Masterproef landbeheer: deel II – semester 2 (B-KUL-I0I82A)






Doelstellingen
Met betrekking tot een complex onderzoeksvraagstuk in het domein van de masteropleiding, dient de student aan het einde van de masterproef in staat te zijn tot:
- Het duidelijk formuleren en situeren van de probleemstelling, gebruikmakend van het wetenschappelijk begrippenkader eigen aan het domein;
- Het formuleren van een hypothese die nieuw wetenschappelijk inzicht of een originele benadering van de probleemstelling vertegenwoordigt;
- Het opstellen van een onderzoeks- of oplossingsstrategie;
- Het vergaren van de nodige data met experimenteel en/of theoretisch onderzoek om de validiteit van de voorgestelde hypothese of oplossing na te gaan;
- Het verwerken van de data en interpreteren van de bekomen resultaten op een wetenschappelijk verantwoorde wijze;
- Het formuleren van conclusies van dit wetenschappelijk onderzoek en deze kaderen in de status quaestionis;
- Het mondeling en schriftelijk tussentijds rapporteren over het geheel van deze wetenschappelijke activiteiten.
Begintermen
- Grondige wetenschappelijke basiskennis in het domein van de masteropleiding.
- De methodologische benadering van het onderzoek in het domein van de masteropleiding begrijpen.
Om dit OPO op te nemen in het ISP moet de student (1) een bachelordiploma hebben behaald of een voorbereidingsprogramma hebben afgerond dat toegang geeft tot de masteropleiding in de bio-ingenieurswetenschappen, (2) het OPO “Masterproef landbeheer: deel I” reeds succesvol hebben afgelegd in het voorgaande semester, én (3) nog maximaal 72 ECTS verwerven om het masterdiploma te behalen.
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je mag dit opleidingsonderdeel enkel opnemen als je nog maximaal 72 studiepunten moet verwerven om het diploma te behalen.
Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.
(GELIJKTIJDIG(I0I81A) OF GELIJKTIJDIG(I0I81B))
Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
I0I81A : Masterproef landbeheer: deel I - semester 1 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
I0I81B : Masterproef landbeheer: deel I - semester 1
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
I0U72A : Masterproef landbeheer (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
I0W10A : Masterproef landbeheer: verdediging (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
I0I84A : Masterproef landbeheer: deel II – semester 1
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
15 sp. Masterproef landbeheer: deel II – semester 2 (B-KUL-I0I82a)




Inhoud
In de masterproef dient de student origineel wetenschappelijk onderzoek te verrichten rond een specifiek onderwerp, of een nieuwe oplossing te realiseren voor een complexe praktische probleemstelling. Het onderwerp van de masterproef wordt door de student gekozen uit het aanbod van onderwerpen dat ieder jaar door de docenten/onderzoekers aan de faculteit wordt bekendgemaakt. Het probleem dat in de masterproef wordt behandeld, is complex en vergt van de student het creatief gebruik van theoretische en praktische kennis en vaardigheden die in de andere opleidingsonderdelen zijn verworven, en de capaciteit om zelfstandig op zoek te gaan naar nieuwe informatie in de wetenschappelijke literatuur en deze aan te wenden om tot een oplossing te komen.
De masterproef staat onder toezicht van een promotor van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.
Toelichting werkvorm
Onderzoek: Experimenteel en/of theoretisch wetenschappelijk onderzoek op masterniveau.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Masterproef landbeheer: deel II – semester 2 (B-KUL-I2I82a)
Toelichting
De eindevaluatie gebeurt door een examencommissie waarin naast de promotor(en) en begeleider(s) ook leden zetelen die niet direct betrokken waren bij het onderzoek, en op basis van drie elementen:
1. De prestaties en het groeiproces van de student tijdens de uitvoering van de masterproef
2. Het schriftelijk rapport (eindwerk of thesis).
3. De mondelinge presentatie en de verdediging.
De belangrijkste evaluatiecriteria zijn:
- De inzet van de student
- De eigen intellectuele inbreng in het onderzoek
- De originaliteit van benadering en uitwerking van het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek
- De kwaliteit van de tekst van de masterproef
- De kwaliteit van de voorstelling en van de verdediging
- De progressie die werd gemaakt doorheen het verloop van de masterproef wat betreft eigen intellectuele inbreng en kwaliteit van de rapportering