Industriële stage: Biomedische technologie (B-KUL-H03K6A)

6 studiepuntenNederlands120 urenEerste semesterUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
POC Biomedische ingenieurstechnieken

De student kan na de stage een afdeling van een bedrijf situeren binnen het groter geheel van het bedrijf, het bedrijf binnen zijn sector en in het geheel van het industrieel weefsel. De student kan na de stage inschatten wat het beroep van een beginnend ingenieur omvat binnen een bedrijf en hoe de opdrachten- en communicatiestroom binnen een bedrijf verlopen.
De student kan een project in overleg met anderen plannen, bijsturen en uitvoeren en daarover schriftelijk en  mondeling verslag uitbrengen.
De student kan reflecteren over zijn eigen functioneren als stagenemer binnen het bedrijf

Voorkennis: afwerken van de eerste fase van de master ingenieurswetenschappen: biomedische technologie
Voor-attitude: een zekere assertiviteit om contacten te leggen en te onderhandelen met het bedrijf.

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Industriële stage: Biomedische technologie (B-KUL-H03K6a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Stage120 urenEerste semester
POC Biomedische ingenieurstechnieken

De stage omvat een werkverblijf met een minimale duur van 6 weken in een bedrijf gedurende de maanden juli of augustus, tijdens de welke de opdracht beschreven in een bij voorbaat duidelijk uitgewerkt stageplan wordt uitgevoerd. Gedurende deze periode zal de student deze activiteiten uitoefenen met de bedoeling te voldoen aan de hierboven gestelde doelstellingen. De student houdt een logboek bij dat na een 10 tot 14 dagen (in samenvatting) wordt voorgelegd aan de stagecoördinator.
De stagenemer zal achteraf schriftelijk en mondeling rapporteren.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Industriële stage: Biomedische technologie (B-KUL-H23K6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Leermateriaal : Geen


De evaluatie gebeurt aan de hand van een schriftelijke en mondelinge stagerapportering in overeenstemming met volgende richtlijnen:
Na de stage maakt de student (in overleg met het bedrijf) onmiddellijk een rapport op. Dit wordt aan de stagecoördinator bezorgd (4 exemplaren) begin oktober. De stagecoördinator bezorgt deze rapporten aan de titularissen van het opleidingsonderdeel.
Later stelt de student mondeling kort zijn stage voor (20min) gevolgd door een grondige discussie (10min). De jury beoordeelt de stage.


Het stagerapport bestaat uit drie delen:


•         DEEL A: situeert het bedrijf: het (hoofd)product van het bedrijf, de plaats van het bedrijf in zijn sector en de werking binnen het bedrijf (bv. hiërarchie, informatielijnen, ...)


•         DEEL B: start met een korte, precieze beschrijving van de stageopdracht en plaatst dit in het geheel van het bedrijf. Daarna volgt een wat uitgebreidere beschrijving samen met de eventuele resultaten, getoest aan het opgemaakt stageplan. De student geeft steeds aan wat zijn/haar taak precies geweest is. Dat deel wordt afgesloten met de belangrijkste besluiten, voornamelijk de behaalde resultaten.


•         DEEL C: het reflectiegedeelte: het geeft de ervaring van de student weer. Deze bevat onder andere best volgende punten:
            o   Hoe ervaarde de student de organisatie, de informatie- en opdrachtenstromen binnen het bedrijf/afdeling ?
            o   Hoe beoordeelt de student zijn/haar eigen functioneren in het bedrijf qua motivatie, communicatievaardigheden, werken in groep, inzet, zin voor initiatief, leiding geven, ... ?
            o   Welke tot dan toe gevolgde opleidingsonderdelen ervaart de student als relevant voor de uitvoering van de stage. ?


Deze verslagen blijven kort: 25 tot 30 bladzijden (+ eventueel minder essentiële figuren en tabellen in bijlage). De student maakt bij voorbaat duidelijke afspraken met het bedrijf, o.a. in verband met eventuele confidentialiteit.
De jury oordeelt in hoeverre aan de doelstellingen van de stage is voldaan, waarin eigen inbreng, aanpak, opgedane kennis en ervaring een rol spelen. De jury oordeelt ook over de stijl, volledigheid, taal, duidelijkheid en structuur van het schriftelijke verslag en over de taal, structuur, vlotheid, synthese van het mondelinge verslag.
 

Indien de bedrijfservaring als onvoldoende wordt beoordeeld, zal de student de verslaggeving moeten uitbreiden/verbeteren voor een evaluatie in de 3e examenperiode. Het stageverblijf zelf kan niet hernomen worden.