Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage (B-KUL-O0G99A)

8 studiepuntenNederlands52 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
OC Educatieve master lichamelijke opvoeding

Het opleidingsonderdeel Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage  is erop gericht om studenten een wetenschappelijk onderbouwd referentiekader te bieden om het vak Lichamelijke Opvoeding in het secundair onderwijs met de nodige competentie en effectiviteit in termen van (motorische) leerwinst te onderwijzen. De leerdoelen op vlak van vakdidactische kennis en inzichten vinden hun ontwerp in de basiscompetenties van de Leraar zoals geformuleerd door de Vlaamse Overheid met accent op de functionele gehelen/basiscompetenties (BC) 1 t.e.m. 5 (verantwoordelijkheden t.a.v. de lerende), BC 6 t.e.m. 10 (verantwoordelijkheden tegenover de school en de gemeenschap).
Vanuit een specifieke onderwijsvisie op het vak Lichamelijke Opvoeding en om de academische gerichtheid ervan te expliciteren worden deze functionele gehelen/basiscompetenties (BC) vertaald naar vakspecifieke leerresultaten (V).

BC 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
BC 2 De leraar als opvoeder
BC 3 De leraar als inhoudelijk expert
BC 4 De leraar als organisator
BC 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
BC 6 De leraar als partner van ouders/verzorgers
BC 7 De leraar als lid van een schoolteam
BC 8 De leraar als partner van externen
BC 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
BC 10 De leraar als cultuurparticipant

A1. De student kan doeltreffende leerprocessen uitlokken en begeleiden door het selecteren en gestructureerd aanbieden van aangepaste leerinhouden, werkvormen, leermiddelen en evaluatiecriteria. (BC1)*
V1.1 Communiceert haalbare en uitdagende bewegings- en persoonsdoelen op les- en periodeniveau
V1.2 Selecteert leerinhouden en taakadaptaties in functie van doelstellingen met aandacht voor alle leerlingen V1.3 Selecteert werkvormen in functie van doelstellingen
V1.4 Verbale taakpresentatie: bondig, helder, max. 3 aandachtspunten, en check for understanding
V1.5 Visuele taakpresentatie: ononderbroken, helder, volledig en snelle opstart na afloop
V1.6 >90% van de feedback is specifiek, congruent en positief geformuleerd
V1.7 Stimuleert en moedigt leerlingen aan
V1.8 Is enthousiast en expressief
V1.9 Controleert lesdoelstellingen aan het einde van de les
V1.10 Evalueert efficiënt en transparant bewegings- en persoonsdoelen
V1.11 Kan over het leerproces van bewegings- en persoonsdoelen rapporteren

A2. De student kan een positief leefklimaat creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing, en rekening houdt met specifieke kenmerken en beperkingen van de lerenden op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school of de achtergrond, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen. (BC2)
V2.1. Realiseert een voorbeeldfunctie door een verzorgd voorkomen en houding (o.a. taalgebruik)
V2.2 Kent namen van leerlingen en doet inspanningen om hun leefwereld te kennen/ begrijpen
V2.3 Connecteert met leerlingen via korte, persoonlijke communicatie
V2.4 Heeft een aangepast stemgebruik en spreekt duidelijk.
V2.5 Onderwijst én bekrachtigt prosociaal gedrag ifv een positief leerklimaat
V2.6 Expliciteert het belang van fysieke activiteit en gezondheid en stimuleert toepassing ervan in het dagelijks leven.
V2.7 Stimuleert doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidszin bij leerlingen
V2.8 Communiceert duidelijke verwachtingen mbt gedrag en volgt ze op via positieve bekrachtiging
V2.9 Heeft transparante consequenties bij niet naleven van afspraken en past ze strikt toe
V2.10 Heeft een effectief gedragsmanagementsysteem ifv positief leerklimaat

A3. De student kan de domeinspecifieke academische kennis, vaardigheden en attitudes aanwenden en integreren in de onderwijspraktijk. (BC3)*
V3.1 Bezit voldoende algemene vakkennis mbt etiquette, spelregels, techniek en tactiek in functie van de doelgroep
V3.2 Heeft per lesperiode een content map met diepgang in taakprogressies (mesotaak)
V3.3 Schrijft lesplannen uit met relevante inter -en intra taakadaptaties
V3.4 Kan vaak voorkomende fouten herkennen en remediëren
V3.5 Kan via een onderwijsleergesprek het leren bevorderen
V3.6 Neemt deel aan professionele vormingsactiviteiten

A4. De student kan een gestructureerd en efficiënt werkklimaat binnen de klas tot stand brengen. (BC4)*
V4.1 Heeft duidelijke afspraken (routines) mbt lesbegin (starttijd en beginactiviteit)
V4.2 Heeft lage management- en transitietijden
V4.3 Gebruikt consequent dezelfde en duidelijke signalen
V4.4 Zorgt voor een goed lestempo en continuïteit in het lesverloop
V4.5 Organiseert leerlingen en materiaal in functie van maximale actieve leertijd V4.6 Realiseert een veilige leeromgeving
V4.7 Heeft een actief supervisiepatroon in functie van maximale actieve leertijd
V4.8 Heeft een realistisch tijdsmanagement (timing)
V4.9 Houdt het e-portfolio up-to-date conform de afspraak met stagebegeleider

A5. De student kan de resultaten van recent onderwijs - en vakdidactisch onderzoek aanwenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leerkracht. (BC5)
V5.1 Kan de eigen lesgeefactiviteit (objectief) rapporteren, interpreteren en verbeteren (mesotaak)
V5.2 Reflecteert over leerlingengedrag
V5.3 Staat open voor begeleiding en remedieert doeltreffend aandachtspunten
V5.4 Integreert (wetenschappelijke) literatuur voor het verbeteren van de eigen effectiviteit

A6. De student kan op aangepaste wijze dialogeren met ouders of verzorgers over het klas-en schoolgebeuren. (BC6)
V6.1. Is discreet met informatie van leerlingen, dialogeert met ouders over de leerling in de school en betrekt hen bij het klas- en schoolgebeuren, ongeacht achtergronden en afkomst

A7. De student kan overleggen en samenwerken binnen een schoolteam wat betreft verschillende aspecten van de toegewezen beroepstaken. (BC7)
V7.1 Is in de omgang met vakmentor, vakgroep, directie en schoolpersoneel beleefd, verantwoordelijk, relationeel en kritisch ingesteld, flexibel en komt afspraken na
V7.2. Organiseert intramurale initiatieven inzake fysieke activiteit gelinkt aan Lichamelijke Opvoeding en rapporteert hier wetenschappelijk over (mesotaak)

A8. De student kan communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. (BC8)
V8.1. Kan contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken, sportgerelateerde initiatieven aanbieden

A9. De leraar kan deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's. (BC9)
V9.1 Kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's; hij kan dialogeren over zijn vakgebonden rol en belang in de samenleving

A10. De leraar kan maatschappelijke, sociale en culturele thema's onderscheiden, kritisch benaderen en daarbij beslissingen nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken. (BC10)
V10.1 Is respectvol tov diversiteit en stimuleert leerlingen om respectvol om te gaan met diversiteit
V10.2 Kan actuele maatschappelijke thema’s (met betrekking tot sport, bewegen en gezondheid) kritisch benaderen en hierover in gesprek gaan met leerlingen en anderen
V10.3 Kent het sportaanbod en sportinfrastructuur in de (school)omgeving en communiceert hierover met leerlingen

Onderstaande decretaal bepaalde attituden worden ontwikkeld:

Beslissingsvermogen (o.a. V1.3, V1.4, V3.8, V4.1.,V7.1)

Relationele gerichtheid (o.a. V6.1, V7.2, V10.1)

Kritische ingesteldheid (o.a. V2.8, V5.5, V7.3, V7.9)

Leergierigheid (o.a. V5.3, V5.4, V7.4)

Organisatievermogen (o.a. V1.13, V4.1-V4.10, V7.5)

Zin voor samenwerking (o.a. V7.6, V8.1)

Verantwoordelijkheidszin (o.a., V2.10, V7.7)

Flexibiliteit (o.a., V5.4, V7.8, V8.1)

 

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


GELIJKTIJDIG( L05O0A ) EN (GELIJKTIJDIG( L05M5A ) OF GELIJKTIJDIG( L06Q9A )) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A ))

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
L05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L05M5A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding
L06Q9A : Vakdidactiek lichamelijke opvoeding (Brugge) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
P0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
L05N3A : Fysieke activiteit op school
L05O2A : Onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 (Leuven) (B-KUL-L05M7a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College16 urenTweede semester
OC Educatieve master lichamelijke opvoeding

Hierin worden specifieke oefeningen gemaakt op vlak van leerstofopbouw binnen een bepaald bewegingsdomein (content mapping), werken studenten in groep praktische oefeningen omtrent positief gedragsmanagement uit, worden kritische incidenten gesimuleerd en geremedieerd, en worden cruciale lesgeefepisodes uit de stage onderwezen en besproken vanuit vakinhoudelijk en vakdidactisch perspectief. De inhouden van deze onderwijsleeractiviteit worden vanuit de decretaal bepaalde beroepscompetenties voor leraren geconcretiseerd in specifieke thema’s voor het brede domein van de lichamelijke opvoeding (LO):

(1) de leraar LO als begeleider van leerprocessen
(2) de leraar LO als opvoeder
(3) de leraar LO als (vak)inhoudelijk expert
(4) de leraar LO als organisator
(5) de leraar LO als innovator en onderzoeker

De studenten worden in dit OLA voorbereid om complexere lesgeefvaardigheden te verwerven met betrekking tot evaluatie, positief gedragsmanagement en het gebruik van specifieke instructiemodellen zoals bijvoorbeeld Sport Education.

Alle opdrachten en studiemateriaal wordt via TOLEDO gecommuniceerd.
Behets, D. Didactiek van het Bewegingsonderwijs. Leuven: Acco.

Interactieve hoorcolleges waarbij studenten voorbereid aanwezig zijn. De term ‘college’ wordt in ruime zin beschouwd en omvat ook praktische oefeningen.

5 sp. Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage (Leuven) (B-KUL-L05M8a)

5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Stage36 urenTweede semester
OC Educatieve master lichamelijke opvoeding

Studenten doen een zelfstandige stage met grotere aandacht voor de leerwinst van leerlingen onafhankelijk van hun (motorische) vaardigheid en gebruiken complexere werkvormen. De vorm, inhoud en evaluatie van de stage wordt gestuurd door de decretaal vastgelegd 10 basiscompetenties van de leraar.

1. Minstens 4 lessen Lichamelijke Opvoeding (LO) van de eigen stageklassen observeren op vlak van leraar- en leerlinggedrag. Daarnaast volgen minstens 2 lessen observatie tijdens het stagetraject op basis van eigen werkpunten.
2. Minstens 32 lessen LO onderwijzen over minstens 6 weken.
3. Op het schoolvlak maakt de student-leraar contact met de verschillende relatievelden in en buiten de schoolcontext en leert hij hier te participeren met speciale aandacht voor o.a. het organiseren van kwalitatieve beweeginitiatieven buiten het curriculum, het uitwerken van leerlijnen binnen bewegingsgebieden, vakvergaderingen, vakoverschrijdende schoolinitiatieven, klassenraden, oudercontacten.
4. Begeleiding gebeurt aan de hand van besprekingen met vakmentor(en) en met stagebegeleider(s), alsook via het stageportfolio. Verwerkingstaken verwijzen naar het documenteren van het groeiproces (onder de vorm van een reflectie op het voorgestelde persoonlijk ontwikkelingsplan waarin de link wordt gelegd met de basiscompetenties, het stage activiteitenplan, uitgewerkte observatieopdrachten met reflecties, uitgewerkte lesvoorbereidingen, lesreflecties) in een stageportfolio die procesmatig wordt aangelegd.

Alle opdrachten en studiemateriaal wordt via TOLEDO gecommuniceerd.
Behets, D. Didactiek van het Bewegingsonderwijs. Leuven: Acco.

Stage: individueel

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek lichamelijke opvoeding deel 2 m.i.v. doorgroeistage (B-KUL-O2G99a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen


OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van tussentijdse opdrachten. Bij de multiple choice vragen wordt er geen GIS-correctie toegepast.
De student krijgt een numerieke score voor de tussentijdse opdrachten.
Het niet indienen van opdrachten voor de indiendeadlines leidt tot een NA (niet afgelegd). De deadlines worden bekendgemaakt op Toledo.

Indien de student ongewettigd of gewettigd afwezig is, zal er een vervangtaak opgelegd worden.

OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van de stagelessen, een procesmatig aangelegde stageportfolio en op basis van bijgewoonde stagebezoeken door de stagebegeleider.
De uitgewerkte onderdelen van het stageportfolio, de besprekingen met de vakmentor(en) van de stageplaats, de stagebegeleider van de KU Leuven en de reflectievaardigheid van de student zijn bronnen van informatie voor de evaluatie van de stage.
De student krijgt een numerieke score voor de stage.

Het ontwerp van de evaluatie is gebaseerd op de 10 functionele gehelen/basiscompetenties van de leraar.
Tussentijdse feedback informeert de student over zijn leerproces op stage (groeiproces).
Er vindt een eindgesprek plaats met de stagebegeleider van de KU Leuven aan de hand van de ingevulde evaluatieformulieren van de student zelf, de vakmentor(en) en de stagebegeleider

Het niet tijdig in orde brengen van het stageportfolio (volgens afspraak met stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.
Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) op stage leidt tot een NA (niet afgelegd) voor deze OLA.


Berekening eindresultaat OPO:
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 telt voor 30% van het eindresultaat mee.
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage telt voor 70% van het eindresultaat mee.


Studenten kunnen alleen voor dit OPO slagen indien hun eindscore op zowel de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 als op de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage  minimaal een 10/20 bedraagt.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt, dan bedraagt het eindresultaat van dit OPO maximaal een 9/20.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt wordt de berekende eindscore naar beneden afgerond (bv 9.67 wordt dan 9).

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

 

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Er is geen tweede examenkans.
Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:

  • L05M7a - Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 (Leuven) (over academiejaar)
  • L05M8a - Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage (Leuven) (over academiejaar)

De OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: deel 2 is niet herkansbaar, omdat de evaluatie gebaseerd is op permanente evaluatie en praktische oefeningen. Het is logistiek gezien niet mogelijk om een herkansing te organiseren.

De OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding: doorgroeistage is niet herkansbaar, omdat deze OLA wordt geëvalueerd op basis van stages.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

De student kan ervoor kiezen om een geslaagde deelscore in het volgende AJ te hernemen. In het geval de student verkiest om een geslaagde deelscore te hernemen dan geldt de laatst behaalde score (dus niet de hoogste score).
Indien de student ervoor kiest om een geslaagde deelscore toch te hernemen, dan laat de student dit weten aan de docent en via de FaBeR Helpdesk.