Voorbereidingsprogramma: Educatieve master in de lichamelijke opvoeding (Leuven)

CQ Voorbereidingsprogramma: Educatieve master in de lichamelijke opvoeding (Leuven)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van het voorbereidingingsprogramma: educatieve master in de lichamelijke opvoeding.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Toelatingsvoorwaarden

Voorbereidingsprogramma: Educatieve master in de lichamelijke opvoeding (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_57381128.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

Het voorbereidingsprogramma heeft als doel studenten aansluitend op de competenties uit hun vooropleiding de vereiste voorkennis en vaardigheden te verwerven om in te kunnen stromen in de Educatieve master lichamelijke opvoeding.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_EMA_Lichamelijke opvoeding.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Voorbereidingsprogramma: Educatieve master in de lichamelijke opvoeding (Leuven)

programma

Op onderstaand voorbereidingsprogramma van 115 studiepunten kunnen vrijstellingen gegeven worden op basis van de specifieke vooropleiding. Studenten moeten indien ze menen hiervoor in aanmerking komen de procedure volgen zoals vermeld op het studentenportaal van de faculteit.

Aangezien de studenten in het voorbereidingsprogramma aansluiten bij de lessen van de reguliere bacheloropleiding, kan geen garantie gegeven worden op een clashvrij uur- en examenrooster.
Studenten zijn zelf verantwoordelijk om bij het samenstellen van hun individueel studieprogramma (ISP) een haalbaar jaarprogramma samen te stellen. Bijzondere aandacht hiervoor is vereist bij opleidingsonderdelen met verplichte aanwezigheid tijdens de lesmomenten. Indien studenten toch opteren om opleidingsonderdelen op te nemen waarbij er overlap is in uur- en/of examenrooster valt dit onder de eigen verantwoordelijkheid van de student en geeft dit geen recht op verplaatsingen in uur- en/of examenrooster.
Verdere informatie en richtlijnen vind je op de website.

printECTS33.xsl

ECTS Moleculaire celbiologie (B-KUL-L00A4A)

9 studiepunten Nederlands 78 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De Moleculaire Celbiologie beschrijft de fundamentele werkingsmechanismen van een levende cel aan de hand van biochemische, biologische, fysiologische en fysische processen. Dit opleidingsonderdeel heeft tot doel de organisatie en bouwstenen van een cel wetenschappelijk te beschrijven en toe te lichten hoe moleculaire processen in een cel aan de basis liggen van essentiële celfuncties, zoals energiewinning, elektrische prikkeling, communicatie, beweging en celdeling.
Op het einde van dit opleidingsonderdeel zijn de studenten in staat om:
a) de structuur en organisatie van een cel en weefsel te beschrijven in functie van celtypes, compartimenten en macromoleculen
b) moleculaire en biochemische processen die een rol spelen in de energiewinning, celcommunicatie en celdeling schematisch toe te lichten
c) de onderliggende moleculaire spelers en cellulaire mechanismen van belangrijke fysiologische processen zoals spiercontractie, zenuwgeleiding en elektrische prikkelbaarheid aan de hand van zelf getekende figuren weer te geven
d) de gentranscriptie, eiwitexpressie, evolutie en erfelijkheid uit te leggen aan de hand van de DNA structuur, genoom organisatie en moleculaire  processen die op het DNA inwerken
e) de basisbegrippen in de moleculaire celbiologie te definiëren met behulp van de vakgebonden terminologie en toepassingen van deze begrippen in het dagelijkse leven te herkennen
f) de link te leggen tussen moleculaire en cellulaire defecten enerzijds en het ontstaan van een ziektebeeld anderzijds
g) stellingen over de inhoud van het opleidingsonderdeel kritisch te evalueren en wetenschappelijk te onderbouwen of weerleggen
h) de complexiteit en organisatie van het leven op moleculair niveau te begrijpen vanuit  het perspectief van de evolutieleer

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat studenten:
a) van bij de start van hun opleiding leren om zelfstandig leerstof te verwerken
b) figuren en grafieken kunnen interpreteren
c) in staat zijn om over de leerstof te redeneren op een wetenschappelijke manier, o.a. kritisch leren nadenken en vragen leren stellen

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor/master in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel.

Kennis

- basisconcepten en toepassingen uit de chemie en biologische chemie
   o      osmose, dialyse
   o      wetten van de thermodynamica: exotherme en endotherme reacties, entropie, energetische huishouding
   o      anorganische chemie: zuren en base, buffers, evenwichten
   o      organische chemie: nomenclatuur en basisreacties 
   o      elektrische begrippen zoals spanning, stroom en weerstand

Het opleidingsonderdeel L00A3A “Chemie en inleiding tot de biologische chemie” dat gedoceerd wordt tijdens de eerste 7 weken van het academiejaar bereidt de studenten voor op deze cursus die er op aansluit.

Vaardigheid
- gebruik kunnen maken van PC en het internet
- basiskennis van het Engels 
Attitude
- de student hanteert een kritische en aandachtige houding bij het volgen van de les
- de student staat open voor het verwerven van een wetenschappelijke houding en ingesteldheid
- de student stelt relevante vragen op een professionele manier
- de student gaat actief op zoek naar bijkomende informatie in het handboek om de leerstof zelfstandig te verwerken 
 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(L00A3A) OF GELIJKTIJDIG(B3109O)


L00A3AL00A3A : Chemie en inleiding tot de biologische chemie
B3109OB3109O : Chemie en inleiding tot de biologische chemie


Identieke opleidingsonderdelen

B3110O: Moleculaire celbiologie
B3005O: Moleculaire celbiologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Moleculaire celbiologie, deel 1 (B-KUL-L02C3a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Aan bod komen:
- energieoverdracht in de cel: structuur en rol van electronencarriërs, ATP en coënzym A, enzym-gemedieerde katalyse
- metabole paden: glycogeenmetabolisme, glycolyse, citroenzuurcyclus, vetzuuroxidatie, gluconeogenese
- structuur en functie van de eiwitten: secundaire en tertiaire structuur, functionele diversiteit
- structuur en functie van DNA: dubbele-helix structuur, replicatie, mutaties en DNA-herstelmechanismen
- eiwitsynthese: transcriptie en translatie, post-transcriptionele en post-translationele modificaties
 

Studiemateriaal

Essential cell biology, Alberts et al., Garland Publishing, Inc. New York & London, fifth edition 2019, ISBN 978-0-393-68037-9 (***) via Cursusdienst Apolloon of Acco.

(***) Sterk aangeraden: essentieel om de leerstof te verwerken (beoordeling gebaseerd op studentenbevragingen)


De in de les gebruikte illustraties komen (voor 90%) uit het handboek, maar worden ter beschikking gesteld op Toledo. Ook worden aan aantal voorbeeldvragen ter beschikking gesteld op Toledo.

Toelichting werkvorm

Van de studenten wordt verwacht dat ze tijdens het hoorcollege actief luisteren. De leerstof wordt eerst kort ingeleid aan de hand van oriënterende vragen en vervolgens aan de hand van voorbeelden en figuren en met verwijzingen naar de actualiteit uitgelegd. Het handboek wordt aangevuld met eigen voorbeelden.
Studenten krijgen voor, tijdens en na de lessen de kans om vragen te stellen. Het oplossen van de typevragen op Toledo en aan het eind van elk hoofdstuk in het handboek is een uitstekend zelfevaluatie-middel. Soms worden deze vragen in de les opgelost en besproken, waarbij wordt aangegeven waarom de verschillende antwoordalternatieven fout zijn. Studenten die wensen, kunnen monitoraatsessies over deze onderwijsleeractiviteit volgen.
De studenten memoriseren de cursus aan de hand van bovengenoemd studiemateriaal waarbij ze verbanden leggen tussen de verschillende hoofdstukken, ze hoofd- van bijzaken onderscheiden en zich oefenen in het hanteren en toepassen van de gedoceerde chemische basisprincipes.

Moleculaire celbiologie, deel 2 (B-KUL-L02C4a)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Aan bod komen:
- genexpressie: genpromoters, differentiële genexpressie en het ontstaan van verschillende celtypen
- genen en genomen: ontstaan van genetische variatie, het menselijk genoom
- membranen: samenstelling uit lipiden en eiwitten, membraantransport, electrische activiteit, synaptische transmissie
- energiegeneratie in mitochondrieën: oxidatieve fosforylering en chemi-osmose
- intracellaire compartimenten en transport: celorganellen, subcellulair transport
- celcommunicatie : hormonen, groeifactoren en neurotransmitters, intracellulaire signaaloverdracht, excitatie-contractiekoppeling
- cytoskelet: structuur van microtubuli, actomyosine en intermediaire filamenten, motorische mechanismen
-  celcyclus: fasen en regeling van de celcyclus, apoptose
- celdeling: mitose, cytokinese, meiose
- genetica: de erfelijkheidswetten
- weefseltypen en kanker: epithelen, bindweefsel, spieren en zenuwen, kanker

Studiemateriaal

Essential cell biology, Alberts et al., Garland Publishing, Inc. New York & London, fifth edition 2019, ISBN 978-0-393-68037-9 (***) via cursusdienst Apolloon of Acco.

(***) Sterk aangeraden: essentieel om de leerstof te verwerken (beoordeling gebaseerd op studentenbevragingen)


De in de les gebruikte illustraties komen (voor 90%) uit het handboek, maar worden ter beschikking gesteld op Toledo. Ook worden aan aantal voorbeeldvragen ter beschikking gesteld op Toledo.

Toelichting werkvorm

Van de studenten wordt verwacht dat ze tijdens het hoorcollege actief luisteren. De leerstof wordt eerst kort ingeleid aan de hand van oriënterende vragen en vervolgens aan de hand van voorbeelden en figuren en met verwijzingen naar de actualiteit uitgelegd. Het handboek wordt aangevuld met eigen voorbeelden en figuren.
Studenten krijgen voor, tijdens en na de lessen de kans om vragen te stellen. Het oplossen van de typevragen tijdens de les en aan het eind van elk hoofdstuk in het handboek is een uitstekend zelfevaluatie-middel. Soms worden deze vragen in de les opgelost en besproken, waarbij goede en slechte antwoorden worden vergeleken. Studenten die wensen, kunnen monitoraatsessies over deze onderwijsleeractiviteit volgen.
De studenten memoriseren de cursus aan de hand van bovengenoemd studiemateriaal waarbij ze verbanden leggen tussen de verschillende hoofdstukken, ze hoofd- van bijzaken onderscheiden en zich oefenen in het hanteren en toepassen van de gehanteerde chemische terminologie.

a) Verwerven van wetenschappelijke basiskennis en vakgerelateerde terminologie (via hoorcolleges en bespreking van antwoorden op modelvragen):
- De basisbegrippen van de moleculaire celbiologie worden beschreven, verduidelijkt of gedefinieerd door de correcte wetenschappelijke terminologie te hanteren.
- Er wordt schematisch of via figuren weergegeven hoe cellulaire processen tot stand komen. Er wordt aandacht besteed aan een logische en beknopte weergave en aan het onderscheid tussen essentie en bijzaak.

b) Verwerven van inzichten in de moleculaire werkingsprocessen van een cel:
- er worden verbanden gelegd tussen de cellulaire opbouw en organisatie, de biochemische macromoleculen en de bijhorende moleculaire processen om te verklaren hoe celfuncties zoals communicatie, celdeling, transport en energiewinning tot stand komen
- fysiologische principes zoals spiercontractie en zenuwgeleiding moeten verklaard kunnen worden aan de hand van weefselopbouw, celfuncties en moleculaire processen
- de link tussen het ontstaan van humane aandoeningen en defecte celprocessen wordt verduidelijkt

c) Het eigen maken van een wetenschappelijke attitude:
- bij het begin van de les worden oriënterende wetenschappelijke vragen gesteld die dan vervolgens aan de hand van voorbeelden en verwijzingen naar de actualiteit worden uitgelegd
- er komen stellingen aan bod die door de student kritisch beoordeeld moeten worden. Hierbij dient op een wetenschappelijk onderbouwde manier geargumenteerd te worden of een stelling juist of fout is.
- het handboek wordt aangevuld met enkele voorbeelden van hoe wetenschappelijk onderzoek kan leiden tot het tot stand brengen van nieuwe wetenschappelijke kennis
- de studenten worden aangemoedigd om zelfstandig wetenschappelijke materie op te zoeken en te verwerken.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Moleculaire celbiologie (B-KUL-L20A4a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Voor de berekening van het totaal aantal op dit vak behaalde punten, zoals dit medegedeeld wordt na de junizittijd, tellen de punten van deel 1 voor 1/3 mee en de punten van deel 2 voor 2/3.

Het is niet nodig in de les aanwezig te zijn om aan het examen te mogen deelnemen.

 
L02C3a Moleculaire celbiologie, deel 1
een drietal algemene, open vragen (deze vragen peilen naar het begrijpen van de basisconcepten), enkele definities van sleutelbegrippen en enkele stellingen            
L02C4a Moleculaire celbiologie, deel 2
één open vraag en een reeks meerkeuzevragen met giscorrectie. Er wordt zowel naar kennis als naar inzicht gepeild.Studenten moeten in staat zijn om de namen van chemische stoffen functioneel te gebruiken en toe te passen.
 

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten binnen het academiejaar van kracht. Details in het gedeelte Toelichting bij herkansen.


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.
 

Toelichting bij herkansen

Tijdens de septemberzittijd worden deel 1 en deel 2 samen ondervraagd en geldt dezelfde verdeelsleutel voor de punten.

Er worden 2 deelpunten kenbaar gemaakt:

  • Deel 1 
  • Deel 2

Voor deze onderdelen zijn er deeloverdrachten binnen het academiejaar van kracht (d.w.z. van juni overdragen naar de septemberzittijd):

  • een student die een credit behaalt voor het opleidingsonderdeel, hoeft vanzelfsprekend geen herexamen af te leggen of het opleidingsonderdeel te "bissen", ook al is mogelijks een van de 2 deelresultaten een onvoldoende dat wordt gecompenseerd door het andere deelresultaat.
  • een student die als totaalscore een onvoldoende heeft behaald voor het opleidingsonderdeel na afloop van de junizittijd, mag een geslaagde deelscore overdragen naar het herexamen en enkel het onderdeel herkansen waarvoor men niet is geslaagd. Het is niet toegestaan om een onvoldoende deelscore over te dragen naar de 2e examenkans.
  • studenten die slechts 1 van de 2 onderdelen herkansen, bieden zich enkel aan tijdens dit onderdeel en blijven afwezig tijdens het onderdeel dat zij niet herkansen. Elke afgegeven examenkopij in het herexamen telt als een afgelegd examen (studenten die enkel hun naam noteren en voorts alles blanco laten, krijgen als score 0/20 en deze laatste deelscore telt).
  • een student die afziet van de deeloverdracht en een geslaagde deelscore toch opnieuw aflegt tijdens het herexamen om een hoger punt te behalen, verkrijgt steeds het laatst behaalde resultaat. Dit houdt bijgevolg een risico in.

Studenten die na afloop van de herexamens als totaalscore voor het opleidingsonderdeel  een onvoldoende behalen, moeten het opleidingsonderdeel een academiejaar later opnieuw opnemen ("bissen") en moeten steeds beide onderdelen herkansen. Er is immers geen deeloverdracht naar een volgend academiejaar.

Een student die afziet van de deeloverdracht moet dit melden volgens de procedure bij art 89 van het onderwijs-en examenreglement: ‘Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar – deeloverdrachten’.

ECTS Inleiding tot humane voeding en kinantropometrie (B-KUL-L00B1B)

5 studiepunten Nederlands 34 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit OPO draagt ertoe bij dat de student basiskennis omtrent voeding en gezondheid zal verwerven.
De student kan:
-Het energiemetabolisme uitleggen
-het belang van macro- en micronutriënten in voeding beschrijven en verklaren
-een voedingsanamnese uitvoeren en interpreteren. 
-de relatie definiëren tussen voedingsinname, energieverbruik en lichaamssamenstelling.
-de principes van verschillende methodes voor het meten van lichaamssamenstelling uitvoeren, toepassen en interpreteren
-de principes van verschillende methodes voor het meten van fysieke activiteit & fitheid uitvoeren, toepassen en interpreteren

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

De student is vertrouwd met begrippen uit de fysiologie en biochemie. De student heeft interesse om basisbegrippen met betrekking tot voeding, en zijn relatie met energieverbruik, te begrijpen en te bestuderen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L08A5A) OF GELIJKTIJDIG(L00A4A)


L08A5AL08A5A : Biochemie
L00A4AL00A4A : Moleculaire celbiologie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot humane voeding en kinantropometrie: hoorcolleges (B-KUL-L00B1a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

-Inleiding tot energiemetabolisme
-macronutriënten
-micronutriënten (vitamines, mineralen, etc)
-voedingsanamnese
-dagelijks aanbevolen waarden
-meten lichaamssamenstelling
-meten fysieke activiteit en fitheid

Studiemateriaal

Powerpint presentaties zoals getoond tijdens de les of overzichtsartikels op Toledo.

Toelichting werkvorm

Tijdens de hoorcolleges worden de studenten aangemoedigd om een kritische houding aan te nemen t.a.v. vele fabels rond voeding. Bovendien worden ze uitgenodigd om mee te reflecteren over de mogelijkheden en beperkingen van verschillende methodes ter bepaling van lichaamssamenstelling.

Inleiding tot humane voeding en kinantropometrie: practicum (B-KUL-L00B2a)

1 studiepunten : Practicum 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het practicum bestaat uit verschillende werkzittingen waarbij de volgende onderdelen aan bod komen:

1.     Biometrie: lengte-, breedte-, omtrek- en huidplooimetingen

2.     Groot-motorische tests: o.a. Eurofit testbatterij

3.     Lichaamssamenstelling en typologie: verpercentage, vetmassa, vetvrije massa, onderwaterweging, BIA, somatotype bepaling

4.     Fysieke activiteit: MET-waarden, PAL-index, FPACQ, pedometers, accelerometers, sensewear

5.     Voedingsanamnese + interpretatie en remediëring

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit een handleiding bij de praktische oefeningen

Toelichting werkvorm

De student maakt een verslag van de oefenzittingen. Meer info mbt de concrete richtlijnen alsook de  deadline voor indiening van dit werkje worden na de eerste les op TOLEDO geplaatst. De student is op de hoogte van het plagiaatbeleid.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot humane voeding en kinantropometrie (B-KUL-L20B1b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

Het examen omvat twee onderdelen: theorie en practicum

THEORIE (16 punten): Het schriftelijk examen bestaat uit 2 onderdelen: ‘kinantropometrie’ (op 8 punten) en ‘voedingsleer’ (op 8 punten). Het examen omvat meerkeuzevragen (met giscorrectie), open en gesloten vragen. De helft van de vragen betreft toetsing van inzicht en integratievermogen, de andere helft betreft kennisvragen.

PRACTICUM (4 punten):

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de eerste 3 practica kinantropometrie en het practicum voeding (L00B2a). Voor het vierde practicum kinantropometrie is er geen aanwezigheidsplicht.

Indien het verslag van de practica niet/te laat wordt ingediend of de student aan zijn aanwezigheidsplicht heeft verzaakt, zal, tenzij gegronde reden, de eindbeoordeling van de opdracht 'niet afgelegd' zijn. Een geldig afwezigheidsattest moet binnen de 3 werkdagen ingediend te worden bij de titularis. Deelname aan het theorie examen is toegelaten maar de eindbeoordeling van het totale opleidingsonderdeel voor de eerste examenkans zal 'niet afgelegd' zijn.

 

Volgende rekenregels zijn van toepassing:

De score voor het opleidingsonderdeel wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de scores voor het onderdeel ‘examen voeding’ (/8p), het onderdeel ‘examen kinantropometrie’ (/8p) en het practicumverslag (/4p).

Indien de score voor één of beide examenonderdelen (voeding en/of kinantropometrie) <3.2/8 (= score voor examenonderdeel <8.0/20) dan wordt de score voor het volledige opleidingsonderdeel maximaal 7/20.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen m.i.v. het plagiaatbeleid.

Toelichting bij herkansen

_____________________________________________________________________________________________

THEORIE:

Voor de onderdelen ‘kinantropometrie’ en ‘voedingsleer’ wordt gewerkt met deeloverdrachten tijdens het AJ. Dit betekent dat indien de student niet geslaagd is voor het OPO, maar wel voor 1 van de 2 onderdelen de student ervoor kan kiezen om enkel het onderdeel waarvoor hij een onvoldoende heeft behaald te hernemen in de septemberzittijd. Hij heeft ook de mogelijkheid om beide onderdelen te herkansen. Indien een student beslist om ondanks een geslaagde score voor een onderdeel toch te herkansen dan zal de nieuwe score in rekening worden gebracht voor het bepalen van het punt van het totale opleidingsonderdeel (dus ook indien de nieuwe score voor dit onderdeel lager is dan bij de eerste examenkans). 

Er worden geen deeloverdrachten naar het volgende AJ voor deze onderdelen toegepast.

PRACTICUM: indien de student niet geslaagd is voor het verslag, kan een nieuw verslag ingediend worden voor de 2e examenkans. Een geslaagde score voor het practicum kan echter overgedragen worden naar de derde examenperiode en/of het volgende academiejaar. Indien een student beslist om ondanks een geslaagde score voor het practicum toch een nieuw verslag in te dienen dan zal de nieuwe score in rekening worden gebracht voor het bepalen van het punt van het totale opleidingsonderdeel (dus ook indien de nieuwe score voor het practicum lager is dan bij de eerste examenkans).

Studenten met een ‘niet afgelegd’ bij de 1e examenkans dienen zelfstandig de vaardigheden en kennis te verwerven, nodig voor het opstellen van het verslag van de praktische oefeningen. Studenten die een NG of NA haalden en geen nieuw verslag indienen zullen een NA krijgen voor het practicum en dus ook voor het OPO.

Een student die afziet van een deeloverdracht moet dit melden volgens de procedure bij art 89 van het onderwijs-en examenreglement: ‘Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar – deeloverdrachten’.

ECTS Trainingsleer deel 1 (B-KUL-L00B3C)

5 studiepunten Nederlands 40 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

- kan de student de factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces benoemen en uitleggen

- kan de student een rudimentair correct basistrainingsschema opstellen waarin alle basismotorische eigenschappen aan bod komen. Dit trainingsschema bevat de uitgangspunten, de doelstellingen, inhoud, verantwoording en is aangepast aan de situatie van het individu

- kan de student een hartslagregistratie technisch correct uitvoeren, registreren, uitlezen, opslaan en interpreteren

- kent de student de algemene principes ter bepaling van de intensiteit van de arbeid aan de hand van de hartfrequentie

- weet de student in welke omstandigheden of situaties het meten van de hartfrequentie interessant kan zijn

- kent de student de principes voor het verbeteren van de prestatiebepalende factoren in de teamsporten

- heeft de student inzicht in het aanleerproces van technische vaardigheden, en de rol van feedback hierbij

- heeft de student inzicht in het aanleerproces van tactische vaardigheden, en de rol van een situatie-georiënteerde aanpak hierbij

- heeft de student inzicht in de evaluatie van het trainingsproces en de wedstrijdprestatie, als basis voor het bijsturen en individualiseren van de trainingsdoelen en -aanpak

- heeft de student inzicht in in de interne, externe, en uitlokkende factoren die belangrijk zijn in het kader van prestatieverbetering en blessurepreventie

- kent de student de meest voorkomende blessures in de teamsporten en de blessurepreventie-oefeningen die in deze context tijdens een groepstraining moeten aan bod komen

- kan de student een aantal praktijkgerichte peer-review publicaties in het Engels lezen, begrijpen en vertalen naar de ruimere problematiek van prestatieverbetering en blessurepreventie die in de hoorcolleges aan bod kwam

 

Het OPO draagt ertoe bij dat de student

– kritisch leert nadenken over de ruimere problematiek van prestatieverbetereing en blessurepreventie
– zicht richt op het begrijpen en toepassen van theoretische concepten naar de praktijk van het werkveld
– praktische vaardigheden ontwikkelt m.b.t. het werken met hartslagmeters en het uitwerken van trainingsprogramma

 

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Voor dit opleidingsonderdeel zijn naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven de volgende begintermen van toepassing.
 
De technische, tactische en fysieke kenmerken van de basisvaardigheden van de verschillende sporttakken (in de individuele bewegingsactiviteiten I, interactieve bewegingsactiviteiten I en ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I) kunnen beschrijven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03B1A) EN GELIJKTIJDIG(L02B8B) EN GELIJKTIJDIG(L03B8A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I


Onderwijsleeractiviteiten

Trainingsleer deel 1: algemene principes (B-KUL-L04N1a)

2.5 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Basisstructuur van het trainingsproces: algemene principes van het trainingsproces en basiscomponenten van een trainingsprogramma, alsook opwarming en cooling-down

2. Uithoudingsvermogen: fysiologische achtergrond, evenals trainingsmethoden en oefenmodaliteiten om de verschillende soorten van uithoudingsvermogen te trainen

3. Kracht: fysiologische achtergrond van de verschillende krachteigenschappen, evenals de gepaste trainingsmethodes en oefenmodaliteiten om deze eigenschappen optimaal te trainen

4. Snelheid: Verschillende componenten van snelheid, trainingsmethoden en trainingsopbouw

5. Lenigheid: soorten lenigheid, trainingsmethoden en oefenvormen

6.Planning en periodisering van het trainingsproces: soorten trainingsplannen en basisprincipes van de periodisering

7. Recuperatie, overbelasting en overtraining: fysiologische achtergrond van supercompensatie, ontstaansmechanisme van overreaching en overtraining, alsook preventie, detectie en behandeling

Studiemateriaal

Powerpoint presentaties en lesopnames, beschikbaar op Toledo, alsook de bijhorende hoofdstukken uit het handboek:

Jan Bourgois & Jaques Vrijens (2016). Basis voor Verantwoord Trainen. Publicatiefonds voor lichamelijke opvoeding vzw

 

Toelichting werkvorm

Zelfstandige verwerking van de leerstof, in combinatie met hoorcolleges waarin studenten actief participeren om de theorie te leren toepassen in de praktijk

Trainingsleer deel 1: bijzondere trainingsprincipes voor de teamsporten (B-KUL-L04N2a)

2.5 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Hoofdstuk 1: Trainingsleer: een begrippenkader

Hoofdstuk 2: Trainingsmodellen

Hoofdstuk 3: Conditietraining

Hoofdstuk 4: Tests

Hoofdstuk 5: Meten van belasting

Hoofdstuk 6: Trainingscontinuüm

Hoofdstuk 7-8: Het managen van vermoeidheid

Hoofdstuk 9: Trainingsweek

Hoofdstuk 10: Long term player development:

      - Technische vaardigheden

      - Tactische vaardigheden

Hoofdstuk 11: Krachtraining en functionele training

Hoofdstuk 12: Stretching

Hoofdstuk 13: Blessurepreventie

Hoofdstuk 14: Het relatieve leeftijdseffect 

Studiemateriaal

Slides + Opnamen van de lessen

Handboek ter ondersteuning (ie Trainingsleer Teamsporten – Prestatieverbeterin en Blessurepreventie; Helsen, Van Winckel, Buekers, Meert)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Trainingsleer deel 1 (B-KUL-L20B3c)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen Trainingsleer deel 1 omvat 2 delen die elk voor 50% het totaalpunt bepalen. Om vanuit de scores van beide onderdelen tot het totaalpunt van het opleidingsonderdeel te komen, wordt het gemiddelde genomen en vervolgens rekenkundig afgerond.

 

Bij een onvoldoende op een deelscore wordt het eindpunt het gemiddelde -1. Het eindresultaat kan echter nooit lager zijn dan het laagste deelpunt.

 

De student kan 1 bonuspunt bovenop het eindpunt verdienen indien het gemiddelde 15 of hoger is.

 

Wanneer de hartslagtaak niet of niet tijdig wordt ingeleverd, krijgt de student een 0/5 op de taak.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regelgeving met betrekking tot plagiaat.

 

Toelichting bij herkansen

Regeling m.b.t. de opdrachten voor de derde examenperiode

Voor het deel trainingsleer deel 1: algemene principes MOET een student die een onvoldoende had behaald op de taak rond hartslagregistratie deze hermaken.

Een student met een voldoende score op deze taak MAG  in de derde zittijd de taak rond hartslagregistratie opnieuw indienen. Bij het opnieuw indienen van een geslaagde studieopdracht, geldt de laatst behaalde score. Indien deze student er echter voor kiest geen nieuwe taak binnen te brengen, wordt het resultaat van de opdracht uit de eerste examenperiode onveranderd opgenomen in het resultaat van de derde examenperiode.

Bij een niet-geslaagde OPO score dienen beide examen-onderdelen STEEDS opnieuw afgelegd te worden. Er zijn dus geen deeloverdrachten voor de theorie-onderdelen.

ECTS Inspanningsfysiologie (B-KUL-L00B5B)

4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Hespel Peter (coördinator) |  Hespel Peter |  Koppo Katrien

Doelstellingen

De student kan
–        De fysiologische aanpassingen aan inspanning en training beschrijven en verklaren
–        De geziene leerstof toepassen in het kader van inspanning en training als middel tot verbetering van de fysieke fitheid en gezondheid
–        De geziene leerstof toepassen in het kader van inspanning en training als middel tot verbetering van het fysieke prestatievermogen
–        Fysiologische metingen (o.a. hartfrequentie, O2-opname, CO2-afgave en bloedlactaat) tijdens inspanning ter evaluatie van de fysieke conditie interpreteren
–        Aan de hand van inspanningstests met de fysiologische metingen het aëroob en anaëroob vermogen bepalen
 
Het OPO draagt ertoe bij dat de student
–        Kritisch leert nadenken en vragen leert stellen

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
Kennis hebben van de celfysiologie
–        De algemene structuur van de cel en de celmembraan kennen
–        De verschillende typen van cellen en weefsels kennen
Inzicht hebben in de werking van
–        De functie van hart en bloedvaten
–        de nierfunctie met water- en elektrolytenhuishouding
–        de functie van de ademhaling
–        de functie van de spijsvertering,
–         informatieoverdracht in het zenuwstelselde functie van het hormonaal systeem
De werking kennen van algemene fysiologischeregelmechanismen en homeostase
–        Bloeddruk
–        Watervolumes
–        Osmolariteit
–        Zuur-base evenwicht
–        Voedselinname
 
Attitude
Interesse in de inspanningsfysiologie
–        Het volgen van wetenschappelijke programma’s over fysieke inspanning en training
–        Nieuwe ontwikkelingen in de inspanningsfysiologie volgen

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L09A9B) EN GELIJKTIJDIG(L08A4C) EN GELIJKTIJDIG(L08A5A) EN SOEPEL(L03B1A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L09A9BL09A9B : Fysiologie/neurofysiologie
L08A4CL08A4C : Biologie en celbiologie
L08A5AL08A5A : Biochemie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inspanningsfysiologie (B-KUL-L00B5a)

3 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Energie voor de contraherende skeletspier.

Algemeen overzicht van energieleverende processen en substraten
De reserve energierijke fosfaten in de spier
Koolhydraten: D-glucose
Vetten
Integratie van het koolhydraten- en het vetmetabolisme
Proteïnen

2. Selectie van substraten voor energielevering in de spier tijdens inspanning.
Leveringstijd
Capaciteit en vermogen van de energieprocessen
Invloed van training op de substraatselectie tijden inspanning

3. De spiervezeltypes
Het proces van spiervezeldifferentiatie
Eigenschappen van de verschillende spiervezeltypes
Mechanismen van spiervezeldifferentiatie
Praktische implicaties i.v.m. training

4.Melkzuur en pH tijdens inspanning
Informatieve waarde van lactaatmetingen in het bloed
Bloedlactaat tijdens en na inspanning
De melkzuureliminatie
Invloed van inspanning op de melkzuureliminatie tijdens de recuperatie na inspanning
Invloed van training op de melkzuurproductie tijdens inspanning
pH regulatie tijdens inspanning

5. Neuromusculaire adaptaties aan krachttraining
Basisbegrippen omtrent de structuur en de neurale controle van de skeletspier
Neurale adaptaties aan krachttraining
Morfologische aanpassing aan krachttraining

6. Inspanning, omgevingstemperatuur en thermoregulatie
Lichaamstemperatuur / algemene begrippen
Het warmte-evenwicht tijdens inspanning
Inspanning in een warme omgeving
Inspanning in een koude omgeving

7. Fysiologische effecten van extreme hoogte
Historische achtergrond
Acute effecten
Aanpassing aan hoogte
Inspanningscapaciteit op hoogte
Hoogtetraining
Problemen op hoogte

8. Fysiologische problemen met diepzeeduiken
Druk-volume relatie en diepte
Duiken met snorkel of duiken met ingehouden adem
Diepzeeduiken (scuba diving)
Duiktraining

9. Limiterende factoren van VO2 max
De longfunctie tijdens inspanning
De hartfunctie tijdens inspanning
Het arterieel O2-transport tijdens inspannin
De perifere O2-extractie tijdens inspanning

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de cursustekst P. Hespel en de powerpoint-presentaties van alle hoofdstukken (welke ook integraal deel uitmaken van de leerstof).

Toelichting werkvorm

 

Memoriseren van de leerstof
Kritisch verwerken van de leerstof
Toepassen van de leerstof op casussen

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L00B5C : Inspanningsfysiologie

Inspanningsfysiologie: practicum (B-KUL-L00B6a)

1 studiepunten : Practicum 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de praktische oefeningen in de inspanningsfysiologie wordt via demonstraties aandacht besteed aan de fysiologische metingen en tests die belangrijk zijn ter evaluatie van het aeroob en anaeroob prestatievermogen (o.a. zuurstofopname, hartfrequentie, bloedlactaatmetingen, longvolume-metingen).

Er worden 5 sessies georganiseerd met de volgende inhoud:

Practicum 1 (on campus): uitleg van de gaswetten, bepaling van zuurstofopname en mechanische efficiëntie.

Practicum 2 (blended - opname):

  • spirometrie: uitleg, demonstratie en berekening van longfunctie metingen.
  • bloeddruk: aanpassing tijdens inspanning en apnoe.

Practicum 3 (blended - opname): demonstratie van een maximale inspanningstest op zeeniveau met interpretatie van de gegevens.

Practicum 4 (on campus): demonstratie van een maximale inspanningstest op hoogte met interpretatie van de gegevens.

Practicum 5 (on campus):  anaerobe capaciteit: uitleg, demonstratie en interpretatie van de Wingate test en de MAOD test.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit powerpoint presentaties, Kaltura opnames en video opnames beschikbaar op Toledo.

Toelichting werkvorm

Bepaalde practica worden fysiek on campus georganiseerd, voor andere worden opnames ter beschikking gesteld.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inspanningsfysiologie (B-KUL-L20B5b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Toelichting: Het examen omvat twee onderdelen: theorie en practicum


THEORIE (15 punten): Het schriftelijk examen omvat meerkeuzevragen. De helft van de meerkeuzevragen (met giscorrectie) betreft toetsing van inzicht en integratievermogen, de andere helft betreft kennisvragen.
PRACTICUM (5 punten): Het schriftelijk examen bestaat uit 1 à 3 schriftelijke vragen/vraagstukken betreffende één of meerdere practica, hiervoor zijn er 5 punten te verdienen.


Berekening van het totaalpunt: de afzonderlijke punten voor theorie (score op 15 punten) en practicum (score op 5 punten) worden gewoon mathematisch opgeteld, en nadien afgerond als volgt:
• Totaalpunt < 10: afronding naar onder
• Totaalpunt >10 en <14: afronding volgens officiële afrondingsregels
• Totaalpunt >14: afronding naar boven

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Groei, ontwikkeling en verouderen m.i.v. bio-culturele determinanten (B-KUL-L00B7B)

5 studiepunten Nederlands 36 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan na het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

Binnen het domein van het opgroeiend kind en adolescent:
Het groei-, maturatie- en ontwikkelingsproces beschrijven van somatische kenmerken, fysiologische kenmerken en motorische kenmerken, waaronder:

  • De methodologie van het groeionderzoek beschrijven
  • De bijzondere problematiek van de analyse van transversale en longitudinale groeikenmerken uitleggen
  • De leeftijd- en geslachtsgebonden variatie in somatische kenmerken gedurende het groeiproces aangeven
  • De veranderingen in lichaamsdimensies en -proporties en lichaamstype bespreken
  • De pre- en postnatale- en geslachtsgebonden groei in bot-, spier- en vetweefsels beschrijven.
  • De leeftijd- en geslachtsgebonden variatie in het fysieke prestatievermogen analyseren

  - de motorische ontwikkeling in de vóórschoolse periode,
  - de ontwikkeling van kracht en motorisch prestatievermogen
  - de ontwikkeling van het aerobe en anaerobe vermogen

  • Het concept biologische maturiteit duiden.
  • De technieken om de biologische maturiteit te estimeren beschrijven
  • De relatie tussen het fysieke prestatievermogen en het biologische maturatieproces uitleggen
  • De factoren die het groei-, maturatie- en ontwikkelingsproces beïnvloeden met enerzijds aandacht voor de rol van fysieke activiteit en anderzijds van de mate van overerfbaarheid van deze kenmerken en hun groeiprocessen beschrijven.
  • De rol van socio-economische status op groei, (fysieke/motorische)ontwikkeling en maturatie beschrijven.
  • De rol van andere/gerelateerde socio-economische factoren op groei, fysieke/motorische ontwikkeling en maturatie beschrijven (armoede, migratie-achtergrond/etniciteit, gezinssituatie, gezinsgrootte…)

Binnen het normaal, niet-pathologisch verouderen:

  • Het verloop van de leeftijds- en geslachtsgebonden veranderingen in weefsel (bot-, spier- en vetweefsel) bij volwassen en tijdens veroudering beschrijven.
  • De effecten van veroudering op basis fitheidscomponenten beschrijven.
  • Het verloop van congnitie en de relatie met fysiek actieve levensstijl bij ouderen omschrijven.
  • De rol van socio-economische status en andere/gerelateerde socio-economische factoren op fysieke activiteit en fitheidscomponenten tijdens de volwassenheid en bij ouderen beschrijven.

 

Het OPO draagt ertoe bij dat de student
 

* Zelfstandig opdrachten leert uitvoeren (individuele of groepsopdracht).

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Voorkennis is vereist in biologie en celbiologie, functionele anatomie, chemie, met name:
 
Kennis
* De belangrijkste elementen van de anatomie kunnen beschrijven
          De osteologie (studie van de beenderen) van de belangrijkste botten
          De verbindingen (syndesmologie) tussen deze beenderen en de gewrichten van het bovenste en onderste lidmaat.
          De spieren (myologie) van het bovenste en het onderste lidmaat: de oorsprong, insertie en functie van deze spieren.
          De wervelkolom
* De basisbegrippen uit de biologie verstaan
  - De bouwmaterialen van de cel kunnen benoemen
  - De volgende begrippen verstaan: DNA en de genen, de chromosomen en de erfelijkheidswetten, mitose, meiose en de embryogenenese.
  - De verschillende stelsels kunnen benoemen 
  - Het kunnen geven van de gangbare argumentatie voor het bewijzen van de evolutie.
* De basisbegrippen uit de chemie kunnen beschrijven
  - De principes van het gedrag van gassen en de warmte-uitwisseling kennen
          De eerste wet van de thermodynamica begrijpen
          Het verschil kennen tussen endo- en exotherme reacties
          De principes van chemische bindingen verstaan
          De chemische reacties op functionele groepen kennen
          De factoren kennen die een invloed hebben op de snelheid en evenwicht van de chemische reacties
          Zuur/base eigenschappen begrijpen
          Het verschil kennen tussen zuren, zouten en basen
  - Het verstaan van chemische processen door de entropieveranderingen
          De tweede wet van de thermodynamica begrijpen
          De rol van ATP in biologische reacties kennen
* De basisbegrippen uit de biomechanica kunnen toelichten
  - De methodes en kenmerken kunnen bespreken voor de beschrijving van de houding en de bewegingen van het menselijke lichaam.
  - De basisbegrippen kunnen beschrijven voor de analyse van de mechanische functies van het bewegingsapparaat
  - De relatie kunnen uitleggen tussen de lichaamshouding, lichaamsbelasting en de gewrichtsfunctie, evenals de krachtwerking inde spieren en in het skelet
* De basisbegrippen van de onderzoeksmethoden in de bewegingswetenschappen kunnen beschrijven
  - Het beschrijven van
          het concept van wetenschappelijk onderzoek (definitie,soorten wetenschappelijk onderzoek, het onderzoeksproces);
          de meetprincipes;
          het uitwerken van de onderzoeksvraag;
          de beschrijvende statistiek;
          de correlatiemethoden;
          de methoden van predictie (regressie);
          de statistische inductie (probabiliteit, betrouwbaarheidsintervallen, hypothesetoetsing);
          de hypothesetoetsing in het geval van 1 of 2 steekproeven;
          de hypothesetoetsing in het geval van meer dan 2 steekproeven (variantieanalyse);
          de analyse van frequenties (Chi²-toets);
          de niet-parametrische toetsen;
          de inleiding tot multivariate analysemethoden.
*  De basisbegrippen van de kinantropometrie kennen
          Meten van lichaamsdimensies, lichaamssamenstelling, fysieke fitheid en fysieke activiteit (cfr. Theorie en practische oefeningen kinantropometrie)
 
 
Attitudes
* Interesse hebben in de ontwikkeling van de mens
 
Vaardigheden
* Zelfstandig kunnen werken
* Een mini-onderzoek in groep/individueel organiseren, uitvoeren en rapporteren
* Theoretische kennis koppelen aan geobserveerde gegevens uit het mini-onderzoek 

Beginvoorwaarden creditcontract

Zie tabblad volgtijdelijkheidsvoorwaarden

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L00B1B) EN ( GELIJKTIJDIG(L02B1C) OF GELIJKTIJDIG(L00N0A) )


L00B1BL00B1B : Inleiding tot humane voeding en kinantropometrie
L02B1CL02B1C : Onderzoeksmethoden en dataverwerking in de bewegingswetenschappen, deel 1
L00N0AL00N0A : Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 1


Onderwijsleeractiviteiten

Groei en ontwikkeling, m.i.v. bio-culturele determinanten (B-KUL-L00B7a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Methodologie van het groeionderzoek
Somatische groei (gelinkt aan studie Opdracht 1)
Vroeg-motorische ontwikkeling (gelinkt aan studie Opdracht 2)
Ontwikkeling fysiek prestatievermogen (gelinkt aan studie Opdracht 3)
Ontwikkeling van botweefsel
Ontwikkeling van spierweefsel
Ontwikkeling van vetweefsel
Biologische maturiteit: technieken
Biologische maturiteit: interactie met somatische en motorische groei
Genetische determinanten: technieken, interactie met somatische en motorische groei
Maturiteit
Fysieke activiteit: interactie met somatische en motorische groei en maturiteit

Socio-economische en gerelateerde factoren: interactie met somatische groei, maturatie, motorische ontwikkeling, fysiek prestatievermogen en fysieke activiteit.

Etnische variatie in somatische groei, maturatie, motorische ontwikkeling, fysiek prestatievermogen en fysieke activiteit.

Studiemateriaal

Powerpoint slides beschikbaar op Toledo + cursusdienst

Boek als achtergrond informatie: Malina RM, Bouchard C, Bar-or Oded, Growth, maturation and physical activity, Human Kinetics: Champaign Il. ISBN 0-88011-882-2.
 

Toelichting werkvorm

Hoorcollege
 
Actief meedenken in de lessen
Noteren in de lessen
Verwerken van de leerstof (lezen in het handboek)
Memoriseren van de leerstof 

Groei, ontwikkeling en veroudering: opdracht (B-KUL-L05H0a)

1 studiepunten : Opdracht 2 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De student werkt één studie-opdracht uit en levert een geschreven rapport in. Deze studie-opdracht is vrij te kiezen uit 3 opdrachten.

  • Studie-opdracht 1 (SO 1: individueel): Beschrijf eigen gestalte- en gewichtsgroeigegevens en groeisnelheidscurves, interpreteer +  argumenteer een stelling rond talentselectie en biologische maturiteit.
  • Studie-opdracht 2 (SO2: groep max. 5 studenten): Film en bespreek de motorische ontwikkeling vanuit een observatieprotocol van kleuters in een aantal basis-motorische bewegingspatronen.
  • Studie-opdracht 3 (SO3: groep max. 5 studenten): Test meisjes en jongens binnen één geboortecohort/studiejaar tijdens hun adolescentieperiode op een aantal somatische en motorische prestatie-componenten. Bespreek geslachtsverschillen en interindividuele variatie. 

Studiemateriaal

Opbouw en vraagstellingen binnen iedere studie-opdracht beschikbaar op Toledo

Boek als achtergrond informatie: Malina RM, Bouchard C, Bar-or Oded, Growth, maturation and physical activity, Human Kinetics: Champaign Il. ISBN 0-88011-882-2.

Toelichting werkvorm

De student kiest één individuele of groepsopdracht en dient een geschreven individueel of groepsrapport in.

Normaal, niet-pathologisch verouderen, m. i.v. bio-culturele determinanten (B-KUL-L08L7a)

1 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Leeftijds- en geslachtsspecifieke evolutie in bot-, spier-, en vetweefsel tijdens volwassenheid en veroudering

Veroudering en motorisch/fysiek en cognitief functioneren

Associaties tussen socio-economische status en andere/gerelateerde socio-economische factoren op fysieke activiteit, fitheid en fysiek/cognitief functioneren bij volwassenen en ouderen.

Studiemateriaal

Powerpoint slides beschikbaar op Toledo + cursusdienst

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Groei, ontwikkeling en verouderen m.i.v. bio-culturele determinanten (B-KUL-L20B7b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen

Toelichting

Het schriftelijke verslag van de studie-opdracht maakt een integraal deel uit van het opleidingsonderdeel en telt voor 4 punten van het eindpunt mee. Bij het niet indienen van het schriftelijk verslag (uitgezonderd zwaarwichtige redenen) wordt de eindbeoordeling voor het OPO 'niet afgelegd'. 
 
Het schriftelijk examen (op 16 punten) bestaat uit:
Type vragen
–        juist/fout beweringen (met giscorrectie), meerkeuzevragen (met giscorrectie)
–        Open vragen
Soort vragen
–        Theorievragen
–        Toepassingsvragen
–        Inzichtsvragen
 

De weging van theorie-onderdelen L20B7b en L08L7a binnen het schriftelijk examen wordt meegedeeld op Toledo.

 
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Bij een onvoldoende op het OPO, maar een geslaagde score op de studie-opdracht, wordt de score van de studie-opdracht overgedragen naar de tweede examenkans. De student kan steeds een verbeterde versie van de studie-opdracht indienen bij de tweede examenkans. Bij het opnieuw indienen van een geslaagde studieopdracht, geldt de laatst behaalde score. Bij een niet-geslaagde score op het verslag moet een verbeterd verslag ingediend worden.

Bij een niet-geslaagde OPO score dienen beide theorie-onderdelen L20B7b en L08L7a STEEDS opnieuw afgelegd te worden. Er zijn dus geen deeloverdrachten voor de theorie-onderdelen.

Een student die afziet van de deeloverdracht moet dit melden volgens de procedure bij art 89 van het onderwijs-en examenreglement: ‘Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar – deeloverdrachten’.

ECTS Motor Control and Learning (B-KUL-L00B8B)

4 ECTS English 38 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

After completing this course, the student is able:

  • To understand and compare theories with respect to motor learning
  • To classify motor skills and to obtain knowledge about how to measure these motor skills
  • To understand the role of intrinsic feedback in motor control and learning
  • To know and understand the impact of various types of instruction and augmented feedback
  • To understand the impact of the organization of practice on performance and learning
  • To obtain knowledge about and understand the fundamental principles of movement coordination
  • To know and interpret the neurophysiological basis of motor learning and neuroplasticity
  • To translate theories concerning attention towards the field of motor learning
  • To have knowledge on the various memory systems as well as their role in the learning of motor skills
  • To define and evaluate learning
  • To understand and explain the underlying mechanism of motor imagery on the learning of motor skills
  • To describe the acquisition of expertise (including neural differences between experts and novices)
  • To understand the effects of training on postural control
  • To understand the effects of aging on motor control


This course helps the student:
- To understand how the control of movement evolves and how sensory information interacts with movement execution

- To understand how learning processes can be optimized and how neuroplasticity can be induced

- To understand how movement control and learning changes as a consequence of age and pathology

Previous knowledge

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their program:

These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

 
Previous knowledge
We refer to the previous knowledge required for academic bachelor degrees of the group Biomedical sciences of the K.U.Leuven.
 
In addition:
- students know the different components of the neuromuscular system
- students know the central and the peripheric nervous system
- students can read and understand English
- students are experienced with statistics
- students can interpret research outcomes creatively 

 

Order of Enrolment

162



SIMULTANEOUS(L09A9B)


L09A9BL09A9B : Fysiologie/neurofysiologie


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Motor Control and Learning (B-KUL-L00B8a)

3 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term

Content

The content of this course is divided into several chapters in which the following topics are discussed:
 

  • Theories with respect to motor learning. The most prominent theories will be explained.
  • Motor skills. After defining the concepts of control and learning, the classification of motor skills based on various criteria is discussed. This is followed by an explanation on how to measure performance of motor skills. Furthermore, the assessment and measurement of motor learning is discussed.
  • Introduction to motor control and the role of intrinsic feedback. The role of proprioception, tactile and visual input is explained, as well as the underlying neurophysiological mechanisms.
  • The impact of various modes of instruction and augmented feedback on motor learning are discussed. Here, both goal-oriented feedback and movement-oriented feedback as well as timing of these types of feedback are addressed. The effect of demonstration and verbal instructions on motor learning are considered. Furthermore, the mirror neuron system is explained as a neurophysiological substrate for observational learning.
  • Introduction to movement coordination. The fundamental principles of movement coordination are discussed for the upper limbs as well as other combinations of limbs.
  • Learning, memory and organization of the exercise session: all aspects of the contextual interference effect are explained and applied in tasks of varying degrees of difficulty.
  • The neurophysiological basis of motor learning and plasticity.
  • Attention: All aspects of attention in preparation for an action are shown. The importance of the visual system in studying the moving person is explained in more detail.
  • The acquisition of expertise. We discuss how people in sports and other settings acquire exceptional expertise and how this expertise is expressed in the observational, decisive and executive component of the (sports) performance.
  • Mental training. The underlying mechanisms of motor imagery on the learning of motor skills during normal and pathological functioning are described.
  • Aging and its motor consequences: We describe the effects of aging on the human system, including the musculoskeletal system and the brain. We explain the effects of aging on human movement (coordination, speed and accuracy of movement) and postural control 

Course material

Course material will be communicated to the student during the first class or via Toledo prior to the first class.

Format: more information

Lectures - Lesson recordings

A combination of lectures (mainly), video recordings (occasionally), interactive/response lectures.

Students are expected to actively participate during all lectures, memorize the subject matter, and reflect on practical implications. The teacher regularly asks questions and the students also get the opportunity to ask questions themselves. The students memorize the course content with the help of the practical courses and exercises, and are encouraged to interpret research findings themselves.

Motor Control and Learning: Practical Exercises (B-KUL-L00F4a)

1 ECTS : Practical 12 Second termSecond term

Content

The students experience hands-on:

  • How to measure performance (errors) and learning
  • Processes of response time, movement time and information processing
  • Principles of movement coordination and learning patterns
  • The influence of reducing, biasing or eliminating sensory input on motor performance
  • (Neural aspects of) motor/postural control and learning

Course material

Course material will be communicated to the student during the first class or via Toledo prior to the first class.

Format: more information

The students experience hands-on:

  • How to measure performance (errors) and learning
  • Processes of response time, movement time and information processing
  • Principles of movement coordination and learning patterns
  • The influence of reducing, biasing or eliminating sensory input on motor performance
  • Neural aspects of motor control and learning

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Motor Control and Learning (B-KUL-L20B8b)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Multiple choice, Open questions
Learning material : None

Explanation

The motor control and learning exam is questioned on the basis of open questions (20%) and multiple-choice questions (80%) with correction for guessing.

The practical lessons are compulsory. The content of the practical lessons is part of the subject matter of the exam. The weighted average is corrected by -1 if the student is more than 20% unlawfully absent. There is no resit for the practical lessons. A negative point is carried over to the third examination period.

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions, including the rules about plagiarism.

ECTS Training en coaching wielrennen (B-KUL-L00G0B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:
- De basisaspecten van de fietsmechaniek toepassen
- De technische, tactische en conditionele aspecten van wielrennen als recreatiesport en als jeugdopleiding uitleggen en toepassen.
- Een trainingsopbouw uitschrijven en aanbrengen.
- Sportspecifieke lessen voorbereiden en geven.
- Foutenanalyses en remedieringen toepassen in micro-teaching (peer instruction).
- De aspecten van de sportspecifieke trainingsleer, reglementen en motivatie uitleggen en in praktijk brengen.
 
Dit OPO draagt ertoe bij dat de student:
- Kennis maakt met guest lectures, zelfstudie en peer instruction (bvb. mentors die het Master programma volgen).
- Vertrouwt geraakt met het gebruik van verschillende media zoals video en PC bij het les geven.
- Kan ingeschaald worden door de Vlaamse Trainersschool (niveau verschillend per sportdiscipline en bij al dan niet opnemen stage)

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

Begintermen:

Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.

Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
– De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
– Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert

Vaardigheden
De student is zelf actief als wielrenner of gevorderd wielertoerist (bedreven in het wielrennen) en beschikt over een racefiets en MTB/gravelfiets voor het volgen van de practica.

Attitude
De student is geïnteresseerd in het wielrennen en volgt deze sportdiscipline in de media en volgt de ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L03B1A) EN SOEPEL(L04B5A) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching wielrennen: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L00F6a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Volgende specifieke practica worden voorzien:
Fietsmechaniek en onderhoud, jaarplanning, souplessetraining, klimtraining, specifieke krachttraining, wedstrijdtraining, uithoudingstraining, fietstechnische training, MTB/cross, initiatie wielerpiste, BMX,universitair kampioenschap wielrennen op de weg en / of MTB, stabilisatie en krachttraining in zaal. In aanvulling op de gedoceerde seminaries en practica zijn er een aantal stage-opdrachten.
De specifieke didactische stage gebeurt in samenwerking met de Vlaamse Wielerschool – een erkende jeugdwerking op wielerclubniveau – de topsportschool wielrennen – provinciale trainingen wielerbond Vlaanderen- middelbare scholen met optie wielrennen. Deze stage bestaat uit het mee begeleiden en het opmaken van een schriftelijk verslag van de uitgevoerde trainingen [totaal = 5x2 uur]. Er wordt binnen de verschillende disciplines van wielrennen (weg, piste, BMX, veld) stage activiteit verwacht. Minstens 2 lesuren bestaan uit een doe-stage die naast een verslag ook een schriftelijke voorbereiding vereist. 

Studiemateriaal

Van elk practicum wordt vooraf een planning/trainingsinvulling doorgegeven. Tijdens het practicum wordt de uitvoeringskwaliteit opgevolgd (hartslagmeter, vermogensmeter, oefenschema zaalkrachttraining) om achteraf kritisch met de studenten te bespreken. 
Te verkrijgen in de les. 

Toelichting werkvorm

Hoofddoelstelling is zelf de verschillende trainings- en/of evaluatiestappen te doorlopen. 
 
observeren
reflecteren
training voorbereiden
training begeleiden of zelf geven
verslag maken 

Training en coaching wielrennen: seminaries (B-KUL-L00G3a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De lesthema’s van de seminaries zijn in kernwoorden weergegeven:
- fietsmechanica
 - jeugdwerking en recreatieve werking in het wielrennen in clubs en federatie
- jeugdwerking in het wielrennen: topsportschool
- talentdetectie en ontwikkeling
- prestatiebepalende factoren per wielerdiscipline
- evaluatie van prestatiebepalende factoren
- planning en periodisering
- opmaak van een jaarplan
- fietspositie en traptechniek
- trainingsvormen wielrennen: een overzicht
- Ethische vraagstukken in de wielertraining: fairplay, dopingpreventie, …
- Seminariewerk wielertraining: studenten werken in duo’s een thema uit de wielertraining uit. De opdracht bestaat uit een zoekopdracht in de wetenschappelijke literatuur en de uitwerking van een praktische toepassing. De studenten stellen hun werk voor tijdens een presentatie voor hun medestudenten.

 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit powerpoint presentaties, video’s, wetenschappelijke artikels. Dit materiaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Toepassen
Memoriseren
Concretiseren
Relateren
Antwoorden in de les

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching wielrennen (B-KUL-L20G0b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Modaliteit
De verslagen (seminariewerk, taken) worden schriftelijk ingediend en/of mondeling gepresenteerd. 
 

Soort evaluatie
1) Presentatie van een seminariewerk (opzoekopdracht + praktische toepassing in een thema naar keuze): duo opdracht. Deze taak wordt gescoord op oa de volgende elementen: koppeling van wetenschap naar de wielerpraktijk, uitwerking van een praktische toepassing, de presentatie van het werk, q&a na afloop van de presentatie

2) Medewerking tijdens contactmomenten: dit wordt gescoord op oa de volgende acties en vaardigheden: aanwezigheid tijdens de lessen, tonen van interesse en nieuwsgierigheid tijdens de lessen, tonen van kritische reflectie ten aanzien van de aangeboden thema’s en eigen functioneren als coach-in-opleiding (zelfreflectie), in regie nemen van het eigen leerproces als coach (bv door het voorstellen van te behandelen thema’s tijdens de lessen)
 
Tijdstip
Seminariewerken/taken worden op vooraf afgesproken data tijdens het academiejaar ingediend en gepresenteerd. 
 

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regelgeving m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De regels omtrent de derde examenperiode worden op Toledo vermeld.

ECTS Stage wielrennen (B-KUL-L00G4B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
- Wedstrijdscoutingen uitvoeren en analyseren voor het geven van feedback aan de renner.
- Een wielerproef voor miniemen en aspiranten organiseren
- De theoretische kennis, de methodologische vaardigheden en de didactische competenties die werden opgedaan binnen het curriculum toetsen in reële trainingssituaties
- In de verschillende wielerdisciplines op zelfstandige wijze de geschikte trainingsschema’s opstellen voor jeugdige (competitie)sporters en sportievelingen van alle leeftijden op initiatie- en/of (regionaal) competitief niveau
- Op opvoedkundige en ethisch correcte wijze hierbij begeleiding voorzien
 

Het OPO draagt ertoe bij dat de student
- Ervaring opdoet in de sportspecifieke professionele wereld
- Ingeschaald kan worden door VTS (niveau verschillend per sportdiscipline)

 

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 

Begintermen

Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
- Vaardigheden: De student is zelf bedreven in wielrennen.
- Attitude: De student is geïnteresseerd in de wielrennen en volgt deze discipline in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L00G0B) EN STRENG(L03B1A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L00G0BL00G0B : Training en coaching wielrennen


Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage wielrennen (B-KUL-L00G4a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Begeleiding van een competitief atleet gedurende de wintervoorbereiding tot de start van het wedstrijdseizoen. Hierbij wordt individuele begeleiding aangeboden buiten de contacturen van de les om. Daarbij zijn er vier evaluatie-tijden inclusief indiening van tussentijdse rapportering voorzien om de effectieve vooruitgang en correcte timing van de opdracht waarheidsgetrouw te kunnen inschatten (begin december, begin tweede semester, voor Pasen, einde van het jaar). De stage resulteert in een e-portfolio. De klemtoon in deze stage ligt op de uitbouw van profiel atleet + jaarplan + weekschema’s + communicatie met de atleet.
De student maakt kennis met club - en federatiewerking van wielrennen en staat in voor het organiseren van een wielerproef voor miniemen en aspiranten (onder begeleiding).

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.

 

 

Studiemateriaal

Stagehandleiding - Handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

atleet observeren en evalueren
trainingsvoorbereiding maken
training geven
reflecteren
verslag en portfolio maken

 

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage wielrennen (B-KUL-L20G4b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio

Toelichting

De stageportfolio wordt op vooraf afgesproken data tijdens het academiejaar ingediend. De verplichte elementen die in de portfolio dienen opgenomen te worden en de vorm-richtlijnen worden tijdens de lessen toegelicht en op Toledo beschikbaar gesteld. De stage wordt beoordeeld op het tijdig afwerken van de stageonderdelen, de volledigheid van de stageopdrachten, de kwaliteit van de stageopdracht en de terugkoppeling naar het persoonlijk functioneren als coach (zelfreflectie) en het permanent leren als coach (Persoonlijk ontwikkelingstraject).

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

Voor zover voldaan is aan de bijkomende voorwaarden zoals bepaald in  overeenstemming met VTS-Sport Vlaanderen, kan een inschaling worden bekomen op het niveau Trainer B Wielrennen.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regelgeving m.b.t. plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

  • Studenten die tijdens de 1e examenkans niet voldeden aan het minimum aantal stage-uren, krijgen als eindbeoordeling voor het herexamen ook “Niet Afgelegd” (NA), uitgezonderd bij zwaarwichtige redenen.
  • Kunnen een herkansing krijgen voor de stage op voorwaarde dat dit praktisch en organisatorisch haalbaar is (haalbaarheid, aantal uren en stageplaats te bespreken met de coördinator van het opleidingsonderdeel):
    - Studenten die tijdens de 1e examenkans wel voldeden aan het minimum aantal stage-uren maar die een onvoldoende haalden op dit deel
    - studenten die omwille van zwaarwichtige redenen een ‘NA’ haalden tijdens de 1e examenkans

 

 

ECTS Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 1 (B-KUL-L00N0A)

4 studiepunten Nederlands 29 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De theorie van het opleidingsonderdeel ‘Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 1’ is gericht op het kunnen benoemen en beschrijven van de verschillende fases in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en de methodologische aspecten die van belang zijn voor het plannen en uitvoeren van kwaliteitsvol onderzoek (soorten onderzoek, designs, steekproeftrekking, betrouwbaarheid, validiteit, meetprincipes en meetschalen, normale verdeling, beschrijvende statistiek, statistische inferentie). Het practicum is gericht op het toepassen van de theorie rond deze inleidende statistische analyses in een standaard statistisch programma.

 

De student kan na afloop van het opleidingsonderdeel:

 

Op het gebied van Onderzoeksmethoden:

  • De stappen in het onderzoeksproces beschrijven
  • De verschillende soorten onderzoek (descriptief, exploratief, experimenteel), met bijbehorende designs, vraagstellingen, hypotheses en veel gebruikte statistische toetsen benoemen en beschrijven
  • Het begrip ‘steekproeftrekking’ uitleggen en verschillende soorten steekproeftrekkingen benoemen en beschrijven
  • De begrippen en soorten betrouwbaarheid en validiteit beschrijven
  • Meetprincipes (directe metingen, construct variabelen) en verschillende meetschalen (nominaal, ordinaal, interval schaal, ratio) benoemen en beschrijven
  • De kenmerken van de normale verdeling benoemen en beschrijven
  • Centrale waarden en spreidingsmaten in beschrijvende statistiek kennen en beschrijven en de juiste beschrijvende statistische maat kiezen voor het samenvatten van onderzoeksdata
  • Het begrip statistische inferentie en sleutelbegrippen in de inferentiële statistiek (probabiliteit, steekproef fouten, hypothese toetsing, betrouwbaarheidsintervallen, type 1 fout, type 2 fout) benoemen en beschrijven

 

Op het gebied van dataverwerking (datamanagement en data-analyse):

  • Een data-analyse bestand opzetten in statistische software: data invoer, labelen van variabelen, aangeven van de meetcategorieën van variabelen (continu, nominaal, ordinaal, interval schaal, ratio)
  • Toetsen of continue variabelen normaal verdeeld zijn en de output interpreteren en rapporteren
  • Correcte beschrijvende statistieken kiezen voor verschillende variabelen (nominaal, ordinaal, interval schaal, ratio, continu [centrale waarden en spreidingsmaten]) en de output correct rapporteren
  • Kansen uitrekenen bij de normaalverdeling en t-verdeling en de output interpreteren

Begintermen

Kennis
- basisconcepten uit de wiskunde

- algebraïsche rekentechnieken


Vaardigheid
- gebruik kunnen maken van PC en het internet

Attitude
- de student hanteert een kritische houding bij het volgen van de les  

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Beginvoorwaarden creditcontract: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie. 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderzoeksmethoden en dataverwerking deel 1: theorie (B-KUL-L00N1a)

3.3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

  • Uitleg en illustratie van de stappen in het onderzoeksproces
  • De verschillende soorten onderzoek (descriptief, exploratief, experimenteel), met bijbehorende designs, vraagstellingen, hypotheses en veel gebruikte statistische toetsen
  • Het linken van het juiste studie design aan een gestelde onderzoeksvraag
  • Het begrip ‘steekproeftrekking’ en verschillende soorten steekproeftrekkingen
  • De begrippen en soorten betrouwbaarheid en validiteit
  • Meetprincipes (directe metingen, construct variabelen) en verschillende meetschalen (nominaal, ordinaal, interval schaal, ratio)
  • De normale verdeling
  • Centrale waarden en spreidingsmaten in beschrijvende statistiek
  • Het kiezen van de juiste beschrijvende statistische maat voor het samenvatten van onderzoeksdata
  • Het begrip statistische inferentie en sleutelbegrippen in de inferentiële statistiek (probabiliteit, steekproef fouten, hypothese toetsing, betrouwbaarheidsintervallen, type 1 fout, type 2 fout)

Studiemateriaal

Boek: Foundations of Clinical Research: Applications to Evidence-Based Practice. 4th Edition. Leslie G. Portney

Dit boek is de basis en de opgegeven hoofdstukken hieruit worden besproken in on-campus of asynchrone online colleges. De slides/presentaties zoals gegeven in de colleges zijn dus ondersteunend bij het boek.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs

Blended onderwijs

In een combinatie van on-campus en asynchrone online hoorcolleges zal de theorie uitgelegd worden. De student wordt verwacht actief te participeren bij het volgen van de colleges en meerkeuzevragen rond het onderwerp van het specifieke college te beantwoorden.

Om de besproken theorie optimaal te kunnen verwerken is het wenselijk dat de student voorbereid naar het college komt. Hiertoe is er per leermodule een verplichte voorbereiding die de student geacht wordt van tevoren te maken. Tevens wordt de optie geboden om in online verwerkingsopdrachten na te gaan in hoeverre de leerstof van een Module begrepen is.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L01N0A : Kwantitatief onderzoek: deel 1

Onderzoeksmethoden en dataverwerking deel 1: practicum (B-KUL-L00N2a)

0.7 studiepunten : Practicum 3 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

  • Verschillende stappen in het opzetten van een databestand in statistische software: data invoer, labelen van variabelen, aangeven van de meetcategorieën van variabelen (continu, nominaal, ordinaal, interval schaal, ratio)
  • Toetsen of continue variabelen normaal verdeeld zijn en het interpreteren en rapporteren van de output
  • Kiezen van correcte beschrijvende statistiek voor verschillende variabelen (nominaal, ordinaal, interval schaal, ratio, continu [centrale waarden en spreidingsmaten]) en correct rapporteren van de output
  • Uitrekenen van kansen bij de normaalverdeling (area under the normal curve, z-waardes) en t-verdeling en de output interpreteren (o.a. one-sample test)

Studiemateriaal

Boek: Foundations of Clinical Research: Applications to Evidence-Based Practice. 4th Edition. Leslie G. Portney

Presentaties zoals gegeven in de colleges en practica.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs

Het doel van de practicumsessies is om de leerstof uit de theoriesessies zelf toe te kunnen passen. Er wordt verwacht dat de student de relevante theorie voor de practicumsessies, zoals wordt gespecifieerd op Toledo, heeft herhaald en verwerkt. De praktische oefeningen zullen op Toledo worden geplaatst en er wordt verwacht dat de student deze heeft voorbereid voor aanvang van het practicum. De student wordt verwacht de Toledo-leermodules met opdrachten zelfstandig te doorlopen en op basis hiervan -indien nodig- actief te participeren en vragen te stellen tijdens de contactmomenten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 1 (B-KUL-L20N0a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine, Computer

Toelichting

Het examen omvat twee onderdelen: theorie en practicum

 

THEORIE (16 punten): Het schriftelijk examen bestaat uit meerkeuzevragen (met giscorrectie). De vragen toetsen kennis, inzicht en interpretatie van de geziene leerstof.

 

PRACTICUM (4 punten):

De inhoud van het practicum wordt getoetst in een praktijkexamen aan het einde van de practicumreeks. Indien een student het praktijkexamen niet aflegt of 0 op 4 scoort, dan kan de student niet slagen voor het OPO (maximum score= 7/20).

Noot aangaande het toegelaten materiaal: er mag enkel gebruik gemaakt worden van een eenvoudige rekenmachine zonder statistiek- en uitgebreide geheugenfuncties.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen m.i.v. het plagiaatbeleid.

Toelichting bij herkansen

THEORIE:

Indien de student niet geslaagd is voor het totale OPO, maar wel geslaagd is voor het onderdeel theorie wordt deze score overgedragen naar de 2de examenkans (herexamen). Indien een student beslist om ondanks een geslaagde score voor dit onderdeel toch te herkansen, dan zal de nieuwe score in rekening worden gebracht voor het bepalen van het punt van het totale opleidingsonderdeel (dus ook indien de nieuwe score voor dit onderdeel lager is dan bij de eerste examenkans).

 

PRACTICUM: Indien de student niet geslaagd is voor het totale OPO, maar wel geslaagd is voor het onderdeel practicumexamen wordt deze score overgedragen naar de 2de examenkans. Indien de student niet geslaagd is voor het practicumexamen, dient de student het practicumexamen te herkansen. Indien een student beslist om ondanks een geslaagde score voor het practicumexamen toch te herkansen dan zal de nieuwe score in rekening gebracht worden voor het bepalen van het punt van het totale opleidingsonderdeel (dus ook indien de nieuwe score voor dit onderdeel lager is dan bij de eerste examenkans).

Verdere specificatie bij art 89 van het onderwijs- en examenreglement - 'Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar - deeloverdrachten': De administratieve procedure voor studenten die geslaagde onderdelen toch wensen te herkansen wordt vermeld op Toledo.

Studenten die na afloop van de herexamens als totaalscore voor het opleidingsonderdeel een onvoldoende behalen, moeten het opleidingsonderdeel een academiejaar later opnieuw opnemen ("bissen") en moeten steeds beide onderdelen herkansen. Er is immers geen deeloverdracht naar een volgend academiejaar.

ECTS Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 2 (B-KUL-L00N3A)

4 studiepunten Engels, Nederlands 38 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De theorie van het opleidingsonderdeel ‘Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 2’ is gericht op het kunnen benoemen, beschrijven, selecteren en toepassen van analysemethoden: 1) voor het analyseren van onderzoeksdata; 2) voor het bepalen van maten voor betrouwbaarheid en validiteit; en 3) voor statistische power analyses.

 

Het practicum is gericht op het toepassen van de theorie in een standaard statistisch programma voor data-analyse en een programma voor statistische power analyses.

 

De student kan na afloop van het opleidingsonderdeel, gerelateerd aan specifieke onderzoeksvragen en onderzoeksdesigns:

 

Op het gebied van Onderzoeksmethoden:

  • De verschillende analysemethoden voor het onderzoeken van relaties (Chi-kwadraat, correlatie, regressie, multivariate technieken) benoemen, beschrijven en selecteren.
  • De verschillende analysemethoden voor het toetsen van verschillen in een, twee of meer groepen (t-toetsen, (factoriële) ANOVA, non-parametrische equivalenten van deze toetsen, multivariate technieken) benoemen, beschrijven en selecteren
  • De theorie rond ‘betrouwbaarheid en meetfouten’ en de verschillende soorten betrouwbaarheid en statistische basis en procedures hiervoor benoemen, beschrijven en selecteren.
  • De theorie rond ‘validiteit van diagnostische testen’ uitleggen en de statische basis en procedures voor het bepalen van afkappunten voor diagnostische testen, het gebruik van klinische bevindingen voor het voorspellen van gezondheidsuitkomsten en het meten van verandering op een klinisch betekenisvolle manier benoemen, beschrijven en selecteren.
  • Het begrip ‘statistische power’ uitleggen en de factoren die statistische power beïnvloeden benoemen en beschrijven.

 

Op het gebied van dataverwerking (data-analyse):

  • Correcte analyse methoden selecteren en uitvoeren voor het onderzoeken van relaties en de output interpreteren en rapporteren.
  • Correcte analyse methoden selecteren en uitvoeren voor het toetsen van verschillen en de output interpreteren en rapporteren.
  • Correcte analyse methoden selecteren en uitvoeren om betrouwbaarheid en validiteit te bepalen en de output interpreteren en rapporteren.
  • Correcte power berekeningen selecteren en uitvoeren en de output interpreteren en rapporteren

Begintermen

Kennis en vaardigheden die aangeboden worden in het opleidingsonderdeel ‘Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 1

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Beginvoorwaarden creditcontract: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie. 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L00N0A)


L00N0AL00N0A : Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 1


Identieke opleidingsonderdelen

L00N3B: Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderzoeksmethoden en dataverwerking deel 2: theorie (B-KUL-L00N4a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

  • Verschillende analysemethoden voor het onderzoeken van relaties (Chi-kwadraat, correlatie, regressie, multivariate technieken)
  • Verschillende analysemethoden voor het toetsen van verschillen in een, twee of meer groepen (t-toetsen, (factoriële) ANOVA, non-parametrische equivalenten van deze toetsen, multivariate technieken)
  • De theorie rond ‘betrouwbaarheid en meetfouten’ (variantie, betrouwbaarheidscoëfficiënt), verschillende soorten betrouwbaarheid (overeenstemming tussen beoordelaars, betrouwbaarheid van meetschalen, interne consistentie van meetschalen, stabiliteit van herhaalde metingen, overeenstemming tussen verschillende meetmethoden) en statistische basis en procedures hiervoor (intraclass correlatie, kappa statistiek, Cronbach’s Alpha)
  • De theorie rond ‘validiteit van diagnostische testen’, de statische basis en procedures voor het bepalen van afkappunten voor diagnostische testen (receiver operating characteristic curves), het gebruik van klinische bevindingen voor het voorspellen van gezondheidsuitkomsten en het meten van verandering op een klinisch betekenisvolle manier
  • Het begrip ‘statische power’ en verschillende factoren die statische power beïnvloeden

Studiemateriaal

Boek: Foundations of Clinical Research: Applications to Evidence-Based Practice. 4th Edition. Leslie G. Portney

Presentaties zoals gegeven in de colleges.

Toelichting werkvorm

In de colleges zal de theorie uitgelegd worden. De rapportage van de verschillende methodologische aspecten van onderzoek en statistische toetsen zal worden geïllustreerd middels gepubliceerde artikelen in de ergotherapeutische wetenschappen, lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen en revalidatiewetenschappen. De student wordt verwacht actief te participeren bij het volgen van de colleges en meerkeuzevragen rond het onderwerp van de specifieke les te beantwoorden.

Om de besproken theorie optimaal te kunnen verwerken is het wenselijk dat de student voorbereid naar het college komt. Hiertoe zal per college op Toledo worden aangegeven welke stof uit het handboek behandeld zal worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L01N2A : Kwantitatief onderzoek: deel 2

Research Methods and Data Management Part 2: Practical Sessions (B-KUL-L00N5a)

1 studiepunten : Practicum 12 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Via hands-on toepassingen gebruik makend van statistische software:

  • Selecteren en uitvoeren van correcte analysemethoden voor het onderzoeken van relaties tussen variabelen (Chi-kwadraat, correlatie, regressie, multivariate technieken) en het interpreteren en rapporteren van de output
  • Selecteren en uitvoeren van correcte analysemethoden voor het toetsen van verschillen in een, twee of meer groepen (t-toetsen, (factoriële) ANOVA, non-parametrische equivalenten van deze toetsen, multivariate technieken) en het interpreteren en rapporteren van de output
  • Selecteren en uitvoeren van correcte analysemethoden om betrouwbaarheid te bepalen en het interpreteren en rapporteren van de output
  • Selecteren en uitvoeren van correcte analysemethoden om validiteit te bepalen en het interpreteren en rapporteren van de output
  • Correcte power berekeningen selecteren en uitvoeren en de output interpreteren en rapporteren

Studiemateriaal

Boek: Foundations of Clinical Research: Applications to Evidence-Based Practice. 4th Edition. Leslie G. Portney

Presentaties zoals gegeven in de colleges en practica.

Toelichting werkvorm

Het doel van de practicumsessies is om de leerstof uit de theoriesessies zelf toe te kunnen passen. Er wordt verwacht dat de student de relevante theorie voor de practicumsessies, zoals wordt gespecifieerd op Toledo, heeft herhaald en verwerkt. De praktische oefeningen zullen op Toledo worden geplaatst en er wordt verwacht dat de student deze heeft voorbereid voor aanvang van het practicum.  De student wordt verwacht actief te participeren en vragen te stellen op basis van de voorbereide oefeningen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderzoeksmethoden en dataverwerking: deel 2 (B-KUL-L20N3a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine, Computer

Toelichting

Het examen omvat twee onderdelen: theorie en practicum

 

THEORIE (15 punten): Het schriftelijk examen bestaat uit meerkeuzevragen (met giscorrectie). De vragen toetsen kennis, inzicht en interpretatie van de geziene leerstof.

 

PRACTICUM (5 punten):

De inhoud van het practicum wordt getoetst in een praktijkexamen aan het einde van de practicumreeks. Indien een student het praktijkexamen niet aflegt of een 0 op 5 scoort, dan kan de student niet slagen voor het OPO (maximum score= 7/20).

Noot aangaande het toegelaten materiaal: er mag enkele gebruik gemaakt worden van een eenvoudig rekenmachine zonder statistiek- en uitgebreide geheugenfuncties.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen m.i.v. het plagiaatbeleid.

Toelichting bij herkansen

THEORIE:

Indien de student niet geslaagd is voor het totale OPO, maar wel geslaagd is voor het onderdeel theorie wordt deze score overgedragen naar de 2de examenkans (herexamen). Indien een student beslist om ondanks een geslaagde score voor dit onderdeel toch te herkansen dan zal de nieuwe score in rekening worden gebracht voor het bepalen van het punt van het totale opleidingsonderdeel (dus ook indien de nieuwe score voor dit onderdeel lager is dan bij de eerste examenkans).

 

PRACTICUM: Indien de student niet geslaagd is voor het totale OPO, maar wel geslaagd is voor het onderdeel practicumexamen wordt deze score overgedragen naar de 2de examenkans. Indien de student niet geslaagd is voor het practicumexamen, dient de student het practicumexamen te herkansen. Indien een student beslist om ondanks een geslaagde score voor het practicumexamen toch te herkansen dan zal de nieuwe score in rekening gebracht worden voor het bepalen van het punt van het totale opleidingsonderdeel (dus ook indien de nieuwe score voor dit onderdeel lager is dan bij de eerste examenkans).

Verdere specificatie bij art 89 van het onderwijs- en examenreglement - 'Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar - deeloverdrachten': De administratieve procedure voor studenten die geslaagde onderdelen toch wensen te herkansen wordt vermeld op Toledo.

Studenten die na afloop van de herexamens als totaalscore voor het opleidingsonderdeel een onvoldoende behalen, moeten het opleidingsonderdeel een academiejaar later opnieuw opnemen ("bissen") en moeten steeds beide onderdelen herkansen. Er is immers geen deeloverdracht naar een volgend academiejaar.

ECTS Psychology of Sport and Exercise (B-KUL-L01B2B)

4 ECTS English 22 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

The student:

 

  • has insight into the importance and training of psychological skills in optimizing performance and well-being of athletes in competitive and recreational situations.
  • has insight into the importance of the social context in determining performance and well-being in sport and physical activity settings (for example from the social identity approach)
  • can understand and critically evaluate an empirical article from a scientific journal on sports and / or movement psychology with regard to internal and external validity, and the theoretical and practical relevance.

 

The course also contributes to providing the student with a reference framework for more specialized courses in the psychology learning track that will be dealt with at a later stage of the programme (including coaching).

Previous knowledge

Prerequisites for students who are not registrered for the program bachelor of Physical Education and Movement Sciences/Master of Movement and Sports Sciences, but wish to include the course as a component of choice in their program:
These students should contact the coordinator of the course. On the basis of prior knowledge and motivation, the coordinator will determine whether or not the student can be admitted to the course.

Students with the degree ‘Bachelor of Psychology’ meet these conditions and can include the course as an optional course in their study programme without contacting the coordinator of the course.

 

Previous knowledge

In addition to the prerequisites for university Bachelor's programs within the Biomedical Sciences group at KU Leuven, there are the following specific prerequisites.

 

Knowledge

To be able to read basic concepts from general psychology + fluent English-language scientific texts.

Order of Enrolment

162



SIMULTANEOUS(L09A7A)


L09A7AL09A7A : Psychologie


Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Psychology of Sport and Exercise (B-KUL-L04M7a)

4 ECTS : Lecture 22 First termFirst term

Content

Introduction to sports and exercise psychology

Overview of mental profile layout and mental skills training (e.g. goal setting, imagery, stress management, self-talk)

The effect of the social context in determining performance and well-being in sport and physical activity settings via processes such as leadership, communication, teamwork, motivation, attribution, etc.

Understanding and critically evaluating one or more original scientific articles related to previous topics.

Course material

Slides

Selected chapters from: Haslam, A., Fransen, K., & Boen, F. (2020). Sport and exercise psychology: The social identity approach. Sage: London. (eg Leadership, Communication, Teamwork and group performance, Motivation, Cognition, Attribution and Social Support)

Selected articles from scientific journals

Format: more information

Blended learning

Lectures: preparation and actively cooperate during lectures, processing assignments at the end of the lectures.

Assignment

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Psychology of Sport and Exercise (B-KUL-L21B2b)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Paper/Project
Type of questions : Open questions
Learning material : None

Explanation

  • Written exam in the examination period on 15 points (consisting of knowledge questions about the subject matter and about 1 'new' self-study article that is presented at the end of the last lecture.
  • Assignment on 5 points in which students have to make an individual and social context analysis of their mental profile in function of performance improvement and / or well-being in a sport or physical activity context.

 

If the student does not pass the exam or the paper, he/she cannot pass the course (and can get a maximum of 9/20).

If the student does not take the exam or submit a paper (in time), the overall evaluation is ‘not completed’ (NA).

 

The student is expected to be aware of the education and examination regulations, as well as the facultary additions, including the rules about plagiarism.

Information about retaking exams

Exam

Students who fail the exam must resume this in the resit.

Students who have passed the exam may resume this in the resit (optional). In case of non-resumption, the score of the 1st exam opportunity is taken over.

Paper

Students with an insufficient score on the paper must rework it and resubmit it before the deadline (communicated via Toledo).

Students with a pass on the paper may rework it (optional). If these students decide not to resubmit the paper, the score of the 1st exam opportunity is taken over.

 

When calculating the final point, the same rules apply as for the 1st exam opportunity.

ECTS Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 1 (B-KUL-L01M7A)

4 studiepunten Nederlands 46 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Vanlandewyck Yves (coördinator) |  Vanlandewyck Yves |  Van Biesen Debbie (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • Aangepaste bewegingsactiviteiten te duiden in het revalidatie – elite sport continuüm en het recreatie – elite sport continuüm.
  • Zich een algemeen beeld te vormen van de meest voorkomende aandoeningen
  • De structuur en complexiteit van het G-sport landschap in Vlaanderen en ook internationaal te begrijpen
  •  De impact van een fysieke, visuele, auditieve, verstandelijke beperking op activiteit en prestatie te begrijpen en beargumenteren
  • Het functionaliteitsniveau van een sporter met een beperking te evalueren.  
  • Het concept “Evidence-based Classificatie” en de sport-specifieke toepassingen ervan te begrijpen.
  • De doelgroepspecifieke didactisch-methodologische concepten te beschrijven en toe te passen.
  • Vanuit eigen ervaring bewegingsactiviteiten aan te passen voor verschillende doelgroepen (personen met visuele beperking, auditieve beperking, fysiek beperking, verstandelijke beperking) en te begeleiden aan peers in microteaching.
  • Vanuit een theoretisch kader de oorzaken van gedragsproblemen herkennen, op een gepaste manier kunnen reageren op gedragsproblemen, en specifieke tips kunnen hanteren naar het omgaan met bepaalde groepen van jongeren die omwille van hun stoornis gedragsproblemen kunnen vertonen vb. jongeren met autisme, ADHD, leerstoornis, emotionele stoornis en/of verstandelijke beperking, …).
  • Vanuit een holistische benadering te reflecteren over de psychosociale aspecten van beperking, met inbegrip van het verwerkingsproces
  • De problematiek van psychische kwetsbaarheid in onze maatschappij uit te leggen, en het belang van fysieke activiteit op het mentaal welbevinden te verklaren.

 

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:

  • De student een bredere visie krijgt over de bewegingsmogelijkheden voor personen met een beperking.
  • De student een verbeterde attitude krijgt ten aanzien van de persoon met een beperking.
  • De student inclusief leert denken in een maatschappelijke context, met inbegrip van sport en bewegingsonderwijs.

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

De student heeft de noodzakelijke basiskennis uit de anatomie, psychologie, inspanningsfysiologie, en biomechanica.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L03B1A) EN SOEPEL(L03B8A) EN SOEPEL(L02B8B) EN GELIJKTIJDIG(L04B5A) EN GELIJKTIJDIG(L05B1A) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A) EN GELIJKTIJDIG(L04B1B) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I
L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L05B1AL05B1A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Identieke opleidingsonderdelen

L01M7B: Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 1

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 1: theorie (B-KUL-L01M7a)

2.5 studiepunten : College 24 Eerste semesterEerste semester
Vanlandewyck Yves |  Van Biesen Debbie (plaatsvervanger)

Inhoud

In 12 lessen van telkens 2 uren krijgt de student een inleiding in het domein van aangepaste bewegingsactiviteiten, waarbij 4 clusters van competenties aan bod komen:

1. Organisatie van G-sport en aangepaste bewegingsactiviteiten: oa. historiek, terminologie, modellen van ‘disability’ oa. het ICF model, nationale en internationale structuur van sport voor mensen met een beperking.

2. Omgaan met G-Sporters: De doelgroepen die aan bod komen zijn: personen met een verstandelijke beperking, autisme, fysieke beperking, visuele en auditieve beperking. Studenten leren de persoon met zijn/haar beperking evalueren, met aandacht voor de metabole reactie op inspanning bij deze doelgroepen. Specifieke tips en richtlijnen en tips worden aangeboden waar rekening mee moet gehouden worden bij het voorschrijven/ontwikkelen van bewegingsprogramma’s voor deze doelgroepen, en bij het begeleiden van sporters/leerlingen uit deze groepen. In deze cluster komen ook G-sport specifieke inspanningsgerelateerde condities aan bod (epilepsie, thermoregulatie, autonome dysreflexie, atlanto-axiale instabiliteit, …)

3. Impact van beperking op activiteit en prestatie: voor dezelfde doelgroepen als in cluster 2, worden inzichten aangereikt omtrent de impact van beperking op activiteiten van het dagelijks leven, inclusief bewegingsactiviteiten, en prestatie-optimalisatie (= topsport/Paralympics). Het concept evidence-based classificatie wordt toegelicht, met voorbeelden vanuit verschillende sporten. 

4. Diversiteit en inclusie: holistische benadering van de persoon met een beperking in een inclusieve samenleving met aandacht voor diversiteit (oa. psychosociale aspecten van handicap, met inbegrip van attitudes, verwerkingsproces, en omgaan met sporters met psychische kwetsbaarheid, inclusief onderwijs, en heterogene groepen).

Binnen deze clusters komen de studenten tijdens de lessen ook in contact met personen met een beperking door middel van opgenomen videoclips, en/of persoonlijke interactie (getuigenissen).

Studiemateriaal

Powerpoints beschikbaar op Toledo (jaarlijkse update)

Cursus Module Omgaan met G-sporters (VTS)

Extra studiemateriaal (oa. artikels, videoclips) wordt up to date gehouden en beschikbaar gesteld op Toledo

Toelichting werkvorm

In deze inleidende lessen wordt op de klassieke wijze gedoceerd. Het betreft vooral overdracht van kennis door middel van interactie.

Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 1: practicum (B-KUL-L01M8a)

1.5 studiepunten : Practicum 22 Tweede semesterTweede semester
Vanlandewyck Yves |  Van Biesen Debbie (plaatsvervanger)

Inhoud

In één inleidend seminarie, en  10 practica van telkens 2 uren krijgt de student een inleiding in het domein van aangepaste bewegingsactiviteiten, waarbij de vijfde cluster van competenties aan bod komt, namelijk de didactisch-methodologische principes bij het begeleiden van personen met een beperking. De principes van aangepaste bewegingsactiviteiten worden aan de hand van demonstraties geduid. De studenten verwerven inzicht in de realisatie van doelstellingen door middel van aangepaste bewegingsactiviteiten. Doelgroepgerichte aangepaste bewegingsactiviteiten worden gedemonstreerd, en de student oefent de aangeleerde vaardigheden in door middel van microteachings aan medestudenten.

 

Tijdens de practica worden zowel de algemene principes van ABA behandeld (doelstellingen, spelvormen, speelse vormen, oefenvormen), alsook het lesgeven aan heterogene groepen, zowel binnen inclusieve settings als exclusieve G-sport settings. Studenten krijgen een introductie in het aanpassen van bewegingsactiviteiten voor een brede waaier aan doelgroepen. Onder meer de volgende doelgroepen komen aan bod: personen met visuele en auditieve beperking, rolstoelgebruikers, personen met verstandelijke beperking, personen met autisme, personen met fysieke beperking (stappers die al dan niet gebruik maken van hulpmiddelen), personen met gedragsstoornissen, en/of emotionele stoornissen en/of leerstoornissen.

Studiemateriaal

Het nodige studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Toledo (oa. lesvoorbereidingsformulieren, evaluatieformulieren, videoclips, …)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Aangepaste bewegingsactiviteiten, deel 1 (B-KUL-L21M7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

- Studenten lossen een schriftelijk examen op na afronding van het theoretisch gedeelte in de eerste examenperiode (januari-zittijd). Dit examen bestaat uit een combinatie van open vragen en stellingen die ze moeten beoordelen (juist of fout) en beargumenteren. (75% van de totaalscore).

- Studenten worden beoordeeld aan de hand van hun aanwezigheid, medewerking, en een opdracht uitgevoerd tijdens het practicum (25% van de totaalscore).

 

De finale score is het gewogen gemiddelde van de 2 scores met mathematische afronding.

 

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

ECTS Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I (B-KUL-L02B8B)

5 studiepunten Nederlands 82 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan aan het einde van dit opleidingsonderdeel

  • inzicht tonen in de basis motorische vaardigheden per leeftijdscategorie
  • uitleggen hoe de oog-hand en oog-voet coördinatie tot stand komt
  • de vierledige bijdrage van de visuele waarneming bij het leren en aanleren van motorische vaardigheden benoemen en uitleggen
  • de verschillende geheugensystemen onderscheiden evenals hun verschillende rol bij het leren van motorische vaardigheden
  • het perceptuele systeem evenals de belangrijkste perceptuele vaardigheden uitleggen
  • het relatieve belang omschrijven van zowel het zicht als het inzicht (praktische intelligentie) en hun specifieke rol bij het leren van motorische vaardigheden
  • de unieke verwevenheid van de zichtbare (technische) component met de onzichtbare tactische spelintelligentie in "open taken" uitleggen en verklaren.
  • de gemeenschappelijke spelstructuur van sportspelen ontleden aan de hand van de drie hoofdmomenten: balbezit, balverlies en omschakeling van balbezit naar balverlies en omgekeerd
  • de theoretische kennis kunnen toepassen binnen de practica, enerzijds om een correcte bewegings- en foutenanalyse te maken en anderzijds om selectief te leren kijken in functie van anticipatie.
  • de basisvaardigheden uitvoeren van de verschillende disciplines
  • met behulp van deze basisvaardigheden inzicht tonen rond hoe deze te gebruiken in de typische spelsituaties
  • een technische beschrijving geven van de aangeleerde vaardigheden in het practicum
  • deze technische beschrijving gebruiken als ondersteuning voor het aanleerproces binnen de verschillende sportdisciplines
  • de spelregels van de verschillende sportdisciplines uitleggen en toepassen

 

Het opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student

  • weet wat de link is tussen kennen en kunnen, tussen denken en doen, tussen theorie en praktijk, tussen declaratieve en procedurele kennis.
  • weet hoe de bewegingssturing tot stand komt en hoe sensorische informatie interageert met bewegingsuitvoering.
  • weet op welke wijze leerprocessen kunnen geoptimaliseerd worden.
  • weet hoe bewegingssturing verandert ten gevolge van ontwikkeling.
  • anderen leert feedback geven en bijsturen.
  • leert samenwerken.
  • de basis motorische vaardigheden aanleert (oog-hand en oog-voet coördinatie, multi-ledematen coördinatie, balvaardigheid, ruimte-tijdsperceptie, predictie van balbanen).
  • een correcte bewegings- en foutenanalyse kan maken.
  • leert om selectief de aandacht te richten in functie van belangrijke kijkmomenten voor de beoordelings- en beslissingsfase

Begintermen

Beginvoorwaarde

Studenten zijn verplicht een sportpreventief onderzoek te ondergaan (= sportmedisch onderzoek en rust-EKG). Studenten kunnen niet deelnemen aan de practica van deze vakken wanneer ze het onderzoek nog niet ondergingen of nog niet zijn ingeschreven voor het onderzoek.   

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten kan dit opleidingsonderdeel niet worden opgenomen als keuze-opleidingsonderdeel door studenten uit andere opleidingen.

Beginvoorwaarden creditcontract: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.
 
Begintermen: Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.

Kennis
Interesse in sport, training en prestatie
 
Attitude
Interesse in de mens in beweging en de menselijke beweging
 
Vaardigheden
Gezonde en sportive levensstijl
 

Onderwijsleeractiviteiten

Interactieve bewegingsactiviteiten I: hoorcollege (B-KUL-L02B9a)

1 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Binnen een eerste deel komt de zichtbare, motorische component aan bod. Voor de basisvaardigheden uit de sportspelen (bv. lopen, dribbelen, springen en landen, werpen, vangen, trappen, slaan) wordt het bewegingspatroon ontleed en de ontwikkeling ervan toegelicht.

In een tweede deel van het hoorcollege wordt de nadruk gelegd op de vierledige bijdrage van de visuele waarneming bij het leren en aanleren van motorische vaardigheden, met name bij het tot stand komen van een bewegingsvoorstelling, bij de controle en coördinatie van lichaam en ledematen, bij het anticiperen of vooruitlopen op spelgebeurtenissen en bij het beoordelen van de bewegingsuitvoering van anderen.

In een derde deel van het hoorcollege wordt vanuit wetenschappelijk oogpunt beknopt de relatieve bijdrage toegelicht van het zicht en het inzicht (de praktische spelintelligentie) bij het verwerven van vaardigheid in 'open' taken in het algemeen en de sportspelen in het bijzonder.

Binnen dit hoorcollege wordt beoogd een duidelijke link te leggen met het bijhorende practicum. Ook hier staat de unieke verwevenheid centraal tussen kennen en kunnen, tussen denken en doen.

Studiemateriaal

W. Helsen & K. Fransen (2021). Interactieve bewegingsactiviteiten 1: Algemeen hoorcollege.

 
Presentaties via Toledo.

Toelichting werkvorm

Actief participeren in de lessen
Inzichtelijk leren van de geziene leerstof
De leerstof toepassen in de bewegingspractica

Basketbal I : practicum en hoorcollege (B-KUL-L03B0a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Basismotorische competenties (oog-hand en oog-voet coördinatie, multi-ledematen coördinatie, balvaardigheid, ruimte-tijdsperceptie, predictie van balbanen)
 
Technische vaardigheden (dribbelen, passen, doelen, stoppen, pivoteren) in voorspelbare situaties, daarna in vereenvoudigde spelsituaties en vereenvoudigde wedstrijdsituaties.
 
Spelopbouw 1 tegen 1, 2 tegen 0, 2 tegen 1, 3 tegen 2, 3 tegen 3

Studiemateriaal

Informatie via Toledo.

Toelichting werkvorm

Sportspecifieke hoorcollege: online onderwijs

Zelf oefenen
Basisvaardigheden toepassen in vereenvoudigde spelsituaties en wedstrijdsituaties
Spelregels basketbal toepassen
 

Handbal I: practicum en hoorcollege (B-KUL-L03D0a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Technische vaardigheden:
- werptechnieken
- dribbeltechnieken
- vaardigheden van de doelman
- verdedigen

Spelvormen:
- voorbereidende spelvormen, softhandbal, minihandbal, beachhandbal, zaalhandbal
- tegenaanval
- aanvalsopbouw
- tactiek

Spelregels

Studiemateriaal

Spelregels en scheidsrechterstekens handbal: www.handbal.be
informatie via Toledo.

Toelichting werkvorm

Sportspecifiek onderwijs: online onderwijs

Zelf de vaardigheden inoefenen

De spelregels toepassen

Voetbal I: practicum en hoorcollege (B-KUL-L03D1a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

BASICS

  • Leiden en dribbelen
  • Balcontrole
  • Lage passing

 

TEAMTACTICS (5 versus 5):

  • Aanspeelbaarheid
  • Progressieve balcirculatie
  • Infiltratie
  • Beheersen van de waarheidszone
  • Zoneverdediging
  • Omschakeling

Studiemateriaal

PowerPoint presentaties

Toelichting werkvorm

Sportspecifiek onderwijs: online onderwijs

Zelf de vaardigheden inoefenen
de spelregels toepassen

Volleybal I: practicum en hoorcollege (B-KUL-L03D2a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Technische vaardigheden:
– bovenhandse pas
– onderhands spelen    
– didactische bagger tot receptie
– toepassingen binnen spelvormen 1-1 en 2-2  
– aanval
– pas achterwaarts       
– onderhandse opslag       
– blok na verplaatsing d.m.v. bijtrekpassen

 

Tactische vaardigheden:
– toepassingen in spelcontext 1-1, 2-2, 3-3
– observatie van balbanen
– als-dan –principe
– voor-tijdens-na -principe
– visuele decentratie

Studiemateriaal

/

Toelichting werkvorm

Sportspecifiek onderwijs: online onderwijs

Deels studentgestuurde aanpak d.m.v. partnerevaluatie
Actief meewerken tijdens de lessen
Inoefenen van de verschillende technieken
De technieken toepassen in
– voorspelbare situaties
– vereenvoudigde spelsituaties
– vereenvoudigde wedstrijdsituaties
Analyseren van een goede spelopbouw
Inzichtelijk leren van zowel techniek als tactiek

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I (B-KUL-L22B8b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen, Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Studenten die geen sportpreventief onderzoek hebben ondergaan, kunnen niet deelnemen aan de practica en aan de examens.

De evaluatie van het algemeen hoorcollege wordt georganiseerd tijdens de januarizittijd.

1. De eindscore voor het opleidingsonderdeel Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I wordt samengesteld uit de score voor het algemeen hoorcollege (20%) en de gemiddelde score van de vier bewegingspractica m.i.v. de specifieke hoorcolleges (80%).

2. Algemeen hoorcollege

De evaluatie van het algemene hoorcollege (op een totaalscore van 20) gebeurt aan de hand van een schriftelijk gesloten boek examen dat bestaat uit meerkeuzevragen met giscorrectie. Dit examen vindt plaats in de januari zittijd.

3. Practica m.i.v. sportspecifieke hoorcolleges:

De evaluatie van de bewegingspractica bestaat uit het rekenkundig gemiddelde van de eindscores van de vier OLA's (L03B0a basketbal, L03D0a handbal, L03D1a voetbal, L03D2a volleybal).

De evaluatie van elk van de vier bewegingspractica (OLA's) bestaat uit verschillende testen die tijdens de practica worden geëvalueerd, een observatieopdracht en een procesevaluatie die volgende elementen omvat: inzet en medewerking tijdens de lessen, kritische observatie en aansturing medestudenten en kwaliteit van het leerproces. Studenten moeten alle tests afleggen om een eindscore te kunnen bekomen. Indien één van de deeltests niet werd afgelegd, resulteert dit in een NA (met uitzondering van medische redenen).

Daarnaast is er een theoretische kennistoets die plaatsvindt net na de paasvakantie. Deze kennistoets heeft betrekking op de leerstof die tijdens de specifieke hoorcolleges en het practicum werd behandeld.

De eindscore voor elk practicum (OLA) wordt samengesteld uit de score van het sportspecifieke gedeelte (de scores op de verschillende testen tijdens het jaar en de procesevaluatie), wat meetelt voor 80% van de eindscore van elk OLA , alsook de score op de kennistoets, die meetelt voor 20% van de eindscore van elk OLA.

4. Studenten die een deel van de tests niet hebben kunnen afleggen wegens blessure/ziekte kunnen een aanvraag indienen bij de gekwetstencommissie die advies verschaft aan de titularis over de quotering van het praktijkgedeelte. (http://faber.kuleuven.be/DSO/gekwetst.php)

5. Er is een 90% aanwezigheidsplicht per sportdiscipline tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. De student neemt zowel voor praktijk als theorie deel aan de derde examenperiode. Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het ‘facultair reglement sportpractica 1ste en 2de bachelor LO&BW’ dat je kan terugvinden op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist.

De specifieke regeling ivm het afleggen van deelproeven van de practica in de derde examenperiode m.i.v. de regeling m.b.t. de procesevaluatie wordt weergeven op Toledo. Indien er onvoldoende deelnemers aanwezig zijn bij de herkansing van de practica kan er door de docent op het moment van de herkansing zelf worden overgegaan naar een alternatief examen.

ECTS Training en coaching atletiek (B-KUL-L02D6B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student
- kan jeugdatleten begeleiden op conditioneel en technisch vlak binnen alle atletiekdisciplines.
- kan competitieatleten begeleiden binnen één groep van disciplines (fond/halve fond, sprint/horden, springen, werpen, meerkamp)
- is vertrouwd met
    * het organiseren van recreatieve activiteiten
    * het organiseren van competitieve activiteiten
    * het ‘warm maken’ van (niet-)sporters voor de atletieksport

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel
- heeft de student zich verdiept in specifieke aspecten en prestatiebepalende factoren van atletiek
- kan de student de informatie uit wetenschappelijke literatuur en trainingstechnische literatuur met elkaar in verband brengen.
- heeft de student zijn eigen bedrevenheid op het vlak van de training en coaching binnen de atletiekdisciplines met specialisatie binnen één groep van disciplines (fond/halve fond, sprint/horden, springen, werpen, meerkamp), verhoogd.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
–        Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Vaardigheden
De student is zelf bedreven in één of meerdere atletiekdisciplines.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L03B1A) EN SOEPEL(L04B5A) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching atletiek: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L00F7a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

– Technische verfijning:
    * fond en halve fond
    * sprint / horden
    * springnummers
    * werpnummers
    * meerkamp
– techniekanalyse en prestatiebepalende factoren binnen de diverse atletiekdisciplines
– organiseren van een atletiekmeeting
 
De student krijgt specifieke opdrachten om een training met duidelijke doelstellingen uit te werken binnen zijn gekozen disciplinegroep:
-         voorbereiden van de training
-         bespreken van deze voorbereiding
-         training geven aan medestudenten
-         gezamenlijke evaluatie van de training 

Studiemateriaal

didactische video (DVD) materiaal.
Informatie op Toledo 

VTS-cursustekst “Initiator Atletiek”, Vlaamse Trainersschool, Bloso
VTS-cursusteksten “Trainer B Atletiek”, Vlaamse Trainersschool, Bloso
Te verkrijgen bij de Vlaamse Trainersschool.
 
Handboek “Atletiek – methode en techniek”, Geeroms F., Van Diest G.
Het handboek ligt ter inzage bij de docent.

Toelichting werkvorm

Inoefenen van de basistechnieken
Groepswerk: observeren, bijsturen
Concretiseren van de atletiekmeeting
 
Training voorbereiden
Training geven
Reflecteren over de training
Observeren
Evalueren 

Training en coaching atletiek: seminaries (B-KUL-L09C8a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Actuele topics in functie van atletiek:
-         trainingstechnisch
-         conditionele aspecten
-         periodisering
-         jaarplanning
 
Seminaries van medestudenten

Studiemateriaal

Wetenschappelijk bronmateriaal: campusbibliotheek
Trainingstechnische tijdschriften:
-         “New Studies in Athletics” (Meyer & Meyer Sport)
-         “Leichtathletik”
-         “Amicales des entraîneurs Français d’athlétisme”
te verkrijgen in de campusbibliotheek
 
PPT-presentatie, beschikbaar via Toledo

Toelichting werkvorm

Relateren van trainingstechnische en wetenschappelijke literatuur.
Seminarie aan medestudenten geven

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching atletiek (B-KUL-L22D6b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets

Toelichting

De didactische oefeningen en het practicum worden geëvalueerd door middel van permanente evaluatie en medewerking tijdens contactmomenten.

De tussentijdse evaluatie bestaat uit open vragen (toepassingsvragen, inzichtsvragen) en vindt plaats tijdens een van de laatste lessen van het eerste semester.
 
De afrondende evaluatie bestaat uit open vragen (toepassingsvragen, inzichtsvragen) en vindt plaats tijdens een van de laatste lessen van het tweede semester.
 
Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De regels voor de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Training en coaching zwemmen (B-KUL-L02D7B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van het OLA training en coaching zwemmen: seminaries:

  • kennen de studenten de officiële internationale reglementen van de zwemsport
  • zijn de studenten in staat start- en keertechnieken en de vier zwemstijlen te evalueren op drie verschillende vaardigheidsniveaus: (1) beginners (2) eigen niveau (3) nationaal competitieniveau en kunnen eigen oefenstof ter verbetering creëren. Ze integreren hiervoor kennis rond hydrodynamica, biomechanica en specifieke methodologieën bij zwemonderzoek.
  • kunnen studenten een wedstrijdanalyse en -evaluatie uitvoeren.
  • begrijpen studenten de paspoortfunctie van zwemmen naar andere sporten (waterpolo, triathlon, reddend zwemmen). Paralympisch zwemmen wordt aangereikt als case voor Paralympisch sporten en studenten begrijpen de historiek en classificatiesystemen die van toepassing zijn.
  • begrijpen studenten de visie van de Vlaamse zwemfederatie op zwemmen (competitie- en breedtesport).
  • kennen studenten de specifieke blessureprevalentie voor zwemmers en begrijpen bijhorende blessurepreventie.
  • hebben studenten de attitude om het leerproces van zichzelf en medestudenten in handen te nemen via gedifferentieerde werkvormen (waarderen).  Ze kunnen hierrond gepast communiceren naargelang de context.

Aan het einde van het OLA training en coaching zwemmen: practicum en didactische oefeningen:

  • kunnen de studenten de start- en keertechnieken en de vier verschillende zwemstijlen zelf uitvoeren binnen een wedstrijdcontext volgens de officiële internationale regels.
  • zijn studenten in staat om na een techniekevaluatie gepersonaliseerde doelen te selecteren en daar trainingsactiviteiten aan te koppelen.
  • begrijpen studenten dat soms meerdere alternatieve leerwegen kunnen van toepassing zijn.
  • kennen studenten verschillende fysiologische trainingsvormen die worden gebruikt bij zwemtraining. - zijn studenten in staat om zelf zwemonderwijs/-training te geven aan grotere groepen.
  • -hebben studenten de attitude om het leerproces van zichzelf en medestudenten in handen te nemen via gedifferentieerde werkvormen (waarderen).  Ze kunnen hierrond gepast communiceren naargelang de context.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten 
is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
–       
Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Vaardigheden
De student is zelf bedreven in zwemmen

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L03B1A) EN SOEPEL(L04B5A) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching zwemmen: seminaries (B-KUL-L00D1a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- State of the art topics in functie van zwemmen:

  • Hydrodynamica en biomechanica van bewegen in water
  • Kinematica in zwemmen
  • Techniekevaluaties (kwalitatief en kwantitatief) van de 4 competitieve zwemstijlen
  • Starten en keren
  • Zwemtechnologie
  • Paralympisch zwemmen
  • Wedstrijdanalyse
  • Zwemmen als paspoort tot reddend zwemmen, triatlon
  • Methodologie van zwemonderzoek
  • Blessureprevalentie en preventie in zwemmen
  • Zwemreglementen
  • periodisering
  • jaarplanning

Studiemateriaal

  • Cursus zwemmen (Martens, Hens, & Van Eycken, 2016)
  • PowerPointpresentaties beschikbaar tijdens de les en via Toledo
  • Bewegingsanalysesoftware beschikbaar in pc-klas
  • Synchroon gefilmde onderwaterbeelden voor- en zijaanzicht van eigen vaardigheid én van zwemmers van hoger en lager zwemniveau
  • World Book of Swimming: from science to performance (Seifert, Chollet & Mujika eds, 2011)

Toelichting werkvorm

  • Hoorcollege zwemmen
    • Docentgestuurd hoorcollege
  • Werkcollege /zelfstandige opdracht zwemmen
    • Zwemtechnische kwantitatieve analyse beeldmateriaal
      • beginners
      • eigen vaardigheid
      • nationaal competitieniveau
    • Partnerwerk (in pc-klas) voor wedstrijdanalyse
      • eigen vaardigheid

 

  • Gastcolleges
    • Topsportcoördinator Vlaamse Zwemfederatie (of alternatief, onder voorbehoud)
    • Internationaal topsportcoach (onder voorbehoud)
    • Expert triatlon (onder voorbehoud)
    • Expert blessures bij zwemmen

Training en coaching zwemmen: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L00F8a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

 

- Technische verfijning van alle competitieslagen en keerpunten

- ervaren van fysiologische trainingsvormen in het zwemmen- voorbereiden van de training-les
- bespreken van deze voorbereiding
- training-les geven aan medestudenten
- gezamenlijke evaluatie van de training-les 

- verschillende zwemspecifieke technische en fysiologische tests uitvoeren

- zwemmen als onderdeel van triatlon

- Paralympisch zwemmen

Studiemateriaal

  • Drijvend/stuwend materiaal tijdens practica
  • Synchroon gefilmde onderwaterbeelden voor- en zijaanzicht van eigen vaardigheid

Toelichting werkvorm

  • Practicum zwemmen
    • Docentgestuurde practica in het zwembad
    • Studentgestuurd partnerwerk in het zwembad
  • Werkcollege zwemmen
  • Persoonlijk actieplan
  • Microteaching

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching zwemmen (B-KUL-L22D7b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen

Toelichting

SEMINARIES

-Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding:  Evaluatie van de inhoud van de seminaries aan de hand van een mondelinge verdediging van techniekanalyse, een techniekevaluatie en de creatie van remediëring.

-Schriftelijk examen: Evaluatie van de inhoud van de seminaries aan de hand van een schriftelijk gesloten boek examen

-Zelfstandige opdracht: Kinematische techniekanalyse van de 4 zwemstijlen op 3 zwemniveau’s

-Zelfstandige duo-opdracht: Wedstrijdanalyse en –evaluatie

 

Er wordt gebruik gemaakt van open vragen en multiple choice vragen (met GIS-correctie).

 

PRACTICUM EN DIDACTISCHE OEFENINGEN

Theorie

Persoonlijk actieplan: Persoonlijk plan om maximale progressie te bereiken op 200m wisselslag. Integratieopdracht van techniekanalyse, evaluatie, goalsetting, inhoudselectie, (her)evaluatie, bijsturing, etc.

Praktijk

200m wisselslag: 200m wisselslag zo snel mogelijk én reglementair zwemmen

Microteaching: Lesonderdelen leiden binnen leeractiviteiten uit 1e & 2e fase LO&BW, 1e fase RevaKi Assisteren binnen lessen, feedback geven aan zwemmers, reflecteren op eigen lesgeefactiviteiten

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De regels omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Training en coaching gymnastiek (B-KUL-L02D8B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

In dit opleidingsonderdeel wordt het turnen (gymnastiek) op “clubniveau” benaderd en dit zowel in de richting van het competitieturnen als in de richting van de recreatieve gymnastiek. Doel is de student een verdiepend inzicht te verschaffen in de wetenschappelijke onderbouw van de turnpraktijk en het turngebeuren en dit vanuit verschillende wetenschapsdisciplines en eigen turnervaring.

Het seminarie richt zich op het wetenschappelijk uitdiepen en becommentariëren van verschillende aspecten  van het toestelturnen.
 
De student heeft inzicht in:
- bewegingsverwantschap en transfer
- waarderingsvoorschriften
- talentidentificatie en –begeleiding
- kundeprofiel
- trainingsplanning
- biomechanische,  kinantropometrische, en psychologische aspecten.

Binnen het practicum gymnastiek dient de student(e):
- elementen methodisch correct op te bouwen en aan te leren
- een correcte technische bewegingsbeschrijving te geven van verschillende gymnastiekelementen
- bewegingsinzicht te tonen: bewegingsfouten op te sporen, oorzaken te beschrijven en te remediëren
- helpersvaardigheden aan te leren en zelf toe te passen
- de eigen bedrevenheid verbeteren en/of  te handhaven 
 

Binnen de didactische oefeningen dient de student(e) het inzicht in de juiste bewegingsuitvoering in een gymnast-vriendelijke taal uit te kunnen leggen (en algemene didactische principes in de gymzaal toe te passen).
- de uitvoeringsfouten te zien, de oorzaken ervan te kunnen detecteren en gepaste remediëring te kunnen aanwenden (tips en afdalingen).
- te kunnen voorzien in verschillende opbouwmethodes ((1) helpen, (2) materiaalaanpassing, (3) vormverandering, (4) splitsen in zinvolle delen).
- verschillende didactische hulpmiddelen in zijn trainingen te kunnen hanteren (posters-kijkwijzers, trainingsboekje, videoanalyse, Dartfish, internet …)
- een kleine groep (max 6) gymnasten op een efficiënte manier te kunnen laten oefenen met oog voor individuele feedback en differentiatie.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
De student heeft de nodige basiskennis om de verschillende elementen van het clubturnen (competitie / recreatie) te kunnen integreren.
 
Vaardigheden
De student dient uitgebreide clubervaring te bezitten (nog actief zijn in een club of universitaire sport) in ofwel de discipline Artistieke Gymnastiek (Heren / Dames), ofwel de disciplines Tumbling of Acrogym.
 
 
Attitude
De student is zeer geïnteresseerd in gymnastiek, en volgt de sportdiscipline in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L03B1A) EN SOEPEL(L04B5A) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching gymnastiek: seminaries (B-KUL-L00D4a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De volgende onderwerpen worden in het seminarie besproken:

  • Talentdetectie en –ontwikkeling
  • Voedingaspecten
  • Letsels
  • Groei en ontwikkeling van jonge turnsters en turners
  • Kinantropometrische aspecten van turnsters en turners
  • Drop-out
  • Bewegingsverwantschappen en transfer (“families”)
  • Waarderingsvoorschriften
  • Principes omtrent “opbouwen en afdalen”
  • Helperstechnieken en –principes
  • Nomenclatuur
  • Fysieke factoren bij het turnen met speciale aandacht voor vormspanning, lenigheid, (sprong)kracht
  • Trainingsplanning
  • Biomechanische analyses van turnbewegingen
  • Psychologische aspecten van turntraining en coaching
  • Structuren van clubs / federaties / internationaal (FIG)

Studiemateriaal

Een uitgebreide lijst van up-to-date literatuur (artikels / boeken) worden ter beschikking gesteld van de studenten.

Toelichting werkvorm

De verschillende topics worden ingeleid en de studenten diepen een onderwerp naar keuze verder zelfstandig uit en brengen dit onder de vorm van een presentatie (PowerPoint) naar voor. Hierbij wordt een interactieve discussie beoogd.

Training en coaching gymnastiek: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L00F9a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het practicum ligt de nadruk op het verbeteren van het technisch bewegingsinzicht, het methodisch opbouwen van gymnastiekvaardigheden, het aanleren en verbeteren van verschillende helpersgrepen. Aan de hand van observaties tijdens het practicum en allerhande beeldmateriaal wordt een selectie van vaardigheden in detail besproken. Veel voorkomende fouten, oorzaak en remediëring worden behandeld. Daarnaast worden verschillende helperstechnieken aangeleerd en ingeoefend. Uiteraard oefent de student de geselecteerde gymnastiekbewegingen zelf in.
Binnen de didactische oefeningen worden verschillende opdrachten uitgewerkt:
In een eerste opdracht zijn gymopdrachten van het niveau eerste en tweede fase gymnastiek opgenomen. Deze moeten ze schriftelijk voorbereiden (bewegingsbeschrijving, opbouw,  management plan). In voorbereiding tot de interne stage worden de thema’s in kleine groepjes (microteaching) verder uitgewerkt (foutenanalyse).
In het tweede semester krijgen de studenten gymthema’s die verder gaan dan het gymprogramma van tweede fase gymnastiek. Alle toestellen komen aan bod. Ook thema’s die ze zelf niet (meer) kunnen. Deze thema’s moeten ze schriftelijk volledig uitwerken steunend op literatuur, eigen ervaring, videoanalyse… Ze moeten deze thema’s in de praktijk onderwijzen (via microteaching) tijdens de didactische oefeningen. De rapportering van deze opdracht (achtergrond, technische beschrijving, progressie, bewegingsanalyse – Dartfish, foutenanalyse, remediëring) wordt door de student via een presentatie voorgesteld.
De student(e) begeleiden mee een aantal lessen van het reguliere gymnastiekprogramma 1ste en 2de fase gymnastiek (interne stage), met nadruk op didactische skills.De student staat tevens in voor de organisatie en het begeleiden van de monitoraatssessies gymnastiek (extra oefensessies studenten 1ste en 2de fase gymnastiek) 

Studiemateriaal

up-to-date wetenschappelijke artikels (artikels worden in de les verspreid)
beeldmateriaal 
Gantois, J.; Schroven, W.; Van Esser, M. (1984). Van Kopstand tot Kasamatsu. Leuven: Acco.
Gantois, J. (1997). Methodiek bij het aan leren van bewegingen, notities bij het kaderweekend. Brussel: VTL.
Gantois, J. e.a. (1984). Helpen in het competitieturnen in Gymnastiek, (jaargang11 - nr 2), p 62 - 65.
Gantois J, 2004, Kijkwijzers in de club, Gymtec, (jaargang 2 - nr 1).
Gantois J, 2006, Grensverleggend helpen in Arend W en Behets D (red), Lichamelijke opvoeding: grensverleggend (Praxis Bewegingsopvoeding nr 23), Leuven: Acco, 149 -166 p.
De tijdschriften: Gymnastiek, Olympische turnkunst, Gymtec, GRASP (bibliotheek), Science of Gymnastics Journal  (ISSN 1855-7171)
De boeken van Knirsh en Carrasco.
 
Sites over turnen:
www.gymfed.be
www.fig-gymnastics.com
www.jimigym.be 
www.drillsandskills.com

Toelichting werkvorm

In het practicum en didactische oefeningen zijn leeractiviteiten gefocust op:

  • Methodiek: specifieke gymnastiek thema’s uitwerken + lesgeven aan elkaar (microteaching)
  • Foutenanalyse (bewegingsanalyse), relateren aan remediëring
  • Opdrachten: bewegingsbeschrijvingen – analyses,  managementplan opstellen (+ presenteren)
  • Monitoraten begeleiden, interne stage
  • Eigen vaardigheden verbeteren /handhaven

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching gymnastiek (B-KUL-L22D8b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets

Toelichting

Practicum:
- Permanente evaluatie op basis van aanwezigheid, actieve deelname en inbreng tijdens het practicum
- Evaluatie van verschillende opdrachten
 
Didactische oefeningen:
- Evaluatie van de schriftelijke voorbereidingen (volledigheid, juistheid, literatuur, bronvermelding, binnen afspraakdatum)
- Permanente evaluatie op basis van aanwezigheid en actieve deelname tijdens de lessen
 
Seminarie:
- Evaluatie op basis van de inhoudelijke en vormelijke presentatie van het seminarie en de kritische inbreng tijdens de besprekingen
- Schriftelijk (open vragen)

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

 

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist

De regels voor de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Training en coaching dans (B-KUL-L02D9B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:
- blijk geven van een "interdisciplinair" dansgedrag , waarbij bewegingskwaliteit (inhoudelijke zeggingskracht én technische bedrevenheid) centraal staan
- gevorderde danstechnieken correct demonstreren
- de danstechnieken diepgaand wetenschappelijk onderbouwen
- een leersituatie adequaat inschatten met betrekking tot het beoogde prestatieniveau en een relevante leerstofkeuze maken
- het lesgeefgedrag aanpassen aan de respectieve prestatieniveaus
- danstechnieken methodisch en didactisch correct opbouwen en hierbij het niveau van imitatie overstijgen door het inhoudelijke aspect van de beweging te beklemtonen
- technische bewegingsbeschrijving geven van opgelegde en genormde danstechnieken
- een adequate foutenanalyse maken van de prestaties van medestudenten én remedierend kunnen optreden
- een seminarie-onderwerp uitwerken waarbij vakliteratuur kritisch wordt geanalyseerd , geinterpreteerd en geevalueerd
- een dansvoorstelling analyseren als een “geschoold” toeschouwer
- op de verschillende prestatieniveaus tot een 'dansbeleving' komen
- verschillende dansstijlen en -stromingen kunnen plaatsen en bespreken binnen de danshistoriek.
- vakliteratuur kritisch analyseren, interpreteren en evalueren

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:  omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.
 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De student maakt correct gebruik van de dansterminologie.
De basisbegrippen van de trainingleer kennen: de factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
 
Vaardigheden:
de student is zelf bedreven in één of meerdere dansdisciplines
 
Attitude:
Openheid tov verschillende muziek- en dansstromingen

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L03B8A) EN SOEPEL(L05B1A) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C)


L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I
L05B1AL05B1A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching dans: seminaries (B-KUL-L00D7a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • dansdisciplines: bespreken en vergelijken 
  • dansvoorstellingen: analyseren, inhoudelijke en technische bespreking
  • verschillende dansstijlen en -stromingen kunnen plaatsen en bespreken binnen de danshistoriek

Studiemateriaal

beeldmateriaal 
literatuur

Toelichting werkvorm

De studenten werken zelfstandig een onderwerp naar keuze
uit en brengen dit voor via een powerpoint presentatie
 

Training en coaching dans: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L06H4a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Bedrevenheid én inzicht in bewegingselementen en technieken worden bijgebracht uit:

  • klassieke dans
  • moderne danstechnieken binnen hedendaagse dans
  • jazzdans
  • dansexpressie/improvisatie   
  • streetdance 
  • lichaamswerk  

De student krijgt specifieke lesopdrachten ivm de verschillende onderdelen van een danstraining (en dit voor de verschillende dansdisciplines):
         voorbereiden van een les
         bespreken van de voorbereiding
         les-geven aan medestudenten
         evaluatie én groepsgesprek

Studiemateriaal

Cursus Training & Coaching Dans

Multimedia

Artikels

Nota's in de les 
 

 

Toelichting werkvorm

Het dansmateriaal aangereikt door de docent wordt ingeoefend 
 fouten en oplossingen formuleren
bewegingen analyseren
fouten analyseren en remediëren
lesgeven
lesvoorbereidingen maken
reflecteren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching dans (B-KUL-L22D9b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets

Toelichting

PRACTICUM  :   
- permanente evaluatie van technische én  inhoudelijke evolutie 
- evaluatie van verschillende bewegingsopdrachten
 
DIDACTISCHE OEFENINGEN  :
- evaluatie van verschillende lesgeefmomenten 
 
SEMINARIES :
Evaluatie van de inhoudelijke aspecten van het seminarie (keuze van artikels, dansliteratuur) én van de wijze waarop het seminarie wordt voorgesteld (kritische bevraging, vlotheid waarmee het onderwerp wordt toegelicht)


Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.


Alle testen/deelexamens moeten afgelegd worden om een totaalpunt te bekomen. Studenten die een test/deelexamen niet afleggen ontvangen voor het geheel een 'Niet afgelegd' (NA). Voor studenten die op de gekwetstencommissie verschijnen kunnen uitzonderingen worden toegestaan.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De rekenregels voor het berekenen van de eindscore worden vermeld op Toledo.

 

ECTS Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I (B-KUL-L03B1A)

7 studiepunten Nederlands 164 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan van de verschillende disciplines binnen de individuele bewegingsactiviteiten

  • de basisvaardigheden uitvoeren
  • de bewegingskarakteristieken van deze basisvaardigheden analyseren
  • de theoretische concepten beschrijven
  • de theoretische concepten toepassen

De student beheerst een aantal basiscomponenten in fysieke fitheid en toont inzicht in hoe deze de belastbaarheid en het blessurerisico kunnen beïnvloeden.

De student leert nadenken over het proces dat nodig is bij het aanleren van een techniek en integreert hierbij de kennis uit de (basis-) wetenschappelijke theoretische opleidingsonderdelen.

Het OPO draagt ertoe bij dat de student

  • vanuit praktijkervaring inzicht verwerft in de beweging
  • leert coachen en anderen leert helpen en aanmoedigen
  • leert samenwerken
  • verschillende rollen leert vervullen 

Atletiek

De student kan
–  de basistechnieken binnen atletiek (lopen, werpen, springen) demonstreren
–  de basistechnieken binnen atletiek (lopen, werpen, springen) beschrijven.
– de prestatiebepalende karakteristieken van deze technieken benoemen
– de methoden om deze technieken te evalueren beschrijven en toepassen

Gymnastiek

De student toont een aantal basiscomponenten van fysieke fitheid en inzicht hoe deze belastbaarheid en blessurerisico kunnen beïnvloeden.

Basisvorming in (functionele) kracht, vormspanning (core-stability), lenigheid en coördinatie.

De doelstellingen van het gymnastiek practicum zijn daarnaast de eigen bedrevenheid opvoeren binnen de elementaire gymnastische vaardigheden. Occasioneel wordt de basisvorming op het cognitieve, het psychomotorische en het affectieve vlak aangevuld.

De student kan de vaardigheden, vermeld bij de inhoud van deze onderwijsleeractiviteit, technisch correct demonstreren (waarbij voor verschillende vaardigheden helpers zijn toegestaan).

Het college heeft als doelstelling om aan de hand van een aantal relevante mechanische parameters, causale verbanden binnen bewegingen te ontdekken.

De student kan

– relevante mechanische parameters in de gymnastiek beschrijven

– de relevante mechanische parameters toepassen en causale verbanden binnen bewegingen aanduiden

 

Dit onderdeel draagt ertoe bij dat de student

–  leert coachen en andere leert helpen en aanmoedigen

–  leert samenwerken

–  verschillende rollen leert vervullen (helper, uitvoerder, coach)

  • inzicht krijgt in het belang van basis fitheid in belastbaarheid en het eigen remediëringstraject in handen te nemen

 

Zwemmen

Aan het einde van het OLA zwemmen I: practicum en hoorcollege:

- begrijpen de studenten de algemene zwemrelevante begrippen en kunnen ze principes uit de natuurwetenschappen toepassen op bewegen in het water.

- hebben studenten inzicht in de fysische eigenschappen van water en kunnen ze kinematische principes toepassen wat hen in staat stelt om een zwembeweging te analyseren.

- kennen studenten de technische vaardigheden schoolslag, crawl, startduik en keerpunten en kunnen deze zelf zowel economisch als snel uitvoeren.

- zijn studenten in staat om deze zwemtechnieken te analyseren bij zichzelf en bij andere bewegers.

- hebben studenten een conceptuele kennis van de technieken vlinderslag en rugcrawl.

- hebben studenten de attitude om het leerproces van zichzelf en medestudenten in handen te nemen via gedifferentieerde werkvormen (waarderen).  Ze kunnen hierrond gepast communiceren naargelang de context.

 

Begintermen

Beginvoorwaarde

Studenten zijn verplicht een sportpreventief onderzoek te ondergaan (= sportmedisch onderzoek en rust-EKG). Studenten kunnen niet deelnemen aan de practica van deze vakken wanneer ze het onderzoek nog niet ondergingen of nog niet zijn ingeschreven voor het onderzoek.

 

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten kan dit opleidingsonderdeel niet worden opgenomen als keuzeopleidingsonderdeel door studenten uit andere opleidingen.

 

Beginvoorwaarden creditcontract: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.
 
Begintermen:
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen:
 
Attitude
– interesse in sport, training en prestatie
          – aandacht voor sportthema’s binnen de media
          – sportief zijn
– interesse in lichamelijke opvoeding en onderwijs
 
Vaardigheden
– gezonde fysieke status
          – in de les LO goed kunnen volgen
          – een half uur kunnen lopen
          – de student kan zwemmen

Onderwijsleeractiviteiten

Atletiek I: practicum en hoorcollege (B-KUL-L03B2a)

2.5 studiepunten : Practicum 59 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Practicum:

Volgende disciplines komen aan bod:
-60m horden
-Starttechniek
-100m
-cross
-800m
-verspringen
-speerwerpen

 

Hoorcollege:
De technieken in de klassieke atletiekdisciplines worden bestudeerd. Hierbij wordt uitgegaan van een bewegingsanalyse, niet de bewegingsanalyse op zich is hierin de hoofdzaak, maar de wijze waarop men een beweging dient te observeren en inzicht dient te verwerven in de relatie tussen de verschillende acties binnen eenzelfde beweging, m.a.w. ontdekken welke de prestatiebepalende factoren zijn. De inzichten die hieruit voortvloeien moeten de mogelijkheid bieden om andere bewegingen op een gelijkaardige wijze te benaderen.
 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit powerpointpresentaties en eigen notities. De powerpointpresentaties zijn terug te vinden op Toledo.

Toelichting werkvorm

Aan deze onderwijsleeractiviteit zijn zowel practica als hoorcolleges verbonden

Memoriseren van de cursus
Verbanden leggen tussen de praktijk en de theorie

Gymnastiek I: practicum en hoorcollege (B-KUL-L03B4a)

2.5 studiepunten : Practicum 59 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Practicum:

Basisvorming in functionele kracht, vormspanning, lenigheid en coördinatie.

De elementaire gymnastische vaardigheden zowel voor de dames als voor de heren die aangeleerd worden zijn (al dan niet met helpers):

- rekstok: borstwaarts omtrekken, achterwaartse buikdraai met onderzwaai, molenopzwaai, voorwaartse buikdraai;
- mat: handenstand gevolgd van rollen, rugwaartse tuimelvarianten,  rad en varianten, handstandoverslag;
- sprongen: neksteunoverslag, tussensteunsprongen;
- brug (enkel heren): steunzwaai, bovenarmzwaai, schouderrol, schouderstand, vouwkip, achteropzet, vooropzet;
- balk (enkel dames): rollen voorwaarts, siersprongetjes, handstand,  evenwichtsstand;
- verbindingsoefeningen aan verschillende toestellen (o.a. lange mat en rekstok).

Hoorcollege:

In een algemene inleiding maken de studenten kennis met de belastbaarheid van het lichaam in relatie tot mechanismen van sportblessures (start van academiejaar).

De student maakt kennis met de structuur binnen de bestaande federaties en de verschillende gymnastiek(-gerelateerde) disciplines die worden aangeboden. Er wordt dieper ingegaan op de nodige basisvoorwaarden waaraan moet voldaan worden, wil men op een veilige en succesvolle wijze gymnastiek beoefenen. Er worden een aantal relevante mechanische parameters toegelicht (krachten, impuls, moment, zwaartepunt, traagheidsmoment, ...). Vervolgens worden bewegingen uit de gymnastiek bestudeerd en van een aantal bewegingen wordt een bewegingsanalyse voorgesteld. De analyse van bewegingen is geen doel op zich, maar een middel om te kijken welke de prestatiebepalende factoren zijn. De inzichten die hieruit voortvloeien moeten de mogelijkheid bieden om andere bewegingen op een gelijkaardige wijze te benaderen.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de PowerPoint presentaties die gehanteerd worden tijdens de les en aan de studenten worden aangeboden via Toledo. Ook de notities gemaakt tijdens de hoorcolleges is leerstof. Bewegingsbeschrijving van de gymnastiekelementen met criteria voor uitvoering (scores) worden beschikbaar gesteld op Toledo.

Toelichting werkvorm

Practicum:
De studenten oefenen zelf. De voorwaarden en opbouw van elementen vanuit de bewegingsanalyse die ook in de hoorcolleges aan bod komen worden in tijdens de practica omgezet in leerlijnen en opbouw van oefenstof.

Hoorcollege:
De docent doceert aan de hand van PowerPoint presentaties de leerstof .

Zwemmen I: practicum en hoorcollege (B-KUL-L03B6a)

2 studiepunten : Practicum 46 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Practicum:

De elementaire vaardigheden zowel voor de dames als voor de heren die aangeleerd worden zijn: 
- basisprincipes zwemmen (natuurwetten)
- het beheersen van de schoolslag en de crawl vanuit de standpunten doelmatigheid en snelheid van de beweging.
- Ontwikkelen van uithouding (10 min. non-stop crawl) en snelheid (50m crawl en schoolslag);
- keerpunten en startduik ifv snelheid
- kennis maken met vlinderslag en rugslag

Hoorcollege:

* Toepassingen van de natuurwetten in de zwembeweging (basisprincipes zwemmen)
* techniek schoolslag en crawl

* kinematische parameters voor de analyse van zwembewegingen

Studiemateriaal

  • Cursus zwemmen (Martens, Hens, & Van Eycken, 2016)
  • PowerPointpresentaties beschikbaar tijdens de les en via Toledo
  • Kijkwijzers beschikbaar tijdens de les en via Toledo
  • Drijvend/stuwend materiaal tijdens practica
  • Bewegingsanalysesoftware beschikbaar in pc-klas
  • Synchroon gefilmde onderwaterbeelden voor- en zijaanzicht van eigen vaardigheid

Toelichting werkvorm

  • Practicum zwemmen
    • Docentgestuurde practica in het zwembad
    • Studentgestuurd partnerwerk in het zwembad
  • Hoorcollege zwemmen
    • Docentgestuurd hoorcollege
  • Werkcollege /zelfstandige opdracht zwemmen
  • Kwalitatieve analyse van eigen vaardigheid a.h.v. beeldmateriaal
  • Kinematische parameters eigen zwembeweging crawl berekenen a.h.v. beeldmateriaal

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I (B-KUL-L23B1a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Studenten die geen sportpreventief onderzoek hebben ondergaan, kunnen niet deelnemen aan de practica en aan de examens.

De evaluatie van de hoorcolleges gebeurt aan de hand van een schriftelijk gesloten boek examen. Op de meerkeuzevragen wordt giscorrectie toegepast.

De evaluatie van de practica gebeurt op basis van oefeningen met beoordeling (normatieve periodieke productevaluatie). Voor het OLA L03B4a (gymnastiek) wordt tevens een deel van de evaluatie gebaseerd op procesevaluatie indien normatieve periodieke productevaluaties beperkt kunnen plaatsvinden. De specifieke (kwalitatieve en kwantitatieve) normen van de praktijktests worden beschreven op Toledo.

Er is een 90% aanwezigheidsplicht per sportdiscipline tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Om vanuit de verschillende deelscores van de onderwijsleeractiviteiten tot een totaalpunt voor het opleidingsonderdeel te komen, worden specifieke rekenregels toegepast, waarbij het theoriegedeelte voor 1/3 en het praktijkgedeelte voor 2/3 telt. Bij tekorten op één van de delen wordt er gecorrigeerd met een coëfficiënt die in verhouding staat tot de omvang van de tekorten. Deze rekenregels worden vermeld op Toledo. Wanneer niet alle testen (practica) afgelegd zijn krijgt de student een NA.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het ‘facultair reglement sportpractica 1ste en 2de bachelor LO&BW’ dat je kan terugvinden op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist.

De regels voor de derde examenperiode worden ook vermeld op Toledo.

ECTS Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I (B-KUL-L03B8A)

3 studiepunten Nederlands 44 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
- basisvaardigheden van jazzdans en ritmiek correct demonstreren
- basisvaardigheden van jazzdans en ritmiek beschrijven
- terminologie omtrent jazzdans en ritmiek correct hanteren
- de basisprincipes en -technieken toepassen in danscombinaties
- verschillende maatstructuren herkennen en vertalen naar beweging
- een bewegingsanalyse maken en aanduiden wat de belangrijkste aspecten zijn van deze beweging
- de student kan de meest voorkomende fouten van basisbewegingen opsommen
 
Het opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- leert observeren
- leert samenwerken
- een drempelverlaging ondervindt voor dansvormen

Begintermen

Beginvoorwaarde

Studenten zijn verplicht een sportpreventief onderzoek te ondergaan (= sportmedisch onderzoek en rust-EKG). Studenten kunnen niet deelnemen aan de practica van deze vakken wanneer ze het onderzoek nog niet ondergingen of nog niet zijn ingeschreven voor het onderzoek.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten kan dit opleidingsonderdeel niet worden opgenomen als keuzeopleidingsonderdeel door studenten uit andere opleidingen.

Beginvoorwaarden creditcontract: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.
 
Begintermen:
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Attitude
- doorzettingsvermogen
- leergierigheid
- wederzijds respect
 
Vaardigheden
- goede basismotoriek

Onderwijsleeractiviteiten

Ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I: practicum en seminarie (B-KUL-L03B9a)

3 studiepunten : Practicum 44 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Seminarie:
Verschillende danstechnieken en vaardigheden worden bestudeerd (door middel van bewegingsanalyse, observatie van medestudenten). Specifieke begrippen met betrekking tot dans en ritmiek worden toegelicht aan de hand van voorbeelden uit het practicum.

Practicum:
Jazzdans (basistechnieken en danscombinaties)
Ritmische exploratie (onder meer door hedendaagse dans en streetdance)

Studiemateriaal

Notities nemen tijdens de les.
informatie op Toledo.

Toelichting werkvorm

Aan deze onderwijsleeractiviteit zijn zowel practica als seminaries verbonden.

Nota's nemen
Zelf oefenen
Medestudenten observeren


 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I (B-KUL-L23B8a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Studenten die geen sportpreventief onderzoek hebben ondergaan, kunnen niet deelnemen aan de practica en aan de examens.

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Verschillende dansvormen worden tijdens de lessen geëvalueerd d.m.v. diverse praktijktests. Alle informatie hierover wordt verschaft tijdens de practicumlesen. Er is een schriftelijk gesloten boek examen met kennis- en inzichtsvragen.

Alle testen moeten afgelegd worden om een totaalpunt te bekomen. De rekenregels voor het berekenen van de eindscore staan vermeld op Toledo. Studenten die een test niet afleggen otvangen voor het geheel een 'Niet Afgelegd' (NA). voor studenten die op de gekwetstencommissie verschijnen kunnen uitzonderingen worden toegestaan.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het ‘facultair reglement sportpractica 1ste en 2de bachelor LO&BW’ dat je kan terugvinden op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist.

De regels voor de derde examenperiode worden vermeld op Toledo.

ECTS Training en coaching basketbal (B-KUL-L03D4B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:

Specifiek voor de praktijk:
- een jeugdwedstrijd coachen binnen de filosofie dat jeugdopleiding primeert op winnen.
- een kleedkamergesprek en een time-out zinvol opbouwen en rekening met pedagogische aspecten houden bij de communicatie met alle spelers van de ploeg.
- tijdens de coaching ten allen tijde een voorbeeldfunctie zijn t.a.v. zijn spelers en hun omgeving.
- gevorderde individuele technieken en -tactieken uitvoeren en deze trainen in functie van competitief spelen.
- een juiste techniek in functie van de spelsituatie kiezen (tactisch element) en deze snel en precies uitvoeren onder wedstrijddruk.
- gevorderde individuele technieken en -tactieken aanleren bij spelers met een basiscompetentie en deze trainen in functie van competitief spelen.
- groepstactische strategieën aanbrengen evalueren, verbeteren en trainen in 2 tegen 2 en 3 tegen 3 situaties, evenals in meerderheidssituaties 3 tegen 2 en 4 tegen 3.
- de verdediging/aanval van de tegenstrever lezen van en een gepaste oplossing kiezen
- voor een beginnend competitief niveau een georganiseerde fastbreak per 5, een man to man offense en defense en een zone offense en defense uitwerken, aanleren, opbouwen en trainen.
- de verdediging op bouwen vanuit een verdedigend concept en hierin de voortactische elementen in passen.
- In de fastbreak, man to man aanval en zone aanval de functie van iedere speler op ieder moment kennen en deze kunnen evalueren en verbeteren.
- mits voldoende voorbereiding, een aangeduid thema uit de cursus uitwerken op het veld met jeugdspelers van de categorieën miniem, kadet of junior.
- het aangeduide thema situeren (in de opleiding en het spelen 5 tegen 5),  opbouwen, aanleren en trainen
- fouten evalueren en remediëren tijdens een training.
- de bepalingen van het spelreglement die betrekking hebben op het collectief gebeuren op het terrein en op de individuele acties die voorkomen door de groeiende atletische invulling van het spel toepassen
- basisconditionele eigenschappen bij jongeren tijdens de trainingen opbouwen.

Specifiek voor het seminarie:
- de verschillende trainingsaspecten van verschillende leeftijds- en vaardigheidsniveaus toelichten en toepassen.
- een atleet analyseren en evalueren.
- De technische aspecten van basketbal als recreatiesport en als jeugdopleiding uitleggen
- De tactische aspecten van basketbal als recreatiesport en als jeugdopleiding uitleggen
- De conditionele aspecten van basketbal als recreatiesport en als jeugdopleiding uitleggen
- voor een beginnend competitief niveau een georganiseerde fastbreak per 5, een man to man offense en defense en een zone offense en defense uitwerken
- de verdediging op bouwen vanuit een verdedigend concept en hierin de voortactische elementen in passen.
- In de fastbreak, man to man aanval en zone aanval de functie van iedere speler op ieder moment kennen en deze kunnen evalueren en verbeteren.
- de bepalingen van het spelreglement die betrekking hebben op het collectief gebeuren op het terrein en op de individuele acties die voorkomen door de groeiende atletische invulling van het spel toepassen
- Specifieke conditietraining in jeugdbasketbal beschrijven
- basisconditionele eigenschappen bij jongeren tijdens de trainingen beschrijven

Dit OPO draagt ertoe bij dat de student
- Kennis maakt met guest lectures, zelfstudie en peer instruction (mentors uit de Masters Programma).
- vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende media zoals video en PC bij het lesgeven.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.
 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
– De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
– Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Vaardigheden
De student is zelf bedreven in basketbal
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in de basketbalsport en volgt de sporttak in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L02B8B) EN SOEPEL(L04B1B) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching basketbal: seminaries (B-KUL-L01D3a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Aspecten van coaching in jeugdbasketbal
Gevorderde groepstactiek in basketbal
–        Aanval 2 tegen 2
–        Verdediging 2 tegen 2
–        Aanval 3 tegen 3
–        Verdediging 3 tegen 3
Gevorderde ploegtactiek in basketbal
Reglementen en technieken arbitrage bij jeugdwedstrijden
Specifieke conditietraining in jeugdbasketbal

Toelichting werkvorm

Relateren
Structureren
Analyseren
Concretiseren
Toepassen
Memoriseren

Training en coaching basketbal: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L06H5a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Gevorderde individueel technische en tactische vaardigheden in basketbal
–        passen en vangen
–        dribbel
–        doelen
–        individueel aanvallend voetenwerk zonder bal
–        individueel aanvallend voetenwerk met bal
–        individueel verdedigend voetenwerk
–        verdedigende rebound
–        aanvallende rebound 
Aspecten van coaching in jeugdbasketbal
Gevorderde groepstactiek in basketbal
–        Aanval 2 tegen 2
–        Verdediging 2 tegen 2
–        Aanval 3 tegen 3
–        Verdediging 3 tegen 3
Gevorderde ploegtactiek in basketbal
–        Specifieke conditietraining in jeugdbasketbal 

Toelichting werkvorm

Oefenen
Antwoorden in de les
Toepassen 
Lesvoorbereidingen maken
lesgeven aan medestudenten
reflecteren 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching basketbal (B-KUL-L23D4b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Training en coaching volleybal (B-KUL-L03D5B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
- binnen de context van een algemene visie op bestaande leerlijnen van een jeugdopleiding, een concrete korte termijnplanning uitwerken voor het trainen van de fysieke basiseigenschappen en de technische en tactische vaardigheden binnen volleybal aangepast aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de speler
- aan de hand van video een techniek- en foutenanalyse maken van alle elementaire volleybaltechnieken en het trainingsproces sturen door het gebruik van deze videofeedback (Dartfish)
- zijn leerproces sturen aan de hand van videofeedback d.m.v. Dartfish programma.
- een preventieprogramma opstellen voor specifieke volleyballetsels
- een krachttrainingsprogramma opstellen ter verbetering van slag- en sprongkracht van de spelers
- wedstrijdanalyses maken door middel van verschillende scoutingsystemen en op basis van deze analyses concrete trainingsdoelstellingen bepalen
- trainingsdoelstellingen van technisch, tactisch en conditionele aard vertalen naar oefeninhouden
- de sportclub positioneren binnen de voornaamste sportstructuren die eigen zijn aan het Vlaamse Sportlandschap
- een analyse maken van spelsystemen voor zowel complex 1 (receptie pas aanval) als complex 2 (opslag blok verdediging)
- gevorderde individuele technieken en - tactieken uitvoeren en deze trainen in functie van competitief spelen.
- een juiste techniek in functie van de spelsituatie kiezen (tactisch element) en deze snel en precies uitvoeren onder wedstrijddruk.
- spelers op recreatief en/of (regionaal) competitief niveau begeleiden tijdens het trainingsproces
- spelers op een opvoedkundige, veilige en ethisch correcte wijze begeleiden
- een analyse te maken van spelsystemen voor zowel complex 1 (receptie - pas - aanval) als complex 2 (opslag – blok - verdediging)

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- ingeschaald kan worden door de Vlaamse Trainersschool (niveau verschillend per sportdiscipline).

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.
 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
–        Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Vaardigheden
De student moet in de interactieve bewegingsactiviteiten (volleybal) de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben.
De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer van de 6- tot 14-jarigen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L02B8B) EN SOEPEL(L04B1B) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching volleybal: seminaries (B-KUL-L01D6a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

- het inschatten van balbanen
- leerlijn volleybal 1e, 2e, 3e bachelor LO&BW
- Dartfish: inleiding en methodologie
- Preventie
     - Inleiding
     - Schouderproblematiek
     - Enkel- en peesletsels
     - Buik- en rugletsels
- techniekevaluatie
     - bovenhands tot pas
     - onderhands tot receptie / verdediging
     - aanval
     - blok
     - opslag
- scouting
     - eigen ploeg
     - tegenstrever
- taktiek
     - spelverdeling
     - opslag – receptie
     - blok – verdediging
- beachvolley

Studiemateriaal

Rousseaux, E., Rutten, J., en Spaenjers, M., Jeugdvolleybal: aangepaste spelvormen voor club en school, Vilvoorde, VVB, 2002.
 
Spaenjers, M., Volleybal is beweging: een handleiding voor de tactische vorming van jeugdspelers, Antwerpen, CODA, 1994.
 
VTS-cursus Initiator Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
VTS-cursus trainer B Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
 
Reeser, J.C., and Bahr, R. (Eds.), Handbook of Sports Medicine and Science: Volleyball, Massachusetts, Blackwell Science, 2003.
 
Mogelijkheid tot gezamenlijke aankoop van de boeken.
Informatie via Toledo
 

Toelichting werkvorm

Relateren
Analyseren
Toepassen
Paper schrijven

Training en coaching volleybal: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L06H6a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

– Technische inhouden
    - Aanleren van de jump-float en topspin sprongopslag
    - Specialisatie: receptie, pas en aanvalstechiek
- Taktische inhouden. Verdere taktische uitwerking van
    - Complex 1: receptiestrategie, spelverdeling, aanvalsstrategie
    - Complex 2: opslagstrategie, relatie blok-verdediging         
om te komen tot een 6 tegen 6-spel met diverse spelsystemen
– Evaluatie van de wedstrijd en het trainingsproces 
De studenten worden ingedeeld in ploegen, en zijn verantwoordelijk voor hun eigen trainings- en evaluatieproces.
-         observatie van wedstrijden
-         bespreking van de wedstrijd in groep
-         formuleren van trainingsdoelen a.h.v. de bespreking
-         vertalen van de trainingsdoelen in lesvoorbereidingen
-         lesgeven en reflecteren 

Studiemateriaal

Rousseaux, E., Rutten, J., en Spaenjers, M., Jeugdvolleybal: aangepaste spelvormen voor club en school, Vilvoorde, VVB, 2002.
Spaenjers, M., Volleybal is beweging: een handleiding voor de tactische vorming van jeugdspelers, Antwerpen, CODA, 1994.
VTS-cursus Initiator Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
VTS-cursus trainer B Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
Reeser, J.C., and Bahr, R. (Eds.), Handbook of Sports Medicine and Science: Volleyball, Massachusetts, Blackwell Science, 2003.
 
Siedentop D., Physical education and education reform; The case for sport education. In S.J. Silverman and C.D. Ennis (Eds.), Student learning in physical education. Champaign, Il: Human Kinetics, 1996.
Te verkrijgen in de bibliotheek.VTS-cursus Initiator Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
VTS-cursus trainer B Volleybal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
te verkrijgen bij de Vlaamse Trainersschool.

Toelichting werkvorm

Zelf oefenen
Relateren van de informatie uit het seminarie met het practicum
Analyseren van volleybaltechnieken, -taktieken en spelsystemen. 
Peer-instruction

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching volleybal (B-KUL-L23D5b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Er is een toets over de leerstof van het ganse jaar. Dit gebeurt gedeeltelijk open boek.
 
De totaalscore wordt berekend als volgt:
eindexamen (50%)
praktische bedrevenheid (10%)
didactische bekwaamheid (20%)
test scouting (tussentijdse toets) (20%)
  
Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Training en coaching voetbal (B-KUL-L03D6B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:

  • Binnen de context van een algemene visie op bestaande leerlijnen van een jeugdopleiding, een concrete korte- en langetermijnplanning uitwerken voor het trainen van de technische, tactische en fysieke vaardigheden van voetbalspelers
  • Het trainingsproces begeleiden en, indien nodig, bijsturen in het licht van een bestaand voetbalspecifiek opleidingsplan
  • De voetbaltechnische, -tactische en -fysieke vaardigheden analyseren en remediëren via gerichte trainingsvormen
  • Zelfstandig nieuwe vaktechnische informatie verzamelen, verwerken en deze vertalen in een professionele begeleiding van jeugdige sporters

Dit OPO draagt ertoe bij dat de student

  • Ingeschaald kan worden als Instructeur B / Trainer B door de Vlaamse Trainersschool (mits stage)
  • Kennismaakt met gastprofessoren, zelfstudie en peer instruction (mentors uit het Masterprogramma)
  • Vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende technologieën zoals testapparatuur, presentatiesoftware en analysesoftware.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:  omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.
 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
– De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
– Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘situatie-georiënteerde aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Vaardigheden
De student moet in de interactieve bewegingsactiviteiten (voetbal) de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben.
De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer bij de 6- tot 14-jarigen.
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in de voetbalsport en volgt deze in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L02B8B) EN SOEPEL(L04B1B) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching voetbal: seminaries (B-KUL-L01D9a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Trainingsleer gerelateerd aan de voetbalsport
  • Jeugdopleiding visie RBFA
  • Wedstrijdscouting
  • Wetenschap, innovatie en technologie in voetbal

Studiemateriaal

  • Powerpoint presentaties (Toledo)
  • VTS-cursus Trainer B Voetbal (specifiek gedeelte)

Verder kan beroep worden gedaan op:
Helsen, W. (1996). Beter leren voetballen: een nieuwe kijk op theorie en praktijk, Leuven: Acco, 210 p.
Van Winckel, J. (2006), Voetbalconditie: een praktische en wetenschappelijke benadering, Leuven: Acco.
Opleidingsvisie RBFA
Wetenschappelijke artikels gerelateerd aan trainingsleer in voetbal

Toelichting werkvorm

  • Seminaries door docenten, studenten uit het masterprogramma of gastsprekers
  • Voorbereiden en presenteren van opdrachten (bv. scoutingsopdracht)

Training en coaching voetbal: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L06H7a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Didactiek trainingsleer voetbal (11 vs. 11 context)

Studiemateriaal

  • Powerpoint presentaties (Toledo)
  • VTS-cursus Trainer B Voetbal (specifiek gedeelte)

Verder kan beroep worden gedaan op:
Helsen, W. (1996). Beter leren voetballen: een nieuwe kijk op theorie en praktijk, Leuven: Acco, 210 p.
Van Winckel, J. (2006), Voetbalconditie: een praktische en wetenschappelijke benadering, Leuven: Acco.
Opleidingsvisie RBFA
Wetenschappelijke artikels gerelateerd aan trainingsleer in voetbal

Toelichting werkvorm

  • Actieve deelname aan demotrainingen door docenten, studenten uit het masterprogramma of gastsprekers
  • Actieve deelname aan een voetbalspecifieke fysieke screening, testing en monitoring
  • Voorbereiden en begeleiden van oefenvormen gebaseerd op concrete technische, tactischen en fysieke doelstellingen
  • Peer instruction

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching voetbal (B-KUL-L23D6b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

ECTS Training en coaching handbal (B-KUL-L03D7B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
- jeugdspelers vanaf 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en/of (regionaal) competitief niveau begeleiden tijdens het trainingsproces
- jeugdspelers op een opvoedkundige, veilige en ethisch correcte wijze begeleiden
- binnen de context van een algemene visie op bestaande leerlijnen van een jeugdopleiding, een concrete korte termijnplanning uitwerken voor het trainen van de fysieke basiseigenschappen en de technische en tactische vaardigheden binnen handbal
- het trainingsproces begeleiden en, indien nodig, bijsturen in het licht van een bestaand opleidingsplan
- jeugdige sporters de basisprincipes van een gezonde levensstijl bijbrengen in functie van sportbeoefening
- zelfstandig nieuwe vaktechnische informatie verzamelen, verwerken en deze vertalen in een professionele begeleiding van jeugdige sporters
- de regelgeving van handbal toepassen
- een planning en periodisering maken
- De aanval: individueel, in groep, ploeggebonden uitvoeren
- Een tegenaanval correct uitvoeren
- De verdediging: individueel, in groep, verdedigingssystemen uitvoeren
- De basis van het keeperen uitvoeren

Dit OPO draagt ertoe bij dat de student
- Kennis maakt met guest lectures, zelfstudie en peer instruction (mentors uit de Masters Programma).
- vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende media zoals video en PC bij het lesgeven.
- Ingeschaald kan worden door de Vlaamse Trainingsschool (niveau verschillend per sportdiscipline)

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:  omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen. 
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
–        Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
 
Vaardigheden
De student moet in de interactieve bewegingsactiviteiten (voetbal) de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben.
De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer van de 6- tot 14-jarigen.
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in handbal en volgt deze sportdiscipline in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L02B8B) EN SOEPEL(L04B1B) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen


Onderwijsleeractiviteiten

Training en coaching handbal: seminaries (B-KUL-L02D2a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De lesthema’s worden eerst theoretisch in het seminarie uitgewerkt en vervolgens in de praktijk gebracht op het veld. Thema’s zijn de technische en tactische verfijning van:
Aanval
- individueel
- in groep
- ploeggebonden
- tegenaanval
Verdediging
- individueel
- in groep
- verdedigingssystemen
- Keeperen

Voor de lessen didactiek bestaan de lesinhoud uit de meest gebruikte aanleermethoden van techniek- of tactiektraining in handbal.
- Studenten leren training geven (onderling in kleine groepen)
     - De student krijgt een thema toegewezen
     - De student bereidt de training voor
     - De student geeft de training
     - In groep reflecteren en evalueren we de training

Tijdens de didactische oefeningen handbal worden de studenten vertrouwd gemaakt met het trainen en coachen van jeugdhandballers op recreatief en competitief niveau, en dit binnen de eigen opleiding (1ste en 2de Bachelor)

Studiemateriaal

VTS-cursus initiator Handbal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso
VTS-cursus trainer B Handbal (specifiek gedeelte), Brussel: BlosoAangevuld met het Duitse vakblad: ‘Handballtraining’ en videomateriaal dat beschikbaar is via EHFtv.

Toelichting werkvorm

analyseren
toepassen
memoriseren
antwoorden in de les

Training en coaching handbal: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L06H8a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De lesthema’s worden eerst theoretisch in het seminarie uitgewerkt en vervolgens in de praktijk gebracht op het veld. Thema’s zijn de technische en tactische verfijning van:
Aanval
- individueel
- in groep
- ploeggebonden
- tegenaanval
Verdediging
- individueel
- in groep
- verdedigingssystemen
Keeperen Voor de lessen didactiek bestaan de lesinhoud uit de meest gebruikte aanleermethoden van techniek- of tactiektraining in handbal.
– Studenten leren training geven (onderling in kleine groepen)
     - De student krijgt een thema toegewezen
     - De student bereidt de training voor
     - De student geeft de training
     - In groep reflecteren en evalueren we de training
 
Tijdens de didactische oefeningen handbal worden de studenten vertrouwd gemaakt met het trainen en coachen van jeugdhandballers op recreatief en competitief niveau, en dit binnen de eigen opleiding (1ste en 2de Bachelor)

Studiemateriaal

VTS-cursus initiator Handbal (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso
VTS-cursus trainer B Handbal (specifiek gedeelte), Brussel: BlosoAangevuld met het Duitse vakblad: ‘Handballtraining’ en videomateriaal dat beschikbaar is via EHFtv.

Toelichting werkvorm

Toepassen van de aangereikte thema’s uit de seminaries 
zelf oefenen
antwoorden in de les 
Trainingen voorbereiden en geven aan medestudenten
Toepassen van de aangereikte thema’s uit de seminaries
reflectie 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching handbal (B-KUL-L23D7b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Training en coaching sportdiscipline op aanvraag (B-KUL-L03D8B)

4 studiepunten Nederlands 65 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
- de kenmerkende sporttechnische en –tactische vaardigheden van de sportdiscipline uitvoeren, omschrijven en analyseren
- jeugdspelers vanaf 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en/of (regionaal) competitief niveau begeleiden tijdens het trainingsproces
- jeugdspelers op een opvoedkundige, veilige en ethisch correcte wijze begeleiden
- binnen de context van een algemene visie op bestaande leerlijnen van een jeugdopleiding, een concrete korte termijnplanning uitwerken voor het trainen van de fysieke basiseigenschappen en de technische en tactische vaardigheden
- het trainingsproces begeleiden en, indien nodig, bijsturen in het licht van een bestaand opleidingsplan
- jeugdige sporters de basisprincipes van een gezonde levensstijl bijbrengen in functie van sportbeoefening
- zelfstandig nieuwe vaktechnische informatie verzamelen, verwerken en deze vertalen in een professionele begeleiding van jeugdige sporters
- in de dagelijkse werking op een dynamische en professionele wijze omgaan met (jeugd)spelers, collega-trainers, bestuursleden en ouders en op een correcte wijze reageren op probleemsituaties (basisprincipes gedragspsychologie in sportieve omgeving, basisprincipes groepsdynamica)
- de sportclub positioneren binnen de voornaamste sportstructuren die eigen zijn aan het Vlaamse Sportlandschap
- ingeschaald worden door de Vlaamse Trainersschool (niveau afhankelijk van sportdiscipline)

Begintermen

Toelichting bij de beginvoorwaarden

Diplomacontract
Voor interactieve sportdisciplines:
De student dient geslaagd te zijn voor het opleidingsonderdeel Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I (bv. L02B8B).
De student dient Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II (bv. L04B1B) vooraf gevolgd te hebben.
De student dient de opleidingsonderdelen Trainingsleer (bv. L00B3B, L00B3C) en Didactiek in de kinesiologie (bv. L01C6A, L01C6B) vooraf gevolgd te hebben of gelijktijdig te volgen met dit opleidingsonderdeel.
 
Voor individuele sportdisciplines:
De student dient geslaagd te zijn voor het opleidingsonderdeel Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I (bv. L03B1A).
De student dient het opleidingsonderdeel Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II (bv. L04B5A) vooraf gevolgd te hebben.
De student dient de opleidingsonderdelen Trainingsleer (bv. L00B3B, L00B3C) en Didactiek in de kinesiologie (bv. L01C6A, L01C6B) vooraf gevolgd te hebben of gelijktijdig te volgen met dit opleidingsonderdeel.
 
 
Toelating na goedkeuring op basis van het individueel dossier, i.s.m. de Commissie Individuele Aangepaste Programma's (CIAP). Het dossier bevat tenminste:
-         het eigen prestatie- en vaardigheidsniveau van de student
-         reeds verworven pedagogische diploma’s binnen de aangevraagde sportdiscipline
-         het voorgestelde opleidingstraject
-         een stagevoorstel
-         een motivatiebrief
De student vindt het benodigde aanvraagdossier via Toledo.
Bij de beoordeling van het dossier wordt bijzonder veel aandacht geschonken aan het in bezit zijn van het diploma VTS-initiator of VTS-instructeur B in de gekozen sportdiscipline.
 
Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:  omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



( SOEPEL(L03B1A) OF SOEPEL(L02B8B) ) EN ( SOEPEL(L04B5A) OF SOEPEL(L04B1B) ) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen


Onderwijsleeractiviteiten

Training en Coaching sportdiscipline op aanvraag: Seminaries (B-KUL-L02D5a)

2 studiepunten : Practicum 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het studiemateriaal werd voorgesteld in het individuele dossier, en besproken met de titularis.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal voor de lesthema werd voorgesteld in het individuele dossier, en besproken met de titularis.
 
Het studiemateriaal bestaat onder meer uit (maar is niet beperkt tot):
VTS-cursus Initiator van de Sportdiscipline op aanvraag (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
VTS-cursus trainer B van de Sportdiscipline op aanvraag (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
Te verkrijgen via de Vlaamse Trainersschool (Bloso).
 
 

Toelichting werkvorm

Leeractiviteiten worden bepaald in functie van het dossier.

Training en Coaching sportdiscipline op aanvraag: practicum en didactische oefeningen (B-KUL-L06H9a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De lesthema’s worden opgenomen in het individuele dossier, en besproken met de titularis. 

Studiemateriaal

VTS-cursus Initiator van de Sportdiscipline op aanvraag (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
VTS-cursus trainer B van de Sportdiscipline op aanvraag (specifiek gedeelte), Brussel: Bloso.
Te verkrijgen via de Vlaamse Trainersschool (Bloso).
 
Het studiemateriaal voor de lesthema’s wordt voorgesteld in het individuele dossier, en besproken met de titularis. 

Toelichting werkvorm

Volgen van technische trainingsstages
Volgen van een externe opleiding binnen een erkende organisatie (bvb. VTS) in binnen- of buitenland
Een paper schrijven 
 
Toepassen van de didactische principes op de gekozen sportdiscipline
Opdrachten maken
Lesvoorbereidingen maken en lesgeven 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Training en coaching sportdiscipline op aanvraag (B-KUL-L23D8b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets

Toelichting

Aan het einde van het 2e semester brengt de student verslag uit van het gevolgde opleidingstraject. Deze presentatie gebeurt in aanwezigheid van de overige studenten die een sportdiscipline op aanvraag hebben gevolgd. De  eindscore wordt bepaald door de praktische bedrevenheid, de didactische bekwaamheid, de attitude tijdens het jaar; de theoretische kennis alsook door de score die behaald werd in de door de student gevolgde erkende opleiding.
 
Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II (B-KUL-L04B1B)

5 studiepunten Nederlands 98 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De doelstellingen worden opgedeeld onder verschillende topics:

De student verwerft inzicht in de rol van de coach als motivator:

  • het continuüm van motivatie (gebaseerd op de Zelf-Determinatie Theorie; SDT) uitleggen en verklaren
  • de zones en bouwstenen van het coachcompas benoemen (SDT)
  • reflecteren over verschillende vormen van coachgedrag
  • weergeven hoe verschillende coachgedragingen de kwantiteit en kwaliteit van motivatie beïnvloeden

De student verwerft inzicht in de rol van de coach als vakexpert:

Accent op techniekscholing in interactieve sporten (van gesloten naar open vaardigheden):

  • het aanleerproces van technische vaardigheden binnen interactieve sporten gestalte geven
  • didactisch methodisch denken stimuleren ifv interactieve bewegingsactiviteiten
    • gerichte afdalingen en progressies uitwerken ifv doelgroep en ontwikkelingsniveau
  • de unieke verwevenheid van de zichtbare (technische) component met de onzichtbare tactische spelintelligentie in "open taken" uitleggen en verklaren

Accent op tactische scholing in interactieve sporten (teaching games for understanding):

  • aan de hand van wedstrijdobservaties de specifieke trainingsdoelstellingen aanpassen ifv het verhogen van het tactisch inzicht.
  • de spelregels toepassen in functie van het (bege)leiden van wedstrijden bij medestudenten

 

De student verwerft inzicht in de relatie tussen de coach als motivator en de coach als vakexpert.

 

De student verwerft een beperkt aantal nieuwe technische en tactische vaardigheden.

 

Het OPO draagt ertoe bij dat de student

  • leert om op een motiverende manier les te geven
  • leert oefenstof aanpassen aan de doelgroep
  • verschillende rollen leert vervullen (coach, speler, scheidsrechter)

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten kan dit opleidingsonderdeel niet worden opgenomen als keuzeopleidingsonderdeel door studenten uit andere opleidingen.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.

Kennis

  • Techniek van de verschillende interactieve sporten kunnen beschrijven
  • De technische basisvereisten van de verschillende interactieve sporten kennen
  • De basisspelregels van de verschillende interactieve sporten kennen in functie van het (bege)leiden van wedstrijden bij medestudenten

 
Attitude

  • sportief zijn
  • leergiering zijn
  • Interesse in sport, training, motivatie en prestatie
  • aandacht voor sportthema’s binnen de media

 
Vaardigheden

  • Basistechnieken van de verschillende interactieve sporten kunnen uitvoeren

     

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L02B8B)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I


Onderwijsleeractiviteiten

Interactieve bewegingsactiviteiten II: hoorcollege (B-KUL-L04B2a)

1 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Algemeen hoorcollege

  • Coach als motivator
    • Motivatie continuüm op basis van Zelf-Determinatietheorie (ZDT)
    • Coachcompas met 8 zones van coachgedrag (op basis van ZDT)
    • Bouwstenen van autonomie-ondersteunend en structurerend coachgedrag
  • Coach als vakexpert
    • Techniektraining en foutenanalyse: van drill naar variatie en aanpassing
    • Principes van taktiektraining: hoe oefenstof een open karakter geven?
    • Didactische werkvormen volgens het sports education model Siedentop
    • Principes van teaching games for understanding
    • Opbouw van een leerlijn voor het aanleren van interactieve vaardigheden
  • De bewegingsschool
    • Spelgebonden opbouw realiseren binnen onderwijssetting

 

Specifieke hoorcolleges

  • Basketbal
    • Invulling naar competitieve doelgroepen
    • Invulling naar educatieve doelstellingen
    • Aanvulling en extra uitleg bij practica
  • Handbal
    • Invulling naar competitieve doelgroepen
    • Invulling naar educatieve doelstellingen
    • Optimaliseren van leerprocessen ih handbal (techniek/tactiek, motivationeel)
  • Voetbal
    • Invulling naar competitieve doelgroepen
    • Invulling naar educatieve doelstellingen
    • Invulling naar fysieke fitheid: coördinatie
  • Volleybal
    • Invulling naar competitieve doelgroepen
    • Invulling naar educatieve doelstellingen
    • Invulling naar bijzondere doelgroepen

Studiemateriaal

  • Boutmans, J.,& Rowe, P. (1997). Basketbal: theorie en praktijk. Leuven: Acco.
  • Vande Broek, G., & Ceux, T. (2004). Volleybal: theorie en praktijk. Leuven: Acco
  • Aelterman, N. et al. (2017). Motiverend coachen in de sport. Leuven: Acco
  • Helsen, W. (1998). Beter leren voetballen: een nieuwe kijk op theorie en praktijk. Leuven: Acco.
  • Helsen W., (1998) Bewegingsleer Interactie-bewegingsvormen, Acco.
  • Powerpointpresentatie, cursustekst en informatie via Toledo

Toelichting werkvorm

  • Actief luisteren in de lessen
  • Memoriseren van de geziene leerstof
  • De leerstof toepassen in de praktijk
  • Individueel portfolio samenstellen met praktische en theoretische opdrachten
  • Reflecteren over geziene leerstof

Basketbal II: practicum en hoorcollege (B-KUL-L07C6a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Vanaf 2de bachelor maken we niet enkel gebruik van docent gestuurd onderwijs, maar stimuleren we de studenten ook om een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen leertraject op te nemen via student gestuurd onderwijs. In de docent gestuurde module worden nog een beperkt aantal technische en tactische vaardigheden aangeleerd. In de student gestuurde module wordt de nadruk gelegd op: (1) het zelfstandig toepassen van en (2) het kritisch reflecteren over de aangeleerde theoretische concepten.

 

Student gestuurd:

De studenten worden ingedeeld in ploegen. Aandacht voor zowel technische, tactische en motivationele aspecten van oefenstof en coachgedrag. Lesthema’s zijn:

  • Balvaardigheid
  • Shooting
  • Fastbreak situaties
  • 1 tegen 1 situaties op de guard, forward en centerpositie
  • Inside – outside game
  • Alle fundamentals in 2/2, 3/3 en 4/4 met tactische opdrachten ifv beslissingstraining

 

Docent gestuurd:

  • Herhalen technieken en fundamentals 1e bachelor in aanval en verdediging
  • Nieuwe technieken in aanval (Lay-up niet-voorkeurzijde; Varianten van de lay-up: Bob Cousy, Reverse lay-up, Finger Roll; Drop-step baseline; Feeding the post)
  • Nieuwe technieken in verdediging (Verdedigen op een Postspeler)
  • Nieuwe fundamentals (Dribble Hand-off, Interchange, Split the Post, Circle Moves, Fastbreak van 4 tegen 0 naar 4/4: Principe van de eerste trailer, Help the Helper)
  • Toepassen van techniek en fundamentals in spelsituaties:
    • Verwevenheid tussen techniek en tactiek
    • Als… dan principes om “decision-making” te trainen
  • Aandacht voor opbouw van oefenstof:
    • Technische, tactische leerlijnen
    • Trainingsopbouw (progressie, regressie, variatie)
    • Motivationele impact van opbouw van oefenstof en coachgedrag

 

Studiemateriaal

Alle informatie is terug te vinden op Toledo

Toelichting werkvorm

 

  • Actief meewerken tijdens de lessen
  • Inoefenen van de verschillende technieken en fundamentals
  • De technieken toepassen in
    • voorspelbare situaties
    • vereenvoudigde spelsituaties
    • vereenvoudigde wedstrijdsituaties
  • Analyseren van een goede spelopbouw: Inzichtelijk leren van zowel techniek als tactiek
  • Micro-teaching:
    • Les/training voorbereiden (technische, tactische en motivationele componenten)
    • Les/training geven met aandacht voor het eigen coachgedrag
    • Reflecteren over eigen les/training (technische, tactische en motivationele componenten)

Handbal II: practicum en hoorcollege (B-KUL-L07C7a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Vanaf 2de bachelor maken we niet enkel gebruik van docent gestuurd onderwijs, maar stimuleren we de studenten ook om een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen leertraject op te nemen via student gestuurd onderwijs. In de docent gestuurde module worden nog een beperkt aantal technische en tactische vaardigheden aangeleerd. In de student gestuurde module wordt de nadruk gelegd op: (1) het zelfstandig toepassen van en (2) het kritisch reflecteren over de aangeleerde theoretische concepten.

 

Student gestuurd:

De studenten worden ingedeeld in ploegen. Aandacht voor zowel technische, tactische als motivationele aspecten van oefenstof en coachgedrag. Lesthema’s:

  • Pas- en schottraining
  • Overtalsituaties en tegenaanval uitspelen
  • 1 vs 1 situaties en doorbraak naar doel
  • Samenspel met de cirkelspeler
  • Kruisen en positiewissels
  • Overgang naar de cirkel

Docent gestuurd:

  • Aanleren van extra techniekvarianten in aanval: (drukpas in positiewissel, sprongworp vanuit hoekpositie, overhaalbeweging met lichaamscontact)
  • Aanleren van extra techniekvarianten in verdediging: (Afblokken van doelworp, lichaamscontact met balbezitter in verdediging)
  • Toepassen van techniekvarianten in aanval en in verdediging (spelsituaties) met aandacht voor verwevenheid tussen techniek en tactiek
  • Aandacht voor opbouw van oefenstof op technisch, tactisch en motivationeel vlak

Studiemateriaal

Informatie op Toledo

Toelichting werkvorm

 

  • Actief meewerken tijdens de lessen
  • Inoefenen van de verschillende technieken en tactieken
  • De technieken toepassen in
    • voorspelbare situaties
    • vereenvoudigde spelsituaties
    • vereenvoudigde wedstrijdsituaties
  • Analyseren van een goede spelopbouw: Inzichtelijk leren van zowel techniek als tactiek
  • Micro-teaching
    • Les voorbereiden (technische, tactische en motivationele componenten)
    • Zelfstandig les geven
    • Reflecteren over eigen les (technische, tactische en motivationele componenten)

Voetbal II: practicum en hoorcollege (B-KUL-L07C8a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Inhoud

Tijdens de 2de studiefase maken we niet enkel gebruik van docent gestuurd onderwijs, maar stimuleren we de studenten ook om een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen leertraject op te nemen via student gestuurd onderwijs. In de docent gestuurde module worden nog een beperkt aantal technische en tactische vaardigheden aangeleerd. In de student gestuurde module wordt de nadruk gelegd op: (1) het zelfstandig toepassen van en (2) het kritisch reflecteren over de aangeleerde theoretische concepten.

Student gestuurd

De studenten worden ingedeeld in vaste ploegen en krijgen het lesthema en de lesvoorbereiding in grote lijnen. Ze werken dit verder zelfstandig uit en geven de les aan elkaar.

De studenten worden verantwoordelijk gesteld voor het trainingsproces van hun ploeg ener wordt een onderlinge competitie gespeeld waarbij de studenten hun ploeg coachen

Docent gestuurd

BASICS

  • Leiden en dribbelen
  • Balcontrole
  • Lage passing
  • Hoge passing
  • Afwerken

TEAMTACTICS (8 versus 8):

  • Aanspeelbaarheid
  • Progressieve balcirculatie
  • Infiltratie
  • Beheersen van de waarheidszone
  • Zoneverdediging
  • Omschakeling

Studiemateriaal

PowerPoint presentaties

Toelichting werkvorm

 

Actief meewerken tijdens de lessen
Inoefenen van de verschillende technieken
De technieken toepassen in
– voorspelbare situaties
– vereenvoudigde spelsituaties
– vereenvoudigde wedstrijdsituaties
Analyseren van een goede spelopbouw
Inzichtelijk leren van zowel techniek als tactiek
 

Volleybal II: practicum en hoorcollege (B-KUL-L07C9a)

1 studiepunten : Practicum 18 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Tijdens de 2de studiefase maken we niet enkel gebruik van docent gestuurd onderwijs, maar stimuleren we de studenten ook om een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen leertraject op te nemen via student gestuurd onderwijs. In de docent gestuurde module worden nog een beperkt aantal technische en tactische vaardigheden aangeleerd. In de student gestuurde module wordt de nadruk gelegd op: (1) het zelfstandig toepassen van en (2) het kritisch reflecteren over de aangeleerde theoretische concepten.

Docent gestuurd

Herhaling van de basistechnieken

  • Nieuwe technische vaardigheden:
    • blokverplaatsing d.m.v. kruispassen
    • middenaanval
  • 4 tegen 4-spelvormen: accent ligt op de verschillende spelposities

Student gestuurd

  • Transfer van minispelen naar een gestructureerde en efficiënte eindvorm 6 tegen 6 spelvorm
    • waarbij de student elke gespecialiseerde functie kan uitvoeren
    • en dit zowel in complex 1 (receptie-pas-aanval): receptie-opstelling in functie van een penetrerende spelverdeler vanuit 6 posities
    • als in complex 2 (opslag-blok-verdediging-tegenaanval): het onderscheid freeball / downball / blok-verdediging
  • 6 tegen 6-spelvormen (volgens het model van Siedentop)
    • de studenten worden ingedeeld in vaste ploegen
    • de student is zelf verantwoordelijk voor het trainings- en evaluatieproces van de ploeg
    • onderlinge ploegencompetitie wordt gespeeld

Studiemateriaal

Informatie via Toledo.

Toelichting werkvorm

Actief meewerken tijdens de lessen
Inoefenen van de verschillende technieken
De technieken toepassen in
– voorspelbare situaties
– vereenvoudigde spelsituaties
– vereenvoudigde wedstrijdsituaties
Analyseren van een goede spelopbouw
Inzichtelijk leren van zowel techniek als tactiek

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II (B-KUL-L24B1b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

1. De eindscore voor het opleidingsonderdeel Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II wordt samengesteld uit de score voor het algemeen hoorcollege (20%) en de gemiddelde score van de vier bewegingspractica m.i.v. de specifieke hoorcolleges (80%).

2. Algemeen hoorcollege
De evaluatie van het algemene hoorcollege (op een totaalscore van 20) gebeurt aan de hand van een schriftelijk gesloten boek examen dat kan bestaan uit open vragen en/of meerkeuzevragen (met giscorrectie).

3. Practica:
De evaluatie van de bewegingspractica bestaat uit het rekenkundig gemiddelde van de eindscores van de vier OLA's (L07C6a basketbal, L07C7a handbal, L07C8a voetbal, L07C9a volleybal). Alle bewegingspractica (OLA's) wegen evenveel door voor het berekenen van de gemiddelde score van de vier bewegingspractica (OLA's). Studenten moeten alle tests afleggen om een eindscore te kunnen bekomen. Indien één van de deeltests niet werd afgelegd, resulteert dit in een NA (met uitzondering van medische redenen). De evaluatie van elk van de vier bewegingspractica (OLA's) bestaat uit verschillende testen die tijdens de practica worden geëvalueerd, naast een procesevaluatie die volgende elementen omvat: inzet en medewerking tijdens de lessen, kritische observatie en aansturing medestudenten en kwaliteit van het leerproces.

Daarnaast is er een kennistoets op het einde van het academiejaar. Deze kennistoets heeft betrekking op de leerstof die tijdens de specifieke hoorcolleges en het practicum werd behandeld.

De score voor elk practicum (OLA) wordt samengesteld uit de score van het sportspecifieke gedeelte (de scores op de verschillende testen tijdens het jaar en de procesevaluatie), wat meetelt voor 80% van de eindscore van elk OLA , alsook de score op de kennistoets, die meetelt voor 20% van elk OLA.

 

4. Studenten die een deel van de tests niet hebben kunnen afleggen wegens blessure/ziekte kunnen een aanvraag indienen bij de gekwetstencommissie die advies verschaft aan de titularis over de quotering van het praktijkgedeelte. (http://faber.kuleuven.be/DSO/gekwetst.php)

5. Er is een 90% aanwezigheidsplicht per sportdiscipline tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. De student neemt zowel voor praktijk als theorie deel aan de derde examenperiode.  Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het ‘facultair reglement sportpractica 1ste en 2de bachelor LO&BW’ dat je kan terugvinden op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist.

De specifieke regeling ivm het afleggen van deelproeven van de practica in de derde examenperiode m.i.v. de regeling m.b.t. de procesevaluatie wordt weergeven op Toledo. Indien er onvoldoende deelnemers aanwezig zijn bij de herkansing van de practica kan er door de docent op het moment van de herkansing zelf worden overgegaan naar een alternatief examen.

ECTS Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II (B-KUL-L04B5A)

5 studiepunten Nederlands 133 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Op het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student van de verschillende disciplines binnen de individuele bewegingsactiviteiten

  • de basisvaardigheden uitvoeren
  • de theoretische en methodologische aspecten beschrijven
  • de theoretische en methodologische aspecten toepassen
  • deze vaardigheden aanwenden in het kader van bepaalde toepassingsdomeinen binnen de Kinesiologie, met name training & coaching, aangepaste bewegingsactiviteiten, fysieke fitheid en gezondheid, recreatie/vrije tijd en bewegingsonderwijs.

De student leert nadenken over het proces dat nodig is bij het aanleren van een techniek en integreert hierbij de kennis uit de  (basis-)wetenschappelijke theoretische opleidingsonderdelen.

 

Het OPO draagt ertoe bij dat de student:

  • leert coachen en anderen leert helpen en aanmoedigen
  • leert samenwerken
  • verschillende rollen leert vervullen (helper, uitvoerder, coach)

 

Zwemmen en reddend zwemmen

Aan het einde van de OLA zwemmen en reddend zwemmen:

- kennen de studenten de technische vaardigheden dolfijn en rugcrawl en kunnen ze deze zelf efficiënt uitvoeren.

- zijn studenten in staat om deze vaardigheden te analyseren bij zichzelf en bij andere bewegers.

- kunnen de studenten fouten bij schoolslag en crawl herkennen, analyseren en remediëren.

- kunnen de studenten zelf de technieken crawl en schoolslag toepassen als uithoudingssport gericht op ‘levenslang zwemmen’.

- begrijpen de studenten leerlijnen zwemmen zowel op school- als op clubniveau.

- begrijpen de studenten de belangrijkste aspecten van veiligheid bij zweminrichtingen.

- begrijpen de studenten de fysiologische processen die van toepassing zijn bij verdrinking.

- kunnen studenten relevante medische aandoeningen herkennen en kunnen internationaal erkende procedures toepassen voor EHBO, reddingstechnieken en reanimatie.

- hebben studenten de attitude om het leerproces van zichzelf en medestudenten in handen te nemen via gedifferentieerde werkvormen (waarderen).  Ze kunnen hierrond gepast communiceren naargelang de context.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract:
Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten kan dit opleidingsonderdeel niet worden opgenomen als keuzeopleidingsonderdeel door studenten uit andere opleidingen.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
Basistechnieken binnen atletiek (lopen, springen en werpen) kunnen beschrijven.
– De prestatiebepalende factoren kennen
          o De methoden om deze technieken te evalueren
          o Prestatiebepalende factoren van gymnastiekbewegingen kennen
– Het kennen van de evenwichtmechanismen
– inzicht hebben in de zwembeweging
– Basisbegrippen vanuit de theorievakken kunnen beschrijven en integreren in de verschillende disciplines
 
Attitudes
– interesse in sport, training en prestatie
          o lezen van sportartikels
          o zelf een sport beoefenen
– interesse in lichamelijke opvoeding en onderwijs
 
Vaardigheden
– Gezonde fysieke status
          – in de les LO goed kunnen volgen
          – een half uur kunnen lopen
– Schoolslag en crawl technisch correct zwemmen
– Verschillende turntechnieken op de rekstok en lange mat uitvoeren
– Basisvaardigheden in atletiek beheersen

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03B1A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I


Onderwijsleeractiviteiten

Atletiek II: practicum en hoorcollege (B-KUL-L04B6a)

1 studiepunten : Practicum 35 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Hoorcollege:
- methodologie atletiek
- strategie om vaardigheden aan te leren of te verbeteren, steunend op reslutaten van onderwijsonderzoek
- elementen die belangrijk zijn in het efficiënt lesgeven bij diverse doelgroepen.

In het practicum wordt uitgegaan van de verworven atletische vaardigheden uit het eerste jaar van de bachelor, maar krijgen de vaardigheden een invalshoek vanuit de toepassingsdomeinen van de kinesiologie:
- fysieke fitness en gezondheid: In functie van fysieke fitness en gezondheid, zijn individuele looptempo bepalen a.h.v. hartfrequentie.
- training en coaching: hoogspringen (fosbury flop)
- aangepaste bewegingsactiviteiten: aflossing - estafette
- bewegingsonderwijs: Kogelstoot: de basisoefeningen m.b.t. kogelstoten benoemen en uitvoeren met een kogel en medicinebal, en dit in functie van een onderwijssituatie.

Studiemateriaal

informatie (evaluatiecriteria, planning, documentatie) via Toledo.

Toelichting werkvorm

 

Inoefenen van de verschillende vaardigheden: kogelstoten, aflossing, hoogspringen, 1500m en eigen individuele loopsnelheid en hartfrequentie leren inschatten
Interactieve werkvormen tijdens hoorcollege

Gymnastiek II: practicum en hoorcollege (B-KUL-L04B7a)

1.8 studiepunten : Practicum 37 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het hoorcollege wordt de methodologie van de individuele bewegingsactiviteit turnen bestudeerd. Steunend op de resultaten van onderwijsonderzoek wordt een strategie voorgesteld voor de aanlering en verbetering van technieken. Verder worden elementen besproken die belangrijk zijn in het efficiënt lesgeven bij diverse doelgroepen. In het practicum wordt uitgegaan van de verworven gymnastische vaardigheden uit het opleidingsonderdeel Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I - OLA's gymnastiek.

Zwemmen en reddend zwemmen II: practicum en hoorcollege (B-KUL-L04B8a)

2.2 studiepunten : Practicum 61 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Practicum zwemmen:

De gevorderde vaardigheden zowel voor de dames als voor de heren die aangeleerd worden zijn: 
- vlinderslag en rugslag (zowel vanuit standpunt techniek als snelheid)
- het beheersen van de schoolslag en de crawl vanuit de standpunt uithouding (conditie zwemmen)

Fouten schoolslag en crawl, en deze kunnen herkennen


 
Hoorcollege zwemmen:
Vervolmaking van zwemmers
– techniek dolfijn en rugcrawl
methodologie zwemmen
– leerlijn zwemmen
– foutenanalyse schoolslag en crawl


Praktijk reddend zwemmen
* Een drenkeling veilig benaderen, zich bevrijden uit de greep van een drenkeling, de drenkeling vervoeren, op de kant brengen en de eerste zorgen toedienen.
* Zwemvaardigheden onder en boven water, met kledij en met hulpmiddelen
* Reanimatie, wondverzorging, behandeling van breuken en verstuikingen, verbandleer

* 12 verschillende reddingssimulaties kunnen coördineren en oplossen. Dit volgens een juiste volgorde van handelen en aan de hand van gepaste technieken.

Theorie reddend zwemmen
* Redding: Veiligheid en organisatie van zweminrichting, verdrinking in diverse milieus, fysiologie en proces van verdrinking, reddingsacties in verschillende situaties.
* EHBO: Verbanden, breuken en verstuikingen, wondverzorging, vaak voorkomende aandoeningen en letsels.
* Reanimatie: reanimatie van volwassen persoon met uitbreiding naar kind en baby.
* De studenten kennen richtlijnen ivm de organisatie en veiligheid in een zwembad.
* De studenten kennen diverse reddingstechnieken en hun toepassingen.
* De studenten kennen het proces en fysiologie van verdrinking.
* De studenten kennen symptomen van diverse aandoeningen, trauma's en kennen de voorgeschreven behandeling.

Studiemateriaal

  • cursus zwemmen ACCO (Hens, Martens, Van Eycken)
  • Moduleteksten redder: EHBO, Redding, Reanimatie (Vlaamse Reddingsfederatie vzw, 2016)
  • Powerpointpresentaties beschikbaar tijdens de les en via Toledo
  • Kijkwijzers beschikbaar tijdens de les en via Toledo
  • Reddingsmateriaal, EHBO materiaal en reanimatiepoppen beschikbaar tijdens practica en oefenmomenten
  • Didactisch videomateriaal via www.reddendzwemmen.be

Toelichting werkvorm

 

  • Practicum zwemmen
    • Docentgestuurde practica in het zwembad
    • Studentgestuurd partnerwerk in het zwembad
  • Hoorcollege zwemmen
    • Docentgestuurd hoorcollege
  • Werkcollege /zelfstandige opdracht zwemmen
    • Kwalitatieve analyse van eigen vaardigheid a.h.v. beeldmateriaal
  • Practicum reddend zwemmen
    • Docentgestuurde practica in het zwembad en op het droge
    • Studentgestuurd partnerwerk in het zwembad en op het droge
  • Hoorcollege reddend zwemmen
    • Docentgestuurd hoorcollege
  • Zelfstandige studie

Flipped classroom model bij verwerking wetenschappelijke artikels

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II (B-KUL-L24B5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie van de hoorcolleges gebeurt aan de hand van een schriftelijk gesloten boek examen. Voor het deel reddend zwemmen wordt een schriftelijke proef afgenomen tijdens de lessen.
Er wordt gebruik gemaakt van open vragen (gymnastiek/atletiek) en multiple choice vragen met GIS-correctie (zwemmen en reddend zwemmen). 


De evaluatie van de practica gebeurt op basis van oefeningen met beoordeling (normatieve periodieke productevaluatie) tijdens het academiejaar. Voor het OLA L04B7a (gymnastiek) wordt tevens een deel van de evaluatie gebaseerd op procesevaluatie indien normatieve periodieke productevaluaties beperkt kunnen plaatsvinden. De specifieke (kwalitatieve en kwantitatieve) normen van de praktijktests worden beschreven op Toledo.

Om van de verschillende deelscores op de onderwijsleeractiviteiten te komen tot een eindpunt voor het opleidingsonderdeel, zijn er specifieke rekenregels. Bij tekorten op één van de delen wordt er gecorrigeerd met een coëfficiënt die in verhouding staat tot de omvang van de tekorten. Deze rekenregels worden vermeld op Toledo.

Er is een 90% aanwezigheidsplicht per sportdiscipline tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.
Wanneer niet alle testen (practica) afgelegd zijn krijgt de student een NA (niet afgelegd)

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het ‘facultair reglement sportpractica 1ste en 2de bachelor LO&BW’ dat je kan terugvinden op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist.

De regels voor de derde examenperiode worden vermeld op Toledo.

ECTS Stage atletiek (B-KUL-L04D0B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
– de theoretische kennis, de methodologische vaardigheden en de didactische competenties die werden opgedaan binnen het curriculum toetsen in reële trainingssituaties
– op zelfstandige wijze de geschikte trainingsschema’s opstellen en dit voor jeugdige (competitie)sporters en sportievelingen van alle leeftijden op initiatie- en/of (regionaal) competitief niveau
– op opvoedkundige en ethisch correcte wijze hierbij te begeleiden.
 
Het OPO draagt ertoe bij dat
– de student ervaring opdoet in de professionele wereld
– de afgestudeerde toe te laten in de gekozen sportdiscipline ingeschaald te kunnen worden door VTS (niveau verschillend per sportdiscipline)

 

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.


 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
- De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
- Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Attitude
- De student moet kunnen omgaan met kinderen.
- De student wil de atletieksport promoten
- De student wil sporters begeleiden bij het zich ontplooien als atletiekbeoefenaar
 
Vaardigheden
- De student moet in de elementaire technische en conditionele vaardigheden binnen de atletieksport verworven hebben.
- De student heeft bij voorkeur ervaring als binnen het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L02D6B) EN STRENG(L03B1A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L02D6BL02D6B : Training en coaching atletiek


Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage atletiek (B-KUL-L04D0a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Alle studenten dienen 52 contacturen stage te doen in de gekozen sportdiscipline. De stage bestaat uit twee delen. Deze twee delen kunnen bestaan uit:
 
Interne stage (1/3)         
    * Practica atletiek 1e en 2e bachelor LO&BW
    * Monitoraat practicum atletiek 1e bachelor LO&BW
    * Studentensport
    * Assistentie tijdens evaluatiesessies
 
Externe stage (2/3)        
    * Clubstage (jeugdcategorieën) loopt over het ganse academiejaar
    * Federale trainingen
         - (jeugdtrainingen georganiseerd vanuit de federaties met topsportbevoegdheid)
    * Meerdaagse stage
         - Mini-stage (+ 3 dagen)
         - weekendstage (topsportschool, federale trainingen,...)
         - Kaderdagen, vormingsdagen, workshops

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.
 
Stageportfolio
De stage resulteert in een stageportfolio.

 

 

Studiemateriaal

Handleiding stage e-portfolio (Toledo)

Toelichting werkvorm

Literatuur raadplegen en trainingsopbouwen opzoeken
Administratie invullen
Lesvoorbereidingen maken
Training geven
Reflecteren over de gegeven training
Verslagen schrijven
e-portfolio bijhouden

 

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage atletiek (B-KUL-L24D0b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

– Tussentijdse evaluatie (procesevaluatie) met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur voor Kerstmis. Dit telt niet mee in de eindevaluatie
– Eindevaluatie van de verschillende stages
    * Evaluatieformulier Interne stage
    * Evaluatieformulier Externe stage
Student geeft voorstelling van de stage via een presentatie (einde academiejaar). Dit gebeurt in het seminarie. 

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).
 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo vermeld.

 

 

ECTS Stage zwemmen (B-KUL-L04D1B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit OPO:

  • kunnen de studenten zelf een macrocyclus zwemmen creëren voor clubtraining op nationaal jeugdniveau. Om dit tot een goed einde te brengen integreren ze inzichten rond fysiologie en trainingsleer met eerdere kennis en vaardigheden uit voorgaande opleidingsonderdelen.
  • kunnen de studenten een jaarplan vertalen in de praktijk van een zwemclub.
  • zijn studenten in staat om op basis van een planning inhouden te selecteren en aan te bieden op nationaal jeugdniveau. De studenten integreren hiervoor inzichten van ondersteunende leeractiviteiten (sport- en bewegingspedagogie, zwemtechniek en –tactiek, fysiologie, motorische leren, etc.).
  • kunnen studenten bij de vertaling van deze inhouden in de praktijk gebruik maken van trainingstools zoals chrono, klok, video, etc.
  • hebben studenten de attitude om zelfstandig stage-activiteiten te organiseren van begin tot einde en hierover gepast te communiceren.

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.


 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
- De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
- Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Attitude
- De student moet kunnen omgaan met kinderen.
- De student wil de zwemsport promoten
- De student wil sporters begeleiden bij het zich ontplooien als zwemmer
 
Vaardigheden
- De student moet in de elementaire technische en conditionele vaardigheden binnen de zwemsport verworven hebben.
- De student heeft bij voorkeur ervaring als binnen het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L02D7B) EN STRENG(L03B1A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L02D7BL02D7B : Training en coaching zwemmen


Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage zwemmen (B-KUL-L04D1a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Alle studenten dienen 52 contacturen stage te doen. De stage bestaat uit twee delen. Deze twee delen kunnen bestaan uit:
 
Interne stage (1/3)
* Practica zwemmen en reddend zwemmen 1e en 2e fase LO&BW, 1e fase RevaKi
* Begeleide oefensessies practicum zwemmen
* Assistentie tijdens evaluatiesessies
 
Externe stage (2/3)
* Clubstage (jeugdcategorieën)
* Federale trainingen
- (jeugdtrainingen georganiseerd vanuit de federaties met topsportbevoegdheid)
* Meerdaagse stage
- Mini-stage (+ 3 dagen)
- weekendstage (topsportschool, federale trainingen,...)
- Kaderdagen, vormingsdagen, workshops
 

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.


Stageportfolio
De stage resulteert in een stageportfolio.

 

 

Studiemateriaal

"Plannen, periodiseren, trainen, bijsturen en winnen" van Jan Olbrecht.

Toelichting werkvorm

  • Zelfstudie
    • “Plannen, periodiseren, trainen, bijsturen en winnen” van Jan Olbrecht
  • Gastcolleges
    • Trainers Vlaamse Zwemfederatie
  • Zelfstandige opdracht
    • Creatie macrocyclus voor fictieve zwemmer

 

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage zwemmen (B-KUL-L24D1b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen

Toelichting

 

Theorie

Macrocyclus opstellen voor een fictieve zwemmer

Schriftelijk examen: Schriftelijk gesloten boek examen over de inhoud van ‘Plannen, periodiseren, trainen, bijsturen en winnen’ van Jan Olbrecht

Er wordt gebruik gemaakt van open vragen en multiple choice vragen (met GIS-correctie).

Praktijk

Interne stage: Assistentie tijdens lessen uit 1e en 2e fase LO&BW, 1e fase Revaki, zelf verantwoordelijke voor onderdelen van de les.

Externe stage: Actieve participatie in het werkveld. Reflecties op eigen stage-activiteiten (portfolio, stage-evaluatieformulier)

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

 
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Stage gymnastiek (B-KUL-L04D2B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:
- Basisvaardigheden (vormspanning, kracht, lenigheid) aanleren en verbeteren bij een groep van gymnasten
- Periodeplanning + jaarplanning opstellen
- Mentale begeleiding van gymnasten tijdens trainingen en wedstijden

 

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
De student dient uitgebreide clubervaring te bezitten (nog actief zijn in een club of universitaire sport) in ofwel de discipline Artistieke Gymnastiek (Heren / Dames), ofwel de disciplines Tumbling of Acrogym, en de nodige basiskennis te hebben om de verschillende elementen van het clubturnen (competitie / recreatie) te kunnen integreren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L02D8B) EN STRENG(L03B1A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L02D8BL02D8B : Training en coaching gymnastiek

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage gymnastiek (B-KUL-L04D2a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Interne stage (min. 16 uur)
De studenten begeleiden de sportpractica Gymnastiek in 1st en 2de bach. Concrete invulling in overleg met docent.
 
Externe stage (min 36 uur)
De studenten lopen stage in een erkende club in Vlaanderen. Zij begeleiden een vaste groep gymnasten gedurende hun stage. Concrete afspraken in overleg met stagebegeleider en docent
 

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.


De stage resulteert in een stageportfolio.

 

 

Studiemateriaal

Handleiding stage

Toelichting werkvorm

- Jaarplannen, periodeplannen opstellen in functie van vooropgestelde doelen van gymnasten
- Technische ondersteuning en begeleiding van gymnasten
- Mentale begeleiding tijdens trainingen en wedstrijden
- Kennismaking werking federatie/ BTB/Basisclub
- Opstellen van een geïndividualiseerd stageportfolio

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage gymnastiek (B-KUL-L24D2b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

Op basis van portfolio en permanente evaluatie door stagementor.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).
 
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Stage dans (B-KUL-L04D3B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:
- specifieke doelstellingen van een dansopleiding vertalen naar een geschikte dansles
- een dans creëren die aansluit bij de doelstellingen van de dansopleiding
- deze dans analyseren naar kleinere bewegingsgehelen
- deze dans methodisch aanleren
 
Dit opleidingonderdeel draagt ertoe bij dat de student de nodige wilskracht en zelfdiscipline leert opbrengen om zo te evolueren naar een succesbeleving.

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de K.U.Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
- De basisbegrippen van de trainingleer kennen: de factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
- De student is vertrouwd met de terminologie van dans en kan deze correct hanteren
 
Vaardigheden
- de student is bedreven in dans
- de student kan alle vaardigheden, aangeleerd in het opleidingsonderdeel L05B1A Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II correct uitvoeren
 
Attitude
- de student staat open voor alle genres van dans en muziek

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L02D9B) EN STRENG(L03B8A)


L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I
L02D9BL02D9B : Training en coaching dans

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage dans (B-KUL-L04D3a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De concrete invulling hiervan gebeurt na een individueel aanvraagdossier én gesprek met de stagetitularis .

De studenten assisteren tijdens danslessen of bij dansfederaties. Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.

 

 

Studiemateriaal

Handleiding aanmaken e-portfolio.

Toelichting werkvorm

Periodisch bijwonen van vervolmakingslessen op aangepast niveau én hiervan een stageportfolio opmaken. 

Danslessen voorbereiden én begeleiden, rekening houdend met de specifieke doelstellingen van een dansopleiding (besproken én voorbereid tijdens de contactmomenten in de opleiding).
 
De gegeven lessen evalueren met de stagebegeleider én deze bespreking  toevoegen in het stageportfolio.

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage dans (B-KUL-L24D3b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

– Tussentijdse evaluatie (procesevaluatie) met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur voor Kerstmis.
– Student geeft voorstelling van de stage via een presentatie (einde academiejaar). Dit gebeurt in het seminarie. 
– medewerking en aanwezigheid tijdens  de periodische opdrachten

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Stage basket (B-KUL-L04D5B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Via deze stage kan de student zich bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van jeugdspelers van 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en (regionaal) competitief niveau.
 
Op het einde van de stage heeft de student de nodige didactische, methodische en professionele inzichten en competenties verworven om:
- binnen de basketbalsport op zelfstandige wijze de geschikte trainingsschema’s op te stellen voor jeugdspelers van 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en/of (regionaal) competitief niveau
- op opvoedkundige en ethisch correcte wijze begeleiding te verschaffen
- ingeschaald te kunnen worden door VTS (niveau verschillend per sportdiscipline)

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De student moet op de hoogte zijn van de principes en toepassingen van de trainingsleer en moet tevens de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben.
 
Vaardigheden
De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer van de 6- tot 14-jarigen.
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in basketbal en volgt deze sportdiscipline in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03D4B) EN STRENG(L02B8B)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L03D4BL03D4B : Training en coaching basketbal

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage basket (B-KUL-L04D5a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Om de studenten zo veel mogelijk ervaring mee te geven in het veldwerk, gaat de stage door binnen en buiten de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen:
- interne kijk- en assisterende stage (FaBeR):
(1) Assistentie tijdens practicum basketbal Bachelor 1 en 2;
(2) Monitoraat practicum basketbal Bachelor 1;
(3) Studentensport;
(4) Assistentie tijdens evaluatiesessies
 
- externe kijk- en assisterende stage:
(1) Clubstage (verschillende leeftijdscategorieën) loopt over het ganse academiejaar;
(2) Clubstage op nationaal niveau bij volwassenen;
(3) Mini-stage of weekendstage;
(4) Kaderdagen, vormingsdagen, workshops
 

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.


De stage resulteert in een stageportfolio.

 

 

Studiemateriaal

stagehandleiding
handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

- Jaarplannen, periodeplannen opstellen in functie van vooropgestelde doelen
- trainingen verzorgen
- Technische ondersteuning en begeleiding
- Mentale begeleiding tijdens trainingen en wedstrijden
- Kennismaking werking federatie, clubs
- Opstellen van een geïndividualiseerd stageportfolio

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage basket (B-KUL-L24D5b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

De evaluatie bestaat uit:
- tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur voor Kerstmis
- eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde van het academiejaar
- student geeft op het einde van het academiejaar een voorstelling van de stage (door middel van presentatiesoftware) in aanwezigheid van de stagetitularis; master student (Peter/Meter); externe stagebegeleider; medestudenten.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

 

ECTS Stage volleybal (B-KUL-L04D6B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De stage volleybal heeft in eerste instantie tot doel de theoretische kennis, de methodologische vaardigheden en de didactische competenties die werden opgedaan binnen het curriculum te toetsen in reële trainingssituaties. Via deze stage kan de student zich bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van jeugdspelers van 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en (regionaal) competitief niveau.
 
Op het einde van de stage volleybal heeft de student de nodige didactische, methodische en professionele inzichten en competenties verworven om:
- binnen volleybal op zelfstandige wijze de geschikte trainingsschema’s op te stellen voor jeugdspelers van 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en/of (regionaal) competitief niveau
- op opvoedkundige en ethisch correcte wijze begeleiding te verschaffen en ingeschaald te kunnen worden door de Vlaamse Trainersschool (niveau verschillend per sportdiscipline)

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De student moet op de hoogte zijn van de principes en toepassingen van de trainingsleer en moet tevens in de interactieve bewegingsactiviteiten (volleybal) de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben.
 
Vaardigheden
De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer van de 6- tot 14-jarigen.
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in de volleybalsport en volgt deze sportdiscipline in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03D5B) EN STRENG(L02B8B)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L03D5BL03D5B : Training en coaching volleybal


Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage volleybal (B-KUL-L04D6a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Om de studenten zo veel mogelijk ervaring mee te geven in het veldwerk, gaat de stage door binnen en buiten de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen:
- interne kijk- en assisterende stage (FaBeR):
(1) Assistentie tijdens practicum volleybal Bachelor 1 en 2;
(2) Monitoraat practicum volleybal Bachelor 1;
(3) Studentensport;
(4) Assistentie tijdens evaluatiesessies
 
- externe kijk- en assisterende stage:
(1) Clubstage (verschillende leeftijdscategorieën) loopt over het ganse academiejaar;
(2) Clubstage op nationaal niveau bij volwassenen;
(3) Mini-stage of weekendstage;
(4) Kaderdagen, vormingsdagen, workshops
- extra muros worden de studenten onder deskundige begeleiding met het veldwerk geconfronteerd, waarbij Gert Vande Broek de eindverantwoordelijke is
- bijkomende stagebegeleiding wordt ook verschaft door de respectieve stage-mentoren van o.a. Lizards Lubbeek-Leuven die de studenten gedurende de ganse stage begeleiden en mee betrokken worden bij de proces-gestuurde evaluatie.
 

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.


De stage resulteert in een stageportfolio.

 

 

Studiemateriaal

artikels en literatuur
handleiding

Toelichting werkvorm

De leeractiviteiten van de studenten tijdens de stage bestaan uit:
- trainingen kunnen kaderen in de leerlijnen en visie van de club
- trainingen voorbereiden en geven in functie van specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
- individuele scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een aantal spelers die door stagebegeleider worden voorgesteld en op basis hiervan aangepaste trainingen uitwerken
- trainingsproces evalueren met de stagebegeleider
- situatie in kaart brengen van de belangrijkste personen (met taakomschrijving) die betrokken zijn bij het functioneren van de ploeg of van de groep individuele atleten
- volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie.

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage volleybal (B-KUL-L24D6b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

De evaluatie bestaat uit:
- tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur voor Kerstmis
- eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde van het academiejaar
- student geeft op het einde van het academiejaar een voorstelling van de stage (door middel van presentatiesoftware) in aanwezigheid van de stagetitularis; master student (Peter/Meter); externe stagebegeleider; medestudenten.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).
 
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Stage voetbal (B-KUL-L04D7B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan:

  • Instaan voor de training en coaching van jeugd- en competitieve voetballers in een 11v11 context op provinciaal en interprovinciaal niveau.
  • Op een dynamische en professionele wijze samenwerken met andere betrokkenen in het trainingsproces zoals collega-trainers, medische stafleden, bestuursleden, ouders, etc.
  • Voetballers op een opvoedkundige, veilige en ethische correcte wijze begeleiden
  • Binnen de context van een algemene visie op bestaande leerlijnen van een jeugdopleiding, een concrete korte- en langetermijnplanning uitwerken voor het trainen van de technische, tactische en fysieke vaardigheden van voetbalspelers
  • Het trainingsproces begeleiden en, indien nodig, bijsturen in het licht van een bestaand voetbalspecifiek opleidingsplan
  • De voetbaltechnische, -tactische en -fysieke vaardigheden analyseren en remediëren via gerichte trainingsvormen
  • Zelfstandig nieuwe vaktechnische informatie verzamelen, verwerken en deze vertalen in een professionele begeleiding van jeugdige sporters

Dit OPO draagt ertoe bij dat de student

  • Ingeschaald kan worden als Instructeur B / Trainer B door de Vlaamse Trainersschool
  • Vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende technologieën zoals testapparatuur, presentatiesoftware en analysesoftware.

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingsleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
–       Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een 'situatie-georiënteerde aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
 
Vaardigheden
De student moet in de interactieve bewegingsactiviteiten (voetbal) de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben. De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer van de 6- tot 14-jarigen.
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in het voetbal en volgt deze sporttak in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03D6B) EN STRENG(L02B8B)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L03D6BL03D6B : Training en coaching voetbal


Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage voetbal (B-KUL-L04D7a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Alle studenten dienen 52 contacturen stage te doen in de voetbalsport. De stage bestaat uit twee delen: 

  • Interne stage
    • Practica voetbal bachelor 1 en 2 LO&BW
    • Monitoraat practicum voetbal bachelor 1 en 2 LO&BW
    • Redingenhof
  • Externe stage
    • Regionale, provinciale of nationale opleiding van voetbalclubs zoals OH Leuven
    • Bijscholingen VTS, Voetbal Vlaanderen... (minimum 2)

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.

De stage resulteert in een digitaal stageportfolio.

Studiemateriaal

  • Powerpoint presentaties (Toledo)
  • VTS-cursus Trainer B Voetbal (specifiek gedeelte)

Verder kan beroep worden gedaan op:
Helsen, W. (1996). Beter leren voetballen: een nieuwe kijk op theorie en praktijk, Leuven: Acco, 210 p.
Van Winckel, J. (2006), Voetbalconditie: een praktische en wetenschappelijke benadering, Leuven: Acco.
Opleidingsvisie RBFA
Wetenschappelijke artikels gerelateerd aan trainingsleer in voetbal

Toelichting werkvorm

  • Assisteren bij trainingsessies gegeven door de stagebegeleider
  • Zelfstandig voorbereiden en organiseren van trainingsvormen en –sessies.
  • Uitvoeren van individuele- of teamscoutings in opdracht van de stagebegeleider
  • Wedstrijdbegeleiding
  • Afnemen van vaardigheidstesten bij studenten (interne stage)
  • Portfolio opstellen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage voetbal (B-KUL-L24D7b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Na afloop van elke stage wordt de student geëvalueerd door de stagebegeleider aan de hand van een standaard evaluatieformulier.

De student stelt een digitaal portfolio samen van alle stage-activiteiten. Dit portfolio wordt op het einde van het academiejaar geëvalueerd door de titularis van het opleidingsonderdeel. 

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

Bij onregelmatigheden of problemen kan een sanctie opgelegd worden door de titularis van het opleidingsonderdeel. Deze sanctie kan bestaan uit extra weken/maanden stage om te bewijzen dat de student kan voldoen aan de eindtermen van het opleidingsonderdeel en de opleiding.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Stage handbal (B-KUL-L04D8B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
- jeugdspelers vanaf 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en/of (regionaal) competitief niveau begeleiden tijdens het trainingsproces
- jeugdspelers op een opvoedkundige, veilige en ethisch correcte wijze begeleiden
- binnen de context van een algemene visie op bestaande leerlijnen van een jeugdopleiding, een concrete korte termijnplanning uitwerken voor het trainen van de fysieke basiseigenschappen en de technische en tactische vaardigheden binnen handbal
- het trainingsproces begeleiden en, indien nodig, bijsturen in het licht van een bestaand opleidingsplan
- jeugdige sporters de basisprincipes van een gezonde levensstijl bijbrengen in functie van sportbeoefening
- een planning en periodisering maken
- als gesprekspartner optreden binnen het (multidisciplinair) begeleidingsteam (van onder meer, fitnesstrainers, inspanningsfysiologen, kinesitherapeuten, sportgeneesheren, sportpsychologen, voedingsspecialisten,...) en de algemene adviezen vervolgens omzetten in concrete handelingen op het trainingsveld
- in de dagelijkse werking op een dynamische en professionele wijze omgaan met (jeugd)spelers, collega-trainers, bestuursleden en ouders en op een correcte wijze reageren op probleemsituaties (basisprincipes gedragspsychologie in sportieve omgeving, basisprincipes groepsdynamica)
- de sportclub positioneren binnen de voornaamste sportstructuren die eigen zijn aan het Vlaamse Sportlandschap

Dit OPO draagt ertoe bij dat de student
- vertrouwd geraakt met het gebruik van verschillende media zoals video en PC bij het lesgeven.
- ingeschaald kan worden door de Vlaamse Trainersschool (niveau verschillend per sportdiscipline)

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.


 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De student moet op de hoogte zijn van de principes en toepassingen van de trainingsleer en moet tevens in de interactieve bewegingsactiviteiten (handbal) de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben.
 
Vaardigheden
De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer van de 6- tot 14-jarigen.
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in de handbalsport en volgt deze sportdiscipline in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03D7B) EN STRENG(L02B8B)


L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L03D7BL03D7B : Training en coaching handbal

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage handbal (B-KUL-L04D8a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Om de studenten zo veel mogelijk ervaring mee te geven in het veldwerk, gaat de stage door binnen en buiten de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen:
- interne kijk- en assisterende stage (FaBeR):
(1) Assistentie tijdens practicum handbal Bachelor 1 en 2;
(2) Monitoraat practicum handbal Bachelor 1;
(3) Studentensport;
(4) Assistentie tijdens evaluatiesessies
 
- externe kijk- en assisterende stage:
(1) Clubstage (verschillende leeftijdscategorieën) loopt over het ganse academiejaar;
(2) Clubstage op nationaal niveau bij volwassenen;
(3) Mini-stage of weekendstage;
(4) Kaderdagen, vormingsdagen, workshops
 

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.


De stage resulteert in een stageportfolio.

 

 

Studiemateriaal

stagehandleiding
handleiding e-portfolio

Toelichting werkvorm

De leeractiviteiten van de studenten tijdens de stage bestaan uit:
- trainingen kunnen kaderen in de leerlijnen en visie van de club
- trainingen voorbereiden en geven in functie van specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
- individuele scouting uitvoeren (sterkte/zwakte analyse) van een aantal spelers die door stagebegeleider worden voorgesteld en op basis hiervan aangepaste trainingen uitwerken
- trainingsproces evalueren met de stagebegeleider
- situatie in kaart brengen van de belangrijkste personen (met taakomschrijving) die betrokken zijn bij het functioneren van de ploeg of van de groep individuele atleten
- volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie.

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage handbal (B-KUL-L24D8b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

De evaluatie bestaat uit:
- tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur voor Kerstmis
- eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde van het academiejaar
- student geeft op het einde van het academiejaar een voorstelling van de stage (door middel van presentatiesoftware) in aanwezigheid van de stagetitularis; master student (Peter/Meter); externe stagebegeleider; medestudenten.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).
 
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Stage sportdiscipline op aanvraag (B-KUL-L04D9B)

4 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Via deze stage kan de student zich bekwamen in de praktijk van het trainen en coachen van jeugdspelers van 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en (regionaal) competitief niveau.
 
Op het einde van de stage heeft de student de nodige didactische, methodische en professionele inzichten en competenties verworven om:
- binnen de gekozen sportdiscipline op zelfstandige wijze de geschikte trainingsschema’s op te stellen voor jeugdspelers van 14 jaar tot en met de beloften op recreatief en/of (regionaal) competitief niveau
- op opvoedkundige en ethisch correcte wijze begeleiding te verschaffen en ingeschaald te kunnen worden door de Vlaamse Trainersschool (niveau afhankelijk van sportdiscipline).

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
 
Kennis
De student moet op de hoogte zijn van de principes en toepassingen van de trainingsleer en moet tevens de elementaire technische en tactische vaardigheden verworven hebben.
 
Vaardigheden
De student heeft bij voorkeur ervaring als speler in het clubgebeuren en/of als jeugdtrainer van de 6- tot 14-jarigen.
 
Attitude
De student is geïnteresseerd in deze sportdscipline en volgt deze sportdiscipline in de media.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03D8B) EN ( STRENG(L03B1A) OF STRENG(L02B8B) )


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L03D8BL03D8B : Training en coaching sportdiscipline op aanvraag

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage sportdiscipline op aanvraag (B-KUL-L04D9a)

4 studiepunten : Stage 52 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Om de studenten zo veel mogelijk ervaring mee te geven in het veldwerk, gaat de stage door binnen en buiten de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen:
- interne kijk- en assisterende stage (FaBeR):
(1) Studentensport;
 
- externe kijk- en assisterende stage:
(1) Clubstage (verschillende leeftijdscategorieën) loopt over het ganse academiejaar;
(2) Clubstage op nationaal niveau bij volwassenen;
(3) Mini-stage of weekendstage;
(4) Kaderdagen, vormingsdagen, workshops
De concrete invulling van de stage gebeurt bij de bespreking van het individuele aanvraagdossier.
 
De stage resulteert in een stageportfolio.

 

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt bepaald op basis van het individueel dossier.

Toelichting werkvorm

De leeractiviteiten van de studenten tijdens de stage bestaan uit:
- trainingen kunnen kaderen in de leerlijnen en visie van de club
- trainingen voorbereiden en begeleiden in functie van specifieke doelstellingen die door stagebegeleider worden voorgesteld
- trainingsproces evalueren met de stagebegeleider
- situatie in kaart brengen van de belangrijkste personen (met taakomschrijving) die betrokken zijn bij het functioneren van de ploeg of van de groep individuele atleten
- volledige portfolio uitwerken van alle trainingen en aanverwante activiteiten, initiatieven en randinformatie (logboek), inclusief persoonlijke reflectie.

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage sportdiscipline op aanvraag (B-KUL-L24D9b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Vaardigheidstoets

Toelichting

Stageverslag wordt door de student voorgebracht in aanwezigheid van de andere studenten die een sportdiscipline op aanvraag hebben gevolgd.
 
De evaluatie bestaat uit:
- tussentijdse evaluatie met stagetitularis en -begeleider bij voorkeur voor Kerstmis
- eindevaluatie met stagetitularis en stagebegeleider op het einde academiejaar.

De externe stage kan pas aangevat worden na ondertekening van het stagecontract. Uren die voordien gepresteerd worden, worden niet in rekening gebracht voor het totaal aantal te presteren stage-uren (tenzij er sprake is van zwaarwichtige redenen of overmacht).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

 

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II (B-KUL-L05B1A)

3 studiepunten Nederlands 48 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student:
- kan algemene elementaire dansvaardigheden uitvoeren en beschrijven
- kan deelbewegingen tot grotere bewegingsgehelen synthetiseren
- kan een methodische opbouw en concrete leerstofopbouw van vaardigheden beschrijven en uitwerken
- kan ritmisch-expressieve bewegingsvormen vertalen naar recreatieve en educatieve doelgroepen
- kan kwalitatieve bewegingsaspecten benoemen en via transfer toepassen in andere bewegingsonderdelen
- kan verschillende danstradities en hun specifieke stijl beschrijven
- kan ongewone ritmestructuren vertalen naar beweging
- ervaart volksdans of werelddans als een sociaal contact én als culturele beleving
 
Het opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:
- open staat voor nieuwe bewegingsvormen
- open staat voor een breed spectrum van muziekgenres
- leert samenwerken
- een foutenanalyse leert maken van een medestudent
- leert nadenken over methodische opbouw van basisvaardigheden tot een danscombinatie

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten kan dit opleidingsonderdeel niet worden opgenomen als keuzeopleidingsonderdeel door studenten uit andere opleidingen.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de K.U.Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
- de student kan basistechnieken uit dans (bv. L03B8A) benoemen en beschrijven
- de student kan de meest voorkomende fouten in de basistechnieken (bv. L03B8A) benoemen
 
Attitude
de student
- staat open voor dansgeïnspireerde bewegingen
- kan zich concentreren op kleinmotorische nuances
- heeft vertrouwen in zijn eigen expressieve mogelijkheden
- heeft doorzettingsvermogen
- kan samenwerken met andere studenten, is sociaal vaardig
- heeft zin voor creativiteit, verbeelding
- heeft dansen leren ervaren als lichaamstaal 
 
Vaardigheden
- de student kan de basistechnieken uit de dans (bv. L03B8A) technisch correct uitvoeren

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L03B8A)


L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I


Onderwijsleeractiviteiten

Ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II: practicum en seminarie (B-KUL-L05B1a)

3 studiepunten : Practicum 48 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Seminarie:

Methodologie
- kennis van dansterminologie
- synthetiseren van basisvormen
- op een creatieve manier de aangeboden basisbewegingen herschikken en daarmee de elementen lichaam, ruimte en tijd bespelen
- inzicht in methodische opbouw en concrete leerstofopbouw van basisvaardigheden
- exploreren en experimenteren met eigen verworven vaardigheden
- eigen impressies uiten in een authentieke creatie en het "zoeken en vinden" als een verrijking ervaren

Werelddans
- inzicht verwerven in verschillende danstradities en hun specifieke stijl

Practicum:

- verwerven van algemene danstechnische basis
- specifieke coördinaties uitvoeren
- bewustzijn van lichaams-, ruimte- en tijdsbesef
- foutenanalyse
- remediëren van medestudenten op basis van een foutenanalyse

Specifiek voor werelddans:
- ongewone ritmestructuren vertalen naar beweging
- werelddans leren ervaren als sociaal contact én als culturele beleving

Studiemateriaal

kijkwijzers
muziekmontages
nota's

Te verkrijgen via Toledo, in de les of via de docent.

Toelichting werkvorm

Aan deze onderwijsleeractiviteit zijn zowel practica als seminaries verbonden.

Noteren tijdens de les
Medestudenten observeren en een foutenanalyse maken
zelf oefenen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II (B-KUL-L25B1a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Verschillende dansvormen worden tijdens de lessen geëvalueerd d.m.v. diverse praktijktests. Alle informatie hierover wordt verschaft tijdens de practicumlessen.

 Er is een schriftelijk gesloten-boek examen:
- open vragen waarbij ook inzicht wordt getest
- een foutenanalyse maken van een vaardigheid die aan bod kwam in de les
- enkele kennisvragen

De rekenregels voor het berekenen van de eindscore staan vermeld op Toledo.
 
Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.


Alle testen moeten afgelegd worden om een totaalpunt te bekomen. Studenten die een test niet afleggen ontvangen voor het geheel een 'Niet afgelegd' (NA). Voor studenten die op de gekwetstencommissie verschijnen kunnen uitzonderingen worden toegestaan.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het ‘facultair reglement sportpractica 1ste en 2de bachelor LO&BW’ dat je kan terugvinden op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de praktijktests in de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de sportpractica vereist.

De regels voor de derde examenperiode worden op Toledo vermeld.

ECTS Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (B-KUL-L05D0B)

4 studiepunten Nederlands 46 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
- de kennis en vaardigheden met betrekking tot fitness en fysieke activiteit integreren en toepassen binnen de praktijk van diverse bewegings- en wellnessactiviteiten.
- deze programma's toepassen bij een sedentaire volwassen populatie
- de nodige sociale attitudes gebruiken om op een gepaste wijze te functioneren binnen de totale context van een groepsgebeuren.

Het opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student
- uitgaande van de gunstige invloed van fysieke activiteit en fitness op de gezondheid en het algemene welzijn kennismaakt met de latere beroepsactiviteit.

 

 

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

 
Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KULeuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
–        Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een ‘globale aanpak’ vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
 
Attitude
De student heeft voldoende sociale attitude om mensen te kunnen begeleiden.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L9X03B) EN ( STRENG(L03B1A) OF STRENG(L03B8A) OF STRENG(L02B8B) )


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I
L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L9X03BL9X03B : Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorstage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (B-KUL-L05D0a)

4 studiepunten : Stage 46 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage bestaat uit de volgende stage-onderdelen, verdeeld over :
- Het volgen en geven van integrale groepslessen en het voorbereiden van kleine stukken groepslessen samen met en aan jaargenoten en studenten uit 1ste master
- Het volgen en mee begeleiden van de sessies Start To Run of trainingssessies over langere afstanden
- Het volgen en mee begeleiden van de sessies Conditietraining/Circuittraining
- Het volgen van specifieke sessies rugpreventie

Studenten moeten mogelijk een verplaatsing maken voor dit OPO. Extra info (m.b.t. hoeveelheid, kostprijs,...) kan nagevraagd worden bij de coördinator van het OPO.
 
De stage resulteert in een stagerapport. 

Studiemateriaal

Stagehandleiding (Toledo)

Toelichting werkvorm

Ervaring opdoen binnen diverse gezondheidsbevorderende activiteiten
Literatuur raadplegen en trainingsopbouwen opzoeken
Administratie invullen
Reflecteren over de gegeven stage
Verslagen schrijven
Stagerapport bijhouden

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (B-KUL-L25D0b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets

Toelichting

De student zal beoordeeld worden op basis van de stage en het stagerapport. De punten van de stagebegeleider worden rechtstreeks gecommuniceerd met de stagecoördinator van KU Leuven (en dus niet meegedeeld aan de student op het einde van de stage). Het stagerapport wordt als vertrouwelijk behandeld. Studenten die het stageverslag niet (tijdig) inleveren kunnen niet slagen voor het opleidingsonderdeel.


De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels mbt plagiaat.

Er is aanwezigheidsplicht tijdens de stages. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Indien de student herhaaldelijk of op ernstige wijze de stageverplichtingen niet nakomt, zullen deze feiten en een mogelijke sanctie (bijvoorbeeld de eindbeoordeling 'niet afgelegd' en/of het ontzeggen van een 2e examenkans) besproken worden binnen een beperkte examencommissie in samenspraak met de programmadirecteur en de betrokken docenten.

 

 

Toelichting bij herkansen

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

 

 

ECTS Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen (B-KUL-L05O0A)

6 studiepunten Nederlands 60 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Na het succesvol voltooien van dit OPO is de student in staat om:

  • Succesvol deel te nemen aan een interactief én een individueel bewegingsgebied door
  • Kennis en toepassing van algemene etiquetteregels en spelregels
  • Kennis en toepassing van technische en tactische vaardigheden
  • Tactische en technische vaardigheden, spelideeën, spelregels en etiquetteregels te transfereren naar andere bewegingsdomeinen
  • Lichamelijke opvoeding als schoolvak te situeren binnen een Vlaamse en internationale context op vlak van doelstellingen, inhouden en onderzoeksliteratuur.
  • Kenmerken van effectief onderwijs in lichamelijke opvoeding te benoemen.
  • Algemene van specifieke vakkennis te onderscheiden en deze laatste te illustreren met behulp van taakprogressies in een content map.
  • Een lesvoorbereiding op te stellen, gesitueerd binnen de eindtermen voor lichamelijke opvoeding, met een duidelijke doelstelling en beschrijving van leeractiviteiten, actieve leertijd en management.
  • Didactische basisvaardigheden voor het onderwijzen van lichamelijke opvoeding op school te definiëren, het belang ervan toe te lichten en deze toe te passen in diverse bewegingsgebieden via gerichte microteachingsessies.
  • Sport Education als instructiemodel te definiëren, de doelstellingen ervan toe te lichten en dit model toe te passen voor het onderwijzen van microteachingsessies.
  • Het eigen lesgeven en dat van medestudenten te analyseren, te bespreken met gebruik van vaktaal, en bij te sturen.

Begintermen

Begintermen voor de academische bachelor aan KU Leuven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



SOEPEL(L03B1A) EN SOEPEL(L02B8B) EN SOEPEL(L03B8A) EN GELIJKTIJDIG(L04B5A) EN GELIJKTIJDIG(L04B1B) EN GELIJKTIJDIG(L05B1A) EN GELIJKTIJDIG(L06D6A)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L05B1AL05B1A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II
L06D6AL06D6A : Werkveldoriëntatie 3


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding (B-KUL-L05O0a)

3 studiepunten : College 20 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De studenten verwerven algemene én specifieke vakkennis in één interactief en één individueel bewegingsgebied. Ze leren Sport Education als instructiemodel en haar toepassingsmogelijkheden in diverse bewegingsgebieden op school en daarbuiten (vb. sportclubs).
De inhouden van deze onderwijsleeractiviteit worden vanuit de decretaal bepaalde beroepscompetenties voor leraren geconcretiseerd in specifieke thema’s (op microvlak) voor het brede domein van de lichamelijke opvoeding (LO):
(1) de leraar LO als begeleider van leerprocessen
(2) de leraar LO als opvoeder
(3) de leraar LO als (vak)inhoudelijk expert
(4) de leraar LO als organisator
(5) de leraar LO als innovator en onderzoeker

Studiemateriaal

Alle opdrachten en studiemateriaal worden via TOLEDO bekend gemaakt.

  • Coolkens, R., Van Oost, J., Vanhole, N., & Iserbyt, P. (2018). Parkour Primitives. Praktijkboek. Van Gompel & Svacina: Oud-Turnhout.
  • Iserbyt, P. & Vanden Eynden, M. (2014). Sport Educatie: leren van en met elkaar. Leuven: Acco.
  • Siedentop, D., Hastie, P., & van der Mars, H. (2020). Complete guide to sport education. Champaign, IL: Human Kinetics.

Toelichting werkvorm

Flipped-classroom onderwijsaanpak: de studenten komen voorbereid naar de interactieve contactmomenten.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L09N0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding

Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding: praktische oefeningen (B-KUL-L05O1a)

3 studiepunten : Stage 40 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De studenten organiseren gerichte leeractiviteiten waarbij ze in groep didactische basisvaardigheden oefenen om deel te kunnen nemen aan een interactief en individueel bewegingsgebied. Ze verwerven algemene én specifieke vakkennis in deze bewegingsgebieden, leren Sport Education als instructiemodel integreren in hun lesgeefsessies en verhogen hun eigen motorische vaardigheden. Studenten leren de eigen lesgeefkwaliteit en die van anderen tijdens praktische oefeningen te observeren, te analyseren en van feedback te voorzien op basis van wetenschappelijk onderzoek om tot een hogere effectiviteit te komen in functie van leerwinst. De inhouden van deze onderwijsleeractiviteit worden vanuit de decretaal bepaalde beroepscompetenties voor leraren geconcretiseerd in specifieke thema’s (op microvlak) voor het brede domein van de lichamelijke opvoeding (LO):
(1) de leraar LO als begeleider van leerprocessen
(2) de leraar LO als opvoeder
(3) de leraar LO als (vak)inhoudelijk expert
(4) de leraar LO als organisator
(5) de leraar LO als innovator en onderzoeker

Studiemateriaal

Alle opdrachten en studiemateriaal worden via TOLEDO bekend gemaakt.

  • Coolkens, R., Van Oost, J., Vanhole, N., & Iserbyt, P. (2018). Parkour Primitives. Praktijkboek. Van Gompel & Svacina: Oud-Turnhout.
  • Iserbyt, P. & Vanden Eynden, M. (2014). Sport Educatie: leren van en met elkaar. Leuven: Acco.
  • Siedentop, D., Hastie, P., & van der Mars, H. (2020). Complete guide to sport education. Champaign, IL: Human Kinetics.

Toelichting werkvorm

Praktische oefeningen (microteachingsessies en gesuperviseerde oefensessies op school).

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen (B-KUL-L25O0a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van een schriftelijk examen (open vragen) tijdens de examenperiode en op basis van permanente evaluatie aan de hand van tussentijdse opdrachten die de student via het digitale leerplatform Toledo maakt. De tussentijdse opdrachten bestaan onder andere uit multiple choice vragen zonder GIS-correctie.
Van zodra twee tussentijdse opdrachten niet vóór de deadline ingediend worden kan de student nog maximaal een 10 op 20 scoren voor het OLA Inleiding Vakdidactiek Lichamelijke Opvoeding. Van zodra er drie niet tijdig ingediend worden leidt dit tot een NA voor dit OLA. De deadlines worden bekendgemaakt op Toledo.


OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding: praktische oefeningen
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van praktische oefeningen (microteachingsessies en gesuperviseerde oefensessies op school). De student krijgt een numerieke score voor deze praktische oefeningen.

Er geldt een 90% aanwezigheidsplicht voor de praktische oefeningen. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA (niet-afgelegd) als resultaat voor het hele opleidingsonderdeel.
Dit geldt ook voor studenten die gewettigd afwezig zijn (d.w.z. met formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf). Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

Berekening eindresultaat OPO:

De deelscore voor de OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding onderwijs telt voor 1/3 van het eindresultaat mee.
De deelscore voor de OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding: praktische oefeningen telt voor 2/3 van het eindresultaat mee.

Studenten kunnen alleen voor dit OPO slagen indien hun eindscore op zowel de OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding als op de OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding: praktische oefeningen minimaal een 10/20 bedraagt.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt, dan bedraagt het eindresultaat van dit OPO maximaal een 9/20.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt wordt de berekende eindscore naar beneden afgerond (bv 9.67 wordt dan 9).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Indien de student voor de OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding een onvoldoende of een ‘niet afgelegd’ (NA) scoorde dient de student het schriftelijke examen en de tussentijdse opdrachten opnieuw af te leggen tijdens het herexamen in de derde examenperiode.

De OLA Inleiding vakdidactiek lichamelijke opvoeding:  praktische oefeningen is niet herkansbaar, omdat de evaluatie gebaseerd is op permanente evaluatie en praktische oefeningen (microteachingsessies en gesuperviseerde oefensessies op school). Het is logistiek gezien niet mogelijk om een herkansing te organiseren.

ECTS Lifelong Movement: a Pedagogical-Didactical Perspective (B-KUL-L05O4A)

3 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
Iserbyt Peter (coordinator) |  Iserbyt Peter |  Seghers Jan

Aims

After successful completion of this course the student is able to:
• Define and teach basic motor skills through qualitative task selection
• Develop an effective learning environment through Play Practice, the principles of generalization and discrimination, and the integration of feedback schemes.
• Achieve a positive learning environment through the reduction of inappropriate behavior and the promotion of prosocial behavior.
• To identify the physical, psychological, social and health implications of overweight / obesity in children and the long-term health consequences (adulthood).
• Recognize the importance of physical activity, fitness and wellness for children and youth as well as the relationship to the curriculum of physical education at school.
• Demonstrate knowledge of health-related fitness and wellness, self-management skills, and strategies to teach physical activity, fitness and wellness to children and youth.
• Demonstrate knowledge of fitness and wellness objectives for school-going youth.
• Apply knowledge related to physical activity, fitness and wellness to develop age-related, individualized fitness and wellness programs for school-going youth.
• To have knowledge of and be able to perform fitness and wellness related evaluations and to use this data in individualized programs to improve physical activity, fitness and wellness in school-going youth.
• Know and apply strategies to bring about sustainable behavioral change.
• Knowing strategies for using technology in which school-going youth monitor their fitness and wellness and map progress.
• Demonstrate proficiency in teaching components of physical activity, fitness and health in school or sports settings through practical exercises.
Knowing how a positive learning environment can be developed to keep school-going youth motivated to maintain a physically active and healthy lifestyle.

Previous knowledge

Admission policy for academic bachelor programs at KU Leuven

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Lifelong Movement: a Pedagogical-Didactical Perspective (B-KUL-L05O4a)

3 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

The content consists of
• Acquiring and applying knowledge to develop effective, positive learning environments within various physical activity settings for school-going youth (Physical Education, sport at school, club, etc.).
• Acquiring knowledge with regard to components of physical activity, fitness and health.
• Conducting evaluations to map physical activity, fitness and wellness parameters
• Drawing up a plan to improve these parameters based on scientifically tested strategies.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Lifelong Movement: a Pedagogical-Didactical Perspective (B-KUL-L25O4a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Oral, Written
Type of questions : Multiple choice, Open questions

Explanation

The evaluation of this OPO is a written exam during the examination period and permanent evaluation based on interim assignments that the student makes via the Toledo digital learning platform. The student receives a numerical score for the written exam. The student also receives a numerical score for the interim assignments. Failure to take the written exam or failure to submit interim assignments for the submission deadlines will result in an NA (not taken). Deadlines will be announced on Toledo.

 

OPO final result calculation:

Open questions and multiple choice questions are used. For the multiple choice questions, no correction for guessing is applied.

The score for the written exam counts for 12 out of 20 points for the final result of this OPO. The score for the interim assignments counts for 8 of the 20 points of the final result of this OPO. The student must score sufficient for both the written exam and the interim assignments to be able to pass this OPO. If the student fails on one or more partial scores, the final result of this OPO is a maximum of 9/20. If the student fails on one or more partial scores, the calculated final score is rounded down (eg 9.67 becomes 9).

Information about retaking exams

For this OPO, partial transfers apply within the academic year. The student must only retake the part for which a failing grade has been achieved.

ECTS Inleiding tot de biomechanica (B-KUL-L08A6A)

3 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan

- de mechanische principes van de mechanica toepassen in de biomechanische analyse van menselijke bewegingen
- toepassingen maken
- bewegingsopdrachten voor atleten opmaken, die met specifieke belastingen van het lichaam overeenkomen

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
– Basiskennis wiskunde
          o De algebraïsche rekentechnieken kennen en kunnen toepassen
          o Eenvoudige functies kunnen toepassen
          o Differentiaal- en integraalberekeningen kunnen uitvoeren
          o De basisprincipes van driehoeksmeetkunde kunnen toepassen


– Basiskennis anatomie
Er wordt geadviseerd om gelijktijdig het opleidingsonderdeel Functionele anatomie te volgen.


- Kennis Natuurkunde: (zie L08A1a) 

  • Het concept van krachten en momenten kennen
  • Momenten kunnen berekenen
     

Attitude
– Wetenschappelijke, biomechanische interesse in de bewegende mens
– Actief willen meedenken in de lessen
 
Vaardigheden
– Aangeleerde begrippen kunnen concretiseren naar situaties uit het dagelijkse leven

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de biomechanica (B-KUL-L08A6a)

3 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Inleiding
Bewegingsbeschrijving
Probleemstelling
Beweging van 1 onvervormbaar segment
Bewegingen van het vervormbare menselijk lichaam
Bewegingsregistratie
Lichaamsbelasting
Inleiding
Basisbegrippen
Zwaartepunt
Gebruik van katrollen in de mechanotherapie
Kracht in de spieren en het skelet

Bij de studie wordt verwacht dat de leerstof op geïntegreerde wijze wordt verwerkt met de basiskennis uit de functionele anatomie.

Studiemateriaal

Cursus: Inleiding tot de biomechanica; A. Spaepen
PPT en oefeningen
Via Toledo

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs

Het lesrooster op Toledo bevat alle informatie rond de organisatie van de cursus en de leerstof die elke week moet gezien worden.

Voor de hoorcolleges wordt er van de studenten verwacht dat ze actief aan de les deelnemen door de vragen van de docent met behulp van medestudenten te beantwoorden.

Voor de lesmomenten in de collaboratieve ruimte wordt er van de studenten verwacht dat ze per groep de inhoud van de les die op Toledo staat doorlopen. De studenten maken gebruik van het scherm om samen de video’s te bekijken en van het whiteboard om een antwoord op de vragen te formuleren.

Voor de leermodules die thuis moeten gedaan worden, moeten de studenten alle vragen proberen te beantwoorden vooraleer ze naar de video met het antwoord kijken.

Voor de practica komen de studenten voorbereid. Ze hebben de leerstof van de voorbije weken verwerkt en de inleidende opdracht opgelost.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L08A0B : Fysica en biomechanica

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de biomechanica (B-KUL-L28A6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Biomechanica (B-KUL-L08A7B)

6 studiepunten Nederlands 64 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan
– de spierwerking tijdens sportieve bewegingen analyseren op basis van mechanische wetmatigheden en spiereigenschappen;
– sportieve bewegingen optimaliseren.
 
Het OPO draagt ertoe bij dat de student
– kritisch informatie kan verwerken;
– zich richt op het begrijpen en toepassen van concepten en verbanden.

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
– De belangrijkste elementen uit de osteologie en myologie kunnen beschrijven
– De belangrijkste botten kunnen benoemen en de bouw ervan kunnen beschrijven
– De oorsprong, aanhechting en verloop van de belangrijkste spieren kunnen uitleggen
– De methoden en kenmerken kunnen bespreken voor de beschrijving van de houding en de bewegingen van het menselijke lichaam.
– De basisbegrippen kunnen beschrijven voor de analyse van de mechanische functies van het bewegingsapparaat
– De relatie kunnen uitleggen tussen de lichaamshouding, lichaamsbelasting en de gewrichtsfunctie, evenals de krachtwerking in de spieren en in het skelet
Deze voorkennis ivm. het locomotorisch stelsel kan verworven worden d.m.v. het OPO Functionele anatomie.
 
Attitude
– Wetenschappelijke, biomechanische interesse in de bewegende mens
 
Vaardigheden
– Aangeleerde begrippen kunnen concretiseren naar situaties uit het dagelijkse leven
 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L08A0B)


L08A0BL08A0B : Fysica en biomechanica

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Biomechanica (B-KUL-L08A7a)

2.5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Basis van spiermechanica

Structuur
Krachtgeneratie
Krachtgradatie
Kracht-lengte relatie
Kracht-snelheid relatie
Vermogen en rendement
Spierarchitectuur
Spiergeometrie (spier rond gewricht)
 
Dynamica van vervormbare en onvervormbare lichamen
Zwaartepunt
Wetten van Newton toegepast op vervormbare lichamen
Rotaties van onvervormbare lichamen
Traagheidsmoment van het menselijke lichaam
Bewegingsvergelijkingen en toepassingen

Studiemateriaal

1) Biomechanica
M. Van Leemputte
Te verkrijgen in de les

Toelichting werkvorm

Memoriseren van de geziene leerstof
Analyseren van bewegingen
Oefeningen maken

Biomechanica: practicum (B-KUL-L08A8a)

1 studiepunten : Practicum 12 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Tijdens de practica wordt de kennis verworven binnen de leerlijn Biomechanica (Bach 1 en Bach 2) ingeoefend en geïntegreerd. Aan de hand van voorbeelden wordt de relatie tussen beweging, gewrichtsbelasting en spierbelasting geanalyseerd.

Tijdens een practicum in het bewegingslabo, wordt gedemonstreerd hoe bewegingsregistratie van verschillende functionele activiteiten (bijvoorbeeld gaan, staan, lopen, rechtstaan uit stoel, trap op trap af lopen, squat en lunge) gebeurt. Data van dergelijke bewegingsregistratie vormt de input voor voorbeelden die tijdens de latere practica uitgewerkt worden.

Tijdens de daaropvolgende practica (vier practica en een online leermodule) wordt het analyseren van de beweging ingeoefend en wordt er geredeneerd over de relatie tussen de bewegingsuitvoering en de belasting van de spieren en het skelet. De volgende aspecten komen daarbij aan bod:

  • Berekenen van resulterende krachten en –momenten in de gewrichten.
  • Berekenen van spier- en contactkrachten.
  • Berekenen van spieractiviteit.
  • Relatie tussen bewegingsuitvoering en spier- en contactkrachten.
  • Relatie tussen spierarchitectuur, geometrie van de spier (hefboomarm), beweging (lengte en snelheid van spier) en spieractiviteit.

Studiemateriaal

Opgaves en begeleidende tekst op Toledo. Practica steunen op het cursusmateriaal van het theorie-gedeelte.

Toelichting werkvorm

Een actieve deelname aan de practica is vereist. Studenten bereiden voor het practicum de oefeningen voor, dienen hun voorbereiding in, en stellen tijdens het practicum vragen bij de oefeningen op basis van de voorbereiding. In totaal zijn er vijf sessies en een leermodule.

Bewegingsanalyse (B-KUL-L08C0a)

2.5 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Bespreken en analyseren van houding en grootmotorische bewegingen op het niveau van de kinematica en kinetica.

Bepalende factoren voor de efficiëntie van het bewegen.

Bepalende factoren voor de functie van het spier pees complex tijdens verschillende grootmotorische bewegingen.

Het berekenen van spronghoogte vanuit verschillende mechanische principes.

Progressieve oefenreeksen

Studiemateriaal

Cursusteks en een aantal wetenschappelijke artikelen zijn beschikbaar op Toledo.

Toelichting werkvorm

 

Memoriseren van de geziene leerstof
Analyseren en begrijpen van demonstraties
Oefeningen maken, begrippen toepassen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Biomechanica (B-KUL-L28A7b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

De beoordeling bestaat uit 3 onderdelen

  • Schriftelijk examen OLA biomechanica
  • Beoordeling OLA biomechanica practicum op basis van aanwezigheid en voorbereiding
  • Schriftelijk examen OLA Bewegingsanalyse

Het examen bestaat uit twee open vragen Biomechanica en twee open vragen Bewegingsanalyse. Telkens betreft het één theorievraag en één toepassingsvraag.

De voorbereiding, horend bij de OLA "Biomechanica practicum" wordt apart beoordeeld. De voorbereiding wordt beoordeeld op basis van volledigheid, i.e. volledige oplossing van de oefening of gerichte vragen naar aanleiding van struikelblokken bij het oplossen van de oefening. Bij afwezigheid is de score voor de overeenkomstige voorbereiding 0. Bij niet of laattijdig indienen van een voorbereiding is de score voor deze voorbereiding eveneens 0.

Om vanuit de verschillende deelscores van de onderwijsleeractiviteiten tot een totaalpunt voor het opleidingsonderdeel te komen, worden specifieke rekenregels toegepast. Deze rekenregels worden vermeld op Toledo.

De score voor het practicum wordt overgedragen naar de derde examenperiode. Indien de student een geslaagde score behaalt op het practicum kan dit resultaat worden overgedragen naar het volgende academiejaar.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

 

 

De  evaluatie van de OLA's Biomechanica en Bewegingsanalyse is identiek aan de eerste examenkans.

 

De OLA Biomechanica: practicum kan niet herkanst worden. De score voor het practicum wordt overgedragen naar de derde examenperiode.

Indien de student een geslaagde score behaalt op het practicum, maar niet is geslaagd voor het volledige opleidingsonderdeel en het opleidingsonderdeel moet hernemen in het volgende academiejaar, kan de score van het practicum worden overgedragen naar het volgende academiejaar. Indien een student beslist om ondanks een geslaagde score voor het practicum hiervoor toch te herkansen in het 'bisjaar' dan zal de nieuwe score in rekening worden gebracht voor het bepalen van het punt van het totale opleidingsonderdeel (dus ook indien de nieuwe score voor dit onderdeel lager is dan de eerst behaalde score). Een student die afziet van de deeloverdracht moet dit melden volgens de procedure bij art 89 van het onderwijs-en examenreglement: ‘Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar – deeloverdrachten’.

ECTS Functionele anatomie (B-KUL-L08A9A)

8 studiepunten Nederlands 80 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
de Beukelaar Toon (coördinator) |  Jacobs Steven |  Rega Filip |  de Beukelaar Toon |  N. |  Tonoli Cajsa (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • het normale locomotorisch stelsel in de conventionele anatomische terminologie te beschrijven;
  • het verband tussen vorm, lokalisatie en functie van de structuren binnen het locomotorisch stelsel uit te leggen;
  • spierwerking en gewrichtsbelasting bij normale menselijke bewegingen en houdingen toe te lichten;
  • de anatomie van de extremiteiten (osteologie, artrologie, bewegingen per gewricht en myologie te beschrijven
  • de anatomische structuren en kennis op een functionele manier toe te passen, te benoemen en te localiseren bij functionele bewegingen
  • de anatomie van de centrale as (osteologie, artrologie en myologie) te beschrijven
  • de anatomie van het zenuwstelsel (centraal en perifeer), het hart, het bloedvatenstelsel, de longen en het lymfesysteem, het urogenitaal stelsel en het spijsverteringsstelsel te beschrijven.
  • ruimtelijk inzicht in de beschreven structuren te hebben.

 

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat studenten:

  • natomische structuren op het eigen lichaam en op modellen kunnen herkennen en lokaliseren;
  • de omzetting van de theorie naar bewegingsmogelijkheden en beperkingen in de praktijk kunnen maken;
  • opzoekingwerk kunnen verrichten binnen het domein van de functionele anatomie
  • van bij de start van hun opleiding leren om zelfstandig leerstof te verwerken;
  • creatief kunnen omgaan met anatomie;
  • op een waardige manier omgaan met het menselijk lichaam.
  • de opgedane kennis van de anatomische structuren kunnen vertalen en gebruiken in een praktische en klinische setting

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel.

 

De begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn van toepassing.

 

Kennis

–  Kennis hebben van de basisbegrippen uit de biologie

–  De termen cel, evolutie, genetica begrijpen en kunnen situeren

 

Attitude

Interesse hebben in anatomie

–  Op het internet opzoekingen doen naar de bouw van het menselijke lichaam

–  Details van het menselijk lichaam willen leren kennen

 

Vaardigheden

–  gebruik kunnen maken van PC en het internet

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Functionele anatomie: practicum (B-KUL-L08L8a)

0.8 studiepunten : Practicum 10 Eerste semesterEerste semester
de Beukelaar Toon |  N. |  Tonoli Cajsa (plaatsvervanger)

Inhoud

Practicum:

  • De topografische benadering van het locomotorisch stelsel.
  • Het verband tussen vorm en functie via oefeningen in vivo en op anatomische modellen.
  • De opgedane theoretische kennis inzetten en gebruiken om functionele bewegingen te ontleden in het gewricht en aan te passen
  • Ervaring opdoen bij het gebruik van spieren en gewrichten tijdens oefeningen

Studiemateriaal

Slides en tekstmateriaal in Toledo

Toelichting werkvorm

Oefensessie - Portfolio

Tijdens de praktijksessies wordt het essentiële ruimtelijke inzicht bijgebracht door studie van anatomische modellen, tekenen op skelet en het werken met video en digitale atlassen van het menselijk lichaam.

Functionele anatomie: extremiteiten (B-KUL-L08N9a)

4.2 studiepunten : College 42 Eerste semesterEerste semester
de Beukelaar Toon |  N. |  Tonoli Cajsa (plaatsvervanger)

Inhoud

Theorie:

MODULE 1: Inleiding in de Anatomie:

  • De anatomische nomenclatuur en benamingen,
  • Inleiding in de anatomie van de beenderen (osteologie),
  • Inleiding in de gewrichten (arthrologie),
  • Inleiding in de spieren (myologie),
  • Inleiding in de verschillende bewegingen in het lichaam,
  • Inleiding in het zenuwstelsel

MODULE 2: specifieke anatomie van de schouder in het bovenste lidmaat (osteologie, arthrologie, myologie en bewegingen per gewricht, plexus brachialis)

MODULE 3: specifieke anatomie van de elleboog en pols in het bovenste lidmaat (osteologie, arthrologie, myologie en bewegingen per gewricht, plexus brachialis)

MODULE 4: specifieke anatomie van de heup in het onderste lidmaat (osteologie, arthrologie en myologie en bewegingen per gewricht, plexus lumbosacralis)

MODULE 5: specifieke anatomie van de knie en de voet in het onderste lidmaat (osteologie, arthrologie en myologie en bewegingen per gewricht, plexus lumbosacralis)

Iedere module wordt gecombineerd met functionele inzichten in gewrichten en bewegingen.

Studiemateriaal

F. Vandenabeele, A. Agten. Functionele Anatomie van de Beweging. Acco Leuven/Den Haag.

F.H. Martini, F.E. Bartholomew. Anatomie en fysiologie, een inleiding. Pearson Benelux

plus slides, video-opnamen en tekstmateriaal in Toledo

Digitale atlassen waarvoor toegang is verleend via de KULeuven databases zoals Anatomy TV, Visible Body en Acland’s Video Atlas of Human Anatomy.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Hoorcollege - Lesopname

Blended onderwijs, met een combinatie van hoorcolleges, videopnames, interactiecolleges, responscolleges.

Van de studenten wordt verwacht dat ze tijdens de hoorcolleges actief meewerken. De docent stelt regelmatig vragen en de studenten krijgen ook de kans om zelf vragen te stellen. Ze dienen de cursus tijdens de lessen aan te vullen via het gebruik van digitale atlassen van het menselijk lichaam. De studenten memoriseren de cursusinhoud met behulp van de practica en de functionele hoorcolleges en oefenen zich in de anatomische terminologie via de aangeboden oefeningen.

 

Functionele anatomie: centrale as (B-KUL-L09M9a)

3 studiepunten : College 28 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Specifieke anatomie centrale as (osteologie, arthrologie en myologie)

Zenuwstelsel (centraal en perifeer)

Hart

 

Bloedvatstelsel

Longen en lymfestelsel

 

Uro-genitaal stelsel

Spijsverteringsstelsel 

Studiemateriaal

F.H. Martini, F.E. Bartholomew. Anatomie en fysiologie, een inleiding. Pearson Benelux

Toelichting werkvorm

Van de studenten wordt verwacht dat ze tijdens de hoorcolleges actief meewerken. De docent stelt regelmatig vragen en de studenten krijgen ook de kans om zelf vragen te stellen.

De studenten memoriseren de cursusinhoud en oefenen zich in het aanvullen en reproduceren van de figuren.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L09M9B : Functionele anatomie: centrale as

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Functionele anatomie (B-KUL-L28A9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Portfolio
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Gesloten vragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie bestaat uit drie delen:

  • Deelexamen in de eerste examenperiode over de leerstof van het eerste semester (deel 1 - extremiteiten) (januarizittijd)
  • Permanente evaluatie opdrachten 1ste semester  - e-Portfolio
  • Deelexamen in de tweede examenperiode over de leerstof van het tweede semester (deel 2 - centrale as) (junizittijd).

 

 De deelexamens zijn schriftelijk en bevatten meerkeuzevragen (met GIS-correctie), open vragen en / of gesloten vragen. 

Als sommige onderdelen van de evaluatie niet (tijdig) zijn afgerond, is de algehele evaluatie ‘niet afgerond’ (NA).

 

Er wordt een weging toegepast op de deelscores:

  • 50% Deelexamen extremiteiten
  • 10% Permanente evaluatie opdrachten 1ste semester - e-portfolio
  • 40% Deelexamen centrale as

Om vanuit de deelscores tot het totaalpunt van het opleidingsonderdeel te komen, wordt het gewogen gemiddelde genomen en vervolgens rekenkundig afgerond.

  • Bij elke onvoldoende (deelexamen extremiteiten of deelexamen centrale as) op een deelscore wordt het eindpunt het gewogen gemiddelde -1.
  • Indien een deelpunt 7 of lager is, kan de student niet slagen voor het opleidingsonderdeel, en krijgt de student het laagste cijfer toegekend.
  • De student kan 1 bonuspunt bovenop het eindpunt verdienen indien het gewogen gemiddelde 15 of hoger is.
  • Als sommige onderdelen van de evaluatie (deelexamen extremiteiten of deelexamen centrale as) niet (tijdig) zijn afgerond, is de algehele evaluatie ‘niet afgerond’ (NA).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Er worden deelpunten kenbaar gemaakt voor:

  • Deelexamen extremiteiten (januarizittijd);
  • Deelexamen centrale as (junizittijd);
  • Permanente evaluatie opdrachten 1ste semester - e-portfolio

Een student die een credit behaalt of gedelibereerd werd voor het opleidingsonderdeel functionele anatomie, hoeft vanzelfsprekend geen herexamen af te leggen of het opleidingsonderdeel te "bissen", ook al is mogelijks een van de 3 deelresultaten een onvoldoende dat wordt gecompenseerd door het andere deelresultaat.

Voor een student die geen credit heeft behaald of niet werd gedelibereerd en het opleidingsonderdeel zal herkansen in de septemberzittijd, geldt volgende regeling:

  • Een geslaagde deelscore voor het deelexamen extremiteiten kan worden overgedragen naar de septemberzittijd
  • Een geslaagde deelscore voor het deelexamen centrale as kan worden overgedragen naar de septemberzittijd
  • De deelscore voor de permanente evaluatie opdrachten 1ste semester - e-portfolio wordt overgedragen naar de septemberzittijd, onafhankelijk of de student hiervoor geslaagd is.

Het is niet toegestaan om een onvoldoende deelscore (uitgezonderd de score op de permanente evaluatie opdrachten 1ste semester - e-portfolio) over te dragen naar de 2e examenkans.

Studenten die slechts 1 van de 2 theoretische onderdelen herkansen, bieden zich enkel aan tijdens dit onderdeel en blijven afwezig tijdens het onderdeel dat zij niet herkansen. Elke afgegeven examenkopij in het herexamen telt als een afgelegd examen (studenten die enkel hun naam noteren en voorts alles blanco laten, krijgen als score 0/20 en deze laatste deelscore telt).

Een student die afziet van de deeloverdracht en een geslaagde deelscore toch opnieuw aflegt tijdens het herexamen om een hoger punt te behalen, verkrijgt steeds het laatst behaalde resultaat. Dit houdt bijgevolg een risico in.

Studenten die na afloop van de herexamens als totaalscore voor het opleidingsonderdeel  een onvoldoende behalen en geen tolerantie willen/kunnen inzetten (studenten niet in het mijlpaalsysteem) of niet gedelibereerd worden (studenten onder het mijlpaalsysteem), moeten het opleidingsonderdeel een academiejaar later opnieuw opnemen ("bissen") en moeten steeds alle onderdelen opnieuw afleggen. Er is immers geen deeloverdracht naar een volgend academiejaar.

 

Een student die afziet van de deeloverdracht moet dit melden volgens de procedure bij art 89 van het onderwijs-en examenreglement: ‘Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar – deeloverdrachten’.

ECTS Gezondheids- en ziekteleer (B-KUL-L09A1B)

3 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
Roelandt Philip (coördinator) |  Buyse Bertien |  Roelandt Philip

Doelstellingen

De student kan
– de begrippen ziekte en gezondheid uitleggen
– gezondheidsadviezen kritisch beoordelen
– verschillende ziektebeelden definiëren
– de oorzaken van ziekte benoemen
– de mechanismen van ziekte beschrijven
– het mechanisme van de voorgeschreven behandeling aangeven
 
Het opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student

– preventief leert denken en handelen, nodig als gezondheidsvoorlichter en –opvoeder
– kritisch leert nadenken
– een wetenschappelijke denkmethode kan aanwenden
– in de verdere opleiding ziektebeelden kan kaderen

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

Begintermen:

Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.

 
Basiskennis biologie, anatomie en fysiologie
– De bouwmaterialen van de cel kunnen benoemen
– De volgende begrippen verstaan: DNA en de genen, de chromosomen en de erfelijkheidswetten,
– Notie hebben van structuur en functie van de verschillende lichaamstelsels zoals ademhalingsstelsel, cardiovasculaire stelsel, …

Onderwijsleeractiviteiten

Gezondheids- en ziekteleer (B-KUL-L09A1a)

3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

ALGEMEEN DEEL

  • Gezondheid en ziekte
  • Kenmerken van leven
  • Genetica en aangeboren ziekten
  • Verworven aandoeningen
  • Inflammatie
  • Kanker

SPECIFIEK DEEL: klachten en aandoeningen die specifiek sport en beweging kunnen belemmeren

1. Kortademigheid / hoesten
     Pathofysiologie / Ziektemechanismen
     Specifieke ziektebeelden zoals neuromusculaire aandoening, pneumothorax, pneumonie, COPD, astma, longembool, …
2. Pijn, beklemming op de borstkas en onvoldoende bloedcirculatie
     Ischemisch hartlijden
     Ritmestoornissen
     Kleplijden
     Hartfalen
     Ritmestoornissen
     Perifeer vaatlijden
     Plotse dood tijdens beoefenen van sport (+aspecten van gevaar van doping)
     Reanimatie
3. Metabole ziekten in bijzonder obesitas

Studiemateriaal

De lesdia’s zijn beschikbaar via Toledo.

Toelichting werkvorm

Memoriseren van de geziene leerstof
Verbanden leggen tussen etiologie, de pathogenese, de symptomen, het verloop, de prognose en de behandeling van de aandoening enerzijds, en preventie van de aandoening anderzijds.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Gezondheids- en ziekteleer (B-KUL-L29A1b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Open vragen voor het Algemeen deel (op de helft van de punten) en meerkeuzevragen (met giscorrectie) voor het Specifiek deel (op de helft van de punten).

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Fysiologie/neurofysiologie (B-KUL-L09A9B)

6 studiepunten Nederlands 70 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

Deel Orgaanfysiologie

Op het einde van dit opleidingsonderdeel zijn studenten in staat om
-  de morfologie van de besproken bloedvaten, stelsels en organen te beschrijven en te reproduceren
-  de fysiologische processen in de verschillende orgaansystemen die aan bod komen correct uit te leggen
-  onderscheid en verbanden aan te geven in fysiologische processen en gehanteerde terminologie
-  controlemechanismen van fysiologische processen correct uit te leggen en ook hierin verbanden te leggen en onderscheid te maken
  

Deel Neurofysiologie:

  • Op basis van de verworven kennis van de structuur van het zenuwstelsel, de hersenen en de baansystemen (= neuro-anatomie), de functie ervan te verkennen (= neurofysiologie). Dit staat hen bij in het interpreteren van het normale en het pathologische bewegen (gedrag en motoriek). Dit omvat:
    • de hersenen en delen ervan te beschrijven en te duiden naar functie
    • de baansystemen te beschrijven en te duiden naar functie
    • de structurele en functionele aansturing van een beweging vanuit het centrale zenuwstelsel tot de effectieve beweging te kunnen beschrijven
    • de anatomische vascularisatie en het gevolg bij mogelijke stoornissen begrijpen en kunnen uitleggen
    • de consequenties (functie, effect van aan- of afwezigheid,...) van deze structuren naar het menselijk gedrag en beweging toe te kunnen uitleggen, dit zowel in normale als in pathologische omstandigheden
  • Op basis van de verworven kennis van de ontwikkeling het neurofysiologisch systeem en zijn functies kan men:
    • De verschillende zenuwstelsels in het lichaam en hun functies kennen.
    • Het somatosensorisch systeem begrijpen, uitleggen en binnen een praktijkgerichte setting gebruiken en toepassen
    • Neurale communicatie en neurale boodschappers (neurotransmitters en neuromodulatoren) begrijpen, situeren, uitleggen en gebruiken binnen een praktijkgerichte context.
    • De effecten van centrale vermoeidheid en neurotransmitters in een sportsetting begrijpen
    • Neuroplasticiteit & neurogenese in een klinische context plaatsen en uitleggen
    • De effecten van fysieke activiteit op het brein uitleggen, en toepassen binnen een praktijkgerichte klinische setting.
    • Het autonoom zenuwstelsel begrijpen, uitleggen en binnen een praktijkgerichte en klinische setting gebruiken en toepassen
    • Sportgerelateerde hersenletsels (h)erkennen, evalueren en ‘return to sport’ beoordelen.


Het opleidingsonderdeel (OPO) draagt ertoe bij dat de student
–   hun operationeel inzicht en kennis van de moleculaire processen kunnen aanwenden in andere OPO’s van het curriculum

  • In hun opleiding leren om zelfstandig leerstof te verwerken;
  • een ruimere kijk ontwikkelen op hoe bewegingswetenschappen het menselijk lichaam kan beinvloeden
  • de rol van sportbewegingswetenschapper kunnen situeren
  • de evolutie van structuur naar functie begrijpen en deze ook kunnen toepassen 

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding:
Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel

 

Begintermen
Naast de begintermen voor universitaire bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen aan de KU Leuven zijn er nog volgende specifieke begintermen.
 
Kennis
– Kennis hebben van de celbiologie en van de biologie van weefsels en organen
– De algemene structuur van de cel en de celmembraan kennen
– De verschillende typen van cellen en weefsels kennen
– Algemeen inzicht in hoe de systemen bij de mens zich vergelijken met de dieren
– Basiskennis van membraanprocessen, ionentransport en signaaltransductie
– De basisprincipes van de algemene natuurkunde beheersen
– Verschillende begrippen kennen
          o Stromingsgedrag van vloeistoffen
          o Elektriciteit
          o Gaswetten
– De basisprincipes van de chemie beheersen 
– Verschillende begrippen kennen
          o pH
          o Zwakke en sterke zuren
          o Evenwichtsreacties
          o Osmolaliteit
– De menselijke anatomie goed beheersen
– De grote spiergroepen kunnen aanduiden en benoemen
– Het uitzicht en de opbouw van de inwendige organen en het zenuwstelsel kennen
 
Attitudes
– Interesse in de fysiologie en neurofysiologie
– Het volgen van wetenschappelijke programma’s over de lichaamsprocessen
– Op het internet opzoekingen doen naar relevante thema’s
 
Vaardigheden
– Goed geheugen
– Mogelijkheid om verbanden te leggen om zo tot inzichten te komen
– Grote hoeveelheden leerstof kunnen reproduceren
– Op bevattelijke en schematische wijze verbanden kunnen aantonen 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L08A4C) OF GELIJKTIJDIG(L00A4A)


L08A4CL08A4C : Biologie en celbiologie
L00A4AL00A4A : Moleculaire celbiologie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Orgaanfysiologie (B-KUL-L00P2a)

4 studiepunten : College 50 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1       Het Hart

1.1         Enkele anatomische begrippen.

1.2         Het Ontstaan van het Hartritme.

1.3         De prikkelgeleiding doorheen het hart.

1.4         De intrinsieke eigenschappen van cardiale cellen.

1.5         Het metabolisme van hartspiercellen.

1.6         De Pompfunctie van het hart.

2       De perifere of Systemische circulatie

2.1         De verschillende onderdelen van de perifere circulatie.

2.2         De elasticiteitsvaten.

2.3         De Weerstandsvaten

2.4         De capillaire circulatie.

2.5         De lymfecirculatie

2.6         De Veneuze Circulatie.

2.7         De regeling van de bloeddruk.

3       De Nier

3.1         De Anatomie en de Functie van de nier.

3.2         De functie van het Nefron.

3.3         De Rol van de Nier in de Correctie van de Vloeistof - en Elektrolytenbalans.

3.4         Stoornissen in deze Homeostase.

3.5         De Nier en de Bloeddruk.

3.6         De Blaas en de Afvoerwegen.

3.7         Nierfalen of nierinsufficiëntie.

4       De ademhaling

4.1         De Longvolumen.

4.2         De ademhalingsspieren

4.3         De Elastische Eigenschappen van de long - borstkaswand.

4.4         De Weerstand van het Respiratoire Systeem.

4.5         De bloedsomloop doorheen de longen.

4.6         De pH Homeostase

4.7         De Ademhalingsregeling.

4.8         De verdediging van de luchtwegen en de longen.

5       Het Bloed

5.1         De Rode Bloedcellen (RBC) of Erythrocyten.

5.2         De Witte Bloedcellen of Leukocyten

5.3         De Bloedplaatjes of Thrombocyten

5.4         De Bloedstolling

6       Het Spijsverteringssysteem

6.1         Slokdarm.

6.2         De maagmotiliteit.

6.3         De maagsecreties.

6.4         De pancreassecreties.

7       Enkele endocrinologische Aspecten

7.1         Het Calciummetabolisme

7.2         De Hypothalamo-Hypofysaire As.

Studiemateriaal

Cursustekst  beschikbaar via de cursusdienst Apolloon.

Neurofysiologie (B-KUL-L08C8a)

2 studiepunten : College 20 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De cursus (neuro-anatomie en) neurofysiologie is opgebouwd uit volgende delen:

  • Anatomische bespreking van het brein met speciale aandacht voor het motorisch netwerk
  • Functionele bespreking van het zenuwstelsel: rol in het aansturen van bewegingen
  • Bloedcirculatie in de hersenen
  • Functies en ontwikkeling van het zenuwstelsel (zelfstudie)
  • De cellen van het neurologisch systeem en hun functies (zelfstudie)
  • Sensatie en Perceptie
  • Neurale communicatie
  • Neurale boodschappers en centrale vermoeidheid
  • Neuroplasticiteit & neurogenese, en de effecten van fysieke activiteit hierop
  • Het autonoom zenuwsstelsel en zijn klinische relevanties
  • Sportgerelateerde hersenletsels

Studiemateriaal

Exacte studiemateriaal zal worden toegelicht via Toledo en/of tijdens de eerste les.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs, met een combinatie van hoorcolleges, oefeningen, videopnames, interactieve colleges, responsie colleges.

 

Van de studenten wordt verwacht dat ze tijdens de hoorcolleges actief meewerken. De docent stelt regelmatig vragen en de studenten krijgen ook de kans om zelf vragen te stellen. De studenten memoriseren de cursus a.d.h.v. het bovengenoemde studiemateriaal, ze leggen verbanden in en tussen de verschillende cursusonderdelen en voegen de verschillende onderdelen van de cursus samen tot een zinvol en samenhangend geheel.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fysiologie/neurofysiologie (B-KUL-L29A9b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Portfolio
Vraagvormen : Gesloten vragen, Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie van het OPO Fysiologie/Neurofysiologie gebeurt aan de hand van onderstaande evaluatieactiviteiten:

 

  • OLA Orgaanfysiologie: schriftelijk examen aan de hand van meerkeuzevragen met GIS-correctie en open vragen.
  • OLA Neurofysiologie:  De evaluatie van de OLA Neurofysiologie bestaat uit twee delen:

1.         Examen in de examenperiode: schriftelijk met meerkeuzevragen (met GIS-correctie), open vragen en / of gesloten vragen.

2.         Permanente evaluatie: oefeningen tijdens het semester (e-Portfolio)

 

Er wordt een weging toegepast op de deelscores:

35% OLA Neurofysiologie (de weging van het examen en de permanente evaluatie voor de berekening van het punt neurofysiologie wordt verduidelijkt op Toledo)

65% OLA Orgaanfysiologie

 

Om vanuit de scores van het OLA neurofysiologie en het OLA orgaanfysiologie tot het totaalpunt van het opleidingsonderdeel te komen, wordt het gewogen gemiddelde genomen en vervolgens rekenkundig afgerond. Indien een deelpunt 7 of lager is, kan de student niet slagen voor het opleidingsonderdeel, en zal de student het laagste cijfer toegekend krijgen.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Voor deze onderdelen zijn er dus deeloverdrachten binnen het academiejaar van kracht (d.w.z. van januarizittijd overdragen naar de septemberzittijd).

 

Een student die een credit behaalt voor het opleidingsonderdeel, hoeft vanzelfsprekend geen herexamen af te leggen of het opleidingsonderdeel te "bissen", ook al is mogelijks een van de deelresultaten een onvoldoende dat wordt gecompenseerd door het andere deelresultaat.

 

Voor een student die geen credit heeft behaald of niet werd gedelibereerd en het opleidingsonderdeel zal herkansen in de septemberzittijd, geldt volgende regeling:

 

•      Een geslaagde deelscore voor een OLA  kan overgedragen worden naar de septemberzittijd.

•      De deelscore voor het e-portfolio binnen de OLA neurofysiologie wordt overgedragen naar de septemberzittijd, onafhankelijk of de student hiervoor geslaagd is.

•      Het is niet toegestaan om een onvoldoende deelscore (uitgezonderd de score op het e-portfolio) over te dragen naar de 2e examenkans

 

Een student die afziet van de deeloverdracht en een geslaagde deelscore toch opnieuw aflegt tijdens het herexamen om een hoger punt te behalen, verkrijgt steeds het laatst behaalde resultaat. Dit houdt bijgevolg een risico in. Een student die afziet van de deeloverdracht moet dit melden volgens de procedure bij art 89 van het onderwijs-en examenreglement: 'Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het academiejaar – deeloverdrachten'.

 

Er worden geen deeloverdrachten naar het volgende AJ voor deze onderdelen toegepast. Studenten die na afloop van de herexamens als totaalscore voor het opleidingsonderdeel  een onvoldoende behalen en het opleidingsonderdeel een academiejaar later opnieuw opnemen ("bissen"), moeten steeds alle onderdelen herkansen.

 

ECTS Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (B-KUL-L9X03B)

4 studiepunten Nederlands 51 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel

  • kan de student:
    • (a)specifieke oefeningen binnen het kader van krachttrainingcorrect uitvoeren en op een adequate wijze aanleren en feedback verzorgen
    • (a)specifieke oefeningen binnen het kader van rugscholing & core stabilitycorrect uitvoeren en op een adequate wijze aanleren en feedback verzorgen
    • De meeste optimale oefeningen selecteren binnen het kader van krachttraining in functie van doelstelling, doelgroep en specifieke achtergrond
    • De meeste optimale oefeningen selecteren binnen het kader van rugscholing & core stability in functie van doelstelling, doelgroep en specifieke achtergrond
  • heeft de student:
    • Inzicht in de werking, doelstelling en spiergebruik van de verschillende (a) specifieke oefeningen binnen het kader van krachttraining
    • Inzicht in het juist gebruik, de werking en het spiergebruik van de verschillende specifieke oefeningen binnen het kader van rugscholing & core stability
    • Inzicht in de actieve aanpak van houdingsgebonden rugklachten
  • is de student in staat om:
    • De methodologische aanpak voor fitness en gezondheid beschrijven en toepassen binnen het kader van een fitness- of 'wellness'-centrum
    • De wetenschappelijk visies voor fitness en gezondheid beschrijven binnen het kader van een fitness- of 'wellness'-centrum
    • De wetenschappelijke visies van het opstellen, begeleiden en bijsturen van groepslessen en van geïndividualiseerde programma’s beschrijven
    • Een korte groepsles op beginnersniveau verzorgen

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat de student:

  • Mensen leert begeleiden
  • Zich verbaal leert uiten

Begintermen

Beginvoorwaarden creditcontract/Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor in de LO&Bewegingswetenschappen/master in de bewegings- en sportwetenschappen volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: omwille van onderwijskundige, organisatorische en veiligheidsaspecten is een toelating noodzakelijk. Deze gebeurt op basis van een individuele aanvraag aan de Commissie voor Individueel Aangepaste Programma’s. Contactname gebeurt via de FaBeR helpdesk met vermelding van competenties en motivatie.

Begintermen
Naast de begintermen voor bacheloropleidingen binnen de groep Biomedische Wetenschappen, met aanvullingen voor de opleiding bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen, gelden volgende specifieke begintermen.

Kennis
De basisbegrippen van de trainingleer kennen
–        De factoren die bepalend zijn voor het realiseren van een geslaagd trainingsproces kunnen benoemen en uitleggen
–        Kunnen aantonen dat het trainen van sportieve vaardigheden een 'globale aanpak' vereisen die naast het verbeteren van fysieke, technische en tactische elementen, ook affectieve en psychosociale elementen incorporeert
Kennis van anatomie
–        De belangrijkste elementen uit de osteologie en myologie kunnen beschrijven
          - De belangrijkste botten kunnen benoemen en de bouw ervan kunnen beschrijven
          - De oorsprong, aanhechting en verloop van de belangrijkste spieren kunnen uitleggen
Kennis van biomechanica
–        De methodes en kenmerken kunnen bespreken voor de beschrijving van de houding en de bewegingen van het menselijke lichaam.
–        De basisbegrippen kunnen beschrijven voor de analyse van de mechanische functies van het bewegingsapparaat
–        De relatie kunnen uitleggen tussen de lichaamshouding, lichaamsbelasting en de gewrichtsfunctie, evenals de krachtwerking in de spieren en in het skelet
–        De spierwerking tijdens sportieve bewegingen analyseren op basis van mechanische wetmatigheden en spiereigenschappen
–        Sportieve bewegingen optimaliseren
Kennis van kinantropometrie
Kennisvan bewegingspsychologie

Attitude
Graag mensen begeleiden en motiveren
Interesse in een gezonde levensstijl hebben en zelf een gezonde levensstijl hanteren

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



SOEPEL(L03B1A) EN SOEPEL(L03B8A) EN SOEPEL(L02B8B) EN GELIJKTIJDIG(L04B5A) EN GELIJKTIJDIG(L05B1A) EN GELIJKTIJDIG(L05O0A) EN GELIJKTIJDIG(L04B1B) EN GELIJKTIJDIG(L08A9A) EN GELIJKTIJDIG(L00B3C)


L03B1AL03B1A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten I
L03B8AL03B8A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten I
L02B8BL02B8B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten I
L04B5AL04B5A : Bewegingsleer in de individuele bewegingsactiviteiten II
L05B1AL05B1A : Bewegingsleer in de ritmisch expressieve bewegingsactiviteiten II
L05O0AL05O0A : Inleiding tot de vakdidactiek lichamelijke opvoeding m.i.v. praktische oefeningen
L04B1BL04B1B : Bewegingsleer in de interactieve bewegingsactiviteiten II
L08A9AL08A9A : Functionele anatomie
L00B3CL00B3C : Trainingsleer deel 1


Identieke opleidingsonderdelen

L9X03C: Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid

Onderwijsleeractiviteiten

Seminaries fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (B-KUL-L00C4a)

2 studiepunten : College 12 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Inzicht in de gezondheidsbevorderende aspecten van fysieke activiteit
  • Screening en risicostratificatie in functie van fitnessparticipatie
  • Algemene principes bij het opstellen van oefenprogramma’s:
    • -         Cardiorespiratoire training
    • -         krachttraining
    • -         lenigheidstraining
       
  • Vraagstukken met betrekking tot metabole berekeningen in het kader van fysieke activiteit
  • Rugscholing en houdingsopvoeding
     

Studiemateriaal

-         “ACM’s Guidelines for exercise testing and prescription” (American College of Sports Medecine)
-         Powerpointpresentatie Toledo

Toelichting werkvorm

In het eerste semester worden theoretische principes aangeboden via online lesmateriaal (Toledo) dat via zelfstudie verwerkt wordt en waarrond voorbereidende opdrachten (toepassing van de theorie) gemaakt worden. Deze worden uitgebreid bediscussieerd in de face-to-face lessen (o.a. case studies rond risicostratificatie, metabole berekeningen, opstellen van programma’s). In het tweede semester zijn er gastlessen rond rugscholing en houdingsopvoeding.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

L9X03C : Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid

Practicum en didactische oefeningen fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (B-KUL-L07H0a)

2 studiepunten : Practicum 39 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Binnen dit practicum krijgen de studenten oefenstof met betrekking tot

  • Krachttraining
  • Preventietraining (rugscholing en core stability)

Door middel van begeleid oefenen en microteaching ervaren en leren studenten hoe ze op een juiste manier volgend aspecten kunnen aanleren, evalueren en bijsturen:

  • Krachttraining
  • Preventietraining (rugscholing en core stability)

Studenten geven groepslessen aan elkaar (micro-teaching). Komt zeker aan bod:

  • Visuele en verbale cueing
  • Differentiatie en bijsturing
  • Groepslessen met muziek (niet-ritmisch)
  • Oefeningen met eigen lichaamsgewicht en eenvoudige tools
  • Groepslessen op muziek (ritmisch)
  • Opbouwmethodes

Studiemateriaal

Cursus

Toelichting werkvorm

actief zelf oefenen en trainen
lesgeven aan elkaar
toepassen
reflecteren en kritische evaluatie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (B-KUL-L2X03b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

De practica en de didactische oefeningen worden in de loop van het academiejaar tijdens de lessen of in afspraak met de studenten geëvalueerd.
De seminaries worden geëvalueerd tijdens de reguliere examenperiode door middel van een schriftelijk examen. Voor dit examen brengen de studenten een eenvoudig rekentoestel mee (geen GSM, tablet..).
 

De berekening van het totaalpunt wordt via Toledo toegelicht.

 
Er is 90% aanwezigheidsplicht tijdens de practica. Indien een student niet tijdens 90% van de lessen aanwezig is, krijgt hij/zij een NA als resultaat voor de eerste zittijd. Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist. Indien de student niet in orde is met de veiligheid- en kledingvoorschriften kan de student de toegang tot de lessen ontzegd worden en kan een score ‘NA’ worden toegekend.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Om te mogen deelnemen aan de 3de examenperiode is minimaal een 70% aanwezigheid tijdens de practica vereist.

De bepalingen omtrent de derde examenperiode worden via Toledo meegedeeld.

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V22A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0G63A : Opleiding tot leraar geschiedenis

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P2V17a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. Er wordt gewerkt met een aangepaste cesuur bij de toetsen voor de modules.
Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22A)

6 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V17A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22a)

6 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P2V22a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. 

Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail