Mens en organisatie (TEW) (B-KUL-D0T19A)
Doelstellingen
Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel kan de student:
- Kernconcepten en –theorieën rond organiseren uitleggen en toelichten hoe deze concepten en theorieën samenhangen en wat de gelijkenissen en verschillen ertussen zijn
- Uitleggen welke verschillende organisatiekeuzes inzake structuur, integratie, controle, motivatie en leren organisaties moeten maken, hoe verschillende keuzes samenhangen en wat de voor- en nadelen van de verschillende opties zijn
- Het menselijk functioneren in organisaties begrijpen, analyseren, herkennen en uitleggen
- Herkennen welke organisatiekeuzes organisaties gemaakt hebben en verklaren waarom
- Verklaren waarom/wanneer bepaalde organisatiekeuzes al dan niet effectief zijn en symptomen van goed en slecht organiseren herkennen
- Op basis van inzichten in organisatieprincipes bedrijfscases analyseren en concrete oplossingen voor bestaande bedrijfsproblemen suggereren
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
D0H24A : Mens en organisatie (HIR)
D0W29A : Mens en organisatie (TEW)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor in de taal- en regiostudies: arabistiek en islamkunde (Leuven) (Module verbreding uit sociale en economische wetenschappen) 180 sp.
- Bachelor in de taal- en regiostudies: Chinese studies (Leuven) (Minor in economisch beleid en management) 180 sp.
- Bachelor in de taal- en regiostudies: Japanse studies (Leuven) (Minor in economisch beleid en management) 180 sp.
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen (Leuven) 180 sp.
- Bachelor in de communicatiewetenschappen (programma voor studenten gestart in 2022-2023 of later) (Leuven) (Minor economie en organisatie) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Mens en organisatie (TEW) (B-KUL-D0T19a)



Inhoud
De inhoud beslaat (naast een algemene inleiding) vijf centrale thema's die nadien verfijnd worden in de concrete context van een nieuwe netwerkvorm. Aan elk thema zijn enkele hoorcolleges gewijd. De nieuwe netwerkvormen komen aan bod in de "projectlessen" (zie Toelichting werkvorm) die door de studenten verzorgd worden. Een bondig overzicht van de behandelde thema's:
(1) Structuur
- Achtergrond
- Mechanistische organisatiekeuze
- Organische organisatiekeuze
- Contingentietheorie
(2) Integratie
- Achtergrond
- Theorie van Mintzberg
- Integratiemechanismen binnen verschillende soorten organisatiestructuren
(3) Controle
- Achtergrond
- Soorten controlestrategieën
(4) Motivatie en belonen
- Achtergrond
- Motivatietheorieën
(5) Organisatieleren
- Achtergrond
- Niveaus van organisatieleren: single loop leren, double loop leren, triple loop leren
- Vereisten voor organisatieleren
(6) Nieuwe netwerkvormen (behandeld in de projectlessen): verschillende nieuwe vormen van organiseren worden behandeld (bv. outsourcing, telewerk, strategische allianties, internationaal organiseren, virtueel organiseren, coöperatief organiseren). De specifieke vormen die dit jaar behandeld worden, worden gespecificeerd op Toledo
Studiemateriaal
Gebruikt studiemateriaal
- Cursusslides worden aangeboden via Toledo
- Lesnotities van de student zelf
- Teksten en achtergrondmateriaal op Toledo
Toelichting werkvorm
Concrete invulling
Het vak Mens & Organisatie bestaat uit 2 delen: (1) een aantal hoorcolleges die door de titularis verzorgd worden en waarin ingegaan wordt op 5 centrale organisatiethema’s (structuur, integratie, controle, motivatie en organisatieleren), (2) een aantal “projectlessen” die door de studenten zelf verzorgd worden en waarin de 5 centrale thema's toegepast worden op 5 “nieuwere” organisatiecontexten (bv. outsourcing, telewerk, strategische allianties, internationaal organiseren, virtueel organiseren, coöperatief organiseren).
In de hoorcolleges worden de concepten en theorieën van organisatieleer aangeleerd via de leercyclus van Kolb. Deze leertheorie stelt dat leren in 4 fasen gebeurt: 1) een ervaring, 2) een reflectie op deze ervaring, 3) theoretische begrippen om de reflectie te kaderen en 4) experimentatie met de nieuwe theoretische concepten, waardoor er terug een ervaring ontstaat en de leercyclus opnieuw kan doorlopen worden. In de hoorcolleges wordt getracht deze 4 fasen systematisch te laten terugkomen. De ervaringen die worden gecreëerd zijn bijvoorbeeld: een oefening, een gevalstudie, een filmfragment, een gastspreker,… Vervolgens wordt aan de studenten gevraagd om in groep te reflecteren (aan de hand van specifieke vragen) over de ervaring in kwestie. Nadien geeft de docent theorie om vervolgens een nieuwe opdracht te geven aan de studenten waarin de theorie wordt toegepast.
In de projectlessen staat telkens 1 "nieuwe netwerkvorm" centraal. Per projectles brengen 5 groepen een presentatie. Iedere groep analyseert op basis van wetenschappelijke literatuur en minstens één reële bedrijfscase de invloed van die nieuwe netwerkvorm op één van de 5 centrale organisatieaspecten (structuur, integratie, controle, motivatie of leren). De 5 groepen brengen samen 1 geïntegreerde les en zorgen voor een gezamelijke afsluiter.
De gekozen werkvormen zijn zodanig dat studenten gestimuleerd worden om tijdens het semester actief met de leerinhouden bezig te zijn, gradueel meer leerverantwoordelijkheid zelf op te nemen en de organisatieprincipes die behandeld worden, zelf toe te passen/te ervaren in hun groepswerk.
Concrete leeractiviteiten
Van de studenten worden volgende leeractiviteiten verwacht:
- Studenten maken zich de basisbegrippen eigen die aangereikt worden tijdens de hoorcolleges en in het studiemateriaal
- Studenten leggen connecties tussen de leerinhouden uit verschillende delen van de cursus
- Studenten passen de aangereikte leerstof toe op specifieke casussen en voorbeelden
- Studenten werken in groep specifieke opdrachten rond bepaalde thema's uit
- Studenten verwerken voor hun projectles een deel van de cursus zelfstandig verwerken, raadplegen hiervoor bijkomende wetenschappelijke literatuur, maken een eigen analyse van de geraadpleegde literatuur en illusteren/confronteren de eigen analyse met een reële bedrijfscase
Groepswerk: groepssamenstelling, -werking en ondersteuning
De studenten worden van bij de start van het vak ingedeeld in 25 groepjes van ongeveer 10 personen. De groepssamenstelling is opgelegd door de docent – op die manier benadert de groepswerking sterker de groepswerking in een reële bedrijfscontext. OPM: Studenten die een gegronde reden hebben (bv. langdurige ziekte) kunnen toestemming vragen aan de titularis om de groepsopdracht te vervangen door een individuele opdracht. Deze vervangopdracht wordt toegelicht via Toledo.
De groepswerking bestaat uit drie fasen:
(1) De oefeningen tijdens de hoorcolleges (zie hierboven) worden steeds in de vaste groepjes opgelost. Zo zijn de studenten niet alleen actief met de leerstof bezig, maar leren de groepsleden elkaar ook makkelijker kennen en er ontwikkelt zich sneller een groepsdynamiek.
(2) Er zijn 2 kleine groepsopdrachten tijdens het jaar op punten, waarvoor men de leerstof uit de lessen kritisch moet gebruiken.
(3) In de projectlessen geeft iedere groep een presentatie. Hiertoe moeten ze (a) een deel van de cursus zelfstandig verwerken (b) bijkomende wetenschappelijke literatuur raadplegen (c) een eigen analyse maken (d) de eigen analyse illustreren/confronteren met een reële bedrijfscase.
De studenten krijgen geschreven feedback op alle groepsopdrachten op punten. Daarnaast is er een feedbackmoment vóór de projectlessen voor vragen en bijsturing. Verder krijgt men ook feedback over het eigen functioneren in groep via een peerevaluatie.
2 sp. Mens en organisatie (TEW)_opdracht (B-KUL-D0T48a)



Studiemateriaal
Zie onder Studiemateriaal D0T19a Mens en organisatie (TEW) a.u.b.
Toelichting werkvorm
Zie onder Toelichting werkvorm D0T19a Mens en organisatie (TEW) a.u.b.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Mens en organisatie (TEW) (B-KUL-D2T19a)
Toelichting
Evaluatiekenmerken
• Het schriftelijk examen is een gesloten boek-examen en bestaat uit open vragen.
• Naast dit individuele examen, moeten de studenten tijdens het jaar opdrachten in groep (samengesteld door de titularis) uitvoeren. Deze opdrachten omvatten twee kleinere opdrachten en een groepspresentatie. De opdracht van de groepspresentatie bestaat uit de toepassing van één van de (toegewezen) verschillende theoretische aspecten van organisatie (structuur, integratie, controle, beloning en leren) op één van de (toegewezen) nieuwe networkvormen: outsourcing, virtuele organisatie, strategische allianties, telewerk en internationaal organiseren.
• De studenten beoordelen elkaars medewerking aan het groepswerk via een verplichte peerevaluatie. Op basis van de resultaten van deze peerevaluatie kan het groepspunt (zowel positief als negatief) aangepast worden.
• Studenten die omwille van een gegronde reden (bv. langdurige ziekte) moeilijk kunnen deelnemen aan het groepswerk, kunnen aan de titularis toestemming vragen om de groepsopdracht te vervangen door een individuele paperopdracht. De inhoud van de paperopdracht zal door de titularis via Toledo worden toegelicht.
• De deadlines van de groepsopdrachten, peerevaluatie en de individuele vervangopdracht evenals de datum van de projectlessen worden vastgelegd door de titularis en via Toledo meegedeeld.
Bepaling examenresultaat
• Het eindresultaat op dit opleidingsonderdeel wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
• Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt wordt bepaald: de groepsopdracht (of - voor de studenten met toestemming - de individuele vervangopdracht) wordt beoordeeld op 8 van de 20 punten, het examen op 12 van de 20 punten
• Het groepspunt wordt als volgt bepaald: de twee kleinere opdrachten staan samen op 2 van de 20 punten (10% van het totaal) en de groepspresentatie op 6 van de 20 punten (30% van het totaal). Op het groepspunt wordt een individuele correctie toegepast op basis van de peerevaluatie (meer uitleg op Toledo).
• Indien uit de peerevaluatie en het groepsverslag blijkt dat een student niet actief aan het groepswerk meewerkte (bv. slechts een kleine taak uitgevoerd, amper aanwezig op vergaderingen), riskeert deze een 0/8 op het groepswerk.
• Het niet of niet tijdig (conform de door de titularis bepaalde deadline) doorvoeren van de peerevaluatie geeft automatisch aanleiding tot een negatieve individuele correctie op het groepspunt. Dit wordt verder toegelicht via Toledo.
• Wie het examen niet heeft afgelegd, krijgt een NA (Niet Afgelegd) als eindresultaat op het volledige opleidingsonderdeel.
• Wie niet actief deelnam aan het groepswerk of de individuele vervangopdracht niet (tijdig) indiende, behaalt een 0/8 op dit onderdeel.
Toelichting bij herkansen
Tweede examenkans
- Wie bij de 1ste examenkans niet slaagde voor dit opleidingsonderdeel, dient steeds het examen te hernemen. Net als bij de 1ste examenkans, is het examen een gesloten boek examen dat bestaat uit open vragen
- Wie bij de 1ste examenkans slaagde voor het groepswerk/individuele vervangopdracht, behoudt dit punt (met de individuele correctie op basis van de peerevaluatie).
- Wie bij de 1ste examenkans niet slaagde voor het groepswerk, dient een nieuwe individuele paperopdracht te maken. De inhoud en modaliteiten (o.a. deadline) van deze opdracht worden door de titularis via Toledo bekend gemaakt.
- De bepaling van het eindresultaat gebeurt op dezelfde wijze als bij de 1ste examenkans.