Organisatie van de gezondheidszorg (B-KUL-E00Z8A)
Doelstellingen
Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kunnen de studenten zich een goed idee vormen over:
- De hoofdkenmerken van het huidig gezondheidszorgmodel in België en dit in vergelijking met landen rondom ons
- De uitdagingen waarvoor dit oganisatiemodel voor staat en in functie daarvan mogelijke evoluties hierin
Begintermen
De student kent de basiskenmerken van het wetgevend kader met betrekking tot gezondheidszorg in België.
Er moet voldaan zijn aan de toelatingsvoorwaarden van de opleiding om dit vak op te kunnen nemen.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de sociologie (Leuven) 60 sp.
- Master in het publiek management en beleid (Leuven) 60 sp.
- Schakelprogramma: Master in de ergotherapeutische wetenschap (Leuven e.a.) 54 sp.
- Master in het management en het beleid van de gezondheidszorg (Leuven) 60 sp.
- Master in de specialistische geneeskunde (Leuven) 180 sp.
- Postgraduaat in de acute geneeskunde (Leuven) 79 sp.
- Master in de klinische biologie (programma voor studenten gestart in 2023-2024 of later) (Leuven) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Organisatie van de gezondheidszorg (B-KUL-E00Z8a)



Inhoud
De organisatie van de gezondheidszorg kenmerkt zich door het patiëntenperspectief (wachttijden, beddencapaciteit, meest efficiënte zorgtraject, patiënteninformatie) en het perspectief van de eigenlijke organisatie en haar zorgverleners. Beiden zijn niet steeds verzoenbaar hetgeen leidt tot knelpunten in het zorgproces op het vlak van kwaliteit, personeelsinzet, logistiek en financiële performantie. De toenemende evolutie naar ambulante en transmurale zorg, netwerking en multidisciplinair werken doet de complexiteit nog verder toenemen. Beleidsmakers dienen dit domein goed te begrijpen, gezien de inherente referenties naar wetgeving en financiering. Tevens dienen ze een goed zicht te hebben op de uitdagingen waar ons gezondheidszorgmodel voor staat.
De diverse modellen van zorgorganisaties en hun evolutie doorheen de tijd worden systematisch overlopen. Specifieke aandacht wordt geschonken aan de hoofdkenmerken met de daaraan verbonden sterktes en zwaktes van het huidig model met de huidige capaciteit (ziekenhuizen, artsen, WZC,…), de besluitvormingsprocessen die hiervan aan de basis liggen en de financieringskanalen. Tevens wordt een overzicht geschetst van welke zorg waar door wie wordt geleverd, en dit gekaderd in de huidige bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende overheden.
Teneinde de organisatie en performantie van het huidig gezondheidszorgorganisatiemodel te kaderen, wordt een vergelijkende analyse met andere landen gegeven.
Vervolgens wordt een beeld geschetst van de uitdagingen waar het huidig model voor staat waaronder de evolutie op vlak van de maatschappelijke verwachtingen op vlak van verantwoording van de geleverde kwalitiet van zorg en de demografische wijzigingen met het toenemend belang van een doelmatige aanpak van chronische aandoeningen. Aansluitend wordt stilgestaan bij de huidige evoluties in de gezondheidszorg.
Studiemateriaal
Cursus, aanbevolen lectuur, met name: Belgium Health System Review, Health Systems in Transition, Vol. 12 No.5, 2010 (beschikbaar op de website van het KCE).
Toelichting werkvorm
Aan de hand van colleges worden de verschillende inhoudelijke topics (cfr. infra) uiteengezet en geïllustreerd. Van de studenten wordt verwacht dat ze vanuit hun eigen ervaringen en verwachtingspatroon met betrekking tot zorg en organisatie ervan, interactief aan de colleges participeren en zelf bepaalde elementen hieruit verder analyseren en uitwerken.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Organisatie van de gezondheidszorg (B-KUL-E20Z8a)
Toelichting
Voorafgaand aan de examendatum, krijgt de student een take-home examenvraag mee. De student bereidt die voor en brengt die mee naar het examen. De student wordt hierover verder mondeling ondervraagd waarbij ook gepeild wordt naar de breedte van de kennis van de student over gerelateerde onderwerpen die in het OPO aan bod kwamen.
De take-home examenvraag staat op 10 van de 20 punten en de vragen over de leerstof op 10 van de 20 punten.