Inleiding tot fiscaliteit (S) (B-KUL-Y05074)

3 studiepuntenNederlands26 urenEerste semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten:

De student

2.h        heeft inzicht in de structuur en de actuele regelgeving van de fiscale wetgeving, en past deze toe voor het ondersteunen van beslissingen van particulieren en organisaties.

8.a        identificeert praktijkrelevante (bedrijfs)economische uitdagingen en relateert deze aan binnen het vakgebied ontwikkelde inzichten. 

10.a      communiceert schriftelijk en mondeling met een publiek van specialisten en niet-specialisten in de opleidingstaal, en dit op grammaticaal en vocabularisch correcte en gestructureerde wijze, en in vormelijke genres die courant voorkomen in een (bedrijfs)economische context.

11.a      voert zelfstandig of in groep een duidelijk geformuleerde opdracht doelgericht uit.
 

Toelichting

2.h       In het KU Leuven opleidingsonderdeel wordt de nadruk gelegd op de structuurelementen van belastingen, en dat over verschillende belastingen heen (o.m. door het organiseren van enkele domeinoverschrijdende themacollege’s). Hierbij wordt de fiscale wetgeving als basis gebruikt. De vaardigheden van structureel inzicht in de fiscale wetgeving zijn nodig om beslissingen inzake fiscaliteit van particulieren en organisaties ten gronde te ondersteunen..

8.a       In het KU Leuven opleidingsonderdeel wordt de nadruk gelegd op de economische relevantie van fiscaliteit op meerdere vlakken (financiële functie belastingen, gebruik opbrengst en gedragssturend effect van belastingen).

10.a      De behaalde leerresultaten leggen nadruk op ‘grammaticaal en vocabularisch correcte’ communicatie. In het opleidingsonderdeel wordt meermaals de nadruk gelegd op het correcte gebruik van fiscale terminologie en onjuist gebruik daarvan in de media.

11.a      In lijn met de geformuleerde leerresultaten (bvb. 2h) bestrijkt de geformuleerde opdracht het volledige domein van de fiscaliteit (inzonderheid personenbelasting, vennootschapsbelasting en btw, alsook enkele elementen m.b.t. andere belastingen).

Er is geen specifieke voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
D0X42A : Inleiding tot fiscaliteit
HBA21C : Principles of Taxation
HSH95A : Inleiding tot fiscaliteit (S)
HTH91A : Inleiding tot fiscaliteit (BL)
HSA19A : Principles of Taxation (B) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Inleiding tot fiscaliteit (S) (B-KUL-Y55074)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenEerste semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

Een ondernemingsgerichte benadering van fiscaliteit staat centraal.
Na een korte situering van de basisprincipes van belastingen wordt de essentie van de belangrijkste fiscale deeldomeinen uiteengezet. Daarbij komen achtereenvolgens de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de belasting over de toegevoegde waarde en de registratie- en erfbelasting aan bod.
De theoretische uiteenzetting van de leerstof wordt telkens aangevuld met praktische voorbeelden en oefeningen.
 

Verplicht studiemateriaal

  •  Wetboek: ITAA-Le x(deel 1: fiscaal recht) (Kluwer, laatste editie - zie Toledo)
  • Er wordt studiemateriaal geplaatst op Toledo

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal

Aanbevolen studiemateriaal: Praktisch belastingrecht 2024 uitgeverij Van In

Hoorcollege - Werkcollege

Interactief hoorcollege met praktische voorbeelden en toepassingen.

Er worden ook een aantal werkcolleges voorzien waarbij op een interactieve wijze oefeningen worden gemaakt.

Verder kan er in beperkte mate ook een aantal ingesproken slides voor zelfstudie  worden voorzien.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot fiscaliteit (S) (B-KUL-Y75074)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Gesloten vragen, Open vragen, Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Rekenmachine, Wetboek/codex


Evaluatiekenmerken

Het betreft een schriftelijk examen (meerdere vragen waarvan een aantal meerkeuzevragen) dat maximum 2 uur in beslag zal nemen.
Voorbeelden van de diverse vragen komen in de oefeningen en  tijdens de colleges aan bod. 

Bij de meerkeuzevragen wordt geen giscorrectie gehanteerd.

De student mag bij het oplossen van de vragen gebruik maken van een rekenmachine zonder alfanumeriek geheugen en een niet-geannoteerd wetboek.

Bij het naar buiten gaan moet alles (oplossingen, vragen en klad) worden afgegeven.

Enkele raadgevingen
- Probeer zo volledig mogelijk te antwoorden op de gestelde vragen.
- Probeer bij je antwoord de vraag eerst in de cursus te situeren en probeer een theoretische uitleg met een voorbeeld te verduidelijken
- Beperk u zeker niet tot het gewoon letterlijk overnemen van een wettekst!

INFORMATIE OMTRENT DE TE BEHEERSEN LEERINHOUD:
Alle leerstof en oefeningen, gedoceerd en opgelost tijdens het voorbije academiejaar. De te kennen leerstof is terug te vinden in de cursus en in de slides. In principe volstaat het bestuderen van de slides, aangevuld met persoonlijke notities. Meer informatie over de behandelde topics kan worden gevonden in het handboek. Er is ook nog het wetboek dat door de studenten op het examen mag worden gebruikt (lees de opmerking hierna!!)

Opmerking:

Bij een schriftelijk examen over een positiefrechtelijk opleidingsonderdeel mag steeds gebruik worden gemaakt van uitgegeven wetgeving of vastbladig samengevoegde fotokopieën daarvan, die noch door de uitgever, tenzij met de wetsgeschiedenis, noch door een gebruiker, tenzij met onderstrepingen of inkleuringen van ten minste een volledig woord, alsook met verwijzingen naar andere wetgeving, werden geannoteerd. Voor de toepassing hiervan heeft het geen enkel belang wie de niet-toegelaten annotaties zou hebben aangebracht.

Aanduidingen in de codex:

Kruisverwijzingen:

o kruisverwijzingen in wetboeken en op zelf meegebracht wetgeving zijn toegelaten

o een kruisverwijzing bestaat uit drie delen:

    1) het woordje 'zie' en cfr. (dit kan eventueel weggelaten worden)

    2) het artikel, bijvoorbeeld 'artikel 10'

   3) de officiële of verkorte benaming van de wet, bijvoorbeeld 'Wet 21 maart 1804' of 'Burgerlijk Wetboek' of, indien er een standaard afkorting bestaat, die afkorting  zoals 'B.W.'

o het is verboden extra woorden aan de kruisverwijzing toe te voegen, bijvoorbeeld  'naar analogie', 'contra', 'niet van toepassing', 'uitzondering', 'belangrijk', enz...

o er staat geen beperking op het aantal kruisverwijzingen per artikel

o mogen in elke kleur genoteerd worden

o met om het even welk middel: potlood, balpen, fluostift, markeerstift,...

o gebruik geen pijltjes

 

Post-its:

o het is toegelaten post-its of andere zelfklevende papiertjes of plastiekjes te gebruiken

o post-its hebben tot doel bepaalde wetgeving sneller terug te vinden

o op de post-its zelf mag geen enkele aanduiding aangebracht worden, behalve de benaming van een wet, dus geen artikelnummer, geen volgnummer, enz...

o post-its mogen in elke kleur

 

Bepaling eindresultaat

Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Tweede examenkans

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.