Fenomenologie / hedendaagse continentale wijsbegeerte: verdiepende cursus (B-KUL-W0T04A)

6 studiepuntenNederlands39 urenEerste semesterUitgesloten voor examencontract
Grohmann Till (coördinator) |  Grohmann Till |  Magomedov Elad
Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar ingericht, maar niet volgend jaar. Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar ingericht, maar niet volgend jaar.
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

De doelstelling van dit opleidingsonderdeel is om de student duidelijk te maken waaruit Husserls project van een transcendentale fenomenologie bestaat. Verder gaat het erom aan te tonen in hoeverre en waarom dit soort project werd bekritiseerd door existentiële fenomenologische denkers, voornamelijk Heidegger en Sartre. 

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel moeten studenten inzicht hebben in de ontwikkeling van de continentale fenomenologie en haar transcendentale en existentiële richtingen. Het doel is het verkrijgen van een systematisch begrip van de structuren en dynamieken van subjectiviteit en existentie, alsook hun verschillen en gelijkenissen. 

De student moet een inleidende cursus fenomenologie of continentale wijsbegeerte op bachelorniveau hebben gevolgd, bijvoorbeeld W0Y31A of W0Y10A.

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Fenomenologie / hedendaagse continentale wijsbegeerte: verdiepende cursus (B-KUL-W0T04a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College39 urenEerste semester
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

De inhoud van dit opleidingsonderdeel wisselt jaarlijks. 

Thema 2024-2025: Transcendentale fenomenologie en existentiële fenomenologie. Van Husserl tot Heidegger en Sartre.

Het hoofdcollege focust op Husserls Ideen zu einer reinen Phänomenologie und phänomenologischen Philosophie, vol. 1 (1913) (we werken met de boeken in Duits of in Engelse vertaling (Dahlstrom 2014). 

Husserls Ideen… 1 is de vrucht van een langdurige en moeilijke ontwikkeling, waardoor Husserl uiteindelijk tot een nieuwe oriëntering van zijn denken komt. Door de systematische problematisering van een nieuwe betekenis van het Kantiaanse “transcendentaal” opent Husserl een tot nog toe onbekende dimensie voor de filosofie. Vandaag herkennen wij hierin een inaugurele gebeurtenis van de filosofie van de twintigste eeuw.

Een begeleidend seminarie bespreekt teksten van existentiële fenomenologische auteurs. Hier wordt bekeken wat de impliciete en expliciete kritieken tegen Husserl waren en in hoeverre deze auteurs in hun eigen fenomenologische projecten het denken van Husserl in een nieuwe richting hebben gestuurd. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan Heideggers Sein und Zeit en Sartres L’être et le néant. 
 

Verplicht: 

Ideen zu einer reinen Phänomenologie und phänomenologischen Philosophie, vol. 1 (1913) (Editie van Meiner, of Husserliana III) ; Engelse vertaling (D.O. Dahlstrom), Ideas for a Pure Phenomenology and Phenomenological Philosophy, Hackett Publishing Company.

Sartre, L’être et le néant (Paris: Gallimard, 2011) / Het zijn en het niet (vert. Frans De Haan, Rotterdam: Lemniscaat, 2003)

Heidegger, Sein und Zeit (Tübingen: Niemeyer, 2006) / Zijn en Tijd (vert. Mark Wildschut, Nijmegen: Sun, 1999)

 

Aanbevolen:

A. Staiti (ed.), Commentary on Husserl’s “Ideas I”, De Gruyter, 2015.

Bernet, Kern, Marbach, Husserl – Darstellung seines Denkens, Meiner, 1979. In English: Introduction to Husserlian Phenomenology, Northwestern, 1993.

Visker, Lof der Zichtbaarheid: een uitleiding in de hedendaagse wijsbegeerte (Amsterdam: SUN, 2007)

Studenten worden aangemoedigd om tijdens het college met de docent in discussie te gaan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fenomenologie / hedendaagse continentale wijsbegeerte: verdiepende cursus (B-KUL-W2T04a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk


Studenten moeten een paper schrijven. Het onderwerp moet gerelateerd zijn aan de lesinhoud en moet in overleg met de docent worden bepaald.

Van de studenten wordt verwacht dat ze zich informeren over de facultaire richtlijnen voor papers en bibliografisch refereren en over de facultaire richtlijnen inzake plagiaat.