Inleiding in de systematische theologie (B-KUL-A0AA4A)

5 studiepuntenNederlands52 urenTweede semester
Facultaire POC Theologie en Religiewetenschappen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om op een geïnformeerde, coherente en genuanceerde manier te spreken en te reflecteren over:

(i) de filosofische, antropologische, en vooral theologische dimensies van de christelijke geloofshouding (d.w.z. fides qua);

(ii) de bronnen en de inhoud van de christelijke geloofstraditie (d.w.z. fides quae);

(iii) de implicaties van de christelijke visies op geloof en openbaring voor het zelfverstaan van de katholieke traditie.

De student is in staat Engelstalige literatuur zelfstandig te lezen

Onderwijsleeractiviteiten

5 sp. Inleiding in de systematische theologie (B-KUL-A0AA4a)

5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College52 urenTweede semester
Facultaire POC Theologie en Religiewetenschappen

Dit opleidingsonderdeel behandelt de basisbegrippen van de fundamentele dogmatiek (bijv. geloof, openbaring, traditie en magisterium, en de heiligheid van de Schrift) en de belangrijkste traktaten uit de dogmatiek (bijv. Godsleer, scheppingsleer, zonde- en genadeleer, Christologie, eschatologie). Methodologische kwesties aangaande de relatie tussen geloof en rede worden ook behandeld, net als de relatie tussen fundamentele theologie en dogmatiek. De volgende thema’s komen aan de orde:

I. De aard en de bronnen van de katholieke theologie: openbaring, de autoriteit van de Schrift, traditie en magisterium, en geloof, ervaring en rede,

II. Godsleer: Triniteit, positieve en negatieve theologie, en de godsbewijzen

III. Schepping: geschiedenis, oorzakelijkheid en vrijheid

IV. Theologische antropologie: imago Dei, zonde en genade

V. Christologie: leven, dood en opstanding van Jezus Christus, de persoon van Jezus Christus, en de soteriologie

VI. Soteriologie: het werk van Christus, Christus als redder, messias, profeet, dienaar en koning

VII. Pneumatologie en Mariologie: de Heilige Geest, Maria, heiligen, religieus leven

VIII. Ecclesiologie: de de eenheid, katholiciteit en apostoliciteit van de Kerk

IX. Theologie van de sacramenten en het gebed

X. Eschatologie: hoop, eeuwig leven, en de apocalyptiek

Bij elk van de thema’s zullen er basisteksten uit de geschiedenis van kerk en theologie worden gelezen, met name uit de moderne en hedendaagse theologie.

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Naast de aangeboden cursus 'Wat is systematische theologie?' van de docent, wordt ook het volgende handboek gebruikt:

Richard J. Plantinga, Thomas R. Thompson, Matthew D. Lindberg, An Introduction to Christian Theology, Cambridge: Cambridge University Press, 2022, tweede editie.

De student wordt geacht dit handboek zelf aan te schaffen. Het kost ongeveer 40 euro.

De lessen worden in het Nederlands gegeven. Het handboek is in het Engels.

Flipped classroom

Na enkele inleidende lessen over de verhouding fundamentele theologie en dogmatiek worden de afzonderlijke thema’s uit de dogmatiek ingeleid tijdens een wekelijks hoorcollege. Daarna zal er ook wekelijks een werkcollege over hetzelfde thema plaatsvinden, waarbij er ruime gelegenheid zal zijn voor het stellen van vragen over het handboek en het thema. De studenten zullen daarvoor steeds literatuur dienen voor te bereiden. Samen maken ze voorafgaand aan het werkcollege samenvattingen, en namen- en begrippenlijsten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding in de systematische theologie (B-KUL-A2AA4a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen


De examenvragen zullen focussen op de wijze waarop de student de verschillende categorieën en methodologieën die behandeld werden gedurende de colleges beheerst. Ze bedoelen te ontdekken in welke mate studenten de cursusstof geïntegreerd hebben in hun eigen theologische vocabulaire en methdologie, en tegelijk in staat zijn om deze toe te passen op nieuwe theologische teksten en problemen.

Het examen zal vragen omvatten die telkens twee doelen beogen. Enerzijds zal elke vraag een eerder reproductief element hebben waarbij nagegaan wordt in hoeverre de collegestof verworven en begrepen is. Anderzijds zal elke vraag ook productief van aard zijn: hierbij wordt (a) gezocht naar verbanden over de in de colleges gezien stof heen, (b) worden nieuwe toepassingen gemaakt, of (c) verder doorgedacht op aanzetten die uit de colleges voortgekomen zijn.