Educatieve master in de talen (verkort programma) (Brugge)

CQ Educatieve master in de talen (verkort programma) (Brugge)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de verkorte educatieve master in de talen.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

 

Toelatingsvoorwaarden

Educatieve master in de talen (verkort programma) (Brugge)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_54958113.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

Leraarschap algemeen

OLR1: Beschikt over aantoonbare kennis en wetenschappelijk inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders (m.i.v. onderwijstechnologische expertise) en in de onderbouwing en evolutie ervan. Hij/zij heeft inzicht in de interactie tussen deze drie domeinen en kan deze geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.

OLR2: Kan vanuit de erkenning van diversiteit verschillende vormen van diversiteit herkennen en er adequaat, kritisch en verantwoord mee omgaan in alle aspecten van het educatieve handelen.

OLR3: Zoekt actief naar en analyseert kritisch wetenschappelijk onderzoek binnen de drie eerder genoemde domeinen en kan zelfstandig en op wetenschappelijke wijze onderwijsrelevant onderzoek ontwerpen en uitvoeren. Hij/zij stuurt op basis hiervan autonoom de eigen praktijk bij en neemt initiatief om de resultaten en hun implicaties actief te dissemineren binnen de educatieve context.

OLR4: Kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden:
a. zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b. vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c. op groeps- en organisatieniveau;
d. aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e. met aandacht voor taalsensitief leren;
f. m.i.v. het ontwerpen en selecteren van leermaterialen.

OLR5: Kan leer- en onderwijsprocessen planmatig proactief organiseren en begeleiden:
a. zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b. vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c. op groeps- en organisatieniveau;
d. aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e. met aandacht voor taalsensitief leren;
f. via een efficiënt klasmanagement;
g. m.i.v. het kritisch evalueren en bijsturen van de leer- en onderwijsprocessen, en aanpassen van leermaterialen;
h. m.i.v. het evalueren en terugkoppelen van de leeruitkomsten van de lerenden.

OLR6: Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband een positief leer- en leefklimaat op groepsniveau creëren, uitbouwen, wetenschappelijk verantwoorden, kritisch evalueren en bijsturen, met oog voor het emotionele en fysieke welzijn van elke lerende, en gericht op (de voorbereiding van) maatschappelijke participatie.

OLR7: Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband processen op organisatieniveau met betrekking tot een positief leer- en leefklimaat onderzoeksgericht analyseren en een leidende rol opnemen in het optimaliseren en opstellen van nieuwe wetenschappelijk onderbouwde processen. Hij/zij is in staat om deze processen, vanuit een multi- en interdisciplinair perspectief, kritisch te evalueren en bij te sturen.

OLR8: Kan helder communiceren met lerenden, schoolteam, ouders/verzorgers en externen. Hij/zij kan de effectiviteit van de communicatie aftoetsen en zo nodig de communicatie bijsturen.

OLR9: Kan een beargumenteerd standpunt innemen over, en actief deelnemen en bijdragen aan het (inter)nationale publieke debat over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen binnen de drie eerder genoemde domeinen.

OLR10: Kan initiatief en verantwoordelijkheid nemen om innovaties uit het brede onderzoeks- en onderwijsveld zelfstandig en in samenwerkingsverband actief te zoeken, te ontwikkelen op basis van wetenschappelijk onderzoek en uit te voeren op groeps- en organisatieniveau.

OLR11: Kan zich autonoom en proactief documenteren over juridische en administratieve aspecten van het leraarschap en kan hieruit zowel zijn/haar eigen rechtspositie en deontologie, als die van de lerenden, afleiden en duiden.

OLR12: Beschikt over aantoonbare kennis en wetenschappelijk onderbouwde inzichten in taalleerprocessen, kenmerken van effectief taalonderwijs en de institutionele context waarin taalonderwijs in Vlaanderen zich afspeelt, en kan deze toepassen bij de vormgeving, organisatie en begeleiding van onderwijsprocessen die taalleren bevorderen.

OLR13: Kan leer- en onderwijsprocessen vormgeven, organiseren en begeleiden die relevante taalvaardigheden, taalkennis, taalattitudes en taalcompetenties bevorderen, en daarbij rekening houden met de beginsituatie van de lerenden en met verschillen tussen lerenden.

OLR14: Beschikt over aantoonbare kennis in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school, en kan hierover in interactie treden met collega’s en partners in het onderwijs. De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen beschikt daarnaast over een gevorderde taalbeheersing van de te onderwijzen taal/talen.

Algemene wetenschappelijke competenties

OLR15: De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen is in staat op zelfstandige en creatieve wijze een probleemstelling en onderzoeksvraag te formuleren op basis van de stand van het onderzoek in het onderzoeksveld, relevante bronnen en literatuur (ook in vreemde talen) te zoeken, die volgens wetenschappelijke methodes en technieken (eventueel uit verschillende disciplines) kritisch te analyseren, en op basis hiervan tot een beargumenteerde en originele synthese te komen.

OLR 16: De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen is in staat in een gepaste academische stijl schriftelijk en mondeling te communiceren over geleverd zelfstandig wetenschappelijk onderzoek.

OLR17: De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen handelt deontologisch in de omgang met bronnen, literatuur en stakeholders in het onderzoeksveld.

Algemene competenties

OLR18: De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen heeft een onderbouwde, kritische en open visie op één of meerdere van de betrokken disciplines in het domein van de taal- en literatuurwetenschappen.

OLR19: De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen beschikt over een kritische basishouding ten opzichte van elke vorm van communicatie, informatie en kennisoverdracht.

OLR20: De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen kan op basis van reflectie over de complexiteit van de betrokken disciplines in het domein van de taal- en literatuurwetenschappen, met onderbouwde, discipline-overstijgende en genuanceerde standpunten actief deelnemen aan debatten in en over het domein van de taal- en literatuurwetenschappen en de rol ervan in de samenleving.

OLR21: De educatieve master in het domein van de taalwetenschappen heeft een open, respectvolle houding ontwikkeld ten aanzien van andere talen, taalvariëteiten en cultuuruitingen, en ten aanzien van meertaligheid en multiculturaliteit in het algemeen.

Professionele competenties

OLR22: De educatieve master beschikt over competenties inzetbaar in een breed professioneel veld zoals snel patronen herkennen in complexe informatie, (actuele) fenomenen in een brede context plaatsen, hoofd- van bijzaken onderscheiden, synthesevermogen, helder communiceren op mondelinge en schriftelijke wijze naar een breed publiek, in team en zelfstandig kunnen werken, uiteenlopende visies en meningen respecteren, onderbouwde inzichten en meningen vertolken, levenslang willen leren, en respect opbrengen voor personen en ideeën uit verschillende culturen en samenlevingen.

Universiteitsbrede vormingsdoelen component leraarschap EM’s (niet-bindend)

VD1) Beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en binnen het algemene pedagogisch-onderwijskundige domein, met aandacht voor creativiteit en duurzaamheid.  Hij/zij is daarbij in staat om te reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsvisie en -praktijk en deze kritisch te bevragen en bij te sturen.

VD2) Erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit (onder meer binnen grootstedelijke contexten), ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan, en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.

VD3) Ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling voor de vakdiscipline, vakdidactiek en het algemeen pedagogisch-onderwijskundig domein inzake zijn/haar educatieve handelen, en toont daarbij bereidheid en enthousiasme om te innoveren.

VD4) Interesseert zich voor actualiteit en voor onderwijs in het algemeen, en is gepassioneerd en geëngageerd voor het vakgebied en het educatieve handelen.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_EM Talen.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Educatieve master in de talen (verkort programma) (Brugge)

programma

Het programma verandert in het academiejaar 2024-2025. Voor studenten ingeschreven vóór het academiejaar 2024-2025 geldt het volgende:

-   Met ingang van 2024-2025 schrijven studenten in in het nieuwe curriculum en werken het opgenomen studietraject af. Verworven credits worden behouden en aangevuld met opleidingsonderdelen uit het nieuwe curriculum.
-   Het programma is niet zwaarder, noch uitgebreider. In een aantal gevallen zijn er overgangsmaatregelen (uitdovende opleidingsonderdelen uit het oude curriculum) mogelijk: indien zo, dan worden deze vermeld in de programmagids en gecommuniceerd via Toledo.

In geval van vragen bij het samenstellen van het individueel studieprogramma neemt de student contact op met de studieloopbaanbegeleider.

Studenten die al een creditbewijs hebben verworven voor een opleidingsonderdeel dat deel uitmaakt van het programma van een EM, kunnen hiervoor een vrijstelling aanvragen.

Studenten kunnen opleidingsonderdelen van andere vestigingsplaatsen in hun studieprogramma opnemen. Voor een aantal keuzeopleidingsonderdelen wordt het toegelaten aantal studenten beperkt. Indien dit van toepassing is wordt dit vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel.

printECTS33.xsl

ECTS Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A01D9A)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De studenten verwerven de kennis en de geijkte terminologie omtrent de problematiek van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit. Welke elementen en dynamieken constitueren de collectieve identiteit van een onderwijsinstitutie? Waaruit bestaat de specificiteit van een katholieke schoolidentiteit? Hoe verhouden zich katholieke identiteit en levensbeschouwelijke pluraliteit? Voor welke uitdagingen ziet het Vlaamse onderwijs zich vandaag geplaatst, en wat is de aanleiding van de huidige crisis? Welke theoretische opties dienen zich aan om deze uitdagingen van antwoord te dienen? 
  • De studenten vormen zich tot bekwame analisten en interpretatoren van levensbeschouwelijke/katholieke identiteit van hun school (descriptieve analyse en interpretatie van de werkelijkheid). Ze leren om de identity markers, die de typische eigenheid van een onderwijsinstitutie bepalen, te herkennen, te interpreteren, en aan anderen te communiceren.
  • De studenten bekwamen zich in het efficiënt reflecteren en zinvol oordelen over de normativiteit van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit (normatieve beoordeling van de werkelijkheid).
  • De studenten worden uitgenodigd een eigen houding te ontwikkelen ten aanzien van de identiteit van een school. Van hen wordt verwacht hun visie op de levensbeschouwelijke identiteit van de school te bereflecteren, te verdiepen, en te confronteren met de normatieve visie van het katholiek onderwijs in Vlaanderen.
  • De studenten verwerven de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatief perspectief, in concrete situaties mee vorm te geven aan levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.

Begintermen

  • Bereidheid tot kritische reflectie en persoonlijke vorming, met het oog op het verder ontplooien van een eigen visie op levensbeschouwelijke schoolidentiteit, in dialoog met de visie uit de cursus.
  • Basis computervaardigheden zijn wenselijk.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theologie, Religie en Onderwijs (B-KUL-A01D9a)

5 studiepunten : Opdracht 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Studenten worden in dit vak uitgedaagd om diepgaand kennis te maken met het empirische identiteitsonderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit zoals dat aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen vorm kreeg. Dit identiteitsonderzoek werd theoretisch en empirisch ontwikkeld binnen het Centrum Academische Lerarenopleiding Theologie en Religiewetenschappen in de context van het ‘Enhancing Catholic School Identity Project (ECSI)’ in opdracht van de Catholic Education Commission of the Australian federal state of Victoria (CECV). De focus van dit onderzoek is de levensbeschouwelijke identiteit van onderwijsinstellingen, die vandaag voor de uitdaging staan om hun identiteit te recontextualiseren in een detraditionaliserende en pluraliserende samenleving. Het is dit onderzoek waarbinnen het concept ‘katholieke dialoogschool’ tot stand kwam dat intussen ook in Vlaanderen is overgenomen als basis voor de identiteit van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
  • Studenten verkennen de theoretische identiteitsmodellen die aan de grondslag liggen van dit onderzoek, en worden geïntroduceerd in de typologische attitudeschalen verbonden met deze modellen. De studenten verwerven inzicht in de componenten en dynamieken van levensbeschouwelijke schoolidentiteit, en een praktische vertrouwdheid met de gehanteerde empirische methodologie.
  • Studenten worden in dit vak, doorheen deze online webmodule, uitgedaagd te reflecteren over persoonlijke, professionele en institutionele identiteit. De studenten worden telkens uitgenodigd standpunt in te nemen ten aanzien van deze identiteitsmodellen, om vervolgens hun visie te verdiepen en te confronteren met de normatieve theologische visie (cfr. hierboven).

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Een online webmodule, een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’ bestaande uit 5 grote delen, introduceert de student stapsgewijs in het denken rond levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit, aan de hand van ervaringsgerichte oefeningen, empirisch onderzoek, literatuur, verdiepende reflectieoefeningen, enzovoort. 
  • Bij het begin van elk deel van de online webmodule wordt een cursus reader voorzien, met enerzijds verplichte literatuur ter ondersteuning en anderzijds optionele literatuur ter verdieping van de inhoud van de cursus.
  • De studenten verkrijgen hun eigen resultaat inzake de drie theoretische identiteitsmodellen (PKG Schaal, Melbourne Schaal, Victoria Schaal) op basis van de ingevulde vragenlijsten. De studenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de resultaten van de eigen schaalresultaten aan de docent te bezorgen (didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.
  • Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting onderwijstaal

De gehanteerde MOOC is volledig in het Nederlands vertaald.

Toelichting werkvorm

  • De studenten verwerven in dit vak kennis en competenties door het volgen van een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’. Deze MOOC (Massive Open Online Course) met beeldmateriaal, kennisclips, vragenlijsten, oefeningen, casussen en feedback wordt in zelfstudie doorlopen. De MOOC is een digitale leeromgeving, waarbij de student autonoom leert en reflecteert over het theoretisch en empirisch onderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.
  • In een gemeenschappelijke startvergadering wordt de opzet van het vak en deze werkvorm toegelicht. Elke student krijgt een persoonlijke begeleider van het Centrum Academische Lerarenopleiding godsdienst.
  • Na de startvergadering kan de student van start gaan met het doornemen, verwerken en invullen van de online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC.
  • Er worden feedbackmomenten voorzien waarin de student individueel vragen en bedenkingen kan bespreken en waarin samen gereflecteerd kan worden over het afgelegde traject. De student is verplicht minstens één feedbackmoment in te bouwen en kan maximaal drie feedbackmomenten opnemen. Een feedbackmoment kan telkens worden aangevraagd indien de student één deel van de MOOC heeft afgewerkt, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) en/of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • Het opleidingsonderdeel mondt uit in een examengesprek met de betrokken docent. Op het examen krijgt de student empirische data en casussen voorgelegd en worden de persoonlijke resultaten van de student van de verschillende schalen besproken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A21D9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Computer, Cursusmateriaal

Toelichting

Evaluatievorm

  • Type: Permanente evaluatie in combinatie met een examengesprek tijdens de examenperiode
  • Evaluatievorm: procesevaluatie, productevaluatie en mondeling examen
  • Vraagvormen: open vragen
  • Leermateriaal: online webmodule en bijhorende cursus reader

 

Het eindresultaat komt tot stand op basis van de volgende soorten evaluatie:

  • Proces- en productevaluatie (inzet en online module): 30%
  • Mondeling examen: 70%

De proces- en productevaluatie houdt rekening met de volgende twee elementen en wordt beoordeeld door de begeleider:

  • Motivatie van de student, het nakomen van afspraken, het volgen van richtlijnen, het nemen van de eigen verantwoordelijkheid voor dit zelfstudietraject, en de stiptheid en de kwaliteit van de communicatie met de begeleider.
  • De inhoud en vorm van het afgelegde traject: de mate waarin inzicht, kennis en competenties verworven werden, de wijze waarop men in staat is dit te communiceren, enzovoort.

Het mondelinge examengesprek peilt naar de kennis en de verwerking van de leerinhouden die aangeboden worden door de webmodule (cognitief, intellectueel), alsook naar de persoonlijke toeëigening van de leerinhouden en de persoonlijke groei van de student(e) (persoonlijk, existentieel). Het mondeling examen bestaat uit drie elementen: de bespreking van grafieken, van casussen en de eigen resultaten op de verschillende schalen. De student dient bij het examen de eigen resultaten van elke schaal (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) op papier mee te nemen. 

 

Tijdslijn

Na de startvergadering kan de webmodule doorlopen worden. Wanneer één onderdeel van de module voltooid is, kan men een feedbackmoment aanvragen. Men is verplicht minstens één feedbackmoment aan te vragen. Maximaal kunnen er drie feedbackmomenten plaatsvinden. De online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC, moet afgewerkt zijn uiterlijk de maandag voor de examenperiode waarin men een punt wenst te behalen. Vervolgens vindt een examengesprek plaats tijdens de gekozen examenperiode.

De student vraagt tijdig een feedbackmoment via e-mail aan bij zijn/haar begeleider. Hierbij dient de student rekening te houden met de volgende zaken:

  • Bij het aanmaken van een account voor de online webmodule wordt gevraagd om gebruik te maken van de studentenmail. Wanneer een feedbackmoment wordt aangevraagd, dient de student duidelijk te vermelden met welk e-mail adres hij/zij gebruik maakt van de module. Op die manier kan de begeleider het traject van de student inkijken en de gepaste begeleiding geven bij het feedbackmoment.
  • De student geeft duidelijk aan over welk deel van de MOOC hij/zij een feedbackmoment wil plannen, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • De student zorgt ervoor dat, bij het aanvragen van een feedbackmoment, het desbetreffende deel is afgewerkt zodat de begeleider dit deel van de MOOC volledig kan inzien en doornemen.
  • Ter voorbereiding van het feedbackmoment formuleert de student 3 vragen met betrekking tot het deel van de MOOC dat besproken wordt. Deze 3 vragen worden via e-mail mee doorgestuurd naar de begeleider. Deze 3 vragen worden besproken tijdens het feedbackmoment.

Startvergadering

Maandag 30-09-2024, 14.00-16.00u, MTC 02.15

 

Individuele feedbackmomenten
De student is verantwoordelijk om tijdig een afspraak te maken met de eigen modulebegeleider voor een feedbackmoment. Per e-mail maakt de student een afspraak met zijn/haar begeleider en vermeldt daarbij duidelijk over welk deel van de module de student feedback wenst te verkrijgen. Uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan het feedbackmoment heeft de student het desbetreffende deel van de module afgewerkt. 
 

Deadlines examenperiode (afwerken van de module)

  • Eerste examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Tweede examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Derde examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode

De student dient de Nederlandstalige versie van de MOOC volledig te hebben afgewerkt ten laatste de maandag van de week voor de start van de examenperiode waarin de student het examen wil afleggen en een punt wenst te behalen. De student laat ten laatste op die maandag voor de examenperiode aan zijn/haar begeleider weten dat de cursus volledig doorlopen is, zodat de begeleider het afgelegde traject van de student kan beoordelen (proces- en productevaluatie). Dit gebeurt via e-mail aan de begeleider, met de titularis in cc. De student is verantwoordelijk voor het vragen van bevestiging van ontvangst.

In de gekozen examenperiode volgt een examengesprek waarin het afgelegde traject beoordeeld wordt.

Belangrijk: de eigen grafiekresultaten (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) worden 5 werkdagen voor het examen elektronisch ingeleverd (via e-mail aan didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.

ECTS Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00A)

3 ECTS English 30 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
Holz Oliver (coordinator) |  N. |  Holz Oliver (substitute)

Aims

For this course a numerus clausus is in action, therefore students cannot add the course to their individual study programme themselves. Students who want to take the course, can send a message to the Internationaloffice.feb@kuleuven.be with the subject ‘Teacher Education in an International Perspective’. In the message you state that you want to follow the course and you include your student number and the programme you are enrolled in. As the number of participants is capped, additional selection criteria may apply.

Learning Outcomes:

The student

...has knowledge and scientific insight into general pedagogical-educational frameworks.
…can take a substantiated position on, and actively participate in and contribute to, national and international public debate on current social topics and developments.
…can take initiative and responsibility to independently and actively seek out innovations from the broad field of research and education, to develop them on the basis of scientific research and to implement them at a group and organizational level.

Training objectives:

The student

...has a scientific, investigative approach to their own discipline, teaching methodology and within the general pedagogical-educational domain, with a focus on creativity and sustainability. They are able to reflect on their own educational vision.
…develops a curious attitude in the context of continuous professional development in his/her discipline, didactics and the general pedagogical-educational domain regarding their educational development, showing willingness and enthusiasm to innovate.
...is interested in current affairs and education in general.

Previous knowledge

The LU Leuven student has completed LIMBO 1 or a similar course (to be checked by the teaching staff) and acquired basic knowledge of general pedagogical subjects. The student can also follow LIMBO 1 or a similar course at the same time.

The student is able to understand and interpret results from recent education research and teaching methodology research. The student appreciates the usefulness of such research, but the student also understands that introducing results from education research into the specific education practice (and in specific school subjects) demands a translation procedure and making a comparative assessment.

The student is capable of and willing to study, critically assess and form their own viewpoint about recent developments and challenges with regard to the profession of teacher, the school organisation and the relation between education and society on the basis of theoretical frames and scientific research. Furthermore, the student is capable of and willing to enter into a conversation about their own viewpoint and to adjust this viewpoint if necessary on the basis of new insights.

The student is capable of and willing to develop their own viewpoint in a nuanced and substantiated manner with regard to current matters in the following domains: pedagogical-educational (e.g. vision on learning and support of that), social-political (e.g. visions on education and school policy, relation freedom-control), socio-economic (e.g. education equality, visions and initiatives around that, aspects around diversity), ideological (e.g. pedagogical freedom and diversity) and cultural-scientific (e.g. role of expertise, meaning of educatioal quality).

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS( P0V17A ) OR SIMULTANEOUS( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00a)

3 ECTS : Lecture 30 Second termSecond term
N. |  Holz Oliver (substitute)

Content

The course ‘Teacher Education in an International Persepctive’ will be organized as a Blended Intensive Programme, a sub-programme within the Erasmus program 2021-27.

In addition to students from KU Leuven (educational master), students from 6 teacher training programmes from 5 countries will participate. The foreign students come from Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa.

The OPO consists of a virtual preparation, a contact week in Helsinki (financial supported by the Erasmus+ programme) and a virtual post-processing.

More information about the virtual preparation and post-processing of the course can be found in the explanation of the didactical approach.

The 30 contact hours are set up from Monday 17 to Friday 21 March 2024.

Monday 17 March 2025:

  • Welcome 
  • European integration and collaboration in (teacher) education 
  • Introduction to the week assignment

Tuesday 18 March 2025:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Wednesday 19 March 2025:

  • School visits
  • Visit Helsinki
  • Dinner in Helsinki

Thursday 20 March 2025:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Friday 21 March 2025:

  • Innovation: digital education    
  • Cases 4 Europe
  • Groups meeting with a first sharing ideas of assignment in a workshop

10 Flemish students can register in this course.

Course material

Provided by the (guest) lecturers and made available on Toledo.

Language of instruction: more information

During the blended intensive programme, students from the EM’s KU Leuven and students from Cologne, Enschede, Helsinki, Oslo, Stellebosch and Utrecht can participate.

English as a language of instruction is necessary.

Format: more information

Individual assignment - Presentation - Report

The Blended Intensive Programme ‘Teacher Education in an International Perspective’ consists of

  • a virtual preparation
  • contact hours in March 2025 in Helsinki
  • a virtual post-processing

During the preparation, 2 online moments will be provided (end of February and beginning of March 2025). During the first online contact moment, students get to know each other and get an introduction to the course is provided (objectives, programme, study material, evaluation, etc.).

Students study their own education system and their teacher training, as well as the education system and teacher training in Belgium. During the second contact moment, the students are introduced to

  • the education system in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • the teacher training courses in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • current educational aspects

The contact hours will be set up between 17 and 21 March 2025 (see explanation content). At the end of the contact week, students present their preliminary results to each other.

After the contact week, the students continue to work on their assignment in groups.

During an online moment after the contact week, students present the final results of the assignment to each other and submit a report on their further processing.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D2A00a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Report, Presentation, Participation during contact hours
Learning material : Course material

Explanation

Evaluation characteristics

During an online session, the students present their results regarding the assignment.

The students submit the group report at the latest 7 days after the moment of return.

Determination final result

Evaluation structure – scale 1 to 20

Information about retaking exams

The features of the evaluation and determination of grades are identical to those of the first examination opportunity, as described in the tab 'Explanation'.

ECTS Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F2AW8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Duits, ingroeistage (B-KUL-F0AW9A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Duits, ingroeistage (B-KUL-F0AW9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. In overleg met de betrokken leerkracht(en) wordt bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

Om zich verder te bekwamen in het ontwikkelen van lesmateriaal en het verstrekken van onderwijs neemt de student neemt deel aan de verdiepende online cursus Deutsch Lehren Lernen deel 4 Aufgaben, Übungen, Interaktion (Goethe-Institut).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Duits, ingroeistage (B-KUL-F2AW9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties, met name De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant, en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren) door de stagebegeleider van de KU Leuven.
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

 

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Duits, doorgroeistage (B-KUL-F0AX0A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Duits, doorgroeistage (B-KUL-F0AX0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

Om zich verder te bekwamen in het ontwikkelen van lesmateriaal en het verstrekken van onderwijs neemt de student neemt deel aan de verdiepende online cursus Deutsch Lehren Lernen deel 4 Aufgaben, Übungen, Interaktion (Goethe-Institut).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Deutsch Lehren Lernen deel 4 Aufgaben, Übungen, Interaktion (Goethe-Institut)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Duits, doorgroeistage (B-KUL-F2AX0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties, met name De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant, en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F2AX1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Engels, ingroeistage (B-KUL-F0AX2A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Engels, ingroeistage (B-KUL-F0AX2a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Engels, ingroeistage (B-KUL-F2AX2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren) door de stagebegeleider van de KU Leuven.
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Engels, doorgroeistage (B-KUL-F0AX3A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

 

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Engels, doorgroeistage (B-KUL-F0AX3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Engels, doorgroeistage (B-KUL-F2AX3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. . In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F2AX4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Frans, ingroeistage (B-KUL-F0AX5A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

 

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Frans, ingroeistage (B-KUL-F0AX5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Frans, ingroeistage (B-KUL-F2AX5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren) door de stagebegeleider van de KU Leuven.
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

 

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Stage Frans, doorgroeistage (B-KUL-F0AX6A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

 

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Frans, doorgroeistage (B-KUL-F0AX6a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Frans, doorgroeistage (B-KUL-F2AX6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) dde eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F0AX7A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F0AX7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F2AX7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Oud Grieks, ingroeistage (B-KUL-F0AX8A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

 

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Oud Grieks, ingroeistage (B-KUL-F0AX8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Oud Grieks, ingroeistage (B-KUL-F2AX8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren) door de stagebegeleider van de KU Leuven.
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Oud Grieks, doorgroeistage (B-KUL-F0AX9A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

 

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Oud Grieks, doorgroeistage (B-KUL-F0AX9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Oud Grieks, doorgroeistage (B-KUL-F2AX9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY0A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Marzo Stefania (coördinator) |  Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N.

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC7A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F2AY0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Italiaans, ingroeistage (B-KUL-F0AY1A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Marzo Stefania (coördinator) |  Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N.

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Italiaans, ingroeistage (B-KUL-F0AY1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

 

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Italiaans, ingroeistage (B-KUL-F2AY1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren) door de stagebegeleider van de KU Leuven.
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

 

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Italiaans, doorgroeistage (B-KUL-F0AY2A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Marzo Stefania (coördinator) |  Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N.

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Italiaans, doorgroeistage (B-KUL-F0AY2a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Italiaans, doorgroeistage (B-KUL-F2AY2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F2AY3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Nederlands, ingroeistage (B-KUL-F0AY4A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands, ingroeistage (B-KUL-F0AY4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands, ingroeistage (B-KUL-F2AY4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren).
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Stage Nederlands, doorgroeistage (B-KUL-F0AY5A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands, doorgroeistage (B-KUL-F0AY5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands, doorgroeistage (B-KUL-F2AY5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Nederlands - niet thuistaal, initiatiestage (B-KUL-F0AY6A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands - niet thuistaal, initiatiestage (B-KUL-F0AY6a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands - niet thuistaal, initiatiestage (B-KUL-F2AY6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Nederlands - niet thuistaal, ingroeistage (B-KUL-F0AY7A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands - niet thuistaal, ingroeistage (B-KUL-F0AY7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands - niet thuistaal, ingroeistage (B-KUL-F2AY7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren) door de stagebegeleider van de KU Leuven.
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

 

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Nederlands - niet thuistaal, doorgroeistage (B-KUL-F0AY8A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Nederlands - niet thuistaal, doorgroeistage (B-KUL-F0AY8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Nederlands - niet thuistaal, doorgroeistage (B-KUL-F2AY8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY9A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

 

 

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC8A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F2AY9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Spaans, ingroeistage (B-KUL-F0AZ0A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Spaans, ingroeistage (B-KUL-F0AZ0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

 

 

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Spaans, ingroeistage (B-KUL-F2AZ0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren).
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Spaans, doorgroeistage (B-KUL-F0AZ1A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Spaans, doorgroeistage (B-KUL-F0AZ1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Spaans, doorgroeistage (B-KUL-F2AZ1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Stage Chinees, initiatiestage (B-KUL-F0AZ2A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Geyskens Liesje (coördinator) |  Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Chinees, initiatiestage (B-KUL-F0AZ2a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook minstens 2 observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Chinees, initiatiestage (B-KUL-F2AZ2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Chinees, ingroeistage (B-KUL-F0AZ3A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Geyskens Liesje (coördinator) |  Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Chinees, ingroeistage (B-KUL-F0AZ3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker)

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 3 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken), opdat hij erin zou slagen op het einde van het volledige stagetraject (Initiatiestage-Ingroeistage-Doorgroeistage) de 10 vereiste mesotaken uitgevoerd te hebben.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Chinees, ingroeistage (B-KUL-F2AZ3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

- De student maakt een opname van de laatste les van de Ingroeistage  en stelt die ter beschikking van de stagebegeleider van de KU Leuven. Hiervoor wordt tijdig een informed consent formulier aangeboden aan de ouders van de leerlingen in de klas waaraan de student die laatste les zal geven.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

- "De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Initiatiestage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren).
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Chinees, doorgroeistage (B-KUL-F0AZ4A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Hedebouw Els (coördinator) |  Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Chinees, doorgroeistage (B-KUL-F0AZ4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker)

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit, waarbij hij nu een actieve rol opneemt. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 10 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Chinees, doorgroeistage (B-KUL-F2AZ4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student maakt een opname van de laatste les van de Doorgroeistage en stelt die ter beschikking van de stagebegeleider van de KU Leuven. Hiervoor wordt tijdig een informed consent formulier aangeboden aan de ouders van de leerlingen in de klas waaraan de student die laatste les zal geven.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. Anders dan tijdens de Initiatiestage participeert de student nu actief aan de mesotaken. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 10 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F2AZ5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage Latijn, ingroeistage (B-KUL-F0AZ6A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Latijn, ingroeistage (B-KUL-F0AZ6a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Latijn, ingroeistage (B-KUL-F2AZ6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren).
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

 

ECTS Stage Latijn, doorgroeistage (B-KUL-F0AZ7A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage Latijn, doorgroeistage (B-KUL-F0AZ7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage Latijn, doorgroeistage (B-KUL-F2AZ7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de stagebegeleider van de KU Leuven’ de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de stagebegeleider(s) van de KU Leuven’ van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de stagebegeleider van de KU Leuven’ (25%).

(4) beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven’ van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven’. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage eentalig traject, initiatiestage (B-KUL-F0AZ8A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

De student bouwt verder inzicht op in hoe de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar gerealiseerd worden in de onderwijspraktijk, dit via observaties in het werkveld en via de kritische analyse van die observaties met behulp van door de opleiding via Toledo ter beschikking gestelde kijkwijzers.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • concrete voorbeelden te geven van de basiscompetenties en attitudes die hij tijdens zijn lesobservaties en tijdens de observatie van de mesotaken gerealiseerd zag;
  • zelfstandig kernpraktijken/deelvaardigheden en kernelementen te noemen die leiden tot de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen en voorbeelden te geven van hoe hij die elementen op succesvolle wijze gerealiseerd zag tijdens de Initiatiestage;
  • inzichten uit andere opleidingsonderdelen (met name, Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, Vakdidactiek, Taaloverstijgende vakdidactiek) op het talenonderwijs en de geobserveerde schoolse realiteit te betrekken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage eentalig traject, initiatiestage (B-KUL-F0AZ8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage eentalig traject, initiatiestage (B-KUL-F2AZ8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

Toelichting

De student brengt in het portfolio op een gestructureerde, kritische en gefundeerde wijze verslag uit van de observatie-activiteiten die hij/zij heeft uitgevoerd en relateert in het portfolio zijn belangrijkste bevindingen aan relevante (vak)didactische/theoretische modellen rond taalonderwijs en maatschappelijk betrokken onderwijs. Hij doet dit in de doeltaal. Het verslag bevat geen storende taalfouten. Het taalvaardigheidsniveau voor de moderne vreemde talen situeert zich op het niveau C1 van het Europees Raamwerk voor de Talen, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Studenten moeten de observatieactiviteiten uitvoeren om het portfolio te mogen indienen. Het portfolio wordt uiterlijk drie weken na afronden van de laatste lesobservatie ingediend.

De student slaagt niet indien het ingediende verslag niet voldoet aan de criteria ‘heldere structuur’, ‘diepgaand, kritisch en onderbouwd karakter’ en/of indien het verslag niet in voldoende mate ingaat op de thema’s (basiscompetenties, basisattitudes, kernpraktijken) die in de richtlijnen voor de Initiatiestage  (zie Toledo) worden aangereikt. Ook het taalvaardigheidsniveau dient voldoende hoog te zijn, d.w.z. zich te situeren op het C1-niveau, tenzij dit anders gespecifieerd wordt door de verantwoordelijke vakdidacticus.

Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is in principe niet mogelijk voor de stage, tenzij er enkel wijzigingen in het portfolio moeten worden aangebracht. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Toelichting bij herkansen

De student dient zijn portfolio opnieuw in. Ook hier geldt dat de student zijn observatie-activiteiten moet hebben uitgevoerd om zijn portfolio te mogen indienen.

ECTS Stage eentalig traject, ingroeistage (B-KUL-F0AZ9A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

Tijdens de Ingroeistage werkt de student verder aan het verwerven van de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

  • in samenwerking met een ervaren leraar krachtige leeromgevingen te ontwerpen die de leerlingengroep waarvoor ze bedoeld zijn optimaal te ondersteunen bij het bereiken van de vooropgestelde leerdoelen. Waar de student tijdens de Initiatiestage het lesgebeuren nog louter observeerde en analyseerde, wordt hij nu uitgedaagd dit lesgebeuren zelfstandig gestalte te geven, mee op basis van observaties van de leerlingengroepen aan wie hij les zal geven;
  • in samenwerking met een ervaren leraar of zelfstandig doelgericht en effectief onderwijs te verzorgen en op die wijze de basiscompetenties en basisattitudes verder aan te scherpen. Het lesgeven gebeurt op basis van een (uitgebreide) schriftelijke lesvoorbereiding die beantwoordt aan de criteria die door de opleiding voorop worden gesteld;
  • de doeltaal in klasverband mondeling en schriftelijk op een hoog niveau (C1, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) vlot en foutloos te gebruiken en de leerlingen een woordenschatrijk taalaanbod te bieden;
  • zelfstandig het eigen lesgeven kritisch te evalueren met inbegrip van het eigen functioneren in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen: was de les doelgericht? Is ze effectief gebleken? Wat was goed? Waar is er ruimte voor verbetering? Hoe heb ik als leerkracht het lesgebeuren positief en negatief beïnvloed?
  • een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen met betrekking tot de basiscompetenties en basisattitudes: waaraan wil/moet de student vooral werken tijdens de Doorgroeistage? Met welke basiscompetenties (deelvaardigheden en kernpraktijken) heeft hij nog moeite? Welke basisattitudes verdienen aandacht?
  • steeds een professionele houding aan te nemen ten aanzien van alle stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de (vak)mentoren en de Leuvense stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten zodat die tijdig ter feedback aan de mentoren voorgelegd kunnen worden.

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel heeft de student ook verder inzicht opgebouwd in het ruimere takenpakket van de leraar. Hij is in staat om te overleggen en samen te werken met andere leraren in het kader van onderwijsondersteunende taken op het mesoniveau van de school.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage eentalig traject, ingroeistage (B-KUL-F0AZ9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

De student voert minstens 5 lesobservaties uit, bij voorkeur in de klassen waar hij zelf les zal geven. Die observaties helpen de student om het beginniveau van deze klassen, het leerklimaat en de werkwijze van de leraar in deze klassen in te schatten. Hij let daarbij op gelijkenissen en verschillen qua aanpak, lesopbouw, klasmanagement, timemanagement, leerresultaten.

De student geeft tijdens deze ingroeistage ook 10 lesuren. Op basis van deze observaties wordt in overleg met de betrokken leerkracht(en) bepaald welke lesdelen van volgende lessen de student voor zijn rekening zal nemen. De student kan tijdens de ingroeistage maximaal 5 lessen samen met de leerkracht geven en dus die lessen ook samen met de leerkracht voorbereiden. De student maakt van deze samenwerking gebruik om zijn lesbekwaamheid te verhogen en de 5 eerste basiscompetenties die zich op het microniveau van de klas situeren als ook de 8 basisattitudes van de startende leraar verder aan te scherpen. Indien mogelijk neemt de student in deze fase de volledige les al over. In elk geval doet de student ervaring op met verschillende lesfasen, inhouden (bv. literatuurles, grammaticales, spreekvaardigheidsles, tekstgebaseerde les), werkvormen, media.

Daarnaast ontwerpt en geeft de student in het kader van de Ingroeistage minstens 5 lesuren helemaal zelfstandig. Ook hier wordt gezocht naar voldoende variatie in lesdoelen, lesinhouden, werkvormen, media.

Daarnaast neemt de student participatief en zo mogelijk actief deel aan minstens 2 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd) stageverbredende activiteiten (mesotaken).

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school (waarvan één mentor de hoofdmentor kan zijn) en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven stageportfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage eentalig traject, ingroeistage (B-KUL-F2AZ9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- Hij schrijft een samenvattend kritisch verslag over de geobserveerde lesuren en over wat hij daaruit leerde m.b.t. het beginniveau van klassen, het leerklimaat, de werkwijze van de leraar en hoe de leraar die aanpast al naargelang de klas waaraan lesgegeven wordt of het onderwerp dat behandeld wordt. Bijzondere aandacht in de bespreking kan gaan naar de lesopbouw, classroom discourse, het klasmanagement, het timemanagement en de leerresultaten bij de leerlingen. De student kan hiervoor opnieuw gebruik maken van de Kijkwijzer die hem in het kader van de Initiatiestage ter beschikking werd gesteld.

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon dat daartoe door te opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld (tenzij anders aangegeven door de vakdidacticus van de taal in kwestie).

- De student vraagt feedback bij de gegeven lesuitvoering of overgenomen lesdelen aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

- De student brengt kritisch verslag uit van minstens 2 activiteiten (voor beide talen samen) op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar.

Aan het einde van de Ingroeistage schrijft de student een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hij doet dit op basis van een kritische analyse van het eigen kunnen en maakt daarbij gebruik van de Evaluatiematrix voor de Ingroeistage die ook aan de hoofdmentor en aan de stagebegeleider van de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld.
In het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt de mondelinge en schriftelijke feedback van de vakmentoren en van de stagebegeleider van de KU Leuven nadrukkelijk meegenomen. De persoonlijke, eerlijke analyse wordt onderbouwd met bewijsmateriaal (bv. verwijzingen naar geslaagde of minder geslaagde lesmomenten).

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'. Wanneer een student slaagt, wordt hij toegelaten tot de Doorgroeistage. Slaagt hij niet, dan wordt samen met de student bekeken of de Ingroeistage (of bepaalde delen ervan) hernomen kan worden. Bij essentiële tekorten (bv. op het vlak van taalvaardigheid in de onderwijstaal, klasmanagement, kwaliteit van lesvoorbereidingen) dienen die eerst te worden weggewerkt.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, stageverbredende activiteiten, kritische reflecties, POP).

 

De globale beoordelingsschaal voor dit opleidingsonderdeel is ‘geslaagd/niet geslaagd’.

In de beoordeling hebben de volgende onderdelen een gewicht van 20%

  • samenvattende evaluatie door de hoofdmentor van de stageschool/scholen. Die evaluatie gebeurt met behulp van de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld;
  • samenvattende evaluatie door de stagebegeleider volgens de beoordelingsmatrix die door de KU Leuven ter beschikking wordt gesteld (cf. supra bij samenvattende evaluatie door de hoofdmentor(en));
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen vanuit de leerinhouden die vanuit de opleiding aan de student werden aangereikt.
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van de mate waarin de student de doeltaal op het C1 niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst;
  • beoordeling door de stagebegeleider van de KU Leuven van het persoonlijk ontwikkelingsplan, het reflectieverslag over de lesobservaties, de participatie van de student aan feedbackmomenten (gesprekken naar aanleiding van stagebezoeken, intervisiemomenten, overlegmomenten met vakmentoren).
  • Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans.  Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

 

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor van de stageschool/scholen waar de Ingroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix (19 in totaal) minstens het niveau ‘in al enige mate, maar nog onvoldoende’ (= niveau 1,5) heeft behaald.
Een kernpraktijk kan als ‘niet van toepassing’ worden gescoord indien die kernpraktijk (bv. de leraar als partner van ouders en verzorgers) niet aan bod kwam tijdens de Ingroeistage.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Ingroeistage beoordelen, wordt geconcerteerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 40% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor die de eindevaluatie indiende. Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het OPO Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw.

Ad 4: ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband en zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Indien tijdens de eerste lesactiviteiten op basis van observaties blijkt dat de student het vereiste taalbeheersingsniveau niet bezit, informeert de mentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot is, wordt de student aangeraden de Ingroeistage op te schorten.

Ad 5: De student moet bovendien hebben aangetoond over voldoende zelfkritisch en zelfsturend vermogen te beschikken om de doorgroeistage, waar hij in grote mate zelfstandig, zal functioneren, tot een goed einde te kunnen brengen. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen die de student indiende en op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De gehanteerde criteria zijn helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (> 40%) van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Stage eentalig traject, doorgroeistage (B-KUL-F0BB1A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

Tijdens de Doorgroeistage bekwaamt de student zich verder op het vlak van de basiscompetenties en basisattitudes van de leraar. Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage heeft hij alle basiscompetenties en alle basisattitudes in voldoende mate verworven.

Na het succesvol afronden van de Doorgroeistage

  • beschikt de student over de competentie om zelfstandig een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert;
  • beschikt de student over de competentie om moderne technologie in zijn taallessen te integreren. Hij maakt daartoe goed gebruik van de inzichten die hij opdeed tijdens de ICT & TO-seminaries;
  • is de student in staat op gebalde wijze weer te geven in een lesvoorbereiding hoe de les is opgebouwd en gepland;
  • beschikt de student over de competentie om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen van de lesactiviteit, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden;
  • beschikt de student over de competentie om te communiceren, overleggen en samenwerken met andere leraren, externe partners, leerlingbegeleiders en ouders, in het kader van mesotaken en in het kader van een vakoverschrijdend project, teneinde de ontwikkeling van de lerenden te bevorderen;.
  • is de student in staat om aan te tonen en te beargumenteren (op basis van aantoonbare feiten en kritische zelfanalyse) dat hij de basiscompetenties van de leraar heeft verworven. Hij toont daarbij dat hij in staat is gebruik te maken van de feedback van de mentoren en de stagebegeleider van de KU Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage eentalig traject, doorgroeistage (B-KUL-F0BB1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

De student ontwerpt en geeft 10 lesuren in de doeltaal, waarvan minstens één les met behulp van ICT. De student werkt tijdens dit OPO actief aan de werkpunten die aan het einde van de Ingroeistage in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan werden geïdentificeerd.

De student probeert diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit (en daarbij inzichten vanuit het OPO Diversiteitsstage te integreren).

De student wordt ook minstens in 1 discipline-overstijgende activiteit betrokken waarbij hij de grenzen van het eigen taalvak overschrijdt en samenwerkt, overlegt en/of interageert met leraren of stagiairs van andere vakken of leerjaren.

De student voert voor taal 1 en taal 2 gecombineerd ook stageverbredende activiteiten uit. Aan het einde van de Doorgroeistage moet de student 8 (voor taal 1 en taal 2 gecombineerd en over de hele stageperiode heen) mesotaken hebben uitgevoerd.

De student wordt begeleid door minstens één vakmentor op de school en door de Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

Studiemateriaal

KU Leuven portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage eentalig traject, doorgroeistage (B-KUL-F2BB1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student documenteert het eigen leerproces.

  • Voor wat betreft de taken van de leraar op microniveau

- De student laadt 10 lesvoorbereidingen op in zijn KU Leuven stageportfolio. Deze lesvoorbereidingen worden opgemaakt op basis van het sjabloon voor de uitgebreide of de korte lesvoorbereiding dat daartoe door de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De lesvoorbereidingen worden in de doeltaal opgesteld.

- De student vraagt feedback bij de gegeven les aan de begeleidende vakmentor(en) op school en voegt deze feedback voor alle 10 de lessen toe aan het stageportfolio. Hij verwerkt de gekregen feedback in de daaropvolgende lessen.

- De student beschrijft het vakoverschrijdende project of de vakoverschrijdende lesactiviteit waaraan hij actief meewerkte en geeft duidelijk aan wat zijn eigen inbreng in het project is geweest: wat deed hij precies en welke tijdsinvestering ging hiermee gepaard? Wat heeft de student uit het vakoverschrijdend project geleerd?

  • Voor wat betreft de taken van de leraar buiten klasverband

De student documenteert en bespreekt opnieuw kritisch (zoals tijdens de Initatiestage en Ingroeistage) activiteiten op het mesoniveau van de school. In de bespreking geeft de student aan hoe deze activiteiten hebben bijgedragen tot zijn verdere vorming op het vlak van de basiscompetenties De leraar als lid van een schoolteam. De leraar als partner van externen en ouders. De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap. De leraar als cultuurparticipant. en de attitudes van de startende leraar. De student werkt tijdens de Doorgroeistage aan de resterende van de 8 mesotaken die in totaal (voor de verschillende stages samen en over de hele stageperiode) moeten afgewerkt worden.

Aan het einde van de Doorgroeistage schrijft de student een globale zelfevaluatie. Hij maakt daartoe gebruik van de Evaluatiematrix die hem ter beschikking werd gesteld. Voor elk van de basiscompetenties en de basisattitudes wordt bewijs aangehaald waaruit blijkt dat de student die competentie of attitude minstens in voldoende mate heeft verworven. Wanneer dit niet zo is wordt dit ook aangegeven. Dit verslag is realistisch en zelfkritisch. Het is geen oppervlakkig hoera-verhaal. De student krijgt tijdens een afsluitend gesprek met de de stagebegeleider van de KU Leuven de kans verdere toelichting te geven bij zijn zelfevaluatie.

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is een cijfer op 20.

 

Om te kunnen slagen moet de student minstens alle activiteiten die verwacht worden binnen dit OPO hebben afgerond (lesvoorbereidingen, lesactiviteiten, actieve medewerking aan stageverbredende activiteiten, actieve medewerking aan een vakoverschrijdend project of vakoverstijgende lesactiviteit, blijk geven van vermogen om te differentiëren, een les met gebruik van ICT hebben gegeven, een kritische zelfevaluatie hebben geschreven). Bovendien moet hij alle basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens in voldoende mate verworven hebben.

De eindevaluatie is gebaseerd op:

(1) de eindevaluatie die de hoofdmentor op de stageschool/scholen heeft gemaakt van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdend project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald en de basiscompetenties en basisattitudes van de startende leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(2) de evaluatie door de de stagebegeleider(s) van de KU Leuven van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten (inclusief het vakoverschrijdende project) heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO heeft behaald, en alle basiscompetenties en basisattitudes van de leraar minstens op voldoende wijze heeft verworven (25%);

(3) beoordeling van de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio door de de stagebegeleider van de KU Leuven (25%).

(4) beoordeling door de de stagebegeleider van de KU Leuven van de kwaliteit, diepgang en onderbouwing van de globale zelfevaluatie, en van de reflectie (op geobserveerde lessen, eigen gegeven lessen, stageverbredende activiteiten en reflectie op eigen ontwikkeling) die de student in het portfolio en tijdens het afsluitende stagebesprekingsgesprek toont (25%);

Bovendien kan de student enkel voor de Doorgroeistage slagen indien hij tijdens de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van dit OPO, een minstens voldoende beheersing toont van de doeltaal (nl. op C1-niveau van het ERK, tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) zowel in de lesvoorbereidingen als tijdens de lesobservaties door de stagebegeleider van de KU Leuven en in de opname van de laatste les van de Doorgroeistage.

Er worden verschillende tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

ad 1 en 2: Voor de evaluatie wordt een beoordelingsmatrix ter beschikking gesteld van de hoofdmentor(en)van de stageschool/scholen waar de Doorgroeistage plaatsvindt en van de stagebegeleider van de KU Leuven. De matrix is voor de student toegankelijk via MyPortfolio.
De beoordelingscriteria herformuleren de 10 basiscompetenties en de 8 basisattitudes in de vorm van kernpraktijken of deelvaardigheden die de leraar moet beheersen om als een volwaardig lid van een schoolteam binnen de complexe realiteit van het onderwijs te kunnen functioneren. De student maakte al kennis met deze criteria tijdens de Initiatiestage en de Ingroeistage.
 

Voor de ‘samenvattende evaluatie’ door de hoofdmentor en de stagebegeleider van de KU Leuven geldt dat de student slaagt indien hij voor alle criteria in de beoordelingsmatrix minstens het niveau ‘in voldoende mate’ heeft behaald.

Omdat zowel de hoofdmentor(en) als de stagebegeleider van de KU Leuven de Doorgroeistage beoordelen, wordt geconcentreerd één beoordeling gegeven die in het eindoordeel dus een gewicht van 50% krijgt. Bij grote afwijkingen neemt het verantwoordelijke ZAP-lid contact op met de hoofdmentor(en) die de eindevaluatie indiende(n). Het is de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke ZAP-lid om te bepalen of de student het voordeel van de twijfel krijgt.

Ad 3: De lesvoorbereidingen worden beoordeeld door de de stagebegeleider van de KU Leuven. Ze dienen te beantwoorden aan de basisprincipes van actueel vreemdetalenonderwijs zoals die tijdens het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek werden besproken. Bijzondere aandacht in de evaluatie gaat naar de doelgerichtheid van de lesopbouw en naar aanzetten die gegeven worden tot binnenklasdifferentiatie. Ook de zinvolle integratie van ICT in de talenklas wordt mee in rekening genomen.

Ad 4: De student geeft blijk van zelfkritisch vermogen. Voor een leraar die vanaf nu het eigen professionaliseringsproces in grote mate zelf zal aansturen is dit belangrijk. Dit zelfkritisch vermogen wordt beoordeeld op basis van de reflectieverslagen per les die de student indiende en op basis van de afsluitende globale zelfevaluatie. Voor de globale zelfevaluatie zijn de gehanteerde criteria helderheid, diepgang, volledigheid, realiteitszin en het feit dat voldoende materiaal uit de stage werd aangeleverd om de vaststellingen te onderbouwen.

Op het einde van de Doorgroeistage kan er geen twijfel meer bestaan over het feit of de student de doeltaal nu wel of nipt niet op het C1-niveau (tenzij anders gespecifieerd door de verantwoordelijke vakdidacticus) beheerst. ‘De doeltaal op C1-niveau beheersen’ betekent dat de student de doeltaal in klasverband zowel schriftelijk als mondeling op dat niveau kan hanteren. Hij kan met grote nauwkeurigheid en met gebruik van een rijke taal over een breed scala aan relevante onderwerpen vlot communiceren en interageren.

Indien tijdens de Doorgroeistage blijkt dat de student het C1-niveau niet zal bereiken, informeert de hoofdmentor hierover de stagebegeleider van de KU Leuven, die vervolgens de student hierover informeert. De student wordt aangezet tot het nemen van initiatieven om dit probleem te verhelpen. Indien het verschil tussen het bereikte en het verwachte niveau te groot blijft, wordt de student aangeraden de Doorgroeistage op te schorten.

De student krijgt een ‘niet geslaagd’ voor het OPO als hij op 2 of meer (>50%) van de bovenstaande criteria (1-4) een onvoldoende krijgt. De student slaagt sowieso niet indien hij de onderwijstaal niet op het C1 niveau kan hanteren.

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO is geen tweede examenkans mogelijk omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen.

ECTS Vakdidactiek Oud-Grieks: praktijk (B-KUL-F0BT5A)

3 studiepunten Nederlands 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische, onderzoeks- en praktijkervaringsgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Oud-Grieks, en hun de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Oud-Grieks vorm te geven, te organiseren en begeleiden.
  • de studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven.
  • de studenten bouwen de competentie om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders, en concrete vakdidactische praktijk te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren.

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Griekse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( F0BT6A )


F0BT6AF0BT6A : Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Oud Grieks: praktijk (B-KUL-F0YW6a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen aan bod:

  • concrete toepassingen van eindtermen en leerplannen
  • lessen voorbereiden en daarbij didactische modellen m.b.t. onderwijs Grieks toepassen
  • concrete aanpak van taalverwervings- en taalbeschouwingsonderwijs, van lees- en literatuuronderwijs en van cultuuronderwijs
  • kritisch en effectief leren werken met lesmethodes, didactische handreikingen, artikels uit vaktijdschriften…
  • werkvormen gepast inzetten om o.a. taakgericht, zelfstandig, zelfsturend, interactief werken in de klas te bevorderen
  • integreren van moderne technologie in het onderwijs van het Grieks
  • leren omgaan met diversiteit in het onderwijs van het Grieks
  • onderwerpen die door de studenten worden aangebracht

 

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien (Oud-)Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten vanuit praktijkgerichte opdrachten om onderwijsactiviteiten m.b.t. het onderwijs Grieks zelf vorm te geven en te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren via activerende werkvormen doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, beoordelen kritisch activiteiten in bestaande lesmethodes, proberen werkvormen uit, doen aan microteaching, en leren de taalcompetenties van het Grieks evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Oud-Grieks: praktijk (B-KUL-F2BT5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Praktijk: Permanente evaluatie aan de hand van (1) medewerking tijdens contactmomenten (20%) en presentatie (20%) en (2) diverse werkstukken (60%).

Toelichting bij herkansen

Het cijfer voor medewerking tijdens de contactmomenten (20%) en presentatie (20%) wordt overgedragen. Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans krijgt de student de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot (60%)

ECTS Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6A)

3 studiepunten Nederlands 12 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
N.

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische, onderzoeks- en praktijkervaringsgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks.. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijk onderzoek en de praktijkervaring i.v.m. het onderwijs Latijn en Oud-Grieks (in Vlaanderen en daarbuiten).
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. plaats in het curriculum, eindtermen, leerplannen, methoden) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten.
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F2BT6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

ECTS Vakdidactiek klassieke talen: verdieping (B-KUL-F0BT7A)

3 studiepunten Nederlands 12 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
N.

Doelstellingen

Dit OPO wil de theoretische, onderzoeks- en praktijkervaringsgebaseerde inzichten verworven in het OPO ‘Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten’ verdiepen en verbreden zodat de studenten in staat zijn het onderwijs Latijn en Oud-Grieks zelfstandig te organiseren en daarover persoonlijk te reflecteren.

Meer bepaald verwerven de studenten relevante kennis over de meest recente tendensen in de vakdidactiek van de klasieke talen en leren zij die doelmatig in te zetten met het oog op een vernieuwing en modernisering van het oudetalenonderwijs.

Begintermen

Studenten hebben het OPO ‘Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten’ gevolgd.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek klassieke talen: verdieping (B-KUL-F0BT7a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks. Hij verwerft inzicht in de meest recente tendensen in de didactiek van de klassieke talen en leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen uit binnen- en buitenland).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de relatie tussen het oudetalenonderwijs en het moderne vreemdetalenonderwijs in Vlaanderen en Europa
  • alternatieve taalverwervingsmethoden
  • leren luisteren, spreken en schrijven
  • nieuwe leesvaardigheidsmethoden
  • vertalen en vertalingen
  • leren omgaan met diversiteit in het onderwijs Latijn en Oud-Grieks

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZE9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Latijn–Grieks

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek klassieke talen: verdieping (B-KUL-F2BT7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

ECTS Vakdidactiek Latijn: praktijk (B-KUL-F0BT8A)

3 studiepunten Nederlands 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische, onderzoeks- en praktijkervaringsgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Latijn, en hun de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

 

  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Latijn vorm te geven, te organiseren en begeleiden.
  • de studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven.
  • de studenten bouwen de competentie om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders, en concrete vakdidactische praktijk te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren.

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Latijnse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( F0BT6A )


F0BT6AF0BT6A : Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Latijn: praktijk (B-KUL-F0YX0a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen aan bod:

  • concrete toepassingen van eindtermen en leerplannen
  • lessen voorbereiden en daarbij didactische modellen m.b.t. onderwijs Latijn toepassen
  • concrete aanpak van taalverwervings- en taalbeschouwingsonderwijs, van lees- en literatuuronderwijs en van cultuuronderwijs
  • kritisch en effectief leren werken met lesmethodes, didactische handreikingen, artikels uit vaktijdschriften…
  • werkvormen gepast inzetten om o.a. taakgericht, zelfstandig, zelfsturend, interactief werken in de klas te bevorderen
  • integreren van moderne technologie in het onderwijs Latijn
  • leren omgaan met diversiteit in het onderwijs Latijn
  • onderwerpen die door de studenten worden aangebracht

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten vanuit praktijkgerichte opdrachten om onderwijsactiviteiten m.b.t. het onderwijs Latijn zelf vorm te geven en te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren via activerende werkvormen doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, beoordelen kritisch activiteiten in bestaande lesmethodes, proberen werkvormen uit, doen aan microteaching, en leren taalcompetenties Latijn evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Latijn: praktijk (B-KUL-F2BT8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Praktijk: Permanente evaluatie aan de hand van (1) medewerking tijdens contactmomenten (20%) en presentatie (20%) en (2) diverse werkstukken (60%).

Toelichting bij herkansen

Het cijfer voor medewerking tijdens de contactmomenten (20%) en presentatie (20%) wordt overgedragen. Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans krijgt de student de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot (60%)

ECTS Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F0VH5A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

  • Inzicht verwerven in de plaats van CALL binnen de toegepaste taalkunde, in recente tendensen binnen deze discipline, in de methodologie van het CALL onderzoek.
  • In staat zijn de diverse types CALL-applicaties kritisch te beoordelen op basis van inzichten uit het CALL-onderzoek.
  • In staat zijn de resultaten van lopend ontwikkel- en effectiviteitsonderzoek te analyseren en hun implicaties voor taalverwerving en taaldidactiek correct in te schatten.

 

Begintermen

  • Actieve gebruiker van ICT-toepassingen (Internet, tekstverwerking, presentatiesoftware, etc.)
  • Geen technische computerskills (bv. programmeren) vereist

 

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZG3A: Computer assisted language learning
F0ZG2A: Computer assisted language learning

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F0VH5a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

8 modules, waarvan drie basismodules (1-3) en vijf verdiepende modules die ingaan op CALL voor een specifieke vaardigheid en/of technologie:

1. Afbakening en evolutie van het onderzoeksdomein CALL
2. Evaluatie, effectiviteit en methodologie
3. Recente tendensen
4. Oefenomgevingen
5. Natural Language Processing
6. Conversationele artificiële intelligentie
7. Audiovisuele input
8. Gaming

Studiemateriaal

  • Toledo-omgeving met modules.             
  • Volledig uitgewerkte syllabus onder de vorm van PPT-presentaties, opgave van secundaire literatuur en weblinks             
  • Stockman, Caroline - Desmet, Piet - Truyen, Fred. 2012. Lex-e-learn. Lexicon voor e-learning. Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Interactief hoorcollege op basis van kritische bespreking van presentaties en van vakliteratuur die in Toledo zijn opgenomen.

Om studenten van de verschillende educatieve masteropleidingen de kans te geven om dit vak te volgen, vinden de lessen online plaats, via technologieën voor hybride afstandsonderwijs. Je neemt live deel aan de les, hetzij in een fysiek lokaal van de KU Leuven, of op een andere plaats vanop je laptop/pc. Je hebt de mogelijkheid om in interactie te treden met de docent en met de andere studenten. Meer informatie vind je op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F2VH5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen bestaat uit een toelichting van de paper en enkele kennisvragen. 

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans van dit OPO wordt op dezelfde manier georganiseerd als de eerste.

ECTS Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8A)

3 studiepunten Nederlands 10 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Taaloverstijgende vakdidactiek' introduceert de studenten uit de Educatieve Master talen in het brede veld van het taal- en literatuuronderwijs, en met name in de taaloverstijgende aspecten ervan. De centrale doelstellingen van dit OPO zijn:

  • De studenten verwerven onderzoeksgebaseerde inzichten in hoe processen van taalverwerving verlopen en welke lessen daaruit kunnen getrokken worden voor de organisatie van effectief taalonderwijs en het opzetten van een positief leer- en leefklimaat waarin de taalverwerving van leerlingen/cursisten wordt bevorderd.
  • De studenten verwerven inzicht in de politieke, onderwijskundige, sociale en economische context waarbinnen het taalonderwijs zich in Vlaanderen afspeelt, in het nationale en internationale normatieve kader waarin het vormgegeven wordt en in de basiscompetenties die de taalleraar moet verwerven.
  • De studenten verwerven inzicht in de doelstellingen en curriculum van het taalonderwijs van de 21ste eeuw.
  • De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school.
  • De studenten verwerven inzicht in de belangrijkste didactische/theoretische modellen en het wetenschappelijk onderzoek rond taaldidactiek, literatuuronderwijs, vaardigheden- en taalbeschouwingsonderwijs en de evaluatie van taalcompetenties.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZL1A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Kortrijk)
F0ZJ5A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Gent)
F0ZN4A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Diepenbeek)
F0ZM5A: Taaloverstijgende vakdidactiek (Antwerpen)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F2YV8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De studenten krijgen inzichtelijke vragen en concrete probleemstellingen of claims die ze vanuit de cursus moeten becommentariëren. Ze worden beoordeeld op de mate waarin ze de relevante kennis en inzichten kunnen integreren in hun reflectie op de concrete probleemstellingen. Het examen gebeurt digitaal en met open boek.

Behaalt een student op de helft van de vragen een onvoldoende, dan kan hij niet slagen voor het OPO. In alle andere gevallen is het eindcijfer samengesteld uit de som van de deelcijfers per vraag.

ECTS Vakdidactiek Duits (B-KUL-F0YV9A)

6 studiepunten Duits 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Duits als vreemde taal (DaF of Deutsch als Fremdsprache), en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het DaF-onderwijs (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot de vakdidactiek DaF. (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs DaF in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten DaF. (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het DaF-onderwijs vorm te geven, te organiseren en te begeleiden. (OLA 2)
  • de studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • de studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en hun keuzes te beargumenteren. (OLA 2)

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Duitse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZN5A: Vakdidactiek Duits (Diepenbeek)
F0BM8A: Vakdidactiek Duits (Kortrijk)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Vakdidactiek Duits: praktijk (B-KUL-F0YW0a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De seminaries vertrekken van de zelfwerkzaamheid van de student. Hij/zij maakt een lesvoorbereiding, een toets, een leeractiviteit waarbij de leerlingen zelfstandig werken. Bij de opgelegde opdrachten krijgt elke student persoonlijke feedback en wordt hij/zij  zo begeleid bij het wegwerken van eigen tekorten op het vlak van taalbeheersing en methodologie van het onderwijs van het Duits. Verder verwerft de student vertrouwdheid met moderne aanpakken en werkvormen in het talenonderwijs (bvb. Stationenlernen, leesportfolio's, taakgericht werken) via kortere doceermomenten en veel hands-on practice, waardoor studenten de voor- en nadelen inzien en kunnen opvangen van verschillende aanpakken in het grammatica-, woordenschat-, uitspraak- en taalvaardigheidsonderwijs van het Duits en van het onderwijs dat het zelfstandig leren bevordert.

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld. De studenten werken ook met het online materiaal Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung  (Goethe-Institut).

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten vanuit praktijkgerichte opdrachten om onderwijsactiviteiten m.b.t. het DaF-onderwijs zelf vorm te geven en te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren via activerende werkvormen doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, beoordelen kritisch activiteiten in bestaande lesmethodes, proberen werkvormen uit, doen aan microteaching, en leren taalcompetenties Duits evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden. Verder maken ze zich technieken voor doeltreffend klasmanagement eigen.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht. De student doorloopt ook verplicht de aangeduide modules uit deel 6 van Deutsch Lehren Lernen (Goethe-Institut).

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW0A : Vakdidactiek Duits

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Duits (B-KUL-F2YV9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Voor dit OPO wegen beide OLA’s voor de helft mee van het eindpunt.

OLA Vakdidactiek Duits: Basisprincipes en uitgangspunten: evaluatie op basis van schriftelijk werkstuk (kritische beoordeling van een actueel schoolboek voor DaF in het licht van de geziene cursusinhouden) met mondelinge verdediging in het Duits tijdens de examenperiode.

OLA Praktijk: Permanente evaluatie. De student behaalt een deelcijfer per presentatie (bijvoorbeeld lesvoorbereiding presenteren, jeugdboek presenteren) en per werkstuk (bijvoorbeeld examen ontwerpen) en voor zijn medewerking tijdens de contactmomenten. Het eindcijfer voor de OLA Praktijk is gelijk aan het gemiddelde van de cijfers behaald voor de onderscheiden presentaties en werkstukken enerzijds en het behaalde cijfer voor de medewerking tijdens de contactmomenten anderzijds. 50% van het cijfer gaat naar de werkstukken, 50% naar medewerking tijdens de contactmomenten.

Voor het OLA Praktijk geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Toelichting bij herkansen

Voor OLA 1 (Basisprincipes en uitgangspunten) levert de student een verbeterd of desgewenst nieuw werkstuk in dat opnieuw mondeling verdedigd wordt. Voor OLA2 (Praktijk) wordt het cijfer voor medewerking tijdens de contactmomenten overgedragen. Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans krijgt de student de opdracht om een of meerdere nieuw werkstuk(ken) voor OLA2 in te dienen m.b.t. de aspecten waarvoor de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Duits (B-KUL-F0YW0A)

3 studiepunten Duits 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Duits als vreemde taal (DaF of Deutsch als Fremdsprache), en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het DaF-onderwijs vorm te geven, te organiseren en begeleiden.
  • de studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven.
  • de studenten bouwen de competentie om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren.

Begintermen

Studenten die dit OPO opnemen, hebben verplicht ook het eerste deel van Vakdidactiek Duits gevolgd binnen de 15 sp leraarschap in de BA taal- en letterkunde, of binnen het voorbereidingsprogramma naar de Educatieve Master in de talen;

Identieke opleidingsonderdelen

F0BH5A: Vakdidactiek Duits (Diepenbeek)
F0BM5A: Vakdidactiek Duits (Kortrijk)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Duits: praktijk (B-KUL-F0YW0a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De seminaries vertrekken van de zelfwerkzaamheid van de student. Hij/zij maakt een lesvoorbereiding, een toets, een leeractiviteit waarbij de leerlingen zelfstandig werken. Bij de opgelegde opdrachten krijgt elke student persoonlijke feedback en wordt hij/zij  zo begeleid bij het wegwerken van eigen tekorten op het vlak van taalbeheersing en methodologie van het onderwijs van het Duits. Verder verwerft de student vertrouwdheid met moderne aanpakken en werkvormen in het talenonderwijs (bvb. Stationenlernen, leesportfolio's, taakgericht werken) via kortere doceermomenten en veel hands-on practice, waardoor studenten de voor- en nadelen inzien en kunnen opvangen van verschillende aanpakken in het grammatica-, woordenschat-, uitspraak- en taalvaardigheidsonderwijs van het Duits en van het onderwijs dat het zelfstandig leren bevordert.

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld. De studenten werken ook met het online materiaal Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung  (Goethe-Institut).

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten vanuit praktijkgerichte opdrachten om onderwijsactiviteiten m.b.t. het DaF-onderwijs zelf vorm te geven en te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren via activerende werkvormen doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, beoordelen kritisch activiteiten in bestaande lesmethodes, proberen werkvormen uit, doen aan microteaching, en leren taalcompetenties Duits evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden. Verder maken ze zich technieken voor doeltreffend klasmanagement eigen.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht. De student doorloopt ook verplicht de aangeduide modules uit deel 6 van Deutsch Lehren Lernen (Goethe-Institut).

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Duits (B-KUL-F2YW0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Permanente evaluatie. De student behaalt een deelcijfer per presentatie (bijvoorbeeld lesvoorbereiding presenteren, jeugdboek presenteren) en per werkstuk (bijvoorbeeld examen ontwerpen) en voor zijn medewerking tijdens de contactmomenten. Het eindcijfer voor de OLA Praktijk is gelijk aan het gemiddelde van de cijfers behaald voor de onderscheiden presentaties en werkstukken enerzijds en het behaalde cijfer voor de medewerking tijdens de contactmomenten anderzijds. 50% van het cijfer gaat naar de werkstukken, 50% naar medewerking tijdens de contactmomenten.

Voor dit OPO geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Toelichting bij herkansen

Voor Praktijk wordt het cijfer voor medewerking tijdens de contactmomenten overgedragen. Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans krijgt de student de opdracht om een of meerdere nieuw werkstuk(ken) voor praktijk in te dienen m.b.t. de aspecten waarvoor de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Engels (B-KUL-F0YW1A)

6 studiepunten Engels 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over, en de zelfstandige organisatie van, het onderwijs Engels als vreemde taal, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het onderwijs Engels (in Vlaanderen en Nederland). (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot vakdidactiek Engels. (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs Engels in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten Engels. (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Engels vorm te geven en organiseren en voor hun leerlingen een positieve, stimulerende leeromgeving te ontwerpen. (OLA 2)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • de studenten bouwen de competentie om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren. (OLA 2)

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Engelse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZM6A: Vakdidactiek Engels (Antwerpen)
F0ZL2A: Vakdidactiek Engels (Kortrijk)
F0ZN7A: Vakdidactiek Engels (Diepenbeek)
F0BI1A: Vakdidactiek Engels (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Vakdidactiek Engels: praktijk (B-KUL-F0YW2a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte opdrachten de oefeningen op een interactieve manier de competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen aan bod:

  • vertalen van eindtermen en leerplannen in onderwijsactiviteiten
  • lessen voorbereiden en daarbij relevante theoretische en didactische modellen toepassen
  • concrete aanpak van het vaardighedenonderwijs
  • concrete aanpak van grammatica- en woordenschatonderwijs
  • concrete aanpak van strategieën, taalbeschouwings- en literatuuronderwijs
  • activerende werkvormen om taakgericht, interactief en zelfsturend leren te bevorderen
  • leren omgaan met diversiteit en meertaligheid in het onderwijs Engels
  • evalueren van taalcompetenties Engels: concrete toepassingen
  • onderwerpen die door de student zelf worden aangebracht

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de bijeenkomsten aan de studenten ter beschikking gesteld. Het gaat o.a. om lesvoorbeelden, sjablonen voor lesvoorbereidingen, handouts rond werkvormen...

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, vermits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten om vanuit praktijkgerichte opdrachten, groepswerk en microteaching om onderwijsactiviteiten m.b.t. het onderwijs van het Engels zelf vorm te geven, te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren zelf doelstellingen formuleren, een lesvoorbereiding maken, gepaste werkvormen kiezen en hanteren, activiteiten in lesmethodes kritisch beoordelen en aanpassen, en leren taalcompetenties Engels te evalueren en van feedback te voorzien aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW2A : Vakdidactiek Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Engels (B-KUL-F2YW1a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Take-home
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Voor dit OPO wegen beide OLA’s mee voor de helft van het eindpunt.

Voor het “OLA Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten” gebeurt de evaluatie op basis van een schriftelijk werkstuk (take-home) met mondelinge verdediging tijdens het mondelinge examen. De student moet in het take-home examen schriftelijk reflecteren op 3 casussen ( bv. een didactisch artikel, een concreet voorbeeld van een lesactiviteit, een concreet voorbeeld van een toets Engels) en zijn/haar stellingname onderbouwen met relevante theoretische en onderzoeksgebaseerde argumenten. De student krijgt de kans om de stellingname en argumenten verder toe te lichten tijdens het mondelinge examen.

Voor het OLA "Vakdidactiek Engels: praktijk” gebeurt de evaluatie op basis van diverse kleine werkstukken en korte presentaties die allemaal betrekking hebben op het toepassen van vakdidactische en theoretische kaders, modellen en inzichten op concrete aspecten van onderwijs Engels. Hierbij moet de student zelf onderwijsactiviteiten ontwikkelen, onderwijsactiviteiten die door anderen werden ontwikkeld kritisch beoordelen, en tonen dat hij/zij onderbouwde keuzes kan maken m.b.t. concrete aspecten van lesactiviteiten (bv. beslissing om een bestaande toets of activiteit van het handboek aan te passen). De student wordt aan het begin van het OLA geïnformeerd over het precieze gewicht van de diverse werkstukken in de eindevaluatie.

Voor het OLA "Vakdidactiek Engels: praktijk" geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

 

Toelichting bij herkansen

Voor OLA1 (basisprincipes en uitgangspunten) wordt een nieuwe opdracht (take-home met mondelinge verdediging) gegeven. Voor OLA 2 (praktijk) krijgt de student op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de eerste examenkans de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waarop de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Engels (B-KUL-F0YW2A)

3 studiepunten Engels 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over, en de zelfstandige organisatie van, het onderwijs Engels als vreemde taal, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

 

- de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Engels vorm te geven en organiseren en voor hun leerlingen een positieve, stimulerende leeromgeving te ontwerpen.

 

- de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven.

 

- de studenten bouwen de competentie om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren.  

Begintermen

Studenten die dit OPO opnemen, hebben verplicht ook het eerste deel van Vakdidactiek Engels gevolgd binnen de 15 sp leraarschap in de BA taal- en letterkunde, of binnen het voorbereidingsprogramma naar de Educatieve Master in de talen;

Identieke opleidingsonderdelen

F0BG8A: Vakdidactiek Engels (Antwerpen)
F0BH1A: Vakdidactiek Engels (Kortrijk)
F0BH6A: Vakdidactiek Engels (Diepenbeek)
F0BI2A: Vakdidactiek Engels (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Engels: praktijk (B-KUL-F0YW2a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte opdrachten de oefeningen op een interactieve manier de competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen aan bod:

  • vertalen van eindtermen en leerplannen in onderwijsactiviteiten
  • lessen voorbereiden en daarbij relevante theoretische en didactische modellen toepassen
  • concrete aanpak van het vaardighedenonderwijs
  • concrete aanpak van grammatica- en woordenschatonderwijs
  • concrete aanpak van strategieën, taalbeschouwings- en literatuuronderwijs
  • activerende werkvormen om taakgericht, interactief en zelfsturend leren te bevorderen
  • leren omgaan met diversiteit en meertaligheid in het onderwijs Engels
  • evalueren van taalcompetenties Engels: concrete toepassingen
  • onderwerpen die door de student zelf worden aangebracht

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de bijeenkomsten aan de studenten ter beschikking gesteld. Het gaat o.a. om lesvoorbeelden, sjablonen voor lesvoorbereidingen, handouts rond werkvormen...

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, vermits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten om vanuit praktijkgerichte opdrachten, groepswerk en microteaching om onderwijsactiviteiten m.b.t. het onderwijs van het Engels zelf vorm te geven, te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren zelf doelstellingen formuleren, een lesvoorbereiding maken, gepaste werkvormen kiezen en hanteren, activiteiten in lesmethodes kritisch beoordelen en aanpassen, en leren taalcompetenties Engels te evalueren en van feedback te voorzien aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Engels (B-KUL-F2YW2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De evaluatie gebeurt op basis van diverse kleine werkstukken en korte presentaties die allemaal betrekking hebben op het toepassen van vakdidactische en theoretische kaders, modellen en inzichten op concrete aspecten van onderwijs Engels. Hierbij moet de student zelf onderwijsactiviteiten ontwikkelen, onderwijsactiviteiten die door anderen werden ontwikkeld kritisch beoordelen, en tonen dat hij/zij onderbouwde keuzes kan maken m.b.t. concrete aspecten van lesactiviteiten (bv. beslissing om een bestaande toets of activiteit van het handboek aan te passen). De student wordt tijdens de eerste bijeenkomst geïnformeerd over het precieze gewicht van de diverse werkstukken in de eindevaluatie.

Voor dit OPO geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

 

Toelichting bij herkansen

Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de eerste examenkans krijgt de student de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waarop de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Frans (B-KUL-F0YW3A)

6 studiepunten Frans 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In het OPO vakdidactiek Frans maakt de student kennis met de taalspecifieke didactische en theoretisch-wetenschappelijke tradities en inzichten die het taalonderwijs Frans als vreemde taal beïnvloeden en mee vorm geven.

De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • De student leert kritisch nadenken over didactische keuzes en instructionele technieken die in de onderzoeksliteratuur en binnen het onderwijs Frans als vreemde taal (FLE) aanwezig zijn. (OLA 1)
  • De student bouwt relevante kennis op met betrekking tot het institutioneel kader waarin het onderwijs Frans als vreemde taal georganiseerd wordt (vb. eindtermen, leerplannen, Europees referentiekader). (OLA1)
  • De student is in staat om theoretisch-didactische principes met betrekking tot het onderwijs van een vreemde taal en meer specifiek het onderwijs Frans toe te passen op concrete tools en voorbeelden van lesmateriaal. De student hanteert hierbij ook de relevante parameters die de selectie van lesmateriaal kunnen bepalen (bv. contrastiviteit, frequentie, etc.). (OLA 1)
  • De student is in staat om lesmateriaal op een kritische manier te analyseren aan de hand van de aangereikte normatieve kaders en theoretisch-didactische principes voor het onderwijs Frans als vreemde taal. (OLA 1)

 

  • De student bouwt praktische competenties op om onderwijsactiviteiten Frans als vreemde taal te realiseren en de leerlingen daarbij adequaat te begeleiden. (OLA 2)
  • De student leert onderbouwde beslissingen nemen met betrekking tot het realiseren en evalueren van onderwijsactiviteiten Frans als vreemde taal en houdt daarbij rekening met de beginsituatie van de leerling en de doelstellingen die gerealiseerd dienen te worden.  (OLA 2)
  • De student is in staat om onderwijsactiviteiten vorm te geven en daarbij te verantwoorden hoe de opgebouwde didactische sequentie de opgedane kennis rond vakdidactisch onderzoek Frans als vreemde taal en de overeenkomstige theoretische principes realiseert. (OLA 2)

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Franse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZL4A: Vakdidactiek Frans (Kortrijk)
F0ZL9A: Vakdidactiek Frans (Brussel)
F0ZM8A: Vakdidactiek Frans (Antwerpen)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Vakdidactiek Frans: praktijk (B-KUL-F0YW4a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

In deze OLA maakt de student kennis met de concrete realisatie van de verschillende componenten die deel uitmaken van effectief onderwijs Frans als vreemde taal. De studenten leren via interactieve werkvormen om zelf doelstellingen te formuleren, onderwijsactiviteiten, inclusief evaluatie van die activiteiten, te ontwikkelen en lesvoorbereidingen op te stellen. Ze wenden hiervoor de theoretisch-didactische principes uit OLA 1 aan om op kritische manier met bestaande en eigen ontwikkelde onderwijsactiviteiten om te gaan.  Concreet zullen volgende onderwerpen aan bod komen:

  • Module kennis (structureel niveau): onderwijs van grammatica en lexicon
  • Module vaardigheden en taaltaken (communicatief en taakgericht niveau): onderwijs van receptieve en productieve vaardigheden en ontwikkeling van taaltaken
  • Module literatuur en cultuur: Literatuuronderwijs en onderwijs van (inter)culturele competentie
  • Modules klaspraktijk: activerende werkvormen, differentiatie en motivatie in de Franse les.

Studiemateriaal

Studiemateriaal OLA 2: voor elke module is een uitgewerkte syllabus beschikbaar, die reflectie- en analysetaken bevat en waarbij intens met concreet voorbeeldmateriaal gewerkt wordt. De syllabus is in digitale vorm (via Toledo) beschikbaar.

Toelichting werkvorm

De studenten leren via concreet lesmateriaal hoe de verschillende componenten van effectief onderwijs vorm kunnen krijgen en hoe zich dit vertaalt op het niveau van didactische sequenties en lesvoorbereiding. Tijdens de contactmomenten gaan studenten zelf aan de slag met voorbeelddocumenten die in het lesmateriaal van de verschillende modules worden aangeboden (kennis, vaardigheden en taaltaken, literatuur en cultuur, en klaspraktijk) om op die manier kritische reflectie te stimuleren en hen de nodige handvatten aan te reiken om zelf onderwijsactiviteiten voor bovenvermelde componenten te ontwikkelen. Verschillende activerende werkvormen worden ingezet om de doelstellingen van dit OLA te bereiken.  

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW4A : Vakdidactiek Frans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Frans (B-KUL-F2YW3a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Beide OLA’s wegen voor de helft mee van de eindscore (ola vakdidactiek 10 punten en ola praktijk 10 punten) 

  • OLA vakdidactiek: evaluatie op basis van een schriftelijk examen (open-boek) waarin de student toont dat hij in staat is om de theoretisch-didactische principes en normatieve kaders op een kritische manier te analyseren aan de hand van authentiek lesmateriaal. 
  • OLA praktijk: evaluatie op basis van een werkstuk waarin de student een didactische sequentie uitwerkt rond een bepaald thema en met een bepaald publiek voor ogen. De student toont dat hij de didactische principes voor het realiseren van de “perspective actionnelle” heeft begrepen en dit concreet kan toepassen op eigen ontwikkeld lesmateriaal. Het lesmateriaal omvat zowel oefeningen, communicatieve activiteiten als een taaltaak. Hij reflecteert kritisch op de implementatie van de ‘perspective actionnelle’ in de klaspraktijk.  
  • De evaluatie omvat ook permanente evaluatie op basis van medewerking tijdens de contactmomenten (3 van de 10 punten).

 

Voor het OLA praktijk geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Toelichting bij herkansen

Bij niet slagen voor OLA 1 wordt een nieuw schriftelijk examen opgesteld en nieuw materiaal voor analyse geselecteerd. Bij niet slagen voor OLA 2 wordt het seminariewerk herwerkt. Het cijfer voor permanente evaluatie wordt overgedragen (= 3 punten in totaal).

ECTS Vakdidactiek Frans (B-KUL-F0YW4A)

3 studiepunten Frans 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In het OPO vakdidactiek Frans maakt de student kennis met de taalspecifieke didactische en theoretisch-wetenschappelijke tradities en inzichten die het taalonderwijs Frans als vreemde taal beïnvloeden en mee vorm geven.

De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

 

De student bouwt praktische competenties op om onderwijsactiviteiten Frans als vreemde taal te realiseren en de leerlingen daarbij adequaat te begeleiden.

De student leert onderbouwde beslissingen nemen met betrekking tot het realiseren en evalueren van onderwijsactiviteiten Frans als vreemde taal en houdt daarbij rekening met de beginsituatie van de leerling en de doelstellingen die gerealiseerd dienen te worden.

De student is in staat om onderwijsactiviteiten vorm te geven en daarbij te verantwoorden hoe de opgebouwde didactische sequentie de opgedane kennis rond vakdidactisch onderzoek Frans als vreemde taal en de overeenkomstige theoretische principes realiseert.

 

Begintermen

Studenten die dit OPO opnemen, hebben verplicht ook het eerste deel van Vakdidactiek Frans gevolgd binnen de 15 sp leraarschap in de BA taal- en letterkunde, of binnen het voorbereidingsprogramma naar de Educatieve Master in de talen;

Identieke opleidingsonderdelen

F0BH2A: Vakdidactiek Frans (Kortrijk)
F0BG5A: Vakdidactiek Frans (Brussel)
F0BG9A: Vakdidactiek Frans (Antwerpen)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Frans: praktijk (B-KUL-F0YW4a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

In deze OLA maakt de student kennis met de concrete realisatie van de verschillende componenten die deel uitmaken van effectief onderwijs Frans als vreemde taal. De studenten leren via interactieve werkvormen om zelf doelstellingen te formuleren, onderwijsactiviteiten, inclusief evaluatie van die activiteiten, te ontwikkelen en lesvoorbereidingen op te stellen. Ze wenden hiervoor de theoretisch-didactische principes uit OLA 1 aan om op kritische manier met bestaande en eigen ontwikkelde onderwijsactiviteiten om te gaan.  Concreet zullen volgende onderwerpen aan bod komen:

  • Module kennis (structureel niveau): onderwijs van grammatica en lexicon
  • Module vaardigheden en taaltaken (communicatief en taakgericht niveau): onderwijs van receptieve en productieve vaardigheden en ontwikkeling van taaltaken
  • Module literatuur en cultuur: Literatuuronderwijs en onderwijs van (inter)culturele competentie
  • Modules klaspraktijk: activerende werkvormen, differentiatie en motivatie in de Franse les.

Studiemateriaal

Studiemateriaal OLA 2: voor elke module is een uitgewerkte syllabus beschikbaar, die reflectie- en analysetaken bevat en waarbij intens met concreet voorbeeldmateriaal gewerkt wordt. De syllabus is in digitale vorm (via Toledo) beschikbaar.

Toelichting werkvorm

De studenten leren via concreet lesmateriaal hoe de verschillende componenten van effectief onderwijs vorm kunnen krijgen en hoe zich dit vertaalt op het niveau van didactische sequenties en lesvoorbereiding. Tijdens de contactmomenten gaan studenten zelf aan de slag met voorbeelddocumenten die in het lesmateriaal van de verschillende modules worden aangeboden (kennis, vaardigheden en taaltaken, literatuur en cultuur, en klaspraktijk) om op die manier kritische reflectie te stimuleren en hen de nodige handvatten aan te reiken om zelf onderwijsactiviteiten voor bovenvermelde componenten te ontwikkelen. Verschillende activerende werkvormen worden ingezet om de doelstellingen van dit OLA te bereiken.  

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Frans (B-KUL-F2YW4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Evaluatie op basis van een werkstuk waarin de student een didactische sequentie uitwerkt rond een bepaald thema en met een bepaald publiek voor ogen. De student toont dat hij de didactische principes voor het realiseren van de “perspective actionnelle” heeft begrepen en dit concreet kan toepassen op eigen ontwikkeld lesmateriaal. Het lesmateriaal omvat zowel oefeningen, communicatieve activiteiten als een taaltaak. Hij reflecteert kritisch op de implementatie van de ‘perspective actionnelle’ in de klaspraktijk.  Evaluatie omvat ook permanente evaluatie op basis van medewerking tijdens de contactmomenten (3 van de 10 punten). 

Voor dit OPO geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Bij niet slagen wordt een nieuwe opdracht voor het seminariewerk gegeven (topic en doelpubliek). Het cijfer voor permanente evaluatie wordt overgedragen.

ECTS Vakdidactiek Italiaans (B-KUL-F0YW7A)

6 studiepunten Italiaans 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Marzo Stefania (coördinator) |  Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Italiaans, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijke onderzoek naar de effectiviteit van het onderwijs Italiaans (in Vlaanderen) (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot vakdidactiek Italiaans (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs Italiaans in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten Italiaans. (OLA 2)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Italiaans vorm te geven, te organiseren en te begeleiden. (OLA 2)
  • De studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsleeractiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • De studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren. (OLA 2)

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Italiaanse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Italiaans: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YW7a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Deze OLA bestaat uit twee delen: 1) Literatuur, erfgoed en cultuuroverdracht 2) Taal en maatschappij in het taalonderwijs. In de loop van de lessen zullen de studenten vertrouwd worden met actuele visies op het onderwijs van het Italiaans als vreemde taal (ILS, Italiano Lingua Straniera). De studenten leren hoe ze deze principes in de klasomgeving in actie kunnen omzetten. In het eerste deel ligt de focus op de verwerking van literair en cultureel materiaal voor Vlaamse studenten. In het tweede deel wordt gekeken naar het belang van registervariatie in het taalonderwijs en naar rol van interactie in de klas.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreren de docenten de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC7A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans

Vakdidactiek Italiaans: praktijk (B-KUL-F0YW8a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen o.a. aan bod:

  • analyse en ontwikkeling van leerplannen;
  • concrete aanpak van het vaardighedenonderwijs;
  • didactisch aanbod van grammaticale onderwerpen;
  • didactisch aanbod van lexicale onderwerpen;
  • inleiding tot verschillende methodologische benaderingen;
  • integreren van moderne technologie in het onderwijs Italiaans.

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Practicum, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreert de docent de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW8A : Vakdidactiek Italiaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Italiaans (B-KUL-F2YW7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment, Vaardigheidstoets
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

OLA Vakdidactiek Italiaans: Basisprincipes en uitgangspunten: mondeling examen tijdens eerste examenperiode: mondeling openboekexamen.

OLA Praktijk: permanente evaluatie

  • taken = 16 punten (gedetailleerde info in de syllabus);
  • 4 pt. voor de beoordeling van het taalvaardigheidsniveau. Om de mogelijkheid te bieden om indien nodig het taalvaardigheidsniveau bij te schaven, krijgt elke student aan het begin van het academiejaar tijdens een gesprek met zijn begeleider een inschatting van zijn niveau, en documenteert hij in een portfolio zijn vooruitgang ter zake. Hij kan ook deelnemen aan speciale tutorgesprekken, conversatielessen en taalvaardigheidstesten om de taalvaardigheid te verbeteren, te onderhouden en te testen.

Voor het OLA Praktijk geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Toelichting bij herkansen

Voor OLA 1 (Basisprincipes en uitgangspunten) wordt een nieuwe opdracht als take-home examen opgegeven. Voor OLA2 (Praktijk) krijgt de student op basis van zijn prestaties bij de 1ste examenkans een opdracht om een nieuw werkstuk voor OLA2 in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Italiaans (B-KUL-F0YW8A)

3 studiepunten Italiaans 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Marzo Stefania (coördinator) |  Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

 

- de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs Italiaans in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten Italiaans.

 

- de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Italiaans vorm te geven, te organiseren en te begeleiden.

 

- De studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsleeractiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven.

 

- De studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren.

 

 

Begintermen

Studenten die dit OPO opnemen, hebben verplicht ook het eerste deel van Vakdidactiek Italiaans gevolgd binnen de 15 sp leraarschap in de BA taal- en letterkunde, of binnen het voorbereidingsprogramma naar de Educatieve Master in de talen;

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Italiaans: praktijk (B-KUL-F0YW8a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen o.a. aan bod:

  • analyse en ontwikkeling van leerplannen;
  • concrete aanpak van het vaardighedenonderwijs;
  • didactisch aanbod van grammaticale onderwerpen;
  • didactisch aanbod van lexicale onderwerpen;
  • inleiding tot verschillende methodologische benaderingen;
  • integreren van moderne technologie in het onderwijs Italiaans.

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Practicum, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreert de docent de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW7A : Vakdidactiek Italiaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Italiaans (B-KUL-F2YW8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Permanente evaluatie (voor de taken: gedetailleerde info in de syllabus).

Voor dit OPO geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Toelichting bij herkansen

Het cijfer voor medewerking tijdens de contactmomenten wordt overgedragen. Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans krijgt de student de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Nederlands (B-KUL-F0YX1A)

6 studiepunten Nederlands 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Nederlands, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het onderwijs Nederlands (in Vlaanderen en Nederland). (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot vakdidactiek Nederlands. (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs Nederlands in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten Nederlands. (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Nederlands vorm te geven, te organiseren en begeleiden. (OLA 2)
  • de studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • de studenten bouwen de competentie om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren. (OLA 2)

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Nederlandse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZL6A: Vakdidactiek Nederlands (Kortrijk)
F0ZJ9A: Vakdidactiek Nederlands (Gent)
F0ZM1A: Vakdidactiek Nederlands (Brussel)
F0ZN0A: Vakdidactiek Nederlands (Antwerpen)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Vakdidactiek Nederlands: praktijk (B-KUL-F0YX2a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen aan bod:

  • concrete toepassingen van eindtermen en leerplannen
  • lessen voorbereiden en daarbij didactische modellen m.b.t. onderwijs Nederlands toepassen
  • concrete aanpak van het vaardighedenonderwijs
  • concrete aanpak van literatuur- en taalbeschouwingsonderwijs
  • kritisch en effectief leren werken met lesmethodes, didactische handreikingen, artikels uit vaktijdschriften…
  • werkvormen gepast inzetten om o.a. taakgericht, zelfstandig, zelfsturend, interactief werken in de klas te bevorderen
  • integreren van moderne technologie in het onderwijs Nederlands
  • leren omgaan met diversiteit en meertaligheid in het onderwijs Nederlands
  • onderwerpen die door de studenten worden aangebracht

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten vanuit praktijkgerichte opdrachten, groepswerk en micro teaching om onderwijsactiviteiten m.b.t. het onderwijs Nederlands zelf vorm te geven en te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren via activerende werkvormen doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, beoordelen kritisch activiteiten in bestaande lesmethodes, proberen werkvormen uit, en leren taalcompetenties Nederlands evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX2A : Vakdidactiek Nederlands

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Nederlands (B-KUL-F2YX1a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Take-home
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Voor dit OPO wegen beide OLA’s voor de helft mee van het eindpunt.

Voor het OLA "Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten” gebeurt de evaluatie op basis van een schriftelijk werkstuk (take-home) met mondelinge verdediging tijdens het mondelinge examen. De student moet in het take home examen schriftelijk reflecteren op 3 casussen ( bv. een didactisch artikel, een concreet voorbeeld van een lesactiviteit, een concreet voorbeeld van een toets Engels) en zijn/haar stellingname onderbouwen met relevante theoretische en onderzoeksgebaseerde argumenten. De student krijgt de kans om de stellingname en argumenten verder toe te lichten tijdens het mondelinge examen.

Voor het OLA "Vakdidactiek Nederlands: praktijk” gebeurt de evaluatie op basis van diverse kleine werkstukken en korte presentaties die allemaal betrekking hebben op het toepassen van vakdidactische en theoretische kaders, modellen en inzichten op concrete aspecten van onderwijs van het Nederlands. Hierbij moet de student zelf onderwijsactiviteiten ontwikkelen, onderwijsactiviteiten die door anderen werden ontwikkeld kritisch beoordelen, en tonen dat hij/zij onderbouwde keuzes kan maken m.b.t. concrete aspecten van lesactiviteiten (bv. beslissing om een bestaande toets of activiteit van het handboek aan te passen). De student wordt aan het begin van het OLA geïnformeerd over het precieze gewicht van de diverse werkstukken in de eindevaluatie.

Voor het OLA "Vakdidactiek Nederlands: praktijk" geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Toelichting bij herkansen

Voor OLA 1 (Basisprincipes en uitgangspunten) wordt een nieuwe opdracht als take-home examen opgegeven. Voor OLA2 (Praktijk) krijgt de student op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans de opdracht om een nieuw werkstuk voor OLA2 in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Nederlands (B-KUL-F0YX2A)

3 studiepunten Nederlands 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Nederlands, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

 

- de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Nederlands vorm te geven, te organiseren en begeleiden.

 

- de studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsactiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven.

 

- de studenten bouwen de competentie om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren.

Begintermen

Studenten die dit OPO opnemen, hebben verplicht ook het eerste deel van Vakdidactiek Nederlands gevolgd binnen de 15 sp leraarschap in de BA taal- en letterkunde, of binnen het voorbereidingsprogramma naar de Educatieve Master in de talen;

Identieke opleidingsonderdelen

F0BH3A: Vakdidactiek Nederlands (Kortrijk)
F0BG6A: Vakdidactiek Nederlands (Gent)
F0BH4A: Vakdidactiek Nederlands (Brussel)
F0BH0A: Vakdidactiek Nederlands (Antwerpen)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Nederlands: praktijk (B-KUL-F0YX2a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier competenties op te bouwen die hen voorbereiden op de uitvoering van de stagecomponent. De volgende inhouden komen aan bod:

  • concrete toepassingen van eindtermen en leerplannen
  • lessen voorbereiden en daarbij didactische modellen m.b.t. onderwijs Nederlands toepassen
  • concrete aanpak van het vaardighedenonderwijs
  • concrete aanpak van literatuur- en taalbeschouwingsonderwijs
  • kritisch en effectief leren werken met lesmethodes, didactische handreikingen, artikels uit vaktijdschriften…
  • werkvormen gepast inzetten om o.a. taakgericht, zelfstandig, zelfsturend, interactief werken in de klas te bevorderen
  • integreren van moderne technologie in het onderwijs Nederlands
  • leren omgaan met diversiteit en meertaligheid in het onderwijs Nederlands
  • onderwerpen die door de studenten worden aangebracht

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Tijdens dit OLA leren de studenten vanuit praktijkgerichte opdrachten, groepswerk en micro teaching om onderwijsactiviteiten m.b.t. het onderwijs Nederlands zelf vorm te geven en te organiseren, en de begeleiding ervan in te oefenen. De studenten leren via activerende werkvormen doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, beoordelen kritisch activiteiten in bestaande lesmethodes, proberen werkvormen uit, en leren taalcompetenties Nederlands evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Nederlands (B-KUL-F2YX2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Voor dit OPO gebeurt de evaluatie op basis van diverse kleine werkstukken en korte presentaties die allemaal betrekking hebben op het toepassen van vakdidactische en theoretische kaders, modellen en inzichten op concrete aspecten van onderwijs van het Nederlands. Hierbij moet de student zelf onderwijsactiviteiten ontwikkelen, onderwijsactiviteiten die door anderen werden ontwikkeld kritisch beoordelen, en tonen dat hij/zij onderbouwde keuzes kan maken m.b.t. concrete aspecten van lesactiviteiten (bv. beslissing om een bestaande toets of activiteit van het handboek aan te passen). De student wordt aan het begin geïnformeerd over het precieze gewicht van de diverse werkstukken in de eindevaluatie.

Voor dit OPO geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

 

Toelichting bij herkansen

Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans krijgt de student de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (B-KUL-F0YX3A)

6 studiepunten Nederlands 20 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Nederlands als tweede taal, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn:

 

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijk onderzoek naar processen van tweedetaalverwerving (Nederlands) en de effectiviteit van het onderwijs Nederlands (in Vlaanderen en Nederland) (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot vakdidactiek Nederlands als tweede taal (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs Nederlands als tweede taal in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. OKAN-onderwijs versus volwassenenonderwijs NT2, eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum), de leerbehoeften van cursisten/leerlingen Nederlands als tweede taal, en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten Nederlands als tweede taal. (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs Nederlands als tweede taal vorm te geven, te organiseren en begeleiden. (OLA 2)
  • De studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsleeractiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de cursisten/leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • De studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren. (OLA 2)

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZK1A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Gent)
F0ZM3A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Brussel)
F0ZN2A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Antwerpen)
F0ZN9A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Diepenbeek)
F0BM6A: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (Kortrijk)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX3a)

3 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond de verwerving van en het onderwijs van het Nederlands als tweede taal. Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands als tweede taal in Vlaanderen en met de meest relevante didactische modellen. Hij leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • Onderwijs Nederlands als tweede taal in Vlaanderen: structuur en organisatie, context, normatief kader en leerbehoeften/beginsituatie cursisten
  • Doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands als tweede taal in het volwassenenonderwijs en in het OKAN onderwijs (secundair).
  • Processen van tweedetaalverwerving: onderzoeksgebaseerde inzichten.
  • Onderwijs van mondelinge taalvaardigheid: vakdidactische basisprincipes
  • Onderwijs van schriftelijke taalvaardigheid: vakdidactische basisprincipes
  • Onderwijs van woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • Taakgericht taalonderwijs en behoeftegericht werken: uitgangspunten en basisprincipes
  • Evalueren van taalcompetenties Nederlands als tweede taal.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg ter beschikking gesteld op toledo

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van de colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal: praktijk (B-KUL-F0YX4a)

3 studiepunten : Practicum 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Liesbeth (medewerker) |  Fonteyn Stien (medewerker) |  Houben Annelies (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Proot Ilka (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA krijgen de studenten de kans om vanuit praktijkgerichte oefeningen en opdrachten op een interactieve manier relevante competenties op te bouwen die hen voorbereiden om lessen NT2 zelf te geven, organiseren en begeleiden. De volgende inhouden komen aan bod:

  • Toepassingen van eindtermen en leerplannen: concrete uitwerkingen van doelgerichte lesactiviteiten die NT2-verwerving, integratie en brede ontwikkeling bevorderen;
  • Kritisch en efficiënt leren werken met handboeken,  moderne technologie, websites voor NT2-onderwijs;
  • Werkvormen inzetten: o.m. taakgericht, zelfstandig en zelfsturend leren bevorderen tijdens de lessen;
  • Organiseren en integreren van binnen- en buitenschoolse activiteiten;
  • Differentiatie, maatwerkhoeken en omgaan met diversiteit binnen het taalonderwijs NT2: concrete toepassingen;
  • Evalueren van NT2-competenties en feedback leren geven: praktische toepassingen;
  • Onderwerpen die door de studenten zelf worden aangebracht.

Studiemateriaal

Diverse teksten en materialen worden in de loop van het OLA zowel digitaal als niet-digitaal ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Tijdens interactieve bijeenkomsten, groepswerken en microteaching ontwikkelen de studenten de competentie om lesactiviteiten voor NT2-onderwijs te ontwerpen, organiseren en begeleiden. De studenten leren doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, kijken kritisch naar lesmethodes, proberen werkvormen uit en leren taalcompetenties Nederlands als tweede taal evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden. Tijdens interactieve bijeenkomsten, groepswerken en microteaching ontwikkelen de studenten de competentie om lesactiviteiten voor NT2-onderwijs te ontwerpen, organiseren en begeleiden. De studenten leren doelstellingen formuleren en lesvoorbereidingen maken, kijken kritisch naar lesmethodes, proberen werkvormen uit, en leren taalcompetenties Nederlands als tweede taal evalueren aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Nederlands - niet thuistaal (B-KUL-F2YX3a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Take-home
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OP geldt nultolerantie.

Voor dit OPO wegen beide OLA’s voor de helft mee van het eindpunt.

OLA Basisprincipes en uitgangspunten: evaluatie op basis van schriftelijk werkstuk met betrekking tot vakdidactiek Nederlands (take-home) met mondelinge verdediging. De student moet in het take home examen schriftelijk reflecteren op 2 casussen ( bv. een didactisch artikel, een concreet voorbeeld van een lesactiviteit, een concreet voorbeeld van een toets) en zijn/haar stellingname onderbouwen met relevante theoretische en onderzoeksgebaseerde argumenten. De student krijgt de kans om de stellingname en argumenten verder toe te lichten tijdens het mondelinge examen.

OLA Praktijk: De studenten ontwikkelen een lessenreeks van 6 aaneensluitende uren waarbij ze de theoretische en didactische inzichten die ze hebben opgedaan toepassen. Tijdens de mondelinge bespreking van hun lessenreeks tonen ze dat ze in staat zijn om de didactische keuzes die ze hebben gemaakt te beargumenteren op basis van relevant onderzoek en relevante theoretische/didactische kaders. Ze tonen dat ze daarbij kunnen rekening houden met de beginsituatie en de leerdoelen van hun cursisten/leerlingen, en op een effectieve manier kunnen inspelen op de aanwezige diversiteit.

Voor het OLA Praktijk geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

ECTS Vakdidactiek Spaans (B-KUL-F0YX5A)

6 studiepunten Spaans 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Spaans voor Anderstaligen (SvA), en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn de volgende:

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijke onderzoek naar de effectiviteit van het onderwijs SvA (in de Benelux) (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot vakdidactiek SvA (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs SvA in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten SvA. (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs SvA vorm te geven, te organiseren en te begeleiden. (OLA 2)
  • De studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsleeractiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • De studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren. (OLA 2)

Begintermen

De student heeft 60 studiepunten Spaanse taal en/of literatuur verworven of zal die verwerven bij het afronden van dit OPO.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZK3A: Vakdidactiek Spaans (Gent)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YX5a)

3 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Om deze doelstellingen te realiseren worden transversaal (over de vaardigheden en kennisinhouden heen) een selectie van essentiële principes voor taalonderwijs aangebracht en onmiddellijk toegepast op bestaand les- en studiemateriaal. De principes hebben o.a. te maken met het belang van (semi-)geïntegreerd communicatief taalonderwijs; differentiatie; affectiviteit in de aula; transparantie; onderzoeksmatige houding bij het lesgeven; efficiënt gebruik van nieuwe media, corpora en referentiematieraal; de verwijzing naar andere vreemde talen en de moedertaal; … Het materiaal omvat verschillende soorten handboeken SvA, visieteksten uit de verschillende types onderwijs SvA, een thematisch lexicon met vak− en vakdidactische terminologie, oefenmateriaal met dwaalduiders en gelijkenissen tussen Nederlands, Frans & Spaans…

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

A.d.h.v. de cursustekst en bijkomend materiaal op Toledo worden, in interactie met de studenten, 10 kernprincipes aangebracht en geïllustreerd. Supplementaire toepassingen maken het onderwerp uit van optionele individuele en groepstaken aan het einde van elk contactmoment. Tevens worden de cursus en het college doorspekt met Taalprikkels, die de studenten alert maken voor typische verschillen tussen doeltaal en moedertaal en hen aanzetten tot de evaluatie en verbetering van het eigen taalniveau.Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC8A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans

Vakdidactiek Spaans: praktijk (B-KUL-F0YX6a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

Vertaling en toepassing van de inhouden uit “Taaloverstijgende Vakdidactiek” en “Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten”, waarbij

  • de studenten startbekwaam gemaakt worden voor de stagecomponent van hun opleiding
  • zij ook hun actieve talige vaardigheden aanscherpen om in het Spaans over de (vakdidactische) opties binnen hun beroep te communiceren en te reflecteren.

De themata zijn capita selecta die gekozen worden uit een lijst van prioriteiten die op vraag- en aanbodgestuurd wijze jaarlijks geactualiseerd worden op. Daarbij komen o.a. de volgende topics aan bod:

  • Kritische selectie en gebruik van bestaande didactische leermiddelen (inclusief nieuwe media, corpora en referentiemateriaal) in functie van die verschillende doelgroepen en leerplannen (met aandacht voor de verschillende types onderwijs Spaans voor Anderstaligen in België).
  • Geïntegreerde aanpak van de verschillende deelvaardigheden en kennisdomeinen, met bijzondere aandacht voor een selectie van componenten en kennisdomeinen die vaak minder (goed) aan bod komen (zoals uitspraak, interculturaliteit,) en specifieke aandacht vragen naar gelang het type onderwijs (vb. literatuur, Landeskunde, muziek).
  • Focus op motivatie en (formatieve) evaluatie, met aandacht voor klasmanagement, het leren geven en krijgen van feedback (van docent en peers) en het kritisch leren kijken naar eigen werk (zelfevaluatie, met verwijzing naar verschillende soorten portfolio’s).

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

Om bovenvermelde doelstellingen te realiseren wordt in de practica een veelheid aan activiteiten voorzien:

  • de studenten worden geconfronteerd met bestaand lesmateriaal dat ze kritisch moeten beoordelen;
  • er wordt hen gevraagd een bepaalde topic, vaardigheid of kennisdomein in een lesvoorbereiding uit te werken;
  • de studenten geven zelf les (micro-teaching) en krijgen daarbij feedback van docent en medestudenten.
  • via opdrachten vóór, tijdens en na de contacturen verstevigt de student zijn inzichten in het onderwijs van talen op micro- en, ten dele ook, op mesoniveau en ontwikkelt hij vaardigheden die nodig zijn om dit onderwijs efficiënt in te richten. Daarbij heeft hij niet alleen oog voor taalgebonden problematieken, maar ook voor het laten groeien van studenten in zelfstandig leren, met of zonder de hulp van ICT-materiaal.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX6A : Vakdidactiek Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Spaans (B-KUL-F2YX5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

OLA Vakdidactiek Spaans: Basisprincipes en uitgangspunten: mondeling examen en permanente evaluatie

  • tijdens eerste examenperiode: mondeling openboekexamen met schriftelijke voorbereiding (die mee geëvalueerd wordt): 10 pt. met gelijke verdeling over 2 vragen (info over structuur en vraagtypes, samen met voorbeeldvragen, in de syllabus)
  • 6 punten voor de taken (indien de student ervoor kiest deze in te dienen; indien niet dan staat het examen op 18 i.p.v. 12 punten)
  • 2 punten voor interactie tijdens de colleges
  • 2 punten voor Portfolio waarin de student zijn activiteiten documenteert en evalueert m.b.t. zijn taal-, onderwijs- en cultuurbad (dit op basis van een schriftelijke en mondelinge intake-activiteit),

OLA Praktijk: volledig permanente evaluatie

  • taken = 13 punten (gedetailleerde info in de syllabus);
  • interactie tijdens de seminaries: 2 punten;
  • 5 punten voor Portfolio waarin de student zijn activiteiten documenteert en evalueert m.b.t. zijn taal-, onderwijs- en cultuurbad.

Voor het OLA Praktijk geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Toelichting bij herkansen

Voor OLA 1 (Basisprincipes en uitgangspunten) wordt een nieuw examen georganiseerd (16 pt. met gelijke verdeling over 2 vragen; info over structuur en vraagtypes, samen met voorbeeldvragen, in de syllabus; 2 pt. voor de evaluatie van de nieuwe elementen in het portfolio). De punten van de taken vervallen (indien de student ervoor gekozen had om die in de eerste examenperiode te laten meetellen), het cijfer voor medewerking tijdens de contactmomenten wordt overgedragen. Alle onderdelen zijn noodzakelijk op te kunnen slagen voor het geheel, het niet deelnemen aan of niet indienen van één ervan kan max. 9/20 opleveren.
Voor OLA 2 (Praktijk) krijgt de student op basis van de analyse van de prestaties bij de 1ste examenkans de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot (16 pt, + 2 pt. voor de evaluatie van de nieuwe elementen in het portfolio). Het cijfer voor medewerking (2 pt.) tijdens de contactmomenten wordt overgedragen. Alle onderdelen zijn noodzakelijk op te kunnen slagen voor het geheel, het niet deelnemen aan of niet indienen van één ervan kan max. 9/20 opleveren.Voor OLA 1 (Basisprincipes en uitgangspunten) wordt een nieuwe opdracht als take-home examen opgegeven. Voor OLA 2 (Praktijk) wordt een nieuwe opdracht gegeven op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans (dus: nieuwe opdracht op die aspecten waar de student tekortschoot).

ECTS Vakdidactiek Spaans (B-KUL-F0YX6A)

3 studiepunten Spaans 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Spaans voor Anderstaligen (SvA), en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn de volgende:

 

- de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs SvA vorm te geven, te organiseren en te begeleiden.

 

- De studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsleeractiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven.

 

- De studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren.

 

Begintermen

Studenten die dit OPO opnemen, hebben verplicht ook het eerste deel van Vakdidactiek Spaans gevolgd binnen de 15 sp leraarschap in de BA taal- en letterkunde, of binnen het voorbereidingsprogramma naar de Educatieve Master in de talen;

Identieke opleidingsonderdelen

F0BG7A: Vakdidactiek Spaans (Gent)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Spaans: praktijk (B-KUL-F0YX6a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

Vertaling en toepassing van de inhouden uit “Taaloverstijgende Vakdidactiek” en “Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten”, waarbij

  • de studenten startbekwaam gemaakt worden voor de stagecomponent van hun opleiding
  • zij ook hun actieve talige vaardigheden aanscherpen om in het Spaans over de (vakdidactische) opties binnen hun beroep te communiceren en te reflecteren.

De themata zijn capita selecta die gekozen worden uit een lijst van prioriteiten die op vraag- en aanbodgestuurd wijze jaarlijks geactualiseerd worden op. Daarbij komen o.a. de volgende topics aan bod:

  • Kritische selectie en gebruik van bestaande didactische leermiddelen (inclusief nieuwe media, corpora en referentiemateriaal) in functie van die verschillende doelgroepen en leerplannen (met aandacht voor de verschillende types onderwijs Spaans voor Anderstaligen in België).
  • Geïntegreerde aanpak van de verschillende deelvaardigheden en kennisdomeinen, met bijzondere aandacht voor een selectie van componenten en kennisdomeinen die vaak minder (goed) aan bod komen (zoals uitspraak, interculturaliteit,) en specifieke aandacht vragen naar gelang het type onderwijs (vb. literatuur, Landeskunde, muziek).
  • Focus op motivatie en (formatieve) evaluatie, met aandacht voor klasmanagement, het leren geven en krijgen van feedback (van docent en peers) en het kritisch leren kijken naar eigen werk (zelfevaluatie, met verwijzing naar verschillende soorten portfolio’s).

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

Om bovenvermelde doelstellingen te realiseren wordt in de practica een veelheid aan activiteiten voorzien:

  • de studenten worden geconfronteerd met bestaand lesmateriaal dat ze kritisch moeten beoordelen;
  • er wordt hen gevraagd een bepaalde topic, vaardigheid of kennisdomein in een lesvoorbereiding uit te werken;
  • de studenten geven zelf les (micro-teaching) en krijgen daarbij feedback van docent en medestudenten.
  • via opdrachten vóór, tijdens en na de contacturen verstevigt de student zijn inzichten in het onderwijs van talen op micro- en, ten dele ook, op mesoniveau en ontwikkelt hij vaardigheden die nodig zijn om dit onderwijs efficiënt in te richten. Daarbij heeft hij niet alleen oog voor taalgebonden problematieken, maar ook voor het laten groeien van studenten in zelfstandig leren, met of zonder de hulp van ICT-materiaal.

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX5A : Vakdidactiek Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Spaans (B-KUL-F2YX6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

volledig permanente evaluatie

  • taken = 13 punten (gedetailleerde info in de syllabus);
  • interactie tijdens de seminaries: 2 punten;
  • 5 punten voor Portfolio waarin de student zijn activiteiten documenteert en evalueert m.b.t. zijn taal-, onderwijs- en cultuurbad.

Voor dit OPO geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht.

 

Toelichting bij herkansen

Voor dit OPO krijgt de student op basis van de analyse van de prestaties bij de 1ste examenkans de opdracht om een nieuw werkstuk in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot. Het cijfer voor medewerking vervalt.Voor OLA 1 (Basisprincipes en uitgangspunten) wordt een nieuwe opdracht als take-home examen opgegeven. Voor OLA 2 (Praktijk) wordt een nieuwe opdracht gegeven op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans (dus: nieuwe opdracht op die aspecten waar de student tekortschoot).

 

ECTS Vakdidactiek Chinees (B-KUL-F0YY4A)

6 studiepunten Chinees 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Hedebouw Els (coördinator) |  Derhaeg Dirk |  Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Lin Yu-jen |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker) |  Lin Yu-jen (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit OPO wil de studenten de theoretische en onderzoeksgebaseerde inzichten aanreiken die vereist zijn voor persoonlijke reflectie over en zelfstandige organisatie van het onderwijs Chinees voor Anderstaligen, en hen de kans bieden om relevante praktijkcompetenties te ontwikkelen en in te oefenen. De belangrijkste doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn de volgende:

  • de studenten bouwen relevante kennis op m.b.t. het wetenschappelijke onderzoek naar de effectiviteit van het onderwijs van Chinees aan anderstaligen (OLA1)
  • de studenten bouwen relevante kennis op van relevante theoretische kaders/didactische modellen met betrekking tot vakdidactiek Chinees (OLA 1)
  • de studenten bouwen kennis op van de context en het normatieve kader waarin het onderwijs van Chinees in Vlaanderen wordt georganiseerd (o.a. eindtermen, leerplannen, methoden, plaats in het curriculum) en de tools die voorhanden zijn voor leerkrachten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten. (OLA 1)
  • de studenten bouwen praktische vakdidactische startbekwaamheden op om onderwijsactiviteiten binnen de context van het onderwijs van Chinees vorm te geven, te organiseren en te begeleiden. (OLA 2)
  • De studenten leren onderbouwde beslissingen nemen m.b.t. de verschillende aspecten van onderwijsleeractiviteiten (inclusief evaluatie), rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen en de doelstellingen die ze nastreven. (OLA 2)
  • De studenten bouwen de competentie op om opgedane inzichten rond vakdidactisch onderzoek, normatieve en theoretische kaders te integreren in de vormgeving van hun onderwijsactiviteiten en deze te beargumenteren. (OLA 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek Chinees: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YY4a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Derhaeg Dirk |  Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Lin Yu-jen |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

We gaan dieper in op thema’s waarvoor taalspecifieke accenten gezet moeten worden:

  • hoe een karakterschrift aanleren dat weinig gelijkenissen vertoont met een Europese taal
  • aanleren van klanken, tonen en toonveranderingen
  • hoe grammatica functioneel onderwijzen
  • ICT in het onderwijs van mandarijn Chinees
  • benadering van woordenschatonderricht bij een niet-alfabetische taal
  • Chinese cultuur in de Chinese taalles, en de invloed van Chinese cultuur op de Chinese taal

 
Daarnaast komen ook de leerplannen en didactische hulpmiddelen die beschikbaar zijn voor het mandarijn Chinees aan bod en wordt dieper ingegaan op de taalspecifieke eigenheid ervan.  Deze thema’s worden geïllustreerd aan de hand van concreet materiaal voor het Chinees

Studiemateriaal

Selectie van artikels en bronnen die online beschikbaar zijn.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Klasgesprekken, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van artikels en concrete vragen.

Vakdidactiek Chinees: praktijk (B-KUL-F0YY5a)

3 studiepunten : Practicum 15 Beide semestersBeide semesters
Derhaeg Dirk |  Geyskens Liesje |  Hedebouw Els |  Lin Yu-jen |  Derhaeg Dirk (medewerker) |  Geyskens Liesje (medewerker) |  Hedebouw Els (medewerker) |  Lin Yu-jen (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Dit OLA beoogt de studenten bekwaam te maken voor de stagecomponent van hun opleiding. De focus ligt vooral op het microniveau of de praktijk van het lesgeven.
(1) De studenten leren bestaande didactische leermiddelen doeltreffend en kritisch te selecteren, gebruiken en bewerken; de studenten leren verscheidene specifieke doelgroepen te onderscheiden en hun lesmateriaal hierop af te stemmen; de studenten weten doelgericht gebruik te maken van ICT en van leermiddelen om zelfstandig leren te bevorderen.
(2) Via demonstratie van excellent bevonden voorbeelden leren de studenten tenslotte hoe de taaloverstijgende inzichten toe te passen op het onderwijs van de desbetreffende taal, met aandacht voor taalspecifieke accenten en alternatieven (bijvoorbeeld qua methodiek, leermiddel, leeromgeving, referentiemateriaal).
(3) De studenten doen ervaring op met micro-teaching. Zij leren daarbij feedback te krijgen van docent en peers (a) omtrent hun vaardigheid als kritisch gebruiker van lesmateriaal, (b) omtrent hun taalvaardigheid in het Chinees en (c) omtrent hun algemene houding voor de klas. Zij leren kritisch te kijken naar hun eigen werk en doen ervaring op met zelfevaluatie.
(4) Via micro-teaching en groepswerk leren de studenten zelf ook feedback geven, om aldus een uitstekende professionele team-speler te worden in de klas, de vakwerkgroep of het schoolteam. Zij scherpen bovendien ook hun actieve talige vaardigheden aan om in het Chinees over de (vakdidactische) opties binnen zijn beroep te communiceren en te reflecteren.

Studiemateriaal

Handboeken modern Chinees, en ander interessant leermateriaal, beschikbaar via de docenten, online en in de bibliotheek.

Toelichting werkvorm

Activerende werkvormen, debatten met medestudenten en docenten, micro-teaching, praktijkgerichte opdrachten, kristische besprekingen, peer-evaluatie…

Voor dit OLA geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek Chinees (B-KUL-F2YY4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie, Take-home
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

Voor dit OPO wegen beide OLA’s voor de helft mee van het eindpunt.

OLA Vakdidactiek Chinese taal en cultuur: Basisprincipes en uitgangspunten: evaluatie op basis van begeleid schriftelijk werkstuk met betrekking tot vakdidactiek Chinees.

OLA Praktijk: Permanente evaluatie aan de hand van medewerking tijdens contactmomenten, diverse kleine werkstukken, verslagen en andere opdrachten.

Voor het OLA Praktijk geldt verplichte aanwezigheid. Bij frequente en onverantwoorde afwezigheid kan de student niet slagen voor het OPO. De student kan voor maximaal één sessie gewettigd afwezig zijn, mits het indienen van een document ter staving en het uitvoeren van een vervangopdracht

Toelichting bij herkansen

Voor OLA 1 (Basisprincipes en uitgangspunten) kan de student zijn schriftelijk werkstuk opnieuw maken, over hetzelfde of een nieuw thema naar keuze, in overleg met het docententeam. Voor OLA2 (Praktijk) wordt het cijfer voor medewerking tijdens de contactmomenten overgedragen. Op basis van de analyse van de prestaties van de student bij de 1ste examenkans krijgt de student de opdracht om een nieuw werkstuk voor OLA2 in te dienen m.b.t. de aspecten waar de student tekortschoot.

ECTS Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0ZB6A)

6 studiepunten Nederlands 44 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van Nieuwenhuyse Karel (coördinator) |  Claes Ellen |  Crauwels Marion |  Galle Griet |  Van Nieuwenhuyse Karel |  Van den Branden Kris |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO kunnen de studenten:

(1) de ontstaanscontext, doelstellingen, opzet en normatief kader (eindtermen en leerplannen) van PAV-maatschappelijke vorming duiden

(2) kritisch reflecteren, vanuit theoretische kaders en onderzoeksliteratuur algemeen onderwijskundig en vanuit de verschillende betrokken vakdidactieken, over het profiel van de PAV-maatschappelijke vorming leerkracht, de uitdagingen verbonden aan de constellatie van dit vak en de maatschappelijke relevantie van dit vak

(3) kritisch en respectvol reflecteren, vanuit theoretische kaders en onderzoeksliteratuur algemeen onderwijskundig en vanuit de verschillende betrokken vakdidactieken, over de diversiteit van de BSO-leerlingen en hoe de PAV-maatschappelijke vorming leerkracht als leraar van àlle lerenden een krachtige leeromgeving kan creëren op maat van deze diverse doelgroep, met inschatting van de beginsituatie van leerlingen

(4) zelfstandig of in teamverband didactisch materiaal voor het vak PAV-maatschappelijke vorming of een project waarin MAVO/PAV is betrokken, selecteren, kritisch benaderen en aanpassen vanuit de inzichten uit de verschillende betrokken vakdidactieken (m.i.v. theoretische kaders en onderzoeksliteratuur), en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische inzichten.

(5) zelfstandig of in teamverband materiaal ontwikkelen om binnen één thema en/of project rond PAV-maatschappelijke vorming  te werken aan de eindtermen met betrekking tot functionele taalvaardigheid, functionele rekenvaardigheid, oriëntatie in tijd en ruimte, informatieverwerking- en verwerving, wetenschap en samenleving en maatschappelijk en ethisch bewustzijn. Dit gebeurt door de ontwikkeling van didactisch materiaal dat tot doel heeft een inclusieve en krachtige leeromgeving te creëren voor alle leerlingen, in de vorm van een geïntegreerde, multidisciplinaire  thematisch opgezette lesvoorbereiding binnen dat PAV-thema, waarin de inzichten uit de verschillende betrokken vakdidactieken (m.i.v. theoretische kaders en onderzoeksliteratuur) worden toegepast evenals algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische inzichten.

(6) inzichten rond het competentie-ontwikkelend leren (COL) en breed evalueren duiden en toepassen

(7) Samenwerken met medestudenten en bijdragen aan het leerproces van medestudenten

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van hun eerste vakdidactiek en ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A)


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

F0BF8A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Diepenbeek)
F0BF5A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brugge)
F0BF6A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Aalst)
F0BF7A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Antwerpen)
F0BI0A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0ZB6a)

5 studiepunten : College 36 Eerste semesterEerste semester
Claes Ellen |  Crauwels Marion |  Galle Griet |  Van Nieuwenhuyse Karel |  Van den Branden Kris |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De inhouden van dit OPO worden opgehangen aan vijf thema’s:

1) Een krachtige leeromgeving creëren in BSO ~ profiel van de leerkracht PAV-maatschappelijke vorming ~ divers profiel BSO-leerling: hierin komen aan bod de visie op en normatief kader van PAV-maatschappelijke vorming, verticale leerlijnen, verwachtingen van de student jegens en kennismaking met BSO-leerlingen (via observatie), model voor krachtige leeromgeving in BSO, beginsituatie van de leerlingen in kaart brengen

2) Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming als een didactiek in meervoud: basisinzichten in de didactiek van de verschillende vakdomeinen die in het vak PAV geïntegreerd worden, komen hier aan bod. De inhouden uit de verschillende vakdidactieken worden geselecteerd in functie van de specifieke doelstellingen voor het vak PAV-maatschappelijke vorming. De verschillende vakdidactieken betreffen: functionele rekenvaardigheid (wiskunde), functionele taalvaardigheid (Nederlands), tijdsbewustzijn (geschiedenis), ruimtebewustzijn (aardrijkskunde), wetenschap en samenleving (natuurwetenschappen), functionele informatieverwerving en –verwerking en maatschappelijk en ethisch bewustzijn (burgerschapseducatie)

3) kenmerken van geïntegreerd, interdisciplinair en thematisch werken binnen een thema van PAV-maatschappelijke vorming: inzicht opbouwen in algemene principes en verschillende vormen van multidisciplinair, geïntegreerd werken, in thematisch werken als een manier om geïntegreerd inhouden aan te bieden en om de motivatie van leerlingen te verhogen, en in binnenklasdifferentiatie binnen een thematische aanpak.

4) competentie-ontwikkelend onderwijs binnen PAV-maatschappelijke vorming: methodieken voor competentie-ontwikkelend lesgeven binnen PAV (bv. OVUR en onderzoekend leren, probleemgestuurd onderwijs, ervaringsgericht onderwijs, coöperatief leren), holistisch en breed evalueren in het BSO, methodieken voor binnenklasdifferentiatie en brede basiszorg.

5) projectmatig werken: kenmerken en verschillen tussen thematisch en projectmatig werken, sleutelcompetenties van een project, analyse van een projectdraaiboek en assessment van praktijken

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Studiemateriaal

Handboeken S.O. PAV
Artikels en literatuur
Handleiding
Voorbeeldmateriaal
Multimedia en presentatiesoftware
Toledo

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van hoorcolleges (in contactonderwijs en in de vorm van modules digitaal afstandsleren) m.i.v. werksessies, en studenten gaan ook gericht een lesblok PAV-maatschappelijke vorming observeren in een BSO-school. Over te dragen inhouden en inzichten (theorievorming vanuit de verschillende vakdidactieken en vanuit multidisciplinair en geïntegreerd werken, en resultaten uit onderzoek) worden telkens afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op concreet-didactische producten PAV-maatschappelijke vorming. De studenten memoriseren niet alleen de inhoud van de cursus die in de colleges wordt aangeboden, ze leren ze ook kritisch verwerken en toepassen via de analyse van opgaven.

Aan het begin van het academiejaar wordt een kalender medegedeeld die aangeeft welke sessies (on-campus en (a)synchroon online) wanneer worden georganiseerd. 

Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming: praktijkvoorbereiding (B-KUL-O0G58a)

1 studiepunten : Practicum 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De studenten wordt aangeleerd hoe een krachtige leeromgeving in een concreet sjabloon lesvoorbereiding te gieten. Tevens wordt een schoolbezoek gebracht, om de studenten voort kennis te laten maken met aspecten van de arbeidsmarktfinaliteit richtingen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F2ZB6a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

Toelichting

Paper en examen maken 90% van het totaalpunt uit. 10% betreft permanente evaluatie in semester 2, gebaseerd op aanwezigheid en inbreng in de sessies.

De studenten dienen bij het begin van de examenperiode een paper in die het didactisch product bevat dat ze ontwikkelden op basis van de inzichten in de colleges en seminaries, en waarvoor ondersteuning en (experten)feedback is voorzien.

Het schriftelijk examen bestaat uit een analyse van een didactisch PAV-product, waarbij vragen worden gesteld, gerelateerd aan de inzichten uit de colleges. Vóór het examen krijgen de studenten een aantal PAV-producten opgegeven, die ze thuis al kunnen lezen en analyseren; één van die producten maakt dan deel uit van het examen.

De paper geldt voor de helft van de quotering; het examen ook voor de helft. Om een score te kunnen krijgen voor dit OPO is deelname aan beide onderdelen verplicht. D.w.z. dat het onvoldoende is om deel te nemen aan het schriftelijk examen. In dezelfde zittijd moet én de paper worden ingediend, én aan het schriftelijk examen deelgenomen.

Je moet minstens 8/20 halen voor elk van beide onderdelen, om te kunnen slagen voor het geheel. Indien je niet aan deze voorwaarde voldoet, kan je nog max. 7/20 halen voor het OPO in zijn geheel. 

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding. 

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans (B-KUL-F0ZC7A)

15 studiepunten Italiaans, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Marzo Stefania |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  van den Bossche Bart |  N. |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Sirocchi Carmen (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Vakdidactiek Italiaans: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YW7a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Deze OLA bestaat uit twee delen: 1) Literatuur, erfgoed en cultuuroverdracht 2) Taal en maatschappij in het taalonderwijs. In de loop van de lessen zullen de studenten vertrouwd worden met actuele visies op het onderwijs van het Italiaans als vreemde taal (ILS, Italiano Lingua Straniera). De studenten leren hoe ze deze principes in de klasomgeving in actie kunnen omzetten. In het eerste deel ligt de focus op de verwerking van literair en cultureel materiaal voor Vlaamse studenten. In het tweede deel wordt gekeken naar het belang van registervariatie in het taalonderwijs en naar rol van interactie in de klas.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreren de docenten de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW7A : Vakdidactiek Italiaans

Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD3A : Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Italiaans

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans (B-KUL-F2ZC7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans (B-KUL-F0ZC8A)

15 studiepunten Nederlands, Spaans 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  González Melón Eva (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A) OF SOEPEL( V0YR1A )


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YX5a)

3 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Om deze doelstellingen te realiseren worden transversaal (over de vaardigheden en kennisinhouden heen) een selectie van essentiële principes voor taalonderwijs aangebracht en onmiddellijk toegepast op bestaand les- en studiemateriaal. De principes hebben o.a. te maken met het belang van (semi-)geïntegreerd communicatief taalonderwijs; differentiatie; affectiviteit in de aula; transparantie; onderzoeksmatige houding bij het lesgeven; efficiënt gebruik van nieuwe media, corpora en referentiematieraal; de verwijzing naar andere vreemde talen en de moedertaal; … Het materiaal omvat verschillende soorten handboeken SvA, visieteksten uit de verschillende types onderwijs SvA, een thematisch lexicon met vak− en vakdidactische terminologie, oefenmateriaal met dwaalduiders en gelijkenissen tussen Nederlands, Frans & Spaans…

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

A.d.h.v. de cursustekst en bijkomend materiaal op Toledo worden, in interactie met de studenten, 10 kernprincipes aangebracht en geïllustreerd. Supplementaire toepassingen maken het onderwerp uit van optionele individuele en groepstaken aan het einde van elk contactmoment. Tevens worden de cursus en het college doorspekt met Taalprikkels, die de studenten alert maken voor typische verschillen tussen doeltaal en moedertaal en hen aanzetten tot de evaluatie en verbetering van het eigen taalniveau.Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX5A : Vakdidactiek Spaans

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

 

 

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD4A : Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans (B-KUL-F2ZC8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn (B-KUL-F0ZC9A)

15 studiepunten Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD5A : Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn (B-KUL-F2ZC9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks (B-KUL-F0ZD0A)

15 studiepunten Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F0AX7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD6A : Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Grieks

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks (B-KUL-F2ZD0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Duits (B-KUL-F0ZD1A)

15 studiepunten Duits, Engels, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  Boone Karin (medewerker) |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Duits (B-KUL-F2ZD1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Frans (B-KUL-F0ZD2A)

15 studiepunten Engels, Frans, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Frans (B-KUL-F2ZD2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Italiaans (B-KUL-F0ZD3A)

15 studiepunten Engels, Italiaans, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Marzo Stefania |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  van den Bossche Bart |  N. |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Sirocchi Carmen (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A) OF SOEPEL( V0YR1A )


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Vakdidactiek Italiaans: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YW7a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Deze OLA bestaat uit twee delen: 1) Literatuur, erfgoed en cultuuroverdracht 2) Taal en maatschappij in het taalonderwijs. In de loop van de lessen zullen de studenten vertrouwd worden met actuele visies op het onderwijs van het Italiaans als vreemde taal (ILS, Italiano Lingua Straniera). De studenten leren hoe ze deze principes in de klasomgeving in actie kunnen omzetten. In het eerste deel ligt de focus op de verwerking van literair en cultureel materiaal voor Vlaamse studenten. In het tweede deel wordt gekeken naar het belang van registervariatie in het taalonderwijs en naar rol van interactie in de klas.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreren de docenten de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW7A : Vakdidactiek Italiaans

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC7A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Italiaans (B-KUL-F2ZD3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Spaans (B-KUL-F0ZD4A)

15 studiepunten Engels, Nederlands, Spaans 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  González Melón Eva (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YX5a)

3 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Om deze doelstellingen te realiseren worden transversaal (over de vaardigheden en kennisinhouden heen) een selectie van essentiële principes voor taalonderwijs aangebracht en onmiddellijk toegepast op bestaand les- en studiemateriaal. De principes hebben o.a. te maken met het belang van (semi-)geïntegreerd communicatief taalonderwijs; differentiatie; affectiviteit in de aula; transparantie; onderzoeksmatige houding bij het lesgeven; efficiënt gebruik van nieuwe media, corpora en referentiematieraal; de verwijzing naar andere vreemde talen en de moedertaal; … Het materiaal omvat verschillende soorten handboeken SvA, visieteksten uit de verschillende types onderwijs SvA, een thematisch lexicon met vak− en vakdidactische terminologie, oefenmateriaal met dwaalduiders en gelijkenissen tussen Nederlands, Frans & Spaans…

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

A.d.h.v. de cursustekst en bijkomend materiaal op Toledo worden, in interactie met de studenten, 10 kernprincipes aangebracht en geïllustreerd. Supplementaire toepassingen maken het onderwerp uit van optionele individuele en groepstaken aan het einde van elk contactmoment. Tevens worden de cursus en het college doorspekt met Taalprikkels, die de studenten alert maken voor typische verschillen tussen doeltaal en moedertaal en hen aanzetten tot de evaluatie en verbetering van het eigen taalniveau.Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX5A : Vakdidactiek Spaans

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

 

 

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC8A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Spaans (B-KUL-F2ZD4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Latijn (B-KUL-F0ZD5A)

15 studiepunten Engels, Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Latijn (B-KUL-F2ZD5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Grieks (B-KUL-F0ZD6A)

15 studiepunten Engels, Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL( V0YR1A )


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F0AX7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Grieks (B-KUL-F2ZD6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Frans (B-KUL-F0ZD7A)

15 studiepunten Duits, Frans, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Boone Karin (medewerker) |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Frans (B-KUL-F2ZD7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Italiaans (B-KUL-F0ZD8A)

15 studiepunten Duits, Italiaans, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Marzo Stefania |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  van den Bossche Bart |  N. |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Sirocchi Carmen (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Vakdidactiek Italiaans: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YW7a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Deze OLA bestaat uit twee delen: 1) Literatuur, erfgoed en cultuuroverdracht 2) Taal en maatschappij in het taalonderwijs. In de loop van de lessen zullen de studenten vertrouwd worden met actuele visies op het onderwijs van het Italiaans als vreemde taal (ILS, Italiano Lingua Straniera). De studenten leren hoe ze deze principes in de klasomgeving in actie kunnen omzetten. In het eerste deel ligt de focus op de verwerking van literair en cultureel materiaal voor Vlaamse studenten. In het tweede deel wordt gekeken naar het belang van registervariatie in het taalonderwijs en naar rol van interactie in de klas.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreren de docenten de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW7A : Vakdidactiek Italiaans

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC7A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Italiaans (B-KUL-F2ZD8a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Spaans (B-KUL-F0ZD9A)

15 studiepunten Duits, Nederlands, Spaans 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  Boone Karin (medewerker) |  González Melón Eva (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL( V0YR1A )


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YX5a)

3 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Om deze doelstellingen te realiseren worden transversaal (over de vaardigheden en kennisinhouden heen) een selectie van essentiële principes voor taalonderwijs aangebracht en onmiddellijk toegepast op bestaand les- en studiemateriaal. De principes hebben o.a. te maken met het belang van (semi-)geïntegreerd communicatief taalonderwijs; differentiatie; affectiviteit in de aula; transparantie; onderzoeksmatige houding bij het lesgeven; efficiënt gebruik van nieuwe media, corpora en referentiematieraal; de verwijzing naar andere vreemde talen en de moedertaal; … Het materiaal omvat verschillende soorten handboeken SvA, visieteksten uit de verschillende types onderwijs SvA, een thematisch lexicon met vak− en vakdidactische terminologie, oefenmateriaal met dwaalduiders en gelijkenissen tussen Nederlands, Frans & Spaans…

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

A.d.h.v. de cursustekst en bijkomend materiaal op Toledo worden, in interactie met de studenten, 10 kernprincipes aangebracht en geïllustreerd. Supplementaire toepassingen maken het onderwerp uit van optionele individuele en groepstaken aan het einde van elk contactmoment. Tevens worden de cursus en het college doorspekt met Taalprikkels, die de studenten alert maken voor typische verschillen tussen doeltaal en moedertaal en hen aanzetten tot de evaluatie en verbetering van het eigen taalniveau.Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX5A : Vakdidactiek Spaans

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

 

 

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC8A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Spaans (B-KUL-F2ZD9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Latijn (B-KUL-F0ZE0A)

15 studiepunten Duits, Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Boone Karin (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Latijn (B-KUL-F2ZE0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing:

https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Grieks (B-KUL-F0ZE1A)

15 studiepunten Duits, Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Boone Karin (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F0AX7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Duits–Grieks (B-KUL-F2ZE1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing

https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Frans–Italiaans (B-KUL-F0ZE2A)

15 studiepunten Frans, Italiaans, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Marzo Stefania |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  van den Bossche Bart |  N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Sirocchi Carmen (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Vakdidactiek Italiaans: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YW7a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Deze OLA bestaat uit twee delen: 1) Literatuur, erfgoed en cultuuroverdracht 2) Taal en maatschappij in het taalonderwijs. In de loop van de lessen zullen de studenten vertrouwd worden met actuele visies op het onderwijs van het Italiaans als vreemde taal (ILS, Italiano Lingua Straniera). De studenten leren hoe ze deze principes in de klasomgeving in actie kunnen omzetten. In het eerste deel ligt de focus op de verwerking van literair en cultureel materiaal voor Vlaamse studenten. In het tweede deel wordt gekeken naar het belang van registervariatie in het taalonderwijs en naar rol van interactie in de klas.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreren de docenten de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW7A : Vakdidactiek Italiaans

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC7A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Frans–Italiaans (B-KUL-F2ZE2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Frans-Spaans (B-KUL-F0ZE3A)

15 studiepunten Frans, Nederlands, Spaans 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  González Melón Eva (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

 

 

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC8A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans

Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YX5a)

3 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Om deze doelstellingen te realiseren worden transversaal (over de vaardigheden en kennisinhouden heen) een selectie van essentiële principes voor taalonderwijs aangebracht en onmiddellijk toegepast op bestaand les- en studiemateriaal. De principes hebben o.a. te maken met het belang van (semi-)geïntegreerd communicatief taalonderwijs; differentiatie; affectiviteit in de aula; transparantie; onderzoeksmatige houding bij het lesgeven; efficiënt gebruik van nieuwe media, corpora en referentiematieraal; de verwijzing naar andere vreemde talen en de moedertaal; … Het materiaal omvat verschillende soorten handboeken SvA, visieteksten uit de verschillende types onderwijs SvA, een thematisch lexicon met vak− en vakdidactische terminologie, oefenmateriaal met dwaalduiders en gelijkenissen tussen Nederlands, Frans & Spaans…

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

A.d.h.v. de cursustekst en bijkomend materiaal op Toledo worden, in interactie met de studenten, 10 kernprincipes aangebracht en geïllustreerd. Supplementaire toepassingen maken het onderwerp uit van optionele individuele en groepstaken aan het einde van elk contactmoment. Tevens worden de cursus en het college doorspekt met Taalprikkels, die de studenten alert maken voor typische verschillen tussen doeltaal en moedertaal en hen aanzetten tot de evaluatie en verbetering van het eigen taalniveau.Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX5A : Vakdidactiek Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Frans-Spaans (B-KUL-F2ZE3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing

https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Frans-Latijn (B-KUL-F0ZE4A)

15 studiepunten Frans, Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Frans-Latijn (B-KUL-F2ZE4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing

https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Frans–Grieks (B-KUL-F0ZE5A)

15 studiepunten Frans, Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans

Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F0AX7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Frans–Grieks (B-KUL-F2ZE5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing

https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Latijn–Italiaans (B-KUL-F0ZE6A)

15 studiepunten Italiaans, Nederlands 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Marzo Stefania |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  van den Bossche Bart |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Sirocchi Carmen (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Italiaans: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YW7a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Marzo Stefania |  van den Bossche Bart |  N. |  Sirocchi Carmen (medewerker)

Inhoud

Deze OLA bestaat uit twee delen: 1) Literatuur, erfgoed en cultuuroverdracht 2) Taal en maatschappij in het taalonderwijs. In de loop van de lessen zullen de studenten vertrouwd worden met actuele visies op het onderwijs van het Italiaans als vreemde taal (ILS, Italiano Lingua Straniera). De studenten leren hoe ze deze principes in de klasomgeving in actie kunnen omzetten. In het eerste deel ligt de focus op de verwerking van literair en cultureel materiaal voor Vlaamse studenten. In het tweede deel wordt gekeken naar het belang van registervariatie in het taalonderwijs en naar rol van interactie in de klas.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege, werkcollege, zelfstandig werk. Naast de colleges verwerven de studenten ook individueel kennis aan de hand van aangepast studiemateriaal. Op Toledo illustreren de docenten de verschillende taken die de studenten moeten voorbereiden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW7A : Vakdidactiek Italiaans

Stage Italiaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY0a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC7A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Italiaans

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Latijn–Italiaans (B-KUL-F2ZE6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing

https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Spaans–Latijn (B-KUL-F0ZE7A)

15 studiepunten Nederlands, Spaans 37 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  González Melón Eva (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Stage Spaans, initiatiestage (B-KUL-F0AY9a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Buyse Kris |  González Melón Eva (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

 

 

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC8A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Spaans

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek Spaans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YX5a)

3 studiepunten : Practicum 15 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Om deze doelstellingen te realiseren worden transversaal (over de vaardigheden en kennisinhouden heen) een selectie van essentiële principes voor taalonderwijs aangebracht en onmiddellijk toegepast op bestaand les- en studiemateriaal. De principes hebben o.a. te maken met het belang van (semi-)geïntegreerd communicatief taalonderwijs; differentiatie; affectiviteit in de aula; transparantie; onderzoeksmatige houding bij het lesgeven; efficiënt gebruik van nieuwe media, corpora en referentiematieraal; de verwijzing naar andere vreemde talen en de moedertaal; … Het materiaal omvat verschillende soorten handboeken SvA, visieteksten uit de verschillende types onderwijs SvA, een thematisch lexicon met vak− en vakdidactische terminologie, oefenmateriaal met dwaalduiders en gelijkenissen tussen Nederlands, Frans & Spaans…

Studiemateriaal

  • Cursustekst
  • aanvullende leermiddelen op Toets- en leeromgeving K.U.Leuven
  • voor aanscherpen taalvaardigheid: Buyse, Kris, Nicole Delbecque & Dirk Speelman, 2009. Trampas y Pistas. Averbode/Madrid: Averbode/Edelsa. (evaluatie in het kader van het stageportfolio)

Toelichting werkvorm

A.d.h.v. de cursustekst en bijkomend materiaal op Toledo worden, in interactie met de studenten, 10 kernprincipes aangebracht en geïllustreerd. Supplementaire toepassingen maken het onderwerp uit van optionele individuele en groepstaken aan het einde van elk contactmoment. Tevens worden de cursus en het college doorspekt met Taalprikkels, die de studenten alert maken voor typische verschillen tussen doeltaal en moedertaal en hen aanzetten tot de evaluatie en verbetering van het eigen taalniveau.Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX5A : Vakdidactiek Spaans

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Spaans–Latijn (B-KUL-F2ZE7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing (zie  https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL)

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Latijn–Grieks (B-KUL-F0ZE9A)

15 studiepunten Nederlands 34 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Stage Oud Grieks, initiatiestage (B-KUL-F0AX7a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  De Naeyer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Grieks

Stage Latijn, initiatiestage (B-KUL-F0AZ5a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Aerts Leen (medewerker) |  Denayer Nathalie (medewerker) |  Gevaert Bert (medewerker) |  Vandecruys Koen (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0BT6a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Latijn en Oud-Grieks in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de positie van het schoolvak Latijn in Vlaams en Europees perspectief
  • eindtermen en leerplandoelstellingen
  • taalbeschouwing en taalverwerving
  • leesvaardigheid en tekstbegrip
  • lectuurreflectie
  • cultuurreflectie

 

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZC9A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Latijn

Vakdidactiek klassieke talen: verdieping (B-KUL-F0BT7a)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Latijn en het Oud-Grieks. Hij verwerft inzicht in de meest recente tendensen in de didactiek van de klassieke talen en leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes en handboekenreeksen uit binnen- en buitenland).

 

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • de relatie tussen het oudetalenonderwijs en het moderne vreemdetalenonderwijs in Vlaanderen en Europa
  • alternatieve taalverwervingsmethoden
  • leren luisteren, spreken en schrijven
  • nieuwe leesvaardigheidsmethoden
  • vertalen en vertalingen
  • leren omgaan met diversiteit in het onderwijs Latijn en Oud-Grieks

Studiemateriaal

Een gedrukte syllabus wordt op voorhand ter beschikking gesteld. Bijkomend studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo aan de student ter beschikking gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Aangezien Latijn en Oud-Grieks in het Vlaamse onderwijs niet als een ‘levende’ taal fungeert, wordt het Nederlands als instructietaal gehanteerd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Uitleg door de docent, activerende werkvormen en groepsdiscussies wisselen elkaar af.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BT7A : Vakdidactiek klassieke talen: verdieping

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Latijn–Grieks (B-KUL-F2ZE9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing

https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits (B-KUL-F0ZF0A)

15 studiepunten Duits, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Boone Karin (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Vakdidactiek Duits: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YV9a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

Tijdens dit OLA verdiept de student zich in geselecteerde vakdidactische literatuur met betrekking tot het DaF-onderwijs. Zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het DaF-onderwijs in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. Modellen en theorieën worden besproken en geconcretiseerd met behulp van actueel (commercieel) lesmateriaal voor DaF.

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • DaF-onderwijs in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het DaF-onderwijs
  • basisprincipes van intercultureel communicatief talenonderwijs (inclusief het scholen van leerautonomie)
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes
  • onderwijs van uitspraak, woordenschat en grammatica: vakdidactische basisprincipes
  • evalueren van taalcompetenties Duits

Studiemateriaal

Brinitzer, M., Hantschel, H-J., Kroemer, S., Möller-Frorath, M. u. Lourdes Ros (2016) DaF unterrichten. Basiswissen Didaktik Deutsch als Fremd- und Zweitsprache. Stuttgart: Klett-Sprachen.de

Deutsch Lehren Lernen deel 6 Curriculare Vorgaben und Unterrichtsplanung (Goethe-Institut)

Toelichting onderwijstaal

Duits, aangezien dit OPO handelt over de vakdidactiek van het Duits als vreemde taal.

Toelichting werkvorm

Ter voorbereiding van elke bijeenkomst neemt de student opgegeven hoofdstukken uit het cursusmateriaal door. Tijdens de bijeenkomsten worden de inhouden van het cursusboek verder uitgediept en geïllustreerd met behulp van actueel lesmateriaal voor DaF.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV9A : Vakdidactiek Duits

Stage Duits, initiatiestage (B-KUL-F0AW8a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Sercu Lies |  Boone Karin (medewerker) |  Maes Sientje (medewerker)

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoud van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Duits

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits (B-KUL-F2ZF0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing (zie https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL)

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels (B-KUL-F0ZF1A)

15 studiepunten Engels, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A) OF SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Vakdidactiek Engels: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student de onderzoeksliteratuur rond effectief onderwijs Engels op actieve wijze. Zo verwerft hij een diepgaande inzicht in de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met de basisinformatie rond de context en het normatieve kader van het onderwijs Engels als vreemde taal in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die door anderen zijn uitgewerkt (bv. lesvoorbeelden in bestaande lesmethodes, leerplannen…)

Onderwerpen die aan bod komen:

  • Onderwijs Engels in Vlaanderen: normatief kader, context en contouren
  • Doelstellingen en curriculum van onderwijs Engels in de 21ste eeuw
  • Onderzoek rond processen van vreemdetaalverwerving Engels: lessen voor het onderwijs
  • Basisprincipes van taakgericht en communicatief taalonderwijs
  • De rol van grammatica in het onderwijs Engels
  • Basisprincipes van woordenschatverwerving en - onderwijs
  • Basisprincipes van vaardigheden-, strategieën- en taalbeschouwingsonderwijs binnen het onderwijs Engels als vreemde taal
  • Werken rond literatuur in het onderwijs Engels
  • Evalueren van taalcompetenties Engels
  • Omgaan met meertaligheid en diversiteit binnen het onderwijs Engels

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg via Toledo en tijdens de lessen ter beschikking gesteld in de vorm van onderzoeksartikels, theoretische literatuur, normatieve kaders, lesvoorbeelden….

Toelichting onderwijstaal

Deze OLA wordt in het Engels gegeven, mits het om vakdidactiek Engels gaat.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief te werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen elkaar af. De student krijgt ter voorbereiding van bijeenkomsten lees- en verwerkingsopdrachten aan de hand van concrete vragen die leraren Engels zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW1A : Vakdidactiek Engels

Stage Engels, initiatiestage (B-KUL-F0AX1a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  De Paepe Anne (medewerker) |  De Vadder Frederik (medewerker) |  Laffut An (medewerker) |  Meeus Britt (medewerker) |  Van der Veken Joeri (medewerker) |  Verbeek Joke (medewerker) |  Verhoeven Peggy (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Duits

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF0A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Duits

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels (B-KUL-F2ZF1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL.

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans (B-KUL-F0ZF2A)

15 studiepunten Frans, Nederlands 40 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van den Branden Kris (coördinator) |  Buyse Kris |  Sercu Lies |  Van den Branden Kris |  N. |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

In dit OPO verwerven de studenten basisinzichten rond effectief taalonderwijs, ontwikkelen ze de observatie- en onderzoeksvaardigheden om rond een specifiek aspect van taalonderwijs een kleinschalig praktijkonderzoek op te zetten gebaseerd op observaties binnen een concrete onderwijsomgeving, en de vaardigheid om hun bevindingen op een gestructureerde manier neer te schrijven. Meer concreet staan de volgende doelstellingen centraal:

 

- de studenten bouwen relevante kennis en basisinzichten op rond processen van taalverwerving, rond theoretische en onderzoeksgebaseerde modellen van taalonderwijs, onderzoek naar effectief taalonderwijs en het institutionele en normatieve kader waarbinnen taalonderwijs in Vlaanderen is gesitueerd.

 

- de studenten bouwen de competentie op om de aangereikte onderzoeksliteratuur, theoretische en normatieve kaders te hanteren om kritisch na te denken over de vormgeving van concrete onderwijsactiviteiten die taalleren trachten te bevorderen. Ze leren daarbij oog hebben voor de manier waarop er met diversiteit in het onderwijs wordt omgegaan.

 

- De studenten verwerven inzicht in de rol die taal speelt in alle onderwijsprocessen en in de doelen en procesmatige aspecten van taalbeleid op school en leren die inzichten toepassen op hun observaties binnen een concrete context van taalonderwijs.

 

- De studenten leren op een gerichte manier kijken naar elementen van het lesgeven en het leraarschap (zowel klasgebonden als klasoverstijgend) die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit relevant onderzoek en theorie.

 

- In het kader van een kleinschalig onderzoek in een concrete onderwijsomgeving leren de studenten een onderzoeksdomein af te bakenen, een onderzoeksvraag onder begeleiding te formuleren, een of meerdere gepaste onderzoekmethode(s) te hanteren, secundaire literatuur te raadplegen en kritisch te evalueren, een status quaestionis over de onderzoeksvraag in kaart te brengen, relevante data te observeren in een schoolsetting, en een wetenschappelijk betoog over hun onderzoek in een verzorgde taal te schrijven.

 

Begintermen

Studenten zijn vertrouwd met de inhoud van het OPO L-Dataverwerking.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



SOEPEL(F0YR1A)OR SOEPEL(V0YR1A)


F0YR1AF0YR1A : L-Dataverwerking
V0YR1AV0YR1A : L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taaloverstijgende vakdidactiek (B-KUL-F0YV8a)

3 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In het college komen diverse taaloverstijgende aspecten van het talenonderwijs aan bod, zoals:

  • De basiscompetenties van de beginnende leraar en hun inbedding in de Educatieve master Talen
  • Taalcompetenties: beschrijving, niveaubepaling, evaluatie
  • Processen van taalverwerving
  • Leertheorieën en taaldidactiek: basisprincipes
  • Taalonderwijs in Europees perspectief
  • Taalonderwijs in Vlaanderen: richtlijnen, eindtermen, leerplannen
  • Literatuuronderwijs: doelen en aanpak
  • Taalbeleid op school
  • Evaluatie van taalcompetenties
  • CLIL
  • Klasmanagement in de taalles

Studiemateriaal

Blended learning modules beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus bestaat uit een aantal modules die via een blended learning omgeving en een aantal contactmomenten aangeboden worden. Naast het inleidend en afsluitend contactmoment (hoorcollege) zijn er een beperkt aantal contactmomenten waarop via oefening, casussen en vragen vanuit de studenten dieper wordt ingegaan op de blended learning modules die de studenten zelfstandig hebben doorgenomen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YV8A : Taaloverstijgende vakdidactiek

Vakdidactiek Nederlands: basisprincipes en uitgangspunten (Leuven) (B-KUL-F0YX1a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Tijdens dit OLA exploreert de student op actieve wijze de onderzoeksliteratuur rond het onderwijs van het Nederlands: zo verwerft hij inzicht in het antwoord op de vraag “wat werkt?” Tevens maakt hij kennis met basisinformatie over de context en normatieve kader van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen, en met de meest relevante theoretische en didactische modellen. De student leert zelf de opgedane kennis toe te passen op concrete casussen die zijn uitgewerkt door anderen (bv. lessen in bestaande methodes).

Onderwerpen die aan bod komen zijn:

  • onderwijs Nederlands in Vlaanderen: context, normatief kader en contouren
  • doelstellingen en curriculum van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
  • onderwijs van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van literaire competenties: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • onderwijs van taalbeschouwing: vakdidactische basisprincipes en relevant onderzoek
  • evalueren van taalcompetenties Nederlands

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt gaandeweg aan de student ter beschikking gesteld. Er wordt grotendeels met digitale bronnen gewerkt, o.a. met de onderzoeksdatabank van de Nederlandse Taalunie “Het Onderwijs Nederlands onderzocht”.

Toelichting werkvorm

Tijdens de bijeenkomsten gaan de studenten actief en interactief aan het werk. Groepswerk, activerende werkvormen en uitleg door de docent wisselen mekaar af. De student krijgt ter voorbereiding van colleges verwerkings- en leesopdrachten aan de hand van concrete vragen die leerkrachten Nederlands zich stellen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YX1A : Vakdidactiek Nederlands

Vakdidactiek Frans: basisprincipes en uitgangspunten (B-KUL-F0YW3a)

3 studiepunten : College 15 Eerste semesterEerste semester
N. |  De Pessemier Joëlle (medewerker)

Inhoud

In deze OLA bestuderen we de theoretisch-didactische principes die momenteel het taalonderwijs Frans beïnvloeden. Dit doen we  in vier delen. Eerst bestuderen we de basiscomponenten die een rol spelen binnen het didactisch perspectief van waaruit we de vakdidactiek Frans benaderen. In een tweede deel bestuderen we de didactische principes aan de hand van concreet lesmateriaal. De student leert op die manier de opgedane kennis toe te passen op concrete en authentieke casussen. In een derde deel maakt de student kennis met het normatieve kader van het onderwijs Frans in Vlaanderen. De student verwerft ook vertrouwdheid met (commercieel) beschikbare onderwijs-, leer-, en toetsmateriaal voor Frans als vreemde taal. In een vierde deel worden er kritische vragen gesteld met betrekking tot de selectie van leerinhouden.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Principes van vakdidactiek Frans: Introductie tot de perspective actionnelle en haar drie niveaus (structureel, communicatief, en taakgericht)
  • Introductie tot analyse van authentiek les- en klasmateriaal (séquences didactiques, tâches, etc.)
  • Onderwijs Frans als vreemde taal: context (bv. in Vlaanderen) en normatief kader (eindtermen, ERK, leerplannen)
  • Introductie tot wetenschappelijk onderzoek dat parameters voor selectie van leerinhouden (vb. lexicon en grammatica) aanreikt 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal van dit OLA bestaat uit drie types bronnen: (1) leerpaden bestaande uit multimedia (video’s die theoretische principes en kaders toelichten) en oefeningen zijn ter beschikking in Toledo; (2) handouts van presentaties; (3) een dossier pratique bestaande uit voorbeelden die gebruikt worden in de les om theoretisch-didactische principes te concretiseren aan de hand van bestaand lesmateriaal, en voorbeelden die gebruikt worden om kritische reflectie over de implementatie van de aangereikte theoretisch-didactische kaders te stimuleren. 

Alle documenten zijn in digitale versie beschikbaar voor de student.

Toelichting werkvorm

Tijdens de contactmomenten gaan de studenten actief aan het werk. Modules die via leerpaden in Toledo worden aangeboden, worden afgewisseld met interactieve sessies waarin met authentiek lesmateriaal wordt gewerkt. De student krijgt voorbereidingsopdrachten en oefeningen via Toledo zodat de contactmomenten maximaal interactief zijn.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0YW3A : Vakdidactiek Frans

Stage Frans, initiatiestage (B-KUL-F0AX4a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N. |  Daras Karla (medewerker) |  De Graeve Barbara (medewerker) |  De Pessemier Joëlle (medewerker) |  Gheysens Valerie (medewerker) |  Vanoverbeke Barbara (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZD2A : Opleiding tot leraar talen: startfase Engels-Frans

Stage Nederlands, initiatiestage (B-KUL-F0AY3a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
Van den Branden Kris |  Bombeke Gino (medewerker) |  Burke Tim (medewerker) |  Timmermans Annelene (medewerker) |  Van Damme Peter (medewerker) |  van Looveren Hilde (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De student voert observaties uit in een formele onderwijssetting (secundaire school of centrum voor volwassenenonderwijs) en observeert daar 5 lesuren voor de doeltaal. De student voert ook observaties uit van onderwijs(ondersteunende)activiteiten die zich buiten klasverband afspelen (bv. teamoverleg, gesprek met klastitularis over de inhoudt van die taak, klassenraad).

Met behulp van ter beschikking gestelde kijkwijzers analyseert en waardeert de student het geobserveerde. Die observaties legt hij schriftelijk neer in een helder, diepgaand, kritisch en onderbouwd eindverslag dat wordt toegevoegd aan het digitale stageportfolio.

Toelichting werkvorm

De student krijgt de kans ervaren leraren aan het werk te zien en krijgt zo een goed zicht op de lespraktijk. De kijkwijzers verhelderen voor de student wat tijdens de meer actieve delen van de stage (ingroeistage en doorgroeistage) van de student verwacht wordt wanneer hij zelf lessen voorbereidt en geeft. De kijkwijzers helpen de student ook zicht te krijgen op wat bedoeld wordt met de basiscompetenties en attitudes van de startende leraar.

De observatie van onderwijsondersteunende activiteiten (“mesotaken”) laten de student toe het ruimere schoolgebeuren te leren kennen, en zicht te krijgen op het volledige takenpakket van een leraar, op zijn basiscompetenties en attitudes op het mesoniveau van de school.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZF1A : Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Engels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Opleiding tot leraar talen: startfase Nederlands-Frans (B-KUL-F2ZF2a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor dit OPO geldt nultolerantie.

De ‘onderwijspaper’ (als specifieke onderwijsgerichte invulling van de bachelorpaper) geldt als geïntegreerde proef voor de eindevaluatie van dit OPO. In de onderwijspaper toont de student dat hij met betrekking tot zijn onderzoeksvraag relevante theoretisch/didactische kaders, onderzoeksliteratuur en inzichten heeft verwerkt, dat hij gerichte observaties in een schoolcontext kritisch kan analyseren aan de hand van de bovenstaande kaders, literatuur en inzichten, en dat hij zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier kan neerschrijven. De student licht de paper toe tijdens een mondelinge presentatie.

De student moet de uitvoering van, en de reflectie op de observaties tijdens de initiatiestage documenteren in het digitale portfolio.

Het BA-paperreglement is van toepassing: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bachTL

 

 

 

Toelichting bij herkansen

Enkel de paper wordt opnieuw ingediend.

ECTS Bijkomende stage voor vakdidactiek Nederlands – niet thuistaal als derde vakdidactiek (B-KUL-F0ZI5A)

6 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

- De studenten bouwen de competentie op om een positieve en krachtige leer- en leefomgeving te creëren die vanuit doelgerichte opdrachten, de gepaste inzet van werkvormen en leermiddelen (inclusief moderne technologie) en stimulerende interacties de taalontwikkeling en de brede ontwikkeling van de lerenden bevordert.

 

- De studenten bouwen de competentie op om in een concrete onderwijssetting lerenden interactief en gedifferentieerd te begeleiden, rekening houdend met de doelstellingen, relevante kenmerken van de onderwijscontext, en de beginsituatie en leerbehoeften van de lerenden.

 

- De studenten bouwen de competentie op om in een onderwijssetting onderbouwde oordeelkundige beslissingen te nemen, en daarbij inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek en relevante theoretische/didactische modellen te integreren.

 

- De studenten bouwen de competentie op om hun eigen onderwijsactiviteiten aan kritische reflectie en onderzoek te onderwerpen, en daarbij relevante onderzoeksgebaseerde en theoretische inzichten te integreren.

 

 

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bijkomende stage voor vakdidactiek Nederlands – niet thuistaal als derde vakdidactiek (B-KUL-F0ZI5a)

6 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student zal minstens 4 lesuren observeren en minstens 10 lesuren ontwerpen, organiseren en begeleiden. Dit kan individueel of gedeeltelijk in vormen van co-teaching met een andere student of met een andere leerkracht. 

De student probeert tijdens de eigen lesuren diverse werkvormen uit en tracht constructief in te spelen op diversiteit.

De student wordt begeleid door minstens één stagementor op de school en een Leuvense stagebegeleider. De student participeert actief in reflectiegesprekken met de stagementor en de Leuvense stagebegeleider en in intervisie- en terugkomseminaries met andere studenten.

 

Studiemateriaal

KU Leuven Portfolio

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bijkomende stage voor vakdidactiek Nederlands – niet thuistaal als derde vakdidactiek (B-KUL-F2ZI5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

De student maakt op het einde van het OPO in het portfolio een zelfevaluatie van de mate waarin hij/zij de doelstellingen van dit OPO heeft gehaald. De student presenteert en beargumenteert de zelfevaluatie tijdens een bespreking met de Leuvense stagebegeleider. Ook de stagementor(en) op de stageschool en de Leuvense stagebegeleider maken een evaluatie van de mate waarin de student de doelstellingen van dit OPO heeft bereikt.

De eindevaluatie (geslaagd/niet geslaagd) is gebaseerd op: (a) de eindevaluatie door de stagementor(en) op de stageschool van de mate waarin de student heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO voldoende heeft behaald (25%); (b) de evaluatie door de Leuvense stagebegeleider(s) van de mate waarin de student in zijn lesactiviteiten, reflectiegesprekken en stageverbredende activiteiten heeft getoond dat hij de doelstellingen van dit OPO voldoende heeft behaald (25%); (c) de kwaliteit en diepgang van de zelfevaluatie en reflectie (op geobserveerde lessen en eigen gegeven lessen) die de student in het portfolio toont (25%); (d) de kwaliteit van de lesvoorbereidingen in het stageportfolio (25%). Voor elk van de bovenstaande categorieën wordt een vijfpuntschaal gehanteerd van onvoldoende tot uitmuntend. De student krijgt een fail voor het OPO als hij op 2 van de bovenstaande criteria een onvoldoende krijgt. Voor elk van de bovenstaande categorieën worden de concrete criteria waarop de schaalscore is gebaseerd aan de studenten gecommuniceerd aan het begin van dit OPO.

Er worden tussentijdse feedback- en evaluatiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage omdat stageactiviteiten niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de zomervakantie van de stagescholen. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

 

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Goeman Katie (coördinator) |  Goeman Katie

Doelstellingen

De student

  • toont interesse voor actuele ontwikkelingen en vernieuwingen in het domein van media en leren;
  • kent in detail de terminologie, modellen en denkkaders met betrekking tot:
    • online en blended leeromgevingen;
    • media en ICT-integratie;
    • onderwijstechnologie en -effectiviteit;
    • multimedia leren;
    • onderwijsvernieuwing.
  • is zich bewust van de diversiteit aan omschrijvingen en perspectieven in de wetenschappelijke en praktijkgerichte literatuur;
  • is in staat om een blauwdruk voor een blended leeromgeving uit te werken op basis van een ontwerpmodel;
  • heeft een kritisch-geïnformeerde opinie over het veranderingsproces, de potentiële voordelen, problemen en struikelblokken bij de implementatie van media/technologie in leeromgevingen.

Begintermen

De student heeft kennis en begrip van onderzoeksmethoden en analysetechnieken (gemiddeld niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief).
De student is in staat om wetenschappelijk onderzoek te concipiëren, te begrijpen en te evalueren. Een degelijke kennis van het Engels is aanbevolen (academische voertaal van de artikels en het overige bronnenmateriaal) .

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Centraal in dit opleidingsonderdeel staan theoretische en praktische vraagstukken omtrent digitale media voor onderwijs en leren. Het OPO belicht enerzijds de rol en het gebruik van media om onderwijs- en leeractiviteiten te ondersteunen en te optimaliseren. Anderzijds gaat het OPO dieper in op de dynamiek en problematiek van innovatie, in relatie tot de inbedding van digitale media voor onderwijs- en leerdoeleinden. De theoretische inzichten worden aan de praktijk gekoppeld door middel van actuele vraagstukken, participatie aan bestaand (ontwerp)onderzoek en/of cases uit het onderwijsonderzoek.

Algemeen

  • Kernbegrippen, hoofdstromingen en modellen m.b.t. onderwijsontwerp, effectieve leeromgevingen, media en onderwijsinnovatie
  • Onderzoek en praktijk: wetenschappelijke studies en cases m.b.t. media
  • Actueel vraagstuk, gericht op een specifieke innovatieve onderwijsmethode(n), mediatoepassing(en) en/of beleidsacties

In detail

1. Basisinzichten media en leren

  • De rol van media in een onderwijs-leeromgeving
  • Multimedia en effectiviteit van leren

2. Onderwijsinnovatie en technologie-integratie

  • Competenties van leerkrachten
  • Condities voor onderwijsvernieuwing en integratie van technnologie

3. Blended leren en onderwijzen

  • Begripsomschrijving
  • Classificatie, ontwerp en ontwikkeling
  • Blended onderwijsmodellen

4. Capita selecta uit het onderwijsonderzoek m.b.t. media en leren

  • Stand van zaken             
  • Systematische review (synchroon online onderwijs)
  • Actie-onderzoek (de geflipte klas)
  • Eye-tracking (games)
  • Learning analytics (online cursusontwerp)

Studiemateriaal

Selectie van artikels en boekhoofdstukken, presentatieslides, kennis- en videoclips (alles beschikbaar via Toledo).

Toelichting onderwijstaal

Webcolleges in het Nederlands, bronnenmateriaal (artikels, video/audio) vaak in het Engels.

Toelichting werkvorm

Flipped classroom

Didactiek in lijn met de principes van de online geflipte klas.

a) Voorbereidende leeractiviteiten gefocust op kennis en begrip van theorie, op basis van zelfstandige verwerking van multimedia en teksten

b) Online synchroon multicampus-onderwijs (webcolleges), met volgende structuur tijdens het semester:

  • 3 uur inleidend webcollege;
  • 4 x 4 uur webcolleges bestaande uit 1 uur vragenuurtje ivm voorbereiding + 2 uur individuele/groepsgerichte leeractiviteiten + 1 uur vragenuurtje ivm verwerking;
  • 3 uur uitleidend webcollege.

c) Nadruk op actief en samenwerkend leren tijdens webcolleges: toepassingen, individueel en in groep

d) Interactie met docent en vragen tijdens webcolleges, via het discussieforum en/of virtuele spreekuren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Media, innovatie en leren (B-KUL-H75639)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Praktisch

Het betreft een Bring Your Own Device examen (laptop + safe exam browser). Alle informatie hieromtrent is beschikbaar via het leerplatform (Toledo).

Evaluatiekenmerken

Combinatie van 5 meerkeuzevragen (/5), 2 halfopen vragen (/10) en 1 essayvraag (/5)

Bepaling eindresultaat

Eenvoudige optelsom van de verschillende onderdelen van het examen

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.

ECTS Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L09P0A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Identieke opleidingsonderdelen

L09P1A: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2)
L09N5A: Positief gedragsmanagement voor leraren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L09P0a)

3 studiepunten : College 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Studiemateriaal

Handboek: Applied Behavior Analysis for Teachers (10th edition, 2022) (Alberto, P.A., Troutman, A.C., Axe, J.)
Wetenschappelijke en praktijkgerichte papers

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren - Webinar

Dit vak wordt volledig online aangeboden en wordt modulair opgebouwd. Er zullen 7 modules aangeboden worden die de student zelfstandig kan doorlopen. Er wordt geen timing/deadline gehanteerd waarbinnen bepaalde modules moeten afgelegd worden. Per module wordt het volgende aangeboden:

  • Een webinar die de focus van de module behandeld
  • Een quiz die de kennis van het webinar toetst
  • Studiemateriaal in de vorm van hoofdstukken uit het handboek en papers
  • Een quiz die kennis van de module toetst
  • In sommige modules wordt bijkomend een opdracht gemaakt.

Bij de laatste module wordt tevens een cumulatieve quiz gemaakt die kennis van het volledige OPO toetst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L29P0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Dit OPO zal uit 7 online modules bestaan. Bij elke module hoort een webinar, een quiz gekoppeld aan het webinar (5 vragen), een kennisquiz die de kennis binnen deze module toetst (10 vragen), en in sommige modules een opdracht (pass/fail).

  • Alle quizzen bestaan uit multiple choice zonder GIS-correctie. Per module kunnen er 30-40 punten gescoord worden. De quizzen bij elke module kunnen meerdere keren afgelegd worden.
  • De modules waarin een opdracht moet gemaakt worden wordt gescoord met pass/fail. Studenten met een fail mogen de opdracht hernemen.
  • Bij de laatste module wordt er een cumulatieve quiz gemaakt die de leerstof van het volledige OPO covert. Bij deze kunnen 80 punten gescoord worden. Deze quiz kan slechts 1x afgelegd worden.  
  • De totaalscore over alle modules wordt herleid naar een punt op 20.

Toelichting bij herkansen

Dezelfde examenmodaliteit

ECTS Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L09P1A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Identieke opleidingsonderdelen

L09P0A: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1)
L09N5A: Positief gedragsmanagement voor leraren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L09P1a)

3 studiepunten : College 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Studiemateriaal

Handboek: Applied Behavior Analysis for Teachers (10th edition, 2022) (Alberto, P.A., Troutman, A.C., Axe, J.)
Wetenschappelijke en praktijkgerichte papers

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren - Webinar

Dit vak wordt volledig online aangeboden en wordt modulair opgebouwd. Er zullen 7 modules aangeboden worden die de student zelfstandig kan doorlopen. Er wordt geen timing/deadline gehanteerd waarbinnen bepaalde modules moeten afgelegd worden. Per module wordt het volgende aangeboden:

  • Een webinar die de focus van de module behandeld
  • Een quiz die de kennis van het webinar toetst
  • Studiemateriaal in de vorm van hoofdstukken uit het handboek en papers
  • Een quiz die kennis van de module toetst
  • In sommige modules wordt bijkomend een opdracht gemaakt.

Bij de laatste module wordt tevens een cumulatieve quiz gemaakt die kennis van het volledige OPO toetst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L29P1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Dit OPO zal uit 7 online modules bestaan. Bij elke module hoort een webinar, een quiz gekoppeld aan het webinar (5 vragen), een kennisquiz die de kennis binnen deze module toetst (10 vragen), en in sommige modules een opdracht (pass/fail).

  • Alle quizzen bestaan uit multiple choice zonder GIS-correctie. Per module kunnen er 30-40 punten gescoord worden. De quizzen bij elke module kunnen meerdere keren afgelegd worden.
  • De modules waarin een opdracht moet gemaakt worden wordt gescoord met pass/fail. Studenten met een fail mogen de opdracht hernemen.
  • Bij de laatste module wordt er een cumulatieve quiz gemaakt die de leerstof van het volledige OPO covert. Bij deze kunnen 80 punten gescoord worden. Deze quiz kan slechts 1x afgelegd worden.  
  • De totaalscore over alle modules wordt herleid naar een punt op 20.

Toelichting bij herkansen

Dezelfde examenmodaliteit

ECTS Verhoogde zorg (Brugge, afstandsonderwijs) (B-KUL-O0G36A)

4 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet: Voor dit opleidingsonderdeel worden maximum 5 Educatieve masterstudenten toegelaten. Als je het opleidingsonderdeel niet meer kan aanvinken in je ISP, is het maximum bereikt.

Identieke opleidingsonderdelen

O0C37A: Verhoogde zorg (Brugge)
O0C38A: Verhoogde zorg (Brugge)
O0F67A: Verhoogde zorg (Kortrijk)
O0F68A: Verhoogde zorg (Kortrijk)
O0G35A: Verhoogde zorg (Brugge, afstandsonderwijs)
O0G38A: Verhoogde zorg (Kortrijk, afstandsonderwijs)
O0G39A: Verhoogde zorg (Kortrijk, afstandsonderwijs)
O0H24A: Verhoogde zorg (Kortrijk, afstandsonderwijs)
O0H26A: Verhoogde zorg (Brugge, afstandsonderwijs)

Onderwijsleeractiviteiten

Verhoogde zorg (Brugge, afstandsonderwijs) (B-KUL-O0G36a)

4 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Verhoogde zorg (Brugge, afstandsonderwijs) (B-KUL-O2G36a)

ECTS Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40A)

3 ECTS English 18 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract Cannot be taken as part of a credit contract
N.

Aims

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat.

De student richt zich tot studentenadministratie.vorselaar@thomasmore.be om zich in te schrijven voor dit OPO in Vorselaar.

 

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40a)

3 ECTS 18 Second termSecond term
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O2G40a)

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O0G41A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G43A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-O0G41a)

2 studiepunten : Bachelorproef 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

* Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

* Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

* Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-O0G42a)

1 studiepunten 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O2G41a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O0G43A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G41A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-O0G43a)

2 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-O0G44a)

1 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O2G43a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45A)

3 studiepunten Nederlands 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’  gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G46A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O2G45a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht
  • actieve deelname aan de intervisie

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46A)

3 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

 

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G45A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O2G46a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten,
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht,
  • actieve deelname aan de intervisie.

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-O0G51A)

9 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor creditcontract

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )) EN GELIJKTIJDIG( F0ZB6A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
F0ZB6AF0ZB6A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-O0G51a)

9 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-O2G51a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Verbindend werken (Brugge, afstandsonderwijs) (B-KUL-O0H25A)

6 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet: Voor dit opleidingsonderdeel worden maximum 5 Educatieve masterstudenten toegelaten. Als je het opleidingsonderdeel niet meer kan aanvinken in je ISP, is het maximum bereikt.

Identieke opleidingsonderdelen

O0C27A: Verbindend werken (Kortrijk)
O0C36A: Verbindend werken (Kortrijk)
O0F65A: Verbindend werken (Brugge)
O0F66A: Verbindend werken (Brugge)
O0H23A: Verbindend werken (Kortrijk, afstandsonderwijs)

Onderwijsleeractiviteiten

Verbindend werken (Brugge, afstandsonderwijs) (B-KUL-O0H25a)

6 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Verbindend werken (Brugge, afstandsonderwijs) (B-KUL-O2H25a)

ECTS Specifieke onderwijsbehoeften (B-KUL-O0H29A)

6 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet! Dit opo kan enkel worden opgenomen door studenten die stage lopen, in het LIO-traject zitten of werken in het onderwijs

Onderwijsleeractiviteiten

Specifieke onderwijsbehoeften (B-KUL-O0H29a)

6 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Specifieke Onderwijsbehoeften (B-KUL-O2H29a)

ECTS Actuele thema's uit het zorgbeleid (B-KUL-O0H30A)

5 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet! Dit opo kan enkel worden opgenomen door studenten die stage lopen, in het LIO-traject zitten of werken in het onderwijs

Onderwijsleeractiviteiten

Actuele thema's uit het zorgbeleid (B-KUL-O0H30a)

5 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Actuele thema's uit het zorgbeleid (B-KUL-O2H30a)

ECTS Goed onderwijs (B-KUL-O0H31A)

5 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet! Dit opo kan enkel worden opgenomen door studenten die stage lopen, in het LIO-traject zitten of werken in het onderwijs

Onderwijsleeractiviteiten

Goed onderwijs (B-KUL-O0H31a)

5 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Goed onderwijs (B-KUL-O2H31a)

ECTS Verbindend samenwerken met ouders (B-KUL-O0H33A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet! Dit opo kan enkel worden opgenomen door studenten die stage lopen, in het LIO-traject zitten of werken in het onderwijs

Onderwijsleeractiviteiten

Verbindend samenwerken met ouders (B-KUL-O0H33a)

3 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Verbindend samenwerken met ouders (B-KUL-O2H33a)

ECTS Handelingsplanmatig werken (B-KUL-O0H34A)

6 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet! Dit opo kan enkel worden opgenomen door studenten die stage lopen, in het LIO-traject zitten of werken in het onderwijs

Onderwijsleeractiviteiten

Handelingsplanmatig werken (B-KUL-O0H34a)

6 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Handelingsplanmatig werken (B-KUL-O2H34a)

ECTS Scharniermomenten en keuzeprocessen (B-KUL-O0H35A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

Opgelet! Dit opo kan enkel worden opgenomen door studenten die stage lopen, in het LIO-traject zitten of werken in het onderwijs

Onderwijsleeractiviteiten

Scharniermomenten en keuzeprocessen (B-KUL-O0H35A)

3 studiepunten 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Scharniermomenten en keuzeprocessen (B-KUL-O2H35a)

ECTS Onderwijsonderzoek (B-KUL-P0U92A)

6 studiepunten Nederlands 20 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student is in staat om een volledige onderzoekscyclus te doorlopen over een onderwijsrelevant onderwerp:

  • De student kan relevante (primaire en secundaire) bronnen opzoeken, selecteren, kritische beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen;
  • De student kan onderwijskundige en vakdidactische literatuur opzoeken en de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek kritisch lezen, interpreteren en bespreken, in functie van het opzetten van een vakdidactische onderzoeksopdracht;
  • De student kan een vakdidactische probleemstelling vertalen in een onderzoeksvraag
  • De student kan een onderzoek ontwerpen en uitvoeren dat leidt tot een antwoord op de onderzoeksvraag, rekening houdend met de geraadpleegde literatuur en gebruik makend van een gepaste methodologie;
  • De student kan op een wetenschappelijke wijze rapporteren over het uitgevoerde onderzoek;
  • De student kan over het eigen onderzoek kritisch reflecteren;
  • De student kan een kritische terugkoppeling van het onderzoek voor het werkveld maken
  • De student kan samenwerken met zijn/haar medestudenten en bijdragen aan het leerproces van de medestudenten

Begintermen

Inhouden zoals aangeboden binnen ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ worden tenminste gelijktijdig opgenomen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZC0A: Onderwijsonderzoek talen
Y05335: Onderwijsonderzoek economie (Antwerpen)
D0Q48A: Onderwijsonderzoek economie (Leuven)
P0W06A: Onderwijsonderzoek (Geel)
P0W07A: Onderwijsonderzoek (Aalst)
P0W08A: Onderwijsonderzoek (Kortrijk)
P0W09A: Onderwijsonderzoek (Brugge)
P0W10A: Onderwijsonderzoek (Diepenbeek)
F0ZO2A: Onderwijsonderzoek talen
A34534: Onderwijsonderzoek ontwerpwetenschappen
A43122: Onderwijsonderzoek ontwerpwetenschappen
P0W11A: Onderwijsonderzoek (Antwerpen)
L05O2A: Onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding
L05O7A: Onderwijsonderzoek lichamelijke opvoeding (Brugge)
HEM05A: Onderwijsonderzoek economie (Brussel)
P0W12A: Onderwijsonderzoek (Gent)
P0W30A: Onderwijsonderzoek gedragswetenschappen
P0W05A: Onderwijsonderzoek (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Methodologische ondersteuningssessies (B-KUL-P0U92a)

1 studiepunten : Opdracht 6 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In dit OLA maakt de student kennis met een aantal thema’s die relevant zijn voor (vak)didactisch onderzoek, aan de hand van online modulces. De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Mogelijke thema’s zijn

1. Algemene thema’s

  • Wat is vakdidactisch/onderwijskundig onderzoek? (algemene inleiding)
  • Link onderzoek – praktijk – formuleren van besluiten en aanbevelingen voor de praktijk

2; Onderzoeksmethoden

  • Interviews
  • Leerboekenanalyse
  • Klasobservaties
  • Vragenlijsten
  • Toetsen en tests
  • Interventieonderzoek

De eerste twee thema’s zijn verplicht, uit de seminaries rond onderzoeksmethoden kiest de student er 2 die relevant zijn voor de eigen onderzoeksopdracht. In het wetenschappelijk eindverslag en/of in de kritische zelfreflectie (zie OLA 2) wordt naar deze modules verwezen.

Studiemateriaal

De modules wordt via Toledo beschikbaar gesteld.

Toelichting werkvorm

De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0D43A : Masterproef

Onderzoeksopdracht (B-KUL-P0U93a)

5 studiepunten : Masterproef 14 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het theoretisch kader aangereikt in OLA 1 (Methodologische ondersteuningssessies)  fungeert als vertrekbasis voor het uitvoeren van een concrete onderzoeks- (optie 1)  of ontwerpopdracht (optie 2) die verder in de tekst toegelicht wordt.
De opdracht wordt in groep uitgevoerd.
De resultaten van deze opdracht worden verwerkt in een paper en gepresenteerd aan medestudenten en het werkveld op een posterbeurs.
Om het zelfverantwoordelijk leren bij de toekomstige leraar optimaal te stimuleren worden deze onderzoeks- en ontwerpopdrachten zo open mogelijk geformuleerd.
Jaarlijks wordt de concrete opdracht vastgelegd. De opdracht impliceert in elk geval een systematische literatuurstudie en een ontwerp- en/of valideringsluik met kritische reflectie.
Elke groep krijgt een begeleider toegewezen. Begeleidingsmomenten worden in samenspraak afgesproken. Aanwezigheid bij de contactmomenten (contactmomenten voor alle studenten samen én begeleidingsmomenten per groep) zijn verplicht.
Verdere duiding, concretisering en informatie rond de deadlines is weergegeven op Toledo.
Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

Handleiding bij het traject van de onderzoeksopdracht.

Toelichting werkvorm

Van de 14 contacturen voor deze onderzoeksopdracht zijn drie keer 2u geroosterde uren (verplichte aanwezigheid) en 8u begeleidingsuren met de groep en begeleider (waarbij verwacht wordt dat de studenten aanwezig zijn; deze begeleidingsmomenten worden in samenspraak afgesproken).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijsonderzoek (B-KUL-P2U92a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Portfolio

Toelichting

De evaluatie gebeurt op basis van een portfolio dat bestaat uit een groepslogboek, conceptnota, groepsposter en wetenschappelijk eindverslag. Het portfolio wordt ingediend per groep. Daarnaast verdedigt elke student het werk individueel. Met behulp van peerevaluatie wordt het groepsproces in rekening gebracht.

De student moet zowel geslaagd zijn voor het groepsgedeelte (na correctie op basis van peerevaluatie) als op de individuele verdediging. 

Gedetailleerde informatie en richtlijnen, de scoringswijzers bij de verschillende onderdelen en de weging die daarbij gehanteerd wordt, wordt aan de studenten via toledo gecommuniceerd.

In de educatieve masters is het door de didactische opbouw van het opo (masterproef)-onderwijsonderzoek, onmogelijk voor studenten die het opo voor de eerste keer opnemen, beoordeeld te worden in de eerste examenperiode. Studenten die enkel dit opo nog moeten afwerken, en het in een voorgaand academiejaar al opnamen, kunnen hiervoor wel beoordeeld worden.​

Toelichting bij herkansen

Een tweede examenkans is mogelijk. Omdat het verzamelen van nieuwe data in een schoolcontext tijdens de maanden juli-augustus niet mogelijk is, en omdat het werk niet meer altijd in groep kan gebeuren, bestaat een herkansing uit een individueel aangepaste opdracht.Het totaalpunt van de masterproef wordt in dat geval opgebouwd uit twee deelscores:

  • (1) de beoordeling van het schriftelijke verslag, gecorrigeerd met een individuele peer assessment factor
  • (2) de score op de individuele verdediging.

Enkel onvoldoende deelscores dienen hernomen te worden tijdens de tweede examenkans. Onderdelen waarvoor de student een voldoende behaalde, hoeven niet meer opnieuw te worden hernomen. Indien de student kiest om een voldoende onderdeel toch te hernemen, dan geldt de laatst behaalde score.
Alle deelscores met een onvoldoende of niet afgelegd moeten opnieuw afgelegd worden bij herkansing. Indien de student een niet geslaagde deelscore niet herneemt zal hij voor deze deelscore en bijgevolg voor het hele opleidingsonderdeel ‘niet afgelegd’ krijgen.

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V22A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0G63A : Opleiding tot leraar geschiedenis

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P2V17a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. Er wordt gewerkt met een aangepaste cesuur bij de toetsen voor de modules.
Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P0V18A)

6 studiepunten Nederlands 90 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V20A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-P0V18a)

4 studiepunten : College 90 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-P0V19a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P2V18a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie) 
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P0V20A)

6 studiepunten Nederlands 90 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V18A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-P0V20a)

4 studiepunten : College 90 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-P0V21a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P2V20a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie)
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..
     

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22A)

6 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V17A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22a)

6 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P2V22a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. 

Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27B)

6 studiepunten Nederlands 40 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Doelstellingen

Op grond van het opleidingsonderdeel zijn de studenten in staat

  • Hun inzicht te vertolken in het wetenschappelijk onderzoek t.a.v. deelproblematieken op het vlak van didactiek van hoger onderwijs
  • Onderwijspraktijken inzake hoger onderwijs theoretisch te duiden en onderzoeksonderbouwde optimaliseringsvoorstellen te formuleren
  • Zelfstandig en kritisch onderzoek inzake didactiek van hoger onderwijs te verwerken

 

Vormingsdoelen

  • Studenten ontwikkelen een interesse voor (evoluties op het vlak van) didactiek van hoger onderwijs, ze tonen hun interesse door actief op zoek te gaan naar informatie en daarover onderbouwd standpunt te nemen
  • Studenten scholen zich professioneel bij op het vlak van didactiek van hoger onderwijs

Begintermen

Studenten hebben inzicht in de factoren die de kwaliteit van onderwijs bepalen en dit zowel op micro-, meso-, als op macro-niveau.

Studenten zijn in staat enerzijds op hun ervaringen een beroep te doen bij het interpreteren van nieuwe informatie en anderzijds afstand te nemen van hun ervaringen om diepte-zicht op te bouwen.

Studenten zijn in staat zelfstandig wetenschappelijke literatuur te verwerken.

 

Identieke opleidingsonderdelen

P0V27A: Didactiek van het hoger onderwijs

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek van het hoger onderwijs: opdracht (B-KUL-O0G78a)

1 studiepunten : Opdracht 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27a)

5 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel staan actuele deelthema’s t.a.v. de didactiek van hoger onderwijs centraal die onderzoeksmatig veel aandacht krijgen. Jaarlijks kunnen deze thema’s worden aangepast . Mogelijke thema’s zijn:

  • Maatschappelijke rol van hoger onderwijs (enculturatie – transformatie)
  • Curriculumontwikkeling in het hoger onderwijs
  • Werkvormen eigen aan hoger onderwijs
  • De rol van technologie in het kader van (de vernieuwing van) hoger onderwijs
  • Omgaan met verschillen tussen studenten in het hoger onderwijs (van toegangselectie tot universal design)

 

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt in afstandsonderwijs aangeboden en omvat twee types activiteiten:

  • Online modules waarin thema’s worden ingeleid en geduid
  • Interactieve online discussiesessies waarin studenten op grond van een grondige lezing van de literatuur actuele casussen bespreken en elkaar bevragen en ondersteunen bij het identificeren van implicaties

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0V27A : Didactiek van het hoger onderwijs

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P2V27b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

ECTS Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P0W39A)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

De diversiteitsstage wil studenten kansen bieden om zich in een veilig leerklimaat te bekwamen tot zorgzame en relatievaardige leraren die aandacht hebben voor de noden en leerbehoeften van alle leerlingen/cursisten/studenten, in het bijzonder de meest kwetsbaren onder hen.

  • Bij het voltooien van de diversiteitsstage heeft de student deze doelstellingen bereikt:
  • De student heeft oog voor verschillen tussen leerlingen/cursisten/studenten, met bijzondere aandacht voor de leerlingen/cursisten/studenten waarbij de schoolloopbaan moeizaam verloopt;
  • De student kan reflecteren over de verschillende factoren die een impact hebben op de leerprocessen van kwetsbare leerlingen/cursisten/studenten in een groepscontext;
  • De student kan leerlingen/cursisten/studenten coachen, met bijzondere aandacht voor studiemethode;
  • De student kan in functie van gelijke onderwijskansen communiceren en samenwerken met (afhankelijk van het project) leraren, leerlingen/cursisten/studenten, ouders, externe partners en de bredere sociaal-culturele sector;
  • De student kan de sterke en zwakke punten rond hun handelingsbekwaamheid m.b.t. omgaan met diversiteit in het onderwijs identificeren;
  • De student kan zich verder engageren om zijn/haar handelingsrepertoire rond het omgaan met diversiteit te vergroten;
  • De student kan discreet omgaan met gevoelens van leerlingen/cursisten/studenten door respect op te brengen voor de eigenheid en diversiteit van die leerlingen/cursisten/studenten.

 

Begintermen

De diversiteitsstage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis.
Om dit OPO te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Identieke opleidingsonderdelen

F0YX7A: Diversiteitsstage Letteren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P0W39a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De inhoud wordt universiteitsbreed bepaald (zie Toledo)

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

De diversiteitsstage bestaat uit het verzorgen van ca. 15-20 sessies op een school of in een organisatie. De sessies vinden bij voorkeur plaats in de eigen stageschool (in Vlaanderen en/of Brussel) of in een andere school, CVO, andere partnerorganisatie. De student sluit bijvoorbeeld aan bij het ondersteuningsteam op een school.
De stagiair ondersteunt het team op school/in een organisatie dat (een) leerling(en)/cursist(en)/student(en) met specifieke onderwijsbehoeften omwille van individuele kenmerken (bijvoorbeeld: SES, taal- en/of migratieachtergrond, socio-culturele achtergrond, ontwikkelingsstoornissen, leerstoornissen, genderidentiteit, functiebeperkingen) begeleidt.

Om te reflecteren op het stagetraject worden drie supervisiemomenten georganiseerd (begeleid en opgevolgd door medewerkers van de Educatieve Masters) op de school of aan de universiteit, waarbij de student ervaringen uitwisselt met medestudenten en eventueel ook met studenten van een bacheloropleiding. Hiervoor bereiden studenten bijvoorbeeld reflectievragen voor, houden ze een logboek/dagboek bij en maken ze een kort individueel verslag van de bijeenkomst. Het laatste supervisiemoment is de evaluatiesessie. De aanpak en inhoud van de supervisies wordt verder toegelicht door de projectleider via Toledo / mail.

Naast het verzorgen van de begeleidingssessies en de supervisies volgt elke student ook ten minste twee universiteitsbrede vormingen.

De vormingen en supervisies worden universiteitsbreed georganiseerd en begeleid door medewerkers van de Educatieve Masters of worden aangeboden in samenwerking met externe partners. Er wordt naar een diverse samenstelling van de studentengroep gestreefd (studenten uit verschillende projecten en Educatieve Masters).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

De wijze waarop dit opleidingsonderdeel wordt ingevuld, is afhankelijk van de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad en andere geldende collectieve of individuele maatregelen die worden opgelegd. 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P2W39a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces. De evaluatievorm kan verschillen naargelang het gekozen traject. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Er wordt voor deze onderwijsleeractiviteit gewerkt met een geslaagd/niet geslaagd beoordeling.

Tweede examenkans
Er is geen tweede examenkans.

Deze stage gaat door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P0X27A)

6 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Medaer Jan (coördinator) |  Medaer Jan |  Vandenabeele Joke

Doelstellingen

Leerdoelen :

Het Vlaamse landschap van de volwassenvorming met zijn specifieke settings en maatschappelijke betekenis per setting duiden;

De belangrijkste leertheorieën, die de praktijken van de volwassenenvorming inspireren duiden;

Inzien dat de leertheorieën inzake volwassenenvorming verbonden zijn met specifieke strategieën om het leren bij volwassenen te bevorderen;

Een specifiek profiel schetsen van de doelgroep behorende tot de eigen gekozen volwassenenvormingscontext door onder andere observatie van de beginsituatie, interview, literatuur studie;

Nagaan welke specifieke didactiek er van toepassing zijn binnen specifieke vormen van volwassenenvorming;

Kritisch reflecteren over de leertheorieën van de volwassenenvorming en keuze kunnen verantwoorden voor een bepaalde leertheorie in functie van een praktijkgericht onderzoek;

Vormingsdoelen:

Bevindingen vanuit praktijkonderzoek presenteren zodat deze relevantie hebben voor het werkveld;

Bereidheid om op een zelfstandige basis en in constructief overleg of in samenwerking met anderen een bijdrage te leveren tot verdere theorievorming en onderzoeksuitvoering inzake volwassenenvorming;

Bereidheid om een duidelijk persoonlijk standpunt in te nemen op een genuanceerde en beargumenteerde wijze ten aanzien van de manier waarop het leren van volwassenen in diverse settings van de volwassenenvorming tot stand wordt gebracht;

Bereidheid om een educatief perspectief op volwassenenvorming te formuleren op basis van wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en eigen opgezet onderzoek.

Begintermen

Voor dit OPO geldt een numerus clausus van 70 EM-studenten.

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Lesgeven binnen volwassenenvorming: algemene en specifieke eigenheden van het volwassenenvormingsveld in Vlaanderen (B-KUL-P0X27a)

3 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het veld van de volwassenenvorming is enorm uitgestrekt en kent vandaag de dag veel verschillende opvattingen, principes concrete methodieken en doelgroepen. In dit OLA gaan we in op algemene en specifieke eigenheden van volwassenenvormingsveld in Vlaanderen. We verkennen de erg verschillende finaliteiten van de volwassenenvorming, onderzoeken de kenmerken en beweegredenen van de verschillende doelgroepen en analyseren de specifieke methodieken eigen aan de verschillende settings van volwassenenvorming aan de hand van verschillende opdrachten. Bij deze analyse wordt ook gekeken naar werkingsprincipes en valkuilen om te komen tot inzichten die vorm krijgen in een gemotiveerde lijst van do’s and don’ts gericht aan het werkveld.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Blended learning: interactieve contactmomenten en zelfstudie van modules via materiaal op Toledo, individueel uitwerken van opdrachten: opdrachtomschrijving zie Toledo.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0X56A : Lesgeven binnen volwassenenvorming

Lesgeven binnen volwassenenvorming: onderzoek naar motivatie van vormingskeuze bij volwassenen (B-KUL-P0X34a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit OLA wordt de motivatie van vormingskeuze bij heel specifieke doelgroepen (vluchtelingen en migranten, kortgeschoolden en jonge adolescenten, mensen in armoede, ouderen, etc.) en hoe zij ‘leren’ opvatten onder de loep genomen en kritisch vergeleken met leertheorieën inzake volwassenenvorming. Er is aandacht voor een aantal onderzoekers/theoretici die het veld in de loop der tijd substantieel hebben gedefinieerd; dit brengt inzicht in wat belangrijke keuzes zijn in het concreet vorm geven van een educatief initiatief binnen de volwassenenvorming. Iedere student zal een praktijkgericht onderzoek uitvoeren binnen een eigen gekozen volwassenvormingssetting. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van onderzoeksliteratuur en werkveldbezoeken (observatie en interviews in een specifiek volwassenenvormingssetting), en resulteert in een paper. Bij tussentijdse (online) momenten bespreken we reeds opgedane inzichten adhv reflectie/ feedback.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Uitwerken van een paper op basis van praktijkgericht onderzoek in volwassenenvormingssetting, ondersteund door begeleidende leerinhouden op Toledo en online intervisies.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P2X27a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Permanente evaluatie o.b.v. tussentijdse opdrachten en paper.

De student moet geslaagd zijn voor alle onderdelen van elk OLA om het OPO succesvol af te leggen.

Toelichting bij herkansen

Bij niet slagen moeten de ontoereikende opdrachten en/of paper herwerkt of hernomen worden in de tweede examenperiode

ECTS Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29A)

6 studiepunten Nederlands 22 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Agirdag Orhan |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Van Nieuwenhuyse Karel |  Sampermans Dorien (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

-  De studenten raken vertrouwd met de problematiek van beide doelgroepen (jongeren uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid); ze doen kennis en inzicht op in

  • wat begrepen wordt onder kwetsbaarheid en het ontstaan ervan;
  • de wisselwerking school - gezin in een kwetsbare situatie, de invloed die specifieke problemen van mensen uit deze doelgroepen uitoefenen op de schoolloopbaan en leervorderingen van de jongeren, de rol die scholen (onbedoeld) spelen in het genereren en versterken van kwetsbaarheid, en strategieën om de impact van kwetsbaarheid op de schoolse situatie te beperken;
  • de bestaande organisaties die werkzaam zijn binnen dit veld en intensief samenwerken met jongeren van ca. 12-18 jaar (deze leeftijdscategorie is nog vaak ‘onontgonnen terrein’) en hun leefomgeving;
  • de concrete situatie en denk- en leefwereld van de doelgroepen (sociaal-economische en etnisch-culturele profielen) in theoretisch en in praktisch opzicht, o.m. via het leren kennen van de jongeren, ouders en buurt door middel van een participerende observatie;
  • de specifieke problemen die mensen uit deze doelgroepen op verschillende vlakken (vb. fysisch, sociaal, psychologisch) ervaren;
  • het opzetten van respectvolle, effectieve en efficiënte communicatie met mensen uit deze doelgroepen (o.m. via het kunnen wisselen van perspectief).

- De studenten bieden, rekening houdend met alle kennis en inzicht die ze opdeden, een geëngageerde, verantwoordelijke, respectvolle en dienstbare ondersteuning aan mensen in een kwetsbare situatie, inzonderheid mensen met een lage sociaal-economische status en mensen uit een etnisch-culturele minderheid. De component ‘dienen’ gebeurt altijd met inachtneming van de driehoek jongere – gezin - buurt/leefwereld. Dit doen ze vanuit een open houding om zelf ook te leren uit deze concrete ervaringen.

- De studenten kunnen individueel en in groep reflecteren op de wijze waarop ze ondersteuning bieden en hun eigen perspectief in vraag stellen.

- De studenten kunnen vanuit hun dienstbare ervaring verwoorden hoe ze hiermee als toekomstige leraar rekening zullen houden zodat jongeren in een kwetsbare situatie echt gelijke kansen krijgen in het onderwijs.

- De studenten kunnen uitleggen hoe hun ervaring bij het ondersteunen van mensen uit deze doelgroepen ook op de vakinhoudelijke component van hun onderwijspraktijk een invloed heeft en kunnen de vormgeving van hun praktijk aan deze inzichten aanpassen.

- De studenten kunnen als ervaringsdeskundigen en met inzicht in de bestaande modellen van service-learning een relevante bijdrage leveren tot de uitbouw van een didactiek service-learning voor het secundair onderwijs.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.
 

Toelichting

Via service-learning brengen we de studenten van de Educatieve Master Opleidingen in contact met jongeren (ca. 12-18 jaar) uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid, met hun gezinnen en/of hun buurt. Dat contact verloopt niet in of via de school, maar via organisaties die deze jongeren en/of hun gezinnen ondersteunen, bijvoorbeeld aan huis, via een buurtwerking of via een cultureel project.

We stellen vast dat het huidige onderwijs de bestaande maatschappelijke ongelijkheid bevestigt. Bovendien behoren de toekomstige leraars secundair onderwijs meestal net niet tot etnisch-culturele minderheden en groepen met een lage sociaal-economische status, en hebben ze dus vaak geen affiniteit met jongeren en hun leefomgeving uit die minderheden. In dat verband zijn er prangende uitdagingen die we laten aangaan op het vlak van diversiteit en van maatschappelijke ongelijkheid. Vanuit het dienende contact met deze doelgroepen, vanuit een theoretische achtergrond en ervaringsgetuigenissen laten we de studenten kijken naar de verhouding tussen deze jongeren en het onderwijs: hoe kan ik als leraar (in het algemeen en specifiek voor mijn vak) rekening houden met mogelijke valkuilen, zodat ik de jongeren optimaal kansen op ontplooiing kan bieden?

Daarnaast maken de studenten kennis met de didactiek van service-learning en reflecteren ze ervaringsgericht over mogelijke manieren om als leraar in het secundair onderwijs een service-learning project op te zetten of eraan bij te dragen.

Numerus clausus

Zie begintermen

Begintermen

De student beschikt over de vaardigheden en houdingen die van een student bij de aanvang van een academische Master worden verwacht.

Numerus clausus

Voor dit opleidingsonderdeel geldt een numerus clausus van 20 studenten.

Identieke opleidingsonderdelen

O0D35A: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de specifieke lerarenopleiding

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29a)

6 studiepunten : Practicum 22 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Academische component:

  • Inzicht in kwetsbaarheid algemeen (vanuit interdisciplinair perspectief)
  • Inzicht in (gevolgen van) (kans)armoede en etnisch-culturele diversiteit
  • Inzicht in wisselwerking school – gezin/buurt en school – maatschappelijke ongelijkheid
  • Inzicht in interculturele communicatie
  • Inzicht in stereotypering en stigmatisering en de rol van vooroordelen op leerkrachtgedrag
  • Inzicht in didactiek service-learning secundair onderwijs

Belangrijk: deze componenten worden niet alleen belicht door academische experten, maar ook door ervaringsdeskundigen.

 

Praktijkcomponent:

  • Uitleg over en kennisname van bestaande organisaties en initiatieven in het veld, gericht op de doelgroepen
  • (Passieve) participerende observatie ter inleving in de situatie
  • Actieve, dienstbare praktijkervaring service-learning met jongeren in hun eigen leefomgeving, d.w.z. gezin en/of buurt


Reflectiecomponent:

  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent, participerende observatie naar de theoretische kaders (met specifieke aandacht voor de wederkerigheid in het leren) (seminarie)
  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent actieve, dienstbare praktijkervaring naar de theoretische kaders (seminarie)
  • Publiek maken van de ervaringen van de studenten met service learning (schriftelijk, individueel werk)
  • Afsluitende reflectie over wat studenten op welke vlakken hebben ervaren en geleerd (individueel, creatieve neerslag)
  • Gezamenlijke intervisie (met studenten, titularissen en begeleidende lectoren) over wat van het geleerde kan worden meegenomen naar de vormgeving van de vakspecifieke praktijk (Wat bracht service-learning bij voor het vakinhoudelijke en vakdidactische aspect van de onderwijspraktijk?) (seminarie)
  • Publieke voorstelling van de reflecties en resultaten en een gezamenlijke (vreugdevolle) afsluiting. (eindpresentaties)

Studiemateriaal

Artikels en literatuur, voorbeeldmateriaal, multimedia en Toledo

Toelichting werkvorm

Er wordt een combinatie van werkvormen gebruikt. De theorie wordt aangebracht via colleges verzorgd door experten, via contacten en gesprekken met ervaringsdeskundigen en via inleef- en werksessies. De praktijk bestaat uit een stageluik. Reflectie gebeurt via intervisieseminaries en opdrachten. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S2I29a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie gebeurt op basis van de inbreng in de seminaries en intervisies, het maatschappelijk engagement van de student, de kwaliteit van de praktische ervaring, reflecties, verslagen, en de actieve inbreng in en kwaliteit van de relevante bijdrage aan het design van service-learning voor het secundair onderwijs.
 

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans.

ECTS Europees burgerschap (B-KUL-S0O96A)

6 studiepunten Nederlands 12 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Grimonprez Kris (coördinator) |  Grimonprez Kris |  N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel (OPO) beoogt de vorming van geïnformeerde, mondige en kritische EU-burgers. Vorming voor democratisch Europees burgerschap streeft naar empowerment van burgers: EU-burgers die mondig zijn om hun democratische rechten en verantwoordelijkheden in de samenleving uit te oefenen en op te nemen, diversiteit te waarderen en een actieve rol te spelen in het democratische leven. Dit OPO biedt daartoe een referentiekader en maakt Europees burgerschap zeer concreet aan de hand van casussen gebaseerd op rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De casussen onthullen het DNA van de EU en nodigen uit tot kritisch denken. Centraal hierbij zijn de waarden waarop de Unie berust: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.

Dit OPO versterkt de EU-dimensie in sleutelcompetenties die voor elke Educatieve master relevant zijn, o.m. in burgerschapscompetenties, competenties in het Nederlands en in andere talen, digitale competenties en mediawijsheid, sociaal-relationele competenties, competenties inzake duurzaamheid, economische en financiële competenties, juridische competenties, leercompetenties, en competenties m.b.t. initiatief, ondernemingszin en loopbaancompetenties.

De modulaire aanpak laat de studenten toe bepaalde thema’s meer aandacht te geven, afgestemd op het eigen vak- of interessegebied.

OLA 1 betreft de inhoudelijke component: wat is Europees burgerschap?

OLA 2 gaat in op de didactische component: hoe breng je het in de klas?

 

Studenten kunnen dit OPO volledig op afstand volgen. Het gaat in hoofdzaak om asynchroon online onderwijs, aangevuld met enkele synchrone contactmomenten die ook digitaal worden aangeboden. Het examen gaat on-campus in Leuven door.

 

Leerresultaten

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • de betekenis van Europees burgerschap uitleggen, ook voor burgers die hun land niet verlaten.
  • het referentiekader van EU-waarden, EU-doelstellingen en EU-beginselen toelichten.
  • casussen in verschillende domeinen analyseren (gerelateerd aan de domeinen die de eigen Educatieve master bestrijkt, maar ook aan andere domeinen).
  • toelichten welke invloed EU-regels op verschillende maatschappelijke domeinen hebben en hoe EU-burgers die kunnen beïnvloeden.
  • een afweging maken van verschillende argumenten, EU-rechten en EU-waarden in een casus.
  • het evenredigheidsbeginsel hanteren als een tool voor probleemoplossend denken.
  • de doelstellingen van de ‘EU-leraar’ beschrijven en hierover reflecteren.
  • toelichten wat EU-burgerschapseducatie is en beschrijven hoe het zich verhoudt tot nationale burgerschapseducatie.
  • uitleggen hoe onderwijs over de EU objectief, kritisch en pluralistisch kan zijn.
  • een didactisch verantwoorde les opstellen aan de hand van het studiemateriaal inzake Europees burgerschap.

 

Vormingsdoelen

De studenten:

  • erkennen het belang van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in het licht van de EU-waarden. Zij willen bijdragen aan een samenleving gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
  • nemen een onderzoeksgerichte attitude aan om kritisch de EU-dimensie van maatschappelijke thema's te beoordelen.
  • zijn bereid vooroordelen te overwinnen en waar nodig compromissen te sluiten.
  • zijn bereid constructief actie te ondernemen en deel te nemen aan democratische besluitvorming op alle niveaus en aan burgerschapsactiviteiten.
  • erkennen verschillende vormen van diversiteit in de EU en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • zijn bereid om niet alleen het eigenbelang in aanmerking te nemen, maar ook het algemeen belang; niet alleen het nationale belang, maar ook het gemeenschappelijk belang in de EU.
  • zijn zich bewust van hun EU-identiteit, aanvullend op hun nationale identiteit.
  • geven als professionals blijk van nieuwsgierigheid naar de EU-dimensie van het eigen vakgebied in een continue professionele ontwikkeling.

Begintermen

Er is geen voorkennis vereist, noch over de EU, noch juridische kennis.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

EU-burgerschapseducatie: casussen over EU-rechten en -waarden (B-KUL-S0O96a)

3 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester
Grimonprez Kris |  N.

Inhoud

Er wordt inzicht verleend in de fundamenten van de Europese Unie, nl. EU-waarden, -doelstellingen en -beginselen (het DNA) aan de hand van waargebeurde verhalen gebaseerd op rechtszaken behandeld door het Hof van Justitie van de EU.

De casussen tonen de impact van de EU in het dagelijkse leven van EU-burgers in de volgende leermodules:

  • De interne markt – een open ruimte zonder binnengrenzen
  • Democratie en rechtsstaat
  • Gelijkheid en non-discriminatie
  • Digitale transformatie
  • Sociale rechten
  • Consumentenbescherming
  • Milieu
  • Migratie – gemeenschappelijke buitengrenzen

Terwijl de EU-Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de EU houvast verlenen, stimuleren de casussen tot kritisch denken. Er wordt nagegaan hoe Europese burgers kunnen deelnemen aan het democratische leven van de Unie en het EU-beleid beïnvloeden, in het eigen vakgebied en daarbuiten. Een ruime waaier aan thema’s kan aan bod komen, o.m. arbeidstijd en gezondheid en veiligheid op het werk, biotechnologie, luchtkwaliteit, flora en fauna, privacy, diversiteit, islamitische hoofddoek en andere religieuze tekens op het werk, geschiedenis en cultuur, meertaligheid, voedselveiligheid, vrije mededinging, productdesign, sport.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt online ter beschikking gesteld (Toledo/Ultra en website van Case4EU).

  • Handboek Griet Galle en Kris Grimonprez (red.), Europees burgerschap in de klas: Casussen voor mondige EU-burgers (Universitaire Pers Leuven 2022)
  • Online leermodules, met masterfiches, informatief luik van casusfiches en woordenlijst (zie www.kuleuven.be/case4EU )
  • Selectie uit EU-Verdragen, Handvest van de grondrechten van de EU, en EU-wetgeving
  • Academische literatuur

Het materiaal is gratis (handboek in open access, https://ghum.kuleuven.be/case4eu/nl/boek ). Facultatief: gedrukt handboek (49,5 EUR).

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Discussie - Online asynchroon leren

Online doceren en activerend leren voor de volledige groep studenten aan de hand van verschillende digitale tools (kennisclips, video’s, …).

Het gaat in hoofdzaak over asynchroon online onderwijs: de studenten verwerken het online aangeboden studiemateriaal in zelfstudie (eigen gekozen tijd, plaats en ritme). Ze worden bij dat afstandsonderwijs online begeleid via kleine opdrachten, zoals polls, quizzes, one sentence summaries, formatieve zelftoetsen. Bij het begin van het semester is er een synchroon contactmoment voor de volledige groep studenten (on-campus of online).

Bijkomende werkvormen:

  • Practicum: Discussiegroepen
    Kleine discussiegroepen (multidisciplinaire samenstelling). Digitale bespreking van vragen bij casussen: analyse, perspectiefwissel, probleemoplossend en kritisch denken. Mogelijke peer instruction en peer feedback.
  • Opdracht: Verslag
    Eindverslag van het practicum Discussiegroepen. Antwoord op de gestelde vragen en reflectie.
  • Facultatieve opdracht: Deelname aan onlinediscussieforum
    De studenten worden daarnaast aangemoedigd om deel te nemen aan een online discussieforum n.a.v. casussen (kwalitatieve bijdragen op Toledo/Ultra). Deze microvorm van participatieve democratie in de EU bereidt studenten voor op actief EU-burgerschap.
  • Facultatief: Excursie
    Bezoek aan Hof van Justitie van de EU in Luxemburg, eventueel virtueel bezoek (georganiseerd via Curia).

EU-leraar (B-KUL-S0O97a)

3 studiepunten : Opdracht 4 Tweede semesterTweede semester
Grimonprez Kris |  N.

Inhoud

Nadat de studenten in OLA 1 inzicht verkregen in de inhoudelijke component van Europees burgerschap, bekwamen ze zich in OLA 2 in de didactische component (component leraarschap). Welke doelstellingen heeft ‘de EU-leraar’? Deze leeractiviteit bekijkt verschillende Europese referentiekaders en informeert over de EU-dimensie in burgerschapseducatie en in sleutelcompetenties. Ze toont hoe de EU-dimensie in de klas kan worden gebracht aan de hand van werkvormen die case-based and problem-based learning ondersteunen.

Studiemateriaal

Onlineleermateriaal. Zie bij OLA 1.

Bijkomend: didactisch luik van casusfiches, werkvormenfiches, schoolvriendelijke versie van basisteksten.

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Groepsopdracht - Paper

Aansluitend bij de casussen uit OLA 1 (modules) worden werkvormen voor de klas voorgesteld en geoefend.

  • Eindopdracht 1: Korte paper ‘EU-leraar’ (individueel). Er wordt rekening gehouden met de wijze waarop de opdrachten uit het onlineleermateriaal worden verwerkt.
  • Eindopdracht 2: Werkstuk ‘EU case-teaching’ (groepswerk). Studenten stellen een didactisch luik/ lesvoorbereiding op bij twee casussen (die uit twee verschillende modules moeten komen) en zorgen voor peer feedback/ peer review van het werkstuk van een andere groep volgens vastgelegde criteria.

Er is een contactmoment met het didactisch team voor de begeleiding van het werkstuk ‘EU case teaching’. Contactmoment en groepswerk kunnen naar keuze online doorgaan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Europees burgerschap (B-KUL-S2O96a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Wetboek/codex

Toelichting

Evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat

Deelname aan de twee onderdelen A en B is noodzakelijk. De weging van elk onderdeel in het totaal van de score (punten op 20) staat hierna aangeduid tussen haakjes.

A.         Het examen is open boek en gaat door on-campus in Leuven (40%, OLA1). Als voorbereiding op het open boek-examen krijgen studenten tijdens hun zelfstudie de kans om aan tussentijdse formatieve toetsen deel te nemen (zelftesten op Toledo/Ultra die niet meetellen voor de score, maar die feedback geven en het leerproces ondersteunen).

B.         Studenten dienen bij het begin van de examenperiode drie documenten in (de datum wordt meegedeeld op Toledo/Ultra):
1. een verslag ‘Discussiegroep’(groepswerk) (10%, OLA1)
2. een kort paper ‘EU-leraar’ (individueel) (25%, OLA2)
3. een werkstuk ‘EU case teaching’ (groepswerk (25%, OLA2)
 

Permanente evaluatie: mogelijke bonuspunten voor online-opdrachten, deelname aan groepsdiscussies en aan het online discussieforum.

Studenten kunnen alleen een score op dit OPO krijgen indien zij alle onlineleermateriaal hebben doorlopen (bepaalde inhoud is slechts toegankelijk na een tussentijdse formatieve toets).

Alle opdrachten moeten voor de deadline via Toledo/Ultra worden ingediend. Wie de deadline overschrijdt zonder gegronde reden of een opdracht niet indiende, krijgt als resultaat ‘niet afgelegd’. De student kan dan niet slagen voor het geheel van het OPO. Wie niet deelneemt aan het examen, krijgt voor het geheel van het OPO als resultaat 'niet afgelegd'.

De student moet op de twee OLA’s geslaagd zijn. Wie onvoldoende haalt op minstens één OLA krijgt het laagste cijfer behaald op een van de OLA’s voor het gehele OPO.

De opdrachten worden gecontroleerd op plagiaat. De student informeert zich over plagiaat via de plagiaatwebsite van de faculteit Sociale Wetenschappen: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat

 

 

Toelichting bij herkansen

Er is deeloverdracht van de punten binnen hetzelfde academiejaar. Wie een voldoende behaalde op één van de opdrachten, kan die score behouden bij de tweede examenkans.