Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Diepenbeek)

CQ Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Diepenbeek)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de verkorte educatieve master in de wetenschappen en technologie.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Toelatingsvoorwaarden

Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Diepenbeek)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_54958227.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

Opleidingsspecifieke leerresultaten voor de component leraarschap binnen de educatieve master

De educatieve master

OLR1)  Beschikt over aantoonbare kennis en wetenschappelijk inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders (m.i.v. onderwijstechnologische expertise) en in de onderbouwing en evolutie ervan. Hij/zij heeft inzicht in de interactie tussen deze drie domeinen en kan deze geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.

OLR2)  Kan vanuit de erkenning van diversiteit verschillende vormen van diversiteit herkennen en er adequaat, kritisch en verantwoord mee omgaan in alle aspecten van het educatieve handelen.

OLR3)  Zoekt actief naar en analyseert kritisch wetenschappelijk onderzoek binnen de drie eerder genoemde domeinen en kan zelfstandig en op wetenschappelijke wijze onderwijsrelevant onderzoek ontwerpen en uitvoeren. Hij/zij stuurt op basis hiervan autonoom de eigen praktijk bij en neemt initiatief om de resultaten en hun implicaties actief te dissemineren binnen de educatieve context.

OLR4)  Kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) m.i.v. het ontwerpen en selecteren van leermaterialen

OLR5)  Kan leer- en onderwijsprocessen planmatig proactief organiseren en begeleiden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) via een efficiënt klasmanagement;
g) m.i.v. het kritisch evalueren en bijsturen van de leer- en onderwijsprocessen, en aanpassen van leermaterialen;
h) m.i.v. het evalueren en terugkoppelen van de leeruitkomsten van de lerenden.

OLR6)  Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband een positief leer- en leefklimaat op groepsniveau creëren, uitbouwen, wetenschappelijk verantwoorden, kritisch evalueren en bijsturen, met oog voor het emotionele en fysieke welzijn van elke lerende, en gericht op (de voorbereiding van) maatschappelijke participatie.

OLR7)  Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband processen op organisatieniveau met betrekking tot een positief leer- en leefklimaat onderzoeksgericht analyseren en een leidende rol opnemen in het optimaliseren en opstellen van nieuwe wetenschappelijk onderbouwde processen. Hij/zij is in staat om deze processen, vanuit een multi- en interdisciplinair perspectief, kritisch te evalueren en bij te sturen.

OLR8)  Kan helder communiceren met lerenden, schoolteam, ouders/verzorgers en externen. Hij/zij kan de effectiviteit van de communicatie aftoetsen en zo nodig de communicatie bijsturen.

OLR9)  Kan een beargumenteerd standpunt innemen over, en actief deelnemen en bijdragen aan het (inter)nationale publieke debat over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen binnen de drie eerder genoemde domeinen.

OLR10)   Kan initiatief en verantwoordelijkheid nemen om innovaties uit het brede onderzoeks- en onderwijsveld zelfstandig en in samenwerkingsverband actief te zoeken, te ontwikkelen op basis van wetenschappelijk onderzoek en uit te voeren op groeps- en organisatieniveau.

OLR11)   Kan zich autonoom en proactief documenteren over juridische en administratieve aspecten van het leraarschap en kan hieruit zowel zijn/haar eigen rechtspositie en deontologie, als die van de lerenden, afleiden en duiden.


Opleidingsspecifieke leerresultaten voor de Educatieve master in de wetenschappen en technologie

De educatieve master in de wetenschappen en technologie
OLR12) heeft een gespecialiseerde en gevorderde kennis van en inzicht in één of meerdere wetenschappelijke domeinen aansluitend bij de vakdidactieken die in de lerarencomponent opgenomen worden.

Met betrekking tot deze wetenschappelijke domeinen kan de educatieve master in de wetenschappen en technologie
OLR13). zelfstandig nieuwe kennis en inzichten verwerven;

OLR14) onderzoeks-, ontwerp- en oplossingsmethoden selecteren, aanpassen of desgevallend ontwikkelen, deze adequaat toepassen en de resultaten ervan wetenschappelijk verwerken en interpreteren, de gemaakte keuzes beargumenteren op grond van inzicht in de wetenschappelijke domeinen en/of de eisen van de toepassingscontext;

OLR15) een beargumenteerd wetenschappelijk, maatschappelijk en ethisch standpunt rond een problematiek innemen;

OLR16) mondeling en schriftelijk op een vlotte, gestructureerde en wetenschappelijke manier communiceren met het doelpubliek, bestaande uit vakspecialisten of niet-specialisten;

Vormingsdoelen voor het luik leraarschap

De educatieve master:

VD1) Beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en binnen het algemene pedagogisch-onderwijskundige domein, met aandacht voor creativiteit en duurzaamheid. Hij/zij is daarbij in staat om te reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsvisie en –praktijk en deze kritisch te bevragen en bij te sturen.

VD2) Erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit (onder meer binnen grootstedelijke contexten), ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan, en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.

VD3) Ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van continue professionele ontwikkeling voor de vakdiscipline, vakdidactiek en het algemeen pedagogisch-onderwijskundig domein inzake zijn/haar educatieve handelen, en toont daarbij bereidheid en enthousiasme om te innoveren.

VD4) Interesseert zich voor actualiteit en voor onderwijs in het algemeen, en is gepassioneerd en geëngageerd voor het vakgebied en het educatieve handelen. 

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_EMA_WT.pdf

COBRA 2019-2023
Bestand PDF document COBRA-fiche_EMA_Wetenschappen en technologie.pdf
Bestand PDF document NVAOrapport_EM_Educatieve_Master_in_de_wetenschappen_en_technologie_rapport.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Diepenbeek)

programma

Het programma verandert in het academiejaar 2024-2025. Voor studenten ingeschreven vóór het academiejaar 2024-2025 geldt het volgende:

-   Met ingang van 2024-2025 schrijven studenten in in het nieuwe curriculum en werken het opgenomen studietraject af. Verworven credits worden behouden en aangevuld met opleidingsonderdelen uit het nieuwe curriculum.
-   Het programma is niet zwaarder, noch uitgebreider. In een aantal gevallen zijn er overgangsmaatregelen (uitdovende opleidingsonderdelen uit het oude curriculum) mogelijk: indien zo, dan worden deze vermeld in de programmagids en gecommuniceerd via Toledo.

In geval van vragen bij het samenstellen van het individueel studieprogramma neemt de student contact op met de studieloopbaanbegeleider.

Studenten die al een creditbewijs hebben verworven voor een opleidingsonderdeel dat deel uitmaakt van het programma van een EM, kunnen hiervoor een vrijstelling aanvragen. Dat geldt ook voor keuzevakken in de EM.

Studenten kunnen opleidingsonderdelen van andere vestigingsplaatsen in hun studieprogramma opnemen. Voor een aantal keuzeopleidingsonderdelen wordt het toegelaten aantal studenten beperkt. Indien dit van toepassing is wordt dit vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel.

printECTS33.xsl

ECTS Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A01D9A)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De studenten verwerven de kennis en de geijkte terminologie omtrent de problematiek van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit. Welke elementen en dynamieken constitueren de collectieve identiteit van een onderwijsinstitutie? Waaruit bestaat de specificiteit van een katholieke schoolidentiteit? Hoe verhouden zich katholieke identiteit en levensbeschouwelijke pluraliteit? Voor welke uitdagingen ziet het Vlaamse onderwijs zich vandaag geplaatst, en wat is de aanleiding van de huidige crisis? Welke theoretische opties dienen zich aan om deze uitdagingen van antwoord te dienen? 
  • De studenten vormen zich tot bekwame analisten en interpretatoren van levensbeschouwelijke/katholieke identiteit van hun school (descriptieve analyse en interpretatie van de werkelijkheid). Ze leren om de identity markers, die de typische eigenheid van een onderwijsinstitutie bepalen, te herkennen, te interpreteren, en aan anderen te communiceren.
  • De studenten bekwamen zich in het efficiënt reflecteren en zinvol oordelen over de normativiteit van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit (normatieve beoordeling van de werkelijkheid).
  • De studenten worden uitgenodigd een eigen houding te ontwikkelen ten aanzien van de identiteit van een school. Van hen wordt verwacht hun visie op de levensbeschouwelijke identiteit van de school te bereflecteren, te verdiepen, en te confronteren met de normatieve visie van het katholiek onderwijs in Vlaanderen.
  • De studenten verwerven de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatief perspectief, in concrete situaties mee vorm te geven aan levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.

Begintermen

  • Bereidheid tot kritische reflectie en persoonlijke vorming, met het oog op het verder ontplooien van een eigen visie op levensbeschouwelijke schoolidentiteit, in dialoog met de visie uit de cursus.
  • Basis computervaardigheden zijn wenselijk.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theologie, Religie en Onderwijs (B-KUL-A01D9a)

5 studiepunten : Opdracht 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Studenten worden in dit vak uitgedaagd om diepgaand kennis te maken met het empirische identiteitsonderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit zoals dat aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen vorm kreeg. Dit identiteitsonderzoek werd theoretisch en empirisch ontwikkeld binnen het Centrum Academische Lerarenopleiding Theologie en Religiewetenschappen in de context van het ‘Enhancing Catholic School Identity Project (ECSI)’ in opdracht van de Catholic Education Commission of the Australian federal state of Victoria (CECV). De focus van dit onderzoek is de levensbeschouwelijke identiteit van onderwijsinstellingen, die vandaag voor de uitdaging staan om hun identiteit te recontextualiseren in een detraditionaliserende en pluraliserende samenleving. Het is dit onderzoek waarbinnen het concept ‘katholieke dialoogschool’ tot stand kwam dat intussen ook in Vlaanderen is overgenomen als basis voor de identiteit van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
  • Studenten verkennen de theoretische identiteitsmodellen die aan de grondslag liggen van dit onderzoek, en worden geïntroduceerd in de typologische attitudeschalen verbonden met deze modellen. De studenten verwerven inzicht in de componenten en dynamieken van levensbeschouwelijke schoolidentiteit, en een praktische vertrouwdheid met de gehanteerde empirische methodologie.
  • Studenten worden in dit vak, doorheen deze online webmodule, uitgedaagd te reflecteren over persoonlijke, professionele en institutionele identiteit. De studenten worden telkens uitgenodigd standpunt in te nemen ten aanzien van deze identiteitsmodellen, om vervolgens hun visie te verdiepen en te confronteren met de normatieve theologische visie (cfr. hierboven).

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Een online webmodule, een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’ bestaande uit 5 grote delen, introduceert de student stapsgewijs in het denken rond levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit, aan de hand van ervaringsgerichte oefeningen, empirisch onderzoek, literatuur, verdiepende reflectieoefeningen, enzovoort. 
  • Bij het begin van elk deel van de online webmodule wordt een cursus reader voorzien, met enerzijds verplichte literatuur ter ondersteuning en anderzijds optionele literatuur ter verdieping van de inhoud van de cursus.
  • De studenten verkrijgen hun eigen resultaat inzake de drie theoretische identiteitsmodellen (PKG Schaal, Melbourne Schaal, Victoria Schaal) op basis van de ingevulde vragenlijsten. De studenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de resultaten van de eigen schaalresultaten aan de docent te bezorgen (didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.
  • Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting onderwijstaal

De gehanteerde MOOC is volledig in het Nederlands vertaald.

Toelichting werkvorm

  • De studenten verwerven in dit vak kennis en competenties door het volgen van een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’. Deze MOOC (Massive Open Online Course) met beeldmateriaal, kennisclips, vragenlijsten, oefeningen, casussen en feedback wordt in zelfstudie doorlopen. De MOOC is een digitale leeromgeving, waarbij de student autonoom leert en reflecteert over het theoretisch en empirisch onderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.
  • In een gemeenschappelijke startvergadering wordt de opzet van het vak en deze werkvorm toegelicht. Elke student krijgt een persoonlijke begeleider van het Centrum Academische Lerarenopleiding godsdienst.
  • Na de startvergadering kan de student van start gaan met het doornemen, verwerken en invullen van de online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC.
  • Er worden feedbackmomenten voorzien waarin de student individueel vragen en bedenkingen kan bespreken en waarin samen gereflecteerd kan worden over het afgelegde traject. De student is verplicht minstens één feedbackmoment in te bouwen en kan maximaal drie feedbackmomenten opnemen. Een feedbackmoment kan telkens worden aangevraagd indien de student één deel van de MOOC heeft afgewerkt, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) en/of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • Het opleidingsonderdeel mondt uit in een examengesprek met de betrokken docent. Op het examen krijgt de student empirische data en casussen voorgelegd en worden de persoonlijke resultaten van de student van de verschillende schalen besproken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A21D9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Computer, Cursusmateriaal

Toelichting

Evaluatievorm

  • Type: Permanente evaluatie in combinatie met een examengesprek tijdens de examenperiode
  • Evaluatievorm: procesevaluatie, productevaluatie en mondeling examen
  • Vraagvormen: open vragen
  • Leermateriaal: online webmodule en bijhorende cursus reader

 

Het eindresultaat komt tot stand op basis van de volgende soorten evaluatie:

  • Proces- en productevaluatie (inzet en online module): 30%
  • Mondeling examen: 70%

De proces- en productevaluatie houdt rekening met de volgende twee elementen en wordt beoordeeld door de begeleider:

  • Motivatie van de student, het nakomen van afspraken, het volgen van richtlijnen, het nemen van de eigen verantwoordelijkheid voor dit zelfstudietraject, en de stiptheid en de kwaliteit van de communicatie met de begeleider.
  • De inhoud en vorm van het afgelegde traject: de mate waarin inzicht, kennis en competenties verworven werden, de wijze waarop men in staat is dit te communiceren, enzovoort.

Het mondelinge examengesprek peilt naar de kennis en de verwerking van de leerinhouden die aangeboden worden door de webmodule (cognitief, intellectueel), alsook naar de persoonlijke toeëigening van de leerinhouden en de persoonlijke groei van de student(e) (persoonlijk, existentieel). Het mondeling examen bestaat uit drie elementen: de bespreking van grafieken, van casussen en de eigen resultaten op de verschillende schalen. De student dient bij het examen de eigen resultaten van elke schaal (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) op papier mee te nemen. 

 

Tijdslijn

Na de startvergadering kan de webmodule doorlopen worden. Wanneer één onderdeel van de module voltooid is, kan men een feedbackmoment aanvragen. Men is verplicht minstens één feedbackmoment aan te vragen. Maximaal kunnen er drie feedbackmomenten plaatsvinden. De online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC, moet afgewerkt zijn uiterlijk de maandag voor de examenperiode waarin men een punt wenst te behalen. Vervolgens vindt een examengesprek plaats tijdens de gekozen examenperiode.

De student vraagt tijdig een feedbackmoment via e-mail aan bij zijn/haar begeleider. Hierbij dient de student rekening te houden met de volgende zaken:

  • Bij het aanmaken van een account voor de online webmodule wordt gevraagd om gebruik te maken van de studentenmail. Wanneer een feedbackmoment wordt aangevraagd, dient de student duidelijk te vermelden met welk e-mail adres hij/zij gebruik maakt van de module. Op die manier kan de begeleider het traject van de student inkijken en de gepaste begeleiding geven bij het feedbackmoment.
  • De student geeft duidelijk aan over welk deel van de MOOC hij/zij een feedbackmoment wil plannen, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • De student zorgt ervoor dat, bij het aanvragen van een feedbackmoment, het desbetreffende deel is afgewerkt zodat de begeleider dit deel van de MOOC volledig kan inzien en doornemen.
  • Ter voorbereiding van het feedbackmoment formuleert de student 3 vragen met betrekking tot het deel van de MOOC dat besproken wordt. Deze 3 vragen worden via e-mail mee doorgestuurd naar de begeleider. Deze 3 vragen worden besproken tijdens het feedbackmoment.

Startvergadering

Maandag 30-09-2024, 14.00-16.00u, MTC 02.15

 

Individuele feedbackmomenten
De student is verantwoordelijk om tijdig een afspraak te maken met de eigen modulebegeleider voor een feedbackmoment. Per e-mail maakt de student een afspraak met zijn/haar begeleider en vermeldt daarbij duidelijk over welk deel van de module de student feedback wenst te verkrijgen. Uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan het feedbackmoment heeft de student het desbetreffende deel van de module afgewerkt. 
 

Deadlines examenperiode (afwerken van de module)

  • Eerste examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Tweede examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Derde examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode

De student dient de Nederlandstalige versie van de MOOC volledig te hebben afgewerkt ten laatste de maandag van de week voor de start van de examenperiode waarin de student het examen wil afleggen en een punt wenst te behalen. De student laat ten laatste op die maandag voor de examenperiode aan zijn/haar begeleider weten dat de cursus volledig doorlopen is, zodat de begeleider het afgelegde traject van de student kan beoordelen (proces- en productevaluatie). Dit gebeurt via e-mail aan de begeleider, met de titularis in cc. De student is verantwoordelijk voor het vragen van bevestiging van ontvangst.

In de gekozen examenperiode volgt een examengesprek waarin het afgelegde traject beoordeeld wordt.

Belangrijk: de eigen grafiekresultaten (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) worden 5 werkdagen voor het examen elektronisch ingeleverd (via e-mail aan didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.

ECTS Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00A)

3 ECTS English 30 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
Holz Oliver (coordinator) |  N. |  Holz Oliver (substitute)

Aims

For this course a numerus clausus is in action, therefore students cannot add the course to their individual study programme themselves. Students who want to take the course, can send a message to the Internationaloffice.feb@kuleuven.be with the subject ‘Teacher Education in an International Perspective’. In the message you state that you want to follow the course and you include your student number and the programme you are enrolled in. As the number of participants is capped, additional selection criteria may apply.

Learning Outcomes:

The student

...has knowledge and scientific insight into general pedagogical-educational frameworks.
…can take a substantiated position on, and actively participate in and contribute to, national and international public debate on current social topics and developments.
…can take initiative and responsibility to independently and actively seek out innovations from the broad field of research and education, to develop them on the basis of scientific research and to implement them at a group and organizational level.

Training objectives:

The student

...has a scientific, investigative approach to their own discipline, teaching methodology and within the general pedagogical-educational domain, with a focus on creativity and sustainability. They are able to reflect on their own educational vision.
…develops a curious attitude in the context of continuous professional development in his/her discipline, didactics and the general pedagogical-educational domain regarding their educational development, showing willingness and enthusiasm to innovate.
...is interested in current affairs and education in general.

Previous knowledge

The LU Leuven student has completed LIMBO 1 or a similar course (to be checked by the teaching staff) and acquired basic knowledge of general pedagogical subjects. The student can also follow LIMBO 1 or a similar course at the same time.

The student is able to understand and interpret results from recent education research and teaching methodology research. The student appreciates the usefulness of such research, but the student also understands that introducing results from education research into the specific education practice (and in specific school subjects) demands a translation procedure and making a comparative assessment.

The student is capable of and willing to study, critically assess and form their own viewpoint about recent developments and challenges with regard to the profession of teacher, the school organisation and the relation between education and society on the basis of theoretical frames and scientific research. Furthermore, the student is capable of and willing to enter into a conversation about their own viewpoint and to adjust this viewpoint if necessary on the basis of new insights.

The student is capable of and willing to develop their own viewpoint in a nuanced and substantiated manner with regard to current matters in the following domains: pedagogical-educational (e.g. vision on learning and support of that), social-political (e.g. visions on education and school policy, relation freedom-control), socio-economic (e.g. education equality, visions and initiatives around that, aspects around diversity), ideological (e.g. pedagogical freedom and diversity) and cultural-scientific (e.g. role of expertise, meaning of educatioal quality).

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS( P0V17A ) OR SIMULTANEOUS( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00a)

3 ECTS : Lecture 30 Second termSecond term
N. |  Holz Oliver (substitute)

Content

The course ‘Teacher Education in an International Persepctive’ will be organized as a Blended Intensive Programme, a sub-programme within the Erasmus program 2021-27.

In addition to students from KU Leuven (educational master), students from 6 teacher training programmes from 5 countries will participate. The foreign students come from Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa.

The OPO consists of a virtual preparation, a contact week in Helsinki (financial supported by the Erasmus+ programme) and a virtual post-processing.

More information about the virtual preparation and post-processing of the course can be found in the explanation of the didactical approach.

The 30 contact hours are set up from Monday 17 to Friday 21 March 2024.

Monday 17 March 2025:

  • Welcome 
  • European integration and collaboration in (teacher) education 
  • Introduction to the week assignment

Tuesday 18 March 2025:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Wednesday 19 March 2025:

  • School visits
  • Visit Helsinki
  • Dinner in Helsinki

Thursday 20 March 2025:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Friday 21 March 2025:

  • Innovation: digital education    
  • Cases 4 Europe
  • Groups meeting with a first sharing ideas of assignment in a workshop

10 Flemish students can register in this course.

Course material

Provided by the (guest) lecturers and made available on Toledo.

Language of instruction: more information

During the blended intensive programme, students from the EM’s KU Leuven and students from Cologne, Enschede, Helsinki, Oslo, Stellebosch and Utrecht can participate.

English as a language of instruction is necessary.

Format: more information

Individual assignment - Presentation - Report

The Blended Intensive Programme ‘Teacher Education in an International Perspective’ consists of

  • a virtual preparation
  • contact hours in March 2025 in Helsinki
  • a virtual post-processing

During the preparation, 2 online moments will be provided (end of February and beginning of March 2025). During the first online contact moment, students get to know each other and get an introduction to the course is provided (objectives, programme, study material, evaluation, etc.).

Students study their own education system and their teacher training, as well as the education system and teacher training in Belgium. During the second contact moment, the students are introduced to

  • the education system in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • the teacher training courses in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • current educational aspects

The contact hours will be set up between 17 and 21 March 2025 (see explanation content). At the end of the contact week, students present their preliminary results to each other.

After the contact week, the students continue to work on their assignment in groups.

During an online moment after the contact week, students present the final results of the assignment to each other and submit a report on their further processing.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D2A00a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Report, Presentation, Participation during contact hours
Learning material : Course material

Explanation

Evaluation characteristics

During an online session, the students present their results regarding the assignment.

The students submit the group report at the latest 7 days after the moment of return.

Determination final result

Evaluation structure – scale 1 to 20

Information about retaking exams

The features of the evaluation and determination of grades are identical to those of the first examination opportunity, as described in the tab 'Explanation'.

ECTS Stage Nederlands - niet thuistaal, initiatiestage (B-KUL-F0AY6A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands - niet thuistaal, initiatiestage (B-KUL-F0AY6a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands - niet thuistaal, initiatiestage (B-KUL-F2AY6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Nederlands - niet thuistaal, ingroeistage (B-KUL-F0AY7A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands - niet thuistaal, ingroeistage (B-KUL-F0AY7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands - niet thuistaal, ingroeistage (B-KUL-F2AY7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren) door de stagebegeleider van de KU Leuven.
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

 

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Nederlands - niet thuistaal, doorgroeistage (B-KUL-F0AY8A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands - niet thuistaal, doorgroeistage (B-KUL-F0AY8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands - niet thuistaal, doorgroeistage (B-KUL-F2AY8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8A)

3 studiepunten Nederlands 10 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Taaloverstijgende vakdidactiek' introduceert de studenten uit de Educatieve Master talen in het brede veld van het taal- en literatuuronderwijs, en met name in de taaloverstijgende aspecten ervan. De centrale doelstellingen van dit OPO zijn:

  • De studenten verwerven onderzoeksgebaseerde inzichten in hoe processen van taalverwerving verlopen en welke lessen daaruit kunnen getrokken worden voor de organisatie van effectief taalonderwijs en het opzetten van een positief leer- en leefklimaat waarin de taalverwerving van leerlingen/cursisten wordt bevorderd.
  • De studenten verwerven inzicht in de politieke, onderwijskundige, sociale en economische context waarbinnen het taalonderwijs zich in Vlaanderen afspeelt, in het nationale en internationale normatieve kader waarin het vormgegeven wordt en in de basiscompetenties die de taalleraar moet verwerven.
  • De studenten verwerven inzicht in de doelstellingen en curriculum van het taalonderwijs van de 21ste eeuw.
  • De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school.
  • De studenten verwerven inzicht in de belangrijkste didactische/theoretische modellen en het wetenschappelijk onderzoek rond taaldidactiek, literatuuronderwijs, vaardigheden- en taalbeschouwingsonderwijs en de evaluatie van taalcompetenties.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZL1A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Kortrijk)
F0ZJ5A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Gent)
F0ZN4A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Diepenbeek)
F0ZM5A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Antwerpen)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F2YV8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De studenten krijgen inzichtelijke vragen en concrete probleemstellingen of claims die ze vanuit de cursus moeten becommentariëren. Ze worden beoordeeld op de mate waarin ze de relevante kennis en inzichten kunnen integreren in hun reflectie op de concrete probleemstellingen. Het examen gebeurt digitaal en met open boek.

Behaalt een student op de helft van de vragen een onvoldoende, dan kan hij niet slagen voor het OPO. In alle andere gevallen is het eindcijfer samengesteld uit de som van de deelcijfers per vraag.

ECTS Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (B-KUL-F0YX3A)

6 studiepunten Nederlands 20 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Nederlands als tweede taal, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

 

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijk onderzoek naar processen van tweedetaalverwerving (Nederlands) en de effectiviteit van het onderwijs Nederlands (in Vlaanderen en Nederland) (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot vakdidactiek Nederlands als tweede taal (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs Nederlands als tweede taal in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. OKAN-onderwijs versus volwassenenonderwijs NT2, eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum), de leerbehoeften van cursisten/leerlingen Nederlands als tweede taal, en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten Nederlands als tweede taal. (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Nederlands als tweede taal vorm te geven, te organiseren en begeleiden. (OLA 2)
  • De studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsleeractiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de cursisten/leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • De studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren. (OLA 2)

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZK1A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Gent)
F0ZM3A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Brussel)
F0ZN2A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Antwerpen)
F0ZN9A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Diepenbeek)
F0BM6A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Kortrijk)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX3a)

3 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond de verwerving van en het onderwijs van het Nederlands als tweede taal. Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands als tweede taal in Vlaanderen en met de meest relevante didactische modellen. Hij leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • Onderwijs Nederlands als tweede taal in Vlaanderen: structuur en organisatie, context, normatief kader en leerbehoeften/beginsituatie cursisten
  • Doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands als tweede taal in het volwassenenonderwijs en in het OKAN onderwijs (secundair).
  • Processen van tweedetaalverwerving: onderzoeksgebaseerde inzichten.
  • Onderwijs van mondelinge taalvaardigheid: vakdidactische basisprincipes
  • Onderwijs van schriftelijke taalvaardigheid: vakdidactische basisprincipes
  • Onderwijs van woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • Taakgericht taalonderwijs en behoeftegericht werken: uitgangspunten en basisprincipes
  • Evalueren van taalcompetenties Nederlands als tweede taal.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg ter beschikking gesteld op toledo

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van de colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal: praktijk (B-KUL-F0YX4a)

3 studiepunten : Practicum 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier relevante competenties op te bouwen die hen voorbereiden om lessen NT2 zelf te geven, organiseren en begeleiden. De volgende inhouden komen aan bod:

  • Toepassingen van eindtermen en leerplannen: concrete uitwerkingen van doelgerichte lesactiviteiten die NT2-verwerving, integratie en brede ontwikkeling bevorderen;
  • Kritisch en efficiënt leren werken met handboeken,  moderne technologie, websites voor NT2-onderwijs;
  • Werkvormen inzetten: o.m. taakgericht, zelfstandig en zelfsturend leren bevorderen tijdens de lessen;
  • Organiseren en integreren van binnen- en buitenschoolse activiteiten;
  • Differentiatie, maatwerkhoeken en omgaan met diversiteit binnen het taalonderwijs NT2: concrete toepassingen;
  • Evalueren van NT2-competenties en feedback leren geven: praktische toepassingen;
  • Onderwerpen die door de studenten zelf worden aangebracht.

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Tijdens interactieve bijeenkomsten, groepswerken en microteaching ontwikkelen de studenten de competentie om lesactiviteiten voor NT2-onderwijs te ontwerpen, organiseren en begeleiden. De studenten leren doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, kijken kritisch naar lesmethodes, proberen werkvormen uit en leren taalcompetenties Nederlands als tweede taal evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden. Tijdens interactieve bijeenkomsten, groepswerken en microteaching ontwikkelen de studenten de competentie om lesactiviteiten voor NT2-onderwijs te ontwerpen, organiseren en begeleiden. De studenten leren doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, kijken kritisch naar lesmethodes, proberen werkvormen uit, en leren taalcompetenties Nederlands als tweede taal evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (B-KUL-F2YX3a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Take-home
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OP geldt nultolerantie.

Voor dit OPO wegen beide OLA’s voor de helft mee van het eindpunt.

OLA Basisprincipes en uitgangspunten: evaluatie op basis van schriftelijk werkstuk met betrekking tot vakdidactiek Nederlands (take-home) met mondelinge verdediging. De student moet in het take home examen schriftelijk reflecteren op 2 casussen ( bv. een didactisch artikel, een concreet voorbeeld van een lesactiviteit, een concreet voorbeeld van een toets) en zijn/haar stellingname onderbouwen met relevante theoretische en onderzoeksgebaseerde argumenten. De student krijgt de kans om de stellingname en argumenten verder toe te lichten tijdens het mondelinge examen.

OLA Praktijk: De studenten ontwikkelen een lessenreeks van 6 aaneensluitende uren waarbij ze de theoretische en didactische inzichten die ze hebben opgedaan toepassen. Tijdens de mondelinge bespreking van hun lessenreeks tonen ze dat ze in staat zijn om de didactische keuzes die ze hebben gemaakt te beargumenteren op basis van relevant onderzoek en relevante theoretische/didactische kaders. Ze tonen dat ze daarbij kunnen rekening houden met de beginsituatie en de leerdoelen van hun cursisten/leerlingen, en op een effectieve manier kunnen inspelen op de aanwezige diversiteit.

Voor het OLA Praktijk geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

ECTS Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0YZ5A)

6 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van Nieuwenhuyse Karel |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker)

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO zijn de studenten in staat:

  • Kritisch en gericht lessen MAVO/PAV  evenals leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen, te observeren en te analyseren, op basis van vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur.
  • Zelfstandig krachtige lessen MAVO/PAV evenals leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen te ontwerpen en te realiseren in de complexe realiteit van een secundaire schoolsetting, met oog voor diversiteit van het leerlingenpubliek.
  • Zelfstandig hun lessen MAVO/PAV, evenals leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen, m.i.v. het eigen pedagogisch-didactisch functioneren te evalueren, in termen van de leeropbrengst bij leerlingen, en onderbouwd op basis van relevante argumenten uit de vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur.
  • hun lessen MAVO/PAV, m.i.v. het eigen pedagogisch-didactisch functioneren bij te sturen en te optimaliseren, op basis van kritische reflectie, de vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur, en op basis van de verdieping inzake vakdidactische thema's en technieken uit de seminaries binnen dit en andere OPO’s.
  • samen te werken met medestudenten en/of stagementor en zo bij te dragen aan het eigen leerproces en dat van de medestudenten
  • zelfstandig een informerend gesprek met ouders aan te gaan m.b.t. het leerproces van een leerling
  • om te gaan met een klasgroep van lerenden, met respect voor de eigenheid van de individuele leerling en de diversiteit van de groep
  • aan te tonen dat ze elk van de 10 decretaal bepaalde basiscompetenties van de leraar in voldoende mate hebben bereikt.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming’, en een stagevoorbereidend OPO/OLA van een andere vakdidactiek gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG(F0ZB6A) OF GELIJKTIJDIG( F0BF5A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BF6A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BF7A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BI0A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BF8A )) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A ))


F0ZB6AF0ZB6A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming
F0BF5AF0BF5A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brugge)
F0BF6AF0BF6A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Aalst)
F0BF7AF0BF7A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Antwerpen)
F0BI0AF0BI0A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brussel)
F0BF8AF0BF8A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Diepenbeek)
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0YZ5a)

6 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters
Van Nieuwenhuyse Karel |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker)

Inhoud

Binnen de stage PAV-maatschappelijke vorming worden de studenten geacht minimaal deze activiteiten te volbrengen, op de toegewezen scholen (BSO):

  • 5 lesuren PAV-maatschappelijke vorming observeren op de toegewezen school (bij voorkeur in twee graden).
  • Minimum 12 lesuren PAV-maatschappelijke vorming ontwerpen en realiseren in de complexe realiteit van een secundaire schoolsetting, en expliciet rekening houdend met de diversiteit in de klasgroep; 4 van de 12 lesuren mogen in team-teaching worden gerealiseerd.
  • hun lessen PAV-maatschappelijke vorming, m.i.v. het eigen pedagogisch-didactisch functioneren kritisch analyseren en erover reflecteren, bijsturen en optimaliseren, op basis van kritische reflectie en de vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur.
  • Betrokken zijn in 4 leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen, en waar leerlingen al dan niet rechtstreeks bij betrokken zijn (bv. een uitstap, excursie, filmforum, middagactiviteit, oudercontact, klassenraad, vakvergadering …); in elk ervan nemen de studenten een erg actieve rol op, in voorbereiding zowel als uitvoering.

-> Daartoe verwachten we dat studenten gedurende 7 volledige dagen op de stageplaats (toegewezen scholen BSO) aanwezig zijn, en in deze tijd voornoemde activiteiten zoveel als mogelijk inplannen.

  • aanwezig zijn op enkele seminaries in de instelling, die verdieping bieden in aspecten van lesgeven in PAV-maatschappelijke vorming (bv. werkvormen en methodes, breed evalueren, feedback), en in ruimte voorzien voor intervisie. Aan sommige seminaries is een taak gekoppeld. Daarnaast zijn de studenten ook aanwezig op een afsluitend evaluatiegesprek.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Studiemateriaal

Alle documenten die voor de stage relevant zijn. Deze documenten omvatten onder andere vakdidactische literatuur, algemeen-pedagogische literatuur, alle formulieren m.b.t. de stage (observatieverslagen, activiteitenverslagen, reflecties, lesvoorbereidingsformulieren), praktijkvoorbeelden aangereikt door de stagebegeleiders, materiaal aangereikt door de studenten zelf (lesvoorbereidingen, concrete stage-ervaringen, POP), en ook lerarenhandleidingen bij schoolboeken, internetmateriaal, verslagen van de vakwerkgroep, schoolreglement, pedagogisch project van de school, andere leermiddelen en professionele literatuur.

Handboek vakdidactiek PAV (uitgegeven bij ACCO 2020) is aanbevolen.

Toelichting werkvorm

Dit OPO bestaat vnl. uit stage-activiteiten in een door de opleiding toegekende stageplaats (secundaire school), waar de studenten een vakmentor krijgen toegewezen. Vanuit de opleiding wordt in begeleiding door een stagebegeleider voorzien. De studenten worden verwacht op enkele stageseminaries met verplichte aanwezigheid in de instelling (KUL). De programmatie ervan wordt medegedeeld via Toledo. Daarnaast zijn de studenten ook aanwezig op een evaluatiegesprek met de stagebegeleider, waar ze hun portfolio en eindverslag bij POP toelichten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F2YZ5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

Toelichting

Het OPO Stage PAV-maatschappelijke vorming wordt geëvalueerd aan de hand van deze elementen:

  • een portfolio waarin de studenten alle documenten gerelateerd aan hun activiteiten in het kader van dit OPO bijhouden (lesvoorbereidingen, reflecties, activiteitenverslag, observatieverslag, evaluaties en feedbackformulieren vakmentoren en stagebegeleider, taken bij seminaries etc.)
  • een eindverslag bij hun persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) waarin de studenten reflecteren over hoe ze elk van de 10 decretaal bepaalde basiscompetenties van de leraar in voldoende mate hebben bereikt.
  • een mondelinge toelichting bij de begeleidende stagebegeleider van het portfolio en eindverslag bij POP.

De definitieve evaluatie van dit OPO gebeurt door de stagebegeleider en de stagecoördinator/titularis van het OPO op basis van verslagen van de vakmentoren, de observaties door de lector en de beoordeling van stageportfolio en eindverslag bij POP.

Er worden verschillende tussentijdse interviesiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Beoordeling: er wordt één score toegekend voor het geheel van dit OPO.

Voorwaarde:

  • De studenten zijn verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de seminaries in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen, t.t.z. stagementor, praktijklector en docent van het OPO, of wettiging achteraf d.m.v. doktersattest) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het OPO.
  • De studenten kunnen dit OPO maar succesvol voltooien als ze ook een deel van het stagetraject van hun eerste vakdidactiek hebben afgewerkt.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0ZB6A)

6 studiepunten Nederlands 44 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van Nieuwenhuyse Karel (coördinator) |  Claes Ellen |  Crauwels Marion |  Galle Griet |  Van Nieuwenhuyse Karel |  Van den Branden Kris |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO kunnen de studenten:

(1) de ontstaanscontext, doelstellingen, opzet en normatief kader (eindtermen en leerplannen) van PAV-maatschappelijke vorming duiden

(2) kritisch reflecteren, vanuit theoretische kaders en onderzoeksliteratuur algemeen onderwijskundig en vanuit de verschillende betrokken vakdidactieken, over het profiel van de PAV-maatschappelijke vorming leerkracht, de uitdagingen verbonden aan de constellatie van dit vak en de maatschappelijke relevantie van dit vak

(3) kritisch en respectvol reflecteren, vanuit theoretische kaders en onderzoeksliteratuur algemeen onderwijskundig en vanuit de verschillende betrokken vakdidactieken, over de diversiteit van de BSO-leerlingen en hoe de PAV-maatschappelijke vorming leerkracht als leraar van àlle lerenden een krachtige leeromgeving kan creëren op maat van deze diverse doelgroep, met inschatting van de beginsituatie van leerlingen

(4) zelfstandig of in teamverband didactisch materiaal voor het vak PAV-maatschappelijke vorming of een project waarin MAVO/PAV is betrokken, selecteren, kritisch benaderen en aanpassen vanuit de inzichten uit de verschillende betrokken vakdidactieken (m.i.v. theoretische kaders en onderzoeksliteratuur), en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische inzichten.

(5) zelfstandig of in teamverband materiaal ontwikkelen om binnen één thema en/of project rond PAV-maatschappelijke vorming  te werken aan de eindtermen met betrekking tot functionele taalvaardigheid, functionele rekenvaardigheid, oriëntatie in tijd en ruimte, informatieverwerking- en verwerving, wetenschap en samenleving en maatschappelijk en ethisch bewustzijn. Dit gebeurt door de ontwikkeling van didactisch materiaal dat tot doel heeft een inclusieve en krachtige leeromgeving te creëren voor alle leerlingen, in de vorm van een geïntegreerde, multidisciplinaire  thematisch opgezette lesvoorbereiding binnen dat PAV-thema, waarin de inzichten uit de verschillende betrokken vakdidactieken (m.i.v. theoretische kaders en onderzoeksliteratuur) worden toegepast evenals algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische inzichten.

(6) inzichten rond het competentie-ontwikkelend leren (COL) en breed evalueren duiden en toepassen

(7) Samenwerken met medestudenten en bijdragen aan het leerproces van medestudenten

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van hun eerste vakdidactiek en ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A)


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

F0BF8A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Diepenbeek)
F0BF5A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brugge)
F0BF6A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Aalst)
F0BF7A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Antwerpen)
F0BI0A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0ZB6a)

5 studiepunten : College 36 Eerste semesterEerste semester
Claes Ellen |  Crauwels Marion |  Galle Griet |  Van Nieuwenhuyse Karel |  Van den Branden Kris |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De inhouden van dit OPO worden opgehangen aan vijf thema’s:

1) Een krachtige leeromgeving creëren in BSO ~ profiel van de leerkracht PAV-maatschappelijke vorming ~ divers profiel BSO-leerling: hierin komen aan bod de visie op en normatief kader van PAV-maatschappelijke vorming, verticale leerlijnen, verwachtingen van de student jegens en kennismaking met BSO-leerlingen (via observatie), model voor krachtige leeromgeving in BSO, beginsituatie van de leerlingen in kaart brengen

2) Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming als een didactiek in meervoud: basisinzichten in de didactiek van de verschillende vakdomeinen die in het vak PAV geïntegreerd worden, komen hier aan bod. De inhouden uit de verschillende vakdidactieken worden geselecteerd in functie van de specifieke doelstellingen voor het vak PAV-maatschappelijke vorming. De verschillende vakdidactieken betreffen: functionele rekenvaardigheid (wiskunde), functionele taalvaardigheid (Nederlands), tijdsbewustzijn (geschiedenis), ruimtebewustzijn (aardrijkskunde), wetenschap en samenleving (natuurwetenschappen), functionele informatieverwerving en –verwerking en maatschappelijk en ethisch bewustzijn (burgerschapseducatie)

3) kenmerken van geïntegreerd, interdisciplinair en thematisch werken binnen een thema van PAV-maatschappelijke vorming: inzicht opbouwen in algemene principes en verschillende vormen van multidisciplinair, geïntegreerd werken, in thematisch werken als een manier om geïntegreerd inhouden aan te bieden en om de motivatie van leerlingen te verhogen, en in binnenklasdifferentiatie binnen een thematische aanpak.

4) competentie-ontwikkelend onderwijs binnen PAV-maatschappelijke vorming: methodieken voor competentie-ontwikkelend lesgeven binnen PAV (bv. OVUR en onderzoekend leren, probleemgestuurd onderwijs, ervaringsgericht onderwijs, coöperatief leren), holistisch en breed evalueren in het BSO, methodieken voor binnenklasdifferentiatie en brede basiszorg.

5) projectmatig werken: kenmerken en verschillen tussen thematisch en projectmatig werken, sleutelcompetenties van een project, analyse van een projectdraaiboek en assessment van praktijken

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Studiemateriaal

Handboeken S.O. PAV
Artikels en literatuur
Handleiding
Voorbeeldmateriaal
Multimedia en presentatiesoftware
Toledo

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van hoorcolleges (in contactonderwijs en in de vorm van modules digitaal afstandsleren) m.i.v. werksessies, en studenten gaan ook gericht een lesblok PAV-maatschappelijke vorming observeren in een BSO-school. Over te dragen inhouden en inzichten (theorievorming vanuit de verschillende vakdidactieken en vanuit multidisciplinair en geïntegreerd werken, en resultaten uit onderzoek) worden telkens afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op concreet-didactische producten PAV-maatschappelijke vorming. De studenten memoriseren niet alleen de inhoud van de cursus die in de colleges wordt aangeboden, ze leren ze ook kritisch verwerken en toepassen via de analyse van opgaven.

Aan het begin van het academiejaar wordt een kalender medegedeeld die aangeeft welke sessies (on-campus en (a)synchroon online) wanneer worden georganiseerd. 

Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming: praktijkvoorbereiding (B-KUL-O0G58a)

1 studiepunten : Practicum 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De studenten wordt aangeleerd hoe een krachtige leeromgeving in een concreet sjabloon lesvoorbereiding te gieten. Tevens wordt een schoolbezoek gebracht, om de studenten voort kennis te laten maken met aspecten van de arbeidsmarktfinaliteit richtingen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F2ZB6a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

Toelichting

Paper en examen maken 90% van het totaalpunt uit. 10% betreft permanente evaluatie in semester 2, gebaseerd op aanwezigheid en inbreng in de sessies.

De studenten dienen bij het begin van de examenperiode een paper in die het didactisch product bevat dat ze ontwikkelden op basis van de inzichten in de colleges en seminaries, en waarvoor ondersteuning en (experten)feedback is voorzien.

Het schriftelijk examen bestaat uit een analyse van een didactisch PAV-product, waarbij vragen worden gesteld, gerelateerd aan de inzichten uit de colleges. Vóór het examen krijgen de studenten een aantal PAV-producten opgegeven, die ze thuis al kunnen lezen en analyseren; één van die producten maakt dan deel uit van het examen.

De paper geldt voor de helft van de quotering; het examen ook voor de helft. Om een score te kunnen krijgen voor dit OPO is deelname aan beide onderdelen verplicht. D.w.z. dat het onvoldoende is om deel te nemen aan het schriftelijk examen. In dezelfde zittijd moet én de paper worden ingediend, én aan het schriftelijk examen deelgenomen.

Je moet minstens 8/20 halen voor elk van beide onderdelen, om te kunnen slagen voor het geheel. Indien je niet aan deze voorwaarde voldoet, kan je nog max. 7/20 halen voor het OPO in zijn geheel. 

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding. 

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Interdisciplinair onderwijs: iSTEM en natuurwetenschappen (B-KUL-G00C9A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Met ‘iSTEM’ wordt in deze ECTS-fiche bedoeld: interdisciplinaire STEM (ofwel: geïntegreerde STEM). Met ‘NW’ bedoelen we het schoolvak natuurwetenschappen, waarin de inhouden van biologie, chemie en fysica geïntegreerd worden aangeboden.

De student kan

  • de eigenheid, de plaats en de rol van interdisciplinair STEM-onderwijs naast de afzonderlijke STEM-schoolvakken in het Vlaamse secundair onderwijs en de maatschappij toelichten en verantwoorden;
  • leermiddelen en leeractiviteiten kritisch evalueren t.o.v. de basisprincipes van interdisciplinair STEM-onderwijs;
  • coöperatief samenwerken met medestudenten uit andere STEM-vakgebieden:
    • eigen vakinhoudelijke en vakdidactische competenties delen met medestudenten uit andere STEM-vakgebieden;
    • bouwen op de vakinhoudelijke en vakdidactische competenties van medestudenten uit andere STEM-vakgebieden.

Binnen een multidisciplinair STEM-team kan de student

  • een real-world, multidisciplinaire leercontext en uitdaging voor leerlingen exploreren en vormgeven;
  • meetbare, vakspecifieke en vakoverschrijdende STEM-leerdoelen formuleren op het gewenste leerlingenniveau;
  • interdisciplinaire linken tussen leerinhouden uit verschillende STEM-vakgebieden expliciet maken voor zichzelf en voor leerlingen;
  • geschikte interdisciplinaire STEM-leeractiviteiten en -werkvormen selecteren en/of ontwikkelen;
  • een coachende aanpak hanteren door het denken en leren van de leerlingen te activeren, te bemoedigen, te evalueren en bij te sturen met gerichte, op maat gesneden feedback;
  • onverwachte problemen of tegenslagen, inherent aan real-world STEM-activiteiten, omzetten in leerkansen voor zichzelf of voor de leerlingen;
  • doorheen het ontwerp en de implementatie van een iSTEM/NW-lessenpakket zelf de basisprincipes van interdisciplinair STEM-onderwijs (PROBCL, INT, MOD, DBL, IBL, COOP) uitoefenen;
  • kritisch reflecteren op de eigen implementatie (voorbereiding, uitvoering/begeleiding) van een iSTEM/NW-lessenpakket.
    en dit alles met het oog op:
  • de basisprincipes van kwaliteitsvol interdisciplinair STEM-onderwijs:
    • INT: integratie van STEM-leerinhouden
    • MOD: modelleren van STEM-leerinhouden en -linken
    • PROBCL: probleemgecentreerd leren (problem-centered learning)
    • DBL: ontwerpgebaseerd leren (design-based learning)
    • IBL: onderzoeksgebaseerd leren (inquiry-based learning)
    • COOP: coöperatief leren
  • de onderwijsdoelen/eindtermen van de doelgroep;
  • de randvoorwaarden van de stageplaats (ruimte, materialen, diversiteit binnen de klasgroep…);
  • wetenschappelijke en didactische inzichten uit de verschillende STEM-vakgebieden.

 

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen, dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO van minstens één vakdidactiek uit de educatieve master in de wetenschappen en technologie en het OPO van de ingroeistage al verworven te hebben of gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG( G0D31A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z03A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D49A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D32A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z04A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z06A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D33A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z07A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D34A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z08A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D35A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z09A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D36A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D37A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z05A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z10A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z24A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G62A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G83A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G84A ) OF GELIJKTIJDIG( O0H07A ) OF GELIJKTIJDIG( O0H05A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G69A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G68A )) EN (GELIJKTIJDIG( G0Z34A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z35A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D59A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D46A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G64A ))


G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)
O0G62AO0G62A : Vakdidactiek aardrijkskunde
O0G83AO0G83A : Vakdidactiek biologie
O0G84AO0G84A : Vakdidactiek chemie
O0H07AO0H07A : Vakdidactiek fysica
O0H05AO0H05A : Vakdidactiek engineering en technologie
O0G69AO0G69A : Vakdidactiek informatica
O0G68AO0G68A : Vakdidactiek wiskunde
G0Z34AG0Z34A : Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 1
G0Z35AG0Z35A : Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 2
G0D59AG0D59A : Ingroeistage wetenschappen en technologie
G0D46AG0D46A : Ingroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie
O0G64AO0G64A : Ingroeistage wetenschappen en technologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek interdisciplinair STEM-onderwijs (B-KUL-G00C9a)

3 studiepunten : Opdracht 28 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deel 1: Situering iSTEM-onderwijs op basis van onderzoek rond iSTEM-onderwijs:

In enkele sessies worden volgende zaken aangebracht:

  • motivatie voor iSTEM-onderwijs (rol van iSTEM/NW-onderwijs t.a.v. maatschappij, interesse bij leerlingen…);
  • eigenheid en basisprincipes van iSTEM-onderwijs (PROBCL, INT, MOD, DBL, IBL, COOP);
  • plaats van iSTEM-onderwijs in het secundair onderwijs;
  • ontwikkeling van iSTEM-onderwijs;
  • doelstellingen, planning en werkvormen van dit OPO.

 

Deel 2: Ontwikkeling van een iSTEM/NW-lessenpakket in multidisciplinaire teams:

De studenten gaan in team aan de slag om zelf een iSTEM/NW-lessenpakket te ontwikkelen volgens de basisprincipes van iSTEM-onderwijs via volgende leeractiviteiten:

  • koppeling van onderwijsdoelen en leerinhouden uit verschillende STEM-vakgebieden aan maatschappelijk relevante contexten en de leefwereld van leerlingen (~PROBCL en DBL);
  • interdisciplinaire conceptmapping (~INT en MOD);
  • brainstorming en uitwisseling van expertise uit verschillende STEM-vakgebieden (~COOP);
  • uitdenken van interdisciplinaire leeractiviteiten en werkvormen die voldoen aan de basisprincipes van iSTEM-onderwijs (~INT en DBL);
  • integratie van vakinhoudelijke en vakdidactische inzichten uit verschillende STEM-vakgebieden (~IBL);
  • voorbereiding van een lessenreeks (~DBL);
  • voorstelling van het ontwikkelde leermateriaal aan andere teams en uitwisseling van constructieve feedback (~COOP).

Daartoe worden volgende werkvormen gehanteerd:

  • tweewekelijks overleg in multidisciplinair team;
  • het doornemen van de ondersteunende info op het platform ‘CiSTEM2’;
  • coach-teamsessies (overlegmomenten tussen de teamcoach (lid van het docententeam van het OPO) en de teamleden waarin de studenten hun voortgang, teamdynamiek en stand van zaken rapporteren);
  • consulteren van de vakdidactici;
  • peerevaluatie-activiteiten;
  • een posterbeurs/demosessie waarop de studententeams hun ontwikkelde iSTEM/NW-lessenpakket voorstellen aan elkaar, docenten en andere geïnteresseerden.

 

Studenten die vakdidactiek biologie, chemie of fysica opnemen, kunnen een interdisciplinair lessenpakket voor natuurwetenschappen ontwikkelen en dienen daarvoor af te stemmen met hun stageschool.

Studiemateriaal

  • Materiaal en info op Toledo
  • Online platform CiSTEM2
  • Lesvoorbereidingsformulier
  • Vakdidactische literatuur uit de eigen opgenomen vakdidactieken (zelf te verzamelen)
  • Leermiddelen van bestaande educatieve STEM-pakketten (zelf te verzamelen)

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Posterpresentatie - Projectwerk

Dit OLA vindt plaats onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. Binnen het afstandsleren nemen studenten zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze onderzoeksliteratuur en zoeken ze informatie op. De overlegmomenten tussen de teamleden en tussen het team en de teamcoach vinden bij voorkeur fysiek plaats. Tijdens de overlegmomenten van de studententeams is er steeds een hoge mate van interactie en uitwisseling van vakkennis en ideeën tussen de studenten onderling en tijdens de coach-teamsessies tussen de studenten en de teamcoach (lid van het docententeam).

Stage interdisciplinair STEM-onderwijs (B-KUL-G00D0a)

3 studiepunten : Stage 4 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deel 1: Implementatie van een iSTEM/NW-lessenpakket in een klas:

De student implementeert het voorbereide iSTEM/NW-lessenpakket in een klas met leerlingen van de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs. Die implementatie gebeurt via co-teaching met teamgenoten of met inserviceleraren. Tijdens de stage:

  • let de student op de implementatie van de basisprincipes van iSTEM-onderwijs (PROBCL, INT, MOD, DBL, IBL, COOP);
  • treedt de student voornamelijk op als coach van de leerlingen, waarbij zoveel mogelijk kansen om de leerlingen zelf te laten nadenken gecreëerd en aangegrepen worden;
  • zet de student onverwachte problemen of tegenslagen om in leerkansen voor zichzelf of voor de leerlingen;
  • gebruikt de student de eigen vakexpertise;
  • begeeft de student zich buiten de eigen vakexpertise waar nodig, daarbij o.a. steunend op de expertise van co-teachers en leerlingen.

 

Deel 2: Kritische reflectie op de eigen implementatie van het iSTEM/NW-lessenpakket in de klas:

In een kritische reflectie kijkt het studententeam of de student terug op de eigen en co-teaching implementatie van het iSTEM-lessenpakket. Daarin bespreekt het studententeam of de student:

  • waar de uitgevoerde lessen zich bevonden in het spectrum tussen sturing en coaching;
  • de didactische en praktische moeilijkheden en manier van reageren daarop;
  • de ingezette evaluatieactiviteiten, de mate waarin deze de beoogde leerdoelen maten en de mate waarin de leerlingen de beoogde leerdoelen behaalden;
  • de mate waarin de basisprincipes van iSTEM-onderwijs (PROBCL, INT, MOD, DBL, IBL, COOP) geïmplementeerd werden;
  • wat anders of beter had gekund en hoe.

 

Studiemateriaal

  • Materiaal en info op Toledo
  • Online platform 'CiSTEM2'
  • Lesvoorbereidingsformulier en invulling uit ‘Didactiek interdisciplinair STEM-onderwijs’
  • Vakdidactische literatuur uit de eigen opgenomen vakdidactieken (zelf te verzamelen)
  • Leermiddelen van bestaande educatieve STEM-pakketten (zelf te verzamelen)

Toelichting werkvorm

Verslag

Dit OLA bestaat uit de implementatie van een iSTEM/NW-lessenpakket onder de vorm van een lessenreeks (aaneengesloten lesuren op een volledige dag of over enkele weken gespreide lesuren, bij voorkeur in blokken van twee aaneengesloten lesuren) voor leerlingen van een secundaire school. Vanuit de opleiding wordt de stage opgevolgd en geëvalueerd door een stagebegeleider (docent van het OPO). Daarna vindt een reflectie plaats.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Interdisciplinair onderwijs: iSTEM en natuurwetenschappen (B-KUL-G20C9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Ontwerp/Product, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Er wordt een cijfer toegekend per OLA. Het cijfer voor het OPO is het gewogen rekenkundige gemiddelde van deze cijfers (met de gebruikelijke afrondingsregels), maar als minstens een van deze cijfers onvoldoende is, is het cijfer voor het OPO hoogstens 9/20. De student moet dus voor elk van de OLA’s slagen om te slagen voor het OPO.

De score op OLA 1: ‘Didactiek interdisciplinair STEM onderwijs’ telt mee voor 50% van de eindscore en bestaat uit deelscores gebaseerd op:

  • de evaluatie van het ontwikkelde iSTEM/NW-lessenpakket door de teamcoach (docent) t.a.v. de basisprincipes van iSTEM-onderwijs (PROBCL, INT, MOD, DBL, IBL en COOP)
  • peer-evaluatie door teamgenoten van de manier van omgang met feedback, de inbreng van eigen competenties en het vermogen om op de competenties van teamgenoten te steunen
  • deelname aan de peer-evaluatie
  • deelname, medewerking en kwaliteit van presentatie (incl. beantwoorden van vragen) op de postersessie in de examenperiode in Leuven (=examenmoment)

De weging van de deelscores wordt gecommuniceerd via Toledo. Bovendien moet de student voor het behalen van een score op dit OLA voldoen aan volgende voorwaarden:

  • de actieve deelname aan het iSTEM/NW-ontwerpproces in team
  • aanwezigheid en actieve deelname aan elk van de coach-teamsessies tussen team en coach (docent)
  • aanwezigheid op de posterbeurs / demosessie
  • het behalen en opladen van een certificaat informatievaardigheden (zie verder)

Een deelcredit voor het OLA Didactiek Interdisciplinair STEM onderwijs wordt overgedragen over het academiejaar heen.

De score op OLA 2: ‘Stage interdisciplinair STEM onderwijs’ telt mee voor 50% van de eindscore en bestaat uit deelscores gebaseerd op:

  • de mate waarin de basisprincipes van iSTEM-onderwijs (PROBCL, INT, MOD, DBL, IBL en COOP) geïmplementeerd werden tijdens de stage
  • de mate waarin de student een coachende, activerende aanpak hanteert tijdens de stage
  • de manier waarop de student omgaat met onverwachte problemen of moeilijkheden binnen en buiten de eigen vakexpertise
  • peer-evaluatie door teamgenoten van de manier van omgang met feedback, de inbreng van eigen competenties en het vermogen om op de competenties van teamgenoten te steunen
  • deelname aan de peer-evaluatie
  • de reflectie (zie Deel 2 van OLA2 voor de criteria).

De weging van de deelscores wordt gecommuniceerd via Toledo. Bovendien moet de student voor het behalen van een score op dit OLA voldoen aan volgende voorwaarden:

  • het nakomen van afspraken in het kader van de iSTEM/NW-lessenreeks in team
  • aanwezigheid en een actieve rol tijdens de stagemomenten waarin het iSTEM/NW-lessenpakket geïmplementeerd wordt
  • actieve deelname aan de reflectie

De evaluatie van de implementatie/uitvoering van de stage gebeurt door de stagebegeleider (lid van het docententeam van het OPO) en de stagementor (leraar van de stageschool). De reflectie wordt geëvalueerd door de stagebegeleider (lid van het docententeam van het OPO).

De studenten zijn verplicht actief deel te nemen aan het iSTEM-ontwikkelproces, de voorbereidingen van het iSTEM/NW-lessenpakket, de implementatie ervan en reflectie erover. De studenten worden geacht minstens tweewekelijks met hun teamleden te overleggen in het eerste semester en gedurende de eerste weken van het tweede semester. Daartoe worden standaard de in het lesrooster ingeplande verplichte momenten gebruikt of wordt in uitzonderlijke gevallen in overleg met de teamcoach (docent) en alle teamleden een beter geschikt moment gezocht. Wie alsnog niet aanwezig blijkt te kunnen zijn op zo'n contactsessie excuseert zich vóóraf bij de teamcoach (docent) en teamgenoten en dient deze afwezigheid te wettigen.

Ongewettigde afwezigheid op geplande coach-teamsessies, demomomenten, stagemomenten en evaluatiesessies en gewettigde afwezigheid op deze momenten zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de stagebegeleider en teamleden leiden beiden tot een 'NA' (niet afgelegd) voor het OPO.
 
Door het niet uitvoeren van één of meer opdrachten of door ongewettigde of gewettigde niet-vooraf aangekondigde afwezigheid op de verplichte contactsessies voldoet de student niet aan de voorwaarden om te slagen voor dit OPO en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om deel te nemen aan de leeractiviteiten, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangopdracht.

Een noodzakelijke voorwaarde om te slagen voor dit opleidingsonderdeel is het opladen in Toledo van een certificaat ‘Informatievaardigheden’. Dit certificaat kan behaald worden via de facultaire Toledo-community “Wetenschappelijke integriteit aan de Faculteit Wetenschappen”. Het behalen en opladen van het certificaat Informatievaardigheden wordt via ‘geslaagd/niet-geslaagd’ beoordeeld. Een student die een ‘niet-geslaagd’ krijgt voor het certificaat, krijgt een ‘niet-geslaagd’ voor het volledige opleidingsonderdeel. Concreet betekent dit dat wie het certificaat niet behaalt en/of niet oplaadt, niet kan slagen voor het opleidingsonderdeel.
 

Dit OPO kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Voor herkansing van het OLA Didactiek Interdisciplinair STEM Onderwijs dient de student een alternatieve opdracht uit te voeren die in de lijn ligt met de opdracht in de eerste examenkans. Aangezien het meewerken in een multidisciplinair STEM-team (delen van eigen ideeën en competenties en voortbouwen op de competenties van teamgenoten) één van de kerndoelen van dit OLA is, zal de score van de peer-evaluatie bij de eerste examenkans meegenomen worden in de eindbeoordeling bij herkansing. Gezien er bij herkansing geen posterbeurs georganiseerd kan worden, stelt het didactisch team een alternatieve opdracht voor.

Voor het OLA Stage Interdisciplinair STEM Onderwijs is het niet zomaar mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat de kritische evaluatie van de eigen implementatie, en dit na afspraak met de titularis.

ECTS Doorgroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D40A)

9 studiepunten Nederlands 60 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
De Cock Mieke (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student

  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactieken en bijbehorende disciplines en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactieken in de context van een secundaire school, hogeschool of andere educatieve context.
  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactieken en bijbehorende disciplines en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren van activiteiten die het groepsniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover; 
  • kan  leer-  en  onderwijsprocessen  voor  deze  vakken  kritisch  en  gericht  observeren  in  de  context  van  een  secundaire  school;
  • kan  zelfstandig  leer-  en  onderwijsprocessen  voor  deze  vakken  ontwerpen  en  realiseren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • gaat actief op zoek naar innovaties in zijn eigen onderwijspraktijk of in het brede onderwijsveld;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, zijn beide vakdidactieken, en de ingroeistage al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( G0D38A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z34A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z35A )


G0D38AG0D38A : Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie
G0Z34AG0Z34A : Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 1
G0Z35AG0Z35A : Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage vakdidactiek 1 (B-KUL-G0D40a)

4.5 studiepunten : Stage 30 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs, en eventueel in het hoger onderwijs of in een andere educatieve context. De verdeling van de stage tussen secundair onderwijs, hoger onderwijs of stage in de andere educatieve context is vastgelegd volgens de verdeling die op Toledo wordt toegelicht. De student kan er voor kiezen om alleen stage te lopen in het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 2 lessen;
  • voorbereiden en zelfstandig geven van 10 lessen met elk een duur van 50min, of het equivalent ervan.

Minstens 1 van de stagelessen wordt bijgewoond door de stagebegeleider.

In de loop van de stage wordt een terugkomsessie voorzien.

De student voert een aantal vakspecifieke taken uit die gerelateerd zijn aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen.  Daarnaast kiest hij voor minstens een vakspecifieke meso-activiteit, zoals het bijwonen van een vakwerkgroepvergadering, het begeleiden van een project onderzoekscompetentie, het uitwerken van een excursie of het vergelijken van leerboekmethodes, en voert hij minstens een schoolbrede meso-activiteit uit zoals het bijwonen van een pedagogische studiedag, klassenraad, oudercontact, …

De student houdt een dossier- en groeiportfolio bij waarin alle documenten in verband met de stage verzameld worden en waarin hij evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding doorgroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo.
Alle documenten die voor de doorgroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, hogeschool of andere educatieve context, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien.

Doorgroeistage vakdidactiek 2 (B-KUL-G0D41a)

4.5 studiepunten : Stage 30 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs, en eventueel in het hoger onderwijs of in een andere educatieve context. De verdeling van de stage tussen secundair onderwijs, hoger onderwijs of stage in de andere educatieve context is vastgelegd volgens de verdeling die op Toledo wordt toegelicht. De student kan er voor kiezen om alleen stage te lopen in het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 2 lessen;
  • voorbereiden en zelfstandig geven van 10 lessen met elk een duur van 50min, of het equivalent ervan.

Minstens 1 van de stagelessen wordt bijgewoond door de stagebegeleider.

In de loop van de stage wordt een terugkomsessie voorzien.

De student voert een aantal vakspecifieke taken uit die gerelateerd zijn aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen.  Daarnaast kiest hij voor minstens een vakspecifieke meso-activiteit, zoals het bijwonen van een vakwerkgroepvergadering, het begeleiden van een project onderzoekscompetentie, het uitwerken van een excursie of het vergelijken van leerboekmethodes, en voert hij minstens een schoolbrede meso-activiteit uit zoals het bijwonen van een pedagogische studiedag, klassenraad, oudercontact, …

De student houdt een dossier- en groeiportfolio bij waarin alle documenten in verband met de stage verzameld worden en waarin hij evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar..

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding doorgroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo.
Alle documenten die voor de doorgroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, hogeschool of andere educatieve context, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen.
Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie (B-KUL-G2D40a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een dossierportfolio per vakdidactiek waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan zijn doorgroeistage;
  • een groeiportfolio waarin de student evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar en dit staaft via elementen uit het dossierportfolio;
  • de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleiders;
  • het eindgesprek met de stagebegeleiders/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de
eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen
(vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularissen van de betrokken vakdidactiek. Er wordt een cijfer
toegekend per OLA. Het cijfer voor het OPO is het gewogen rekenkundige gemiddelde van deze cijfers (met de
gebruikelijke afrondingsregels), maar als minstens een van deze cijfers onvoldoende is, is het cijfer voor het OPO
hoogstens 9/20. De student moet dus voor elk van de OLA’s slagen om te slagen voor het OPO.

Deelcredits voor het OLA Doorgroeistage vakdidactiek 1 en voor het OLA Doorgroeistage vakdidactiek 2 worden
overgedragen over het academiejaar heen.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Ingroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D46A)

6 studiepunten Nederlands 20 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Martens Bern (coördinator) |  N.

Doelstellingen

De student:

  • kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactiek in de context van een secundaire school, bij het observeren van schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover;
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kan in team met de vakmentor leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en begeleiden in de context van een secundaire school;
  • kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren in de context van een secundaire school;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • kan gericht op zoek gaan naar een passende vakspecifieke nascholing en kan op basis hiervan zijn vakinhoudelijke en/of vakdidactische kennis en inzichten verder ontwikkelen;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en hun vakdidactiek al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(G0D31A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z03A) OF GELIJKTIJDIG(G0D32A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z06A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z04A) OF GELIJKTIJDIG(G0D33A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z07A) OF GELIJKTIJDIG(G0D34A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z08A) OF GELIJKTIJDIG(G0D35A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z09A) OF GELIJKTIJDIG(G0D36A) OF GELIJKTIJDIG(G0D37A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z10A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z05A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z24A) OF GELIJKTIJDIG(G0D49A)


G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ingroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D46a)

6 studiepunten : Stage 20 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

De stage gebeurt zowel in de tweede als in de derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 8 lessen;
  • participeren aan het geven van 2 lessen;
  • onder begeleiding van de vakmentor voorbereiden en zelfstandig geven van 10 lessen.

Minstens één van de stagelessen wordt bijgewoond door de stagebegeleider.
In de loop van de stage wordt een terugkomsessie voorzien.
Daarnaast voert de student twee vakspecifieke of twee schoolbrede meso-activiteiten uit.
De student houdt een dossierportfolio bij waarin hij alle documenten in verband met de stage bijhoudt.
Hij maakt ook een groeiportfolio.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding ingroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo.
Alle documenten die voor de ingroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Daarnaast is de student ook aanwezig op een eindgesprek met de stagebegeleider.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie (B-KUL-G2D46a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO Ingroeistage 1 vakdidactiek wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een dossierportfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan zijn ingroeistage;
  • een groeiportfolio waarin de studentt evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar en dit staaft via elementen uit het dossierportfolio;
  • de verslagen door en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleiders.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen (vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularissen van de betrokken vakdidactiek.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Doorgroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D47A)

9 studiepunten Nederlands 60 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Martens Bern (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student:

  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactiek in de context van een secundaire school, hogeschool of andere educatieve context.
  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren van activiteiten die het groepsniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover; 
  • kan  leer-  en  onderwijsprocessen  voor  deze  vakken  kritisch  en  gericht  observeren  in  de  context  van  een  secundaire  school;
  • kan  zelfstandig  leer-  en  onderwijsprocessen  voor  deze  vakken  ontwerpen  en  realiseren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • gaat actief op zoek naar innovaties in zijn eigen onderwijspraktijk of in het brede onderwijsveld;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, zijn vakdidactiek, en de ingroeistage al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( G0D46A )


G0D46AG0D46A : Ingroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D47a)

9 studiepunten : Stage 60 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs, en eventueel in het hoger onderwijs of in een andere educatieve context. De verdeling van de stage tussen secundair onderwijs, hoger onderwijs of stage in de andere educatieve context is vastgelegd volgens de verdeling die op Toledo wordt toegelicht. De student kan er voor kiezen om alleen stage te lopen in het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 4 lessen;
  • voorbereiden en zelfstandig geven van 24 lessen met elk een duur van 50 min, of het equivalent ervan.

Minstens 2 van de stagelessen worden bijgewoond door de stagebegeleider.

In de loop van de stage wordt minstens een terugkomsessie voorzien.

De student voert een aantal vakspecifieke taken uit die gerelateerd zijn aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen.  Daarnaast kiest hij voor minstens een vakspecifieke meso-activiteit zoals het bijwonen van een vakwerkgroepvergadering, het begeleiden van een project onderzoekscompetentie, het uitwerken van een excursie of het vergelijken van leerboekmethodes, en voert hij minstens een schoolbrede meso-activiteiten uit zoals het bijwonen van een pedagogische studiedag, klassenraad, oudercontact, …

De student houdt een dossier- en groeiportfolio bij waarin alle documenten in verband met de stage verzameld worden en waarin hij evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar..

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding doorgroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo.
Alle documenten die voor de doorgroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, hogeschool of andere educatieve context, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen.
Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider.
Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage 1 vakdidactiek wetenschappen en technologie (B-KUL-G2D47a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO Doorgroeistage 1 vakdidactiek wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een dossierportfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan zijn doorgroeistage;
  • een groeiportfolio waarin de student evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de
  • leraar en dit staaft via elementen uit het dossierportfolio;
  • de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleiders;
  • het eindgesprek met de stagebegeleiders/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de
eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen
(vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularissen van de betrokken vakdidactiek.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen.
Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D59A)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Crauwels Marion (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Martens Bern |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student:

  • kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactiek in de context van een secundaire school, bij het observeren van schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover;
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kan in team met de vakmentor leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en begeleiden in de context van een secundaire school;
  • kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren in de context van een secundaire school;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • kan gericht op zoek gaan naar een passende vakspecifieke nascholing en kan op basis hiervan zijn vakinhoudelijke en/of vakdidactische kennis en inzichten verder ontwikkelen;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en hun vakdidactiek al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(G0D31A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z03A) OF GELIJKTIJDIG(G0D32A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z06A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z04A) OF GELIJKTIJDIG(G0D33A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z07A) OF GELIJKTIJDIG(G0D34A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z08A) OF GELIJKTIJDIG(G0D35A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z09A) OF GELIJKTIJDIG(G0D36A) OF GELIJKTIJDIG(G0D37A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z10A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z05A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z24A) OF GELIJKTIJDIG(G0D49A)


G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D59a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt zowel in de tweede als in de derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 4 lessen;
  • participeren aan het geven van 2 lessen;
  • onder begeleiding van de vakmentor voorbereiden en zelfstandig geven van 6 lessen.

Minstens één van de stagelessen wordt bijgewoond door de stagebegeleider.

In de loop van de stage wordt een terugkomsessie voorzien.

Daarnaast voert de student één vakspecifieke of één schoolbrede meso-activiteit uit.

De student houdt een dossierportfolio bij waarin hij alle documenten in verband met de stage bijhoudt.

Hij maakt ook een groeiportfolio.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding ingroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo. 
Alle documenten die voor de ingroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Daarnaast is de student ook aanwezig op een eindgesprek met de stagebegeleider.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-G2D59a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een dossierportfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan zijn ingroeistage;
  • een groeiportfolio waarin de student evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar en dit staaft via elementen uit het dossierportfolio;
  • de verslagen door en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleiders.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen (vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularissen van de betrokken vakdidactiek.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Doorgroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D60A)

6 studiepunten Nederlands 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Crauwels Marion (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student:

  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactiek in de context van een secundaire school, hogeschool of andere educatieve context.
  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren van activiteiten die het groepsniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover; 
  • kan  leer-  en  onderwijsprocessen  voor  deze  vakken  kritisch  en  gericht  observeren  in  de  context  van  een  secundaire  school;
  • kan  zelfstandig  leer-  en  onderwijsprocessen  voor  deze  vakken  ontwerpen  en  realiseren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • gaat actief op zoek naar innovaties in zijn eigen onderwijspraktijk of in het brede onderwijsveld;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, hun vakdidactiek, en de ingroeistage al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( G0D59A )


G0D59AG0D59A : Ingroeistage wetenschappen en technologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D60a)

6 studiepunten : Stage 30 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs, en eventueel in het hoger onderwijs of in een andere educatieve context. De verdeling van de stage tussen secundair onderwijs, hoger onderwijs of stage in de andere educatieve context is vastgelegd volgens de verdeling die op Toledo wordt toegelicht. De student kan er voor kiezen om alleen stage te lopen in het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 2 lessen;
  • voorbereiden en zelfstandig geven van 14 lessen met elk een duur van 50 min, of het equivalent ervan.

Minstens 2 van de stagelessen worden bijgewoond door de stagebegeleider.

In de loop van de stage wordt minstens een terugkomsessie voorzien.

De student voert een aantal vakspecifieke taken uit die gerelateerd zijn aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen.  Daarnaast kiest hij voor minstens een vakspecifieke meso-activiteit, zoals het bijwonen van een vakwerkgroepvergadering, het begeleiden van een project onderzoekscompetentie, het uitwerken van een excursie of het vergelijken van leerboekmethodes, en voert hij minstens een schoolbrede meso-activiteit uit zoals het bijwonen van een pedagogische studiedag, klassenraad, oudercontact, …

De student houdt een dossier- en groeiportfolio bij waarin alle documenten in verband met de stage verzameld worden en waarin hij evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding doorgroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo.

Alle documenten die voor de doorgroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, hogeschool of andere educatieve context, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-G2D60a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een dossierportfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan zijn doorgroeistage;
  • een groeiportfolio waarin de student evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de
  • leraar en dit staaft via elementen uit het dossierportfolio;
  • de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleiders;
  • het eindgesprek met de stagebegeleiders/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de
eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen
(vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularissen van de betrokken vakdidactiek.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 1 (B-KUL-G0Z34A)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
De Cock Mieke (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student

- kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactiek in de context van een secundaire school, bij het observeren van schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover;
- kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
- stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
- kan in team met de vakmentor leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en begeleiden in de context van een secundaire school;
- kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren in de context van een secundaire school;
- kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
- heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
- kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
- kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
- kan gericht op zoek gaan naar een passende vakspecifieke nascholing en kan op basis hiervan zijn vakinhoudelijke en/of vakdidactische kennis en inzichten verder ontwikkelen;
- kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel sluit aan bij de vakdidactiek die de student opneemt in het Vakdidactisch luik. Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en deze vakdidactiek al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( G0D31A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z03A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D32A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z04A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z06A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D49A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D33A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z07A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D34A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z08A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D35A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z09A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D36A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D37A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z05A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z10A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z24A )


G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ingroeistage vakdidactiek 1 (B-KUL-G0D38a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 4 lessen;
  • participeren aan het geven van 2 lessen;
  • onder begeleiding van de vakmentor voorbereiden en zelfstandig geven van 6 lessen.

Minstens één van de stagelessen wordt bijgewoond door de stagebegeleider.

In de loop van de stage wordt een terugkomsessie voorzien.

Daarnaast voert de student één vakspecifieke of één schoolbrede meso-activiteit uit.

De student houdt een dossierportfolio bij waarin hij alle documenten in verband met de stage bijhoudt.

Hij maakt ook een groeiportfolio.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding ingroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo.
Alle documenten die voor de ingroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Daarnaast is de student ook aanwezig op een eindgesprek met de stagebegeleider.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 1 (B-KUL-G2Z34a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:
- een dossierportfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan zijn ingroeistage;
- een groeiportfolio waarin de student evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar en dit staaft via elementen uit het dossierportfolio;
- de verslagen door en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
- de stagebezoeken door de stagebegeleiders.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen (vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularissen van de betrokken vakdidactiek.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 2 (B-KUL-G0Z35A)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
De Cock Mieke (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student
- kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactiek in de context van een secundaire school, bij het observeren van schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover;
- kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
- stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
- kan in team met de vakmentor leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en begeleiden in de context van een secundaire school;
- kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren in de context van een secundaire school;
- kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
- heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
- kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
- kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
- kan gericht op zoek gaan naar een passende vakspecifieke nascholing en kan op basis hiervan zijn vakinhoudelijke en/of vakdidactische kennis en inzichten verder ontwikkelen;
- kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel sluit aan bij de vakdidactiek die de student opneemt in Optie 1 van het Keuzegedeelte uit het Verbredend/verdiepend luik. Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en deze vakdidactiek al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( G0D31A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z03A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D32A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z04A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z06A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D49A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D33A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z07A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D34A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z08A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D35A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z09A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D36A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D37A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z05A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z10A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z24A )


G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ingroeistage vakdidactiek 2 (B-KUL-G0D39a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 4 lessen;
  • participeren aan het geven van 2 lessen;
  • onder begeleiding van de vakmentor voorbereiden en zelfstandig geven van 6 lessen.

 

Minstens één van de stagelessen wordt bijgewoond door de stagebegeleider.

In de loop van de stage wordt een terugkomsessie voorzien.

Daarnaast voert de student één vakspecifieke of één schoolbrede meso-activiteit uit.

De student houdt een dossierportfolio bij waarin hij alle documenten in verband met de stage bijhoudt.

Hij maakt ook een groeiportfolio.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Ook het traject werkplekleren kent hierop een aantal afwijkingen. Die worden verduidelijkt in documenten die de student, die in dit traject stapt, per mail ontvangt.

Studiemateriaal

Handleiding ingroeistage, formulieren en sjablonen op Toledo.
Alle documenten die voor de ingroeistage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school, waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Daarnaast is de student ook aanwezig op een eindgesprek met de stagebegeleider.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage 2 vakdidactieken wetenschappen en technologie, vakdidactiek 2 (B-KUL-G2Z35a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:
- een dossierportfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan zijn ingroeistage;
- een groeiportfolio waarin de student evalueert waar hij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar en dit staaft via elementen uit het dossierportfolio;
- de verslagen door en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
- de stagebezoeken door de stagebegeleiders.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen (vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularissen van de betrokken vakdidactiek.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Goeman Katie (coördinator) |  Goeman Katie

Doelstellingen

De student

  • toont interesse voor actuele ontwikkelingen en vernieuwingen in het domein van media en leren;
  • kent in detail de terminologie, modellen en denkkaders met betrekking tot:
    • online en blended leeromgevingen;
    • media en ICT-integratie;
    • onderwijstechnologie en -effectiviteit;
    • multimedia leren;
    • onderwijsvernieuwing.
  • is zich bewust van de diversiteit aan omschrijvingen en perspectieven in de wetenschappelijke en praktijkgerichte literatuur;
  • is in staat om een blauwdruk voor een blended leeromgeving uit te werken op basis van een ontwerpmodel;
  • heeft een kritisch-geïnformeerde opinie over het veranderingsproces, de potentiële voordelen, problemen en struikelblokken bij de implementatie van media/technologie in leeromgevingen.

Begintermen

De student heeft kennis en begrip van onderzoeksmethoden en analysetechnieken (gemiddeld niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief).
De student is in staat om wetenschappelijk onderzoek te concipiëren, te begrijpen en te evalueren. Een degelijke kennis van het Engels is aanbevolen (academische voertaal van de artikels en het overige bronnenmateriaal) .

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Centraal in dit opleidingsonderdeel staan theoretische en praktische vraagstukken omtrent digitale media voor onderwijs en leren. Het OPO belicht enerzijds de rol en het gebruik van media om onderwijs- en leeractiviteiten te ondersteunen en te optimaliseren. Anderzijds gaat het OPO dieper in op de dynamiek en problematiek van innovatie, in relatie tot de inbedding van digitale media voor onderwijs- en leerdoeleinden. De theoretische inzichten worden aan de praktijk gekoppeld door middel van actuele vraagstukken, participatie aan bestaand (ontwerp)onderzoek en/of cases uit het onderwijsonderzoek.

Algemeen

  • Kernbegrippen, hoofdstromingen en modellen m.b.t. onderwijsontwerp, effectieve leeromgevingen, media en onderwijsinnovatie
  • Onderzoek en praktijk: wetenschappelijke studies en cases m.b.t. media
  • Actueel vraagstuk, gericht op een specifieke innovatieve onderwijsmethode(n), mediatoepassing(en) en/of beleidsacties

In detail

1. Basisinzichten media en leren

  • De rol van media in een onderwijs-leeromgeving
  • Multimedia en effectiviteit van leren

2. Onderwijsinnovatie en technologie-integratie

  • Competenties van leerkrachten
  • Condities voor onderwijsvernieuwing en integratie van technnologie

3. Blended leren en onderwijzen

  • Begripsomschrijving
  • Classificatie, ontwerp en ontwikkeling
  • Blended onderwijsmodellen

4. Capita selecta uit het onderwijsonderzoek m.b.t. media en leren

  • Stand van zaken             
  • Systematische review (synchroon online onderwijs)
  • Actie-onderzoek (de geflipte klas)
  • Eye-tracking (games)
  • Learning analytics (online cursusontwerp)

Studiemateriaal

Selectie van artikels en boekhoofdstukken, presentatieslides, kennis- en videoclips (alles beschikbaar via Toledo).

Toelichting onderwijstaal

Webcolleges in het Nederlands, bronnenmateriaal (artikels, video/audio) vaak in het Engels.

Toelichting werkvorm

Flipped classroom

Didactiek in lijn met de principes van de online geflipte klas.

a) Voorbereidende leeractiviteiten gefocust op kennis en begrip van theorie, op basis van zelfstandige verwerking van multimedia en teksten

b) Online synchroon multicampus-onderwijs (webcolleges), met volgende structuur tijdens het semester:

  • 3 uur inleidend webcollege;
  • 4 x 4 uur webcolleges bestaande uit 1 uur vragenuurtje ivm voorbereiding + 2 uur individuele/groepsgerichte leeractiviteiten + 1 uur vragenuurtje ivm verwerking;
  • 3 uur uitleidend webcollege.

c) Nadruk op actief en samenwerkend leren tijdens webcolleges: toepassingen, individueel en in groep

d) Interactie met docent en vragen tijdens webcolleges, via het discussieforum en/of virtuele spreekuren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Media, innovatie en leren (B-KUL-H75639)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Praktisch

Het betreft een Bring Your Own Device examen (laptop + safe exam browser). Alle informatie hieromtrent is beschikbaar via het leerplatform (Toledo).

Evaluatiekenmerken

Combinatie van 5 meerkeuzevragen (/5), 2 halfopen vragen (/10) en 1 essayvraag (/5)

Bepaling eindresultaat

Eenvoudige optelsom van de verschillende onderdelen van het examen

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.

ECTS Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L09P0A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Identieke opleidingsonderdelen

L09P1A: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2)
L09N5A: Positief gedragsmanagement voor leraren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L09P0a)

3 studiepunten : College 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Studiemateriaal

Handboek: Applied Behavior Analysis for Teachers (10th edition, 2022) (Alberto, P.A., Troutman, A.C., Axe, J.)
Wetenschappelijke en praktijkgerichte papers

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren - Webinar

Dit vak wordt volledig online aangeboden en wordt modulair opgebouwd. Er zullen 7 modules aangeboden worden die de student zelfstandig kan doorlopen. Er wordt geen timing/deadline gehanteerd waarbinnen bepaalde modules moeten afgelegd worden. Per module wordt het volgende aangeboden:

  • Een webinar die de focus van de module behandeld
  • Een quiz die de kennis van het webinar toetst
  • Studiemateriaal in de vorm van hoofdstukken uit het handboek en papers
  • Een quiz die kennis van de module toetst
  • In sommige modules wordt bijkomend een opdracht gemaakt.

Bij de laatste module wordt tevens een cumulatieve quiz gemaakt die kennis van het volledige OPO toetst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L29P0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Dit OPO zal uit 7 online modules bestaan. Bij elke module hoort een webinar, een quiz gekoppeld aan het webinar (5 vragen), een kennisquiz die de kennis binnen deze module toetst (10 vragen), en in sommige modules een opdracht (pass/fail).

  • Alle quizzen bestaan uit multiple choice zonder GIS-correctie. Per module kunnen er 30-40 punten gescoord worden. De quizzen bij elke module kunnen meerdere keren afgelegd worden.
  • De modules waarin een opdracht moet gemaakt worden wordt gescoord met pass/fail. Studenten met een fail mogen de opdracht hernemen.
  • Bij de laatste module wordt er een cumulatieve quiz gemaakt die de leerstof van het volledige OPO covert. Bij deze kunnen 80 punten gescoord worden. Deze quiz kan slechts 1x afgelegd worden.  
  • De totaalscore over alle modules wordt herleid naar een punt op 20.

Toelichting bij herkansen

Dezelfde examenmodaliteit

ECTS Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L09P1A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Identieke opleidingsonderdelen

L09P0A: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1)
L09N5A: Positief gedragsmanagement voor leraren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L09P1a)

3 studiepunten : College 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Studiemateriaal

Handboek: Applied Behavior Analysis for Teachers (10th edition, 2022) (Alberto, P.A., Troutman, A.C., Axe, J.)
Wetenschappelijke en praktijkgerichte papers

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren - Webinar

Dit vak wordt volledig online aangeboden en wordt modulair opgebouwd. Er zullen 7 modules aangeboden worden die de student zelfstandig kan doorlopen. Er wordt geen timing/deadline gehanteerd waarbinnen bepaalde modules moeten afgelegd worden. Per module wordt het volgende aangeboden:

  • Een webinar die de focus van de module behandeld
  • Een quiz die de kennis van het webinar toetst
  • Studiemateriaal in de vorm van hoofdstukken uit het handboek en papers
  • Een quiz die kennis van de module toetst
  • In sommige modules wordt bijkomend een opdracht gemaakt.

Bij de laatste module wordt tevens een cumulatieve quiz gemaakt die kennis van het volledige OPO toetst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L29P1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Dit OPO zal uit 7 online modules bestaan. Bij elke module hoort een webinar, een quiz gekoppeld aan het webinar (5 vragen), een kennisquiz die de kennis binnen deze module toetst (10 vragen), en in sommige modules een opdracht (pass/fail).

  • Alle quizzen bestaan uit multiple choice zonder GIS-correctie. Per module kunnen er 30-40 punten gescoord worden. De quizzen bij elke module kunnen meerdere keren afgelegd worden.
  • De modules waarin een opdracht moet gemaakt worden wordt gescoord met pass/fail. Studenten met een fail mogen de opdracht hernemen.
  • Bij de laatste module wordt er een cumulatieve quiz gemaakt die de leerstof van het volledige OPO covert. Bij deze kunnen 80 punten gescoord worden. Deze quiz kan slechts 1x afgelegd worden.  
  • De totaalscore over alle modules wordt herleid naar een punt op 20.

Toelichting bij herkansen

Dezelfde examenmodaliteit

ECTS Inleiding in kunsteducatie (B-KUL-O0E90A)

6 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding in kunsteducatie (B-KUL-O0E90a)

6 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding in kunsteducatie (B-KUL-O2E90a)

ECTS Lesgeven aan volwassenen (B-KUL-O0F95A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat.

Onderwijsleeractiviteiten

Lesgeven aan volwassenen (B-KUL-O0F95a)

3 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lesgeven aan volwassenen (B-KUL-O2F95a)

Toelichting

 

ECTS Zorgbreed en veerkrachtig onderwijs - input (B-KUL-O0G33A)

4 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

 

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat.

Onderwijsleeractiviteiten

Zorgbreed en veerkrachtig onderwijs - input (B-KUL-O0G33a)

4 studiepunten 0 Eerste semesterEerste semester
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Zorgbreed en veerkrachtig onderwijs - input (B-KUL-O2G33a)

Toelichting

 

ECTS Verbindend samenwerken met ouders en het ruimere netwerk (B-KUL-O0G34A)

4 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

 

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat.

Onderwijsleeractiviteiten

Verbindend samenwerken met ouders en het ruimere netwerk (B-KUL-O0G34a)

4 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Verbindend samenwerken met ouders en het ruimere netwerk (B-KUL-O2G34a)

Toelichting

 

ECTS Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40A)

3 ECTS English 18 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract Cannot be taken as part of a credit contract
N.

Aims

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat.

De student richt zich tot studentenadministratie.vorselaar@thomasmore.be om zich in te schrijven voor dit OPO in Vorselaar.

 

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40a)

3 ECTS 18 Second termSecond term
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O2G40a)

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O0G41A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G43A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-O0G41a)

2 studiepunten : Bachelorproef 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

* Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

* Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

* Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-O0G42a)

1 studiepunten 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O2G41a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O0G43A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G41A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-O0G43a)

2 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-O0G44a)

1 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O2G43a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45A)

3 studiepunten Nederlands 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’  gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G46A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O2G45a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht
  • actieve deelname aan de intervisie

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46A)

3 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

 

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G45A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O2G46a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten,
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht,
  • actieve deelname aan de intervisie.

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-O0G51A)

9 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor creditcontract

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )) EN GELIJKTIJDIG( F0ZB6A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
F0ZB6AF0ZB6A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-O0G51a)

9 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-O2G51a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Vakdidactiek aardrijkskunde (B-KUL-O0G62A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student 

  • heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek aardrijkskunde en kan deze doordacht inzetten in de praktijk; 
  • kan de plaats van de vakken gekoppeld aan vakdidactiek aardrijkskunde in het onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen en maatschappelijke verwachtingen; 
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelstellingen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen selecteren en inzetten, en het leerproces structureren; 
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren, zowel in de klas als op terrein; 
  • kan vakspecifieke misconcepties bij leerlingen identificeren en strategieën opzetten om deze bij te sturen; 
  • kan geschikte evaluatievormen voor deze vakken selecteren en op diverse manieren inzetten; 
  • kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en deze bijsturen waar nodig; 
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen. 
  • kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied aardrijkskunde integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied aardrijkskunde.   

Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied aardrijkskunde opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen.

Begintermen

Dit OPO kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten geografie/geologie georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven. 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek aardrijkskunde (B-KUL-O0G62a)

6 studiepunten : College 32 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Deel 1: Plaats van aardrijkskunde in het secundair onderwijs (meso- en macroniveau)

  • Wat is aardrijkskunde?
  • Evolutie van het vak aardrijkskunde
  • Wat is vakdidactiek aardrijkskunde?
  • Misconcepties in aardrijkskunde
  • Basiscompetenties voor een leraar
  • Aardrijkskunde en toerisme en het Vlaamse curriculum: Europese sleutelcompetenties, eindtermen, curriculumdossiers, leerplannen, leerlijnen, pedagogisch project, …

 Deel 2: Een les aardrijkskunde/toerisme opbouwen (microniveau)

  • Leermiddelen
  • Werkvormen
  • Lesvoorbereiding (doelstellingen, didactische principes, didactisch model, krachtige leeromgeving, …)
  • Microteaching
  • Evaluaties
  • Geo-ICT
  • Excursies

 Deel 3: Vakdidactiek aardrijkskunde in een ruimer onderwijskader

  • Diversiteit
  • Vakoverschrijdend werken
  • Onderzoekend leren
  • Groeien als leraar

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden vanuit vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend waar relevant.

Studiemateriaal

Handboek: Vakdidactiek aardrijkskunde: Leraar worden en zijn’ (An Steegen, Red) herwerkte versie 2023 – Uitgeverij Pelckmans Pro.
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten)

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek aardrijkskunde (B-KUL-O2G62a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% aanwezigheidsplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van deze taken voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en zal dan ook gequoteerd worden als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheden dient de student te overleggen met de titularis, en zal er naar een vervangmoment of een vervangtaak gezocht worden.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/2 examen, 1/2 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken. 

ECTS Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-O0G64A)

3 studiepunten Nederlands 6 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Durinck Guy (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Lavrijsen Jeroen |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student kan

  • de leer- en onderwijsprocessen voor de vakken gekoppeld aan de gekozen vakdidactiek(en) kritisch en gericht actief observeren in de context van een secundaire school;
  • de wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek(en) en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren van en reflecteren over die leer- en onderwijsprocessen;
  • zich constructief, flexibel en open opstellen en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kritisch naar onderwijs kijken vanuit het standpunt van de vakleraar en kan de eigen visie op de rol van vakleraar verwoorden;
  • kritisch naar onderwijs kijken vanuit het standpunt van de leerlingen en kan reflecteren over de manier waarop leerlingen onderwijs ervaren;
  • schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel sluit aan bij de vakdidactiek(en) Wetenschappen en Technologie.   Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en (minstens één van) de gekozen vakdidactiek(en) Wetenschappen en Technologie al verworven te hebben of dient de student die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G62A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G83A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G84A ) OF GELIJKTIJDIG( O0H07A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G69A ) OF GELIJKTIJDIG( O0H05A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G68A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D31A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z03A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D32A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z06A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z04A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D33A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z07A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D34A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z08A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D35A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z09A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D36A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D37A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z10A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z05A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z24A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D49A )


O0G62AO0G62A : Vakdidactiek aardrijkskunde
O0G83AO0G83A : Vakdidactiek biologie
O0G84AO0G84A : Vakdidactiek chemie
O0H07AO0H07A : Vakdidactiek fysica
O0G69AO0G69A : Vakdidactiek informatica
O0H05AO0H05A : Vakdidactiek engineering en technologie
O0G68AO0G68A : Vakdidactiek wiskunde
G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-O0G64a)

3 studiepunten : Stage 6 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt zowel in de tweede als in de derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de gekozen vakdidactiek(en):

  • kennismaking met de vakmentor en stagebegeleider;
  • observatie van minstens 14 lessen;
  • schoolbrede mesotaken.

In de loop van de stage worden ook contactmomenten voorzien waaraan de student verplicht deelneemt.

De student houdt een portfolio bij waarin alle documenten in verband met de stage worden bijgehouden. De student maakt ook een groeiportfolio.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. 

Voor verdere informatie (o.a. per vakdidactiek) verwijzen we naar Toledo.

Studiemateriaal

Documenten bij ingroeistage, formulieren en sjablonen in MyPortfolio.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er worden tevens enkele contactmomenten voorzien waaraan de student verplicht deelneemt.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-O2G64a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:
- een portfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan de ingroeistage;
- de verslagen door en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de contactmomenten in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleider en de titularis(sen) van de betrokken vakdidactiek(en).

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis(sen) van de betrokken vakdidactiek(en).

ECTS Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 2 (B-KUL-O0G65A)

6 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Crauwels Marion (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Lavrijsen Jeroen |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis.

De student·

  • kan - in functie van de eigen professionele groei - leer- en onderwijsprocessen voor vakken gekoppeld aan de betrokken vakdidactiek kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren;
  • kan functioneel en correct communiceren, beheerst de vakspecifieke terminologie en kan leerlingen op beide vlakken ondersteunen;
  • kan zelfstandig evaluatieactiviteiten ontwerpen, implementeren en interpreteren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan een innovatieve aanpak ontwerpen en implementeren in de eigen onderwijspraktijk of in het brede onderwijsveld;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar;
  • kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, de betrokken vakdidactiek, en de ingroeistage al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G64A )


O0G64AO0G64A : Ingroeistage wetenschappen en technologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 2 (B-KUL-O0G65a)

6 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observeert minstens 3 lessen;
  • bereidt 16 lessen met elk een duur van 50 min, of het equivalent ervan, voor en geeft die lessen zelfstandig;
  • neemt actief deel aan de voorziene contactmomenten in de opleiding;
  • voert een aantal vakspecifieke taken, gerelateerd aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen uit;
  • reflecteert over eigen professionele groei en evalueert zichzelf ten opzichte van de basiscompetenties van de startende leraar.

De student houdt een portfolio bij waarin alle documenten in verband met de doorgroeistage verzameld worden.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

Documenten bij doorgroeistage, formulieren en sjablonen in MyPortfolio.

Toelichting werkvorm

Dit OPO bestaat uit stage-activiteiten in een secundaire school waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er worden tevens contactmomenten in de opleiding voorzien. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 2 (B-KUL-O2G65a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een portfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan deze stage
  • de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleider;
  • het eindgesprek met de stagebegeleider/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de contactmomenten in de
eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleider en de titularis van de betrokken vakdidactiek. 

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Vakdidactiek wiskunde (B-KUL-O0G68A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Lavrijsen Jeroen (coördinator) |  Janssens Saskia |  Lavrijsen Jeroen |  N.

Doelstellingen

De student:

  • heeft kennis en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek wiskunde en kan deze doordacht inzetten in de eigen praktijk;
  • kan de plaats van de vakken gekoppeld aan vakdidactiek wiskunde in het Vlaamse onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen, maatschappelijke verwachtingen en het internationale perspectief;
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelstellingen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen selecteren en inzetten, en het leerproces structureren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • kan geschikte evaluatievormen voor deze vakken selecteren en op diverse manieren inzetten;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en evaluatievormen en deze bijsturen waar nodig;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen.
     

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten wiskunde/statistiek georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek wiskunde (B-KUL-O0G68a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Deel 1: Het vak wiskunde en vakdidactiek wiskunde

  • Plaats van het vak wiskunde in het secundair onderwijs
  • Maatschappelijke verwachtingen t.o.v. het vak wiskunde (eindtermen en leerplannen, sleutelcompetenties van de EU, verwachtingen uit het hoger onderwijs, evolutie van het wiskundeonderwijs, model van wiskundige competentie van Kilpatrick et al, model van maatschappelijke verwachtingen van Westwell)
  • Inleiding tot vakdidactiek wiskunde als wetenschappelijke discipline (concept image, cognitief schema, verticaal en horizontaal mathematiseren, proces en object, inhoudelijke analyse van het begrip afgeleide)

 

Deel 2: Een wiskundeles opbouwen: inleiding

  • Lesdoelstellingen
  • Leermiddelen (handboek, werktekst, digitale presentatie)
  • Werkvormen (doceren/demonstreren, individuele opdrachten met klassikale feedback, onderwijsleergesprek)
  • ICT in wiskundelessen (drie didactische functies van ICT, ontwerpen en gebruiken van een applet)
  • Lesvoorbereiding
  • Evalueren
  • Microteaching

 

Deel 3: Een wiskundeles opbouwen: verdieping

  • Wiskunde voor leerlingen met een beperkt pakket wiskunde
  • Werkvormen (verdieping)
  • Evalueren (verdieping)
  • Jaarplan
  • Microteaching

 

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden vanuit de vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend waar relevant.
 

Studiemateriaal

Drijvers, P., van Streun, A., Zwaneveld, B. (2012). Handboek Wiskundedidactiek. Utrecht: Epsilon Uitgaven, ISBN 978-90-5041-130-1.
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten)

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, …

Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek wiskunde (B-KUL-O2G68a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten) en de uitgevoerde taken. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als alle taken in het kader van permanente evaluatie  worden uitgevoerd. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de educatieve master W&T.
 

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken. 
 

ECTS Vakdidactiek informatica (B-KUL-O0G69A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student:

  • heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek informatica en kan deze doordacht inzetten in de praktijk;
  • kan het Vlaams secundair informatica-onderwijs en het beleid daarrond, op het vlak van doelstellingen, curriculum en profilering situeren en toelichten
  • kan de plaats van de vakken, en het profiel van studierichtingen gekoppeld aan vakdidactiek informatica in het Vlaams onderwijslandschap toelichten en kritisch bespreken met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen en maatschappelijke verwachtingen;
  • kan vanuit vakdidactische inzichten leer- en onderwijsprocessen in informatica-onderwijs (leren) ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen interpreteren (en opstellen), lesdoelstellingen formuleren, de beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen selecteren en inzetten, en het leerproces structureren;
  • kan in relevante leercontexten een positief leer- en leefklimaat (leren) creëren;
  • kan geschikte evaluatievormen voor informatica-onderwijs selecteren en (leren) inzetten;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en deze (leren) bijsturen waar nodig;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op (leren) inspelen;
  • kan de invulling van ICT-coördinatie in het secundair onderwijs toelichten.

Begintermen

Dit OPO kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten voorkennis informatica op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek informatica (B-KUL-O0G69a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Themagroep 1: Het vak informatica en vakdidactiek informatica

  • Eigenheid van informatica als discipline tussen wetenschap, wiskunde en engineering
  • Plaats van informatica als leervak in het secundair onderwijs, in Vlaanderen en elders
  • Maatschappelijke verwachtingen t.o.v. het vak informatica (eindtermen en leerplannen, sleutelcompetenties van de EU, verwachtingen uit het hoger onderwijs, evolutie van het informatica-onderwijs)
  • Onderwijs in informatica en/versus onderwijs in digitale geletterdheid, mediawijsheid en (i)STEM
  • Computationeel denken in informatica-onderwijs
  • Inleiding tot de wetenschappelijke literatuur rond vakdidactiek en curriculumontwikkeling van informatica-onderwijs

Themagroep 2: Een informaticales ontwerpen en uitvoeren: inleiding

  • Lesdoelstellingen
  • Leermiddelen en media
  • Werkvormen (met nadruk op de leeractiviteiten door de leerlingen)
  • Beginsituatie
  • Lesontwerp
  • Evalueren
  • Micro-teaching en reflectie

Themagroep 3: Inhoudelijke en methodologische verdieping: specificiteit van informatica-onderwijs en -didactiek

  • Didactiek van computationeel denken en programmeren
  • Didactiek van gegevensbeheer
  • Didactiek van datacommunicatie, computer- en netwerkarchitectuur
  • Specifieke aspecten van werkvormen, evaluatie en differentiatie in informatica-onderwijs

Themagroep 4: Inhoudelijke en methodologische verbreding: informatica en informaticadidactiek in context

  • “Toegepaste” informatica en “Fluency with IT”
  • Informatica en/in geïntegreerd STEM-onderwijs
  • Informatica, ethiek en samenleving

Themagroep 5: O&O in het informatica-onderwijs

  • Werktuigen en platformen voor onderwijs(ontwikkeling) in informatica

Themagroep 6: Capita selecta buiten het profiel van leraar secundair onderwijs

  • ICT-coördinatie in het secundair onderwijs

In elke themagroep is er ruimte voor kennisverwerving, opbouw van vaardigheden en attitudevorming, ondersteund door reflectie en onderzoek door de docent én de studenten. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden, en praktisch ingeoefend waar relevant (en haalbaar), maar is er nadrukkelijk veel ruimte voor samen leren op basis van kennis, onderzoek en bevindingen van alle deelnemende studenten.

Studiemateriaal

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Verplicht studiemateriaal
    • ondersteunende leeromgeving met o.a. cursusteksten, papers en hand-outs van de presentaties door de docent en/of praktijklector, specificaties van opdrachten ter voorbereiding en/of verwerking van de contactsessies, links naar online bronnen, en bijdragen door de deelnemende studenten
    • desgevallend diverse andere materialen aangereikt door de docent, praktijklector en/of deelnemende studenten
  • Aanbevolen studiemateriaal (maar aankoop is niet verplicht)
    • Boek: Computer Science Education, Perspectives on Teaching and Learning in School,
      Sue Sentance, Erik Barendsen, Nicol R. Howard en Carsten Schulte (Eds),
      Bloomsbury Academic, 2de uitgave, 2023
      (ook verkrijgbaar als eBook).

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van zelfstandig en groepswerk met contactsessies. In het kader van het zelfstandig werk nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en/of andere leermaterialen door, zoeken ze informatie op, onderzoeken ze de onderwijspraktijk rond informatica, maken ze andere oefeningen. De resultaten van dergelijk werk worden opgeleverd in verslagen, rapporten en presentaties, maar ook in tussenkomsten in discussies tijdens de contactsessies en/of in de online leeromgeving.
Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent en/of praktijklector, die als expert en begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij voorbereid hebben en wordt ook de inbreng vanwege de docent en/of praktijklector in groepsdiscussies getoetst aan het inzicht van elke deelnemer. Studenten voeren tijdens minstens één contactsessie ook didactische oefeningen uit onder begeleiding van de docent en/of praktijklector. De in de sessies behandelde onderwerpen en didactische oefeningen kunnen zowel praktijkgericht als eerder conceptueel‑theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek informatica (B-KUL-O2G69a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer

Toelichting

Dit OPO wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 3/10 examen, 7/10 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Een herkansing voor het examen wordt voorzien volgens dezelfde modaliteiten als bij de eerste examenkans.

Uit de aard der zaak kan echter de permanente evaluatie zoals voorzien voor de eerste examenkans voor de tweede niet herhaald worden. Om een student met een tekort voor de permanente evaluatie daarvoor toch een tweede examenkans te geven, zal in overleg met de student een bijkomend uit te voeren opdracht en inleveringsdeadline worden afgesproken die samen met het resultaat voor de permanente evaluatie in de eerste examenkans dat voor de tweede zal bepalen.

ECTS Vakdidactiek biologie (B-KUL-O0G83A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student

  • kan de plaats van de vakken gekoppeld aan het vakgebied biologie in het onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen en maatschappelijke verwachtingen;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie adequate leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren en uitwerken, werkvormen en leermiddelen selecteren en uitwerken, en het leerproces structureren;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie strategieën uitwerken en implementeren om misconcepties in dit vakgebied te identificeren en bij te sturen;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie geschikte evaluatievormen voor deze vakken selecteren en uitwerken;
  • kan reflecteren over de vormgeving van de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie en kan deze bijsturen waar nodig;
  • kan kernconcepten zoals het natuurwetenschappelijk denken en redeneren als een methode voor inquiry-based learning, het zelfgereguleerd leren en de aard van de wetenschap toepassen bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied biologie integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie.  

Hierbij wordt er van uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied biologie opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen, als ook in staat zijn om nieuwe inzichten van het vakgebied biologie vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Toelating tot vakdidactiek biologie gebeurt niet automatisch, maar wordt aangevraagd.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek biologie (B-KUL-O0G83a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Situering

Eindtermen, leerplannen en leerinhouden van het vakgebied biologie

Lesdoelen in het vakgebied biologie

Kernconcepten in het vakgebied biologie

Onderwijsleermiddelen in het vakgebied biologie

Didactische werkvormen  in het vakgebied biologie

Evaluatie in het vakgebied biologie

Studiemateriaal

Cursus 'Vakdidactiek biologie' (Marion Crauwels) – Uitgeverij ACCO

Boek ‘De wetenschap van het leven’ (Bert De Groef en Peter Roels) – Uitgeverij ACCO
Materiaal verspreid via Toledo ((zelf)testen, artikels, slides, opdrachten, …)

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren verwerven studenten inzicht in de zelfstandig doorgenomen teksten uit o.a. de cursus/boek, in vakdidactische en vakinhoudelijke onderzoeksliteratuur, wordt informatie opgezocht, worden voorbereidende oefeningen gemaakt, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt. Studenten oefenen het formuleren van lesdoelen, oefenen een vakspecifieke werkvorm, ... . Er worden ook vakspecifieke praktijksessies voorzien. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching voor het vakgebied biologie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek biologie (B-KUL-O2G83a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie
Vraagvormen : Gesloten vragen, Open vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle online activiteiten en taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer online activiteiten of (vervang)taken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/2 examen, 1/2 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de EM.

Toelichting bij herkansen

Herkansen is alleen mogelijk als de student heeft deelgenomen aan alle contactsessies, online activiteiten en taken. De student moet enkel de delen waarvoor een onvoldoende werd behaald, hernemen. Bij herkansen zullen de groepstaken als onderdeel van de permanente evaluatie individueel hernomen moeten worden.Bepaalde taken van de permanente evaluatie kunnen niet hernomen worden zoals de microteaching. 

ECTS Vakdidactiek chemie (B-KUL-O0G84A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Smet Mario |  N.

Doelstellingen

De student:

  • heeft kennis en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek chemie en kan deze doordacht inzetten in de eigen lespraktijk
  • kan de plaats van de vakken gekoppeld aan vakdidactiek chemie in het onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen (voorkennis, leerstijlen, taal, …) en maatschappelijke verwachtingen
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelstellingen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen inzetten, en het leerproces structureren en dit documenteren in een goed interpreteerbare lesvoorbereiding
  • kan demonstratie experimenten praktisch opzetten en goed zichtbaar voor de leerlingen uitvoeren met aandacht voor de wetenschappelijke onderzoeksmethode
  • kan leerlingenexperimenten en practica inhoudelijk voorbereiden en praktisch organiseren
  • kan geschikte evaluatievormen voor de vakken gekoppeld aan vakdidactiek chemie in hun cognitieve, psychomotorische en affectieve doelstellingen selecteren en op diverse manieren inzetten
  • kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en evaluatievormen en deze bijsturen waar nodig;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren in de klas
  • kan een vaklokaal chemie omschrijven naar minimale inrichting en veiligheidsaspecten
  • kan geselecteerde vakliteratuur interpreteren en inzetten in de chemie lespraktijk
  • kan de onderzoekscompetentie van leerlingen in het profiel doorstroom (domeinoverstijgend en domeingebonden) en ook in de dubbele finaliteit ASO wetenschappen op een verantwoorde wijze ontwikkelen
  • kan geschikte visualiseringen aanbrengen en toelichten in het kader van het modelmatig denken
  • kan via geschikte simulaties de chemie-inhouden door de leerlingen laten verwerken in het kader van de digitalisering van het secundair onderwijs
  • is in staat de eigen wetenschappelijk kennis op voldoende hoog niveau te houden

 

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten chemie georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Valdidactiek chemie (B-KUL-O0G84a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters
Smet Mario |  N.

Inhoud

De voornaamste thema’s die in deze cursus aan bod komen zijn

  • de structuur van het onderwijs
  • het beroepsprofiel van de leraar (chemie)
  • de lesvoorbereiding opmaken en operationaliseren
  • lesdoelen bepalen en lessen uitwerken met de bepaalde oogmerken
  • vakdidactische middelen selecteren, inzetten
  • OC (het practicum)
  • Toetsvragen opstellen en evalueren
  • Onderwijs in natuurwetenschappen
  • vakdidactisch onderzoek (literatuur)
  • nanomaterialen
  • duurzaamheid.

Studiemateriaal

Syllabus vakdidactiek chemie
Vakdidactiek chemie praktijksyllabus ((verzameling experimenten voor lessen chemie)
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten, actuele leerboeken)

 

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Voor een aantal werkvormen zijn er labosessies. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek chemie (B-KUL-O2G84a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken. 

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak. 
 
Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen). 
 
Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de Educatieve Master W&T. 

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken.

 

ECTS Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-O0H01A)

9 studiepunten Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

Als praktijkcomponent vult de stage de theoretische component van het leraarluik van de educatieve master aan. Voor elk van de decretaal vastgelegde basiscompetenties (functionele gehelen en attitudes) voor pas afgestudeerde leraren wordt in de opleidingsonderdelen van de theoretische component een basis gelegd. Die basis volstaat echter niet voor een daadwerkelijke beheersing van de betreffende competenties. De stage zet daarnaast in op de onderwijspraktijk binnen het reflectief ervaringsleren.
 

Leerresultaten

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • te reflecteren op de eigen onderwijspraktijk en kan deze op basis hiervan bijsturen.
  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en de domeinen van de maatschappijwetenschappen en aanverwante te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen zelfstandig te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de maatschappijwetenschappen en aanverwante.
  • zowel in team als individueel een krachtige leeromgeving te realiseren. Hij/zij kan doelgericht lesonderdelen/lessen voorbereiden en uitvoeren, met duidelijk uitgeschreven doelen, structuur en inhoud. Gebruikte werkvormen en leermiddelen sluiten hierop aan. De student heeft oog voor de betrokkenheid van de lerenden, reageert gepast om die betrokkenheid te continueren en realiseert een vlot lesverloop. De les wordt in het Standaardnederlands uitgevoerd en is naar inhoud en vorm afgestemd op de beginsituatie van de lesgroep. De student doet redelijke aanpassingen aan individuele kenmerken van de lerenden. De student kan de leerresultaten evalueren.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.
     

Vormingsdoelen

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken. 
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dat uit zich o.a. in het gepast communiceren – in standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, vakmentor en stagebegeleider, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.

Begintermen

De stage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis voor de stage.

Om dit opleidingsonderdeel te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage 1 (B-KUL-O0H17a)

4 studiepunten : Stage 28 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

In het onderdeel ‘Doorgroeistage 1’:

  • observeert de student lessen in de onderwijsinstelling waar hij/zij dit stageonderdeel doorloopt. 
  • staat de student individueel voor de groep lerenden en is de student verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.
  • maakt de student een aantal micro/meso-taken (bij voorkeur min. 1 micro- en 1 meso-taak)
  • schrijft de student een reflectieverslag bij een les, of bij een feedbackgesprek met lector of mentor.

In verband met de micro/meso-taken formuleert de student in overleg met de vakmentor en stagebegeleider activiteiten waarmee de basiscompetenties van afgestudeerde leraren kunnen worden ingeoefend.

De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

De algemene stageverwachtingen kan de student nalezen op de website van School of Education.

 

Studiemateriaal

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Mogelijk kunnen verplaatsingskosten betrekking hebben op dit opleidingsonderdeel. 

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig online leermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Elke student zal een observatiestage en actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken).

Binnen dit onderdeel ontwerpt, begeleidt en realiseert de student allerlei activiteiten op niveau van de leerling en de klas. Het onderdeel richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving (teksten en beeldmateriaal zoeken, kerninhoud uitleggen, opdrachten formuleren, cursus uitwerken, differentiëren tijdens de les, ...).

Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.

Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals werkplekleren, kunnen examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Doorgroeistage 2 (B-KUL-O0H01a)

5 studiepunten : Stage 12 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

In het onderdeel ‘Doorgroeistage 2’:

  • observeert de student lessen in de onderwijsinstelling waar hij/zij dit stageonderdeel doorloopt. 
  • staat de student individueel voor de groep lerenden en is de student verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.
  • maakt de student een aantal micro/meso-taken (bij voorkeur min. 1 micro- en 1 meso-taak)
  • schrijft de student een reflectieverslag bij een les, of bij een feedbackgesprek met lector of mentor.

In verband met de micro/meso-taken formuleert de student in overleg met de vakmentor en stagebegeleider activiteiten waarmee de basiscompetenties van afgestudeerde leraren kunnen worden ingeoefend.

De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

De algemene stageverwachtingen kan de student nalezen op de website van School of Education.

Studiemateriaal

Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

Mogelijk kunnen verplaatsingskosten betrekking hebben op dit opleidingsonderdeel. 

Lesmateriaal zie Toledo

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Elke student zal een observatiestage en actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken).

Binnen dit onderdeel ontwerpt, begeleidt en realiseert de student allerlei activiteiten op niveau van de leerling en de klas. Het onderdeel richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving (teksten en beeldmateriaal zoeken, kerninhoud uitleggen, opdrachten formuleren, cursus uitwerken, differentiëren tijdens de les, ...).

Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.

Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals werkplekleren, kunnen examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-O2H01a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio

Toelichting

Evaluatiekenmerken

In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces.
Een leraar moet beschikken over kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes op zeer diverse vlakken (cf. de tien functionele gehelen en acht attitudes van de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren). 
Het opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd op basis van het afgelegde stageproces en aan de hand van een evaluatiedossier (portfolio). De kwaliteit van de stagetaken en het portfolio maken deel uit van de beoordeling. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

De score op het opleidingsonderdeel wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en stagebegeleider(s), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. De evaluatie gebeurt in samenspraak met de vakmentor(en). Niettemin zijn het de stagebegeleider(s) en docent(en) die de eindverantwoordelijkheid hebben voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat.

Om leergroei te garanderen kan de actieve stage pas opgenomen worden na goedkeuring van de stagebegeleider. De onderwijsinstelling waar de student stage loopt en de stagebegeleider zijn in de mogelijkheid om de stage te allen tijde stop te zetten indien de student herhaaldelijk of in ernstige mate de stageverplichtingen niet nakomt. Dat leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het betreffende stagedeel.

Voorwaarden:

  • De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageschool. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel.
  • De deadlines voor het portfolio worden tijdig door de stagebegeleider bekend gemaakt. Zolang het portfolio niet is ingediend, kan geen cijfer gegeven worden voor het gehele opleidingsonderdeel.
  • Er is slechts één examenkans, die kan worden opgenomen in de eerste of tweede examenperiode.

Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals werkplekleren, kunnen de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans.

De stages gaan door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

ECTS Vakdidactiek aardrijkskunde – verdieping (B-KUL-O0H02A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Verbreding en verdieping van volgende doelen: de student … 

  • heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek aardrijkskunde en kan deze doordacht inzetten in de praktijk; 
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelstellingen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen selecteren en inzetten, en het leerproces structureren; 
  • kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven van leer- en onderwijsprocessen voor het vakgebied aardrijkskunde; 
  • kan geschikte evaluatievormen voor deze vakken selecteren en op diverse manieren inzetten; 
  • kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en deze bijsturen waar nodig; 

Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied aardrijkskunde opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen.

Begintermen

Dit OPO kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten geografie/geologie georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven. 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G62A )


O0G62AO0G62A : Vakdidactiek aardrijkskunde


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek aardrijkskunde - verdieping (B-KUL-O0H02a)

3 studiepunten : Opdracht 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

1. Leren en onderwijzen van deeldomeinen van aardrijkskunde.  Verdieping en verbreding: werkvormen, EDO, Toerisme, raakpunten met natuurwetenschappen, ... .

2. Evalueren van het leerproces

3. Terreintechnieken in functie van leerinhouden aardrijkskunde

 

Deze inhouden worden niet alleen theoretisch aangeboden vanuit vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend. 

Studiemateriaal

Handboek: Vakdidactiek aardrijkskunde: Leraar worden en zijn’ (An Steegen, Red) herwerkte versie 2023 – Uitgeverij Pelckmans Pro.
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten)

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek aardrijkskunde – verdieping (B-KUL-O2H02a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Dit OPO wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten) en de uitgevoerde taken. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken. 

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als alle taken in het kader van permanente evaluatie worden uitgevoerd en in totaal een resultaat van minstens 10/20 wordt behaald. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak. 
 
Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de opleiding. 

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken.

ECTS Vakdidactiek biologie – verdieping (B-KUL-O0H03A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student

  • kan de eindtermen/minimumdoelen en leerplandoelen van het vakgebied biologie omvormen tot lesdoelen met het oog op het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan vakspecifieke praktijk zoals veldbiologisch onderzoek en geleide excursies in biologisch-natuurwetenschappelijke musea onderbouwd vanuit de onderzoeksliteratuur uitwerken, begeleiden en hierover reflecteren;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen waarin de focus ligt op praktijk voor het vakgebied biologie geschikte evaluatievormen selecteren, uitwerken en hierover reflecteren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren op terrein;
  • kan kritisch reflecteren over het inzetten van vakspecifieke onderwijsleermiddelen vanuit het gevoerde onderzoek;
  • kan kernconcepten zoals het natuurwetenschappelijk denken en redeneren als een methode voor inquiry-based learning, het zelfgereguleerd leren en de aard van de wetenschap toepassen bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen waarin de focus ligt op praktijk voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied biologie integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie.

Hierbij wordt er van uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied biologie opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen, als ook in staat zijn om nieuwe inzichten in het vakgebied biologie vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Toelating tot vakdidactiek biologie gebeurt niet automatisch, maar wordt aangevraagd.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G83A )


O0G83AO0G83A : Vakdidactiek biologie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek biologie - verdieping (B-KUL-O0H03a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Inhoudelijk ligt de focus op:

- het veldbiologisch onderzoek en geleide veldexcursie (ethologie, ecologie, evolutie, biodiversiteit, systematiek, …);

- het gebruik van (multi)media waaronder multimodale representaties.

Studiemateriaal

Cursus Vakdidactiek biologie – Uitgeverij ACCO

Boek: ‘De wetenschap van het leven’ (Bert De Groef en Peter Roels) – Uitgeverij ACCO
Materiaal verspreid via Toledo (testen, artikels, slides, opdrachten, …)

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Laboratoriumsessie - Museumbezoek - Veldwerk

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies.

In het kader van het afstandsleren verwerven studenten inzicht in de zelfstandig doorgenomen teksten en vakdidactische en vakinhoudelijke onderzoeksliteratuur, wordt informatie opgezocht, worden voorbereidende oefeningen gemaakt, …

Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt.

De verschillende vormen van praktijk worden geoefend.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek biologie - verdieping (B-KUL-O2H03a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten) en de uitgevoerde taken.. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle online activiteiten en taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als alle online activiteiten en taken in het kader van permanente evaluatie  worden uitgevoerd. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de EM.

Toelichting bij herkansen

Herkansen is alleen mogelijk als de student heeft deelgenomen aan alle contactsessies, online activiteiten en taken. Bij herkansen zullen de groepstaken als onderdeel van de permanente evaluatie individueel hernomen moeten worden. Bepaalde taken of onderdelen van taken kunnen niet hernomen worden zoals de taken waarbij beroep gedaan moet worden op leerlingen, leraren, scholen of andere instanties. 

ECTS Vakdidactiek chemie – verdieping (B-KUL-O0H04A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Smet Mario (coördinator) |  Smet Mario |  N.

Doelstellingen

De student

- heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek chemie en kan deze doordacht inzetten in de eigen praktijk;

- kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven van leer- en onderwijsprocessen voor het vakgebied chemie in het kader van een actuele klaspraktijk in maatschappijbetrokken chemie-onderwijs

- kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied chemie integreren bij het vormgeven van leer- en onderwijsprocessen voor het vakgebied chemie in het kader van een actuele klaspraktijk in maatschappijbetrokken chemie-onderwijs

- kan de ontwikkeling van probleemoplossende vaardigheden bij leerlingen stimuleren

- kan natuurwetenschappelijk denken en redeneren en inzicht in de Nature of Science bij leerlingen stimuleren

Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied chemie opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen. Bovendien veronderstellen we dat de studenten in staat zijn om nieuwe inzichten van het vakgebied chemie vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten chemie georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G84A )


O0G84AO0G84A : Vakdidactiek chemie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek chemie - verdieping (B-KUL-O0H04a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester
Smet Mario |  N.

Inhoud

1. Leren en onderwijzen van deeldomeinen van de chemie

2. Leren en onderwijzen van natuurwetenschappelijke denkactiviteiten

- Leren en onderwijzen van probleemoplossend denken

- Samenhang met aangrenzende gebieden van de natuurwetenschappen en technologie

- Nature of Science

 

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden vanuit vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend waar relevant. . Integratie van wetenschappelijke inhouden en maatschappelijke betrokkenheid staan hierbij centraal.

Studiemateriaal

Syllabus vakdidactiek chemie
Vakdidactiek chemie praktijksyllabus ((verzameling experimenten voor lessen chemie)
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten)

De student maakt tevens in toenemende mate gebruik van materiaal dat via doordachte zoekstrategieën in de literatuur zelfstandig wordt opgezocht

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek chemie – verdieping (B-KUL-O2H04e)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken. 

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak. 
 
Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen). 
 
Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de Educatieve Master W&T. 

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken.

ECTS Vakdidactiek engineering en technologie (B-KUL-O0H05A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student:

-heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek engineering en technologie en kan deze doordacht inzetten in de praktijk

-kan de plaats van de vakken gekoppeld aan vakdidactiek engineering en technologie in het onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen en maatschappelijke verwachtingen

-kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelstellingen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen selecteren en inzetten, en het leerproces structureren

-kan een positief leer- en leefklimaat creëren, zowel in de klas als op terrein

-kan vakspecifieke misconcepties bij leerlingen identificeren en strategieën opzetten om deze bij te sturen

-kan geschikte evaluatievormen voor deze vakken selecteren en op diverse manieren inzetten

-kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en deze bijsturen waar nodig

-heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten engineering georiënteerde of technologisch georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek engineering en technologie (B-KUL-O0H05a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Deel 1: Engineering en technologie in het secundair onderwijs

-De verschillende engineering en technologievakken

-De relatie van engineering en technologievakken tot vakken natuurwetenschappen en wiskunde

-Engineering en technologie in het onderwijs in Vlaanderen en daarbuiten

-Maatschappelijke verwachtingen op macro, meso en microniveau (Europese sleutelcompetenties, eindtermen, leerplannen, pedagogische projecten, leerlijnen,…)

-Inleiding tot vakliteratuur i.v.m. onderwijs in engineering en technologie

 

Deel 2: Een les in een engineering en technologievak ontwerpen en geven

-Lesdoelstellingen

-Leermiddelen-

-Werkvormen

-Ontwerp van een les

-Evalueren

-Micro-teaching

-Reflectie

 

Deel 3: Gebruik van moderne technologie in onderwijs

-Vakliteratuur huidige en toekomstige trends i.v.m. gebruik van technologie in onderwijs

-Opvolgen van de actualiteit i.v.m. gebruik van technologie in onderwijs

-Reflectie en discussie

 

Deel 4: Practicum als werkvorm bij engineering en technologievakken

-Soorten practica, doelstellingen practica,… 

-Effectiviteit van practica als werkvorm

-Veiligheid in laboratoria, technische werkplaatsen en op een campus vanuit het standpunt van een leraar technische/technisch-wetenschappelijke vakken

 

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. De concepten worden theoretisch aangeboden vanuit vakliteratuur en, waar relevant, ook praktisch ingeoefend. 

Studiemateriaal

Beschikbaar via de elektronische leeromgeving:

-Cursusteksten en wetenschappelijke papers

-Presentaties van de docent

-Instructies bij opdrachten

-Video materiaal

-Verwijzingen naar online publiek beschikbaar materiaal

-Eventueel ander materiaal aangebracht door de docent of door de studenten

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal is Nederlands.

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Voor een aantal werkvormen zijn er labosessies of is er een excursie. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek engineering en technologie (B-KUL-O2H05a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% aanwezigheidsplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van deze taken voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en zal dan ook gequoteerd worden als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheden dient de student te overleggen met de titularis, en zal er naar een vervangmoment of een vervangtaak gezocht worden.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Herkansing voor dit OPO kan alleen als de student tijdens de contactmomenten niet ongewettigd afwezig was. Herkansing is alleen mogelijk voor het examen, niet voor het deel permanente evanuatie. 

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

ECTS Vakdidactiek engineering en technologie – verdieping (B-KUL-O0H06A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student is vertrouwd met:

-Engineering en technologie in een multidisciplinair en interdisciplinair kader

-Vakoverschrijdend werken

-Geïntegreerd STEM-onderwijs vanuit het perspectief vakdidactiek engineering en technologie (geïntegreerd sTEm-onderwijs)

- Projectmatig werken en het geven van technologie workshops

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten engineering georiënteerde of technologisch georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Na of tegelijkertijd met Vakdidactiek engineering en technologie

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0H05A )


O0H05AO0H05A : Vakdidactiek engineering en technologie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek engineering en technologie – verdieping (B-KUL-O0H06a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Engineering en technologie in een multidisciplinair en interdisciplinair kader

-Vakoverschrijdend werken

-Geïntegreerd STEM-onderwijs vanuit het perspectief vakdidactiek engineering en technologie (geïntegreerd sTEm-onderwijs)

-Workshops/projectwerk/micro-teaching/co-teaching

-Reflectie en discussie

 

Studiemateriaal

Beschikbaar via de elektronische leeromgeving:

Cursusteksten en wetenschappelijke papers

-Presentaties van de docent

-Instructies bij opdrachten

-Video materiaal

-Verwijzingen naar online publiek beschikbaar materiaal

-Eventueel ander materiaal aangebracht door de docent of door de studenten

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal is Nederlands.

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Voor een aantal werkvormen zijn er labosessies of is er een excursie. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek engineering en technologie – verdieping (B-KUL-O2H06a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% aanwezigheidsplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van deze taken voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en zal dan ook gequoteerd worden als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheden dient de student te overleggen met de titularis, en zal er naar een vervangmoment of een vervangtaak gezocht worden.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Herkansing voor dit OPO kan alleen als de student tijdens de contactmomenten niet ongewettigd afwezig was. Herkansing is alleen mogelijk voor het examen, niet voor het deel permanente evanuatie. 

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

ECTS Vakdidactiek fysica (B-KUL-O0H07A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
De Cock Mieke (coördinator) |  De Cock Mieke |  Kesteloot Nele |  N.

Doelstellingen

De student

  • kan de plaats van de vakken gekoppeld aan vakdidactiek fysica in het Vlaamse onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen, maatschappelijke verwachtingen en het internationale perspectief;
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelstellingen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen selecteren en inzetten, en het leerproces structureren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • kan geschikte evaluatievormen voor deze vakken selecteren of ontwerpen en op diverse manieren inzetten;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en evaluatievormen en deze bijsturen waar nodig;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek fysica en kan deze doordacht inzetten in de eigen praktijk;
  • kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied fysica;
  • kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied fysica integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied fysica.  

Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied fysica opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen. Bovendien veronderstellen we dat de studenten in staat zijn om nieuwe inzichten van het vakgebied fysica vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten fysica georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek fysica (B-KUL-O0H07a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

1. Fysica als vak – fysica als schoolvak

  • Maatschappelijke verwachtingen en plaats van fysica in het secundair onderwijs: curriculumaccenten en onderwijsdoelen, eindtermen en leerplannen, sleutelcompetenties van de EU

2. Vakdidactiek Fysica als wetenschappelijke discipline (bv. leerlingendenkbeelden en conceptual change)

3.  Fysica-onderwijs ontwerpen

  • Lesdoelstellingen
  • Leermiddelen (handboeken, applets, demonstratiemateriaal, …)
  • Werkvormen (onderwijsleergesprek, demonstratieproeven, leerlingenproeven, activerende werkvormen, …)
  • Lesvoorbereiding
  • Evalueren
  • Microteaching

 

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden vanuit vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend waar relevant.

Studiemateriaal

  • cursusmateriaal - verspreid via Scientica
  • Handboek Natuurkundedidactiek (Kortland, K., Mooldijk, A., en Poorthuis, H. - ISBN: 9789050411639)
  • materiaal aangeboden via Toledo

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek fysica (B-KUL-O2H07a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, neemt de student contact op met de ombuds en dient de student deze wettiging te staven. De student neemt zelf het initiatief voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/2 examen, 1/2 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de Educatieve Master W&T.

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken.

ECTS Vakdidactiek fysica - verdieping (B-KUL-O0H08A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
De Cock Mieke (coördinator) |  De Cock Mieke |  Kesteloot Nele |  N.

Doelstellingen

De student

  • heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek fysica en kan deze doordacht inzetten in de eigen praktijk;
  • kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven van leer- en onderwijsprocessen voor het vakgebied fysica;
  • kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied fysica integreren bij het vormgeven van leer- en onderwijsprocessen voor het vakgebied fysica.  
  • kan de ontwikkeling van probleemoplossende vaardigheden bij leerlingen stimuleren
  • kan natuurwetenschappelijk denken en redeneren en inzicht in de Nature of Science bij leerlingen stimuleren

Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied fysica opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen. Bovendien veronderstellen we dat de studenten in staat zijn om nieuwe inzichten van het vakgebied fysica vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten fysica georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0H07A )


O0H07AO0H07A : Vakdidactiek fysica


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek fysica – verdieping (B-KUL-O0H08a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

1. Leren en onderwijzen van deeldomeinen van de fysica

2. Leren en onderwijzen van natuurwetenschappelijke denkactiviteiten

  • Leren en onderwijzen van probleemoplossend denken
  • Samenhang met wiskunde
  • Nature of Science

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden vanuit vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend waar relevant.

Studiemateriaal

  • cursusmateriaal - verspreid via Scientica
  • Handboek Natuurkundedidactiek (Kortland, K., Mooldijk, A., en Poorthuis, H. - ISBN: 9789050411639)
  • materiaal aangeboden via Toledo

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek fysica – verdieping (B-KUL-O2H08a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, neemt de student contact op met de ombuds en dient de student deze wettiging te staven. De student neemt zelf het initiatief voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 2/3 examen, 1/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de Educatieve Master W&T.

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken.

ECTS Vakdidactiek informatica - verdieping (B-KUL-O0H09A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student:

  • kan het Vlaams secundair informatica-onderwijs en het beleid daarrond, op het vlak van doelstellingen, curriculum en profilering, situeren in een Europese en ruimere internationale context;
  • kan onderkennen waar er kansen liggen voor gemotiveerde en competente leraren informatica om zélf bij te dragen aan ontwikkeling van goed informatica-onderwijs ter aanvulling en verbetering van de beleidsmatig gecreëerde context;
  • kan informaticagerichte opleidingen in het Vlaams hoger onderwijs van niveau’s 5 en 6 onderscheiden en beknopt toelichten wat de functie lector in een dergelijke context inhoudt;
  • kan gericht werken aan de eigen professionele groei door leerkansen betreffende het ontwerpen en uitvoeren van informatica-onderwijs te creëren en te benutten, feedback persoonlijk te verwerken, en professioneel te reflecteren over gemaakte keuzes, resultaten die ze opleverden en verdere stappen waartoe ze uitnodigen;
  • kan belangrijke thema’s in het vakdidactisch onderzoek in de informatica toelichten evenals het belang ervan voor secundair en/of tertiair informatica-onderwijs;
  • kan zelf een beperkt onderzoek in de context van vakdidactiek informatica en het eigen (beoogde) informatica-onderwijs ontwerpen en uitvoeren, en erover rapporteren aan collega’s en leidinggevenden

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de competenties beoogd in het OPO Vakdidactiek Informatica al te hebben bereikt, of dient hij/zij dat OPO gelijktijdig met dit OPO op te nemen. Verder gelden ook alle begintermen die zijn geformuleerd voor het OPO Vakdidactiek Informatica.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G69A )


O0G69AO0G69A : Vakdidactiek informatica


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek informatica - verdieping (B-KUL-O0H09a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Van de themagroepen uit Vakdidactiek Informatica komen in deze verdiepende aanvulling de volgende aan bod. De nadruk ligt daarbij op het verwerven van een internationale blik, een diepgaander begrip van vakdidactisch onderzoek in de informatica, en het gericht vorm geven aan persoonlijke professionele groei. Dit alles als lid van een leergemeenschap waarvan ook de medestudenten, de praktijklector en de vakdidacticus informatica deel uitmaken.

Themagroep 1: Het vak informatica en vakdidactiek informatica: Aanvullingen

  • Plaats van informatica als leervak in het secundair onderwijs, in Vlaanderen en elders
  • Maatschappelijke verwachtingen t.o.v. het vak informatica (eindtermen en leerplannen, sleutelcompetenties van de EU, verwachtingen uit het hoger onderwijs, evolutie van het informatica-onderwijs)
  • Inleiding tot de wetenschappelijke literatuur rond vakdidactiek en curriculumontwikkeling van informatica-onderwijs

Themagroep 3: Inhoudelijke en methodologische verdieping: specificiteit van informatica-onderwijs en -didactiek: Wisselwerking met de eigen professionele groei

  • Micro-teaching en reflectie

Themagroep 5: O&O in het informatica-onderwijs

  • vakdidactische en methodologische aspecten van onderwijs- en curriculumontwikkeling in informatica
  • vakdidactisch onderzoek in de informatica

Themagroep 6: Capita selecta buiten het profiel van leraar secundair onderwijs

  • informatica doceren in het (professioneel gericht) hoger onderwijs

Studiemateriaal

  • Verplicht studiemateriaal
    • ondersteunende leeromgeving met o.a. cursusteksten, papers en hand-outs van de presentaties door de docent en/of praktijklector, specificaties van opdrachten ter voorbereiding en/of verwerking van de contactsessies, links naar online bronnen, en bijdragen door de deelnemende studenten
    • desgevallend diverse andere materialen aangereikt door de docent, praktijklector en/of deelnemende studenten
  • Aanbevolen studiemateriaal (maar aankoop is niet verplicht)
    • Boek: Computer Science Education, Perspectives on Teaching and Learning in School,
      Sue Sentance, Erik Barendsen, Nicol R. Howard en Carsten Schulte (Eds), Bloomsbury Academic, 2de uitgave, 2023
      (ook verkrijgbaar als eBook).

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van zelfstandig en groepswerk met contactsessies. In het kader van het zelfstandig werk nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en/of andere leermaterialen door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, onderzoeken ze de Vlaamse onderwijspraktijk rond informatica, maken ze andere voorbereidende oefeningen. De resultaten van dergelijk werk worden opgeleverd in verslagen, rapporten en presentaties, maar ook in tussenkomsten in discussies tijdens de contactsessies en/of in de online leeromgeving.
Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent en/of praktijklector, die als expert en begeleider optreden. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij voorbereid hebben en wordt ook de inbreng vanwege de docent en/of praktijklector in groepsdiscussies getoetst aan het inzicht van elke deelnemer. Studenten voeren tevens tijdens een van de contactsessies didactische oefeningen uit en krijgen feedback van de docent en/of praktijklector en medestudenten. De in de sessies behandelde onderwerpen en didactische oefeningen kunnen zowel praktijkgericht als eerder conceptueel‑theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek informatica - verdieping (B-KUL-O2H09a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van de actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten) en de uitgevoerde taken. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als alle taken in het kader van permanente evaluatie  worden uitgevoerd. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Uit de aard der zaak kan de permanente evaluatie zoals voorzien voor de eerste examenkans voor de tweede niet herhaald worden. Om een student met een tekort voor het OPO toch een tweede examenkans te geven, zal in overleg met de student een bijkomend uit te voeren opdracht en inleveringsdeadline worden afgesproken die samen met het resultaat voor de eerste examenkans dat voor de tweede zal bepalen.

ECTS Vakdidactiek wiskunde - verdieping (B-KUL-O0H10A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Lavrijsen Jeroen (coördinator) |  Janssens Saskia |  Lavrijsen Jeroen |  N.

Doelstellingen

De student:

  • heeft kennis en wetenschappelijk inzicht in het onderwijzen van specifieke deeldomeinen van de wiskunde (zoals algebra, meetkunde, kansrekenen en statistiek)
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze specifieke domeinen ontwikkelen en begeleiden
  • heeft inzicht in en kan leerlingen begeleiden bij het uitvoeren van wiskundige denkactiviteiten (zoals probleemoplossend denken, bewijzen, wiskundig modelleren)
  • heeft inzicht in en kan reflecteren over de rol van deze denkactiviteiten in het wiskundeonderwijs

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten wiskunde/statistiek georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G68A )


O0G68AO0G68A : Vakdidactiek wiskunde


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek wiskunde - verdieping (B-KUL-O0H10a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deel 1: Leren en onderwijzen van deeldomeinen van de wiskunde

  • Leren en onderwijzen van algebra en analyse
  • Leren en onderwijzen van meetkunde
  • Leren en onderwijzen van statistiek en kansrekenen

 

Deel 2: Leren en onderwijzen van wiskundige denkactiviteiten

  • Leren en onderwijzen van probleemoplossend denken
  • Leren en onderwijzen van bewijzen
  • Leren en onderwijzen van wiskundig modelleren en het integreren van toepassingen in wiskundelessen

 

Deel 3: Capita selecta
In dit gedeelte komt een grote diversiteit aan onderwerpen aan bod. De keuze kan van jaar tot jaar verschillen en studenten maken een keuze uit de aangeboden onderwerpen. Hieronder wordt een niet-exhaustieve lijst van onderwerpen gegeven:

  • Economische toepassingen in wiskundelessen
  • Spreidingsdiagram en trendlijn in de 2de graad
  • Een uitgebreide toepassing: de reis van de Yatzy
  • Historisch geïnspireerde wiskundelessen
  • Vlaamse en internationale peilingsonderzoeken
  • Wiskundeonderwijs in internationaal perspectief
  • Wiskundeonderwijs in historisch perspectief
  • Taalgericht vakonderwijs in wiskundelessen
  • Leerlingen met een leerstoornis in wiskundelessen
  • Hoogbegaafde leerlingen in wiskundelessen

 

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden vanuit de vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend waar relevant.
 

Studiemateriaal

Drijvers, P., van Streun, A., Zwaneveld, B. (2012). Handboek Wiskundedidactiek. Utrecht: Epsilon Uitgaven, ISBN 978-90-5041-130-1.
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten)

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, …

Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek wiskunde - verdieping (B-KUL-O2H10a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO  (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen.  Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 2/3 examen, 1/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de educatieve master W&T.
 

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken. 

ECTS Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 1 (B-KUL-O0H11A)

6 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
De Cock Mieke (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Lavrijsen Jeroen |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis.

De student·

  • kan - in functie van de eigen professionele groei - leer- en onderwijsprocessen voor vakken gekoppeld aan de betrokken vakdidactiek kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren;

  • kan functioneel en correct communiceren, beheerst de vakspecifieke terminologie en kan leerlingen op beide vlakken ondersteunen;

  • kan zelfstandig evaluatieactiviteiten ontwerpen, implementeren en interpreteren;

  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;

  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;

  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;

  • kan een innovatieve aanpak ontwerpen en implementeren in de eigen onderwijspraktijk of in het brede onderwijsveld;

  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar;

  • kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, de betrokken vakdidactiek, en de ingroeistage al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G64A )


O0G64AO0G64A : Ingroeistage wetenschappen en technologie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 1 (B-KUL-O0H11a)

6 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observeert minstens 3 lessen;
  • bereidt 16 lessen met elk een duur van 50 min, of het equivalent ervan, voor en geeft die lessen zelfstandig;
  • neemt actief deel aan de voorziene contactmomenten in de opleiding;
  • voert een aantal vakspecifieke taken, gerelateerd aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen uit;
  • reflecteert over eigen professionele groei en evalueert zichzelf ten opzichte van de basiscompetenties van de startende leraar.

De student houdt een portfolio bij waarin alle documenten in verband met de doorgroeistage verzameld worden.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

Documenten bij doorgroeistage, formulieren en sjablonen in MyPortfolio.

Toelichting werkvorm

Dit OPO bestaat uit stage-activiteiten in een secundaire school waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er worden tevens contactmomenten in de opleiding voorzien. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 1 (B-KUL-O2H11a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een portfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan deze stage
  • de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleider;
  • het eindgesprek met de stagebegeleider/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de contactmomenten in de
eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleider en de titularis van de betrokken vakdidactiek. 

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Verdiepende stage wetenschappen en technologie (B-KUL-O0H12A)

6 studiepunten Nederlands 6 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
De Cock Mieke (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Lavrijsen Jeroen |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De verdiepende stage laat een student met 1 vakdidactiek toe om zich te verdiepen en/of te verbreden in het onderwijs van het/de betreffende vak(ken). Specifieke doelstellingen voor deze stage worden dus grotendeels individueel bepaald. De concrete invulling wordt na overleg met de vakdidacticus en stagebegeleider vastgelegd.  

In deze context verwerft de student extra bekwaamheid in het verzorgen van onderwijs in een andere context of een ander kennisdomein (binnen dezelfde vakdidactiek) dan in de doorgroeistage. Daarbij wordt steeds ingezet op verdieping en/of verbreding van de competenties als leraar.

Meer specifieke informatie wordt gecommuniceerd via Toledo.

 

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhoud, attitudes en vaardigheden van de doorgroeistage al verworven te hebben. We verwijzen daarbij ook naar de begintermen van de doorgroeistage.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0H11A )


O0H11AO0H11A : Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Verdiepende stage wetenschappen en technologie (B-KUL-O0H12a)

6 studiepunten : Stage 6 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De invulling van de verdiepende stage wordt individueel afgesproken met de stagebegeleider en de titularis vakdidactiek. 

Bij elke invulling zal de stage minstens inhouden:

  • observaties
  • verzorgen van lessen t.w.v. 16 lesuren
  • vakspecifieke taken
  • reflectie-activiteiten
  • documentatie van de activiteiten in een portfolio.

 

Toelichting werkvorm

De specifieke invuling van de stage gebeurt in overleg met de stageplaats, de stagebegeleider en de titularis.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Verdiepende stage wetenschappen en technologie (B-KUL-O2H12a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een portfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan deze stage
  • de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleider;
  • het eindgesprek met de stagebegeleider/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en eventuele contactmomenten in de
eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleider en de titularis van de betrokken vakdidactiek. 

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Onderwijsonderzoek (B-KUL-P0U92A)

6 studiepunten Nederlands 20 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student is in staat om een volledige onderzoekscyclus te doorlopen over een onderwijsrelevant onderwerp:

  • De student kan relevante (primaire en secundaire) bronnen opzoeken, selecteren, kritische beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen;
  • De student kan onderwijskundige en vakdidactische literatuur opzoeken en de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek kritisch lezen, interpreteren en bespreken, in functie van het opzetten van een vakdidactische onderzoeksopdracht;
  • De student kan een vakdidactische probleemstelling vertalen in een onderzoeksvraag
  • De student kan een onderzoek ontwerpen en uitvoeren dat leidt tot een antwoord op de onderzoeksvraag, rekening houdend met de geraadpleegde literatuur en gebruik makend van een gepaste methodologie;
  • De student kan op een wetenschappelijke wijze rapporteren over het uitgevoerde onderzoek;
  • De student kan over het eigen onderzoek kritisch reflecteren;
  • De student kan een kritische terugkoppeling van het onderzoek voor het werkveld maken
  • De student kan samenwerken met zijn/haar medestudenten en bijdragen aan het leerproces van de medestudenten

Begintermen

Inhouden zoals aangeboden binnen ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ worden tenminste gelijktijdig opgenomen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZC0A: Onderwijsonderzoek talen
Y05335: Onderwijsonderzoek economie (Antwerpen)
D0Q48A: Onderwijsonderzoek economie (Leuven)
P0W06A: Onderwijsonderzoek (Geel)
P0W07A: Onderwijsonderzoek (Aalst)
P0W08A: Onderwijsonderzoek (Kortrijk)
P0W09A: Onderwijsonderzoek (Brugge)
P0W10A: Onderwijsonderzoek (Diepenbeek)
F0ZO2A: Onderwijsonderzoek talen
A34534: Onderwijsonderzoek ontwerpwetenschappen
A43122: Onderwijsonderzoek ontwerpwetenschappen
P0W11A: Onderwijsonderzoek (Antwerpen)
L05O2A: Onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding
L05O7A: Onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding (Brugge)
HEM05A: Onderwijsonderzoek economie (Brussel)
P0W12A: Onderwijsonderzoek (Gent)
P0W30A: Onderwijsonderzoek gedragswetenschappen
P0W05A: Onderwijsonderzoek (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Methodologische ondersteuningssessies (B-KUL-P0U92a)

1 studiepunten : Opdracht 6 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In dit OLA maakt de student kennis met een aantal thema’s die relevant zijn voor (vak)didactisch onderzoek, aan de hand van online modulces. De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Mogelijke thema’s zijn

1. Algemene thema’s

  • Wat is vakdidactisch/onderwijskundig onderzoek? (algemene inleiding)
  • Link onderzoek – praktijk – formuleren van besluiten en aanbevelingen voor de praktijk

2; Onderzoeksmethoden

  • Interviews
  • Leerboekenanalyse
  • Klasobservaties
  • Vragenlijsten
  • Toetsen en tests
  • Interventieonderzoek

De eerste twee thema’s zijn verplicht, uit de seminaries rond onderzoeksmethoden kiest de student er 2 die relevant zijn voor de eigen onderzoeksopdracht. In het wetenschappelijk eindverslag en/of in de kritische zelfreflectie (zie OLA 2) wordt naar deze modules verwezen.

Studiemateriaal

De modules wordt via Toledo beschikbaar gesteld.

Toelichting werkvorm

De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0D43A : Masterproef

Onderzoeksopdracht (B-KUL-P0U93a)

5 studiepunten : Masterproef 14 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het theoretisch kader aangereikt in OLA 1 (Methodologische ondersteuningssessies)  fungeert als vertrekbasis voor het uitvoeren van een concrete onderzoeks- (optie 1)  of ontwerpopdracht (optie 2) die verder in de tekst toegelicht wordt.
De opdracht wordt in groep uitgevoerd.
De resultaten van deze opdracht worden verwerkt in een paper en gepresenteerd aan medestudenten en het werkveld op een posterbeurs.
Om het zelfverantwoordelijk leren bij de toekomstige leraar optimaal te stimuleren worden deze onderzoeks- en ontwerpopdrachten zo open mogelijk geformuleerd.
Jaarlijks wordt de concrete opdracht vastgelegd. De opdracht impliceert in elk geval een systematische literatuurstudie en een ontwerp- en/of valideringsluik met kritische reflectie.
Elke groep krijgt een begeleider toegewezen. Begeleidingsmomenten worden in samenspraak afgesproken. Aanwezigheid bij de contactmomenten (contactmomenten voor alle studenten samen én begeleidingsmomenten per groep) zijn verplicht.
Verdere duiding, concretisering en informatie rond de deadlines is weergegeven op Toledo.
Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

Handleiding bij het traject van de onderzoeksopdracht.

Toelichting werkvorm

Van de 14 contacturen voor deze onderzoeksopdracht zijn drie keer 2u geroosterde uren (verplichte aanwezigheid) en 8u begeleidingsuren met de groep en begeleider (waarbij verwacht wordt dat de studenten aanwezig zijn; deze begeleidingsmomenten worden in samenspraak afgesproken).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijsonderzoek (B-KUL-P2U92a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio

Toelichting

De evaluatie gebeurt op basis van een portfolio dat bestaat uit een groepslogboek, conceptnota, groepsposter en wetenschappelijk eindverslag. Het portfolio wordt ingediend per groep. Daarnaast verdedigt elke student het werk individueel. Met behulp van peerevaluatie wordt het groepsproces in rekening gebracht.

De student moet zowel geslaagd zijn voor het groepsgedeelte (na correctie op basis van peerevaluatie) als op de individuele verdediging. 

Gedetailleerde informatie en richtlijnen, de scoringswijzers bij de verschillende onderdelen en de weging die daarbij gehanteerd wordt, wordt aan de studenten via toledo gecommuniceerd.

In de educatieve masters is het door de didactische opbouw van het opo (masterproef)-onderwijsonderzoek, onmogelijk voor studenten die het opo voor de eerste keer opnemen, beoordeeld te worden in de eerste examenperiode. Studenten die enkel dit opo nog moeten afwerken, en het in een voorgaand academiejaar al opnamen, kunnen hiervoor wel beoordeeld worden.​

Toelichting bij herkansen

Een tweede examenkans is mogelijk. Omdat het verzamelen van nieuwe data in een schoolcontext tijdens de maanden juli-augustus niet mogelijk is, en omdat het werk niet meer altijd in groep kan gebeuren, bestaat een herkansing uit een individueel aangepaste opdracht.Het totaalpunt van de masterproef wordt in dat geval opgebouwd uit twee deelscores:

  • (1) de beoordeling van het schriftelijke verslag, gecorrigeerd met een individuele peer assessment factor
  • (2) de score op de individuele verdediging.

Enkel onvoldoende deelscores dienen hernomen te worden tijdens de tweede examenkans. Onderdelen waarvoor de student een voldoende behaalde, hoeven niet meer opnieuw te worden hernomen. Indien de student kiest om een voldoende onderdeel toch te hernemen, dan geldt de laatst behaalde score.
Alle deelscores met een onvoldoende of niet afgelegd moeten opnieuw afgelegd worden bij herkansing. Indien de student een niet geslaagde deelscore niet herneemt zal hij voor deze deelscore en bijgevolg voor het hele opleidingsonderdeel ‘niet afgelegd’ krijgen.

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V22A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0G63A : Opleiding tot leraar geschiedenis

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P2V17a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. Er wordt gewerkt met een aangepaste cesuur bij de toetsen voor de modules.
Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P0V18A)

6 studiepunten Nederlands 90 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V20A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-P0V18a)

4 studiepunten : College 90 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-P0V19a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P2V18a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie) 
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P0V20A)

6 studiepunten Nederlands 90 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V18A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-P0V20a)

4 studiepunten : College 90 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-P0V21a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P2V20a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie)
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..
     

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22A)

6 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V17A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22a)

6 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P2V22a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. 

Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27B)

6 studiepunten Nederlands 40 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Doelstellingen

Op grond van het opleidingsonderdeel zijn de studenten in staat

  • Hun inzicht te vertolken in het wetenschappelijk onderzoek t.a.v. deelproblematieken op het vlak van didactiek van hoger onderwijs
  • Onderwijspraktijken inzake hoger onderwijs theoretisch te duiden en onderzoeksonderbouwde optimaliseringsvoorstellen te formuleren
  • Zelfstandig en kritisch onderzoek inzake didactiek van hoger onderwijs te verwerken

 

Vormingsdoelen

  • Studenten ontwikkelen een interesse voor (evoluties op het vlak van) didactiek van hoger onderwijs, ze tonen hun interesse door actief op zoek te gaan naar informatie en daarover onderbouwd standpunt te nemen
  • Studenten scholen zich professioneel bij op het vlak van didactiek van hoger onderwijs

Begintermen

Studenten hebben inzicht in de factoren die de kwaliteit van onderwijs bepalen en dit zowel op micro-, meso-, als op macro-niveau.

Studenten zijn in staat enerzijds op hun ervaringen een beroep te doen bij het interpreteren van nieuwe informatie en anderzijds afstand te nemen van hun ervaringen om diepte-zicht op te bouwen.

Studenten zijn in staat zelfstandig wetenschappelijke literatuur te verwerken.

 

Identieke opleidingsonderdelen

P0V27A: Didactiek van het hoger onderwijs

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek van het hoger onderwijs: opdracht (B-KUL-O0G78a)

1 studiepunten : Opdracht 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27a)

5 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel staan actuele deelthema’s t.a.v. de didactiek van hoger onderwijs centraal die onderzoeksmatig veel aandacht krijgen. Jaarlijks kunnen deze thema’s worden aangepast . Mogelijke thema’s zijn:

  • Maatschappelijke rol van hoger onderwijs (enculturatie – transformatie)
  • Curriculumontwikkeling in het hoger onderwijs
  • Werkvormen eigen aan hoger onderwijs
  • De rol van technologie in het kader van (de vernieuwing van) hoger onderwijs
  • Omgaan met verschillen tussen studenten in het hoger onderwijs (van toegangselectie tot universal design)

 

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt in afstandsonderwijs aangeboden en omvat twee types activiteiten:

  • Online modules waarin thema’s worden ingeleid en geduid
  • Interactieve online discussiesessies waarin studenten op grond van een grondige lezing van de literatuur actuele casussen bespreken en elkaar bevragen en ondersteunen bij het identificeren van implicaties

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0V27A : Didactiek van het hoger onderwijs

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P2V27b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

ECTS Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P0W39A)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

De diversiteitsstage wil studenten kansen bieden om zich in een veilig leerklimaat te bekwamen tot zorgzame en relatievaardige leraren die aandacht hebben voor de noden en leerbehoeften van alle leerlingen/cursisten/studenten, in het bijzonder de meest kwetsbaren onder hen.

  • Bij het voltooien van de diversiteitsstage heeft de student deze doelstellingen bereikt:
  • De student heeft oog voor verschillen tussen leerlingen/cursisten/studenten, met bijzondere aandacht voor de leerlingen/cursisten/studenten waarbij de schoolloopbaan moeizaam verloopt;
  • De student kan reflecteren over de verschillende factoren die een impact hebben op de leerprocessen van kwetsbare leerlingen/cursisten/studenten in een groepscontext;
  • De student kan leerlingen/cursisten/studenten coachen, met bijzondere aandacht voor studiemethode;
  • De student kan in functie van gelijke onderwijskansen communiceren en samenwerken met (afhankelijk van het project) leraren, leerlingen/cursisten/studenten, ouders, externe partners en de bredere sociaal-culturele sector;
  • De student kan de sterke en zwakke punten rond hun handelingsbekwaamheid m.b.t. omgaan met diversiteit in het onderwijs identificeren;
  • De student kan zich verder engageren om zijn/haar handelingsrepertoire rond het omgaan met diversiteit te vergroten;
  • De student kan discreet omgaan met gevoelens van leerlingen/cursisten/studenten door respect op te brengen voor de eigenheid en diversiteit van die leerlingen/cursisten/studenten.

 

Begintermen

De diversiteitsstage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis.
Om dit OPO te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Identieke opleidingsonderdelen

F0YX7A: Diversiteitsstage Letteren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P0W39a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De inhoud wordt universiteitsbreed bepaald (zie Toledo)

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

De diversiteitsstage bestaat uit het verzorgen van ca. 15-20 sessies op een school of in een organisatie. De sessies vinden bij voorkeur plaats in de eigen stageschool (in Vlaanderen en/of Brussel) of in een andere school, CVO, andere partnerorganisatie. De student sluit bijvoorbeeld aan bij het ondersteuningsteam op een school.
De stagiair ondersteunt het team op school/in een organisatie dat (een) leerling(en)/cursist(en)/student(en) met specifieke onderwijsbehoeften omwille van individuele kenmerken (bijvoorbeeld: SES, taal- en/of migratieachtergrond, socio-culturele achtergrond, ontwikkelingsstoornissen, leerstoornissen, genderidentiteit, functiebeperkingen) begeleidt.

Om te reflecteren op het stagetraject worden drie supervisiemomenten georganiseerd (begeleid en opgevolgd door medewerkers van de Educatieve Masters) op de school of aan de universiteit, waarbij de student ervaringen uitwisselt met medestudenten en eventueel ook met studenten van een bacheloropleiding. Hiervoor bereiden studenten bijvoorbeeld reflectievragen voor, houden ze een logboek/dagboek bij en maken ze een kort individueel verslag van de bijeenkomst. Het laatste supervisiemoment is de evaluatiesessie. De aanpak en inhoud van de supervisies wordt verder toegelicht door de projectleider via Toledo / mail.

Naast het verzorgen van de begeleidingssessies en de supervisies volgt elke student ook ten minste twee universiteitsbrede vormingen.

De vormingen en supervisies worden universiteitsbreed georganiseerd en begeleid door medewerkers van de Educatieve Masters of worden aangeboden in samenwerking met externe partners. Er wordt naar een diverse samenstelling van de studentengroep gestreefd (studenten uit verschillende projecten en Educatieve Masters).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

De wijze waarop dit opleidingsonderdeel wordt ingevuld, is afhankelijk van de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad en andere geldende collectieve of individuele maatregelen die worden opgelegd. 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P2W39a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces. De evaluatievorm kan verschillen naargelang het gekozen traject. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Er wordt voor deze onderwijsleeractiviteit gewerkt met een geslaagd/niet geslaagd beoordeling.

Tweede examenkans
Er is geen tweede examenkans.

Deze stage gaat door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P0X27A)

6 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Medaer Jan (coördinator) |  Medaer Jan |  Vandenabeele Joke

Doelstellingen

Leerdoelen :

Het Vlaamse landschap van de volwassenvorming met zijn specifieke settings en maatschappelijke betekenis per setting duiden;

De belangrijkste leertheorieën, die de praktijken van de volwassenenvorming inspireren duiden;

Inzien dat de leertheorieën inzake volwassenenvorming verbonden zijn met specifieke strategieën om het leren bij volwassenen te bevorderen;

Een specifiek profiel schetsen van de doelgroep behorende tot de eigen gekozen volwassenenvormingscontext door onder andere observatie van de beginsituatie, interview, literatuur studie;

Nagaan welke specifieke didactiek er van toepassing zijn binnen specifieke vormen van volwassenenvorming;

Kritisch reflecteren over de leertheorieën van de volwassenenvorming en keuze kunnen verantwoorden voor een bepaalde leertheorie in functie van een praktijkgericht onderzoek;

Vormingsdoelen:

Bevindingen vanuit praktijkonderzoek presenteren zodat deze relevantie hebben voor het werkveld;

Bereidheid om op een zelfstandige basis en in constructief overleg of in samenwerking met anderen een bijdrage te leveren tot verdere theorievorming en onderzoeksuitvoering inzake volwassenenvorming;

Bereidheid om een duidelijk persoonlijk standpunt in te nemen op een genuanceerde en beargumenteerde wijze ten aanzien van de manier waarop het leren van volwassenen in diverse settings van de volwassenenvorming tot stand wordt gebracht;

Bereidheid om een educatief perspectief op volwassenenvorming te formuleren op basis van wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en eigen opgezet onderzoek.

Begintermen

Voor dit OPO geldt een numerus clausus van 70 EM-studenten.

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Lesgeven binnen volwassenenvorming: algemene en specifieke eigenheden van het volwassenenvormingsveld in Vlaanderen (B-KUL-P0X27a)

3 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het veld van de volwassenenvorming is enorm uitgestrekt en kent vandaag de dag veel verschillende opvattingen, principes concrete methodieken en doelgroepen. In dit OLA gaan we in op algemene en specifieke eigenheden van volwassenenvormingsveld in Vlaanderen. We verkennen de erg verschillende finaliteiten van de volwassenenvorming, onderzoeken de kenmerken en beweegredenen van de verschillende doelgroepen en analyseren de specifieke methodieken eigen aan de verschillende settings van volwassenenvorming aan de hand van verschillende opdrachten. Bij deze analyse wordt ook gekeken naar werkingsprincipes en valkuilen om te komen tot inzichten die vorm krijgen in een gemotiveerde lijst van do’s and don’ts gericht aan het werkveld.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Blended learning: interactieve contactmomenten en zelfstudie van modules via materiaal op Toledo, individueel uitwerken van opdrachten: opdrachtomschrijving zie Toledo.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0X56A : Lesgeven binnen volwassenenvorming

Lesgeven binnen volwassenenvorming: onderzoek naar motivatie van vormingskeuze bij volwassenen (B-KUL-P0X34a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit OLA wordt de motivatie van vormingskeuze bij heel specifieke doelgroepen (vluchtelingen en migranten, kortgeschoolden en jonge adolescenten, mensen in armoede, ouderen, etc.) en hoe zij ‘leren’ opvatten onder de loep genomen en kritisch vergeleken met leertheorieën inzake volwassenenvorming. Er is aandacht voor een aantal onderzoekers/theoretici die het veld in de loop der tijd substantieel hebben gedefinieerd; dit brengt inzicht in wat belangrijke keuzes zijn in het concreet vorm geven van een educatief initiatief binnen de volwassenenvorming. Iedere student zal een praktijkgericht onderzoek uitvoeren binnen een eigen gekozen volwassenvormingssetting. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van onderzoeksliteratuur en werkveldbezoeken (observatie en interviews in een specifiek volwassenenvormingssetting), en resulteert in een paper. Bij tussentijdse (online) momenten bespreken we reeds opgedane inzichten adhv reflectie/ feedback.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Uitwerken van een paper op basis van praktijkgericht onderzoek in volwassenenvormingssetting, ondersteund door begeleidende leerinhouden op Toledo en online intervisies.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P2X27a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Permanente evaluatie o.b.v. tussentijdse opdrachten en paper.

De student moet geslaagd zijn voor alle onderdelen van elk OLA om het OPO succesvol af te leggen.

Toelichting bij herkansen

Bij niet slagen moeten de ontoereikende opdrachten en/of paper herwerkt of hernomen worden in de tweede examenperiode

ECTS Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I10A)

6 studiepunten Nederlands 69 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit de vooropleiding politieke en sociale wetenschappen, communicatiewetenschappen of criminologische wetenschappen enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in maatschappijwetenschappen enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen dit domein in het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden en de algemene didactiek toepassen op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in de maatschappijwetenschappen. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student is in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De student kan hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De student begrijpt dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve Master in de Maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen.

Dit opleidingsonderdeel kan enkel opgenomen worden door studenten mits zij over voldoende voorkennis beschikken (30 sp.).

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )) EN GELIJKTIJDIG( O0G73A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
O0G73AO0G73A : Vakwerkgroep MW-PPW


Identieke opleidingsonderdelen

S0N39A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I06a)

6 studiepunten : College 69 Beide semestersBeide semesters
Claes Ellen |  N.

Inhoud

Binnen dit vak verwerven studenten theoretisch inzicht in de werking van de hedendaagse pluriforme samenleving en democratische rechtsstaat en ontwikkelen ze onderbouwde opvattingen over hedendaagse maatschappelijke vraagstukken. Deze worden bestudeerd vanuit een sociologisch en politicologisch perspectief. Maatschappelijke verschijnselen worden verklaard met relevante theorieën uit deze wetenschappen. Studenten leren deze verschijnselen analyseren en leren methodieken om jongeren te stimuleren en zelf tot deze analyse over te gaan.

Naast het verwerven van theoretische inzichten, oefenen de studenten de vakdidactische componenten in. Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt in groepjes van ca. 10 studenten gewerkt. Elke groep wordt tijdens de sessies begeleid door een lector.

De studenten leren in deze OLA onder meer:

  • Een les voor te bereiden (incl. formuleren beginsituatie, opstellen lesdoelen vertrekkende vanuit minimumdoelen of leerplandoelstellingen, invullen lesfasen)
  • Een les didactisch te onderbouwen
  • Een les te geven, o.a. via een experimentele les voor de medestudenten
  • Een evaluatie (vb. toets) op te stellen
  • Te reflecteren over het eigen functioneren
  • Feedback te geven aan medestudenten

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Flipped classroom - Individuele opdracht - Oefensessie

Wekelijks (fysiek) contactmoment van drie uur.

Tijdens de eerste drie weken worden theoretische inhouden aangereikt. Vervolgens wordt studiemateriaal via een zelfstudiemodule aangereikt.

Vanaf week 4 omvat dit OLA werk- en presentatiesessies die we vakdidactische toepassingen noemen. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren tijdens deze contactmomenten.

Voor de vakdidactische toepassingen worden de studenten in kleinere groepen verdeeld. Elke groep heeft bijeenkomsten op een ander moment. Er worden zowel sessies overdag als ’s avonds (in eerste instantie voor werkstudenten) ingericht.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S2I10a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit opleidingsonderdeel worden getoetst aan de hand van enkele opdrachten (bijvoorbeeld een paper, presentatie, praktijkoefeningen, …), die het eindcijfer zullen bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden tijdig gecommuniceerd via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

 

Toelichting bij herkansen

Voor de opdrachten binnen het deel vakdidactische toepassingen bestaat geen mogelijkheid tot herkansen. De integrale opdracht is wel herkansbaar en zal toegelicht worden via Toledo.

ECTS Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29A)

6 studiepunten Nederlands 22 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Agirdag Orhan |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Van Nieuwenhuyse Karel |  Sampermans Dorien (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

-  De studenten raken vertrouwd met de problematiek van beide doelgroepen (jongeren uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid); ze doen kennis en inzicht op in

  • wat begrepen wordt onder kwetsbaarheid en het ontstaan ervan;
  • de wisselwerking school - gezin in een kwetsbare situatie, de invloed die specifieke problemen van mensen uit deze doelgroepen uitoefenen op de schoolloopbaan en leervorderingen van de jongeren, de rol die scholen (onbedoeld) spelen in het genereren en versterken van kwetsbaarheid, en strategieën om de impact van kwetsbaarheid op de schoolse situatie te beperken;
  • de bestaande organisaties die werkzaam zijn binnen dit veld en intensief samenwerken met jongeren van ca. 12-18 jaar (deze leeftijdscategorie is nog vaak ‘onontgonnen terrein’) en hun leefomgeving;
  • de concrete situatie en denk- en leefwereld van de doelgroepen (sociaal-economische en etnisch-culturele profielen) in theoretisch en in praktisch opzicht, o.m. via het leren kennen van de jongeren, ouders en buurt door middel van een participerende observatie;
  • de specifieke problemen die mensen uit deze doelgroepen op verschillende vlakken (vb. fysisch, sociaal, psychologisch) ervaren;
  • het opzetten van respectvolle, effectieve en efficiënte communicatie met mensen uit deze doelgroepen (o.m. via het kunnen wisselen van perspectief).

- De studenten bieden, rekening houdend met alle kennis en inzicht die ze opdeden, een geëngageerde, verantwoordelijke, respectvolle en dienstbare ondersteuning aan mensen in een kwetsbare situatie, inzonderheid mensen met een lage sociaal-economische status en mensen uit een etnisch-culturele minderheid. De component ‘dienen’ gebeurt altijd met inachtneming van de driehoek jongere – gezin - buurt/leefwereld. Dit doen ze vanuit een open houding om zelf ook te leren uit deze concrete ervaringen.

- De studenten kunnen individueel en in groep reflecteren op de wijze waarop ze ondersteuning bieden en hun eigen perspectief in vraag stellen.

- De studenten kunnen vanuit hun dienstbare ervaring verwoorden hoe ze hiermee als toekomstige leraar rekening zullen houden zodat jongeren in een kwetsbare situatie echt gelijke kansen krijgen in het onderwijs.

- De studenten kunnen uitleggen hoe hun ervaring bij het ondersteunen van mensen uit deze doelgroepen ook op de vakinhoudelijke component van hun onderwijspraktijk een invloed heeft en kunnen de vormgeving van hun praktijk aan deze inzichten aanpassen.

- De studenten kunnen als ervaringsdeskundigen en met inzicht in de bestaande modellen van service-learning een relevante bijdrage leveren tot de uitbouw van een didactiek service-learning voor het secundair onderwijs.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.
 

Toelichting

Via service-learning brengen we de studenten van de Educatieve Master Opleidingen in contact met jongeren (ca. 12-18 jaar) uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid, met hun gezinnen en/of hun buurt. Dat contact verloopt niet in of via de school, maar via organisaties die deze jongeren en/of hun gezinnen ondersteunen, bijvoorbeeld aan huis, via een buurtwerking of via een cultureel project.

We stellen vast dat het huidige onderwijs de bestaande maatschappelijke ongelijkheid bevestigt. Bovendien behoren de toekomstige leraars secundair onderwijs meestal net niet tot etnisch-culturele minderheden en groepen met een lage sociaal-economische status, en hebben ze dus vaak geen affiniteit met jongeren en hun leefomgeving uit die minderheden. In dat verband zijn er prangende uitdagingen die we laten aangaan op het vlak van diversiteit en van maatschappelijke ongelijkheid. Vanuit het dienende contact met deze doelgroepen, vanuit een theoretische achtergrond en ervaringsgetuigenissen laten we de studenten kijken naar de verhouding tussen deze jongeren en het onderwijs: hoe kan ik als leraar (in het algemeen en specifiek voor mijn vak) rekening houden met mogelijke valkuilen, zodat ik de jongeren optimaal kansen op ontplooiing kan bieden?

Daarnaast maken de studenten kennis met de didactiek van service-learning en reflecteren ze ervaringsgericht over mogelijke manieren om als leraar in het secundair onderwijs een service-learning project op te zetten of eraan bij te dragen.

Numerus clausus

Zie begintermen

Begintermen

De student beschikt over de vaardigheden en houdingen die van een student bij de aanvang van een academische Master worden verwacht.

Numerus clausus

Voor dit opleidingsonderdeel geldt een numerus clausus van 20 studenten.

Identieke opleidingsonderdelen

O0D35A: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de specifieke lerarenopleiding

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29a)

6 studiepunten : Practicum 22 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Academische component:

  • Inzicht in kwetsbaarheid algemeen (vanuit interdisciplinair perspectief)
  • Inzicht in (gevolgen van) (kans)armoede en etnisch-culturele diversiteit
  • Inzicht in wisselwerking school – gezin/buurt en school – maatschappelijke ongelijkheid
  • Inzicht in interculturele communicatie
  • Inzicht in stereotypering en stigmatisering en de rol van vooroordelen op leerkrachtgedrag
  • Inzicht in didactiek service-learning secundair onderwijs

Belangrijk: deze componenten worden niet alleen belicht door academische experten, maar ook door ervaringsdeskundigen.

 

Praktijkcomponent:

  • Uitleg over en kennisname van bestaande organisaties en initiatieven in het veld, gericht op de doelgroepen
  • (Passieve) participerende observatie ter inleving in de situatie
  • Actieve, dienstbare praktijkervaring service-learning met jongeren in hun eigen leefomgeving, d.w.z. gezin en/of buurt


Reflectiecomponent:

  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent, participerende observatie naar de theoretische kaders (met specifieke aandacht voor de wederkerigheid in het leren) (seminarie)
  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent actieve, dienstbare praktijkervaring naar de theoretische kaders (seminarie)
  • Publiek maken van de ervaringen van de studenten met service learning (schriftelijk, individueel werk)
  • Afsluitende reflectie over wat studenten op welke vlakken hebben ervaren en geleerd (individueel, creatieve neerslag)
  • Gezamenlijke intervisie (met studenten, titularissen en begeleidende lectoren) over wat van het geleerde kan worden meegenomen naar de vormgeving van de vakspecifieke praktijk (Wat bracht service-learning bij voor het vakinhoudelijke en vakdidactische aspect van de onderwijspraktijk?) (seminarie)
  • Publieke voorstelling van de reflecties en resultaten en een gezamenlijke (vreugdevolle) afsluiting. (eindpresentaties)

Studiemateriaal

Artikels en literatuur, voorbeeldmateriaal, multimedia en Toledo

Toelichting werkvorm

Er wordt een combinatie van werkvormen gebruikt. De theorie wordt aangebracht via colleges verzorgd door experten, via contacten en gesprekken met ervaringsdeskundigen en via inleef- en werksessies. De praktijk bestaat uit een stageluik. Reflectie gebeurt via intervisieseminaries en opdrachten. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S2I29a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie gebeurt op basis van de inbreng in de seminaries en intervisies, het maatschappelijk engagement van de student, de kwaliteit van de praktische ervaring, reflecties, verslagen, en de actieve inbreng in en kwaliteit van de relevante bijdrage aan het design van service-learning voor het secundair onderwijs.
 

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans.

ECTS Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35A)

3 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten elk de volgende doelstellingen bereikt:

  • De studenten zijn gemotiveerd om filosofische gesprekken te voeren binnen en buiten het eigen vakdomein.
  • De studenten kunnen filosofische vragen stellen bij lesinhouden die aansluiten bij hun eigen vakdomein en bij aanverwante vakdomeinen.
  • De studenten kunnen een vragende, socratische attitude aannemen en integreren in het werken met hun doelgroep.
  • De studenten kunnen een filosofisch gesprek voorbereiden en opstarten met een groep.
  • De studenten kunnen de groep op een participatieve én efficiënte manier (op een beginnersniveau) begeleiden bij het voeren van een filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen de (zelf)reflectie van leerlingen stimuleren en ondersteunen en kunnen in de groep een veilige en vrije ruimte creëren waarbinnen dat mogelijk is.
  • De studenten hebben inzicht in verschillende methodes om een filosofisch gesprek te voeren.
  • De studenten hebben inzicht in de waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen reflecteren over een filosofisch gesprek dat ze observeren of begeleiden of waarin ze participeren.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Studenten hebben ofwel reeds een bachelordiploma behaald, ofwel zijn zij max. 70 sp. verwijderd van het bachelordiploma.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35a)

3 studiepunten : Practicum 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De OLA bestaat uit 25 contacturen (in blokken van 2,5 uur). Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht (zie evaluatie).

Deze OLA laat zien hoe je binnen je eigen discipline en aanverwante disciplines filosofische gesprekken kan voeren met een groep (leerlingen) over een onderwerp dat zich daartoe leent. Het is een kennismaking met het fenomeen ‘filosofische gesprekken’ en biedt de gelegenheid houdingen en vaardigheden uit de filosofische praktijk te oefenen en erover te reflecteren.

In vijf plenaire sessies worden de belangrijkste theoretische achtergronden voorgesteld, afgewisseld met korte oefeningen. De volgende thema's kunnen aan bod komen:

  • De praktische filosofie en het filosofisch gesprek, o.a. met kinderen en jongeren;
  • Waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • De houding van de filosofisch gespreksbegeleider: de maieutiek, het belang van ‘leeg’ luisteren.
  • De techniek van het kritisch denken: kunnen registreren van de spontane redenering en argumentatie van deelnemers en daarop doorvragen (beginselen van de argumentatieleer);
  • De kunst van het vragen stellen en vragend werken met een (klas)groep;
  • De structuur van een filosofisch gesprek;
  • Vergelijking tussen verschillende scholen/methodes in het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • Achtergronden van de socratische methode en toepassingen en varianten van het socratisch gesprek. Verschillen en gelijkenissen met andere methodes in het filosoferen.

In vijf werkcolleges in groepen van ca. 20 studenten worden de studenten in het volgende begeleid:

  • een filosofisch gesprek opstarten vanuit een impuls
  • oefenen in het begeleiden van filosofische gesprekken
  • ideeën en werkvormen uitwisselen om te gebruiken in de klas
  • uitdenken van een onderzoeksvraag (voor de paper) en een impuls (voor de lesvoorbereiding)

Naast deze werkcolleges kunnen de studenten naar keuze enkele stagelessen 'filosofisch gesprek met kinderen en jongeren' begeleiden, zowel in het secundair als in het basisonderwijs. Als zij hiervoor interesse hebben, observeren ze eerst een les gegeven door de docent in het secundair en/of in het basisonderwijs. Nadien kunnen afspraken gemaakt worden met de leerkracht van de klas in kwestie. Precieze stageplekken worden nog bekend gemaakt bij aanvang van het seminarie.

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal: het boek Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek: De basis (Leuven: LannooCampus, 2020). Dit boek kan via de docent aangekocht worden.

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal: op Toledo vinden de studenten achtergrondartikelen en een bibliografie met referenties aan boeken, artikelen, video’s, didactisch materiaal … die ze kunnen gebruiken als achtergrond bij de paper en de lesvoorbereiding.

Toelichting werkvorm

De contacturen vinden plaats in Leuven.

De eerste 12,5 contacturen zijn interactief. De theorie zoals uitgelegd in het boek wordt aangereikt aan de hand van korte oefeningen die meteen bruikbaar zijn in de (klas)groep.

Tijdens de volgende 12,5 contacturen (werkcolleges) worden vooreerst in groep filosofische gesprekken gevoerd en verschillende werkvormen uitgeprobeerd. De effecten en doelstellingen van de verschillende werkvormen worden samen besproken en in functie van bruikbaarheid geëvalueerd. Daarna oefenen de studenten ook in het zelf begeleiden van een filosofisch gesprek en krijgen ze hierop feedback.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S2I35a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Vaardigheidstoets

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De evaluatie bestaat uit drie opdrachten die samen de eindscore bepalen. 

  • De studenten schrijven een paper waarin zij een eigen onderzoeksvraag in verband met het filosofisch gesprek uitwerken en verbinden met een concreet filosofisch gesprek.
  • De studenten maken een lesvoorbereiding (voor één les) waarin zij een impuls uitwerken en een methode kiezen en beschrijven.
  • Tijdens de contactmomenten vindt een evaluatiemoment plaats waarbij elke student individueel een filosofisch gesprek begeleidt met enkele van de medestudenten. 

De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden door de docent(en) vastgelegd en gecommuniceerd via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij alle opdrachten in rekening genomen worden: 

  • De paper telt voor 50 % van het eindcijfer.
  • Het lesvoorbereidingsformulier staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De kwaliteit van het leiden van het filosofisch gesprek staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De peerevaluatie van een filosofisch gesprek staat op 10 % van het eindcijfer.

Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. 

Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht. Andere verplichtingen, zoals stage, tellen niet als geldige reden voor afwezigheid. Enkel wie een gewettigd document van afwezigheid (vb. ziekteattest) kan voorleggen, kan zich verontschuldigen. De docent kan in dat geval beslissen om de student een vervangopdracht te geven. Wanneer studenten om zwaarwichtige redenen gedurende een langere periode of regelmatig niet kunnen deelnemen aan de verplichte contactmomenten, verwittigen zij zo spoedig mogelijk de examenombuds. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken voor elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen (https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Toelichting bij herkansen

Studenten die niet geslaagd zijn en gebruik wensen te maken van een tweede examenkans, moeten contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten zij (opnieuw) moeten indienen en hoe ze dat moeten doen. De verdere instructies over tweede examenkans vindt de student op Toledo.

Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op het eindresultaat voor elke ongewettigde afwezigheid.
Wie de deadline bij de tweede examenkans overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt een eindresultaat ‘niet afgelegd’.

ECTS Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-S0J68A)

6 studiepunten Nederlands 12 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt

Doelstellingen

Als praktijkcomponent vult de stage de theoretische component van het leraarluik van de educatieve master aan. Voor elk van de decretaal vastgelegde basiscompetenties (functionele gehelen en attitudes) voor pas afgestudeerde leraren wordt in de opleidingsonderdelen van de theoretische component een basis gelegd. Die basis volstaat echter niet voor een daadwerkelijke beheersing van de betreffende competenties. De stage zet daarnaast in op de onderwijspraktijk binnen het reflectief ervaringsleren.
 

Leerresultaten

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • te reflecteren op de eigen onderwijspraktijk en kan deze op basis hiervan bijsturen.
  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en de domeinen van de maatschappijwetenschappen en aanverwante te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen zelfstandig te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de maatschappijwetenschappen en aanverwante.
  • zowel in team als individueel een krachtige leeromgeving te realiseren. Hij/zij kan doelgericht lesonderdelen/lessen voorbereiden en uitvoeren, met duidelijk uitgeschreven doelen, structuur en inhoud. Gebruikte werkvormen en leermiddelen sluiten hierop aan. De student heeft oog voor de betrokkenheid van de lerenden, reageert gepast om die betrokkenheid te continueren en realiseert een vlot lesverloop. De les wordt in het Standaardnederlands uitgevoerd en is naar inhoud en vorm afgestemd op de beginsituatie van de lesgroep. De student doet redelijke aanpassingen aan individuele kenmerken van de lerenden. De student kan de leerresultaten evalueren.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.
     

Vormingsdoelen

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken. 
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dat uit zich o.a. in het gepast communiceren – in standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, vakmentor en stagebegeleider, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.

Begintermen

De stage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis voor de stage.

Om dit opleidingsonderdeel te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( S0I01A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I31A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I87A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J07A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J25A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J43A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J61A) OF GELIJKTIJDIG( S0I02A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I32A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I88A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J08A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J26A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J44A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J62A) OF GELIJKTIJDIG( S0I03A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I33A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I89A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J09A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J27A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J45A ) OF GELIJKTIJDIG( S0J63A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I34A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I35A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I10A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I11A ) OF GELIJKTIJDIG( S0P70A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G73A )


S0I01AS0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31AS0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87AS0I87A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J07AS0J07A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J25AS0J25A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J43AS0J43A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J61AS0J61A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I02AS0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I32AS0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I88AS0I88A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08AS0J08A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J26AS0J26A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J44AS0J44A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J62AS0J62A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I03AS0I03A : Vakdidactiek rechten
S0I33AS0I33A : Vakdidactiek rechten
S0I89AS0I89A : Vakdidactiek rechten
S0J09AS0J09A : Vakdidactiek rechten
S0J27AS0J27A : Vakdidactiek rechten
S0J45AS0J45A : Vakdidactiek rechten
S0J63AS0J63A : Vakdidactiek rechten
S0I34AS0I34A : Didactiek burgerschapsvorming
S0I35AS0I35A : Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren
S0I10AS0I10A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I11AS0I11A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0P70AS0P70A : Vakdidactiek rechten
O0G73AO0G73A : Vakwerkgroep MW-PPW

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage 2 (B-KUL-S0J68a)

6 studiepunten : Stage 12 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het onderdeel ‘Doorgroeistage 2’:

  • observeert de student lessen (+ bijhorende taken) in de onderwijsinstelling waar hij/zij ook de actieve lesstage van dit stageonderdeel doorloopt.
  • verzorgt de student lessen in team-teaching met de vakmentor
  • staat de student individueel voor de groep lerenden (actieve stage). De lessen zijn volledig uitgewerkt en verzorgd door de student. 
  • maakt de student min. 1 micro- en 1 meso-taak.
  • schrijft de student een reflectieverslag bij minstens 1 les, of bij een relflectiegesprek met de stagementor/praktijklector.
  • neemt de student deel aan een terugkomsessie (+ bijhorende taken).

Zowel de team-teaching activiteiten en het individueel lesgeven behoren tot de actieve stage.

In verband met de micro/meso-taken formuleert de student in overleg met de vakmentor en stagebegeleider activiteiten waarmee de basiscompetenties van afgestudeerde leraren kunnen worden ingeoefend.

In de teamteaching neemt de student – in samenspraak met de vakmentor – een ondersteunende rol op. Dat houdt in dat de student organisatorisch helpt, één of meerdere leerlingen(groepen) begeleidt, verlengde instructie geeft, een lesdeel verzorgt, ... Daarnaast onderneemt de student ook zo snel mogelijk pedagogisch-didactische activiteiten door taken te vervullen voor de vakmentor in het kader van zijn/haar lessen. Door middel van de teamteaching groeit de student gradueel in zijn/haar rol als lesgever en wordt hij/zij voorbereid op zelfstandig lesgeven.

De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Binnen dit onderdeel staan de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren centraal.

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands

Toelichting werkvorm

Gespreid over de opleidingsonderdelen ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ en ‘Stage maatschappijwetenschappen 2’ (of equivalente stage van een andere faculteit) moet elke student observatiestage actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken).

Stageactiviteiten vinden plaats in verschillende onderwijscontexten (doorstroom, dubbele finaliteit, arbeidsfinaliteit, tweedekansonderwijs, CVO, hoger onderwijs of gemeenschapsinstelling). De stages worden toegespitst op de gevolgde vakdidactiek(en). Gedurende de stageperiode is de student voldoende aanwezig op de stageschool, zodat hij/zij opgenomen wordt in het schoolteam en micro/meso-taken kan uitvoeren.

Binnen dit onderdeel ontwerpt en realiseert de student activiteiten allerlei op niveau van de leerling en de klas. De stage richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving. Binnen deze stage staat de verwerving van de basiscompetenties centraal.

Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.

Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals het werkplekleren, kunnen de onderwijs en de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-S2J68a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces.
Een leraar moet beschikken over kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes op zeer diverse vlakken (cf. de tien functionele gehelen en acht attitudes van de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren). 
Het opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd op basis van het afgelegde stageproces en aan de hand van een evaluatiedossier (portfolio). De kwaliteit van de stagetaken en het portfolio maken deel uit van de beoordeling. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

De score op het opleidingsonderdeel wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en stagebegeleider(s), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. De evaluatie gebeurt in samenspraak met de vakmentor(en). Niettemin zijn het de stagebegeleider(s) en docent(en) die de eindverantwoordelijkheid hebben voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat.
De onderwijsinstelling waar de student stage loopt en de stagebegeleider zijn in de mogelijkheid om de stage te allen tijde stop te zetten indien de student herhaaldelijk of in ernstige mate de stageverplichtingen niet nakomt. Dat leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het opleidingsonderdeel.

Voorwaarden:

  • De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageschool. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Het elektronisch portfolio is tijdig afgewerkt. De deadlines voor het portfolio worden op Toledo bekend gemaakt. Zolang het portfolio niet is ingediend, kan geen cijfer gegeven worden voor het gehele opleidingsonderdeel.
  • Er is slechts één examenkans, die kan worden opgenomen in de eerste of tweede examenperiode.

Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals het werkplekleren kunnen zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

De stages gaan door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

ECTS Europees burgerschap (B-KUL-S0O96A)

6 studiepunten Nederlands 12 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Grimonprez Kris (coördinator) |  Grimonprez Kris |  N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel (OPO) beoogt de vorming van geïnformeerde, mondige en kritische EU-burgers. Vorming voor democratisch Europees burgerschap streeft naar empowerment van burgers: EU-burgers die mondig zijn om hun democratische rechten en verantwoordelijkheden in de samenleving uit te oefenen en op te nemen, diversiteit te waarderen en een actieve rol te spelen in het democratische leven. Dit OPO biedt daartoe een referentiekader en maakt Europees burgerschap zeer concreet aan de hand van casussen gebaseerd op rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De casussen onthullen het DNA van de EU en nodigen uit tot kritisch denken. Centraal hierbij zijn de waarden waarop de Unie berust: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.

Dit OPO versterkt de EU-dimensie in sleutelcompetenties die voor elke Educatieve master relevant zijn, o.m. in burgerschapscompetenties, competenties in het Nederlands en in andere talen, digitale competenties en mediawijsheid, sociaal-relationele competenties, competenties inzake duurzaamheid, economische en financiële competenties, juridische competenties, leercompetenties, en competenties m.b.t. initiatief, ondernemingszin en loopbaancompetenties.

De modulaire aanpak laat de studenten toe bepaalde thema’s meer aandacht te geven, afgestemd op het eigen vak- of interessegebied.

OLA 1 betreft de inhoudelijke component: wat is Europees burgerschap?

OLA 2 gaat in op de didactische component: hoe breng je het in de klas?

 

Studenten kunnen dit OPO volledig op afstand volgen. Het gaat in hoofdzaak om asynchroon online onderwijs, aangevuld met enkele synchrone contactmomenten die ook digitaal worden aangeboden. Het examen gaat on-campus in Leuven door.

 

Leerresultaten

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • de betekenis van Europees burgerschap uitleggen, ook voor burgers die hun land niet verlaten.
  • het referentiekader van EU-waarden, EU-doelstellingen en EU-beginselen toelichten.
  • casussen in verschillende domeinen analyseren (gerelateerd aan de domeinen die de eigen Educatieve master bestrijkt, maar ook aan andere domeinen).
  • toelichten welke invloed EU-regels op verschillende maatschappelijke domeinen hebben en hoe EU-burgers die kunnen beïnvloeden.
  • een afweging maken van verschillende argumenten, EU-rechten en EU-waarden in een casus.
  • het evenredigheidsbeginsel hanteren als een tool voor probleemoplossend denken.
  • de doelstellingen van de ‘EU-leraar’ beschrijven en hierover reflecteren.
  • toelichten wat EU-burgerschapseducatie is en beschrijven hoe het zich verhoudt tot nationale burgerschapseducatie.
  • uitleggen hoe onderwijs over de EU objectief, kritisch en pluralistisch kan zijn.
  • een didactisch verantwoorde les opstellen aan de hand van het studiemateriaal inzake Europees burgerschap.

 

Vormingsdoelen

De studenten:

  • erkennen het belang van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in het licht van de EU-waarden. Zij willen bijdragen aan een samenleving gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
  • nemen een onderzoeksgerichte attitude aan om kritisch de EU-dimensie van maatschappelijke thema's te beoordelen.
  • zijn bereid vooroordelen te overwinnen en waar nodig compromissen te sluiten.
  • zijn bereid constructief actie te ondernemen en deel te nemen aan democratische besluitvorming op alle niveaus en aan burgerschapsactiviteiten.
  • erkennen verschillende vormen van diversiteit in de EU en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • zijn bereid om niet alleen het eigenbelang in aanmerking te nemen, maar ook het algemeen belang; niet alleen het nationale belang, maar ook het gemeenschappelijk belang in de EU.
  • zijn zich bewust van hun EU-identiteit, aanvullend op hun nationale identiteit.
  • geven als professionals blijk van nieuwsgierigheid naar de EU-dimensie van het eigen vakgebied in een continue professionele ontwikkeling.

Begintermen

Er is geen voorkennis vereist, noch over de EU, noch juridische kennis.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

EU-burgerschapseducatie: casussen over EU-rechten en -waarden (B-KUL-S0O96a)

3 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester
Grimonprez Kris |  N.

Inhoud

Er wordt inzicht verleend in de fundamenten van de Europese Unie, nl. EU-waarden, -doelstellingen en -beginselen (het DNA) aan de hand van waargebeurde verhalen gebaseerd op rechtszaken behandeld door het Hof van Justitie van de EU.

De casussen tonen de impact van de EU in het dagelijkse leven van EU-burgers in de volgende leermodules:

  • De interne markt – een open ruimte zonder binnengrenzen
  • Democratie en rechtsstaat
  • Gelijkheid en non-discriminatie
  • Digitale transformatie
  • Sociale rechten
  • Consumentenbescherming
  • Milieu
  • Migratie – gemeenschappelijke buitengrenzen

Terwijl de EU-Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de EU houvast verlenen, stimuleren de casussen tot kritisch denken. Er wordt nagegaan hoe Europese burgers kunnen deelnemen aan het democratische leven van de Unie en het EU-beleid beïnvloeden, in het eigen vakgebied en daarbuiten. Een ruime waaier aan thema’s kan aan bod komen, o.m. arbeidstijd en gezondheid en veiligheid op het werk, biotechnologie, luchtkwaliteit, flora en fauna, privacy, diversiteit, islamitische hoofddoek en andere religieuze tekens op het werk, geschiedenis en cultuur, meertaligheid, voedselveiligheid, vrije mededinging, productdesign, sport.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt online ter beschikking gesteld (Toledo/Ultra en website van Case4EU).

  • Handboek Griet Galle en Kris Grimonprez (red.), Europees burgerschap in de klas: Casussen voor mondige EU-burgers (Universitaire Pers Leuven 2022)
  • Online leermodules, met masterfiches, informatief luik van casusfiches en woordenlijst (zie www.kuleuven.be/case4EU )
  • Selectie uit EU-Verdragen, Handvest van de grondrechten van de EU, en EU-wetgeving
  • Academische literatuur

Het materiaal is gratis (handboek in open access, https://ghum.kuleuven.be/case4eu/nl/boek ). Facultatief: gedrukt handboek (49,5 EUR).

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Discussie - Online asynchroon leren

Online doceren en activerend leren voor de volledige groep studenten aan de hand van verschillende digitale tools (kennisclips, video’s, …).

Het gaat in hoofdzaak over asynchroon online onderwijs: de studenten verwerken het online aangeboden studiemateriaal in zelfstudie (eigen gekozen tijd, plaats en ritme). Ze worden bij dat afstandsonderwijs online begeleid via kleine opdrachten, zoals polls, quizzes, one sentence summaries, formatieve zelftoetsen. Bij het begin van het semester is er een synchroon contactmoment voor de volledige groep studenten (on-campus of online).

Bijkomende werkvormen:

  • Practicum: Discussiegroepen
    Kleine discussiegroepen (multidisciplinaire samenstelling). Digitale bespreking van vragen bij casussen: analyse, perspectiefwissel, probleemoplossend en kritisch denken. Mogelijke peer instruction en peer feedback.
  • Opdracht: Verslag
    Eindverslag van het practicum Discussiegroepen. Antwoord op de gestelde vragen en reflectie.
  • Facultatieve opdracht: Deelname aan onlinediscussieforum
    De studenten worden daarnaast aangemoedigd om deel te nemen aan een online discussieforum n.a.v. casussen (kwalitatieve bijdragen op Toledo/Ultra). Deze microvorm van participatieve democratie in de EU bereidt studenten voor op actief EU-burgerschap.
  • Facultatief: Excursie
    Bezoek aan Hof van Justitie van de EU in Luxemburg, eventueel virtueel bezoek (georganiseerd via Curia).

EU-leraar (B-KUL-S0O97a)

3 studiepunten : Opdracht 4 Tweede semesterTweede semester
Grimonprez Kris |  N.

Inhoud

Nadat de studenten in OLA 1 inzicht verkregen in de inhoudelijke component van Europees burgerschap, bekwamen ze zich in OLA 2 in de didactische component (component leraarschap). Welke doelstellingen heeft ‘de EU-leraar’? Deze leeractiviteit bekijkt verschillende Europese referentiekaders en informeert over de EU-dimensie in burgerschapseducatie en in sleutelcompetenties. Ze toont hoe de EU-dimensie in de klas kan worden gebracht aan de hand van werkvormen die case-based and problem-based learning ondersteunen.

Studiemateriaal

Onlineleermateriaal. Zie bij OLA 1.

Bijkomend: didactisch luik van casusfiches, werkvormenfiches, schoolvriendelijke versie van basisteksten.

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Groepsopdracht - Paper

Aansluitend bij de casussen uit OLA 1 (modules) worden werkvormen voor de klas voorgesteld en geoefend.

  • Eindopdracht 1: Korte paper ‘EU-leraar’ (individueel). Er wordt rekening gehouden met de wijze waarop de opdrachten uit het onlineleermateriaal worden verwerkt.
  • Eindopdracht 2: Werkstuk ‘EU case-teaching’ (groepswerk). Studenten stellen een didactisch luik/ lesvoorbereiding op bij twee casussen (die uit twee verschillende modules moeten komen) en zorgen voor peer feedback/ peer review van het werkstuk van een andere groep volgens vastgelegde criteria.

Er is een contactmoment met het didactisch team voor de begeleiding van het werkstuk ‘EU case teaching’. Contactmoment en groepswerk kunnen naar keuze online doorgaan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Europees burgerschap (B-KUL-S2O96a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Wetboek/codex

Toelichting

Evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat

Deelname aan de twee onderdelen A en B is noodzakelijk. De weging van elk onderdeel in het totaal van de score (punten op 20) staat hierna aangeduid tussen haakjes.

A.         Het examen is open boek en gaat door on-campus in Leuven (40%, OLA1). Als voorbereiding op het open boek-examen krijgen studenten tijdens hun zelfstudie de kans om aan tussentijdse formatieve toetsen deel te nemen (zelftesten op Toledo/Ultra die niet meetellen voor de score, maar die feedback geven en het leerproces ondersteunen).

B.         Studenten dienen bij het begin van de examenperiode drie documenten in (de datum wordt meegedeeld op Toledo/Ultra):
1. een verslag ‘Discussiegroep’(groepswerk) (10%, OLA1)
2. een kort paper ‘EU-leraar’ (individueel) (25%, OLA2)
3. een werkstuk ‘EU case teaching’ (groepswerk (25%, OLA2)
 

Permanente evaluatie: mogelijke bonuspunten voor online-opdrachten, deelname aan groepsdiscussies en aan het online discussieforum.

Studenten kunnen alleen een score op dit OPO krijgen indien zij alle onlineleermateriaal hebben doorlopen (bepaalde inhoud is slechts toegankelijk na een tussentijdse formatieve toets).

Alle opdrachten moeten voor de deadline via Toledo/Ultra worden ingediend. Wie de deadline overschrijdt zonder gegronde reden of een opdracht niet indiende, krijgt als resultaat ‘niet afgelegd’. De student kan dan niet slagen voor het geheel van het OPO. Wie niet deelneemt aan het examen, krijgt voor het geheel van het OPO als resultaat 'niet afgelegd'.

De student moet op de twee OLA’s geslaagd zijn. Wie onvoldoende haalt op minstens één OLA krijgt het laagste cijfer behaald op een van de OLA’s voor het gehele OPO.

De opdrachten worden gecontroleerd op plagiaat. De student informeert zich over plagiaat via de plagiaatwebsite van de faculteit Sociale Wetenschappen: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat

 

 

Toelichting bij herkansen

Er is deeloverdracht van de punten binnen hetzelfde academiejaar. Wie een voldoende behaalde op één van de opdrachten, kan die score behouden bij de tweede examenkans.