Master in de klinische biologie (programma voor studenten gestart in 2023-2024 of later) (Leuven)

Master of Science

Abstract contents
Leerresultaten Master in de klinische biologie

Basisopleiding

Aan het einde van de basisopleiding (fase 1 en 2): de ApSO (Apotheker-specialist in opleiding) in de klinische biologie

·  kan de laboratoriumdiagnose stellen van de meest frequente ziektebeelden/aandoeningen in de klinische praktijk;
·  heeft een goed inzicht verworven in de algemene pathologie, diagnose en therapie van de specifieke ziektebeelden/aandoeningen;
·  heeft algemene wetenschappelijke kennis en methodieken toegepast binnen het domein van de klinische biologie;
·  kent de basisprincipes van het opzetten en implementeren van wetenschappelijk onderzoek;
.  kan wetenschappelijke gegevens analyseren en interpreteren;
·  kan een probleemstelling formuleren, data verzamelen, analyseren, interpreteren en rapporteren;
·  kan werken en communiceren binnen een multidisciplinair team;
·  kan op doelmatige wijze communiceren met andere gezondheidszorgverleners;
·  kan correct inschatten wanneer overleg noodzakelijk is met een arts uit een andere discipline;
·  kan zelfstandig en verantwoordelijk functioneren binnen de door de stagemeester toegewezen domeinen van het laboratorium;
·  kan de performantie en efficiëntie van het eigen handelen (als ApSO) binnen de dienst verbeteren;
·  heeft kennis en inzicht verworven in de evaluatie van de eigen performantie als ApSO;
·  heeft inzicht in hoeverre de eigen performantie een impact heeft op het functioneren van de dienst.

Hogere opleiding

Aan het einde van de hogere opleiding (fase 3, 4 en 5): de Master in de klinische biologie

·  kan de laboratoriumdiagnose stellen van de meer complexe ziektebeelden/aandoeningen;
·  kan zorgen voor en aandacht besteden aan de opvolging van het diagnostisch beleid bij de patiënt;
·  draagt mee de eindverantwoordelijkheid voor de opvolging van het ziektebeeld/aandoening bij de patiënt;
·  werkt mee aan het opzetten, uitvoeren en implementeren van wetenschappelijk onderzoek;
·  heeft een dermate expertise opgebouwd dat hij/zij fungeert als mede-aanspreekpunt voor externen;
·  werkt mee aan het goed functioneren van de organisatie van de dienst;
·  ondersteunt zowel de ontwikkeling van een visie als het uitzetten van beleidsmaatregelen ten behoeve van de verbetering van de performantie en efficiëntie van een dienst;
·  kan participeren binnen de ziekenhuiscommissie(s) waar de ApSO de eigen visie presenteert en verdedigt;
·  kan functioneren op bestuurlijk niveau;
·  werkt aan kwaliteitsverbetering van de klinische biologie.

Competenties

Aan het einde van de opleiding: de Master in de klinische biologie

·  participeert in klinisch wetenschappelijk onderzoek;
·  kan de aangeboden wetenschappelijke kennis interpreteren, analyseren en rapporteren;
·  heeft vakspecifieke kennis en probleemoplossend vermogen en weet hij/zij deze in de praktijk toe te passen;
·  heeft praktische vakspecifieke vaardigheden en kan deze toepassen;
·  participeert in de organisatie van de gezondheidszorg en in het beleid van een dienst klinische biologie;
·  kan doeltreffend communiceren met en rapporteren aan andere specialisten, laboratoriummedewerkers, patiënten en het brede publiek;
·  kan op adequate wijze feedback geven en omgaan met het krijgen van feedback;
·  bevordert de deskundigheid van studenten, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg;
·  functioneert binnen bredere managementsystemen in organisaties, ziekenhuiscommissies en in andere representatieve functies binnen de gezondheidszorg;
·  kent de principes van de medische informatica voor het leveren van optimale patiëntenzorg en voor het onderhouden van de eigen deskundigheid;
·  zet 'standards of care' en formuleert kwaliteitseisen met betrekking tot de verschillende aspecten van zijn/haar vak.

Vormingsdoelen

Aan het einde van de opleiding: de Master in de klinische biologie

· is bereid medische kennis (en kennis van inbreng van basale wetenschappen in de klinische praktijk) en inzichten te blijven verwerven ook na de studies;
· werkt aan de verdere ontwikkeling en verbetering van de ontwikkelde competenties en vaardigheden, in functie van een levenslang leren attitude;
· houdt rekening met de economische aspecten van de geneeskunde, in het bijzonder het doelmatig omgaan met middelen, waarbij onder- en overgebruik van middelen vermeden wordt;
· in zijn/haar denkwijze en communicatie naar anderen integreert de Master in de klinische biologie humane, ethische en maatschappelijke aspecten die een belangrijke rol spelen, en dit binnen de relevante wettelijke regelgeving.

Aan het einde van de opleiding, de Master in de klinische biologie:

• Bestendigt een kritische en reflectieve houding tegenover onderzoeksresultaten en t.a.v. nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen.

• Ontwikkelt een zelfreflectieve houding; daarbij rekening houdend met feedback en eigen leerbehoeften identificeren.

• Ontwikkelt een open houding ten aanzien van diversiteit op alle vlakken, wat zich uit in respect voor de ethische en culturele waarden en normen van patiënten en collega’s.

• Durft een persoonlijk, beredeneerd en wetenschappelijk gefundeerd standpunt innemen in (maatschappelijke) discussies over zorgverstrekking.

• Gaat ecologisch verantwoord om met de materialen in een laboratorium en is zich bewust van het belang van een duurzaam geneesmiddelenbeleid.

 

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Blauwdruk_MNM_Klinischebiologie.pdf

COBRA 2019-2023
COBRA_fiche_MNM_Klinischebiologie.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?