Werk en recht (B-KUL-YF0022)

6 studiepuntenNederlands52 urenEerste semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten:

De student

1.1 (HRM) analyseert HR-gerelateerde operationele problemen en vragen rekening houdend met de specifieke bedrijfscontext.

1.3 (HRM) formuleert op basis van kennis van en inzicht in het sociaal recht een juridisch sluitende oplossing voor operationele HR-problemen en vragen, en houdt bij deze formulering rekening met de specifieke context van de onderneming of de instelling.

2.3 (HRM) formuleert op basis van kennis van en inzicht in arbeidsrecht een juridisch sluitende oplossing voor strategische HR-problemen en vragen, en houdt bij deze formulering rekening met de specifieke context van de onderneming of de instelling, de betrokken belanghebbende partijen en de ruimere omgeving waarin de onderneming of de instelling actief is.

2.6 (HRM) houdt rekening met de internationale dimensie van HR- en arbeidsmarktthema’s

4.1 (HRM) reflecteert kritisch over hoe maatschappelijke, internationale en organisatorische trends de arbeidsmarkt en het HR-beleid in de organisatie beïnvloeden, en houdt hierbij rekening met (gevolgen voor) de betrokken stakeholders.

4.2 (HRM) volgt het arbeidsmarktdebat en de actuele berichtgeving over juridische en actuele HR-thema’s.

7.2 (HRM) bespreekt de sociale, ethische en duurzaamheidsaspecten van bedrijfsvoering, analyseert een beleid op basis van deze aspecten en formuleert suggesties ter bijsturing.

10.1 (HRM) houdt zijn/haar kennis omtrent HR thema’s en de arbeidsmarkt up to date, en dit zowel op basis van praktijkgerichte, beleidsgerichte, juridische als wetenschappelijke informatie.

10.2 (HRM) integreert beleidsgerichte, juridische, wetenschappelijke en praktijkgerichte informatie over specifieke HR- of arbeidsmarktgerelateerde thema’s, en neemt een onderbouwd standpunt in over de relevantie van het specifieke thema voor de organisatie.

11.1 is zich ervan bewust terecht te komen in een snel evoluerende kennissamenleving en ziet op basis daarvan de noodzaak van het onderhouden en verbeteren van de verworven kennis, vaardigheden en competenties in het vakgebied en het verwerven van nieuwe kennis, vaardigheden en competenties in. 

 

Toelichting

Tijdens dit OPO moet de student courante problemen verbonden aan het sociaalrechtelijke statuut van werknemers of gelijkgestelden in een onderneming of instelling kunnen inschatten, interpreteren en (deels) oplossen. Aan het einde van dit OPO wordt de student geacht in staat te zijn om:
- inzicht te hebben in  de de belanngrijkste juridische normering van HRM;
- gefragmenteerde kennis over verschillende juridische onderdelen van HRM tot een groter kennisgeheel te verwerken;
- op een algemene wijze de structuur, het begrippenkader, de technieken en de betekenis van van het sociaal recht uit te leggen;

- op een beknopte en heldere wijze een juridisch HRM probleem toelichten;

- door een constructief-kritische en analytische houding verbanden te leggen tussen dit opleidingsonderdeel en verwante opleidingsonderdelen;
- op een algemene wijze invulling te geven aan de beschermingsmechanismes van het sociaal recht.

- Kennen: juridische basisvorming van het algemeen recht. 
- Kunnen: begin van zelfstandige wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden.
- Houding: kritisch denkvermogen; bijzondere interesse en gevoeligheid voor de loonproblematiek.

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Werk en recht (B-KUL-YF3022)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College52 urenEerste semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

HRM wordt omgeven door heel wat regelgeving. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om sociaal recht (arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht) en in mindere mate om fiscaal recht. Voor de praktijk is het belangrijk om de juridische contouren van het ruimere HRM gebeuren te begrijpen en te (h)erkennen. Dagelijks rijzen er bijvoorbeeld vragen over wat al dan niet toelaatbaar is op de werkvloer. 

De inhoud van het OPO is ogebouwd rond de meest belangwekkende thema's rond HRM :

- Van de arbeidsmarkt tot aanwerving (arbeidsvoorziening, arbeidsbemiddeling, uitzendarbeid, stages, precontractuele aansprakelijkheid, onthaal van werknemers, discriminatie)            
- Het sociaal overleg (sociaal overleg: arbeidsverhoudingen, vakorganisaties van werknemers en werkgevers, sociale verkiezingen, Europees sociaal overleg, cao)    

- Soorten overeenkomsten en bedingen (bedingen, voltijds versus deeltijds)

- Aansprakelijkheid van de werknemers tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst       
- Het meten van arbeid (arbeidstijd, vakantiedagregeling, toezicht op arbeid, sanctionering)             
- Het loon (bedrag van het loon, bescherming van het loon, loonbeleid, loonoptimalisatie)            
- Privacy, policies en opleiding (de privacy van de werknemer voor tijdens en na de arbeidsovereenkomst, gebruik van internet, car policy, opleiding van de werknemer)             
- Psychosociale belasting op het werk (historiek, wet welzijn werknemers)            
- Schorsing van de arbeidsovereenkomst (arbeidsongeschiktheid, invalidtiet, zwangerschap, tijdelijke werkloosheid, vakantiedag, tijdskrediet, thematische verloven, kort verzuim, verlof om dwingende redenen)            
- Ontslag en herstructurering (mergers and acquisitions, herstructurering en collectief ontslag, afwerving, outplacement, ontslagverboden en beperkingen, gouden parachutes, het loon bij ontslag, overmacht)             
- Precaire arbeidsstatuten

- Procesrechtelijke materie zoals de verjaring en de bevoegde rechtbanken       

   
Hierbij wordt ingegaan op de regelgeving, haar belang, de toepassing ervan in de praktijk, het toezicht en de eventuele sanctie bij inbreuken. Een aantal praktische knelpunten worden besproken. Vragen kunnen meteen worden gesteld.

- Een recent handboek inzake sociale wetgeving en HRM (normaliter te verkrijgen via ABSOC)

- Eigen nota's van de studenten van de hoorcolleges

- Powerpointpresentaties

Het vak wordt gedoceerd aan de hand van hoorcolleges waarin de student vertrouwd wordt gemaakt met de techniciteit van het Belgische recht inzake Human Ressources Management, maximaal gebruik makend van voorbeelden en conflictcasussen.

Er wordt gestreefd naar een heldere en levendige voorstelling van de structuur, werking en inhoud van het Belgisch positieve recht, met nadruk op het aanleren van het begrippenapparaat, de beginselen en de methode van de rechtswetenschap.

Binnen het kader van de hoorcolleges worden interactie en participatie maximaal nagestreefd. Tijdens de hoorcolleges nemen de studenten actief deel. Door rechtstreekse vraagstelling van de docent wordt er intens samen gewerkt. Doorheen het semester volgen studenten de sociaalrechtelijke actualiteit op.

Na het hoorcollege nemen studenten de relevante passages van het handboek door. Om de leerdoelen te bereiken moet de leerstof worden gememoriseerd door regelmatige herhaling. Het structureren van de leerstof is daarbij een noodzaak. Het uitwerken van overzichten, samenvattingen en  schema's zijn daarbij goede hulpmiddelen. Hiertoe moeten het handboek, de powerpointslides en de nota's van de hoorcolleges als een geheel worden aanzien.


Opdat de student de leerstof kan toepassen op concrete gevallen moeten de geziene casussen tijdens de hoorcolleges via analogie worden geïnterpreteerd. De student moet actief leren om gekende voorbeelden te extrapoleren en om te zetten naar ongeziene voorbeelden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Werk en recht (B-KUL-YF7022)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal


Het examen is een mengeling van meerkeuzevragen, open en gesloten vragen. 

Enkel het aangegeven handboek mag gebruikt worden tijdens het examen. Nota's, eigen teksten, andere boeken, documentatie of andere teksten zijn niet toegestaan tijdens het examen. Het gebruik van het handboek tijdens het examen houdt ook in dat er niet mag geschreven zijn in het handboek. Het is evenwel toegelaten om in het handboek te onderlijnen, in te kleuren of te omcirkelen, in om het even welke kleur, met om het even welk middel (potlood, balpen, fluostift, markeerstift,...). Deze onderlijning, inkleuring of omcirkeling moet minstens één woord omvatten. Het is verboden om  aparte letters of delen van woorden te onderlijnen, in te kleuren of te omcirkelen. Een stippellijn is derhalve niet toegelaten. Het gebruik van POST-its of gelijkaardige blaadjes is toegelaten in het handboek voor zover er niets opgeschreven staat.

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.