Management van personeelsstromen (B-KUL-D0R25A)

6 studiepuntenNederlands39 urenEerste semesterUitgesloten voor examencontract
OC Toegepaste economische wetenschappen FEB Campus Leuven

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • De verschillende facetten van het management van instroom, doorstroom en uitstroom van personeel duiden en in hun onderlinge samenhang begrijpen.
  • De belangrijkste beslissingen die in een bedrijfscontext bij de organisatie van instroom, doorstroom en uitstroom van personeel genomen moeten worden begrijpen en op basis van onderzoeksresultaten sturen.
  • Het belang van competentiemanagement in de context van het management van personeelsstromen duiden; de diverse theoretische perspectieven op het concept 'competentie' begrijpen; een competentieprofiel voor een functie of beroep ontwikkelen en bruikbaar maken in de context van het management van personeelsstromen.
  • De state-of-the-art van het onderzoek naar doeltreffende wervingsstrategïeën weergeven, met bijzondere aandacht voor de effecten van bedrijfsimago, kenmerken van wervingsboodschappen, de pre-hire en post-hire effecten van wervingskanalen en het belang van realistic job previews; op basis van deze inzichten in eenvoudige situaties een wervingsstrategie ontwerpen.
  • Selectietechnieken beoordelen (op basis van onderzoeksinzichten) op diverse dimensies van validiteit, betrouwbaarheid, veralgemeenbaarheid en utiliteit; strategieën ontwikkelen om problemen van inhoudsvaliditeit, predictieve validiteit en betrouwbaarheid in selectiecontexten te remediëren.
  • De uitkomsten van assessment centers, persoonlijkheidstests en cognitive ability tests kunnen evalueren en er selectiebeslissingen aan koppelen.
  • De belangrijkste principes van krachtige leeromgevingen begrijpen en reële trainingssettings in bedrijven evalueren op de aanwezigheid van de noodzakelijke randvoorwaarden.
  • De belangrijkste technieken op het vlak van behoeftedetectie en effectevaluatie bij bedrijfsopleiding begrijpen en in eenvoudige situaties toepassen.
  • Op basis van resultaten van onderzoek naar succesvolle transferstrategieën de opleidingstransfermatrix voor reële bedrijfssituaties ontwikkelen.
  • De belangrijkste uitgangspunten van organizational career management begrijpen; diverse loopbaantypes in organisaties van mekaar onderscheiden en de belangrijkste praktijken van loopbaanmanagement op hun sterkten en zwakten duiden.
  • De belangrijkste theorieën in verband met de relatie tussen personeelsverloop en bedrijfssituaties begrijpen, onderling vergelijken en op hun implicaties voor de bedrijfspraktijk inschatten.
  • De belangrijkste inhoudelijke en procestheorieën in verband met individuele verloopbeslissingen duiden en vergelijken, en de implicaties voor de ontwikkeling van retentieplannen inschatten.

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel beheerst de student de basisinzichten inzake:
- het functioneren van organisaties en het management van organisaties
- het functioneren van mensen en groepen in organisaties

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Management van personeelsstromen (B-KUL-D0R25a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College39 urenEerste semester
OC Toegepaste economische wetenschappen FEB Campus Leuven

Dit opleidingsonderdeel wil de studenten:

  • Kennis bijbrengen van de diverse methoden en technieken, beschikbaar voor het management van in-, door- en uitstroom van personeel
  • Helpen vaardigheden te ontwikkelen op het vlak van de toepassing van diverse personeelsplannings-, selectie- en opleidingstechnieken
  • Vertrouwd maken met de diverse aspecten van het management van personeelsstromen in profit en non-profit organisaties
  • Studenten confronteren met de voornaamste ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek op de vermelde drie terreinen

Hiertoe worden 4 thematische modules behandeld:

1. Competentiemanagement
a. Het concept 'competentie': theoretische perspectieven op competentie en competentiemanagement, belang van competentiemanagement voor de organisatie van instroom, doorstroom en uitstroom.
b. Methoden voor het in kaart brengen van competenties en het ontwikkelen van competentieprofielen.
2. Management van instroom
a. Ontwikkelen van wervingsstrategieën: het belang van organizational image, de pre- en posthire effecten van wervingskanalen en het belang van realistic job previews.
b. Ontwikkelen van selectieprocedures: beoordeling van selectietechnieken op validiteit, betrouwbaarheid, veralgemeenbaarheid en utiliteit, met bijzondere aandacht voor persoonlijkheidstests en cognitive ability tests.
3. Management van doorstroom
a. Bedrijfsopleiding: principes van krachtige leeromgevingen, behoeftedetectie, effectevaluatie an transferstrategieën in de context van bedrijfsopleidingen.
b. Loopbaanmanagement in organisaties: organizational career management, praktijken ter ondersteuning van loopbaanmanagement, ontwikkeling van loopbanen in een bedrijfscontext.
4. Management van uitstroom
a. Personeelsverloop: methoden voor het onderzoek naar push- en pullfactoren van verloop, inhoudelijke theorïeën en procestheorieën van verloop, de relatie tussen personeelsverloop en bedrijfsprestaties.
b. Retentiemanagement: praktijken ter voorkoming van personeelsverloop, ontwikkelen van retentiestrategieën in bedrijfscontexten.

Gebruikt studiemateriaal

* Sels, L. en Verbruggen, M. 2011. Cursustekst Management van Personeelsstromen. Leuven: Cursusdienst Ekonomika.
* Extra cursusmateriaal en powerpointpresentaties worden ter beschikking gesteld via Toledo
 

Bijkomende aanbevolen literatuur

* Baruch, Y. 2004. Managing careers: theory and practice. Harlow: Prentice Hall, 299p.
* Gunz, H. & Peiperl, M. 2008. Handbook of Career Studies. Sage Publications, 629p.
* Blanchard, P.N. & Thacker, J.W. 2003. Effective training. Systems, strategies and practices. Pearson/Prentice Hall, 508p.
* Van Beirendonck, L. 1998. Beoordelen en ontwikkelen van competenties. Leuven: ACCO.

Toledo

* Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo

Concrete invulling

Tijdens de hoorcolleges worden de leerinhouden uiteengezet. Wetenschappelijke artikels kunnen gebruikt worden om bepaalde leerinhouden verder uit te diepen en praktijkvoorbeelden en cases om de inhouden verder te illustreren.

Er wordt daarnaast gestreefd om ook 1 of meerdere gastlessen te voorzien waar de studenten aan de slag gaan met bepaalde HR-tools en -praktijken, zoals persoonlijkheidsvragenlijsten voor selectiedoeleinden. Dit wordt jaarlijks verder via Toledo toegelicht. Ook de paperopdracht, die deel uit maakt van de evaluatie van dit opleidingsonderdeel, laat studenten met bepaalde leerinhouden concreet aan de slag gaan. Op die manier kunnen studenten de sterktes en beperkingen van deze HR-tools en -praktijken zelf ervaren.

Concrete leeractiviteiten

Van de studenten worden volgende leeractiviteiten verwacht:

  • Studenten maken zich de basisbegrippen eigen die aangereikt worden tijdens de hoorcolleges en in het studiemateriaal
  • Studenten leggen connecties tussen de leerinhouden uit de verschillende delen van de cursus
  • Studenten passen de aangereikte leerstof toe op specifieke casussen en voorbeelden
  • Studenten analyseren kritisch wetenschappelijke studies, die tijdens de interactiecolleges worden bediscussieerd.

Paperopdracht: groepssamenstelling en ondersteuning

De paperopdracht kan alleen of in kleine groepen (max. 4) gemaakt worden. Studenten kiezen zelf hun groepssamenstelling. De deadline hiervoor wordt tijdens de colleges en/of via Toledo gecommuniceerd.

Er is een mogelijkheid tot éénmalige feedback op de paperopdracht. Studenten die hier gebruik van wensen te maken, sturen hun paper tijdig door naar de docenten. De deadline wordt tijdens de colleges en/of via Toledo gecommuniceerd.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Management van personeelsstromen (B-KUL-D2R25a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal


Evaluatiekenmerken

* Het schriftelijk examen is een open boek-examen en bestaat uit open vragen.
* De paper omvat het opstellen van een competentieprofiel voor een beroep naar keuze, en een van dit competentieprofiel afgeleid vacaturebericht. Het competentieprofiel wordt opgebouwd op basis van minstens drie interviews (kritieke incidentenmethode) met beroepsbeoefenaars. De paper kan alleen gemaakt worden, maar ook in groepen van maximaal 3 studenten.
* De inleveringstermijn en deadline van de paper worden vastgelegd door de titularis en via Toledo meegedeeld.

Bepaling eindresultaat

* Dit opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de titularis(sen), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
* Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt wordt bepaald: De paper (groepsopdracht) wordt beoordeeld op 6 van de 20 punten, het examen op 14 van de 20 punten.
* Indien de student niet deelneemt aan het schriftelijk examen, krijgt hij/zij een NA. Indien de student niet deelneemt aan de paper, wordt de beoordeling van dit niet afgelegde onderdeel meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.
* Indien de vastgelegde inleveringstermijn voor de paper niet wordt gerespecteerd, wordt de beoordeling van het betrokken onderdeel meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat, tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Tweede examenkans

 *De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat bij de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.
 *Bij de tweede examenkans maakt de opdracht/paper opnieuw deel uit van de evaluatie. De student kan de resultaten van de paperopdracht uit de eerste zittijd meenemen naar de tweede zittijd, maar heeft ook de mogelijkheid om de paper verder uit te werken met het oog op een nieuwe beoordeling. De puntenverdeling 6 /14 blijft behouden
 

*Zie 'Toelichting' onder 'Evaluatieactiviteiten' voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.