Bachelor in de ingenieurswetenschappen (Leuven)

Bachelor of Science

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de bachelor in de ingenieurswetenschappen.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Doelstellingen voor het nieuwe programma (inschrijvingen vanaf 2019 - 2020)

1.  Competent in één of meerdere wetenschappelijke disciplines
De afgestudeerde:
·  heeft een basis aan vaardigheden in relevante fundamentele disciplines uit de Ingenieurswetenschappen verkregen, waaronder:
§  wiskunde
§  energie en materie
§  informatie

·  Is bedreven in de volgende domeinen (afhankelijk van welk programma hij/zij gevolgd heeft)

v  Biomedische technologie
De afgestudeerde
o  heeft de noodzakelijke basiskennis in celbiologie, anatomie en systeemfysiologie.
o  beschikt over de noodzakelijke technisch-wetenschappelijke basiskennis in mechanica, materiaalkunde, systeemtheorie, elektronische basisschakelingen, transportverschijnselen, statistiek en digitale signaalverwerking;
o  is interdisciplinair opgeleid en in staat deze sterke technologische kennis in verschillende ingenieursdisciplines te combineren met deze medische basiskennis en dit vervolgens toe te passen op de analyse en wiskundige modellering van fysiologische processen, weefselmechanica, biomedische signalen en beelden;
o  is medisch gericht en in staat technologische kennis en ingenieurscompetenties toe te passen binnen de gezondheidszorg;
o  is in staat als integrator tussen technologische en medische experten op te treden door de medische behoeften te begrijpen en te vertalen in technische vereisten.

v  Bouwkunde
De afgestudeerde is onderlegd in de analyse en het ontwerp van het structurele gedrag van eenvoudige bouwcomponenten en bouwconstructies in verschillende bouwmaterialen. De afgestudeerde heeft daarnaast een basiskennis van het stromingsgedrag van vloeistoffen en de krachten die zij uitoefenen, alsook het transport van warmte, vocht en lucht in gebouwen. De afgestudeerde kan deze principes bovendien toepassen voor de dimensionering van eenvoudige constructies.

v  Chemische Ingenieurstechnologie
De afgestudeerde:
o  Heeft de noodzakelijke kennis in de domeinen massa-, warmte-, impulsoverdracht en chemische thermodynamica om scheidingsprocessen te kunnen beschrijven, met inbegrip van de milieuaspecten;
o  Beschikt over algemene kennis over de mogelijke toepassingen van kunststoffenbouwkunde, waaronder hydraulica, bouwfysica en constructiematerialen (in het bijzonder beton en staal), krachtswerking in constructies en verkeerskunde.

v  Computerwetenschappen
De afgestudeerde is bedreven in de fundamentele principes van softwareontwikkeling, een vaardigheid die gebaseerd is op zowel computertechnologie als op meer toegepaste domeinen zoals computernetwerken, artificiële intelligentie, gegevensbanken en numerieke modellering.

v  Elektrotechniek
De afgestudeerde beschikt over een basiskennis elektrische en elektronische componenten, circuits en systemen. Hij/zij beschikt tevens over de competenties eenvoudige analoge en digitale systemen te ontwerpen en te analyseren, zoals die gebruikt worden in de domeinen energie, telecommunicatie, controle- en signaalprocessen.

v  Materiaalkunde
De afgestudeerde is in staat om de structuur van materialen te beschrijven en over te zetten in thermodynamische en kinetische wetten. Hij/zij begrijpt de processen die resulteren in zo'n structuur en de bijhorende fysische en mechanische eigenschappen. De afgestudeerde is in staat deze processen te hanteren om zo de beoogde eigenschappen te verkrijgen. De afgestudeerde vertoont ook inzicht in duurzaam gebruik van materialen.

v  Werktuigkunde
De afgestudeerde is bedreven in de fundamentele principes van analyse, modellering, conceptueel ontwerp en simulatie van de 3D-wereld en haar bewegingen (zowel in continue als discrete vorm). Het bovenstaande is toegespitst op de productie en omzetting van energie, de bouw en controle van machines en het ontwerpen en fabriceren van producten.
v  Architectuur en omgeving
De afgestudeerde beschikt, als aanvulling op de kennis opgedaan in het domein Bouwkunde, over basiskennis wat betreft architectuur (architectuurgeschiedenis, constructief ontwerp, bouweconomie) en omgeving (geologische, milieutechnische en ecologische aspecten van de gebouwde omgeving).

v  Bedrijfsbeheer
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke kennis en vaardigheden om op een gefundeerde wijze beleidskeuzes te maken in een industriële context, zoals het bepalen van het markt- en productaanbod, aanwerven van personeel, het opstellen van een productieplan, en het ontwerpen en beheren van alle componenten in een volledige logistieke keten.

2.  Bekwaam in onderzoek
De afgestudeerde:
·  is in staat om bestaande informatie op te zoeken en te verwerken (mits begeleiding).
·  is in staat om eenvoudige vakliteratuur en technische handleidingen te lezen (mogelijks in andere talen)
·  is voldoende bekwaam in de eerste stappen van het onderzoeksproces:
§  Verwerken en verzamelen van informatie;
§  Opmaken van eenvoudige wiskundige modellen;
§  Correct meten en experimenteren, rekening houdend met de veiligheidsvoorschriften;
§  Verwerken, analyseren en interpreteren van de resultaten.

3.  Bekwaam in ontwerpen
De afgestudeerde:
·  is in staat om open ontwerpproblemen te concretiseren onder begeleiding;
·  is in staat om bestaande informatie te integreren in een ontwerp;
·  is voldoende bekwaam in de verschillende stappen van het ontwerpproces, waaronder:
§  het maken van accurate technische tekeningen;
§  het gebruik van ICT-tools voor ingenieurs;
§  het toepassen van de aangeleerde ontwerpmethode;
§  het onderzoeken en vergelijken van alternatieven;
§  het afwegen van duurzaamheidsaspecten en het respecteren van tijdslimieten en financiële beperkingen.
·  is in staat om ontwerpbeslissingen te maken, te beargumenteren en te verdedigen tegenover de betrokken partijen.

4.   Wetenschappelijke benadering
De afgestudeerde:
·  kan zich een systematische en analytische benadering gebaseerd op theorieën en formuleringen van eenvoudige modellen eigen maken;
·  werkt nauwgezet, ijverig en zelfstandig;
·  toont een correcte attitude tegenover het gebruik van wetenschappelijke literatuur;
·  toont een wetenschappelijke en technische nieuwsgierigheid en heeft een aanleg om levenslang te leren;
·  houdt zich bezig met het oplossen van ingenieursproblemen.
·  is in staat om gelijksoortige problemen te herkennen en op te lossen door vorige concrete voorbeelden te abstraheren.

5.  Intellectuele basisvaardigheden
De afgestudeerde:
·  kan een argument opbouwen en keuzes motiveren binnen een afgelijnd praktisch kader;
·  kan gepaste vragen over technisch-wetenschappelijke problemen stellen;
·  neemt een kritische houding aan bij de raadpleging van informatiebronnen;
·  bezit numerieke basisvaardigheden, het besef van grootteorden, en respecteert wetenschappelijke en technische eenheden;
·  is in staat om kritisch het eigen leren te evalueren en aan te passen (onder begeleiding) waar nodig;
·  toont een kritische en technische attitude.

6.  Bekwaam in samenwerking en communicatie
De afgestudeerde:
·  is geoefend in verbale, schriftelijke en multimediale rapportering tegenover medestudenten, didactische teams en een breder publiek;
·  toont professioneel gedrag (betrouwbaarheid, toewijding en verantwoordelijkheid), kan presteren onder druk en respecteert deadlines, kent de veiligheidsvoorschriften;
·  kan functioneren binnen projecten: plannen, organiseren, pragmatisch zijn, compromissen sluiten, initiatief nemen en verantwoordelijkheid opnemen bij het aflijnen en bereiken van doelstellingen voor het team;
·  begrijpt de sociale dimensies van groepswerk
·  werkt zelfstandig.

7.  Rekening houden met de tijdsgebonden en sociale context
Binnen dit competentiegebied stelt de opleiding een aantal vormingsdoelen voorop die de studenten moeten behalen.

De afgestudeerde:
·  is geschikt om de gevolgen van ingenieursbeslissingen op milieu en duurzame ontwikkeling te duiden;
·  begrijpt de maatschappelijke positie van technologie;
·  begrijpt de bredere economische en bedrijfsmatige context.




Doelstellingen voor het uitdovende programma (geen inschrijvingen vanaf academiejaar 2019 - 2020)

1.   Competent in één of meerdere wetenschappelijke disciplines
De afgestudeerde:

- heeft een basis aan vaardigheden in relevante fundamentele disciplines uit de ingenieurswetenschappen verkregen, waaronder:
  o  wiskunde
  o  energie en materie
  o  informatie

- Is bedreven in de volgende domeinen (afhankelijk van welk programma hij/zij gevolgd heeft)
o  Bouwkunde - de afgestudeerde heeft een basiskennis van:
- stromingsgedrag van vloeistoffen;
- de statistische en dynamische krachten die uitgeoefend worden op vloeistoffen;
- beton, staal en andere bouwmaterialen;
- spanning, vervorming en ontwerp van constructies en constructiecomponenten, de onzekerheden bij het ontwerp en de implementatie van een ontwerp met bijhorende rekenmethodes;
- de verplaatsing van warmte, lucht en vocht in gebouwen, bouwonderdelen en bouwmaterialen;
- de analyse, het modelleren en evalueren van transportsystemen;
- ontwerp van wegenbouw, in het bijzonder de relatie tussen de functie van een weg en de omgevings- en terreinkenmerken.
o  Chemische Ingenieurstechnologie - de afgestudeerde:
- Heeft de noodzakelijke kennis in de domeinen massa-, warmte-, impulsoverdracht en chemische thermodynamica om scheidingsprocessen te kunnen beschrijven, met inbegrip van de milieuaspecten;
- Beschikt over algemene kennis over de mogelijke toepassingen van kunststoffenbouwkunde, waaronder hydraulica, bouwfysica en constructiematerialen (in het bijzonder beton en staal), krachtswerking in constructies en verkeerskunde.
o  Computerwetenschappen - de afgestudeerde is bedreven in de fundamentele principes van softwareontwikkeling, een vaardigheid die gebaseerd is op zowel computertechnologie als op meer toegepaste domeinen zoals computernetwerken, artificiële intelligentie, gegevensbanken en numerieke modellering.
o  Elektrotechniek - De afgestudeerde beschikt omtrent een basiskennis elektrische en elektronische componenten, circuits en systemen. Hij/zij beschikt tevens over de competenties eenvoudige analoge en digitale systemen te ontwerpen en te analyseren, zoals die gebruikt worden in de domeinen energie, telecommunicatie, controle- en signaalprocessen.
o  Geotechniek en mijnbouwkunde - de afgestudeerde beschikt over basisinzichten in:
- 2D- en 3D-spanningen en vervormingen in elastische en elastoplastische continua;
- grond- en rotsmechanica;
- mineralogie en geologie, toegepast op ingenieurswetenschappen;
- ecologische problemen en de technologie om deze problemen te voorkomen of te remediëren;
- modelgebaseerde analyses van dynamische systemen en signalen.
o  Materiaalkunde - de afgestudeerde is in staat om de structuur van materialen te beschrijven en over te zetten in thermodynamische en kinetische wetten. Hij/zij begrijpt de processen die resulteren in zo'n structuur en de bijhorende fysische en mechanische eigenschappen. De afgestudeerde is in staat deze processen te hanteren om zo de beoogde eigenschappen te verkrijgen. De afgestudeerde vertoont ook inzicht in duurzaam gebruik van materialen.
o  Werktuigkunde - de afgestudeerde is bedreven in de fundamentele principes van analyse, modellering, conceptueel ontwerp en simulatie van de 3D-wereld en haar bewegingen (zowel in continue als discrete vorm). Het bovenstaande is toegespitst op de productie en omzetting van energie, de bouw en controle van machines en het ontwerpen en fabriceren van producten.
o  Bedrijfsbeheer - de afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke kennis en vaardigheden om beleidskeuzes te maken in een industriële context, zoals het bepalen van het marktaanbod, het opstellen van een productieplan en het beheren van alle logistieke componenten.
o  Technologie van Levende Systemen - de afgestudeerde is in staat om fundamentele elementen uit de ingenieurswetenschappen (inclusief systeemtheorie) te combineren met een basiskennis in cel- en weefselbiologie om dit vervolgens toe te passen op de analyse en wiskundige modellering van (intra)cellulaire processen en weefselstructuren.

- herkent de aspecten van toepassingen van basiswetenschappen (wiskunde, fysica en chemie) op praktische ingenieursproblemen.

- is vertrouwd met belangrijke ICT-tools voor ingenieurs (bv: symbolische en numerieke rekenpakketten, CAD-software, tekstverwerkingspakketten en presentatiesoftware, etc.) en kan deze gebruiken bij specifieke taken.

2.  Bekwaam in onderzoek
De afgestudeerde:
- is in staat om bestaande informatie op te zoeken en te verwerken (mits begeleiding).
- is in staat om eenvoudige vakliteratuur en technische handleidingen te lezen (mogelijks in andere talen)
- is voldoende bekwaam in de eerste stappen van het onderzoeksproces:
o  Verwerken en verzamelen van informatie;
o  Opmaken van eenvoudige wiskundige modellen;
o  Correct meten en experimenteren, rekening houdend met de veiligheidsvoorschriften;
o  Verwerken, analyseren en interpreteren van de resultaten.

3.  Bekwaam in ontwerpen
De afgestudeerde:
- is in staat om open ontwerpproblemen te concretiseren onder begeleiding;
- is in staat om bestaande informatie te integreren in een ontwerp;
- is voldoende bekwaam in de verschillende stappen van het ontwerpproces, waaronder:
o  het maken van accurate technische tekeningen;
o  het gebruik van ICT-tools voor ingenieurs;
o  het toepassen van de aangeleerde ontwerpmethode;
o  het onderzoeken en vergelijken van alternatieven;
o  het afwegen van duurzaamheidsaspecten en het respecteren van tijdslimieten en financiële beperkingen.
- is in staat om ontwerpbeslissingen te maken, te beargumenteren en te verdedigen tegenover de betrokken partijen.

4.  Wetenschappelijke benadering
De afgestudeerde:
- kan zich een systematische en analytische benadering gebaseerd op theorieën en formuleringen van eenvoudige modellen eigen maken;
- werkt nauwgezet, ijverig en zelfstandig;
- toont een correcte attitude tegenover het gebruik van wetenschappelijke literatuur;
- toont een wetenschappelijke en technische nieuwsgierigheid en heeft een aanleg om levenslang te leren;
- houdt zich bezig met het oplossen van ingenieursproblemen.
- is in staat om gelijksoortige problemen te herkennen en op te lossen door vorige concrete voorbeelden te abstraheren.

5.  Intellectuele basisvaardigheden
De afgestudeerde:
- kan een argument opbouwen en keuzes motiveren binnen een afgelijnd praktisch kader;
- kan gepaste vragen over technisch-wetenschappelijke problemen stellen;
- neemt een kritische houding aan bij de raadpleging van informatiebronnen;
- bezit numerieke basisvaardigheden, het besef van grootteorden, en respecteert wetenschappelijke en technische eenheden;
- is in staat om kritisch het eigen leren te evalueren en aan te passen (onder begeleiding) waar nodig;
- toont een kritische en technische attitude.

6.  Bekwaam in samenwerking en communicatie
De afgestudeerde:
- is geoefend in verbale, schriftelijke en multimediale rapportering tegenover medestudenten, didactische teams en een breder publiek;
- toont professioneel gedrag (betrouwbaarheid, toewijding en verantwoordelijkheid), kan presteren onder druk en respecteert deadlines, kent de veiligheidsvoorschriften;
- kan functioneren binnen projecten: plannen, organiseren, pragmatisch zijn, compromissen sluiten, initiatief nemen en verantwoordelijkheid opnemen bij het aflijnen en bereiken van doelstellingen voor het team;
- begrijpt de sociale dimensies van groepswerk
- werkt zelfstandig.

7.  Rekening houden met de tijdsgebonden en sociale context
De afgestudeerde:
- is geschikt om de gevolgen van ingenieursbeslissingen op milieu en duurzame ontwikkeling te duiden;
- begrijpt de maatschappelijke positie van technologie;
- begrijpt de bredere economische en bedrijfsmatige context.

De afgestudeerde bachelor:

  • Begrijpt de positie die technologie en wetenschap in de samenleving innemen.
  • Is in staat een kritische houding aan te nemen en de gepaste vragen te formuleren omtrent technisch-wetenschappelijke problemen.
  • Kan samenwerken in team en begrijpt het belang van een goede planning, rapportering en professioneel gedrag om de doelstellingen van een team te bereiken.
  • Kan de gevolgen van ingenieursbeslissingen en de impact op de maatschappij duiden.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_BA_Ingenieurswetenschappen.pdf
Bestand PDF document Blueprint_BA_Engineering Science.pdf

COBRA 2019-2023
Bestand PDF document COBRA-fiche_BA_ingenieurswetenschappen_2022-2023.docx
Bestand PDF document COBRA-fiche_BA_ingenieurswetenschappen_2022-2023.pdf

COBRA 2015-2019
Bestand PDF document COBRA-fiche_BA_Ingenieurswetenschappen.pdf
Bestand PDF document COBRA-report_BA_Engineering Science.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?
Rechtstreeks:
Na toelating:
Toelating mits het volgen van een voorbereidings- of schakelprogramma of een verkorte bachelor: