunde
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Trainingsleer (bv. L00B3B)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Cardiovasculaire preventie en screening (B-KUL-L01J4a)

2 studiepunten : College 21 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Fysieke activiteit, fysieke fitheid en primaire, secundaire en tertiaire preventie
2. Plotse dood en cardiovasculaire verwikkelingen bij inspanning
3. Screening en richtlijnen/voorschriften voor het beoefenen van sport
4. Klinisch redeneren naar herkennen en adequaat reageren op acute syndromen tijdens inspanning (ischemie, syncope; ritmestoornissen)
 

Studiemateriaal

Presentaties ter beschikking op Toledo
Specifieke artikels ter beschikking op Toledo

ACSM’s Resource manual for guidelines for exercise testing and prescription. 6th edition. Lippincott, Williams and Wilkins. ISBN 978-0-7817-6906-8

Toelichting werkvorm

Tijdens de hoorcolleges omtrent klinisch redeneren wordt op een interactieve wijze te werk gegaan.

Ziekteleer met betrekking tot sportletselpreventie (B-KUL-L07F0a)

1 studiepunten : College 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In deze onderwijsleeractiviteit wordt een overzicht gegeven van algemene sportmedische preventie en screening en van het anatomopathologisch substraat van de belangrijkste sportletsels ter hoogte van de extremiteiten en de wervelkolom. Dit houdt in dat er wordt stilgestaan bij de mogelijke sportspecifieke ontstaansmechanismen van de besproken letsels, hoe deze letsels zich presenteren en wat het (natuurlijke) verloop is van de aandoening en welke primaire / secundaire of tertiaire preventiemogelijkheden bestaan.

Studiemateriaal

Presentatiesoftware

Toelichting werkvorm

Van de student wordt verwacht dat hij/zij aanwezig is in de colleges.
 
 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L07D8A : Musculoskeletale preventie

Musculoskeletale preventietraining (B-KUL-L07F1a)

2 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het gedeelte preventie wordt ingegaan op de niveaus van preventie en verantwoordelijkheden hiervan. Verder wordt bekeken wat normaal bewegen inhoudt met het oog op letselpreventie zowel globaal, alsook voor het onderste lidmaat en de schouderregio. Er wordt stilgestaan bij een aantal frequent optredende letsels en mogelijke oefeningen gericht op stabilisatie. Tenslotte wordt ingegaan op trainings- en interventiebeslissingen vanuit het perspectief van letselpreventie en wordt aangegeven hoe concreet kan worden gewerkt. Tijdens de praktijk leren de studenten mogelijke afwijkingen bij elkaar vast te stellen en te interpreteren. Zij werken ook een opdracht uit.

Studiemateriaal

Presentatiesoftware
Cursus

Toelichting werkvorm

Het OLA bestaat enerzijds uit hoorcolleges en anderzijds praktijk.
Tijdens de hoorcolleges wordt op een interactieve wijze te werk gegaan.
Tijdens de praktijk wordt de in het hoorcollege aangereikte informatie praktisch uitgewerkt op collega studenten. Bijkomend werken de studenten een opdracht uit in groepsverband waarbij ze de gedoceerde materie toepassen op een bepaalde sport. Hieraan gekoppeld geven ze een presentatie tijdens de laatste praktijkles.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L07D8A : Musculoskeletale preventie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie (B-KUL-L21J5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Het examen omvat volgende delen
1. Examen / groepsopdracht / presentatie zoals beschreven in het OPO musculoskeletale preventie
2. Mondeling examen prof. Vanhees (examenperiode)

Voor de scoreberekening van het gedeelte van prof. Staes wordt verwezen naar de evaluatieactiviteiten van het OPO musculoskeletale preventie.

De totaalscore voor het OPO wordt berekend als het gemiddelde van de delen van prof. Peers, prof. Staes en prof. Vanhees. De afrondingsregels worden vermeld op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.
 

Toelichting bij herkansen

Het herexamen bestaat enkel uit het mondeling examen van Prof. Staes, Prof. Peers en Prof. Vanhees. De score wordt berekend als het gemiddelde van deze drie delen. De afrondingsregels worden vermeld op Toledo.
Er wordt voor het gedeelte van Prof. Staes dus niet verwacht dat er een nieuwe opdracht wordt gemaakt. De score van de opdracht wordt ook niet meegenomen in het berekenen van de eindscore.
     

ECTS Sociaal-culturele analyse van sport en vrije tijd (B-KUL-L02E7A)

5 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:

- vrije tijd, sport, bewegings- en lichaamscultuur begrijpen en interpreteren vanuit een sociaal-cultureel denk- en analysekader.

- een kritische kennis en houding ontwikkelen ten aanzien van de rol van vrije tijd, sport, bewegings- en lichaamscultuur in de samenleving.

- belangrijke sociaal-culturele issues in vrije tijd, sport, bewegings- en lichaamscultuur analyseren en beargumenteren.

- verbanden leggen tussen de sociaal-culturele analyse van vrije tijd, sport, bewegings- en lichaamscultuur en het professionele werkveld van organisatie, beheer en beleid van vrije tijd, sport en fysieke activiteit.

- vanuit een multidisciplinair kader theoretische stromingen binnen vrijetijdstudies kennen en begrijpen.

- vrijetijdsvisies en het vrijetijdsbeleid vanuit zowel een lokaal, bovenlokaal, nationaal als internationaal kader herkennen en begrijpen .

- theoretische inzichten in de studie van de vrije tijd vertalen naar vrijetijdstoepassingen en naar een vrijetijdsbeleid.

- sociologische en antropologische benaderingen van sport, bewegings- en lichaamscultuur kennen en begrijpen

- sociologische en antropologische thema’s met betrekking tot sport, bewegings- en lichaamscultuur herkennen, begrijpen en vertalen naar een professionele omgeving van beheer, beleid en organisatie

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract
Dit opleidingsonderdeel kan ook gevolgd worden door:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de politieke en sociale wetenschappen
- Bachelor in de politieke wetenschappen
- Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
- Bachelor in de rechten
- Bachelor in de economische wetenschappen
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen
- Bachelor in de sociologie
- Bachelor in de communicatiewetenschappen
- Bachelor in het communicatiemanagement
- Bachelor in het bedrijfsmanagement
 
Beginvoorwaarden
- een bijzondere academische en professionele interesse voor de  humaanwetenschappelijke benadering van de bewegende mens en voor aspecten van beleid en beheer
- basiskennis sociologie 
 

Identieke opleidingsonderdelen

L02E7B: Sociaal-culturele analyse van sport en vrije tijd

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vrijetijdsstudies (B-KUL-L07L8a)

2.5 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In een eerste deel wordt een conceptueel en theoretisch kader ontwikkeld voor de bestudering van de vrije tijd. Vanuit dit kader worden vervolgens thema’s in het vrijetijdsonderzoek en het vrijetijdsbeleid behandeld. Daarbij staat een multidisciplinaire benadering centraal.

Deel 1: Beschikbaarheid van vrije tijd

* Begrip vrije tijd/vrijetijd

* Ontstaan, ontwikkeling en omgang met (vrije) tijd

* Structurering van vrije tijd

* Tijdstrends en tijdspatronen

Deel 2: Besteding en beleving van vrije tijd

* Vrijetijdsbesteding

* Vormgeving van de vrije tijd

* Vrijetijdscontexten: binnenshuis/buitenshuis, stedelijk/niet-stedelijk, binnenland/buitenland

Deel 3: Interventie in de vrije tijd

* Interventiemodellen

* Overheid en vrije tijd

* Maatschappelijke middenveld en vrije tijd

* Markt en vrije tijd

Studiemateriaal

Voor het conceptuele en theoretische kader wordt voornamelijk geput uit hoofdstukken van de volgende basishandboeken:

Beunders, N. & Boers, H. (2010). De andere kant van de vrije tijd. Meppel: Toerboek.

Mulder, M. (2014). Leisure! Inleiding in de vrije tijd. Bussum: Coutinho.

Van der Poel, H. (2004). Tijd voor vrijheid. Inleiding tot de studie van de vrijetijd. Amsterdam: Boom.

De uit deze werken geselecteerde hoofdstukken worden aangevuld met papers, hoofdstukken, beleidsdocumenten en/of andere bronnen.

Toelichting werkvorm

. Noteren
. Argumenten formuleren bij discussiepunten
. Standpunten innemen
. Paper schrijven

Sociologie van sport en fysieke activiteit (B-KUL-L07L9a)

2.5 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In een eerste deel wordt een conceptueel en theoretisch kader ontwikkeld voor de bestudering van sport, bewegings- en lichaamscultuur vanuit een sociologisch en antropologisch perspectief. Vanuit dit kader worden vervolgens thema’s in het sportsociologische en sportantropologische onderzoek en het sport- en bewegingsbeleid behandeld. Daarbij staat de maatschappelijke context van de bewegende mens en de mens in beweging centraal.

Deel 1: Conceptueel en theoretisch kader

* Belangrijke stromingen: cultuurevolutionisme, structureel functionalisme, cultuurrelativisme, neomarxisme, symbolisme, postmodernisme, conflicttheorie, cultural studies, feminisme, interactionisme, figurationisme, …

* Cross-disciplinaire raakvlakken vanuit de sociale geografie, sociale geschiedenis, geopolitiek, ...

Deel 2: Capita selecta: sport/lichaamsbeweging en ...

* Processen: globalisering, postkolonialisering, migratie, vergrijzing, verkleuring, sociale exclusie, racisme, sociale stratificatie, sociale ongelijkheid, gentrificatie, medicalisering, digitalisering, informalisering, de-institutionalisering, democratisering, integratie, segregatie, emancipatie, urbanisatie, socialisatie, ...

* Issues/instituties: stad, andersvaliditeit, lichaam, mode, onderwijs, gezondheid, film, gender, geweld, doping, media, religie, sociale status, sociale klasse, natie, sociale controle, architectuur, design, deviantie, generatie, subcultuur, duurzaamheid, schoonheid, corruptie, ...

Studiemateriaal

Voor het conceptuele en theoretische kader wordt voornamelijk geput uit hoofdstukken van de volgende basishandboeken:

Blanchard, K. (1995). The anthropology of sport. An introduction (a revised version). Westport (CT): Bergin & Garvey.

Coakley, J. & Dunning, E. (2000). Handbook of sports studies. London: Sage.

Coakley, J. & Pike, E. (2009). Sports in society. Issues and controversies. London: McGraw Hill.

De Knop, P., Scheerder, J. & Vanreusel, B. (Eds.) (2006). Sportsociologie. Het spel en de spelers. 2de uitgave. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.

Voor de specifieke thema’s en cases wordt gebruik van papers, hoofdstukken, beleidsdocumenten en/of andere bronnen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sociaal-culturele analyse van sport en vrije tijd (B-KUL-L22E7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

In het geval moet overgegaan worden naar een mondeling examen op afstand om de veiligheid en gezondheid van leden van de academische gemeenschap van de KU Leuven te waarborgen dan hebben de studenten geen voorbereidingstijd bij dit mondeling examen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

ECTS Seminarie en stage zwemmen: deel 2 (B-KUL-L02I2A)

6 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van het OLA seminarie zwemmen: deel 2:

  • zijn de studenten in staat om zwemmers van internationaal (jeugd)niveau te evalueren met behulp van state-of-the-art analyseshulpmiddelen. (Contemplas video systeem) Op basis hiervan kunnen ze SMART trainingsdoelen opstellen voor lange, middellange en korte termijn. Deze doelen worden vertaald in trainingsactiviteiten.
  • kennen en nemen studenten actief deel aan een actueel permanent vormingsaanbod.

 

Aan het einde van het OLA masterstage zwemmen: deel 2:

  • kunnen de studenten een wedstrijd organiseren op nationaal niveau.
  • zijn studenten in staat om techniekevaluaties met behulp van state-of-the-art analysehulpmiddelen uit te voeren in de praktijk en kunnen ze deze vertalen naar concrete topsportadviezen.
  • hebben studenten de attitude om zelfstandig stage-activiteiten te organiseren van begin tot einde en hierover gepast te communiceren.

Begintermen

Het opleidingsonderdeel Seminarie en stage zwemmen: deel 1 gevolgd te hebben en in het bezit te zijn van een trainersdiploma Trainer B.

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van elite jeugdsporters en dit op nationaal clubniveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van jeugdige topsporters en bij de organisatie van trainingen, (mini-)stages en wedstrijden op jeugdcompetitieniveau.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van volgend diploma:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd masterproef: deel 1 en masterproef: deel 2.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( SOEPEL(L01I9A) OF SOEPEL(L01I9B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L00I3A) OF ( GELIJKTIJDIG(L04E0B) EN GELIJKTIJDIG(L03M1A) EN GELIJKTIJDIG(L03M3A) ) ) EN
DIPLOMA(50074203)


L01I9AL01I9A : Seminarie en stage zwemmen: deel 1
L01I9BL01I9B : Seminarie en stage zwemmen: deel 1
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L04E0BL04E0B : Voeding: gezondheids- en prestatiegerelateerde aspecten
L03M1AL03M1A : Sportcoaching, deel 2
L03M3AL03M3A : Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 2
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie zwemmen: deel 2 (B-KUL-L02I3a)

2 studiepunten : College 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

*techniekevaluaties met behulp van state of the art analysehulpmiddelen vertalen naar concrete topsportadviezen

* vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

 - World Book of Swimming: from science to performance (Seifert, Chollet & Muijika eds, 2011)
- Ernest Maglischo : Swimming Fastest
- DVD’s Championship Productions
- Relevante recente wetenschappelijke literatuur

Toelichting werkvorm

  • Hoorcollege
    • Docentgestuurd hoorcollege
  • Gastcolleges
    • Fysieke trainer zwemfederatie of vergelijkbaar

Masterstage zwemmen: deel 2 (B-KUL-L02I4a)

4 studiepunten : Stage 60 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage bestaat uit een externe zelfstandige stage onder begeleiding van een externe stagebegeleider en wordt gespreid over het 1e semester. Deze stage laat de student toe op hoger niveau ervaring op te doen bij (jong)volwassene topsporters.

Externe zelfstandige stage:

  • een wedstrijd organiseren op  nationaal niveau
  • techniekevaluaties met behulp van state of the art analysehulpmiddelen uitvoeren in een topsportcontext en vertalen naar concrete topsportadviezen
  • Multidisciplinaire overlegmomenten binnen de topsportwerking van de club

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding portfolio

Toelichting werkvorm

80u externe stage in een topsportanalysecentrum

30u stage wedstrijdorganisatie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage zwemmen: deel 2 (B-KUL-L22I2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ staat geprogrammeerd als een jaaropleidingsonderdeel. Voor studenten die de minor ‘Sportwetenschappelijke verdieping binnen de afstudeerrichting sporttraining en coaching’ opnemen en hierdoor niet in de mogelijkheid zijn om in het tweede semester nog stage te lopen voor het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ zal in overleg met de verantwoordelijke een traject worden afgesproken dat tijdens het eerste semester volledig kan worden afgewerkt.

 

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

1. De evaluatie van het seminarie bestaat uit een presentatie met mondelinge verdediging waarbij de student een integratieopdracht voorstelt waarbij voor één zwemmer van internationaal (jeugd)niveau een multidisciplinair begeleidingsplan is uitgewerkt.
2. De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider op het einde van het eerste semester
- Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde van het tweede semester
- Voorleggen van een stageportfolio

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen.
De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores gegeven door de betrokkenen bij de deelstages.
De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de 3 onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

Bij onregelmatigheden of problemen bij de stage kan een sanctie opgelegd worden door de titularis van het opleidingsonderdeel. Deze sanctie kan bestaan uit extra weken/maanden stage om te bewijzen dat de student kan voldoen aan de eindtermen van het opleidingsonderdeel en de opleiding.

Voor zover voldaan is aan de bijkomende voorwaarden zoals bepaald in  overeenstemming met VTS-BLOSO, kan een inschaling worden bekomen op het niveau Trainer A van de Vlaamse Trainersschool, mits een gemiddelde eindscore van minstens 14/20 wordt behaald op de OPO's ‘Seminarie en stage zwemmen’ deel 1 en deel 2.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

De regels voor de 2e examenkans worden gecommuniceerd via Toledo.

ECTS Seminarie en stage wielrennen: deel 1 (B-KUL-L02I5B)

9 studiepunten Nederlands 126 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • op een professionele manier competitieve wielrenners (jeugd-beloften) te adviseren en te begeleiden op het vlak van prestatieverbetering
  • op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om competitieve wielrenners (jeugd-beloften) optimaal voor te bereiden op wedstrijdsituaties
  • om competitieve wielrenners (jeugd-beloften) te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
  • als talentscout te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:

  • Kennis maakt met de realiteit van het werkveld van de wielersport en de topsport in Vlaanderen dmv guest lectures, zelfstudie, observatie, …
  • gericht leert communiceren met de verschillende actoren die een rol spelen binnen het trainingsproces: ploegleiders, trainers, atleten, ouders, kinesitherapeuten, dietisten, sportartsen, …

Begintermen

Begintermen:

Sterk aanbevolen wordt om de opleidingsonderdelen 'Training en Coaching Wielrennen' en 'Stage Wielrennen' gevolgd te hebben. Studenten die geen credit hebben verworven voor het opleidingsonderdeel ‘Stage wielrennen’ uit de bachelor, moeten contact opnemen met de titularis van het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage wielrennen: deel 1’ voor een intakegesprek vooraleer zij kunnen toegelaten worden.

 

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van (jeugdige) wielrenners en dit zowel op recreatief als op competitief niveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van jeugdige wielrenners en bij de organisatie van trainingen.

 

Beginvoorwaarden creditcontract

De student is in het bezit van het diploma:

- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd of volgt ze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:

- L02M2A: Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen

- L04E0B: Voeding: gezondheids- en prestatie gerelateerde aspecten

- L08H7B: Sport coaching m.i.v. practicum, deel 1

- L02M6A: preventie door screening en training

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



STRENG(L00G4B) EN ( GELIJKTIJDIG(L08H7A) OF GELIJKTIJDIG(L08H7B) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF GELIJKTIJDIG(L02M2A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L01J5A) OF GELIJKTIJDIG(L02M6A) )


L00G4BL00G4B : Stage wielrennen
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L08H7BL08H7B : Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L02M2AL02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L02M6AL02M6A : Preventie door screening en training


Identieke opleidingsonderdelen

L02I5A: Seminarie en stage wielrennen: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie wielrennen: deel 1 (B-KUL-L02I6a)

3 studiepunten : College 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie wielrennen worden wielerspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de realiteit van de trainingsbegeleiding en de competitiesport. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van talentvolle atleten op conditioneel, technisch, en mentaal vlak.

De volgende topics komen aan bod:
- Meten en evalueren van het prestatievermogen van atleten in functie van trainingsbegeleiding
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen
- Talentontwikkeling
- Letsels en de preventie ervan binnen het wielrennen
- Wetenschappelijke begeleiding binnen het wielrennen
- Prestatiebevorderende factoren wat betreft voeding, voedingssupplementen, aerodynamica, traptechniek, fietspositie, mentale aspecten, doping, acclimatisatie (hoogte, temperatuur, uurverschil), en anderen
- Recuperatiestrategieën wat betreft voeding, voedingssupplementen, cryotherapie, compressiekousen,…
- Topsportbeleid WBV, organisatie clubwerking

Studiemateriaal


- Een selectie van wetenschappelijke artikels in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline wielrennen
- VTS-cursussen
- Powerpoints van verschillende gastsprekers

Masterstage wielrennen: deel 1 (B-KUL-L02I7a)

6 studiepunten : Stage 90 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van prestatiesporters, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.
De stage bestaat uit een interne en externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het volledige academiejaar.

Interne zelfstandige stage:
- Begeleiding van een competitieve wielrenner (jeugd-belofte)
- Assisteren bij testing van belofte-en profwielrenners binnen Topsport ABC – Bakala Academy Athletic Performance Center

Externe zelfstandige stage:
- Organisatie wielerproef voor minimiemen en aspiranten
- Observatie en begeleiding specifieke practica gedoceerd binnen Topsportscholen, middelbare scholen met optie wielrennen, provinciale trainingen WBV, …
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics…

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering opmaken eigen wielrenner
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen. Voorbereiding, communicatie, uitvoering, reflectie.
3. Profiel opstellen van de wielrenner (sterkte/zwakte analyse) wat betreft fysieke conditie, lichaamssamenstelling, mentale sterkte, technische kunde, tactische kennis, … en de resultaten hiervan vertalen naar trainingspraktijk
4. Beschrijving van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur
5. Assisterende activiteiten tijdens stage (voorbereiding,  evaluatie, …)
6. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen, practica, evaluaties en aanverwante activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage wielrennen: deel 1 (B-KUL-L22I5b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

1. Op het einde van het academiejaar is er een open boekexamen over de leerstof van het ganse jaar.
2. De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Tussentijdse evaluatie met stagebegeleider en stagetitularis
- Eindevaluatie met stagetitularis op het einde academiejaar
- Mondelinge presentatie van de stage , in aanwezigheid van stagetitularis en medestudenten

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen. 

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores. De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de  onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

Voor zover voldaan is aan de bijkomende voorwaarden zoals bepaald in  overeenstemming met VTS-BLOSO, kan een inschaling worden bekomen op het niveau Trainer B Wielrennen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdeel 1, hernemen dit in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 2 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Seminarie en stage wielrennen: deel 2 (B-KUL-L02I8A)

6 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • op een professionele manier competitieve wielrenners (beloften - profs) te adviseren en te begeleiden op het vlak van prestatieverbetering en blessurepreventie
  • op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om competitieve wielrenners (beloften - profs) voor te bereiden op wedstrijdsituaties
  • competitieve wielrenners (beloften - profs) te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
  • als sportwetenschappelijk trainingsexpert binnen een wielerfederatie of club te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:

  • Kennis maakt met de realiteit van het werkveld van de wielersport en de topsport in Vlaanderen dmv guest lectures, zelfstudie, observatie, …
  • gericht leert communiceren met de verschillende actoren die een rol spelen binnen het trainingsproces: ploegleiders, trainers, atleten, ouders, kinesitherapeuten, diëtisten, sportartsen, organisatoren,...

Begintermen

Er wordt sterk aanbevolen om de opleidingsonderdelen Training en coaching wielrennen deel 1 en Stage wielrennen deel 1 gevolgd te hebben en in het bezit te zijn van een trainersdiploma Trainer B Wielrennen

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van (jeugdige) competitieve wielrenners. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van jonge elite renners en bij de organisatie van trainingen.

Beginvoorwaarden credit contract
De student is in het bezit van volgend diploma:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd Masterproef: deel 1 en Masterproef: deel 2.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( SOEPEL(L02I5A) OF SOEPEL(L02I5B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L00I3A) OF ( GELIJKTIJDIG(L04E0B) EN GELIJKTIJDIG(L03M1A) EN GELIJKTIJDIG(L03M3A) ) ) EN
DIPLOMA(50074203)


L02I5AL02I5A : Seminarie en stage wielrennen: deel 1
L02I5BL02I5B : Seminarie en stage wielrennen: deel 1
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L04E0BL04E0B : Voeding: gezondheids- en prestatiegerelateerde aspecten
L03M1AL03M1A : Sportcoaching, deel 2
L03M3AL03M3A : Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 2
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie wielrennen: deel 2 (B-KUL-L02I9a)

2 studiepunten : College 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie wielrennen worden wielerspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de realiteit van de trainingsbegeleiding en de competitiesport. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van talentvolle atleten op conditioneel, technisch, en mentaal vlak.

De volgende topics komen hierbij aan bod of worden verder verdiept:
- Meten en evalueren van het prestatievermogen van atleten in functie van trainingsbegeleiding
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen
- Talentdetectie en talentontwikkeling
- Letsels en de preventie ervan binnen het wielrennen
- Wetenschappelijke begeleiding binnen het wielrennen
- Prestatiebevorderende factoren wat betreft voeding, voedingssupplementen, aërodynamica, traptechniek, fietspositie, mentale aspecten, doping, acclimatisatie (hoogte, temperatuur, uurverschil), en anderen
- Recuperatiestrategieën wat betreft voeding, voedingssupplementen, cryotherapie, compressiekousen, …
- Preventie van overtraining
- Topsportbeleid Wielerbond Vlaanderen, Koninklijke Belgische Wielrijdersbond, organisatie clubwerking
- Gedeeltelijk assisteren bij de practica van 1e Ma (practicum en seminarie)
- Kritisch leren nadenken over nieuwe trends in de wielerwereld mbv sportwetenschappelijk artikels.

Studiemateriaal

- Een selectie van wetenschappelijke artikels in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline wielrennen
- VTS-cursussen
- Powerpoints van verschillende gastsprekers

Masterstage wielrennen: deel 2 (B-KUL-L03I0a)

4 studiepunten : Stage 60 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van prestatiesporters, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.
Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters op nationaal en internationaal competief niveau.

Interne zelfstandige stage:
- Begeleiding van meerdere competitieve wielrenners waarvan minstens 1 op niveau van belofte of prof.
- Assisteren bij testing van belofte-en profwielrenners binnen Topsport ABC – Bakala Academy Athletic Performance Center

Externe zelfstandige stage:
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics…

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering opmaken eigen wielrenners
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen. Voorbereiding, communicatie, uitvoering, reflectie.
3. Profiel opstellen van de wielrenner (sterkte/zwakte analyse) wat betreft fysieke conditie, lichaamssamenstelling, mentale sterkte, technische kunde, tactische kennis, … en de resultaten hiervan vertalen naar trainingspraktijk
4. Beschrijving van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur
5. Assisterende activiteiten tijdens stage (voorbereiding,  evaluatie, …)
6. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen, practica, evaluaties en aanverwante activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage wielrennen: deel 2 (B-KUL-L22I8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ staat geprogrammeerd als een jaaropleidingsonderdeel. Voor studenten die de minor ‘Sportwetenschappelijke verdieping binnen de afstudeerrichting sporttraining en coaching’ opnemen en hierdoor niet in de mogelijkheid zijn om in het tweede semester nog stage te lopen voor het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ zal in overleg met de verantwoordelijke een traject worden afgesproken dat tijdens het eerste semester volledig kan worden afgewerkt.

 

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

1. Op het einde van het semester is er een open boekexamen
2. De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Tussentijdse evaluatie met stagebegeleider en stagetitularis
- Eindevaluatie met stagetitularis op het einde van het semester
- Mondelinge presentatie van de stage , in aanwezigheid van stagetitularis en medestudenten

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen. 

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt (20 punten) van de afzonderlijke scores waarbij (1) de evaluatie stage en (2) het  eind examen elk gescoord worden op 10 punten.  De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de  onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA). De gewogen scores > 14/20 worden naar boven afgerond, scores  <10 naar beneden, en scores 10-14 volgens de rekenkundige afrondingsregels.

Voor zover voldaan is aan de bijkomende voorwaarden zoals bepaald in  overeenstemming met VTS-BLOSO, kan een inschaling worden bekomen op het niveau Trainer A Wielrennen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdeel 1, hernemen dit in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 2 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Vergelijkende lichamelijke opvoeding en sport (B-KUL-L03E7A)

3 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De cursus betreft de studie van spelfenomenen, L.O.-systemen en sportstructuren en beoogt het vergroten van a) de kennis van onderlinge verschillen en internationale verbanden tussen onderscheiden landen, b) het inzicht in de specifieke mechanismen en de (historisch-)culturele context die ervoor kenmerkend zijn, c) de vaardigheden om verschilpunten en gelijkenissen te identificeren en te verklaren, en het verworvene in concrete situaties toe te passen, en d) de attitude om dit alles, vanuit een brede mens- en maatschappijvisie en vanuit een toegespitste interdisciplinaire interesse, kritisch te integreren in het beroepsleven en in verdere studie. 

Begintermen

Begintermen
De student heeft kennis van en interesse in een breed programma met accenten op sociaalculturele en pedadogogisch-didactische onderdelen.  

 

Beginvoorwaarden creditcontract:

De student is in het bezit van een van bachelordiploma.

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:

Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel
 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vergelijkende lichamelijke opvoeding en sport: college (B-KUL-L03E7a)

2 studiepunten : College 17 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er wordt een evenwicht nagestreefd tussen theoretische, methodologische, toegepaste en specifieke cursuselementen. Onderzoeksstrategieën en -technieken worden toegelicht aan de hand van cross-culturele studies over spelvormen, L.O.-programma's en moderne sport-evenementen waaronder de Olympische Spelen. Voor verschillende landen wordt het onderwijs in de lichamelijke opvoeding en de sport, incl. de extracurriculaire sport, aan een comparatieve analyse onderworpen. Hetzelfde geldt voor de betekenis en de structuren van de massa- en de spektakelsport. Bijzondere aandacht gaat daarbij ook naar de Verenigde Staten en naar Europa en de Europese eenwording. Concluderend (en hypothesevormend) wordt een inventaris opgemaakt van sport- en L.O.-verschijnselen (afhankelijke variabelen) en van de sociaalculturele contextfenomenen (onafhankelijke variabelen) die daarvoor bepalend zijn. Uitdrukkelijk wordt bij dit alles de brug gelegd naar andere, reeds gestudeerde en nog te studeren opleidingsonderdelen uit de sfeer van de gedrags- en geesteswetenschappen. Op deze wijze is het opleidingsonderdeel 'Vergelijkende lichamelijke opvoeding in de sport' in wezen ook een oefening in transdisciplinair en toepassingsgericht denken.

Studiemateriaal

. Cursustekst en presentaties op Toledo.. Handboek: Tolleneer J e.a. 2000, Old borders, new borders, no borders. Sport and physical education in a period of change, Oxford: Meyer & Meyer, 439 p. 

Toelichting werkvorm

hoorcollege - interactiecollege/responsiecollege
 Notities nemen, opzoekingen in bibliotheek en elektronische bibliotheek, deelnemen aan interuniversitaire / internationale virtuele klas. 

Vergelijkende lichamelijke opvoeding en sport: opdracht (B-KUL-L05F4a)

1 studiepunten : Opdracht 9 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er wordt een evenwicht nagestreefd tussen theoretische, methodologische, toegepaste en specifieke cursuselementen. Onderzoeksstrategieën en -technieken worden toegelicht aan de hand van cross-culturele studies over spelvormen, L.O.-programma's en moderne sport-evenementen waaronder de Olympische Spelen. Voor verschillende landen wordt het onderwijs in de lichamelijke opvoeding en de sport, incl. de extracurriculaire sport, aan een comparatieve analyse onderworpen. Hetzelfde geldt voor de betekenis en de structuren van de massa- en de spektakelsport. Bijzondere aandacht gaat daarbij ook naar de Verenigde Staten en naar Europa en de Europese eenwording. Concluderend (en hypothesevormend) wordt een inventaris opgemaakt van sport- en L.O.-verschijnselen (afhankelijke variabelen) en van de sociaalculturele contextfenomenen (onafhankelijke variabelen) die daarvoor bepalend zijn. Uitdrukkelijk wordt bij dit alles de brug gelegd naar andere, reeds gestudeerde en nog te studeren opleidingsonderdelen uit de sfeer van de gedrags- en geesteswetenschappen. Op deze wijze is het opleidingsonderdeel 'Vergelijkende lichamelijke opvoeding in de sport' in wezen ook een oefening in transdisciplinair en toepassingsgericht denken.

Studiemateriaal

. Cursustekst en presentaties op Toledo.
. Handboek: Tolleneer J e.a. 2000, Old borders, new borders, no borders. Sport and physical education in a period of change, Oxford: Meyer & Meyer, 439 p

Toelichting werkvorm

opdrachten, incl. papers 
 Schriftelijk werkstuk met mondelinge rapportering

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vergelijkende lichamelijke opvoeding en sport (B-KUL-L23E7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Na een uitgebreide schriftelijke open boek- en open net-voorbereiding (twee uur) volgt een mondelinge ondervraging, niet alleen over de algemeen-theoretische maar ook over de specifiek-praktische delen, waarbij speciale aandacht gaat naar het eigen werkstuk en ook naar de twee geselecteerde hoofdstukken uit het handboek.


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement, alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

ECTS Europese sportgeschiedenis (B-KUL-L03E8A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Na het volgen van het opleidingsonderdeel Europese sportgeschiedenis hebben de studenten zowel een dieper inzicht verkregen in de geschiedenis van de sport (lees ‘bewegingscultuur’) in Europa als in de bestaande sporthistoriografie. Studenten zijn dus zowel in staat om op een wetenschappelijke manier de totstandkoming van de huidige sportieve context te doorgronden, als om (hiaten in) de sporthistoriografie te bespreken en in te vullen.
 

Begintermen

Begintermen
De student heeft een brede historische interesse en is gedreven om de achtergrond van het huidige  Europese sportgebeuren en de bestaande sporthistoriografische literatuur te doorgronden.  Hij/zij beschikt over een algemene wetenschappelijke competentie en heeft, in het bijzonder, aanleg voor onderzoek in de humane wetenschappen.

 

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van een bachelordiploma EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Historische en ethisch-culturele bewegingswetenschappen m.i.v. werkveldoriëntatie 2 (bv. L01B1B)

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel
 

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Europese sportgeschiedenis (B-KUL-L03E8a)

3 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Aan de hand van het schrijven van een paper (15 à 20 blz.) dienen de studenten zelf een specifiek thema uit te werken, met de bedoeling dat ze (eventueel in hun Masterproef) zelf vernieuwend historiografisch onderzoek kunnen verrichten.
 

Toelichting werkvorm

De student krijgt de opdracht om een individueel pakket wetenschappelijke literatuur en bronnen door te nemen. Er wordt van de student verwacht dat hij/zij de opgedane kennis weet toe te passen en neer te schrijven in een paper (15 à 20 blz.) bij voorkeur aansluitend op het thema van de Masterproef. Hiervoor dienen opzoekingen te gebeuren in archieven, bibliotheken, internet resources, etc.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Europese sportgeschiedenis (B-KUL-L23E8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De student analyseert relevante wetenschappelijke literatuur en bronnen en maakt een paper ('à la tête du client'). De student wordt intensief begeleid en permanent geëvalueerd.


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.
 

ECTS Sportrecht en internationale regulering (B-KUL-L03E9A)

3 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel verschaft een functionele en geïntegreerde juridische benadering van sport, opgevat als een maatschappelijk fenomeen met sociale, economische en culturele inslag. Sport is daarbij opgevat als een geglobaliseerd fenomeen en de eigen aard van de onderscheiden juridische interacties in de sport worden in het licht daarvan bestudeerd. Bijzondere aandacht gaat naar het unieke karakter van het sportrecht, een combinatie van autonome sportregulering en publieke regelzetting. Een belangrijke plaats komt toe aan de internationale regulering van sport, alsook aan de interactie tussen het Belgische en het Europese recht en de internationale ontwikkeling van de ‘lex sportiva’.

 

Dit opleidingsonderdeel heeft als doel om studenten een grondig beeld te geven van juridische vragen die betrekking hebben op sport zodat een goed overzicht ontstaat voor niet-juristen.

 

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • Nationale en internationale juridische bronnen te raadplegen, te begrijpen en deze zowel afzonderlijk als in hun onderlinge wisselwerking te verklaren
  • De eigenheden en wetmatigheden van het sportrecht te benoemen
  • Het belang en de invloed van het Europese recht in de sport in te schatten en te verklaren
  • De belangrijke rechterlijke uitspraken in het sportrecht te benoemen en uit te leggen
  • De belangrijkste bronnen van internationale regulering en hun invloed op de sportwereld te benoemen en uit te leggen
  • Rechtsvragen met betrekking tot sport te beantwoorden en daarvoor juridische argumenten aan te wenden
  • Sportjuridische vraagstukken te herkennen en hierover duidelijk met juristen te communiceren

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract:

  • Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
  • Bachelor in de politieke en sociale wetenschappen
  • Bachelor in de politieke wetenschappen
  • Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
  • Bachelor in de rechten
  • Bachelor in de economische wetenschappen
  • Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen
  • Bachelor in de sociologie
  • Bachelor in de communicatiewetenschappen
  • Bachelor in het communicatiemanagement
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement

 

en

gelijktijdig of gevolgd hebben: Ethische en juridische aspecten van sport en beweging (L02M0A)

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L04I7A) OF GELIJKTIJDIG(L02M0A)


L04I7AL04I7A : Sport en recht
L02M0AL02M0A : Ethische en juridische aspecten van sport en beweging


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sportrecht en internationale regulering (B-KUL-L03E9a)

3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De cursus biedt een studie van de samenhang tussen het Belgische, Europese en internationale recht, met bijzondere aandacht voor internationale regulering en die onderdelen van het recht die voor de wereld van de sport van belang zijn.

De cursus behandelt de belangrijkste sportrechtelijke gebieden en problemen, zoals:

  • De organisatie van de sport
  • De rol van Europa in de sport
  • De belangrijkste Europese rechtszaken in de sport
  • Rechten inzake vrij verkeer in de sport
  • Mededingingsrecht en sport
  • Fundamentele rechten in de sport
  • Het statuut van de sportbeoefenaar
  • Transfers en makelaars in de sport
  • Sociale dialoog in de sport
  • Aansprakelijkheid in de sport
  • Internationale reglementering van bijzondere onderwerpen in de sport
  • Geschillenbeslechting in de sport.

Studiemateriaal

Syllabus met primaire en secundaire literatuur en aanvullend materiaal worden via Toledo verspreid.

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges en discussiecolleges.

Van de studenten wordt een actieve leerhouding verwacht.

Leerstof wordt complementair aangereikt en voorbereid via kennisclips.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sportrecht en internationale regulering (B-KUL-L23E9a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen toetst kennis en inzicht in de basisbeginselen en mechanismen van het Europees sportrecht en het argumentatief en probleemoplossend vermogen van de student. Het examen toetst tevens in welke mate de student in staat is om zelfstandig en creatief met vakeigen bronnen (rechtspraak, wetgeving, literatuur) om te gaan.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Entrepreneurship in de praktijk (B-KUL-L03H9A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

Het doel van dit project is het opdoen van relevante ervaring rond ondernemerschap. Zo verwerft de student een beter inzicht in de praktische aspecten van het ondernemen.

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

  • Kan de student de verworven kennis en vaardigheden in de praktijk toepassen op een efficiënte en duurzame manier.
  • Heeft de student noties van ondernemend handelen, door een idee om te zetten in de praktijk.
  • Is de student gegroeid in een aantal vaardigheden, zoals creativiteit tonen, innoveren, het plannen en organiseren van taken zodat de deliverables tijdig gerealiseerd worden, …
  • Kan de student over de uitgevoerde taken schriftelijk en mondeling verslag uitbrengen.
  • Kan de student reflecteren over zijn eigen functioneren binnen een project.

Begintermen

De student gaat zelfstandig op zoek naar een mogelijk project (bijvoorbeeld via studentenorganisaties Academics For Companies (AFC) en Acadamics For Development (AFD) (http://afcleuven.be/) of bij Leuven Community for Innovation driven Entrepreneurship (LCIE) (http://www.lcie.be/nl).

De student dient hier rekening te houden met de beginvoorwaarden die geformuleerd worden door de projectleider(s).

De student dient een projectvoorstel in en na goedkeuring van het projectvoorstel, kan de student dit opleidingsonderdeel laten opnemen in het ISP.

Voor meer gedetailleerde informatie over de procedure om een project te valoriseren in je studieprogramma en bijhorende deadline kijk op website: Ondernemerschap aan FaBeR.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



NIVEAU( BACHELOR )


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Entrepreneurship in de praktijk (B-KUL-L03H9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student verwerft ervaring met betrekking tot diverse facetten van ondernemerschap en ontwikkelt managementvaardigheden en –competenties door middel van via participatie in advies- en implementatieprojecten.

 

Voor de praktische regeling gelden de volgende richtlijnen:

De student stelt een project voor waar ondernemerschap in sport en/of fysieke activiteit centraal staat en/of de student zoekt zelf een project via AFC, AFT, AFD of LCIE.  

Het voorstel wordt ter goedkeuring aan de titularis van het OPO voorgelegd. De student werkt zelfstandig zijn/haar project uit en/of neemt deel aan een project via AFC, AFD, AFT of LCIE.

De student zorgt voor een correcte afhandeling van de nodige documenten, zoals een projectaanvraag, een tussentijdse rapportering, een contract indien nodig, …

Toelichting werkvorm

Uitvoeren van creatieve en kwaliteitsvolle projecten voor een start-up, vzw, KMO, NGO, … Deze projecten hebben een duurtijd van één semester tot één jaar en kunnen, afhankelijk van het project, individueel of in teams worden uitgewerkt.

Tijdens het academiejaar worden seminaries georganiseerd waarbij de studenten inzicht verwerven in ondernemerschap, onder andere de stappen in het ondernemingsplan, dimensies van innovatie (sociaal, organisatorisch, technologisch, …), innovatieparameters (innovatiebereidheid, innovatiecapaciteit, innovatiesnelheid, …), etc. Een reader bestaande uit relevante, praktische en wetenschappelijke artikels biedt ondersteuning bij de seminaries.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Entrepreneurship in de praktijk (B-KUL-L23H9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie

Toelichting

De evaluatie gebeurt aan de hand van een schriftelijke en mondelinge rapportering in overeenstemming met volgende richtlijnen.

 

Het verslag telt 10 tot 15 bladzijden en bestaat uit vier delen:

 

  • Deel A: situeert het project en bevat de administratieve gegevens: naam student, opleiding van student (inclusief fase en optie), naam project, periode, naam en contactgegevens van eventuele begeleider/projectleider (o.a. e-mailadres en telefoonnummer).
  • Deel B: omschrijft het project (de opdracht, het verloop en de behaalde resultaten). De student geeft telkens aan wat zijn taak precies geweest is.
  • Deel C: het reflectiegedeelte over de ervaring van de student. Deze bevat onder andere

           Kritische reflectie over de competenties die de student verwachtte te verbeteren (voeg die lijst als bijlage toe aan het verslag).

           Relatie project en opleiding. Welke inhoud van welke opleidingsonderdelen is aan bod gekomen tijdens het project? Was die inhoud aangepast aan wat er nodig was?

  • Deel D: conclusies die uit het project getrokken werden. Zijn de doelen van het project bereikt? Was het project een meerwaarde voor de student?

 

Vervolgens presenteert de student de belangrijkste elementen uit het verslag tijdens een mondelinge verdediging

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de verplichtingen vastgelegd in het projectvoorstel niet nakomt, kan de deelname aan het projectwerk worden stopgezet en wordt de eindbeoordeling voor het opleidingsonderdeel NA (niet afgelegd).

 

Wegens de aard van de evaluatie bestaat er geen mogelijkheid tot herkansen van het project (augustus/septemeber) voorstudenten die niet geslaagd zijn bij de eerste examenkans.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1 (B-KUL-L03I6B)

9 studiepunten Nederlands 126 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- op een professionele manier competitiesporters (jeugd tot en met elite) te adviseren en te begeleiden
- op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om competitieatleten optimaal voor te bereiden op wedstrijdsituaties
- om atleten (jeugd tot en met elite) te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
- als talentscout binnen een federatie/club te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- Kennis maakt met de realiteit van het werkveld binnen deze sportdiscipline en de topsport in Vlaanderen (via guest lectures, zelfstudie, observatie,...)
- gericht leert communiceren met de verschillende actoren die een rol spelen binnen het trainingsproces: afgevaardigden van de federatie en de clubs, trainers, atleten, ouders,...

Begintermen

Begintermen:

De student wordt sterk aanbevolen om de opleidingsonderdelen Training en coaching sportdiscipline op aanvraag (bv. L03D8B) en Stage sportdiscipline op aanvraag (bv. L04D9B) gevolgd te hebben.

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van het aanleren van de sportdiscipline en de bijhorende begeleiding bij (jeugdige) atleten en dit zowel op recreatief als competitief niveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van (jeugdige) atleten en bij de organisatie van trainingen en competitiewedstrijden voor jeugdspelers.

 

Beginvoorwaarden creditcontract:

De student is in het bezit van het diploma:

  • Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd of volgt ze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:

  • L02M2A: Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
  • L04E0B: Voeding: gezondheids- en prestatie gerelateerde aspecten
  • L08H7B: Sport coaching m.i.v. practicum, deel 1
  • L02M6A: Preventie door screening en training

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(L08H7A) OF GELIJKTIJDIG(L08H7B) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF GELIJKTIJDIG(L02M2A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L01J5A) OF GELIJKTIJDIG(L02M6A) )


L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L08H7BL08H7B : Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L02M2AL02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L02M6AL02M6A : Preventie door screening en training


Identieke opleidingsonderdelen

L03I6A: Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie sportdiscipline op aanvraag: deel 1 (B-KUL-L03I7a)

3 studiepunten : College 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie worden sportspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de realiteit van de trainingsbegeleiding en de competitiesport. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van talentvolle atleten op conditioneel, technisch, tactisch, en mentaal vlak.

De volgende topics komen aan bod:
- Talentdetectie en talentontwikkeling
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen
- Video-analyse van prestaties
- Meten en evalueren van het prestatievermogen van atleten in functie van trainingsbegeleiding
- Letselpreventie

Studiemateriaal

Als studiemateriaal wordt beroep gedaan op volgende handboeken:
- VTS-cursussen
- Een selectie van wetenschappelijke artikels in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline

Toelichting werkvorm

Seminaries
Microteaching

Masterstage sportdiscipline op aanvraag: deel 1 (B-KUL-L03I8a)

6 studiepunten : Stage 90 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van atleten, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd, bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitief niveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.

De stage bestaat uit een externe zelfstandige stage onder begeleiding van een externe stagebegeleider en wordt gespreid over het volledige academiejaar.

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage, Federale trainingen (georganiseerd vanuit de federaties met topsportbevoegdheid), stage met club of jeugdelite
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering opmaken of opvolgen (club, federatie)
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdatleet (conditioneel, techniek) en de resultaten hiervan vertalen naar de trainingspraktijk
4. Schetsen van de positie van de trainer, jeugdcoördinator, topsportcoördinator binnen de club of federale structuur.
5. Beschrijven van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur.
6.  Assisterende activiteiten tijdens stage (voorbereiding,  evaluatie, …)
7. Coördinatie trainingsactiviteiten (verloopt over een gans academiejaar)
8. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1 (B-KUL-L23I6b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde academiejaar
- Mondelinge presentatie van de stage

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen. 

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores. De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de  onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor de stage op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

ECTS Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 2 (B-KUL-L03I9A)

6 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- op een professionele manier elite atleten (jeugd en volwassenen) te adviseren en te begeleiden op het vlak van prestatieverbetering en blessurepreventie
- op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema’s om elite atleten (jeugd en volwassenen) voor te bereiden op wedstrijdsituaties
- elite atleten te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
- als sportwetenschappelijk trainingsexpert binnen een federatie/club te fungeren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- Kennis maakt met de realiteit van het werkveld binnen deze sportdiscipline en de topsport in Vlaanderen (via guest lectures, zelfstudie, observatie,...).
- gericht leert communiceren met de verschillende actoren die een rol spelen binnen het trainingsproces: afgevaardigden van de federatie en de clubs, trainers, atleten, ouders,...

Begintermen

De student wordt sterk aanbevolen om de opleidingsonderdelen Training en coaching sportdiscipline op aanvraag (bv. L03D8B) en Stage sportdiscipline op aanvraag (bv. L04D9B) gevolgd te hebben .

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sport en de bijhorende begeleiding bij  (jeugdige) atleten en dit zowel op recreatief als competitief niveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van (jeugdige) atleten en bij de organisatie van trainingen.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van volgend diploma:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd masterproef deel 1 en masterproef deel 2.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( SOEPEL(L03I6A) OF SOEPEL(L03I6B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L00I3A) OF ( GELIJKTIJDIG(L04E0B) EN GELIJKTIJDIG(L03M1A) EN GELIJKTIJDIG(L03M3A) ) ) EN
DIPLOMA(50074203)


L03I6AL03I6A : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1
L03I6BL03I6B : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L04E0BL04E0B : Voeding: gezondheids- en prestatiegerelateerde aspecten
L03M1AL03M1A : Sportcoaching, deel 2
L03M3AL03M3A : Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 2
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie sportdiscipline op aanvraag: deel 2 (B-KUL-L04I0a)

2 studiepunten : College 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie worden sportspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de trainingsrealiteit. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van elite atleten (jeugd en volwassenen) op conditioneel, technisch, tactisch en mentaal vlak.

De volgende topics worden verder verdiept.:
- Talentontwikkeling
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen
- Video-analyse
- Meten en evalueren van het prestatievermogen van atleten in functie van trainingsbegeleiding
- wetenschappelijke begeleiding
- Letselpreventie

Studiemateriaal

Als studiemateriaal wordt beroep gedaan op volgende handboeken:
- VTS-cursussen
- Een selectie van wetenschappelijke artikels in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline

Toelichting werkvorm

Seminaries
Microteaching

Masterstage sportdiscipline op aanvraag: deel 2 (B-KUL-L04I1a)

4 studiepunten : Stage 60 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van atleten, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd, bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.

De stage bestaat uit een externe zelfstandige stage onder begeleiding van een externe stagebegeleider.

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage, Federale trainingen (georganiseerd vanuit de federaties met topsportbevoegdheid), stage met club of jeugdelite
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering opmaken of opvolgen (club, federatie)
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdatleet (conditioneel, techniek) en de resultaten hiervan vertalen naar de trainingspraktijk
4. Schets van de positie van de trainer, jeugdcoördinator, topsportcoördinator binnen de club of federale structuur.
5. Beschrijving van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur.
6.  Assisterende activiteiten tijdens stage (voorbereiding,  evaluatie, …)
7. Coördinatie trainingsactiviteiten
8. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 2 (B-KUL-L23I9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ staat geprogrammeerd als een jaaropleidingsonderdeel. Voor studenten die de minor ‘Sportwetenschappelijke verdieping binnen de afstudeerrichting sporttraining en coaching’ opnemen en hierdoor niet in de mogelijkheid zijn om in het tweede semester nog stage te lopen voor het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage deel 2’ zal in overleg met de verantwoordelijke een traject worden afgesproken dat tijdens het eerste semester volledig kan worden afgewerkt.

 

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De evaluatie van de stage bestaat uit:
- Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde van het semester
- Mondelinge presentatie van de stage

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen. 

De eindscore is gebaseerd op een samengesteld punt van de afzonderlijke scores. De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de  onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zoniet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor de stage op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

ECTS Pathologie bij neurologische en pediatrische aandoeningen (B-KUL-L03J5A)

4 studiepunten Nederlands 36 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Feys Hilde (coördinator) |  Buyse Gunnar |  Feys Hilde |  Mailleux Lisa (plaatsvervanger) |  Lemmens Robin

Doelstellingen

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- alle fenomenen die zich voordoen bij een patiënt met een (kinder)neurologische aandoeningen te interpreteren, te plaatsen en te begrijpen.
- de verschillende ziektebeelden (o.a. motorische beelden) die aan bod komen in deze cursus te beschrijven en notie hebben van de relevante klinische evaluatietechnieken.
- de symptomen en tekenen van de (kinder)neurologische ziektebeelden waar ze tijdens hun professionele loopbaan mee geconfronteerd worden, te herkennen. De nadruk wordt gelegd op neurologische ziekten die relevant zijn voor klinische bewegingsanalyse.
- in grote lijnen de pathofysiologie en genetische achtergrond te beschrijven van de belangrijkste (kinder)neurologische aandoeningen relevant voor klinische bewegingsanalyse.
- verbanden te leggen tussen de klinische manifestaties van (kinder)neurologische ziekten en de neuroanatomie.
- de basisprincipes van de niet-kinesitherapeutische behandelingen van (kinder)neurologische ziekten te beschrijven.
- klinisch te redeneren met betrekking tot het klinisch beeld, de evaluatie- en behandelingstechnieken bij patiënten met (kinder)neurologische aandoeningen die relevant zijn voor klinische bewegingsanalyse.

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat studenten
-  medische termen correct kunnen gebruiken
-  wetenschappelijke artikels kritisch kunnen lezen, interpreteren en toepassen
-  op een kritische wijze de verschillende behandelingsmogelijkheden kunnen evalueren

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract
Studenten in het bezit van één van de onderstaande diploma's mogen de cursus volgen:
- Bachelor in physical education and movement sciences
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences

EN de student heeft onderstaande opleidingsonderdelen gevolgd:
- Bijzondere gezondheidsleer (e.g. L00B9B)
- Ontwikkelingskinesiologie (e.g. L00B7A)
- Gezondheids- en ziekteleer (e.g. L09A1B)
- Functionele anatomie (e.g. L08A9A)
- Fysiologie/neurofysiologie (e.g. L09A9B)
 

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen
De student heeft kennis van onderstaande onderwerpen:
anatomie en neuro-anatomie, fysiologie en neurofysiologie, motorisch leren en motorische controle.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



NIVEAU( BACHELOR )




Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Pathologie bij neurologische aandoeningen (B-KUL-L03J5a)

2.5 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Na een inleidende les worden de klachten, symptomen, technische onderzoeken en therapie van de volgende belangrijke neurologische ziektbeelden besproken:
- cerebrovasculair accident
- inflammatoire aandoeningen van het centraal zenuwstelsel
- bewegingsstoornissen
o I: aandoeningen van de basale ganglia
o II: aandoeningen van het cerebellum
- ruggenmergaandoeningen
- neuromusculaire aandoeningen

Studiemateriaal

syllabus, handouts

Toelichting werkvorm

De studenten participeren in de lessen, stellen vragen en geven antwoord op gestelde vragen. Zij studeren de cursus en leggen daarbij verbanden tussen de klinische manifestaties van neurologische ziekten en de neuroanatomie. Ze maken hierbij een onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.

Neuromotorische revalidatie bij kinderen: theorie (B-KUL-L07J0a)

1.5 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester
Buyse Gunnar |  Feys Hilde |  Mailleux Lisa (plaatsvervanger)

Inhoud

Ziekteleer
De pathofysiologie en genetische achtergrond en bijhorende symptomatologie van de meest voorkomende kinderneurologische aandoeningen worden besproken, met name cerebrale parese, niet aangeboren hersenletsel, meervoudige handicap; verstandelijke handicap en genetische syndromen; spina bifida en  neuromusculaire aandoeningen.

Neuromotorische revalidatie
Daarnaast wordt het motorisch beeld, klinische evaluatie en behandeling bij kinderen met volgende neurologische aandoeningen besproken: cerebrale parese, spina bifida, neuromusculaire aandoeningen en het obstretisch plexus brachialis letsel.

Studiemateriaal

Presentatiesoftware op Toledo
Eigen notities

Toelichting werkvorm

Interactiecollege/responsiecollege

De studenten memoriseren de cursus (theoriegedeelte) en linken de inhoud aan de inhoud van de onderwijsleeractiviteit “Neurologische ontwikkeling” van dit opleidingsonderdeel. De studenten leggen daarbij verbanden tussen het klinisch beeld en de evaluatie- en behandelingstechnieken en integreren dit met de theorie “klinisch neurologisch onderzoek” uit het opleidingsonderdeel “Ziekteleer bij patiënten met neurologische aandoeningen en het klinisch neurologisch onderzoek”. De studenten concretiseren de theorie bij het videomateriaal dat ze te zien krijgen in de les  en integreren hierbij de informatie uit de wetenschappelijke artikels. Aan de hand van deze activiteiten verwerken de studenten de cursus en leren ze het klinische beeld van de besproken pathologieën en de mogelijke evaluatie- en behandelingsmethoden kritisch te interpreteren.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L07A0E : Neurologische ontwikkeling en neuropediatrische revalidatie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Pathologie bij Neurologische en Pediatrische aandoeningen (B-KUL-L23J5a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen

Toelichting

Om vanuit de verschillende deelscores tot een totaalpunt voor het opleidingsonderdeel te komen, worden specifieke rekenregels toegepast. De rekenregels staan vermeld op TOLEDO. Indien de student een ‘niet-afgelegd’ (NA) krijgt voor een onderdeel dan wordt ook de beoordeling van het volledige opleidingsonderdeel NA.

Op de meerkeuzevragen van beide OLA's wordt giscorrectie toegepast.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Research Internship in Clinical Movement Analysis (B-KUL-L03J9A)

22 studiepunten Nederlands 472 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Thomis Martine |  N.

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel heeft de student de vaardigheden ontwikkeld om op een zelfstandige wijze wetenschappelijk onderzoek te verrichten in een onderzoekslaboratorium binnen het domein van de klinische bewegingsanalyse. Deze vaardigheden zijn gerelateerd aan de verschillende fasen binnen de klinische bewegingsanalyse en aan gerelateerd wetenschappelijk onderzoek: het opzoeken en interpreteren van literatuur, het ontwikkelen van een nieuwe onderzoeksvraag, het ontwerp van de studie (van research proposal over operationalisering van metingen tot grant application writing), het verzamelen van data, data-analyse en hypothesetoetsing, interpreteren van de bevindingen en het rapporteren volgens wetenschappelijke standaarden. Dit proces is ingebed in lopende klinische activiteiten en wetenschappelijk onderzoek.

Verder heeft de student na het afleggen van dit opleidingsonderdeel:
- een geüpdate kennis over (nieuwe) meetprocedures en meettechnieken die relevant zijn in het domein van klinische bewegingsanalyse.
- de capaciteit om nieuwe inzichten en concepten binnen klinische bewegingsanalyse kritisch te analyseren en te interpreteren en kan hij/zij de relevantie ervan voor klinisch redeneren en de toepassing ervan in de praktijk begrijpen.
- kennis van de state of the art betreffende nieuwe ontwikkelingen in de domeinen van neurologische, pediatrische en musculoskeletale geneeskunde.
- de kennis om recente wetenschappelijke literatuur te lezen en te interpreteren en zijn relevantie voor klinisch redeneren en de toepassing ervan in de praktijk te beoordelen.
- voldoende communicatieskills ontwikkeld om op een wetenschappelijk niveau te discussiëren met experten over relevante topics.

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:
- de student zijn plaats vindt in een onderzoeksgroep in het domein van de klinische bewegingsanalyse en kan werken in teamverband
- de student een actieve bijdrage kan leveren aan het onderzoek binnen onderzoeksgroep die actief is in klinische bewegingsanalyse
- de student casussen in het domein van klinische bewegingsanalyse leert bespreken. Dit omvat het niveau van data collectie, data processing, rapporteren en interpretatie. De casussen zijn voldoende gevarieerd op gebied van pathologie en type van bewegingsanalyse (ganganalyse, upper limb, evaluatie en andere).
- de student kan schrijven volgens wetenschappelijke standaarden en in staat is om een presentatie te geven

Begintermen

Begintermen

- kennis van het Engels: lezen en interpreteren van international onderzoekspublicaties, Engels kunnen spreken en schrijven.
- basiskennis over de biomechanica van het musculoskeletale systeem.
- basiskennis van de meettechnieken (kinematica, kinetica en EMG) die gebruikt worden voor klinische bewegingsanalyse.
- basiskennis over de toepassingen van klinische bewegingsanalyse in de klinische setting.

 

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van de volgende diploma’s:
- bachelor in lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
- bachelor in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
- bachelor in de geneeskunde
- bachelor in biomedische wetenschappen
- bachelor in pharmaceutische wetenschappen
EN de student heeft volgende opleidingsonderdelen gevolgd:
- Pathologie bij Neurologische en Pediatrische aandoeningen (e.g. L03J9A)
- State of the art research topics in biomechanics - part 1 (e.g. L09I2A) of (Research topics in human movement biomechanics EN Research techniques in human movement biomechanics) (e.g. L01N7A en L01N6A)
EN de student heeft volgende opleidingsonderdelen gevolgd of volgt deze gelijktijdig
- Laboratory internship (e.g. L09I8A)
- Advanced Methods for Neurological and Orthopaedic Disorders in Children (B-versie) (e.g. L07F5B)
 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(L09I8A) OF GELIJKTIJDIG(L09I8B) ) EN GELIJKTIJDIG(L07F5B) EN SOEPEL(L03J5A) EN ( SOEPEL(L09I2A) OF ( SOEPEL(L01N6A) EN SOEPEL(L01N7A) ) ) EN
NIVEAU( BACHELOR )


L03J5AL03J5A : Pathologie bij neurologische en pediatrische aandoeningen
L09I2AL09I2A : State of the art Research Topics in Biomechanics, Part 1
L01N6AL01N6A : Research Techniques in Human Movement Biomechanics
L01N7AL01N7A : Research Topics in Human Movement Biomechanics
L09I8AL09I8A : Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage
L09I8BL09I8B : Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage
L07F5BL07F5B : Orthopedic and Biomechanical Aspects of Rehabilitation in Children

Identieke opleidingsonderdelen

L03J7A: Research Internship in Clinical Movement Analysis

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Research Internship in Clinical Movement Analysis (B-KUL-L03J9a)

20 studiepunten : Stage 468 Tweede semesterTweede semester
Thomis Martine |  N.

Inhoud

Stage binnen een onderzoeksgroep in het domein van de klinische bewegingsanalyse. Actieve deelname als junior researcher. Als aanvulling op de stage zullen er ook theoretische lessen, casusbesprekingen, interactieve workshops en praktische toepassingen over relevante onderwerpen in het domein van de klinische bewegingsanalyse aan bod komen.

Studiemateriaal

Stagehandleiding (Toledo), (electronische) labonotities, artikels, handleidingen, software

Toelichting werkvorm

De student doet minstens 65 dagen stage in een onderzoek/een laboratorium binnen een goedgekeurde biomedische onderzoeksgroep in het domein van de klinische bewegingsanalyse aan de KU Leuven, aan andere Belgische universiteiten of in het buitenland. De stagebegeleider mag niet de promotor van de masterproef zijn.

Internship Report (B-KUL-L04J0a)

2 studiepunten : Opdracht 4 Tweede semesterTweede semester
Thomis Martine |  N.

Inhoud

- de student neemt contact op met de stagesupervisor voor de start van de stage
- stageplanning: de student bespreekt het plan (onderzoekslijn) van de stage met de supervisor
- de stageplanning wordt opgenomen in het e-portfolio onder de vorm van een “contract” met een tijdsplanning
- de student rapporteert zijn werkzaamheden en onderzoeksactiviteiten op dagelijkse/wekelijkse basis in het e-portoflio. De supervisor bevestigt het stagecontract.
- de student doet stage als junior researcher in lopend onderzoek binnen de onderzoeksgroep
- schriftelijk rapport (deel 1: situering van de onderzoeksgroep en de rol van de student, onderzoekstopics. deel 2: wetenschappelijk rapport, deel 3: subjectieve reflectie)
- de student presenteert zijn ervaringen en bevindingen in het seminarie aan de medestudenten

Studiemateriaal

Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

- e-portfolio: de student rapporteert dagelijks / wekelijks zijn onderzoeksactiviteiten in een electronisch laboratory log book
- schriftelijk rapport: deel 1: situering van de onderzoeksgroep en de positie/bijdrage van de stagestudent. deel 2: onderzoeksrapport (eventueel research proposal / grant application / documentatie of aanvraag voor
  de ethische commissie, literatuur, data(-analyse), resultaten, discussie indien mogelijk in publicatieformat. deel 3: subjectieve reflectie
- seminarie: mondelinge presentatie van de stage, met discussie nadien

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Research Internship in Clinical Movement Analysis (B-KUL-L23J9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Volgende onderdelen dragen bij tot de eindscore:
1) onderzoeksvaardigheden en activiteiten binnen de stage, medewerking, leerproces: worden geëvalueerd door de stagebegeleider aan de hand van een beoordelingsformulier
2) stagerapport: dit rapport wordt mondeling overlopen en bediscussieerd door de student, de stagebegeleider en de titularis van het opleidingsonderdeel. Indien de stage in het buitenland plaatsvindt, kan dit door middel van multimedia conferencing. De stagesupervisor beoordeelt zowel het proces als het product
3) e-portfolio (kwaliteit, tijdige follow-up …)
4) presentatie van de stage (resultaten) tijdens het seminarie met alle studenten

Om een eindpunt te bekomen, dienen alle onderdelen afgelegd te worden. Zoniet wordt de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel “niet afgelegd” (NA).
Indien de student niet slaagt op onderdeel 1, kan hij niet slagen voor het opleidingsonderdeel.
Indien de student slaagt op onderdeel 1, maar niet op onderdelen 2, 3 of 4, dienen deze onderdelen hernomen te worden in het herexamen.
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 1 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdelen 2, 3 of 4, hernemen deze in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 1 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Voeding, fysieke activiteit en gezondheid (B-KUL-L04E0A)

3 studiepunten Nederlands 28 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Na dit OPO kan de student basiskennis omtrent voeding en gezondheid vertalen naar verschillende populaties, waaronder de fysiek actieve persoon, de oudere persoon en personen met obesitas of insulineresistentie. Verder kan de student trends en hypes binnen voeding, fysieke activiteit en gezondheid kritisch beoordelen en kaderen.

Begintermen

De student is vertrouwd met begrippen uit de fysiologie en biochemie. De student heeft basiskennis mbt voeding.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



STRENG(L00B1A) OF STRENG(L00B1B)


L00B1AL00B1A : Kinantropometrie
L00B1BL00B1B : Inleiding tot humane voeding en kinantropometrie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Voeding, fysieke activiteit en gezondheid: project (B-KUL-L01M2a)

1 studiepunten : Opdracht 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De studenten zullen in groepjes (max 5 studenten) worden verdeeld. Elke groep krijgt een voedingsgerelateerd onderwerp (bv ketonen bij wielrennen, cleanlabel diet). Het doel is dat de studenten nagaan welke rol voeding speelt in dit voedingsgerelateerd onderwerp, welke wetenschappelijke evidentie is beschikbaar, welke informatie kan worden medegedeeld aan een breder publiek? Dit werk zal voorgesteld worden aan alle medestudenten. De resultaten van het werk zullen vervolgens bediscussieerd worden.

Toelichting werkvorm

De studenten zullen in groepjes (max 5 studenten) worden verdeeld. Elke groep krijgt een voedingsgerelateerd onderwerp (bv ketonen bij wielrennen, cleanlabel diet). Het doel is dat de studenten nagaan welke rol voeding speelt in dit voedingsgerelateerd onderwerp, welke wetenschappelijke evidentie is beschikbaar, welke informatie kan worden medegedeeld aan een breder publiek? Dit werk zal voorgesteld worden aan alle medestudenten. De resultaten van het werk zullen vervolgens bediscussieerd worden.

Voeding en gezondheid: hoorcollege (B-KUL-L04E0a)

2 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

  • Voedingsepidemiologie
  • Voeding en volksgezondheid
  • Digestie en Absorptie
  • Voeding en fysieke activiteit bij obesen en bij personen met type 2 diabetes
  • Voeding en fysieke activiteit bij ouderen
  • Voeding en fysieke activiteit bij kinderen

Studiemateriaal

PowerPoint presentaties beschikbaar op Toledo

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges, praktische opdrachten, zelfstudie

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L04E0B : Voeding: gezondheids- en prestatiegerelateerde aspecten

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Voeding, fysieke activiteit en gezondheid (B-KUL-L24E0a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Toelichting evaluatie OLA hoorcollege: mondeling examen met open en gesloten vragen.

 

Toelichting evaluatie OLA project:

De opdracht wordt geëvalueerd aan de hand van docentenevaluatie en peerevaluatie van het project en de presentatie. De peerevaluatie is op basis van de samenwerking binnen de groep enerzijds en op basis van de presentaties anderzijds. De docent evalueert het neergeschreven werk en de presentatie. De neergeschreven werken zijn ook kennis voor het mondelinge examen. De puntenverdeling wordt op TOLEDO medegedeeld alsook tijdens de eerste les.

 

De student kan niet slagen voor het OPO wanneer hij het examen of het project niet afgelegd heeft (eindbeoordeling: "niet afgelegd"). Ook wanneer het project niet tijdig wordt volbracht (uitgezonderd zwaarwichtige redenen) wordt het OPO als 'Niet afgelegd' (NA) beschouwd.

De student moet op beide onderdelen slagen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regelgeving m.b.t. plagiaat.

 

Toelichting bij herkansen

Bij de tweede examenkans moet de student enkel de evaluatie van de onderwijsleeractiviteit (Voeding, fysieke activiteit en gezondheid - hoorcollege of Voeding, fysieke activiteit en gezondheid - Project) hernemen waarvoor hij een onvoldoende heeft behaald.

Bij een onvoldoende voor het project moet de student een taak uitwerken en deze toelichten op het mondeling examen.

ECTS Sportwetenschappelijke verdieping (B-KUL-L04I2A)

22 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel is een specialisatie-opleidingsonderdeel binnen de afstudeerrichting Training en Coaching. Algemeen doel van deze sportwetenschappelijke verdieping is om zich te specialiseren in één  specifieke wetenschappelijke invalshoek die verschillend is van en complementair aan het wetenschapsdomein waarbinnen het eindwerk wordt gemaakt. Elke specialisatie gebeurt onder supervisie van een wetenschappelijk expert met ervaring in de topsportbegeleiding en bij voorkeur ook in de samenwerking met een top)(sport)federatie, (top)trainer, (top)atleet/team.

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student:
- in staat om na zijn/haar masteropleiding als sportwetenschappelijk trainingsexpert te fungeren in een team dat topsporters van het hoogste (inter)nationaal niveau begeleidt.

Begintermen

Kennis van de basisbegrippen uit het domein van de Biomechanica, het domein van Inspanningsfysiologie, het domein van het Motorisch leren en controle, uit het domein van de Sportcoaching.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft de volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd :
- Algemene trainingsleer deel 2
- Voeding en fysieke activiteit
- Sportcoaching met practicum
- Prestatiesportbegeleiding deel 1
- Prestatiesportbegeleiding deel 2
- Stage en seminarie sportdiscipline deel 1

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L00I3A) EN ( GELIJKTIJDIG(L09H7A) OF GELIJKTIJDIG(L00I7A) OF GELIJKTIJDIG(L01I3A) OF GELIJKTIJDIG(L01I9A) OF GELIJKTIJDIG(L02I5A) OF GELIJKTIJDIG(L03I6A) OF GELIJKTIJDIG(L09H7B) OF GELIJKTIJDIG(L00I7B) OF GELIJKTIJDIG(L01I3B) OF GELIJKTIJDIG(L01I9B) OF GELIJKTIJDIG(L02I5B) OF GELIJKTIJDIG(L03I6B) ) EN DIPLOMA(50074203)


L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L09H7AL09H7A : Seminarie en stage voetbal: deel 1
L00I7AL00I7A : Seminarie en stage volleybal: deel 1
L01I3AL01I3A : Seminarie en stage atletiek: deel 1
L01I9AL01I9A : Seminarie en stage zwemmen: deel 1
L02I5AL02I5A : Seminarie en stage wielrennen: deel 1
L03I6AL03I6A : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1
L09H7BL09H7B : Seminarie en stage voetbal: deel 1
L00I7BL00I7B : Seminarie en stage volleybal: deel 1
L01I3BL01I3B : Seminarie en stage atletiek: deel 1
L01I9BL01I9B : Seminarie en stage zwemmen: deel 1
L02I5BL02I5B : Seminarie en stage wielrennen: deel 1
L03I6BL03I6B : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sportwetenschappelijke verdieping (B-KUL-L04I3a)

22 studiepunten : Stage 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Voor de verschillende sportdisciplines die worden ingericht voor de master van 120 sp (incluis de sportdiscipline op aanvraag), worden door de verschillende titularissen inhoudelijke topics voorgesteld waarin de studenten zich kunnen specialiseren. Concreet situeren deze topics zich binnen lopende onderzoekslijnen. Er moet een duidelijk onderscheid zijn tussen de student zijn/haar werkzaamheden voor deze verdieping enerzijds en de masterproef en de stage binnen training & coaching anderzijds. Concreet betekent dit dat de student binnen zijn sportdiscipline kiest voor een topic uit een andere wetenschappelijke invalshoek.

Deze topics worden aangeboden op het einde van het eerste masterjaar. De verdieping kan ook gevolgd worden aan andere universiteiten. Buitenlandse stages en/of wetenschappelijke studieverblijven worden aangemoedigd.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt door de stagebegeleider/stagetitularis ter beschikking gesteld en is afhankelijk van de sportdiscipline / onderzoeksdomein.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sportwetenschappelijke verdieping (B-KUL-L24I2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Permanente evaluatie zonder examen met een presentatie en overhandiging van de portfolio voor de examenperiode in de maand juni (afhankelijk van de beschikbaarheid van de betrokken collega's).

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren (450u), krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

Presentatie: op het einde van het 2e semester licht de student aan de hand van een presentatie zijn werkzaamheden toe in aanwezigheid van zijn medestudenten, de betrokken club/federatie en betrokken collega’s in het bijzonder de academische verantwoordelijke die het eindpunt bezorgt aan de coördinator. Voor de evaluatie wordt hetzelfde beoordelingsformulier gebruikt als voor de masterproefseminaries deel 1.

Het finale punt komt tot stand op basis van (1) de stage-beoordeling (70%) en (2) de presentatie en het portfolio (30%). Alle onderdelen dienen afgelegd te worden om een punt te bekomen, zoniet wordt de finale beoordeling “niet afgelegd” (NA).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 1 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdeel 2, hernemen dit in de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 1 Stage, blijft dit punt behouden.

ECTS Aangepaste bewegingswetenschappen (B-KUL-L04I4A)

6 studiepunten Engels, Nederlands 59 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- Aangepaste bewegingsactiviteiten te duiden in het Revalidatie – Elite Sport continuüm en het Educatie – Elite Sport continuüm.
- De persoon – instrument – interface te analyseren in relatie tot de activiteit.
- De interactie tussen prestatiebepalende factoren te begrijpen
- Het concept “Evidence-based Classificatie” en de sportspecifieke toepassingen ervan te begrijpen.
- De impact van beperking op de prestatie te begrijpen en beargumenteren.
- Door observatie de fysieke mogelijkheden van personen met een beperking in te schatten en op basis daarvan een functioneel profiel op te maken.
- De doelgroepspecifieke didactisch-methodologische concepten te beschrijven en toe te passen.
- Het functionaliteitniveau van de persoon met een handicap te evalueren.
- Zich een algemeen beeld te vormen van de meest voorkomende aandoeningen.
- De student ervaart zelf aangepaste bewegingsactiviteiten.

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:
- De student een bredere visie krijgt over de bewegingsmogelijkheden voor personen met een beperking.
- De student een verbeterde attitude krijgt ten aanzien van de persoon met een handicap.
- De student inclusief leert denken in een sportcontext.

Begintermen

De aangereikte kennis en vaardigheden binnen de methodiek en didactiek van de kinesiologie zijn een goede basis voor dit opleidingsonderdeel. Ervaring met en inzicht in spelvormen, net als kennis van psychologie van de sport en de fysieke activiteit, zijn pluspunten.

KENNIS
- De basisbegrippen van de trainingsleer kennen.
- De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen.
- Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een globale aanpak vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert.
- De doorslaggevende aspecten uit “het succesvol bewegen” kunnen aanduiden.

ATTITUDE
Motivatie om personen met een handicap door middel van aangepaste bewegingsactiviteiten aan te zetten tot een gezonde levensstijl.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

Onderwijsleeractiviteiten

Classification (B-KUL-L00K2a)

3 studiepunten : College 28 Eerste semesterEerste semester

Toelichting werkvorm

- De “International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF, World Health Organization)”. Terminologische afspraken.
- Complexiteit van de interactie tussen prestatiebepalende factoren.
- Ergonomische principes van menselijke prestatie
- De rol van classificatie in de sport in een nationaal en internationaal perspectief.
- Overzicht en vergelijking van medische en functionele classificatie.
- Literatuuroverzicht betreffende classificatie volgens het model van prestatiebepalende factoren.
- Het concept “Evidence-based Classification”
- Criteria van het fysiek potentieel van atleten met een beperking, en vaststelling van het functioneel profiel

Inleiding tot de aangepaste bewegingsactiviteiten (B-KUL-L04I5a)

1.5 studiepunten : College 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

- Kadering van het domein van Aangepaste Bewegingsactiviteiten (ABA) in het revalidatie – elite sport continuüm en het educatie – elite sport continuüm.
- Bewegingspotentieel en bewegingskarakteristieken van de belangrijkste doelgroepen (personen met neuromusculoskeletale aandoeningen, blinden en slechtzienden, doven en slechthorenden, personen met een verstandelijke handicap).
- De Belgische en internationale structuur van sport voor personen met een handicap.
- Attitude ten aanzien van personen met een handicap.
- Overzicht van aangepast materiaal en het belang van de persoon – instrument – interface aan de hand van een overzicht van aangepaste bewegingsactiviteiten.
- Doelgroepspecifieke didactisch-methodologische concepten.

Studiemateriaal

Documentatie en teksten worden jaarlijks geüpdated en ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

In deze inleidende lessen wordt op de klassieke wijze gedoceerd. Het betreft vooral overdracht van parate kennis door middel van interactie.

Aangepaste bewegingsactiviteiten: practicum (B-KUL-L04I6a)

1.5 studiepunten : Practicum 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Principes van aangepaste bewegingsactiviteiten worden aan de hand van demonstraties geduid. De studenten verwerven inzicht in de realisatie van doelstellingen door middel van aangepaste bewegingsactiviteiten. Doelgroepgerichte aangepaste bewegingsactiviteiten worden gedemonstreerd.
- Practicum 1: Algemene principes van ABA. Doelstellingen, spelvormen, speelse vormen, oefenvormen.
- Practicum 2: Principes van ABA, toegepast op bijzondere groepen
- Practicum 3: Bewegingsactiviteiten voor personen met visuele beperkingen: Principes en toepassingen.
- Practicum 4: Rolstoelgebruik, basisprincipes, toepassingen en vaardigheden.
- Practicum 5: Demonstratieles rolstoelbasketbal en conditietraining voor rolstoelgebruikers.
- Practicum 6: Bewegingsactiviteiten aanbieden aan mensen een verstandelijke handicap: principes en toepassingen.
- Practicum 7: Bewegingsactiviteiten aanpassen aan heterogene groepen en inclusieve bewegingsactiviteiten.
- Practicum 8: Overzicht aangepaste sporten: Zitvolleybal, Boccia, Prellbal.
- Practicum 9: Veldtests voor bijzondere groepen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Aangepaste bewegingsactiviteiten (B-KUL-L24I4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Gesloten vragen, Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

- Studenten lossen een schriftelijk examen op a.d.h.v. open boek (25% van de totaalscore).
- Studenten krijgen filmfragmenten te zien van personen met een beperking en moeten deze analyseren (50% van de totaalscore).
- Studenten worden beoordeeld aan de hand van een opdracht uitgevoerd tijdens het practicum (25% van de totaalscore).

Het schriftelijk examen gaat door in de januarizittijd.

De finale score is het rekenkundige gemiddelde van de 3 scores met mathematische afronding.

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

ECTS Sport en recht (B-KUL-L04I7A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- Juridische basisbegrippen, bronnen en beginselen te benoemen en te begrijpen;
- De rechtsregels die betrekking hebben op de sport, zowel in een Belgische als Europese en internationale context, te benoemen en te begrijpen;
- Eenvoudige rechtsvragen met betrekking tot de sport te beantwoorden en daarvoor juridische argumenten aan te wenden;
- De rechtsregels met betrekking tot sport te kaderen in een historische-, maatschappelijke- of beleidscontext.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract:
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de rechten

Onderwijsleeractiviteiten

Sport en recht (B-KUL-L04I7a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus biedt eerst een algemene inleiding in de basisbegrippen en beginsel van het Belgische, Europese en internationale recht, met bijzondere aandacht voor die onderdelen van het recht die voor de wereld van de sport van belang zijn. Onderwerpen die daarbij aan bod komen zijn: het begrip recht en rechtsregels; de bronnen van het recht (wetgeving, rechtspraak, rechtsleer); de gerechtelijke organisatie; overzicht van de belangrijkste rechtsgebieden (publiekrecht, privaatrecht, sociaalrecht, strafrecht, internationaal- en Europees recht).
De cursus gaat vervolgens dieper in op het sportrecht als bijzonder rechtsdomein en behandelt de belangrijkste sportjuridische gebieden en problemen. De onderwerpen die daarbij aan bod komen zijn: het begrip sportrecht; de bronnen, grondslagen en structuur van het sportrecht; de rol van de overheid en zelfregulering in de sport; de bevoegdheidsverdeling inzake sport in België; de rol en invloed van Europa in de sport (met aandacht voor het Europese sportartikel en belangrijke Europese rechtszaken); de rol van arbitrage en tuchtrecht in de sport; de verhouding tussen overheidsrechtspraak en sportrechtspraak; het statuut van de niet-professionele en de professionele sportbeoefenaar; gezondheid, doping en ethisch verantwoord sporten; aansprakelijkheid in de sport; veiligheid in de sport; transfers en makelaars in de sport; media, persoonlijkheidsrechten en sport.

Studiemateriaal

Cursustekst

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sport en recht (B-KUL-L24I7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Het schriftelijke examen bestaat uit vier of vijf open vragen. Elke vraag weegt evenveel op het totaalcijfer in de eindbeoordeling.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Filosofie en ethiek van de sport (B-KUL-L04I8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- een kritisch-filosofische attitude in te nemen ten aanzien van de concrete sportpraktijk en zijn/haar eigen vooronderstellingen daaromtrent
- de behandelde teksten te begrijpen en te analyseren;
- de ideeën en argumenten in de behandelde teksten uit te leggen, te vergelijken en met elkaar in verband te brengen;
- filosofische argumenten te ontwikkelen in verband met behandelde thema’s;
- zelfstandig filosofische literatuur te verwerken;
- over dit alles te kunnen rapporteren in een aangepaste taal en stijl

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:
- de student de maatschappelijke relevantie van sport en bewegingsactiviteiten beter kan begrijpen en evalueren
- de student kritischer leert kijken naar problematische ontwikkelingen in moderne sport
- de argumentatieve vaardigheden van de student verder worden ontwikkeld.

Begintermen

De studenten worden geacht een inleidende cursus wijsbegeerte te hebben gevolgd.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de wijsbegeerte

Onderwijsleeractiviteiten

Filosofie en ethiek van sport en beweging (B-KUL-L04I9a)

3 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

- Wat is filosofie en wat is moraalfilosofie?
- Wat is spel/sport en welke rol spelen regels daarin?
- Waarom is sportethiek meer dan zomaar toepaste ethiek?
- Fairplay: formeel en informeel
- Sportmanship: waardig winnen
- Gezondheid als (moreel) ideaal
- Doping
- Cultuurfilosofie en sport:

  • Lichaamscultuur als cultuur
  • Sport/spel als metafoor voor het zinvolle/zinloze leven.

- Transhumanisme en sport: sport als een poging om de grenzen van het menselijk lichaam te verkennen en te verleggen.

Studiemateriaal

Slides, ongepubliceerde teksten en artikels

Toegepaste ethiek van de sport (B-KUL-L05I0a)

1 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

1. Inleiding:  van ethiek naar toegepaste ethiek
2. Sport, integriteit en agressie: over het bepalen van grenzen
3. Athletic enhancement: morele argumenten pro en contra
4. Emancipatie van vrouwen en (andere) minderheden in/via sport ?
5. Dis/abilities, sport en maatschappij: naar een biosociaal model
6. Leeftijdsgroepen en zorgenkinderen: jeugdsport, seniorensport …
7. Sport en regulering: ethisch verantwoord sporten en …begeleiden
8. Besluit: van vorming LO & BW naar beroepsverantwoordelijkheden

Studiemateriaal

Slides, ongepubliceerde teksten en artikels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofie en ethiek van de sport (B-KUL-L24I8a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Het ganse opleidingsonderdeel wordt schriftelijk bevraagd tijdens de examenperiode.

Vooraf schrijven de studenten een korte paper (800-1000 woorden), waarin ze, vertrekkend van een zelf gekozen (wetenschappelijk) artikel, actuele gebeurtenis of eigen ervaring, hun filosofisch licht laten schijnen over een thema uit het OPO (met aandacht voor beide onderwijsleeractiviteiten).

Het finale punt komt als volgt tot stand:
- schriftelijk examen Filosofie en ethiek van sport en beweging: 50%
- schriftelijk examen Toegepaste ethiek van de sport: 20%
- paper – beoordeling onder Filosofie en ethiek van sport en beweging: 20%
- paper – beoordeling onder Toegepaste ethiek van de sport: 10%

De student kan niet slagen voor het OPO wanneer hij het schriftelijk examen of de paper niet afgelegd heeft (eindbeoordeling: “niet afgelegd”).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

ECTS Sports Economics (B-KUL-L05E0A)

4 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

After following this course the student is able to:

  • Perform a measurement of the economic impact of events and infrastructure.
  • Understand the economic relevance of the sports industry and certain of its aspects.
  • To formulate an opinion on the question: why/when should a government invest money into (professional) sport or related infrastructure and not into other projects?

This course contributes to the students

  • knowledge on economic perspectives on how to organize competitive (professional) sport,
  • insight into the specifics of the product and players market in the sector of professional team sports.

Previous knowledge

The participants should be acquainted with basic principles of economics / management sciences.

Identical courses

L05E0B: Sports Economics

Onderwijsleeractiviteiten

Sports Economics: Theory and Exercises (B-KUL-L08L3a)

4 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

The following topics will be covered during the course:

  • economic aspects of (professional) sport in general;
  • macroeconomic significance of the sports industry and certain of its aspects;
  • economic impact, costs and benefits of sports events and sport(-related) infrastructure mainly for mega sport events and professional sport;
  • selected aspects of the economics of professional (team) sports

Course material

Information on course material will be provided throughout the course.

Format: more information

Besides and during the regular lecture, reading assignments and exercises are provided. These serve to prepare and/or follow up and/or supplement the lecture and are mandatory knowledge for the final exam. Generally, all participants are expected to always bring a calculator and writing material to be able to actively participate and take notes during the lecture.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Sports Economics (B-KUL-L25E0a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions, Closed questions
Learning material : Calculator

Explanation

The final exam will be a written examination during the exam period with questions about the course, the reading assignments and additional mandatory reading material as well as the exercises.

 

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions.

Information about retaking exams

The characteristics of evaluation and the determination of the end result of the second exam opportunity will be identical to those of the first exam opportunity.

ECTS Psychosociale en bewegingsgerelateerde aspecten van personen met een beperking (B-KUL-L05E3A)

3 studiepunten Nederlands 25 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De studenten vertrouwd maken met de ervaring van personen geconfronteerd met gebrek en beperking (beleving van minderheidsgroep, stigmatisering) en met de psychosociale rehabilitatiebenadering voor chronische aandoeningen, onderscheiden van medisch-technische benadering;
  • De studenten inzicht laten verwerven in de basisbegrippen m.b.t het meedelen van slecht nieuws cq diagnose, evenals inzicht in het proces van verliesverwerking en het begeleiden ervan.
  • De studenten leren de functionele mogelijkheden van een persoon met een beperking te analyseren.
  • De studenten begeleiden op een deskundige manier een persoon met een beperking in het water.
  • De studenten evalueren een persoon met een beperking in de thuissituatie vanuit een holistische benadering.

  

Begintermen

Beginvoorwaarden diplomacontract LO&BW:
Geen beginvoorwaarden.
 
Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de geneeskunde
- Bachelor in de psychologie
- Bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Begeleiden van personen met een beperking in het water: stage (B-KUL-L01M0a)

1 studiepunten : Stage 12 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Tijdens de stage (georganiseerd door Centrum Voor Aangepast Sporten, CASvzw) krijgen de studenten de opdracht om personen met een beperking te begeleiden in het water. Aan de hand van zijn of haar medisch dossier, en in samenspraak met de persoon in kwestie, wordt gewerkt rond 1 of meerdere van volgende doelstellingen:

  • veiligheid en comfort
  • zich zelfstandig kunnen verplaatsen in het water
  • zwemmen en fysieke fitheid 

Studiemateriaal

Toledo

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L09F8B : De patiënt in een multidisciplinaire context

Psychosociale aspecten, beleving en begeleiding van handicap en beperking: paper (B-KUL-L01M1a)

1.5 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester
De Wachter Dirk |  N.

Inhoud

De studenten krijgen de opdracht om een persoon met een beperking te volgen (in de thuissituatie) en stellen een functioneel profiel op van de geobserveerde persoon.

 

In de paper wordt er gerapporteerd over een persoon met een handicap of een verlieservaring.

Studiemateriaal

Toledo

Toelichting werkvorm

De inhoud van de paper is aansluitend op OLA B-KUL-L07J8A: Psychosociale aspecten, beleving en begeleiding van handicap en beperking.

Psychosociale aspecten, beleving en begeleiding van handicap en beperking (B-KUL-L07J8a)

0.5 studiepunten : College 13 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In de cursus komt zowel het theoretische als het praktische aspect van handicap en beperking aan bod. In het theoriegedeelte worden volgende topics behandeld:

Deel 1:
·  de beleving en ervaring van personen geconfronteerd met gebrek en handicap
·  stereotype en attitude in de benadering van personen met een handicap
·  hun dagdagelijkse ervaring en beleving
·  de mechanismen en de ontwikkeling van "stigma"
·  de impact op de familie en de rol die zij spelen in de zorg voor patiënten met een chronische aandoening of handicap
·  de sociale voorzieningen voor personen met een handicap
·  de psychosociale rehabilitatiebenadering als vorm van begeleiding voor personen met een chronische aandoening t.o.v. de medisch-technische, curatieve aanpak (situering)

Deel 2:
·  enkele aspecten rond leven met handicap en beperking:
   o definities en begripsbepaling
   o stereotiepen en attitudes
   o dagelijkse ervaring en verwerkingsproblematiek
   o communicatie van slecht nieuws
   o begeleidingsvaardigheden in de verwerking
   o handicap en familie, relatieleven
   o burnout problematiek voor omgeving en hulpverleners
   o rehabilitatie en maatschappelijke integratie
   o netwerk van structurele en financiële voorzieningen

In het praktijkgedeelte getuigen personen geconfronteerd met chronische aandoeningen, een fysieke en/of psychische handicap, familieleden en vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen en personen met uitgebreide ervaring in de begeleiding van personen met een handicap. Zij kaarten de beleving van handicap, de impact op het functioneren en de confrontatie met de hulpverlening aan.
 

Studiemateriaal

Cursustekst:
- Psychologie van de blijvend en tijdelijk gehandicapten, M. Keirse, Acco Leuven

-Presentatiesoftware op Toledo
-Verwijzing naar hoofdstukken uit andere handboeken in de les
-Getuigenissen
 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L09F8B : De patiënt in een multidisciplinaire context

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Psychosociale en bewegingsgerelateerde aspecten van personen met een beperking (B-KUL-L25E3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Onderdelen die worden geëvalueerd:

OLA PSYCHOSOCIALE ASPECTEN, BELEVING EN BEGELEIDING VAN HANDICAP EN BEPERKING (B-KUL-L07J8a) en OLA  PSYCHOSOCIALE ASPECTEN, BELEVING EN BEGELEIDING VAN HANDICAP EN BEPERKING: PAPER (B-KUL-L01M1a)

Functioneel profiel van een geobserveerde persoon (in de thuissituatie). Studenten volgen de lessen en getuigenissen.

-Iedere student maakt zijn persoonlijke paper waarin een interview wordt gebracht en waarbij de theorie van de cursus wordt gebruikt als kader.

-In de vooraf bepaalde groepjes bespreken zij de relevante, opmerkelijke, gelijkende of juist verschillende thema’s. Dit wordt gepresenteerd in een groepsgesprek, dat interactief en dynamisch kan verlopen (niet alleen als feitelijke presentatie).

 

OLA BEGELEIDEN VAN PERSONEN MET EEN BEPERKING, IN HET WATER: STAGE (B-KUL-L01M0a)

De evaluatie van het begeleiden van een persoon met een beperking in het water gebeurt aan de hand van een verslag, het oefenprogramma en absenties.

 

Voor het berekenen van de eindscore op het volledige opleidingsonderdeel, zijn er rekenregels van kracht:

  • weging 2/3 voor de score behaald op OLA PSYCHOSOCIALE ASPECTEN, BELEVING EN BEGELEIDING VAN HANDICAP EN BEPERKING (B-KUL-L07J8a) en OLA  PSYCHOSOCIALE ASPECTEN, BELEVING EN BEGELEIDING VAN HANDICAP EN BEPERKING: PAPER (B-KUL-L01M1a)
  • weging 1/3 voor de score behaald op OLA BEGELEIDEN VAN PERSONEN MET EEN BEPERKING, IN HET WATER: STAGE (B-KUL-L01M0a)

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages en de getuigenissen van personen met een beperking.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Een student die op 1 van de onderdelen een voldoende behaalde, hoeft dit onderdeel niet meer opnieuw af te leggen in de herexamenperiode. Alle onderdelen met een onvoldoende moeten opnieuw afgelegd worden in het herexamen.

De regels omtrent de 3e examenperiode (herexamens) worden meegedeeld via Toledo.

ECTS Onderzoeksmethoden van het bewegingsonderwijs (B-KUL-L05E9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student:

  • heeft kennis en inzicht in de specifieke onderzoekstechnieken en paradigma’s in de sportpedagogie
  • kan een onderzoeksplan opzetten, uitschrijven en presenteren binnen het domein van het bewegingsonderwijs
  • heeft een kritische ingesteldheid ten opzichte van wetenschappelijk onderzoek in het domein van het bewegingsonderwijs


 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de pedagogische wetenschappen
- Bachelor in de onderwijs- en informatiewetenschappen
- Bachelor in de onderwijskunde
 
Begintermen
Basiskennis van onderzoeksmethodologie en van het bewegingsonderwijs
 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderzoeksmethoden van het bewegingsonderwijs (B-KUL-L05E9a)

4 studiepunten : Opdracht 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel wordt inzicht bijgebracht in de wetenschap van de sportpedagogie. Sportpedagogie houdt zich bezig met de analyse van het lesgeven of het onderwijzen, dit zowel in ruime zin (in sportclubs en dergelijke) als in beperkte zin (bewegingsonderwijs in de school). Het opleidingsonderdeel draagt er tevens toe bij dat de student een referentiekader en kritische ingesteldheid verwerven ter ondersteuning van het eigen onderzoek in de masterproef of actieonderzoek in het onderwijs.

Studiemateriaal

  • Handboek: Armour, K.M. and Macdonald, D. (Eds) (2011) Research Methods in Physical Education and Youth Sport. Routledge. ISBN: 978-0-415-61885-4
  • Selectie van wetenschappelijke papers
  • Toledo

Toelichting werkvorm

Door middel van het zelfstandig uitwerken en presenteren van een onderzoeksplan worden de verschillende stappen van wetenschappelijk onderzoek doorlopen en vertaald naar het specifieke domein van het bewegingsonderwijs.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderzoeksmethoden van het bewegingsonderwijs (B-KUL-L25E9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Verslag, Presentatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

De student wordt beoordeeld op de schriftelijke rapportering en mondelinge presentatie met betrekking tot de opdrachten (permanente evaluatie) en een afrondend mondeling examen tijdens de examenperiode. De inhoud van de opdrachten alsook de berekening van de totaalscore voor dit opleidingsonderdeel wordt bekend gemaakt op TOLEDO.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans bestaat uit het opnieuw afleggen van het afrondend mondeling examen. De deelscore met betrekking tot de opdrachten tijdens het academiejaar worden overgenomen.

ECTS Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 1 (B-KUL-L05I1A)

8 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Lefevre Johan (coördinator) |  Helsen Werner |  Iserbyt Peter |  Scheerder Jeroen |  Seghers Jan |  N. |  Mantini Dante (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Doelstellingen

- De student verwerft een brede kennis over het bestudeerde onderwerp.
- De student verwerft inzicht in de verschillende fasen van wetenschappelijk onderzoek in een domein van de bewegingswetenschappen.
- De student heeft een kritische ingesteldheid t.o.v. wetenschappelijk onderzoek.
- De student geeft blijk van probleemoplossend en inzichtelijk vermogen bij de uitwerking van de masterproef.

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel, is de student in staat om:
- een relevante onderzoeksvraag te formuleren
- informatie rond zijn onderzoeksvraag te verzamelen en de relevante informatie te selecteren.
- theoretische achtergronden en concepten te integreren
- zijn onderzoeksvraag aan de hand van de gevonden literatuur te verfijnen en te formuleren volgens wetenschappelijke en academische standaarden
- in het Nederlands mondeling over het eigen onderzoek te communiceren, gebruik makend van ondersteunend presentatiemateriaal
- zijn werk goed te organiseren                               

De student heeft een inleiding (draftversie) van zijn onderzoek uitgeschreven, die naar vorm en inhoud overeenkomt met de algemeen geldende wetenschappelijke standaarden en waarbij een adequaat wetenschappelijk taalgebruik wordt gehanteerd.

De student heeft de bijkomende doelstellingen voor de masterproef deel 1 gerealiseerd. Deze bijkomende doelstellingen zijn door de student overeengekomen met zijn promotor aan het begin van het academiejaar (a.h.v. een contract).

Begintermen

Kennis
De student is vertrouwd met de basisconcepten van wetenschappelijk onderzoek.

Attitude
De student hanteert een kritische houding bij het uitwerken van de masterproef.

Vaardigheden
De student kan wetenschappelijke artikels opzoeken, verwerken en kritisch in vraag stellen. De student bezit basis onderzoeksmethodologische vaardigheden.

Beginvoorwaarden creditcontract:
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



DIPLOMA( 50074203)


D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Onderwijsleeractiviteiten

Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 1 (B-KUL-L05I1a)

8 studiepunten : Masterproef 0 Beide semestersBeide semesters
Helsen Werner |  Iserbyt Peter |  Scheerder Jeroen |  Seghers Jan |  N. |  Mantini Dante (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Inhoud

De student werkt onder begeleiding van zijn promotor een onderzoeksvraag uit in de bewegingswetenschappen. De exacte inhoud hiervan wordt bepaald door de keuze van het onderwerp. Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.

In deel 1 van de masterproef komen volgende taken aan bod:
- Afbakenen onderzoeksvraag
- Literatuurstudie
- Volgen van seminaries
- Besprekingen met begeleider, tussentijdse evaluatiegesprekken
- Presentatieseminarie
- Uitschrijven van de inleiding

Het onderzoek voor de masterproef moet de procedures rond GDPR en ethische toetsing volgen die worden voorgeschreven op de website Onderwijs-Begeleidings-Commissie van de Groep Biomedische Wetenschappen (OBC).
Een onderzoeksproject mag niet van start gaan alvorens de noodzakelijk goedkeuringen te hebben ontvangen.”

Studiemateriaal

Artikels en literatuur
Presentatiesoftware
Vormvoorschriften masterproef
Facultair concept masterproef

Toelichting werkvorm

Cfr. facultair masterproefconcept.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 1 (B-KUL-L25I1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Procesevaluatie

Toelichting

De student stelt in een laatste seminarie, in een presentatie van 10 minuten en 5 minuten bespreking, zijn onderzoeksproject voor. In deze presentatie bespreekt de student beknopt de relevante recente literatuur en motiveert tevens aan de hand hiervan de keuze van de onderzoekstopic (a.h.v. hiaten in de huidige literatuur). De score op de masterproef deel 1 wordt bepaald aan de hand van de presentatie en de mate waarin de voorafgaandelijk bepaalde doelstellingen (contract) behaald werden. Bij deze laatste beoordeling hoort ook het punt op de eerste schriftelijke neerslag (draftversie van de introductie).
 

De score op het opleidingsonderdeel komt als volgt tot stand:
- 60%: procesevaluatie van de promotor, waarvan 10% van de score bepaald wordt door de ingeleverde draftversie van de introductie.

- 20%: evaluatie van het seminarie door de promotor

- 20%: evaluatie van het seminarie door de sessievoorzitter


De student dient alle deadlines en voorwaarden voor evaluatie te respecteren zoals weergegeven in het Concept en reglement van de masterproef m.i.v. het masterproefcontract, welke beschikbaar zijn op TOLEDO.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

ECTS Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 2 (B-KUL-L05I2A)

16 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Lefevre Johan (coördinator) |  Helsen Werner |  Iserbyt Peter |  Jonkers Ilse |  Scheerder Jeroen |  Seghers Jan |  N. |  Mantini Dante (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student kan een diepgaande kennis over het bestudeerde onderwerp bewijzen.

De student verwerft inzicht in de verschillende fasen van wetenschappelijk onderzoek in de bewegingswetenschappen.

De student geeft blijk van probleemoplossend en inzichtelijk vermogen bij de uitwerking van de masterproef.


Aan het einde van het opleidingsonderdeel, is de student in staat om:
- een onderzoeksproject individueel uit te voeren, onder supervisie van een promotor (dataverzameling en dataverwerking).

- onderzoeksbevindingen en de betekenis daarvan helder te rapporteren op een kritisch-wetenschappelijke manier (interpretatie van bevindingen).

- theoretische achtergronden en concepten te integreren.

- in het Nederlands of in het Engels mondeling en schriftelijk over het eigen onderzoek te communiceren
- wetenschappelijk onderzoek kritisch te evalueren
- een werkstuk uit te schrijven dat naar vorm en inhoud overeenkomt met de algemeen geldende wetenschappelijke standaarden.

- een werkstuk uit te schrijven waarbij een adequaat wetenschappelijk taalgebruik  wordt gehanteerd.

- zijn werk goed te organiseren en kan dit ook aantonen.

Begintermen

Kennis
De student is vertrouwd met de basisconcepten van wetenschappelijk onderzoek.

Attitude
De student hanteert een kritische houding bij het uitwerken van de masterproef.

Vaardigheden
De student kan wetenschappelijke artikels opzoeken, verwerken en kritisch in vraag stellen. De student bezit basis onderzoeksmethodologische vaardigheden.

Beginvoorwaarden creditcontract: idem diplomacontract.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( (GELIJKTIJDIG(L04I7A) EN GELIJKTIJDIG(L04I8A) EN GELIJKTIJDIG(L04I4A) EN GELIJKTIJDIG(L05I1A) EN ( GELIJKTIJDIG(L06D6A) OF GELIJKTIJDIG(A08C1A) ) ) EN
( ( GELIJKTIJDIG(L07D8A) EN GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L00F3A) EN GELIJKTIJDIG(L07D9B) EN GELIJKTIJDIG(L04E0A) EN ( GELIJKTIJDIG(L05I5A) OF GELIJKTIJDIG(L05I5B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L05I9A) OF GELIJKTIJDIG(L05I9B) ) EN GELIJKTIJDIG(L01J0A) EN ( GELIJKTIJDIG(L06I0A) OF GELIJKTIJDIG(L06I0B) ) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L05E9A) EN GELIJKTIJDIG(L07D9B) EN GELIJKTIJDIG(L06I8B) EN GELIJKTIJDIG(L09K3A) EN GELIJKTIJDIG(L09K4A) EN GELIJKTIJDIG(L07I1B)) OF (GELIJKTIJDIG(S0A56A) EN GELIJKTIJDIG(L02E7A) EN GELIJKTIJDIG(L07I5A) EN GELIJKTIJDIG(L03E9A) EN GELIJKTIJDIG(L07I7A) EN GELIJKTIJDIG(L07I6A) EN GELIJKTIJDIG(L05E0A) EN GELIJKTIJDIG(L07I8A) EN ( GELIJKTIJDIG(L08I1A) OF GELIJKTIJDIG(D0Q42A) ) EN GELIJKTIJDIG(L08I2A)) OF (GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L08H7A) EN GELIJKTIJDIG(L01J5A) EN GELIJKTIJDIG(L04E0A) EN GELIJKTIJDIG(L09H3A) EN GELIJKTIJDIG(L09H4A) EN ( GELIJKTIJDIG(L09H7A) OF GELIJKTIJDIG(L09H7B) ) EN GELIJKTIJDIG(L00I0A) EN GELIJKTIJDIG(L00I3A) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L08H7A) EN GELIJKTIJDIG(L01J5A) EN GELIJKTIJDIG(L04E0A) EN GELIJKTIJDIG(L09H3A) EN GELIJKTIJDIG(L09H4A) EN ( GELIJKTIJDIG(L00I7A) OF GELIJKTIJDIG(L00I7B) ) EN GELIJKTIJDIG(L01I0A) EN GELIJKTIJDIG(L00I3A) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L08H7A) EN GELIJKTIJDIG(L01J5A) EN GELIJKTIJDIG(L04E0A) EN GELIJKTIJDIG(L09H3A) EN GELIJKTIJDIG(L09H4A) EN ( GELIJKTIJDIG(L01I3A) OF GELIJKTIJDIG(L01I3B) ) EN GELIJKTIJDIG(L01I6A) EN GELIJKTIJDIG(L00I3A) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L08H7A) EN GELIJKTIJDIG(L01J5A) EN GELIJKTIJDIG(L04E0A) EN GELIJKTIJDIG(L09H3A) EN GELIJKTIJDIG(L09H4A) EN ( GELIJKTIJDIG(L01I9A) OF GELIJKTIJDIG(L01I9B) ) EN GELIJKTIJDIG(L02I2A) EN GELIJKTIJDIG(L00I3A) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L08H7A) EN GELIJKTIJDIG(L01J5A) EN GELIJKTIJDIG(L04E0A) EN GELIJKTIJDIG(L09H3A) EN GELIJKTIJDIG(L09H4A) EN ( GELIJKTIJDIG(L02I5A) OF GELIJKTIJDIG(L02I5B) ) EN GELIJKTIJDIG(L00I3A) EN GELIJKTIJDIG(L02I8A) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L08H7A) EN GELIJKTIJDIG(L01J5A) EN GELIJKTIJDIG(L04E0A) EN GELIJKTIJDIG(L09H3A) EN GELIJKTIJDIG(L09H4A) EN ( GELIJKTIJDIG(L03I6A) OF GELIJKTIJDIG(L03I6B) ) EN GELIJKTIJDIG(L03I9A) EN GELIJKTIJDIG(L00I3A) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L08E0B) EN GELIJKTIJDIG(L08I3A) EN GELIJKTIJDIG(L08I9A) EN GELIJKTIJDIG(L08I6A) EN GELIJKTIJDIG(L09I2A) EN GELIJKTIJDIG(L09I5A) EN GELIJKTIJDIG(L09I8A) EN GELIJKTIJDIG(L09I9A) EN GELIJKTIJDIG(L00J0A) EN GELIJKTIJDIG(L00J1A) EN GELIJKTIJDIG(L00J2A) EN GELIJKTIJDIG(L00J6A))) EN DIPLOMA(50074203) ) OF ( ( GELIJKTIJDIG(L02M0A) EN ( GELIJKTIJDIG(A08C1A) OF GELIJKTIJDIG(L06D6A) ) EN GELIJKTIJDIG(L05I1A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L06I0B) OF ( GELIJKTIJDIG(L06I0C) EN GELIJKTIJDIG(L03M1A) ) OF GELIJKTIJDIG(L08I2A) OF GELIJKTIJDIG(L08I2B) OF ( ( GELIJKTIJDIG(L00I0A) OF GELIJKTIJDIG(L01I0A) OF GELIJKTIJDIG(L01I6A) OF GELIJKTIJDIG(L02I2A) OF GELIJKTIJDIG(L02I8A) OF GELIJKTIJDIG(L03I9A) ) EN GELIJKTIJDIG(L02M3A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(L08E0B) EN GELIJKTIJDIG(L08I3A) EN GELIJKTIJDIG(L08I9A) EN GELIJKTIJDIG(L08I6A) EN GELIJKTIJDIG(L09I2A) EN GELIJKTIJDIG(L09I5A) EN GELIJKTIJDIG(L09I8A) EN GELIJKTIJDIG(L09I9A) EN GELIJKTIJDIG(L00J0A) EN GELIJKTIJDIG(L00J1A) EN GELIJKTIJDIG(L00J2A) EN GELIJKTIJDIG(L00J6A) EN GELIJKTIJDIG(L07M8A) ) OF (GELIJKTIJDIG(L08E0B) EN GELIJKTIJDIG(L08I3A) EN GELIJKTIJDIG(L02N3A) EN GELIJKTIJDIG(L01N5A) EN GELIJKTIJDIG(L01N7A) EN GELIJKTIJDIG(L02N0A) EN GELIJKTIJDIG(L09I8B ) EN GELIJKTIJDIG(L02N2A) EN GELIJKTIJDIG(L01N4A) EN GELIJKTIJDIG(L01N6A) EN GELIJKTIJDIG(L01N8A) EN GELIJKTIJDIG(L00J6A) EN GELIJKTIJDIG(L07M8A) ) ) EN
DIPLOMA(50074203) )


L04I7AL04I7A : Sport en recht
L04I8AL04I8A : Filosofie en ethiek van de sport
L04I4AL04I4A : Aangepaste bewegingswetenschappen
L05I1AL05I1A : Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 1
L06D6AL06D6A : Werkveldoriëntatie 3
A08C1AA08C1A : Religie, zingeving en levensbeschouwing
L07D8AL07D8A : Musculoskeletale preventie
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L00F3AL00F3A : Cardiovasculaire preventie, screening en training bij chronische aandoeningen
L07D9BL07D9B : Psychology of Physical Activity
L04E0AL04E0A : Voeding, fysieke activiteit en gezondheid
L05I5AL05I5A : Bewegingscoaching: theorie en practicum
L05I5BL05I5B : Bewegingscoaching: theorie en practicum
L05I9AL05I9A : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1
L05I9BL05I9B : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1
L01J0AL01J0A : Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid bij personen met een handicap
L06I0AL06I0A : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2
L06I0BL06I0B : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L05E9AL05E9A : Onderzoeksmethoden van het bewegingsonderwijs
L07D9BL07D9B : Psychology of Physical Activity
L06I8BL06I8B : Bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen: basisonderwijs
L09K3AL09K3A : Stage in het bewegingsonderwijs: deel 1
L09K4AL09K4A : Stage in het bewegingsonderwijs: deel 2
L07I1BL07I1B : Bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen: buitengewoon onderwijs
S0A56AS0A56A : Overheidsmanagement
L02E7AL02E7A : Sociaal-culturele analyse van sport en vrije tijd
L07I5AL07I5A : Sport, politiek en bestuur
L03E9AL03E9A : Sportrecht en internationale regulering
L07I7AL07I7A : Sportmarketing en sportsponsoring
L07I6AL07I6A : Werkbezoeken in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie
L05E0AL05E0A : Sports Economics
L07I8AL07I8A : Management en technisch beheer van sportaccommodaties en sportevenementen
L08I1AL08I1A : Financial Management in Sports
D0Q42AD0Q42A : Corporate Finance
L08I2AL08I2A : Stage in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L04E0AL04E0A : Voeding, fysieke activiteit en gezondheid
L09H3AL09H3A : Training en coaching van atleten met een handicap
L09H4AL09H4A : Prestatiesportbegeleiding deel 1
L09H7AL09H7A : Seminarie en stage voetbal: deel 1
L09H7BL09H7B : Seminarie en stage voetbal: deel 1
L00I0AL00I0A : Seminarie en stage voetbal: deel 2
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L04E0AL04E0A : Voeding, fysieke activiteit en gezondheid
L09H3AL09H3A : Training en coaching van atleten met een handicap
L09H4AL09H4A : Prestatiesportbegeleiding deel 1
L00I7AL00I7A : Seminarie en stage volleybal: deel 1
L00I7BL00I7B : Seminarie en stage volleybal: deel 1
L01I0AL01I0A : Seminarie en stage volleybal: deel 2
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L04E0AL04E0A : Voeding, fysieke activiteit en gezondheid
L09H3AL09H3A : Training en coaching van atleten met een handicap
L09H4AL09H4A : Prestatiesportbegeleiding deel 1
L01I3AL01I3A : Seminarie en stage atletiek: deel 1
L01I3BL01I3B : Seminarie en stage atletiek: deel 1
L01I6AL01I6A : Seminarie en stage atletiek: deel 2
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L04E0AL04E0A : Voeding, fysieke activiteit en gezondheid
L09H3AL09H3A : Training en coaching van atleten met een handicap
L09H4AL09H4A : Prestatiesportbegeleiding deel 1
L01I9AL01I9A : Seminarie en stage zwemmen: deel 1
L01I9BL01I9B : Seminarie en stage zwemmen: deel 1
L02I2AL02I2A : Seminarie en stage zwemmen: deel 2
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L04E0AL04E0A : Voeding, fysieke activiteit en gezondheid
L09H3AL09H3A : Training en coaching van atleten met een handicap
L09H4AL09H4A : Prestatiesportbegeleiding deel 1
L02I5AL02I5A : Seminarie en stage wielrennen: deel 1
L02I5BL02I5B : Seminarie en stage wielrennen: deel 1
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L02I8AL02I8A : Seminarie en stage wielrennen: deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L04E0AL04E0A : Voeding, fysieke activiteit en gezondheid
L09H3AL09H3A : Training en coaching van atleten met een handicap
L09H4AL09H4A : Prestatiesportbegeleiding deel 1
L03I6AL03I6A : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1
L03I6BL03I6B : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 1
L03I9AL03I9A : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 2
L00I3AL00I3A : Prestatiesportbegeleiding: deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L08E0BL08E0B : Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics
L08I3AL08I3A : Programming and Automated Signal Analysis
L08I9AL08I9A : State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 1
L08I6AL08I6A : State of the art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 1
L09I2AL09I2A : State of the art Research Topics in Biomechanics, Part 1
L09I5AL09I5A : State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 1
L09I8AL09I8A : Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage
L09I9AL09I9A : State of the Art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 2
L00J0AL00J0A : State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 2
L00J1AL00J1A : State of the Art Research Topics in Biomechanics: Part 2
L00J2AL00J2A : State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 2
L00J6AL00J6A : Internship Clinical Research
L02M0AL02M0A : Ethische en juridische aspecten van sport en beweging
A08C1AA08C1A : Religie, zingeving en levensbeschouwing
L06D6AL06D6A : Werkveldoriëntatie 3
L05I1AL05I1A : Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 1
L06I0BL06I0B : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2
L06I0CL06I0C : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2
L03M1AL03M1A : Sportcoaching, deel 2
L08I2AL08I2A : Stage in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie
L08I2BL08I2B : Stage in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie
L00I0AL00I0A : Seminarie en stage voetbal: deel 2
L01I0AL01I0A : Seminarie en stage volleybal: deel 2
L01I6AL01I6A : Seminarie en stage atletiek: deel 2
L02I2AL02I2A : Seminarie en stage zwemmen: deel 2
L02I8AL02I8A : Seminarie en stage wielrennen: deel 2
L03I9AL03I9A : Seminarie en stage sportdiscipline op aanvraag: deel 2
L02M3AL02M3A : Gedragsverandering bij bewegingscoaching
L08E0BL08E0B : Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics
L08I3AL08I3A : Programming and Automated Signal Analysis
L08I9AL08I9A : State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 1
L08I6AL08I6A : State of the art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 1
L09I2AL09I2A : State of the art Research Topics in Biomechanics, Part 1
L09I5AL09I5A : State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 1
L09I8AL09I8A : Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage
L09I9AL09I9A : State of the Art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 2
L00J0AL00J0A : State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 2
L00J1AL00J1A : State of the Art Research Topics in Biomechanics: Part 2
L00J2AL00J2A : State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 2
L00J6AL00J6A : Internship Clinical Research
L07M8AL07M8A : Advanced Research Skills for the Human Movement Scientist
L08E0BL08E0B : Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics
L08I3AL08I3A : Programming and Automated Signal Analysis
L02N3AL02N3A : Research Topics in Physical Activity Epidemiology and Genetic Epidemiology
L01N5AL01N5A : Research Topics in Physiology and Nutrition
L01N7AL01N7A : Research Topics in Human Movement Biomechanics
L02N0AL02N0A : Research Topics in Motor Control and Learning
L09I8BL09I8B : Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage
L02N2AL02N2A : Research Techniques in Physical Activity Epidemiology and Genetic Epidemiology
L01N4AL01N4A : Research Techniques in Physiology and Nutrition
L01N6AL01N6A : Research Techniques in Human Movement Biomechanics
L01N8AL01N8A : Research Techniques in Motor Control and Learning
L00J6AL00J6A : Internship Clinical Research
L07M8AL07M8A : Advanced Research Skills for the Human Movement Scientist
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Onderwijsleeractiviteiten

Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 2 (B-KUL-L05I2a)

16 studiepunten : Masterproef 0 Beide semestersBeide semesters
Helsen Werner |  Iserbyt Peter |  Jonkers Ilse |  Scheerder Jeroen |  Seghers Jan |  N. |  Mantini Dante (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Inhoud

De student werkt onder begeleiding van zijn promotor een onderzoeksvraag uit in de bewegingswetenschappen. De exacte inhoud hiervan wordt bepaald door de keuze van het onderwerp.
 Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.


In het tweede deel van de masterproef komen volgende taken aan bod:

- Verzamelen van empirische gegevens

- Statistisch verwerken van deze gegevens m.i.v. interpretatie, conclusie en relateren aan theorie

- Wetenschappelijke tekst uitschrijven volgens de richtlijnen van het gekozen Journal of volgens de facultaire vormvoorschriften voor een monografie
- Presentatie


Het onderzoek voor de masterproef moet de procedures rond GDPR en ethische toetsing volgen die worden voorgeschreven op de website Onderwijs-Begeleidings-Commissie van de Groep Biomedische Wetenschappen (OBC).
Een onderzoeksproject mag niet van start gaan alvorens de noodzakelijk goedkeuringen te hebben ontvangen.

Studiemateriaal

Artikels en literatuur
Presentatiesoftware
Vormvoorschriften masterproef
Facultair concept masterproef

Toelichting werkvorm

Cfr. facultair masterproefconcept.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 2 (B-KUL-L25I2a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie, Procesevaluatie
Leermateriaal : Naslagwerk

Toelichting

De elektronische versie en de papieren versie van de masterproef moeten ingediend worden voor een deadline. De student dient alle deadlines en voorwaarden voor evaluatie te respecteren zoals weergegeven in het Concept en reglement van de masterproef m.i.v. het masterproefcontract, welke beschikbaar zijn op TOLEDO. Indien deze deadlines niet worden gerespecteerd, mag de student de masterproef niet verdedigen en krijgt de student ‘NA’ voor de betreffende zittijd (m.u.v. zwaarwichtige redenen).

De masterproef wordt verdedigd voor een jury in een tijdsbestek van maximaal 30 minuten. De student presenteert de masterproef met specifieke aandacht voor de rationale, methodologie, resultaten en implicaties. De leden van de jury evalueren de waarde van de masterproef door de student kritisch te bevragen. 

De beoordelingsformulieren en de wijze van het berekenen van de eindscore worden gedetailleerd weergegeven in het concept van de Masterproef.
 
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen met inbegrip van het plagiaatbeleid. 

Toelichting bij herkansen

Het totaalpunt van de masterproef wordt opgebouwd uit de volgende twee deelscores:

  • Deelscore 1: De beoordeling van de schriftelijke neerslag (de masterproef/‘het boek’).
  • Deelscore 2: De beoordeling van de presentatie en de mondelinge verdediging van de masterproef voor een jury.

Enkel onvoldoende deelscores dienen hernomen te worden tijdens de tweede examenkans.

  • Deelscores waarvoor de student een voldoende behaalde (dit is vanaf 10/20, de score voor de masterproef wordt niet afgerond. 9.9/20 is een onvoldoende), hoeven niet meer opnieuw te worden afgelegd tijdens het herexamen. Indien de student kiest om een geslaagde deelscore toch te hernemen dan geldt de laatst behaalde score. Een student die kiest om een geslaagde deelscore te hernemen laat dit weten aan zijn promotor en aan https://help.faber.kuleuven.be. Naast deze melding moet de student die wenst deel te nemen aan het herexamen zich inschrijven VOOR de algemene deadline inschrijving herexamens zoals bepaald in het Onderwijs- en examenreglement.
  • Alle deelscores met een onvoldoende of niet afgelegd moeten opnieuw afgelegd worden tijdens het herexamen. Indien de student een niet geslaagde deelscore niet herneemt zal hij voor deze deelscore en bijgevolg voor het hele opleidingsonderdeel ‘niet afgelegd’ krijgen.

ECTS Bewegingscoaching: theorie en practicum (B-KUL-L05I5A)

10 studiepunten Nederlands 70 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- een kandidaat te screenen en te coachen op vlak van gezondheidsrisico, fitheid, lichaamssamenstelling en motivatie met betrekking tot een oefenprogramma
- de positieve effecten van een geïndividualiseerd bewegingsprogramma op de gezondheid en de potentiële risico's, in te schatten en te verklaren
- diverse soorten groepslessen uit te werken en op professionele wijze te begeleiden

- specifieke oefeningen binnen het kader van functionele training correct uitvoeren en op een adequate wijze aanleren en feedback verzorgen

- op een kritische wijze de verschillende trainingsmethodieken toepassen in functie van doelstelling en achtergrond van de klant
 

Begintermen

De student is reeds vertrouwd met de algemene begrippen  van training, fitnessbegeleiding,  gezondheidsleer, ziekteleer en inspanningsfysiologie.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
-Psychology of Physical activity (bv.L07D9B )

Identieke opleidingsonderdelen

L05I5B: Bewegingscoaching: theorie en practicum

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de bewegingscoaching (B-KUL-L05I6a)

4 studiepunten : Practicum 36 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Algemene inleiding tot fysieke activiteit en gezondheid
Kinantropometrie met betrekking tot lichaamssamenstelling ifv bewegingscoaching
Meten van fysieke activiteit en fitheid
Motivationele gesprekstechnieken

Studiemateriaal

Slides

ACSM guidelines for Exercise Prescription

Nigg, C.R., (2014). ACMS' Behavioral Aspects of Physical Activity and Exercise. Wolters Kluwer / Lippincott Willams & Wilkins.

Toelichting werkvorm

College, rollenspel, practicum, opdrachten

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L05I5B : Bewegingscoaching: theorie en practicum

Practicum fitnessbegeleiding en groepslessen (B-KUL-L05I7a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Binnen dit practicum

  • Komt de student in aanraking met de verschillende trainingsmethodieken binnen functionele krachtraining en groepslessen
  • Krijgt de student oefenstof binnen het kader van functionele training (bv. gebruik eigen lichaamsgewicht, suspension training, balanstraining, …) en groepslessen (bv. step aerobics, spinning, body pump)
  • Leert de student kritisch reflecteren over het adequaat gebruik van de aangeboden oefenstof

Studiemateriaal

Handleiding

Toelichting werkvorm

Inoefenen van de aangeboden oefeningen en trainingsmethodieken

Micro teaching

Antwoorden in de les

Reflecteren en kritische evaluatie

 

Betreffende groepslessen: Het volgen van een aantal practica, groepslessen uit het aanbod van de KU Leuven en een reeks didactische oefeningen + zelf uitwerken van een reeks groepslessen en die zelf begeleiden bij een groep van medestudenten en KU Leuven personeelsleden en studenten.

Practicum bewegingscoaching (B-KUL-L05I8a)

4 studiepunten : Opdracht 8 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Praktijkopdracht bewegingscoaching:
De studenten begeleiden van november tot april twee voor hen onbekende sedentaire personen (één intake-gesprek, enkele opvolgingen, en één outtake-gesprek) en brengen hierover verslag uit door middel van tussentijdse reflectieverslagen en intervisiemomenten in kleine werkgroepjes.

Studiemateriaal

Informatie m.b.t. de opdracht.

Toelichting werkvorm

Bewegingscoaching bij sedentaire individuen volgens de aangeleerde basisprincipes.
Zelfreflectie en discussie in intervisiegroepjes met betrekking tot de bewegingscoachingsopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L05I5B : Bewegingscoaching: theorie en practicum

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: bewegingscoaching: theorie en practicum (B-KUL-L25I5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Inleiding tot de bewegingscoaching:
De studenten worden gequoteerd op basis van opdrachten en medewerking tijdens de oefensessies.

Practicum Bewegingscoaching:
Verslagen (inclusief zelfreflectie), intervisiemomenten (verplichte aanwezigheid) en medewerking tijdens de lessen.

Practicum groepslessen:
De studenten worden gequoteerd op basis van opdrachten en medewerking tijdens de oefensessies + een examenopdracht waarbij een groepsles gegeven wordt aan KU Leuven personeelsleden en studenten.

Practicum krachttraining:
Een practicumexamen over de geziene oefenstof

De rekenregels om tot het finale punt te komen, worden vermeld op Toledo. De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Toelichting bij herkansen

Voor de OLA's 'Inleiding tot de bewegingscoaching L05I6a' en 'Practicum bewegingscoaching L05I8a' is er geen tweede examenkans.

Voor het onderdeel 'groepslessen' uit de OLA 'Practicum fitnessbegeleiding en groepslessen L05I7a' wordt een 2de examenkans voor het afsluitende praktijkexamen aangeboden tijdens de lessenreeks (voor zover dit praktisch-organisatorisch haalbaar is). De score behaald tijdens deze 2de examenkans geldt niet voor het bepalen van de OPO-score voor de juni-examenperiode, maar wordt in rekening gebracht bij het bepalen van de OPO-score voor de septemberzittijd. Voor het onderdeel krachttraining uit de OLA L05I7a wordt een herkansing voorzien tijdens de septemberzittijd.

ECTS Bewegingscoaching: theorie en practicum (B-KUL-L05I5B)

9 studiepunten Nederlands 56 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- een individu te screenen op het vlak van gezondheidsrisico, fysieke activiteit, fysieke fitheid, lichaamssamenstelling en motivatie om te bewegen

- een geïndividualiseerd bewegingsprogramma op te stellen in functie van het beweegdoel en achtergrond van de klant

- de positieve effecten van een geïndividualiseerd bewegingsprogramma op de gezondheid in te schatten en te verklaren

- het individu te coachen en te motiveren om het bewegingsprogramma vol te houden

- diverse soorten groepslessen uit te werken en op professionele wijze te begeleiden

Begintermen

De student is reeds vertrouwd met de algemene begrippen  van training, fitnessbegeleiding,  gezondheidsleer, ziekteleer en inspanningsfysiologie.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
-Psychology of Physical activity (bv.L07D9B )

Identieke opleidingsonderdelen

L05I5A: Bewegingscoaching: theorie en practicum

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de bewegingscoaching (B-KUL-L05I6a)

4 studiepunten : Practicum 36 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Algemene inleiding tot fysieke activiteit en gezondheid
Kinantropometrie met betrekking tot lichaamssamenstelling ifv bewegingscoaching
Meten van fysieke activiteit en fitheid
Motivationele gesprekstechnieken

Studiemateriaal

Slides

ACSM guidelines for Exercise Prescription

Nigg, C.R., (2014). ACMS' Behavioral Aspects of Physical Activity and Exercise. Wolters Kluwer / Lippincott Willams & Wilkins.

Toelichting werkvorm

College, rollenspel, practicum, opdrachten

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L05I5A : Bewegingscoaching: theorie en practicum

Practicum bewegingscoaching (B-KUL-L05I8a)

4 studiepunten : Opdracht 8 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Praktijkopdracht bewegingscoaching:
De studenten begeleiden van november tot april twee voor hen onbekende sedentaire personen (één intake-gesprek, enkele opvolgingen, en één outtake-gesprek) en brengen hierover verslag uit door middel van tussentijdse reflectieverslagen en intervisiemomenten in kleine werkgroepjes.

Studiemateriaal

Informatie m.b.t. de opdracht.

Toelichting werkvorm

Bewegingscoaching bij sedentaire individuen volgens de aangeleerde basisprincipes.
Zelfreflectie en discussie in intervisiegroepjes met betrekking tot de bewegingscoachingsopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L05I5A : Bewegingscoaching: theorie en practicum

Practicum groepslessen (B-KUL-L06L4a)

1 studiepunten : Practicum 12 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Binnen dit practicum:

  • Komt de student in aanraking met dansante (bv. step aerobics) en niet-dansante (bv. functional training) vormen van groepslessen
  • Leert de student dansante (bv. step aerobics) en niet-dansante (bv. functional training) vormen van groepslessen begeleiden
  • Leert de student kritisch reflecteren over het adequaat gebruik van de aangeboden oefenstof

Studiemateriaal

Documenten op TOLEDO platform

Toelichting werkvorm

De studenten volgen een reeks practica/didactische oefeningen en groepslessen uit het aanbod van de KU Leuven. De studenten werken zelfstandig een reeks groepslessen uit die ze vervolgens zelf begeleiden bij een groep van medestudenten en KU Leuven personeelsleden en/of studenten.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L05I9C : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingscoaching: theorie en practicum (B-KUL-L25I5b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets

Toelichting

Inleiding tot de bewegingscoaching:

De studenten worden gequoteerd op basis van verplichte opdrachten ter voorbereiding van de contactmomenten (pass/fail), aanwezigheid en actieve medewerking tijdens de oefensessies motivationele gesprekstechnieken.

 

Practicum Bewegingscoaching:

Verslagen (inclusief zelfreflectie), intervisiemomenten (verplichte aanwezigheid) en medewerking tijdens de lessen.

 

Practicum groepslessen:

De studenten worden gequoteerd op basis van opdrachten en actieve medewerking tijdens de oefensessies + een afsluitend praktijkexamen waarbij de studenten een groepsles moeten geven aan studenten. Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

 

De rekenregels om tot het finale punt te komen, worden vermeld op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Voor het gedeelte bewegingscoaching (inleiding + practicum) is er GEEN tweede examenkans.

Voor het gedeelte groepslessen (practicum): Om te mogen deelnemen aan de 2de examenskans is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

ECTS Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1 (B-KUL-L05I9A)

12 studiepunten Nederlands 120 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • de kennis van anatomie, pathologie, kinantropometrie, fysiologie, trainingsleer en musculoskeletale en cardiovasculaire preventie toe te passen en te integreren in de praktijkstage
  • een vertrouwensrelatie met de klant op te bouwen in functie van een optimale begeleiding door middel van het hanteren van de noodzakelijke communicatieve en sociale vaardigheden.
  • de werkmethodes en middelen zoals deze gebruikt worden binnen het fitnesscentrum eigen te maken en ze zelfstandig aan te wenden.
  • een professionele houding aan te nemen, verantwoordelijkheid op te nemen en initiatief te tonen om zaken te ondernemen.
  • kan de student een objectief verslag en een persoonlijke opinie weergeven in de vorm van een kwaliteitsvol eindrapport en bijhorende presentatie gebaseerd op de gevolgde theoretische en praktische academische vorming, en op de verwante literatuur, met een eventuele vergelijking met andere organisaties en/of initiatieven.

 

Met betrekking tot Fitness-stage

  • kan de student fysieke fitness en fysieke activiteit evalueren en daaruit adviezen formuleren voor een actieve levensstijl en/of een aangepast bewegingsprogramma opstellen en dit programma begeleiden
  • kan de student een duidelijk beeld vormen over de bredere werking van een fitnesscentrum. We denken hierbij vooral ook aan de administratieve en commerciële aspecten die bij het reilen en zeilen van een centrum komen kijken. De student verwerkt deze inzichten in een objectief verslag en stelt de resultaten hierbij voor aan medestudenten.

Met betrekking tot Groepsfitness

  • kan de student het aanbod en de opbouw van groepsfitness lessen in het veld zowel wat betreft dansante vormen alsniet-dansante vormen door observatie en actieve participatie, beschrijven
  • kan de student oefeningen technisch verzorgd uitvoeren, rekening houdend met principes van time-management en cueing

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezig van het diploma:
- bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd, of volgt deze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Psychology of physical activity
- Algemene trainingsleer deel 2
- Musculoskeletale preventie
- Cardiovasculaire preventie, screening en training bij chronische aandoeningen
- Bewegingscoaching: theorie en practicum

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L07D9B) EN GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L07D8A)AND GELIJKTIJDIG(L00F3A) EN GELIJKTIJDIG(L05I5A)


L07D9BL07D9B : Psychology of Physical Activity
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L07D8AL07D8A : Musculoskeletale preventie
L00F3AL00F3A : Cardiovasculaire preventie, screening en training bij chronische aandoeningen
L05I5AL05I5A : Bewegingscoaching: theorie en practicum


Identieke opleidingsonderdelen

L05I9B: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1 (B-KUL-L06L3a)

12 studiepunten : Stage 120 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Interne stage
UnivFit
- begeleiden van studenten, personeelsleden en derden
- opstellen van specifieke oefenstof voor bovengenoemde groepen
- oplossen van casussen
- functioneren in teamverband



Externe stage
- fitness: idem aan interne stage, maar in niet-universitaire settings

- groepsfitness: observatie en actieve participatie

Studiemateriaal

Stagehandleiding

Toelichting werkvorm

Casussen oplossen
Literatuur opzoeken
Klanten begeleiden
Observeren van groepsfitness lessen
Actief participeren in groepsfitness lessen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1 (B-KUL-L25I9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel. Studenten die de externe stage niet binnen de vooropgestelde termijn (wordt vermeld op Toledo) kunnen afleggen, krijgen eveneens een NA. Deze regel is niet van toepassing bij zwaarwichtige redenen. Het eindpunt van de stage wordt gegeven door de stagebegeleider (o.b.v. kennis, kunde en attitude, gedemonstreerd door de student tijdens de stage).

Wordt beoordeeld:
1- Interne stage
2- Externe stage (met inbegrip van stage groepsfitness)
3- Stagerapport

 

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De student kan niet slagen voor dit OPO als er één van de onderdelen niet volledig werd afgelegd of als men een onvoldoende heeft behaald voor de externe stage. Om het eindscore op dit opleidingsonderdeel te bepalen, zijn er rekenregels van toepassing. Deze worden vermeld op Toledo. 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren (deel 1 en/of 2), krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 1 en/of 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel

- studenten die de vooropgestelde deadline voor het beëindigen van de stage niet haalden (en dus een NA haalden bij de 1e examenkans)

 

Studenten die wel slaagden voor de stage(s) maar niet voor onderdeel 3, hernemen dit bij de tweede examenkans. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 1 en/of 2 Stage, blijft dit punt behouden. De tweede examenkans vindt plaats in de zomermaanden juli en augustus.

ECTS Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1 (B-KUL-L05I9B)

8 studiepunten Nederlands 112 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • de kennis van anatomie, pathologie, kinantropometrie, fysiologie, trainingsleer en musculoskeletale en cardiovasculaire preventie toe te passen en te integreren in de praktijkstage
  • een vertrouwensrelatie met de klant op te bouwen in functie van een optimale begeleiding door middel van het hanteren van de noodzakelijke communicatieve en sociale vaardigheden.
  • de werkmethodes en middelen zoals deze gebruikt worden binnen het fitnesscentrum eigen te maken en ze zelfstandig aan te wenden.
  • een professionele houding aan te nemen, verantwoordelijkheid op te nemen en initiatief te tonen om zaken te ondernemen.
  • kan de student een objectief verslag en een persoonlijke opinie weergeven in de vorm van een kwaliteitsvol eindrapport en bijhorende presentatie gebaseerd op de gevolgde theoretische en praktische academische vorming, en op de verwante literatuur, met een eventuele vergelijking met andere organisaties en/of initiatieven.

Met betrekking tot Fitness-stage

  • kan de student fysieke fitness en fysieke activiteit evalueren en daaruit adviezen formuleren voor een actieve levensstijl en/of een aangepast bewegingsprogramma opstellen en dit programma begeleiden
  • kan de student een duidelijk beeld vormen over de bredere werking van een fitnesscentrum. We denken hierbij vooral ook aan de administratieve en commerciële aspecten die bij het reilen en zeilen van een centrum komen kijken. De student verwerkt deze inzichten in een objectief verslag en stelt de resultaten hierbij voor aan medestudenten.

Met betrekking tot Groepsfitness

  • kan de student het aanbod en de opbouw van groepsfitness lessen in het veld zowel wat betreft dansante vormen alsniet-dansante vormen door observatie en actieve participatie, beschrijven
  • kan de student oefeningen technisch verzorgd uitvoeren, rekening houdend met principes van time-management en cueing

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezig van het diploma:
- bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd, of volgt deze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Psychology of physical activity
- Algemene trainingsleer deel 2
- Musculoskeletale preventie
- Cardiovasculaire preventie, screening en training bij chronische aandoeningen
- Bewegingscoaching: theorie en practicum

- Krachttraining

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L07D9B) EN GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L07D8A) EN GELIJKTIJDIG(L00F3A) EN ( GELIJKTIJDIG(L05I5A) OF GELIJKTIJDIG(L05I5B) ) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A)


L07D9BL07D9B : Psychology of Physical Activity
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L07D8AL07D8A : Musculoskeletale preventie
L00F3AL00F3A : Cardiovasculaire preventie, screening en training bij chronische aandoeningen
L05I5AL05I5A : Bewegingscoaching: theorie en practicum
L05I5BL05I5B : Bewegingscoaching: theorie en practicum
L06L0AL06L0A : Krachttraining


Identieke opleidingsonderdelen

L05I9C: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1
L05I9A: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Masterstage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1 (B-KUL-L05I9a)

8 studiepunten : Stage 112 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Interne stage
UnivFit
- begeleiden van studenten, personeelsleden en derden
- opstellen van specifieke oefenstof voor bovengenoemde groepen
- oplossen van casussen
- functioneren in teamverband


Externe stage
- fitness: idem aan interne stage, maar in niet-universitaire settings

- groepsfitness: observatie en actieve participatie

Studiemateriaal

Stagehandleiding

Toelichting werkvorm

Casussen oplossen
Literatuur opzoeken
Klanten begeleiden
Observeren van groepsfitness lessen
Actief participeren in groepsfitness lessen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1 (B-KUL-L25I9b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel. Studenten die de externe stage niet binnen de vooropgestelde termijn (wordt vermeld op Toledo) kunnen afleggen, krijgen eveneens een NA. Deze regel is niet van toepassing bij zwaarwichtige redenen. Het eindpunt van de stage wordt gegeven door de stagebegeleider (o.b.v. kennis, kunde en attitude, gedemonstreerd door de student tijdens de stage).

Wordt beoordeeld:
1- Interne stage
2- Externe stage (met inbegrip van stage groepsfitness)
3- Stagerapport

 

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De student kan niet slagen voor dit OPO als er één van de onderdelen niet volledig werd afgelegd of als men een onvoldoende heeft behaald voor de externe stage. Om het eindscore op dit opleidingsonderdeel te bepalen, zijn er rekenregels van toepassing. Deze worden vermeld op Toledo. 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren (deel 1 en/of 2), krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 1 en/of 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel

- studenten die de vooropgestelde deadline voor het beëindigen van de stage niet haalden (en dus een NA haalden bij de 1e examenkans)

 

Studenten die wel slaagden voor de stage(s) maar niet voor onderdeel 3, hernemen dit bij de tweede examenkans. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 1 en/of 2 Stage, blijft dit punt behouden. De tweede examenkans vindt plaats in de zomermaanden juli en augustus.

ECTS Vakdidactiek lichamelijke opvoeding (B-KUL-L05M5A)

7 studiepunten Nederlands 62 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

Het opleidingsonderdeel Vakdidactiek Lichamelijke Opvoeding deel 1 m.i.v. ingroeistage is erop gericht om studenten een wetenschappelijk onderbouwd referentiekader te bieden om het vak Lichamelijke Opvoeding in het secundair onderwijs met de nodige competentie en effectiviteit in termen van (motorische) leerwinst te onderwijzen. De leerdoelen op vlak van vakdidactische kennis en inzichten vinden hun ontwerp in de basiscompetenties van de Leraar zoals geformuleerd door de Vlaamse Overheid met accent op de functionele gehelen/basiscompetenties (BC) 1 t.e.m. 5 (verantwoordelijkheden t.a.v. de lerende = micro), BC 6 t.e.m. 10 (verantwoordelijkheden tegenover de school en de gemeenschap = meso en macro). Vanuit een specifieke onderwijsvisie op het vak Lichamelijke Opvoeding en om de academische gerichtheid ervan te expliciteren worden deze functionele gehelen/basiscompetenties (BC) vertaald naar vakspecifieke leerresultaten (V).

BC 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
BC 2 De leraar als opvoeder
BC 3 De leraar als inhoudelijk expert
BC 4 De leraar als organisator
BC 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
BC 6 De leraar als partner van ouders/verzorgers
BC 7 De leraar als lid van een schoolteam
BC 8 De leraar als partner van externen
BC 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
BC 10 De leraar als cultuurparticipant

A1. De student kan doeltreffende leerprocessen uitlokken en begeleiden door het selecteren en gestructureerd aanbieden van aangepaste leerinhouden,  werkvormen, leermiddelen en evaluatiecriteria. (BC1)*
V1.1       Communiceert haalbare en uitdagende bewegings- en persoonsdoelen op les- en periodeniveau
V1.2       Selecteert leerinhouden en taakadaptaties in functie van doelstellingen met aandacht voor alle leerlingen
V1.3       Selecteert werkvormen in functie van doelstellingen
V1.4       Verbale taakpresentatie: bondig, helder, max. 3 aandachtspunten, en check for understanding
V1.5       Visuele taakpresentatie: ononderbroken, helder, volledig en snelle opstart na afloop
V1.6       >90% van de feedback is specifiek, congruent en positief geformuleerd
V1.7       Stimuleert en moedigt leerlingen aan
V1.8       Is enthousiast en expressief
V1.9       Controleert lesdoelstellingen aan het einde van de les
V1.10     Evalueert efficiënt en transparant bewegings- en persoonsdoelen
V1.11     Kan over het leerproces van bewegings- en persoonsdoelen rapporteren

A2. De student kan een positief leefklimaat creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing, en rekening houdt met specifieke kenmerken en beperkingen van de lerenden op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school of de achtergrond,  de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen. (BC2)
V2.1.      Realiseert een voorbeeldfunctie door een verzorgd voorkomen en houding (o.a. taalgebruik)
V2.2       Kent namen van leerlingen en doet inspanningen om hun leefwereld te kennen/ begrijpen
V2.3       Connecteert met leerlingen via korte, persoonlijke communicatie
V2.4       Heeft een aangepast stemgebruik en spreekt duidelijk.
V2.5       Onderwijst én bekrachtigt prosociaal gedrag ifv een positief leerklimaat
V2.6       Expliciteert het belang van fysieke activiteit en gezondheid en stimuleert toepassing ervan in het dagelijks leven. 
V2.7       Stimuleert doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidszin bij leerlingen
V2.8       Communiceert duidelijke verwachtingen mbt gedrag en volgt ze op via positieve bekrachtiging
V2.9       Heeft transparante consequenties bij niet naleven van afspraken en past ze strikt toe
V2.10     Heeft een effectief gedragsmanagementsysteem ifv positief leerklimaat

A3. De student kan de domeinspecifieke academische kennis, vaardigheden en attitudes aanwenden en integreren in de onderwijspraktijk. (BC3)* 
V3.1       Bezit voldoende algemene vakkennis mbt etiquette, spelregels, techniek en tactiek in functie van de doelgroep
V3.2       Heeft per lesperiode een content map met diepgang in taakprogressies (mesotaak)
V3.3       Schrijft lesplannen uit met relevante inter -en intra taakadaptaties
V3.4       Kan vaak voorkomende fouten herkennen en remediëren
V3.5       Kan via een onderwijsleergesprek het leren bevorderen
V3.6       Neemt deel aan professionele vormingsactiviteiten

A4. De student kan een gestructureerd en efficiënt werkklimaat binnen de klas tot stand brengen. (BC4)* 
V4.1       Heeft duidelijke afspraken (routines) mbt lesbegin (starttijd en beginactiviteit)
V4.2       Heeft lage management- en transitietijden
V4.3       Gebruikt consequent dezelfde en duidelijke signalen
V4.4       Zorgt voor een goed lestempo en continuïteit in het lesverloop
V4.5       Organiseert leerlingen en materiaal in functie van maximale actieve leertijd
V4.6       Realiseert een veilige leeromgeving
V4.7       Heeft een actief supervisiepatroon in functie van maximale actieve leertijd
V4.8       Heeft een realistisch tijdsmanagement (timing)
V4.9       Houdt het e-portfolio up-to-date conform de afspraak met stagebegeleider

A5. De student kan de resultaten van recent onderwijs - en vakdidactisch onderzoek aanwenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leerkracht. (BC5)
V5.1       Kan de eigen lesgeefactiviteit (objectief) rapporteren, interpreteren en verbeteren (mesotaak)
V5.2       Reflecteert over leerlingengedrag
V5.3       Staat open voor begeleiding en remedieert doeltreffend aandachtspunten
V5.4       Integreert (wetenschappelijke) literatuur voor het verbeteren van de eigen effectiviteit

A6. De student kan op aangepaste wijze dialogeren met ouders of verzorgers over het klas-en schoolgebeuren. (BC6) 
V6.1.      Is discreet met informatie van leerlingen, dialogeert met ouders over de leerling in de school en betrekt hen bij het klas- en    schoolgebeuren, ongeacht achtergronden en afkomst

A7. De student kan overleggen en samenwerken binnen een schoolteam wat betreft verschillende aspecten van de toegewezen beroepstaken. (BC7) 
V7.1       Is in de omgang met vakmentor, vakgroep, directie en schoolpersoneel beleefd, verantwoordelijk, relationeel en kritisch ingesteld, flexibel en komt afspraken na
V7.2.      Organiseert intramurale initiatieven inzake fysieke activiteit gelinkt aan Lichamelijke Opvoeding en rapporteert hier wetenschappelijk over (mesotaak)

A8. De student kan communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. (BC8) 
V8.1.      Kan contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken, sportgerelateerde initiatieven aanbieden

A9. De leraar kan deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's. (BC9) 
V9.1       Kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's; hij kan dialogeren over zijn vakgebonden rol en belang in de samenleving

A10. De leraar kan maatschappelijke, sociale en culturele thema's onderscheiden, kritisch benaderen en daarbij beslissingen nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken. (BC10) 
V10.1     Is respectvol tov diversiteit en stimuleert leerlingen om respectvol om te gaan met diversiteit
V10.2     Kan actuele maatschappelijke thema’s (met betrekking tot sport, bewegen en gezondheid) kritisch benaderen en hierover in gesprek gaan met leerlingen en anderen
V10.3     Kent het sportaanbod en sportinfrastructuur in de (school)omgeving en communiceert hierover met leerlingen

* De basiscompetenties gemarkeerd met een * worden in de ingroeistage benadruk en moeten na afloop van de ingroeistage gerealiseerd worden.

Onderstaande decretaal bepaalde attituden worden ontwikkeld:
- Beslissingsvermogen (o.a. V1.3, V1.4, V3.8, V4.1.,V7.1)
- Relationele gerichtheid (o.a. V6.1, V7.2, V10.1)
- Kritische ingesteldheid (o.a. V2.8, V5.5, V7.3, V7.9)
- Leergierigheid (o.a. V5.3, V5.4, V7.4)
- Organisatievermogen (o.a. V1.13, V4.1-V4.10, V7.5)
- Zin voor samenwerking (o.a. V7.6, V8.1)
- Verantwoordelijkheidszin (o.a., V2.10, V7.7)
- Flexibiliteit (o.a., V5.4, V7.8, V8.1)

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(L05O0A) OF GELIJKTIJDIG(L01C6B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L05O4A) OF GELIJKTIJDIG(L06D9A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A) OF GELIJKTIJDIG(P0N08A) ) EN ( NIVEAU(BACHELOR) OF NIVEAU(SCHAKEL) OF NIVEAU(VOORBEREIDING) )


L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L01C6BL01C6B : Didactiek in de bewegingsactiviteiten
L05O4AL05O4A : Levenslang bewegen vanuit pedagogisch-didactisch perspectief
L06D9AL06D9A : Sport- en bewegingspedagogie
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1
P0N08AP0N08A : Pedagogiek


Identieke opleidingsonderdelen

L06Q9A: Vakdidactiek lichamelijke opvoeding

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 1 (B-KUL-L05M5a)

3 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De focus ligt op leren van ‘high leverage teaching practices’ en het ontwikkelen van strategieën om deze op de stage toe te passen. Studenten maken specifieke oefeningen op vlak van leerstofopbouw binnen een bepaald bewegingsdomein (content mapping), werken in groep praktische oefeningen omtrent positief gedragsmanagement uit. Via microteaching:

  • worden kritische incidenten (al dan niet uit de ingroeistage) gesimuleerd + strategieën om ze te voorkomen/remediëren ontwikkeld
  • worden cruciale lesgeefepisodes uit de ingroeistage gesimuleerd en besproken vanuit vakinhoudelijk en vakdidactisch perspectief.

De inhouden van deze onderwijsleeractiviteit worden vanuit de decretaal bepaalde beroepscompetenties voor leraren geconcretiseerd in specifieke thema’s voor het brede domein van de lichamelijke opvoeding (LO):
(1) de leraar LO als begeleider van leerprocessen
(2) de leraar LO als opvoeder
(3) de leraar LO als (vak)inhoudelijk expert
(4) de leraar LO als organisator
(5) de leraar LO als innovator en onderzoeker

Studiemateriaal

Behets, D. Didactiek van het Bewegingsonderwijs. Leuven: Acco.
Alle opdrachten en studiemateriaal worden via TOLEDO ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges – studenten komen voorbereid naar de hoorcolleges. De term hoorcollege wordt hier in zeer ruime zin beschouwd en bestaat evenzeer uit praktische oefeningen.

Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: ingroeistage (B-KUL-L05M6a)

4 studiepunten : Stage 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Studenten werken in duo’s tijdens de ingroeistage via een teamteaching-format om het eigen lesgeven en dat van de partner te optimaliseren in functie van een hogere leerwinst bij de leerlingen. De vorm, inhoud en evaluatie van de stage wordt gestuurd door de decretaal bepaalde 10 basiscompetenties van de leraar.

1. Minstens 4 lessen Lichamelijke Opvoeding (LO) van de eigen stageklassen observeren op vlak van leraar- en leerlinggedrag. Daarnaast volgen minstens 2 lessen observatie tijdens het stagetraject op basis van eigen werkpunten.
2. Minstens 32 lessen LO samen met de partner onderwijzen over minstens 6 weken. Afhankelijk van de context en bewegingsgebied kan het teamteaching format verschillen. Studenten zijn steeds samen aanwezig.
3. Op het schoolvlak maakt de student-leraar contact met de verschillende relatievelden in en buiten de schoolcontext en leert hij hier te participeren met speciale aandacht voor o.a. het organiseren van kwalitatieve beweeginitiatieven buiten het curriculum, het uitwerken van leerlijngen binnen bewegingsgebieden, vakvergaderingen, vakoverschrijdende schoolinitiatieven, klassenraden, oudercontacten.
4. Begeleiding gebeurt aan de hand van besprekingen met vakmentor(en) en met stagebegeleider(s), alsook via het stageportfolio. Verwerkingstaken verwijzen naar het documenteren van het groeiproces (onder de vorm van een reflectie op het voorgestelde persoonlijk ontwikkelingsplan waarin de link wordt gelegd met de basiscompetenties, het stage activiteitenplan, uitgewerkte observatieopdrachten met reflecties, uitgewerkte lesvoorbereidingen, lesreflecties) in een stageportfolio die procesmatig wordt aangelegd.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt aangeboden via TOLEDO.
Behets, D. Didactiek van het Bewegingsonderwijs. Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Teamteaching stage

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek lichamelijke opvoeding (B-KUL-L25M5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 1
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van tussentijdse opdrachten.
De student krijgt een numerieke score voor de tussentijdse opdrachten.
Het niet indienen van opdrachten voor de indiendeadlines leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA. De deadlines worden bekendgemaakt op Toledo.

Indien de student 2 of meer keren ongewettigd afwezig is (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) tijdens de interactieve hoorcolleges, dan leidt dit tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.

OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: ingroeistage
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van de stagelessen, een procesmatig aangelegde stageportfolio m.i.v. feedback door de vakmentor, en op basis van bijgewoonde stagebezoeken door de stagebegeleider.
De uitgewerkte onderdelen van het stageportfolio, de besprekingen met de vakmentor(en) van de stageplaats, de stagebegeleider van de KU Leuven en de reflectievaardigheid van de student zijn bronnen van informatie voor de evaluatie van de stage.
De student krijgt een numerieke score voor de ingroeistage.

Het ontwerp van de evaluatie is gebaseerd op de 10 functionele gehelen/basiscompetenties van de leraar.
Tussentijdse feedback informeert de student over zijn leerproces op stage (groeiproces).
Er vindt een eindgesprek plaats met de stagebegeleider van de KU Leuven aan de hand van de ingevulde evaluatieformulieren van de student zelf, de vakmentor(en) en de stagebegeleider.

Het niet tijdig in orde brengen van het stageportfolio (volgens afspraak met stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA

Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) op stage leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.


Berekening eindresultaat OPO:
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke: deel 1 telt voor 1/3 van het eindresultaat mee.
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: ingroeistage telt voor 2/3 van het eindresultaat mee.

Studenten kunnen alleen voor dit OPO slagen indien hun eindscore op zowel de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 1 als op de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: ingroeistage minimaal een 10/20 bedraagt.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt, dan bedraagt het eindresultaat van dit OPO maximaal een 9/20.
Indien de student op één of beide deelscores een onvoldoende behaalt, dan wordt de berekende eindscore naar beneden afgerond (bv 9.67 wordt dan 9).

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

De OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 1 is niet herkansbaar, omdat de evaluatie gebaseerd is op permanente evaluatie en microteaching.
Het is logistiek gezien niet mogelijk om een herkansing te organiseren.

Indien de student voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: ingroeistage een onvoldoende of een ‘niet afgelegd’ (NA) scoorde, dan dient de student deze OLA in zijn geheel opnieuw te doen tijdens het tweede semester.
Let op: De student dient zich in dit geval nog altijd in te schrijven voor de derde examenperiode, ook al vindt de herkansing van de ingroeistage tijdens het tweede semester plaats.

De student kan ervoor kiezen om een geslaagde deelscore te herkansen. In het geval de student verkiest om een geslaagde deelscore te herkansen dan geldt de laatst behaalde score (dus niet de hoogste score), ook als dit een lagere score betreft dan het punt dat werd behaald tijdens de eerste examenkans.
Indien de student ervoor kiest om een geslaagde deelscore toch te herkansen, dan laat de student dit weten aan de docent en aan https://help.faber.kuleuven.be.

ECTS Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage en diversiteitsstage (B-KUL-L05M7A)

11 studiepunten Nederlands 62 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

Het opleidingsonderdeel Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage en diversiteitsstage is erop gericht om studenten een wetenschappelijk onderbouwd referentiekader te bieden om het vak Lichamelijke Opvoeding in het secundair onderwijs met de nodige competentie en effectiviteit in termen van (motorische) leerwinst te onderwijzen. De leerdoelen op vlak van vakdidactische kennis en inzichten vinden hun ontwerp in de basiscompetenties van de Leraar zoals geformuleerd door de Vlaamse Overheid met accent op de functionele gehelen/basiscompetenties (BC) 1 t.e.m. 5 (verantwoordelijkheden t.a.v. de lerende), BC 6 t.e.m. 10 (verantwoordelijkheden tegenover de school en de gemeenschap).
Vanuit een specifieke onderwijsvisie op het vak Lichamelijke Opvoeding en om de academische gerichtheid ervan te expliciteren worden deze functionele gehelen/basiscompetenties (BC) vertaald naar vakspecifieke leerresultaten (V).

BC 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
BC 2 De leraar als opvoeder
BC 3 De leraar als inhoudelijk expert
BC 4 De leraar als organisator
BC 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
BC 6 De leraar als partner van ouders/verzorgers
BC 7 De leraar als lid van een schoolteam
BC 8 De leraar als partner van externen
BC 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
BC 10 De leraar als cultuurparticipant

A1. De student kan doeltreffende leerprocessen uitlokken en begeleiden door het selecteren en gestructureerd aanbieden van aangepaste leerinhouden, werkvormen, leermiddelen en evaluatiecriteria. (BC1)*
V1.1 Communiceert haalbare en uitdagende bewegings- en persoonsdoelen op les- en periodeniveau
V1.2 Selecteert leerinhouden en taakadaptaties in functie van doelstellingen met aandacht voor alle leerlingen V1.3 Selecteert werkvormen in functie van doelstellingen
V1.4 Verbale taakpresentatie: bondig, helder, max. 3 aandachtspunten, en check for understanding
V1.5 Visuele taakpresentatie: ononderbroken, helder, volledig en snelle opstart na afloop
V1.6 >90% van de feedback is specifiek, congruent en positief geformuleerd
V1.7 Stimuleert en moedigt leerlingen aan
V1.8 Is enthousiast en expressief
V1.9 Controleert lesdoelstellingen aan het einde van de les
V1.10 Evalueert efficiënt en transparant bewegings- en persoonsdoelen
V1.11 Kan over het leerproces van bewegings- en persoonsdoelen rapporteren

A2. De student kan een positief leefklimaat creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing, en rekening houdt met specifieke kenmerken en beperkingen van de lerenden op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school of de achtergrond, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen. (BC2)
V2.1. Realiseert een voorbeeldfunctie door een verzorgd voorkomen en houding (o.a. taalgebruik)
V2.2 Kent namen van leerlingen en doet inspanningen om hun leefwereld te kennen/ begrijpen
V2.3 Connecteert met leerlingen via korte, persoonlijke communicatie
V2.4 Heeft een aangepast stemgebruik en spreekt duidelijk.
V2.5 Onderwijst én bekrachtigt prosociaal gedrag ifv een positief leerklimaat
V2.6 Expliciteert het belang van fysieke activiteit en gezondheid en stimuleert toepassing ervan in het dagelijks leven.
V2.7 Stimuleert doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidszin bij leerlingen
V2.8 Communiceert duidelijke verwachtingen mbt gedrag en volgt ze op via positieve bekrachtiging
V2.9 Heeft transparante consequenties bij niet naleven van afspraken en past ze strikt toe
V2.10 Heeft een effectief gedragsmanagementsysteem ifv positief leerklimaat

A3. De student kan de domeinspecifieke academische kennis, vaardigheden en attitudes aanwenden en integreren in de onderwijspraktijk. (BC3)*
V3.1 Bezit voldoende algemene vakkennis mbt etiquette, spelregels, techniek en tactiek in functie van de doelgroep
V3.2 Heeft per lesperiode een content map met diepgang in taakprogressies (mesotaak)
V3.3 Schrijft lesplannen uit met relevante inter -en intra taakadaptaties
V3.4 Kan vaak voorkomende fouten herkennen en remediëren
V3.5 Kan via een onderwijsleergesprek het leren bevorderen
V3.6 Neemt deel aan professionele vormingsactiviteiten

A4. De student kan een gestructureerd en efficiënt werkklimaat binnen de klas tot stand brengen. (BC4)*
V4.1 Heeft duidelijke afspraken (routines) mbt lesbegin (starttijd en beginactiviteit)
V4.2 Heeft lage management- en transitietijden
V4.3 Gebruikt consequent dezelfde en duidelijke signalen
V4.4 Zorgt voor een goed lestempo en continuïteit in het lesverloop
V4.5 Organiseert leerlingen en materiaal in functie van maximale actieve leertijd V4.6 Realiseert een veilige leeromgeving
V4.7 Heeft een actief supervisiepatroon in functie van maximale actieve leertijd
V4.8 Heeft een realistisch tijdsmanagement (timing)
V4.9 Houdt het e-portfolio up-to-date conform de afspraak met stagebegeleider

A5. De student kan de resultaten van recent onderwijs - en vakdidactisch onderzoek aanwenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leerkracht. (BC5)
V5.1 Kan de eigen lesgeefactiviteit (objectief) rapporteren, interpreteren en verbeteren (mesotaak)
V5.2 Reflecteert over leerlingengedrag
V5.3 Staat open voor begeleiding en remedieert doeltreffend aandachtspunten
V5.4 Integreert (wetenschappelijke) literatuur voor het verbeteren van de eigen effectiviteit

A6. De student kan op aangepaste wijze dialogeren met ouders of verzorgers over het klas-en schoolgebeuren. (BC6)
V6.1. Is discreet met informatie van leerlingen, dialogeert met ouders over de leerling in de school en betrekt hen bij het klas- en schoolgebeuren, ongeacht achtergronden en afkomst

A7. De student kan overleggen en samenwerken binnen een schoolteam wat betreft verschillende aspecten van de toegewezen beroepstaken. (BC7)
V7.1 Is in de omgang met vakmentor, vakgroep, directie en schoolpersoneel beleefd, verantwoordelijk, relationeel en kritisch ingesteld, flexibel en komt afspraken na
V7.2. Organiseert intramurale initiatieven inzake fysieke activiteit gelinkt aan Lichamelijke Opvoeding en rapporteert hier wetenschappelijk over (mesotaak)

A8. De student kan communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. (BC8)
V8.1. Kan contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken, sportgerelateerde initiatieven aanbieden

A9. De leraar kan deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's. (BC9)
V9.1 Kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's; hij kan dialogeren over zijn vakgebonden rol en belang in de samenleving

A10. De leraar kan maatschappelijke, sociale en culturele thema's onderscheiden, kritisch benaderen en daarbij beslissingen nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken. (BC10)
V10.1 Is respectvol tov diversiteit en stimuleert leerlingen om respectvol om te gaan met diversiteit
V10.2 Kan actuele maatschappelijke thema’s (met betrekking tot sport, bewegen en gezondheid) kritisch benaderen en hierover in gesprek gaan met leerlingen en anderen
V10.3 Kent het sportaanbod en sportinfrastructuur in de (school)omgeving en communiceert hierover met leerlingen

Onderstaande decretaal bepaalde attituden worden ontwikkeld:

  • Beslissingsvermogen (o.a. V1.3, V1.4, V3.8, V4.1.,V7.1)
  • Relationele gerichtheid (o.a. V6.1, V7.2, V10.1)
  • Kritische ingesteldheid (o.a. V2.8, V5.5, V7.3, V7.9)
  • Leergierigheid (o.a. V5.3, V5.4, V7.4)
  • Organisatievermogen (o.a. V1.13, V4.1-V4.10, V7.5)
  • Zin voor samenwerking (o.a. V7.6, V8.1)
  • Verantwoordelijkheidszin (o.a., V2.10, V7.7)
  • Flexibiliteit (o.a., V5.4, V7.8, V8.1)

De OLA Diversiteitsstage wil studenten kansen bieden om zich te bekwamen tot zorgzame en relatievaardige leraren die aandacht hebben voor de noden en leerbehoeften van alle leerlingen, in het bijzonder diegene met een lage fysieke activiteit en/of lage motorische/sociale vaardigheid.

Bij het voltooien van de OLA Diversiteitsstage heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student bezit voldoende specifieke vakkennis om de diversiteit binnen een bepaalde groep op vlak van fysieke activiteit en motorische/sociale vaardigheid op te vangen;
  • De student kan jongeren coachen, in het bijzonder in functie van een actieve levensstijl;
  • De student kan in functie van gelijke onderwijskansen communiceren en samenwerken met (afhankelijk van het project) leraren, leerlingen, ouders, externe partners en de bredere sociaal-culturele sector;
  • De student kan de sterke en zwakke punten rond zijn/haar handelingsbekwaamheid m.b.t. het omgaan met motorische/fysiek actieve diversiteit in het onderwijs identificeren;
  • De student kan zich verder engageren om zijn/haar handelingsrepertoire rond het omgaan met diversiteit te vergroten;
  • De student kan discreet omgaan met gevoelens van leerlingen door respect op te brengen voor de eigenheid en diversiteit van die leerlingen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(L05O0A) OF GELIJKTIJDIG(L01C6B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L05M5A) OF GELIJKTIJDIG(L06Q9A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A) OF GELIJKTIJDIG(P0N08A) ) EN ( NIVEAU(BACHELOR) OF NIVEAU(SCHAKEL) OF NIVEAU(VOORBEREIDING) )


L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L01C6BL01C6B : Didactiek in de bewegingsactiviteiten
L05M5AL05M5A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding
L06Q9AL06Q9A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1
P0N08AP0N08A : Pedagogiek


Identieke opleidingsonderdelen

L06R1A: Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage en diversiteitsstage

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 (B-KUL-L05M7a)

3 studiepunten : College 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Hierin worden specifieke oefeningen gemaakt op vlak van leerstofopbouw binnen een bepaald bewegingsdomein (content mapping), werken studenten in groep praktische oefeningen omtrent positief gedragsmanagement uit, worden kritische incidenten gesimuleerd en geremedieerd, en worden cruciale lesgeefepisodes uit de stage onderwezen en besproken vanuit vakinhoudelijk en vakdidactisch perspectief. De inhouden van deze onderwijsleeractiviteit worden vanuit de decretaal bepaalde beroepscompetenties voor leraren geconcretiseerd in specifieke thema’s voor het brede domein van de lichamelijke opvoeding (LO):

(1) de leraar LO als begeleider van leerprocessen
(2) de leraar LO als opvoeder
(3) de leraar LO als (vak)inhoudelijk expert
(4) de leraar LO als organisator
(5) de leraar LO als innovator en onderzoeker

De studenten worden in dit OLA voorbereid om complexere lesgeefvaardigheden te verwerven met betrekking tot evaluatie, positief gedragsmanagement en het gebruik van specifieke instructiemodellen zoals bijvoorbeeld Sport Education.

Studiemateriaal

Alle opdrachten en studiemateriaal wordt via TOLEDO gecommuniceerd.
Behets, D. Didactiek van het Bewegingsonderwijs. Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges waarbij studenten voorbereid aanwezig zijn. De term ‘college’ wordt in ruime zin beschouwd en omvat ook praktische oefeningen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0E71A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding

Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage (B-KUL-L05M8a)

5 studiepunten : Stage 36 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Studenten doen een zelfstandige stage met grotere aandacht voor de leerwinst van leerlingen onafhankelijk van hun (motorische) vaardigheid en gebruiken complexere werkvormen. De vorm, inhoud en evaluatie van de stage wordt gestuurd door de decretaal vastgelegd 10 basiscompetenties van de leraar.

1. Minstens 4 lessen Lichamelijke Opvoeding (LO) van de eigen stageklassen observeren op vlak van leraar- en leerlinggedrag. Daarnaast volgen minstens 2 lessen observatie tijdens het stagetraject op basis van eigen werkpunten.
2. Minstens 32 lessen LO onderwijzen over minstens 6 weken.
3. Op het schoolvlak maakt de student-leraar contact met de verschillende relatievelden in en buiten de schoolcontext en leert hij hier te participeren met speciale aandacht voor o.a. het organiseren van kwalitatieve beweeginitiatieven buiten het curriculum, het uitwerken van leerlijnen binnen bewegingsgebieden, vakvergaderingen, vakoverschrijdende schoolinitiatieven, klassenraden, oudercontacten.
4. Begeleiding gebeurt aan de hand van besprekingen met vakmentor(en) en met stagebegeleider(s), alsook via het stageportfolio. Verwerkingstaken verwijzen naar het documenteren van het groeiproces (onder de vorm van een reflectie op het voorgestelde persoonlijk ontwikkelingsplan waarin de link wordt gelegd met de basiscompetenties, het stage activiteitenplan, uitgewerkte observatieopdrachten met reflecties, uitgewerkte lesvoorbereidingen, lesreflecties) in een stageportfolio die procesmatig wordt aangelegd.

Studiemateriaal

Alle opdrachten en studiemateriaal wordt via TOLEDO gecommuniceerd.
Behets, D. Didactiek van het Bewegingsonderwijs. Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Stage: individueel

Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: diversiteitsstage (B-KUL-L05M9a)

3 studiepunten : Stage 10 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De diversiteitsstage bestaat uit het verzorgen van ongeveer 15 tot 20 lessen Lichamelijke Opvoeding in het BSO. Deze lessen vinden bij voorkeur plaats in de eigen stageschool (in Vlaanderen en/of Brussel) of in een andere school, CVO, andere partnerorganisatie. De student integreert zich bij het (ondersteunings)team op een school.

De student-leraar onderwijst (een) leerling(en) met specifieke onderwijsbehoeften met een focus op zelfmanagement van fysieke activiteit en motorische/sociale vaardigheid.

Om te reflecteren op het stagetraject worden drie supervisiemomenten georganiseerd (begeleid en opgevolgd door medewerkers van de Educatieve Masters) die studenten op school/universiteit hebben met medestudenten en eventueel ook met studenten van een bacheloropleiding (UCLL impulsproject). Hiervoor bereiden studenten reflectievragen voor, houden ze een logboek/dagboek bij en maken ze een kort individueel verslag van de bijeenkomst.

Naast het geven van de lessen en de supervisies volgt elke student ook ten minste twee universiteitsbrede vormingen. Binnen de EM LO focussen deze sessies rond twee curricula met expliciete focus op sociale vaardigheid en weerbaarheid en zelfmanagement van fysieke activiteit en motorische vaardigheid in functie van een gezonde levensstijl.

De vormingen en supervisies worden universiteitsbreed georganiseerd en begeleid door medewerkers van de Educatieve Masters. Er wordt naar een diverse samenstelling van de studentengroep gestreefd (studenten uit verschillende projecten en Educatieve Masters).

Studiemateriaal

De opdrachten en studiemateriaal worden via TOLEDO gecommuniceerd.

Toelichting werkvorm

Stage

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage en diversiteitsstage (B-KUL-L25M7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van tussentijdse opdrachten.
De student krijgt een numerieke score voor de tussentijdse opdrachten.
Het niet indienen van opdrachten voor de indiendeadlines leidt tot een NA (niet afgelegd). De deadlines worden bekendgemaakt op Toledo.

Indien de student 2 of meer keren ongewettigd afwezig is (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) tijdens de interactieve hoorcolleges, dan leidt dit tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.

OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van de stagelessen, een procesmatig aangelegde stageportfolio en op basis van bijgewoonde stagebezoeken door de stagebegeleider.
De uitgewerkte onderdelen van het stageportfolio, de besprekingen met de vakmentor(en) van de stageplaats, de stagebegeleider van de KU Leuven en de reflectievaardigheid van de student zijn bronnen van informatie voor de evaluatie van de stage.
De student krijgt een numerieke score voor de stage.

Het ontwerp van de evaluatie is gebaseerd op de 10 functionele gehelen/basiscompetenties van de leraar.
Tussentijdse feedback informeert de student over zijn leerproces op stage (groeiproces).
Er vindt een eindgesprek plaats met de stagebegeleider van de KU Leuven aan de hand van de ingevulde evaluatieformulieren van de student zelf, de vakmentor(en) en de stagebegeleider

Het niet tijdig in orde brengen van het stageportfolio (volgens afspraak met stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.
Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) op stage leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.

OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: diversiteitsstage
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van de stagelessen, een procesmatig aangelegde stageportfolio en op basis van bijgewoonde stagebezoeken door de stagebegeleider.
De uitgewerkte onderdelen van het stageportfolio, de besprekingen met de vakmentor(en) van de stageplaats, de stagebegeleider van de KU Leuven en de reflectievaardigheid van de student zijn bronnen van informatie voor de evaluatie van de stage.
De student krijgt een numerieke score voor de stage.

Het ontwerp van de evaluatie is gebaseerd op de 10 functionele gehelen/basiscompetenties van de leraar.
Tussentijdse feedback informeert de student over zijn leerproces op stage (groeiproces).
Er vindt een eindgesprek plaats met de stagebegeleider van de KU Leuven aan de hand van de ingevulde evaluatieformulieren van de student zelf, de vakmentor(en) en de stagebegeleider.
Het niet tijdig in orde brengen van het stageportfolio (volgens afspraak met stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.
Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) op stage leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.

Berekening eindresultaat OPO:
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 telt voor 25% van het eindresultaat mee.
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage telt voor 50% van het eindresultaat mee.
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: diversiteitsstage telt voor 25% van het eindresultaat mee.

Studenten kunnen alleen voor dit OPO slagen indien hun eindscore op zowel de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 als op de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage als op de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: diversiteitsstage minimaal een 10/20 bedraagt.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt, dan bedraagt het eindresultaat van dit OPO maximaal een 9/20.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt wordt de berekende eindscore naar beneden afgerond (bv 9.67 wordt dan 9).

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

De OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 is niet herkansbaar, omdat de evaluatie gebaseerd is op permanente evaluatie en praktische oefeningen. Het is logistiek gezien niet mogelijk om een herkansing te organiseren.

De OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage is niet herkansbaar, omdat deze OLA wordt geëvalueerd op basis van stages.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

De OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: diversiteitsstage is niet herkansbaar, omdat deze OLA wordt geëvalueerd op basis van stages.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

De student kan ervoor kiezen om een geslaagde deelscore te hernemen. In het geval de student verkiest om een geslaagde deelscore te hernemen dan geldt de laatst behaalde score (dus niet de hoogste score).
Indien de student ervoor kiest om een geslaagde deelscore toch te hernemen, dan laat de student dit weten aan de docent en via de FaBeR Helpdesk.

ECTS Masterproef - onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding (B-KUL-L05O2A)

6 studiepunten Nederlands 24 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student is in staat om een volledige onderzoekscyclus te doorlopen over een onderwijsrelevant onderwerp:

  • De student kan relevante (primaire en secundaire) bronnen opzoeken, selecteren, kritische beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen;
  • De student kan onderwijskundige en vakdidactische literatuur opzoeken en de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek kritisch lezen, interpreteren en bespreken, in functie van het opzetten van een vakdidactische onderzoeksopdracht;
  • De student kan een vakdidactische probleemstelling vertalen in een onderzoeksvraag
  • De student kan een onderzoek ontwerpen en uitvoeren dat leidt tot een antwoord op de onderzoeksvraag, rekening houdend met de geraadpleegde literatuur en gebruik makend van een gepaste methodologie;
  • De student kan op een wetenschappelijke wijze rapporteren over het uitgevoerde onderzoek;
  • De student kan over het eigen onderzoek kritisch reflecteren;
  • De student kan een kritische terugkoppeling van het onderzoek voor het werkveld maken
  • De student kan samenwerken met zijn/haar medestudenten en bijdragen aan het leerproces van de medestudenten

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student op academisch niveau ten minste 9 studiepunten verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven in één van de disciplines van de vakdidactiek.
Inhouden zoals aangeboden binnen ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ worden tenminste gelijktijdig opgenomen.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A) OF GELIJKTIJDIG(P0N08A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L05M5A) OF GELIJKTIJDIG(L06Q9A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L05M7A) OF GELIJKTIJDIG(L06R1A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L05O0A) OF GELIJKTIJDIG(L01C6B) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L05O4A) OF GELIJKTIJDIG(L06D9A) )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1
P0N08AP0N08A : Pedagogiek
L05M5AL05M5A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding
L06Q9AL06Q9A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding
L05M7AL05M7A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage en diversiteitsstage
L06R1AL06R1A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage en diversiteitsstage
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L01C6BL01C6B : Didactiek in de bewegingsactiviteiten
L05O4AL05O4A : Levenslang bewegen vanuit pedagogisch-didactisch perspectief
L06D9AL06D9A : Sport- en bewegingspedagogie

Identieke opleidingsonderdelen

P0U92A: Masterproef-Onderwijsonderzoek
P0W11A: Masterproef-onderwijsonderzoek
P0W06A: Masterproef-onderwijsonderzoek
P0W07A: Masterproef-onderwijsonderzoek
P0W08A: Masterproef-onderwijsonderzoek
P0W10A: Masterproef-onderwijsonderzoek
L05O7A: Masterproef - onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Methodologische ondersteuningssessies (B-KUL-L05N8a)

1 studiepunten : College 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In de colleges wordt de student voorbereid op het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek in het domein van de lichamelijke opvoeding. Onderzoeksparadigma’s uit het domein van de sportpedagogie, de verschillende stappen in de wetenschappelijke methode, de definiëring van afhankelijke en onafhankelijke variabelen, de formulering van een onderzoeksvraag en hypothese worden toegepast op het eigen masterproefonderzoek.

Studiemateriaal

Alle leermiddelen en materialen worden gecommuniceerd via TOLEDO

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L05N7A : Masterproef lichamelijke opvoeding - deel 1

Onderzoeksopdracht (B-KUL-L05O3a)

5 studiepunten : Masterproef 14 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het theoretisch kader aangereikt in OLA 1 (Methodologische ondersteuningssessies)  fungeert als vertrekbasis voor het uitvoeren van een concrete onderzoeksopdracht.
De resultaten van deze opdracht worden verwerkt in een masterproef (paper).

De student werkt onder begeleiding van zijn/haar promotor een onderzoeksvraag uit in het domein van het onderwijs van de gezondheidswetenschappen. De exacte inhoud hiervan wordt bepaald door de keuze van het onderwerp.

Afhankelijk van de aard van het onderzoek komen volgende taken al dan niet aan bod:

- Uitwerken literatuurstudie

- Uitwerken onderzoeksopzet
- Uitvoeren onderzoek
- Verzamelen van empirische gegevens
- Verwerken van deze gegevens m.i.v. interpretatie, conclusie en relateren aan theorie
- Wetenschappelijke tekst uitschrijven volgens de richtlijnen van vastgelegd Journal
- Presenteren en verdedigen van het manuscript

De opdracht wordt in duo’s uitgevoerd.

Verdere duiding, concretisering en informatie rond de deadlines is weergegeven op Toledo.

Studiemateriaal

Wetenschappelijke artikels
Concept van de masterproef (Toledo)

Toelichting werkvorm

De student werkt een onderzoeksopzet uit, verzamelt de empirische gegevens en verwerkt deze op kritisch-wetenschappelijke wijze.
De student interpreteert de resultaten, trekt een conclusie en relateert zijn/haar resultaten aan zijn/haar verwachtingen en datgene wat hij/zij reeds had gevonden in de literatuur.


Op basis van deze bevindingen schrijft de student een artikel uit waarbij hij/zij de richtlijnen van een vastgelegd journal volgt.
De student bespreekt op regelmatige basis met zijn/haar promotor of begeleider de gang van zaken, eventuele problemen en de te nemen stappen in het uitwerken van zijn/haar masterproef.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L05O7A : Masterproef - onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef - onderzoeksopdracht lichamelijke opvoeding (B-KUL-L25O2a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

Toelichting

De elektronische versie van de masterproef moet ingediend worden voor een deadline. De student dient alle deadlines en voorwaarden voor evaluatie te respecteren zoals weergegeven in het Concept en reglement van de masterproef m.i.v. het masterproefcontract, welke beschikbaar zijn via het leerplatform Toledo. Indien deze deadline niet wordt gerespecteerd, mag de student de masterproef niet verdedigen en krijgt de student ‘NA’ voor de betreffende zittijd (m.u.v. zwaarwichtige redenen).

De masterproef wordt mondeling verdedigd in een tijdsbestek van 10 minuten. De student presenteert de masterproef met specifieke aandacht voor de rationale, methodologie, resultaten en onderwijsrelevante implicaties en verdedigt de kritische vragen.

De beoordelingsformulieren en de wijze van het berekenen van de eindscore worden gedetailleerd weergegeven in het concept van de Masterproef.

  •  Deelscore 1: De beoordeling van de schriftelijke neerslag (de paper).
  • Deelscore 2: De beoordeling van de presentatie en de mondelinge verdediging van de masterproef.


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen met inbegrip van het plagiaatbeleid. 

Toelichting bij herkansen

Een tweede examenkans is mogelijk indien er geen onderzoeksdata verzameld hoeven te worden in de schoolomgeving. Deze is immers niet beschikbaar in de maanden juli en augustus.

Het totaalpunt van de masterproef wordt opgebouwd uit de volgende twee deelscores:

  • Deelscore 1: De beoordeling van de schriftelijke neerslag (de paper).
  • Deelscore 2: De beoordeling van de presentatie en de mondelinge verdediging van de masterproef.

Enkel onvoldoende deelscores dienen hernomen te worden tijdens de tweede examenkans.

  • Deelscores waarvoor de student een voldoende behaalde (dit is vanaf 10/20, de score voor de masterproef wordt niet afgerond. 9.9/20 is een onvoldoende), hoeven niet meer opnieuw te worden afgelegd tijdens het herexamen. Indien de student kiest om een geslaagde deelscore toch te hernemen dan geldt de laatst behaalde score. Een student die kiest om een geslaagde deelscore te hernemen laat dit weten aan zijn promotor en aan https://help.faber.kuleuven.be.

Naast deze melding moet de student die wenst deel te nemen aan het herexamen zich inschrijven VOOR de algemene deadline inschrijving herexamens zoals bepaald in het Onderwijs- en examenreglement.

Alle deelscores met een onvoldoende of niet afgelegd moeten opnieuw afgelegd worden tijdens het herexamen. Indien de student een niet geslaagde deelscore niet herneemt zal hij voor deze deelscore en bijgevolg voor het hele opleidingsonderdeel ‘niet afgelegd’ krijgen.

ECTS Werkveldoriëntatie 3 (B-KUL-L06D6A)

3 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

We stellen ons tot doel om de student in dit opleidingsonderdeel in contact te brengen met specifieke kenmerken, kansen en uitdagingen binnen het werkveld en binnen het onderzoeksdomein van debewegingswetenschappen. Dit opleidingsonderdeel moet de student ondersteunen om een onderbouwde kritische houding aan te nemen met betrekking tot de inbedding van de bewegingswetenschappen binnen de maatschappij en de evolutie hiervan. Bovendien biedt het de student de kans om zijn kennis met betrekking tot het werkveld te verruimen.

 

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel zijn studenten in staat om:

  • met medestudenten in discussie te treden over de inbedding van de bewegingswetenschappen binnen de maatschappij en de evolutie hiervan
  • vanuit de kennis van het wetenschapsdomein van de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen en de hieraan gekoppelde professionele werkvelden te reflecteren over zijn/haar toekomstige ‘zelf’ als bewegingswetenschapper
  • te beargumenteren waarom bepaalde (studie)keuzes ertoe bijdragen dat zij zich zullen ontwikkelen tot de professional die zij voor ogen hebben
  • in te schatten aan welke competenties zij in hun vervolgtraject nog moeten werken om zich te kunnen ontwikkelen tot de professional die zij voor ogen hebben
  • te onderbouwen welke kenmerken bewegingswetenschappers uniek maken ten opzichte van andere professionals uit het werkveld
     

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat studenten:

  • de kans krijgen om hun kennis met betrekking tot het werkveld te verruimen door hen in contact te brengen met de specifieke kenmerken, kansen en uitdagingen binnen de verschillende domeinen van het werkveld en binnen het onderzoeksdomein van de bewegingswetenschappen
  • zich bewust zijn van de verschillende (studie)keuzemogelijkheden en vervolgtrajecten die er bestaan na het afronden van de bacheloropleiding
  • aan het einde van de bachelor LO&BW een realistisch beeld hebben van de professional tot wie zij zich willen ontwikkelen (hun disciplinary future self), zodat zij weloverwogen en onderbouwde (studie)keuzes kunnen maken met betrekking tot het vervolgtraject dat zij voor ogen hebben
  • inzicht hebben in de competenties waaraan zij doorheen hun vervolgtraject nog moeten werken om zich te kunnen ontwikkelen tot de professional die zij willen worden

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Er wordt verwezen naar het opleidingsonderdeel Overzicht van de bewegingswetenschappen m.i.v. werkveldoriëntatie om de vereiste voorkennis op te doen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

102



SOEPEL(L09A8B) EN ( GELIJKTIJDIG(L01B1A) OF GELIJKTIJDIG(L01B1B) )


L09A8BL09A8B : Overzicht van de bewegingswetenschappen m.i.v. werkveldoriëntatie 1
L01B1AL01B1A : Historische kinesiologie en sportgeschiedenis
L01B1BL01B1B : Historische en ethisch-culturele bewegingswetenschappen m.i.v. werkveldoriëntatie 2


Onderwijsleeractiviteiten

Werkveldoriëntatie 3 (B-KUL-L06D6a)

3 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel stellen we ons tot doel om de student in contact te brengen met specifieke kenmerken, kansen en uitdagingen binnen het werkveld en binnen het onderzoeksdomein van de bewegingswetenschappen. Dit opleidingsonderdeel moet de student ondersteunen om weloverwogen en onderbouwde (studie)keuzes te kunnen maken met betrekking tot het vervolgtraject van hun opleiding. Bovendien biedt het de student de kans om zijn kennis met betrekking tot het werkveld te verruimen.

 

Toelichting werkvorm

In een reeks gastcolleges lichten gastsprekers het pad toe dat hen heeft gebracht op het punt in hun carrière dat zij momenteel bereikt hebben. Ook bespreken de gastsprekers waar zij zich professioneel mee bezig houden en welke nevenactiviteiten zij ontwikkelen.

De student formuleert via het e-portfolio in voorbereiding op ieder gastcollege individueel enkele vragen voor iedere gastspreker. Na de lezing van de gastspreker, tijdens het tweede uur van het college, behandelen de studenten in vaste groepjes van 5 à 7 personen een discussievraag of enkele discussievragen. De discussievraag/discussievragen hebben de bedoeling om studenten in groep te laten reflecteren over de professional tot wie zij zich willen ontwikkelen (hun disciplinary future self) en over hoe de lezing van de gastspreker van invloed op dit beeld is geweest.

Iedere discussiegroep schrijft per gastcollege gezamenlijk een verslag van de gevoerde discussie. Iedere student laadt, na afloop van ieder gastcollege, individueel het gezamenlijk geschreven discussieverslag op in het e-portfolio. Op het einde van de reeks gastcolleges maakt de student via een opdracht in het e-portfolio een individuele reflectieopdracht waarin hij/zij reflecteert over wat de reeks gastcolleges heeft betekend voor zijn/haar persoonlijke disciplinary future self.

Daarnaast schrijft iedere student individueel een motivatiebrief (bachelorstudenten) of een sollicitatiebrief (masterstudenten). In het e-portfolio vindt de student de instructies voor het schrijven van de motivatie- of sollicitatiebrief terug. Iedere student voorziet vervolgens twee motivatiebrieven/sollicitatiebrieven van medestudenten van peer-feedback via het e-portfolio. Praktische instructies voor het vragen en geven van feedback via het e-portfolio zijn terug te vinden op Toledo en in het e-portfolio.

Naar aanleiding van de geschreven motivatie- en sollicitatiebrieven vindt een terugkomsessie plaats.

Van de studenten wordt actieve participatie (in de vorm van het nemen van notities) tijdens de gastcolleges, groepsdiscussies en de terugkomsessie verwacht.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Werkveldoriëntatie 3 (B-KUL-L26D6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Portfolio
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het niet of laattijdig indienen van vragen voor de gastsprekers, de discussieverslagen, de individuele reflectieopdracht, de motivatie- of sollicitatiebrief en/of de peer-feedback opdracht resulteert in een beoordeling 'NA' (niet afgelegd).

Er geldt een aanwezigheidsplicht van 100% voor de gastcolleges en bij de daarop aansluitende discussies of debatten en de terugkomsessie.

  • De student dient per gemist gastcollege voor zijn/haar afwezigheid te compenseren middels het maken van een vervangende opdracht. De vervangende opdracht is te bereiken via het MyPortfolio. De student is zelf verantwoordelijk om tijdig en voldoende te compenseren voor zijn/haar afwezigheid. De student mag maximaal 3 gastcolleges missen. De student krijgt een NA voor dit OPO indien hij/zij 4 of meer gastcolleges mist.
  • Indien de student omwille van uitzonderlijke redenen de gehele reeks gastcolleges niet kan bijwonen, dan moet de student dit tijdig melden aan de contactpersoon die op Toledo wordt vermeld. De student dient in dat geval een set aan vervangende opdrachten te maken en te participeren aan een daaraan gekoppelde terugkomsessie.
  • Indien de student omwille van uitzonderlijke redenen de terugkomsessie niet kan bijwonen, dan moet de student dit tijdig melden aan de contactpersoon die op Toledo wordt vermeld. Om voor het missen van de terugkomsessie te compenseren dient de student een vervangende opdracht te maken, die te bereiken is via het MyPortfolio.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Indien de student omwille van uitzonderlijke redenen de beoordeling 'NA' (niet afgelegd) voor dit opleidingsonderdeel behaalt, dan geeft de docent de student een vervangende opdracht of een set aan vervangende opdrachten die de student tijdens de derde examenperiode moet maken.

Als de student nalaat om bij het missen van één of meerdere gastcolleges de hem/haar toegekende vervangende opdracht(en) te maken, dan verspeelt de student het recht om tijdens de derde examenperiode te mogen herkansen.

Als de student nalaat om bij het missen van de gehele collegereeks de hem/haar toegekende vervangende opdrachten te maken en/of te participeren aan de daaraan gekoppelde terugkomsessie, dan verspeelt de student het recht om tijdens de derde examenperiode te mogen herkansen.

ECTS Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2 (B-KUL-L06I0A)

6 studiepunten Nederlands 110 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • de kennis van anatomie, pathologie, kinantropometrie, fysiologie, trainingsleer en musculoskeletale en cardiovasculaire preventie toe te passen en te integreren in de praktische situatie van de begeleiding van doelgroepen in verschillende settings.
  • een vertrouwensrelatie met de klant op te bouwen in functie van een optimale begeleiding door middel van het hanteren van de noodzakelijke communicatieve en sociale vaardigheden.
  • een professionele houding aan te nemen, verantwoordelijkheid op te nemen en initiatief te tonen om zaken te ondernemen.
  • een objectief verslag en een persoonlijke opinie weer te geven in de vorm van een kwaliteitsvol eindrapport gebaseerd op de gevolgde theoretische en praktische academische vorming, en op de verwante literatuur, met een eventuele vergelijking met andere organisaties en/of initiatieven.
  • op het einde van de stage een kwaliteitsvolle presentatie te geven, waar de student een objectieve beschrijving geeft van de stage, maar vooral een kritische reflectie kan maken over het geheel van stages gelopen in 1e en 2e master
  • kritisch te reflecteren over nieuwe trends van beweegvormen en deze kritische reflectie te vertalen in een presentatie voor medestudenten, eventueel aangevuld met een demo van de betrokken beweegvorm.

 

Met betrekking tot bewegingscoaching/fitness

  • kan de student fysieke fitness en fysieke activiteit evalueren bij diverse doelgroepen in diverse settings en daaruit adviezen formuleren voor een actieve levensstijl en/of een aangepast bewegingsprogramma opstellen en dit programma begeleiden.

Met betrekking tot Groepsfitness

  • kan de student onder supervisie van de stagebegeleiderzelfstandig een lessencyclus binnen het brede domein van de groepsfitness (dansant of niet-dansant) ontwikkelen en geven aan derden in de commerciële fitness-sector

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract:
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd masterproef: deel 1 en masterproef: deel 2.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



SOEPEL(L05I9A) EN DIPLOMA(50074203)


L05I9AL05I9A : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Identieke opleidingsonderdelen

L06I0B: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2 (B-KUL-L06L5a)

6 studiepunten : Stage 110 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Externe stage
- begeleiden van derden in een setting van commerciële fitness, groepsfitness en/of bewegingscoaching
- opstellen van specifieke oefenstof voor de klanten + begeleiden van oefenprogramma
- oplossen van casussen
- functioneren in teamverband
- het opstellen en geven van een lessenreeks in het brede veld van de groeps-fitness (dansante en/of niet dansante bewegingsvormen)

Studiemateriaal

Handleiding

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2 (B-KUL-L26I0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel. Studenten die de externe stage niet binnen de vooropgestelde termijn (wordt vermeld op Toledo) kunnen afleggen, krijgen eveneens een NA. Deze regel is niet van toepassing bij zwaarwichtige redenen. Het eindpunt van de stage wordt gegeven door de stagebegeleider (obv. kennis, kunde en attitude, gedemonstreerd door de student tijdens de stage).

Onderdelen:
1. Externe stage
2. Stagerapport

3. Presentatie

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De student kan niet slagen voor dit OPO als er één van de onderdelen niet volledig werd afgelegd of als er een onvoldoende behaald werd voor het onderdeel 'externe stage'.

Om de eindscore op dit opleidingsonderdeel te bepalen, zijn er rekenregels van toepassing. Deze worden vermeld op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 1 en/of 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel

- studenten die de vooropgestelde deadline voor het beëindigen van de stage niet haalden en dus een NA haalden bij de eerste examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdeel 2 en/of onderdeel 3, hernemen dit bij de tweede examenkans. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 1 Stage, blijft dit punt behouden. De tweede examenkans vindt plaats in de zomermaanden juli en augustus.

ECTS Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2 (B-KUL-L06I0B)

8 studiepunten Nederlands 105 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • de kennis van anatomie, pathologie, kinantropometrie, fysiologie, trainingsleer en musculoskeletale en cardiovasculaire preventie toe te passen en te integreren in de praktische situatie van de begeleiding van doelgroepen in verschillende settings.
  • een vertrouwensrelatie met de klant op te bouwen in functie van een optimale begeleiding door middel van het hanteren van de noodzakelijke communicatieve en sociale vaardigheden.
  • een professionele houding aan te nemen, verantwoordelijkheid op te nemen en initiatief te tonen om zaken te ondernemen.
  • een objectief verslag en een persoonlijke opinie weer te geven in de vorm van een kwaliteitsvol eindrapport gebaseerd op de gevolgde theoretische en praktische academische vorming, en op de verwante literatuur, met een eventuele vergelijking met andere organisaties en/of initiatieven.
  • op het einde van de stage een kwaliteitsvolle presentatie te geven, waar de student een objectieve beschrijving geeft van de stage, maar vooral een kritische reflectie kan maken over het geheel van stages gelopen in 1e en 2e master
  • kritisch te reflecteren over nieuwe trends van beweegvormen en deze kritische reflectie te vertalen in een presentatie voor medestudenten, eventueel aangevuld met een demo van de betrokken beweegvorm.

 

Met betrekking tot bewegingscoaching/fitness

  • kan de student fysieke fitness en fysieke activiteit evalueren bij diverse doelgroepen in diverse settings en daaruit adviezen formuleren voor een actieve levensstijl en/of een aangepast bewegingsprogramma opstellen en dit programma begeleiden.

Met betrekking tot Groepsfitness

  • kan de student onder supervisie van de stagebegeleiderzelfstandig een lessencyclus binnen het brede domein van de groepsfitness (dansant of niet-dansant) ontwikkelen en geven aan derden in de commerciële fitness-sector

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract:
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de door hem gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd masterproef: deel 1 en masterproef: deel 2.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( SOEPEL(L05I9A) OF SOEPEL(L05I9B) ) EN DIPLOMA(50074203)


L05I9AL05I9A : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1
L05I9BL05I9B : Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 1
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Identieke opleidingsonderdelen

L06I0C: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2
L06I0A: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Masterstage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2 (B-KUL-L06I0a)

8 studiepunten : Stage 105 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Externe stage
- begeleiden van derden in een setting van commerciële fitness, groepsfitness en/of bewegingscoaching
- opstellen van specifieke oefenstof voor de klanten + begeleiden van oefenprogramma
- oplossen van casussen
- functioneren in teamverband
- het opstellen en geven van een lessenreeks in het brede veld van de groeps-fitness (dansante en/of niet dansante bewegingsvormen)

Studiemateriaal

Handleiding

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid: deel 2 (B-KUL-L26I0b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel. Studenten die de externe stage niet binnen de vooropgestelde termijn (wordt vermeld op Toledo) kunnen afleggen, krijgen eveneens een NA. Deze regel is niet van toepassing bij zwaarwichtige redenen. Het eindpunt van de stage wordt gegeven door de stagebegeleider (obv. kennis, kunde en attitude, gedemonstreerd door de student tijdens de stage).

Onderdelen:
1. Externe stage
2. Stagerapport

3. Presentatie

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De student kan niet slagen voor dit OPO als er één van de onderdelen niet volledig werd afgelegd of als er voor minstens één van de onderdelen een onvoldoende werd behaald.

Om de eindscore op dit opleidingsonderdeel te bepalen, zijn er rekenregels van toepassing. Deze worden vermeld op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 1 en/of 2 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel

- studenten die de vooropgestelde deadline voor het beëindigen van de stage niet haalden en dus een NA haalden bij de eerste examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage maar niet voor onderdeel 2 en/of onderdeel 3, hernemen dit bij de tweede examenkans. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 1 Stage, blijft dit punt behouden. De tweede examenkans vindt plaats in de zomermaanden juli en augustus.

ECTS Bewegingsinterventies in specifieke settings (B-KUL-L06I1A)

9 studiepunten Nederlands 8 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Boen Filip (coördinator) |  Boen Filip |  Seghers Jan

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- een wetenschappelijke verantwoorde analyse op te stellen van het beweeg- en/of zitgedrag, alsook de daarbij vastgestelde problemen en verbeteringsmogelijkheden, bij een specifieke doelgroep in een door hem/haar geselecteerde context/setting (bijvoorbeeld werknemers in een bedrijf, senioren in een rusthuis, kinderen in een school ...).
- de in zijn/haar opleiding verworven trainingstechnische en motivationele inzichten en vaardigheden ivm. bewegingscoaching toe te passen bij de gekozen doelgroep in de vorm van contextspecifiek plan gericht op de verhoging en/of verbetering van de fysieke activiteit en/of vermindering van sedentair gedrag
- een zelfkritische evaluatie uit te voeren van dit plan en leerproces

- op een overzichtelijke en duidelijke manier een eindrapport te kunnen uitschrijven en presenteren

- het verbeterplan te kunnen aftoetsen bij het werkveld en feedback te verwerken in het eindrapport

- op een constructieve manier te kunnen samenwerken met begeleider en feedback te kunnen integreren in het eindrapport en de eindpresentatie

Begintermen

Psychology of Physical Activity
Bewegingscoaching: theorie en practicum

Beginvoorwaarden creditcontract:
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Psychology of Physical activity (bv.L07D9B )
- Bewegingscoaching: theorie en practicum

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L07D9B) EN ( GELIJKTIJDIG(L05I5A) OF GELIJKTIJDIG(L05I5B) )


L07D9BL07D9B : Psychology of Physical Activity
L05I5AL05I5A : Bewegingscoaching: theorie en practicum
L05I5BL05I5B : Bewegingscoaching: theorie en practicum

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bewegingsinterventies in specifieke settings (B-KUL-L06I1a)

9 studiepunten : Opdracht 8 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- Interventies ter promotie van fysieke activiteit en/of verminderng van sedentair gedrag bij groepen, organisatie, communities: een overzicht en inleiding tot intervention mapping
- Het opstellen van een interventieplan gericht op het bevorderen van fysieke activiteit en/of verminderen van sedentair gedrag voor een specifieke context/doelgroep
- Het evalueren van een interventieplan gericht op het bevorderen van fysieke activiteit en/of verminderen van sedentair gedrag voor een specifieke context/doelgroep.

Studiemateriaal

Artikel:
Glasgow RE1, Vogt TM, Boles SM, Evaluating the public health impact of health promotion interventions: the RE-AIM framework, Am J Public Health. 1999 Sep;89(9):1322-7.
Andere relevante en interessante artikels worden op Toledo geplaatst.

Toelichting werkvorm

De studenten bereiden de inleidende colleges voor waarin hen een wetenschappelijk kader wordt geboden in verband met interventies ter promotie van fysieke activiteit en reductie van sedentariteit bij (doel)groepen, alsook het opstellen en evalueren van contextspecifieke plannen.
De studenten kiezen vervolgens één context en doelgroep uit (bv. een bedrijf, een rusthuis, een school, ...), nemen contact op met een specifieke setting en voeren daar een wetenschappelijk verantwoorde analyse uit van het beweeggedrag van de doelgroep. Vervolgens stellen zij in samenspraak met de setting een mogelijk plan op ter bevordering/verbetering van het beweeggedrag en toetsen dit plan af met de betrokkenen in de specifieke setting.
De studenten rapporteren hun analyse, plan en kritische (zelf)evaluatie in een werkstuk waarvan zij de essentie aan hun leergroep presenteren.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsinterventies in specifieke settings (B-KUL-L26I1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De studenten rapporteren hun analyse, plan en kritische (zelf)evaluatie in een werkstuk waarvan zij de essentie aan hun leergroep presenteren. Deelname aan alle presentaties is een voorwaarde om voor dit vak te kunnen slagen.

De weging van deze onderdelen in het totaalpunt wordt meegedeeld op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Gedeeltelijke herwerking van het werkstuk op basis van de feedback, met presentatie

ECTS Bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen: basisonderwijs (B-KUL-L06I8B)

6 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- de ontwikkelingsdoelen en eindtermen van het bewegingsonderwijs (lichamelijke opvoeding) in het basisonderwijs te doorgronden en in verband te brengen met vakdidactische basiscompetenties van de leraar LO (planning, instructie, management, evaluatie, interpersoonlijke vaardigheden)
- doelgericht en systematisch te observeren in het bewegingsonderwijs in het basisonderwijs en hierover kritisch te reflecteren en te rapporteren
- te participeren in het bewegingsonderwijs in het basisonderwijs en hierover kritisch te reflecteren en te rapporteren
- het bewegingsonderwijs in het basisonderwijs te beschrijven in al zijn facetten (micro-, meso- en macroniveau)

Begintermen

De student heeft voorkennis uit de aandragende humane wetenschapsdomeinen (sport)pedagogie, (sport)sociologie en (sport- en bewegings)psychologie. De student is communicatief en heeft een uitgesproken interesse voor (of ervaring met) het pedagogisch verantwoord begeleiden van jonge kinderen in specifieke settings (school, sportclub, jeugdwerk, etc.).

Beginvoorwaarden creditcontract:
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de pedagogische wetenschappen
- Bachelor in de onderwijskunde
- Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
- Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
- Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden opgenomen met een examencontract.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( STRENG(L01C6B) OF STRENG(L05O0A) ) EN ( STRENG(L06D9A) OF STRENG(L05O4A) )


L01C6BL01C6B : Didactiek in de bewegingsactiviteiten
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L06D9AL06D9A : Sport- en bewegingspedagogie
L05O4AL05O4A : Levenslang bewegen vanuit pedagogisch-didactisch perspectief


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bewegingsonderwijs in het basisonderwijs: stage (B-KUL-L06I9a)

4 studiepunten : Stage 40 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage is opgebouwd uit een obervatie- en participatiestage

Observatiestage (min. 20 uren): door middel van algemene en specifieke lesobservaties wordt aandacht besteed aan de vakdidactische basiscompetenties van de leraar LO: actieve leertijd, management, instructie, evaluatie, interpersoonlijke vaardigheden.

Participatiestage (min. 20 uren): in samenspraak met en onder supervisie van de stagementor wordt door de student een opwarming, leskern en/of slot gegeven.


 

Studiemateriaal

Stagehandleiding (Toledo)
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen lichamelijke opvoeding basisonderwijs (Vlaamse Overheid)
Leerplannen lichamelijke opvoeding
Praktijkboeken en artikels rond bewegingsgebieden
Behets D. (2011) Didactiek van het bewegingsonderwijs. Acco.
Aanbevolen handboek: Griggs, G. (ed.) An Introduction to Primary Physical Education. 2012. Routledge

Toelichting werkvorm

De student verzamelt gegevens over het bewegingsonderwijs (planningsdocumenten, infrastructuur, etc.) in een basisschool naar keuze. Vervolgens voert de student in deze school enkele specifieke stageopdrachten (observatie en participatie) uit. Elke opdracht wordt afgesloten met een gesprek met de stagementor (leraar LO) en een zelfreflectie. De student maakt na elke observatie een kort verslag op het voorbestemde observatieformulier, bundelt deze in een observatierapport (portfolio) en maakt een presentatie met de voornaamste bevindingen uit de stageopdrachten.
De student voert verschillende opdrachten uit in een basisschool naar keuze. De student maakt van elke opdracht een schriftelijk verslag en presenteert zijn/haar bevindingen en ervaringen aan de medestudenten.
 

Bewegingsonderwijs in het basisonderwijs: seminarie (B-KUL-L07I0a)

2 studiepunten : Opdracht 12 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Door middel van een mondelinge presentatie wordt periodiek teruggekoppeld over de uitgevoerde stage-activiteiten (observatie- en participatiestage).

Studiemateriaal

Ontwikkelingsdoelen en eindtermen lichamelijke opvoeding basisonderwijs (Vlaamse Overheid)
Leerplannen lichamelijke opvoeding
Praktijkboeken en artikels rond bewegingsgebieden
Documentatie en recente literatuur wordt ter beschikking gesteld op Toledo.
Aanbevolen literatuur: Griggs, G. (ed.) An Introduction to Primary Physical Education. 2012.London: Routledge

Toelichting werkvorm

Na een inleidend college, wordt een actieve inbreng verwacht van de student. Tijdens het interactieve seminarie worden de stageopdrachten besproken en presenteert de student de voornaamste bevindingen van de eigen stageopdrachten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen: basisonderwijs (B-KUL-L26I8b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Portfolio

Toelichting

De student wordt beoordeeld op de schriftelijke verslagen bij de stageopdrachten (portfolio) en het geven van mondelinge presentaties aan medestudenten. De inhoud en vereisten ten aanzien van de stageopdrachten (portfolio, presentatie) worden bekendgemaakt via TOLEDO.

Een student kan enkel slagen voor dit opleidingsonderdeel indien 40 uren stage (20 uren observatie- en 20 uren participatie) (bewijs via aanwezigheidsformulier) werden voltooid en het stageportfolio tijdig werden ingeleverd.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

Een student kan enkel deelnemen aan herexamen indien de 40 uren stage (20 uren observatie- en 20 uren participatiestage) werden voltooid. Bij een voldoende aantal stage-uren (bewijs via aanwezigheidsformulier), moet de niet-geslaagde student het stageportfolio vervolledigen en/of herwerken (op basis van de feedback) tegen een vooraf vastgelegde indiendatum. De presentatie wordt niet hernomen.

ECTS Krachttraining (B-KUL-L06L0A)

3 studiepunten Nederlands 34 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat:

  • een macrocyclus m.b.t. krachttraining uit te werken voor een recreatieve of competitieve sporter, rekening houdend met de principes van trainingsleer en biomechanica
  • specifieke oefeningen binnen het kader van functionele krachttraining correct uit te voeren en op een adequate wijze aanleren en feedback te verzorgen
  • op een kritische wijze de verschillende trainingsmethodieken toe te passen in functie van doelstelling en achtergrond van de klant

 

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:

De student de verworven kennis in het domein van de sportbiomechanica en (kracht)trainingsleer kan toepassen in de sportwetenschappelijke begeleiding van sporters en atleten in recreatieve of competitieve context.

Begintermen

De student moet een goede basiskennis hebben in de volgende domeinen: trainingsleer, fitnessbegeleiding, anatomie en biomechanica.

De student heeft een passieve kennis van het Engels.

 

Beginvoorwaarden creditcontract:

De student is in het bezit van een van volgende diploma's:

- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

- Bachelor revalidatiewetenschappen en kinesitherapie

EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd:

- Trainingsleer (bv. L00B3C)

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



SOEPEL(L00B3C)


L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Krachttraining plannen en opvolgen (B-KUL-L09D6a)

1.5 studiepunten : College 22 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

- Basisconcepten van een trainingstheorie
- Taak-specifieke krachtvereisten
- Anatomische en neuro-fysiologische Basis voor individuele verschillen in krachtpotentieel
- Krachttrainingsmethodiek
- Timing en Periodisering

Studiemateriaal

Course text
powerpointpresentation

Toelichting werkvorm

. Volgens van de hoorcolleges en notities nemen als aanvulling bij de cursustekst
Opdracht: uitwerken van een macrocyclus krachttraining

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen

Krachttraining: practica (B-KUL-L06L1a)

1.5 studiepunten : Practicum 12 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Binnen dit practicum komen volgende onderdelen aan bod:

  • Verschillende trainingsmethodieken binnen functionele krachtraining
  • Oefenstof binnen het kader van key ‘advanced’ krachttraining (oa squat, bench press, deadlift, olympisch gewichtheffen)
  • Kritisch reflecteren over het adequaat gebruik van de aangeboden oefenstof
  • Implementeren van de principes van diverse trainingsmaterialen in de praktijk (oa kettlebell, suspension training, plyo-box)

Studiemateriaal

Cursus

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Krachttraining (B-KUL-L26L0a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Voor het gedeelte krachttraining: theorie wordt een schriftelijk examen (gesloten boek) ingericht waarbij de student moet kunnen aantonen dat hij de verworven kennis in het domein van de algemene trainingsleer en de biomechanica kan toepassen in de context van de krachttraining, hetzij in de context van fitheid en gezondheid, hetzij in de context van training bij atleten uit diverse disciplines. Tijdens het academiejaar heeft de student ook de opdracht gekregen om een macrocyclus krachttraining met een welbepaalde toepassing in detail uit te werken. De score van de student op dit gedeelte wordt voor 60% bepaald door het examen en voor 40% door de opdracht. Indien de opdracht niet ingediend is voor de deadline (Toledo), wordt een NA toegewezen voor dat onderdeel, en dus ook voor het volledige OPO.

Het examen over de OLA Krachttraining: theorie vindt plaats in de januarizittijd.

 

Voor het gedeelte krachttraining: practicum wordt een practicumexamen over de geziene oefenstof ingericht. Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

 

Het niet afleggen van één van de onderdelen van het OPO (theorie-examen, opdracht, practicumexamen), resulteert in een NA. De rekenregels om tot het finale punt te komen, worden vermeld op Toledo. De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Enkel de onderdelen waarvoor een onvoldoende of een NA werd behaald (theorie, opdracht, praktijk) moeten opnieuw worden afgelegd. De onderdelen die een voldoende kregen, hoeven niet opnieuw afgelegd te worden. Echter, studenten die een hogere score nastreven kunnen dit uiteraard wel doen, zo niet behouden ze het punt uit de vorige zittijd.

 

Voor het gedeelte krachttraining: practicum;  Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

 

 

ECTS Musculoskeletale preventie (B-KUL-L07D8A)

3 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- De verschillende niveaus van sportletselpreventie te onderscheiden en te beschrijven
- De pathogenese van sportspecifieke letsels te kunnen beschrijven
- Informatie uit de epidemiologie en risicofactoren van sportletsels te benoemen en toe te passen op specifieke screeningen en trainingsschema’s
- De onstaansmechanismen, symptomatologie en gevolgen van de belangrijkste sportletsels te benoemen, toe te lichten en toe te passen binnen verschillende sporttakken
- Screenings van atleten te beoordelen en te interpreteren in functie van een aantal specifieke sporten
- Op zelfstandige wijze een sportspecifiek gedifferentieerd sportletselpreventieprogramma te kunnen ontwerpen
- Trainingsschema’s aan te passen aan het letselniveau van de sporter
- Opgestelde preventieschema’s te rapporteren en voor te stellen aan een groep van collega’s

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:
- Studenten, door het maken van een groepsopdracht, leren werken in teamverband
- Studenten zich bewust zijn van activiteiten die door andere zorgverleners (artsen, kinesitherapeuten, podologen, e.d.) worden uitgevoerd in het kader van sportletselpreventie

Begintermen

De studenten hebben kennis van de bijzondere gezondheidsleer, gezondheids- en ziekteleer, biomechanica, functionele anatomie.

 

Beginvoorwaarden creditcontract

De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
- bachelor in de geneeskunde
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Trainingsleer (bv. L00B3B)

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ziekteleer met betrekking tot sportletselpreventie (B-KUL-L07F0a)

1 studiepunten : College 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In deze onderwijsleeractiviteit wordt een overzicht gegeven van algemene sportmedische preventie en screening en van het anatomopathologisch substraat van de belangrijkste sportletsels ter hoogte van de extremiteiten en de wervelkolom. Dit houdt in dat er wordt stilgestaan bij de mogelijke sportspecifieke ontstaansmechanismen van de besproken letsels, hoe deze letsels zich presenteren en wat het (natuurlijke) verloop is van de aandoening en welke primaire / secundaire of tertiaire preventiemogelijkheden bestaan.

Studiemateriaal

Presentatiesoftware

Toelichting werkvorm

Van de student wordt verwacht dat hij/zij aanwezig is in de colleges.
 
 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie

Musculoskeletale preventietraining (B-KUL-L07F1a)

2 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het gedeelte preventie wordt ingegaan op de niveaus van preventie en verantwoordelijkheden hiervan. Verder wordt bekeken wat normaal bewegen inhoudt met het oog op letselpreventie zowel globaal, alsook voor het onderste lidmaat en de schouderregio. Er wordt stilgestaan bij een aantal frequent optredende letsels en mogelijke oefeningen gericht op stabilisatie. Tenslotte wordt ingegaan op trainings- en interventiebeslissingen vanuit het perspectief van letselpreventie en wordt aangegeven hoe concreet kan worden gewerkt. Tijdens de praktijk leren de studenten mogelijke afwijkingen bij elkaar vast te stellen en te interpreteren. Zij werken ook een opdracht uit.

Studiemateriaal

Presentatiesoftware
Cursus

Toelichting werkvorm

Het OLA bestaat enerzijds uit hoorcolleges en anderzijds praktijk.
Tijdens de hoorcolleges wordt op een interactieve wijze te werk gegaan.
Tijdens de praktijk wordt de in het hoorcollege aangereikte informatie praktisch uitgewerkt op collega studenten. Bijkomend werken de studenten een opdracht uit in groepsverband waarbij ze de gedoceerde materie toepassen op een bepaalde sport. Hieraan gekoppeld geven ze een presentatie tijdens de laatste praktijkles.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Musculoskeletale preventie (B-KUL-L27D8a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Het examen omvat volgende delen:
1. Uitwerken van een groepsopdracht met presentatie (tijdens de praktijklessen)
2. Mondeling examen Musculoskeletale Preventietraining (examenperiode)
3. Mondeling examen Ziekteleer met betrekking tot sportletselpreventie (examenperiode)

(1) Voor dit gedeelte van het examen beoordelen de studenten een screening en stellen ze een preventieschema voor in functie van een vooropgestelde sport. Voor het gedeelte Musculoskeletale Preventietraining (1+2) komt de totaalscore tot stand door de gewogen som van de score op de groepsopdracht (1) en de score op het mondeling examen (2). De weging wordt meegedeeld op Toledo.

De totaalscore voor het OPO (1+2+3) wordt berekend als het gemiddelde van beide onderwijsleeractiveiten. De afrondingsregels worden meegedeeld via Toledo.

Indien een onderdeel van het examen niet werd afgelegd volgt hieruit dat de student een “niet afgelegd” krijgt voor het totale OPO.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.
 

Toelichting bij herkansen

Voor het herexamen geldt dat de studenten geen nieuwe opdracht (1) meer moeten afwerken, maar enkel de verschillende mondelinge examens (2 en 3). Dit betekent dat de totaalscore wordt berekend op basis van het mondeling examen van Prof. Peers en Prof. Staes. De afrondingsregels worden meegedeeld via toledo.

ECTS Psychology of Physical Activity (B-KUL-L07D9B)

5 ECTS English 20 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

In AJ 2019-2020, this course can only be included in the ISP by students enrolled with a degree contract for the Master in Physical Education and Movement Sciences (extinguishing program).

 

After completing this course:
- Students are able to describe, explain, compare the principal scientific theories concerning the motivational principles on successful counseling towards health-enhancing physical activity.
- Students are able to contextualize specific problems related to the psychology of physical activity within the scientific literature (i.e., find appropriate research papers, being able to summarize and critically discuss these papers, and formulate relevant conclusions and practical implications).
- Students are able to apply the theoretical background and scientific principles when counseling individuals towards health-enhancing physical activity.

Students learn to read and critically evaluate original scientific papers and to link scientific output to practical problems.

Previous knowledge

Previous knowledge:
The students have followed an introductory course in psychology (e.g. L09A7A of L00A0A) in which the basic principles of learning psychology, motivational psychology, and social psychology have been discussed. The student is able to fluently understand and read English.

Prerequisites credit contract:
Students with one of the following degrees are allowed to take this course:
- Bachelor of physical education and movement sciences
- Bacholor of psychology
- Master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen
- Master in de psychologie
- Master of Sports Sciences
- Master of Physical Education
- Master of Psychology

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Psychology of Physical Activity: Theories (B-KUL-L05I3a)

2 ECTS : Lecture 12 First termFirst term

Content

- Overview of the main determinants and effects of physical activity
- Elaboration of the most important and relevant psychological theories that try to explain physical activity (e.g., 
Theory of Planned Behavior/Theory of Reasoned Action, Social Cognitive Theory, Transtheoretical Model, Ecological Model,
Self-Determination Theory)

Course material

Main textbook: Nigg, C.R., (2014). ACMS' Behavioral Aspects of Physical Activity and Exercise. Wolters Kluwer / Lippincott Willams & Wilkins.

Extra course material: Biddle, S.J.H. Mutrie, N., & Gorely, T. (2015). Psychology of physical activity: Determinants, well-being and interventions (3rd edition). London: Routledge.

Format: more information

The students are required to actively participate during the classes in which the different theories are presented and discussed by means of questions, examples, demonstrations, …
Some of the classes have to be prepared in order to be able to participate actively.

Psychology of Physical Activity: Scientific Analysis of Problems (B-KUL-L05I4a)

3 ECTS : Assignment 8 First termFirst term

Content

Five specific research articles (selected by teacher or students) that are related to problems which the students can encounter during their later counseling for physical activity.

Course material

Reference:
Biddle, S.J.H. & Mutrie, N. (2008). Psychology of physical activity: Determinants, well-being and interventions (2nd edition). London: Routledge. Chapters 1-7.

Format: more information

The students should read in advance the scientific articles selected by the teacher and try to understand and critically discuss these articles by means of preparatory questions. During the classes, the teacher discusses and complements the analyses and critiques of the students.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Psychology of Physical Activity (B-KUL-L27D9b)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Oral, Written, Paper/Project
Type of questions : Open questions
Learning material : Course material

Explanation

Theories (open book)
The student receives two questions (each quoted on 3) on the OLA "Theories", which he/she prepares on paper during 45 minutes and then defends orally during 10 minutes in front of the examinator. In these questions the students are asked to describe, explain and compare theoretical insights and/or apply them to concrete examples.

Scientific analysis of problems and interventions
The student submits a paper in which he/she presents a self-selected problem related to the psychology of physical activity. This problem is analyzed and clarified by means of two self-retrieved, relevant scientific articles. These articles are critically discussed and checked on their implications for practice. During the exam the student is also questioned on this paper and the two research articles on which this paper is based. A final point (on 10) is given for the paper and the defense of the paper.  In addition, the student receives one question at the exam (closed book) on the scientific articles that have been discussed collectively in class (on 4 points), and which he can prepare.

The final score:
- Theories: 6 points
- Scientific analysis of problems and interventions: paper + defense (10 points)
- and one question at the exam (4 points)
However, the student needs to pass the paper and related defense in order to pass for the course as a whole.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

ECTS Academic English for Master's Students (B-KUL-L07E6A)

4 ECTS English 0 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

At the end of this course, the student will be able to:

  • recognize and apply academic genre conventions based on authentic examples.
  • write specific types of academic texts, describing both quantitative and qualitative research, in line with the stylistic and structural conventions of each genre: abstracts, literature reviews, research papers (introduction, methodology, results, discussion and conclusion).

  • approach writing as a process in different stages.
  • avoid plagiarism and use source materials correctly.
  • employ frequently used academic vocabulary, with specific focus on collocations.
  • avoid common grammatical errors.
  • use punctuation correctly.
  • adopt a formal, academic style (hedging, formal word choice, conciseness, transparent sentence structure).
  • use structural devices (linking words, topic sentences, paragraphs) to improve coherence.
  • critically employ various language resources (dictionaries, online tools, thesaurus).

Previous knowledge

Clarification of the prerequisites:

This course can only be taken by students in the Faculty of Movement and Rehabilitation Sciences. Students must register via the ILT website  (http://ilt.kuleuven.be/english/cursus/andere_academic_english.php) to attend the course. 

As this is an advanced language course, students are expected to have a good command of English.

Identical courses

L07G9A: Academic English for Master's Students

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Academic English for Master's Students (B-KUL-L07E6a)

4 ECTS : Lecture 0 First termFirst term
N.

Content

This course focuses on improving academic writing skills in English to help students write their thesis, papers and other academic assignments. Students are presented with a variety of academic texts from different fields which serve as a model of conventions and good practices. Specific academic genres (abstracts, research papers) are analysed in order to identify typical structural, stylistic and language features. In addition, the course covers more general aspects of academic writing such as plagiarism, paragraph structure, coherence and flow, formality, hedging, conciseness, and punctuation. Most lessons include grammar and vocabulary exercises based on academic contexts.

Course material

Syllabus: Academic English for Master’s Students
Toledo: slides and keys

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Academic English for Master's Students (B-KUL-L27E6a)

Type : Exam outside of the normal examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions, Closed questions

Explanation

The exam result is calculated out of 20 and is determined as follows:

  • Class attendance (20/100)
  • Writing assignments (40/100)
  • Written test at the end of the semester (40/100)

 

Class attendance

  • Students are awarded 2 points for each of the 10 lessons they attend.
  • Students sign an attendance list at the end of each lesson.
  • Students who have a valid reason to be absent are required to notify the teacher in advance and submit a doctor’s note or other proof of absence. They will be given the opportunity to submit a replacement assignment.
  • Students who are absent without a valid reason will receive no points for the lesson they missed.

 

Writing assignments

  • Students have to complete two writing assignments, each accounting for 20 points.
  • Students who are unable to meet the assignment deadline should consult their lecturer prior to the deadline to make alternative arrangements.
  • Students who fail to submit an assignment will be given a zero mark for this part of the assessment.

 

Written test

  • The test covers all the material dealt with in class and in the coursebook.
  • The test consists of closed (e.g. vocabulary and grammar) as well as open-ended questions (e.g. writing assignments).

Information about retaking exams

The exam result is based on the two writing assignments (40/100) and a written test (60/100); class attendance is no longer taken into account.

A passing grade for the writing assignments can be carried over to the 2nd exam opportunity. For students who did not obtain a passing grade, these assignments will be incorporated into the written test, which will take place during the examination period. They do not have to be submitted in advance.

Further practical details are announced on Toledo.

ECTS Orthopedic and Biomechanical Aspects of Rehabilitation in Children (B-KUL-L07F5B)

4 ECTS English 40 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

After completing this course, the student
- gained in depth knowledge in neurological and orthopaedic disorders in children (diagnostic indications and associated problems)
- gained insight and knowledge of the specific rehabilitation issues of children with neurologic and orthopaedic disorders (development of adequate treatment strategies).
- deepened his insights and knowledge of methods of evaluation and treatment of different paediatric disorders.
- gained a profound insight in the mechanical and functional action, the construction principles and the indications of orthopaedic appliances, its effect on posture and motion and on the rehabilitation processes.

Previous knowledge

Prerequisites credit contract

Students with one of the following degrees are allowed to follow this course:
- Bachelor in physical education and movement
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences
AND students have taken courses on:
- Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics (e.g. L08E0B) 
- State of the art Research Topics in Biomechanics, Part 1 (e.g. L09I2A) OR (Research topics in human movement biomechanics AND Research techniques in human movement biomechanics) (e.g. L01N7A and L01N6A)
- Pathologie bij Neurologische en Pediatrische aandoeningen (e.g. L03J5A)

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

 

Previous knowledge
The student has also knowledge of:
anatomy and  neuroanatomy, neurophysiology, biomechanics (kinematics and kinetics), clinical neurological examination, normal development, pathology and basic information on evaluation and treatment of the most important paediatric disorders.

Order of Enrolment



FLEXIBLE(L08E0B) AND ( FLEXIBLE(L09I2A) OR ( FLEXIBLE(L01N7A) AND FLEXIBLE(L01N6A) ) ) AND
FLEXIBLE(L03J5A) AND NIVEAU( BACHELOR )


L08E0BL08E0B : Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics
L09I2AL09I2A : State of the art Research Topics in Biomechanics, Part 1
L01N7AL01N7A : Research Topics in Human Movement Biomechanics
L01N6AL01N6A : Research Techniques in Human Movement Biomechanics
L03J5AL03J5A : Pathologie bij neurologische en pediatrische aandoeningen


Onderwijsleeractiviteiten

Clinical Motion Analysis to Delineate the Treatment Strategy in Children with Neurological and Orthopedic Disorders (B-KUL-L03J6a)

1.9 ECTS : Lecture 19 First termFirst term

Content

This course focuses on the biomechanics of pathological walking (kinematics, kinetics and electromyography) and on the use of clinical gait analysis as well as other evaluation tools to guide the clinical decision making process in children with neurological and orthopedic problems (such as cerebral palsy and spina bifida). The motion patterns of typically developing children are used as a reference. The students are trained to understand the integrated data of clinical motion analysis and to use the clinical motion analysis data in the treatment definition and management. The course involves discussions on the use of clinical motion analysis to fine-tune different treatment interventions (including botulinum toxin treatment, selective dorsal rhizotomy and orthopedic surgery) and the use of clinical gait analysis to define a patient specific physical therapy program. Special attention is given to the strength of an optimal combination of different treatment options and to the definition of goal-oriented treatment to improve gait. The course uses several clinical cases to support the learning procedure and to guide the student to the level of clinical application of the knowledge.

The students are introduced to the special features of conventional gait analysis in children, with special focus on potential sources of artefacts. This includes discussion of conventional marker configurations and motion analysis protocols, overview of clinically relevant gait analysis parameters extracted from the kinematic and kinetic data, as well as the special features of the collection procedures and processing of electromyography data. A final section discusses guidelines for reporting protocols for clinical motion analysis and topics that go beyond conventional gait analysis.

Course material

Slides, multimedia, clinical cases, handout

Format: more information

The collection of personal notes.
Solve specific problems in an interactive way.
Critical reflection on the presented topics.
Active participation during discussions.

Clinical Presentation and Treatment Approach in Children with Orthopedic Disorders (B-KUL-L07G4a)

1.2 ECTS : Lecture 12 First termFirst term

Content

This course presents specific the orthopedic problems in children for lower limb, trunk and upper limb problems, due to congenital or acquired pathologies. A specific focus is also made on pediatric orthopedic problems related to sports, neuromuscular pathologies (cerebral palsy, spina bifida, muscular dystrophies) and syndromes (arthrogryposis, Down, osteogenesis imperfecta). The orthopedic problems are introduced and illustrated by means of clinical cases. The discussion focuses on diagnosis, evaluation tools, orthopedic treatment principles and appropriate after-care.

Course material

Slides, multimedia, clinical cases, personal notes

Format: more information

This course is given through the use of interactive colleges and clinical cases: collection of personal notes, interactive solving of specific problems, critical reflection on the presented topics, link this course content to the content of other courses (Clinical motion analysis to delineate the treatment strategy in children with neurological and orthopedic disorder, Orthotics and braces in children with neurological and orthopedic disorders, Seminar in pediatric rehabilitation)     

Orthotics and Braces in Children with Neurological and Orthopedic Disorders (B-KUL-L07G6a)

0.9 ECTS : Lecture 9 First termFirst term

Content

In this course the specific options and selection criteria for orthotic treatment of pediatric patients are discussed. This involves the application of the different types of the foot orthosis (FO) and insoles; different types of the ankle-foot orthosis (AFO) and their impact on gait; the working mechanisms, features and different types of the knee-ankle-foot orthosis (KAFO) and Knee orthosis (KO) and the hip-knee-ankle-foot orthosis (HKAFO) and hip orthosis (HO). In addition, several assistant devices such as standing frames, seating technology and wheelchairs, as well as orthotic options for pediatric upper limb problems are described. Applications of the different orthotic options and assistive devices in different pathologies, more specific in pediatric neural (cerebral palsy and spina bifida) and neuromuscular diseases (Duchenne muscular dystrophy and spinal muscular arthrophy), as well as specific orthopaedic problems (such as scoliosis) are also discussed. Finally, an excursion is planned to an orthopaedic department (external company) to observe the different orthopaedic techniques and fabrication procedures, the different materials and the different wheelchair options and to get familiar with the overall management within technical orthopaedics for children.

 

Course material

Slides, multimedia, demonstration material, clinical cases, personal notes

Format: more information

This course is given through the use of interactive colleges, demonstration material and clinical cases: collection of personal notes, critical reflection on the presented topics, link this course content to the content of other courses (Clinical Presentation and Treatment Approach in Children with Orthopaedic Disorders, Clinical motion analysis to delineate the treatment strategy in children with neurological and orthopaedic disorder, Seminar in pediatric rehabilitation)     

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Orthopedic and Biomechanical Aspects of Rehabilitation in Children (B-KUL-L27F5b)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions

Explanation

To compile a final grade for the course from the different sub-scores of the educational activities, specific calculation rules apply. Deficits in one of the parts are corrected using a coefficient that is proportional to the size of the deficits. The calculation rules are listed on Toledo.

The students are expected to be acquainted with the education and examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions.

ECTS Academic English for Master's Students (B-KUL-L07G9A)

4 ECTS English 0 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

At the end of this course, the student will be able to:

  • recognize and apply academic genre conventions based on authentic examples.
  • write specific types of academic texts, describing both quantitative and qualitative research, in line with the stylistic and structural conventions of each genre: abstracts, literature reviews, research papers (introduction, methodology, results, discussion and conclusion).

  • approach writing as a process in different stages.
  • avoid plagiarism and use source materials correctly.
  • employ frequently used academic vocabulary, with specific focus on collocations.
  • avoid common grammatical errors.
  • use punctuation correctly.
  • adopt a formal, academic style (hedging, formal word choice, conciseness, transparent sentence structure).
  • use structural devices (linking words, topic sentences, paragraphs) to improve coherence.
  • critically employ various language resources (dictionaries, online tools, thesaurus).

 

Previous knowledge

Clarification of the prerequisites:
This course can only be taken by students in the Faculty of Movement and Rehabilitation Sciences. Students must register via the ILT website (http://ilt.kuleuven.be/english/cursus/andere_academic_english.php) to attend the course. 

As this is an advanced language course, students are expected to have a good command of English.

Identical courses

L07E6A: Academic English for Master's Students

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Academic English for Master's Students (B-KUL-L07G9a)

4 ECTS : Lecture 0 Second termSecond term
N.

Content

This course focuses on improving academic writing skills in English to help students write their thesis, papers and other academic assignments. Students are presented with a variety of academic texts from different fields which serve as a model of conventions and good practices. Specific academic genres (abstracts, research papers) are analysed in order to identify typical structural, stylistic and language features. In addition, the course covers more general aspects of academic writing such as plagiarism, paragraph structure, coherence and flow, formality, hedging, conciseness, and punctuation. Most lessons include grammar and vocabulary exercises based on academic contexts.

Course material

Syllabus: Academic English for Master’s Students
Toledo: slides and keys

Format: more information

10 three-hour sessions

    8 lectures
    2 writing workshops (+ feedback)

For further details, consult the ILT website: http://ilt.kuleuven.be/english/cursus/andere_academic_english.php

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Academic English for Master's Students (B-KUL-L27G9a)

Type : Exam outside of the normal examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions, Closed questions

Explanation

The exam result is calculated out of 20 and is determined as follows:

  • Class attendance (20/100)
  • Writing assignments (40/100)
  • Written test at the end of the semester (40/100)

 

Class attendance

  • Students are awarded 2 points for each of the 10 lessons they attend.
  • Students sign an attendance list at the end of each lesson.
  • Students who have a valid reason to be absent are required to notify the teacher in advance and submit a doctor’s note or other proof of absence. They will be given the opportunity to submit a replacement assignment.
  • Students who are absent without a valid reason will receive no points for the lesson they missed.

 

Writing assignments

  • Students have to complete two writing assignments, each accounting for 20 points.
  • Students who are unable to meet the assignment deadline should consult their lecturer prior to the deadline to make alternative arrangements.
  • Students who fail to submit an assignment will be given a zero mark for this part of the assessment.

 

Written test

  • The test covers all the material dealt with in class and in the coursebook.
  • The test consists of closed (e.g. vocabulary and grammar) as well as open-ended questions (e.g. writing assignments).

Information about retaking exams

The exam result is based on the two writing assignments (40/100) and a written test (60/100); class attendance is no longer taken into account.

A passing grade for the writing assignments can be carried over to the 2nd exam opportunity. For students who did not obtain a passing grade, these assignments will be incorporated into the written test, which will take place during the examination period. They do not have to be submitted in advance.

Further practical details are announced on Toledo.

ECTS Bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen: buitengewoon onderwijs (B-KUL-L07I1B)

6 studiepunten Nederlands 95 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit OPO beoogt een diepgaande analyse van bewegingsonderwijs voor bijzondere groepen. Het OPO is gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de motorische / fysieke ontwikkeling, de evaluatie en interventies bij jongeren met een beperking.

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel zal de student:
- Inzicht verwerven in de relatie tussen fysieke, psychologische, en sociale componenten van het gehandicapt zijn door praktijkervaring met verschillende doelgroepen
- Didactisch-methodologische en professioneel-praktische vaardigheden verwerven door het begeleid en zelfstandig concipiëren, uitvoeren en evalueren van aangepaste bewegingsactiviteiten
- Attitude vormen, zowel persoonlijk als professioneel, ten opzichte van aangepaste bewegingsactiviteiten en ten opzichte van personen met een handicap
- De bewegingsactiviteiten aan het functionaliteitsniveau kunnen aanpassen (instructies, materiaal, spel/speelse vorm/oefenvorm, programma)
- Unieke educatieve programma’s kennen (vbn. Lovaas’s applied behavior analysis [ABA], TEEACH and visual supports, Movement Opportunities via Education [MOVE Program])
- Het bewegingspotentieel en de cognitieve, affectieve, en psychomotorische karakteristieken van alle doelgroepen kunnen beschrijven
- De recente wetenschappelijke literatuur betreffende het psychomotorische profiel van de jongere met een beperking kritisch kunnen analyseren en relateren aan het individuele programma lichamelijke opvoeding
- De sterkte en zwaktes van recente evaluatie-instrumenten en procedures  voor het opstellen van het psychomotorische profiel van jongeren met een beperking kunnen bespreken

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- Vanuit praktijkervaring inzicht verwerft in de bewegingsactiviteiten van verschillende doelgroepen
- Bewegingsactiviteiten kan aanpassen aan het niveau van elk individu binnen de doelgroep
- Een correcte attitude ontwikkelt tegenover personen met een intellectuele of fysieke beperking
- Verantwoordelijkheid ontwikkelt in de omgang met anderen (leerlingen en deelnemers)

Begintermen

De aangereikte kennis en vaardigheden binnen de didactiek van de kinesiologie zijn een goede basis voor dit opleidingsonderdeel. Ervaring en inzicht in spelvormen, net als kennis van psychologie van de sport en de fysieke activiteit, zijn noodzakelijk.

KENNIS:
- De bouwstenen van spel / speelse vormen en oefenvormen
- De basisbegrippen van de trainingsleer
- De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces
- Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
- De doorslaggevende aspecten uit “het succesvol bewegen” kunnen aanduiden

ATTITUDE:
- Motivatie om personen met een handicap door middel van aangepaste bewegingsactiviteiten aan te zetten tot een gezonde levensstijl

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de pedagogische wetenschappen
- Bachelor in de onderwijskunde
- Bachelor in de onderwijs- en informatiewetenschappen
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding
- Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
- Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
- Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L04I4A)


L04I4AL04I4A : Aangepaste bewegingswetenschappen


Identieke opleidingsonderdelen

L07I1A: Bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen: buitengewoon onderwijs

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theorie van bewegingsonderwijs in het buitengewoon onderwijs (B-KUL-L07I2a)

1.5 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

- Structuur van het onderwijs en na-schoolse activiteiten voor personen met een beperking in Vlaanderen.
- Wetgeving in Vlaanderen betreffende plaatsing van kinderen in het buitengewoon onderwijs, geïntegreerd onderwijs, of algemeen onderwijs.
- Wetgeving betreffende lesgeven in het buitengewoon onderwijs.
- Didactische principes in het onderwijzen van jongeren met een beperking.
- Opstellen van een “Behavior Management Plan” voor leerlingen met ontwikkelingsstoornissen die inadequaat gedrag vertonen.
- Opstellen van het recreatieve luik van het post-school transitieplan (transitie van lichamelijke opvoeding op school tot naschoolse en post-schoolse recreatieve activiteiten).
- Rol van internationale sport programma’s (vb. Special Olympics) in Vlaanderen. Hoe worden deze programma’s geïmplementeerd.
- Individuele evaluatie van de leerling (vbn. Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency, Test of Motor Impairment, Test of Gross Motor Development, Peabody Developmental Motor Scales, Special Olympics Sports Skills Tests) en programma ontwikkeling.
 

Studiemateriaal

Meest recente literatuur wordt ter beschikking gesteld op Toledo.

Toelichting werkvorm

Studenten krijgen zoekopdrachten betreffende na-schoolse en post-schoolse programma’s aangeboden op Vlaams niveau ter bespreking tijdens de lessen.

Stage bewegingsonderwijs in het buitengewoon onderwijs (B-KUL-L07I3a)

3 studiepunten : Stage 65 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- Toepassen van de geleerde didactische principes in het werkveld:
o stage SVS-sportdagen (8 c.u.)
o stage Paralympische schooldagen en sportdagen (8 c.u.)
o observatiestage buitengewoon onderwijs (17 c.u.)
o sportkamp met personen met een fysieke beperking (32 c.u.)
- Attitudevorming, zowel persoonlijk als professioneel, ten opzichte van aangepaste bewegingsactiviteiten en ten opzichte van personen met een handicap
- Het correct vertalen van theoretische concepten in de praktijk van het werken met personen met een handicap
 

Studiemateriaal

Begeleidende artikels en manuals worden ter beschikking gesteld via de stage portfolio.

Toelichting werkvorm

Studenten observeren beweging- en bewegingsgedrag tijdens de lessen.
Studenten geven de lessen die voorbereid werden tijdens de micro-teachings in de practica.
 

Practica en didactische oefeningen bewegingsonderwijs in het buitengewoon onderwijs (B-KUL-L07I4a)

1.5 studiepunten : Practicum 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De studenten volgen 8 practica waarbij:
- de didactische principes bij de verschillende doelgroepen aan bod komen.
- de studenten dmv microteachings de didactische principes inoefenen.
- de studenten het ontwikkelingsniveau van de jongeren leren evalueren.
- de studenten individuele programma’s leren opstellen en uitvoeren.
 

Studiemateriaal

Wetenschappelijke teksten worden op Toledo ter beschikking gesteld

Toelichting werkvorm

Participeren
Microteaching
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen: buitengewoon onderwijs (B-KUL-L27I1b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

1. Attitude en medewerking tijdens de practica, theorieles en stagemomenten (aanwezigheidsverplichting)
2. Correct toepassen van didactische principes
3. Leerlingen houden een portfolio bij met bijkomende opdrachten en reflecties

Gewogen gemiddelde van de deelpunten van de portfolio en de stages. Weging in verhouding tot het aantal credits per OLA. Om een eindscore te behalen, dienen alle onderdelen afgelegd te worden. Zoniet wordt de eindbeoordeling “niet afgelegd” (NA).

Tijdens de practica en stages is er aanwezigheidsplicht.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

De deelscores op onderdelen 1 en 2 worden behouden in de 3e examenperiode. Enkel onderdeel 3 kan herkanst worden.

ECTS Sport, politiek en bestuur (B-KUL-L07I5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

- De student moet inzichten in de basisorganisatie van een democratische samenleving kennen en vertalen naar een beleid tav sport in zijn diverse vormen en toepassingen
- De student moet de overheidsstructuren en –interventies op het vlak van sport en bewegingscultuur kennen, op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en mondiaal vlak
- De student moet de principes van beleidsvoering (beleidsmodellen, beleidscyclus, beleidsinstrumenten, ...) kennen en kunnen toepassen op het domein van sport en bewegingscultuur
- De student moet standpunten tav discussiepunten in sport en bewegingscultuur kunnen innemen en beargumenteren
- De student moet beleidsvoering kennen tav sport en bewegingscultuur zoals dat van een professionele ambtenaar sport en recreatie verwacht wordt
 

Begintermen

Begintermen
- Interesse in beleid en management van sport en bewegingscultuur
- Zelfstandig en in groep opzoeking kunnen doen en rapporteren

Beginvoorwaarden creditcontract
Dit opleidingsonderdeel kan gevolgd worden door:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de politieke en sociale wetenschappen
- Bachelor in de politieke wetenschappen
- Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
- Bachelor in de rechten
- Bachelor in de economische wetenschappen
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen
- Bachelor in de sociologie
- Bachelor in de communicatiewetenschappen
- Bachelor in het communicatiemanagement
- Bachelor in het bedrijfsmanagement

Identieke opleidingsonderdelen

L07I5B: Sport, politiek en bestuur

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sport, politiek en bestuur (B-KUL-L05L9a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

- Sport en andere vormen van bewegingscultuur: cultuur in beweging
- Overheid en publieke sector: openbaar en onmisbaar
- Beleid, bestuur en beheer: sturen en bijsturen
- Legitimatie van het publieke sport- en bewegingsbeleid
- Het beleidsproces in de publieke sport- en bewegingssector
- Het instumentarium van het publieke sport- en bewegingsbeleid
- Territoriaal sport- en bewegingsbeleid
- Sectoraal sport- en bewegingsbeleid
- Categoriaal sport- en bewegingsbeleid
 

Studiemateriaal

Handboek:

Scheerder, J. & Vandermeerschen, H. (2014). Beweging in beleid/beleid in beweging. Het publieke beheer van de sport- en bewegingssector (Management & Bestuur in Sport 4). 3de uitgave. Gent: Academia Press, 529 p.
Dit wordt mogelijk aangevuld met bijkomende literatuur en/of beschikbaar gestelde teksten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: sport, politiek en bestuur (B-KUL-L27I5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

In het geval moet overgegaan worden naar een mondeling examen op afstand om de veiligheid en gezondheid van leden van de academische gemeenschap van de KU Leuven te waarborgen dan hebben de studenten geen voorbereidingstijd bij dit mondeling examen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

ECTS Werkbezoeken in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie (B-KUL-L07I6A)

6 studiepunten Nederlands 24 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • Een strategisch plan voor een sportorganisatie op te stellen
  • Academisch verworven kennis en competenties in een professionele werkcontext te kaderen
  • Kritisch te reflecteren


Meer specifiek verwachten we dat de student:

  • Inzicht verwerft in het professionele veld inzake sportbeleid, sportmanagement en sportmarketing
  • Kennis opdoet omtrent de verschillende aspecten van een organisatieanalyse en strategisch plan
  • Conceptuele aspecten uit de seminaries uitwerkt in praktische oefeningen
  • De positie en de werking van de (virtueel/online) bezochte organisaties in eigen woorden kan verduidelijken.

  • De eigen interesses, motivatie en visies kan aftoetsen aan de situatie van het werkveld
  • Een organisatieanalyse en strategisch plan kan opstellen aan de hand van de kennis opgedaan tijdens de seminaries, practica en werkbezoeken


 

Begintermen

Begintermen creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de politieke en sociale wetenschappen
- Bachelor in de politieke wetenschappen
- Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
- Bachelor in de rechten
- Bachelor in de economische wetenschappen
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen
- Bachelor in de sociologie
- Bachelor in de communicatiewetenschappen
- Bachelor in het communicatiemanagement
- Bachelor in het bedrijfsmanagement
En de student heeft bovendien het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Sport, politiek en overheidsbeleid
EN
De student heeft bovendien het volgende opleidingsonderdeel vooral gevolgd
- Sportmanagement en -marketing

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L07I5A) EN SOEPEL(L07D5A)


L07D5AL07D5A : Beleid en management van sport
L07I5AL07I5A : Sport, politiek en bestuur


Identieke opleidingsonderdelen

L07I6B: Werkbezoeken in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Werkbezoeken in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie (B-KUL-L08L1a)

6 studiepunten : Excursie 24 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Tijdens de seminaries, practica en werkbezoeken ontwikkelen de studenten de nodige kennis en competenties om een organisatieanalyse en strategisch plan op te bouwen. Daarnaast krijgen de studenten inzicht in de professionele werking van organisaties inzake sportbeleid, sportmanagement en sportmarketing.

Studiemateriaal

Scheerder, J., & Hugaerts, I., m.m.v. Thibaut, E., & Verschueren, B. (2020). Sport en strategie. Handleiding bij de seminaries en practica Sportbeleid en Sportmanagement. Leuven: Acco, 83 p.

Toelichting werkvorm

1. Collectieve seminaries en practica: interactieve seminaries en practica, waarbij de verschillende aspecten van een organisatieanalyse en strategisch plan aan bod komen.

2. Individueel werkbezoek en analyse: de student kiest een organisatie waarvan hij/zij een inhoudelijke analyse maakt op basis van deskresearch, observatie en een interview.

3. Collectieve analyse: de studenten ontwikkelen in groepsverband een strategisch plan.

4. Collectieve werkbezoeken: in groep georganiseerde werkbezoeken aan organisaties m.b.t. sportbeleid, sportmanagement en sportmarketing.

5. Individueel congres/symposium: de student kiest zelf minimum één congres/symposium m.b.t. sportbeleid, sportmanagement en sportmarketing die hij/zij bijwoont.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Werkbezoeken in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie (B-KUL-L27I6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

1. Collectieve seminaries en practica: de studenten worden beoordeeld op basis van een actieve aanwezig tijdens de seminaries en practica.

2. Individueel werkbezoek en analyse: de student bevestigt via een attest zijn/haar aanwezigheid tijdens het individueel werkbezoek en wordt beoordeeld op basis van een geschreven werkstuk over zijn/haar gekozen organisatie.

3. Collectieve analyse: de studenten worden beoordeeld op basis van een geschreven werkstuk en presentatie.

4. Collectieve werkbezoeken: de studenten worden beoordeeld op basis van hun voorbereiding, actieve aanwezigheid en gepaste attitude tijdens de duur van het werkbezoek.

5. Individueel congres/symposium: de student bevestigt via een attest of deelnemerslijst zijn/haar aanwezigheid.

 

Voor de berekening van het eindresultaat op het volledige opleidingsonderdeel zijn er rekenregels van kracht. Deze worden vermeld op Toledo.

Er is aanwezigheidsplicht voor de werkbezoeken. Indien de student niet slaagt op één van beide componenten, kan hij/zij niet slagen voor het opleidingsonderdeel.

Dit opleidingsonderdeel is een niet-tolereerbaar opleidingsonderdeel.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

In overleg met de student wordt een alternatieve individuele opdracht bepaald.

ECTS Sportmarketing en sportsponsoring (B-KUL-L07I7A)

4 studiepunten Nederlands 30 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:

1. Studenten inzicht verwerven in marketing van en door sport (breedtesport en televisiesport): definities, doelen, doelgroepen, segmentatie, productbenadering.

2. Studenten inzicht verwerven in een sponsoring-, marketing- en communicatiedoorlichting van sportmerken én niet-sportmerken.

3. Studenten inzicht verwerven in marketingcommunicatietheorieën, -doelen en -instrumenten, toegepast op sport.

 

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

4. Actuele gevalstudies van sportsponsoring, sportmarketing en communicatie te ontdekken, te synthetiseren en kritisch te evalueren.

5. De transformatie naar conversatie-, belevenis- en terugverdiensponsoring te begrijpen en actuele voorbeelden hiervan te herkennen.

6. In te stappen als starter in marketingcommunicatiefuncties in de sportsector (profit en not-for-profit; privé en publiek), bij sponsoringadviesbureaus en bij klassieke communicatiebureaus.

Begintermen

Beginvoorwaarden credit contract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de politieke en sociale wetenschappen
- Bachelor in de politieke wetenschappen
- Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
- Bachelor in de rechten
- Bachelor in de economische wetenschappen
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen
- Bachelor in de sociologie
- Bachelor in de communicatiewetenschappen
- Bachelor in het communicatiemanagement
- Bachelor in het bedrijfsmanagement

De student heeft bovendien het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Sportmanagement en -marketing (bv. L07D5A)
 

Identieke opleidingsonderdelen

L07I7B: Sportmarketing en sportsponsoring

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sportmarketing en sportsponsoring (B-KUL-L08L4a)

4 studiepunten : College 30 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Tijdens de lessen komen volgende thema’s aan bod:

  • Sport, marketing en communicatie
  • Terreinverkenning sportmarketing (breedtesport vs televisiesport): definities, concepten, doelstellingen, doelgroepen, segmentatie en positionering, product- en merkbenadering
  • Terreinverkenning van sportsponsoring
  • De transformatie van sportsponsoring
  • Verkopen van sportsponsoring
  • Kopen van sportsponsoring
  • Conversatiesportsponsoring in de sport
  • Groei en kenmerken van experience marketing en belevenissponsoring in de sport
  • Terugverdiensponsoring in de sport
  • Effect van sportsponsoring
  • Stopzetten van sportsponsoring

Studiemateriaal

Lagae, W. (2018), Sportmarketingcommunicatie, 8ste editie, Nieuwegein: Arko Sports Media, 333p. (ISBN 9 789054 724063)

Lagae, W. (2020), Winst of verlies? De Sponsormatch, Nieuwegein: Arko Sports Media (ISBN 9 789054 724421) (verschijnt eind oktober 2020)

 

Toelichting werkvorm

Naast de hoorcolleges, is er een begeleide zelfstudie-component. Deze omvat presentaties (in groepjes) van:

(1) Beknopte voorstelling van papers uit internationale tijdschriften rond sportmarketing en –sponsoring én

(2) Het uitwerken van een sportsponsoring en –marketingcase.

Tweemaal moeten de door de docent geselecteerde groepjes een PowerPoint presenteren én achteraf een feedbackverslag redigeren.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sportmarketing en sportsponsoring (B-KUL-L27I7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Tijdens de lessenreeks zit in het opleidingsonderdeel een begeleide zelfstudie-component met presentaties vervat.

Deze component wordt geëvalueerd met een punt op 6 (partiële evaluatie).  Laattijdig indienen wordt opgevat als NA en 0/6.

 

Op het gesloten boek examen kunnen de studenten verschillende soorten vragen krijgen over de te kennen artikels, slides en de te kennen hoofdstukken in het handboek. Dit schriftelijke gesloten boek examen wordt gescoord op 14 punten.

De punten van het schriftelijk examen en de begeleide zelfstudie-component worden opgeteld om het eindpunt van het opleidingsonderdeel op 20 punten te bekomen.

 

De verwachte eindtermen voor het schriftelijk examen worden in het begin van het eerste college meegedeeld aan de studenten (en worden ook via Toledo gecommuniceerd):

- een mini-case conceptueel situeren en uitwerken

- diverse theorieën en begrippen met elkaar in verband brengen

- sponsoring-, marketing- en communicatietechnieken kunnen toepassen op de sportsectorkernbegrippen, aan de hand van een voorbeeld, accuraat beschrijven

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Tijdens de lessenreeks zit in het opleidingsonderdeel een begeleide zelfstudie-component met presentaties vervat. Een geslaagde score tijdens de eerste zittijd kan worden overgedragen naar de vervolgzittijd.

De begeleide zelfstudie-component kan tijdens de herexamenperiode opnieuw ingediend worden door de student. Dit opnieuw ingediende werkstuk wordt geëvalueerd met een punt op 6 (partiële evaluatie). Bij een voldoende kan de student deze opdracht terug indienen, maar telt de laatste score.

 

Het schriftelijke gesloten boek examen staat op 14 punten en kan hernomen worden tijdens de herexamenperiode.

 

De punten van het schriftelijk examen en de begeleide zelfstudie-component worden opgeteld om het eindpunt van het opleidingsonderdeel op 20 punten te bekomen.

ECTS Management en technisch beheer van sportaccommodaties en sportevenementen (B-KUL-L07I8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De studenten worden vertrouwd met de functie van een "sportmanager" bij het technische beheer van sportaccommodaties: meer in het bijzonder bij de planning van nieuwbouw of renovatie (verantwoording van het concept), tijdens de bouwwerken, bij de ingebruikneming (waarborg periode) en bij de uitbating (b.v. onderhoud).

De student dient inzicht te verwerven in:
-        Het sportinfrastructuurbeleid van de Vlaamse overheid
-        De plaats van sportinfrastructuur in het lokale Sport voor Allen-beleid
-        Publiek-private samenwerking (PPS) mbt de realisatie van sportinfrastructuur
-        De taken van een accommodatie- en eventmanager
-        De behoeften aan sport- en bewegingsinfrastructuur
-        De belangrijke succesfactoren voor de exploitatie en de marketing van sportaccommodaties en het organiseren van sportevenementen
-        De impact van sport- en bewegingsinfrastructuur op het sportdeelnamegedrag

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de politieke en sociale wetenschappen
- Bachelor in de politieke wetenschappen
- Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
- Bachelor in de rechten
- Bachelor in de economische wetenschappen
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen
- Bachelor in de sociologie
- Bachelor in de communicatiewetenschappen
- Bachelor in de ingenieurswetenschappen: architectuur
- Bachelor in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde
- Bachelor in de geografie
- Bachelor in het communicatiemanagement
- Bachelor in het bedrijfsmanagement
 

Identieke opleidingsonderdelen

L07I8B: Management en technisch beheer van sportaccommodaties en sportevenementen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Planning en technisch beheer van sportinfrastructuur (B-KUL-L08L5a)

2 studiepunten : College 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Vanaf het ogenblik dat het (politieke) idee ontstaat van bouw of renovatie van sportinfrastructuur heeft de sportmanager een specifieke functie binnen een geheel van mensen zoals architecten, financierders, beleidsmensen, milieuambtenaren etc. Hij of zij zal voorstellen doen over het concept rekening houdend met de doelgroep (groot- of kleinschalig, multifunctioneel of naar een specifieke sportgroep gericht). Hij zal de opdrachtgever vertegenwoordigen op de werf tijdens de bouw. Hierbij zal hij waken dat b.v. de esthetiek van het gebouw past in het concept, dat het gebouw veilig en hygiënisch is (b.v. antislipvloer, anti-diefstal kleedkamers, voldoende uitgangen) en dat de sportinstallaties reglementair geplaatst zijn. Hij waakt erover dat het onderhoudspersoneel opgeleid is voor het onderhoud van alle technische installaties op het moment van de oplevering. Hij zorgt dat er voldoende middelen voor handen zijn om het dagelijks gebruik, inclusief onderhoud, te waarborgen.
Tijdens de lessen wordt specifiek aandacht besteed aan: het (openbare) aanbestedingsdossier, sportmedische vereisten van vloersystemen, louter technische problemen (zoals filtersystemen van zwembaden, belijningssystemen, kwaliteitsonderzoek op kunstgras, draineringssystemen, enz…), keuringsorganismen en systemen in Europa zoals N.S.F, DIN, Sport Council, CEN, etc. …Dit stramien van benadering wordt gehanteerd voor een geselecteerd (door de studenten) geheel van infrastructuur elementen: indoor (polyvalente sportzalen, zalen voor gevechtssporten, gymnastiek-, fitness-, of halterzalen, zwembaden) en outdoor: (voetbal-, tennis- hockey- of atletiekterreinen (natuurgras/kunstgras), polyvalente- of recreatieterreinen).
 

Studiemateriaal

- Managing Sport Facilities, Gil Fried , 2005 ISBN: 0736044833, 376pp (Human Kinetics)
- Reader (bundel van artikels over zwembad bouw, water behandeling, uitbatingsvormen, technische (DIN) normen en kwaliteitstestbeschrijvingen) en stalen van bouwmateriaal die ter beschikking gesteld worden door leveranciers. Bv.
- Better Places for Sport (2004) Sport England (www.sportengland.org)
- Focus on Facility planning (1998)
- How to prepare a project design brief for a sport and recreation facility (1996)
- Sport Hall Design (1999) Sport England
- Floors for indoor sports: Design Guidance Note (1999) Sport England
- Natural Turf for sport: Design Guidance Note (2000) Sport England
- Sport halls: Sizes and Layouts: Design Guidance Note (2000) Sport England
 

Toelichting werkvorm

Geleide bezoeken aan bestaande infrastructuur, field trips naar accommodaties in opbouw, gesprekken met verantwoordelijken ter plaatse (zowel sportmanagers, architecten als bouwvakkers) en het zelf uittesten van een sportvloer.

Management en marketing van sportaccommodaties en -evenementen (B-KUL-L08L6a)

2 studiepunten : College 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Volgende thema’s worden in het opleidingsonderdeel behandeld:

  • Overheidsbeleid m.b.t. infrastructuur en evenementen in de sportsector
  • Management van sportinfrastructuur (succesfactoren voor exploitatie, risicoanalyse, personeelsbeheer, balanced scorecard, …)
  • Evenementenmanagement (bidproces, risicoanalyse, HR, balanced scorecard, veiligheidsaspecten, …)
  • Marketing van sportevenementen (segmentatie, doelgroepafbakening, positionering)
  • Sociale impact van sportevenementen

Studiemateriaal

Hoofdstukken uit het handboek:

Scheerder, J. & Vos, S. (Eds.) (2015). Geen sportcultuur zonder sportinfrastructuur. Management en marketing van sportaccommodaties en sportevenementen (Management & Bestuur in Sport 8). Gent: Academia Press, 485 p.

 

Wetenschappelijke artikels uit (internationale) tijdschriften

 

Beleidsdocumenten

Toelichting onderwijstaal

In deze onderwijsleeractiviteit zullen eveneens een aantal lessen in het Engels onderwezen worden.

Toelichting werkvorm

In de hoor-, interactie- en responsiecolleges wordt de studenten een theoretisch onderbouwd kader aangereikt aangevuld met praktijkvoorbeelden. Interactie met de studenten wordt bevorderd. Van de studenten wordt verwacht dat ze het ter beschikking gestelde studiemateriaal bestuderen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Management en technisch beheer van sportaccomodaties en sportevenementen (B-KUL-L27I8a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De OLA Planning en technisch beheer van infrastructuur (B-KUL-L07I9a) wordt geëvalueerd aan de hand van een paper/werkstuk die wordt gepresenteerd tijdens het academiejaar.

De OLA Management en marketing van sportaccommodaties en evenementen (B-KUL-L08I0a) wordt mondeling geëvalueerd tijdens de examenperiode. Een deel van het mondeling examen zal in het Engels worden afgenomen.

Verdeelsleutel:                      

  • 50% op onderwijsleeractiviteit Planning en technisch beheer van infrastructuur (B-KUL-L07I9a)
  • 50% op onderwijsleeractiviteit Management en marketing van sportaccommodaties en evenementen (B-KUL-L08I0a)

 

In het geval moet overgegaan worden naar een mondeling examen op afstand om de veiligheid en gezondheid van leden van de academische gemeenschap van de KU Leuven te waarborgen dan hebben de studenten geen voorbereidingstijd bij dit mondeling examen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Bij een onvoldoende voor het opleidingsonderdeel maar met een voldoende voor één van de onderwijsleeractiviteiten kan deze deelscore worden overgedragen naar de volgende examenperiode in het lopende academiejaar.

Wanneer de OLA Planning en technisch beheer van infrastructuur moet worden hernomen dan zal  de presentatie van de paper/het werkstuk gebeuren tijdens de examenperiode.

ECTS Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics (B-KUL-L08E0B)

4 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims


 At the end of this course, the student is able to:
- to apply (1) quality control procedures in the data-entry (coding) process and (2) data management of large multivariate datasets by means of different statistical software packages.
- to design his/her own data entry, data-cleaning and dataset management protocol
- to select a specific research design related to specific research questions (both in multivariate epidemiology and (clinical) intervention studies)
- to select, apply and interpret the correct statistical or multivariate technique
- to use statistical software packages to perform these multivariate analyses and to interpret the output of these analyses.
- to critically reflect on pro’s – con’s of different statistical analysis techniques

Previous knowledge

Previous knowledge

- The student has knowledge of univariate and bivariate statistics
- The student is familiar with basic software for entering data, managing files and creating graphical representations
- The student has the basic knowledge regarding research methodology

Prerequisites credit contract:
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course
- Bachelor of physical education and kinesiology
- Bachelor of rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor of medicine
- Bachelor of biomedical sciences
- Bachelor of pharmaceutical sciences
- Master of physical education and kinesiology
- Master of Sports Sciences
- Master of Physical Education
- Master of Psychology

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Seminar Data Management (B-KUL-L08E1a)

2 ECTS : Practical 13 First termFirst term

Content

- preparation of research output from different field applications (lab-data, survey material,...)
- input of data (creation of variables / coding scheme, design protected data entry fields, design a data-entry window, ...)
- quality control of large sets of data (compare double entry , data cleaning) using descriptive statistics, frequency tables, ...
- dataset manipulation (sub datasets, merge, new variables, ...)

Course material

Handouts
SAS software
Statistica software
SPSS software

Format: more information

Learn hands-on computer skills, data management skills.
 

Seminar Multivariate Statistical Techniques (B-KUL-L08E2a)

2 ECTS : Practical 13 First termFirst term

Content

- Theoretical and practical application (via S.A.S./Statistica/SPSS or other statistical software packages)
o Multiple regression
o Logistic regression
o Factor Analysis
o Discriminant analysis
o Cluster analysis
o (factorial) ANOVA and Mixed Models
o Power analysis
o MANOVA

Course material

Handouts
Course book notes on theoretical background on multivariate and more complex statistical tests
SAS software
Statistica software
SPSS software
 

Format: more information

Hands-on computer skills in multivariate statistics
Critical review of one statistical technique
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics (B-KUL-L28E0b)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Oral
Learning material : Course material, Computer

Explanation

Prior to the exam, a dataset is handed to the students and specific research questions are formulated.  The student analyzes this dataset using the data management techniques and with the most optimal statistical techniques, using the statistical software that was used during the course. The outcome of this take-home-exam is presented by the student at the oral exam (slide show presentation), with a discussion afterwards.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions.

ECTS Sportcoaching m.i.v. practicum (B-KUL-L08H7A)

4 studiepunten Nederlands 36 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Algemeen doel van het opleidingsonderdeel is om op basis van wetenschappelijke inzichten de studenten een aantal  coachingvaardigheden bij te brengen.

Na dit opleidingsonderdeel:
- kan de student verschillende leiderschapsstijlen beschrijven en herkennen
- kan de student aspecten rond teamcohesie, motivationeel klimaat benoemen en beschrijven
- kan de student principes omtrent emotie- en communicatiemanagement in eigen woorden uitleggen
- kan de student reflecteren over zijn eigen positie en functioneren als trainer-coach

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student onderscheid maakt  tussen de rol van de coach als begeleider van de individuele atleet, als spilfiguur binnen een groep van begeleiders rond de atleet of het team, en de rol van de coach als facilitator van groepsprocessen in teamsporten.

Begintermen

Kennis van basisbegrippen uit de sportpsychologie

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

Identieke opleidingsonderdelen

L08H7B: Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Coachinggedrag en coachingstijlen (B-KUL-L08H8a)

1.5 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het opbouwen van een coachingfilosofie
Goal-setting bij individuele en ploegsporten
Groepscohesie: onderscheid tussen sociale een taakcohesie en de invloed op de ploegprestatie

Taakoriëntatie versus ego-oriëntatie

Motivationeel klimaat: onderscheid tussen een mastery climate en een performance climate

Fasen van groepsontwikkeling (model van Tuckman)
Leiderschapsstijlen: van directief tot gedeeld leiderschap,

 styles of decision making
Het sturen van teamoverleg

Studiemateriaal

Artikels, deze worden gespecifieerd op Toledo

 

Toelichting werkvorm

In de hoorcolleges wordt het theoretisch kader geschetst. Aan de hand van discussie en interactie met student wordt een eerste vertaling gebracht naar praktijkrelevante situaties.

Communicatie- en emotiemanagement (B-KUL-L08H9a)

1.5 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Communicatiemanagement:
- communicatievaardigheden voor trainer/coach in de interactie met individuele sporters, met teams en met belangrijke anderen (ouders, partners van atleten)
Emotiemanagement:
- Onderzoek en theorie over ontstaan van emoties en gevolgen voor de sportprestaties

Studiemateriaal

De Cuyper, B. (2008). Communiceren moet je leren. Nieuwegein: Arko Sports Media.
De Cuyper, B. (2010). Emotiecoachen in de wedstrijdsport. Nieuwegein: Arko Sports Media.

Slides + extra info vanuit de les

Toelichting werkvorm

Groepsdiscussies over audiovisueel materiaal

Sportcoaching practicum (B-KUL-L09H2a)

1 studiepunten : Practicum 12 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De inhouden van de hoorcolleges krijgen tijdens het practicum een praktijk-specifieke vertaling:
- Evaluatie van eigen coachgedrag: CBAS

- Motiverend coachen: workshops van coachen met de M-factor

- Het geven van (correctieve) feedback

- Maatwerk als coach: Hoe individualiseren van aanpak op basis van het persoonlijkheidsprofiel van de atleet
- Situatiespecifieke communicatie
- Omgang met prestatiegerelateerde emoties
-  Formuleren van individuele en groepsdoel stellingen

Studiemateriaal

Artikels, deze zullen verder gespecifieerd worden op Toledo

De Cuyper, B. (2008). Communiceren moet je leren, Nieuwegein: Arko.
De Cuyper, B. (2010). Emotiecoachen in de wedstrijdsport. Nieuwegein: Arko.

Recommended reading:
Hanin, Yuri L. (2000) Emotions in Sport. Champaign: Human Kinetics.
Williams Jean M. Applied Sport psychology personal growth to peak perfor mance
Weinberg, R. & Gould, D. (2003). Foundations of Sport & Exercise Psychology, Champaign, (Ill.): H uman Kinetics.

Toelichting werkvorm

Voor het practicum werkt de student de opdrachten uit in de vorm van een paper.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L08H7B : Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sportcoaching m.i.v. practicum (B-KUL-L28H7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Schriftelijk

Toelichting

De eindscore is samengesteld uit de behaalde deelscores op de verschillende onderwijsleeractiviteiten:

  • 60% op onderwijsleeractiviteit coachinggedrag en coachingstijlen
  • 40% op de onderwijsleeractiviteit communicatie- en emotiemanagement
  • Pass of Fail-evaluatie op het practicum.

OLA (B-KUL-L02M7a) “Coachinggedrag en coachingstijlen”: schriftelijk examen in gesloten boekvorm

OLA (B-KUL-L02M8a “Communicatie- en emotiemanagement”: opdracht en schriftelijk examen in gesloten boekvorm

Op het examen komen de opdrachten in het kader van het practicum aan bod, en wordt via theoretische vraagstelling de toepassing van aangereikte kennis geëvalueerd.

Een student die een fail behaalt op het practicum kan niet slagen voor het opleidingsonderdeel.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

ECTS Stage in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie (B-KUL-L08I2A)

12 studiepunten Nederlands 150 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Könecke Thomas (coördinator) |  Scheerder Jeroen |  Könecke Thomas (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- Academisch verworven kennis en competenties toe te passen in een professionele werkcontext met betrekking
  tot sportbeleid, sportmanagement en sportmarketing
- Kritisch te reflecteren
- Ervaring hebben met plannen, organiseren, leidinggeven en/of evalueren

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:
- Studenten leren werken in teamverband, communiceren, verslag uitbrengen, initiatief durven nemen
- Studenten eigen sterktes en zwaktes kunnen inschatten en werkpunten bij zichzelf leren identificeren
- Contacten leggen binnen het professionele veld
- Een onafhankelijke wetenschappelijke houding leert aan te nemen
- Operationele doelstellingen voor het opzetten van een project kunnen formuleren
- Stappen van projectmanagement kunnen beschrijven en toepassen
- De financiële of commerciële aspecten met betrekking tot sportmanagement kunnen duiden

Begintermen

- Heeft inzicht in de organisatorische aspecten van het sport- en bewegingslandschap
- Heeft onderzoekscompetenties

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor in de lichamelijk opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor in de politieke en sociale wetenschappen
- Bachelor in de politieke wetenschappen
- Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
- Bachelor in de rechten
- Bachelor in de economische wetenschappen
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen
- Bachelor in de sociologie
- Bachelor in de communicatiewetenschappen
- Bachelor in het communicatiemanagement
- Bachelor in het bedrijfsmanagement

Om dit opleidingsonderdeel te kunnen volgen dient de student bovendien alle opleidingsonderdelen uit de truncus en de major van de gekozen afstudeerrichting, gevolgd te hebben, uitgezonderd Masteproef deel 1 en masterproef deel 2.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



SOEPEL(L07I6A) EN GELIJKTIJDIG(L07I5A) EN GELIJKTIJDIG(L02E7A) EN GELIJKTIJDIG(L07I7A) EN DIPLOMA(50074203)


L07I6AL07I6A : Werkbezoeken in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie
L07I5AL07I5A : Sport, politiek en bestuur
L02E7AL02E7A : Sociaal-culturele analyse van sport en vrije tijd
L07I7AL07I7A : Sportmarketing en sportsponsoring
D65104350074203 : Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen (Leuven)


Identieke opleidingsonderdelen

L08I2B: Stage in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie (B-KUL-L08L2a)

12 studiepunten : Stage 150 Beide semestersBeide semesters
Scheerder Jeroen |  Könecke Thomas (plaatsvervanger)

Inhoud

Sportbeleid, sportmanagement, sportmarketing
Zowel publieke als private initiatieven komen in aanmerking voor stage.
 

Studiemateriaal

Volgende literatuur staat ter beschikking maar vormt geen onderwerp van examen:
- Coomans, C., Hendrickx, F., Maeschalck, J. & Buzzi, E. (2012). Sportcodex. Brugge: Die Keure.
- Saerens, I. (2007). (ed.). Handboek manifestaties en evenementen. Integrale veiligheid. Brussel: Politeia.

- Scheerder, J., Vos, S. & Borgers, J. (2017). Beleid en organisatie van sport (Management & Bestuur in Sport 10). Leuven: LannooCampus.
- Theeboom, M., Dekens, F., Dom, E., Vertonghen, J. (2007). Handboek sportbeleidsplanning. Brussel: Politeia.
- Van Poppel, M. (2012). Cijferboek lokaal sportbeleid 2011-2013.  Brussel/ Sint Niklaas: Vlaamse Overheid, departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media/ Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid VZW (ISB).

- Van Tuyckom, C., Vos, S. & Scheerder, J. (2011). Meten en weten over zweten. Gent: Academia Press.
- Verschueren, J. (2005). Sportsponsors. Niet zoeken maar vinden! Brugge: Uitgeverij Vanden Broele.

 

Toelichting werkvorm

De studenten stellen zelf een stageplek voor of kunnen kiezen uit een aantal aangeboden stageplaatsen. In beide gevallen moet de stagekeuze door het didactisch team worden goedgekeurd. Op de stageplaats worden ze begeleid door een externe mentor. Bij de invulling van de stage staat het POLE-principe centraal (plannen, organiseren, leiding geven en evalueren). Studenten worden verwacht een tweeledig stagerapport te schrijven. De student rapporteert individueel over de eigen stage en maakt in teamverband een beleids- of marketingplan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: stage in sportbeleid en sportmanagement m.i.v. practicum en seminarie (B-KUL-L28I2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Het finale punt komt tot stand op basis van:
1. Verslag van de student

2. Verslag van de mentor
3. Collectieve rapportering via paper en presentatie

Voor de berekening van het eindresultaat op het volledige opleidingsonderdeel zijn er rekenregels van kracht. Deze worden vermeld op Toledo.

Het punt komt enkel tot stand indien de student zijn stage volledig heeft afgelegd en het stagerapport heeft ingediend. Zo niet wordt de stage beoordeeld als niet afgelegd.

Indien de student niet slaagt op onderdeel 2 (verslag van de mentor) kan hij niet slagen voor het opleidingsonderdeel.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

De score op onderdeel 2 (verslag van de mentor) wordt overgedragen naar de herexamens. Enkel onderdeel 1 (verslag van de student) kan opnieuw afgelegd worden indien een onvoldoende werd behaald.

ECTS Programming and Automated Signal Analysis (B-KUL-L08I3A)

4 ECTS English 42 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

This course aims on theoretical knowledge and practical skill acquisition in the students.
During the course, the student is introduced to state of the art data processing methods used in human movement science:
• The student first gains insight in the fundamentals of electronics and signal processing: the student is able to explain and apply these fundamental concepts, as well as concepts from system theory and analysis. The student is able to explain and understand implementation of these concepts.
• Secondly, the student is introduced to the fundamentals of programming. The student can explain and implement these, as well as analyse them in larger programming structures.
• Finally the student can independently design, implement and critically evaluate simple programs for data processing. He can critically evaluate complex programming examples and evaluate the effect on specific parameter settings on data processing results.

For demonstration and implementation of the fundamentals, matlab is used as programming platform.

Previous knowledge

Previous knowledge

The student has a passive knowledge of English (reading and understanding). The student has sufficient analytical capacities. The student is interested in working with computers and data analysis software.

Prerequisites credit contract
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course:
- Bachelor of physical education and kinesiology
- Bachelor of rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor of medicine
- Bachelor of biomedical sciences
- Bachelor of pharmaceutical sciences

- Bachelor in engineering

- Bachelor in psychology
- Master of physical education and kinesiology
- Master of Sports Sciences
- Master of Physical Education
- Master of Psychology

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.


 

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Programming and Automated Signal Analysis: Theory (B-KUL-L08I4a)

2 ECTS : Lecture 14 First termFirst term

Content

Part 1:  Signal description, correlation analysis of signals, fourier analysis, system responses, digital technique
Part 2:  program structure, data structure, variable definitions and operations, function declaration, variable declaration, data input/output, graphical data presentation, implementation of data and signal processing algorithms

Course material

Course materials (available on Toledo).

Format: more information

The student should prepare the course content by familiarizing himself with the related fundamentals taught in theory.

Programming and Automated Signal Analysis: Exercises (B-KUL-L08I5a)

2 ECTS : Practical 28 First termFirst term

Course material

Theory: open book exam
Practice: take-home exam which will be discussed at the oral exam.

The final score consists of the average of the 2 parts.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Programming and Automated Signal Analysis (B-KUL-L28I3a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Oral, Written, Paper/Project
Type of questions : Open questions
Learning material : Course material

Explanation

Theory: open book exam
Practice: take-home exam which will be discussed at the oral exam.

The final score consists of the average of the 2 parts.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

ECTS State of the art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 1 (B-KUL-L08I6A)

5 ECTS English 52 Both termsBoth terms Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

This course covers both specific research methods and recent international study results in the field of genetic variability in health- and performance related fitness, physical activity, and its relation with health.

At the end of this course:
- The student should be able to understand and interpret research on the genetic determination of various health- and performance related fitness, physical activity and health phenotypes. 
- They should be able to critically evaluate ‘interindividual variability’ in these traits, understand research methods and designs to be able to disentangle influences of genes and environment, and gene x environment interaction in both unmeasured and measured genotype approaches.
- Students should be able to follow-up this research field.

Previous knowledge

The student should have knowledge of basic statistics and research methodology (including variance/covariance, …)
The student should have basic knowledge of molecular biology, physiology of exercise and physical fitness testing.

Prerequisites credit contract
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course :
- Bachelor in physical education and kinesiology
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences
AND has taken courses on (or takes courses simultaneously):
- Research methods and advanced issues in RBK

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS(L08E0B)


L08E0BL08E0B : Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Research Techniques in Genetics and Genetic Epidemiology (B-KUL-L08I7a)

2 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term

Content

1) Genetics: what is a gene? Mitosis, meiosis, basic principles of inheritance, multifactorial phenotypes, types of mutations, epigenetics
2) Theoretical background on research designs to quantify and identify genetic and environmental sources of interindividual variability in health- and performance related fitness, physical activity and responses to exercise training (endurance & strength), including unmeasured and measured genotype approaches:
    
- Unmeasured genotype approach:
       
o familial aggregation, relative risk, family studies, twin studies, adoption studies
      
o genotype x training interaction designs
    
- Measured genotype approach:
       
o linkage studies (in multifactorial quantitative traits)
      
o whole genome LD association mapping studies
       
o (positional) candidate gene polymorphism studies (case/contol, population, Gene variant x environment interaction studies)
      
o haplotype analysis
o epigenetics

Course material

Slides, review articles

Format: more information

College for theoretical aspects
Hands-on-practicals for applications of different analysis techniques in unmeasured and measured genotype approaches

Genetic Determinants of Human Performance (B-KUL-L08I8a)

3 ECTS : Practical 26 First termFirst term

Content

- Overview of recent research reports using unmeasured and measured genotype approaches to study human variation in health- and performance related fitness, physical activity and responses to exercise training
- Twin analysis, candidate gene, GWAs, linkage, next-generation sequencing: applied to human performance and health-related fitness.
- Hands on practice in an ‘unmeasured genotype approach’ and ‘measured genotype approach’ study design using available data on phenotypes (and genotypes).

Course material

Slides, (review) artikels, software

Format: more information

Hands-on-practicals for applications of different analysis techniques in unmeasured and measured genotype approaches
Students present one topic/paper to the group of students with interactive class-group discussion

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: State of the art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 1 (B-KUL-L28I6a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Report, Presentation
Learning material : Course material

Explanation

Evaluation elements:
- Genetic concepts and theoretical background genetic epidemiology: open book exam (5 points)
- Presentation one topic in Genetic determinants of human performance (5 points)
- Report and presentation on take home exam (data analysis of a genotype/phenotype dataset (association/linkage) or twin data analysis) (10 points)

Calculating the overall total:
Addition of the three separate scores. All separate evaluations need to be taken (if not ‘not completed’ or ‘NA’ is the overall score on the OPO).

Each failed subscore substracts one point from the overall total.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

Information about retaking exams

Evaluation elements with a fail have to be retaken (compulsory). Evaluation elements with a pass can be retaken (facultative)

ECTS State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 1 (B-KUL-L08I9A)

5 ECTS English 52 Both termsBoth terms Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

The student is able to:
- Describe and apply de basic techniques used in muscle physiology and biochemistry in animal and human models
- Perform basic protein and RNA dosages
- Collect and analyze data sets
- Describe basic principles and cellular signaling pathways involved in the regulation of skeletal muscle energy metabolism, skeletal muscle homeostasis, skeletal muscle mechanobiology and skeletal muscle regeneration; dissect impacts of exercise/training on the mentioned topics
- Make the difference between acute and chronic cellular adaptations

The aim of the current course is to introduce the students into the acute and chronic responses of muscle fibers to contraction. Primary attention is focused on the role of mechanobiological principles, including defined cellular signalling pathways, in the adaptations of skeletal muscle towards mechanical stimulations, as induced by each single contraction. Secondary attention is focused on skeletal muscle energy metabolism and homeostasis, including, defined signaling pathways and regeneration mechanisms.

Previous knowledge

The student should have a strong knowledge in the fundamental physiological processes as well as in chemistry and biochemistry.

Previous knowledge credit contract:
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course :
- Bachelor in physical education and kinesiology
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Research Techniques in Exercise Physiology and Biochemistry (B-KUL-L09I0a)

2 ECTS : Lecture 26 Both termsBoth terms

Content

- Muscle protein extraction (hands-on)
- Protein determination and quantification (SDS poyacrylamide gel electrophoresis - hand-on and Western Blot - demonstration)
- Enzymatic fluorometric assays (demonstration)
- Muscle RNA extraction (hand-on)
- mRNA expression and quantification (Real Time-PCR - demonstration)
- Muscle fiber typing via immunofluorescent techniques (hands-on)
 

Course material

- Powerpoint presentations
- Video recordings from scientific websites
 

Format: more information

- classes need to be prepared before attendance
- active participation to the laboratory sessions
- reports
 

Cellular Physiology and Biochemistry (B-KUL-L09I1a)

3 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

The following issues are addressed during this course:

- Mechanobiology (basic principles, relation to exercise, role in muscle adaptations)

- Skeletal muscle metabolism (basic principles, relation to exercise, role in muscle adaptations)

- Skeletal muscle homeostasis/maintenance and myonuclear mechanics (basic principles, relation to exercise, role in muscle adaptations)

- Skeletal muscle regeneration mechanisms (basic principles, relation to exercise, role in muscle adaptations)

Course material

- Up-to-date review and original research articles in the field of sports nutrition, exercise physiology and effects of nutrition on muscle metabolism.
- Powerpoint presentations

 

Format: more information

Each student is made responsible to preparing a seminar addressing one of the issues in the table of content of the course. The seminar is prepared as an oral presentation with slides and consists of two parts:
1. A short summary of basic physiological and biochemical issues that are directly relevant to the topic of the seminar, and provide the necessary background for understanding of original research articles to be discusses in part 2 of the seminar
2. Two up-to-date original research articles relating to the content of the seminar

Courses are interactive in that students and course supervisor discuss the issues and articles presented in the seminar, and try to integrate the content of the different seminars.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: State of the art Research Topics in Muscle Physiology and Biochemistry: Part 1 (B-KUL-L28I9a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Paper/Project, Report, Presentation, Participation during contact hours
Learning material : None

Explanation

The final score (/20) is the sum of the following subunits:

- reports and exercises (written report 2-3 pages summarizing and explaining the basic ideas of the student PPT presentation topics [L09I1a]; written report 2-3 pages summarizing and explaining a defined research method [L09I0a]): /6 (each report: /3)

- powerpoint presentation: /4

- final examination: /10

Attendance to the classes is compulsory and will be taken into account in the final score (-1 per unfounded absence).

There will be a written exam in January for the OLA ‘L09I1a Cellular physiology and biochemistry’. In this course, the students have to give a short PPT presentation and to prepare a short written report on the PPT presentation. In the second semester the OLA ‘L09I0A Research techniques in exercise physiology and biochemistry’ will be evaluated by a written report on a defined research technique. There will be no exam in June.

In case of lacking report(s) and/or exercise(s), a "0" score will be attributed to this report/exercise and the lacking report(s) and/or exercise(s) will have to be submitted during the third examination session in case of a total score below 10/20 for the OPO.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

Information about retaking exams

- The deduction of points by unfounded absences is kept for the resit
- every subunits with a fail HAVE to be retaken during the resit. Subunits with a pass can be retaken during the resit (facultative).
 

ECTS Trainingsleer deel 2 (B-KUL-L09D4B)

5 studiepunten Nederlands 73 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Hespel Peter (coördinator) |  Helsen Werner |  Hespel Peter

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat:

- een voedingsschema op te stellen voor een recreatieve of competitieve sporter, rekening houdend met voedingssupplementen, sportdranken e.d.

- effecten van thermoregulatie op training in te schatten

- effecten van legale en illegale (doping) prestatieverbeterende middelen in te schatten

- overtraining te detecteren

- een hartslagregistratie uit te voeren en diepgaand te interpreteren en een elektronisch trainingsdagboek op te maken

- een trainingsplan op middellange termijn uit te werken volgens de principes van de klassieke periodiseringsmodellen (Matvejev).

- de theoretische modellen met betrekking tot periodisering in de teamsporten te vertalen naar de praktijk

- de periodisering in teamsporten uit te werken rekening houdend met de cardiovasculaire en musculoskeletale belasting

- de relatie te leggen tussen interne belasting, externe belasting, individuele karakteristieken, positieve en negatieve trainingsuitkomsten

- de bestaande technologiën kritisch te bespreken in functie van hun bruikbaarheid

- het trainingsproces kritisch te evalueren met behulp van bruikbare meettools voor verschillende onderdelen: externe belasting, individuele karakteristieken, interne belasting, trainingsuitkomsten (zie inhoudstafel)

 

 

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:

De student de verworven kennis in het domein van de inspanningsfysiologie algemene trainingsleer kan toepassen in de sportwetenschappelijke begeleiding van sporters en atleten in recreatieve of competitieve context.

Begintermen

De student moet een goede basiskennis hebben in de volgende domeinen: trainingsleer, inspanningsfysiologie en -biochemie, anatomie en biomechanica, en gezondheidleer.
De student heeft een passieve kennis van het Engels.

Beginvoorwaarden creditcontract:
De student is in het bezit van een van volgende diploma's:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
- Bachelor revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- Trainingsleer (bv. L00B3B)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Opvolgen van de trainings- en wedstrijdbelasting in intermitterende (team)sporten (B-KUL-L06L2a)

1.5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Theoretische achtergrond

  • Model of injury causation
  • Internal load – external load model
  • Workload – injury aetiology model
  • Training load monitoring framework

 

2.  Periodisering

  • Fitness – fatigue model
  • Acuut – chronische ratio
  • Interne belasting
  • Externe belasting
  • Training uitkomsten

 

3. Transitie van elitejeugd naar het eerste elftal

Studiemateriaal

Cursustekst

Toelichting werkvorm

College en opdracht

Load monitoring in de praktijk (opdracht die door elke student wordt uitgewerkt)

Op basis van vooropgestelde criteria met betrekking tot de interne en externe belasting worden in elke sport een aantal trainingen uitgewerkt (on-site) ifv intensieve en extensieve trainingsdoelstellingen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kleine wedstrijdvormen enerzijds en running drills zonder bal anderzijds.

Nadien wordt op basis van de bekomen GPS data geëvalueerd of de trainingsdoelstelling werd gehaald of niet:

Proces- versus produktevaluatie (wat leren we hieruit?)

  • Sleutelindicatoren

               - High speed, very high speed, sprinting

               - Acceleraties & deceleraties

               - COD

               - Player load

  • Hoe kan GPS gebruikt worden om de trainingsbegeleiding te faciliteren?
  • Hoe wordt de feedback best gerapporteerd naar de staf?

               - Dag-, week-, maand- en jaarrapporten

               - Individuele versus groepsfeedback

               - Welke zijn de minimale waarneembare verschillen

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen

Uithoudingstraining, voeding en metabolisme (B-KUL-L09D5a)

2.5 studiepunten : College 31 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In deze onderwijsleeractivitiet worden de volgende onderwerpen behandeld:
- Sportvoeding en sportdranken
- Voedingssupplementen
- Legale en illegale (doping) prestatieverbeterende middelen
- Thermoregulatie tijdens inspanning en effecten van sauna
- Hoogtestage en hypoxietraining
- Fysiologie, en preventie van overtraining
- Hulpmiddelen voor recuperatie: ijsbaden, compressiekousen, massage,...

Studiemateriaal

Cursustekst Bijzondere Vraagstukken Trainingsleer (P. Hespel)
- Powerpointpersentaties die gebruikt worden in de les worden ter beschikking gesteld via Toledo en maken integraal deel uit van de leerstof.

Toelichting onderwijstaal

In geval van aanwezigheid van Engelstalige studenten uit de opleiding RevaKi kunnen bepaalde hoorcolleges in het Engels gedoceerd worden.

Toelichting werkvorm

Volgen van de hoorcolleges en notities nemen als aanvulling bij de cursustekst

In geval van aanwezigheid van Engelstalige studenten uit de opleiding RevaKi kunnen bepaalde hoorcolleges in het Engels gedoceerd worden.

 

Uithoudingstraining plannen en opvolgen (B-KUL-L09D7a)

1 studiepunten : College 16 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

- Gebruik van een elektronisch trainingsdagboek
- Bepalen van trainingsgrenzen m.b.t. het uithoudingsvermogen
- Aspecten van hartfrequentie- en bloedlactaactmetingen als parameters van uithouding.
- Trainingsvoorschriften m.b.t. fitness en gezondheidsgerelateerd bewegen van specifieke groepen (kinderen, ouderen, vrouwen).

Studiemateriaal

Powerpoint presentaties

Toelichting werkvorm

· Volgen van de hoorcolleges en notities nemen als aanvulling bij de cursustekst
· Permanente beoordeling via oefeningen tijdens de hoorcolleges 
· Uitvoeren van een praktijkopdracht in verband met hartslagmeting

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Trainingsleer deel 2 (B-KUL-L29D4b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Voor het gedeelte uithoudingstraining, voeding en metabolisme wordt een gesloten boek examen ingericht waarbij de student moet kunnen aantonen dat hij de verworven kennis doelgericht kan toepassen in de context van fysieke activiteit en training. De vragen zijn aldus praktijkgericht en vergen dat de student bijvoorbeeld een concreet voedingsschema kan opmaken voor een marathonloper, weergeven welke voedingssupplementen mogelijk interessant zijn voor welke sporter, hoe je waarneemt of een atleet al dan niet overtraind is, enz.

 

Voor het gedeelte meten van uithouding en trainingsintensiteit wordt het examen verdeeld in 2 delen. In deel 1 moet de student aantonen dat hij in staat is om een hartslagmeter met software voor dataverwerking op PC, met inbegrip van het opmaken van een elektronisch trainingsdagboek, te gebruiken. Deel 2 omvat een gesloten boek examen waarbij de student moet kunnen aantonen dat hij de verworven kennis doelgericht kan toepassen in de context van fysieke activiteit en training. De vragen zijn aldus praktijkgericht en vergen dat de student bijvoorbeeld trainingszones moet kunnen afbakenen op basis van fysiologische metingen tijdens een veldtest of inspanningstest en specifieke adviezen moet kunnen formuleren voor uithoudingstraining bij jongeren, senioren en vrouwen.

 

Voor het gedeelte opvolgen van de trainings- en wedstrijdbelasting in intermitterende (team)sporten wordt het examen verdeeld in 2 delen. In deel 1 moet de student een taak maken waarbij hij/zij de keuze heeft om 1) een training uit te werken in functie van a priori bepaalde externe en interne belastingen, of 2) op basis van recente wetenschappelijke publicaties de monitoring van het trainingsproces te bespreken in functie van een specifieke sportdiscipline of doelgroepen/topics (zwangerschap, verouderingsproces,…). In beide gevallen wordt de taak voorgesteld aan de medestudenten via een ppt-presentatie. Deel 2 omvat een gesloten boek examen waarbij de student moet kunnen aantonen dat hij/zij de belangrijkste concepten en parameters kent met betrekking tot het monitoren en sturen van het trainingsproces en deze ook kan vertalen naar de praktijk. De verdeling tussen beide delen is 40% voor de taak en 60% voor het examen. Indien de opdracht niet ingediend is voor de deadline (Toledo), wordt een NA (Niet Afgelegd) toegewezen voor dat onderdeel, en dus ook voor het volledige OPO. Voor OLA (B-KUL-L06L2a) ‘Opvolgen van de trainings- en wedstrijdbelasting in intermitterende (team)sporten’ is er een verplichte aanwezigheid voor de 6 laatste lessen waarin de gastcolleges en de presentaties voor de studenten worden gepland.

 

De eindscore van het opleidingsonderdeel Trainingsleer Deel 2 is gebaseerd op de scores van de 3 onderwijsleeractiviteiten. De deelscores maken elk 1/3 uit van de eindscore. Hierbij worden de volgende rekenregels toegepast:

- minder dan 10/20: afronden naar beneden

- minder dan 10/20 en 3 onvoldoendes: rekenkundig gemiddelde -1

- boven 10/20: naar boven afronden vanaf .5 zonder onvoldoende

Indien een oefening niet afgewerkt is of een verslag niet ingediend werd, wordt een 0 toegewezen voor dat onderdeel.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Regeling m.b.t. de oefeningen en de opdrachten voor de derde examenperiode:

De oefeningen en/of opdrachten die een onvoldoende kregen, moeten opnieuw worden afgelegd. De oefeningen en/of opdrachten die een voldoende kregen hoeven niet opnieuw ingediend te worden. Echter, studenten die een hogere score nastreven kunnen dit uiteraard wel doen, zo niet behouden ze het punt uit de vorige zittijd.

ECTS Training en coaching van atleten met een handicap (B-KUL-L09H3A)

3 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- Het internationale sportlandschap voor atleten met een beperking te kaderen.
- Relevante evaluatiestrategieën voor topatleten met een beperking te selecteren, toe te passen, te analyseren en te interpreteren.
- Geïndividualiseerde en geperiodiseerde trainingsschema’s op te stellen voor atleten met een beperking.
- Fysieke, technische en tactische prestatie van atleten met een beperking te beoordelen en optimalisatiestrategieën te identificeren.
- Typische sportgeneeskundige aspecten bij atleten met een beperking te begrijpen en in te schatten.
- Standpunt in te nemen en te argumenteren betreffende belangrijke internationale kwesties zoals anti-doping en ‘technical boosting’.

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- Oog heeft voor de individuele mogelijkheden en noden van elke atleet.
- Een positief kritische attitude etaleert ten aanzien van topsport voor personen met een beperking.

Begintermen

Kennis
- De student kent de basisprincipes van de inspanningsfysiologie
- De student begrijpt de impact van beperking op prestatie
- De student kent de verschillende methoden om de fysieke en functionele mogelijkheden van personen met een beperking te evalueren
Attitude
- De student hanteert een positieve attitude t.o.v. normaal en pathologisch bewegen

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft volgende opleidingsonderdelen vooraf gevolgd of volgt ze gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
-Aangepaste bewegingsactiviteiten
- Algemene trainingsleer: deel 2
- Prestatiesportbegeleiding: deel 1
- Voeding en fysieke activiteit
- Sportcoaching met practicum

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L04I4A)


L04I4AL04I4A : Aangepaste bewegingswetenschappen


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching van atleten met een handicap (B-KUL-L09H3a)

3 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- Evaluatie van de fysieke en functionele mogelijkheden van atleten met een beperking d.m.v. labo- en veldtesten.
- Evaluatie van de technische en tactische prestatie van atleten met een beperking d.m.v. observatie en testing.
- Prestatie-optimalisatie bij atleten met een beperking: identificatie van en interactie tussen de verschillende prestatiebepalende factoren (toepassing van algemene principes van training en coaching op, en specifieke aandachtspunten bij atleten met een beperking).
- Aandachtspunten en risicofactoren van/tijdens (top)sport bij atleten met een beperking.

Enkele voorbeelden van specifieke topics:
De atleet met een beperking en:
- Reizen en mobiliteit
- Acclimatisatie (tijdzone, omgevingsfactoren)
- Wintersporten
- Mental training
- Voeding & voedingssupplementen
- Anti-doping
- “Technical boosting”

Studiemateriaal

Vanlandewijck Y.C. & Thompson W.R. The Paralympic Athlete, Handbook of Sports Medicine and Science, Wiley - Blackwell

Toelichting werkvorm

De studenten krijgen (wetenschappelijke) literatuur aangereikt als startpunt voor discussies. Deze teksten dienen voor de les gelezen te worden.
Als illustraties bij de lessen worden de studenten in kleine groepjes uitgenodigd om sporttechnische evaluaties van elite atleten met een beperking bij te wonen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching van atleten met een handicap (B-KUL-L29H3a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

Toelichting

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Prestatiesportbegeleiding deel 1 (B-KUL-L09H4A)

4 studiepunten Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Helsen Werner (coördinator) |  Helsen Werner |  Hespel Peter

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel is een specialisatie-opleidingsonderdeel binnen de afstudeerrichting Training en Coaching. Algemeen doel van het opleidingsonderdeel is om op basis van wetenschappelijke inzichten in de verschillende aandragende wetenschapsdomeinen de studenten een aantal vaardigheden bij te brengen die essentieel zijn binnen het domein van de prestatiesportbegeleiding.

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student:
- in staat om sportspecifieke diagnoses te stellen en advies te verstrekken aan de hand van computergestuurde ‘expertsystemen’ waarbij test- en meetgegevens worden verzameld via een trainingslogboek (biografie, antropometrische gegevens, trainingsvoorgeschiedenis en –omvang, en wedstrijdprestaties)
- in staat om diverse evaluatiemethoden en technieken te hanteren om sterkte/zwakte analyses uit te voeren in functie van een individuele screening.
- bekwaam om individuele en teamprestaties te obectiveren aan de hand van computergestuurde videosimulaties en computeranimaties (VideoCoach, ProZone, Dartfish).
- tot het opstellen en gebruiken van testbatterijen die prestatiebepalende factoren in kaart brengen tijdens ‘live’ wedstrijdsituaties of gesimuleerde testcondities
- bekwaam om bestaande videotechnologieën toe te passen die ‘live’ gespeelde wedstrijdprestaties vertalen in zinvolle rendementscoefficiënten
- in staat om toekomstige, theoretische wedstrijdprestaties te berekenen, rekening houdend met (tekorten in) de trainingsomvang, en met fysieke, technische en tactische karakteristieken

Begintermen

Begintermen
Kennis van de basisbegrippen uit het domein van de Biomechanica, het domein van Inspanningsfysiologie, het domein van het Motorisch leren en controle, uit het domein van de sportcoaching.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
-Algemene trainingsleer: deel 2
- Voeding en fysieke activiteit

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Prestatiesportbegeleiding deel 1: inspanningsfysiologie (B-KUL-L09H5a)

2 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De volgende inhoudelijke topics komen aan bod:
- Voeding en prestatie
- Luchtvervuiling en prestatie
- Bioritme en prestatie – jetlag
- Sauna, hammam, whirlpool
- Aërodynamica
- Heart rate variability
- Presteren in de hitte – acclimatisatie
- Tapering

Studiemateriaal

Powerpointpresentaties die gebruikt worden in de les worden ter beschikking gesteld via Toledo en maken integraal deel uit van de leerstof.

Capita selecta trainingsleer: motorisch leren en controle (B-KUL-L09H6a)

2 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De volgende inhoudelijke topics komen aan bod:

  • Het verwerven van expertise in de jeugd- en prestatiesport: recente onderzoekspublicaties
  • Perceptueel-cognitieve training; nieuwe technieken om het leerproces te versnellen en het trainingsproces te optimaliseren (web-based beslissingstraining, motorische inbeelding, transcraniale magnetische stimulatie)
  • Screening, doorstroming en integratie van talentvolle jeugdspelers in het professionele circuit
  • Prestatie-analyse en predictie vanuit diverse mathematische algoritmes en modellen (prestatiepredictie, blessurepredictie, overbelastingspredictie).
  • Het verwerken en presenteren van wetenschappelijk publicaties in de vorm van een journal club.

Studiemateriaal

Lesmateriaal wordt opgebouwd vanuit een aantal hoofdstukken uit handboeken en recente wetenschappelijke papers.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L03M6A : Capita selecta trainingsleer

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Prestatiesportbegeleiding: deel 1 (B-KUL-L29H4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk

Toelichting

1. Gedeelte inspanningsfysiologie (50%): gesloten boekexamen in de examenperiode.

2. Gedeelte motorisch leren en controle (50%), onderverdeeld in:

- 40%: gesloten boek examen
> via casusbespreking wordt gepeild naar de verworven inzichten en vaardigheden;
> via theoretische vraagstelling eveneens toepassing van aangereikte kennis geëvalueerd.

- 40% praktijkopdracht: begeleiden en adviseren van 2 atleten/spelers in hun sportdiscipline gedurende minstens 8 weken, en dit op vlak van prestatieverbetering en blessurepreventie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van moderne informatietechnologie.

- 20% literatuuropdracht: via een journal club wordt de student beoordeeld op het verwerken, presenteren en kritisch bespreken van recente sleutelpublicaties.

Om een finale score te verkrijgen, dienen alle onderdelen afgelegd te worden, zoniet wordt het opleidingsonderdeel als “niet afgelegd” (NA) beoordeeld. De rekenregels voor de scoreberekening worden op Toledo vermeld.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Binnen het gedeelte motorisch leren en controle worden de scores op de beide opdrachten behouden tijdens het herexamen. Alle andere onderdelen worden analoog geëxamineerd als in de junizittijd.

ECTS Seminarie en stage voetbal: deel 1 (B-KUL-L09H7B)

9 studiepunten Nederlands 126 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • op een professionele manier elite jeugdsporters en senioren te adviseren en te begeleiden
  • op zelfstandige basis de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema's om elite jeugdsporters optimaal voor te bereiden op wedstrijdsituaties
  • om elite jeugdsporters te begeleiden tijdens wedstrijdsituaties
  • als talentscout binnen een federatie/club te fungeren

 

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:

  • vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende media zoals video en PC bij het lesgeven
  • Kennismaakt met guest lectures, zelfstudie en peer instruction (mentors uit de Masters Programma)

Begintermen

Begintermen:

Sterk aanbevolen wordt om de opleidingsonderdelen 'Training en coaching voetbal' en 'Stage voetbal' gevolgd te hebben en in het bezit te zijn van een trainersdiploma Trainer B/UEFA B. Studenten die geen credit hebben verworven voor het opleidingsonderdeel ‘Stage voetbal’ uit de bachelor, moeten contact opnemen met de titularis van het opleidingsonderdeel ‘Seminarie en stage voetbal: deel 1’ voor een intakegesprek vooraleer zij kunnen toegelaten worden.

De student is reeds vertrouwd met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van (jeugdige) sporters en dit zowel op recreatief als op clubniveau. De student moet actief betrokken zijn geweest bij de begeleiding van (jeugdige) sporters en bij de organisatie van trainingen, (mini-)stages en wedstrijden op (jeugd)competitieniveau.

Beginvoorwaarden creditcontract
De student is in het bezit van het diploma:
- Bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
EN heeft het volgende opleidingsonderdeel vooraf gevolgd of volgt het gelijktijdig met dit opleidingsonderdeel:
- L02M2A: Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
- L04E0B: Voeding: gezondheids- en prestatie gerelateerde aspecten
- L08H7B: Sport coaching m.i.v. practicum, deel 1
- L02M6A: preventie door screening en training

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



STRENG(L04D7B) EN ( GELIJKTIJDIG(L08H7A) OF GELIJKTIJDIG(L08H7B) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(L09D4B) EN GELIJKTIJDIG(L06L0A) ) OF GELIJKTIJDIG(L02M2A) ) EN ( GELIJKTIJDIG(L01J5A) OF GELIJKTIJDIG(L02M6A) )


L04D7BL04D7B : Stage voetbal
L08H7AL08H7A : Sportcoaching m.i.v. practicum
L08H7BL08H7B : Sportcoaching m.i.v. practicum, deel 1
L09D4BL09D4B : Trainingsleer deel 2
L06L0AL06L0A : Krachttraining
L02M2AL02M2A : Trainingsleer: geavanceerde principes en toepassingen
L01J5AL01J5A : Musculoskeletale en cardiovasculaire preventie
L02M6AL02M6A : Preventie door screening en training


Identieke opleidingsonderdelen

L09H7A: Seminarie en stage voetbal: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Seminarie voetbal: deel 1 (B-KUL-L09H8a)

3 studiepunten : College 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het seminarie voetbal worden voetbalspecifieke thema's behandeld waarbij gepoogd wordt zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de voetbalrealiteit. Hierbij wordt aandacht besteed aan de begeleiding van talentvolle jeugdvoetballers op conditioneel, technisch, tactisch, en psychologisch vlak.

De volgende topics komen aan bod:
- Trainingen voorbereiden in functie van periodisering en specifieke doelstellingen (integratie van fysieke training in het voetbal)
- Geïntegreerde conditionele aspecten van elite jeugd CLUSK (U8 tot U16 j.).

- Geïntegreerde conditionele aspecten van senioren CLUSK
- Het aanwenden van hartslagmeters (en Team2 systeem) om trainingsbelasting te bepalen en d.m.v. analyse op te volgen.
- Uitvoeren van een uitgebreide scouting van een wedstrijd (fysiek, technisch, tactisch) en de resultaten hiervan vertalen naar geïndividualiseerde trainingen (ind/collectief)

- kritisch bespreken van verschillende opleidingsvisies (KBVB, Henk Mariman, OHL, RSCA, KRC Genk, etc.)
- Meten en evalueren van het prestatievermogen op een zelfstandige manier. Hierbij wordt sportspecifieke meetapparatuur aangewend.
- Trainingsvormen geven tijdens de practica van 3Ba (volgens opleidingsvisie KBVB)
- Training opbouwen van voetbalgerelateerde topics met integratie van Basics en Teamtactics zowel elite, jeugd als senioren zoals: 
- Uitwerken van voetbalgerelateerde topics zoals:

  • spelsystemen
  • fysieke periodisering
  • modern trends in football

 

Studiemateriaal

Als studiemateriaal wordt beroep gedaan op volgende handboeken:
- Helsen, W. (1996). Beter leren voetballen: een nieuwe kijk op theorie en praktijk, Leuven: Acco, 210 p.
- VTS-ppts trainer elite jeugd  voetbal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
- Een selectie van wetenschappelijke artikels in het domein van de trainings- en bewegingsleer toegepast op de sportdiscipline voetbal
- Van Winckel, J. (2006), Voetbalconditie: een praktische en wetenschappelijke benadering, Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Microteaching
Groepsdiscussies

Het grootste gedeelte van de thema's wordt door de betrokken lesgever gedoceerd. In de loop van het tweede semester dienen de studenten tevens een thema uit te werken, eerst theoretisch in het seminarie, vervolgens in de praktijksessie op het veld. In de loop van het academiejaar worden tevens een aantal gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals in het recente verleden het bezoek aan een aantal topclubs (RSC Anderlecht, FC Brugge, Nederlands trainingscentrum te Zeist, Frans trainingscentrum te Claire-Fontaine, KSK Lierse, KRC Genk). Dergelijke verplaatsingen worden telkens gekoppeld aan een thema dat aan bod komt in de seminaries.

Masterstage voetbal: deel 1 (B-KUL-L09H9a)

6 studiepunten : Stage 90 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Via de stage wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende aspecten van de sportieve begeleiding van prestatiesporters, zowel op het niveau van de sportclub als de federatie. De student zal tijdens de stage actief betrokken worden bij de begeleiding en coaching van prestatiesporters en elite jeugd bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau. Zodoende kan de student zich ten volle bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van prestatiesporters van alle leeftijden en vaardigheidsniveaus.
De stage bestaat uit een interne en externe zelfstandige stage onder begeleiding van een interne en externe stagebegeleider en wordt gespreid over het volledige academiejaar. Bij de externe stage participeert men als assistent-trainer onder leiding van de hoofdtrainer (= gekwalificeerde stagementor).

Interne zelfstandige stage:
- Trainingen topsportschool

Externe zelfstandige stage:
- Clubstage elite jeugd (U13 tot U16 j.) - een volledig voetbalseizoen
- federatiestage
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops, clinics

Studiemateriaal

Stagehandleiding
Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

Het takenpakket van de student met betrekking tot de stage bestaat uit volgende aspecten:
1. Planning en periodisering kennen van de volledige clubwerking (club, federatie)
2. Trainingen voorbereiden in functie van de periodisering en de specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
3. Scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een wedstrijdprestatie (fysiek, technisch, tactisch) en de resultaten hiervan vertalen naar uitgewerkte trainingen
4. Het aanwenden van hartslagmeters om de trainingsintensiteit te bepalen tijdens de verschillende fasen van een ganse competitie
5. Schets van de positie van de trainer, jeugdcoördinator, topsportcoördinator binnen de club of federale structuur.
6. Beschrijving van de clubstructuur (intern en binnen de federatie), beschrijving van de federale (topsport)structuur.
7. Interactieve sporten: samenwerking schetsen met jeugdcoördinator
8. Assisterende activiteiten tijdens weekstage (voorbereiding,  evaluatie, …)
9. Coördinatie trainingsactiviteiten (verloopt over een gans academiejaar)
10. Volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante de activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Seminarie en stage voetbal: deel 1 (B-KUL-L29H7b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Studenten die niet voldoen aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling “Niet Afgelegd” (NA) voor het opleidingsonderdeel.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

 

1. Op het einde van het 1e semester is er een openboekexamen tijdens de les over de literatuuropdracht (seminarie)

2. Op het einde van het academiejaar is er een open- en gesloten boekexamen over de leerstof van het ganse jaar.

3. De evaluatie van de stage bestaat uit:

  • Tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur op het einde van het eerste semester (voor de Kerstonderbreking)
  • Eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde academiejaar: mondelinge presentatie van de stage in de lessenreeks in aanwezigheid van stagetitularis(sen), externe stagebegeleider (indien beschikbaar), medestudenten

 

De eindscore is een samengesteld punt van de afzonderlijke scores gegeven door alle betrokkenen bij de deelstages. De eindscore kan enkel bepaald worden als elk van de 3 onderdelen werd afgelegd en aan de aanwezigheidsplicht werd voldaan, zo niet wordt de eindscore “niet afgelegd” (NA).

 

Bij onregelmatigheden of problemen bij de stage kan een sanctie opgelegd worden door de titularis van het opleidingsonderdeel. Deze sanctie kan bestaan uit extra weken/maanden stage om te bewijzen dat de student kan voldoen aan de eindtermen van het opleidingsonderdeel en de opleiding.

De student moet voldoen aan de bepalingen inzake aanwezigheidsplicht voor de verschillende OLA's om te kunnen deelnemen aan het examen.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

Toelichting bij herkansen

Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.

Studenten kunnen een herkansing krijgen voor onderdeel 3 op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):

- Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar een onvoldoende haalden op dit deel

- studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ behaalden tijdens de 1e examenkans

Studenten die wel slaagden voor de stage, maar niet voor onderdelen 1 en/of 2 herwerken dit vóór de start van de 3e examenperiode. In geval een voldoende werd behaald op het onderdeel 3 (stage), blijft dit punt behouden.

ECTS State of the art Research Topics in Biomechanics, Part 1 (B-KUL-L09I2A)

5 ECTS English 52 Both termsBoth terms Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

At the end the student is able to:
- comprehend, apply and adapt state of the art measurement techniques in biomechanics;
- apply these techniques in state of the art methodology related to human movement modeling and optimization.

This course contributes to the understanding of the interaction and interpretation of multi-parameter processes.

Previous knowledge

Basic knowledge of biomechanics of the musculoskeletal system.

Prerequisites credit contract
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course :
- Bachelor in physical education and kinesiology
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences
AND has taken courses (or takes courses simultaneously) on:
- Programming and automated signal analysis

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS(L08I3A)


L08I3AL08I3A : Programming and Automated Signal Analysis


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Research Techniques in Biomechanics (B-KUL-L09I3a)

2 ECTS : Lecture 26 Both termsBoth terms

Content

General principles on the use of computer aided measurement techniques are introduced with emphasis on quality assurance of data collection.
Measurement principles and techniques commonly used in Biomechanics are introduced and applied. These include: measurement of 3D motion of the human body, measurement of forces acting on the body, measurement of plantar pressure and measurement of muscle activity.
For each technique, commonly used processing techniques are introduced and data interpretation aspects are discussed.
Aspects of quality assurance and lab management are introduced.

Course material

Richards j, Biomechanics in Clinic and Research, Philadelphia:Churchil Livingstone.

Format: more information

Discussion in groups

Modeling and Optimizing of Human Movement (B-KUL-L09I4a)

3 ECTS : Lecture 26 Both termsBoth terms

Content

The aspects of the mechanical performance of the muscle, of body segments and of the total body will be discussed in the course. Attention will be drawn to
1) the transition of the knowledge based on mechanical properties of muscle and movement apparatus to the construction of a mathematical model,
2) validation& analysis of the behaviour of the model (e.g. sensitivity analysis),
3) optimization of the model and human movement in general. The theory will be applied to muscle performance, ergonomics and pathology (e. g. pathological gait).

Theoretical introduction is given to aspects of modeling, simulation and optimization.
Seminars, focused on one of the specific application areas and including the different aspects (construction, validation, optimization).

Course material

Biomechanics of the Musculo-skeletal System, B.M. Nigg and W. Herzog, Wiley.

Format: more information

Discussion in groups

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: State of the art Research Topics in Biomechanics: Part 1 (B-KUL-L29I2a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Report, Presentation
Learning material : Course material, Computer

Explanation

The students select the topic of a groups assignment. Under supervision, they collect and process the required data. The students discuss their findings. They present this in a written report as well as in an oral presentation. Individual participation to each of these elements is accounted for in the evaluation. Students should be involved in all elements.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

Information about retaking exams

Same tasks, but individually.

ECTS State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 1 (B-KUL-L09I5A)

5 ECTS English 52 Both termsBoth terms Cannot be taken as part of an examination contract
Albouy Genevieve (coordinator) |  Helsen Werner |  Swinnen Stephan |  N.

Aims

At the end of this course, the student is able to:
1. explain various research techniques and corresponding analytical methods pertaining to motor control and learning in his/her own words. This refers to the following methods: non-invasive brain stimulation (TMS + tDCS), neuroimaging (MRS, NIRS, (f)MRI), movement registration in a variety of effectors and analysis of kinematics and muscle activity, and eye-movement registration.
2. make a SWOT (Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats) analysis of the above mentioned research techniques and is able to compare these techniques.
3. determine which research techniques can be used most optimally (possibly in combination) as a function of  specific research questions in motor neuroscience.
4. identify the theoretical concepts and research paradigms commonly used in motor control and learning, and describe its potential applications.
5. evaluate and discuss the quality of a published scientific manuscript, convey his/her assessment to peers and guide discussion on this topic. The student is able to make a SWOT analysis of scientific papers.
 

Previous knowledge

Previous knowledge
- The student has basic knowledge about the principles of motor control and learning
- The student is familiar with basic software for entering data, managing files and producing graphical representations
- The student has the basic knowledge regarding research methodology in motor control and learning

Prerequisites credit contract
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course :
- Bachelor in physical education and kinesiology
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences

- Bachelor in engineering

- Bachelor in psychology
AND has taken courses (or takes courses simultaneously) on:
- Programming and automated signal analysis

 

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS(L08I3A)


L08I3AL08I3A : Programming and Automated Signal Analysis


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Research Techniques in Motor Control and Learning (B-KUL-L09I6a)

3 ECTS : Practical 32 First termFirst term

Content

The following topics will be covered during this course:
- Movement registration in a variety of effectors and analysis of kinematics and muscle activity
- Principles and analyses of neuroimaging techniques: structural and functional
- Principles and analyses of non-invasive brain stimulation techniques
- Eye-movement recording techniques and integrated eye and hand recording
- Motor learning paradigms: adaptation, sequencing, coordination learning
 

Course material

Handouts
PPT-presentations via Toledo
Texts made available via Toledo
 

Format: more information

Theory and practical courses
Hands-on computer skills
Data management skills (acquisition, reduction, processing)

Research Seminars in Motor Control and Learning (B-KUL-L09I7a)

2 ECTS : Lecture 20 Second termSecond term

Content

Critically discuss research articles focusing on techniques which have been addressed in the first term.

Course material

Handouts

Texts and course notes on Motor control and learning

Research articles

Format: more information

Weekly assignments and discussions
Various research articles will be discussed per class. One student will prepare a detailed presentation and all students will take part in critical discussions.
All students are expected to read and critically review each research article.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: State of the art Research Topics in Motor Control and Learning: Part 1 (B-KUL-L29I5a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Presentation, Participation during contact hours

Explanation

Partial assessment with one exam during the first examination period (January-L09I6a) and a second exam during the second examination period (June-L09I7a).

Description evaluation first examination period (January):
a. 100% written exam
Part will be held in English


Description evaluation second examination period (June):
a. 20%: practice sessions
b. 30%: presentation
c. 50%: written exam
Parts a,b and c will be held in English

There is a compulsory attendance for the classes (80% presence).
In order to receive a score, all elements need to be completed. If not, the overall evaluation of the course is ‘not completed’ (NA).

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

Information about retaking exams

Scores on practice sessions and presentations will be retained. There will be no opportunity to re-do the presentation. During the 2nd exam opportunity, the students are provided with the opportunity to retake part a (written exam) of the first term and/or part c (written exam) of the second term. The students only need to retake the exam for which they obtained an insufficient score (<10). The students are not required to retake all parts (part a of the first term and part c of the second term).  

ECTS Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage (B-KUL-L09I8A)

7 studiepunten Nederlands 144 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L05I1A)


L05I1AL05I1A : Masterproef lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen: deel 1


Identieke opleidingsonderdelen

L09I8B: Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage (B-KUL-L09I8a)

7 studiepunten : Stage 144 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert een onderzoeksstage uit in in dezelfde onderzoeksgroep waarin de masterproef wordt uitgevoerd. De stagebegeleider moet de promotor van de masterproef zijn. De student participeert in de onderzoekswerking als een junior researcher. De student werkt actief mee in lopend onderzoek en de verschillende fases in opzet, uitvoering en rapportering van onderzoek.  De student houdt een lab-logboek bij en rapporteert over het onderzoekswerk tijdens de onderzoeksstage tijdens de seminaries.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Biomedisch onderzoek in de bewegingswetenschappen: onderzoeksstage (B-KUL-L29I8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

ECTS State of the Art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 2 (B-KUL-L09I9A)

3 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

The goal of this course is:   
- to provide students with theoretical and practical information about the most effective ways to collect, score, and interpret data of physical activity, physical fitness and health (related parameters), for research purposes.  
- to provide students with information about the relationships between physical activity, physical fitness and health.

At the end of this course the student:
- is able to critically review and apply different methods to collect, score and interpret data of physical activity / sedentary behavior assessment, as well as the assessment of physical fitness and health parameters
- is able to explain and interpret the different (epidemiological) correlates between physical (in)-activity, fitness and health

Previous knowledge

The student should have knowledge of basic knowledge in kinantropometry, developmental kinesiology, pathology and research methods in kinesiology.

Prerequisites credit contract:
Students with one of the following degrees are allowed to follow this course :
- Bachelor in physical education and kinesiology
- Bachelor in rehabilitation sciences and physiotherapy
- Bachelor in medicine
- Bachelor in biomedical sciences
- Bachelor in pharmaceutical sciences
AND has taken courses (or takes courses simultaneously) on:
- State of the art research topics in epidemiology and genetic epidemiology - part 1 AND
- Research methods and advanced issues in research in biomedical kinesiology

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their programme:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

 

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS(L08I6A) AND SIMULTANEOUS(L08E0B)


L08I6AL08I6A : State of the art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 1
L08E0BL08E0B : Data Analysis in Movement Sciences: Multivariate Biomedical Research Topics


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Epidemiology of Physical Activity, Fitness and Health (B-KUL-L09I9a)

3 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

- Measurement and analysis issues for physical activity assessment

- Measurement and analysis issues for physical fitness assessment

- The study of relationships between physical (in)activity, and disease, health related risk factors and other concerns (e.g. mental health)

- The study of the distribution and determinants of physical activity and physical fitness in a population

- The study how physical activity and physical fitness can be altered

-  The study how physical activity can be promoted to enhance people’s quality of life

Course material

Handbook, recent international state-of-the-art publications, up-to-date review manuscripts, manuals, software programs

Format: more information

Students will have:

- to read selected chapters of the handbook, recent international state-of-the-art publications, up-to-date review manuscripts that will be discussed in the courses. 
- to make notes during the courses.
- to present and discuss some research topics, papers

- to become familiar with different measurement devices (physical activity and physical fitness)

- to carry out fieldwork

- to perform statistical analyses

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: State of the Art Research Topics in Epidemiology and Genetic Epidemiology: Part 2 (B-KUL-L29I9a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Report, Presentation, Participation during contact hours, Written
Type of questions : Open questions
Learning material : Course material

Explanation

Chapters from the handbook, state-of-the-art articles and review manuscripts that have been discussed in both theoretical and practical sessions represent the material to be studied and evaluated during an open book exam. This exam takes place in the examination period and is planned by the instructor of the course together with the students.

The final score also accounts for the quality of oral presentations and/or written reports
Students who have not presented or have not made a written report, get ‘not completed (‘NA’) as the final score.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

ECTS Stage in het bewegingsonderwijs: deel 1 (B-KUL-L09K3A)

13 studiepunten Nederlands 34 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De doelstellingen van de stage in Masterfase 1 en Masterfase 2 zijn gericht op het ontwikkelen van de decretaal bepaalde lesgeefcompetenties en attitudes (cfr. Lerarendecreet) op het micro- en meso/macrovlak specifiek gericht op het vak lichamelijke opvoeding.

De student verwerft een professionele lesgeefdeskundigheid vertrekkende vanuit wetenschappelijk gefundeerde referentiekaders en evidence-based curriculaire -en instructiemodellen voor Lichamelijke Opvoeding.

Voor Stage in het Bewegingsonderwijs: deel 1 houdt dit onderstaande leerresultaten in:

Op het einde van het opleidingsonderdeel kan de student:
- een krachtige leeromgeving creëren afgestemd op de beginsituatie van de leerlingen
- gefundeerde doelstellingen kiezen en formuleren conform leerplannen en vakconcept
- gepaste leerinhouden selecteren, structureren en vertalen in leeractiviteiten
- geschikte onderwijsleermiddelen en werkvormen selecteren, uitwerken en doeltreffend gebruiken
- het onderwijsleerproces van leerlingen evalueren
- een motivationeel klas- en leerklimaat creëren voor de leerlingen
- eigen functioneren evalueren
- eigen handelen met anderen bespreken
- overleggen en samenwerken met externen (o.a. binnen een vakgroep en een schoolteam)

Begintermen

De student heeft voldoende vakinhoudelijke kennis en vaardigheden met betrekking tot de bewegingsgebieden die relevant zijn voor het bewegingsonderwijs (o.a. gymnastiek, ritmiek, atletiek, zwemmen, terugslagspelen, doelspelen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden opgenomen met een examen- of creditcontract.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( STRENG(L01C6B) OF STRENG(L05O0A) ) EN ( STRENG(L06D9A) OF STRENG(L05O4A) ) EN GELIJKTIJDIG(O0C07A) EN ( GELIJKTIJDIG(O0C00B) OF GELIJKTIJDIG(O0B00A) )


L01C6BL01C6B : Didactiek in de bewegingsactiviteiten
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L06D9AL06D9A : Sport- en bewegingspedagogie
L05O4AL05O4A : Levenslang bewegen vanuit pedagogisch-didactisch perspectief
O0C07AO0C07A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding
O0C00BO0C00B : Leren en onderwijzen
O0B00AO0B00A : Leren en onderwijzen


Identieke opleidingsonderdelen

O0C21B: Stage lichamelijke opvoeding: deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage in het bewegingsonderwijs: deel 1 (B-KUL-L09K3a)

13 studiepunten : Stage 34 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student loopt stage in onderwijsniveaus waar ze onderwijsbevoegdheid hebben. De stage beoogt de ontwikkeling van vaardigheden, kennis, inzichten en attitudes waarover de beginnende leraar moet beschikken volgens het lerarendecreet en dit zowel op micro-, meso- als op macro-niveau.

Concreet zal de student een aantal observatietaken, lesgeeftaken met geïntegreerde microtaken, meso- en macrotaken uitvoeren. De omvang en inhoud van de opdrachten en activiteiten staan beschreven in de stagehandleiding die ter beschikking wordt gesteld via TOLEDO.

De stage wordt uitgevoerd in een secundaire school. De student wordt gestimuleerd om lesgeefervaring op te doen in verschillende onderwijstypes (ASO, TSO, KSO). De stage omvat zowel activiteiten op het microvlak (+/- 300u studiebelasting), op het meso/macrovlak (+/- 50u studiebelasting) en begeleiding en verwerking (+/- 50u studiebelasting).

MICROVLAK
Op het microvlak worden de lesgeeftaken van de leraar LO behandeld van plannen, uitvoeren tot evalueren van de onderwijsleeractiviteiten met speciale aandacht voor de competenties planning, instructie, management, evaluatie, interpersoonlijke vaardigheden en kritische reflectie.

Concrete leeractiviteiten op microvlak:
- Observeren van de lessen van de stagementor-vakleraar (minimaal 10u)
- Lesvoorbereidingen maken
- Zelf lesgeven in aanwezigheid van de stagementor (minimaal 24u)
- Interviews, reflectie- en coachinggesprekken met stagementor, supervisor en medestudenten
- Specifieke didactische opdrachten zoals het ontwikkelen van instructiemateriaal

MESOVLAK
Op het mesovlak leert de student de verschillende relatievelden in en buiten de schoolcontext kennen en leert de student te participeren in extracurriculaire activiteiten.

Concrete leeractiviteiten op mesovlak:
- Actief bijwonen van vergaderingen (klasseraad, oudercontact, vakgroep, ...)
- Participeren en organiseren van extracuriculaire bewegingsactiviteiten en initiatieven, vakoverschrijdende schoolprojecten, ...
- Participeren in nascholingsactiviteiten

MACRO LEVEL
Op het macrovlak wordt van de student-leraar verwacht voloende nieuwsgierig te zijn naar evoluties in het onderwijskundig denken en bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen en te volgen.

Het individuele leerproces wordt in een stageportfolio gedocumenteerd.

Studiemateriaal

Stagehandleiding (Toledo)
Decretaal vastgelegde eindtermen lichamelijke opvoeding (2de en 3de graad secundair onderwijs)
Leerplannen lichamelijke opvoeding 2de en 3de graad secundair onderwijs
Selectie van praktijkboeken en wetenschappelijke artikels in het bewegingsonderwijs
Behets D. (2011) Didactiek van het bewegingsonderwijs. Acco.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage in het bewegingsonderwijs: deel 1 (B-KUL-L29K3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets

Toelichting

De stage wordt geëvalueerd d.m.v. beoordeling van het portfolio, in combinatie met het lesbezoek. De evaluatiecriteria zijn: didactische kwaliteit van de stage-activiteiten; kwaliteit van de reflectie in het portfolio en mate waarin de student feedback integreert in zijn handelen. Er wordt een globaal oordeel uitgesproken, rekening houdend met de wijze waarop de student zich profileert op elk van de criteria.

De student kan enkel slagen voor dit opleidingsonderdeel indien 34u stage (10u observatie en 24u zelf les geven) (bewijs via aanwezigheidsformulier) werden voltooid en het stageportfolio tijdig werd ingeleverd.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Stage in het bewegingsonderwijs: deel 2 (B-KUL-L09K4A)

13 studiepunten Nederlands 34 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De doelstellingen van de stage in Masterfase 1 en Masterfase 2 zijn gericht op het ontwikkelen van de decretaal bepaalde lesgeefcompetenties en attitudes (cfr. Lerarendecreet) op het micro- en meso/macrovlak specifiek gericht op het vak lichamelijke opvoeding.

De student verwerft een professionele lesgeefdeskundigheid vertrekkende vanuit wetenschappelijk gefundeerde referentiekaders en evidence-based curriculaire -en instructiemodellen voor Lichamelijke Opvoeding.

Voor Stage in het Bewegingsonderwijs: deel 2 houdt dit de onderstaande leerresultaten in in.

Op het einde van het opleidingsonderdeel kan de student op autonome wijze:
- een krachtige leeromgeving creëren afgestemd op de beginsituatie van de leerlingen
- gepaste leerinhouden selecteren, structureren en vertalen in leeractiviteiten conform de leerdoelen
- complexere en innovatieve onderwijsleermiddelen en werkvormen selecteren, uitwerken en doeltreffend gebruiken
- het onderwijsleerproces van leerlingen evalueren en stappen te ondernemen tot differentiatie en remediëring
- een motivationeel klas- en leerklimaat creëren voor de leerlingen
- eigen functioneren evalueren en gefundeerd bijsturen met het oog op levenslang leren
- eigen handelen met anderen bespreken
- overleggen en samenwerken met externen (o.a. binnen een vakgroep en een schoolteam)

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden opgenomen met een examen- of creditcontract.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



NIVEAU( BACHELOR ) EN SOEPEL (L09K3A)


L09K3AL09K3A : Stage in het bewegingsonderwijs: deel 1


Identieke opleidingsonderdelen

O0C22C: Stage lichamelijke opvoeding: deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage in het bewegingsonderwijs: deel 2 (B-KUL-L09K4a)

13 studiepunten : Stage 34 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student loopt stage in onderwijsniveaus waar ze onderwijsbevoegdheid hebben. De stage beoogt de ontwikkeling van vaardigheden, kennis, inzichten en attitudes waarover de beginnende leraar moet beschikken volgens het lerarendecreet en dit zowel op micro-, meso- als op macro-niveau.

Concreet zal de student een aantal observatietaken, lesgeeftaken met geïntegreerde microtaken, meso- en macrotaken uitvoeren. De opdrachten en activiteiten staan beschreven in de stagehandleiding die ter beschikking wordt gesteld via TOLEDO.

De stage wordt uitgevoerd in een secundaire school. De student wordt gestimuleerd om lesgeefervaring op te doen in verschillende onderwijstypes (ASO, TSO, KSO). De stage omvat zowel activiteiten op het microvlak (+/- 300u studiebelasting), op het meso/macrovlak (+/- 50u studiebelasting) en begeleiding en verwerking (+/- 50u studiebelasting).

MICROVLAK
Op het microvlak worden de lesgeeftaken van de leraar LO behandeld van plannen, uitvoeren tot evalueren van de onderwijsleeractiviteiten met speciale aandacht voor de competenties planning, instructie, management, evaluatie, interpersoonlijke vaardigheden en kritische reflectie.

Concrete leeractiviteiten op microvlak:
- Observeren van de lessen van de stagementor-vakleraar (min. 10u)
- Lesvoorbereidingen maken
- Zelf lesgeven in aanwezigheid van de stagementor (min. 24u)
- Interviews, reflectie- en coachinggesprekken met stagementor, supervisor en medestudenten
- Specifieke didactische opdrachten zoals het ontwikkelen van instructiemateriaal

MESOVLAK
Op het mesovlak leert de student de verschillende relatievelden in en buiten de schoolcontext kennen en leert de student te participeren in extracurriculaire activiteiten.

Concrete leeractiviteiten op mesovlak:
- Actief bijwonen van vergaderingen (klasseraad, oudercontact, vakgroep, ...)
- Participeren en organiseren van extracuriculaire bewegingsactiviteiten en initiatieven, vakoverschrijdende schoolprojecten, ...
- Participeren in nascholingsactiviteiten

De student wordt gevraagd om te focussen op mesotaken die nog niet aan bod zijn gekomen in Stage in het Bewegingsonderwijs: deel 1.

MACRO LEVEL
Op het macrovlak wordt van de student-leraar verwacht voloende nieuwsgierig te zijn naar evoluties in het onderwijskundig denken en bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen en te volgen.

Het individuele leerproces wordt in een stageportfolio gedocumenteerd.

Studiemateriaal

Stagehandleiding (Toledo)
Decretaal vastgelegde eindtermen lichamelijke opvoeding( 2de en 3de graad secundair onderwijs)
Leerplannen lichamelijke opvoeding 2de en 3de graad secundair onderwijs
Selectie van praktijkboeken en wetenschappelijke artikels in het bewegingsonderwijs
Behets D. (2011) Didactiek van het bewegingsonderwijs. Acco.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage in het bewegingsonderwijs: deel 2 (B-KUL-L29K4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets

Toelichting

De stage wordt geëvalueerd d.m.v. beoordeling van het portfolio, in combinatie met het lesbezoek. De evaluatiecriteria zijn: didactische kwaliteit van de stage-activiteiten; kwaliteit van de reflectie in het portfolio en mate waarin de student feedback integreert in zijn handelen. Er wordt een globaal oordeel uitgesproken, rekening houdend met de wijze waarop de student zich profileert op elk van de criteria.

De student kan enkel slagen voor dit opleidingsonderdeel indien 34u stage (10u observatie en 24u zelf les geven (bewijs via aanwezigheidsformulier) werden voltooid en het stageportfolio tijdig werd ingeleverd.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages.

 

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Leren en onderwijzen (B-KUL-O0A01A)

5 studiepunten Nederlands 15 Eerste semesterEerste semester
Elen Jan (coördinator) |  Elen Jan |  Van Dooren Wim |  Verschaffel Lieven |  N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel wordt in 2020-2021 voor het laatst gedoceerd. De specifieke lerarenopleidingen waarin dit opleidingsonderdeel voorkomt zijn eveneens uitdovend. Meer informatie is hier terug te vinden.


Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap en  de schoolorganisatie, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren

 

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze in staat zijn hun eigen leerproces te sturen en dat ze geïnteresseerd zijn om vanuit een wetenschappelijk oogpunt en voortbouwend op de eigen ervaringen op zoek te gaan naar de variabelen (en hun interrelaties) die het onderwijsleerproces bepalen en vorm geven.

Identieke opleidingsonderdelen

O0A17B: Leren en onderwijzen
O0C32A: Didactische competentie algemeen
O0A92A: Leren en onderwijzen
O0D43A: Didactische competentie algemeen
O0D44A: Didactische competentie algemeen
O0D45A: Didactische competentie algemeen
O0D46A: Didactische competentie algemeen
O0D47A: Didactische competentie algemeen
O0D48A: Didactische competentie algemeen
O0D49A: Didactische competentie algemeen
O0D50A: Didactische competentie algemeen
O0D51A: Didactische competentie algemeen
O0D52A: Didactische competentie algemeen
O0D53A: Didactische competentie algemeen
O0D54A: Didactische competentie algemeen
O0D55A: Didactische competentie algemeen
O0D56A: Didactische competentie algemeen
O0D57A: Didactische competentie algemeen
O0D58A: Didactische competentie algemeen
O0E10A: Didactische competentie algemeen
HOL04A: Leren en onderwijzen
Y00592: Leren en onderwijzen
O0B49A: Leren en onderwijzen
O0C00B: Leren en onderwijzen
O0B00A: Leren en onderwijzen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren en onderwijzen (B-KUL-O0A01a)

5 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

 In Leren en onderwijzen komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau.

Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs);
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Toelichting werkvorm

Voor elke module wordt op Toledo een informatiepakket ter beschikking gesteld. Dat bestaat uit een cursustekst, informatie over onderzoek, informatie over een praktijkcasus.

Studenten bestuderen deze informatie en worden daarin begeleid via afstands- en contactonderwijs. De concrete modaliteiten worden aangepast aan de mogelijkheden op de verschillende vestigingsplaatsen en de noden van de studenten.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0A17B : Leren en onderwijzen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren en onderwijzen (B-KUL-O2A01a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over de zeven modules af te werken.

 

 

 

 

ECTS Burgerschapsvorming (B-KUL-O0A51A)

4 studiepunten Nederlands 14 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen |  Isac Maria Magdalena (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Het opleidingsonderdeel 'Burgerschapvorming' behandelt de verschillende dimensies van burgerschap en de opdracht die instellingen en verenigingen in de maatschappij opnemen met het oog op het bevorderen van het burgerschapsidee. Daarbij wordt gefocust op enkele actoren die aan burgerschapsvorming doen: scholen, de media, ouders, de politiek, en verengingen. Studenten krijgen inzicht in de mogelijkheden en de beperkingen van politieke en maatschappelijke vorming in elk van de onderzochte settings.

*

Collegereeks waarin de studenten inzicht krijgen in de resultaten van wetenschappelijke studies over burgerschapsvorming, en zo inzicht verwerven in de mogelijkheden en beperkingen van de diverse facetten van de politieke sociologie en burgerschapsvorming in het bijzonder. 

Begintermen

Studenten zijn op de hoogte van de actuele maatschappelijke problemen, en hebben interesse voor de samenlevingsopbouw in het bijzonder. Een vertrouwdheid met de algemene didactische en vakdidactische principes is een pluspunt.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Burgerschapsvorming (B-KUL-O0A51a)

4 studiepunten : College 14 Tweede semesterTweede semester
Claes Ellen |  Isac Maria Magdalena (plaatsvervanger)

Inhoud

In deze cursus wordt er vertrokken van de inzichten uit de politieke sociologie en de onderwijssociologie. Het belang van het ‘opvoeden tot burgerschap’, van politieke participatie in het algemeen en van de rol van de verschillende soorten politieke socialisatoren wordt geanalyseerd. Dit gebeurt aan de hand van de belangrijkste hedendaagse auteurs en resultaten van recente cross-nationale en nationale onderzoeksprojecten. Op die manier wordt een referentiekader opgebouwd waarmee de toetsing met de empirie wordt aangegaan. Daarbij focussen we heel specifiek op vijf verschillende actoren: scholen, de media, ouders, de politiek, en verenigingen. 

In burgerschapsvorming wordt aandacht besteed aan de leraar als onderdeel van het burgerschapsvormend proces op scholen. Via het gebruik van verschillende werkvormen en het verzorgen van een les/presentatie gaan de studenten ook zelf aan de slag met burgerschapsvorming bij jongeren. 

 

 

Studiemateriaal

Selectie van artikels uit de internationale en nationale literatuur en slides beschikbaar via toledo

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges. Mogelijk via blended learning. De precieze uitwerking van de blended learning hangt af van de grootte van de studentengroep. Meer informatie is beschikbaar via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Burgerschapsvorming (B-KUL-O2A51a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. De evaluatie omvat een schriftelijk examen enerzijds en opdrachten tijdens het semester (o.a. groepswerk, presentatie) anderzijds. De specifieke modaliteiten worden tijdig meegedeeld via Toledo en tijdens de colleges.

Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht. Er wordt 10 % van het eindcijfer afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Toelichting bij herkansen

Er is enkel een herkansing voor het schriftelijk examen, niet voor de groepsopdracht.

ECTS Doelgerichte communicatie en taakgericht werken met groepen in het onderwijs (B-KUL-O0A53B)

3 studiepunten Nederlands 26 Niet ingerichtNiet ingericht
N.

Doelstellingen

Opgelet: Dit opleidingsonderdeel wordt niet meer aangeboden vanaf 2020-2021.

Aan het eind van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om :

  • inzicht te hebben in de belangrijkste modellen die de praktijk van doelgerichte communicatie, taakgericht werken met groepen en taakgericht werken in groepen effectief ondersteunen.
  • de basisdimensies en -processen van een op vorming en leren gerichte groep te gebruiken.
  • begeleidingstaken in groepen uit het onderwijsveld te herkennen.
  • begeleidingstaken en groepswerk te hanteren.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op het opleidingsonderdeel 'Leren en onderwijzen'.

Identieke opleidingsonderdelen

O0C02A: Interpersoonlijke vaardigheden in het onderwijs van de gezondheidswetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doelgerichte communicatie en taakgericht werken met groepen in het onderwijs (B-KUL-O0A53a)

3 studiepunten : College 26 Niet ingerichtNiet ingericht
N.

Inhoud

1. Communicatieprincipes

  • Begrippenkaders communicatie
  • Doelgerichte communicatie


2. Werken met groepen

  • Begrippenkaders en groepswerkmodellen
  • Het vormingsproces in de taakgerichte groep
  • Begeleidingstaken in taakgerichte groepen
  • Projectonderwijs (als voorbeeld)


3. Werken in groepen

  • Team en teamontwikkeling

Studiemateriaal

  • Dekeyser, L. en Verclyte, G. (2003). Klasmanagement. Methodisch werken met de klas als groep. (Cahiers voor didactiek nr. 16.) Mechelen: Wolters - Plantyn, 124 pp.
  • Artikelenbundel.

Toelichting werkvorm

  • Een afwisseling van overdrachts- en interactiemethoden
  • Begeleide zelfstudie van artikels
  • Groepspresentaties en groepsoefeningen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doelgerichte communicatie en taakgericht werken met groepen in het onderwijs (B-KUL-O2A53b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

- Evaluatievorm: 
Videoles/presentatie: studenten worden ad random in groepen ingedeeld. Deze groepen geven gedurende het jaar een (gezamenlijk voorbereide) videoles over de leerstof aan hun medestudenten.

Paper: studenten schrijven gedurende het jaar aan een paper met 10 verantwoorde inzichten uit 20 thema's die les per les worden opgebouwd. In de paper verwerkt de student zijn/haar inzichten tot individuele handelingsplannen voor hem/haar als professionele klasmanager, gebaseerd op de eigen leerstijl, de eigen leservaringen en ondergedompeld in het eigen vakdomein.

- Beoordeling:
De videoles/presentatie wordt op 10 punten gescoord; er wordt een peerassessment georganiseerd binnen de groep om het individuele punt te bepalen.

De paper wordt op 20 gescoord.

Het punt op 30 wordt herleid tot een punt op 20.

- Voorwaarden

Deelname aan alle videolessen/presentaties is verplicht. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA, wat in de puntentelling neerkomt op 0/10.

De indiendeadline voor de paper wordt via Toledo bekend gemaakt.  Wanneer de inleveringstermijn van de paper niet wordt gerespecteerd, wordt het werkstuk beschouwd als niet-ingeleverd (NA), wat in de puntentelling neerkomt op 0 voor de opdracht

Toelichting bij herkansen

Er is enkel een herkansing mogelijk voor de paper, niet voor het gedeelte videoles/presentatie. De score voor de videoles/presentatie wordt overgedragen naar de septemberzittijd.

ECTS Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O0A55A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Na het voltooien van dit OPO kan de student:

  • inleidende kennis van de aspecten van de psychologie van jongeren (en hun leefwereld) die relevant zijn voor beginnende leraren aantonen. Het gaat hierbij om die jongeren waarmee universitair gevormde leraren in contact komen in het secundair onderwijs.

Begintermen

Naast de algemene begintermen die gelden voor de Specifieke Lerarenopleiding (SLO), zijn er geen specifieke begintermen voor dit opleidingsonderdeel. Studenten moeten enkel in staat zijn (en daartoe bereid zijn) om over hun eigen functioneren als toekomstige leraren te reflecteren en indien nodig hun pedagogisch handelen bij te sturen, op basis van hun kennis over de adolescentieperiode waarin hun leerlingen zich bevinden.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O0A55a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Als algemene achtergrond worden de gevolgen beschreven van de voornaamste veranderingen die zich in de vroege adolescentie (zogenaamde puberteit) voordoen op biologisch vlak. Samen met de ontwikkelingen op cognitief en sociaal vlak leiden deze veranderingen ertoe dat de jongere nieuwe mogelijkheden in zichzelf gaat ontdekken. De relatie met de ouders gaat een andere vorm aannemen, terwijl de relaties met leeftijdgenoten een grotere intensiteit en een grotere diepgang krijgen. De vorming van de eigen identiteit, die de voornaamste opgave vormt in de adolescentieperiode en meteen het sluitstuk van de genoemde ontwikkelingen, wordt toegelicht. Daarna worden enkele vormen van zogenaamd internaliserend probleemgedrag (bv. depressie, suicide en anorexie) en van externaliserend probleemgedrag (bv. druggebruik en delinquentie) bij jongeren besproken, voor zover een leraar daar mee geconfronteerd kan worden.
Tenslotte wordt kort aangegeven welke vormen van psychologische hulpverlening gehanteerd worden bij adolescenten met ernstige problemen. Dit overzicht moet beginnende leraren helpen om door te verwijzen naar de geschikte personen en instanties die dergelijke gespecialiseerde hulp aanbieden.

Studiemateriaal

Slot, W. & Van Aken, M. (Red.) (2013). Psychologie van de adolescentie (25ste druk). Baarn: ThiemeMeulenhoff. (ISBN 978 90 06 95142 4) (Verkrijgbaar bij Acco)

Toelichting werkvorm

Omdat de meeste studenten in de SLO-opleiding nog geen inleidend opleidingsonderdeel in de psychologie gevolgd hebben, wordt dit opleidingsonderdeel 'Psychologie voor niet-psychologen' aangeboden onder de vorm van een reeks klassieke hoorcolleges (contactonderwijs). Alle PowerPoint slides die tijdens deze contactmomenten gebruikt worden, zijn vooraf ter beschikking op het elektronisch leerplatform TOLEDO.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O2A55a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.

ECTS Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-O0A56A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Gadeyne Els (coördinator) |  Baeyens Dieter |  Jansen Dorien (plaatsvervanger) |  Ghesquière Pol |  Gadeyne Els (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Aan het eind van dit opleidingsonderdeel :

  • heeft de student zicht op een aantal frequent voorkomende leer- en gedragsproblemen die zich kunnen voordoen in het secundair onderwijs.
  • is de student sensitief om deze problemen (vroegtijdig) te identificeren in de dagelijkse onderwijspraktijk.
  • heeft de student kennis over verschillende interventiemogelijkheden die er bestaan binnen de onderwijscontext en hun inbedding in het brede veld van de jeugdhulpverlening. In het bijzonder is hij op de hoogte van zinvolle en efficiënte interventies voor leerkrachten en scholen wanneer ze met leer- of gedragsproblemen worden geconfronteerd.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op een thema uit het vak 'Leren en onderwijzen'.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-O0A56a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Baeyens Dieter |  Jansen Dorien (plaatsvervanger) |  Ghesquière Pol |  Gadeyne Els (plaatsvervanger)

Inhoud

Een aantal relevante leer- en gedragsproblemen worden besproken door middel van een status questionis van het wetenschappelijk onderzoek: definitie, diagnose, prevalentie, etiologie, prognose en behandeling. Aansluitend wordt ingegaan op gepaste school-, klas- en leerlinggerichte interventies.

Volgende thema's komen aan bod:

Deel 1: Leerproblemen

  • Dyslexie
  • Dyscalculie


Deel 2: Gedragsproblemen

  • Aandachtstekortstoornissen
  • Externaliserend probleemgedrag
  • Internaliserend probleemgedrag
  • Autismespectrumstoornissen
  • Pesten op school


Deel 3: Zorg op school

  • Handelingsgericht werken
  • Centra voor Leerlingenbegeleiding

Studiemateriaal

Reader met literatuuropgaven.

Toelichting werkvorm

Tijdens de colleges wordt heel wat informatie meegegeven, maar wordt ook regelmatig ruimte gemaakt voor ervaringen en visies van studenten en uitwisseling tussen studenten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-O2A56a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm
Het examen is een combinatie van eerder kennisgerichte vragen en toepassingsgerichte vragen.

ECTS Leren en onderwijzen (B-KUL-O0B49A)

5 studiepunten Nederlands 15 Tweede semesterTweede semester
Elen Jan (coördinator) |  Elen Jan |  Van Dooren Wim |  Verschaffel Lieven |  N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel wordt in 2020-2021 voor het laatst gedoceerd. De specifieke lerarenopleidingen waarin dit opleidingsonderdeel voorkomt zijn eveneens uitdovend. Meer informatie is hier terug te vinden.


Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap en  de schoolorganisatie, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit.

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren

 

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze in staat zijn hun eigen leerproces te sturen en dat ze geïnteresseerd zijn om vanuit een wetenschappelijk oogpunt en voortbouwend op de eigen ervaringen op zoek te gaan naar de variabelen (en hun interrelaties) die het onderwijsleerproces bepalen en vorm geven.

Interesse hebben in denkkaders over onderwijs op micro- meso- en macroniveauin staat zijn hun eigen leerproces te plannen en te sturen. 

Identieke opleidingsonderdelen

O0A17B: Leren en onderwijzen
O0C32A: Didactische competentie algemeen
O0A92A: Leren en onderwijzen
O0D43A: Didactische competentie algemeen
O0D44A: Didactische competentie algemeen
O0D45A: Didactische competentie algemeen
O0D46A: Didactische competentie algemeen
O0D47A: Didactische competentie algemeen
O0D48A: Didactische competentie algemeen
O0D49A: Didactische competentie algemeen
O0D50A: Didactische competentie algemeen
O0D51A: Didactische competentie algemeen
O0D52A: Didactische competentie algemeen
O0D53A: Didactische competentie algemeen
O0D54A: Didactische competentie algemeen
O0D55A: Didactische competentie algemeen
O0D56A: Didactische competentie algemeen
O0D57A: Didactische competentie algemeen
O0D58A: Didactische competentie algemeen
O0E10A: Didactische competentie algemeen
HOL04A: Leren en onderwijzen
Y00592: Leren en onderwijzen
O0A01A: Leren en onderwijzen
O0C00B: Leren en onderwijzen
O0B00A: Leren en onderwijzen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren en onderwijzen (B-KUL-O0B49a)

5 studiepunten : College 15 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In Leren en onderwijzen komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau.

Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs);
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Toelichting werkvorm

Voor elke module wordt op Toledo een informatiepakket ter beschikking gesteld. Dat bestaat uit een cursustekst, informatie over onderzoek, informatie over een praktijkcasus.

Studenten bestuderen deze informatie en worden daarin begeleid via afstands- en contactonderwijs. De concrete modaliteiten worden aangepast aan de mogelijkheden op de verschillende vestigingsplaatsen en de noden van de studenten.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0A92A : Leren en onderwijzen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren en onderwijzen (B-KUL-O2B49a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Voor OLA Leren en Onderwijzen

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over de zeven modules af te werken. 

 

 

Toelichting bij herkansen

Bij een “niet geslaagd” op de onderwijsleeractiviteit hernemen studenten enkel de evaluatie van OLA (“theoretisch gedeelte”) waarvoor men niet geslaagd is.

 

ECTS Onderwijs, opvoeding en samenleving (B-KUL-O0C01A)

3 studiepunten Nederlands 9 Eerste semesterEerste semester
Simons Maarten (coördinator) |  Agirdag Orhan |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot schoolorganisatie en –beleid (meso) en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit.

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Begintermen

Er zijn geen specifieke begintermen. Wel wordt van studenten een permanente belangstelling voor het onderwijsgebeuren op macro-, meso- en microniveau verwacht.

Van de studenten wordt verwacht dat ze :

  • Interesse hebben in denkkaders over onderwijs op micro- meso- en macroniveau
  • In staat zijn hun eigen leerproces te plannen en te sturen. 

Identieke opleidingsonderdelen

O0B01A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0A16A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0A63A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0A62A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0B35A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
Y00593: Onderwijs, opvoeding en samenleving
HOL06A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0C54A: Onderwijs en maatschappij
O0C55A: Onderwijs en maatschappij
O0C56A: Onderwijs en maatschappij
O0C57A: Onderwijs en maatschappij
O0C59A: Onderwijs en maatschappij
O0C60A: Onderwijs en maatschappij
O0C61A: Onderwijs en maatschappij
O0C62A: Onderwijs en maatschappij
O0C63A: Onderwijs en maatschappij
O0C64A: Onderwijs en maatschappij
O0C65A: Onderwijs en maatschappij
O0C66A: Onderwijs en maatschappij
O0C67A: Onderwijs en maatschappij
O0C68A: Onderwijs en maatschappij
O0C69A: Onderwijs en maatschappij
O0C70A: Onderwijs en maatschappij
O0C71A: Onderwijs en maatschappij
O0C19A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0A02A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0C58A: Onderwijs en maatschappij

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderwijs, opvoeding en samenleving (B-KUL-O0C01a)

3 studiepunten : College 9 Eerste semesterEerste semester
Agirdag Orhan |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger)

Inhoud

In Onderwijs, opvoeding en samenleving komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Toelichting werkvorm

Voor elke module wordt op Toledo een informatiepakket ter beschikking gesteld. Dat bestaat uit een cursustekst, informatie over onderzoek, informatie over een praktijkcasus.

Studenten bestuderen deze informatie en worden daarin begeleid via afstands- en contactonderwijs.

De concrete modaliteiten worden aangepast aan de mogelijkheden op de verschillende vestigingsplaatsen en de noden van de studenten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijs, opvoeding en samenleving (B-KUL-O2C01a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over de vier modules af te werken.

Het geheel wordt gescoord met pass/fail.

 

ECTS Reflectie en onderzoeksvaardigheden in het onderwijs van de gezondheidswetenschappen (B-KUL-O0C03B)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Iserbyt Peter |  N.

Doelstellingen

In dit opleidingsonderdeel worden toekomstige leraren voorbereid op een onderwijs dat niet meer uitsluitend uit “lesgeven” zal bestaan, maar waarin onderzoeks-, ontwikkelings-, studie- en begeleidingswerk een alsmaar grotere plaats zullen innemen. De toekomstige leraar verwerft inzicht in het vakdidactisch wetenschappelijk onderzoek. Dit vormt een basis voor het opzetten en uitwerken van onderwijsonderzoek en actieonderzoek binnen de eigen discipline.
De nadruk wordt gelegd op de basiscompetentie leraar secundair onderwijs als innovator en onderzoeker. Verschillende topics kunnen aan bod komen.
Dit opleidingsonderdeel heeft als doelstelling dat studenten op basis van vakdidactische wetenschappelijke literatuur een eigen actieonderzoek kunnen ontwerpen, uitvoeren en hierover reflecteren.

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel gelden de begintermen van de master van de basisopleiding.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Reflectie en onderzoeksvaardigheden in het onderwijs van de gezondheidswetenschappen (B-KUL-O0C03a)

5 studiepunten : Opdracht 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De studenten krijgen een denkkader aangereikt dat fungeert als vertrekbasis voor het ontwerpen van een eigen actieonderzoek. Het uitgewerkte onderzoek wordt onder de vorm van een pilootproject uitgevoerd in de praktijk. Het onderzoek gebeurt individueel of per twee.
De onderzoeksopzet en -resultaten worden verwerkt in een paper en gepresenteerd aan de medestudenten. Er wordt verwacht dat de student kritisch reflecteert over het eigen onderzoek en over de mogelijke meerwaarde van de onderzoekservaring in het latere leraarsberoep.
 
Om het zelfverantwoordelijk leren bij de toekomstige leraar optimaal te stimuleren worden deze praktijkopdrachten zo open mogelijk geformuleerd. Door reflectie uit de eigen ervaring zal de toekomstige leraar een beter inzicht verwerven in de betekenis van het concept ‘levenslang leren’. De student verwerft inzicht, door reflectie uit eigen ervaring, in het onderwijsonderzoek.
 
De inhoud van de interactiecolleges is essentieel voor het correct opzetten en uitvoeren van het onderzoek. Bijgevolg is AANWEZIGHEID in de colleges sterk aanbevolen.

Studiemateriaal

Al het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo. Ook andere documenten zoals leerplannen, leer- en werkboeken kunnen ter beschikking gesteld worden.

Toelichting werkvorm

Van de student wordt verschillende leeractiviteiten verwacht.
De student zal via begeleid zelfstandig leren/zelfverantwoordelijk leren, na de nodige input tijdens de interactiecolleges, een onderzoeksproject uitwerken. De student krijgt tussentijdse feedback over de onderzoeksopzet. Het onderzoek wordt uitgevoerd in één of meerdere Vlaamse secundaire scholen naar keuze en wordt gedocumenteerd in de vorm van een paper. Tijdens een terugkomsessie (verplicht evaluatiemoment) in het tweede semester stellen de studenten het project en de onderzoeksresultaten aan elkaar voor.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Reflectie en onderzoeksvaardigheden in het onderwijs van de gezondheidswetenschappen (B-KUL-O2C03b)

Type : Examen buiten de normale examenperiode

Toelichting

De eerste examenkans bestaat uit een paper, die voorgesteld wordt tijdens een presentatie voor andere studenten (april-mei) en een assessment in de rol als discussant. 
De deadline voor het indienen van de paper (electronisch) is de woensdag vóór het evaluatiemoment. 
Studenten die hun paper te laat indienen krijgen de score “niet afgelegd”. 
De presentatie gebeurt buiten de gewone examenperiode, na de paasvakantie. 
De verdeling van de score (20 ptn) is als volgt:
* Onderzoek (kwaliteit van het onderzoek en de schriftelijke weergave): 10 ptn.
* Presentatie en inzicht in het eigen onderzoek (mondelinge vaardigheden): 7 ptn.
* Rol als discussant (kritisch inzicht, actieve moderatie): 3 ptn.
 

Toelichting bij herkansen

Studenten die niet geslaagd zijn bij de eerste examenkans schrijven voor de tweede examenkans een herwerkte paper en presenteren deze aan de docenten. 
In het geval dat een student geen actie-onderzoek heeft uitgevoerd bestaat de opdracht uit een individuele paper die qua werkvolume equivalent is aan de groepsopdracht van de eerste examenkans. 
Deze paper wordt gepresenteerd aan de docenten. 
De deadline voor het indienen van de paper is 20 augustus. Studenten die hun paper te laat indienen krijgen de score “niet afgelegd”. 
De verdeling van de score (20 ptn) is als volgt:
* Onderzoek:
   − Kwaliteit van het onderzoek: 6 ptn.
   − Paper (schriftelijke vaardigheden): 6 ptn.
* Presentatie en discussie (mondelinge vaardigheden): 8 ptn. 
 

ECTS Vakdidactiek lichamelijke opvoeding (B-KUL-O0C07A)

10 studiepunten Nederlands 78 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Het opleidingsonderdeel Vakdidactiek Lichamelijke Opvoeding is erop gericht om studenten een wetenschappelijk onderbouwd referentiekader te bieden om het vak Lichamelijke Opvoeding in het secundair onderwijs met de nodige competentie te kunnen onderwijzen. De leerdoelen op vlak van vakdidactische kennis en inzichten vinden hun ontwerp in de basiscompetenties van de Leraar zoals geformuleerd door de Vlaamse Overheid met accent op de functionele gehelen/basiscompetenties (BC) 1 t.e.m. 5 (verantwoordelijkheden t.a.v. de lerende), met kennisname van de functionele gehelen/basiscompetenties (BC) 6 t.e.m. 10. Vanuit een specifieke onderwijsvisie op het vak Lichamelijke Opvoeding en om de academische gerichtheid ervan te expliciteren worden deze functionele gehelen/basiscompetenties (BC) vertaald naar vakspecifieke leerresultaten (V).

BC 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
BC 2 De leraar als opvoeder
BC 3 De leraar als inhoudelijk expert
BC 4 De leraar als organisator
BC 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
BC 6 De leraar als partner van ouders/verzorgers
BC 7 De leraar als lid van een schoolteam
BC 8 De leraar als partner van externen
BC 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
BC 10 De leraar als cultuurparticipant

Onderstaande decretaal bepaalde attituden worden ontwikkeld:
- Beslissingsvermogen (a1)
- Relationele gerichtheid (a2)
- Kritische ingesteldheid (a3)
- Leergierigheid (a4)
- Organisatievermogen (a5)
- Zin voor samenwerking (a6)
- Verantwoordelijkheidszin (a7)
- Flexibiliteit (a8)

V.1. De student kan op basis van de beginsituatie haalbare en motiverende doelen formuleren voor een bepaalde leerlingenpopulatie, rekening houdende met de eindtermen en het vakconcept. (BC 1) (a1,2,5)
V.2. De student heeft kennis van wetenschappelijk onderbouwde curriculaire -en instructiemodellen voor Lichamelijke Opvoeding en streeft ernaar die kennis op peil te houden en uit te breiden. (BC 1) (a4)
V.3. De student kan het leerproces van leerlingen op vlak van bewegings- en persoonsdoelen toetsen en evalueren aan de hand gericht gekozen evaluatiecriteria, en op basis daarvan zowel bruikbare feedback geven als het onderwijsleerproces aanpassen indien dat nodig blijkt. (BC1) (a1,a5)
V.4. De student kan een positief leefklimaat creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing van alle leerlingen, rekening houdend met specifieke kenmerken en beperkingen op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen. (BC2) (a1,2,5,6,7,8)
V.5.  De student beschikt over uitgebreide en diepgaande vakspecifieke kennis en kan deze doelgericht integreren én vertalen naar een specifieke lespraktijk. (BC3) (a1)
V.6. De student heeft inzicht in de verschillende vormen van vakspecifieke kennis, kan hun onderlinge samenhang duiden, door zelfreflectie sterktes en zwaktes identificeren en deze laatste door middel van een zelfgekozen strategie remediëren. (BC 3 en 5) (a1,3,4)
V.7. De student heeft de vakdidactische kennis om, in een open en positief leef - en leerklimaat,  via aangepaste onderwijsleermiddelen, werkvormen en onderwijsstrategieën de leerdoelen te bereiken. (BC1, 2, 3 en 4) (a1,2)
V.8. De student vertoont professioneel gedrag tegenover leerlingen, collega's en derden, mede gekenmerkt door gedrevenheid, verantwoordelijkheidszin, betrokkenheid, nauwgezetheid, objectiviteit en kritische ingesteldheid. (BC4, 2 en 5) (a2,3,6,7)
V.9.  De student kan zich zelfstandig nieuwe onderwijskundige en vakdidactische inzichten en methoden eigen maken en kan de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek in zijn/haar lespraktijk implementeren. (BC5, 1 en 3) (a4,5,7)
V.10. De student kan aangeven welke stappen en methodes gevolgd worden in het opzetten en uitvoeren van vakdidactisch onderzoek binnen zijn discipline en kan hierover kritisch reflecteren. (BC5 en 3) (a3)
V.11. De student kan binnen de eigen onderwijspraktijk actieonderzoek opzetten om te reflecteren over zijn functioneren als leraar en zich verder te professionaliseren. (BC5) (a4,7)
V.12. De student kent het bestaan en het aanbod van vakspecifieke lerarenverenigingen, werkgroepen en van algemeen wetenschappelijke en specifieke vakdidactische tijdschriften en media.  Hij/zij kan deze bronnen gebruiken om actuele en boeiende lessen te verzorgen. (BC5, 1 en 3) (a3,4,7)

OPO O0C07A is een niet-tolereerbaar OPO.

 

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student op academisch niveau ten minste 40 studiepunten verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven in de inhoudelijke disciplines van de vakdidactiek.

Inhouden zoals aangeboden in het opo Leren en onderwijzen worden tenminste gelijktijdig opgenomen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(O0B00A) OF GELIJKTIJDIG(O0B49A) OF GELIJKTIJDIG(O0C00B) OF GELIJKTIJDIG(O0A01A)


O0B00AO0B00A : Leren en onderwijzen
O0B49AO0B49A : Leren en onderwijzen
O0C00BO0C00B : Leren en onderwijzen
O0A01AO0A01A : Leren en onderwijzen


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek lichamelijke opvoeding (B-KUL-O0C07a)

10 studiepunten : College 78 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In deze onderwijsleeractiviteit wordt het beroepsveld van de leraar uitgetekend op drie niveaus: het macro, het meso- en het microniveau. Op deze drie niveaus wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie.

Macroniveau
- Het onderwijs van Lichamelijke Opvoeding in Vlaanderen.
- Eindtermen en leerplannen Lichamelijke Opvoeding.
Mesoniveau
- Jaarplanning en leerlijnen Lichamelijke Opvoeding.
- Documentatiebronnen en leermiddelen voor de leraar Lichamelijke Opvoeding.
Microniveau
- Instructiemodellen en Curriculaire modellen– lesvoorbereidingen Lichamelijke Opvoeding - Leerinhouden conform het vakconcept Lichamelijke Opvoeding
- Algemene en vakspecifieke doelstellingen in het onderwijs van Lichamelijke Opoeding benoemen en nastreven (conform het vakconcept Lichamelijke Opvoeding)
- Het hanteren van didactische (activerende) werkvormen naargelang de doelstelling van het onderwijs
- Evaluatie van het kennen, kunnen en zijn bij leerlingen in de les Lichamelijke Opvoeding met differentiatie binnen de klas (voorkennis, leerstijlen, taal, ….)
- Kennismaken met het vakdidactisch onderzoek in het domein van de Lichamelijke Opvoeding

 Het toepassen en uitwerken van concrete leesgeefvaardigheden, lesinhouden en hierover reflecteren in functie van het vakconcept en decretale functionele gehelen/basiscompetenties. Volgende topics komen o.a. aan bod:
-          planningsdocumenten (jaar-, periode en lesplannen) consulteren, opstellen en bespreken
-          ontwerpen van leeromgevingen (instructie e.a.) en leerlijnen
-          ontwerpen van evaluatie en assessment – instrumenten,
 

Studiemateriaal

D. Behets. Didactiek van het bewegingsonderwijs. Acco: Leuven, 2011
Leerplannen LO, eindtermen, en vakartikels en praktijkreaders

Functionele gehelen/basiscompetenties van de leraar (http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/archief/2007/2007p/files/0420-bijlage4.pdf)
Extra info op toledo.

Toelichting werkvorm

Actieve inbreng van de studenten tijdens interactieve colleges en seminaries, alleen, in kleine en grote groepen, in discussie en opdrachtvormen.
Praktische en inhoudelijke ervaringen opdoen tijdens praktijksessies met kritische reflectie en inzicht naar toepassingen in het onderwijs.

Tijdens de praktijksessies komen een aantal bewegingsgebieden aan bod. Onvoldoende aanwezigheid op de praktijkseminaries kan een scorecorrectie tot gevolg hebben voor dit opleidingsonderdeel. De correctiefactor is te raadplegen op TOLEDO.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek lichamelijke opvoeding (B-KUL-O2C07a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Tijdens het open boekexamen wordt gepeild naar de vakdidactische kennis aan de hand van inzichtsvragen en uitgewerkte opdrachten uit de praktische seminaries en de eigen lesgeefstage. Het ontwerp van deze vragen reflecteert de decretaal vastgelegde functionele gehelen/basiscompetenties van de leraar (http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/archief/2007/2007p/files/0420-bijlage4.pdf) en de specifieke leerresultaten van dit vak.

Bijkomend wordt de evaluatie van dit OPO gelinkt aan aanwezigheden op de practica. Bij onvoldoende aanwezigheid kan een correctiefactor gehanteerd worden die gecommuniceerd wordt via TOLEDO.

ECTS Onderwijs, opvoeding en samenleving (B-KUL-O0C19A)

3 studiepunten Nederlands 9 Tweede semesterTweede semester
Simons Maarten (coördinator) |  Agirdag Orhan |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot schoolorganisatie en –beleid (meso) en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit.

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Begintermen

Er zijn geen specifieke begintermen. Wel wordt van studenten een permanente belangstelling voor het onderwijsgebeuren op macro-, meso- en microniveau verwacht.

Van de studenten wordt verwacht dat ze :

  • Interesse hebben in denkkaders over onderwijs op micro- meso- en macroniveau
  • In staat zijn hun eigen leerproces te plannen en te sturen 

Identieke opleidingsonderdelen

O0B01A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0A16A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0C01A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0A63A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0A62A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0B35A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
Y00593: Onderwijs, opvoeding en samenleving
HOL06A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0C54A: Onderwijs en maatschappij
O0C55A: Onderwijs en maatschappij
O0C56A: Onderwijs en maatschappij
O0C57A: Onderwijs en maatschappij
O0C59A: Onderwijs en maatschappij
O0C60A: Onderwijs en maatschappij
O0C61A: Onderwijs en maatschappij
O0C62A: Onderwijs en maatschappij
O0C63A: Onderwijs en maatschappij
O0C64A: Onderwijs en maatschappij
O0C65A: Onderwijs en maatschappij
O0C66A: Onderwijs en maatschappij
O0C67A: Onderwijs en maatschappij
O0C68A: Onderwijs en maatschappij
O0C69A: Onderwijs en maatschappij
O0C70A: Onderwijs en maatschappij
O0C71A: Onderwijs en maatschappij
O0A02A: Onderwijs, opvoeding en samenleving
O0C58A: Onderwijs en maatschappij

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderwijs, opvoeding en samenleving (B-KUL-O0C19a)

3 studiepunten : College 9 Tweede semesterTweede semester
Agirdag Orhan |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger)

Inhoud

In Onderwijs, opvoeding en samenleving komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau.

Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Toelichting werkvorm

Voor elke module wordt op Toledo een informatiepakket ter beschikking gesteld. Dat bestaat uit een cursustekst, informatie over onderzoek, informatie over een praktijkcasus.

Studenten bestuderen deze informatie en worden daarin begeleid via afstands- en contactonderwijs. De concrete modaliteiten worden aangepast aan de mogelijkheden op de verschillende vestigingsplaatsen en de noden van de studenten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijs, opvoeding en samenleving (B-KUL-O2C19a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over de vier modules af te werken.

Het geheel wordt gescoord met pass/fail.

 

ECTS Education Economics (B-KUL-O0D17A)

5 ECTS English 22 Not organisedNot organised
Nicaise Ides |  N.

Aims

The course of ‘Education Economics’ introduces students in looking at education from an economic perspective. It applies economic frameworks, evaluation methodologies and principles to education. 

The key concepts for the study of issues in the economics of education will be clarified:
• human capital and competing theories (which explain the role of education in the distribution of income);
• some notions of public economics (such as social cost-benefit analysis; the trade-off between equity and efficiency in the allocation of public resources; and subsidy mechanisms);
• an introduction into endogenous growth theory (which links education with economic growth);
• and some notions of international economics (to understand some key issues in the globalization of education).

Previous knowledge

No prior knowledge of economics is assumed. However, students should have reached the master level in order to interpret the statistics, to independently read and master academic papers, and to write a research paper on education economics.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Education Economics (B-KUL-O0D17a)

5 ECTS : Lecture 22 Not organisedNot organised
Nicaise Ides |  N.

Content

Part 1: Micro-level: education, returns to human capital and income distribution

In a ‘meritocratic society’ education is the lever by excellence for social mobility. Many education economists have focussed on the explanation and legitimation of income differences based on the ‘human capital’ theory. This theory considers education as an investment, yielding a return in terms of increased labour productivity in the long run – thus also justifying higher wages. The reverse side of the coin is that educational failure paves the way towards income insecurity and poverty.
Competing theories such as the screening theory, job competition theory, segmented labour market theory will also be discussed briefly. Under pressure of their criticism, human capital theory has been amended and extended, gradually becoming more realistic.

Part 2: Meso-level: the matching between education / training and labour market needs

One of the key roles of education and training (E&T) is the matching between supply of - and demand for skills on the labour market. In some periods / regions, substantial unemployment goes in pair with labour shortages because of a mismatch problem. Mismatch also occurs among employed people, resulting in inefficiencies and reduced well-being. Issues of horizontal and vertical mismatch (disciplines versus levels of education) will be discussed.

Part 3: System level: the knowledge economy & determinants of lifelong learning

The Europe 2020 Strategy aims to achieve a ‘smart, inclusive and sustainable growth’ – with ‘smart’ referring to a knowledge-intensive development. In operational terms, the EU aims to
• lower early (unqualified) school leaving,
• boost the participation in higher education (particularly in STEM-options: science, technology, engineering and mathematics),
• improve the matching between education / training and labour market demands,
• boost participation in adult learning.
At the same time, various national and international fora have emphasised the need for lifelong learning as a key element of a flexible labour market, but also as a factor of security and a citizen’s right.
The systemic determinants of LLL (institutional characteristics of labour markets, social protection systems, education systems etc.) will be examined.


Part 4: Global level: education in an international context

Globalisation has many faces. Globalisation of the neoliberal economic model rests on a series of theorems about free trade and free movement of production factors (including labour and capital). Given the strong inequalities in levels of education between populations in the North and the South, the theory of international trade predicts that developing countries will (should) specialise in the production and exports of goods with a high content of unskilled labour, whereas rich countries will specialise in knowledge-intensive goods and trade. Through such a pattern of specialisation, global wealth is expected to increase and at the same time redistributed (income of low-skilled workers in the South is expected to rise). Moreover, capital is expected to flow from North to South, in search for higher profits, thus boosting the development of the South.
Reality appears to be less rosy: the imbalance of power in international trade leads to further impoverishment of many developing countries, while low-skilled workers in the North are losing out. Immigration policy in the North focuses selectively on high-skilled candidates, which reinforces the brain drain on a world scale. Free movement of capital in some cases results in overindebtedness or financial crises which, in turn, put a brake on educational expenses.
Negotiations have been conducted in the context of the World Trade Organisation about the liberalisation of trade in services, including education services. This would mean more free flows of students, educational staff, and even transnational investments in education. China is one of the most outstanding proponents of liberalisation. The possible impact of the liberalisation process on the educational landscape can hardly be foreseen. Will it contribute to economic and cultural convergence, to more equal opportunities worldwide, or to a cultural and educational ‘implosion’ of nations ?

Part 5: Equity and efficiency in education policy
Apart from educational and social evaluations, economic evaluation can make a valuable contribution to the assessment of initiatives. Education and training are generally seen as good investments. Of course, this does not necessarily apply to any project or measure in this field. We will see how the (economic) benefits of educational projects have been estimated in practice.
Economic efficiency and (social) equity have often been contrasted with each other. For example, the Flemish education system has an excellent reputation in terms of average performance but, at the same time, a poor reputation in terms of social inequality. However, the idea that efficiency and equity do not fit together does not seem to be a ‘law of nature’. What kind of educational policies / structures succeed in combining high efficiency and equity scores?


Part 6. The funding of education and lifelong learning
All over the world, governments are aware of the key importance of investment in education and LLL, while at the same time, their budgets have come under pressure. Even at constant budgets, governments are being faced with the challenge of raising ‘value for money’ in educational spending. For example, schools can be (partly) funded according to performance on ‘output’ criteria (grade repetition, dropout, average student performance on standardized tests etc.) rather than input criteria (personnel and operating expenses). However, this may affect the enrolment policy of schools and result in stronger exclusion of disadvantaged groups. Other questions relate to the distribution of funds between schools with relatively well-off or disadvantaged pupils. Funding mechanisms have been designed to reduce the performance gap between schools. Last but not least, we will discuss the reasons why – and  how much - different stakeholders should contribute to the funding of education and lifelong learning: the state, the individual, and/or the employer(s).

Part 7. Teacher markets and the role of ICT
This part discusses how we can measure the added value of teachers. We show that teachers have an important task in the educational process. Teacher markets are, however, under pressure. We examine existing evidence on how ICT can reduce teacher shortages.

Course material

The study material arises from various sources which will be detailed on the digital learning environment:
- A reading list with seminal papers;
- Slides used during the lectures
- Thematic selection of compulsory reading

Language of instruction: more information

This course is offered in English such that it can benefit from a heterogeneous intake of students.

Format: more information

Students actively participate during the lectures. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Education Economics (B-KUL-O2D17a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Presentation, Participation during contact hours
Type of questions : Open questions
Learning material : Course material

Explanation

Students prepare in small groups a paper on a contemporary topic in education economics. Students discuss their findings during thematic sessions with obligatory participation. Further details are provided on the electronic learning environment. 

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (B-KUL-P0V20A)

6 studiepunten Nederlands 29 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Elen Jan (coördinator) |  Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit.

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1


Identieke opleidingsonderdelen

P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V18A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: seminaries/workshops (B-KUL-P0V20a)

3 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester
Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger)

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De thema’s zijn:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester wordt een actualiteitsdebat gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit (event, debat) telt voor .3 studiepunten of 9 LIMBOpunten. Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend. Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing.

Per event wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (B-KUL-P0V21a)

3 studiepunten : Opdracht 9 Tweede semesterTweede semester
Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger)

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden die aan de orde zijn gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (B-KUL-P2V20a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan een actualiteitsdebat en events: 90 LIMBOpunten
  • Opdracht (beleidsadvies, opiniebijdragen of onderzoeksvoorstel)
  • Beantwoorden van 2 open vragen m.b.t. LIMBO 1 en LIMBO2.

ECTS Overheidsmanagement (B-KUL-S0A56A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan volgende structuren en processen waarbinnen beleid tot stand komt beschrijven en de kern van deze thema’s in eigen woorden uitleggen: overheid als organisatie in beweging, organisatieontwerp, strategie en planning, prestaties meten en verantwoorden, financieel management, leiderschap en personeelsmanagement, overheidscommunicatie, innovatie, verandering en transities, interorganisationele coördinatie en netwerkmanagement, organisatiecultuur, en digitale overheid;
  • De student kan de onderliggende theorieën bij elk van deze thema’s beschrijven en hierover kritisch reflecteren;
  • De student kan de onderliggende theorieën en technieken toepassen op reële oefeningen of cases en hierover kritisch reflecteren;
  • De student kan gebeurtenissen uit de actualiteit in verband brengen en analyseren met de relevante theorieën;
  • De student kan het management binnen de overheid onderscheiden van het management in de private sector en dit beargumenteren;
  • De student kan aantonen dat hij zich bewust is van de breedte en diepte van het overheidsmanagement.

 

Deze doelstellingen worden bij aanvang van het opleidingsonderdeel aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Overheidsmanagement (B-KUL-S0A56a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Overheidsmanagement wordt vanuit een theoretische en praktische invalshoek bestudeerd, binnen een tijdsperspectief (evolutie) en volgens de administratieve en politieke culturen waarbinnen dit gebeurt. Volgende thema’s worden expliciet behandeld:

 

Deel 1: Inleiding

  • Hoofdstuk 1: Overheid, management en omgeving. Dit inleidend hoofdstuk geeft aan waarop deze cursus betrekking heeft: het beheer van de overheid in de context van een evoluerende samenleving.
  • Hoofdstuk 2: Management in een politieke omgeving. In dit hoofdstuk wordt het belang van contextfactoren alsook diverse actoren uit het politieke en maatschappelijke bestel behandeld.

 

Deel 2: Managementdomeinen

  • Hoofdstuk 3: Strategisch management. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe doelen van publieke organisaties tot stand komen, op welke manier hierbij rekening wordt gehouden met belanghebbenden, en hoe organisaties de doelen trachten te bereiken.
  • Hoofdstuk 4: Organiseren en organisatieontwerp. In dit hoofdstuk worden de bouwstenen om organisaties goed te begrijpen en te ontwerpen (structureren) behandeld.
  • Hoofdstuk 5: Organisatiecultuur. Culturen verschillen tussen organisaties, maar ook binnen organisaties. De vraag is hoe cultuur gedefinieerd kan worden en hoe met deze verschillen kan worden omgegaan.
  • Hoofdstuk 6: Human Resource Management. De personeelsleden van de overheid, in hun verschillende statuten, zijn de ‘menselijke middelen’ van die overheid om diensten te verlenen. Dit vergt een speciale focus op het personeelsbeleid.
  • Hoofdstuk 7: Financieel management. In dit hoofdstuk wordt het financieel aspect van overheidsactiviteiten dat tot uiting komt in begrotingen, boekhoudingen en audits behandeld.
  • Hoofdstuk 8: Prestatiemanagement. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe we prestaties van de overheid moeten zien, hoe prestatie-informatie verzameld kan worden en welke instrumenten en tools hierin een rol spelen.
  • Hoofdstuk 9: Veranderingsmanagement. In dit hoofdstuk worden diverse organisatieveranderingen en de manier waarop daarmee kan worden omgegaan besproken.

 

Deel 3: Generieke thema’s

  • Hoofdstuk 10: Innovatie. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de manieren waarop een overheid een antwoord kan formuleren op nieuwe vragen en diensten op een nieuwere, efficiëntere manier kan leveren.
  • Hoofdstuk 11: Leiderschap. Er zijn verschillende soorten leiderschap, ook binnen de overheid. De centrale vraag is hoe politiek-ambtelijk leiderschap evolueert en de werking van de overheid vorm geeft.
  • Hoofdstuk 12: Interorganisationele coördinatie en netwerkmanagement. Afstemming van diverse organisaties op diverse beleidsniveaus wordt een steeds belangrijkere uitdaging.
  • Hoofdstuk 13: Digitale overheid.  De digitalisering van de overheid heeft een eigen dynamiek en is een onderdeel van de verandering en de innovatie binnen de overheid.
  • Hoofdstuk 14: Governance in transities. Dit hoofdstuk behandelt de vraag hoe er op grote maatschappelijke uitdagingen kan worden gereageerd en hoe duurzame samenlevingen in gang kunnen worden gezet.

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven, wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek: G. Bouckaert, A. Hondeghem, S. Op de Beeck, M. Ruebens, K. Verhoest & J. Voets (2018). Handboek Overheidsmanagement: Samen werken aan een overheid in beweging. Brugge: Vanden Broele. Handboek aan studententarief te bestellen via de website van de uitgever. 
  • Kennisclips en bijhorende slides die via Toledo ter beschikking worden gesteld;
  • Eventuele aanvullende informatie die via Toledo ter beschikking wordt gesteld.

 

Enkel het handboek is examenleerstof, ander materiaal is louter ondersteunend.

Toelichting werkvorm

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt gebruik gemaakt van kennisclips. Aan het einde van het semester wordt er tot slot nog een Q&A-sessie georganiseerd, waarin ook het examen wordt toegelicht. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Overheidsmanagement (B-KUL-S2A56a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Schriftelijk, gesloten boek examen dat bestaat uit kennisvragen, toepassingsvragen, identificatievragen en stellingvragen.  Enkel het handboek is examenleerstof, ander materiaal is louter ondersteunend.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door het didactisch team, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

1. Kennisvragen

  • Open vragen
  • Met deze vragen wordt nagegaan of de studenten theoretische inzichten en verbanden kunnen weergeven, maar ook kunnen analyseren, synthetiseren en evalueren.

 

2. Toepassingsvragen (zelf voorbeelden bedenken, of analyse van case, artikel of cijferdata)

  • Open vragen
  • Deze vragen gaan na of studenten de leerstof kunnen toepassen. Er wordt gevraagd om zelf één of meerdere voorbeelden te bedenken of er wordt gevraagd om de theorie toe te passen op cijferdata, een case of een artikel. 

 

3. Identificatievragen

  • Het antwoord bestaat uit een korte omschrijving of definitie van een concept of naam
  • Met deze vragen wordt getoetst of de studenten hun kennis en inzicht kunnen synthetiseren tot een bondige omschrijving.

 

4. Stellingvragen

  • Open vragen
  • Met deze vragen wordt getoetst of de studenten de leerstof kunnen omzetten in een argumentatie voor of tegen een bepaalde stelling.  

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Genderstudies (B-KUL-S0B88A)

4 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten de volgende leerresultaten bereikt:

  • Studenten kunnen door kennisverwerving van en inzicht in recente onderzoeken en theoretische ontwikkelingen over het thema 'gender en diversiteit' de complexiteit van het studiethema en de daarin aanwezige meervoudige bewegingen en conceptuele betekenisverlening herkennen en benoemen.
  • Studenten kunnen de theoretische accentverschuivingen als analyseconcepten uitleggen en illustreren aan de hand van thematische voorbeelden (vb. controle van lichamelijkheid, symbolische representatie, maatschappelijke participatie of leiderschap).
  • Studenten kunnen (recente) praktijken en beleidsontwikkelingen met betrekking tot de aangeboden cursusthema's duiden vanuit interdisciplinaire, wetenschappelijke referentiekaders.
  • Studenten kunnen op zelfstandige basis teksten over genderidentiteit en representatie analyseren, kritisch-argumentatief beoordelen en de conclusies van hun zelfstandig werk schriftelijk weergeven.
  • Studenten leren kritisch reflecteren over de mogelijke invloed van situationele gegevens op de benadering van een studieobject, c.q. ze herkennen de invloed van eigen denkbeelden/vooronderstellingen/stereotypen met betrekking tot de termen gender en diversiteit bij de studie van inleidende colleges en gastcolleges.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Gezien het grondige, inleidende karakter van de cursus én de interdisciplinaire aanpak wordt van studenten geen specifieke voorkennis op het domein van genderstudies verwacht.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Genderstudies (B-KUL-S0B88a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het opleidingsonderdeel biedt KU Leuven studenten de kans om breder te denken dan hun specifieke discipline en in een interdisciplinaire benadering kennis te maken met het eigene van een genderbenadering. De cursus biedt een grondige inleiding in het domein van de genderstudies. Achtereenvolgens worden epistemologische, methodologische en inhoudelijke kwesties aangesneden: wetenschapsfilosofische vraagstellingen zoals de gesitueerdheid en gender-gebondenheid van kennis; de invloed van opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid op de inhoud van de wetenschappen;  de verklaring voor de verwaarlozing van aandacht voor ‘mannenthema’s of vrouwenthema’s’ in vele wetenschapsdomeinen. De notie interdisciplinariteit wordt kritisch toegelicht. Tevens wordt een kort overzicht gegeven van de geschiedenis van genderstudies en van verschuivingen die zich hierbij hebben voorgedaan. Ten slotte worden thema's behandeld zoals socialisatie (de wijze waarop jongens en meisjes tot mannen en vrouwen worden gevormd), man/vrouwbeelden (hoe vrouwelijkheid/mannelijkheid gestalte krijgt in cultuurproducten), V/M-verhoudingen in b.v. geschiedenis, sport, religie of onderwijs.

Programma 2020-2021

5-12-19-26 november 2020 — Veerle Draulans
Voorbij het scheidend denken: empirisch-rationalistische wetenschapsmodellen onder kritiek vanuit genderperspectief
3 december 2020 — Magaly Rodriguez Garcia
Hoeren en pooiers doorheen tijd en ruimte: prostitutie in gender- en historisch perspectief
10 december 2020 — Colette van Laar
(On)gelijkheid zit ook in onszelf: sociaal psychologisch onderzoek naar gender (on)gelijkheid
17 december 2020 — Steven Eggermont
Representatie van vrouwelijkheid en mannelijkheid in een geseksualiseerde media cultuur
11 februari 2021 — Veerle Draulans & Françoise Chombar, CEO Melexis en voorzitter STEM platform
STEM-opleidingen en beroepen = mannen?
18 februari 2021 — Marijke Verbruggen
Is er nog steeds een gender-loopbaankloof in Vlaanderen?
25 februari 2021 — Hilde Heynen
Architectuur en de publieke ruimte: over genderrollen en subculturen
4 maart 2021 — Jeroen d’Hoe
Gender in de muziekindustrie
11 maart 2021 — Panel met o.a. Jonge Academie, Elke Valgaeren (gezinsbond), Geert Molenberghs (Bio-statistiek UHasselt & KU Leuven); Liesbet Stevens (Instituut gelijkheid vrouwen en mannen)
“Het virus selecteert niet…”. De gevolgen van Corona geanalyseerd vanuit een gender- en diversiteitsperspectief
18 maart 2021 — Helen Pankhurst, visiting professor Manchester
Metropolitan University & LSE: From Emmeline Pankhurst and the suffragette movement to Metoo: the past, present and future of femininsm

Studiemateriaal

Er wordt gebruik gemaakt van volgend studiemateriaal:

  • Handboek
  • Artikels en literatuur
  • Presentatiesoftware
  • Toledo

De cursus wordt verspreid via de cursusdienst van Politika, info volgt op Toledo.

Toelichting werkvorm

Donderdagavond, 18-20u, Leuven, november, december 2020, februari, maart 2021; aula wordt gecommuniceerd via Toledo

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens principes van blended learning, waarbij contactonderwijs (face-to-face) en online leren kunnen worden gecombineerd. Meer concreet wordt gekozen voor een rotatiemodel waarbij indien nodig, groepen studenten afwisselend face-to-face en online onderwijs volgen. De concrete invulling wordt gecommuniceerd via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Genderstudies (B-KUL-S2B88a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Examenkenmerken
De evaluatie gebeurt op basis van een schriftelijk open boek examen met het merendeel open vragen, inclusief toepassingsvragen. Het examen vindt plaats buiten de normale examenperiode (mogelijk,  maar nog te bevestigen,  tijdens de laatste lesweek in mei 2021. Datum, uur en plaats worden gecommuniceerd via Toledo.)  Voor studenten die omwille van (door de ombudsdienst goedgekeurde) omstandigheden op een ander moment dan het regulier vastgestelde examenmoment examen afleggen, kan een andere examenvorm gelden.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

Voor studenten die omwille van (door de ombudsdienst goedgekeurde) omstandigheden op een ander moment dan het regulier vastgestelde examenmoment examen afleggen, kan een andere examenvorm gelden.

Toelichting bij herkansen

Zie ‘Toelichting’ onder ‘Evaluatieactiviteiten’ voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Persuasieve communicatie (B-KUL-S0C64A)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • het concept 'attitude' in verschillende vormen omschrijven, toelichten en verklaren.
  • verschillende theorieën van overreding uitleggen.De student weet hoe attitudes beïnvloed kunnen worden via communicatie.
  • relevante theorieën vergelijken, fenomenen en feitelijk menselijk gedrag verklaren, op basis van verschillende principes van overreding.
  • een aantal interpersoonlijke overredingstechnieken omschrijven en herkennen.
  • de kern, de sterktes, de zwaktes en de implicaties van empirisch onderzoek in de discipline onderkennen. De student is zich ervan bewust dat relevante resultaten uit de cursus een bewijs zijn voor theoretische inzichten.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges en later opnieuw aan de student gecommuniceerd.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Persuasieve communicatie (B-KUL-S0C64a)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Volgende thema's komen aan bod :

  • attitudes en opinies
  • de relatie tussen attitude en gedrag
  • het effect van keuzes en gedrag op attitudes
  • verschillende routes van persuasieve communicatie
  • narratieve overreding
  • interpersoonlijke manipulatie
  • overreding in kleinere groepen
  • toepassing: gezondheid
  • toepassing: massamedia en politiek
  • toepassing: vooroordelen
  • toepassing: nieuwe onderzoeksmethoden
  • uitbreiding: weerstand tegen overreding

Studiemateriaal

  • Handboek: Brock, T.C., & Green, M.C. (2005). Persuasion: Psychological perspectives and insights. Thousand Oaks: SAGE Publications. Zal beschikbaar zijn via de cursusdienst van Politika.
  • Aangevuld met slides en actuele en relevante artikels die via Toledo worden verspreid.

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens principes van blended learning, waarbij contactonderwijs (face-to-face) en online leren worden gecombineerd.

Vóór elk hoofdstuk nemen studenten deel aan een online oefening die de belangrijkste concepten van het hoofdstuk scherp stelt. Daarna verwerken studenten zelf het cursusmateriaal van dat hoofdstuk aan de hand van een syllabus en het cursusmateriaal.

Binnen de fysieke lessen van dit opleidingsonderdeel ligt de nadruk op een actieve verwerking van de leerstof. Het is daarom aangewezen dat studenten aanwezig zijn tijdens deze lesmomenten.

Meer precieze informatie wordt via Toledo beschikbaar gesteld.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Persuasieve communicatie (B-KUL-S2C64a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen (gesloten boek) bestaat uit 40 meerkeuzevragen met vier antwoordopties. De vragen spitsen zich toe op elk van de doelstellingen, over het geheel van de cursus en met verschillende gradaties van moeilijkheid (voorbeelden worden doorheen het OPO gegeven en verschijnen zo als lesmateriaal op Toledo).

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Er wordt gebruik gemaakt van een giscorrectie (- 1/3 punt per fout). Na analyse van de resultaten, kunnen er meerkeuzevragen worden geschrapt omwille problemen met de vraagstelling of een bijzonder lage correlatie met het algemene resultaat, zodat wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van het examen.

Studenten zijn ook verplicht om aangeleverde input (teksten, voorbeelden, cases,...) te verwerken vóór elk hoofdstuk tijdens het academiejaar. Studenten moeten volgens de timing zoals die gecommuniceerd wordt via Toledo deelnemen aan de voorbereidende online activiteiten. Deze participatie wordt beoordeeld als een pass/fail, waarbij enkel een 'pass' wordt toegekend als de student heeft deelgenomen aan – op maximaal twee voorbereidingen na -  alle voorbereidingen. Vanaf drie ontbrekende voorbereidingen wordt een student uitgesloten tot deelname aan het examen, resulterend in een NA (niet afgelegd) voor dit opleidingsonderdeel.

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans bestaat eveneens uit een schriftelijk meerkeuze-examen.

Studenten met een 'fail' op de verplichte voorbereidingen voor elk hoofdstuk, moet deze voorbereidingen maken voor de start van de derde examenperiode. Zij contacteren daartoe tijdig het didactisch team. Reeds uitgevoerde voorbereidingen moeten niet hernomen worden; studenten moeten niet-uitgevoerde voorbereidingen inhalen, opdat ze  alle voorbereidingen hebben uitgevoerd.

ECTS Onderwijssociologie (B-KUL-S0D36A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten volgende leerresultaten bereikt:

  • Studenten kunnen de relatie tussen onderwijsinstituties en maatschappelijke positionering, en de relatie tussen onderwijsinstituties en andere maatschappelijke uitkomsten uitleggen.
  • Studenten onderkennen de grote ontwikkelingen in de sociologie van onderwijs en voortgezette opleiding en kunnen deze uitleggen.
  • Studenten kunnen de resultaten van een staalkaart van empirisch onderzoek op het domein van de sociologie van onderwijs en voortgezette opleiding interpreteren en met elkaar in verband brengen.
  • Studenten kunnen een beargumenteerd standpunt innemen over actuele kwesties over de vormgeving van onderwijs- en opleidingsinstituties en hiervoor schriftelijk rapporteren.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel wordt de student verondersteld te beschikken over een elementaire kennis van het beleid en organisatie van het onderwijs in Vlaanderen, zonder dat hij/zij hiervoor noodzakelijk een opleidingsonderdeel gevolgd heeft; enige vertrouwdheid met methoden en technieken van sociaalwetenschappelijk onderzoek, opdat de bevindingen (bv. een grafische weergave) kunnen worden geïnterpreteerd; en een goede kennis van het Nederlands en het Engels. Het gevolgd hebben van het OPO S0A18A Methodologie van de sociale wetenschappen (of een analoog OPO voor methodologische basiskennis) strekt tot de aanbevelingen. Basisbegrippen van de sociologie zullen worden uitgelegd.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderwijssociologie (B-KUL-S0D36a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deze leeractiviteit is opgebouwd uit vijf delen. In een eerste deel introduceren we het object van de sociologie van het onderwijs en de verschillende theoretische stromingen die eraan ten grondslag liggen, evenals de relatie tot stratificatiesociologie en arbeidssociologie. Vervolgens gaan we dieper in op de invloed van sociale herkomst op onderwijsprestaties en maatschappelijke positie. Ook vragen we ons af wat de invloed is van het onderwijs op de ongelijke positie van migranten. Het derde deel belicht de rol van het onderwijs in de postindustriële samenleving, met specifieke aandacht voor de arbeidsmarktfunctie van het onderwijs en de voortgezette opleiding. In een vierde deel bespreken we de rol van het onderwijs op andere levensdomeinen zoals levenslang leren, gezondheid en sociale en politieke participatie. In het laatste deel keren we het perspectief om en belichten we de keuzes en dilemma’s waar beleidsmakers mee geconfronteerd worden bij de inrichting van het onderwijssysteem.

Studiemateriaal

Om deze leeractiviteit vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Een lijst van artikels en literatuur
  • Slides van de hoorcolleges

Al het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Tijdens de wekelijkse hoorcolleges wordt de leerstof toegelicht. Van de studenten wordt verwacht dat zij zoveel mogelijk hoorcolleges bijwonen en er actief aan deelnemen (via vraag en antwoord, discussie). Vragen kunnen ook worden gesteld en beantwoord via het discussieforum op Toledo.

Daarnaast schrijven de studenten een korte paper (2.500 woorden), waarin ze een actueel onderwerp m.b.t. het onderwijs kritisch bespreken. Deze bespreking omvat: een kernachtige probleemstelling, relevante theoretische en empirische inzichten, en een eigen kritisch standpunt. Het onderwerp is vrij te kiezen (bv. hervorming van het secundair onderwijs). De paper kan ofwel individueel ofwel in groep worden gemaakt (max. 3 personen). Vragen met betrekking tot de paper worden uitgewisseld via Toledo (discussieforum) of tijdens de colleges. Deze paper wordt ingediend bij het begin van de examenperiode. De exacte deadline wordt in de loop van het jaar meegedeeld aan de studenten via Toledo.  Studenten die geen paper indienen behalen voor dit gedeelte een 0-score in het eindresultaat.

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens principes van blended learning, waarbij contactonderwijs (face-to-face) en online leren worden gecombineerd. Meer concreet wordt gekozen voor een flexibel model waarbij face-to-face onderwijs en online onderwijs beiden een centrale rol krijgen en waarbij flexibel wordt gewisseld tussen beide onderwijsvormen. De concrete invulling wordt gecommuniceerd via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijssociologie (B-KUL-S2D36a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie bestaat uit twee delen: een korte paper en een mondeling examen tijdens de examenperiode.

 

In de korte paper bespreekt de student een actueel onderwerp kritisch en geeft hierop een persoonlijk, wetenschappelijk onderbouwd standpunt. Deze paper wordt ingediend voor het begin van de examenperiode. In de beoordeling van de paper worden zowel inhoudelijke als schriftelijke beoordelingscriteria opgenomen. In het mondeling gesloten boek examen worden de inzichten getoetst die werden aangereikt tijdens de hoorcolleges. Eén van de vragen op het mondelinge examen gaat over de paper.

De inleveringstermijn en deadline van de paper worden vastgelegd door de docent en via Toledo meegedeeld. De student dient voor de deadline contact op te nemen met de docent en de ombudspersoon indien er om een zwaarwichtige reden een nieuwe indieningsdatum bepaald moet worden.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij de paper wordt beoordeeld op 1/3 van het eindresultaat, en het mondeling examen op 2/3 van het eindresultaat. Indien de deadline voor de paper niet wordt gerespecteerd wordt de beoordeling van de niet afgelegde deelevaluatie meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven. Het behaalde resultaat van de paper in de eerste examenkans kan worden overgedragen naar de tweede examenkans. De paper wordt ingediend voor het begin van de derde examenperiode. De exacte deadline zal ten laatste begin juli via Toledo worden gecommuniceerd.

Toelichting bij herkansen

Zie ‘Toelichting’ onder ‘Evaluatieactiviteiten’ voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35A)

3 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student is gemotiveerd om te filosoferen met leerlingen in de klas binnen en buiten het eigen vakdomein.
  • De student kan filosofische vragen stellen bij lesinhouden die aansluiten bij zijn/haar eigen vakdomein.
  • De student kan een vragende, socratische attitude aannemen en integreren in het werken met de klasgroep. Hij/zij kan de juiste vragen stellen op het juiste moment met de juiste woorden.
  • De student kan een filosofisch gesprek voorbereiden en opstarten met een klasgroep. Hij/zij kan de klasgroep op een participatieve én efficiënte manier (op een beginnersniveau) begeleiden bij het voeren van een filosofisch gesprek.
  • De student heeft inzicht in verschillende methodes om een filosofisch gesprek te voeren.
  • De student kan de (zelf)reflectie van leerlingen stimuleren en ondersteunen en kan in de klas een vrije ruimte (scholè) creëren waarbinnen dat mogelijk is.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Studenten hebben ofwel reeds een bachelordiploma behaald, ofwel zijn zij max. 70 sp. verwijderd van het bachelordiploma.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35a)

3 studiepunten : Practicum 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deze OLA laat zien hoe je als leerkracht binnen je eigen discipline filosofische gesprekken kan voeren met de leerlingen over een onderwerp dat zich daartoe leent. Het is een kennismaking met de vakoverschrijdende methodes en biedt de gelegenheid houdingen en vaardigheden uit de praktische filosofie te oefenen.

De OLA bestaat uit 22 contacturen.

In de plenaire sessies (10 contacturen) worden de belangrijkste theoretische achtergronden voorgesteld, afgewisseld met korte oefeningen:

  • Wat is praktische filosofie? Wat is het filosofisch gesprek? Wat is filosofisch gesprek met kinderen en jongeren?
    Kennismaking met de praktische filosofie en het filosofisch gesprek;
  • Doelstellingen en methodes in het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren
    Kennismaking met verschillende scholen/methodes aan de hand van presentaties, videobesprekingen en oefeningen in de klasgroep;
  • De kunst van het vragen stellen en vragend werken met een klasgroep
    De maieutische houding, pedagogische modellen gebaseerd op participatie en dialoog, studie van de verschillende soorten denk-vragen in de les, hoe doorvragen op de redenering van de leerling (logica);
  • Socratisch gesprek met jongeren
    Achtergronden van de socratische methode en toepassingen en varianten in de klaspraktijk en met volwassenen.
    Verschillen en gelijkenissen met andere methodes in het filosoferen.


In werkcolleges (12 contacturen) in groepen van ca. 20 studenten worden de studenten in het volgende begeleid:

  • feedback krijgen op hun onderzoeksvraag (werkstuk) en hun lesvoorbereiding
  • ideeën en werkvormen uitwisselen om te gebruiken in de klas
  • een les 'filosoferen' opstarten volgens hun lesvoorbereiding 
  • oefenen in het begeleiden van filosofische gesprekken

Naast deze werkcolleges kan de student naar keuze enkele stagelessen 'filosofisch gesprek met kinderen en jongeren' begeleiden, zowel in het secundair als in het basisonderwijs. Als hij/zij hiervoor interesse heeft, observeert hij/zij eerst een les gegeven door de docent in het secundair en/of in het basisonderwijs. Nadien kunnen afspraken gemaakt worden met de juf/meester/leerkracht van de klas in kwestie. Precieze stageplekken worden nog bekend gemaakt bij aanvang van het seminarie.

Studiemateriaal

Gebruikt en verplicht studiemateriaal: syllabus met teksten. Deze syllabus is op Toledo beschikbaar en kan ook bij de lesgever aangekocht worden.
Bijkomend aanbevolen studiemateriaal: op Toledo vindt de student achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, didactisch materiaal … die hij/zij kan gebruiken als achtergrond bij het werkstuk en de lesvoorbereiding.

Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek: De basis (Leuven: LannooCampus, 2020).

Toelichting werkvorm

De eerste 10 contacturen zijn interactief. De docent stelt de belangrijkste theoretische achtergronden voor en wisselt dit af met korte oefeningen.

Tijdens de volgende 12 contacturen (werkcolleges) worden verschillende werkvormen uitgeprobeerd. De studenten spelen hierbij niet de rol van leerling maar blijven zichzelf. De effecten en doelstellingen van de verschillende werkvormen worden samen besproken en in functie van bruikbaarheid in de klas geëvalueerd. 

De contacturen zijn, indien mogelijk, op de campus. Indien dat door omstandigheden niet mogelijk is, zullen de contacturen (volledig of gedeeltelijk, voor de volledige groep of voor een (wisselend) deel van de groep) online georganiseerd worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I39A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S2I35a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Vaardigheidstoets

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De evaluatie bestaat uit twee opdrachten die samen de eindscore bepalen. Wie een voldoende haalt op één van deze opdrachten, kan dit punt behouden bij de tweede examenkans.

  • De student schrijft een werkstuk in geschreven standaardtaal waarin hij/zij een eigen vraag in verband met het filosoferen met kinderen en/of jongeren uitwerkt. De student zoekt deze onderzoeksvraag op basis van de theoretische lessen (met oefeningen) tijdens de eerste bijeenkomsten en op basis van het cursusmateriaal (en de bibliografie daarbij). Het werkstuk moet worden geschreven volgens richtlijnen die op Toledo beschikbaar zijn. 
  • De student maakt een lesvoorbereiding in geschreven standaardtaal waarin hij/zij een impuls voor een filosofisch gesprek uitwerkt en een onderwerp bedenkt om het filosofisch gesprek op te starten. Daarnaast formuleert hij/zij ook minimum vijf doelstellingen die hij/zij in de lesvoorbereiding uitwerkt en die hij/zij belangrijk vindt in een filosofisch gesprek. Deze doelstellingen legitimeert hij/zij door te verwijzen naar de literatuur i.v.m. filosoferen met kinderen en jongeren.

Tijdens de contactmomenten begeleidt de student minstens 15 min. van een filosofisch gesprek met enkele van zijn/haar medestudenten. Hij/zij krijgt feedback rond de doelstellingen die hij/zij zelf heeft geformuleerd. 

Het werkstuk en de lesvoorbereiding moeten voor de deadline via Toledo (Turnitin) ingediend worden en worden gecontroleerd op plagiaat. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat. Wie de deadline overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt als resultaat ‘niet afgelegd’.

Aanwezigheid op de contactmomenten van het seminarie is verplicht. Wanneer een student om gegronde redenen een verplicht contactmoment niet kan bijwonen, verwittigt hij/zij zo snel mogelijk de docent. De docent kan in dat geval beslissen om de student een vervangopdracht te geven. Wanneer een student om zwaarwichtige redenen gedurende een langere periode of regelmatig niet kan deelnemen aan de verplichte contactmomenten, verwittigt hij/zij zo spoedig mogelijk de examenombuds.


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. De afrondingsregels uit het OER (art. 80) zijn van toepassing op dit OPO.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • 50 % staat op het werkstuk
  • 50 % staat op de lesvoorbereiding, waarvan 30 % op het lesvoorbereidingsformulier en 20 % op het leiden van het filosofisch gesprek

Per ongewettigde afwezigheid tijdens de contactmomenten verliest de student 10% op zijn/haar eindresultaat.

Toelichting bij herkansing

Wie niet geslaagd is en gebruik wenst te maken van een tweede examenkans, moet contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten hij/zij opnieuw moet afleggen/indienen.
Indien de student bij de eerste examenkans een onvoldoende heeft behaald op de eerste opdracht, moet hij/zij een herwerkt of nieuw werkstuk indienen. Indien de student bij de eerste examenkans op de tweede opdracht een onvoldoende heeft behaald, moet hij/zij een herwerkte of nieuwe lesvoorbereiding indienen en/of moet hij/zij een filmpje indienen waarop te zien is hoe hij/zij een filosofisch gesprek van ca. 15 min. leidt (met een vijftal personen naar keuze, kinderen, jongeren of volwassenen).
Wie tijdens de seminaries geen gesprek geleid heeft met medestudenten, moet eveneens zo’n filmpje indienen.
Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op zijn/haar eindresultaat.
Wie de deadline bij de tweede examenkans overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt een eindresultaat ‘niet afgelegd’.

 

Toelichting bij herkansen

Wie niet geslaagd is en gebruik wenst te maken van een tweede examenkans, moet contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten hij/zij opnieuw moet afleggen/indienen.
Indien de student bij de eerste examenkans een onvoldoende heeft gehaald op de eerste opdracht, moet hij/zij een herwerkt of nieuw werkstuk indienen. Indien de student bij de eerste examenkans op de tweede opdracht een onvoldoende heeft gehaald, moet hij/zij een herwerkte of nieuwe lesvoorbereiding indienen en/of moet hij/zij een filmpje indienen waarop te zien is hoe hij/zij een filosofisch gesprek van ca. 15 min. leidt (met een vijftal personen naar keuze, kinderen, jongeren of volwassenen).
Wie tijdens de seminaries geen gesprek geleid heeft met medestudenten, moet eveneens zo’n filmpje indienen.
Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op zijn/haar eindresultaat.
Wie de deadline bij de tweede examenkans overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt een eindresultaat ‘niet afgelegd’.

ECTS Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W0AE0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters
Pattyn Bart (coördinator) |  Pattyn Bart |  d'Hoine Pieter

Doelstellingen

Het interfacultair college ‘Lessen voor de 21ste eeuw’ biedt een staalkaart van actuele onderzoeksthema’s in 13 lessen. Docenten uit verschillende disciplines brengen een relevant thema ter sprake dat hen nauw aan het hart ligt.  Elk jaar komen andere thema's aan bod. Dit initiatief biedt een unieke gelegenheid over de grenzen van de vakdisciplines heen te kijken en de horizon te verbreden. Het komt tegemoet aan de idee van een universiteitsbrede algemene vorming. Specifiek en bijzonder motiverend voor studenten van de KU Leuven is het feit dat deze interfacultaire lessencyclus als keuzeopleidingsonderdeel - met het daarbij horende examen - kan worden opgenomen in het studieprogramma van elke faculteit.

Deze lessenreeks richt zich verder ook tot alle leden van de universitaire gemeenschap en andere belangstellenden om aldus bij te dragen tot de realisatie van het idee van de Universitas omnium scientiarum.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W0AE0a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Programma 2020-2021

  • 9 november: Bambi Ceuppens, Black lives matter, ook in België
  • 16 november: Geert Molenberghs, Thomas Neyens en Geert Verbeke, Covid-19: een epidemiologisch en biostatistische reflectie over de pandemie
  • 23 november: Jo Swinnen, Covid-19 en voedselzekerheid
  • 30 november: Hylke Vandenbussche, Brexit en de toekomst van Europa
  • 7 december: Pierre Delaere en Jeroen Meulemans, Stamcelhype en utopische organregeneratie
  • 14 december: Hans Leinfelder, Een betonstop is noodzakelijk, niet eenvoudig en niet genoeg
  • 8 februari: Hans De Witte, Burn-out: wat is het en… wat is het niet?
  • 15 februari: Anthony Dupont, Augustinus van Hippo: de impact van een Christelijk intellectueel op onze Westerse Cultuurgeschiedenis
  • 22 februari: Rudi D’Hooge, Waar komt onze empathie vandaan en waarom? (In het kader van het Artefact festival 11 februari - 28 februari 2021)
  • 1 maart: Heidi Salaets, Het belang van zorgvuldig tolken en duidelijke communicatie
  • 8 maart: Lorenz Demey, Aristotelische diagrammen: eeuwenoud, springlevend
  • 15 maart: Giselinde Kuipers, Schoonheid en ongelijkheid
  • 22 maart: Jo Van Caneghem, Afvalverbranding in de circulaire economie: een contradictio in terminis?

Website: www.hiw.kuleuven.be/lessen 

 

Studiemateriaal

De teksten van de lessen worden gepubliceerd en zullen bij het einde van de reeks ter beschikking zijn: http://www.hiw.kuleuven.be/ned/lessen/

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt georganiseerd in overeenstemming met de geldende coronamaatregels. Studenten moeten Toledo raadplegen voor concrete informatie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W2AE0a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het examen is een online schriftelijk examen, type essayvragen en vindt plaats op dinsdag 25 mei 2021 om 18u30. De locatie zal via Toledo meegedeeld worden. Voor de derde examenperiode is een examen gepland op maandag 9 augustus 2021.

  • Elke lesgever geeft na afloop van zijn/haar les examenvragen door aan de coördinatoren van het opleidingsonderdeel.
  • Daaruit wordt telkens één vraag opgenomen in de lijst met voorbeeldvragen die via Toledo aan de studenten wordt doorgegeven.
  • Uit de overige vragen worden voor het examen drie reeksen van drie vragen opgesteld. De studenten worden in drie groepen verdeeld en krijgen op het examen elk één van de drie reeksen vragen.
  • Het examen is open boek. 
  • De studenten krijgen twee uur de tijd om het examen af te leggen.
  • De vragen worden verbeterd door de lesgevers die de desbetreffende vraag hebben ingediend.
  • De uitslagen worden samengebracht door de academisch verantwoordelijke. In geval er zich problemen voordoen (bv. onvoldoendes) contacteert hij de betrokken lesgever.
  • Op basis van de scores op de drie examenvragen stelt de academisch verantwoordelijke het definitieve examenresultaat vast.
  • De academisch verantwoordelijke bezorgt de uitslagen aan de verschillende examencommissies.

ECTS Studium generale: mens- en wereldbeelden (B-KUL-W0AH4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel wil de student een multidisciplinaire algemene vorming bieden om als kritische intellectueel te kunnen functioneren in de samenleving. Als dusdanig draagt het bij tot een van de belangrijke vormingsdoelen die de KU Leuven naar voren schuift in haar Visie op onderwijs en leren.

Leerresultaten

- De student heeft inzicht in het statuut van wetenschappelijke kennis en in de variëteit aan wetenschappelijke methoden.
- De student kent de draagwijdte van het gebruik (en misbruik) van cijfers in wetenschappelijk onderzoek en heeft aandacht voor de meest voorkomende denkfouten, zoals het verschil tussen correlatie en causaliteit.
- De student kan disciplinaire kennis plaatsen in een interdisciplinair perspectief en in een breed cultuurhistorisch perspectief.
- De student heeft inzicht in een aantal concrete maatschappelijke vraagstukken en kan ze benaderen vanuit verschillende perspectieven; op basis daarvan kan hij een gefundeerd standpunt innemen, rekening houdend met waarden en maatschappelijke impact.

Begintermen

De student heeft basiskennis binnen zijn/haar eigen discipline.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Studium generale: mens- en wereldbeelden (B-KUL-W0AH4a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Studenten volgen de algemene module (4 sessies) en kiezen uit het aanbod twee interdisciplinaire modules (4 sessies elk). Tijdens een eerste inleidende sessie krijgen de studenten de nodige informatie over de opbouw van het opleidingsonderdeel en de manier waarop het wordt geëvalueerd.

De algemene module is verplicht voor alle studenten en bevat een aantal belangrijke cultuurhistorische en methodologische inzichten in wetenschappelijke kennis en de diversiteit tussen disciplines, met daarnaast aandacht voor kwesties als statistische denkfouten, wetenschapsfraude, bias en perceptie.

Vervolgens kiest elke student 2 thematische modules. Elke module wordt verzorgd door een interdisciplinair team van 3-4 lesgevers. Naast uiteenzettingen wordt binnen elke module ook ruimte gemaakt voor onderlinge discussie tussen studenten van verschillende disciplines.

Voorbeelden van thematische modules die kunnen worden uitgewerkt:

  • Materie, tijd en (ontstaan van) leven
  • Vrijheid en determinisme in menselijk gedrag
  • Taal, communicatie en identiteit
  • Perspectieven op geschiedenis, tijd en ruimte
  • Genetica en biotechnologie
  • Milieu, ruimtegebruik en voedselproductie
  • Biodiversiteit en global change
  • Economische ontwikkeling, armoede en crisis
  • Multiculturalisme, natievorming en global justice
  • Ongelijkheid, emancipatie en diversiteit
  • Uitdagingen in de zorg
  • Het Europese project

 

Studiemateriaal

Cursustekst voor de algemene module

Teksten en Powerpoint presentaties voor de specifieke modules worden ter beschikking gesteld via Toledo

Toelichting werkvorm

Interactieve colleges

Dit opleidingsonderdeel wordt georganiseerd in overeenstemming met de geldende coronamaatregels. Studenten moeten Toledo raadplegen voor concrete informatie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Studium generale: mens- en wereldbeelden (B-KUL-W2AH4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Wat verwachten we van de studenten om te kunnen slagen? 

(1) De studenten zijn verplicht aanwezig tijdens alle sessies van de algemene module en de twee bijzondere modules die hen worden toegewezen. De studenten verwittigen afwezigheid voor aanvang van de sessie aan de coördinator van Studium Generale en attesteren de reden van afwezigheid met een officieel bewijsstuk (bv. doktersattest van de dag van de sessie).

(2) De studenten participeren actief aan de vierde sessie van de twee bijzondere modules, die de vorm zal aannemen van een debat, gemodereerd door de coördinator van de bijzondere module. De studenten bereiden ook de hen toegewezen taak voor die het debat zal voeden. Het einddoel van de debatsessie is te komen tot een ‘standpuntnota’ waarin de studenten een paar bezorgdheden / acties blootleggen rond het thema van de bijzondere module die volgens hen door de academische overheid in overweging genomen moeten worden (via onderwijs, onderzoek en/of dienstverlening).  

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen herkansing mogelijk.