Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A08C4A)

3 studiepuntenNederlands20 urenTweede semester
N. |  Beeckman Bryan (plaatsvervanger)
POC Ba Ingenieurswetenschappen (gemeenschappelijk gedeelte)

De student is in staat om


1. te verduidelijken welke rol levensbeschouwing en religies, in het bijzonder de christelijke geloofstraditie, spelen in cultuur en samenleving;
2. te analyseren welke mens- en wereldbeelden aanwezig zijn in fenomenen in samenleving en cultuur, zoals bijvoorbeeld media, gezondheidszorg, economie, techniek, onderwijs, … en hierover kritisch te kunnen reflecteren;
3. de eigenheid van levensbeschouwing(en) en religie(s), in het bijzonder van de christelijke geloofstraditie aan te tonen en uit te leggen aan de hand van concrete voorbeelden;
4. algemene theoretische visies uit theologie en religiewetenschappen toe te passen op actuele maatschappelijke thema’s;
5. de religieuze en levensbeschouwelijke thema’s verbonden met het eigen vakgebied leren onder ogen te zien en er kritisch mee om te gaan;
6. een persoonlijke en onderbouwde visie omtrent levensbeschouwelijke vragen en fenomenen te ontwikkelen en te verwoorden, in dialoog met het christelijke geloof;
7. in verband met aspecten van het eigen leven de waarde van religie, zingeving en geloofshoudingen te benoemen (‘levensbeschouwelijke bedachtzaamheid’);
8. levensbeschouwelijke  dimensies in het ontwikkelen van de eigen professionele identiteit te integreren. (zie https://www.kuleuven.be/onderwijs/visie-en-beleid/beleidsplan/Visie).

 

Dit college vergt geen specifieke voorkennis. Algemene kennis van de hoofdlijnen van de filosofie, de ethiek en de westerse cultuur en geschiedenis behoren wel tot de vooronderstelde achtergrond van de cursus. Wat de motivatie betreft, wordt van de studenten niet verwacht dat zij gelovig of ongelovig zijn, wel dat zij bereid zijn om op een open en kritisch-wetenschappelijke wijze te reflecteren op fundamentele ethische en zingevingsvragen vanuit verschillende levensbeschouweijke invalshoeken die de grondslag vormen van onze beschaving, in het bijzonder, maar niet exclusief, de joodse en christelijke invalshoek.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
H0N82A : Religions
A04D5A : Religie, zingeving en levensbeschouwing

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A08C4a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College20 urenTweede semester
N. |  Beeckman Bryan (plaatsvervanger)
POC Ba Ingenieurswetenschappen (gemeenschappelijk gedeelte)

Vanuit moderne menswetenschappelijke inzichten en vanuit het eigentijdse theologische denken worden enkele thema's uit de actuele zingevingsproblematiek behandeld. De volgende vragen komen aan bod: waartoe dienen godsdiensten, wat vormt de kern van het christelijk geloof en hoe kan men dit situeren in het kader van de andere wereldreligies? Uitvoerig wordt ingegaan op de relatie tussen christendom en cultuur en op enkele klassieke thema's die door de eeuwen heen de scharnierpunten van het christelijk geloof hebben gevormd: de bijdrage van het geloof tot het persoonlijk geluk, de christelijke toekomstverwachting in confrontatie met humanistische objecties, het debat over geloof en wetenschap en de vraag naar de specificiteit van de ethische inzet (normvervaging/normverschuiving). Ten slotte wordt aandacht besteed aan de relevantie van een levensbeschouwing m.b.t. tot voorbeelden uit de ingenieursethiek.

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Het handboek is verkrijgbaar bij Acco (Hans Geybels & Ellen Van Stichel, Weerbarstig geloof (Leuven: Acco, 2018).

 

Interactief hoorcollege.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A28C4a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen


De eerste examenkans is multiple choice. Ongeveer 20 procent van de vragen peilt naar kennis; 80 procent zijn denkvragen.

Inhaalexamens en herexamens bestaan uit drie open vragen.