Algemene en technische scheikunde (B-KUL-H01A8A)

7 studiepuntenNederlands60 urenEerste semester
Smets Ilse (coördinator) |  Smets Ilse |  Van Puyvelde Peter
POC Ba I (Sem 1-3) Ingenieurswetenschappen

De algemene doelstelling van de cursus Algemene en Technische Scheikunde is het aanleveren van de basisconcepten van anorganische scheikunde met veel aandacht voor de (ingenieurs)technische toepassingen in het dagdagelijkse leven. Hierbij worden de aangeleerde concepten zo snel mogelijk toegepast op industrieel relevante problemen en procédés met minder nadruk op laboratoriumtoepassingen. De cursus beoogt het stimuleren van het technisch-chemisch denken door een ingenieursvisie op het gedrag van de materie aan te kweken. Hoewel het vak hierdoor een duidelijk en specifiek venster naar de chemische industrie biedt, wordt een goede mix beoogd met a-specialistische chemische kennis die ook nuttig is voor elektronici, materiaalkundigen, bouwkundigen ... enz.

De specifieke doelstellingen worden onderverdeeld volgens de drie grote blokken in de cursus, zijnde materie, chemische reacties en chemisch evenwicht, waarbij deze laatste twee blokken gezamenlijk behandeld worden.


 Als specifieke doelstellingen voor het deel materie moeten de studenten

  • de (sub)atomaire structuur van materie kennen (tot op het niveau van de kern met protonen en neutronen en de omringende elektronenwolk);
  • vanuit die (sub)atomaire structuur van materie
    - de opbouw van de Tabel van Mendelejev begrijpen;
    - periodiek variërende eigenschappen zoals atoomstraal, elektronegativiteit, … kunnen verklaren en voorspellen;
    - de verschillende chemische bindingstypes (ionische, covalente, metallische) en hun eigenschappen begrijpen en voorspellen;
    - Lewisstructuren kunnen tekenen en de symmetrie en geometrie van moleculen kunnen afleiden;
    - intermoleculaire deeltjeskrachten en -interacties begrijpen en voorspellen;
    - macroscopische eigenschappen van materie zoals oplosbaarheid, polariteit en hardheid verklaren en voorspellen.

   Op basis van het voorgaande moeten de studenten

  • het gedrag van zuivere stoffen (gassen, vloeistoffen en vaste stoffen) begrijpen en kwantificeren (bijvoorbeeld ideale gaswet);
  • het gedrag van homogene mengsels (gas en vloeistof) begrijpen en kwantificeren (bijvoorbeeld: Wet van Dalton, Wet van Raoult); hieronder vallen ook de colligatieve eigenschappen (zoals kookpuntsverhoging, vriespuntsverlaging, …). Ook destillatie van een vloeistofmengsel, één van de belangrijkste scheidingsprocessen in de chemische industrie, wordt geïntroduceerd;
  • het gedrag van heterogene mengsels (mengsels van gassen, vloeistoffen en/of vaste stoffen) begrijpen en kwantificeren (bijvoorbeeld: Wet van Raoult).  

Als specifieke doelstellingen voor het deel chemische reacties en evenwicht moeten de studenten

  • chemische omzettingen kunnen beschrijven en kwantificeren via de bijhorende stoechiometrie (i.e., balanceren van reacties)
  • begrippen zoals de vorderingsgraad, en de verschillende soorten opbrengsten kunnen toepassen;
  • de criteria voor spontaneïteit van processen, afgeleid uit de Gibbs vrije energie, kennen, kunnen berekenen en kunnen toepassen (e.g., ook voor voorbeelden van explosieven).
  • de empirische benadering en thermodynamische fundering van de Wet van Guldberg en Waage (Masswerking) begrijpen in verband met het chemisch evenwicht;
  • het belang inzien van mengingsentropie waardoor alle chemische reacties evenwichtsreacties worden;
  • het begrip evenwichtsconstante en reactiequotiënt kennen en kunnen toepassen;
  • het principe van Le Chatelier-Braun kennen en kunnen toepassen;
  • het productieproces van ammoniak kennen en in de context kunnen plaatsen van de toepassing(en) van het principe van Le Chatelier-Braun;
  • de T- en P- afhankelijkheid van het evenwicht (o.a. Wet van Van 't Hoff) kennen en kunnen toepassen.

De principes van chemisch evenwicht zijn hierboven geïntroduceerd en voornamelijk geïllustreerd aan de hand van gasvormingsreacties. Het laatste deel van de cursus past de evenwichtsprincipes toe op reacties in waterig milieu. Hiertoe moeten de studenten de volgende aspecten beheersen:

  • zuur-base reacties: 
    • de verschillende zuur-base theorieën kennen en kunnen toepassen;
    • de pH-formule kunnen afleiden maar vooral kunnen berekenen van alle soorten mengsels (i.e., enkelvoudig zuur of base, meervoudige zuren of basen, zouten en zuur-base neutralisaties waaronder buffers en titratiesreacties);
    • zuur-base toepassingen kennen en herkennen.
  • neerslag- en complexvormingsreacties:
    • de twee tabellen van oplosbaasheid perfect beheersen;
    • begrijpen op welke manier de oplosbaarheid van zouten kan beïnvloed worden en dit zelf kunnen toepassen;
    • kwantitatief kunnen werken met (combinaties van) neerslag-, zuur-base en complexvormingsreacties (welke reacties gaan in welke mate op) aan de hand van de respectievelijke stabiliteitsconstanten;
    • de gegeven voorbeelden kunnen bespreken en de onderliggende principes ook in andere voorbeelden kunnen herkennen of toepassen.
  • redoxreacties: 
    • de oxidatietrap van alle elementen in een molecule of ion kunnen bepalen;
    • elke voorgeschotelde redoxreactie via het gegeven stappenplan kunnen balanceren
    • de meeste courante oxidatie- en reductiemiddelen kennen met een aantal toepassingen
    • het werkingsprincipe van een galvanische cel (en batterijen) en een elektrolysecel kennen;
    • kunnen voorspellen welke redoxreactie(s) er zullen opgaan in een bepaald milieu aan de hand van een gegeven tabel van standaard reductiepotentialen;
    • de wet van Nernst begrijpen en kunnen toepassen;
    • het verband tussen de wet van Nernst en de Gibbs vrije energie en de evenwichtsconstante K kennen en kunnen gebruiken;
    • de gegeven voorbeelden en productieprocessen begrijpen en de onderliggende principes ook in andere voorbeelden kunnen herkennen of toepassen.
  • gasvormingsreacties:
    • gasvormingsreacties kunnen herkennen, kunnen voorspellen en begrijpen dat dit vermoedelijk aanleiding zal geven tot goed opgaande reacties;
  • geïntegreerde toepassingen:
    • de gegeven voorbeelden (hard water / kalksteengrotten – productie van Mg – oplossen van goud) kunnen bespreken en de onderliggende principes ook in andere voorbeelden kunnen herkennen of toepassen.

Elementaire begrippen over scheikunde - normale voorkennis vanuit het A.S.O.

De opleidingsonderdelen van de opleiding Bachelor in de ingenieurswetenschappen kunnen enkel gevolgd worden indien men over een deelnamebewijs aan een ijkingstoets beschikt . Klik hier voor meer info.

 


Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
H01K9A : Toegepaste chemische thermodynamica
G0W53A : Mineralogie
H0H53A : Technologie van bouwmaterialen

Onderwijsleeractiviteiten

6.22 sp. Algemene en technische scheikunde: hoorcollege (B-KUL-H01A8a)

6.22 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College40 urenEerste semester
POC Ba I (Sem 1-3) Ingenieurswetenschappen

Materie en energie zijn de grondstoffen bij uitstek van de ingenieur. Materie en energie, en de transformaties die beide kunnen ondergaan vormen dan ook het studieobject van het opleidingsonderdeel "Algemene en technische scheikunde". Deze cursus behandelt vooreerst een aantal fundamentele begrippen over de opbouw en de eigenschappen van de materie. Vervolgens worden chemische omzettingen op een algemene manier behandeld met nadruk op de energetische/entropische aspecten ervan. Daarna wordt dieper ingegaan op de wetten van het chemisch evenwicht en op de berekening van de evenwichtstoestand voor reagerende stelsels in de gasfase en in waterig milieu.  Doorheen de hele cursus illustreren dagdagelijkse en industriële toepassingen de fundamentele chemische principes en reacties die aan bod komen.


 1. MATERIE (BOEK 1)
* Atomen – subatomaire structuur – opbouw van de Tabel van Mendeljev
* Periodiek variërende eigenschappen: ionstralen – atoomstralen – ionisatieënergie – elektronenaffiniteit – elektronegativiteit
* Chemische binding: ionische – covalente – metallische binding: kwalitatieve, klassieke beschrijving
* Verschillende soorten van interdeeltjes-krachten en –interacties (met als belangrijke toepassing de oplosbaarheid van zouten)
* Gedrag van zuivere stoffen: gassen, vloeistoffen en vaste stoffen:
  - toestandsvergelijkingen voor ideale en niet-ideale gassen (van der Waals)
  - oppervlaktespanning – viscositeit

* Homogene mengsels
  - beschrijving van homogene mengsels – concentratiegrootheden en omrekeningen
  - gedrag van ideaal-gasmengsels – partieeldruk – Wet van Dalton – omrekeningen
  - gedrag van vloeibare mengsels – ideale mengsels – Wet van Raoult
  - dampspanningsverlaging – kookpuntsverhoging – vriespuntsverlaging – osmotische druk
* Heterogene mengsels 
  - eisen voor fasenevenwicht van mengsels
  - vloeistof-damp evenwicht voor ideale mengsels (Wet van Raoult)


2. CHEMISCHE REACTIES EN EVENWICHT (BOEK 2)

* Chemische omzettingen: stoechiometrie + definities: vorderingsgraad e.a.
* Criteria voor spontaneïteit van processen + Gibbs-vrije-energie
* Berekening van de reactiegrootheden
* De Wet van Guldberg en Waage (Massawerking): empirische benadering en thermodynamische fundering
* T- en P- afhankelijkheid van het evenwicht (o.a. Wet van Van 't Hoff)
* Principe van Le Chatelier-Braun
* Berekening van de evenwichtssamenstelling in mengsels van reagerende stoffen
* Evenwicht van gasreacties
* Evenwichten in waterig milieu:

  • zuur-base reacties:  het begrip pH – zuur-base theoriën – pH berekeningen van mengsels van zuren, basen en zouten – buffermengsels – titraties
 – toepassingen; 
  • neerslagreacties: oplosbaarheidsproduct – evenwichtsberekeningen – beïnvloeden van oplosbaarheid – toepassingen;
  • complexeringsreacties: stabiliteitsconstante – evenwichtsberekeningen – invloed van pH – toepassingen;
  • redoxreacties:  oxidatietrap – balancering – spanningsreeks van metalen – standaard-redox-potentiaal – galvanische cel/batterijen – elektrolyse – Wet van Nernst – toepassingen; 
  • geïntegreerde toepassingen: hard water / kalksteengrotten – productie van Mg.  

 

  • Oxtoby, Freeman & Block, 'Chemistry: Science of Change', 4th edition (2003), Uitg: Thomson, Brooks/Cole (2003).
  • Acco-cursussen (3 delen).
  • Studeerwijzer (Toledo)

0.78 sp. Algemene en technische scheikunde: oefeningen (B-KUL-H01A9a)

0.78 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum20 urenEerste semester
POC Ba I (Sem 1-3) Ingenieurswetenschappen

Naast de hoorcolleges (±40 uren) voor dit opleidingsonderdeel worden er 20 uren aan seminaries voorzien (10 klassieke zittingen van 2 uren + een aantal huiswerk opgaves).

  • Seminarie 1:     Algemene basisbegrippen (huiswerk)
  • 
Seminarie 2:     Concentratiegrootheden en reactievergelijkingen
  • 
Seminarie 3:     Reactievergelijkingen en ideale gaswet
  • 
Seminarie 4:     Herhalingsoefeningen (ter voorbereiding van tussentijdse toets)
  • Seminarie 5:     Reacties: redox-reacties
  • 
Seminarie 6:     Reacties: neerslag-, zuur-base-, gasvormingsreacties
  • Seminarie 7:     Thermodynamische reactiegrootheden (huiswerk)
  • Seminarie 8:     Chemisch evenwicht in gasmengsels
  • 
Seminarie 9:     Chemisch evenwicht in waterige oplossingen 1: oplossingen van zuren of basen

  • Seminarie 10:   Chemisch evenwicht in waterige oplossingen 2: zuur-base neutralisatie; buffermengsels
  • 
Seminarie 11:   Chemisch evenwicht in waterige oplossingen 3: neerslagreacties en complexvorming
  • Seminarie 12:   Chemisch evenwicht in waterige oplossingen 4: examenvragen

 

* Oefeningenbundel met opgaven (Acco)
* Zie ook: studiemateriaal bij het hoorcollege

Deze seminaries worden enkel in het Nederlands gegeven.

De oefenzittingen dienen voorbereid te worden aan de hand van de oefeningen-bundel (Acco) en het cursusmateriaal.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Algemene en technische scheikunde (B-KUL-H21A8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine


Er wordt een tussentijdse toets georganiseerd. Indien aan de volgende twee voorwaarden voldaan is,

  • de student is geslaagd voor de tussentijdse toets;
  • de student behaalde op de tussentijdse toets een beter resultaat dan op het examen tijdens de eerstvolgende examenperiode;

wordt het resultaat behaald op de tussentijdse toets, verrekend in het eindresultaat tijdens de eerstvolgende examenperiode in een verhouding een vierde voor de tussentijdse toets en drie vierde voor het examen in de examenperiode.
Bovenstaande houdt in dat er geen verrekening van de tussentijdse toets gebeurt bij resultaten behaald in de derde examenperiode.

 

Het schriftelijk examen bestaat uit een theoriedeel en een oefeningengedeelte.
Het theorieëxamen  bestaat uit een aantal open vragen, die zonder gebruik van leermateriaal moeten beantwoord worden; rekenmachine (uit de lijst van toegelaten modellen) is wel vereist.
Voor het oefeningendeel  moeten 2 oefeningen opgelost worden (rekenmachine uit de lijst van toegelaten modellen is toegestaan).

Indien de evaluatie aantoont dat de student één of meerdere doelstellingen van het opleidingsonderdeel (gerelateerd aan theorie en/of oefeningen) onvoldoende heeft bereikt, kan het globale resultaat afwijken van het gewogen gemiddelde van de onderdelen wat nominatim en in normale omstandigheden 60% voor de theorie en 40% voor het oefeningengedeelte is. Echter, een minimum van 7/20 op het oefeningengedeelte moet gehaald worden. Concreet betekent dit dat indien de student in januari geen 7/20 voor het oefeningengedeelte behaalt, hij/zij ook niet kan slagen via de tussentijdse toetscorrectie.

 

Woordenboek bij toetsen en examens

Studenten die bewijzen dat hun thuistaal niet het Nederlands is, mogen tijdens evaluatiemomenten gebruik maken van maximaal één niet-technisch vertalend woordenboek waarin geen extra aantekeningen gemaakt werden. Studenten die gebruik willen maken van het woordenboek moeten zich op voorhand bij de ombuds melden rekening houdend met de volgende deadlines:

  • eerste examenperiode: 1 december,
  • tweede examenperiode: 1 april,
  • derde examenperiode: 15 juli.

De student moet zijn toelating bij aanvang van het examen voorleggen aan de surveillant.

 

Er is geen verrekening van de punten van de tussentijdse toets bij de resultaten behaald bij de herkansing.