Europees burgerschap (B-KUL-S0O96A)

6 studiepuntenNederlands12 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
POC Educatieve master maatschappijwetenschappen

Dit opleidingsonderdeel (OPO) beoogt de vorming van geïnformeerde, mondige en kritische EU-burgers. Vorming voor democratisch Europees burgerschap streeft naar empowerment van burgers: EU-burgers die mondig zijn om hun democratische rechten en verantwoordelijkheden in de samenleving uit te oefenen en op te nemen, diversiteit te waarderen en een actieve rol te spelen in het democratische leven. Dit OPO biedt daartoe een referentiekader en maakt Europees burgerschap zeer concreet aan de hand van casussen gebaseerd op rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De casussen onthullen het DNA van de EU en nodigen uit tot kritisch denken. Centraal hierbij zijn de waarden waarop de Unie berust: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.

Dit OPO versterkt de EU-dimensie in sleutelcompetenties die voor elke Educatieve master relevant zijn, o.m. in burgerschapscompetenties, competenties in het Nederlands en in andere talen, digitale competenties en mediawijsheid, sociaal-relationele competenties, competenties inzake duurzaamheid, economische en financiële competenties, juridische competenties, leercompetenties, en competenties m.b.t. initiatief, ondernemingszin en loopbaancompetenties.

De modulaire aanpak laat de studenten toe bepaalde thema’s meer aandacht te geven, afgestemd op het eigen vak- of interessegebied.

OLA 1 betreft de inhoudelijke component: wat is Europees burgerschap?

OLA 2 gaat in op de didactische component: hoe breng je het in de klas?

 

Studenten kunnen dit OPO volledig op afstand volgen. Het gaat in hoofdzaak om asynchroon online onderwijs, aangevuld met enkele synchrone contactmomenten die ook digitaal worden aangeboden. Het examen gaat on-campus in Leuven door.

 

Leerresultaten

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • de betekenis van Europees burgerschap uitleggen, ook voor burgers die hun land niet verlaten.
  • het referentiekader van EU-waarden, EU-doelstellingen en EU-beginselen toelichten.
  • casussen in verschillende domeinen analyseren (gerelateerd aan de domeinen die de eigen Educatieve master bestrijkt, maar ook aan andere domeinen).
  • toelichten welke invloed EU-regels op verschillende maatschappelijke domeinen hebben en hoe EU-burgers die kunnen beïnvloeden.
  • een afweging maken van verschillende argumenten, EU-rechten en EU-waarden in een casus.
  • het evenredigheidsbeginsel hanteren als een tool voor probleemoplossend denken.
  • de doelstellingen van de ‘EU-leraar’ beschrijven en hierover reflecteren.
  • toelichten wat EU-burgerschapseducatie is en beschrijven hoe het zich verhoudt tot nationale burgerschapseducatie.
  • uitleggen hoe onderwijs over de EU objectief, kritisch en pluralistisch kan zijn.
  • een didactisch verantwoorde les opstellen aan de hand van het studiemateriaal inzake Europees burgerschap.

 

Vormingsdoelen

De studenten:

  • erkennen het belang van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in het licht van de EU-waarden. Zij willen bijdragen aan een samenleving gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
  • nemen een onderzoeksgerichte attitude aan om kritisch de EU-dimensie van maatschappelijke thema's te beoordelen.
  • zijn bereid vooroordelen te overwinnen en waar nodig compromissen te sluiten.
  • zijn bereid constructief actie te ondernemen en deel te nemen aan democratische besluitvorming op alle niveaus en aan burgerschapsactiviteiten.
  • erkennen verschillende vormen van diversiteit in de EU en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • zijn bereid om niet alleen het eigenbelang in aanmerking te nemen, maar ook het algemeen belang; niet alleen het nationale belang, maar ook het gemeenschappelijk belang in de EU.
  • zijn zich bewust van hun EU-identiteit, aanvullend op hun nationale identiteit.
  • geven als professionals blijk van nieuwsgierigheid naar de EU-dimensie van het eigen vakgebied in een continue professionele ontwikkeling.

Er is geen voorkennis vereist, noch over de EU, noch juridische kennis.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. EU-burgerschapseducatie: casussen over EU-rechten en -waarden (B-KUL-S0O96a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College8 urenTweede semester
POC Educatieve master maatschappijwetenschappen

Er wordt inzicht verleend in de fundamenten van de Europese Unie, nl. EU-waarden, -doelstellingen en -beginselen (het DNA) aan de hand van waargebeurde verhalen gebaseerd op rechtszaken behandeld door het Hof van Justitie van de EU.

De casussen tonen de impact van de EU in het dagelijkse leven van EU-burgers in de volgende leermodules:

  • De interne markt – een open ruimte zonder binnengrenzen
  • Democratie en rechtsstaat
  • Gelijkheid en non-discriminatie
  • Digitale transformatie
  • Sociale rechten
  • Consumentenbescherming
  • Milieu
  • Migratie – gemeenschappelijke buitengrenzen

Terwijl de EU-Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de EU houvast verlenen, stimuleren de casussen tot kritisch denken. Er wordt nagegaan hoe Europese burgers kunnen deelnemen aan het democratische leven van de Unie en het EU-beleid beïnvloeden, in het eigen vakgebied en daarbuiten. Een ruime waaier aan thema’s kan aan bod komen, o.m. arbeidstijd en gezondheid en veiligheid op het werk, biotechnologie, luchtkwaliteit, flora en fauna, privacy, diversiteit, islamitische hoofddoek en andere religieuze tekens op het werk, geschiedenis en cultuur, meertaligheid, voedselveiligheid, vrije mededinging, productdesign, sport.

Het studiemateriaal wordt online ter beschikking gesteld (Toledo/Ultra en website van Case4EU).

  • Handboek Griet Galle en Kris Grimonprez (red.), Europees burgerschap in de klas: Casussen voor mondige EU-burgers (Universitaire Pers Leuven 2022)
  • Online leermodules, met masterfiches, informatief luik van casusfiches en woordenlijst (zie www.kuleuven.be/case4EU )
  • Selectie uit EU-Verdragen, Handvest van de grondrechten van de EU, en EU-wetgeving
  • Academische literatuur

Het materiaal is gratis (handboek in open access, https://ghum.kuleuven.be/case4eu/nl/boek ). Facultatief: gedrukt handboek (49,5 EUR).

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Discussie - Online asynchroon leren

Online doceren en activerend leren voor de volledige groep studenten aan de hand van verschillende digitale tools (kennisclips, video’s, …).

Het gaat in hoofdzaak over asynchroon online onderwijs: de studenten verwerken het online aangeboden studiemateriaal in zelfstudie (eigen gekozen tijd, plaats en ritme). Ze worden bij dat afstandsonderwijs online begeleid via kleine opdrachten, zoals polls, quizzes, one sentence summaries, formatieve zelftoetsen. Bij het begin van het semester is er een synchroon contactmoment voor de volledige groep studenten (on-campus of online).

Bijkomende werkvormen:

  • Practicum: Discussiegroepen
    Kleine discussiegroepen (multidisciplinaire samenstelling). Digitale bespreking van vragen bij casussen: analyse, perspectiefwissel, probleemoplossend en kritisch denken. Mogelijke peer instruction en peer feedback.
  • Opdracht: Verslag
    Eindverslag van het practicum Discussiegroepen. Antwoord op de gestelde vragen en reflectie.
  • Facultatieve opdracht: Deelname aan onlinediscussieforum
    De studenten worden daarnaast aangemoedigd om deel te nemen aan een online discussieforum n.a.v. casussen (kwalitatieve bijdragen op Toledo/Ultra). Deze microvorm van participatieve democratie in de EU bereidt studenten voor op actief EU-burgerschap.
  • Facultatief: Excursie
    Bezoek aan Hof van Justitie van de EU in Luxemburg, eventueel virtueel bezoek (georganiseerd via Curia).

3 sp. EU-leraar (B-KUL-S0O97a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Opdracht4 urenTweede semester
POC Educatieve master maatschappijwetenschappen

Nadat de studenten in OLA 1 inzicht verkregen in de inhoudelijke component van Europees burgerschap, bekwamen ze zich in OLA 2 in de didactische component (component leraarschap). Welke doelstellingen heeft ‘de EU-leraar’? Deze leeractiviteit bekijkt verschillende Europese referentiekaders en informeert over de EU-dimensie in burgerschapseducatie en in sleutelcompetenties. Ze toont hoe de EU-dimensie in de klas kan worden gebracht aan de hand van werkvormen die case-based and problem-based learning ondersteunen.

Onlineleermateriaal. Zie bij OLA 1.

Bijkomend: didactisch luik van casusfiches, werkvormenfiches, schoolvriendelijke versie van basisteksten.

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Blended onderwijs - Groepsopdracht - Paper

Aansluitend bij de casussen uit OLA 1 (modules) worden werkvormen voor de klas voorgesteld en geoefend.

  • Eindopdracht 1: Korte paper ‘EU-leraar’ (individueel). Er wordt rekening gehouden met de wijze waarop de opdrachten uit het onlineleermateriaal worden verwerkt.
  • Eindopdracht 2: Werkstuk ‘EU case-teaching’ (groepswerk). Studenten stellen een didactisch luik/ lesvoorbereiding op bij twee casussen (die uit twee verschillende modules moeten komen) en zorgen voor peer feedback/ peer review van het werkstuk van een andere groep volgens vastgelegde criteria.

Er is een contactmoment met het didactisch team voor de begeleiding van het werkstuk ‘EU case teaching’. Contactmoment en groepswerk kunnen naar keuze online doorgaan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Europees burgerschap (B-KUL-S2O96a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Wetboek/codex


Evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat

Deelname aan de twee onderdelen A en B is noodzakelijk. De weging van elk onderdeel in het totaal van de score (punten op 20) staat hierna aangeduid tussen haakjes.

A.         Het examen is open boek en gaat door on-campus in Leuven (30%, OLA1). Als voorbereiding op het open boek-examen krijgen studenten tijdens hun zelfstudie de kans om aan tussentijdse formatieve toetsen deel te nemen (zelftesten op Toledo/Ultra die niet meetellen voor de score, maar die feedback geven en het leerproces ondersteunen).
B.         Studenten dienen bij het begin van de examenperiode drie documenten in (de datum wordt meegedeeld op Toledo/Ultra):

1. een verslag ‘Discussiegroep’(groepswerk) (20%, OLA1)
2. een kort paper ‘EU-leraar’ (individueel) (20%, OLA2)
3. een werkstuk ‘EU case teaching’ (groepswerk (30%, OLA2)
 

Permanente evaluatie: mogelijke bonuspunten voor online-opdrachten, deelname aan groepsdiscussies en aan het online discussieforum.

Studenten kunnen alleen een score op dit OPO krijgen indien zij alle onlineleermateriaal hebben doorlopen (bepaalde inhoud is slechts toegankelijk na een tussentijdse formatieve toets).

Alle opdrachten moeten voor de deadline via Toledo/Ultra worden ingediend. Wie de deadline overschrijdt zonder gegronde reden of een opdracht niet indiende, krijgt als resultaat ‘niet afgelegd’. De student kan dan niet slagen voor het geheel van het OPO.

De student moet op de twee OLA’s geslaagd zijn. Wie onvoldoende haalt op minstens één OLA krijgt het laagste cijfer behaald op een van de OLA’s voor het gehele OPO.

De opdrachten worden gecontroleerd op plagiaat. De student informeert zich over plagiaat via de plagiaatwebsite van de faculteit Sociale Wetenschappen: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat

 

Herkansen

Er is deeloverdracht van de punten binnen hetzelfde academiejaar. Wie een voldoende behaalde op één van de opdrachten, kan die score behouden bij de tweede examenkans.