Wijsgerige antropologie: verdiepende cursus (B-KUL-W0T06A)

6 studiepuntenNederlands39 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
De Block Andreas |  Moyaert Paul (plaatsvervanger)
Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar ingericht, maar niet volgend jaar. Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar ingericht, maar niet volgend jaar.
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

 Algemene doelstellingen van het opleidingsonderdeel:

1. Verdiepte kennis van de inhouden en methoden van de wijsgerige antropologie.
2. Bekwaamheid om filosofische vragen over de mens op een genuanceerde wijze te benaderen.
3. De inhoud van teksten zelfstandig kunnen verwerken en creatief omgaan met die teksten.

De student is in staat om:
1. een hedendaagse wijsgerig-antropologische problematiek te situeren en te analyseren.
2. de relatie te begrijpen en te analyseren tussen verschillende benaderingen van eenzelfde wijsgerig-antropologische problematiek.
3. een wijsgerig antropologische vraag te ontleden
4. zelfstandig en creatief kunnen omgaan met teksten
5. zelf argumenten te ontwikkelen in een wijsgerig-antropologisch debat

Een minimale vertrouwdheid met wijsgerige antropologie en psychologie is nuttig. Studenten die niet over deze kennis beschikken kunnen door hun gerichte vragen deze kennis tijdens de colleges verwerven.

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Wijsgerige antropologie: verdiepende cursus (B-KUL-W0T06a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College39 urenTweede semester
De Block Andreas |  Moyaert Paul (plaatsvervanger)
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

Thema 2024-2025: Doodsdrift bij Freud en Deleuze

Pas in een tweede redactie van Aan gene zijde van het lustprincipe (1920) voert Freud in zijn metafysica de doodsdrift in. Voortaan verdedigt hij een robuust ontologisch dualisme, Eros en de doodsdriften. Om welke redenen voert hij de doodsdrift in en hoe moet je haar begrijpen? Door welke driften wordt deze drift gerepresenteerd? Over een representant bestaat er geen discussie: pure agressie. Maar valt de geestdodende herhalingsdrang eveneens onder de doodsdrift.

Deleuze is geregeld over deze drift in discussie gegaan met Freud. Hij rept geen woord over agressie en de herhalingsdrift moet volgens hem anders worden bepaald.

Het college bespreekt de analyses van Freud en Deleuze en hoe Deleuze met Freud discussieert. 

 

Verplichte lectuur:

S. Freud, 'Aan gene zijde van het lustprincipe' (1920), Freud, Verzamelde Werken 7, Bezorgd door Wilfred Oranje, Amsterdam, Boom, pp. 165-218.

G.Deleuze, Différence et répétition. PUF, 1968 (2011). Nederlandse vertaling: Verschil en herhaling. Amsterdam, Boom, 2011.

Nuttige extra lectuur:

Paul Moyaert, De doodsdrift revisited. Amsterdam, Boom, 2022. 

Studenten moeten deze teksten meenemen naar de colleges. 

 

 

Voor elke les bereiden studenten de tekst voor. Iedere student presenteert minstens een maal haar/zijn voorbereiding bij aanvang van het lesuur.

De colleges bestaan uit:
a) inleidingen tot het materiaal
b) presentaties
c) discussies rond bepaalde centrale argumenten/concepten

Na een inleiding op het thema in de eerste les, lezen we de volgende zes weken van het semester telkens 3 hoofdstukken uit het boek; de lesvoorbereidingen van de studenten gebeuren op basis van een rudimentaire leeswijzer en worden voor de les opgeladen door elke student.   

Er zijn 9 gemeenschappelijke sessies:

1 inleidende sessies (3 uur) waarin achtergrond wordt gegeven bij het boek en het thema

6 sessies waarin de verschillende hoofdstukken besproken worden (3 per week)

Er is 1 gemeenschappelijke groepssessie om  het thema’s van de papers/eindpresentaties te bepalen.

1 afsluitende conferentie rond Rewriting the Soul, met presentaties van 20 minuten. De presentatie is gebaseerd is op eindpaper van presentator. 

Daarnaast zijn er twee individuele feedbacksessies: 1 over abstract + bibliografie,  en een over draft van eerste 1200 woorden. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Wijsgerige antropologie: verdiepende cursus (B-KUL-W2T06a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk


Het examen bestaat uit een paper van max. 8 pagina's (anderhalve regel afstand) over een thema dat direct verband houdt met de leerstof. Het onderwerp kan worden bepaald in overleg met de docent na minstens vijf weken college.

Van de studenten wordt verwacht dat ze zich informeren over de facultaire richtlijnen voor papers en bibliografisch refereren en over de facultaire richtlijnen inzake plagiaat.

Bij de herkansing kan de paper herkanst worden.