Educatieve master in de godsdienst (verkort programma) (Diepenbeek)

CQ Educatieve master in de godsdienst (verkort programma) (Diepenbeek)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de verkorte educatieve master in de godsdienst.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

 

 

Toelatingsvoorwaarden

Educatieve master in de godsdienst (verkort programma voor masters) (Diepenbeek)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_54958353.htm#activetab=voorwaardenEducatieve master in de godsdienst (verkort programma voor educatieve masters) (Diepenbeek)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_55605391.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

Educatieve master godsdienst

Opleidingsspecifieke leerresultaten voor de component leraarschap binnen de educatieve master

De educatieve master:

OLR1) Beschikt over aantoonbare kennis en wetenschappelijk inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders (m.i.v. onderwijstechnologische expertise) en in de onderbouwing en evolutie ervan. Hij/zij heeft inzicht in de interactie tussen deze drie domeinen en kan deze geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.

OLR2) Kan vanuit de erkenning van diversiteit verschillende vormen van diversiteit herkennen en er adequaat, kritisch en verantwoord mee omgaan in alle aspecten van het educatieve handelen.

OLR3) Zoekt actief naar en analyseert kritisch wetenschappelijk onderzoek binnen de drie eerder genoemde domeinen en kan zelfstandig en op wetenschappelijke wijze onderwijsrelevant onderzoek ontwerpen en uitvoeren. Hij/zij stuurt op basis hiervan autonoom de eigen praktijk bij en neemt initiatief om de resultaten en hun implicaties actief te dissemineren binnen de educatieve context.

OLR4) Kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) m.i.v. het ontwerpen en selecteren van leermaterialen.

OLR5) Kan leer- en onderwijsprocessen planmatig proactief organiseren en begeleiden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) via een efficiënt klasmanagement;
g) m.i.v. het kritisch evalueren en bijsturen van de leer- en onderwijsprocessen, en aanpassen van leermaterialen;
h) m.i.v. het evalueren en terugkoppelen van de leeruitkomsten van de lerenden.

OLR6) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband een positief leer- en leefklimaat op groepsniveau creëren, uitbouwen, wetenschappelijk verantwoorden, kritisch evalueren en bijsturen, met oog voor het emotionele en fysieke welzijn van elke lerende, en gericht op (de voorbereiding van) maatschappelijke participatie.

OLR7) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband processen op organisatieniveau met betrekking tot een positief leer- en leefklimaat onderzoeksgericht analyseren en een leidende rol opnemen in het optimaliseren en opstellen van nieuwe wetenschappelijk onderbouwde processen. Hij/zij is in staat om deze processen, vanuit een multi- en interdisciplinair perspectief, kritisch te evalueren en bij te sturen.

OLR8) Kan helder communiceren met lerenden, schoolteam, ouders/verzorgers en externen. Hij/zij kan de effectiviteit van de communicatie aftoetsen en zo nodig de communicatie bijsturen.

OLR9) Kan een beargumenteerd standpunt innemen over, en actief deelnemen en bijdragen aan het (inter)nationale publieke debat over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen binnen de drie eerder genoemde domeinen.

OLR10) Kan initiatief en verantwoordelijkheid nemen om innovaties uit het brede onderzoeks- en onderwijsveld zelfstandig en in samenwerkingsverband actief te zoeken, te ontwikkelen op basis van wetenschappelijk onderzoek en uit te voeren op groeps- en organisatieniveau.

OLR11) Kan zich autonoom en proactief documenteren over juridische en administratieve aspecten van het leraarschap en kan hieruit zowel zijn/haar eigen rechtspositie en deontologie, als die van de lerenden, afleiden en duiden.


Domeinvakdidactische leerresultaten

OLR12) De student/leerkracht beschikt over kennis, inzicht en een geijkte terminologie omtrent het hedendaags godsdienstonderwijs. De student kan inzichten over godsdienstonderwijs in dialoog brengen met de theologische en godsdienstwetenschappelijke domeinkennis en met de praktijk. De student kan een verantwoorde, theoretisch goed onderbouwde en praktijkgerichte visie op het vak godsdienst verwoorden. = als inhoudelijk expert

OLR13) De student/leerkracht beschikt over de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatieve en interreligieuze godsdienstpedagogiek, in concrete situaties vorm te geven aan het vak godsdienst binnen het curriculum van de school en aan de (katholieke/levensbeschouwelijke) identiteit van de school. = als lid van een schoolteam, als lid van de onderwijsgemeenschap
  
OLR14) Door zich te bekwamen in de inhoud, de methodiek en de geest van de leerplannen godsdienst en de toepassing ervan in de klaspraktijk, ontwikkelt de student/leerkracht inzicht en vaardigheden in het specifieke leerproces van het vak godsdienst op de secundaire school. Deze bekwaamheid toont zich in het bijzonder in de vorm van implementatieonderzoek waarbij de student/leerkracht een onderwerp uit het vakdomein volgens de hermeneutisch-communicatieve methode weet om te zetten in een consistent en in de praktijk afgetoetst didactisch instrumentarium. = als begeleider van het leer- en ontwikkelingsproces

OLR15) De student/leerkracht laat zich bij het geven van het vak helpen door de ontwikkelingspsychologische, pedagogische en theologische vooronderstellingen die in het vak godsdienst een rol spelen. Dit geeft hem/haar inzicht in de verhouding van leerlingbegeleiding tot het vak godsdienst enerzijds en de schoolpastoraal anderzijds. Daarbij staan aandacht voor de pluraliteit aan levensbeschouwingen, de individuele identiteitsontwikkeling van de leerling, de inhoud van de religieuze traditie en de aandacht voor de volledige mens, met inbegrip van de levensbeschouwelijke en spirituele dimensie, voorop. = als opvoeder, als lid van het schoolteam

OLR16) De student/leerkracht kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op het levensbeschouwelijke domein met een persoonlijk godsdienstdidactisch interpretatiekader dat voortdurend in beweging is. Dankzij dit kader gaat de student/leerkracht kritisch om met informatie, ontwikkelingen en dialoog rond het levensbeschouwelijke. = als cultuurparticipant, als onderzoeker

OLR17) De student/leerkracht weet de levensbeschouwelijke identiteit en diversiteit van een school aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en kan de resultaten van dit onderzoek gebruiken om zijn/haar functie als godsdienstleerkracht in een schoolgemeenschap te vertegenwoordigen in de omgang met de leerlingen, het schoolteam, de scholengemeenschap en de samenleving. = als innovator, als onderzoeker, als lid van een schoolteam, als lid van de onderwijsgemeenschap, als cultuurparticipant

OLR18) Door inzicht in en het inspelen op de aanwezige levensbeschouwelijke diversiteit en de sociaal-emotionele context die dit met zich meebrengt, weet de student/ leerkracht een positief leefklimaat te scheppen die de emancipatie van de leerlingen bevordert, op persoonlijk en maatschappelijk vlak. = als opvoeder

OLR19) De student/leerkracht kan ICT als instrument en medium van godsdienstdidactisch handelen benutten, onder andere door actief deel te nemen aan de elektronische omgeving van Thomas (www.godsdienstonderwijs.be) voor leerkrachten godsdienst in Vlaanderen. = als begeleider van het leer- en ontwikkelingsproces

OLR20) De student/leerkracht heeft kennis van en werkt mee aan het opvoedingsproject van de school. = als opvoeder, als lid van het schoolteam

OLR21) De student/leerkracht legt contacten, communiceert en werkt samen met ouders en externe instanties (in het bijzonder de mandaatverleners) op een manier en rekening houdend met factoren die eigen zijn aan zijn/haar vak: met openheid, respect, zin in dialoog, met oog voor diversiteit van sociale, culturele of religieuze aard, met aandacht voor het specifiek levensbeschouwelijk en confessioneel gebonden perspectief en de daaraan verbonden deontologie en rechtspositie van de godsdienstleerkracht. = als partner van externen, ouders, verzorgenden


Vakspecifieke leerresultaten theologie- en religiewetenschappen

De student:

OLR22) Verwerft kennis van de inhouden en methoden van de theologie- en religiestudie.

OLR23) Is in staat om religieuze vraagstukken (bronnen van de godsdienst, ethische kwesties, enz.) te onderkennen, in het bijzonder in relatie tot de onderwijscontext.

OLR24) Is in staat om wetenschappelijke en andere literatuur inzake theologie en religiewetenschappen kritisch te lezen en te benutten en de vertaalslag te maken naar de onderwijscontext.

OLR25) Is in staat om de studie-inhoud zelfstandig te verwerken.

OLR26) Is in staat om op een zelfstandige wijze theologische en religiewetenschappelijke problemen, concepten en inzichten uit te leggen in het kader van onderwijs met een gevoeligheid voor de maatschappelijke en globale context waarin deze problemen, concepten en inzichten zich situeren.

OLR27) Verwerft inzicht in attitudes, methodes en kennis die nodig zijn om een theologisch of religiewetenschappelijk onderzoek op een wetenschappelijk correcte manier te schrijven en kan zo’n onderzoek onder begeleiding zelf verrichten en hierover zelfstandig rapporteren.

OLR28) Is bekwaam om de theoretische inzichten te hanteren in concrete praktijken en om praktijken en ervaringen theoretisch te kaderen en/of als aanzet tot vernieuwde of verdiepte theorievorming te erkennen.


Vormingsdoelen:

VD1) Studenten staan open voor deelname aan discussies en het beargumenteren van eigen ideeën.

VD2) De afgestudeerde masterstudenten tonen bereidheid het handelen af te stemmen op de opgebouwde kennis en inzichten.

VD3) Studenten hebben aandacht voor de ondersteuning van anderen in hun spiritualiteit en levensbeschouwing.

VD4) Studenten zijn zich bewust van hun eigen levensbeschouwing en spiritualiteit.

VD5) Studenten zijn bereid om continu bij te leren en tonen tijdens hun studie interesse voor de navorming die de Faculteit organiseert.

VD6) Studenten ontwikkelen een onderzoeksgerichte attitude door continu, autonoom, genuanceerd en kritisch te reflecteren op en te oordelen over de relatie tussen maatschappelijke, theologische en religiewetenschappelijke thema’s.

VD7) Studenten staan open voor opdrachten die gericht zijn op een concrete bijdrage aan relevante maatschappelijke of religieuze problemen (bijdrage aan websites als Thomas/Elisabeth/Vaticanum II, blogs, ….).

VD8) Studenten hebben aandacht voor de integratie van de gehele persoon in het vormings- en leerproces aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, bijvoorbeeld door deelname aan evenementen als Faculty Stars, liturgie en rituelen, toneel, muziek, sport, excursies of door het opnemen van stage-opleidingsonderdelen, het volgen van geestelijke begeleiding, het werken aan de eigen persoonlijkheid en interpersoonlijke vaardigheden ….

VD9) Studenten zijn alert voor thema’s als solidariteit en rechtvaardigheid, met aandacht voor de meest kwetsbaren, en dit zowel binnen de lessen als daarbuiten (inzet voor medestudenten; deelname aan solidariteitsacties of sociaal activisme rond thema’s als diversiteit, duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid, vrede, fair trade, …).

Vormingsdoelen voor het luik leraarschap

De educatieve master:

VD1) Beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en binnen het algemene pedagogisch-onderwijskundige domein, met aandacht voor creativiteit en duurzaamheid. Hij/zij is daarbij in staat om te reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsvisie en –praktijk en deze kritisch te bevragen en bij te sturen.

VD2) Erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit (onder meer binnen grootstedelijke contexten), ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan, en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.

VD3) Ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van continue professionele ontwikkeling voor de vakdiscipline, vakdidactiek en het algemeen pedagogisch-onderwijskundig domein inzake zijn/haar educatieve handelen, en toont daarbij bereidheid en enthousiasme om te innoveren.

VD4) Interesseert zich voor actualiteit en voor onderwijs in het algemeen, en is gepassioneerd en geëngageerd voor het vakgebied en het educatieve handelen.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_MA_Educatieve master godsdienst.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Educatieve master in de godsdienst (verkort programma voor masters) (Diepenbeek)

programma

In geval van vragen bij het samenstellen van het individueel studieprogramma neemt de student contact op met de studieloopbaanbegeleider.

Studenten die al een creditbewijs hebben verworven voor een opleidingsonderdeel dat deel uitmaakt van het programma van een EM, kunnen hiervoor een vrijstelling aanvragen. Dat geldt ook voor keuzevakken in de EM.

Studenten kunnen opleidingsonderdelen van andere vestigingsplaatsen in hun studieprogramma opnemen. Voor een aantal keuzeopleidingsonderdelen wordt het toegelaten aantal studenten beperkt. Indien dit van toepassing is wordt dit vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel.

SC Educatieve master in de godsdienst (verkort programma voor educatieve masters) (Diepenbeek)

programma

In geval van vragen bij het samenstellen van het individueel studieprogramma neemt de student contact op met de studieloopbaanbegeleider.

Studenten die al een creditbewijs hebben verworven voor een opleidingsonderdeel dat deel uitmaakt van het programma van een EM, kunnen hiervoor een vrijstelling aanvragen. Dat geldt ook voor keuzevakken in de EM.

Studenten kunnen opleidingsonderdelen van andere vestigingsplaatsen in hun studieprogramma opnemen. Voor een aantal keuzeopleidingsonderdelen wordt het toegelaten aantal studenten beperkt. Indien dit van toepassing is wordt dit vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel.

Studenten die reeds over een Educatieve Master-diploma beschikken, zijn vrijgesteld van het OPO Masterproef: vakdidactische oefeningen godsdienst (B-KUL-A05H4A).

printECTS33.xsl

ECTS Werkcollege wereldgodsdiensten, religiestudie en interreligieuze dialoog (B-KUL-A01D1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Ahaddour Chaïma |  Vandewiele Wim (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om een kleinschalig kwalitatief onderzoek uit te voeren over een religieus fenomeen in de hedendaagse samenleving. De student weet waar en hoe hij of zij relevante, wetenschappelijke studies kan opsporen (heuristiek). De student is in staat om een semi-gestructureerd face-to-face interview over een religieus thema af te nemen en kan de moeilijkheden die gepaard gaan met zo een interview identificeren. De student kan een inhoudelijke analyse (traditional content analysis) maken van kwalitatieve data en heeft theoretische sensitiviteit verworven om dit op een diepgaande manier te doen. De student kan de complexiteit van het concrete bestudeerde religieuze fenomeen uitleggen en op een wetenschappelijk verantwoorde manier formuleren.

Begintermen

Geen specifieke begintermen.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Werkcollege wereldgodsdiensten, religiestudie en interreligieuze dialoog (B-KUL-A01D1a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester
Ahaddour Chaïma |  Vandewiele Wim (plaatsvervanger)

Inhoud

Het werkcollege bestaat uit een exploratief mini-onderzoek naar een religieus fenomeen in de hedendaagse samenleving (bv. de betekenis van uiterlijke religieuze symbolen voor sikhs in Vlaanderen, de wijze waarop religie verpleegkundigen die werkzaam zijn in de Vlaamse palliatieve zorg inspireert, de houdingen van Vlaamse leerkrachten rooms-katholieke godsdienst tegenover het hindoeïsme). Het concrete thema wordt in de eerste sessie van het werkcollege voorgesteld. In het kader van het werkcollege voeren de studenten beperkt veldwerk uit waarbij elk van hen een interview afneemt met een relevante respondent waarin wordt ingegaan op het thema van het werkcollege. We kiezen ervoor om te werken met semi-gestructureerde interviews waarbij de studenten geen uitgewerkte vragenlijst voorbereiden, maar wel oog hebben voor vooraf vastgelegde topics die tijdens het interview dienen te worden behandeld. Iedere student maakt een volledige transcriptie van het interview en voert er een inhoudelijke analyse (traditional content analysis) op uit. Om de deelnemers voldoende tijd te bieden voor respondentenwerving en om hen in staat te stellen om hun onderzoek met voldoende methodologische en inhoudelijke achtergrond aan te vatten, zullen de eerste sessies theoretische uiteenzettingen bevatten over empirisch religiewetenschappelijk onderzoek en zal achtergrondinformatie verstrekt worden aangaande het thema van het werkcollege. In de daarop volgende sessies presenteren in principe twee studenten per sessie het door hen uitgevoerde onderzoek, waarna tijd overblijft voor discussie. Tijdens deze discussie wordt de kwaliteit van de verzamelde data en de codering en analyse besproken.

 

Studiemateriaal

  • Powerpointpresentaties door docent en studenten
  • Toledo
  • Voorbeeldmateriaal (interviewtranscripties en codelijsten van de docent)
     

Toelichting werkvorm

  • Vier inleidende sessies gegeven door de docent bieden de deelnemers voldoende inhoudelijke achtergrond en methodologisch inzicht om zelf een semi-gestructureerd face-to-face interview af te nemen met een respondent over het concrete thema van het werkcollege.
  • Per sessie presenteren - idealiter - twee studenten ieder afzonderlijk hun bevindingen. De studenten mogen zelf bepalen of zij voor deze presentatie gebruik maken van PowerPoint. In hun presentatie geven de studenten antwoord op de volgende vragen:
    o Hoe werd de respondent gevonden en gecontacteerd?
    o Hoe zag de gebruikte interview guide eruit en hoe verliep het interview?
    o Welke codes, subcodes en categorieën kwamen uit de analyse naar voren? (Hierbij verwijst de student uitvoerig naar concrete passages uit het interview.)
  • Na iedere presentatie is er mogelijkheid tot discussie. Tijdens de discussies kan er dieper ingegaan worden op het interviewproces en de analyse. Doordat de docent in de eerste plaats optreedt als moderator van deze discussies, leren de studenten niet enkel bij van de docent maar ook van elkaar.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Werkcollege wereldgodsdiensten, religiestudie en interreligieuze dialoog (B-KUL-A21D1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Studenten worden op drie elementen beoordeeld:
• presentatie tijdens de sessie –met aandacht voor het interview, de codering en analyse (20%)
• medewerking tijdens de sessies (10%)
• paper (70%)


Van de studenten wordt verwacht dat ze tijdens hun presentatie op een coherente en inzichtelijke wijze hun interview, codering en analyse voorstellen. Aangezien het werkcollege wordt opgevat als een leerproces waarbij de studenten zowel doorheen hun eigen onderzoek als de confrontatie met het onderzoek van hun collega’s geleidelijk de bekwaamheid verwerven om op basis van interviews kwalitatief religiewetenschappelijk onderzoek te verrichten, ligt het voor de hand dat de verwachtingen van de docent hoger liggen bij studenten die hun presentatie in latere sessies doen. Bij de beoordeling van de presentatie wordt ook rekening gehouden met de mate waarin de student kritisch-reflexief omgaat met de vragen en bemerking van zijn/haar collega’s. Bij de evaluatie van de medewerking tijdens de sessies wordt gekeken naar de mate waarin de student door het stellen van kritische vragen en het formuleren van doordachte en relevante opmerkingen heeft bijgedragen aan het leerproces.

In het kader van het werkcollege schrijven de studenten een paper. Bij het schrijven van deze paper volgen de studenten de bepalingen in de facultaire richtlijnen voor het schrijven van scripties, verhandelingen, onderzoeksscripties en proefschriften. De eigenlijk paper (zonder bijlagen maar met bibliografie) is ongeveer 5 000 woorden lang. De paper wordt geschreven als een wetenschappelijk artikel waarin de student ingaat op het thema van het werkcollege. Het eigen interview en citaten daaruit worden op een kritische en creatieve wijze in de tekst verwerkt. Het is niet de bedoeling om ook de interviews van medestudenten in de paper te verwerken. Bij de eigenlijke paper worden drie bijlagen toegevoegd: een korte beschrijving van hoe de geïnterviewde werd gevonden, het getranscribeerde interview en een boomstructuur van categorieën, codes en subcodes. Bij de evaluatie van de paper wordt gelet op de mate waarin de student zijn of haar empirische bevindingen op een kritische en wetenschappelijk verantwoorde wijze in dialoog laat treden met bevindingen uit de wetenschappelijke literatuur met betrekking tot het thema van het werkcollege.

ECTS Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A01D9A)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De studenten verwerven de kennis en de geijkte terminologie omtrent de problematiek van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit. Welke elementen en dynamieken constitueren de collectieve identiteit van een onderwijsinstitutie? Waaruit bestaat de specificiteit van een katholieke schoolidentiteit? Hoe verhouden zich katholieke identiteit en levensbeschouwelijke pluraliteit? Voor welke uitdagingen ziet het Vlaamse onderwijs zich vandaag geplaatst, en wat is de aanleiding van de huidige crisis? Welke theoretische opties dienen zich aan om deze uitdagingen van antwoord te dienen? 
  • De studenten vormen zich tot bekwame analisten en interpretatoren van levensbeschouwelijke/katholieke identiteit van hun school (descriptieve analyse en interpretatie van de werkelijkheid). Ze leren om de identity markers, die de typische eigenheid van een onderwijsinstitutie bepalen, te herkennen, te interpreteren, en aan anderen te communiceren.
  • De studenten bekwamen zich in het efficiënt reflecteren en zinvol oordelen over de normativiteit van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit (normatieve beoordeling van de werkelijkheid).
  • De studenten worden uitgenodigd een eigen houding te ontwikkelen ten aanzien van de identiteit van een school. Van hen wordt verwacht hun visie op de levensbeschouwelijke identiteit van de school te bereflecteren, te verdiepen, en te confronteren met de normatieve visie van het katholiek onderwijs in Vlaanderen.
  • De studenten verwerven de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatief perspectief, in concrete situaties mee vorm te geven aan levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.

Begintermen

  • Bereidheid tot kritische reflectie en persoonlijke vorming, met het oog op het verder ontplooien van een eigen visie op levensbeschouwelijke schoolidentiteit, in dialoog met de visie uit de cursus.
  • Basis computervaardigheden zijn wenselijk.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theologie, Religie en Onderwijs (B-KUL-A01D9a)

5 studiepunten : Opdracht 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Studenten worden in dit vak uitgedaagd om diepgaand kennis te maken met het empirische identiteitsonderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit zoals dat aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen vorm kreeg. Dit identiteitsonderzoek werd theoretisch en empirisch ontwikkeld binnen het Centrum Academische Lerarenopleiding Theologie en Religiewetenschappen in de context van het ‘Enhancing Catholic School Identity Project (ECSI)’ in opdracht van de Catholic Education Commission of the Australian federal state of Victoria (CECV). De focus van dit onderzoek is de levensbeschouwelijke identiteit van onderwijsinstellingen, die vandaag voor de uitdaging staan om hun identiteit te recontextualiseren in een detraditionaliserende en pluraliserende samenleving. Het is dit onderzoek waarbinnen het concept ‘katholieke dialoogschool’ tot stand kwam dat intussen ook in Vlaanderen is overgenomen als basis voor de identiteit van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
  • Studenten verkennen de theoretische identiteitsmodellen die aan de grondslag liggen van dit onderzoek, en worden geïntroduceerd in de typologische attitudeschalen verbonden met deze modellen. De studenten verwerven inzicht in de componenten en dynamieken van levensbeschouwelijke schoolidentiteit, en een praktische vertrouwdheid met de gehanteerde empirische methodologie.
  • Studenten worden in dit vak, doorheen deze online webmodule, uitgedaagd te reflecteren over persoonlijke, professionele en institutionele identiteit. De studenten worden telkens uitgenodigd standpunt in te nemen ten aanzien van deze identiteitsmodellen, om vervolgens hun visie te verdiepen en te confronteren met de normatieve theologische visie (cfr. hierboven).

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Een online webmodule, een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’ bestaande uit 5 grote delen, introduceert de student stapsgewijs in het denken rond levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit, aan de hand van ervaringsgerichte oefeningen, empirisch onderzoek, literatuur, verdiepende reflectieoefeningen, enzovoort. 
  • Bij het begin van elk deel van de online webmodule wordt een cursus reader voorzien, met enerzijds verplichte literatuur ter ondersteuning en anderzijds optionele literatuur ter verdieping van de inhoud van de cursus.
  • De studenten verkrijgen hun eigen resultaat inzake de drie theoretische identiteitsmodellen (PKG Schaal, Melbourne Schaal, Victoria Schaal) op basis van de ingevulde vragenlijsten. De studenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de resultaten van de eigen schaalresultaten aan de docent te bezorgen (didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.
  • Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting onderwijstaal

De gehanteerde MOOC is volledig in het Nederlands vertaald.

Toelichting werkvorm

  • De studenten verwerven in dit vak kennis en competenties door het volgen van een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’. Deze MOOC (Massive Open Online Course) met beeldmateriaal, kennisclips, vragenlijsten, oefeningen, casussen en feedback wordt in zelfstudie doorlopen. De MOOC is een digitale leeromgeving, waarbij de student autonoom leert en reflecteert over het theoretisch en empirisch onderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.
  • In een gemeenschappelijke startvergadering wordt de opzet van het vak en deze werkvorm toegelicht. Elke student krijgt een persoonlijke begeleider van het Centrum Academische Lerarenopleiding godsdienst.
  • Na de startvergadering kan de student van start gaan met het doornemen, verwerken en invullen van de online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC.
  • Er worden feedbackmomenten voorzien waarin de student individueel vragen en bedenkingen kan bespreken en waarin samen gereflecteerd kan worden over het afgelegde traject. De student is verplicht minstens één feedbackmoment in te bouwen en kan maximaal drie feedbackmomenten opnemen. Een feedbackmoment kan telkens worden aangevraagd indien de student één deel van de MOOC heeft afgewerkt, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) en/of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • Het opleidingsonderdeel mondt uit in een examengesprek met de betrokken docent. Op het examen krijgt de student empirische data en casussen voorgelegd en worden de persoonlijke resultaten van de student van de verschillende schalen besproken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A21D9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Computer, Cursusmateriaal

Toelichting

Evaluatievorm

  • Type: Permanente evaluatie in combinatie met een examengesprek tijdens de examenperiode
  • Evaluatievorm: procesevaluatie, productevaluatie en mondeling examen
  • Vraagvormen: open vragen
  • Leermateriaal: online webmodule en bijhorende cursus reader

 

Het eindresultaat komt tot stand op basis van de volgende soorten evaluatie:

  • Proces- en productevaluatie (inzet en online module): 30%
  • Mondeling examen: 70%

De proces- en productevaluatie houdt rekening met de volgende twee elementen en wordt beoordeeld door de begeleider:

  • Motivatie van de student, het nakomen van afspraken, het volgen van richtlijnen, het nemen van de eigen verantwoordelijkheid voor dit zelfstudietraject, en de stiptheid en de kwaliteit van de communicatie met de begeleider.
  • De inhoud en vorm van het afgelegde traject: de mate waarin inzicht, kennis en competenties verworven werden, de wijze waarop men in staat is dit te communiceren, enzovoort.

Het mondelinge examengesprek peilt naar de kennis en de verwerking van de leerinhouden die aangeboden worden door de webmodule (cognitief, intellectueel), alsook naar de persoonlijke toeëigening van de leerinhouden en de persoonlijke groei van de student(e) (persoonlijk, existentieel). Het mondeling examen bestaat uit drie elementen: de bespreking van grafieken, van casussen en de eigen resultaten op de verschillende schalen. De student dient bij het examen de eigen resultaten van elke schaal (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) op papier mee te nemen. 

 

Tijdslijn

Na de startvergadering kan de webmodule doorlopen worden. Wanneer één onderdeel van de module voltooid is, kan men een feedbackmoment aanvragen. Men is verplicht minstens één feedbackmoment aan te vragen. Maximaal kunnen er drie feedbackmomenten plaatsvinden. De online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC, moet afgewerkt zijn uiterlijk de maandag voor de examenperiode waarin men een punt wenst te behalen. Vervolgens vindt een examengesprek plaats tijdens de gekozen examenperiode.

De student vraagt tijdig een feedbackmoment via e-mail aan bij zijn/haar begeleider. Hierbij dient de student rekening te houden met de volgende zaken:

  • Bij het aanmaken van een account voor de online webmodule wordt gevraagd om gebruik te maken van de studentenmail. Wanneer een feedbackmoment wordt aangevraagd, dient de student duidelijk te vermelden met welk e-mail adres hij/zij gebruik maakt van de module. Op die manier kan de begeleider het traject van de student inkijken en de gepaste begeleiding geven bij het feedbackmoment.
  • De student geeft duidelijk aan over welk deel van de MOOC hij/zij een feedbackmoment wil plannen, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • De student zorgt ervoor dat, bij het aanvragen van een feedbackmoment, het desbetreffende deel is afgewerkt zodat de begeleider dit deel van de MOOC volledig kan inzien en doornemen.
  • Ter voorbereiding van het feedbackmoment formuleert de student 3 vragen met betrekking tot het deel van de MOOC dat besproken wordt. Deze 3 vragen worden via e-mail mee doorgestuurd naar de begeleider. Deze 3 vragen worden besproken tijdens het feedbackmoment.

Startvergadering

Maandag 30-09-2024, 14.00-16.00u, MTC 02.15

 

Individuele feedbackmomenten
De student is verantwoordelijk om tijdig een afspraak te maken met de eigen modulebegeleider voor een feedbackmoment. Per e-mail maakt de student een afspraak met zijn/haar begeleider en vermeldt daarbij duidelijk over welk deel van de module de student feedback wenst te verkrijgen. Uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan het feedbackmoment heeft de student het desbetreffende deel van de module afgewerkt. 
 

Deadlines examenperiode (afwerken van de module)

  • Eerste examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Tweede examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Derde examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode

De student dient de Nederlandstalige versie van de MOOC volledig te hebben afgewerkt ten laatste de maandag van de week voor de start van de examenperiode waarin de student het examen wil afleggen en een punt wenst te behalen. De student laat ten laatste op die maandag voor de examenperiode aan zijn/haar begeleider weten dat de cursus volledig doorlopen is, zodat de begeleider het afgelegde traject van de student kan beoordelen (proces- en productevaluatie). Dit gebeurt via e-mail aan de begeleider, met de titularis in cc. De student is verantwoordelijk voor het vragen van bevestiging van ontvangst.

In de gekozen examenperiode volgt een examengesprek waarin het afgelegde traject beoordeeld wordt.

Belangrijk: de eigen grafiekresultaten (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) worden 5 werkdagen voor het examen elektronisch ingeleverd (via e-mail aan didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.

ECTS Christendom en islam (B-KUL-A02A9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Kersten Carool |  Jacobs Bert (medewerker) |  Leblanc Margot (medewerker)

Doelstellingen

Historisch overzicht van relaties tussen Moslims en Christenen in de Islamitische wereld en het Westen met de nadruk op moderne periode, in de vorm van hoorcolleges met ondersteuning van verplichte en aanbevolen teksten en ruimte voor klassikale discussie

Begintermen

De studenten zijn vertrouwd met de oorsprongsgeschiedenis, de rituele beleving en de centrale concepten van de islamgodsdienst, zoals die bijvoorbeeld in de cursus 'Inleiding tot de Islam' wordt uiteengezet.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Christendom en islam (B-KUL-A02A9a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Kersten Carool |  Jacobs Bert (medewerker) |  Leblanc Margot (medewerker)

Inhoud

Historisch overzicht van relaties tussen moslims en christenen in de islamitische wereld en het Westen met de nadruk op moderne periode., in de vorm van hoorcolleges met ondersteuning van verplichte en aanbevolen teksten en ruimte voor klassikale discussie

Studiemateriaal

Studiekost: 1-10 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Toelichting werkvorm

Discussie - Literatuurstudie

.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Christendom en islam (B-KUL-A22A9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Bijwonen en deelname aan de colleges (25%), werkstuk van 4000 woorden (75%)

ECTS Pastorale stage: exploratie en theologische reflectie (B-KUL-A03D0B)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit OPO kan niet in een examencontract opgenomen worden maar wel in een creditcontract.

Tijdens en na afloop van de stage kan de student uitleg bieden over het kennismakingsproces met het gekozen pastorale werkveld en reflecteren over de eigen praktijkervaringen. Bijvoorbeeld: de pastorale dienst in een zorginstelling (algemeen ziekenhuis, psychiatrisch ziekenhuis of instelling, woon- en zorgcentrum) of een parochie of een christelijke vormingsdienst.

De stagiair(e) verwerft inzicht in:
 
1)     de specifieke pastorale sector,
2)     de stageplaats,
3)     de verschillende dimensies van de pastorale praktijk: individueel pastoraat, gemeenschapspastoraat, liturgie en organisatie,
4)     de eigen leerdoelen,
5)     de eigen geschiktheid voor dit soort werk.
  
De stagiair is in staat om gericht vragen te stellen over het pastorale handelen van zichzelf en van anderen, inzicht te krijgen in het eigen leerproces (manieren van leren) en feitelijk praktisch-theologisch te kunnen reflecteren over pastorale settings.

Begintermen

De studenten beschikken over kritisch reflectievermogen, vermogen tot leren aan de eigen ervaring en de ervaring van anderen.

De stage kan opgenomen worden als opo binnen de master (of de facto uitgevoerd worden tijdens de vakantie voorafgaand aan het opnemen van het opo in de master), of als creditcontract. Enige theologische basiskennis is zinvol.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Pastorale stage: exploratie en theologische reflectie (B-KUL-A03D0a)

5 studiepunten : Stage 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

80 uur feitelijke stage in een pastoraal werkveld, 40 uur reflectie (verslagen, leerbegeleiding, ...)

1. Een uitgebreide introductie in de pastorale praktijk
De volgende elementen krijgen hier een plaats: de stagiairs verwelkomen en installeren in het werkmidden, introduceren bij alle betrokkenen, wegwijs maken in structuur en cultuur van het werkveld, informeren over en oriënteren in hun opdracht.
 
2. Het uitvoeren onder begeleiding van welbepaalde pastorale taken
Na een introductieperiode worden de beginnende stagiairs verder ingeschakeld in het pastorale werk en krijgen zij onder begeleiding van de werkbegeleiding bepaalde taken toegewezen. De bedoeling is de diverse aspecten van het pastorale werkdomein verder te leren kennen. Ook mag gaandeweg meer initiatief van de stagiair(e) zelf verwacht worden.
 
3. Reflectie op de opgedane leerervaringen
De reflectie gebeurt via gerichte leeractiviteiten. Deze activiteiten maken eveneens deel uit van de stage.
 

De leeractiviteiten zijn:
 
1) Inhoudelijke stage-afspraken.
2) Het stageboek  
3) De begeleidingsgesprekken met werkbegeleiding en supervisor.
4) Het eindevaluatiegesprek.
5) Lectuur en vorming.

Studiemateriaal

  • Praktijkervaring
  • Stagemap
  • Reader met praktisch-theologische artikels

Toelichting werkvorm

1. stage lopen,
2. noteren van inhoudelijke stage-afspraken en van leerdoelstellingen,
3. bijhouden van stageboek,
4. voorbereiding en deelname aan begeleidingsgesprekken met werkbegeleiding en supervisor,
5. voorbereiding en deelname aan eindevaluatiegesprek,
6. lectuur (tijdens stage, ter verdieping van bepaalde elementen) en deelname aan vorming (indien afgesproken bij de aanvang van de stage) .
 
Indien je interesse hebt voor de stage, neem zo snel mogelijk contact op met de docent, ifv het plannen van de stage (kan op verschillende momenten en in verschillende vormen in de loop van het academiejaar)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Pastorale stage: exploratie en theologische reflectie (B-KUL-A23D0B)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

Toelichting

De eindevaluatie wordt gehouden met de stagiair(e), de werkbegeleid(st)er en één of meerdere leden van de stuurgroep praktische theologie (in de regel de stagecoördinator en de verantwoordelijke docent). De eindevaluatie richt zich op de uiteindelijke beoordeling van het leerproces van de stagiair. De stagiair maakt met behulp van een vragenlijst een schriftelijk verslag, dat hij of zij voor de eindevaluatie bezorgt aan de werkbegeleiding en de docent. De werkbegeleid(st)er maakt met behulp van een vragenlijst een schriftelijke eindbeoordeling. De punten die aan de stage (op 100) worden toegekend, zijn het resultaat van de punten gegeven door de werkbegeleiding (20 punten), de stagecoördinator (30 punten) en de docent (50 punten).

Bij de eindbeoordeling is onder andere belangrijk: kritisch reflectievermogen van de student, initiatief van de student, persoonlijke groei van de student, formeel in orde zijn met verslagen en feitelijke stiptheid, ...
De inhoudelijke en typografische vereisten volgens de facultaire richtlijnen moeten worden nageleefd.
Het schriftelijke eindverslag van de student vormt een basis voor gesprek bij de eindevaluatie

Toelichting bij herkansen

Modaliteiten voor extra examenkans worden met de student en de mogelijke nieuwe stageplek en de stagebegeleider/docent afgesproken. Een extra kans zal mede afhangen van de timing van de eerste eindevaluatie.

ECTS Koranwetenschappen (B-KUL-A05F6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Deze cursus heeft vijf hoofddoelstellingen:

1. De student(e) overzicht verschaffen van de ontstaansgeschiedenis en de samenstelling van de Koran;

2. De student(e) overzicht verschaffen van de belangrijkste wetenschappen van de Koran zoals ze zich door de eeuwen heen hebben ontwikkeld;

3. De student(e) vertrouwd maken met de hoofdonderwerpen en genres van de Koran;

4. De student (e) inleiden in de hedendaagse debatten over de Koran;

5. De student(e) vertrouwd maken met de Nederlandse Koranvertalingen.

Begintermen

De cursus geeft een overzicht van de Koranwetenschappen zoals ze zich vanaf de zevende eeuw tot in de moderne tijd hebben ontwikkeld. Met inbegrip van: de ontstaansgeschiedenis en de samenstelling van de Koran; de hoofdonderwerpen en genres van de Koran alsook de belangrijkste hedendaagse debatten over de Koran binnen en buiten de moslimwereld. De cursus is geschikt voor elke student(e) met of zonder kennis van het Standaard-Arabisch of de islam. 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Koranwetenschappen (B-KUL-A05F6a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het vak wordt ingedeeld in vijf delen:

1. Ontstaansgeschiedenis (610 – 632) en samenstelling (632 – 656) van de Koran;

2. Koranwetenschappen;

3. Hoofdonderwerpen van de Koran;

4. Hedendaagse debatten over de Koran;

5. Nederlandse vertalingen van de Koran.

De ontstaansgeschiedenis van de Koran wordt geschetst. Eerst wordt het historisch kader geschetst: de belangrijkste data uit het leven van de profeet Mohammed komen kort aan bod. Vervolgens worden de eigenlijke ontstaansgeschiedenis en de samenstelling van de Koran behandeld. Hierbij wordt ook aandacht aan de linguïstische bewerking van de Korantekst besteed. De eigenlijke Koranwetenschappen, vooral de exegese en de hermeneutiek, komen vervolgens aan bod. Ook de theologisch inhoud van de Koran wordt toegelicht middels een selectie van verzen die fundamentele theologische onderwerpen weergeven en een bijzondere aandacht in de exegese van de Koran genieten. Tot slot worden de belangrijkste hedendaagse debatten over de Koran én de Nederlandse Koranvertalingen besproken en belicht.  

Vereiste teksten:   

1. Al-Fātiḥah (soera 1)

2. Al-Naba’ (soera 78)

3. Al-Fağr (soera 89)

4. Al-Burūğ (soera 85)  

5. Al-Ḍuḥā (soera 93)

6. Al Qadr (soera 97)

7. Al-Fīl (soera 105)

8. Al-’Iḫlāṣ (soera 112)    

9. Al-Falaq (soera 113)

10. Al-Nās (soera 114).

Studiemateriaal

Abied Alsulaiman (2021). Syllabus Koranwetenschappen. Syllabus in ontwikkeling (wordt ter beschikking gesteld in Toledo).   

Fred Leemhuis (2013). De Koran: een weergave van de betekenis van de Arabische tekst in het Nederlands. Amsterdam: Spectrum.

Toelichting onderwijstaal

  

Toelichting werkvorm

  • Hoorcollege met mogelijkheid tot het stellen van vragen.
  • Lezen en bespreken van geselecteerde teksten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Koranwetenschappen (B-KUL-A25F6a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

  • Permanente evaluatie: aanwezigheid in de lessen en het respecteren van het tijdspad (40%)
  • mondeling examen (20 minuten): 60%.

Toelichting bij herkansen

  • Permanente evaluatie: aanwezigheid in de lessen en het respecteren van het tijdspad (40%)

  •  

    mondeling examen (20 minuten): 60%.

ECTS Islamitische ethiek (B-KUL-A05F8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Ahaddour Chaïma |  Boulaouali Tijani (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Dit vak is vereist door de Moslimexecutieve voor leerkrachten islamitische godsdienst.

Doelstellingen

  • de studenten zijn in staat om uit te leggen wat bedoeld wordt met ‘islamitische ethiek’;
  • de studenten zijn vertrouwd met de verschillende bronnen (zowel traditionistische als rationalistische) voor ‘islamitische ethiek’ en kunnen deze discipline onderscheiden van bijvoorbeeld ‘fiqh’ (islamitische jurisprudentie);
  • de studenten zijn vertrouwd met de verschillende theologische kaders van het begrip ‘islamitische ethiek’ en kunnen deze beschouwen binnen een West-Europese context;
  • de studenten weten waar en hoe zij relevante beschikbare materialen voor islamitische ethiek kunnen opsporen (heuristiek);
  • de studenten zijn vertrouwd met enkele voorbeelden van islamitische toegepaste ethiek (e.g. bio-ethiek, Islamitische financiën, seksuele ethiek);
  • de studenten zijn in staat de ethische dimensies in een vraagstuk te duiden, over ethische vraagstukken te reflecteren en over eigen ethische uitgangspunten te communiceren met een gevarieerd publiek en in een gevarieerde context (e.g. onderwijs, gezondheidszorg etc.).

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Islamitische ethiek (B-KUL-A05F8a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Ahaddour Chaïma |  Boulaouali Tijani (plaatsvervanger)

Inhoud

Deze cursus is een inleiding tot islamitische ethiek, waarbij specifieke aandacht wordt gericht op toegepaste vraagstukken (waaronder bio-ethische vraagstukken, seksualiteit, islamitische financien, oorlog etc.). Deze cursus behandelt verscheidene basisthema’s van ethiek vanuit een islamitisch perspectief. In deze cursus staan de volgende vragen centraal:

  • Wat houdt islamitische ethiek in en wat zijn haar bronnen en grondslagen?
  • Wat is het verschil tussen islamitische ethiek en islamitisch recht (fiqh)?
  • Wat is de plaats van de discipline islamitische ethiek in het islamitisch denken in het algemeen en het islamitische theologisch denken in het bijzonder?
  • Wat zijn de verschillende soorten islamitische ethiek en hoe kunnen deze toegepast worden?
  • Wat is het verschil tussen normatieve ethiek en geleefde religie?
  • Hoe verhoudt islamitische ethiek zich tot andere soorten ethiek (seculier, christelijk enzovoort)?
  • Wat zijn (majeure) islamitische ethische principes en hoe passen geleerden en moslims deze toe?
  • Kan de discipline islamitische ethiek bijdragen aan oplossingen van door moslims en hun omgeving ervaren spanningen? Op welke manier?
  • Hoe kan islamitische ethische reflectie bevorderd worden? Hoe kan deze reflectie bijdragen aan een beter verstaan van de islamitische traditie en aan een betere dialoog met de omgeving?
  •  Wat zijn de toepassingsmogelijkheden van islamitische ethiek in de verschillende facetten van het privé- en het publieke leven (gezondheidszorg, onderwijs, politiek enzovoort)?

 

Studiemateriaal

Zie materiaal op Toledo

Toelichting werkvorm

Discussie - Literatuurstudie - Paper - Presentatie

Dit vak bestaat uit werkcolleges. Elk student presenteert een topic, waarna een (groeps)discussie volgt. Studenten worden verwacht literatuur te lezen ter voorbereiding van elke les. Van studenten wordt tevens verwacht dat zij aandachtig en actief aan de colleges deelnemen: zij worden aangemoedigd via vragen en discussie kritisch mee te denken en te reflecteren over de inhoud.  Daarnaast schrijven studenten korte reflectieverslagen op basis van de presentaties. Er wordt verwacht van de studenten dat zij een examenpaper schrijven. Meer gedetailleerde richtlijnen zijn beschikbaar zijn op Toledo.

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Islamitische ethiek (B-KUL-A25F8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie voor dit vak bestaat uit de volgende componenten: (i) aanwezigheid en actieve participatie tijdens de colleges (10%); (ii) reflectieverslagen (10%); (iii) de kwaliteit van de presentatie (30%), (vi) de kwaliteit van het eindwerkstuk (50%). De examenpaper omvat een bespreking van het door de student gekozen thema, en een theologisch-ethische reflectie daarop. De examenpaper moet tussen de 3500 en 4000 woorden bevatten (exclusief bibliografie en bijlagen) en wordt ingediend vóór de deadline van de faculteit voor het inleveren van papers. Te late indiening leidt tot een nul voor dit deel van het cijfer

 

Voor werkstudenten gelden er andere afspraken (zie zelfstudiepakket voor meer details):

- Werkstudenten nemen tijdig contact op met de docent in verband met opdrachten en examenpaper.

- Het thema van de examenpaper wordt in overleg met de docent vastgelegd en dient geschreven te worden conform de academische richtlijnen zoals die staan aangegeven op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

In geval van een onvoldoende op het geheel schrijft de student een nieuwe paper. Wie niet geslaagd was voor het geheel, maar wel voor presentatie, aanwezigheid en reflectieverslagen neemt die scores mee naar de derde examenperiode.

 

ECTS Islamitisch godsdienstonderwijs: leerinhouden (B-KUL-A05G0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

  • de studenten kunnen een verantwoorde en praktijkgerichte visie op het vak islamitische godsdienst in de hedendaagse, West-Europese, multireligieuze context omschrijven en verantwoorden;
  • de studenten zijn in staat het islamitisch godsdienstonderricht praktisch en theoretisch te onderbouwen en de verschillende aspecten van het onderwijsleerproces te integreren;
  • Het college wil de studenten verder vertrouwd maken met het bestaande leerplan islamitische godsdienst en de wijze waarop dit leerplan in de praktijk wordt geïmplementeerd. De studenten worden aangemoedigd een verantwoorde en constructief-kritische meta-reflectie te ontwikkelen over de religieuze eigenheid van dit leerplan en de plaats ervan binnen de hedendaagse, West-Europese, multireligieuze context.
  •  de studenten weten waar en hoe zij relevante, wetenschappelijke studies kunnen opsporen (heuristiek).

 

Begintermen

De studenten zijn vertrouwd met de oorsprongsgeschiedenis en de rituele beleving van de islam, zoals deze bijvoorbeeld in de cursus 'Inleiding tot de islam' worden uiteengezet.

Studenten die niet over deze voorkennis beschikken, worden aangemoedigd deze zelfstandig te verwerven, hetzij door het volgen van het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot de islam’ (F0TJ4A), hetzij door persoonlijke lectuur (aanbevolen: Waardenburg, J., Islam: Norm, ideaal en werkelijkheid, Houten: Fibula, 2008).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Islamitisch godsdienstonderwijs: leerinhouden (B-KUL-A05G0a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Leerinhouden Islamitische godsdienst (3e graad secundair onderwijs)

Introductiesessie

Sessie 1: Islambeleving

1. Perspectieven op islam: de rechtsscholen & rechtsfilosofie (uṣūl al-fiqh)

2. Finaliteit van de godsdienst: maqāṣid sharīʿa 

3. Economie

4. Maatschappelijke en individuele voordelen van ʿibāda  

Sessie 2: Leven van Mohammed

1. Muḥammads inspanningen t.o.v. onderdrukte bevolkingsgroepen

2. Afscheid  

Sessie 3: Ethiek

Beheer van de wereld:

1. Rechten en vrijheden in de islam: mensenrechten 

2. Samenlevingsopbouw: Vredeseducatie:  

3. Ethische en biomedische vraagstukken:

4. De ethiek van een harmonieus huwelijk

5. Werken/schaven aan zelf (tazkiyyat an-nafs)

Sessie 4: Koran

1. Hedendaagse & historische interpretaties

2. De pedagogische waarde van de Qurʾān

3. De boodschap en finaliteit van de Qurʾān  

4. Sunna als venster op de Qurʾān

5. De Qurʾān en het dagelijkse leven

6. Vertaling van de Qurʾān 

Sessie 5: Geloofsperspectieven

1. Denkscholen van de islam (kalām)

2. Mystiek in de islam

3. Wereldreligies & levensbeschouwingen 

4. De wereld & het hiernamaals

Sessie 6: Cultuur en geschiedenis

1. Esthetiek 

2. Islamitische kunst

3. De Mogols (1526-1858)

4. De Safawieden (1501-1722)

5. De Ottomanen (1299-1922)

Sessie 7: Moslim vandaag

Kritisch en geïnformeerd moslim zijn

Sessie 8: Islam en vrij denken

Natuurlijke religie: Verhaal van Ḥayy ibn Yaqẓān

Feedbacksessie

Studiemateriaal

Cursus ter beschikking gesteld door de docent.

Toelichting werkvorm

Gastcollege

Het vak wordt als hoorcollege gedoceerd met verschillende gastsprekers, aangevuld met een introductiesessie en een afsluitende feedbacksessie door de docent.

  • Introductiesessie
  • Sessie 1: Islambeleving
  • Sessie 2: Leven van Mohammed
  • Sessie 3: Ethiek
  • Sessie 4: Koran
  • Sessie 5: Geloofsperspectieven
  • Sessie 6: Cultuur en geschiedenis
  • Sessie 7: Moslim vandaag
  • Sessie 8: Islam en vrij denken
  • Feedbacksessie

 

De student kiest op grond van de inhoud van de sessie voor elke sessie, en dus voor elk thema van het leerplan, één impuls die volledig wordt uitgewerkt (beginsituatie leerling, hermeneutische knooppunten, doelstellingen, achtergrondinformatie, presentatie van de impuls, voorstel van een werkvorm in de klas). Dit mondt uit in acht impulsen, met telkens twee bladzijden per uitgewerkte impuls. De opdrachten worden verzameld en ingediend als portfolio.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Islamitisch godsdienstonderwijs: leerinhouden (B-KUL-A25G0a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Type: Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode

Evaluatievorm: Paper/Werkstuk, Portfolio, Medewerking tijdens contactmomenten

Van de studenten wordt verwacht dat zij aandachtig en actief aan het college deelnemen: zij worden aangemoedigd via vragen en discussie kritisch mee te denken.

De evaluatie bestaat uit het schrijven van een werkstuk op basis van de leerinhouden van het leerplan islamitische godsdienst (3e graad van het secundair onderwijs). De student kiest op grond van de inhoud van de sessie voor elke sessie, en dus voor elk thema van het leerplan, één impuls die volledig wordt uitgewerkt (beginsituatie leerling, hermeneutische knooppunten, doelstellingen, achtergrondinformatie, presentatie van de impuls, voorstel van een werkvorm in de klas). Dit mondt uit in acht impulsen,  met telkens twee bladzijden per uitgewerkte impuls. De opdrachten worden verzameld en ingediend als portfolio.

Het mondeling examen bestaat uit een toelichting van het portfolio en enkele inhoudelijke vragen.

Mondeling examen: 70 %
Portfolio: 30 %
 

Waar kan ik terecht met vragen en problemen bij het uitvoeren van de opdracht? Didier.pollefeyt@kuleuven.be , ahmed.azzouz@kuleuven.be en elies.vannoten@kuleuven.be.

 

Toelichting bij herkansen

De punten voor de medewerking en presentatie tijdens het college en voor de procesevaluatie blijven behouden. De studenten kunnen de paper en de mondelinge presentatie tijdens het examen wel herkansen.

ECTS Islamitisch recht en fiqh (B-KUL-A05G1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Ahaddour Chaïma |  Kersten Carool (plaatsvervanger)

Doelstellingen

  • De studenten hebben inzicht in de bronnen, basisprincipes en doelen van het islamitisch recht (sharia) en jurisprudentie (fiqh) en kunnen dit toelichten.
  • De studenten kunnen de specifieke kenmerken van islamitische wetscholen binnen het soennisme en tussen het soennisme en sjiisme duiden en toelichten.
  • De studenten zijn in staat de fundamenten van de jurisprudentie (usul al-fiqh) en de toepassing van het recht in het verleden en (het) heden in kaart te brengen.
  • De studenten hebben kennis van enkele hedendaagse casussen met betrekking tot fiqh.
  • De studenten zijn in staat te reflecteren over de hermeneutieken van moslimrechtsgeleerden.
  • De studenten kunnen kritisch debatteren over verscheidene klassieke en hedendaagse debatten over islamitisch recht en jurisprudentie.
  • De studenten kunnen reflecteren over hedendaagse casussen met betrekking tot fiqh.

Begintermen

Een basiskennis van islam is een vereiste.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Islamitisch recht en fiqh: theologische reflectie (B-KUL-A05G1a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Ahaddour Chaïma |  Kersten Carool (plaatsvervanger)

Inhoud

Deze cursus is een inleiding tot het islamitisch recht en geeft een overzicht van de ontwikkeling ervan vanaf de opkomst van de islam tot vandaag. Deze cursus bespreekt enkele fundamentele aspecten van de rechterlijke macht, juridisch redeneren en gezag, maar ook de vorming en evolutie van juridische scholen. Deze cursus bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel zal volledig gewijd zijn aan een sterke inleiding tot het islamitisch recht en jurisprudentie. In het tweede deel worden deskundigen op het gebied van het islamitisch recht uitgenodigd. Hedendaagse kwesties met betrekking tot de islamitische jurisprudentie (e.g. islamitisch financieren, bio-ethiek, vrouwenrechten etc.) zullen door hen aan bod gebracht worden.

De volgende thema's zullen behandeld worden:

- Introductie tot het islamitisch recht en de islamitische jurisprudentie (fiqh)

  • oorsprong en geschiedenis
  • bronnen, methoden en principes
  • methodologieën (usul al-fiqh)
  • verschillende wetscholen

- Hedendaagse kwesties m.b.t. het islamitisch recht en fiqh (e.g. islamitisch financieren, bio-ethiek, vrouwenrechten)

Studiemateriaal

Zie materiaal op Toledo

Toelichting werkvorm

Casusgebaseerd college - Gastcollege

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Islamitisch recht en fiqh (B-KUL-A25G1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

"Take home" examen bestaande uit drie (3) open vragen gebaseerd op de collegestof en de verplicht te lezen teksten.

ECTS Praktijkinitiatie godsdienst (B-KUL-A05H2A)

4 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan de hand van een vakdidactisch en verbredend deel bekwamen de studenten zich in de volgende doelstellingen:

  • Inzicht verwerven in de wijze waarop het leerplan vertaald kan worden naar leermiddelen toe
  • Kennismaking van de verscheidenheid binnen leermiddelen
  • Kritische reflectie op de vertaling van het leerplan naar leermiddelen
  • Kennismaking met de beginsituatie van de leerlingen
  • Voeling krijgen met de leefwereld van jonge mensen vandaag
  • Inzicht in de aanwezige levensbeschouwelijke pluraliteit
  • Kennismaking met de basiscompetenties die van beginnende leerkrachten verwacht worden
  • Confrontatie van het eigen kunnen met de gestelde basiscompetenties
  • Kritische zelfevaluatie
  • De GSM-functie van de leerkracht herkennen in de concrete praktijk
  • De onderscheiden gevoeligheden van leerlingen binnen de verschillende richtingen onderkennen
  • De (levensbeschouwelijke) identiteitsvorming van de leerkracht doorheen de communicatie met de leerlingen opsporen
  • Kennismaking met de werking van de inspectie
  • Inzicht in de verwachtingen van de inspectie naar godsdienstleerkrachten toe
  • Kennismaking met de theologische en godsdienstpedagogische achtergrond van het leerplan voor het lager onderwijs
  • Het belang van product- en procesevaluatie in het kader van het leerplan
  • De implicatie van procesevaluatie voor het onderwijsleerproces
  • Het belang van permanente evaluatie en zelfevaluatie onderkennen
  • Inzicht in de verwevenheid van het pastoraal project en het opvoedingsproject van de school
  • Aandacht voor de concrete werking van schoolpastoraal
  • Inzicht in de juridische omkadering van het vak
  • De specificiteit van het godsdienstonderricht in het schoolcurriculum vanuit juridisch oogpunt onderbouwen
  • De verschillende onderdelen van Thomas kennen en eigenstandig kunnen bedienen
  • ICT als instrument en medium van godsdienstdidactisch handelen kennen en weten te benutten
  • Kennismaking met en actief hanteren van verschillende didactische werkvormen, zoals kunst, muziek, literatuur, film, etc.
  • Inzicht verwerven in de leerplannen rooms-katholieke godsdienst van het basisonderwijs en in de ontwikkelingspsychologische, pedagogische en theologische vooronderstellingen ervan
  • Zich informeren over leerlingbegeleiding en daarbij inzicht verwerven in de verhouding van leerlingbegeleiding tot het vak rooms-katholieke godsdienst enerzijds en de schoolpastoraal anderzijds
  • Als toekomstige godsdienstleerkracht inzicht verwerven in de specifieke thematiek van levensbeschouwelijke diversiteit en leren omgaan daarmee als leerkracht in een school en als godsdienstleerkracht in het bijzonder
  • Kennismaking met de internationale dimensie van het levensbeschouwelijk onderwijs

Begintermen

De student voldoet aan de begintermen van de Educatieve Master en volgt vakdidactiek godsdienst.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0A41A ) OF GELIJKTIJDIG( A05G9A ) OF GELIJKTIJDIG( A05G7A ) OF GELIJKTIJDIG( O0B95A ) OF GELIJKTIJDIG( A0AC0A ) OF GELIJKTIJDIG( A0AC1A )


O0A41AO0A41A : Vakdidactiek godsdienst (Leuven)
A05G9AA05G9A : Vakdidactiek godsdienst (Brussel)
A05G7AA05G7A : Vakdidactiek godsdienst (Antwerpen)
O0B95AO0B95A : Vakdidactiek godsdienst (Leuven)
A0AC0AA0AC0A : Vakdidactiek godsdienst (Antwerpen)
A0AC1AA0AC1A : Vakdidactiek godsdienst (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Praktijkinitiatie godsdienst: vakdidactisch deel (B-KUL-A05H2a)

1 studiepunten : Practicum 8 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Inhoud

  • De inhoud van het OPO wordt beschikbaar gesteld op Toledo.


Doelstellingen

  • Kennismaking met de beginsituatie van de leerlingen
  • Kennismaking met en actief hanteren van verschillende didactische werkvormen, zoals kunst, muziek, literatuur, film, etc.
  • Voeling krijgen met de leefwereld van jonge mensen vandaag
  • Inzicht in de aanwezige levensbeschouwelijke pluraliteit
  • De implicatie van procesevaluatie voor het onderwijsleerproces
  • Het belang van product- en procesevaluatie in het kader van het leerplan
  • Kennismaking met de basiscompetenties die van beginnende leerkrachten verwacht worden

 

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Informatiebundel per sessie.

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting werkvorm

De studenten krijgen in dit onderdeel de kans met deskundigen uit het veld in gesprek te treden rond de meest praktische aspecten van de vakdidactiek van het godsdienstonderwijs. Er is aan elke sessie een opdracht verbonden en de studenten kunnen kiezen op welke thema’s ze dieper willen ingaan. De aanwezigheid en participatie aan de verschillende sessies is gebaseerd op een pass/fail systeem en de studenten maken een portfolio met drie verdiepende opdrachten die geëvalueerd worden. Voor elke sessie waaraan de student niet deelnam, komt er een extra opdracht in het portfolio bij. 

Praktijkinitiatie godsdienst: verbredend onderdeel (B-KUL-A05H3a)

3 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Inhoud

  • De inhoud van het OPO wordt beschikbaar gesteld op Toledo.

Doelstellingen:

  • Confrontatie van eigen kunnen met de gestelde basiscompetenties
  • Kritische zelfevaluatie
  • De GSM-functie van de leerkracht herkennen in de concrete praktijk
  • De onderscheiden gevoeligheden van leerlingen binnen de verschillende richtingen onderkennen
  • De (levensbeschouwelijke) identiteitsvorming van de leerkracht doorheen de communicatie met de leerlingen opsporen
  • Kennismaking met de werking van inspectie
  • Inzicht in de verwachtingen van de inspectie naar godsdienstleerkrachten toe
  • Het belang van permanente evaluatie en zelfevaluatie onderkennen
  • Inzicht in de verwevenheid van het pastoraal project en het opvoedingsproject van de school
  • Aandacht voor de concrete werking van schoolpastoraal
  • Inzicht in de juridische omkadering van het vak
  • De specificiteit van het godsdienstonderricht in het schoolcurriculum vanuit juridisch oogpunt onderbouwen
  • Zich informeren over leerlingbegeleiding en daarbij inzicht verwerven in de verhouding van leerlingbegeleiding tot het vak rooms-katholieke godsdienst enerzijds en de schoolpastoraal anderzijds
  • Kennismaking met de internationale dimensie van het levensbeschouwelijk onderwijs

 

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Informatiebundel per sessie.

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting werkvorm

De studenten krijgen in dit opleidingsonderdeel de kans met deskundigen uit het veld in gesprek te treden rond de meest centrale aspecten van de praktijk van het godsdienstonderwijs. Er is aan elke sessie een opdracht verbonden en de studenten kunnen kiezen op welke thema’s ze dieper willen ingaan. De aanwezigheid en participatie aan de verschillende sessies is gebaseerd op een pass/fail systeem en de studenten maken een portfolio met drie verdiepende opdrachten die geëvalueerd worden. Voor elke sessie waaraan de student niet deelnam, komt er een extra opdracht in het portfolio bij. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Praktijkinitiatie godsdienst (B-KUL-A25H2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

De evaluatie bestaat uit de deelname aan alle thema's van het vakdidactisch en verbredend onderdeel van praktijkinitiatie (via deelnamebewijzen/handtekeningenblad), de actieve inbreng in de discussies en in de schriftelijke uitwerking van drie opdrachten naar keuze in totaal (keuze uit het vakdidactisch en verbredend onderdeel). De drie opdrachten worden verzameld en ingediend als portfolio. Voor elke sessie waaraan de student niet deelnam, komt er een extra opdracht in het portfolio bij. 

De opdrachten worden gecommuniceerd door de externe sprekers van elke sessie en kunnen teruggevonden worden op Toledo.

Puntenverdeling:

De studenten dienen hun aanwezigheid te kunnen aantonen aan de hand van het handtekeningenblad van het betrokken academiejaar. Elke uitgewerkte opdracht staat op 1/3 van de punten. De mate van inbreng van de student in de discussies tijdens de verscheidene sessies kan de uiteindelijke beoordeling van de drie opdrachten beïnvloeden.

Aandachtspunten bij de evaluatie:

  • adequaatheid van de uitgevoerde opdrachten
  • vermogen tot het leggen van verbanden tussen onderwijstheorie en onderwijspraktijk
  • aan de dag leggen van gevoeligheid voor de behandelde deelproblematieken

ECTS Masterproef: vakdidactische oefeningen godsdienst (B-KUL-A05H4A)

6 studiepunten Nederlands 13 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De Verkorte Educatieve Master godsdienst wordt afgerond met een masterproef van zes studiepunten. De masterproef betreft een geïntegreerde vakdidactische oefening waarin men aantoont dat men alle aspecten van de godsdienstdidactiek beheerst, kan implementeren naar aanleiding van een concreet onderwerp uit het domein en kan testen en evalueren in een reële klascontext. De masterproef is dus een vorm van implementatieonderzoek.

Dit onderzoek houdt meer concreet in dat men in staat is om de constitutieve elementen van de hermeneutisch-communicatieve methode en het (geactualiseerde) leerplan te hanteren: (a) een verantwoord inzicht te krijgen in de beginsituatie van de leerlingengroep, de kerk en de samenleving rond de gekozen thematiek, (b) hermeneutische knooppunten kan formuleren die aan deze thematiek verbonden zijn en in de leergroep kunnen opduiken of ter sprake gebracht worden, (c) relevante didactische impulsen kan selecteren of ontwerpen die in staat zijn de hermeneutische knooppunten op tafel te brengen en te ontwarren, (d) relevant theologische en godsdienstwetenschappelijke achtergrondinformatie kan verwerken rond de thematiek op het niveau van leerkracht en leerling, (e) de band kan leggen met de terreindoelen, de ingrediënten, de vaardigheden en de interlevensbeschouwelijke competenties van het leerplan godsdienst, (f) een leerproces kan uittekenen en daarbij geschikte didactische processen kan opzetten en (g) het resultaat kan uittesten en beoordelen.

De masterproef wordt begeleid door de vakdidacticus en wordt gepresenteerd in de vorm van een masterproef opgesteld volgens de Richtlijnen voor het schrijven van scripties, masterproeven en proefschriften van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen.

Begintermen

Elementaire inzichten in het leerplan godsdienst en in het hermeneutisch-communicatief concept vakdidactiek godsdienst.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Methodologische inleiding (B-KUL-A05H4a)

1 studiepunten : Practicum 13 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student maakt kennis met thema’s die relevant zijn voor het godsdienstdidactisch onderzoek volgens de hermeneutisch-communicatieve methodiek van godsdienstpedagogiek en het leerplan godsdienst. De studenten volgen de gemeenschappelijke inleidende module over implementatieonderzoek zoals beschreven in het 'draaiboek ‘In De Kijker’'. De bedoeling is om toe te werken naar een model dat publiek ontsloten kan worden als ‘In De Kijker’ op Thomas.

De toelichting bij de methode en de masterproef is te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst. De methode wordt met de docent/begeleider stap voor stap doorgenomen en toegepast. 

 

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De brochure richtlijnen voor masterproeven faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt gehanteerd alsook de handleiding 'Masterproef: vakdidactische oefening' te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Masterproef vakdidactische oefeningen: onderzoek (B-KUL-A05H5a)

5 studiepunten : Masterproef 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student doet implementatieonderzoek rondom een voor het onderwijs relevant onderwerp volgens de hermeneutisch-communicatieve methodiek van godsdienstpedagogiek en het geactualiseerde leerplan godsdienst. Het onderwerp is dat van de masterproef van de domeinmaster. Indien dat laatste niet mogelijk is, wordt voor de vakdidactische oefening een apart, nieuw onderwerp gekozen in overleg met de vakdidacticus.

Het ontwikkelen van een godsdienstdidactisch instrumentarium begeleid door de vakdidacticus, in samenwerking met een praktijklector of een onderzoek(st)er verbonden aan het Centrum Academische Lerarenopleiding van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, KU Leuven. De didactische vertaalslag wordt uitgetest in de klascontext en op grond van een kritische evaluatie waar nodig bijgestuurd. 

De didactische vertaalslag wordt uitgetest in de klascontext en op grond van een kritische evaluatie waar nodig bijgestuurd. De student test zijn of haar project uit in minstens twee uur van eenzelfde klas in de derde graad van het secundair onderwijs of in het hoger onderwijs. Er wordt een rapport van twee bladzijden toegevoegd met ervaringen en conclusies:

  • Welke onderdelen van het werkstuk werden behandeld (verloop in minuten)?
  • Was de inschatting van de beginsituatie correct en compleet en hoe heeft dit het lesverloop bepaald?
  • Werden de vooropgezette doelstellingen bereikt en tot op welke hoogte?
  • Hoe verliep de presentatie van de ingrediënten?
  • Hoe verliep de ontvouwing van de werkvormen?
  • Hoe was de interactie met de leerlingen?
  • Wat deze les een hermeneutisch-communicatieve les? Waarom, waarom niet?
  • Welke aanpassingen zal je doen op basis van de leservaring?

 

De student presenteert zijn/haar werk in de vorm van een ‘In De Kijker’ zoals deze op Thomas ontwikkeld worden voor het godsdienstonderwijs (zie voorbeelden: https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

De evaluatie betreft zowel proces- als productevaluatie. Om de begeleiding doeltreffend te maken, worden verplichte momenten (contact via e-mail en effectieve bijeenkomsten) voorzien waarop de student feedback krijgt van de begeleidende lector of onderzoek(st)er. Deze momenten worden individueel afgesproken door de verschillende betrokkenen. Het eindresultaat wordt vastgelegd door de begeleidende praktijklector of onderzoeker en de vakdidacticus en eindverantwoordelijke van de lerarenopleiding en het Thomas-project. Indien mogelijk worden 'In De Kijkers' in overleg met de praktijklector, de onderzoek(st)ers en de student online ontsloten op de Thomas-website. Voor de inhoud van deze onderwerpen verwijzen we ter voorbeeld naar de THOMAS-website, waarop 'In De Kijkers' eventueel ontsloten kunnen worden (https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De brochure richtlijnen voor masterproeven faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt gehanteerd alsook de handleiding 'Masterproef: vakdidactische oefening' te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting werkvorm

Didactische collectie - Paper - Veldwerk

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef: vakdidactische oefeningen godsdienst (B-KUL-A25H4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatie:

  • Schriftelijke beoordeling van het eindresultaat in de vorm van een "In De Kijker"
  • De beoordeling van het uitgewerkte lesproject gebeurt door twee personen: de praktijklector/onderzoeker en de docent
  • De evaluatie betreft zowel proces- als productevaluatie. Om de begeleiding doeltreffend te maken, worden verplichte momenten (contact via e-mail en effectieve bijeenkomsten) voorzien waarop de student feedback krijgt van de docent en/of praktijklector in elk stadium van de masterproef. Deze momenten worden individueel afgesproken door de verschillende betrokkenen. Het eindresultaat wordt vastgelegd door de docent (op twintig) en een praktijklector die niet betrokken was bij de begeleiding van de student, en als corrector fungeert (op twintig) van het werkstuk. Indien relevant wordt de didactische oefening in overleg met de docent en de student online ontsloten op de Thomas-website voor het godsdienstonderwijs (https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

Aandachtspunten bij de evaluatie:

  • Leerplanconformiteit (leerdomeinen, leerinhouden, leerplandoelen, vaardigheden, interlevensbeschouwelijke competenties)
  • Aansluiting bij beginsituatie van de leerlingen en bij domeinspecifieke aspecten van het onderwerp
  • Conformiteit aan hermeneutisch-communicatie godsdienstpedagogiek
  • Samenhang en didactische opbouw
  • Creativiteit van impulsen en didactische werkvormen
  • Verwerking van feedback uit de klascontext
  • Presentatie van het eindresultaat (in de vorm van een ‘In De Kijker’)

ECTS Masterproef: vakdidactische oefeningen islamitische godsdienst (B-KUL-A05H7A)

7 studiepunten Nederlands 13 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student is in staat om vakdidactisch implementatieonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek houdt in dat men in staat is om volgens de hermeneutisch-communicatieve methode (a) een verantwoord inzicht te krijgen in de beginsituatie van de leerlingengroep, de moskee en de samenleving rond de gekozen thematiek, (b) hermeneutische knooppunten kan formuleren die aan deze thematiek verbonden zijn en in de leergroep kunnen opduiken of ter sprake gebracht worden, (c) relevante didactische ingrediënten kan selecteren of ontwerpen die in staat zijn de hermeneutische knooppunten op tafel te brengen en te ontwarren, (d) relevant theologische en godsdienstwetenschappelijke achtergrondinformatie kan verwerken rond de thematiek op het niveau van leerkracht en leerling, (e) de band kan leggen met de leerdomeinen, leerplandoelen, de leerinhouden, de vaardigheden en de interlevensbeschouwelijke competenties van het leerplan islamitische godsdienst, (f) een leerproces kan uittekenen en daarbij geschikte didactische processen kan opzetten en (g) het resultaat kan uittesten en beoordelen.

Begintermen

Elementaire inzichten in het leerplan islamitische godsdienst en in het hermeneutisch-communicatief concept vakdidactiek islamitische godsdienst.

Onderwijsleeractiviteiten

Methodologische inleiding (B-KUL-A05H4a)

1 studiepunten : Practicum 13 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student maakt kennis met thema’s die relevant zijn voor het godsdienstdidactisch onderzoek volgens de hermeneutisch-communicatieve methodiek van godsdienstpedagogiek en het leerplan godsdienst. De studenten volgen de gemeenschappelijke inleidende module over implementatieonderzoek zoals beschreven in het 'draaiboek ‘In De Kijker’'. De bedoeling is om toe te werken naar een model dat publiek ontsloten kan worden als ‘In De Kijker’ op Thomas.

De toelichting bij de methode en de masterproef is te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst. De methode wordt met de docent/begeleider stap voor stap doorgenomen en toegepast. 

 

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De brochure richtlijnen voor masterproeven faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt gehanteerd alsook de handleiding 'Masterproef: vakdidactische oefening' te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

A05H4A : Masterproef: vakdidactische oefeningen godsdienst

Masterproef vakdidactische oefeningen: onderzoek (B-KUL-A05H5a)

5 studiepunten : Masterproef 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student doet implementatieonderzoek rondom een voor het onderwijs relevant onderwerp volgens de hermeneutisch-communicatieve methodiek van godsdienstpedagogiek en het geactualiseerde leerplan godsdienst. Het onderwerp is dat van de masterproef van de domeinmaster. Indien dat laatste niet mogelijk is, wordt voor de vakdidactische oefening een apart, nieuw onderwerp gekozen in overleg met de vakdidacticus.

Het ontwikkelen van een godsdienstdidactisch instrumentarium begeleid door de vakdidacticus, in samenwerking met een praktijklector of een onderzoek(st)er verbonden aan het Centrum Academische Lerarenopleiding van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, KU Leuven. De didactische vertaalslag wordt uitgetest in de klascontext en op grond van een kritische evaluatie waar nodig bijgestuurd. 

De didactische vertaalslag wordt uitgetest in de klascontext en op grond van een kritische evaluatie waar nodig bijgestuurd. De student test zijn of haar project uit in minstens twee uur van eenzelfde klas in de derde graad van het secundair onderwijs of in het hoger onderwijs. Er wordt een rapport van twee bladzijden toegevoegd met ervaringen en conclusies:

  • Welke onderdelen van het werkstuk werden behandeld (verloop in minuten)?
  • Was de inschatting van de beginsituatie correct en compleet en hoe heeft dit het lesverloop bepaald?
  • Werden de vooropgezette doelstellingen bereikt en tot op welke hoogte?
  • Hoe verliep de presentatie van de ingrediënten?
  • Hoe verliep de ontvouwing van de werkvormen?
  • Hoe was de interactie met de leerlingen?
  • Wat deze les een hermeneutisch-communicatieve les? Waarom, waarom niet?
  • Welke aanpassingen zal je doen op basis van de leservaring?

 

De student presenteert zijn/haar werk in de vorm van een ‘In De Kijker’ zoals deze op Thomas ontwikkeld worden voor het godsdienstonderwijs (zie voorbeelden: https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

De evaluatie betreft zowel proces- als productevaluatie. Om de begeleiding doeltreffend te maken, worden verplichte momenten (contact via e-mail en effectieve bijeenkomsten) voorzien waarop de student feedback krijgt van de begeleidende lector of onderzoek(st)er. Deze momenten worden individueel afgesproken door de verschillende betrokkenen. Het eindresultaat wordt vastgelegd door de begeleidende praktijklector of onderzoeker en de vakdidacticus en eindverantwoordelijke van de lerarenopleiding en het Thomas-project. Indien mogelijk worden 'In De Kijkers' in overleg met de praktijklector, de onderzoek(st)ers en de student online ontsloten op de Thomas-website. Voor de inhoud van deze onderwerpen verwijzen we ter voorbeeld naar de THOMAS-website, waarop 'In De Kijkers' eventueel ontsloten kunnen worden (https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De brochure richtlijnen voor masterproeven faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt gehanteerd alsook de handleiding 'Masterproef: vakdidactische oefening' te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting werkvorm

Didactische collectie - Paper - Veldwerk

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

A05H4A : Masterproef: vakdidactische oefeningen godsdienst

Vakdidactische oefeningen islamitische godsdienst (B-KUL-A05H7a)

1 studiepunten : Masterproef 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De toepassing ‘In de Kijker’ wordt vertaald naar ontsluiting voor een doelpubliek van islamleerkrachten.

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De brochure richtlijnen voor masterproeven faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt gehanteerd alsook de handleiding voor een In De Kijker.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef: vakdidactische oefeningen islamitische godsdienst (B-KUL-A25H7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatie:

  • Schriftelijke beoordeling van het eindresultaat in de vorm van een "In De Kijker".
  • De beoordeling van het uitgewerkte lesproject gebeurt door twee personen: de praktijklector/onderzoeker en de docent.

Aandachtspunten bij de evaluatie:

  • Leerplanconformiteit 
  • Aansluiting bij beginsituatie van de leerlingen en bij domeinspecifieke aspecten van het onderwerp
  • Conformiteit aan hermeneutisch-communicatieve godsdienstpedagogiek
  • Samenhang en didactische opbouw
  • Creativiteit van impulsen en didactische werkvormen
  • Verwerking van feedback uit de klascontext
  • Presentatie van het eindresultaat in de vorm van een ‘In De Kijker’

 

 

ECTS Spiritualiteit, leiderschap en professionele integriteit (B-KUL-A07E4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
Daelemans Bert (coördinator) |  Claeys Johannes |  Daelemans Bert

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om de wetenschappelijke literatuur over spiritualiteit en leiderschap en de bijdrage van diverse toonaangevende spiritualiteitstradities tot een verdieping van leiderschap en de ontwikkeling van een persoonlijke professionele integriteit niet alleen te kennen maar ook zo te verwerken dat zij de belangrijkste inzichten kunnen toepassen op hun toekomstige professionele leven.  

  • De studenten kennen de belangrijkste theorieën in verband met leiderschap en spiritualiteit.
  • De studenten kunnen de theoretische inzichten verbinden met de specifieke professionele context  waarin zij actief zullen zijn.
  • De studenten hebben via oefeningen en een exposure in een abdij geleerd hoe spiritualiteit hun professionele vaardigheden en leiderschapsvaardigheden kan verdiepen en verbeteren.

Begintermen

De studenten hebben via de RZL cursus in het bachelor's programma basisinzichten verworven in verband met religie, zingeving en levensbeschouwing, maar zij moeten geen voorafgaande kennis hebben van de literatuur over spiritualiteit en leiderschap. Zij moeten wel ingeschreven zijn voor het Master's programma.  

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Spiritualiteit, leiderschap en professionele integriteit (B-KUL-A07E4a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het OPO betaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is het theoretische gedeelte. Daarin wordt eerst een overzicht gegeven van de wetenschappelijke theorieën en het empirisch onderzoek in verband met leiderschap en spiritualiteit. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van leiderschapspiritualiteit in christelijke, niet-christelijke en niet-religieuze tradities. Tevens wordt de problematiek ook vertaald naar concrete professionele velden toe (bijvoorbeeld gezondheidszorg). Het tweede onderdeel bestaat uit oefeningen in meditatie en mindfulness, met inbegrip van exposure in een abdij.  

In het theoretische gedeelte:

(1) Een overzicht van en een kritiek gegeven op hedendaagse leiderschapstheorieën waarin spiritualiteit direct of indirect aan bod komt (theorieën in verband met charismatisch leiderschap, integriteit, authenticiteit enz...)

(2) Een overzicht van de empirische en theoretische studies met betrekking tot spiritualiteit en leiderschap (vertrekkend van de bevindingen van Mitroff en Denton)

(3) Basiskennis over een aantal christelijke, niet christelijke en niet gelovige vormen van spiritualiteit in verband met leiderschap

(4) Kennismaking met de wijze waarop spiritualiteit in een bepaald vakgebied of professionele groep functioneert (onder meer bij ingenieurs en in de gezondheidszorg)

In het praktische gedeelte worden oefeningen gegeven (onder meer van mindfullness) om de studenten vertrouwd te maken met methodes om hun professionele functioneren (in menselijk opzicht) te verbeteren.     

Studiemateriaal

De studenten ontvangen

(1) Via Toledo de powerpoint presentaties

(2) De teksten waarnaar tijdens de colleges gerefereerd wordt via Toledo

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges met discussie + oefeningen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Spiritualiteit, leiderschap en professionele integriteit (B-KUL-A27E4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie bestaat uit twee onderdelen: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding bestaande uit twee vragen over de theoretische inhoud (kennis en inzicht) en een persoonlijke verwerkingsopdracht waarin men de ervaring met meditatie confronteert met de theorie (in de vorm van een paper).

De schriftelijke voorbereiding voorafgaand aan het mondeling examen dient enkel ter ondersteuning van de student.

Puntenverdeling:

  • Mondeling examen met twee vragen: 12 punten (elk op 6) of 60%.
  • Paper: 8 punten of 40%.

De eindbeoordeling op 20 is echter geen loutere optelling van elk deelpunt op de examenvragen en de paper, maar een weging van het geheel van het examen. Ook eventuele bijkomende vragen kunnen met andere woorden een invloed hebben op de weging van de eindbeoordeling. Zulke bijvragen worden door de docent gesteld omwille van twee redenen: enerzijds om verduidelijking bij een gegeven antwoord, en anderzijds om verder te peilen naar de diepgang van de verworven inzichten.
 

Evaluatiecriteria:

  • feitenkennis/kennis van de geziene leerstof
  • diepgang van de verworven inzichten
  • vermogen om leerstof toe te passen op actuele situaties
  • gevatheid of intelligentie van de presentatie van de antwoorden
  • verbanden kunnen leggen met persoonlijke spirituele groei

 

ECTS Anglican Theology (B-KUL-A07L5A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term
N.

Aims

The student is able to reflect on and communicate about the theological significance of key Anglican theologians. Students will know how the Anglican theological method developed as a mixture of Catholic and Calvinist thought. Students will become familiar with how the delicate balancing act of Anglican theology operates in liturgy, philosophy, social teaching, thought about Europe, political theology and modern ethics. Students will in particular study the influence of Rowan Williams.

This course is required by the "Erkende instantie Anglicaanse godsdienst" for teachers of Anglican religion. The course is taught by an Anglican.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Anglican Theology (B-KUL-A07L5a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term
N.

Content

This course covers a wide and deep range of Anglican thought by considering six pairs of highly influential Anglican theologians, followed by the single greatest contributor to modern Anglican thought, Rowan Williams. Our selection of theologians includes nine bishops, four archbishops of Canterbury, eight Englishmen, an Irishman, a Ugandan, a South African, an American and a Welshman, three people still alive, and one woman. Across the themes of founding genius, world-class philosophy, social reform, thinking on Europe, African social reform and the two contemporary “hot-button” issues of gays and women in the church, this course explores key Anglican positions and explains why, although it is only the third largest Christian denomination in the world today (after Catholicism and Orthodoxy), Anglicanism’s theological reach is so ubiquitous.
§1 Two Founding Geniuses
Thomas CRANMER, archbishop of Canterbury, martyr (1489-1556): Genius of liturgy: the Book of Common Prayer
Richard HOOKER, rector of Bishopsbourne, Kent (1554-1600): Genius of theological method: the “threefold cord” of Scripture, reason and tradition
§2 Two World-class Philosophers
George BERKELEY, bishop of Cloyne (1685-1753): Idealism
Joseph BUTLER, prince-bishop of Durham (1692-1752): Analogical method
§3 Two Social Reformers
William WILBERFORCE, MP for Yorkshire (1759-1833): The abolition of slavery
Frederick MAURICE, professor of divinity at King’s College London (1805-1872): Christian socialism
§4 Two Thinkers on the New Europe
William TEMPLE, archbishop of Canterbury (1881-1944): Reconciliation with European Jews
George BELL, bishop of Chichester (1883-1958): Reconciliation with European Churches
§5 Two African Social Thinkers
Janani LUWUM, archbishop of Uganda, martyr (1922-1977): Opposition to dictatorship
Desmond TUTU, archbishop of Cape Town (born 1931): Opposition to apartheid.
§6 Two Contemporary Hot-button Issues
Michael RAMSEY, archbishop of Canterbury (1904-1988): The emancipation of gay people
Marilyn McCORD ADAMS, regius professor of divinity at the University of Oxford (born 1943): Christian feminism
§7 The Williams Phenomenon
Rowan WILLIAMS, archbishop of Canterbury (born 1950): Modern Anglican theology
 

Course material

Course notes, PowerPoint slides, a reader.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Anglican Theology (B-KUL-A27L5a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Oral
Type of questions : Open questions

ECTS Interreligieuze en interlevensbeschouwelijke dialoog: theorie en praktijk (B-KUL-A07L6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De afgestudeerde is in staat om:
1. inzicht te hebben in de complexiteit en eigenheid van het fenomeen religie.
2. kennis te hebben van de grote religieuze tradities en de diverse verschijningsvormen van het fenomeen religie.
3. de relaties tussen religieuze tradities te analyseren en te duiden.
4.de mogelijkheidsvoorwaarden en hindernissen in de interreligieuze communicatie te kunnen beschrijven en concrete moeilijkheden in de interreligieuze dialoog te analyseren. Dit gebeurt niet alleen op een puur theoretisch niveau, maar altijd ook met het oog op de praktische toepasbaarheid in de eigen context, die de universiteit, de school, de parochie, de moskeegemeenschap, de seculiere werkwereld kan zijn.
5. deze inzichten te kunnen toepassen met betrekking tot maatschappelijke en/of culturele vraagstellingen waarin religie en levensbeschouwing een rol spelen, zoals godsdienstonderwijs, pastoraal, samenlevingsopbouw enz.

- De studenten zijn in staat om het belang van dialoog in de context van religie te beoordelen.
- De studenten zijn in staat om theoretische en praktische benaderingen van interreligieuze dialoog te benoemen en te onderscheiden.
- De studenten hebben de kennis om de specifieke doctrines in de wereldreligies die deze religies motiveren om in dialoog te treden met elkaar te onderscheiden en om deze met elkaar te vergelijken.

 

Begintermen

Academische bacheloropleiding.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Interreligieuze en interlevensbeschouwelijke dialoog: theorie en praktijk (B-KUL-A07L6a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

  • Studenten verwerven inzicht in de complexiteit en eigenheid van het veld interreligious studies en leren zich daarbinnen te situeren.

    Studenten maken kennis met een kritische benadering tot interreligieuze dialoog en begrijpen  waarom een spreken over wederkerigheid, inclusie en solidariteit dat niet gepaard gaat met aandacht voor rechtvaardigheid onderdrukkend kan zijnStudenten zijn in staat om de mogelijkheidsvoorwaarden en hindernissen in de interreligieuze communicatie te beschrijven en concrete moeilijkheden in de interreligieuze dialoog te analyseren.

    Studenten zijn in staat om deze inzichten uit de cursus toe te passen op bestaande casussen

    Studenten zijn in staat maatschappelijke en/of culturele vraagstellingen vanuit een interlevensbeschouwelijk perspectief te analysen en bespreken.

     

Studiemateriaal

Het cursusmateriaal zal beschikbaar zijn op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Interreligieuze en interlevensbeschouwelijke dialoog: theorie en praktijk (B-KUL-A27L6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De studenten krijgen drie open vragen die op evenveel punten gaan.

ECTS Religie, conflict en vrede (B-KUL-A08M6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Doelstellingen zijn het aanscherpen van:

  • Het inzicht in de relatie van de studie van godsdienstwetenschappelijke problemen met de actuele maatschappelijke context die gekenmerkt is door een religieus, levensbeschouwelijk en ethisch pluralisme en processen van (de)secularisering en (de)globalisering.        
  • Bekwaamheid om nieuwe zinvragen en godsdienstwetenschappelijke problemen en religieuze uitdagingen te onderkennen en te verwoorden.    
  • Bekwaamheid om methodes en inzichten uit verschillende disciplines (historische, politieke, ethische en godsdienstwetenchappelijke) te combineren en toe te passen  
  • Bekwaamheid om de theoretische inzichten praktisch te hanteren


Na het volgen van dit opleidingsonderdeel zijn de studenten in staat:

  • Kenmerken van hedendaagse internationale of interne conflicten in hun complexiteit en in hun relatie met globaliseringsprocessen te analyseren.
  • De actuele geopolitieke rol van religies vanuit de historische context te verklaren en te duiden
  • De rol van religieuze identiteiten/drijfveren bij deze conflicten te beschrijven en kritisch te evalueren.
  • De rol van religieuze actoren bij conflictpreventie, conflictbeheersing en conflictoplossing te onderkennen en te evalueren.
  • Het belang van religieuze vrijheid en de verdediging van het pluralisme in een samenleving te kunnen aantonen.

Begintermen

Academische bacheloropleiding. Studenten hebben een basiskennis van en grondige interesse voor internationale politieke actualiteit en religieuze pluraliteit.

Identieke opleidingsonderdelen

A08M5A: Religion, Conflict and Peace

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Religie, conflict en vrede (B-KUL-A08M6a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Studenten schrijven een paper (min 4 en max 7 pagina’s) waarbij ze de rol van een religieuze actor of van de religieuze dimensie in een actueel gewapend conflict analyseren, in dialoog met één hoofdstuk naar keuze uit één van volgende werken: Manlio Graziano, Holy Wars & Holy Alliance: the return of religion to the global political stage (New York: Columbia University Press, 2017) ofwel Jan De Volder (Ed), The Geopolitics of Pope Francis (Leuven: Peeters, 2019) ofwel Gerard Bodifee, Oorlog, hoelang nog? (Antwerpen, Ertsberg 2024) en op basis van 1 ander wetenschappelijk artikel en min. 3 journalistieke bronnen.  (8 punten)

Het mondelinge examen staat op 12 punten (2 hoofdvragen van 4 punten, 2 bijvragen op 2 punten) en is gebaseerd op de inhoud van de colleges en de bijhorende materialen die ter beschikking worden gesteld op Toledo.

Colleges:

  • Kennismaking – taken – planning / Inleiding: Secularisatie, desecularisatie, hersecularisatie
  • Globalisering en deglobalisering: Rol van religie in internationale relaties; Huntington en kritiek
  • Geopolitiek van religies in historisch perspectief: Orthodoxie 1 (Patriarchaat van Moskou)
  • Geopolitiek van religies in historisch perspectief: Orthodoxie 2 (Patriarchaat van Constantinopel)
  • Geopolitiek van religies in historisch perspectief: Heilige Stoel 1
  • De geopolitiek van paus Franciscus
  • Geopolitiek van religies in historisch perspectief: islam 1
  • Geopolitiek van religies in historisch perspectief: islam 2
  • Interreligieuze dialoog en peacebuilding 1
  • Interreligieuze dialoog en peacebuilding 2
  • Gastcollege, gesprek met auteur Gerard Bodifee of Manlio Graziano
  • Laatste les: actuele casussen – feedback papers - vragen – discussie

Ieder jaar krijgen twee studenten de kans een internationale interreligieuze vredesbijeenkomst “in de geest van Assisi” bij te wonen. Hun reis- en verblijfskosten worden vergoed door de Cusanus Leerstoel. Deze studenten houden tijdens de bijeenkomst een blog bij. Deze bijeenkomst en de blog tellen niet mee voor de beoordeling van het opo, maar is een extra kans die gemotiveerde studenten krijgen om zich in de thematiek te verdiepen.

Studiemateriaal

Studiekost: 1-10 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Aangeraden literatuur:

  • Manlio Graziano, Holy Wars and Holy Alliance, The return of religion to the global political stage, New York: Columbia, 2017.
  • Jan De Volder (Ed.), The Geopolitics of Pope Francis, Leuven: Peeters, 2019.
  • Gerard Bodifee, Oorlog, hoelang nog?, Antwerpen: Ertsberg, 2024.

Ander materiaal wordt ter beschikking gesteld van de studenten via Toledo.

 

 

Toelichting werkvorm

Discussie - Gastcollege

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religie, conflict en vrede (B-KUL-A28M6a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Studenten schrijven een paper (min 4 en max 7 pagina’s) waarbij ze de rol van een religieuze actor of van de religieuze dimensie in een actueel gewapend conflict analyseren, in dialoog met één hoofdstuk naar keuze uit één van volgende werken: Manlio Graziano, Holy Wars & Holy Alliance: the return of religion to the global political stage (New York: Columbia University Press, 2017) ofwel Jan De Volder (Ed), The Geopolitics of Pope Francis (Leuven: Peeters, 2019) ofwel Gerard Bodifee, Oorlog, hoelang nog? (Antwerpen, Ertsberg 2024) en op basis van 1 ander wetenschappelijk artikel en min. 3 journalistieke bronnen.  (8 punten)

Het mondelinge examen staat op 12 punten (2 hoofdvragen van 4 punten, 2 bijvragen op 2 punten) en is gebaseerd op de inhoud van de colleges en de bijhorende materialen die ter beschikking worden gesteld op Toledo.

ECTS Project Work (B-KUL-A09C7A)

4 ECTS English 26 Both termsBoth terms Cannot be taken as part of an examination contract
Dillen Annemie (coordinator) |  N.

Aims

Elective courses can be replaced by (interdisciplinary) projects as part of individual initiatives, (international) exchange programmes, departmental activities (e.g. conferences), projects of research centres and groups. Such proposals can be made by the relevant groups, the students and/or professors, and the Teaching Committee. The Teaching Committee will approve these projects on a yearly basis.

Unique opportunities for interdisciplinary projects with social impact on the South are offered through the KU Leuven linked Academics for Development.

Aims:

* the capacity to evaluate a particular primary theme of theology and/or religious studies;
* knowledge of one important problem and insight of a distinct theological discipline;
* insight into the relationship between religious theme and the social context;
* the capacity to independently assimilate the study material and to propose a creative solution to a problem raised by theology and religion;
* the capacity to independently write an academically sound paper on a topic related to theology or religious studies.
* the capacity to work in a multidisciplinary team on a project with social impact on the South
* the capacity to discern, identify and communicate the socio-religious aspects of NGO projects for social development in the South

Previous knowledge

A bachelor's degree in Theology and/or Religious Studies is required.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Project Work (B-KUL-A09C7a)

4 ECTS : Assignment 26 Both termsBoth terms
N.

Content

The possibility to opt for Project work aims at deepening a particular insight obtained during the Bachelor's programme. This course aims to prepare students for independent research in theology and religious studies in a field which is not covered by the regular courses by collaborating with professors or organisations outside our Faculty and using a methodology which is different from the regular approach.

The multidisciplinary approach is particularly stimulated in projects of  the KU Leuven linked Academics for Development.

 

Course material

Dependent on the chosen topic.

Format: more information

Dependent on the chosen topic.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Project Work (B-KUL-A29C7a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Report, Portfolio, Process evaluation
Learning material : None

Explanation

Assessment exercises.

The given mark is based on the weighting of the quality of all assessment exercises.

Assessment criteria depend on the chosen exercises, and are communicated to the students.

ECTS Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen (B-KUL-A0AA3A)

5 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

  • Inzicht verwerven in de kernelementen die de identiteit en eigenheid van het christendom uitmaken en dit over alle tijdsperiodes heen.
  • De samenhang kunnen aangeven tussen de geloofsinhouden, de religieuze beleving en de context waarin het christendom gestalte krijgt.
  • Een initiële kennis verwerven van de grondbegrippen van het christendom en het katholicisme in het bijzonder

 

Begintermen

De studenten bezitten de kennis en vaardigheden die als eindtermen gelden in een middelbare opleiding die voldoende voorbereidt op de opleiding theologie en religiewetenschappen.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen (B-KUL-A0AA3a)

5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen wordt in dertien weken via een handboek en aan de hand van powerpoints overlopen:

1. Inleidend college “Theologie tussen kerk, samenleving en wetenschap” (Inleiding)

2. De vroege kerk - De Apologeten - Deel I, I-III.

3. Constantijn - Augustinus - Deel I, IV-V.

4. De vroege middeleeuwen - Deel II. I-II.

5. De hoge en late middeleeuwen - Deel II, III.

6. De hoge en late middeleeuwen – Deel II, IV.

7. Reformatie en Contrareformatie - Deel III. I-II.

8. Reformatie en Contrareformatie – Deel III, III.

9. De Verlichting - Deel III. IV-V.

10. 19de eeuw / De tijd rond Vaticanum I - Deel IV. I-III.

11. Theologie in de eerste helft van de twintigste eeuw - Deel IV. III-IV.

12. Theologie in de tweede helft van de twintigste eeuw - Vaticanum II - Deel IV. V 11.

13. Slotcollege (vragen, examentoelichting)

 

Verwijzingen gaan over Het katholicisme in Europa van K. Schelkens, P. van Geest & J. van Gennip.

Studiemateriaal

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De studenten worden verondersteld het volgende boek als handleiding en als leerstof te kennen: Karim Schelkens, Paul van Geest, Joep van Gennip, Het katholicisme in Europa. Een geschiedenis, Amsterdam, Boom, 2018 (ISBN 978-90-2442-418-4). Het boek kost ongeveer 40 euro.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van kerk en theologie over alle tijdsperiodes heen (B-KUL-A2AA3a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen

ECTS Basiscursus wereldreligies B (B-KUL-A0AB7A)

5 studiepunten Nederlands 32 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Broeckaert Bert |  Gil Alvarez Mar (medewerker) |  Lambaerts Jonathan (medewerker)

Doelstellingen

1. In staat zijn het ontstaan en de ontwikkeling van een aantal grote westerse (Jodendom, Christendom, Islam) en oosterse religieuze tradities (Boeddhisme, Hindoeïsme, Jainisme, Sikhisme) te schetsen.
2. Het wereldbeeld, de centrale geloofsovertuigingen en de belangrijkste rituelen van de grote westerse en oosterse religieuze tradities kunnen weergeven.
3. Inzicht hebben in de verscheidenheid van scholen en strekkingen binnen de grote westerse en oosterse religieuze tradities.
4. In staat zijn zelfstandig betrouwbare informatie over wereldreligies te verzamelen.

Begintermen

Geen specifieke begintermen. Goede kennis van het Engels (Engelstalig handboek).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Basiscursus wereldreligies (B-KUL-A01D5a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Broeckaert Bert |  Gil Alvarez Mar (medewerker) |  Lambaerts Jonathan (medewerker)

Inhoud

Deze cursus behandelt het jodendom, het christendom, de islam, het hindoeïsme, het boeddhisme, het jainisme, het sikhisme, de nieuwe religieuze bewegingen en de traditionele religies.  Komen aan bod: de oorsprong en de historische ontwikkeling van deze wereldreligies, de geloofsovertuigingen en de rituelen (in het bijzonder ook de rituelen rond geboorte, huwelijk en dood) en de vorming en kenmerken van de verschillende scholen.

 

Studiemateriaal

Studiekost: 76-100 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Powerpointpresentaties
  • Toledo
  • Handboeken (zie toelichting op de Toledo-site van het vak):
  • A. HUSSAIN - AMORE - W.G. OXTOBY (eds.),  World Religions. Western Traditions, 5de ed., Oxford University Press, 2018.
  • J. GIELEN, God in India, Leuven: Lannoo Campus, 2013. 

Boeken hoeven niet te worden aangekocht (zijn beschikbaar in bibliotheek); dan is de studiekost veel lager.

Toelichting werkvorm

In het kader van dit vak worden vier/vijf excursies van een halve of hele dag ingericht.

Omdat het onmogelijk is om een voldoende diepgaande behandeling van alle vermelde aspecten van alle vermelde tradities tijdens de colleges te realiseren wordt geopteerd voor de volgende werkwijze. De studenten nemen zelfstandig, aan de hand van een aantal opgegeven vragen, de handboeken door (zie evaluatie) en verwerven op deze wijze een basiskennis van de desbetreffende tradities. Uiteraard kunnen tijdens de colleges of via mail (en dit tot en met het tijdstip van het laatste college) steeds vragen worden gesteld. Tijdens lessen en excursies en via het digitaal aanbod op Toledo wordt achtergrondinformatie gegeven die moet bijdragen tot een beter begrip van de traditie in kwestie, worden de studenten in contact gebracht met vertegenwoordigers van deze traditie of wordt dieper ingegaan op specifieke kwesties. Om zoveel mogelijk studenten de kans te geven de colleges bij te wonen wordt het aantal hoorcolleges beperkt en worden deze ingericht op woensdag (late namiddag). Om de aanwezigheid en interactie te bevorderen worden er geen lesopnames gemaakt en worden de lessen niet gestreamed, tenzij corona er anders over zou beslissen. Wie niet aanwezig kan zijn kan beroep doen op een zelfstudiepakket. Ook studenten met een zelfstudiepakket worden aangemoedigd wanneer ze kunnen de colleges bij te wonen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

A01D5B : Basiscursus wereldreligies

Excursie (B-KUL-A0AB7a)

1 studiepunten : Excursie 6 Eerste semesterEerste semester
Broeckaert Bert |  Gil Alvarez Mar (medewerker) |  Lambaerts Jonathan (medewerker)

Inhoud

Gedurende het eerste semester worden binnen het kader van het vak Basiscursus Wereldreligies ter aanvulling van de colleges 5 excursies georganiseerd van een halve of hele dag. Alle studenten nemen deel aan minimaal één excursie van een hele dag (of aan minimaal twee excursies van een halve dag). Dit geldt ook voor zelfstudiestudenten. Tijdens deze excursies worden min. 4 religieuze gemeenschappen in België bezocht. Ook een bezoek aan een tentoonstelling of deelname aan een studiedag behoren tot de mogelijkheden. De Faculteit betaalt de kosten van het bezoek en de lokale begeleiding; studenten staan in voor vervoer (naar bestemmingen als Antwerpen, Schoten, Sint-Truiden en Durbuy) en de hieraan verbonden kosten en eventuele kosten van maaltijden tijdens het bezoek (8-15 euro per maaltijd; de maaltijd bij Hoffy's (excursie Jodendom) kost 35 euro (3 gangen)). Kostendelend rijden wordt aangemoedigd (per excursie wordt een lijst opgesteld van mogelijke chauffeurs en passagiers)

Studiemateriaal

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

zie toelichting bij 'Inhoud'.

 

Toelichting werkvorm

Mogelijke bestemmingen zijn onder meer de orthodoxe en chassidische Joodse gemeenschap in Antwerpen (doorgaans op maandag); de Hare Krishna beweging in Durbuy (op zaterdag); de Sikh gemeenschap in Sint-Truiden (op zaterdag); het Tibetaans Boeddhisme in Schoten (op donderdagavond); de Jain-tempel in Wilrijk (op vrijdagochtend). Ter plaatse krijgen we een rondleiding door een lid van de gemeenschap; krijgen we een uiteenzetting en zijn we zo mogelijk ook aanwezig bij een ritueel. De excursie wordt besproken tijdens de colleges. Ook een deelname aan een studiedag behoort tot de mogelijkheden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Basiscursus wereldreligies B (B-KUL-A2AB7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

1.  Er zullen tijdens het examen geen andere vragen worden gesteld dan de examenvragen die in de loop van de maand oktober op de Toledo-site van het vak zullen verschijnen. De antwoorden op deze vragen zijn (met uitzondering van het antwoord op vraag 6 over het Hindoeïsme) telkens te vinden in de vermelde handboeken (Hussain e.a., Gielen). In die zin gelden de corresponderende hoofdstukken uit de vermelde boeken als examenstof, nl. in de mate dat ze het antwoord bevatten op de voorgelegde examenvragen. Voor een goed begrip van de opgegeven vragen is het aangewezen de corresponderende hoofdstukken in hun geheel grondig door te nemen. Tijdens lessen en via Toledo en excursies wordt achtergrondinformatie gegeven die moet bijdragen tot een beter begrip van de tradities in kwestie. Examenstof is en blijft voor de andere tradities evenwel uitsluitend de vermelde boeken. Op het examen wordt u geacht een helder, intelligent, goed gestructureerd (!), evenwichtig, coherent en to the point (!) antwoord te formuleren in een correct academisch Nederlands op max. 2 bladzijden (per vraag). Het is steeds belangrijk de examenvragen goed te lezen. Wordt een vergelijking gevraagd dan wordt ook en uitsluitend een echte vergelijking verwacht (met aandacht voor verschillen én gelijkenissen) en geen simpel naast of achter elkaar plaatsen van wat u allemaal weet over de tradities in kwestie. Belangrijk is ook steeds dat u er in slaagt de rode lijn in uw antwoord duidelijk aan te geven en u zich niet verliest in een chaotische aaneenschakeling van details. De studenten die de 5 studiepunten-variant van het vak opnemen, studeren de vragen die betrekking hebben op de diverse behandelde tradities (jodendom, christendom, hindoeïsme, boeddhisme, jainisme, sikhisme ) en niet de vergelijkende vragen over de rituelen rond geboorte, huwelijk en dood. Het gedeelte over nieuwe religieuze bewegingen en over traditionele (Afrikaanse) religies valt voor hen weg. Studenten van de 5 studiepunten-variant nemen deel aan minstens één dagexcursie (of twee excursies van een halve dag) die in het kader van het vak Basiscursus Wereldreligies (wordt ingericht. Studenten die niet één dagexcursie (of twee excursies van een halve dag) hebben bijgewoond, worden van deelname aan het examen uitgesloten. Studenten worden aangemoedigd deel te nemen aan zoveel mogelijk excursies - additionele deelnames hebben evenwel geen invloed op het examenresutaat.
2. Het schriftelijk examen duurt twee uur. U krijgt drie grote examenvragen die allen genomen zijn uit de examenvragen genoemd in 1. en die op verschillende tradities betrekking hebben. Elk van de drie grote vragen staat op een zelfde aantal punten (één derde van het totale cijfer). Wie evenwel een ruim onvoldoende haalt op één van de examenvragen (minder dan 6 op 20 op deze vraag), slaagt niet voor het examen en haalt max. 8 op 20. 
4. Wanneer u afgeeft zorgt u er voor dat alle bladzijden genummerd zijn en dat uw naam op elk blad staat (inclusief het blad met de examenvragen).
5. De examenstof beperkt zich tot wat onder punt 1 als examenstof is aangegeven. Extra informatie en materiaal aangeboden tijdens de lessen en excursies of op Toledo (links, literatuurverwijzingen) is geen examenstof.
6. Voor de studenten met een zelfstudiepakket geldt als examenstof wat in dit zelfstudiepakket is vastgelegd.
7. Het schriftelijk examen wordt, zowel voor de reguliere studenten als de zelfstudiestudenten, ingericht op een avond tijdens de zittijd van januari, juni en augustus/september en op twee bijkomende momenten in februari en maart. Het is aangewezen dat studenten dit basisvak best zo snel mogelijk volgen en afleggen.

 

 

ECTS Clinical Psychology of Religion (B-KUL-A0AD4A)

4 ECTS English 26 First termFirst term

Aims

After completing this OPO students:

KNOWLEDGE

- have an advanced understanding of how religion is approached within (clinical) psychology
- have insight in how the field of clinical psychology of religion evolved during the last decades
- understand the concept of ‘meaning system’ and can illustrate how individuals' meaning system can affect and be affected by stressful life events
- are able to discuss how religion and spirituality can affect the mental functioning of individuals in both pathological and non-pathological manners
- who will be teachers of religion must have the expertise to recognize in class problematic forms of religion, to understand these, and be able to clinically refer pupils when necessary 

SKILLS

- are able to critically evaluate and analyse the contents and the methods applied in scientific publications on these topics
- are able to write a critical reflection paper on a topic within the field of the clinical psychology of religion which includes: formulation of a central argument after analysing relevant scientific materials, providing sufficient evidence-based support for the central argument, developing a clear line of reasoning for the reader.

ATTITUDES

- are able to reflect on their own stance as researcher with regard to psychological study of religion

Previous knowledge

Basic knowledge on psychology is required (introduction to the psychology of religion or similar courses).

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Clinical Psychology of Meaning, Spirituality and Religion: Core Module (B-KUL-A0AD4a)

4 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

Topics covered:

Introduction in the field:

  • Conceptualization and definition
  • Methodology used in the field

Themes:

  • Religion, spirituality and mental health
  • Religion, spirituality and psychopathology
  • The meaning system and religion/spirituality
  • The meaning system and meaningful coping with severe life stressors
  • Religion and therapy

Course material

Study material: slides, published manuscript and book chapters made available on Toledo.

Format: more information

The course is highly dynamic and interactive. Students are expected to attend and prepare classes. Weekly small assignments are given and used as starting point of class discussions and exchange moments. The course consists of lectures providing in-depth knowledge, debates on specific topics (e.g., stance as a researcher to study religion; religious experiences versus psychopathology, etc.), discussion of new research findings.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Clinical Psychology of Religion (B-KUL-A2AD4a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Report, Self assessment/Peer assessment
Learning material : Course material, Reference work

Explanation

  • assignment ‘philosophical stance as a researcher in psychology of religion’ 2pt
  • assignment ‘research question’ 1 pt
  • assignment ‘methodological choices’ 2pt
  • assignment rituals and compulsions 2 pt
  • mini paper (based on the scoring rubric): 4 pt
  • peer-reviewing of a mini paper of a fellow student: 2pt
  • final paper (based on the scoring rubric): 7 pt

No formal exam moment

ECTS Islam in Europa (B-KUL-A0AD6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
N.

Doelstellingen

Aan het einde van de module wordt van studenten verwacht dat zij kennis, inzicht en vaardigheden hebben verworven aangaande:

  • De historische ontwikkelingen m.b.t. Islam in verschillende delen van Europa van de vroege middeleeuwen tot heden.
  • De context waarin hedendaagse Moslims in Europa leven en hoe zij zichzelf situeren in Europese samenlevingen
  • Het analyseren van en kritisch reflecteren op relevant bronmateriaal

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Islam in Europa (B-KUL-A0AD6a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
N.

Inhoud

De Islam zoals die in Europa wordt aangetroffen is zeer divers omdat de aanwezigheid van Moslims op dit continent de uitkomst is van zeer verschillende dynamieken onder de invloed van tijd en plaats. Dit komt ook tot uiting in de variaties in religieuze beleving en zingeving door Moslims in Europa. Om de manifestaties van deze diversiteit aan Moslim-identiteiten (meervoud!) te begrijpen wordt “Islam in Europa” in een historisch en geografisch perspectief geplaatst. Teneinde het onderwerp toegankelijk te maken voor een studentencohort met diverse achtergronden (afkomst) en met verschillende academische orientaties en specialisaties (toekomstige ambities) voorziet deze module in een excursie vanaf de eerste introductie van de Islam in de vroege Middeleeuwen tot heden ten dage. Aandacht zal worden besteedt aan: De politieke en sociale, culturele en intellectuele aspecten van een geschiedenis van zowel vruchtbare uitwisseling als tegenstelling, confrontatie en open conflict; het belang van de onderkenning van de perspectieven van Moslims en niet-Moslims (insider/outsider oftewel emic/etic); leven in een maatschappij die voor de meerderheid uit niet-Moslims bestaat: consequenties voor religieuze plichten en vrijheden en vragen m.b.t. solidaritei, loyaliteit en burgerschap.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Islam in Europa (B-KUL-A2AD6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

1. Bijwonen en actieve deekname aan de colleges: 10%

2. Werkstuk (min 1000, max. 2500 woorden) geselecteerd uit 1 van de vraagstellingen uit de syllabus: 90%

ECTS Orthodox Theology and Liturgy (B-KUL-A0AF0A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

The student is able to reflect on and communicate about the theological significance of key Orthodox theologians. Students will know how the Orthodox theological method developed.
This course is required by the "Erkende instantie Orthodoxe godsdienst" for teachers of Orthodox religion. The course is taught by an Orthodox.

The student will acquire a knowledge of key concepts of Orthodox theology and liturgy through the reading and analysis of fundamental texts in order to understand the doctrine, ecclesiology and sacramentology of the Orthodox Church.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Orthodox Theology and Liturgy (B-KUL-A0AF0a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term
N.

Content

The course will focus on key concepts of Orthodox theology and liturgy: The notion of Tradition, Eucharistic Ecclesiology, Sanctification of Time and Life, Eschatology through the study of the works of major Orthodox theologicans such as G. Florovsky, N. Afanassieff, V. Lossky, A. Schmemann and J. Zizioulas.

Course material

John Meyendorff, Byzantine Theology. Historical Trends and Doctrinal Themes. New York: Fordham University Press, 1979.

Job Getcha, The Typikon Decoded: An Explanation of Byzantine Liturgical Practice, trad. Paul Meyendorff, Crestwood, NY: SVS Press, 2012.

Job Getcha, The Euchologion Unveiled. An Explanation of Byzantine Liturgical Practice, vol. II, Crestwood, NY: SVS Press, 2021.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Orthodox Theology and Liturgy (B-KUL-A2AF0a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Oral
Type of questions : Open questions

ECTS Hermeneutiek van grondteksten (B-KUL-A0AF5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Het lezen van grondteksten is een belangrijk onderdeel van het leven en werk van een (toekomstig) theoloog, godsdienstleerkracht of pastor. Deze vorm van lezen verschilt echter grondig van het dagdagelijkse lezen van informatieve teksten. Dit OPO beoogt daarom de studenten een eigen, beredeneerde leesvaardigheid van grondteksten te laten ontwikkelen, en deze in verband te brengen met de eigen persoonlijke en professionele identiteit en ontwikkeling.

Het college heeft aan de ene kant de doelstelling via hoorcolleges de studenten vertrouwd te maken met het leesproces als een dynamische interactie tussen de lezers in hun context enerzijds, en de teksten in hun context anderzijds. De ontwikkelingen in de filosofische hermeneutiek enerzijds en in de van oorsprong monastieke leestraditie van de lectio divina dienen daarbij als leidraad.

Anderzijds heeft dit college het doel studenten vertrouwd te maken met de praktijk van het lezen van grondteksten door een deels begeleide, deels zelfstandige lectuur van met name Bijbelse en mystieke teksten, aangezien deze teksten de basis vormen voor een groot deel van de christelijke spiritualiteit en theologie. Voor de lectuurcolleges kiezen de docenten telkens een Bijbelboek en een werk uit de mystieke traditie dat bij dit Bijbelboek aansluit, bijvoorbeeld het boek Hooglied en het commentaar erop door Bernardus van Clairvaux.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Hermeneutiek van grondteksten (B-KUL-A0AF5a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De contactmomenten beginnen met drie hoorcolleges waarin een inleiding wordt gegeven tot de filosofische hermeneutiek, die zich bezighoudt met de vraag wat het lezen van teksten (inzonderheid van grondteksten) inhoudt. Naast fundamentele, filosofische reflecties over de aard van het lezen, de rol van de lezer en van de tekst, zal in dit onderdeel ook aandacht zijn wat deze theoretische inzichten betekenen voor de leespraktijk van (grond)teksten. In de christelijke traditie speelt de lectuur van grondteksten een belangrijke rol. Een vierde hoorcollege wordt daarom gewijd aan de christelijke hermeneutiek van teksten en aan de leespraktijk bekend als lectio divina. Klassieke vormen van lectio divina zullen behandeld worden evenals moderne theorieën die deze leespraktijk in verband brengen met de mystieke traditie en haar complexe relatie tot de Schrift (zoals bv. Michel de Certeau).

Het grootste deel van de contactmomenten zal bestaan uit een lectuurcollege van het Bijbelboek Hooglied en het commentaar erop van Bernardus van Clairvaux (1090-1153). Deze lectuurcolleges zullen worden voorafgegaan door twee inleidende colleges: één over de structuur en opbouw van het boek Hooglied, zijn plaats binnen de Hebreeuwse Bijbel, en zijn interpretatiegeschiedenis, en één over de persoon en het werk van Bernardus van Clairvaux en zijn plaats in de mystieke theologie. De lectuurcolleges zelf zullen bestaan uit de lectuur (in vertaling) van geselecteerde perikopen uit het Hooglied en het commentaar erop van Bernardus. Hierbij zal zowel aandacht zijn voor de manier waarop Bernardus met de Bijbeltekst omging, als voor de manier waarop Bernardus’ commentaar aansluit bij zijn (mystieke) theologie.

Studiemateriaal

Te lezen primaire en secundaire literatuur worden via Toledo ter beschikking gesteld van de studenten. Nederlandse vertaling van Bernardus van Clairvaux (Wim Verbaal)

Toelichting werkvorm

Hoorcollege - Verslag - Werkcollege

Het college bestaat uit een aantal hoorcolleges, gevolgd door een reeks lectuurcolleges, die de vorm aannemen van werkcolleges waarvoor van de studenten voorbereiding (lezing van primaire teksten) en actieve participatie wordt verwacht.

Een belangrijk onderdeel van het college bestaat uit een individuele leesopdracht waarvoor een verslag moet worden gemaakt.

De eerste colleges geven de methodologische, theologische, exegetische en historische achtergrond nodig voor de lectuurcolleges.

De lectuuropdracht is een persoonlijke lectuuroefening, in de aard van de lectuur die ook in de lectuurcolleges wordt beoefend. In het leesverslag van deze opdracht wordt van de studenten verwacht dat ze ook de band leggen met de colleges.

De docenten doceren elke les doorgaans gezamenlijk.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Hermeneutiek van grondteksten (B-KUL-A2AF5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Verslag
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De studenten krijgen de opdracht zelfstandig een volledig Bijbelboek of een werk uit de mystieke traditie te lezen (keuze in overleg met de docenten), en hierover een leesverslag te maken waarin ook de link met de colleges gelegd wordt. Dit leesverslag vormt de basis voor een mondeling examen, waarin ook naar de inzichten uit de hoorcolleges en de lectuurcolleges wordt gepeild.

Bij het tot stand komen van het eindcijfer wordt het leesverslag voor 60% meegewogen, het mondelinge examen voor 40%, waarbij voor beide onderdelen een voldoende cijfer moet worden behaald om te kunnen slagen voor het OPO.

Toelichting bij herkansen

Zelfde modaliteiten als bij de eerste examenkans.

Indien de student een voldoende cijfer haalde voor het leesverslag, hoeft de leesopdracht niet opnieuw te worden uitgevoerd.

Wanneer de student voor het leesverslag een onvoldoende cijfer haalt, moet dit opnieuw worden ingeleverd, en moet ook het mondeling examen opnieuw worden afgelegd. Bij een ernstig onvoldoende cijfer (minder dan 4/10) moet ook de leesopdracht opnieuw moet worden uitgevoerd.

ECTS Theologie en hedendaagse cultuur (B-KUL-A0AF6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
De Maeseneer Yves (coördinator) |  Boeve Lieven |  De Maeseneer Yves (plaatsvervanger) |  De Maeseneer Yves

Doelstellingen

De student is in staat om:

  • De uitdagingen van de actuele culturele context op levensbeschouwelijk vlak te identificeren en kritisch te duiden. 
  • De contextuele inbedding van het christelijk geloof te analyseren en het proces van recontextualisering waarin dit gevat zit te verhelderen en illustreren.
  • Methodologische opties te expliciteren en beoordelen om de relatie tussen theologie en cultuur te denken.
  • Een klassiek vraagstuk uit de theologische traditie te verstaan en de relevantie ervan voor de huidige context te formuleren in het kader van onderwijs, pastoraat en het ruimer publiek debat.
  • Een gekwalificeerd en cultureel verstaanbaar gesprek te voeren over de plaats van het christelijk geloof in de actuele context.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theologie en hedendaagse cultuur (B-KUL-A0AF6a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Boeve Lieven |  De Maeseneer Yves (plaatsvervanger) |  De Maeseneer Yves

Inhoud

Dit college vertrekt van een kritische analyse van de actuele Westerse cultuur. Van een moderne geseculariseerde context zijn we terechtgekomen in een geglobaliseerde, superdiverse context. We worden geconfronteerd met fenomenen als soft secularisme, maatschappelijke polarisering over identiteit, crisis op het vlak van mentaal welzijn, voortschrijdende (levensbeschouwelijke) pluralisering en individualisering,…

Stilzwijgend gaan veel tijdgenoten ervan uit dat religies eventueel fijn kunnen zijn voor wie er aan hecht, maar dat ze maatschappelijk geen rol van betekenis meer te spelen hebben. Hoe kunnen we op een nieuwe wijze de christelijke traditie vertolken zodat die van belang kan zijn voor de cruciale vragen en fundamentele keuzes in het menselijk samenleven? Hoe kunnen mensen in de huidige context tot goede keuzes komen en die ook in het publieke debat verantwoorden? Welke oriëntatiekaders en richtvragen kunnen daarbij helpen? En wat betekent dat concreet?

Dit jaar gaan we in op het thema ‘migratie’. We introduceren een eerste analyse van het thema aan de hand van de recontextualisering van het Leuvense personalistisch mensbeeld zoals voorgesteld en geoperationaliseerd in het ethisch model van A. Liégeois (‘waarden in dialoog’). Vervolgens verdiepen we ons in het onderliggende waardenconflict aan de hand van de ‘ordo caritatis’ (Thomas van Aquino). 

In het tweede gedeelte van de cursus gaan we in op recente theologische benaderingen die het besef hebben aangescherpt van het belang van identiteit en de bredere context (de intersubjectieve, sociale en structurele dimensies) in het keuzeproces en levensoriëntatie. Oog voor de rol van emoties, verbeelding en narrativiteit behoedt ons voor een te rationalistische kijk (o.a. S. Bader-Saye voortbouwend op Thomas van Aquino). Een herontdekking van een spiritueel en ritueel-liturgisch perspectief biedt een model voor moreel handelen als relationele praxis en als participatie in Gods handelen (G. Ward). Ook een deugdethische benadering van christelijke ethiek als improvisatie (S. Wells) zal besproken worden. Deze benaderingen helpen de verschillende perspectieven in het publieke debat (waarin identiteit een sleutelfactor is) in beeld te krijgen en de eigen christelijke inbreng hierin te articuleren.

Studiemateriaal

Studiekost: 1-10 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Een reader zal via de cursusdienst van Katechetika ter beschikking gesteld worden.

Toelichting werkvorm

Discussie - Literatuurstudie

Hoorcollege met mogelijkheid tot interactie met de docenten en van de studenten onder elkaar. Tijdens de hoorcolleges wordt door middel van begeleide oefeningen de relevantie en betekenis van de voorgestelde benaderingen concreet gemaakt. Daarbij putten we inspiratie uit verschillende bronnen en contexten zoals het (godsdienst)onderwijs, pastoraat en bredere maatschappelijke debat. Bij het begin van de cursus wordt tevens het thema geïntroduceerd dat de studenten op een zelfstandige manier (via logboeknotities op Toledo op basis van gerichte vragen) én in groepsgesprek analyseren en interpreteren. In de groepsgesprekken wordt in het bijzonder aandacht besteed aan verschillende perspectieven en divergerende opvattingen en standpunten binnen de groep. Tevens oefenen studenten om hun eigen standpunt te communiceren en kritisch te laten bevragen. Dit resulteert op het einde van het semester in een korte paper van 1000-1400 woorden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Theologie en hedendaagse cultuur (B-KUL-A2AF6a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

De student wordt geëvalueerd op basis van twee componenten: a. permanente evaluatie op basis van portfolio die uitmondt in een korte paper; b. mondeling examen tijdens de examenperiode. Het mondeling examen telt voor 50%, portfolio en korte paper eveneens voor 50% van het eindresultaat.

Toelichting bij herkansen

Mondeling examen bestaande uit open vragen. Indien de student geslaagd was op de paper, telt deze mee voor 50% en het mondeling examen voor 50%. Indien de student niet geslaagd was op de paper, dient deze opnieuw ingediend te worden (en telt deze opnieuw mee voor 50% van het eindresultaat behaald op het herexamen).

ECTS Grenservaringen en spirituele zorg (B-KUL-A0AF7A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Vandenhoeck Anne (coördinator) |  Broeckaert Bert |  Vandenhoeck Anne |  Gil Alvarez Mar (medewerker) |  Lambaerts Jonathan (medewerker)

Doelstellingen

De student

  • is alert voor de spirituele dimensie van mensen met wie hij/zij werkt.
  • kan de spirituele dimensie diagnosticeren (eventueel met gebruik van tools) en erover communiceren (leren van taalspel).
  • kent mogelijkheden om te handelen op basis van diagnose van spirituele noden en krachtbronnen.
  • kan de betekenissen van grenservaringen weergeven en in verband brengen met de activiteiten van de spirituele dimensie.
  • kan vanuit het paradigma van actief pluralisme inzicht vertonen in mogelijkheden tot dialoog met mensen uit verschillende levensbeschouwingen over grenservaringen.
  • kent aandachtspunten vanuit verschillende religies en levensbeschouwingen rond grenservaringen (in het bijzonder wat betreft de omgang met sterven en dood en de ethische vragen in dit verband).
  • kan grote levensbeschouwelijke thema’s in verband brengen met de spirituele dimensie van mensen.
  • kan een gefundeerd en genuanceerd standpunt formuleren omtrent de verhouding euthanasie en palliatieve zorg en omtrent de diverse vormen van medisch begeleid sterven.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis; er wordt ook gebruikt gemaakt van Engelstalige artikels.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Grenservaringen en spirituele zorg (B-KUL-A0AF7a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Broeckaert Bert |  Vandenhoeck Anne |  Gil Alvarez Mar (medewerker) |  Lambaerts Jonathan (medewerker)

Inhoud

Het vak grenservaringen en spirituele zorg hanteert een interdisciplinaire benadering. De lessen worden gegeven vanuit een pastoraal, pastoraaltheologisch, ethisch, comparatief en religiewetenschappelijk perspectief. De eerste twee lessen geven in een inleiding in spirituele zorg. Door middel van casussen (videoclips) wordt de spirituele dimensie en spirituele zorg verkend. Thema’s zoals machtsmisbruik, omgaan met gebrokenheid, hoop/wanhoop, chronisch ziek zijn worden aangeraakt vanuit het perspectief van spirituele zorg in een viertal lessen. Twee lessen besteden aandacht aan actuele ontwikkelingen in het professionele en spirituele aspect van spirituele zorg. Het thema levenseinde behandelt in 4 lessen enerzijds ethische vragen bij palliatieve zorg en euthanasie en anderzijds het omgaan van verschillende tradities met sterven en dood en met een aantal ethische vragen aan het levenseinde.

Studiemateriaal

Studiekost: 1-10 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De ppt, cursustekst en bijhorende, niet zelden Engelstalige artikels worden op Toledo gepost. Alles wat op Toledo gepost wordt, behoort tot de leerstof tenzij het uitdrukkelijk anders vermeld wordt. 

Toelichting onderwijstaal

Gastcollege in het Engels is mogelijk; teksen in Nederlands en Engels.

Toelichting werkvorm

Casusgebaseerd college

Alle lessen worden interactief gegeven. Wie niet aanwezig kan zijn kan beroep doen op een zelfstudiepakket. Ook studenten met een zelfstudiepakket worden aangemoedigd, telkens wanneer ze kunnen, colleges bij te wonen. Voor de colleges van Prof. Broeckaert geldt bovendien dat, precies om de aanwezigheid en interactie te bevorderen, er geen lesopnames worden gemaakt en de lessen niet worden gestreamed. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Grenservaringen en spirituele zorg (B-KUL-A2AF7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie van het vak gebeurt door een schriftelijk examen. Dit examen bestaat uit: 1) kennisvragen waarbij studenten vragen krijgen over begrippen en/of theorieën uit de cursus 2) integratievragen waarbij studenten hun inzicht in de cursusstof tonen en/of toepassen in een nieuwe casus.

Beide docenten leveren examenvragen aan over het door hen gedoceerde gedeelte.

Daarnaast wordt aan de studenten een casus voorgelegd waar vragen over aspecten uit de ganse cursus aan bod komen. De casus moet niet ‘opgelost’ worden, maar de toepassing van de theorie moet erin herkend worden. Studenten moeten bijvoorbeeld twee linken met de theorie uit de casus halen.

Voor het examengedeelte van Prof. Broeckaert gelden bovendien de volgende afspraken:

1.  Examenstof is in de eerste plaats wat tijdens de les is gedoceerd, inclusief excursussen en uitweidingen (notities nemen is dus noodzakelijk). In de tweede plaats de teksten die beschikbaar zijn op Toleldo (tenzij teksten op Toledo die uitdrukkelijk als achtergrondmateriaal zijn aangegeven). Op het examen wordt u geacht een helder, intelligent, goed gestructureerd (!), evenwichtig, coherent en to the point (!) antwoord te formuleren in een correct academisch Nederlands op max. 1 bladzijde (per vraag). Het is steeds belangrijk de examenvragen goed te lezen. Wordt een vergelijking gevraagd dan wordt ook en uitsluitend een echte vergelijking verwacht (gelijkenissen/verschillen) en geen simpele opsomming, naast of achter elkaar, van wat u allemaal weet over de auteurs of tradities in kwestie. Belangrijk is ook steeds dat u er in slaagt de rode lijn in uw antwoord duidelijk aan te geven en u zich niet verliest in een chaotische aaneenschakeling van details. 
2. U krijgt twee brede examenvragen die elk peilen naar kennis én inzicht en betrekking hebben op twee verschillende delen van de colleges. Elk van de twee vragen staat op een zelfde aantal punten.
3. Voor de studenten met een zelfstudiepakket geldt als examenstof wat in het zelfstudiepakket is vastgelegd.
4. Het schriftelijk examen wordt, zowel voor de reguliere studenten als de zelfstudiestudenten, ingericht op een avond tijdens de zittijd van januari en september. Er zijn, in februari en maart, twee bijkomende maandmomenten voorzien voor dit vak.

 

ECTS Christelijke kunst en erfgoed (B-KUL-A0AF8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Geybels Hans (coördinator) |  François Wim |  Geybels Hans

Doelstellingen

Het vak Christelijke kunst en erfgoed draagt binnen de opleiding bij tot de kennis over de plaats van het beeld in de christelijke cultuur vanaf de vroegchristelijke tijd tot en met vandaag

1. De studenten ontwikkelen een dieper inzicht in de verhoudingen tussen woord en beeld (de visuele taal bedient zich van haar eigen “grammatica”):

1a. Zij situeren de ontwikkelingen van religieuze thema’s in relatie tot de bredere kerkgeschiedenis (de iconografie en de typologie van religieuze motieven);

1b. Zij duiden de relatie tussen kunst en de liturgiegeschiedenis/kerkenbouw (de functie en interactie van beelden in de sacrale ruimte en de architectuur);

 

2. De studenten hebben oog voor de centrale plaats van materiële objecten in de religiebeleving (de "material turn" in de studie van religies):

2.a. In dat verband gaan de studenten dieper in op de casus van "religieus textiel" in de religiebeleving van de katholieken doorheen  de eeuwen;

2.b. Zij ontwikkelen een besef van de beschermwaardigheid van het religieuze erfgoed in de Kerk en in de bredere maatschappij.

 
3. de studenten ontwikkelen de vaardigheid om een beeld te 'lezen', maken zich de methode eigen om kunstwerken in hun historische context te interpreteren, en worden gevoelig voor de wisselende waarderingen, functies en definities die het visuele medium onderging doorheen de christelijke cultuurgeschiedenis. De cursus combineert bijgevolg op systematische wijze thematische en (kerk/cultuur)historische invalshoeken.

 

4. Toekomstige godsdienstleerkrachten kunnen de kennis van het beeld in de christelijke cultuur vertalen en implementeren in de context van het levensbeschouwelijk onderwijs, en dragen bij tot de ontwikkeling van jonge mensen in hun rol als cultuurparticipant. 

 

5. Als specialisten in de plaats van de religie in de samenleving, leren de studenten het religieuze erfgoed rondom hen zien en waarderen, en zijn ze bereid zich in te zetten voor de bescherming ervan.

 

6. Studenten zullen in hun disciplinary future self en in hun individuele ontwikkeling voortdurend met beelden en materieel erfgoed geconfronteerd worden. De kennis over de geschiedenis van het beeld en het object in haar culturele en (kerk)historische context kan hen daarbij rugsteunen, hen daar waar nodig kritisch houden en, wie weet, hen een blijvende liefde voor kunst en erfgoed schenken. ​​

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Christelijke kunst en erfgoed (B-KUL-A0AF8a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

  • Geschiedenis van de christelijke kunst en de verhouding tussen theologie en kunst. De studenten krijgen een overzicht van de geschiedenis van de christelijke kunst. De examenstof omvat een reader met artikels omtrent de specificiteit van de (geschiedenis van de) christelijke kunst en thema’s uit de relatie tussen kunst en theologie.
  • Themata uit de wereld van het materieel religieus erfgoed. 3 colleges rond liturgisch textiel door de eeuwen heen en vragen rondom de bewaring van dat en ander religieus erfgoed.

Studiemateriaal

De te bestuderen artikels worden via Toledo aangeboden.

Toelichting werkvorm

9 of 10 lessen door Hans Geybels, gevolgd door 3 lessen over erfgoed door Wim François

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Christelijke kunst en erfgoed (B-KUL-A2AF8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

De student beantwoordt 3 vragen (2 bij prof. Geybels, 1 bij prof. François). Voorafgaand aan het mondelinge gesprek krijgen de studenten schriftelijke voorbereidingstijd. De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student.

Voor de eindbeoordeling plegen beide examinatoren overleg over de kwaliteit van beantwoording van de drie examenvragen. Een evenwichtige kennis van alle onderdelen van de cursus is vereist om te kunnen slagen.

Toelichting bij herkansen

Zelfde modaliteit als bij de eerste examenkans.

ECTS Diversiteit, gender en religie (B-KUL-A0AF9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Studenten zijn in staat om

  • Te beschrijven wat feministische theologie is en hoe deze evolueerde doorheen de recente geschiedenis
  • Te beschrijven hoe intersectionaliteit een rol speelt in theologie en religieustudies
  • Bijbelse teksten en teksten van het kerkelijk leergezag omtrent diversiteitsthema’s constructief en kritisch te benaderen
  • Inzichten omtrent diversiteit, gender en religie toe te passen op nieuwe actuelere thema’s/cases
  • Inzichten uit verschillende disciplines van theologie, religiestudie en sociale wetenschappen omtrent thema’s m.b.t. gender en diversiteit te verwoorden en met elkaar in dialoog te brengen
  • Met respect de verschillende visies omtrent thema’s rond gender en diversiteit te benaderen en hierover te communiceren en te dialogeren in groep.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Diversiteit, gender en religie (B-KUL-A0AF9a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Thema’s

  • Introductie  (AD & VBT)
  • Feministische exegese: recente evoluties (VBT)
  • Jezus, Paulus en vrouwen (VBT)
  • Gender en de eerste christenen (VBT)
  • Evoluties in feministische theologieën (AD)
  • Gender en de katholieke kerk (argumentatie van het kerkelijk leergezag en kritische visies) (AD)
  • Recente evoluties in queer theologie (AD)
  • Postkoloniale theologie, ras en religie  (AD)
  • Gender-gerelateerd geweld, discriminatie en sociale rechtvaardigheid (AD)
  • Men’s studies, bijbel en theologie (AD)
  • Armoede, klasse en theologie (AD)
  • Disability studies en bijbel (VBT)
  • Leiderschap, diversiteit, inclusie en kerk (VBT & AD)

 

Elke keer breed overzicht en vervolgens specifiek voorbeeld van onderzoek in het betreffende veld.

Studiemateriaal

Eigen samengestelde reader, beschikbaar via Toledo Ultra en cursusdienst.

Toelichting werkvorm

Responsiecollege

Professoren geven een interactief hoorcollege tijdens het eerste deel van de les.

Tijdens het tweede deel worden verschillende interactieve werkvormen voorzien rond specifieke teksten (Bijbelteksten, teksten van het magisterium, teksten van theologen).

Mogelijkheden hierbij zijn: a) kleine groepsdiscussies rond specifieke vragen met plenaire sessies achteraf; b) bespreking van audio-visueel materiaal; c) kritische close-reading van specifieke auteurs; d) case-studies.  

Doorheen het semester werken de studenten in kleine groepen zelfstandig aan een mini-opdracht: het uitwerken van een visioen over kerkelijke gemeenschappen, met aandacht voor de thema’s besproken doorheen het semester. Ze presenteren dit groepswerk kort tijdens de laatste les over leiderschap en schrijven dit uit in een individuele paper van 1 pagina.

Tijdens de lessen zal er bijzondere aandacht zijn voor informatie over de verschillende werkvormen, met speciale aandacht voor richtlijnen voor respectvolle communicatie rond specifieke inhouden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

A0AF9B : Diversiteit, gender en religie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Diversiteit, gender en religie (B-KUL-A2AF9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatie:

  • Medewerking: 10%
  • Groepswerk en presentatie: 10%
  • Paper: 10%
  • Mondeling examen (gesloten boek): 70 % (35 % voor deel bij VBT, 35 % voor deel bij AD) (examen op hetzelfde moment, bij twee professoren op een verschillende ruimte in het lokaal)

ECTS Inleiding tot de islam (B-KUL-F0TJ4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

1. Studenten hebben inzicht in de meerduidigheid van de term islam als systeem van mystiek, ethiek, credo, eredienst en rituelen.

2. Studenten zijn in staat het ontstaan en de ontwikkeling van de vroege islam te schetsen a.d.h.v. de belangrijkste momenten uit het leven van de profeet Mohammed.

3. Studenten hebben kennis van de vijf bronnen die bepalend zijn voor de ontwikkeling van het islamitisch recht en de islamitische theologie.

4. Studenten hebben inzicht in het ontstaan en de eigenheid van de voornaamste islamitische geloofsgroepen (soennieten, kharijieten en sji’ieten)
 en de subgroepen die hieruit ontstonden.

5. Studenten kunnen elk van de islamitische wetenschappen (Koranexegese, hadieth-wetenschap, theologie, recht, mystiek, filosofie) bondig duiden en voor elk ervan de eigenheid van de belangrijkste denkers toelichten.

6. De studenten hebben inzicht in het soefisme.

7. Studenten hebben kennis van een aantal gendervraagstukken i.v.m. de islamitische godsdienst.

8. De studenten kunnen de verhouding tussen islam en politiek bespreken.

Begintermen

Geen specifieke begintermen.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de islam (B-KUL-F0TJ4a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de colleges worden de studenten vertrouwd gemaakt met de doctrine en de ontstaansgeschiedenis van de islam. De cursus geeft bij het begin informatie over de pre-islamitische samenleving en het ontstaan van de islam, leven en betekenis van Mohammed voor de islamitische doctrine. Vervolgens wordt de Koran besproken als de belangrijkste bron van islamitische spiritualiteit, het recht en de theologie. Er wordt ingegaan op de traditie (“hadith”) als tweede belangrijkste bron van de islam. Daarnaast worden ook de drie andere bronnen van islamitische autoriteit besproken (consensus, analogie en idjtihad). Achtereenvolgens worden daarna de verschillende geloofsgroepen in de islam besproken en de betekenis van het islamitisch recht, de theologie en het soefisme. Er wordt ook aandacht gegeven aan islam en gender en de verhouding tussen islam en politiek. 

Studiemateriaal

William E. Shepard, Introducing Islam (second edition). Boca Raton: Routledge, an imprint of Taylor and Francis, 2014

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de islam (B-KUL-F2TJ4a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Leermateriaal : Geen

ECTS Vakdidactiek godsdienst (Leuven) (B-KUL-O0A41A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • een verantwoorde en praktijkgerichte visie op het vak r.-k. godsdienst op de (katholieke) school in de hedendaagse context omschrijven en verantwoorden.
  • godsdienstlessen voor het secundair onderwijs voorbereiden, uitvoeren en evalueren overeenkomstig het geactualiseerde leerplan en het communicatief-hermeneutisch model.
  • daartoe een gedifferentieerd leerproces ontwerpen en de gepaste documentatie selecteren, zodat leerlingen hun relatie met godsdienst, levensbeschouwing, waarden en levensstijl verder ontwikkelen.
  • op praktisch en theoretisch vlak situatie-gericht godsdienstonderricht onderbouwen en de verschillende aspecten van het onderwijsleerproces gepast integreren.

Begintermen

Algemene theologische en godsdienstwetenschappelijke basis inzake de verschillende disciplines van theologie en religiewetenschappen. Ingeschreven zijn in de EM godsdienst; of de tweede of de derde fase van de bachelor in de theologie en de religiewetenschappen (of de verkorte bachelor in de theologe en de religiewetenschappen).

Identieke opleidingsonderdelen

O0B95A: Vakdidactiek godsdienst (Leuven)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek godsdienst (B-KUL-O0A41a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deel I: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief op geloofsgroei

  • Hoofdstuk 1: Geloofsontwikkeling volgens het model van Fowler
  • Hoofdstuk 2: Cognitieve geloofsstijlen en godsdienstonderwijs

 

Deel II: Het leerplan r.-k. Godsdienst voor het secundair onderwijs

  • Hoofdstuk 3: Het leerplan r.-k. godsdienst doorgelicht
  • Hoofdstuk 4: Naar een implementatie van het leerplan r.-k. godsdienst
  • Hoofdstuk 5: Het leerplan r.-k. godsdienst onder kritiek geplaatst

 

Deel III: Een hermeneutisch-communicatief concept vakdidactiek godsdienst

  • Hoofdstuk 6: Grondlijnen van een hedendaagse vakdidactiek godsdienst
  • Hoofdstuk 7: Godsdienstpedagogische achtergronden
  • Hoofdstuk 8: Het hermeneutisch-communicatieve model in de praktijk
     

Deel IV: Van lesgebeuren naar jaarvorderingsplan

  • Hoofdstuk 9: Het jaarvorderingsplan
  • Hoofdstuk 10: Evaluatie
     

Deel V: Thomas: van theorie naar praktijk

  • Hoofdstuk 11: Thomas uit de doeken gedaan

Studiemateriaal

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Eigen cursus (gedrukt en online), bestaande uit cursusteksten, multimedia, voorbeeldmateriaal, artikels, literatuur en Thomas: www.godsdienstonderwijs.be (10 euro)
  • Het geactualiseerde leerplan r.-k. godsdienst (10 euro)
  • D. Pollefeyt & J. Hendrickx, Letter & Geest. Christelijke ingrediënten voor actueel godsdienstonderwijs. Deel III: derde graad secundair onderwijs, Antwerpen, Halewijn, 2020 (15 euro)

Voor zelfstudiestudenten is er een speciaal zelfstudiepakket met lees- en leerwijzer beschikbaar (zie Toledo).

Toelichting werkvorm

Van studenten worden de volgende leeractiviteiten verwacht:

  • Studeren van de syllabus en de collegenotities.
  • Maken van één grondig uitgewerkte lesvoorbereiding volgens de inzichten in de cursus. De lesvoorbereiding wordt voor het examen aan de docent bezorgd. De deadline is telkens de maandag van de week voor de start van de desbetreffende examenperiode.
  • Een reactie posten op één van de stellingen over onderwijs en identiteit op Thomas https://www.kuleuven.be/thomas/page/communities/view/182917/.
  • Een vorderingsplan opstellen en op het examen ter beschikking stellen (pass/fail).
  • PKG Schaal invullen en eigen resultaat op het examen ter beschikking stellen (pass/fail).
     

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek godsdienst (Leuven) (B-KUL-O2A41a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Geen

Toelichting

Samenstelling van het eindpunt, examenmodaliteiten en voorwaarden om examen te kunnen afleggen:

 

1. Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding: 75%

2. Lesvoorbereidingsformulier: 20%

3. Eén reactie op Thomas discussieruimte gepost: 5%

4. Vorderingsplan en PKG Schaal resultaat: pass/fail

 

  • De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om verder te peilen naar de grondigheid waarmee de student inzichten heeft verworven in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal.
  • Het lesvoorbereidingsformulier wordt op voorhand ingediend (via e-mail) en ook de reactie wordt op voorhand gepost. De indiendatum voor reguliere studenten is telkens ten laatste op de maandag voor de start van de examenzittijd waarin de student een punt wenst te behalen. De indiendatum voor werkstudenten is ten laatste vijf werkdagen voor het examen (lesvoorbereidingsformulier en reactie op Thomas). De student is verantwoordelijk voor het vragen van bevestiging van ontvangst.
  • Het jaarvorderingsplan wordt afgegeven bij het begin van het mondelinge examen (jaarvorderingsplan: je maakt één klas aan voor het huidige schooljaar en je maakt één les aan voor deze klas met titel, omschrijving en tijdsaanduiding en vervolgens geef je ook aan welke terreinen en doelen je behandelt in deze les. Vervolgens maak je een PDF van de getailleerde weergave, drukt het af en neemt het mee naar het examen). 
  • Het resultaat van de eigen PKG Schaal wordt afgegeven bij het begin van het mondelinge examen.
  • Zonder lesvoorbereiding, reactie op Thomas, jaarvorderingsplan en PKG Schaal resultaat kan het examen niet doorgaan.

 

Het mondeling examen bestaat uit drie vragen:

  • 1. Vraag 1 uit het theoretische gedeelte van de cursus (25%)
  • 2. Vraag 2 uit het theoretisch gedeelte van de cursus (25%)
  • 3. Vraag 3 bij het lesvoorbereidingsformulier: deze vraag kan uit verschillende vragen bestaan refererend aan verschillende deelaspecten van het didactisch opbouwwerk (25%)

 

Aandachtspunten en evaluatiecriteria:

  • Het mondeling examen over de hoorcolleges beoordeelt de mate waarin de student zich de basisbegrippen van het leerplan en de hermeneutisch-communicatieve godsdienstpedagogiek heeft eigen gemaakt en daarmee creatief en kritisch mee in het gesprek kan treden. Belangrijke kwaliteiten zijn: volledigheid, nauwkeurigheid, structuur, inzicht, verbanden kunnen leggen, kritische zin en de eigen positie kunnen beargumenteren.
  • Het lesvoorbereidingsformulier wordt beoordeeld aan de hand van de checklist voor de lesvoorbereiding (zie cursus).
  • De reactie op Thomas wordt beoordeeld op een correcte weergave van standpunten en de eigen creatieve inbreng.

 

Voorbeeld van examenvragen:

  • Bespreek de basisdoelen van het leerplan rooms-katholieke godsdienst in het licht van het ontwikkelingspsychologisch model van Fowler en de Post-Kritische Geloofsschaal.
  • Bespreek het verschil tussen monocorrelatie en multicorrelatie en toon in deze context het belang van hermeneutische knooppunten in het didactisch opbouwwerk aan.

 

Opgelet: De exacte examenmodaliteiten voor (zelfstudie-) en werkstudenten staan beschreven in de studiewijzer van het zelfstudiepakket.

Ook voor zelfstudiestudenten geldt de regel dat zonder lesvoorbereiding op voorhand ingeleverd en een jaarvorderingsplan en PKG Schaal resultaat, het examen niet kan doorgaan. Zelfstudiestudenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de lesvoorbereiding in bij de docent.

Toelichting bij herkansen

Indien u niet slaagt voor het vak, heeft u recht op een tweede examenkans in de derde examenperiode. Voor een nieuw examen legt men (opnieuw) alle vereiste taken voor (met een nieuw lesvoorbereidingsformulier). Deze worden niet automatisch overgedragen van de ene naar de andere zittijd.

ECTS Vakdidactisch seminarie godsdienst (B-KUL-O0A43A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Doelstellingen:

  • Zich actief bekwamen in de inhoud, methodiek en geest van het (geactualiseerde) leerplan rooms-katholieke godsdienst. Vanuit leservaringen problemen, hindernissen en moeilijkheden ter sprake brengen en hierover van gedachten wisselen met medestudenten en de docent.
  • Een hermeneutisch-communicatieve leerproces leren opzetten met aandacht voor de geïntegreerde aanpak. 
  • Inzicht verwerven in het specifieke leerproces van het vak godsdienst op de secundaire school.
  • Leren in groep communiceren over vragen, problemen en perspectieven van een eigentijds godsdienstonderricht.
  • Verwerven van basisvaardigheden in het lesgeven, feedback leren geven en ontvangen.
  • Inzicht verwerven in de micro-, meso- en macrodimensie van het vak rooms-katholieke godsdienst.
  • Kennismaking met de website over interlevensbeschouwelijke competenties, inzicht verwerven in de Competenties interlevensbeschouwelijke dialoog (ILD) en interlevensbeschouwelijk samenleven (ILS) en het actief gebruiken en implementeren van de interlevensbeschouwelijke competenties in het leerproces en het lesgeven van het vak godsdienst.

Begintermen

Uitgangspunt van dit opleidingsonderdeel zijn de theoretische concepten die ontwikkeld werden in het college ‘Vakdidactiek godsdienst’. Studenten die dit opleidingsonderdeel willen volgen dienen het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek godsdienst’ te volgen (gelijktijdig) of reeds gevolgd te hebben.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(O0A41A) OF GELIJKTIJDIG(A05G9A) OF GELIJKTIJDIG(A05G7A) OF GELIJKTIJDIG(O0B95A) OF GELIJKTIJDIG(A0AC0A) OF GELIJKTIJDIG(A0AC1A)


O0A41AO0A41A : Vakdidactiek godsdienst (Leuven)
A05G9AA05G9A : Vakdidactiek godsdienst (Brussel)
A05G7AA05G7A : Vakdidactiek godsdienst (Antwerpen)
O0B95AO0B95A : Vakdidactiek godsdienst (Leuven)
A0AC0AA0AC0A : Vakdidactiek godsdienst (Antwerpen)
A0AC1AA0AC1A : Vakdidactiek godsdienst (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactisch seminarie godsdienst (B-KUL-O0A43a)

4 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De syllabus voor zelfstudiestudenten wijkt af van die voor de reguliere studenten. Voor zelfstudiestudenten gelden de richtlijnen zoals die in het zelfstudiepakket op Toledo beschreven staan. 

Dit seminarie biedt de gelegenheid om opties van de cursus O0A41AVakdidactiek godsdienst in te oefenen, te verdiepen en te verruimen in gesprek met de onderwijspraktijk of vanuit de stagepraktijk. 

In het seminarie staan twee elementen centraal: 1) thematische benadering van aspecten die raken aan de concrete praktijk van het godsdienstonderricht; 2) de studenten geven drie lesfragmenten (waarvan één in een reële klascontext) gevolgd door feedback en groepsgesprek. De praktijk van het lesgeven staat centraal: elke student zal lesgeven aan zijn medestudenten en zal deelnemen aan reflectiegesprekken rond de lesfragmenten van zijn medestudenten.

Centraal bij de thematische benadering staan:

  • De methode Caleidoscoop
  • Het geactualiseerde leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het secundair onderwijs
  • Vragen rond de legitimiteit van het vak godsdienst en het profiel van de godsdienstleerkracht
  • Oefenen in het maken en uitschrijven van een lesvoorbereiding
  • Inzicht in de beginsituatie van de verschillende onderwijsrichtingen
  • Problemen die opduiken in de concrete stagepraktijk (gezag, beginsituatie, enzovoort)
  • Verdieping van elementen uit de basisopleiding vanuit de vraag naar de godsdienstpedagogische relevantie
  • Oefenen in het zien en formuleren van interpretatieproblemen en training in hermeneutische bekwaamheid
  • Het werken met impulsen (video, muziek, poëzie, tekst, actualiteit, enzovoort)
  • Het leren werken met de instrumenten ontwikkeld op Thomas
  • Kennismaken met en kritisch beoordelen van nieuwe handboeken godsdienst
  • Identiteit van de school en pastoraal op school

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Draaiboek (van het seminarie)
  • De methode Caleidoscoop
  • Letter & Geest III (Halewijn, 2021)

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting werkvorm

De studenten nemen verplicht deel aan alle sessies van het seminarie.

De studenten maken in groepjes een oefening volgens de methode van Caleidoscoop en geven een presentatie over hun ontworpen didactisch materiaal. Deze presentatie maakt deel uit van de eindevaluatie.  Op basis van deze Caleidoscoop-oefening bereiden studenten in groep een lesfragment voor dat ze 3 keer geven. Elke student moet aldus in de loop van het semester drie keer een lesfragment presenteren. Deze lesfragmenten worden telkens voorbereid op het lesvoorbereidingsformulier van de Educatieve master.

Ter ondersteuning van dit proces volgen de studenten een voorbeeldles van het hermeneutisch-communicatief godsdienstonderwijs in een Leuvens college.

De studenten hebben bij de voorbereiding en uitwerking van het lesfragment bijzondere aandacht voor de hermeneutische knooppunten en de interlevensbeschouwelijke competenties.

Het gegeven lesfragment zelf wordt de eerste maal niet in de eindbeoordeling (evaluatie) betrokken omdat de klemtoon bij het eerste lesfragment ligt op het individueel en gemeenschappelijke leerproces, niet op de geleverde prestatie, die trouwens altijd maar een momentopname is en plaats vindt in een artificiële context. De lesvoorbereiding zelf is wel onderdeel van de evaluatie. Wie geen lesvoorbereiding voorbereidt en geen eerste lesfragment geeft, kan niet slagen voor dit vak.

Het tweede lesfragment wordt gegeven in een reële klascontext en wordt gevolgd door feedback. Ook dit tweede lesfragment wordt beoordeeld met een pass (fragment gegeven) of fail (fragment niet gegeven). De klemtoon ligt hier op een kennismaking met het doelpubliek. Wel wordt voor het tweede lesfragment verwacht dat de feedback van het eerste lesfragment verwerkt is en hier een nieuwe versie (ook in de voorbereiding) gebracht wordt.

Een derde lesfragment, met een andere impuls of een andere werkvorm, wordt gegeven in het laatste gedeelte van het opleidingsonderdeel waarbij men rekening houdt met wat men geleerd heeft tijdens de eerste twee reeksen lesfragmenten en de eigen lesfragmenten in het bijzonder. Dit derde lesfragment wordt wel beoordeeld.

De studenten maken voor elk lesfragment van medestudenten een observatietaak om gericht naar lesstijlen te leren kijken en een lesfragment te leren analyseren. Er worden drie observatietaken gemaakt per student (algemene observatie).

Tijdens de sessies nemen de studenten persoonlijke nota's van de inzichten ontwikkeld in de colleges en van de ervaringen en inzichten die zij opdoen in het bekijken en bespreken van de lesfragmenten van andere studenten, en van de eigen lesfragmenten. Zij schrijven een verzorgde, persoonlijke reflectiepaper van vijf pagina's waarin ze op een geïntegreerde en gestructureerde manier aangeven op welke manier zij doorheen het seminarie tot een beter inzicht zijn gekomen in hun eigen functioneren als toekomstige leerkracht.

 

Indien te weinig studenten als reguliere student dit OPO volgen, wordt een alternatieve werkvorm door de docenten gesuggereerd die meer gebaseerd is op individuele begeleiding.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactisch seminarie godsdienst (B-KUL-O2A43a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Naslagwerk, Cursusmateriaal

Toelichting

Het eindresultaat van het seminarie komt tot stand op basis van de volgende elementen en deelresultaten:

1. het eerste lesfragment (pass or fail),
2. het tweede lesfragment (pass or fail)
3. het derde lesfragment (40%)
4. de oefening Caleidoscoop (20%)
5. deelname aan de besprekingen (10%)
6. de persoonlijke reflectiepaper, met in bijlage toegevoegde lesvoorbereidingen (30%)

Aandachtspunten:

  • De criteria voor de lesbeoordeling zijn te vinden in het formulier voor de examenlessen (zie stagemap Educatieve master godsdienst).
  • De Caleidoscoopoefening wordt beoordeeld op basis van de adequate implementatie en presentatie van de methode van het leermiddel Caleidoscoop, met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van de kleurenindex, de originele lesimpulsen bij elk van de vijf stappen van de methode, de creativiteit van de voorgestelde werkvormen, de aantrekkelijke presentatie van het lesmateriaal.
  • De reflectiepaper wordt beoordeeld op taal, structuur en het vermogen tot metareflectie op het (voor de eerste maal) innemen van de rol van leerkracht.
  • Zonder een 'pass' op de twee eerste lesfragmenten kan de student niet slagen voor het OPO.

 

 

ECTS Stage godsdienst, deel 1 (B-KUL-O0A46C)

9 studiepunten Nederlands 36 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Door een gediversifieerde praktijk in de reële klassituatie, zich professioneel bekwamen om godsdienstonderricht in verschillende types van het secundair onderwijs, voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren overeenkomstig de oriëntaties van het programma educatieve master in de godsdienst en de theologische en godsdienstwetenschappelijke basisopleiding.

 

OLA 1 Stage godsdienst, deel 1

  • Observatiestage: Door de observatiestage leren de studenten, door gerichte opdrachten, een aantal aspecten van het onderwijsleerproces of van het interactieproces kennen en het optreden van de leerkracht te begrijpen. Door een systematische wisselwerking tussen observatie- en lesstage wordt de ontwikkeling van een verantwoorde onderwijsstijl nagestreefd.
  • Lesstage: Door een gediversifieerde praktijk in de reële klassituatie, leert de student zich professioneel bekwamen om godsdienstonderricht in verschillende types van het secundair onderwijs, voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren overeenkomstig de oriëntaties van het educatieve master-programma en de theologische en godsdienstwetenschappelijke basisopleiding.
  • Finale: Als slot van de stage geeft de student voor elk stagegedeelte een mondelinge presentatie (voor een jury van minstens twee personen, samengesteld uit vakdidacticus en praktijklector). Hierbij geeft de student weer in welke mate de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het geactualiseerde leerplan voorstelt. De student leert over de eigen vaardigheden en groei als leraar te reflecteren en dit te illustreren met concrete voorbeelden uit de eigen stage-ervaring en lespraktijk. 

 

OLA 2 Stageportfolio godsdienst, deel 1

  • Studenten leren specifieke lesvoorbereidingen voor het vak rooms-katholieke godsdienst te ontwikkelen met aandacht voor lesonderwerp, doelstellingen, hermeneutische knooppunten, perspectieven, bronnen en materiaal, lesverloop, ondersteuning van het lesverloop. Studenten hebben hierbij aandacht voor het identiteitsprofiel en leercontext van een klasgroep, de geïntegreerde aanpak van het leerplan en ontwikkelen een goede onderwijsstijl om de leerinhoud aan te brengen en te evalueren. 
  • Studenten verkennen de werking van de school en verschillende initiatieven die in schoolverband worden opgezet.
  • Studenten ontwikkelen het vermogen tot meta-reflectie op hun eigen professionele onderwijskundige vorming aan de hand van een uitgebreid portfolio.
  • Studenten ontwikkelen een houding van permanente vorming door deelname aan verschillende nascholingsactiviteiten die hun professionalisering als godsdienstleerkracht verder versterken.
  • Studenten werken aan hun eigen profiel van leerkracht in gesprek met de praktijkassistent van de KU Leuven (supervisie).
  • Studenten maken kennis met de diocesane overheid en inspectie als inleiding tot het reële werkveld door een ontmoeting met een bisschop en de inspecteurs-adviseurs rooms-katholieke godsdienst. 
  • Studenten ontwikkelen vaardigheden om actief deel te nemen aan de elektronische omgeving van Thomas voor leerkrachten rooms-katholieke godsdienst in Vlaanderen.

Begintermen

  • OPO Stage godsdienst deel 1 - OLA 1 Stage godsdienst deel 1: De stage bouwt voort op de eerste colleges van het opleidingsonderdeel O0A41A Vakdidactiek Godsdienst waarin de verschillende observatietaken zowel theoretisch als praktisch worden toegelicht en het lesvoorbereidingsformulier wordt uitgelegd.
  • OPO Stage godsdienst deel 1 - OLA 2 Stageportfolio godsdienst deel 1: Bezig zijn met het volgen van de Stage godsdienst 1 – OLA 1 Stage godsdienst,deel 1 en van het opleidingsonderdeel O0A41A Vakdidactiek Godsdienst (of dit reeds afgelegd hebben).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage godsdienst, deel 1 (B-KUL-O0A46a)

7 studiepunten : Stage 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Observatiestage
    • De inhoud van de lesonderwerpen wordt bepaald door de vakmentor. Bij de observatie door de stagiair(e) van lessen gegeven door de vakmentor wordt op voorhand afgesproken welke observatietaak gemaakt zal worden. Iedere stagiair(e) wordt opgedragen 6 lessen te observeren in verschillende jaren en schooltypes. De observatiestage wordt gespreid over de ganse duur van de stage. Van iedere observatie wordt een verslag opgemaakt aan de hand van gerichte observatietaken. Na de geobserveerde les volgt binnen de veertien dagen een mondelinge bespreking met de vakmentor omtrent de door de stagiair(e) uitgeschreven observatie.
    • Spreek af met de mentor welk aspect u moet observeren, zodat de leerkracht u kan zeggen op welk lesuur dit mogelijk is (bv. Hermeneutische knooppunten kan u niet observeren in een les met veel zelfstandig werk). Indien het u niet gelukt is om een bepaald aspect te observeren, doet u dit in een ander lesuur opnieuw.
    • Volgende aspecten dient u gericht te observeren aan de hand van de observatietaken:
      • motivatie
      • structuur van de godsdienstles
      • leerinhoud: het aanleren van (theologische) begrippen en woordbetekenissen
      • het stellen van vragen
      • didactische werkvormen
      • doelstellingen
  • Ingroeistage: participatie en zelfstandige stage:
    • 20 stagelessen worden gegeven door de stagiair(e). De inhouden en lesonderwerpen worden opgesteld in samenspraak met de vakmentor.
  • Finale
    • Elke student (ook LIO-studenten) geeft tot slot, voor elk stagegedeelte, in een mondelinge presentatie (voor een jury van minstens twee personen, samengesteld uit vakdidacticus en praktijkassistent) weer in welke mate de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het leerplan voorstelt. Tijdens de finale beantwoordt de student vijf zelf geselecteerde vragen die het meest representatief lijken in het geheel van de eigen stage om over de eigen vaardigheden en groei als leraar te reflecteren en deze te illustreren met telkens concrete voorbeelden uit de stage. In de finale van 'Stage godsdienst, deel 1' en 'Stage godsdienst, deel 2' worden andere vragen gekozen. De vijf gekozen vragen worden op voorhand ter goedkeuring voorgelegd aan de begeleidende praktijklector.
  • Alle opdrachten worden samengebracht als een portfolio binnen het jaarvorderingsplan op Thomas.

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Startpagina Educatieve Master in de godsdienst: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master/
Observatietaken: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/
Lesvoorbereidingsformulier: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-instrumenten/
Website Thomas: https://www.kuleuven.be/thomas/page/
Letter & Geest II & III: https://www.kuleuven.be/thomas/page/letter-en-geest/
Geactualiseerd leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het secundair onderwijs

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo en op de website van de EM godsdienst.

Toelichting werkvorm

Observatiestage:

  • Bij de observatie door de stagiair(e) van lessen gegeven door de vakmentor - of door een andere leerkracht wordt op voorhand afgesproken welke observatietaak gemaakt zal worden. Iedere stagiair(e) wordt opgedragen 6 lessen te observeren in verschillende jaren en schooltypes. De observatiestage wordt gespreid over de duur van het opleidingsonderdeel. Van iedere observatie wordt een verslag opgemaakt, dat ten minste veertien dagen na de observatieles aan de vakmentor bezorgd wordt en mondeling besproken wordt.

Lesstage:

  • Iedere stagiair(e) geeft in deel 1 van de stage 20 godsdienstlessen, gespreid over verschillende studiejaren en verschillende schooltypes. De door de stagiair(e) gegeven lessen worden door de vakmentor bijgewoond, soms samen met de praktijklector van de KU Leuven. De lessen worden schriftelijk voorbereid op een daartoe ontworpen formulier (downloadbaar van Thomasythotho) en overeenkomstig de opties en richtlijnen bij het lesvoorbereidingsmodel uit de cursus O0A41A Vakdidactiek godsdienst.
  • Iedere les wordt nadien grondig besproken met de vakmentor en eventueel met de praktijklector van de KU Leuven. Een videoregistratie van de les kan een realistische ondersteuning geven voor een kritische zelfevaluatie. De stagiair(e) kan ook een audio opname maken van de gegeven les om het eigen lesgedrag te leren evalueren.
  • Iedere les wordt nadien grondig besproken met de vakmentor en eventueel met de praktijklector van de KU Leuven. Een videoregistratie van de les kan een realistische ondersteuning geven voor een kritische zelfevaluatie. De stagiair(e) kan ook een audio opname maken van de gegeven les om het eigen lesgedrag te leren evalueren.
  • De les, mede door de praktijklector van de KU Leuven gevolgd, geldt als examenles. Voor wie op deze les geen 10/20 behaalt, wordt in principe nog één extra examenles per academiejaar ingericht in de laatste nog beschikbare stagelessen.
  • Iedere stagiair(e) bespreekt met de mentor de mogelijkheid tot zelfstandige stage voor een gedeelte van het lesuur. In OPO1 kan de stagiair maximum voor 2 lessen de volle verantwoordelijkheid voor de klas opnemen, in OPO2 kan dit voor maximum 5 lessen.

Finale:

  • Als slot van elk stagedeel legt de student een mondelinge presentatie af waarbij de student reflecteert over de eigen groei als leraar en hoe de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het leerplan voorstelt. 

 

Meer informatie kan u terugvinden in de stagehandleiding.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0F91A : Stage godsdienst

Stageportfolio godsdienst, deel 1 (B-KUL-O0A47a)

2 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dossierportfolio:

  • Contactmomenten met de praktijklector: chronologisch overzicht van de contactmomenten met de praktijklector van de KU Leuven (tijdstip, onderwerp van contact en wijze van contactname). 
  • Observatietaken: chronologisch overzicht van de observatietaken. De observatietaken zelf worden voorafgegaan door de taak zelf en gevolgd door het verslag. De observatietaken worden steeds ondertekend door de vakmentor. 
  • Lesvoorbereidingen: chronologisch overzicht van de lessen. De lesvoorbereidingen zelf worden gevolgd door de evaluatieformulieren per les van de vakmentor. 
  • Bezoek bisschop en ontmoeting met de inspecteurs-adviseurs rooms-katholieke godsdienst: aanwezigheid van alle educatieve master-studenten is verplicht. Ter voorbereiding van de ontmoeting met de inspecteurs schrijven de studenten als oefening een curriculum vitae en een brief (fictief gericht aan een vicaris of inspecteur) waarin ze motiveren waarom ze het vak rooms-katholieke godsdienst willen geven. Deze documenten worden minstens twee weken op voorhand via e-mail aan de vakdidacticus en de praktijklector bezorgd. Ze worden ook in het stageportfolio opgenomen. Na de lezing van de bisschop wordt ook een verslag van de lezing met enkele kritische reflecties in het stageportfolio opgenomen. Indien studenten in een jaar afstuderen waarin er geen bezoek van de bisschop is, vragen zij naar een alternatieve opdracht bij de vakdidacticus. In elk geval bevat het dossierportfolio ook een fictieve sollicitatiebrief van de student.
  • Schoolstage/mesostage: minimum 3 verschillende activiteiten – 5 uren. Chronologisch overzicht van de schoolstage, met overzicht van de aard van de activiteit, de datum en het aantal uur. Alsook telkens een reflectieverslag over de verschillende activiteiten van de schoolstage. Wat betreft de schoolstage komen, bij wijze van voorbeeld, onderstaande aspecten in aanmerking. 
    • Contact met het hele schoolkader
      • rondleiding op school door de vakmentor
      • contacten met de directie (o.m. over de ‘katholieke (dialoog)school’ en het studieaanbod van de school), met het secretariaat, met het C.L.B. (over de begeleiding van leerlingen), met de schoolbibliotheek / mediatheek (o.m. de godsdienstige literatuur en het gebruik ervan door de leerlingen en leerkrachten), met leerkrachten van andere vakken, met laatstejaars-leerlingen, met de leraarskamer, groene leerkracht enzovoort.
    • Contacten met de vakgroep godsdienst
      • bijwonen van de vakvergadering van en gesprekken met de godsdienstleerkrachten
      • bespreken van de godsdienstige/ethische opstelling van leerlingen en leerkrachten; stellingnamen van de school als instelling
      • volgen of geven van godsdienstlessen in de eerste of de tweede graad
      • verkenning van de verschillende godsdiensthandboeken en beschikbare didactische toerusting
      • nazicht van de werkschriften godsdienst
      • bespreking van het jaarplan godsdienst met de vakmentor
    • Deelname aan initiatieven van de schoolpastoraal
      • vergaderingen van het pastoraal team bijwonen; contacten met de personen betrokken bij het organiseren van activiteiten in dit verband
      • kennis nemen van de verschillende activiteiten opgezet gedurende het schooljaar
      • bezinningsmomenten, gebedsvieringen, eucharistie, boetevieringen... mee voorbereiden of eraan deelnemen
      • projecten rond Welzijnszorg, Broederlijk delen, enzovoort leren kennen
      • deelnemen aan of kennismaken met bezinningsdagen voor een leerlingengroep
      • gesprek met leerlingen
    • Kennis maken met, deelnemen aan allerlei schoolactiviteiten
      • deelnemen aan een klassenraad
      • het contactuur van de klastitularis met de leerlingen bijwonen
      • gesprek met de graadcoördinator
      • middagactiviteiten mede begeleiden (studieuren, vergaderingen met leerlingen, een projectweek, ...)
      • bijwonen van een oudervergadering
      • lessen van andere vakken bijwonen ...
      • rondleiding in kerken, abdijen en musea
    • Evaluatie
      • het opstellen, afnemen en verbeteren van een toets godsdienst
    • Studiekeuze leerlingen
      • Informatie geven over de studie Theologie en Religiewetenschappen aan laatstejaars

Ontwikkelingsportfolio:

  • Beginsituatie: bij aanvang van elk stagegedeelte, omschrijving van de persoonlijke beginsituatie (1 blz.).
  • Slotobservatie: een samenvattende reflectie neerschrijven voor elk stagegedeelte over de persoonlijke evolutie (een eigen praktische theorie) op basis van de stage-ervaring en in confrontatie met de beginsituatie (3 blz.).

Het geheel van activiteiten, dossierportfolio en ontwikkelingsportfolio, wordt samengebracht in het digitaal stageportfolio. 

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Startpagina Educatieve Master in de godsdienst: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master/
Observatietaken: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/
Lesvoorbereidingsformulier: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-instrumenten/
Website Thomas: https://www.kuleuven.be/thomas/page/
Letter & Geest II & III: https://www.kuleuven.be/thomas/page/letter-en-geest/
Geactualiseerd leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het secundair onderwijs

 

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo en op de website van de EM godsdienst.

Toelichting werkvorm

Dossierportfolio en ontwikkelingsportfolio

  • Het geheel van activiteiten zoals omschreven bij de inhoud van dit OPO Stage godsdienst, deel 1 wordt samengebracht in het online stageportfolio op Thomas (jaarvorderingsplan). Meer gedetailleerde informatie over elk van de stageactiviteiten vindt u terug bij de inhoud van deze ECTS-fiche, op de startpagina van de Educatieve Master in de godsdienst (https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master/) en in de stagehandleiding.  

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage godsdienst, deel 1 (B-KUL-O2A46c)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer

Toelichting

De beoordeling bestaat uit 5 componenten die samen op 110 punten staan. Dit resultaat wordt vervolgens herberekend op 20. Dit is de verdeelsleutel van de 5 verschillende componenten: Stageoordeel vakmentor (/20) – Examenles (/40) – Finale (/20) – Dossierportfolio (/20) – Ontwikkelingsportfolio (/10). 

De verdeelsleutel van de evaluatie kan ook teruggevonden worden bij de stageformulieren (https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/). De gedetailleerde verdeelsleutel voor LIO-studenten en voor studenten die de Verkorte Educatieve Master van 51 studiepunten volgen, kan ook bij de stageformulieren teruggevonden worden.  

Als de student niet slaagt voor de examenles, kan de student niet slagen voor het hele OPO. Bij een onvoldoende op de examenles is er in principe per academiejaar één mogelijkheid voorzien om de examenles opnieuw te doen. De voorwaarden worden beschreven in de stagehandleiding.

ECTS Stage godsdienst, deel 2 (B-KUL-O0A48C)

9 studiepunten Nederlands 36 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Door een gediversifieerde praktijk in de reële klassituatie, zich professioneel bekwamen om godsdienstonderricht in verschillende types van het secundair onderwijs, voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren overeenkomstig de oriëntaties van het educatieve master-programma en de theologische en godsdienstwetenschappelijke basisopleiding.

 

OLA 1 Stage godsdienst, deel 2

  • Observatiestage: Door de observatiestage leren de studenten, door gerichte opdrachten, een aantal aspecten van het onderwijsleerproces of van het interactieproces kennen en het optreden van de leerkracht te begrijpen. Door een systematische wisselwerking tussen observatie- en lesstage wordt de ontwikkeling van een verantwoorde onderwijsstijl nagestreefd.
  • Lesstage: Door een gediversifieerde praktijk in de reële klassituatie, leert de student zich professioneel bekwamen om godsdienstonderricht in verschillende types van het secundair onderwijs, voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren overeenkomstig de oriëntaties van het educatieve master-programma en de theologische en godsdienstwetenschappelijke basisopleiding.
  • Finale: Als slot van de stage geeft de student voor elk stagegedeelte een mondelinge presentatie (voor een jury van minstens twee personen, samengesteld uit vakdidacticus en praktijklector). Hierbij geeft de student weer in welke mate de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het geactualiseerde leerplan voorstelt. De student leert over de eigen vaardigheden en groei als leraar te reflecteren en dit te illustreren met concrete voorbeelden uit de eigen stage-ervaring en lespraktijk. 

OLA 2 Stageportfolio, deel 2

  • Studenten leren specifieke lesvoorbereidingen voor het vak rooms-katholieke godsdienst te ontwikkelen met aandacht voor lesonderwerp, doelstellingen, hermeneutische knooppunten, perspectieven, bronnen en materiaal, lesverloop, ondersteuning van het lesverloop. Studenten hebben hierbij aandacht voor het identiteitsprofiel en leercontext van een klasgroep, de geïntegreerde aanpak van het leerplan en ontwikkelen een goede onderwijsstijl om de leerinhoud aan te brengen en te evalueren. 
  • Studenten verkennen de werking van de school en verschillende initiatieven die in schoolverband worden opgezet.
  • Studenten ontwikkelen het vermogen tot meta-reflectie op hun eigen professionele onderwijskundige vorming aan de hand van een uitgebreid portfolio.
  • Studenten ontwikkelen een houding van permanente vorming door deelname aan verschillende nascholingsactiviteiten die hun professionalisering als godsdienstleerkracht verder versterken.
  • Studenten werken aan hun eigen profiel van leerkracht in gesprek met de praktijkassistent van de KU Leuven (supervisie).
  • Studenten maken kennis met de diocesane overheid en inspectie als inleiding tot het reële werkveld door een ontmoeting met een bisschop en de inspecteurs-adviseurs rooms-katholieke godsdienst. 
  • Studenten ontwikkelen vaardigheden om actief deel te nemen aan de elektronische omgeving van Thomas voor leerkrachten rooms-katholieke godsdienst in Vlaanderen.
     

Begintermen

  • OPO Stage Godsdienst 2 - OLA Stage Godsdienst 2: De student heeft het opleidingsonderdeel O0A41A Vakdidactiek Godsdienst gevolgd en is geslaagd voor het examen. De student is gemotiveerd om zich onder leiding van de vakdidacticus, de stagementor, de stagebegeleider (praktijklector) en de vakmentor verder te bekwamen om het vak godsdienst te geven volgens het geactualiseerde leerplan rooms-katholieke godsdienst. De student kan OPO Stage Godsdienst 2 enkel aanvangen indien hij geslaagd is voor OPO Stage Godsdienst 1. Een uitzondering is mogelijk, in samenspraak met de stagebegeleider (praktijklector) voor studenten die de lerarenopleiding in één jaar wensen af te ronden.
  • OPO Stage Godsdienst 2 - OLA Stageportfolio 2:  Bezig zijn met het volgen van de opleidingsonderdelen observatiestage en/of lesstage en het opleidingsonderdeel O0A41A Vakdidactiek godsdienst hebben afgelegd.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage godsdienst, deel 2 (B-KUL-O0A48a)

7 studiepunten : Stage 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Observatiestage
    • De inhoud van de lesonderwerpen wordt bepaald door de leerkracht. Verdiepende observatie door de stagiair(e) van lessen gegeven door de vakmentor - of door een andere leerkracht - overeenkomstig een op voorhand afgesproken observatietaak. 
    • Spreek af met de mentor welk aspect u moet observeren, zodat de leerkracht u kan zeggen op welk lesuur dit mogelijk is (bv. Hermeneutische knooppunten kan u niet observeren in een les met veel zelfstandig werk). Indien het u niet gelukt is om een bepaald aspect te observeren, doet u dit in een ander lesuur opnieuw. 
    • Iedere stagiair(e) wordt opgedragen 6 lessen te observeren in verschillende jaren en schooltypes. De observatiestage wordt gespreid over de ganse duur van de stage. Van iedere observatie wordt een verslag opgemaakt aan de hand van gerichte observatietaken. Na de geobserveerde les volgt binnen de veertien dagen een mondelinge bespreking met de vakmentor omtrent de door de stagiair(e) uitgeschreven observatie.
    • Volgende aspecten dient u gericht te observeren aan de hand van de observatietaken:
      • Communicatie leerkracht - leerlingen 
      • Rollenbeleving en emotionele betrokkenheid
      • Beleving van gezag en (on-)macht
      • Hermeneutische knooppunten
      • Leerplan r.-k. godsdienst: geïntegreerde aanpak en ILC
      • Evaluatie
  • Doorgroeistage
    • 20 stagelessen worden gegeven door de stagiair(e). De inhouden en lesonderwerpen worden opgesteld in samenspraak met de vakmentor.
  • Finale
    • Elke student (ook LIO-studenten) geeft tot slot, voor elk stagegedeelte, in een mondelinge presentatie (voor een jury van minstens twee personen, samengesteld uit vakdidacticus en praktijklector) weer in welke mate de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het leerplan voorstelt. Tijdens de finale beantwoordt de student vijf zelf geselecteerde vragen die het meest representatief lijken in het geheel van de eigen stage om over de eigen vaardigheden en groei als leraar te reflecteren en deze te illustreren met telkens concrete voorbeelden uit de stage. In de finale van ‘Stage godsdienst, deel 1’ en ‘Stage godsdienst, deel 2’ worden andere vragen gekozen. De vijf gekozen vragen worden op voorhand ter goedkeuring voorgelegd aan de begeleidende praktijklector.

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Startpagina Educatieve Master in de godsdienst: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master/
Observatietaken: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/
Lesvoorbereidingsformulier: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-instrumenten/
Website Thomas: https://www.kuleuven.be/thomas/page/
Letter & Geest II & III: https://www.kuleuven.be/thomas/page/letter-en-geest/
Geactualiseerd leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het secundair onderwijs

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo en op de website van de EM godsdienst.

Toelichting werkvorm

Observatiestage:

  • Bij de observatie door de stagiair(e) van lessen gegeven door de vakmentor - of door een andere leerkracht wordt op voorhand afgesproken welke observatietaak gemaakt zal worden. Iedere stagiair(e) wordt opgedragen 6 lessen te observeren in verschillende jaren en schooltypes. Deze observatiestage wordt gespreid over de ganse duur van de stage. Van iedere observatie wordt een verslag opgemaakt, dat ten minste veertien dagen na de observatieles aan de vakmentor bezorgd wordt en mondeling besproken wordt.

Lesstage:

  • Iedere stagiair(e) geeft in deel 2 van de stage minstens 20 godsdienstlessen, gespreid over verschillende studiejaren en verschillende schooltypes. De door de stagiair(e) gegeven lessen worden door de vakmentor bijgewoond, soms samen met de praktijklector van de KU Leuven. De lessen worden schriftelijk voorbereid op een daartoe ontworpen formulier (downloadbaar op ThomasThomast) en overeenkomstig de opties en richtlijnen bij het lesvoorbereidingsmodel uit de cursus O0A41A Vakdidactiek Godsdienst.
  • Iedere les wordt nadien grondig besproken met de vakmentor en eventueel met de praktijklector van de KU Leuven. Een videoregistratie van de les kan een realistische ondersteuning geven voor een kritische zelfevaluatie. De stagiair(e) kan ook een audio opname maken van de gegeven les om het eigen lesgedrag te leren evalueren.
  • De les, mede door de praktijklector van de KU Leuven gevolgd, geldt als examenles. Voor wie op deze les geen 10/20 behaalt, wordt in principe nog één extra examenles per academiejaar ingericht in de laatste nog beschikbare stagelessen.
  • Iedere stagiair(e) bespreekt met de mentor de mogelijkheid tot zelfstandige stage voor een gedeelte van het lesuur. In OPO1 kan de stagiair maximum voor 2 lessen de volle verantwoordelijkheid voor de klas opnemen, in OPO2 kan dit voor maximum 5 lessen.

Finale:

  • Als slot van elk stagedeel legt de student een mondelinge presentatie af waarbij de student reflecteert over de eigen groei als leraar en hoe de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het leerplan voorstelt. 

 

Meer informatie kan u terugvinden in de stagehandleiding.

Stageportfolio godsdienst, deel 2 (B-KUL-O0A49a)

2 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dossierportfolio:

  • Contactmomenten met de praktijklector: chronologisch overzicht van de contactmomenten met de praktijklector van de KU Leuven (tijdstip, onderwerp van contact en wijze van contactname). 
  • Observatietaken: chronologisch overzicht van de observatietaken. De observatietaken zelf worden voorafgegaan door de taak zelf en gevolgd door het verslag. De observatietaken worden steeds ondertekend door de vakmentor. 
  • Lesvoorbereidingen: chronologisch overzicht van de lessen. De lesvoorbereidingen zelf worden gevolgd door de evaluatieformulieren per les van de vakmentor. 
  • Bezoek bisschop en ontmoeting met de inspecteurs-adviseurs rooms-katholieke godsdienst: aanwezigheid van alle educatieve master-studenten is verplicht. Ter voorbereiding van de ontmoeting met de inspecteurs schrijven de studenten als oefening een curriculum vitae en een brief (fictief gericht aan een vicaris of inspecteur) waarin ze motiveren waarom ze het vak rooms-katholieke godsdienst willen geven. Deze documenten worden minstens twee weken op voorhand via e-mail aan de vakdidacticus en de praktijkassistent bezorgd. Ze worden ook in het stageportfolio opgenomen. Na de lezing van de bisschop wordt ook een verslag van de lezing met enkele kritische reflecties in het stageportfolio opgenomen. Indien studenten in een jaar afstuderen waarin er geen bezoek van de bisschop is, vragen zij naar een alternatieve opdracht bij de vakdidacticus. In elk geval bevat het dossierportfolio ook een fictieve sollicitatiebrief van de student.
  • Schoolstage/mesostage: minimum 3 verschillende activiteiten – 5 uren. Chronologisch overzicht van de schoolstage, met overzicht van de aard van de activiteit, de datum en het aantal uur. Alsook telkens een reflectieverslag over de verschillende activiteiten van de schoolstage. Wat betreft de schoolstage komen, bij wijze van voorbeeld, onderstaande aspecten in aanmerking. 
    • Contact met het hele schoolkader
      • rondleiding op school door de vakmentor
      • contacten met de directie (o.m. over de ‘katholieke (dialoog)school’ en het studieaanbod van de school), met het secretariaat, met het C.L.B. (over de begeleiding van leerlingen), met de schoolbibliotheek / mediatheek (o.m. de godsdienstige literatuur en het gebruik ervan door de leerlingen en leerkrachten), met leerkrachten van andere vakken, met laatstejaars-leerlin¬gen, met de leraarskamer, groene leerkracht enzovoort.
    • Contacten met de vakgroep godsdienst
      • bijwonen van de vakvergadering van en gesprekken met de godsdienstleerkrachten
      • bespreken van de godsdienstige/ethische opstelling van leerlingen en leerkrachten; stellingnamen van de school als instelling
      • volgen of geven van godsdienstlessen in de eerste of de tweede graad
      • verkenning van de verschillende godsdiensthandboeken en beschikbare didactische toerusting
      • nazicht van de werkschriften godsdienst
      • bespreking van het jaarplan godsdienst met de vakmentor
    • Deelname aan initiatieven van de schoolpastoraal
      • vergaderingen van het pastoraal team bijwonen; contacten met de personen betrokken bij het organise¬ren van activiteiten in dit verband
      • kennis nemen van de verschillende activiteiten opgezet gedurende het schooljaar
      • bezinningsmomenten, gebedsvieringen, eucharistie, boetevieringen... mee voorbereiden of eraan deelnemen
      • projecten rond Welzijnszorg, Broederlijk delen, enzovoort leren kennen
      • deelnemen aan of kennismaken met bezinningsdagen voor een leerlingengroep
      • gesprek met leerlingen
    • Kennis maken met, deelnemen aan allerlei schoolactiviteiten
      • deelnemen aan een klassenraad
      • het contactuur van de klastitularis met de leerlingen bijwonen
      • gesprek met de graadcoördinator
      • middagactiviteiten mede begeleiden (studieuren, vergaderingen met leerlingen, een projectweek, ...)
      • bijwonen van een oudervergadering
      • lessen van andere vakken bijwonen ...
      • rondleiding in kerken, abdijen en musea
    • Evaluatie
      • het opstellen, afnemen en verbeteren van een toets godsdienst
    • Studiekeuze leerlingen
      • Informatie geven over de studie Theologie en Religiewetenschappen aan laatstejaars

Ontwikkelingsportfolio:

  • Beginsituatie: bij aanvang van elk stagegedeelte, omschrijving van de persoonlijke beginsituatie (1 blz.).
  • Slotobservatie: een samenvattende reflectie neerschrijven voor elk stagegedeelte over de persoonlijke evolutie (een eigen praktische theorie) op basis van de stage-ervaring en in confrontatie met de beginsituatie (3 blz.).

Het geheel van activiteiten, dossierportfolio en ontwikkelingsportfolio, wordt samengebracht in het digitaal stageportfolio. 

Studiemateriaal

Startpagina Educatieve Master in de godsdienst: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master/
Observatietaken: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/
Lesvoorbereidingsformulier: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-instrumenten/
Website Thomas: https://www.kuleuven.be/thomas/page/
Letter & Geest II & III: https://www.kuleuven.be/thomas/page/letter-en-geest/
Geactualiseerd leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het secundair onderwijs

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo en op de website van de EM godsdienst.

Toelichting werkvorm

Dossierportfolio en ontwikkelingsportfolio

  • Het geheel van activiteiten zoals omschreven bij de inhoud van dit OPO Stage godsdienst, deel 2 wordt samengebracht in het online stageportfolio op Thomas (jaarvorderingsplan). Meer gedetailleerde informatie over elk van de stageactiviteiten vindt u terug bij de inhoud van deze ECTS-fiche en op de startpagina van de Educatieve Master in de godsdienst (https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master/), en de stagehandleiding.  

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage godsdienst, deel 2 (B-KUL-O2A48c)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer

Toelichting

De beoordeling bestaat uit 5 componenten die samen op 110 punten staan. Dit resultaat wordt vervolgens herberekend op 20. Dit is de verdeelsleutel van de 5 verschillende componenten: Stageoordeel vakmentor (/20) – Examenles (/40) – Finale (/20) – Dossierportfolio (/20) – Ontwikkelingsportfolio (/10). 

De verdeelsleutel van de evaluatie kan ook teruggevonden worden bij de stageformulieren (https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/). De gedetailleerde verdeelsleutel voor LIO-studenten en voor studenten die de Verkorte Educatieve Master van 51 studiepunten volgen, kan ook bij de stageformulieren teruggevonden worden. 

Als de student niet slaagt voor de examenles, kan de student niet slagen voor het hele OPO. Bij een onvoldoende op de examenles is er in principe één mogelijkheid per academiejaar voorzien om de examenles opnieuw te doen. De voorwaarden worden beschreven in de stagehandleiding.

ECTS Diversiteitsstage godsdienst (B-KUL-O0A97B)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De diversiteitsstage godsdienst leert studenten oog hebben voor en omgaan met de diversiteit op school en dit op micro-, meso- en macroniveau. Doorheen dit OPO ontwikkelen studenten zich tot bekwame, zorgzame, relatievaardige en inhoudelijk competente leerkrachten die leerlingen ondersteunen en helpen groeien in de vorming van hun levensbeschouwelijke identiteit te midden van de pluraliteit aan levensbeschouwingen. Dit OPO sluit zich aan bij het geactualiseerde leerplan godsdienst r.-k. godsdienst, alsook bij de visie op de Katholieke Dialoogschool (‘identiteit in diversiteit’) en de beleidslijn diversiteit van de KU Leuven.

Het OPO beoogt dat studenten zich bewust worden en weten om te gaan met diversiteit op verschillende vlakken:

  • Sociaal
  • Cultureel
  • Religieus
  • Fysiek
  • Relationeel
  • Pedagogisch

De diversiteitsstage godsdienst leert de studenten in het bijzonder rekening te houden met de specifieke religieuze profielen van de individuele leerlingen.

Begintermen

De student voldoet aan de begintermen van de Educatieve Master en volgt vakdidactiek godsdienst.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Diversiteitsstage godsdienst (B-KUL-O0A97a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Introductiesessie

Bij het begin van het academiejaar wordt een introductiesessie ingericht waarbij de opzet van het vak wordt voorgesteld aan de studenten.

 

Vijf stagecomponenten

De studenten doen een meeloopstage van telkens een halve dag bij vijf leerkrachten of andere personeelsleden, elk gespecialiseerd in een ander aspect van diversiteit, waarbij ze de kans hebben deze leerkrachten of een ander personeelslid aan het werk te zien, vragen te stellen en in gesprek te gaan. Concreet kiezen de studenten uit vijf van de zes rubrieken telkens één plaats voor de meeloopstage, zodat ze in totaal aan vijf verschillende activiteiten komen. Eén (van de vijf) interview(s) mag ook afgenomen worden van een leerling die geconfronteerd wordt met een vorm van diversiteit (bijvoorbeeld andersgelovig, functiebeperking, enzovoort). De leerling wordt voorgesteld, aangedragen en gecontacteerd via de leerkracht.

De verschillende rubrieken (vormen van diversiteit):

  • Sociale diversiteit
  • Culturele diversiteit
  • Religieuze diversiteit
  • Fysieke diversiteit (functiebeperkingen)
  • Relationele diversiteit
  • Diversiteit in pedagogisch project en schoolpastoraal

De opleiding voorziet in een lijst van mogelijke stageplaatsen per categorie maar de student mag ook zelf een voorstel doen van een stageplaats (goed te keuren door de titularis van het OPO). De studenten nemen vooraf per mail contact op met de stagebegeleiders van hun keuze en spreken af op welke halve dag ze hun meeloopstage kunnen doen. De studenten laten een stagecontract tekenen door de leerkracht en bundelen deze in hun portfolio. Daartoe wordt een speciaal formulier (formulier 23) voorzien door de opleiding. De student maakt een beschrijving van de activiteit voor elke stagecomponent (vijf stagecomponenten), ongeveer één A4 pagina per stagecomponent.

Werkstudenten kunnen de diversiteitsstage, na overleg met de docenten van de KU Leuven, ook door laten gaan op hun school van tewerkstelling.

 

Reflectieluik

De studenten schrijven bij het geheel van de stage een reflectie van twee pagina’s waarin de volgende vragen beantwoord worden:

  • Welke vormen van diversiteit ben ik in de loop van de stage tegengekomen? Welke vormen van diversiteit heb ik gemist?
  • In welke mate biedt deze diversiteit een opportuniteit voor het pedagogisch gebeuren op school en voor het vak godsdienst in het bijzonder?
  • In welke mate vormt deze diversiteit een bedreiging voor het pedagogisch gebeuren op school en voor het vak godsdienst in het bijzonder?
  • Hoe proberen scholen met deze opportuniteiten en risico’s om te gaan?
  • Wat heb je zelf geleerd uit deze stage met betrekking tot uw rol als (godsdienst)leerkracht in de omgang met deze aspecten van diversiteit?

Deze reflecties worden toegevoegd aan het portfolio

 

Praktische toepassing

De student werkt een project uit van drie pagina’s. Het gaat om een concreet initiatief om aan diversiteit vorm te geven in een echte of fictieve schoolcontext en dat in de context van de katholieke dialoogschool of in de context van een ander pedagogisch project.

Het project bestaat uit de volgende aspecten: 1. Titel, 2. Doelgroep, 3. Probleemstelling, 4. Doelstellingen, 5. Uitwerking, 6. Praktische aspecten bij de realisatie, 7. Te verwachten moeilijkheid en weerstanden, 8. Bijdrage tot het pedagogisch project van de school.

Voorbeelden van projecten:

  • Hoe de schoolkapel inrichten met respect voor de levensbeschouwelijke diversiteit op school?
  • Een visietekst maken over religieuze en andere kentekens, en breder: kledingvoorschriften op school.
  • Gebed op school: hoe aanpakken met respect voor identiteit en diversiteit?
  • Een nota maken voor de directie met inventaris noden van leerlingen met functiebeperkingen
  • Initiatieven om OKAN-leerlingen beter aansluiting te laten vinden bij het schoolgebeuren.
  • Hoe ouders van moslimleerlingen beter betrekken bij het schoolgebeuren?
  • Een visietekst over maaltijden en eetgewoontes op school, in het bijzonder in relatie tot moslimleerlingen?
  • Feesten op school
  • Rouwen op school
  • Een project interreligieuze dialoog op school
  • Schoolpastoraal met een diversiteitsbril
  • Het verwerken van een interlevensbeschouwelijke competentie naar keuze

Studenten die een ander onderwerp willen kiezen, leggen dit eerst voor aan de titularis van het OPO. 

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting werkvorm

Het programma voor dit vak bestaat uit een introductiesessie, vijf stagecomponenten, een reflectieluik en een praktische toepassing.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Diversiteitsstage godsdienst (B-KUL-O2A97b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

  • Evaluatievorm
    • Type: permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
    • Evaluatievorm: procesevaluatie, portfolio
  • Het portfolio bestaat uit de volgende onderdelen:
    • Voorblad: naam student, naam titularis, naam van het OPO, jaartal;
    • Per stagecomponent een beschrijving van de activiteit (vijf stagecomponenten);
    • Vijf bijhorende stageformulieren (ondertekend door de betrokken begeleider die enkel de leerhouding beoordeelt);
    • Reflectie: 2 pagina’s over het inhoudelijke leerproces (reflectie over het geheel, nieuwe inzichten inzake diversiteit);
    • Praktische oefening: 3 pagina’s.
  • Toelichting:
    • Permanente evaluatie door de begeleidende praktijklector, de titularis van het opleidingsonderdeel en door de begeleiders in de betrokken school of organisatie.
    • Bij de evaluatie wordt er vooral rekening gehouden met:
      • De mate waarin de student alle activiteiten van de diversiteitsstage constructief heeft uitgevoerd blijkend uit een attestering door de betrokken begeleiders;
      • De mate waarin de student in de reflectie blijk geeft van de opbouw van nieuwe inzichten in de impact van diversiteit op onderwijsleerprocessen;
      • De mate waarin de student in de reflectie blijk geeft van de kritische zin om te reflecteren over het eigen handelen en het eigen denken naar aanleiding van de ervaringen die hij in het kader van dit OPO heeft opgedaan;
      • De zorgvuldigheid en volledigheid van het stageporfolio met inbegrip van de beschrijving van de stagecomponenten, een reflectieverslag en de praktische oefening.

 

Evaluatie: beoordelingsschaal

  • Vijf stagecomponenten met beschrijving van de activiteit
    • Component 1: /2
    • Component 2: /2
    • Component 3: /2
    • Component 4: /2
    • Component 5: /2
       
  • Reflectieluik: /5
     
  • Praktische toepassing: /5

Totaal: /20

Toelichting bij herkansen

Herkansing dient te gebeuren door in de volgende zittijd (bij ondermaatse evaluatie) een of meerdere meeloopstages te herdoen en/of het portfolio te herwerken en opnieuw in te dienen.

ECTS Vakdidactiek godsdienst (Leuven) (B-KUL-O0B95A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • een verantwoorde en praktijkgerichte visie op het vak r.-k. godsdienst op de (katholieke) school in de hedendaagse context omschrijven en verantwoorden.
  • godsdienstlessen voor het secundair onderwijs voorbereiden, uitvoeren en evalueren overeenkomstig het geactualiseerde leerplan en het communicatief-hermeneutisch model godsdienstpedagogiek.
  • daartoe een gedifferentieerd leerproces ontwerpen en de gepaste documentatie selecteren, zodat leerlingen hun relatie met godsdienst, levensbeschouwing, waarden en levensstijl verder ontwikkelen.
  • op praktisch en theoretisch vlak situatie-gericht godsdienstonderricht onderbouwen en de verschillende aspecten van het onderwijsleerproces gepast integreren.

Begintermen

Algemene theologische en godsdienstwetenschappelijke basis inzake de verschillende disciplines van theologie en religiewetenschappen. Ingeschreven zijn in de EM godsdienst; of de tweede of de derde fase van de bachelor in de theologie en de religiewetenschappen (of de verkorte bachelor in de theologe en de religiewetenschappen).

Identieke opleidingsonderdelen

O0A41A: Vakdidactiek godsdienst (Leuven)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek godsdienst (B-KUL-O0B95a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

  • Deel I: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief op geloofsgroei
    • Hoofdstuk 1: Geloofsontwikkeling volgens het model van Fowler
    • Hoofdstuk 2: Cognitieve geloofsstijlen en godsdienstonderwijs
  • Deel II: Het leerplan r.-k. godsdienst voor het secundair onderwijs
    • Hoofdstuk 3: Het leerplan r.-k. godsdienst doorgelicht
    • Hoofdstuk 4: Naar een implementatie van het leerplan r.-k. godsdienst
    • Hoofdstuk 5: Het leerplan r.-k. godsdienst onder kritiek geplaatst
  • Deel III: Een hermeneutisch-communicatief concept vakdidactiek godsdienst
    • Hoofdstuk 6: Grondlijnen van een hedendaagse vakdidactiek godsdienst
    • Hoofdstuk 7: Godsdienstpedagogische achtergronden
    • Hoofdstuk 8: Het hermeneutisch-communicatieve model in de praktijk
  • Deel IV: Van lesgebeuren naar jaarvorderingsplan
    • Hoofdstuk 9: Het jaarvorderingsplan
    • Hoofdstuk 10: Evaluatie
  • Deel V: THOMAS: Van theorie naar praktijk
    • Hoofdstuk 11: Thomas uit de doeken gedaan

Studiemateriaal

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Eigen cursus (gedrukt en online), bestaande uit cursusteksten, multimedia, voorbeeldmateriaal, artikels, literatuur en Thomas: www.godsdienstonderwijs.be.
  • Het geactualiseerde leerplan r.-k. godsdienst. 
  • Letter & Geest II & III (Antwerpen, Halewijn, 2020, 2021)

Voor zelfstudiestudenten is er een speciaal zelfstudiepakket met lees- en leerwijzer beschikbaar (zie Toledo).

Toelichting werkvorm

Van studenten worden de volgende leeractiviteiten verwacht:

  • Studeren van de syllabus en de collegenotities.
  • Maken van één grondig uitgewerkte lesvoorbereiding volgens de inzichten in de cursus. De lesvoorbereiding wordt voor het examen aan de docent bezorgd. De deadline is telkens de maandag van de week voor de start van de desbetreffende examenperiode.
  • Een reactie posten op één van de stellingen over onderwijs en identiteit op Thomas: https://www.kuleuven.be/thomas/page/communities/view/182917/.
  • Een vorderingsplan opstellen en op het examen ter beschikking stellen (pass/fail).
  • PKG Schaal invullen en eigen resultaat op het examen ter beschikking stellen (pass/fail).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek godsdienst (Leuven) (B-KUL-O2B95a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Geen

Toelichting

Samenstelling van het eindpunt, examenmodaliteiten en voorwaarden om examen te kunnen afleggen:

1. Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding: 75%

2. Lesvoorbereidingsformulier: 20%

3. Eén reactie op Thomas discussieruimte gepost: 5%

4. Vorderingsplan: pass/fail

 

  • De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om verder te peilen naar de grondigheid waarmee de student inzichten heeft verworven in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal.
  • Het lesvoorbereidingsformulier wordt op voorhand ingediend (via e-mail) en ook de reactie op Thomas in de discussieruimte wordt op voorhand gepost. De indiendatum voor reguliere studenten is telkens ten laatste op de maandag voor de start van de examenzittijd waarin de student een punt wenst te behalen. De indiendatum voor werkstudenten is ten laatste vijf werkdagen voor het examen (lesvoorbereidingsformulier en reactie op Thomas). De student is verantwoordelijk voor het vragen van bevestiging van ontvangst.
  • Het jaarvorderingsplan wordt afgegeven bij het begin van het mondelinge examen (jaarvorderingsplan: je maakt één klas aan voor het huidige schooljaar en je maakt één les aan voor deze klas met titel, omschrijving en tijdsaanduiding en vervolgens geef je ook aan welke terreinen en doelen je behandelt in deze les. Vervolgens maak je een PDF van de getailleerde weergave, drukt het af en neemt het mee naar het examen).
  • Het resultaat van de eigen PKG Schaal wordt afgegeven bij het begin van het mondelinge examen.
  • Zonder lesvoorbereiding, reactie op Thomas, jaarvorderingsplan en PKG Schaal resultaat kan het examen niet doorgaan.

 

Het mondeling examen bestaat uit drie vragen:

  • 1. Vraag 1 uit het theoretische gedeelte van de cursus (25%)
  • 2. Vraag 2 uit het theoretisch gedeelte van de cursus (25%)
  • 3. Vraag 3 bij het lesvoorbereidingsformulier: deze vraag kan uit verschillende vragen bestaan refererend aan verschillende deelaspecten van het didactisch opbouwwerk (25%)

 

Aandachtspunten en evaluatiecriteria:

  • Het mondeling examen over de hoorcolleges beoordeelt de mate waarin de student zich de basisbegrippen van het leerplan en de hermeneutisch-communicatieve godsdienstpedagogiek heeft eigen gemaakt en daarmee creatief en kritisch mee in het gesprek kan treden. Belangrijke kwaliteiten zijn: volledigheid, nauwkeurigheid, structuur, inzicht, verbanden kunnen leggen, kritische zin en de eigen positie kunnen beargumenteren.
  • Het lesvoorbereidingsformulier wordt beoordeeld aan de hand van de checklist voor de lesvoorbereiding (zie cursus).
  • De reactie op Thomas wordt beoordeeld op een correcte weergave van standpunten en de eigen creatieve inbreng.

 

Voorbeeld van examenvragen:

  • Bespreek de basisdoelen van het leerplan rooms-katholieke godsdienst in het licht van het ontwikkelingspsychologisch model van Fowler en de Post-Kritische Geloofsschaal.
  • Bespreek het verschil tussen monocorrelatie en multicorrelatie en toon in deze context het belang van hermeneutische knooppunten in het didactisch opbouwwerk aan.

Opgelet: De exacte examenmodaliteiten voor (zelfstudie-) en werkstudenten staan beschreven in de studiewijzer van het zelfstudiepakket. Ook voor zelfstudiestudenten geldt de regel dat zonder lesvoorbereiding op voorhand ingeleverd en een jaarvorderingsplan en PKG Schaal resultaat, het examen niet kan doorgaan. Zelfstudiestudenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de lesvoorbereiding in bij de docent.

 

Toelichting bij herkansen

Indien u niet slaagt voor het vak, heeft u recht op een tweede examenkans in de derde examenperiode. Voor een nieuw examen legt men (opnieuw) alle vereiste taken voor (met een nieuw lesvoorbereidingsformulier). Deze worden niet automatisch overgedragen van de ene naar de andere zittijd.

ECTS Stage godsdienst (B-KUL-O0F91A)

7 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Stage godsdienst

  • Observatiestage: Door de observatiestage leren de studenten, door gerichte opdrachten, een aantal aspecten van het onderwijsleerproces of van het interactieproces kennen en het optreden van de leerkracht te begrijpen. Door een systematische wisselwerking tussen observatie- en lesstage wordt de ontwikkeling van een verantwoorde onderwijsstijl nagestreefd.
  • Lesstage: Door een gediversifieerde praktijk in de reële klassituatie, leert de student zich professioneel bekwamen om godsdienstonderricht in verschillende types van het secundair onderwijs, voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren overeenkomstig de oriëntaties van het educatieve master-programma en de theologische en godsdienstwetenschappelijke basisopleiding.
  • Finale: Als slot van de stage geeft de student voor elk stagegedeelte een mondelinge presentatie (voor een jury van minstens twee personen, samengesteld uit vakdidacticus en praktijkassistent). Hierbij geeft de student weer in welke mate de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het geactualiseerde leerplan voorstelt. De student leert over de eigen vaardigheden en groei als leraar te reflecteren en dit te illustreren met concrete voorbeelden uit de eigen stage-ervaring en lespraktijk. 
  • Studenten leren specifieke lesvoorbereidingen voor het vak rooms-katholieke godsdienst te ontwikkelen met aandacht voor lesonderwerp, doelstellingen, hermeneutische knooppunten, perspectieven, bronnen en materiaal, lesverloop, ondersteuning van het lesverloop. Studenten hebben hierbij aandacht voor het identiteitsprofiel en leercontext van een klasgroep, de geïntegreerde aanpak van het leerplan en ontwikkelen een goede onderwijsstijl om de leerinhoud aan te brengen en te evalueren. 
  • Studenten ontwikkelen het vermogen tot meta-reflectie op hun eigen professionele onderwijskundige vorming aan de hand van een uitgebreid portfolio.
  • Studenten werken aan hun eigen profiel van leerkracht in gesprek met de praktijkassistent van de KU Leuven (supervisie).
  • Studenten ontwikkelen vaardigheden om actief deel te nemen aan de elektronische omgeving van Thomas voor leerkrachten rooms-katholieke godsdienst in Vlaanderen.

Begintermen

De stage bouwt voort op de colleges van het opleidingsonderdeel O0A41A Vakdidactiek Godsdienst waarin de verschillende observatietaken zowel theoretisch als praktisch worden toegelicht en het lesvoorbereidingsformulier wordt uitgelegd.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage godsdienst, deel 1 (B-KUL-O0A46a)

7 studiepunten : Stage 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Observatiestage
    • De inhoud van de lesonderwerpen wordt bepaald door de vakmentor. Bij de observatie door de stagiair(e) van lessen gegeven door de vakmentor wordt op voorhand afgesproken welke observatietaak gemaakt zal worden. Iedere stagiair(e) wordt opgedragen 6 lessen te observeren in verschillende jaren en schooltypes. De observatiestage wordt gespreid over de ganse duur van de stage. Van iedere observatie wordt een verslag opgemaakt aan de hand van gerichte observatietaken. Na de geobserveerde les volgt binnen de veertien dagen een mondelinge bespreking met de vakmentor omtrent de door de stagiair(e) uitgeschreven observatie.
    • Spreek af met de mentor welk aspect u moet observeren, zodat de leerkracht u kan zeggen op welk lesuur dit mogelijk is (bv. Hermeneutische knooppunten kan u niet observeren in een les met veel zelfstandig werk). Indien het u niet gelukt is om een bepaald aspect te observeren, doet u dit in een ander lesuur opnieuw.
    • Volgende aspecten dient u gericht te observeren aan de hand van de observatietaken:
      • motivatie
      • structuur van de godsdienstles
      • leerinhoud: het aanleren van (theologische) begrippen en woordbetekenissen
      • het stellen van vragen
      • didactische werkvormen
      • doelstellingen
  • Ingroeistage: participatie en zelfstandige stage:
    • 20 stagelessen worden gegeven door de stagiair(e). De inhouden en lesonderwerpen worden opgesteld in samenspraak met de vakmentor.
  • Finale
    • Elke student (ook LIO-studenten) geeft tot slot, voor elk stagegedeelte, in een mondelinge presentatie (voor een jury van minstens twee personen, samengesteld uit vakdidacticus en praktijkassistent) weer in welke mate de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het leerplan voorstelt. Tijdens de finale beantwoordt de student vijf zelf geselecteerde vragen die het meest representatief lijken in het geheel van de eigen stage om over de eigen vaardigheden en groei als leraar te reflecteren en deze te illustreren met telkens concrete voorbeelden uit de stage. In de finale van 'Stage godsdienst, deel 1' en 'Stage godsdienst, deel 2' worden andere vragen gekozen. De vijf gekozen vragen worden op voorhand ter goedkeuring voorgelegd aan de begeleidende praktijklector.
  • Alle opdrachten worden samengebracht als een portfolio binnen het jaarvorderingsplan op Thomas.

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Startpagina Educatieve Master in de godsdienst: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master/
Observatietaken: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/
Lesvoorbereidingsformulier: https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-instrumenten/
Website Thomas: https://www.kuleuven.be/thomas/page/
Letter & Geest II & III: https://www.kuleuven.be/thomas/page/letter-en-geest/
Geactualiseerd leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het secundair onderwijs

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo en op de website van de EM godsdienst.

Toelichting werkvorm

Observatiestage:

  • Bij de observatie door de stagiair(e) van lessen gegeven door de vakmentor - of door een andere leerkracht wordt op voorhand afgesproken welke observatietaak gemaakt zal worden. Iedere stagiair(e) wordt opgedragen 6 lessen te observeren in verschillende jaren en schooltypes. De observatiestage wordt gespreid over de duur van het opleidingsonderdeel. Van iedere observatie wordt een verslag opgemaakt, dat ten minste veertien dagen na de observatieles aan de vakmentor bezorgd wordt en mondeling besproken wordt.

Lesstage:

  • Iedere stagiair(e) geeft in deel 1 van de stage 20 godsdienstlessen, gespreid over verschillende studiejaren en verschillende schooltypes. De door de stagiair(e) gegeven lessen worden door de vakmentor bijgewoond, soms samen met de praktijklector van de KU Leuven. De lessen worden schriftelijk voorbereid op een daartoe ontworpen formulier (downloadbaar van Thomasythotho) en overeenkomstig de opties en richtlijnen bij het lesvoorbereidingsmodel uit de cursus O0A41A Vakdidactiek godsdienst.
  • Iedere les wordt nadien grondig besproken met de vakmentor en eventueel met de praktijklector van de KU Leuven. Een videoregistratie van de les kan een realistische ondersteuning geven voor een kritische zelfevaluatie. De stagiair(e) kan ook een audio opname maken van de gegeven les om het eigen lesgedrag te leren evalueren.
  • Iedere les wordt nadien grondig besproken met de vakmentor en eventueel met de praktijklector van de KU Leuven. Een videoregistratie van de les kan een realistische ondersteuning geven voor een kritische zelfevaluatie. De stagiair(e) kan ook een audio opname maken van de gegeven les om het eigen lesgedrag te leren evalueren.
  • De les, mede door de praktijklector van de KU Leuven gevolgd, geldt als examenles. Voor wie op deze les geen 10/20 behaalt, wordt in principe nog één extra examenles per academiejaar ingericht in de laatste nog beschikbare stagelessen.
  • Iedere stagiair(e) bespreekt met de mentor de mogelijkheid tot zelfstandige stage voor een gedeelte van het lesuur. In OPO1 kan de stagiair maximum voor 2 lessen de volle verantwoordelijkheid voor de klas opnemen, in OPO2 kan dit voor maximum 5 lessen.

Finale:

  • Als slot van elk stagedeel legt de student een mondelinge presentatie af waarbij de student reflecteert over de eigen groei als leraar en hoe de eigen leraarstijl beantwoordt aan deze die de gids in het leerplan voorstelt. 

 

Meer informatie kan u terugvinden in de stagehandleiding.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0A46C : Stage godsdienst, deel 1

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage godsdienst (B-KUL-O2F91a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De beoordeling voor studenten die de stage godsdienst volgen binnen de Verkorte Educatieve Master van 51 studiepunten bestaat uit 4 componenten die samen op 100 punten staan. Dit resultaat wordt vervolgens herberekend op 20. Dit is de verdeelsleutel van de 4 verschillende componenten: Stageoordeel vakmentor (/20) – Examenles (/40) – Jaarvorderingsplan (/20) – Finale (/20).

De verdeelsleutel van de evaluatie kan ook teruggevonden worden bij de stageformulieren (https://www.kuleuven.be/thomas/page/educatieve-master-formulieren/). De gedetailleerde verdeelsleutel voor LIO-studenten en voor studenten die de Verkorte Educatieve Master van 51 studiepunten volgen, kan ook bij de stageformulieren teruggevonden worden. Zie verder in de stagemap.

Als de student niet slaagt voor de examenles, kan de student niet slagen voor het hele OPO. Bij een onvoldoende op de examenles is er in principe één mogelijkheid per academiejaar voorzien om de examenles opnieuw te doen. De voorwaarden worden beschreven in de stagehandleiding.
 

 

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O0G41A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G43A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-O0G41a)

2 studiepunten : Bachelorproef 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

* Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

* Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

* Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-O0G42a)

1 studiepunten 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O2G41a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O0G43A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G41A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-O0G43a)

2 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-O0G44a)

1 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O2G43a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45A)

3 studiepunten Nederlands 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’  gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G46A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O2G45a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht
  • actieve deelname aan de intervisie

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46A)

3 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

 

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G45A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O2G46a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten,
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht,
  • actieve deelname aan de intervisie.

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V22A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0G63A : Opleiding tot leraar geschiedenis

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P2V17a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. Er wordt gewerkt met een aangepaste cesuur bij de toetsen voor de modules.
Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P0V18A)

6 studiepunten Nederlands 90 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V20A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-P0V18a)

4 studiepunten : College 90 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-P0V19a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P2V18a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie) 
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P0V20A)

6 studiepunten Nederlands 90 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V18A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-P0V20a)

4 studiepunten : College 90 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-P0V21a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P2V20a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie)
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..
     

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22A)

6 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V17A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22a)

6 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P2V22a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. 

Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail