Kritische maatschappijtheorie (B-KUL-W0AJ1A)

4 studiepuntenNederlands26 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar niet ingericht, maar wel volgend jaar. Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar niet ingericht, maar wel volgend jaar.
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

Dit opleidingsonderdeel biedt een grondige inleiding in de de kritische maatschappijtheorie. Strikt genomen wordt deze term vaak geïdentificeerd met een omlijnde en coherente denkschool, de zogenaamde Frankfurter Schule (Horkheimer, Adorno, Marcuse, Pollock, enz.) die vooral in het interbellum en naoorlogse periode actief was. Vandaag omhelst de term echter ook ook een bredere verzameling aan neo- en postmarxistische tradities, socialistische theorieën, en poststructuralistische benaderingen. Die ‘nieuwe’ kritische theorie wordt in dit vak in zowel de breedte en diepte belicht. Daarnaast wordt in dit college stilgestaan bij denkers en evoluties die de tegenstelling tussen marxisme en liberalisme, links en rechts, overstijgen, steeds met terugkoppelingen naar het politieke heden.

De benadering is zowel auteursgericht als thematisch. Enerzijds focust dit vak op een aantal representatieve stemmen uit de bredere traditie van de kritische maatschappijtheorie (denkvaders als Lukacs, Adorno, Pollock, Horkheimer, Du Bois, maar ook recentere stemmen als Fields, Laclau, Postone…). Ook de hedendaagse relevantie van deze auteurs wordt van nabij bekeken, met bijzondere aandacht voor de politieke vertaalslagen van deze theoriën . Anderzijds omvat het een reeks thematische colleges, waarin telkens een belangrijk discussieveld binnen de traditie wordt besproken, zoals de betekenis van ‘kritiek’, het klassenconcept, vraagstukken van tijd en historiciteit, natuurconcepten, ideologie- en fetisjismekritiek, en raciale onderdrukking. Dit gebeurt steeds in dialoog met de filosofische grondleggers van deze traditie (Marx, Hegel) en met alternatieve, vaak contrasterende posities (o.m. conservatisme, nieuwrechts, liberalisme, neoliberalisme).

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • belangrijke begrippen te definiëren;
  • de interne structuur van een theorie uiteen te zetten;
  • discussies tussen theoretici uiteen te zetten;
  • een persoonlijke kritiek of standpunt t.a.v. een bepaalde theorie te formuleren;
  • actuele thema’s kritisch te benaderen vanuit de theoretische kaders;
  • een tekstfragment toe te lichten en te verklaren.

De student moet een basisinzicht bezitten van:

  • de filosofische terminologie en filosofische problemen
  • de geschiedenis van de wijsbegeerte

 

Onderwijsleeractiviteiten

4 sp. Kritische maatschappijtheorie (B-KUL-W0AJ1a)

4 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

1. De grote debatten

Thema’s: de betekenis van ‘kritiek’, het probleem van tijd en historiciteit, natuurconcepten, conflict en sociale verandering, ideologiekritiek, klassenconcepten, raciale onderdrukking…

2. Belangrijke stemmen

Kautsky, Lukacs, Adorno, Pollock, Horkheimer, Neumann, Schmidt, Du Bois, Fanon, Fields, Laclau, Postone.

3. Actuele thema’s

De precieze inhoud van dit vak kan elk jaar licht variëren.

  • Reader met primaire teksten, ter beschikking gesteld door de docent via NFK cursusdienst en/of Toledo.
  • PowerPoint-slides van de colleges, ter beschikking gesteld via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Kritische maatschappijtheorie (B-KUL-W2AJ1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal


De evaluatie bestaat uit een mondeling open boek examen met twee open vragen. Dit kunnen zowel toepassingsgerichte vragen zijn, waarbij een actueel thema geanalyseerd wordt vanuit de besproken theoretische kaders, als meer conceptueel gerichte vergelijkingsvragen, waarbij de student een vergelijking maakt tussen auteurs of theoretische benaderingen. Eén vraag wordt door de docent gesteld, de tweede vraag wordt door de student zelf geformuleerd en op voorhand voorbereid.

De studenten mogen op het mondeling examen de reader met tekstmateriaal meebrengen. Collegeaantekeningen of powerpoint slides mogen niet gebruikt worden tijdens het examen. De op het examen gebruikte reader mag actief bewerkt zijn (onderstrepingen, markeringen met fluostift, pijltjes en eigen nummeringen…), maar de toegelaten bijgeschreven tekst blijft beperkt tot inhoudstafels en (lijsten van) trefwoorden.