Schakelprogramma: Master in de biologie (Leuven)

CQ Schakelprogramma: Master in de biologie (Leuven)

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van schakelprogramma: master in de biologie..

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Toelatingsvoorwaarden

Schakelprogramma: Master in de biologie (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_56136383.htm#activetab=voorwaarden

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

COBRA 2019-2023
Bestand PDF document COBRA-fiche_BA_SP_Biologie.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Schakelprogramma: Master in de biologie (Leuven)

programma

Je studieloopbaanbegeleider vind je op de webpagina met studieloopbaanbegeleiders van de faculteit wetenschappen.

Op onderstaand schakelprogramma van 87 studiepunten kunnen vrijstellingen gegeven worden op basis van de specifieke vooropleiding. Naargelang de specifieke vooropleiding dienen ook 15-18 studiepunten opgenomen te worden in de inhaalruimte van de masteropleiding.

Voor deze opleiding wordt een overlapvrij uurrooster en/of examenrooster niet gegarandeerd.

printECTS33.xsl

ECTS Grondslagen van de chemie (B-KUL-G0N01C)

9 studiepunten Nederlands 87 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Clays Koen (coördinator) |  Clays Koen |  Depotter Griet |  Dirix Carolien

Doelstellingen

Studenten kunnen:
(theorie)

- alle aangeleerde principes (zie inhoud) op een gestructureerde manier uitleggen, met inbegrip van figuren, afleidingen, berekeningen
- verbanden leggen tussen de gezien hoofdstukken/delen van de cursus, met inbegrip van figuren, afleidingen en berekeningen.
(oefeningen)
- gecombineerde berekeningen uitvoeren aan de hand van alle aangeleerde principes, met correct gebruik van eenheden.
(practica)
- een aantal praktische chemische basisvaardigheden op een correcte, nauwkeurige en veilige manier uitvoeren.
- experimentele waarnemingen interpreteren en experimentele resultaten verwerken.
- resultaten van een experiment correct rapporteren.

-  een aantal maatregelen in het domein van de chemie die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten, opsommen, en toelichten welke impact ze (kunnen) hebben.

Identieke opleidingsonderdelen

X0E41A: Grondslagen van de chemie
X0C33C: Grondslagen van de chemie

Onderwijsleeractiviteiten

Grondslagen van de chemie: hoorcollege 1 (B-KUL-G0N01a)

3.3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

INLEIDING: SITUERING EN IMPACT VAN DE CHEMIE

 

DEEL A.  DE WERELD VAN ATOMEN EN MOLECULEN

A.1.    Atoomstructuur

A.2.    Periodiciteit van atomaire eigenschappen

A.3.    De chemische binding

 

DEEL B. GASSEN, VLOEISTOFFEN, VASTE STOFFEN EN MENGSELS

B.1.     Intermoleculaire krachten

B.2.     Gassen en gasmengsels

B.3.     Vloeistoffen

B.4.     Vaste stoffen

B.5.     Mengsels

 

DEEL C. CHEMISCHE KINETICA

C.1.    Concentratie en snelheid: de differentiale en de integrale vorm van de snelheidsvergelijking

C.2.    De botsingstheorie en factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden

C.3.    Reactiemechanismes

 

DEEL D. CHEMISCHE THERMODYNAMICA

D.1.    De reversibiliteit van scheikundige reacties, het dynamische evenwicht

D.2.     Rekenen met de evenwichtsconstante Kev, de reactiequotiënt Q en de omzettingsgraad a.

D.3.    Energetische aspecten van het chemisch evenwicht

D.4.    Entropische aspecten van het chemisch evenwicht

D.5.    Vrije energie G

D.6.    Verband thermodynamica (deel D) – kinetica (deel C)

 

DEEL E. EVENWICHTSREACTIES

 

E.1.      Zuur-base-reacties als protontransferreacties

E.1.1.   Zuren en basen in de Brönsted-Lowry theorie

E.1.2.   Protontransferreactie

E.1.3.   De autoprotolyse van water

E.1.4.   De pH-schaal en de pH van oplossingen

E.1.5.   De pOH van oplossingen

E.1.6.   Zwakke zuren en zwakke basen in water

E.1.7.   Zuur(dissociatie)constante Ka en base(ionisatie)constante Kb

E.1.8.   De sterkte van zuren in water

E.1.9.   De pH van waterige oplossingen van zwakke zuren en basen

E.1.10. De pH van waterige oplossingen van een polyprotisch zuur

E.1.11. Anorganische verbindingen die, opgelost in water, zure of basische eigenschappen vertonen

E.1.12. Buffers

 

E.2.      Redoxreacties als elektrontransferreacties

E.2.1.   Oxidantia en reductantia

E.2.2.   Redoxhalfreacties, beter “reductiehalfreacties”

E.2.3.   Het schrijven van de reductiehalfreacties voor een gegeven Ox/Red koppel

E.2.4.   Het koppelen van reductiehalfreacties voor het schrijven van redoxreacties

E.2.5.   Galvanische cellen

E.2.6.   De celpotentiaal, ook wel bronspanning genoemd

E.2.7.   De celpotentiaal E en de standaard vrije energie G

E.2.8.   Het verband tussen de evenwichtsconstante voor een redoxreactie en het verschil in standaardredoxpotentiaal voor de halfreacties

E.2.9.   De Nernstvergelijking

 

E.3.      Verband tussen protontransferreacties en elektrontransferreacties

E.3.1.   Reductiehalfreacties in zuur, neutraal of basisch milieu

 

E.4.     Neerslagreacties

E.4.1.         De moleculaire aard van oplossen

E.4.2.         De oplosbaarheid van ionische verbindingen in water als solvent

E.4.3.         De oplosbaarheid en het oplosbaarheidsproduct

 

E.5.     Complexatiereacties

E.5.1.    Stabiliteitsconstante of dissociatieconstante voor complexe ionen

E.5.2.     Overzicht van mogelijke liganden

E.5.3.     Het centraal kation

E.5.4.     Het coördinatiegetal

E.5.5.     De drijfveer voor het vormen van complexe ionen

E.5.6.     Factoren die KST beïnvloeden

E.5.7.     Liganduitwisselingsreacties - complexatiereacties in water

 

E.6.     Globaal verband tussen de verschillende soorten evenwichtsreacties

E.6.1.    Kwalitatief verband

 

In dit opleidingsonderdeel maakt de student ook kennis met de relevantie en hedendaagse uitdagingen van de chemie.

 

Studiemateriaal

Book of Data, Revised Nuffield Advanced Science, Longman Group, 166pp.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0N01D : Grondslagen van de chemie

Grondslagen van de chemie: hoorcollege 2 (B-KUL-G0N38a)

1.1 studiepunten : College 9 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

DEEL E. EVENWICHTSREACTIES

 

E.1.        Zuur-base-reacties als protontransferreacties

E.1.13.    pH indicatoren

E.1.14.    Titraties

 

E.2.      Redoxreacties als elektrontransferreacties

E.2.10. Concentratiecellen

E.2.11. Practische, (primaire, niet oplaadbare) cellen

E.2.12. Electrolyse en de elektrolysewetten van Faraday

E.2.13. Secundaire, wel heroplaadbare, batterijen

 

E.3.      Verband tussen protontransferreacties en elektrontransferreacties

E.3.2.    Opeenvolgende halfreacties en hun standaardredoxpotentialen

E.3.3.    Reactiemechanisme en katalyse bij redoxreacties

E.3.4.    Electrolyse van waterige oplossingen

E.3.5.    Redoxindicatoren

E.3.6.    Redoxtitraties

 

E.4.       Neerslagreacties

E.4.4.    Het verband tussen oplosbaarheid en de pH

E.4.5.    Het verband tussen oplosbaarheid en de redoxpotentiaal

 

E.5.       Complexatiereacties

E.5.8.    Verband tussen complexatiereacties en neerslagreacties

E.5.9.    Verband tussen complexatiereacties en protontransferreacties

E.5.10.   Verband tussen complexatiereacties en elektrontransferreacties

 

E.6.       Globaal verband tussen de verschillende soorten evenwichtsreacties

E.6.2.    Kwantitatief verband

E.6.3.    Een practische toepassing: de extractie van Au uit erts

E.6.4.    Biologische relevantie van complexatie. Een voorbeeld.

Grondslagen van de chemie: oefeningen 1 (B-KUL-G0N39a)

1.9 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Oefeningen bij theoretische gedeelte Hoorcollege 1

Toelichting werkvorm

Oefensessie

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0N01D : Grondslagen van de chemie

Grondslagen van de chemie: oefeningen 2 (B-KUL-G0N40a)

1 studiepunten : Practicum 7 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Oefeningen bij theoretisch gedeelte Hoorcollege 2

Toelichting werkvorm

Oefensessie

Grondslagen van de chemie: practicum 1 (B-KUL-G0N41a)

0.8 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Labo-oefeningen die inhoudelijk aansluiten bij theoretisch gedeelte Hoorcollege 1.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0N01D : Grondslagen van de chemie

Grondslagen van de chemie: practicum 2 (B-KUL-G0N42a)

0.9 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Labo-oefeningen die inhoudelijk aansluiten bij theoretisch gedeelte Hoorcollege 2.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Grondslagen van de chemie (B-KUL-G2N01c)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

- oefeningen (schriftelijk) en theorie (schiftelijk) worden geëvalueerd tijdens de examenperiode.
- practica worden tijdens het semester geëvalueerd (permanente evaluatie). Er wordt voor het OLA practicum geen
herexamen aangeboden.
- Practica (on-campus en online opdrachten hieraan verbonden) zijn verplicht. Indien ongewettigd afwezig of bij niet inleveren van opdrachten zal de toegang tot het examen geweigerd worden.
- Book of Data mag steeds gebruikt worden.

- Voor het examenonderdeel (schriftelijke) oefeningen moet minstens 1/6 behaald worden, en voor het onderdeel (schriftelijk) theorie moet minstens 1/10 behaald worden. Indien één van deze twee grenzen niet behaald wordt, is het eindtotaal gelijk aan de som van de onderdelen, maar met een maximum van 9/20.

Toelichting bij herkansen

Er wordt voor het OLA practicum GEEN tweede examenkans aangeboden.  Het deelcijfer voor dit onderdeel  (uit permanente evaluatie) wordt overgenomen van de eerste examenkans.

ECTS Wiskunde I (B-KUL-G0N02B)

6 studiepunten Nederlands 60 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

De student leert de noodzakelijke wiskundige basis voor de natuurwetenschappelijke opleidingsonderdelen.

Begintermen

Wiskundige basiskennis uit het secundair onderwijs, onder andere afgeleiden en integralen. 

Identieke opleidingsonderdelen

X0E76A: Wiskunde I

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Wiskunde I: hoorcollege (B-KUL-G0N02a)

3 studiepunten : College 24 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Calculus van functies van één en meerdere veranderlijken

1) Getallen: natuurlijke getallen, volledige inductie, reële getallen en complexe getallen.
2) Elementaire functies, goniometrische functies, exponentiële functie en logaritme.
3) Afgeleiden, verloop van functies, extrema, Taylorveelterm.
4) Bepaalde en onbepaalde integralen, integratietechnieken, berekening van oppervlakte
5) Differentiaalvergelijkingen: scheiding van veranderlijken en lineair met constante coëfficiënten.
6) Functies van meer veranderlijken, grafiek en niveaukrommen.
7) Partiële afgeleiden, stationaire punten en extrema, extrema onder nevenvoorwaarden.
8) Vectoren, gradiënt, scalair product.

Studiemateriaal

Cursustekst

Wiskunde I: oefeningen (B-KUL-G0N43a)

3 studiepunten : Practicum 36 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Wekelijks vinden er oefenzittingen plaats.

Calculus van functies van één en meerdere veranderlijken

1) Getallen: natuurlijke getallen, volledige inductie, reële getallen en complexe getallen.
2) Elementaire functies, goniometrische functies, exponentiële functie en logaritme.
3) Afgeleiden, verloop van functies, extrema, Taylorveelterm.
4) Bepaalde en onbepaalde integralen, integratietechnieken, berekening van oppervlakte
5) Differentiaalvergelijkingen: scheiding van veranderlijken en lineair met constante coëfficiënten.
6) Functies van meer veranderlijken, grafiek en niveaukrommen.
7) Partiële afgeleiden, stationaire punten en extrema, extrema onder nevenvoorwaarden.
8) Vectoren, gradiënt, scalair product.

Studiemateriaal

Cursustekst

Toledo

Toelichting werkvorm

Oefensessie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Wiskunde I (B-KUL-G2N02b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Rekenmachine

Toelichting

Meerkeuzevragen: zonder giscorrectie

ECTS Celbiologie en biochemie (B-KUL-G0N04C)

9 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Crauwels Marion (coördinator) |  Crauwels Marion

Doelstellingen

De studenten geraken goed vertrouwd met de (bio)chemische samenstelling en structurele opbouw van levende cellen. Belangrijk hierbij is het kunnen aantonen van de nauwe relatie tussen (sub)cellulaire structuren en hun functies. Bovendien leren de studenten de processen kennen die leiden tot groei, deling en differentiatie van cellen, evenals de wijzen waarop virussen en andere infectieuze partikels zich kunnen vermeerderen. Hierbij zal er ook dieper worden ingegaan op de celcyclus en fouten die hierin optreden die kunnen leiden tot kanker en op geprogrammeerde celdood, als mechanisme om ‘slecht werkende cellen’ selectief te verwijderen.

 

In het tweede cursusgedeelte maken de studenten nader kennis met fundamentele transport-, stofwisselings- en informatieverwerkingsprocessen die zich afspelen in levende cellen en verwerven ze inzicht in de mechanismen waardoor deze gereguleerd worden. Hierbij wordt een grondige, inzichtelijk onderbouwde kennis van de centrale metabole reactiewegen die instaan voor de energievoorziening van de cel nagestreefd.  De studenten kunnen tevens aan de hand van voorbeelden illustreren hoe cellen hun levensactiviteiten aanpassen aan de omgevingscondities. 

 

Er wordt ook veel aandacht besteed aan de methoden die gebruikt worden in de celbiologie. Verschillende van de technieken die in het practicum worden gebruikt worden ook in het hoorcollege besproken.

 

De leerinhoud van deze cursus wordt - in overleg met de andere titularissen van de opleiding - complementair ingevuld aan deze van andere opleidingsonderdelen uit de bacheloropleidingen Biologie en Biochemie en biotechnologie, meer in het bijzonder Genetica(waarin de principen van erfelijkheid worden belicht) en Bio-organische chemie (waarin de chemische aspecten van biomoleculen worden behandeld).  Hierdoor leert ook de student de verschillende leerinhouden van inhoudelijk aansluitende biologische/biochemische opleidingsonderdelen in een ruimer verband te plaatsen. 

​De student kan een aantal maatregelen in het domein van de celbiologie en biochemie die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten, opsommen, en toelichten welke impact ze (kunnen) hebben, rekening houdend met ecologische, economische, ethische en sociale aspecten van duurzaamheid.

Begintermen

Basiskennis biologie, chemie en fysica uit het secundair onderwijs is een voordeel.

Onderwijsleeractiviteiten

Celbiologie en biochemie: hoorcollege 1 (B-KUL-G0M65a)

4.5 studiepunten : College 36 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

 

 

 

1. Structuur, eigenschappen en functies van biomoleculen. Koolhydraten. Lipiden. Proteïnen. Nucleïnezuren.
 

2. Bouw en functie van de cel en de celorganellen. Het ontstaan van het leven. De celtheorie. Prokaryote versus eukaryote cellen. De endosymbiosetheorie. Overzicht van de celorganellen en subcellulaire structuren en hun functies. De secretieweg van de cel.
 

3. Celgroei en celdeling. Celdeling bij prokaryoten. Mitose en de celdeling bij eukaryoten. Vergelijking mitose en meiose (reductiedeling). Methoden voor het kweken en tellen van cellen.
 

4. Celdifferentiatie. Ontstaan van meercelligheid. Structuur en eigenschappen van differentiërende cellen. Structurele interacties en verbanden tussen cellen.

5. Virussen, prionen en viroïden. Structuur. DNA- en RNA-virussen. Gastheercellen. Lytische en lysogene infectiecycli. Hoe ontstaan prionen?
 

6. Transmembranair transport. Permeabiliteit. Passief transport: diffusie en osmose; gefaciliteerde diffusie. Actief transport. Exocytose en endocytose.
 

7. Inleiding tot het celmetabolisme. Voeding en energievoorziening van de cel. Autotroof-heterotroof. Anabolisme-katabolisme. Enzymen en biochemische reactiepaden. Energierijke verbindingen. Regulatiemechanismen van het celmetabolisme. Experimentele methoden voor de studie van de cellulaire stofwisseling.
 

8. Cellulaire ademhaling. Katabolisme. Glycolyse. Krebscyclus. Oxidatieve fosforylatie. De electronentransportketen en chemiosmose. Fermentatie. Connecties met andere metabole wegen.

 

9. Fotosynthese. Lichtreacties. Calvincyclus. Alternatieve mechanismen van koolstoffixatie in aride milieus.
 

10. Regulatie van cellulaire activiteit. Communicatie cel-milieu en cel-cel. Membranaire en intracellulaire receptoren. Intracellulaire signaaltransductie en responsen. Regulatiemechanismen van de genexpressie en van de celcyclus. Hoe gaan cellen om met stressfactoren uit hun omgeving?

In dit opleidingsonderdeel maakt de student ook kennis met de relevantie en hedendaagse uitdagingen van de biochemie en biotechnologie.

Studiemateriaal

Een cursus (twee delen) is beschikbaar (Acco)

Biology (Raven) is een aanrader, maar niet noodzakelijk.

slides van tijdens de hoorcolleges zijn beschikbaar op Toledo

e-oefeningen voor de metabolische wegen zijn beschikbaar op Toledo

Toelichting onderwijstaal

De cursus wordt gedoceerd in het Nederlands

Celbiologie en biochemie: hoorcollege 2 (B-KUL-G0M62a)

1.2 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In Celbiologie II krijgen de studenten een inzicht in de verschillende methoden die gebruikt worden om de macromoleculen te karakteriseren en onderling van elkaar te scheiden evenals de methoden om (sub)cellulaire structuur te onderzoeken via bvb verschillende microscopische analyses.  Tenslotte komen ook de experimentele methoden aan bod voor de studie van cellulaire responsen op veranderende omgevingsfactoren.

 

Verder wordt er dieper ingegaan op:

 

1. Geprogrammeerde celdood. Mechanisme van apoptosis. Onderscheid met necrosis. Celveroudering

2. Controle van de celcyclus.

Studiemateriaal

Een cursustekst wordt voorzien (bij Acco)

powerpoint slides komen op toledo

youtube filmpjes worden gebruikt ter ondersteuning van de leerstof

Biology (Raven) is een aanrader als handboek

Toelichting onderwijstaal

Celbiologie en biochemie wordt in het Nederlands gedoceerd

Celbiologie en biochemie: oefeningen 1 (B-KUL-G0N45a)

2.1 studiepunten : Practicum 16 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Herkennen van celstructuren aan de hand van elektronenmicroscopische opnamen;
Vlot herkennen van de verschillende klassen van biomoleculen
Oefeningen op mitose en meiose
Oefeningen op metabolische reactiewegen

Studiemateriaal

De cursus (deel I en deel II) bevat ook de oefeningen (op het einde van elk hoofdstuk). (verkrijgbaar bij Acco)

voor de metabolische wegen zijn er e-oefeningen en er wordt van de studenten verwacht dat ze deze oplossen voor ze naar de oefensessies ronde metabolische wegen komen.

 

Toelichting onderwijstaal

De oefensessies worden in het Nederlands gedoceerd

Toelichting werkvorm

Oefensessie

Oefeningen/werkzittingen

Celbiologie en biochemie: practicum 1 (B-KUL-G0N46a)

1.2 studiepunten : Practicum 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Er zijn vier practica, twee in elk semester

- Biochemische scheidingstechnieken: analyse van proteïnen met behulp van SDS-PAGE
- Biochemische scheidingstechnieken: scheiding van een mengsel van aminozuren en suikers met behulp van ionenuitwisselings- en dunnelaagchromatografie
- Moleculaire biologie: het karakteriseren van nucleïnezuren met behulp van restrictie-enzymen
- Enzymkinetiek
- Bacteriële groei en invloed van chloramfenicol en penicilline

Studiemateriaal

Een aparte handleiding voor de practica is beschikbaar (bij Acco)

 

Toelichting onderwijstaal

De practica worden in het Nederlands gedoceerd

Toelichting werkvorm

De practica duren elk ongeveer 5 uur. De studenten zullen per twee de experimenten uitvoeren en per twee ook het verslag maken

Voor de start van het practicum wordt er een test afgenomen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Celbiologie en biochemie (B-KUL-G2N04c)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

In juni is er een examen dat zal meetellen voor 14 van de 20 punten
Op de practica van het eerste semester staan 2 punten.
Op de practica van het tweede semester staan 2 punten.
Tussen week 10 en week 13 van het eerste semester zal een toets worden afgenomen die meetelt voor 2 van de 20 punten.
Dit zal een schriftelijk examen zijn tijdens het eerste uur van een les. Voor de tussentijdse test zijn er multiple choice vragen en wordt giscorrectie toegepast
Deelname aan de practica en indienen van de verslagen is verplicht, niet deelnemen aan de practica leidt tot uitsluiting van het examen en dit is niet te corrigeren in september.

Het examen in juni zal de volledige leerstof omvatten. Om geslaagd te zijn moet de student 10/20 halen op het schriftelijk examen in juni of september
 

Toelichting bij herkansen

De punten van de tussentijdse test in December zullen niet meer worden meegeteld in de 2e examenkans. De punten van het practicum nog wel. De score op het examen wordt dus omgerekend naar 16/20 en hierbij komen de punten/vier van het practicum. Om geslaagd te zijn moet de student 10/20 halen op het schriftelijke examen. 

ECTS Bouw en functie van dieren (B-KUL-G0N05B)

6 studiepunten Nederlands 57 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan aangeven welke de fundamentele problemen zijn waarmee een dier wordt geconfronteerd om te overleven en zich voort te planten en hij/zij kan beschrijven hoe de nodige orgaanstelsels hiervoor zijn geëvolueerd. Vanuit waarnemingen tijdens de practica en excursie kan de student de link leggen naar mogelijke aanpassingen in specifieke orgaanstelsels.
*
Hoorcolleges: De student weet wat de typische kenmerken zijn die een dier onderscheiden van de andere levende organismen. De student kan aangeven welke de fundamentele problemen zijn waarmee een dier wordt geconfronteerd om te overleven en zich voort te planten en hij/zij kan beschrijven hoe de nodige orgaanstelsels hiervoor zijn geëvolueerd. Hij/zij kan het verband beschrijven tussen de cellulaire opbouw en de werking van de orgaanstelsels.
*
Practica: Aan de hand van microscopie, dissectie en macropreparaten leert de student dierlijke organismen en organen in detail te observeren en verwerft zo een beter inzicht in hun morfologie (structuur) en fysiologie (functie). De student kan hierdoor de verschillende structuren herkennen, kent hun relatieve grootte en ligging en begrijpt hun onderling verband. De student leert in teamverband te werken en zijn/haar observaties nauwkeurig te verwoorden of te tekenen.
*
Excursie: De student is in staat de afzonderlijke onderdelen van de theoretische cursus te integreren via observatie van levende dieren. De student kan over een specifieke biologische vraagstelling discussiëren in groep en samenwerken voor het verzamelen van het nodige beeldmateriaal en de ondersteunende informatie. Hij/zij kan in groep de verzamelde informatie verwerken in een mondelinge presentatie voor de medestudenten.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist. 

Een basiskennis van celbiologie is nuttig.

Identieke opleidingsonderdelen

G0N05A: Bouw en functie van dieren
X0A83A: Dierkundige biologie
U00A6A: Vergelijkende biologie
X0A83C: Dierkundige biologie
X0E43B: Dierkundige biologie

Onderwijsleeractiviteiten

Bouw en functie van dieren (B-KUL-G0N05a)

5 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Na de situering van het dierenrijk en een algemene definitie van een 'dier', geeft deze cursus een overzicht van enkele typische levensfuncties van dieren (zowel gewervelden als ongewervelden). Elk hoofdstuk behandelt een specifiek probleem waarmee een dier in zijn omgeving geconfronteerd wordt (bv. het verwerken van voedsel, het verwijderen van schadelijke afvalstoffen, enz.) en illustreert zowel de evolutionair geconserveerde fysiologische mechanismen alsook de evolutionaire variaties op eenzelfde thema. De bouw en de werking van de verschillende orgaanstelsels wordt besproken met de nadruk op de relatie tussen de structuur (morfologie) en de werking (fysiologie).

1. Inleiding tot de dierkunde.
Indeling van de levende wezens. Definitie en kenmerken van een dier. Subdisciplines in de dierkunde. 
2. De vroege embryonale ontwikkeling en de evolutionaire stamboom van dieren.
Klievingsdelingen. Gastrulatie en de vorming van het coeloom. Indeling van het dierenrijk op basis van de vroege embryonale ontwikkeling. 
3. Dierlijke weefsels.
Dekweefsel. Steunweefsel. Spierweefsel. Zenuwweefsel. Organen en orgaanstelsels.
4. Het zenuwstelsel.
De membraanpotentiaal. De actiepotentiaal en impulsgeleiding. Synaptische transmissie. Neurotransmitters. Organisatie van het centraal en perifeer zenuwstelsel.
5. Zintuigen.
Fotoreceptoren. Bouw en evolutie van ogen. Mechanoreceptoren (haarcellen, tast, druk, evenwicht, evolutie van het oor). Chemoreceptoren. Thermoreceptoren, nociceptoren en electromagnetische receptoren. Andere receptoren.
6. Het endocrien stelsel.
Hydrofiele en lipofiele hormonen. Cellulair mechanisme van de hormoonwerking. Hormonen van de hypothalamus en de hypofyse, de schildklier en de bijschildklieren, de bijnieren, de pancreas, de gonaden. Melatonine. Andere hormonen.  Hormonen bij Protostomia.

7. Steun en beweging. 
Het skelet (hydroskelet, exoskelet, endoskelet). Het spierstelsel. Manieren van voortbeweging in het dierenrijk en evolutionaire adaptaties. 
8. Spijsvertering.
Voedingsstoffen. Voedselopname. Variaties en evolutionaire aanpassingen van het spijsverteringsstelsel. Spijsvertering bij zoogdieren (de mens). Neurale en hormonale regulatie van de spijsvertering. Heterotroof en toch niet eten. 
9. Gasuitwisseling.
Transport van gassen. Gasuitwisselingssystemen (longen, kieuwen, huid, tracheeën). Mechanisme van longventilatie

10. Circulatie.
Open en gesloten circulatiestelsel. Samenstelling en functie van bloed bij Vertebrata. De gesloten bloedsomloop bij Vertebrata (hart, perifere bloedsomloop). Het open circulatiesysteem van lymfevaten bij Vertebrata. Het open circulatiesysteem bij insecten. 
11. Excretie en osmoregulatie.
Osmose. De osmotische balans. Osmoconformers en osmoregulatoren. Excretie van stikstofhoudende afvalproducten. Excretieorganen (proto- en metanefridia, buisjes van Malpighi, nieren). Evolutie van de vertebrate nier. Bouw en werking van de nier bij de mens. 
12. Voortplanting.
Kiemcellen. Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Bouw en werking van het voortplantingsstelsel (spermatogenese, oögenese). Voortplantingsstelsel bij de mens, wormen en insecten).
13. Ontwikkeling. Bevruchting. Klievingspatronen. Gastrulatie. Extra-embryonale vliezen. Het cleidoïsch ei. Het centrolecithaal ei. Organogenese. Regulatie van de ontwikkeling. Metamorfose. 
14. Het immuunstelsel.
De huid en mucosale epithelen. Aangeboren immuniteit. Verworven (adaptieve) immuniteit. De lymfoiede organen van het adaptief immuunsysteem. Verloop van de adaptieve immuunrespons. Auto-immuniteit. Allergie. Pathogenen die ontsnappen aan het immuunsysteem. 
15. Gedrag. Aangeboren gedrag. Leergedrag. Inprenting. Communicatie. Cognitie. Gedrag en evolutie. Altruïsme. Dierlijke samenlevingen. 
 

Studiemateriaal

Cursustekst
Powerpointpresentaties
Multimedia
Toledo

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0Z20B : Functionele biologie van dieren

Bouw en functie van dieren: practica (B-KUL-G0N47a)

1 studiepunten : Practicum 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Tijdens de hoorcolleges wordt de bouw en de werking van de verschillende orgaanstelsels besproken met de nadruk op de relatie tussen de structuur (morfologie) en de werking (fysiologie). De informatie die wordt aangereikt tijdens de hoorcolleges wordt verder geïllustreerd en toegepast tijdens de practica.

*

1. Praktische wenken. Gebruik van de lichtmicroscoop + Vroege embryonale ontwikkeling van de zeester
2. Histologie van de jonge bruine kikker (microscopie).
3. Vergelijkende studie van integument en skelet (microscopie, observatie);
4. Evolutie van het spijsverteringsstelsel (microscopie, observatie).
5. Het bloedvatenstelsel bij vertebraten (microscopie, dissectie).
6. In- en uitwendige bouw van insecten: de sprinkhaan (dissectie, microscopie).
7. In- en uitwendige bouw van vissen: de voorn (dissectie, microscopie).
8. Voortplanting: voortplanting bij invertebraten, bouw van de gonaden bij zoogdieren: gametogenese (microscopie).
9. In- en uitwendige bouw van zoogdieren: de rat (dissectie).
10. Herhalingspracticum microscopie.
11. Practicum examen

Studiemateriaal

Volledig uitgewerkte praktische handleiding
 

Toelichting werkvorm

Microscopie
Dissectie
Observatie van macropreparaten
Discussie over specifieke topics in groepjes

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouw en functie van dieren (B-KUL-G2N05b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen, Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten, Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Afzonderlijk examen voor het practicum dierkunde: morfologie & fysiologie. Tijdens dit practicumexamen dienen de studenten een microscopisch preparaat te tekenen. Ze dienen verder structuren te benoemen op foto's van microscopische preparaten en macropreparaten die tijdens het practicum aan bod kwamen en structuren aan te duiden op verschillende gedissecteerde dieren. Dit examen gaat door tijdens de laatste practicumsessie van de reeks.  Actieve medewerking tijdens de practicumsessies en het zelfstandig uitvoeren van opdrachten op het elektronisch leerplatform vormt ook een onderdeel van de score.

De deelnames aan de practica, het elektronisch leerplatform, de excursie en het practicumexamen zijn verplicht om een geldige eindscore voor het volledige opleidingsonderdeel te bekomen. 

De student slaagt indien de gewogen eindscore (75% examen theorie, 25% practicum+excursie+e-opdrachten) minstens 10/20 bedraagt. Wanneer de student echter op minstens 2 vragen van het theorie-examen of op 1 vraag van het theorie-examen én op het practicumexamen een onvoldoende haalt, wordt de totale eindscore met 1 punt verlaagd. 

Toelichting bij herkansen

Het theorie-examen verloopt identiek aan dat van de 1ste examenkans.

Herkansen voor het practicumexamen (practicum + excursie + e-opdrachten) is om praktische redenen niet mogelijk en de oorspronklijke scores blijven daarom behouden voor het berekenen van het eindtotaal.

ECTS Bouw en functie van planten (B-KUL-G0N06B)

6 studiepunten Nederlands 71 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De doelstelling van dit OPO is het aanleren van basiskennis van de morfologie (bouw, incl. histologie en anatomie) en fysiologie (functie of werking) van planten.

- Concreet betekent dit voor de bouw van planten:

(1) de opbouw en het ontstaan van de primaire en secundaire celwand van angiospermen kunnen beschrijven,
(2) de karakteristieke eigenschappen van de verschillende plantenweefsels kunnen beschrijven en relateren aan hun functie, en deze weefsels microscopisch kunnen herkennen
(3) zorgvuldig kunnen werken met een microscoop en bruikbare preparaten kunnen maken van levend plantenmateriaal
(4) de functie van de stengel, wortel, en blad kunnen beschrijven en in verband brengen met globale vorm en bouw.
(5) de ontwikkeling en anatomische structuur van de primaire en secundaire stengel bij dicotylen en gymnospermen in detail kunnen beschrijven, en deze stengel in de verschillende ontwikkelingsfasen kunnen schetsen
(6) verschillende doorsneden (dwars, radiaal, tangentieel) doorheen het hout van eudicotylen en gymnospermen kunnen herkennen en schetsen, en de kenmerkende verschillen bespreken
(7) de ontwikkeling en anatomische structuur van de primaire en secundaire wortel bij dicotylen en gymnospermen in detail kunnen beschrijven, en deze wortel in de verschillende ontwikkelingsfasen kunnen schetsen
(8) de ontwikkeling en anatomische structuur van de primaire stengel en wortel bij monocotylen kunnen beschrijven, en de verschillen met eudicotylen bespreken.
(9) de anatomische bouw van een monocotyl, eudicotyl en gymnospermen blad kunnen schetsen en bespreken, en in verband brengen met functie van het blad en habitat van de plant
(10) de fysiologische en morfologische aanpassingen aan het blad en de fotosynthesewegen bij C3, C4 en CAM-planten kunnen toelichten in relatie tot de habitat van de plant
(11) de verschillende bloemdelen en de anatomie van stamper en meeldraad kunnen beschrijven, en de vorming van vrouwelijke en mannelijke gameten schematisch weergeven
(12) verschillende bestuivingsmechanismen in verband brengen met bouw van bloem en bestuiverkenmerken, met bijzondere aandacht voor evolutionaire aspecten bij zoöfilie
(13) de bevruchting en de vorming van zaden en vruchten bij angiospermen kunnen beschrijven, met inbegrip van verschillende mechanismen voor verbreiding van zaden en vruchten
(14) inzicht krijgen in de vele variaties die bestaan op het algemene bouwplan van hogere planten als evolutionaire aanpassingen aan een bijzondere ecologische niche (extreme temperatuur, beschikbare waterhoeveelheden, gebrek aan mineralen...).

- De student verwerft daarnaast fundamentele inzichten in de fysiologie of “werking” van de plant op het niveau van de cel, de verschillende weefsels, organen en het volledige organisme (waarbij groei, ontwikkeling, fotosynthese en waterhuishouding centraal staan). Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de interactie met en respons op de omgeving (water- en nutriëntbeschikbaarheid, zwaartekracht, temperatuur en licht) en de rol van de verschillende planthormonen (auxines, cytokinines, ABA, ethyleen, gibberellines, brassinosteroïden, SA, JA en strigolactonen) hierin. Een korte inleiding in de biotechnologie van planten verstrekt ook voldoende inzicht om de meest recent evoluties binnen dit domein te kunnen volgen en de implicaties kritisch en wetenschappelijk onderbouwd te kunnen evalueren.

- Tenslotte verwerft de student ook practische vaardigheden in het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten met planten in groepsopdrachten, waarbij aandacht wordt besteed aan het gericht observeren en beschrijven van de waarnemingen en resultaten in het kader van of resulterend in een hypothese of model en de wetenschappelijk correcte en aanschouwelijke weergave daarvan in een schriftelijk verslag.

Begintermen

Er is geen voorkennis vereist voor het volgen van deze cursus.

Identieke opleidingsonderdelen

X9X13A: Plantkundige biologie 1

Onderwijsleeractiviteiten

Bouw en functie van planten (B-KUL-G0N06a)

4 studiepunten : College 33 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deel 1: Bouw - Morfologische plantkunde
- Inleiding tot de plantkunde
- Cytologie en structuur van de celwand
- Histologie van de cormus: meristemen en gedifferentieerde plantenweefsels
- Morfologie en anatomie van de cormus: stengel, wortel en blad
- Voortplanting bij Angiospermen: bloemstructuur, bestuiving, vrucht- en zaadvorming, verbreiding van vruchten en zaden
- Enkele bijzondere aanpassingen van planten
 
Deel 2: Functie - Fysiologische plantkunde
- Inleiding tot de ontwikkelingsfysiologie (groei en differentiatie)
- Groeistoffen of plantenhormonen (auxines, cytokinines, gibberellines, ethyleen, JA, SA, strigolactonen)
- Dormantie en bloei (ABA; licht en fytochroom)
- Transportfysiologie
- Minerale voeding
- Plantenbiotechnologie 

Studiemateriaal

CURSUSTEKST PLANTKUNDE : BOUW EN FUNCTIE VAN PLANTEN (incl. practicumhandleidingen)
Verplichte tekst bij hoorcolleges en practica
Te koop bij Scientica na reservatie via website Scientica

AANBEVOLEN LITERATUUR
één van de volgende werken:
1. Mauseth, J.D. – Botany. An introduction to plant biology. Saunders College Publishing. (4rth ed)
2. Raven, P.H., et al. – Biology of plants. Worth Publishers (7th ed)
3. Nabors, M.W. – Introduction to Botany. Pearson Education – Benjamin Cummings. ISBN 0 8053 4416 0
4. Graham, L. – Plant Biology, Pearson Education. ISBN 0 13 030371 2
5. Fried, G.H. – Schaum’s Outline of theory and problems of Biology. McGraw-Hill, New York. DIT WERK BEVAT OOK INFO OVER DIERKUNDE
+ eventueel Bowes, B.G. – A colour atlas of plant structure. Manson Publishing. ISBN 1 874545 16 2

Bouw en functie van planten: practica (B-KUL-G0N49a)

1.5 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het practicum is opgedeeld in twee delen:

- In een eerste practicumreeks (bouw van planten) wordt de morfologie, histologie en de anatomie van de verschillende plantenorganen nader bekeken. Dit gebeurt aan de hand van levend plantenmateriaal en (al dan niet zelf gemaakte) microscopische preparaten. Het is de bedoeling dat de studenten de abstracte begrippen uit de hoorcollege's leren herkennen in de praktijk aan de hand van concrete onderzoeksvragen en opdrachten:


Practicum I – Plantenweefsels onder de microscoop (met een inleiding in het gebruik van de licht- en stereomicroscoop en het maken van preparaten)
Practicum II – Elektronisch practicum
Practicum III – De wortel en stengel
Practicum IV – Secundaire groei
Practicum V – Het blad: fotosynthese en transpiratie
Practicum VI – Bloemen, vruchten en zaden

- In een tweede practicumreeks (functie van planten) wordt met behulp van vier eenvoudige experimenten geïllustreerd hoe planten beïnvloed worden door hun continu veranderende omgeving en welke concrete gevolgen dit heeft voor hun groei en ontwikkeling. Tevens wordt de rol van specifieke plantenhormonen daarin bestudeerd:


Practicum I -  De rood/verrood lichtrespons via fytochroom
Practicum II -  Senescentie of veroudering van plantenweefsel en de remmende/stimulerende werking van specifieke plantenhormonen.
Practicum III -  De invloed van hormonen op de alfa-amylase enzymsynthese in zaden (voor kieming).
Practicum IV -  Apicale dominantie

Bouw en functie van planten: excursies (B-KUL-G0N50a)

0.2 studiepunten : Excursie 4 Tweede semesterTweede semester

Inhoud


Bij een bezoek aan de kruidtuin te Leuven worden vooral de verschillene morfologische aanpassingen van planten geïllustreerd.
Bij een wandeling door het Arenbergpark ligt de nadruk op de primaire groei van enkele bomen: wat groeit er uit een eind- en okselknop, wanneer gebeurt dit (al dan niet apicale dominantie) en wat is het verschil tussen monopodiale en sympodiale groei?

Bouw en functie van planten: oefeningen (B-KUL-G0Q81a)

0.3 studiepunten : Practicum 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Met behulp van een elektronische oefentoets oefenen de studenten de verschillende types van secundaire diktegroei, de kenmerkende houtelementen bij eudicotyl en gymnosperm, en de verschillende houtdoorsnedes.

Studenten moeten deze oefentoets verplicht afleggen om te mogen deelnemen aan een tekenwerkzitting.

In deze tekenwerkzitting oefenen ze op het maken van schetsen van dwarse stengeldoorsnedes tijdens verschillende ontwikkelingsstadia, en op het schetsen van tangentiële en radiale doorsnedes door hout van eudicotyl en gymnosperm.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouw en functie van planten (B-KUL-G2N06b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

De puntenverdeling gebeurt als volgt:

- Theorievragen (schriftelijk eindexamen)  op 145 (90 Bouw / 55 Functie)
- Practicumexamen Bouw van Planten (schriftelijk deel tijdens eindexamen) op 20  
-  Afzonderlijk practicumexamen Functie van Planten (mondelinge toelichting tijdens laatste practicum op 15
- Tussentijdse toetsen tijdens het semester op 20 (10 Bouw / 10 Functie)

TOTAAL op 200  Dit cijfer wordt dan herrekend naar een score op 20.

De student slaagt indien de gewogen eindscore minstens 10/20 bedraagt, tenzij op een van beide delen (Bouw of Functie) een score van lager dan 10/20 (60/120 voor Bouw, 40/80 voor Functie van Planten) wordt behaald, dan kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Het practicum is verplicht en ongewettigde afwezigheid sluit de student uit van het examen. Er worden geen vrijstellingen verleend voor de practicumexamens.

ECTS Bio-organische chemie (B-KUL-G0N08A)

6 studiepunten Nederlands 61 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Smet Mario (coördinator) |  Depotter Griet |  Dirix Carolien |  Smet Mario

Doelstellingen

De studenten kunnen de eigenschappen en reactiviteit van organische functionele groepen in eigen woorden uitleggen. 
De studenten kunnen een reactie aanvullen met de reactieproducten en het reactiemechanisme stapsgewijs opschrijven en uitleggen. 
De studenten kunnen met behulp van  molecuulmodellen de aangeleerde principes van stereochemie toepassen op eenvoudige organische moleculen. 
De studenten kunnen de substituenteffecten toepassen.
De studenten kunnen aan een eenvoudige organische molecule de correcte IUPAC naam geven.
De studenten kunnen een aantal eenvoudige organische syntheses in het laboratorium uitvoeren.
De studenten herkennen de principes van reactiviteit van organische moleculen in een aantal eenvoudige biochemische cycli zoals de glycolyse, vetzuursynthese en –afbraak en Krebscyclus.
De studenten zijn vertrouwd met de structuren weergegeven in het formularium ‘Overzicht nomenclatuur en structuren’, kunnen deze herkennen en de functie ervan in een (bio)chemische context toelichten.

De student kan de discussie over de termen ‘duurzaamheid’ en ‘duurzame ontwikkeling’ duiden.

De student kan een aantal maatregelen in het domein van technologie en wetenschap die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten, opsommen en toelichten welke impact ze (kunnen) hebben.

Begintermen

Interesse tonen voor de chemie van de levende materie.
De student is handvaardig en kan een constant werkritme aanhouden.

Identieke opleidingsonderdelen

X0E39B: Bio-organische chemie
X9X03B: Bio-organische chemie
X9X03A: Bio-organische chemie

Onderwijsleeractiviteiten

Bio-organische chemie (B-KUL-G0N08a)

3.6 studiepunten : College 29 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De hoorcolleges behandelen volgende onderwerpen:
Substituenteffecten
Alkanen en cycloalkanen
Alkenen
Stereochemie
Nucleofiele substitutie en eliminatie
Alcoholen en thiolen
Ethers
Aldehyden en ketonen
Koolhydraten
Aminen
Carbonzuren
Derivaten van carbonzuren
Lipiden
Aminozuren, eiwitten en enzymen
Fosfaten en fosfaatesters
Aromaten, fenolen en anilinen
Heteroaromaten
Nucleotiden en nucleinezuren

Studiemateriaal

Handboek
Kopie powerpointpresentatie
Set molecuulmodellen
Brochure ‘Overzicht nomenclatuur en structuren’
Toledo
Handleiding practicum en werkzittingen

Bio-organische chemie: oefeningen (B-KUL-G0N51a)

1.5 studiepunten : Practicum 12 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Werkzittingen met volgende thema’s:
Notaties van alkanen en alkenen

Substituenteffecten
Stereochemie
Reactiemechanismen
Koolhydraten
Aminozuren
Aromaten, elektrofiele aromatische substitutie
 

Studiemateriaal

Handboek
Kopie powerpointpresentatie
Set molecuulmodellen
Brochure ‘Overzicht nomenclatuur en structuren’
Toledo
Handleiding practicum en werkzittingen

Toelichting werkvorm

Oefensessie

Bio-organische chemie: practica (B-KUL-G0N52a)

0.9 studiepunten : Practicum 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Practica met volgende thema’s:
Cis-trans isomerisatie
Vorming van een chiraal alcohol
Koolhydraten
Esters
Olie en vet
Condensatie- en oxidatiereactie
Aminozuren

Studiemateriaal

Handboek
Kopie powerpointpresentatie
Set molecuulmodellen
Brochure ‘Overzicht nomenclatuur en structuren’
Toledo
Handleiding practicum en werkzittingen

Toelichting werkvorm

Studenten die zich onvoldoende voorbereid in de practicumsessies aandienen, kan de toegang ontzegd worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bio-organische chemie (B-KUL-G2N08a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium

Toelichting

- oefeningen en theorie worden geëvalueerd tijdens de examenperiode.
- practica worden tijdens het semester geëvalueerd (permanente evaluatie). Er wordt voor het OLA practicum geen herexamen aangeboden.
- practica (on-campus en online opdrachten hieraan verbonden) zijn verplicht. Indien ongewettigd afwezig of bij niet inleveren van opdrachten zal de toegang tot het examen geweigerd worden.”
- zowel voor het examenonderdeel theorie als voor het examenonderdeel oefeningen moet minstens 3,2/8 behaald worden. Indien aan één van deze voorwaarden niet voldaan is, is het eindtotaal gelijk aan de som van de onderdelen (theorie, oefeningen en practicum) met een maximum van 9/20.
- tijdens het examen is het gebruik van het formularium 'Overzicht nomenclatuur en structuren', het periodiek systeem en een set molecuulmodellen toegelaten.
- indien een opgave van de oefeningen dit vereist is een rekenmachine toegelaten.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans voor het practicumgedeelte.

ECTS Diversiteit van dieren (B-KUL-G0N09C)

6 studiepunten Nederlands 69 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De student heeft een algemeen inzicht in de classificatie, fylogenie en levenswijze van de belangrijkste ongewervelde en gewervelde stammen van het dierenrijk. Hij is ook in staat de verscheidenheid aan bouwplannen kritisch te bespreken in relatie tot de levenswijze en het voorkomen van de betrokken organismen.
  • De student bouwt een goede soortenkennis op van de verschillende dierlijke stammen, waar mogelijk binnen een ecologische context, en is in staat om specimens te determineren en de belangrijkste kenmerken samen te vatten.
  • De student is in staat de belangrijkste anatomische kenmerken van typische vertegenwoordigers van de dierlijke stammen te tekenen, aan te duiden en te benoemen, gebruik makend van de correcte terminologie.
     

Begintermen

Voorafgaande basiskennis over de bouw en het functioneren van dierlijke organismen en inzicht in het evolutieproces, zoals aan bod komt in de OPO's 'Bouw en functie van dieren'  en 'Inleiding in de ecologie en evolutie', vormen een pluspunt.

Identieke opleidingsonderdelen

X0B28B: Diversiteit van dieren
X0B28A: Diversiteit van dieren
X0B28C: Diversiteit van dieren

Onderwijsleeractiviteiten

Diversiteit van dieren (B-KUL-G0N09a)

4.5 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

1. Inleiding tot de studie van de diversiteit der dieren
2. Choanoflagellata
3. Porifera
4. Cnidaria
5. Platyhelminthes
6. Nematoda
7. Rotifera
8. Lophophorata
9. Mollusca
10. Annelida
11. Tardigrada
12. Onychophora
13. Arthropoda 1: Chelicerata
14. Arthropoda 2: Crustacea
15. Arthropoda 3: Uniramia
16. Echinodermata
17. Hemichordata
18. Chordata
 

Studiemateriaal

Cursus tekst: Dierkunde diversiteit - inleiding
Powerpoint-presentatie
Toledo

Boeken:
Animal Diversity (Hickman et al.) - sterk aangeraden!
Biology (Raven et al.)
 

Toelichting werkvorm

Elke les start doorgaans met een interactieve ronde tijdens dewelke hoofdpunten van de vorige les worden herhaald. Verder worden de verschillende taxa volgens de gangbare fylogenie voorgesteld. Alles lessen zijn rijkelijk gedocumenteerd met beeldmateriaal (dia's en videofragmenten) van representatieve soorten.

Diversiteit van dieren: practica (B-KUL-G0N54a)

1.5 studiepunten : Practicum 30 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Practicum dissectie & microscopie:
1. Porifera & Cnidaria
2. Platyhelminthes en Nematoda
3. Annelida
4. Mollusca: Cephalopoda
5. Hexapoda
6. Crustacea
7. Chelicerata
8. Echinodermata & Cephalochordata
9. Chordata

Practicum determinatie:
1. Terrestrische Chelicerata en Myriapoda
2. Terrestrische Crustacea en Hexapoda
3. Zoetwater macro-invertebraten
4. Marien macro-benthos
5. Zoetwatervissen
6. Zoutwatervissen
7. Reptielen en amfibieën

Studiemateriaal

Practicum dissectie & microscopie:
Microscooppreparaten, powerpoint-presentaties, practicumhandleiding

Practicum determinatie:
Determinatiegidsen, natuurboeken, powerpoint-presentaties, practicumhandleiding

Toelichting werkvorm

Practicum dissectie & microscopie:
Elk practicum begint met een inleiding met korte herhaling van het betreffende taxon met vervolgens een voorstelling van de practische opdracht (observatie, dissectie). Opdrachten zijn ook duidelijk omschreven in de handleiding. Elk practicum dient voorbereid te worden door de studenten met behulp van deze handleiding. Er is permanente evaluatie en een examen op het einde van de practicumreeks (buiten de examenperiode).

Practicum determinatie:
Elk practicum begint met een inleiding van de betreffende groepen, eventueel met de ecologische context van de oefening. Inleidingen worden gepresenteerd door experten van de respectievelijke taxa. Tevens wordt de oefening ingeleid aan de hand van de practicumhandleiding. Er is permanente evaluatie alsook een examen op het einde van de practicumreeks (buiten de examenperiode). Voor een deel van het examen kan gebruik gemaakt worden van naslagwerken en de cursustekst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Diversiteit van dieren (B-KUL-G2N09c)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Praktijkexamen
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Schriftelijk examen; gesloten boek. 

Puntenverdeling op 20:
Practica : 6
Theorie: 14

Belangrijke opmerkingen:

  • De student slaagt indien de gewogen eindscore (70% theorie, 30 % practicum) minstens 10/20 bedraagt, tenzij voor één van beide onderdelen een score van lager dan 10/20 wordt behaald, dan kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide onderdelen).
  • Je kunt enkel slagen als je voor beide onderdelen (practica en theorie) het examen hebt afgelegd (indien niet: NA).
  • Je kunt enkel slagen voor het theoretisch examen als je voor elk van de twee (open) hoofdvragen en in totaal voor de definities en stellingen (gesloten vragen) een score behaalt van >3/10. Indien je een verrekende totaalscore van ≥10/20 behaalt, dan wordt deze in een dergelijk geval verlaagd naar 9/20. In geval van een totaalscore <10 blijft die uiteraard behouden.
  • Er kan geen herexamen worden afgelegd voor de practica. Bij niet slagen op de practica tijdens de 1ste zittijd kan de student dus automatisch niet slagen voor dit OPO tijdens het lopende academiejaar.
  • Indien je niet bent geslaagd voor het totaal in de derde zittijd, kun je wel een vrijstelling bekomen voor de onderdelen (theorie, practica) waarvoor je geslaagd was.
  • Bij het ongewettigd afwezig zijn op het practicum of het niet indienen van de huiswerken kan de student wel deelnemen aan het theoretisch examen en voor dit onderdeel een vrijstelling krijgen, maar de student kan niet slagen voor het totale OPO (NA) tijdens het lopende academiejaar.

Toelichting bij herkansen

Er kan geen herexamen worden afgelegd voor de practica.

ECTS Diversiteit van wieren, schimmels en planten (B-KUL-G0N10A)

6 studiepunten Nederlands 67 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:

  • Basisbeginselen van fylogenetische analyse begrijpen en toepassen.
  • Het algemeen vakjargon uit de taxonomie begrijpen, gebruiken en gespecialiseerde termen die gebruikt worden voor bepaalde taxonomische groepen linken aan dit algemeen vakjargon.
  • De verschillende levenscycli (of elementen eruit) beschrijven of toelichten en onderling vergelijken.
  • Taxa van wieren, schimmels en (bloem)planten ordenen volgens de veronderstelde fylogenetische verwantschappen en uit de veelheid aan kenmerken deze die systematische waarde hebben selecteren om deze ordening te beargumenteren.
  • Macro- en microscopisch observeerbare structuren van levend of gefotografeerd plantenmateriaal situeren in de levenscyclus of linken aan een taxon.
  • Een foto-herbarium aanleggen.
  • Op basis van levend of gefotografeerd materiaal (bloem)planten plaatsen in het geëigende taxon en deze positie beargumenteren met de relevante op het aangeboden materiaal zichtbare kenmerken.
  • Grote groepen afbakenen in APG-III. Hierbij gebruik maken van de kenmerken die voor representatieve taxa in de les zijn beschreven en deze illustreren met geëigende vertegenwoordigers uit het eigen herbarium.
  • Bloemplanten determineren tot op soortniveau met de Heukels' flora van Nederland.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de theoretische en praktische kennis van de bouw van vegetatieve en generatieve structuren zoals die aan bod komt in het opleidingsonderdeel Bouw en Functie van Planten.
 

Identieke opleidingsonderdelen

X0B32A: Diversiteit van wieren, schimmels en planten

Onderwijsleeractiviteiten

Diversiteit van wieren, schimmels en planten (B-KUL-G0N10a)

4 studiepunten : College 33 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In deze inleidende cursus bouwt de student een globaal overzicht op van de diversiteit aan schimmels, wieren, en embryofyten (met nadruk op zaad- en bloemplanten) .

De cursus start met een overzicht van de basisprincipes en methodieken uit de fylogenetische analyse. 
Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de voornaamste fossiele en nog levende taxa van schimmels, wieren en embryofyten waarbij de levenscycli en karakteristieke adaptaties doorheen de evolutie centraal staan. Taxa worden besproken aan de hand van één of enkele typevoorbeelden.

Ten slotte volgt een eerste keer kennismaking met APG-III met bijzondere aandacht voor de belangrijkste bloemplantenfamilies en hun typische kenmerken. Waar relevant wordt ingegaan op het economisch belang van de bloemplantenfamilies.

Studiemateriaal

  • De bij het hoorcollege horende cursustekst Diversiteit van Wieren, Schimmels en Planten - Levenscycli, Indeling en Evolutie (recentste versie) is verkrijgbaar bij de cursusdienst van Scientica. Een editie van het vorige academiejaar is nog bruikbaar, maar zal in bepaalde aspecten afwijken van de recentste versie.
  • Slides van elke les worden vooraf op Toledo geplaatst, in een scherm- en afdrukversie. Het wordt aangeraden deze in de les te gebruiken om notities te maken.
  • Zie ook verder bij "practicum" voor bijkomend studiemateriaal.

Toelichting werkvorm

Het hoorcollege bestaat uit uiteenzettingen door de docent, aangevuld met meer activerende werkvormen (denksessies, oefeningen,...) waar de student de aangeboden leerstof consolideert en deels verder uitdiept.

De theorie rond de fylogenetische methodiek wordt ingeoefend aan de hand van een authentieke oefening waarbij gebruik gemaakt wordt van spaarzaamheidssoftware.

Eén hoorcollege vindt plaats in het Arenbergpark in het kader van het leren herkennen van de belangrijkste inheemse bomen (op genusniveau).

Het verder inoefenen van het leren herkennen van de belangrijkste bloemplantenfamilies kan gebeuren aan de hand van een elektronische fotoquiz op Toledo.

Het hoorcollege op regelmatige basis volgen, is essentieel voor het behalen van een goede examenscore.

Diversiteit van wieren, schimmels en planten: practica (B-KUL-G0N56a)

1.5 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

  • Een lichtmicroscopische studie van de vegetatieve en generatieve structuren van enkele typevoorbeelden van taxa die een sleutelrol spelen in het overzicht van de diversiteit.
  • In groep een fotoverslag maken van gedane waarnemingen om een vooraf vastgelegde evolutietrend te illustreren.
  • Een macroscopische (vergelijkende) studie van belangrijke inheemse bloemplantenfamilies. Hierbij worden de soorten gedetermineerd door de student en wordt kennis gemaakt met meerdere types flora's.
  • Een bezoek aan de kruidtuin van Leuven ter illustratie van de belangrijkste inheemse bloemplantenfamilies.

Aan de studenten wordt gevraagd een foto-herbarium in te leveren van zelf te fotograferen mossen, wieren, schimmels en planten. De nodige instructies worden aan het begin van het semester op Toledo geplaatst. 

Studiemateriaal

Een recente versie van de practicumhandleiding Practicum Diversiteit van Wieren, Schimmels en Planten is te verkrijgen bij de cursusdienst van Scientica.

Daarnaast is elke student verplicht zich een persoonlijk exemplaar van de flora Van der Meijden, R. (2005),  Heukels' Flora van Nederland, Wolters-Noordhoff, editie 23 (of hoger) aan te schaffen ivm het practicum en de herbariumopdracht. Ook in andere OPO's zoals geïntegreerd veldwerk en ecologische stages zal dit werk gebruikt worden. De (rode) flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden, Nationale Plantentuin Meise dient niet (langer) aangekocht te worden.

Het verder inoefenen van het leren herkennen van de belangrijkste bloemplantenfamilies kan gebeuren aan de hand van een elektronische fotoquiz op Toledo.

 

Toelichting werkvorm

De practica zijn verplicht. Ongewettigde afwezigheid leidt tot uitsluiting van deelname aan het examen (ook in de herexamenperiode!). Indien een student (gewettigd) verhinderd is, dient de assistent zo snel mogelijk op de hoogte gebracht te worden. Indien mogelijk wordt een inhaalpracticum voorzien.

Diversiteit van wieren, schimmels en planten: excursies (B-KUL-G0N57a)

0.5 studiepunten : Excursie 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De excursie bestaat uit een bezoek aan de Nationale Plantentuin van Meise. Tijdens de excursie wordt aandacht besteed aan het concept Plantentuin, wordt een bezoek gebracht aan de evolutiekas en is er aandacht voor de biomen op aarde.

Studiemateriaal

nvtp

Toelichting werkvorm

De excursie is verplicht. Ongewettigde afwezigheid leidt tot uitsluiting van deelname aan het examen (ook in de herexamenperiode!). Wie niet meekan, dient dit zo snel mogelijk aan de docent te melden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Diversiteit van wieren, schimmels en planten (B-KUL-G2N10a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Een student kan pas deelnemen aan het examen indien de Toledo quiz, het fotoverslag van de microscopiepractica en het foto-herbarium werden ingediend. 
De student slaagt indien de gewogen eindscore (70% theorie, 30 % practicum) minstens 10/20 bedraagt, tenzij voor één van beide onderdelen een score van lager dan 10/20 wordt behaald, dan kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide onderdelen).
Je kunt enkel slagen als je voor beide onderdelen (practica en theorie) het examen hebt afgelegd (indien niet: NA).

De evaluatie voor de practica bestaat enerzijds uit een fotoverslag (groepswerk) en een theorievraag rond plantenmicroscopie (levenscycli van de verschillende plantengroepen). Anderzijds bestaat de evaluatie uit een fotoherbarium, een online foto-quiz (Toledo) en een determinatie-examen.  Indien in het herbarium veel taxa ontbreken, wordt dit beschouwd als niet ingediend (NA). Het determinatie-examen valt reeds voor de examenperiode. Tijdens dit examen moeten studenten plantentaxa (familie en/of genus) op foto’s kunnen benoemen en planten tot op soort determineren aan de hand van een Flora.

Toelichting bij herkansen

De wijze van examineren blijft dezelfde als in de eerste zittijd. Er kan geen herexamen worden afgelegd voor de practica. Bij niet slagen op de practica tijdens de 1ste zittijd kan de student dus automatisch niet slagen voor dit OPO tijdens het lopende academiejaar. Indien je niet bent geslaagd voor het totaal in de derde zittijd, kun je wel een vrijstelling bekomen voor de practica waarvoor je geslaagd was.

 

ECTS Statistiek & data-analyse (B-KUL-G0N11C)

3 studiepunten Nederlands 31 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

De cursus heeft tot doel de basisbegrippen van statistiek bij te brengen zodat de student inzicht verwerft in de methodiek van data−analyse en het gebruik ervan in wetenschappelijke disciplines. Een concrete en correcte toepassing van deze technieken primeert. De cursus beoogt eveneens de studenten vertrouwd te maken met statistische software.

Na het volgen van dit onderdeel:
- heeft de student kennis van  statistische software zoals R om een dataset op een duidelijke manier voor te stellen en samen te vatten door gebruik te maken van gepaste grafische methoden en samenvattende numerieke getallen uit de beschrijvende statistiek, waaronder een staafdiagram, histogram, boxplot, kwantielplot, kruistabel, steekproefgemiddelde, steekproefstandaardafwijking en steekproefvariantie, steekproefcorrelatie. 
- kent de student de belangrijkste kansregels, onafhankelijkheid van gebeurtenissen, voorwaardelijke kans, de wet van de totale kans en de regel van Bayes, en kan deze toepassen in concrete situaties.
- kan de student de belangrijkste eigenschappen van univariate dichtheidsfuncties, verdelingsfuncties en kwantielfuncties hanteren om kansen en kenmerken van een toevalsvariabele te berekenen. In het bijzonder is de student erg vertrouwd met de normale verdeling en de binomiaalverdeling.
- kent de student het belang van de centrale limietstelling en kan deze in concrete situaties toepassen.
- kan de student bij een concreet onderzoeksprobleem en bijhorende data-verzameling de gepaste statistische methode uit de beschrijvende en de inductieve statistiek selecteren en toepassen. De student kan in concrete situaties (cfr. inhoud) puntschattingen berekenen, betrouwbaarheidsintervallen opstellen, hypothesetesten uitvoeren, de resultaten interpreteren en op basis daarvan een correct besluit op een wetenschappelijke manier formuleren. Hij kent ook de voorwaarden om de analyse te mogen uitvoeren en kan deze op een concrete dataset nagaan.  De student kan de gegeven R-output analyseren.
 

Begintermen

Elementaire calculus

Identieke opleidingsonderdelen

X0A17A: Statistiek & data-analyse

Onderwijsleeractiviteiten

Statistiek & data-analyse: hoorcollege (B-KUL-G0N11a)

2 studiepunten : College 16 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

• Inleidend gedeelte: hier wordt aan de hand van eenvoudige praktische voorbeelden het belang van de statistiek uitgelegd. Eveneens worden de basiselementen van beschrijvende statistiek uitgewerkt. Dit omvat numerisch en grafisch weergeven van zowel univariate als bivariate gegevens.
• De belangrijkste rekentechnieken en modellen van de kansrekenen worden ingevoerd. Het betreft hier alleen de basisbeginselen van de kansrekening die behoren tot de meest essentiële toolbox van de statisticus. Na de basisregels van de kansrekening wordt het begrip toevalsvariabele geïntroduceerd tesamen met de overeenkomstige rekentechnieken voor het berekenen van verwachtingswaarden en de kansverdeling van een getransformeerde toevalsvariabele. Met behulp van deze basis worden enkele belangrijke kansmodellen ontwikkeld (binomiaal, Poisson, normaal, exponentieel). Het concept onafhankelijke toevalsvariabelen en correlatie wordt besproken.
• Het deel Verklarende Statistiek behandelt de basisprincipes die worden toegepast bij het schatten van een model op basis van meetgegevens. Daarna wordt de notie van kansverdeling van een statistiek ingevoerd. Verder komen betrouwbaarheidsintervallen en testen van hypothesen aan bod, tesamen met validatieprincipes van een kansmodel. Het verschil tussen een parametrische en niet−parametrische aanpak komt hierbij aan bod. Deze basisprincipes worden toegepast op univariate en bivariate gegevensstructuren, inclusief regressieanalyse.

Studiemateriaal

Er worden slides en on-line lesmateriaal  ter beschikking gesteld.

Materiaal voor de oefeningen wordt ter beschikking gesteld, alsook een formularium en statistische tabellen.

Het boek 'Statistiek en Wetenschap (Acco Uitgeverij) wordt als handboek gebruikt.

Toelichting werkvorm

Er wordt naast de hoorcolleges in het auditorium ook online lesmateriaal ter beschikking gesteld.

Statistiek & data-analyse: oefeningen 3 (B-KUL-G0W79a)

1 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Begeleide oefenzittingen worden aangeboden waardoor de student vertrouwd wordt gemaakt met de rekentechnieken en methoden uit de kansrekening en de statistiek die in de cursus aan bod komen.

Daarnaast maken de studenten kennis met statistische software en worden de resultaten besproken in de oefenzittingen.

Toelichting werkvorm

Oefensessie - PC-sessie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Statistiek & data-analyse (B-KUL-G2N11c)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

 Het examen is volledig schriftelijk.

ECTS Genetica (B-KUL-G0N12B)

3 studiepunten Nederlands 28 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student verwerft kennis en redeneervermogen in de Genetica via een inleidende cursus. De student kan verbanden leggen met moleculaire biologie en celbiologie, maar er wordt voornamelijk gewerkt op het organismaal niveau. De student ziet Genetica als onderzoeksdiscipline op zich en als ondersteunende discipline binnen de Biologie en de Biochemie & Biotechnologie.  

    Begintermen

    Achtergrond in algemene wetenschappen.

    Identieke opleidingsonderdelen

    X0B24B: Genetica
    X0B24C: Genetica

    Onderwijsleeractiviteiten

    Genetica (B-KUL-G0N12a)

    2 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    Inleiding tot de wetenschap van de Genetica

    Basis genetica

    • Meiose en seksuele levenscycli
    • Basisprincipes van overerving, overervingspatronen
    • Linkage, crossing-over en chromosoom mapping in eukaryoten

    Genen en genomen

    • De definitie van een gen, na Mendel
    • Genomen, chromosomen en epigenetica
    • Genetica van bacteriën en virussen
    • Eukaryote Model organismen
    • Basistechnieken van de moleculaire genetica

    Genen en populaties

    • Genen in populaties
    • Genoom wijde associaties
    • Genetische analyse van complexe kenmerken

    Mutanten en fenotypes

    • Identificeren en classificeren van mutanten
    • Fenotypes koppelen aan DNA sequenties
    • Mutante fenotypes en gen activiteit
    • Reverse genetics
    • Genoom editeren

    Interacties tussen genen en regulatiewegen

    • Suppressors en enhancers
    • Epistatische interacties

    Studiemateriaal

    - Cursus

    - Lesdia's
    - e-platform Toledo

     

    Toelichting werkvorm

    College gecombineerd met oefensessies

    Genetica: oefeningen (B-KUL-G0N59a)

    1 studiepunten : Opdracht 8 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    Aan de hand van gevalstudies worden vraagstukken in de Genetica behandeld.

    Indien er voldoende tijd is, is er op het einde van de lessenreeks een discussieoefening over de maatschappelijke relevantie en impact van Genetica.

    Studiemateriaal

    Gevalstudies uitgewerkt met bijhorende multiple choice vragen.

    Toelichting werkvorm

    Casusgebaseerd college - Oefensessie

    • Voorbereiding van gevalstudies
    • Oplossen van vraagstukken over de gevalstudies in de les

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Genetica (B-KUL-G2N12b)

    Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk, Take-home
    Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
    Leermateriaal : Geen

    Toelichting

    Puntenverdeling op 20:
       Toetsen en opdrachten: 3
       Theorie: 17

    De student slaagt indien de gewogen eindscore (85% theoretisch examen, 15% praktische oefeningen) minstens 10/20 bedraagt. De multiple choice vragen zijn zonder gis-correctie.

    Zonder deelname aan en permanente evaluatie voor de praktische oefeningen kan de student niet deelnemen aan het examen en dus ook niet slagen voor het OPO (NA).

     

    Toelichting bij herkansen

    Zonder deelname aan en evaluatie van de praktische oefeningen is ook geen herkansing mogelijk en is de student automatisch niet geslaagd voor dit OPO in het betrokken academiejaar. Het gedeelte permanente evaluatie kan niet herkanst worden. De punten voor de praktische oefeningen worden meegenomen naar de September-zittijd. 

    ECTS Ecologie (B-KUL-G0N15C)

    6 studiepunten Nederlands 65 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
    Stoks Robby (coördinator) |  Honnay Olivier |  Stoks Robby

    Doelstellingen

    De student heeft een grondig inzicht in de ecologische concepten, theorieën en moderne ecologische technieken die hem/haar toelaten de interacties tussen organismen en hun omgeving te begrijpen en te bestuderen op het niveau van populaties, soorten, gemeenschappen en ecosystemen en hij/zij kan hierbij andere subdisciplines zoals dieren- en plantendiversiteit, evolutiebiologie en genetica integreren. Hij/zij kan deze kennis en inzichten ook plaatsen in een maatschappelijke context. Aan de hand van eenvoudige (grafische) wiskundige modellen en simulatiesoftware kan de student concepten uitwerken die hem/haar toelaten voorspellingen te genereren rond ecologische vraagstellingen. De student is in staat om in groepsverband ecologische experimenten uit te voeren en de bekomen data te analyseren met behulp van rekenbladen, te interpreteren en te rapporteren in een schriftelijk verslag waarbij hij/zij blijk geeft van een kritische reflectie op de eigen observaties.

    Begintermen

    Basiskennis van statistiek.

    Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



    GELIJKTIJDIG( G0M75A ) OF GELIJKTIJDIG( X0E15A )


    G0M75AG0M75A : Wetenschapscommunicatie: biologie
    X0E15AX0E15A : Wetenschapscommunicatie voor biowetenschappen


    Onderwijsleeractiviteiten

    Ecologie (B-KUL-G0N15a)

    3.5 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

    Inhoud

    • Populatie-ecologie: demografie
    • Dispersie en migratie
    • Metapopulatiebiologie en landschapsecologie
    • Competitie
    • Predatie
    • Parasitisme
    • Symbiose en mutualisme
    • Materiekringlopen
    • Vegetatiekunde, successie en biomen
    • Mechanismen die gemeenschappen structureren
    • Inleiding tot de gedragsecologie

    Studiemateriaal

    Handboek 'Ecology: from individuals to ecosystems' van Michael Begon, Colin R Townsend, John L Harper (beschikbaar via Scientica).
    Cursustekst (beschikbaar via Scientica).
    Presentatiesoftware (beschikbaar via Toledo).
     

    Toelichting werkvorm

    Klassiek hoorcollege

    Ecologie: werkzittingen (B-KUL-G0N62a)

    1 studiepunten : Practicum 13 Tweede semesterTweede semester

    Inhoud

    • Lotka-Volterra Predator-prooidynamieken
    • Ecologische voetafdruk

    Studiemateriaal

    Cursustekst en opdrachten zijn beschikbaar via Toledo.

    Simulatiesoftware Populus is aanwezig in de PC-klassen.
     

     

    Toelichting werkvorm

    Oefenzittingen in computerklas.

    Ecologie: practicum (B-KUL-G0N63a)

    1.5 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester

    Inhoud

    Opzoeken ecologische literatuur

    Competitie-experimenten

    Energieflux overheen trofische niveaus

    Ideal free distribution van vissen

    Zelfdunning en wet van de constante oogst

    Plantengroeirespons op nutriënten

    Studiemateriaal

    Practicumnota's via Toledo.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Ecologie (B-KUL-G2N15c)

    Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag
    Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
    Leermateriaal : Rekenmachine

    Toelichting

    Het theoretisch examen bestaat uit twee onderdelen (één onderdeel per docent) die elk voor 40% meetellen.

    De student slaagt indien de gewogen eindscore (theoretisch examen 80%, practicum 20%) minstens 10/20 bedraagt, tenzij op één van de twee delen (theoretisch examen, practicum) een score lager dan 10/20 wordt behaald, dan kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide onderdelen).

    Bij het niet deelnemen aan het practicum of het niet indienen van de practicumverslagen kan de student niet deelnemen aan het theoretisch examen en niet slagen voor het OPO (NA).

    Toelichting bij herkansen

    Tweede kans enkel voor het theoretisch deel, niet voor het practicumdeel.

    ECTS Microbiologie (B-KUL-G0N16C)

    6 studiepunten Nederlands 59 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

    Doelstellingen

    De studenten verwerven een algemeen inzicht in de diversiteit van virussen, pro- en eukaryote micro-organismen waarbij ze de voornaamste onderlinge verschillen in bouw, biochemische en fysiologische eigenschappen kunnen relateren aan de veelzijdigheid van microbiële
    activiteiten en de adaptaties aan specifieke niches.  Zij kunnen de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen eubacteria, archaea en eukarya samenvatten en dit kaderen in een evolutionaire context. Zij kunnen algemene en specifieke microbiële metabole processen voor energiewinning beschrijven en relateren aan de habitat van micro-organismen.  Gaandeweg worden de studenten zich bewust van het belang van microbiologie voor fundamenteel onderzoek in een evolutionaire en ecologische context, alsook van het potentieel voor toepassingsgericht technologisch onderzoek met applicaties in de voeding, landbouw en medische sector. Zij kunnen dit beschrijven aan de hand van type-voorbeelden uit de verschillende sectoren, zelf relevante informatie hieromtrent opzoeken en kunnen hierover op een correcte manier communiceren aan de hand van een presentatie. Tijdens het bijbehorend verplichte practicum leren de studenten basisprincipes en praktische vaardigheden m.b.t. manipulatie, isolatie en identificatie van micro-organismen alsook de correcte rapportering van gemaakte observaties, het distilleren van een hypothese en het formuleren van beargumenteerde conclusies.

    Begintermen

    Voorafgaande basiskennis van celbiologie en biochemie, zoals aangereikt in het opo Celbiologie en biochemie (G0N04A, G0N04B, G0N04C) is noodzakelijk. Voorafgaande kennis van genetica, zoals aangereikt in het opo Genetica (G0N12A/G0N12B) is wenselijk.”

    Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



    ( SOEPEL(G0N04B) OF SOEPEL(G0N04C) ) OF ( SOEPEL( X9X08B ) OF SOEPEL( X0E40A ) ) EN
    ( SOEPEL( X0A97C ) OF SOEPEL( X0E45A ) )


    G0N04BG0N04B : Celbiologie en biochemie
    G0N04CG0N04C : Celbiologie en biochemie
    X9X08BX9X08B : Celbiologie
    X0E40AX0E40A : Celbiologie
    X0A97CX0A97C : Biochemie
    X0E45AX0E45A : Biochemie


    Identieke opleidingsonderdelen

    X0B41B: Microbiologie
    G0J06B: Microbiology

    Onderwijsleeractiviteiten

    Microbiologie (B-KUL-G0N16a)

    4.5 studiepunten : College 33 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    1)      Inleiding: Historiek, Microbiologie als fundamentele en toepassingsgerichte wetenschap
    2)      Structuur en opbouw van prokaryote en eukaryote cellen
    3)     Overzicht evolutie en classificatie micro-organismen: Eubacteria, Archaea,  ukarya. Kort overzicht van belangrijke bacteriële organismen, protisten, fungi en wieren, technieken voor fylogenetisch onderzoek
    4)      Virussen: Structuur, levenszcyclus DNA en RNA virussen, detectie- en kwantificatiemethoden
    5)     Microbiële groei: Meting microbiële groei, voor en nadelen batch cultuur versus continue cultuur, omgevingsparameters die groei beïnvloeden
    6)      Controle van microbiële groei: fysische sterilizatietechnieken, antibiotica,
    resistentiemechanismen, alternatieve behandelingsmethoden
    7)     Metabolische diversiteit: overzicht van de belangrijkste mechanismen
    voor energiewinning, koolstofassimilatie, stikstof- en CO2-fixatie
    8)      Microbiële  ecologie: Terrestische en aquatische habitatis, biogeochemische nutriëntcycli

     

    Studiemateriaal

    Toledo presentaties
    Handboek: Brock: Biology of microorganisms; eds Madigan, Martinko, Dunlap & Clark. Pearson Education Inc.

    Toelichting werkvorm

     

     

    Microbiologie: practica (B-KUL-G0N64a)

    1.5 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    Tijdens het practicum leren studenten hoe ze steriel moeten werken. Ze verwerven inzicht in de verschillende technieken en methodes nodig voor de isolatie, identificatie, kwantificatie en opgroeien van micro-organismen. Ze leren ook hoe ze wetenschappelijke data correct moeten rapporteren.

    De practicumsessies bestaan uit on-campus labowerk en on-line instructiemodules. Zowel het labowerk als de instructiemodules moeten verplicht afgewerkt worden.

    De practicumsessies omvatten ondermeer volgende items:

    - Isolatie van micro-organismen en het maken van reinculturen.
    - Kweken en tellen van micro-organismen.
    - Meten van groei en het bepalen van de invloed van externe factoren op groei van micro-organismen.
    - Identificatie, bacteriën, gisten en schimmels a.d.h. van microscopische kleurtechnieken en biochemische testen.
    - Het opstellen van resistentieprofielen.
     

    Studiemateriaal

    Presentaties en instructiemodules
    Practicum handleiding

    Toelichting werkvorm

    Permanente evaluatie: opstellen van verslagen, afleggen tussentijdse toets.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Microbiologie (B-KUL-G2N16c)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Geen

    Toelichting

    De evaluatie van Microbiologie omvat:
    Een schriftelijk examen over het theoretisch gedeelte (14 pt), een zelfstudieproject (posterpresentatie) met peer-assessment (2 pt) en het practicum met doorlopende en eindevaluatie (4pt).
    Zowel het practicum, het zelfstudieproject en de assessment ervan, zijn verplicht en moeten afgewerkt zijn alvorens aan het schriftelijk examen kan worden deelgenomen.

    Voor het schriftelijk examen wordt van de studenten verwacht dat ze tonen inzicht te hebben in de leerstof. Antwoorden met enkel een reproductie van de betreffende leerstof is slechts goed voor maximaal de helft van de punten. Hogere scores worden verkregen door verbanden te leggen tussen de verschillende hoofdstukken van de cursus of met relevante leerstof van andere cursussen.

    Indien een student niet de helft van de punten behaald op het schriftelijk examen (score<7/14), dan wordt voor de eindscore (examen/practicum/zelfstudieproject) afgeweken van de normale afrondingsregel en geldt een afronding naar het eerst lagere gehele getal.

    Toelichting bij herkansen

    Tijdens de 2de examenkans kan enkel het schriftelijk examen worden hernomen. De punten van het practicum en het zelfstudieproject worden overgenomen van de eerste zittijd.

    ECTS Moleculaire biologie (B-KUL-G0O53C)

    6 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

    Doelstellingen

    De student kan:

    • de structuur en werking van prokaryoot RNA-polymerase toelichten, in het bijzonder zijn interactie met het promoter-DNA, en de moleculaire details van transcriptie-initiatie, -elongatie en -terminatie
    • aan de hand van concrete voorbeelden de fijnregeling van transcriptie beschrijven van individuele genen en operons bij prokaryoten
    • uitleggen welke en hoe globale regulatiemechanismen leiden tot belangrijke verschuivingen in genexpressiepatronen bij prokaryoten
    • onderscheid maken tussen structuur en functie van de verschillende eukaryote RNA-polymerasen
    • de rol toelichten van enhancers, silencers en transcriptiefactoren in de recrutering van eukaroyte RNA-polymerase
    • een overzicht geven van de samenstelling en dynamiek van het eukaryote RNApolymerasecomplex en van de algemene transcriptiefactoren
    • een inzichtelijk omschrijving geven van werking, specificiteit en controle van transcriptieactivatoren in het proces van genactivatie
    • de voornaamste verschillen aangeven in het transcriptieproces bij pro- en eukaryoten
    • de moleculaire structuur van chromatine en zijn effecten op genexpressie toelichten
    • de rijping van precursor-mRNA tot matuur mRNA belichten in moleculair detail: splicing, capping en polyadenylering, en uitleggen hoe deze verschillende modificaties onderling gecoördineerd worden in de nucleus
    • de verschillende stappen (initiatie, elongatie, terminatie) in het proces van translatie van mRNA naar eiwit belichten in moleculair-structureel detail, en de overeenkomsten/verschillen aangeven bij proen eukaryoten
    • de algemene mechanismen van DNA-replicatie omschrijven alsook de herstelmechanismen bij DNA-schade
    • de verschillende stappen (initiatie, elongatie, terminatie) in het proces van DNA-replicatie belichten in moleculair-structureel detail
    • de principes van homologe recombinatie uitleggen aan de hand van de RecBCD-weg bij bacteriën; het proces van homologe recombinatie tijdens de meiose bij eukaryoten verduidelijken
    • het proces van genconversie moleculair uitleggen
    • uitleggen wat transposons zijn en hun werking gedetailleerd toelichten, zowel bij pro- als bij eukaryoten
    • de basistechnieken aangeven die gebruikt werden bij de opheldering van moleculair-biologische processen, en hun werkingsprincipes toelichten
    • gepaste basistechnieken en strategieën aanduiden voor het oplossen van courant voorkomende vragen in het moleculair-biologisch onderzoek

    Begintermen

    Basiskennis celbiologie en organische chemie

    Identieke opleidingsonderdelen

    X0B26B: Moleculaire biologie

    Onderwijsleeractiviteiten

    Moleculaire biologie (B-KUL-G0O53a)

    6 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    De inhoud van de cursus is gebaseerd op het handboek "Molecular Biology" van de auteur R. Weaver,
    en behandelt volgende onderdelen (hoofdstukken in het handboek):
    Inleiding (2)
    Moleculair−biologische methoden
         • Moleculaire kloning (4)
         • Tools voor studie van genen en genactiviteit (5)
    Transcriptie bij prokaryoten
         • Mechanisme van transcriptie (6)
         • Transcriptieregulatie (7)
         • Grote transcriptieverschuivingen (8)
    Transcriptie bij eukaryoten
         • RNA-polymerasen en promoters (10)
         • Algemene transcriptiefactoren (11)
         • Transcriptieactivatoren (12)
         • Chromatine en transcriptie (13)
    Post-transcriptionele verwerking
         • mRNA-splicing (15)
         • mRNA-capping en -polyadenylering (16)
    Translatie
         • Translatie-initiatie (17)
         • Translatie-elongatie en -terminatie (18)
    DNA-replicatie, recombinatie en transpositie
         • Basismechanisme en enzymologie (20)
         • Gedetailleerd mechanisme (21)
         • Homologe recombinatie (22)
         • Transpositie (Hoofdstuk 23)

    Studiemateriaal

    Handboek: Robert F. Weaver "Molecular Biology" 5de editie, McGraw-Hill, New York, ©2012
    Handouts presentaties
    Multimedia

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Moleculaire biologie (B-KUL-G2O53c)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Geen

    ECTS Biofysica (B-KUL-G0R82B)

    9 studiepunten Nederlands 88 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
    Wagner Patrick (coördinator) |  Bartic Carmen |  Wagner Patrick

    Doelstellingen

    Tijdens dit opleidingsonderdeel zul je de basisprincipes van de klassieke fysica leren begrijpen en ermee leren werken. Je verwerft inzicht  in de principes van de overdracht van energie en van elektrische signalen, met toepassing op prikkelgeleiding langs een axon.

    Begintermen

    Je beschikt over een basiskennis fysica en wiskunde.

    Identieke opleidingsonderdelen

    G0R82A: Biofysica

    Onderwijsleeractiviteiten

    Biofysica (B-KUL-G0R82a)

    6 studiepunten : College 48 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    In dit opleidingsonderdeel leer je werken met de principes van Newton en van arbeid en energie, met de klemtoon op mechanische, elektrische en magnetische wisselwerkingen. Je leert deze kennis gebruiken om enkele processen in het lichaam te begrijpen, zoals het ontstaan van de elektrische spanning over een celmembraan en het verloop van het signaal door een zenuwcel.

    In deze onderwijsleeractiviteit komen volgende onderwerpen aan bod:

    - Kinematica en dynamica: Beschrijving van beweging d.m.v. vectoren, cirkelbeweging, trillingen en stelling van Fourier. Wisselwerkingen: Gravitatie, elektromagnetische en contactkrachten. Wetten van Newton en toepassingen ervan met inbegrip van bewegingsvergelijkingen. Dynamica van systemen: Massacentrum, translatie, moment van een kracht, rotatie en traagheidsmomenten. Behoud van hoeveelheid beweging en impulsmoment.

    -  Energie: Arbeid door een kracht, begrip druk, arbeid door druk, kinetische energie, potentiële energie (zwaartekracht, gravitatie, veerkracht). Wet van arbeid en totale energie, elastische en inelastische botsingen, inwendige energie van een systeem.

    - Elektrische velden en elektrostatische potentiaal van puntladingen, veld en potentiaal van een dipool (driehoek van Einthoven).

    - Elektrische geleiding en stroomkringen: stroom (ook in elektrolyten), weerstand, wetten van Kirchhoff, vermogen, spanningsverdeling, versterking, membraanspanning, geleiding langs een axon, schakelingen die de functie van een membraan simuleren, wisselstromen en condensatoren.

    - Thermische fysica van gassen, vloeistoffen en vaste stoffen: Begrip temperatuur, inwendige energie, warmte-uitwisseling (met en zonder temperatuurverandering), warmtegeleiding, thermische uitzetting, eerste wet van de thermodynamica, entropie en tweede wet van de thermodynamica (evolutie van systemen).

    - Fysica van vloeistoffen: Oppervlakspanning, capillaire krachten, wet van de continuiteit, wet van Bernoulli, laminaire en turbulente stromingen in een fysiologische context, transport van materie door diffusie (wetten van Fick en Nernst).

    - Inleiding tot golven: lopende en staande golven, superpositieprincipe, interferentie, diffractie, geluidsgolven en de functie van het gehoor.

    - Geometrische optica met inbegrip van breking, wet van Snellius, totale inwendige weerkaatsing, convergerende en divergerende lenzen, lenzenformule, lenzenmakersformule, veergrootglas en microsccop, werking van het menselijk oog, oogafwijkingen en kleurperceptie.

    - Enkele principes van de atoomfysica (model van Bohr) en de kwantumfysica met toepassingen op fluorescentie-microscopie, spectroscopie, lasers en MRI.

    Studiemateriaal

    Het studiemateriaal bestaat uit de slides die tijdens de hoorcolleges worden gepresenteerd (beschikbaar op Toledo) en uit het boek "Physics for Scientists and Engineers with Modern Physics" door Douglas C. Giancoli, uitgegeven door Pearson Education International.

    Toelichting werkvorm

    Als student wordt van je verwacht dat je actief meewerkt aan de hoorcolleges. Hierdoor leer je de leerstof begrijpen. De interactie wordt gestimuleerd door conceptuele vragen en korte oefeningen, waardoor je de basisprincipes ook leert  toepassen. De presentaties van de hoorcolleges verschijnen op Toledo.

    Biofysica: practicum (B-KUL-G0R83a)

    1 studiepunten : Practicum 12 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    Fysica en biofysica zijn van nature experimentele wetenschappen. Meten en rapporteren over metingen zijn een essentieel onderdeel van ervan. Daarom horen bij dit opleidingsonderdeel enkele practica.*

    Omdat we in dit opleidingsonderdeel vooral de klemtoon leggen op elektrische fenomenen komen volgende onderwerpen in dit practicum aan bod:
    ·          elektrische geleiding: meten van weerstanden en de studie van de RC-kring met meting van tijdsconstanten;
    ·          inleiding tot golven: interferentie.

    Studiemateriaal

    Het studiemateriaal bestaat uit:       
    ·          een handleiding bij de practica, die op TOLEDO verschijnt als pdf document.
    ·          cursusteksten: Van Fysica naar Biofysica. Jos Rogiers, mmv Peter Lievens, Staf Ruymbeek en Liesbeth Volckaert. (2 delen, uitgever: ACCO), 2010.

    Toelichting werkvorm

    Door zelf enkele experimenten te doen ga je enkele principes van de fysica beter begrijpen. Verder leer je omgaan met eenvoudige apparatuur, experimentele gegevens analyseren en besluiten formuleren. De practica vormen een geïntegreerd deel van de hoorcolleges.

    Biofysica: werkzittingen (B-KUL-G0R84a)

    2 studiepunten : Practicum 28 Eerste semesterEerste semester

    Inhoud

    Door te redeneren over enkele fundamentele wisselwerkingen, zoals de elektrische en magnetische krachten en de krachten tussen de kernen, zijn we erin geslaagd om heel wat verschijnselen, die zich in de natuur voordoen, te verklaren. Tijdens deze oefenzittingen leer je werken met deze principes om zo de aspecten die in de hoorcolleges aan bod komen nog beter te begrijpen. De onderwerpen oefeningen sluiten onmiddellijk aan op de onderwerpen besproken tijdens de hoorcolleges.

    *

    In de werkzittingen komen volgende onderwerpen aan bod:
    ·          kinematica,
    ·          dynamica: leren werken met de tweede wet van Newton,
    ·          dynamica: tijdsevolutie van systemen (eerste orde)
    ·          dynamica van systemen: behoudswetten,
    ·          statica,
    ·          arbeid en energie 1,
    ·          arbeid en energie 2 en botsingen,

    -          thermofysica.

    -          golven
    ·          elektrische netwerken 1,
    ·          elektrische netwerken 2,

    Studiemateriaal

    Het studiemateriaal bestaat uit de cursusteksten Van Fysica naar Biofysica, Jos Rogiers, mmv Peter Lievens, Staf Ruymbeek en Liesbeth Volckaert. (2 delen, uitgever: ACCO), 2010 en de opgaven die wekelijks op TOLEDO verschijnen.

    Toelichting werkvorm

    Onder begeleiding van een medewerker leer je zelfstandig enekel fysische vraagstukken oplossen. Samenwerking met medestudenten wordt gestimuleerd. Geselecteerde oplossingen verschijnen achteraf op Toledo.

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Biofysica (B-KUL-G2R82b)

    Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Rekenmachine

    Toelichting

    Het examen bestaat uit enkele vragen over de theorie en uit oefeningen (voor een totaal van 13.5/20). Het zwaartepunt van de beoordeling ligt bij de oefeningen.

    De activiteit gedurende de practica en de verslagen van de practica vormen een klein element van de beoordeling (2.5/20).

    De evaluatie van de oefeningen bestaat deels ook uit schriftelijke tussentijdse toetsen (4/20). De deelname aan deze tussentijdse toetsen is verplicht, zonder deelname scoor je bij dit onderdeel 0/4.

    De theorie wordt beoordeeld via een schriftelijk examen. Het rekenmachine mag enkel gebruikt worden voor het gedeelte oefeningen.