biab13 Inleiding bouwtechnieken (B-KUL-A43033)

Doelstellingen
Opleidingsspecifieke competenties:
- De student kent de uitdrukkingsmiddelen van ruimte en architectuur.
- De student kent de normen en codes voor de voorstelling van architectuur.
- De student kan (bouw)technische informatie verwerven en verwerken.
- De student kan een constructieve analyse maken.
- De student kan een structurele analyse maken
- De student kan zelfstandig denken en handelen.
Begintermen
De studenten in de academische bachelors en masters worden geacht in staat te zijn Frans-, Duits- en Engelstalige vakliteratuur te kunnen lezen en begrijpen.
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
A41165 : barb22 Comfort
A41168 : barb23 Structuur en morfologie
A41185 : barb33 Structuur verdiepend
A41196 : barb42 Comfort en huid
A41198 : barb43 Constructie
A41209 : barb53 Structuur en aansluiting
A41251 : biab23 Materialen
A41256 : biab33 Structuur
A31438 : barg22 Comfort
A31442 : barg23 Structuur en morfologie
A31461 : barg33 Structuur verdiepend
A31472 : barg42 Comfort en huid
A31474 : barg43 Constructie
A31487 : barg52 Gebouwuitrusting
A31488 : barg53 Structuur en aansluiting
A31571 : biag22 Comfort
A31574 : biag23 Materialen
A31585 : biag33 Structuur
A31595 : biag42 Comfort en huid
A31597 : biag43 Constructie
A31608 : biag52 Gebouwuitrusting
A31610 : biag53 Constructie en detail
A42984 : barb52 Gebouwuitrusting
A42990 : biab43 Constructie
A42991 : biab53 Constructie en detail
A43034 : biab52 Gebouwuitrusting
A43035 : biab22 Comfort
A43036 : biab42 Comfort en huid
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
A31429 : barg13 Inleiding bouwtechnieken
A41157 : barb13 Inleiding bouwtechnieken
A31566 : biag13 Inleiding bouwtechnieken
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
5 sp. biab13 Inleiding bouwtechnieken (B-KUL-A60529)




Inhoud
onderstaande is een beknopt overzicht van relevante thema's die doorheen het opleidingsonderdeel aan bod komen:
- probleemstellingen:
. conceptie en constructie
. abstract en concreet
. architectuur, wetenschap en technologie
. complexiteit en reductie
. integratie en specialisatie
. particulier en algemeen
. schaal en dimensie
. de menselijke maat
. omgeving, tijd en verandering
etc.
- disciplinaire begrippen
materiaal / module / element / constructie / morfologie / methode / proces
context / klimaat / comfort / verwachtingen / eisen / etc.
- methodes voor beschrijving, ordening, analyse en reflectie omtrent architecturale constructies
Studiemateriaal
Noodzakelijk studiemateriaal wordt aangereikt door de docent en ter beschikking gesteld via het digitaal leerplatform.
De studenten worden aangemoedigd om bijzondere aandacht te besteden aan volgende 'relevante' bronnen (de rangschikking is geen uiting van belang of hiërarchie):
a. Algemeen:
- Torben Dahl (ed.), 'Climate and Architecture' - Routledge.
- Andrea Deplazes (ed.), 'Constructing Architecture, a handbook' - Birkhauser.
- Edward Allen, 'How buildings work : the natural order of architecture' - Oxford University Press.
- Prof. Ir. A.J.H. Haak, 'De Menselijke Maat' - Delft University Press.
- Bill Addis, 'Building: 3000 Years of Design, Engineering and Construction' - Phaidon.
- Richard Weston, 'Materials, Form and Architecture' - Laurence King Publishing.
b. Naslagwerken - Data en representatie:
- Littelfield David (ed.), Metric Handbook : Planning and Design Data - Architectural Press; en 'Neufert Architects Data'
- Francis D.K. Ching, 'Building Construction Illustrated' - Wiley
- Atelier Bow-Wow, 'Graphic Anatomy' - TOTO
- WTCB, Rapport nr.3 Alg. grafische symbolen voor de bouw, 1999
Toelichting werkvorm
Aan de hand van een gemengd programma van colleges en (praktijk)oefeningen, aangevuld met zelfstudie, leren de studenten op een actieve manier over basisbegrippen van de discipline. Het gemengd programma is opgevat als een geïntegreerd geheel waarin theorie en oefeningen niet als autonome aspecten worden behandeld, maar samen in interactie gepositioneerd.
*
De studenten leren materialisaties en constructieve samenstellingen van architecturale projecten te observeren, te herkennen, te benoemen, te onderscheiden en in verband te brengen door middel van het actief inzetten van uiteenlopende methodes van beschrijving (bv. inventarisaties van materialen en onderdelen, opzoeken van documentatie, opmetingen, procesbeschrijvingen, etc.) en representatie (zowel grafisch d.m.v. tekeningen, schetsen als fysisch d.m.v. schaalmodellen).
Op basis van concrete, bestaande cases zoeken de studenten naar de samenhang en interactie tussen diverse samenstellende delen van architecturale constructies, en naar de wijze waarop ze samengevoegd zijn tot een coherent geheel.
De studenten onderwerpen de verschillende cases enerzijds aan een uitgebreide en nauwgezette dissectie en anderzijds voeren ze gerichte reconstructies uit om inzicht te verkrijgen in de relevante thema's (zie paragraaf 'inhoud'). Dissecties en reconstructies worden uitgevoerd op uiteenlopende niveau’s van schaal en detail.
Een belangrijke nadruk ligt ook op het toepassen van grafische en beeldende middelen i.f.v. analyse, onderzoek en reflectie. Er wordt in deze cursus uitgegaan van de reeds bestaande algemene ervaring van studenten met tekenen en maken.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: biab13 Inleiding bouwtechnieken (B-KUL-A83033)
Toelichting
1. Evaluatietype: permanente evaluatie (a) en examen (b) tijdens de examenperiode.
(a) permanente evaluatie: op basis van een reeks (praktijk)oefeningen (individueel). Te bundelen en af te geven op examen tijdens examenperiode.
(b) afrondend examen (tijdens de examenperiode): toetst individueel de vaardigheden en kennis opgebouwd tijdens de oefeningenreeks en colleges. Het examen is 'gesloten boek'. Communicatie via sociale media, gsm e.a. zijn niet toegelaten.
2. Weging evaluaties: permanente evaluatie (oefeningbundel, a): 25% / afrondend examen (b): 75%
Opmerkingen:
Indien een student een ondubbelzinnig vastgelegde en gecommuniceerde inleveringstermijn niet respecteert, wordt het werkstuk als niet-ingeleverd beschouwd. De student krijgt voor deze (deel)opdracht NA (niet afgelegd). Deze regeling geldt voor alle vormen van in te dienen werkstukken. Alle werkstukken worden zoals bepaald, persoonlijk of via TOLEDO, overhandigd aan de examinator. (OER, artikel 128)
Indien de student door overmacht niet aanwezig kan zijn op het indienmoment of de evaluatie dient de student in elk geval zijn werkstuk - op het voorziene indienmoment en in de toestand waarin het zich dan bevindt - in. Hij laat het werkstuk indienen door een derde tegen ontvangstbewijs of hij stuurt het werkstuk - of foto's ervan - digitaal via e-mail naar de titularis. Het ingediende geldt als beeld van de toestand van het werk op dat moment.