Wetenschappelijk onderzoek - A (B-KUL-E07G7B)
Doelstellingen
Je raakt vertrouwd met wetenschappelijk onderzoek door in een experimenteel laboratorium of klinische dienst van de Groep Biomedische Wetenschappen of van een andere Belgische of buitenlandse universiteit zelf deel te nemen aan het lopende wetenschappelijk onderzoek.
Begintermen
Je kunt dit opleidingsonderdeel enkel volgen als je het statuut van student-onderzoeker hebt. Alle informatie over het statuut student-onderzoeker is te vinden op https://med.kuleuven.be/nl/geneeskunde/student-onderzoeker.
Vereiste eigenschappen zijn:
· vermogen tot analyse, synthese en interpretatie,
· observatievermogen,
· communicatievaardig (mondeling, schriftelijk),
· wetenschappelijk vaardig.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Wetenschappelijk onderzoek - A (B-KUL-E07G7a)
Inhoud
Van de student-onderzoekers wordt verwacht dat zij in 1 academiejaar minimum 20 dagen werken in een experimenteel laboratorium of klinische dienst van de Groep Biomedische Wetenschappen, liefst aaneensluitend. Het onderzoek mag ook gebeuren in een andere Belgische universiteit en in het buitenland. Het grootste deel van het onderzoek gebeurt best tijdens de zomervakantie. Je verdient 3 studiepunten als je minstens 20 dagen onderzoek hebt gedaan.
Studiemateriaal
Artikels en literatuur.
Toelichting werkvorm
Je werkt een eigen project uit onder leiding van een ZAP-lid. Dit onderzoek gebeurt op de reële werkvloer van een experimenteel laboratorium of klinische dienst van de Groep Biomedische Wetenschappen. Indien je het onderzoek in een andere Belgische universiteit of in een buitenlandse universiteit wil doen, moet je eerst de goedkeuring van de coördinator verkrijgen. Op het einde van het project wordt een verslag gemaakt van max. 1 blz. lang.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Wetenschappelijk onderzoek - A (B-KUL-E27G7b)
Toelichting
Jouw functioneren als onderzoeker binnen een experimenteel laboratorium of klinische dienst wordt permanent geëvalueerd. Op het einde van de stage wordt er een beoordelingsformulier ingevuld door het ZAP-lid of de begeleider en ondertekend door het ZAP-lid/begeleider en door de student. De volgende items worden beoordeeld: vaardigheden, intellectuele mogelijkheden, leergierigheid en initiatief nemen, onafhankelijkheid, motivatie en inzet, communicatievaardigheden, interactie met de groep, dagelijks functioneren en een globale beoordeling. Vooral de inzet is belangrijk. Wetenschappelijke creativiteit en talent voor wetenschappelijk onderzoek zijn voor beginnende onderzoekers minder relevante criteria. Bij een finale score van 12/20 of minder wordt door de coördinator een verantwoording van de lage score opgevraagd bij het ZAP-lid. Bij onvoldoende motivatie kan de lage score door de coördinator aangepast worden.
Toelichting bij herkansen
Er is geen tweede examenkans.