Strafrecht en strafprocesrecht (B-KUL-C02B9A)

Doelstellingen
Leerdoelen
Kennen:
• De basisbegrippen van het Belgisch straf- en strafprocesrecht en van de strafrechtsdogmatische terminologie.
• De belangrijkste bronnen van strafrecht en strafprocesrecht en hun onderlinge verhouding.
• De misdrijfleer, de regels over toerekening en strafuitsluiting, het sanctiearsenaal en de belangrijke regels van straftoemeting en strafuitvoering.
• De belangrijkste actoren van de strafprocedure en hun onderlinge interactie.
• De opbouw van de verschillende Belgische strafprocedures, de beginselen waarop zij berusten.
• De regels en procedures die efficiënte misdaadbestrijding in evenwicht trachten te houden met de bescherming van de individuele belangen, rechten en vrijheden.
• De onlosmakelijke verbondenheid van materieel en formeel strafrecht en de gevolgen daarvan voor het systeem als geheel.
Kunnen:
• De vaktechnische begrippen correct hanteren.
• De logica achter regels en procedures kennen en herkennen en de praktische gevolgen van hun toepassing kunnen inschatten.
• Regel en uitzondering onderscheiden.
• De overgang tussen abstracte norm en concrete situatie kunnen maken in de twee richtingen:
- De abstracte regels, zo mogelijk met behulp van wetboeken, kunnen toepassen op concrete praktijksituaties.
- In concrete praktijksituaties de verschillende juridische problemen detecteren en conform de regels oplossen.
• De wisselwerking tussen strafrechtelijke en procedurele regels correct kunnen inschatten.
Houding:
• Naar concrete werkelijkheid leren kijken door een bril van juridische begrippen en procedures.
• Oog hebben voor logische samenhang tussen regels binnen een systeem en voor de problemen als er iets schort aan die samenhang.
• Oppassen voor veralgemeningen en gebrek aan precisie.
Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:
De student beschikt over een basiskennis en basisinzicht van het Belgische, het Europese en het internationale recht. Hij is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het publiek- en privaatrecht.
De student
• heeft een grondige kennis van en inzicht in de basisconcepten van het eigen vakdomein
De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.
De student
• selecteert juridisch relevante feiten uit een empirisch feitencomplex
• identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen
• brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen
• ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde oplossingen
De student kan zelfstandig rapporteren over een beknopt rechtswetenschappelijk onderzoek en past hierbij op correcte wijze de noodzakelijke juridisch-wetenschappelijke onderzoeksmethoden toe en kan het gekozen onderzoeksdesign beargumenteren. Hij verwijst steeds correct naar geraadpleegde juridische en rechtswetenschappelijke informatie. Hij is zich steeds bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke en een juridisch-positiegebonden benadering.
De student
• is zich bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke benadering van een rechtsvraag en een juridisch-positiegebonden benadering
De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.
De student
• is in staat om rechtsbronnen (wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer) op te zoeken, te begrijpen en te verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen
• kan de wetgeving betreffende het vakdomein opzoeken en verwerken
Begintermen
Voor juridische opleidingsonderdelen geldt bovendien een soepele volgtijdelijkheid (“het hebben gevolgd”) met de vakken “Inleiding tot de rechtswetenschap”, “Verbintenissenrecht”, “Publiekrecht I. Staats- en administratief recht” (vanaf 2021-2022: "Grondwettelijk recht" en "Bestuursrecht") uit de eerste fase.
Aan deze volgtijdelijkheid wordt voor de meeste studenten automatisch voldaan door toepassing van art. 23 van het onderwijs- en examenreglement doordat immers van de studenten verwacht wordt, zowel bij een eerste inschrijving als bij een herinschrijving, dat zij sowieso eerst alle vakken van eerste fase opnemen vooraleer andere vakken te mogen opnemen.
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
C02A4A : Criminaliteitsvormen en misdrijven
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C07I8A : Strafrecht en strafprocesrecht
C07X9A : Strafrecht en strafprocesrecht (werkstudenten)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Schakelprogramma: Master in de rechten (Leuven) 86 sp.
- Bachelor in de rechten (Leuven) 180 sp.
- Bachelor in de rechten (verkort programma) (Leuven) (Algemene optie) 123 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
9 sp. Strafrecht en strafprocesrecht (B-KUL-C02B9a)
Inhoud
Beginselen van strafrecht: materieel strafrecht (misdrijf, strafuitsluiting, bestraffing,...) maar ook de kernbegrippen en de structuur van het strafprocesrecht worden besproken (instelling strafvordering en rol van het openbaar ministerie, positie van het slachtoffer, beginselen van uitoefening en verval van de strafvordering, typologieën van het strafrechtelijk onderzoek; bevoegdheid en organisatie van de vonnisgerechten, ...), met inbegrip van de basisbegrippen van het Europees en internationaal strafrecht.
Kalender
1. Inleiding tot het strafrecht en de strafprocedure : onderwerp, maatschappelijke situering, methodiek, doelstellingen van het strafproces
2. Geschiedenis van de Belgische strafwetgeving – formele bronnen en beginselen
3. Types van strafvordering: accusatoir en inquisitoir – ontwikkeling sinds 1808 –1867
4. Autonomie en indeling van het strafrecht (algemeen en bijzonder strafrecht – buitenlands en internationaal strafrecht)
5. Misdrijfbegrip algemeen (constitutieve elementen) en indeling van de misdrijven naar de strafwet en naar de grondwet
6. Eerste constitutief misdrijfelement van de delictstypiciteit: begrip en materieel misdrijfbestanddeel
7. Eerste constitutief misdrijfelement van de delictstypiciteit: materieel misdrijfbestanddeel (vervolg) en moreel misdrijfbestanddeel
8. Tweede constitutief misdrijfelement van de wederrechtelijkheid: begrip en rechtvaardigingsgronden
9. Tweede constitutief misdrijfelement van de wederrechtelijkheid: rechtvaardigingsgronden – vervolg
10. - tweede constitutief misdrijfelement van de wederrechtelijkheid: rechtvaardigingsgronden – vervolg - derde constitutief misdrijfelement van de strafrechtelijke schuld: begrip
11. Derde constitutief misdrijfelement van de strafrechtelijke schuld: schulduitsluitingsgronden
12. Derde constitutief misdrijfelement van de strafrechtelijke schuld: schulduitsluitingsgronden
13. Vierde constitutief misdrijfelement van de strafwaardigheid: begrip en strafuitsluitende verschoningsgronden
14. Uitbreiding van de strafbare gedraging: strafbare poging en strafbare deelneming
15. Uitbreiding van de strafbare gedraging: strafbare deelneming - vervolg
16. Voorstelling actoren van het strafproces – ontstaan, inrichting en kenmerken van het openbaar ministerie
17. Taken van het openbaar ministerie: uitoefening van de strafvordering en beleid inzake vervolging
18. Uitoefening van de burgerlijke vordering uit een misdrijf (optierecht van het slachtoffer, statuut van benadeelde persoon, instituut van de burgerlijke partijstelling, positie van CAP, schorsing van de burgerlijke procedure, Fonds voor slachtofferhulp)
19. Uitoefening van de burgerlijke vordering uit een misdrijf (vervolg)
20. Types van onderzoek en kenmerken (opsporingsonderzoek, gerechtelijk onderzoek, mni-instructie)
21. Onderzoeksmaatregelen: begrippen en algemene beginselen, m.i.v. rechtshulp
22. - Onderzoeksmaatregelen: begrippen en algemene beginselen, m.i.v. rechtshulp, - Vrijheidsberoving en voorlopige hechtenis
23. Vrijheidsberoving en voorlopige hechtenis (vervolg)
24. - schorsing van de strafvordering: prejudiciële vragen en geschillen, - verval van de strafvordering: buitengerechtelijke afdoening
25. Inrichting en rol van de onderzoeksgerechten
26. Aanhangigmaking bij het vonnisgerecht – bevoegdheden van het vonnisgerecht
27. Vonnisgerechten: kenmerken en waarborgen
28. Interpretatie van de strafwet en toerekening van het misdrijf aan de fysieke persoon en de rechtspersoon – strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon
29. Bewijsregeling in strafzaken
30. Strafrechtelijke sanctionering: onderscheid straffen en maatregelen, indeling van de straffen, overzicht van de straffen toepasselijk op natuurlijke personen
31. Strafrechtelijke sanctionering: overzicht van de straffen toepasselijk op natuurlijke personen (vervolg) en rechtspersonen, overzicht van de strafrechtelijke maatregelen
32. Strafrechtelijke sanctionering: overzicht van de straftoemeting (regels van strafvermeerdering en strafvermindering)
33. Vonnisgerechten: uitspraak en gezag van gewijsde
34. Strafuitvoering: tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen, verval van het recht tot uitvoering van straffen en tenietgaan van veroordelingen
35. Temporele geldingssfeer van de strafwet en de procedurewet: geldingsduur van de strafwet en strafwetsconflicten in de tijd:
36. Verjaring van de strafvordering
37. Verjaring van de strafvordering – verjaring van de burgerlijke vordering uit een misdrijf
38. Ruimtelijke geldingssfeer van de strafwet en strafprocedure: misdrijven en procedures op en buiten Belgisch grondgebied
39. - ruimtelijke geldingssfeer van de strafwet en strafprocedure (vervolg), - personele geldingssfeer van de strafwet: beginselen en strafrechtelijke immuniteiten naar nationaal en internationaal recht
Studiemateriaal
Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors (Intersentia, editie 2020)
Toelichting werkvorm
• Hoorcolleges en oefeningen
• Elektronische oefeningen
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Strafrecht en strafprocesrecht (B-KUL-C22B9a)
Toelichting
Gesloten boek met meerkeuzevragen. Giscorrectie.