Microcredential academie christelijke theologie (Leuven)

CQ Microcredential academie christelijke theologie (Leuven)

Toelatingsvoorwaarden

Microcredential academie christelijke theologie (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_57917040.htm#activetab=voorwaarden

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Microcredential academie christelijke theologie (Leuven)

programma

De student neemt minimaal 20 studiepunten op.

printECTS33.xsl

ECTS Inleiding Oude en Nieuwe Testament (B-KUL-A00A0B)

5 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Lemmelijn Bénédicte |  Beeckman Bryan (plaatsvervanger) |  N. |  Noel Filip (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Doelstellingen gedeelte 'Oude Testament'

  • De student maakt, door begeleide lezing -  individueel en in groep - van belangrijke onderdelen uit het Oude en Nieuwe Testament, kennis met de Bijbel in zijn tweeledige vorm.
  • De student kan de wetenschappelijke bestudering van de Bijbel voorstellen, met bijzondere aandacht voor de literaire, historische, theologische en hermeneutische aspecten die daarbij aan de orde zijn.
  • De student leert de basisstrategieën voor een kritische lectuur van Bijbelteksten kennen.
  • De student kan de relevantie en het belang van de Bijbelkritiek voor de godsdienstwetenschappelijke reflectie in het algemeen en de theologie in het bijzonder aantonen.
  • De student leert de werkinstrumenten en hulpmiddelen voor de studie van bijbelteksten kennen.

Doelstellingen gedeelte 'Nieuwe Testament'

  • Na begeleide lezing, zowel individueel en in groep, van belangrijke teksten van het Nieuwe Testament, kan de student uitleg bieden over de oorsprong van de teksten en de plaats ervan in de canon van het Nieuwe Testament (Evangeliën, Handelingen, Brieven en Openbaring).
  • De student kan de wetenschappelijke bestudering van de Bijbel beschrijven en toelichting geven over de literaire, historische, theologische en hermeneutische aspecten die daarbij aan de orde zijn.
  • De student heeft zich enkele basisstrategieën eigengemaakt voor een juiste lectuur van Bijbelteksten en kan belangrijke aandachtspunten daaromtrent opnoemen.
  • De student kan de relevantie en het belang van de Bijbelkritiek beargumenteren voor de godsdienstwetenschappelijke reflectie in het algemeen en de theologie in het bijzonder.
  • De student kan op inleidend niveau overweg met werkinstrumenten en hulpmiddelen voor de studie van Bijbelteksten.

Begintermen

  • Vertrouwd zijn met het lezen van literaire en historische teksten.
  • Vertrouwd zijn met basisbegrippen van religiestudie.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding Oude en Nieuwe Testament_Oude Testament (B-KUL-A00A2a)

2.5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Lemmelijn Bénédicte |  Beeckman Bryan (plaatsvervanger)

Inhoud

Gedeelte Oude Testament

  • Het  Oude Testament als fysische tekst: canonieke en niet-canonieke boeken; Hebreeuwse en niet-Hebreeuwse teksten/manuscripten; Bijbelse talen (Hebreeuws, Aramees, Grieks)
  • De wereld van het Oude Testament (land en geschiedenis)
  • Het Oude Testament als gegroeid geschrift.
  • De interpretatie van de boeken van het Oude Testament toegelicht aan de hand van enige relevante perikopen.

Studiemateriaal

Voor de tekst van de Bijbel wordt gebruik gemaakt van de twee meest gangbare recente Nederlandse vertalingen, meer bepaald de herziene Willibrordvertaling (1995) en de Nieuwe Bijbelvertaling (2004; Studiebijbel met aantekeningen en inleidingen, 2008).

Voor het gedeelte Oude Testament geldt als handboek:

- H. AUSLOOS, Oud maar niet verouderd: een inleiding tot de studie van het Oude Testament, Leuven – Voorburg: Acco, 2de druk 2010 of 3de druk 2014.

Als ondersteunende literatuur bij het gedeelte Oude Testament kan verder gebruik gemaakt worden van verschillende inleidende werken over de wetenschappelijke studie van het Oude Testament, zoals:
- H. JAGERSMA – M. VERVENNE (red.), Inleiding in het Oude Testament, Kampen: Kok, 1992;
- J.J. COLLINS, Introduction to the Hebrew Bible, Minneapolis, MN: Augsburg Fortress, 2004;
- S.L. MCKENZIE – J. KALTNER, The Old Testament: Its Background, Growth, & Content, Nashville, TN: Abingdon, 2007;
- E. ZENGER (red.), Einleitung in das Alte Testament, Stuttgart: Kohlhammer, 7de verbeterde druk 2008;
- J.C. GERTZ – A. BERLEJUNG – K. SCHMID – M. WITTE, Grundinformationen Altes Testament, Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 3de verbeterde druk 2008 (vertaald als T&T Clark Handbook of the Old Testament, New York – London, T&T Clark, 2012);
- T. RÖMER – J.-D. MACCHI – C. NIHAN (ed.), Introduction à l’Ancien Testament, Genève: Labor et Fides, 2009;
- D.M. CARR, An Introduction to the Old Testament, West Sussex – Oxford – Malden, MA: Wiley Blackwell, 2010.

Toelichting werkvorm

De studenten wonen de hoorcolleges bij en nemen notities, op basis waarvan ze het examen voorbereiden in combinatie met het handboek. Ze worden aangemoedigd om tijdens de colleges kritische vragen te formuleren en aldus de reflectie van hun medestudenten te stimuleren.

Inleiding Oude en Nieuwe Testament_Nieuwe Testament (B-KUL-A00A3a)

2.5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
N. |  Noel Filip (plaatsvervanger)

Inhoud

  • De tekst van de nieuwtestamentische geschriften, zijn geschiedenis en de ontwikkeling van de tekstkritiek.
  • Het ontstaan van de tradities en de geschriften die als "Nieuwe Testament" canonieke betekenis zullen krijgen.
  • Het onderzoek naar de historische Jezus.
  • De interpretatie van het Nieuwe Testament en de ontwikkeling van de exegese toegelicht aan de hand van enige relevante perikopen.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt beschikbaar gemaakt via Toledo. Tijdens ieder college staan een tekst over de studie van het Nieuwe Testament en een passage uit het Nieuwe Testament of de vroegchristelijke literatuur centraal.

Voor de tekst van de Bijbel wordt gebruikgemaakt van de twee meest gangbare recente Nederlandse vertalingen, meer bepaald de herziene Willibrordvertaling (1995) en de NBV21 (de Nieuwe Bijbelvertaling in de herziene vertaling van 2021).

 

Toelichting werkvorm

Discussie

  • Een deel van het college wordt in hoofdzaak ex cathedra gegeven met ruimte voor discussie.
  • Het andere gedeelte van het college bestaat uit het bespreken van de leesopdrachten, het testen van de vooruitgang in de zelfstudie , een bezoek aan de bibliotheek, en kennismaking met de werkinstrumenten en IT-faciliteiten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding Oude en Nieuwe Testament (B-KUL-A20A0b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting bij herkansen

Dezelfde modaliteit als de eerste examenkans.

ECTS Systematische theologie: christologie en triniteit (B-KUL-A00A9B)

4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel beoogt vier doelstellingen:

  • Kennismaken met de grote denkrichtingen in de ontwikkeling van het christologisch denken.
  • Inzicht verwerven in de hermeneutische achtergronden van het christologisch denken.
  • Inzicht verwerven in de hedendaagse uitdagingen aan het adres van de christologie.
  • Inzicht verwerven in de ontwikkeling van de triniteitstheologie in relatie tot de christologie.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel is een beginnerscursus in een centraal deel van de christelijke theologie. Van de studenten wordt enkel verwacht dat zij een inleiding hebben genoten in de theologische methode.

Onderwijsleeractiviteiten

Systematische theologie: christologie en triniteit (B-KUL-A00A9a)

4 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De syllabus voor zelfstudiestudenten wijkt af van die voor de reguliere studenten. Voor zelfstudiestudenten gelden de richtlijnen zoals die in het zelfstudiepakket op Toledo beschreven staan.

Er wordt aandacht besteed aan de hermeneutiek die aanwezig zit in het ontstaan en de opbouw van de christologie. Een analyse van de vraag naar de ‘Jezus van de geschiedenis’ moet de studenten een aantal inzichten bieden dat cruciaal is voor een adequate christologische reflectie.

Een wordt aandacht besteed aan de onlosmakelijke band tussen een narratieve  christologie en een speculatieve christologie. Op die manier worden de studenten bewust gemaakt van het feit dat de christologie leeft bij gratie van een constante evenwichtsoefening tussen een denken van onderuit en een denken van bovenaf, tussen een continuïteitsdenken en een discontinuïteitsdenken, tussen geschiedenis en waarheid, tussen tijd en zijn, tussen mens en God.

Bijzondere aandacht gaat uit naar het kruis- en verrijzenisgebeuren als feitelijke en epistemologische wieg van de christologie.

De studenten verwerven inzicht in de historische ontwikkeling en huidige relevantie van de grote christologische dogma’s.

De studenten wordt inzicht geboden over de hedendaagse uitdagingen aan het adres van de christologie – meer bepaald de vraag naar de ‘aanstoot van de particulariteit’ binnen de context van het hedendaagse pluralisme.

De studenten verwerven ook inzicht in de grote denklijnen van de triniteitsleer, met aandacht voor de band met de christologie, alsook voor diverse interpretaties van het axioma van de identiteit tussen de economische en immanente Triniteit.

Studiemateriaal

  • Cursusnota’s 2018-2019.
  • Tekst uit B. Sesboüé, Ik geloof.
  • Tekst uit A. McGrath, Christian Theology.
  • International Theological Commission, Select Questions on Christology (1979).
  • International Theological Commission, Theology, Christology, Anthropology (1981).
  • International Theological Commission, The Consciousness of Christ Concerning Himself and His Mission (1985).

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges met mogelijkheid tot het stellen van vragen en discussie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Systematische theologie: christologie en triniteit (B-KUL-A20A9b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen is mondeling met schriftelijke voorbereiding.

-Schriftelijke voorbereiding: deze dient als  een instrument voor de student zelf. Aan het einde van het examen ontvangt de examinator deze voorbereiding om indien nodig de quotering op basis daarvan bij te stellen.

-Twee examenvragen: elke student krijgt twee examenvragen. De vragen zijn zowel theorievragen als analysevragen, inzichtsvragen, synthesevragen en integratievragen.

Eventuele bijvragen dienen om het gegeven antwoord door de student te laten verduidelijken of om ontbrekende antwoorden op te roepen – om zo de nauwkeurigheid en volledigheid van het antwoord op elk van de hoofdvragen te bevorderen.

-Puntenverdeling: beide examenvragen worden elk voor 50 procent van het eindresultaat verrekend: het relatieve gewicht van een mogelijke bijvraag beoogt dat het absolute gewicht van de betreffende hoofdvraag beter haalbaar wordt.

-Aandachtspunten bij beoordeling: opbouw en presentatie van het antwoord; reproductie van informatie in combinatie met kritische reflectie; vermogen tot analyse in combinatie met vermogen tot synthese; nauwkeurigheid in combinatie met volledigheid.

 

ECTS Systematische theologie: schepping, kerk en heilsgeschiedenis (B-KUL-A01A0B)

4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • Inzicht verwerven in belangrijke evoluties in de leer van de Katholieke Kerk over aspecten van de godsleer en de ecclesiologie en de belangrijke bronteksten op dit terrein zelf leren lezen en begrijpen.
  • De visies van gerenommeerde theologen uit diverse christelijke tradities over deze thema’s kunnen onderscheiden en met elkaar vergelijken.
  • Kennismaken met resultaten van de oecumenische dialoog over thema’s uit de godsleer en de ecclesiologie.

 

Begintermen

Dit OPO veronderstelt een initiële vertrouwdheid met het begrippenkader van de systematische theologie, zoals bv. verstrekt in 'Inleiding in het christendom en de christelijke theologie' en 'Fundamentele theologie: geloof en openbaring'.

Onderwijsleeractiviteiten

Systematische theologie: schepping, kerk en heilsgeschiedenis (B-KUL-A01A0a)

4 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De cursus bestaat uit 10 hoofdstukken. Nadat is betoogd dat het joods-christelijke godsbeeld God voorstelt als een scheppende, verlossende en voltooiende God wordt zelfstandig ingegaan op de belangrijkste vraagstukken uit scheppingstheologie, verlossingsleer, eschatologie en ecclesiologie.
 

  •  De Bijbel over Gods scheppend, verlossend en voltooiend handelen
  • De belangrijkste leerambtelijke uitspraken over Schepping
  • De relatie tussen scheppingsgeloof en wetenschap: enkele modellen om de relatie tussen religie en wetenschap te denken
  • Scheppingsgeloof en ecologie
  • God en het lijden
  • Het spreken over genade en zonde gisteren en vandaag
  • Een verkenning op het terrein van de eschatologie
  • Reflecties over kerk vanuit de Bijbel
  • Reflecties over de kerk vanuit Lumen Gentium
  • Naar een oecumenische kerkvisie

Studiemateriaal

De studenten ontvangen een cursustekst en verwijzingen naar belangrijke bronteksten via TOLEDO. Het wordt aanbevolen om 'Vaticanum II. Conciliedocumenten: Latijnse tekst en nieuwe Nederlandse vertaling' (uitgeverij Halewijn; 750 p.; 47.50 EUR) aan te schaffen.

Toelichting onderwijstaal

Omdat dit OPO een inleiding in specifieke thema's uit de systematische theologie betreft, wordt het integrale studiemateriaal in het Nederlands aangeboden.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege - Literatuurstudie

De studenten worden verwacht ter aanvulling van de cursus enkele keren een belangrijke brontekst individueel te lezen. Dit gebeurt best voor het desbetreffende college.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Systematische theologie: schepping, kerk en heilsgeschiedenis (B-KUL-A21A0b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk, Geen

Toelichting

Drie vragen (één hoofdvraag op 6/20 en twee kleinere vragen, telkens 4/20) slaan op de hoofdstukken over Gods scheppend, verlossend en voltooiend handelen; de laatste vraag (in 2 subvragen van 2 x 3/20) betreft de hoofdstukken over ecclesiologie. De studenten krijgen een voorbereidingstijd van 30’ voorafgaand aan het opgegeven examenmoment.

Het is toegelaten een onbewerkt exemplaar van de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie bij zich te hebben.

ECTS Religie, geloof en ethiek (B-KUL-A01A1B)

5 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
N. |  De Maeseneer Yves (plaatsvervanger)

Doelstellingen

  • De fundamentele principes en concepten van de (christelijk-)theologische ethiek kennen en toepassen. 
  • De voornaamste methodologische kwesties in de theologische ethiek begrijpen en illustreren.   
  • Ethische bronteksten uit de christelijke traditie begrijpen en interpreteren. 
  • Inzichten over de relatie tussen christendom en ethiek analoog toepassen op de ethiek van andere wereldgodsdiensten.
  • De verworven inzichten inzake theologische ethiek verwoorden met het oog op een mature dialoog met de levensbeschouwelijk plurale en sterk geseculariseerde samenleving.

Begintermen

Geen specifieke theologische of ethische voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Religie, geloof en ethiek (B-KUL-A01A1a)

4 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester
N. |  De Maeseneer Yves (plaatsvervanger)

Inhoud

De cursus biedt een inleiding in de theologische ethiek. Deze wordt voornamelijk ontwikkeld vanuit de christelijke traditie, maar met verwijzing naar de ethiek van andere wereldgodsdiensten (in het bijzonder jodendom, islam en boedhisme). Volgende thema's komen aan bod:

1. Wat is ethiek en welke zijn de bronnen van de theologische ethiek?

2. God en mens, goed en kwaad

3. Op zoek naar een maatstaf: natuurwet en personalisme

4. Fontes moralitatis

5. Geweten, autonomie en autoriteit

6. De Bergrede: Deugdethiek en morele verbeelding

7. Oordeel en vergeving

Studiemateriaal

Studiekost: 1-10 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Alle benodigde materiaal is verkrijgbaar via Toledo. 

Toelichting werkvorm

Tijdens de hoorcolleges is er ook ruimte voor discussie. Af en toe wordt er in het kader van de voorbereiding van dergelijke interactiemomenten gevraagd om de actualiteit te volgen of een tekstfragment  te lezen.

Religie, geloof en ethiek werkcollege (B-KUL-A01A2a)

1 studiepunten : Opdracht 13 Tweede semesterTweede semester
N. |  De Maeseneer Yves (plaatsvervanger)

Inhoud

In dit werkcollege worden de bouwstenen die in de hoorcolleges worden aangereikt verder verwerkt en uitgediept. Naast het lezen van bronteksten wordt via een online zelfstudiemodule rond een concreet thema gewerkt.  

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt via Toledo aangeboden.

Toelichting werkvorm

De studenten krijgen korte opdrachten die ze individueel voorbereiden en rapporteren vervolgens op Toledo. Tevens nemen ze ook deel aan een online-zelfstudiemodule, waarbij ze met studenten van andere faculteiten in discussie gaan over een actueel thema.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religie, geloof en ethiek (B-KUL-A21A1b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen telt voor 85% van het totale aantal punten voor dit vak; de permanente evaluatie in het kader van het werkcollege telt mee voor 15 % van het totale aantal punten. 

Evaluatiecriteria bij de beoordeling van het examen zijn de mate waarin de student een gestructureerd antwoord geeft waarin hij/zij blijk geeft van volledigheid, nauwkeurigheid, synthesekracht en analysevermogen en zichtbaar kan aantonen dat hij/zij de literatuur en de collegestof correct kan interpreteren.  

De permanente evaluatie betreft een beperkt aantal korte oefeningen/commentaren alsook de attestatie rond de online-module, die tijdig op Toledo gepost moeten worden. De verzamelde Toledo-bijdragen worden beschouwd als portfolio van dit vak.

Toelichting bij herkansen

De punten voor de portfolio blijven behouden.

ECTS Christelijke politieke en sociale ethiek (B-KUL-A01A3B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Studenten bouwen basiskennis en -inzichten op over de bronnen van de christelijke sociale ethiek (met name de Bijbel, Augustinus en Thomas van Aquino), met een focus op hun visie op rechtvaardigheid en de relatie tussen mensbeeld en rol van de politiek, alsook de plaats van religie in het publieke domein. 

Studenten hebben een grondig verstaan van de ontstaansgeschiedenis, evolutie en principes van de katholieke sociale leer.  

Studenten kunnen recente officiële documenten uit de inspiratie van de katholieke sociale leer lezen en  interpreteren, in het licht van hun historische ontstaanscontext. Ze krijgen een inzicht in hoe deze documenten een bijdrage zijn aan bredere maatschappelijke vraagstukken zoals plaats van religie en samenleving, populisme, ecologie, ongelijkheid en armoede. 

Studenten krijgen inzicht in hoe de christelijke sociale ethiek vele lagen omvat (officiële documenten, organisaties, theologen, ...) en hoe deze ethiek meer een proces dan een vastafgebakende traditie is. 

 

Begintermen

Algemene begintermen van de opleiding.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Christelijke politieke en sociale ethiek (B-KUL-A01A3a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Na een inleiding over de plaats van de sociale ethiek binnen de christelijke theologie, behandelt een eerste gedeelte enkele bronteksten om de christelijke ethiek vorm te geven en te verstaan. Concreet zullen de Bijbel en elementen uit het denken van Augustinus en Thomas van Aquino aan bod komen.

Een tweede gedeelte is gewijd aan de christelijke sociale ethiek zoals die zich in de traditie van de sociale leer van de kerk ontvouwd en ontwikkeld heeft. Door de bril van de vraag naar de verhouding tussen liefde en rechtvaardigheid, zullen sleutelteksten van deze leer vanaf haar ontstaan met Leo XIII tot en met het pontificaat van de huidige paus besproken worden. Op die manier worden de methode en de inhoud van de officiële sociale leer van de Katholieke Kerk inzichtelijk gemaakt.

Daarnaast komen ook nog enkele actuele maatschappelijke thema's aan bod, zoals de plaats van religie in het publieke debat, de opkomst van nationalisme en populisme en de rol van religie daarin, ecologie, armoede en ongelijkheid. 

Studiemateriaal

Studiekost: 1-10 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Boek: Ellen Van Stichel, Uit liefde voor rechtvaardigheid (Kapellen: Pelckmans, 2016) – te verkrijgen via de docent voor 5 euro.

Tevens wordt een ‘reader’ via de cursusdienst van Katechetica ter beschikking gesteld. Powerpointpresentaties worden ook via Toledo aangeboden.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege - Individuele opdracht

Hoorcolleges met mogelijkheid tot discussie, dialoog en kritische opmerkingen, in combinatie met inidividuele opdracht voor een paper rond lezing van een encycliek. (Toelichting volgt op Toledo.)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Christelijke politieke en sociale ethiek (B-KUL-A21A3b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen bestaat uit twee delen.

Voor het eerste deel van het examen kunnen de studenten kiezen: 

- ofwel dienen de studenten een paper te schrijven (tijdens het semester). Meer specifieke invulling van deze opdracht zal aan het begin van de colleges gegeven worden. Deze paper zal geëvalueerd worden met een pass/fail systeem. Bij een 'pass' hebben studenten 10% van de totale punten verdiend.

- ofwel nemen ze deel  aan een interfacultair voortraject (reflectieproces) georganiseerd in het kader van het Start4Change-project, rond duurzaamheid en christelijk sociaal denken (dat resulteert in engagement voor een studiereis naar Italië in lesvrije week). Voor het schrijven van een reflectiepaper van 2p. over de twee bijeenkomsten geldt een pass/fail-systeem – met inachtneming van deadlines. Met een 'pass' heeft de student reeds 10% (2 punten) van het eindresultaat behaald. Meer info over dit project volgt in de les en op Toledo.

 

Het tweede deel van het examen vindt plaats tijdens de examenperiode. Het betreft een mondeling examen over de leerstof, met schriftelijke voorbereiding. De schriftelijke voorbereiding dient enkel ter ondersteuning van de student.

Elke student krijgt 2 hoofdvragen, die betrekking hebben op de leerstof en zijn zowel kennis- als inzichtsvragen.

De eindbeoordeling op 20 is echter geen loutere optelling van elk deelpunt op de examenvragen, maar een weging van het geheel van het examen. Ook eventuele bijkomende vragen kunnen met andere woorden een invloed hebben op de weging van de eindbeoordeling. Zulke bijvragen worden door de docent gesteld omwille van twee redenen: enerzijds om verduidelijking bij een gegeven antwoord, en anderzijds om verder te peilen naar de diepgang van de verworven inzichten.

 

ECTS Christelijke seksualiteits-, huwelijks- en gezinsethiek (B-KUL-A01A4D)

4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Doelstellingen

In dit opleidingsonderdeel worden studenten geïntroduceerd in een theologisch-ethische visie op seksualiteit, seksuele relaties, partnerschap, huwelijk en gezinsleven.  

Aan het einde van het OPO zijn de studenten in staat om

  • hedendaagse belevingswijzen op relationeel en seksueel vlak op basis van recent sociologisch en psychologisch onderzoek te beschrijven en toe te lichten;
  • antropologisch-filosofische kernconcepten zoals lichamelijkheid, seksueel verschil, seksuele begeerte, gender, ouderschap enz. te verklaren;
  • de positie van het kerkelijke leerambt t.a.v. centrale vraagstukken rond seksualiteit, huwelijk en gezin weer te geven en de onderliggende argumentatielijnen te schetsen en op een kritische manier te analyseren;
  • (voor het onderwerp relevante Bijbelse teksten op een hermeneutisch-kritische manier te lezen en te vertalen naar hedendaagse vraagstellingen;)
  • hoofdstromingen en centrale argumentatielijnen in recente theologisch-ethische benaderingen van seksualiteit, huwelijk en gezin te benoemen en te analyseren;
  • een theologisch-ethisch denkkader te hanteren van waaruit relationeel-seksuele belevingswijzen kunnen geplaatst en geëvalueerd worden;
  • zelfstandig perspectieven te ontwikkelen voor een adequate ethische en pastorale benadering van partnerschaps- en gezinsrelaties.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze over algemene studievaardigheden bezitten.

Tevens wordt verwacht dat de studenten teksten in het Nederlands en het Engels vlot kunnen lezen en begrijpen. Ook enige kennis van het Frans is wenselijk.  

Onderwijsleeractiviteiten

Christelijke seksualiteits-, huwelijks- en gezinsethiek (B-KUL-A01A4a)

4 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Eerst reiken we een theologisch-ethisch denkkader aan voor een hedendaagse, humane en christelijk geïnspireerde seksualiteits-, huwelijks- en gezinsethiek. We gaan in op basisbegrippen en methodes van de theologische ethiek.

Daarna toetsen we op welke manier dat theologisch-ethisch denkmodel in concrete situaties als basis en richtsnoer kan dienen voor een christelijk geïnspireerde visie op diverse hedendaagse belevingswijzen van seksualiteit en partner- en gezinsrelaties, zoals bijvoorbeeld gezinsvorming, seksualiteit bij tieners, genderdiverse liefdesrelaties, ouderschap en geboorteregeling.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit powerpoints en teksten die op Toledo geplaatst worden.

Daarnaast worden drie boeken aangeraden (niet verplicht) als extra studiemateriaal: 

1.Ilse Cornu, Tussen de lakens. Seksuele ethiek in dynamisch en kwalitatief perspectief, Garant, Antwerpen, 2020. Zie ook de versie van 2013.

2.Roger Burggraeve, An Ethics of mercy. On the way to meaningful living and loving, Uitgeverij Peeters, Leuven, 2016.

3.Bishop Johan Bonny, Roger Burggraeve, Ilse Van Halst, Mag ik? Dank je. Sorry. Vrijmoedige dialoog over relaties, huwelijk en gezin, Antwerpen, 2016.

Toelichting werkvorm

In de hoorcolleges worden (o.a. met behulp van Powerpoint presentaties en in interactie met de studenten) het theologisch-ethisch denkkader uiteengezet en de relevante theologisch-antropologische kernconcepten toegelicht en toegepast op specifieke vormen van seksualiteitsbeleving, partnerschap en gezinsleven.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Christelijke seksualiteits-, huwelijks- en gezinsethiek (B-KUL-A21A4d)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De eindevaluatie van de cursus gebeurt op basis van een mondeling examen.

Tijdens het mondeling examen moet de student twee open vragen beantwoorden.

Elke student krijgt ongeveer 15 minuten tijd om zich aan de hand van de vragen schriftelijk voor te bereiden op het mondeling examen. De schriftelijke notities blijven bij de examinator en worden enkel in overweging genomen bij betwisting van het examenresultaat.

Alle vragen zijn zo opgesteld dat daarbij  kennisreproductie, -verwerking en -toepassing aan bod komen.

Studenten mogen zich verwachten aan bijvragen indien het gegeven antwoord om verduidelijking of verdieping vraagt.

De vragen peilen naar de competentie van de student om o.a.:
- empirisch en menswetenschappelijk onderzoek, kerkelijke leerstellingen, theologische posities enz. te memoriseren en te extrapoleren;
- antropologische en theologische sleutelconcepten, leerambtelijke documenten, Bijbelse bronteksten en hedendaagse theologisch-ethische literatuur te analyseren en kritisch te beoordelen;
- een theologisch-ethisch denkkader op hedendaagse seksueel-relationele belevingswijzen toe te passen en te concretiseren.

Studenten wordt geëvalueerd op basis van hun vermogen om de relevante leerstof te extrapoleren, op een gestructureerde manier weer te geven, te analyseren en een theologisch-ethisch redenering toe te passen.

    ECTS Religieuze initiatie, vorming en communicatie (B-KUL-A02A0D)

    5 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
    Pollefeyt Didier |  Mettepenningen Jürgen (plaatsvervanger)

    Doelstellingen

    • Vanuit de studiemotivatie, de concrete ervaringen en de opleiding, de persoonlijke betrokkenheid op religieuze initiatie, vorming en communicatie onderbouwen.
    • Religieuze initiatie, vorming en communicatie situeren in haar contextuele bepaaldheid, zowel vanuit historisch standpunt als naar de hedendaagse situatie toe; de mogelijkheden en moeilijkheden ervoor in de huidige context onderkennen en constructief beantwoorden.
    • De praktijk van geloofscommunicatie vandaag in haar diversiteit beschrijven en duiden/evalueren.
    • De geëigende plaatsen voor geloofsopvoeding verkennen en in het licht hiervan het onderscheid tussen kerkelijke catechese en het vak rooms-katholieke godsdienst op school verduidelijken en verantwoorden.
    • Verkennen van concrete mogelijkheden en moeilijkheden van verschillende vormen van geloofsinitiatie in gezin, parochie, op school en de ruimere samenleving.
    • De plaats en de relevantie leren kennen zowel van de catechetiek binnen de pastoraal als theologische discipline als van de catechese binnen het concreet pastoraal handelen.
    • Rond centrale thema’s (schepping, alteriteit, eschatologie) leren wat hermeneutische geloofscommunicatie betekent en impliceert.
    • Mogelijkheden verkennen van bijbelse catechese en bijbeldidactiek.

    Begintermen

    Dit opleidingsonderdeel vergt geen specifieke voorkennis. Wat betreft de motivatie wordt van studenten verwacht dat zij bereid zijn, in confrontatie met nieuwe vragen en uitdagingen, kritisch na te denken over hun eigen visie en vooronderstellingen over geloofscommunicatie en dat zij ook bereid zijn hierover in gesprek te treden met hun medestudenten.

    Onderwijsleeractiviteiten

    Religieuze initiatie, vorming en communicatie (B-KUL-A02A0a)

    4 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester
    Pollefeyt Didier |  Mettepenningen Jürgen (plaatsvervanger)

    Inhoud

    Het opleidingsonderdeel bestaat enerzijds uit wekelijkse hoorcolleges die meer gericht zijn op een inleiding in de historische, systematische en godsdienstpedagogische aspecten van religieuze initiatie, vorming en communicatie en anderzijds uit een aantal werkcolleges waarin studenten kennis maken met de praktische aspecten van geloofscommunicatie, in het bijzonder aan de hand van de Bijbel. Er is een reader beschikbaar die samen met de collegenota’s de examenstof vormt.

    Hoorcolleges
    (prof. dr. J.  Mettepenningen) (4 studiepunten):

    Hoofdstukken:

    HF 1: Catechetiek: situering binnen de (pastoraal)theologie en definities

    HF 2: Geschiedenis van de catechese en de catechetiek

    HF 3: Intergenerationele catechese: kracht en crisis

    HF 4: Wende naar de volwassenencatechese: mogelijkheden en grenzen

    HF 5: Werkinstrumenten: de Catechismus en het directorium

    HF 6: Naar een nieuw model voor catechese vandaag

    HF7: Toepassing van geloofscommunicatie vandaag

    • 7.1. Over het begin van het leven
    • 7.2. Over de dynamiek van het leven
    • 7.3. Over het einde van het leven
    • 7.4. Over synodaliteit

     

     

    Data hoorcolleges:

    Maandag 10 februari 2025

    Woensdag 12 februari 2025

    Maandag 17 februari 2025

    Woensdag 19 februari 2025

    Maandag 24 februari 2025

    Woensdag 26 februari 2025

    Maandag 3 maart 2025

    Woensdag 5 maart 2025

    Maandag 10 maart 2025

    Maandag 17 maart 2025

    Maandag 24 maart 2025

    Woensdag 23 april 2025

    Maandag 28 april 2025

    Maandag 5 mei 2025

    Maandag 12 mei 2025

    Woensdag 14 mei 2025

    Maandag 19 mei 2025

    Woensdag 21 mei 2025

    Studiemateriaal

    De examenstof bestaat uit de reader editie 2024-2025: hoorcolleges en werkcolleges.

    Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

    Toelichting werkvorm

    Het opleidingsonderdeel maakt gebruik van hoorcolleges en werkcolleges.

    Religieuze initiatie, vorming en communicatie werkcollege (B-KUL-A02A1a)

    1 studiepunten : Practicum 13 Tweede semesterTweede semester
    Pollefeyt Didier |  Mettepenningen Jürgen (plaatsvervanger)

    Inhoud

    Werkcolleges
    (prof. dr. J. Mettepenningen + gastsprekers): de Bijbel in de geloofscommunicatie

     

    Data werkcolleges 2024-2025:

    Woensdag 12 maart 2025
    Sessie 1: bijbel en spel, Godly Play (An Mollemans)

    Woensdag 19 maart 2025
    Sessie 2: bijbel en (volwassenen)catechese, Tobias (Carine Devogelaere)

    Woensdag 26 maart 2025
    Sessie 3: bijbelse gezelschapsspelen (Arne Willems)

    Maandag 31 maart 2025
    Sessie 4: bijbel en muziek, Stef Bos (Ellen De Boeck)

    Woensdag 2 april 2025
    Sessie 5: bijbel en drama, bibliodrama (Els Claessens)

    Woensdag 30 april 2025
    Sessie 6: bijbel en bijbelmoeheid (Prof. Didier Pollefeyt)

    Woensdag 7 mei 2025
    Sessie 7: bijbel en film (Jezusfilms) (Prof. Didier Pollefeyt)

    Studiemateriaal

    Reader, deel 2.

     

    Toelichting werkvorm

    Werkcollege

    Het opleidingsonderdeel bestaat enerzijds uit hoorcolleges die meer gericht zijn op een inleiding in de historische, systematische en godsdienstpedagogische aspecten van religieuze initiatie, vorming en communicatie en anderzijds uit werkcolleges waarin studenten kennis maken met de praktische aspecten van geloofscommunicatie, in het bijzonder aan de hand van de bijbel. Er is een reader beschikbaar die samen met de collegenota’s de examenstof vormt.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Religieuze initiatie, vorming en communicatie (B-KUL-A22A0d)

    Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Mondeling, Medewerking tijdens contactmomenten
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Cursusmateriaal

    Toelichting

    Samenstelling van het eindpunt:

    • Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
    • Deelname aan de werkcolleges: pass/fail

    De examenstof bestaat uit de reader editie 2024-2025 (hoorcolleges en werkcolleges).

    Wanneer de student een 'fail' behaalt voor het werkcollege, kan hij/zij niet slagen voor het examen.

     

    Drie examenvragen op het mondeling examen

     

    Verloop van het mondelinge examen:

    Het examen is mondeling met schriftelijke voorbereiding.

    • De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om het testen van en verder peilen naar de grondigheid waarmee de student inzichten in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal heeft verworven.

    Aandachtspunten en evaluatiecriteria:

    • Het mondeling examen over de hoorcolleges en de werkcolleges beoordeelt de antwoorden op basis van: basiskennis, structuur, inzicht, het vermogen om verbanden te leggen, kritische zin en originaliteit.

    Toelichting bij herkansen

    Studenten kunnen een nieuw mondeling examen afleggen (volgens dezelfde modaliteiten).

    Als ze een 'fail' hadden voor het werkcollege dienen ze op voorhand met de docent contact op te nemen voor vervangopdrachten.

    ECTS Theologie, zorg en spiritualiteit (B-KUL-A02A4B)

    4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

    Doelstellingen

    Algemene doelstellingen en doelstellingen hoorcollege

    • Kunnen omschrijven hoe pastoraaltheologie en praktische theologie als wetenschappelijke disciplines opgevat kunnen worden. De pastoraaltheologie/praktische theologie kunnen plaatsen binnen de andere theologische disciplines en in relatie tot andere disciplines kunnen situeren (godsdienstsociologie, godsdienstpsychologie enz.)
    • Kunnen omschrijven wat de termen 'pastoraaltheologie' en 'praktische theologie' betekenen. Voor- en nadelen van beide termen kunnen weergeven. Kunnen aangeven hoe verschillende thema’s van de cursus zich verhouden tot de betekenissen van deze termen.
    • Kunnen uitleggen waarom het 'beschrijven', 'evalueren' en 'stimuleren' (zien, oordelen, handelen) kernelementen zijn in pastoraaltheologische reflectie en onderzoek, en voorbeelden kunnen geven van thema's waarbij deze drie activiteiten toegepast worden.
    • Kunnen aangeven en illustreren hoe pastoraaltheologie de theologische reflectie over het actuele handelen van de kerk omvat en tegelijk ook de reflectie over de vormen van geleefde religie en bevrijdende praktijken inhoudt. Voorbeelden kunnen geven van theologisch onderzoek naar de spiritualiteit van specifieke groepen (bv. kinderen, mensen met migratie-achtergrond, ...)
    • Basisideeën uit de literatuur omtrent centrale ervaringen en gevoelens van mensen en hun relatie tot religie (bijvoorbeeld: verlies, woede/geweld) kunnen verwoorden. Deze ideeën kunnen terugvinden in praktijkverhalen van mensen. Kunnen aangeven wat de mogelijkheden van de pastor zijn om met deze ervaringen om te gaan/mensen hierbij te begeleiden.
    • Elementen uit de hedendaagse sociale en culturele context kunnen omschrijven en analyseren aan de hand van inhouden uit het cursusmateriaal.
    • Elementen uit de samenleving (o.a. uit de media) kunnen analyseren aan de hand van de bestudeerde theorieën.
    • Actuele spanningen en onderzoeksthema's binnen pastoraaltheologisch onderzoek (in brede zin, onder andere omtrent koinonia, kerugma, diakonia, liturgia) kunnen verwoorden en zelf een positie kunnen innemen en beargumenteren omtrent een aantal van deze spanningen.

     

    Begintermen

    • Kritisch kunnen denken, kunnen verwerken van literatuur (hoofdzakelijk Nederlandstalig).
    • Zie ook algemene begintermen voor de bacheloropleiding.

    Onderwijsleeractiviteiten

    Theologie, zorg en spiritualiteit (B-KUL-A02A4a)

    4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    • Theorie over wat praktische theologie en pastoraaltheologie is (object, methode, ...)
    • Theorieën over religie in de samenleving en gevolgen voor kerkelijk en pastoraal handelen.
    • Concrete domeinen, zoals gevangenispastoraat, macht in pastorale relaties, modellen van pastor-zijn...

     

    Studiemateriaal

    • Boek: A. Dillen & S. Gärtner, Praktische Theologie. Verkenningen aan de grens (Campus Handboek), Tielt, LannooCampus, 2015. (zal te koop worden aangeboden tijdens de colleges)
    • Reader met artikels  (wordt ter beschikking gesteld op Toledo, eventueel ook via de cursusdienst van Katechetika).
    • Powerpointpresentaties en schema's van de docent (niet verplicht voor zelfstudiestudenten, maar waarschijnlijk wel behulpzaam bij het studeren: dit materiaal zal op Toledo bij dit opleidingsonderdeel verschijnen).

    Toelichting werkvorm

    De docenten brengen interactiecolleges (hoorcolleges met ruimte voor interactie). De studenten studeren op basis van de lesnotities, het Toledomateriaal / de powerpointpresentaties, het handboek en de reader (niet voor zelfstudiestudenten, voor hen is enkel het boek en de reader verplicht  studiemateriaal).
     

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Theologie, zorg en spiritualiteit (B-KUL-A22A4b)

    Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Geen

    Toelichting

    Een actieve en constructieve medewerking en een reflecterende houding tijdens alle contactmomenten wordt meegenomen in de algehele eindbepaling. Meer duiding hierbij wordt geboden tijdens het eerste contactmoment.

    Het afrondend examen tijdens de examenperiode betreft een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.  De schriftelijke voorbereiding dient als hulp om het antwoord te structureren. Tijdens het examen kunnen nog kleinere bijvragen gesteld worden (mondeling), om te peilen naar verbanden die de student kan leggen, om de diepte van de kennis te testen en mogelijke toepassingen te testen.  Daarnaast wordt kort ingegaan op de paper (meer informatie over deze paper: zie Toledo en toelichting tijdens het eerste hoorcollege). 

    Opdrachten en reflecties: 

    Alle opdrachten en reflecties worden voor de examenperiode gebundeld in één document en ingediend bij de docent (per email). Meer uitleg via Toledo en tijdens het eerste contactmoment van het werkcollege.

    De totstandkoming van het eindcijfer op 20 (medewerking tijdens contactmomenten, mondeling examen en paper met bundeling van kleine opdrachten en korte reflecties) wordt toegelicht bij aanvang van het academiejaar en zal op Toledo worden geplaatst.

    Voor zelfstudie/werkstudenten geldt een andere evaluatievorm. Alle informatie hierover is terug te vinden in de studiewijzer van het zelfstudiepakket.

    ECTS Liturgie, sacramenten en gebed (B-KUL-A06C8B)

    4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester

    Doelstellingen

    Deze cursus wil studenten een stevig fundament bieden in de kennis van en de reflectie over de christelijke eredienst.

    De studenten:

    • kunnen de dynamiek en beknopte geschiedenis van de Liturgische Beweging beschrijven; ze kunnen de basiskenmerken van de liturgie weergeven vanuit het document 'Sacrosanctum Concilium'  en ook de theologische en pastorale uitwerking ervan sinds Vaticanum II uitleggen en duiden.
    • verwerven inzicht  in de wezenlijke kenmerken van de christelijke liturgie, met bijzondere aandacht voor de rol en doorwerking van Vaticanum II hierin. De studenten leren de eigenheid van de liturgie met haar specifieke 'wijsheid' begrijpen.
    • krijgen zicht op de betekenis en opbouw van het liturgisch jaar.
    • kunnen de achtergrond en de betekenis van een aantal basisbegrippen uit de fundamentele sacramententheologie uitleggen.
    • verwerven basiskennis van de theologie en liturgie van de twee sacramenten van heling (verzoening en ziekenzalving) en de twee sacramenten van roeping (wijding en huwelijk). Ze kunnen de bijbelse wortels en geschiedenis ervan aangeven; ze kunnen de basiscomponenten van de theologie en liturgie beschrijven; ze kunnen weergeven wat de hedendaagse pastorale uitdagingen hierrond zijn en daarbij ook een eigen oordeel naar voor brengen.
    • maken zich het basisbegrippeninstrumentarium van de liturgie, de sacramenten en de liturgiestudies eigen. 
    • typeren de belangrijkste methoden, modellen en figuren in het vakdomein van de liturgiewetenschap en raadplegen relevante referentiewerken voor een diepgaandere kennisverwerving.   
    • beseffen dat de evolutie van liturgie en sacramenten in het westen een complexe historische ontwikkeling is geweest.
    • maken zich vertrouwd met de praktische en fundamentele betekenis van officiële liturgische boeken.
    • kunnen centrale kenmerken van niet-westerse liturgische families en hun evolutie aangeven. 
    • kunnen de intrinsieke samenhang van de sacramenten van de christelijke initiatie beschrijven en de historische ontwikkeling daarvan in grote lijnen schetsen. 
    • kunnen alle verschillende onderdelen van zowel het doopsel als de eucharistie benoemen en hun theologische betekenis(sen) uitleggen. 
    • kennen de historische evolutie en de verschillende bouwstenen van het getijdengebed. 
    • leren de specificiteit van de christelijke liturgie volgens de Romeinse ritus waarderen. 
    • verwerven inzicht in de manier waarop de christelijke eredienst zich tot de kunsten verhoudt.
    • ontwikkelen een fijngevoeligheid voor de bijzonderheid van wat eredienst en viering ten diepste kunnen betekenen voor mensen.

    Begintermen

    • Zie algemene begintermen voor de bacheloropleiding.
    • De nodige interesse in de thematiek.

    Plaats in het onderwijsaanbod

    Onderwijsleeractiviteiten

    Liturgie, sacramenten en gebed (B-KUL-A06C9a)

    4 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    De cursus bestrijkt verschillende thema's en interessegebieden:

    1) Basisbegrippen en probleemstelling

    2) Liturgie en theologie van de zeven sacramenten

    3) Historische clusters: de Liturgische Beweging en de Romeinse ritus

    4) Niet-westerse ritussen

    5) Liturgie in tijd en ruimte

    6) De studie van de liturgie en de sacramenten

    Studiemateriaal

    Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

    De cursus Liturgie en sacramenten: een inleiding (vijfde, geüpdatete versie) wordt uitgegeven bij Acco en is verplicht.

    Daarnaast is eveneens verplichte lectuur: Paul De Clerck, De liturgie begrijpen, vert. Joris Geldhof (Leuven/Den Haag: Acco, 2010). Optionele bijkomende literatuur is de bundel Ruimten voor heiliging: Over liturgie, kerkgebouwen en hun interieur (Antwerpen: Halewijn, 2011). De redactie ervan berustte bij de docent en het boek is voor een prikje bij hem verkrijgbaar.

    De Powerpoint-presentaties worden naderhand ter beschikking gesteld en zijn bedoeld ter ondersteuning van de verwerking van de cursus.

     

    Toelichting werkvorm

    De studenten zijn aanwezig in de hoorcolleges en krijgen ruim de gelegenheid om vragen te stellen. Ze worden verondersteld om de hoofdstukken die in les besproken worden, op voorhand door te nemen. Soms wordt een kleine lees- of doe-opracht gegeven.

    De lessen worden niet gelivestreamd of opgenomen.

    Naast de colleges wordt mogelijks ook een extra activiteit ingelast, zoals bijvoorbeeld een kerkbezoek of een culturele activiteit. Dit semester wordt een dansvoorstelling ingepland; de organisatorische details worden tijdig meegedeeld, en de financiële implicaties zo laag mogelijk gehouden.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Liturgie, sacramenten en gebed (B-KUL-A06C8b)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk
    Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Gesloten vragen, Open vragen
    Leermateriaal : Geen

    Toelichting

    Het examen is schriftelijk, met verschillende soorten vragen die de kennis, het inzicht en de bekwaamheid om daarmee in concrete pastorale situaties te werken, testen.

    ECTS Inleiding in de theologie en de religiewetenschappen (B-KUL-A0AA0A)

    5 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
    Moyaert Marianne (coördinator) |  Moyaert Marianne |  N.

    Doelstellingen

    De student heeft na dit opleidingsonderdeel een staalkaart gezien van de theologie en de religiewetenschappen. De student zal basiskennis hebben van:

    (i) de aard (methoden) van de theologie en religiewetenschappen;

    (ii) de inhoud van de theologie en de religiewetenschappen;

    (iii) theologie en religiewetenschappen als wetenschappelijke disciplines.

    De student zal na dit opleidingsonderdeel goed kunnen beargumenteren wat de hedendaagse relevantie is van de theologie en de religiewetenschappen.

    Begintermen

    Geen

    Plaats in het onderwijsaanbod

    Onderwijsleeractiviteiten

    Inleiding in de theologie en religiewetenschappen (B-KUL-A0AA0a)

    5 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    De cursus zal bestaan uit de volgende onderdelen:

    1. Definities van theologie

    2. Definities van de studie van religie in de religiewetenschappen

    3. Geschiedenis van de theologie als kerkelijke en wetenschappelijke discipline

    4. Geschiedenis van de ontwikkeling van de religiewetenschappen

    5. Het curriculum en de methodes van de theologie

    6. Het curriculum en de methodes van de religiewetenschappen

    7. De hedendaagse relevantie van de theologie

    8. De hedendaagse relevantie van de religiewetenschappen

    9. Visies op de relatie tussen theologie en religiewetenschappen

    10. De toekomst van theologie en religiewetenschappen

    Studiemateriaal

    Reader

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Inleiding in de theologie en de religiewetenschappen (B-KUL-A2AA0a)

    Type : Examen buiten de normale examenperiode
    Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk
    Vraagvormen : Open vragen

    Toelichting

    De cursus bestaat uit twee onderdelen: (1) theologie en (2) religiewetenschappen.

    Elk onderdeel wordt afzonderlijk geëxamineerd.

    Het examen voor het onderdeel theologie bestaat uit een kort essay (600-900 woorden) en een evaluatie in het semester.

    Het examen voor het onderdeel religiewetenschappen zal aan het einde van de lessenreekst (in december) worden afgenomen.

     

     

    Toelichting bij herkansen

    Als de student voor een van de twee deelexamens geslaagd is, hoeft dat deel niet in de tweede examenkans hernomen te worden. 

    Als het examen niet wordt gehaald voor de aanvang van het volgend studiejaar, zal de student voor beide onderdelen opnieuw examen moeten doen. 

    ECTS Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen (B-KUL-A0AA3A)

    5 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

    Doelstellingen

    • Inzicht verwerven in de kernelementen die de identiteit en eigenheid van het christendom uitmaken en dit over alle tijdsperiodes heen.
    • De samenhang kunnen aangeven tussen de geloofsinhouden, de religieuze beleving en de context waarin het christendom gestalte krijgt.
    • Een initiële kennis verwerven van de grondbegrippen van het christendom en het katholicisme in het bijzonder

     

    Begintermen

    De studenten bezitten de kennis en vaardigheden die als eindtermen gelden in een middelbare opleiding die voldoende voorbereidt op de opleiding theologie en religiewetenschappen.

    Plaats in het onderwijsaanbod

    Onderwijsleeractiviteiten

    Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen (B-KUL-A0AA3a)

    5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    De Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen wordt in dertien weken via een handboek en aan de hand van powerpoints overlopen:

    1. Inleidend college “Theologie tussen kerk, samenleving en wetenschap” (Inleiding)

    2. De vroege kerk - De Apologeten - Deel I, I-III.

    3. Constantijn - Augustinus - Deel I, IV-V.

    4. De vroege middeleeuwen - Deel II. I-II.

    5. De hoge en late middeleeuwen - Deel II, III.

    6. De hoge en late middeleeuwen – Deel II, IV.

    7. Reformatie en Contrareformatie - Deel III. I-II.

    8. Reformatie en Contrareformatie – Deel III, III.

    9. De Verlichting - Deel III. IV-V.

    10. 19de eeuw / De tijd rond Vaticanum I - Deel IV. I-III.

    11. Theologie in de eerste helft van de twintigste eeuw - Deel IV. III-IV.

    12. Theologie in de tweede helft van de twintigste eeuw - Vaticanum II - Deel IV. V 11.

    13. Slotcollege (vragen, examentoelichting)

     

    Verwijzingen gaan over Het katholicisme in Europa van K. Schelkens, P. van Geest & J. van Gennip.

    Studiemateriaal

    Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

    De studenten worden verondersteld het volgende boek als handleiding en als leerstof te kennen: Karim Schelkens, Paul van Geest, Joep van Gennip, Het katholicisme in Europa. Een geschiedenis, Amsterdam, Boom, 2018 (ISBN 978-90-2442-418-4). Het boek kost ongeveer 40 euro.

     

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen (B-KUL-A2AA3a)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk
    Vraagvormen : Open vragen

    ECTS Inleiding in de systematische theologie (B-KUL-A0AA4A)

    5 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester

    Doelstellingen

    Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om op een geïnformeerde, coherente en genuanceerde manier te spreken en te reflecteren over:

    (i) de filosofische, antropologische, en vooral theologische dimensies van de christelijke geloofshouding (d.w.z. fides qua);

    (ii) de bronnen en de inhoud van de christelijke geloofstraditie (d.w.z. fides quae);

    (iii) de implicaties van de christelijke visies op geloof en openbaring voor het zelfverstaan van de katholieke traditie.

    Begintermen

    De student is in staat Engelstalige literatuur zelfstandig te lezen

    Plaats in het onderwijsaanbod

    Onderwijsleeractiviteiten

    Inleiding in de systematische theologie (B-KUL-A0AA4a)

    5 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester

    Inhoud

    Dit opleidingsonderdeel behandelt de basisbegrippen van de fundamentele dogmatiek (bijv. geloof, openbaring, traditie en magisterium, en de heiligheid van de Schrift) en de belangrijkste traktaten uit de dogmatiek (bijv. Godsleer, scheppingsleer, zonde- en genadeleer, Christologie, eschatologie). Methodologische kwesties aangaande de relatie tussen geloof en rede worden ook behandeld, net als de relatie tussen fundamentele theologie en dogmatiek. De volgende thema’s komen aan de orde:

    I. De aard en de bronnen van de katholieke theologie: openbaring, de autoriteit van de Schrift, traditie en magisterium, en geloof, ervaring en rede,

    II. Godsleer: Triniteit, positieve en negatieve theologie, en de godsbewijzen

    III. Schepping: geschiedenis, oorzakelijkheid en vrijheid

    IV. Theologische antropologie: imago Dei, zonde en genade

    V. Christologie: leven, dood en opstanding van Jezus Christus, de persoon van Jezus Christus, en de soteriologie

    VI. Soteriologie: het werk van Christus, Christus als redder, messias, profeet, dienaar en koning

    VII. Pneumatologie en Mariologie: de Heilige Geest, Maria, heiligen, religieus leven

    VIII. Ecclesiologie: de de eenheid, katholiciteit en apostoliciteit van de Kerk

    IX. Theologie van de sacramenten en het gebed

    X. Eschatologie: hoop, eeuwig leven, en de apocalyptiek

    Bij elk van de thema’s zullen er basisteksten uit de geschiedenis van kerk en theologie worden gelezen, met name uit de moderne en hedendaagse theologie.

    Studiemateriaal

    Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

    Naast de aangeboden cursus 'Wat is systematische theologie?' van de docent, wordt ook het volgende handboek gebruikt:

    Richard J. Plantinga, Thomas R. Thompson, Matthew D. Lindberg, An Introduction to Christian Theology, Cambridge: Cambridge University Press, 2022, tweede editie.

    De student wordt geacht dit handboek zelf aan te schaffen. Het kost ongeveer 40 euro.

    Toelichting onderwijstaal

    De lessen worden in het Nederlands gegeven. Het handboek is in het Engels.

    Toelichting werkvorm

    Flipped classroom

    Na enkele inleidende lessen over de verhouding fundamentele theologie en dogmatiek worden de afzonderlijke thema’s uit de dogmatiek ingeleid tijdens een wekelijks hoorcollege. Daarna zal er ook wekelijks een werkcollege over hetzelfde thema plaatsvinden, waarbij er ruime gelegenheid zal zijn voor het stellen van vragen over het handboek en het thema. De studenten zullen daarvoor steeds literatuur dienen voor te bereiden. Samen maken ze voorafgaand aan het werkcollege samenvattingen, en namen- en begrippenlijsten.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Inleiding in de systematische theologie (B-KUL-A2AA4a)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Geen

    Toelichting

    De examenvragen zullen focussen op de wijze waarop de student de verschillende categorieën en methodologieën die behandeld werden gedurende de colleges beheerst. Ze bedoelen te ontdekken in welke mate studenten de cursusstof geïntegreerd hebben in hun eigen theologische vocabulaire en methdologie, en tegelijk in staat zijn om deze toe te passen op nieuwe theologische teksten en problemen.

    Het examen zal vragen omvatten die telkens twee doelen beogen. Enerzijds zal elke vraag een eerder reproductief element hebben waarbij nagegaan wordt in hoeverre de collegestof verworven en begrepen is. Anderzijds zal elke vraag ook productief van aard zijn: hierbij wordt (a) gezocht naar verbanden over de in de colleges gezien stof heen, (b) worden nieuwe toepassingen gemaakt, of (c) verder doorgedacht op aanzetten die uit de colleges voortgekomen zijn.

    ECTS Geschiedenis van kerk en theologie: Nieuwe en Nieuwste Tijd (B-KUL-A0AA6B)

    4 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
    François Wim (coördinator) |  Bosschaert Dries |  François Wim

    Doelstellingen

    Na dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

    • de algemene ontwikkelingslijnen in de geschiedenis van kerk en christendom in de Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd te beschrijven en toe te lichten;
    • de belangrijkste kerkelijke ontwikkelingen en theologische stromingen uit deze periode op te noemen en uit te leggen;
    • de werkinstrumenten en tekstedities uit de behandelde periode te benoemen, beschrijven en gebruiken.

     

    Begintermen

    Op basis van introducerende en kerkhistorische opleidingsonderdelen uit het eerste jaar bezitten de studenten reeds een algemene kennis van de grote lijnen van de kerk- en theologiegeschiedenis.

    Plaats in het onderwijsaanbod

    Onderwijsleeractiviteiten

    Geschiedenis van kerk en theologie: Nieuwe en Nieuwste Tijd (B-KUL-A0AA6a)

    4 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester

    Inhoud

    Opgelet: de syllabus voor zelfstudiestudenten wijkt af van die voor de reguliere studenten. Voor zelfstudiestudenten gelden de richtlijnen zoals die in het zelfstudiepakket op Toledo beschreven staan.

    De cursus geeft een overzicht van de geschiedenis van de kerk en het christendom van het einde van de vijftiende tot de eenentwintigste eeuw. Vooral de algemene ontwikkelingslijnen van het Westerse christendom worden geschetst, met bijzondere aandacht voor de interne geschiedenis van de kerk, meer bepaald de ontwikkeling van de theologie en de spiritualiteit. Daarbij wordt ook een aantal klassieke twistpunten behandeld, die met deze kerkhistorische periodes samenhangen
    Nieuwe Tijd (prof. W. François) 
    - De Kerk aan het einde van de middeleeuwen
    - Humanisme
    - Protestantse Hervorming
    - Concilie van Trente, katholieke Hervorming en Contra-Reformatie 
    - Confessionalisering en godsdienstoorlogen
    - Jansenisme
    - Staatskerk, Verlichting en tolerantie

    Nieuwste Tijd (prof. D. Bosschaert)
    - Liberalisme, ultramontanisme en Vaticanum I
    - Sociale strijd en Rerum novarum
    - Modernistische crisis
    - Christendom en de Wereldoorlogen
    - ressourcement en 'nouvelle théologie'
    - Tweede Vaticaans Concilie
    - Christendom in een pluralistische wereld

     

    Studiemateriaal

    De cursus van Nieuwe Tijd zal beschikbaar worden gesteld via de cursusdienst van Katechetika. Deze cursustekst bevat ook de leesteksten die tijdens de colleges worden besproken.
    Een powerpointpresentatie (voor het gedeelte Nieuwe Tijd) is beschikbaar via Toledo

    De cursus van Nieuwste Tijd, inclusief de leesteksten die tijdens de colleges worden besproken, wordt eveneens beschikbaar gesteld via de cursusdienst van Katechetika.
    Een powerpointpresentatie (voor het gedeelte Nieuwste Tijd) is beschikbaar via Toledo.

    Toelichting werkvorm

    - Docenten bieden een overzicht van de geschiedenis van de Kerk en theologie van Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd. 
    - Door middel van de lezing van historische teksten wordt kennis gemaakt met de theologische en geestelijke stromingen, alsook met de kerkelijke besluitvorming in die periode.
    - Een enkel keer wordt ook gebruik gemaakt van filmmateriaal om de studenten tot inzicht te brengen in de betreffende periode.
    - Van studenten wordt verwacht de aangeboden informatie op te nemen en te verwerken, in het kader van meer verheldering vragen te stellen, tijdens de colleges actief mee teksten lezen wanneer dit aan de orde is, en de geleverde commentaar bij de leesteksten op te nemen in hun notities, aangezien hieromtrent geen cursusmateriaal wordt geleverd.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Geschiedenis van kerk en theologie: Nieuwe en Nieuwste Tijd (B-KUL-A0AA6b)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Mondeling
    Vraagvormen : Open vragen

    Toelichting

    Tijdens het mondeling examen lossen de studenten twee vragen op, een over de Nieuwe Tijd en een over de Nieuwste Tijd, en dit telkens bij de docent die verantwoordelijk is voor het gedeelte van de cursus waar de examenvraag betrekking op heeft, respectievelijk prof. François en prof. Bosschaert. Voorafgaand aan het mondelinge gesprek krijgen de studenten schriftelijke voorbereidingstijd. De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. De examenvragen peilen naar de bereikte kennis van de leerstof en het bereikte inzicht in de bestudeerde leesteksten. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om een veelheid van redenen: het hulp bieden aan de student in het bereiken van een bevredigend antwoord, het verder bevorderen van zijn/haar inzichten, het testen van de inzichten in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal etc. Algemeen gesproken zullen deze bijkomende vragen niet leiden tot het verlagen van het uiteindelijke resultaat, wel integendeel. Een goed examen wordt immers nog beter wanneer de student inzichten toont of verbanden legt die niet tijdens de colleges werden aangebracht.

    Elke examinator geeft een punt op 10, maar het uiteindelijke resultaat is niet een loutere optelling van beide deelresultaten, maar een weging. Voor de eindbeoordeling plegen beide examinatoren overleg over de kwaliteit van beantwoording van beide examenvragen. Studenten moeten op elk van beide vragen voldoende kwaliteit hebben geleverd om te kunnen slagen. Het evaluatiemoment is in die zin als een en ondeelbaar te beschouwen. De deelpunten worden nooit meegedeeld.

    Aangezien het hier een vak kerkgeschiedenis betreft, wordt (1) volledigheid verwacht, d.i. exacte en juiste kennis van data (jaartallen, eeuwen), stromingen, auteurs en hun werken, enzovoort binnen de bestudeerde geschiedkundige periode. De student wordt verder ook beoordeeld op de mate waarin hij/zij in relatie tot de twee examenvragen een (2) gestructureerd verhaal kan brengen over de kerkgeschiedenis van de Nieuwe en Nieuwste Tijd en daarbij aandacht heeft voor (3) de relevante elementen in het verhaal of de argumentatieopbouw en voor (4) de chronologie.

    Opgelet: voor zelfstudie- en werkstudenten geldt een afwijkende evaluatievorm (bijkomende paper). Alle examenmodaliteiten vinden zij in de studiewijzer van het zelfstudiepakket.

     

    ECTS Geschiedenis van kerk en theologie: Oudheid en Middeleeuwen (B-KUL-A0AA7B)

    4 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
    Leemans Johan (coördinator) |  Leemans Johan |  N.

    Doelstellingen

    Na dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

    • de algemene ontwikkelingslijnen in de geschiedenis van kerk en christendom in de Oudheid en de Middeleeuwen te beschrijven en toe te lichten
    • de belangrijkste kerkelijke ontwikkelingen en theologische stromingen uit deze periode op te noemen en uit te leggen
    • de werkinstrumenten en tekstedities uit de behandelde periode te benoemen, beschrijven en gebruiken.
    • bronteksten uit deze periodes in hun historische en theologische context te lezen, analyseren en begrijpen

     

    Begintermen

    Op basis van het verplichte inleidende overzichtsvak in het eerste jaar van de bachelor bezitten de studenten reeds een algemene kennis van de grote lijnen van de kerk- en theologiegeschiedenis. De grote lijnen en contexten zoals uiteengezet tijdens dat vak en in het daarbij gebruikte cursusmateriaal/handboek worden als gekend verondersteld.

    Plaats in het onderwijsaanbod

    Onderwijsleeractiviteiten

    Geschiedenis van kerk en theologie: Oudheid en Middeleeuwen (B-KUL-A0AA7a)

    4 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester
    Leemans Johan |  N.

    Inhoud

    De cursus geeft een overzicht van de geschiedenis van de kerk en het christendom van het begin tot de vijftiende eeuw aan de hand van een aantal goed gekozen capita selecta. Daarbij gaat er vooral aandacht naar thema’s die tot op vandaag de dag een rol spelen in  het christendom.

    Oudheid (prof. J. Leemans)

    • Martelaars en heiligen: de helden van de Oude Kerk
    • Triniteitstheologie: van het Oude Testament tot Augustinus
    • Rijkdom en armoede in/en de Oude Kerk
    • Ascese en monnikendom
    • Ontwikkeling en ontstaansgeschiedenis van het ambt en de ambtsleer
    • Geloofscommunicatie in de Oude Kerk

    Middeleeuwen (prof. R. Faesen) 

    • De Kerk en de Karolingische dynastie
    • De 'overgangsperiode' van 850 tot 1100
    • De bloeiperiode van de twaalfde eeuw
    • De uitdagingen van de dertiende en veertiende eeuw
    • De crisis van de late middeleeuwen
       

    Studiemateriaal

    Een cursus wordt ter beschikking gesteld.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Geschiedenis van kerk en theologie: Oudheid en Middeleeuwen (B-KUL-A0AA7b)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Mondeling
    Vraagvormen : Open vragen

    Toelichting

    Tijdens het mondeling examen lossen de studenten twee vragen op, een over de Oudheid en een over de Middeleeuwen, en dit telkens bij de professor verantwoordelijk voor het gedeelte van de cursus waar de examenvraag betrekking op heeft. Voorafgaand aan het mondelinge gesprek krijgen de studenten schriftelijke voorbereidingstijd. De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. De examenvragen peilen naar de bereikte kennis van de leerstof en het bereikte inzicht in de bestudeerde leesteksten. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om een veelheid van redenen: het hulp bieden aan de student in het bereiken van een bevredigend antwoord, het verder bevorderen van zijn/haar inzichten, het testen van de inzichten in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal etc. Algemeen gesproken zullen deze bijkomende vragen niet leiden tot het verlagen van het uiteindelijke resultaat, wel integendeel. Een goed examen wordt immers nog beter wanneer de student inzichten toont of verbanden legt die niet tijdens de colleges werden aangebracht.

    Elke examinator geeft een punt op 10, maar het uiteindelijke resultaat is niet een loutere optelling van beide deelresultaten, maar een weging. Voor de eindbeoordeling plegen beide examinatoren overleg over de kwaliteit van beantwoording van beide examenvragen. Studenten moeten op elk van beide vragen voldoende kwaliteit hebben geleverd om te kunnen slagen. Het evaluatiemoment is in die zin als een en ondeelbaar te beschouwen. 

    Aangezien het hier een vak kerkgeschiedenis betreft, wordt (1) volledigheid verwacht, d.i exacte en juiste kennis van data (jaartallen, eeuwen), stromingen, auteurs en hun werken, enzovoort binnen de bestudeerde geschiedkundige periode. De student wordt verder ook beoordeeld op de mate waarin hij/zij in relatie tot de twee examenvragen een (2) gestructureerd verhaal kan brengen over de kerkgeschiedenis in de Oudheid en de Middeleeuwen, en daarbij aandacht heeft voor (3) de relevante elementen in het verhaal of de argumentatieopbouw en voor (4) de chronologie.

    Opgelet: voor zelfstudie- en werkstudenten geldt een afwijkende evaluatievorm (bijkomende paper). Alle examenmodaliteiten vinden zij in de studiewijzer van het zelfstudiepakket.

    Toelichting bij herkansen

    Zelfde modaliteiten als bij de eerste kans.

    ECTS Exegetische methodiek: Oude en Nieuwe Testament (B-KUL-A0AC2B)

    4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester

    Doelstellingen

    Tegen het eind van dit opleidingsonderdeel zullen studenten:

    • Kennis van de plaatsen, personages, het tijdskader, de doelen, de plot, en de boodschap van een selectie van de boeken van de Bijbel aantonen.
    • Begrip van de diverse methodologische benaderingen van zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament aantonen.
    • Het vermogen om deze methodieken toe te passen aantonen.
    • Vertrouwdheid met de historische- en culturele achtergronden, de religieuze wortels en de sociaal-politieke inbedding van een selectie van de boeken van de Bijbel aantonen.

    Het vermogen aantonen om kritisch na te denken over het proces van teksten lezen en interpreteren om hun eigen wetenschappelijk verantwoorde interpretaties van Bijbelse teksten te kunnen ontwikkelen.

    Begintermen

    Kennen: basisvertrouwdheid met de inhoud van de Bijbel.

    Kunnen: basisvaardigheid met betrekking tot het lezen, interpreteren en verstaan van teksten.

    Houding: kritische ingesteldheid; bereidheid om kritisch vragen over de Bijbel te stellen.

    Onderwijsleeractiviteiten

    Exegetische methodiek: Oude en Nieuwe Testament (B-KUL-A0AC2a)

    4 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    De Bijbel is een verzameling van ongelijksoortige teksten uit de oudheid, die tal van uiteenlopende interpretaties heeft gegenereerd. Hoe komt dat? Hoe kan men best met een tekst omgaan die door sommigen als een bron van levend geloof wordt beschouwd, maar door anderen slechts als een historische curiositeit wordt beschouwd? 

    Naast een concrete kennismaking met enkele uitgekozen Bijbelse teksten, zal dit vak zich in het bijzonder richten op de exegetische methodes waarmee ze op een kritische manier benaderd kunnen worden. Onder de methodieken die eventueel zullen behandeld worden, zijn b.v.:

    • Bijbelse exegese in de oudheid
      • Intern-Bijbelse exegese
      • Interpretatie van het Oude Testament door het Nieuwe Testament
    • Historisch-kritische methoden, waaronder:
      • Archeologie, topografie
      • Vergelijkende literatuurwetenschap
    • Tekstkritiek
    • Bronnen-, Compositie-, en Redactiekritiek
    • Literaire en Narratieve kritiek
    • Receptiegeschiedenis
    • Postkoloniale kritiek
    • Feministische kritiek

    Studiemateriaal

    Cursusnota's en PowerPoints van het vak zullen digitaal beschikbaar worden gesteld (b.v. via Toledo).

    De cursusnota's en PowerPoints zullen verwijzingen naar aanvullende leesmateriaal bevatten; verplicht leesmateriaal zal zoveel mogelijk digitaal beschikbaar worden gesteld.

    Aanbevolen boeken:
    De Bijbel. Uit de grondtekst vertaald. Willibrordvertaling. Geheel herziene uitgave, 's Hertogenbosch: Katholieke Bijbelstichting, 1995.
    Of:
    De Bijbel. De Nieuwe Bijbelvertaling met Deuterocanonieke Boeken, 's-Hertogenbosch - Leuven: Katholieke Bijbelstichting - Vlaamse Bijbelstichting, 2004. BL: er komt een nieuwe NBV uit, de NBV 21.

    Toelichting werkvorm

    Het vak bestaat uit 52 contact uren, waarvan 26 uren hoorcolleges.
    De rest van de tijd (26 uren) zal zowel werkcolleges als begeleide zelfstudie i.f.v. de voorbereiding van de paper bevatten.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Exegetische methodiek: Oude en Nieuwe Testament (B-KUL-A2AC2b)

    Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Geen

    Toelichting

    Permanente evaluatie (50%) : 1 x essay (toepassing van een methodiek op een uitgekozen Bijbelse tekst; minimum 1800 en maximum 2200 woorden exclusief voetnoten en bibliografie) + 1 x recensie (minimum 300 en maximum 500 woorden inclusief voetnoten en bibliografie). Aanvullende informatie over deze opdracht zal op Toledo beschikbaar zijn.

    Schriftelijk examen van 1u 30min (50%) : 2 x open vragen.

    Toelichting bij herkansen

    De examenmodaliteiten voor de tweede zittijd blijven dezelfde als deze voor de eerste zittijd. Echter, wie in de eerste zittijd niet op het examen geslaagd is, maar wel op de paper(s) moet de essay(s) niet herschrijven. Indien dit niet het geval is, moet de student de essay(s) wel opnieuw indienen op de facultaire deadline voor het indienen van essays in augustus. Dit geldt voor zowel de reguliere als de werkstudenten.

    ECTS Bijbelse theologie: Oude en Nieuwe Testament (B-KUL-A0AC3B)

    4 studiepunten Nederlands 4 Tweede semesterTweede semester
    Lemmelijn Bénédicte |  Beeckman Bryan (plaatsvervanger) |  N. |  Noel Filip (plaatsvervanger)

    Doelstellingen

    Kennen:
    - verschillende modellen betreffende de relatie tussen Oude en Nieuwe Testament kennen en evalueren.
    - Het Bijbelse veelvoudige en veelvormige theologische spreken over existentiële thema’s, zoals o.m. schepping, wijsheid, liefde, lijden, sociale rechtvaardigheid, vrede, verbond, bevrijding, incarnatie, hoop en bekering, genuanceerd uitleggen.
    - De problemen eigen aan de Bijbelse ethische voorschriften benoemen.

    Kunnen:
    - De discipline "Bijbelse theologie" kritisch evalueren.
    - Vaardigheid om op zelfstandige wijze theologische inzichten uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament en hun relevantie in de oorspronkelijke ontstaanscontext én de actuele pastorale situatie op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te evalueren

    Houding:
    - De confrontatie tussen 21ste-eeuwse existentiële vragen en de Bijbel genuanceerd inschatten
    - Afstand doen van elke vorm van latent marcionisme en Bijbels fundamentalisme.

    Begintermen

    Lectuur en kennisname van de Bijbel.
    Vertrouwdheid met de oudtestamentische inleidingskwesties is aanbevolen, hoewel niet strikt noodzakelijk.

    Onderwijsleeractiviteiten

    Bijbelse theologie: Oude Testament (B-KUL-A0AC4a)

    2 studiepunten : College 2 Tweede semesterTweede semester
    Lemmelijn Bénédicte |  Beeckman Bryan (plaatsvervanger)

    Inhoud

    Het concept 'bijbelse theologie' kan worden omschreven als een exegetische en theologische discipline die ernaar streeft een coherent en omvattend beeld te geven van de wijze waarop de Bijbel God in zijn relatie tot mens en wereld ter sprake brengt. Of een 'Bijbelse Theologie' daarbij uitsluitend descriptief te werk dient te gaan - het louter beschrijven van Bijbels-theologisch ideeëngoed -, dan wel ook een normatieve draagwijdte heeft – dit betreft de heikele kwestie van de betekenis van de Bijbelse theologie voor actuele vragen - is in dit verband voorwerp van discussie. Immers, de Bijbel kan geenszins zonder meer als een receptenboek met kant-en-klare oplossingen voor allerhande theologische, economische of politieke problemen worden gebruikt. Deze stelling impliceert echter niet dat de motivatie van en de wijze waarop de Bijbel met maatschappelijke en theologische vraagstukken omgingen, geen inspiratiebron zou kunnen zijn voor theologie en maatschappij van de 21ste eeuw. Daarenboven, aangezien de Bijbel niet één boek is, maar een verzameling boeken die in verschillende periodes, door verschillende auteurs en met uiteenlopende bedoelingen werden geschreven, kan men slechts over Bijbelse theologieën in het meervoud spreken. In deze context wordt ook de achtergrond van de totstandkoming van dit veelvoudige Bijbelse getuigenis voorgesteld, met name in een kennismaking met de 'wereld van de Bijbel' .

    Tegen deze dubbele achtergrond besteedt de cursus 'Bijbelse theologie: Oude en Nieuwe Testament’ vooreerst aandacht aan de wijze waarop in de huidige maatschappelijke en religieuze context een kritisch-verrijkende omgang met het Bijbelse gedachtegoed tot stand kan komen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillende ‘modellen’ die gehanteerd worden m.b.t. de relatie tussen Oude en Nieuwe Testament. Vervolgens worden enige centrale thema’s van de christelijke Bijbel hermeneutisch behandeld. In dit verband komen onder meer de volgende onderwerpen aan bod: wijsheid, schepping, sociale rechtvaardigheid, decaloog, geweld, liefde, lijden en God, gerechtigheid en vrede, verbond, bekering etc. Het betreft een concrete kennismaking met de teksten betreffende deze thema's en de exegetische methodes die ze verhelderen.

    Studiemateriaal

    Gedrukte cursus/syllabus, bestanden op Toledo, en eigen notities

    Toelichting werkvorm

    Leeractiviteiten:
    College bijwonen en notities nemen
    Kritische bemerkingen formuleren en de reflectie van andere studenten stimuleren in actieve medewerking.

    Bijbelse theologie: Nieuw Testament (B-KUL-A0AC5a)

    2 studiepunten : College 2 Tweede semesterTweede semester
    N. |  Noel Filip (plaatsvervanger)

    Inhoud

    Dit opleidingsonderdeel is een inleiding in de Bijbelse theologie en heeft twee onderdelen: Bijbelse theologie: Oude Testament en Bijbelse theologie: Nieuwe Testament. Het onderdeel Bijbelse theologie: Nieuwe Testament wordt in nauwe afstemming met het onderdeel Bijbelse theologie: Oude Testament gedoceerd. Het is de bedoeling de studenten in dit onderdeel kennis te laten maken met de studie van de theologische dimensies van de boeken van het Nieuwe Testament. De uitdrukking “Bijbelse theologie” wordt hierbij zowel begrepen als theologie in de Bijbel als ook als theologie gebaseerd op de Bijbel. Hierbij komen ten eerste vragen aan bod die rijzen in verband met de relatie tussen Oude en Nieuwe Testament (cf. de modellen die in het onderzoek voor deze relatie gangbaar zijn). Ten tweede worden vragen van eenheid en verscheidenheid van de theologische dimensies van de boeken van het Nieuwe Testament besproken. Ten derde wordt “theologie” in aparte Nieuwtestamentische boeken begrepen als een dynamische realiteit, als “theologie in wording”. Hierbij wordt paradigmatisch de theologie van bepaalde boeken van het Nieuwe Testament besproken (bijvoorbeeld Marcus, Johannes, Romeinenbrief, Tweede Korintiërsbrief). Bovendien worden in aansluiting aan het onderdeel Oude Testament o.m. de volgende onderwerpen behandeld: wijsheid, schepping, sociale rechtvaardigheid, decaloog, geweld, liefde, lijden en God, gerechtigheid en vrede, verbond, bekering. Vertrekkend van deze onderwerpen worden ook hedendaagse equivalenten en corresponderende onderwerpen en bekommernissen gezocht (vgl. Gerd Theißen) in dialoog met modellen die ontwikkeld werden voor de ontmoeting tussen Bijbel en cultuur (Stephen Bevans). 

    Studiemateriaal

    Gedrukte cursus/syllabus, bestanden op Toledo en eigen notities

    Toelichting werkvorm

    Leeractiviteiten:

    College bijwonen, eigen notities nemen en kritisch meedenken. Kleine wekelijkse opdrachten ter voorbereiding van de les.
    Constructief deelnemen aan een kritisch gesprek in het college.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Bijbelse theologie: Oude en Nieuwe Testament (B-KUL-A2AC3b)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk
    Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
    Leermateriaal : Geen

    Toelichting

    Beide OLA’s moeten in eenzelfde examenzittijd afgelegd worden.

    Eindbeoordeling Bijbelse theologie: Oude en Nieuwe Testament:
    Elke examinator geeft een punt voor de helft van de te bekomen punten. Echter, het uiteindelijke resultaat is geen loutere optelling van beide deelresultaten, maar een weging. Voor de eindbeoordeling plegen beide examinatoren overleg over de kwaliteit van beantwoording van beide onderdelen. Studenten moeten op elk van beide onderdelen voldoende kwaliteit hebben geleverd om te kunnen slagen. Het evaluatiemoment is in die zin als één en ondeelbaar te beschouwen.


    Modaliteit van examen voor de verschillende studentenstatuten
    1. Reguliere studenten: Het schriftelijk examen beslaat 100% van het eindresultaat. Nadere toelichting bij de evaluatie wordt gegeven tijdens het college.
    2. (Werk)studenten die examenspreiding toegekend kregen, leggen het examen schriftelijk af tijdens één van de voorziene maandmomenten. Het examen peilt naar de verwerking van het studiemateriaal van het zelfstudiepakket. Het gebruik van de Bijbel is toegestaan. Het examen duurt maximaal drie uur.

    Toelichting bij de evaluatievorm:

    Voor alle studenten en per OLA:
    Twee kennisvragen bij de colleges (twee keer op 5 punten = 10 punten)
    Eén essayvraag op basis van een (media-)citaat of (boek-)fragment dat gerelateerd is aan een of meerdere thema's die behandeld werden in het college. Tegen de achtergrond van de colleges en met de verworven vaardigheden moet de student in deze vraag zelf iets 'verwerken': het citaat in verband brengen met de juiste problematiek, die problematiek vanuit de cursus uitleggen, het citaat duiden en eraan relateren en een persoonlijke visie/synthese toevoegen (10 punten)
     

    Evaluatie (gedeelte OT)
    Evaluatievorm : Schriftelijk
    Vraagvormen : Open en gesloten vragen
    Twee kennisvragen op basis van cursusnota’s/syllabus (twee keer 5 punten = 10)
    Eén essayvraag (op 10 punten)

    Formele en inhoudelijke aandachtspunten en evaluatiecriteria:
    Bij een schriftelijk examen wordt, bij algemene ‘kennisvragen’ als standaardnorm een ‘modelantwoord’ gehanteerd, gebaseerd op de cursustekst die de studenten ter beschikking hebben. In dit modelantwoord wordt de puntenverdeling ook bepaald.
    Echter, naargelang de student in het antwoord de te bespreken materie goed inbedt in de context, mooi genuanceerd voorstelt, gedetailleerd uitlegt, verbanden legt, ernstig kritisch bevraagt etc. kan de score hoger worden. Dit soort antwoord kan dan compenseren voor items die er op het vlak van volledigheid niet bij staan.


    Evaluatie (gedeelte NT)
    Evaluatievorm : Schriftelijk
    Vraagvormen : Open en gesloten vragen
    Twee kennisvragen op basis van handboek en reader (twee keer op 5 punten = 10)
    Twee essayvragen waarvan 1 wordt gekozen en beantwoord (op 10 punten)

    Formele en inhoudelijke aandachtspunten en evaluatiecriteria:
    Bij een schriftelijk examen wordt, bij algemene ‘kennisvragen’ als standaardnorm een ‘modelantwoord’ gehanteerd, gebaseerd op de cursustekst die de studenten ter beschikking hebben. In dit modelantwoord wordt de puntenverdeling ook bepaald. Echter, naargelang de student in het antwoord de te bespreken materie goed inbedt in de context, mooi genuanceerd voorstelt, gedetailleerd uitlegt, verbanden legt, ernstig kritisch bevraagt etc. kan de score hoger worden. Dit soort antwoord kan dan compenseren voor items die ontbreken op het vlak van volledigheid.

    Toelichting bij herkansen

    Zelfde modaliteiten als in eerste examenperiode.