Educatieve master in de gezondheidswetenschappen (Leuven)

CQ Educatieve master in de gezondheidswetenschappen (Leuven)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de educatieve master in de gezondheidswetenschappen.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

 

Toelatingsvoorwaarden

Educatieve master in de gezondheidswetenschappen (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_56206932.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

educatieve master:

OLR1) Beschikt over aantoonbare kennis en wetenschappelijk inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders (m.i.v. onderwijstechnologische expertise) en in de onderbouwing en evolutie ervan. Hij/zij heeft inzicht in de interactie tussen deze drie domeinen en kan deze geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.

OLR2) Kan vanuit de erkenning van diversiteit verschillende vormen van diversiteit herkennen en er adequaat, kritisch en verantwoord mee omgaan in alle aspecten van het educatieve handelen.

OLR3) Zoekt actief naar en analyseert kritisch wetenschappelijk onderzoek binnen de drie eerder genoemde domeinen en kan zelfstandig en op wetenschappelijke wijze onderwijsrelevant onderzoek ontwerpen en uitvoeren. Hij/zij stuurt op basis hiervan autonoom de eigen praktijk bij en neemt initiatief om de resultaten en hun implicaties actief te dissemineren binnen de educatieve context.

OLR4) Kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) m.i.v. het ontwerpen en selecteren van leermaterialen.

OLR5) Kan leer- en onderwijsprocessen planmatig proactief organiseren en begeleiden:
a) zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b) vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c) op groeps- en organisatieniveau;
d) aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e) met aandacht voor taalsensitief leren;
f) via een efficiënt klasmanagement;
g) m.i.v. het kritisch evalueren en bijsturen van de leer- en onderwijsprocessen, en aanpassen van
leermaterialen;
h) m.i.v. het evalueren en terugkoppelen van de leeruitkomsten van de lerenden.

OLR6) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband een positief leer- en leefklimaat op groepsniveau creëren, uitbouwen, wetenschappelijk verantwoorden, kritisch evalueren en bijsturen, met oog voor het emotionele en fysieke welzijn van elke lerende, en gericht op (de voorbereiding van) maatschappelijke participatie.

OLR7) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband processen op organisatieniveau met betrekking tot een positief leer- en leefklimaat onderzoeksgericht analyseren en een leidende rol opnemen in het optimaliseren en opstellen van nieuwe wetenschappelijk onderbouwde processen. Hij/zij is in staat om deze processen, vanuit een multi- en interdisciplinair perspectief, kritisch te evalueren en bij te sturen.

OLR8) Kan helder communiceren met lerenden, schoolteam, ouders/verzorgers en externen. Hij/zij kan de effectiviteit van de communicatie aftoetsen en zo nodig de communicatie bijsturen.

OLR9) Kan een beargumenteerd standpunt innemen over, en actief deelnemen en bijdragen aan het (inter)nationale publieke debat over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen binnen de drie eerder genoemde domeinen.

OLR10) Kan initiatief en verantwoordelijkheid nemen om innovaties uit het brede onderzoeks- en onderwijsveld zelfstandig en in samenwerkingsverband actief te zoeken, te ontwikkelen op basis van wetenschappelijk onderzoek en uit te voeren op groeps- en organisatieniveau.

OLR11) Kan zich autonoom en proactief documenteren over juridische en administratieve aspecten van het leraarschap en kan hieruit zowel zijn/haar eigen rechtspositie en deontologie, als die van de lerenden, afleiden en duiden.

OLR 12) Heeft een gevorderde kennis en inzicht in de twee wetenschappelijke domeinen die in de master zijn opgenomen, zijnde gezondheidswetenschappen en biologie (met inbegrip van de bredere natuurwetenschappelijke context) en is in staat om deze al dan niet geïntegreerd toe te passen.

OLR 13) Hanteert de gespecialiseerde vakterminologie vanuit de eigen gezondheidsweten-schappelijke subdiscipline, zowel schriftelijk als mondeling, en heeft hier aandacht voor in de dagelijkse onderwijspraktijk.

OLR 14) Kan op basis van zijn/haar expertise in de gezondheidswetenschappelijke subdiscipline collega’s, leerlingen/studenten opleiden door te fungeren als vakinhoudelijk rolmodel binnen en buiten de fysieke klascontext (stagebegeleider bij werkplekleren).

OLR 15) Heeft inzicht en gespecialiseerde vaardigheden in de praktische aspecten die verbonden zijn met de uitoefening van de diverse zorgberoepen in het domein van de gezondheidswetenschappen.

OLR 16) Is in staat om probleemoplossend klinisch te redeneren in de praktijk van de zorgverlener.

OLR 17) Heeft inzicht in en is in staat om de ethische, juridische en deontologische kaders die belangrijk zijn bij de beroepsuitoefening van de zorgverlener, toe te passen.

OLR 18) Kan de rol van zorgverlener, al dan niet in een multidisciplinaire werkomgeving, en de interactie met de patiënt kritisch plaatsen.

OLR 19) Is in staat om gespecialiseerde (bio)medische vakliteratuur (met aandacht voor ‘evidence-based’) doelgericht op te zoeken, kwalitatief te beoordelen, te verwerken, te interpreteren en de vertaalslag te maken binnen onderwijsonderzoek of ter integratie in de eigen onderwijspraktijk (waaronder het ontwikkelingen van leermateriaal).

OLR 20) Is in staat om helder, doeltreffend en op wetenschappelijk onderbouwde wijze, schriftelijk en mondeling met verschillende doelgroepen (gaande van leek tot expert in het vakdomein) te communiceren.

OLR 21) Is in staat om de huidige kennis en vaardigheden up-to-date te houden via het aanwenden van de geschikte informatiebronnen.

Bindende vormingsdoelen

Vormingsdoel 1: Heeft interesse, is nieuwsgierig en neemt de attitude aan van levenslang leren inzake snel evoluerende ontwikkelingen in de gezondheidszorg (waaronder technologische innovaties zoals artificial intelligence, augmented en virtual reality).

Vormingsdoel 2: Is bereid om kritisch te reflecteren over en toont een intellectuele belangstelling voor actuele en (beleids)beslissingen aangaande de gezondheidszorg en toont de bereidheid om hierover beredeneerd te communiceren.

Vormingsdoel 3: Toont de bereidheid om op een professionele manier constructief samen te werken in multidisciplinaire en interprofessionele teams.

Vormingsdoel 4: Getuigt ervan aandacht te hebben voor en een positieve bijdrage te willen leveren aan de mentale, sociale en fysieke gezondheid van leerlingen en collega’s in de klas- en schoolcontext.

Vormingsdoel 5: Toont respect en interesse voor de rol van de verschillende disciplines van zorgverleners in het zorgsysteem.

1) De educatieve master in de gezondheidswetenschappen beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en binnen het algemene pedagogisch-onderwijskundige domein, met aandacht voor creativiteit en duurzaamheid.  Hij/zij is daarbij in staat om te reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsvisie en -praktijk en deze kritisch te bevragen en bij te sturen.

 

2) De educatieve master in de gezondheidswetenschappen erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit (onder meer binnen grootstedelijke contexten), ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan, en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.

 

3) De educatieve master in de gezondheidswetenschappen ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling voor de vakdiscipline, vakdidactiek en het algemeen pedagogisch-onderwijskundig domein inzake zijn/haar educatieve handelen, en toont daarbij bereidheid en enthousiasme om te innoveren.

 

4) De educatieve master in de gezondheidswetenschappen zich voor actualiteit en voor onderwijs in het algemeen, en is gepassioneerd en geëngageerd voor het vakgebied en het educatieve handelen.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_EMA_Gezondheidswetenschappen.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Educatieve master in de gezondheidswetenschappen (Leuven)

programma

Het programma verandert in het academiejaar 2024-2025. Voor studenten ingeschreven vóór het academiejaar 2024-2025 geldt het volgende:

-   Met ingang van 2024-2025 schrijven studenten in in het nieuwe curriculum en werken het opgenomen studietraject af. Verworven credits worden behouden en aangevuld met opleidingsonderdelen uit het nieuwe curriculum.
-   Het programma is niet zwaarder, noch uitgebreider. In een aantal gevallen zijn er overgangsmaatregelen (uitdovende opleidingsonderdelen uit het oude curriculum) mogelijk: indien zo, dan worden deze vermeld in de programmagids en gecommuniceerd via Toledo.

In geval van vragen bij het samenstellen van het individueel studieprogramma neemt de student contact op met de studieloopbaanbegeleider.

Studenten die al een creditbewijs hebben verworven voor een opleidingsonderdeel dat deel uitmaakt van het programma van een EM, kunnen hiervoor een vrijstelling aanvragen. Dat geldt ook voor keuzevakken in de EM.

Studenten kunnen opleidingsonderdelen van andere vestigingsplaatsen in hun studieprogramma opnemen. Voor een aantal keuzeopleidingsonderdelen wordt het toegelaten aantal studenten beperkt. Indien dit van toepassing is wordt dit vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel.

printECTS33.xsl

ECTS Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A01D9A)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De studenten verwerven de kennis en de geijkte terminologie omtrent de problematiek van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit. Welke elementen en dynamieken constitueren de collectieve identiteit van een onderwijsinstitutie? Waaruit bestaat de specificiteit van een katholieke schoolidentiteit? Hoe verhouden zich katholieke identiteit en levensbeschouwelijke pluraliteit? Voor welke uitdagingen ziet het Vlaamse onderwijs zich vandaag geplaatst, en wat is de aanleiding van de huidige crisis? Welke theoretische opties dienen zich aan om deze uitdagingen van antwoord te dienen? 
  • De studenten vormen zich tot bekwame analisten en interpretatoren van levensbeschouwelijke/katholieke identiteit van hun school (descriptieve analyse en interpretatie van de werkelijkheid). Ze leren om de identity markers, die de typische eigenheid van een onderwijsinstitutie bepalen, te herkennen, te interpreteren, en aan anderen te communiceren.
  • De studenten bekwamen zich in het efficiënt reflecteren en zinvol oordelen over de normativiteit van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit (normatieve beoordeling van de werkelijkheid).
  • De studenten worden uitgenodigd een eigen houding te ontwikkelen ten aanzien van de identiteit van een school. Van hen wordt verwacht hun visie op de levensbeschouwelijke identiteit van de school te bereflecteren, te verdiepen, en te confronteren met de normatieve visie van het katholiek onderwijs in Vlaanderen.
  • De studenten verwerven de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatief perspectief, in concrete situaties mee vorm te geven aan levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.

Begintermen

  • Bereidheid tot kritische reflectie en persoonlijke vorming, met het oog op het verder ontplooien van een eigen visie op levensbeschouwelijke schoolidentiteit, in dialoog met de visie uit de cursus.
  • Basis computervaardigheden zijn wenselijk.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theologie, Religie en Onderwijs (B-KUL-A01D9a)

5 studiepunten : Opdracht 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Studenten worden in dit vak uitgedaagd om diepgaand kennis te maken met het empirische identiteitsonderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit zoals dat aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen vorm kreeg. Dit identiteitsonderzoek werd theoretisch en empirisch ontwikkeld binnen het Centrum Academische Lerarenopleiding Theologie en Religiewetenschappen in de context van het ‘Enhancing Catholic School Identity Project (ECSI)’ in opdracht van de Catholic Education Commission of the Australian federal state of Victoria (CECV). De focus van dit onderzoek is de levensbeschouwelijke identiteit van onderwijsinstellingen, die vandaag voor de uitdaging staan om hun identiteit te recontextualiseren in een detraditionaliserende en pluraliserende samenleving. Het is dit onderzoek waarbinnen het concept ‘katholieke dialoogschool’ tot stand kwam dat intussen ook in Vlaanderen is overgenomen als basis voor de identiteit van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
  • Studenten verkennen de theoretische identiteitsmodellen die aan de grondslag liggen van dit onderzoek, en worden geïntroduceerd in de typologische attitudeschalen verbonden met deze modellen. De studenten verwerven inzicht in de componenten en dynamieken van levensbeschouwelijke schoolidentiteit, en een praktische vertrouwdheid met de gehanteerde empirische methodologie.
  • Studenten worden in dit vak, doorheen deze online webmodule, uitgedaagd te reflecteren over persoonlijke, professionele en institutionele identiteit. De studenten worden telkens uitgenodigd standpunt in te nemen ten aanzien van deze identiteitsmodellen, om vervolgens hun visie te verdiepen en te confronteren met de normatieve theologische visie (cfr. hierboven).

Studiemateriaal

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

  • Een online webmodule, een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’ bestaande uit 5 grote delen, introduceert de student stapsgewijs in het denken rond levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit, aan de hand van ervaringsgerichte oefeningen, empirisch onderzoek, literatuur, verdiepende reflectieoefeningen, enzovoort. 
  • Bij het begin van elk deel van de online webmodule wordt een cursus reader voorzien, met enerzijds verplichte literatuur ter ondersteuning en anderzijds optionele literatuur ter verdieping van de inhoud van de cursus.
  • De studenten verkrijgen hun eigen resultaat inzake de drie theoretische identiteitsmodellen (PKG Schaal, Melbourne Schaal, Victoria Schaal) op basis van de ingevulde vragenlijsten. De studenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de resultaten van de eigen schaalresultaten aan de docent te bezorgen (didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.
  • Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting onderwijstaal

De gehanteerde MOOC is volledig in het Nederlands vertaald.

Toelichting werkvorm

  • De studenten verwerven in dit vak kennis en competenties door het volgen van een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’. Deze MOOC (Massive Open Online Course) met beeldmateriaal, kennisclips, vragenlijsten, oefeningen, casussen en feedback wordt in zelfstudie doorlopen. De MOOC is een digitale leeromgeving, waarbij de student autonoom leert en reflecteert over het theoretisch en empirisch onderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.
  • In een gemeenschappelijke startvergadering wordt de opzet van het vak en deze werkvorm toegelicht. Elke student krijgt een persoonlijke begeleider van het Centrum Academische Lerarenopleiding godsdienst.
  • Na de startvergadering kan de student van start gaan met het doornemen, verwerken en invullen van de online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC.
  • Er worden feedbackmomenten voorzien waarin de student individueel vragen en bedenkingen kan bespreken en waarin samen gereflecteerd kan worden over het afgelegde traject. De student is verplicht minstens één feedbackmoment in te bouwen en kan maximaal drie feedbackmomenten opnemen. Een feedbackmoment kan telkens worden aangevraagd indien de student één deel van de MOOC heeft afgewerkt, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) en/of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • Het opleidingsonderdeel mondt uit in een examengesprek met de betrokken docent. Op het examen krijgt de student empirische data en casussen voorgelegd en worden de persoonlijke resultaten van de student van de verschillende schalen besproken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A21D9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Computer, Cursusmateriaal

Toelichting

Evaluatievorm

  • Type: Permanente evaluatie in combinatie met een examengesprek tijdens de examenperiode
  • Evaluatievorm: procesevaluatie, productevaluatie en mondeling examen
  • Vraagvormen: open vragen
  • Leermateriaal: online webmodule en bijhorende cursus reader

 

Het eindresultaat komt tot stand op basis van de volgende soorten evaluatie:

  • Proces- en productevaluatie (inzet en online module): 30%
  • Mondeling examen: 70%

De proces- en productevaluatie houdt rekening met de volgende twee elementen en wordt beoordeeld door de begeleider:

  • Motivatie van de student, het nakomen van afspraken, het volgen van richtlijnen, het nemen van de eigen verantwoordelijkheid voor dit zelfstudietraject, en de stiptheid en de kwaliteit van de communicatie met de begeleider.
  • De inhoud en vorm van het afgelegde traject: de mate waarin inzicht, kennis en competenties verworven werden, de wijze waarop men in staat is dit te communiceren, enzovoort.

Het mondelinge examengesprek peilt naar de kennis en de verwerking van de leerinhouden die aangeboden worden door de webmodule (cognitief, intellectueel), alsook naar de persoonlijke toeëigening van de leerinhouden en de persoonlijke groei van de student(e) (persoonlijk, existentieel). Het mondeling examen bestaat uit drie elementen: de bespreking van grafieken, van casussen en de eigen resultaten op de verschillende schalen. De student dient bij het examen de eigen resultaten van elke schaal (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) op papier mee te nemen. 

 

Tijdslijn

Na de startvergadering kan de webmodule doorlopen worden. Wanneer één onderdeel van de module voltooid is, kan men een feedbackmoment aanvragen. Men is verplicht minstens één feedbackmoment aan te vragen. Maximaal kunnen er drie feedbackmomenten plaatsvinden. De online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC, moet afgewerkt zijn uiterlijk de maandag voor de examenperiode waarin men een punt wenst te behalen. Vervolgens vindt een examengesprek plaats tijdens de gekozen examenperiode.

De student vraagt tijdig een feedbackmoment via e-mail aan bij zijn/haar begeleider. Hierbij dient de student rekening te houden met de volgende zaken:

  • Bij het aanmaken van een account voor de online webmodule wordt gevraagd om gebruik te maken van de studentenmail. Wanneer een feedbackmoment wordt aangevraagd, dient de student duidelijk te vermelden met welk e-mail adres hij/zij gebruik maakt van de module. Op die manier kan de begeleider het traject van de student inkijken en de gepaste begeleiding geven bij het feedbackmoment.
  • De student geeft duidelijk aan over welk deel van de MOOC hij/zij een feedbackmoment wil plannen, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • De student zorgt ervoor dat, bij het aanvragen van een feedbackmoment, het desbetreffende deel is afgewerkt zodat de begeleider dit deel van de MOOC volledig kan inzien en doornemen.
  • Ter voorbereiding van het feedbackmoment formuleert de student 3 vragen met betrekking tot het deel van de MOOC dat besproken wordt. Deze 3 vragen worden via e-mail mee doorgestuurd naar de begeleider. Deze 3 vragen worden besproken tijdens het feedbackmoment.

Startvergadering

Maandag 30-09-2024, 14.00-16.00u, MTC 02.15

 

Individuele feedbackmomenten
De student is verantwoordelijk om tijdig een afspraak te maken met de eigen modulebegeleider voor een feedbackmoment. Per e-mail maakt de student een afspraak met zijn/haar begeleider en vermeldt daarbij duidelijk over welk deel van de module de student feedback wenst te verkrijgen. Uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan het feedbackmoment heeft de student het desbetreffende deel van de module afgewerkt. 
 

Deadlines examenperiode (afwerken van de module)

  • Eerste examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Tweede examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Derde examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode

De student dient de Nederlandstalige versie van de MOOC volledig te hebben afgewerkt ten laatste de maandag van de week voor de start van de examenperiode waarin de student het examen wil afleggen en een punt wenst te behalen. De student laat ten laatste op die maandag voor de examenperiode aan zijn/haar begeleider weten dat de cursus volledig doorlopen is, zodat de begeleider het afgelegde traject van de student kan beoordelen (proces- en productevaluatie). Dit gebeurt via e-mail aan de begeleider, met de titularis in cc. De student is verantwoordelijk voor het vragen van bevestiging van ontvangst.

In de gekozen examenperiode volgt een examengesprek waarin het afgelegde traject beoordeeld wordt.

Belangrijk: de eigen grafiekresultaten (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) worden 5 werkdagen voor het examen elektronisch ingeleverd (via e-mail aan didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.

ECTS Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00A)

3 ECTS English 30 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
Holz Oliver (coordinator) |  N. |  Holz Oliver (substitute)

Aims

For this course a numerus clausus is in action, therefore students cannot add the course to their individual study programme themselves. Students who want to take the course, can send a message to the Internationaloffice.feb@kuleuven.be with the subject ‘Teacher Education in an International Perspective’. In the message you state that you want to follow the course and you include your student number and the programme you are enrolled in. As the number of participants is capped, additional selection criteria may apply.

Learning Outcomes:

The student

...has knowledge and scientific insight into general pedagogical-educational frameworks.
…can take a substantiated position on, and actively participate in and contribute to, national and international public debate on current social topics and developments.
…can take initiative and responsibility to independently and actively seek out innovations from the broad field of research and education, to develop them on the basis of scientific research and to implement them at a group and organizational level.

Training objectives:

The student

...has a scientific, investigative approach to their own discipline, teaching methodology and within the general pedagogical-educational domain, with a focus on creativity and sustainability. They are able to reflect on their own educational vision.
…develops a curious attitude in the context of continuous professional development in his/her discipline, didactics and the general pedagogical-educational domain regarding their educational development, showing willingness and enthusiasm to innovate.
...is interested in current affairs and education in general.

Previous knowledge

The LU Leuven student has completed LIMBO 1 or a similar course (to be checked by the teaching staff) and acquired basic knowledge of general pedagogical subjects. The student can also follow LIMBO 1 or a similar course at the same time.

The student is able to understand and interpret results from recent education research and teaching methodology research. The student appreciates the usefulness of such research, but the student also understands that introducing results from education research into the specific education practice (and in specific school subjects) demands a translation procedure and making a comparative assessment.

The student is capable of and willing to study, critically assess and form their own viewpoint about recent developments and challenges with regard to the profession of teacher, the school organisation and the relation between education and society on the basis of theoretical frames and scientific research. Furthermore, the student is capable of and willing to enter into a conversation about their own viewpoint and to adjust this viewpoint if necessary on the basis of new insights.

The student is capable of and willing to develop their own viewpoint in a nuanced and substantiated manner with regard to current matters in the following domains: pedagogical-educational (e.g. vision on learning and support of that), social-political (e.g. visions on education and school policy, relation freedom-control), socio-economic (e.g. education equality, visions and initiatives around that, aspects around diversity), ideological (e.g. pedagogical freedom and diversity) and cultural-scientific (e.g. role of expertise, meaning of educatioal quality).

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS( P0V17A ) OR SIMULTANEOUS( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00a)

3 ECTS : Lecture 30 Second termSecond term
N. |  Holz Oliver (substitute)

Content

The course ‘Teacher Education in an International Persepctive’ will be organized as a Blended Intensive Programme, a sub-programme within the Erasmus program 2021-27.

In addition to students from KU Leuven (educational master), students from 6 teacher training programmes from 5 countries will participate. The foreign students come from Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa.

The OPO consists of a virtual preparation, a contact week in Helsinki (financial supported by the Erasmus+ programme) and a virtual post-processing.

More information about the virtual preparation and post-processing of the course can be found in the explanation of the didactical approach.

The 30 contact hours are set up from Monday 17 to Friday 21 March 2024.

Monday 17 March 2025:

  • Welcome 
  • European integration and collaboration in (teacher) education 
  • Introduction to the week assignment

Tuesday 18 March 2025:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Wednesday 19 March 2025:

  • School visits
  • Visit Helsinki
  • Dinner in Helsinki

Thursday 20 March 2025:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Friday 21 March 2025:

  • Innovation: digital education    
  • Cases 4 Europe
  • Groups meeting with a first sharing ideas of assignment in a workshop

10 Flemish students can register in this course.

Course material

Provided by the (guest) lecturers and made available on Toledo.

Language of instruction: more information

During the blended intensive programme, students from the EM’s KU Leuven and students from Cologne, Enschede, Helsinki, Oslo, Stellebosch and Utrecht can participate.

English as a language of instruction is necessary.

Format: more information

Individual assignment - Presentation - Report

The Blended Intensive Programme ‘Teacher Education in an International Perspective’ consists of

  • a virtual preparation
  • contact hours in March 2025 in Helsinki
  • a virtual post-processing

During the preparation, 2 online moments will be provided (end of February and beginning of March 2025). During the first online contact moment, students get to know each other and get an introduction to the course is provided (objectives, programme, study material, evaluation, etc.).

Students study their own education system and their teacher training, as well as the education system and teacher training in Belgium. During the second contact moment, the students are introduced to

  • the education system in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • the teacher training courses in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • current educational aspects

The contact hours will be set up between 17 and 21 March 2025 (see explanation content). At the end of the contact week, students present their preliminary results to each other.

After the contact week, the students continue to work on their assignment in groups.

During an online moment after the contact week, students present the final results of the assignment to each other and submit a report on their further processing.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D2A00a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Report, Presentation, Participation during contact hours
Learning material : Course material

Explanation

Evaluation characteristics

During an online session, the students present their results regarding the assignment.

The students submit the group report at the latest 7 days after the moment of return.

Determination final result

Evaluation structure – scale 1 to 20

Information about retaking exams

The features of the evaluation and determination of grades are identical to those of the first examination opportunity, as described in the tab 'Explanation'.

ECTS Farmacologie en farmacokinetiek (B-KUL-E03N6A)

7 studiepunten Nederlands 50 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Het doel van dit opleidingsonderdeel is dat je inzicht krijgt in het werkingsmechanisme van de verschillende klassen geneesmiddelen en hun gebruik. Het is daarbij niet de bedoeling en ook niet mogelijk om exhaustief te zijn. Toch wil dit onderdeel je een kader bieden om nieuwe gegevens gemakkelijk te kunnen plaatsen en assimileren. 

Begintermen

Celbiologie, biochemie, pathofysiologie, inzichten in pathologie en anatomie behoren tot de noodzakelijke voorkennis voor dit opleidingsonderdeel.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(SOEPEL(E08C0A) OF SOEPEL (U01D0A)) EN (SOEPEL(E07C9B) OF SOEPEL (U01D1A))


E08C0AE08C0A : Neurofysiologie
U01D0AU01D0A : Neurofysiologie
E07C9BE07C9B : Ontstaansmechanismen van ziekten
U01D1AU01D1A : Ontstaansmechanismen van ziekten


Onderwijsleeractiviteiten

Farmacologie en farmacokinetiek (B-KUL-E03N6a)

7 studiepunten : College 50 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

- Inleiding tot de farmacologie
- Ontwikkeling (inclusief notie van 'rational drug design'); evaluatie van nieuwe geneesmiddelen (o.a. bioassay); bondig overzicht van procedure van registratie en terugbetaling
- Farmacokinetiek:
  •          inzicht in de kinetische processen van absorptie, distributie en eliminatie
  •          biotransformatie/metabolisme van geneesmiddelen
- Farmacodynamiek en receptoren (beperkt aangezien mechanisme van receptoren uitgebreid in celbiologie en biochemie wordt gezien)
- Toxicologie (bondig):
  •          algemene begrippen
  •          toxiciteit van geneesmiddelen: mechanismen
- Farmacologie, met vooral aandacht voor werkingsmechanismen van de verschillende groepen van farmacologische middelen (niet de individuele stoffen) i.v.m.:
  •          het autonoom en perifeer zenuwstelsel
  •          het centraal zenuwstelsel
  •          het cardiovasculair stelsel
  •          het hormonaal systeem
  •          pijn, koorts, inflammatie en immuunafweer
  •          kanker
  •          hyperlipidemie
  •          stollingsstoornissen
  •          gastrointestinale aandoeningen
- Biotechnologische geneesmiddelen (o.a. monoclonale antilichamen)

Studiemateriaal

Engelstalige cursus (verplicht), door docenten geschreven en uitgegeven via Medica, beeldmateriaal (Powerpoint-presentaties op Toledo; verplicht of verdiepend), wetenschappelijke artikels (op Toledo; verplicht of verdiepend).


 

Toelichting werkvorm

Tijdens de colleges luister je actief en maak je notities. Gebruik van de presentaties (beschikbaar in Toledo) kunnen het noteren vergemakkelijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Farmacologie en farmacokinetiek (B-KUL-E23N6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

U legt bij één van de docenten het volledige pakket farmacologie en farmacokinetiek af.

Het examen is mondeling met schriftelijke voorbereiding gedurende ongeveer 30 minuten.

U wordt enkel beoordeeld op basis van uw mondelinge uitleg en er wordt een globale score voor het ganse examen toegekend.

Toelichting bij herkansen

Idem als in de eerste zittijd.

ECTS Pharmaceutical Medicine (B-KUL-E03N9A)

5 ECTS English 36 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
de Hoon Jan (coordinator) |  Allegaert Karel |  Spriet Isabel |  de Hoon Jan

Aims

Pharmaceutical medicine can be defined as the discipline that is concerned with the medical aspects of discovery, research, development, evaluation, registration, monitoring, and marketing of medicines (pharmaceuticals, biologicals) in the interests of patients.

Pharmaceutical Medicine is a young scientific field involving a wide range of disciplines and people with different educational backgrounds.

At the end of this course the student will have insight into the following topics:

  • Discovery and development of new medicines (from molecule to medicine)
  • Clinical drug development: different phases of drug development (pre-clinical and clinical)
  • Types of clinical and scientific studies with regards to drugs
  • Regulatory issues regarding the development of new drugs: (inter)national guidelines and laws regarding clinical trials as well as registration and marketing of new drugs
  • Drugs and society: specific issues regarding regulations of drugs, drug distribution, drug information, drug treatment and financing of drug treatment in Belgium
  • Capita selecta: pharmacology in high risk groups, biologicals and vaccines

Previous knowledge

Basic concepts of physiology, biostatistics, toxicology and pharmacology.

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS(E03N6A) OR SIMULTANEOUS(E07U0A)


E03N6AE03N6A : Farmacologie en farmacokinetiek
E07U0AE07U0A : Pharmacology and Pharmacokinetics


Onderwijsleeractiviteiten

Pharmaceutical Medicine (B-KUL-E03N9a)

5 ECTS : Lecture 36 Second termSecond term

Content

Pharmaceutical medicine can be defined as the discipline that is concerned with the medical aspects of discovery, research, development, evaluation, registration, monitoring, and marketing of medicines (pharmaceuticals, biologicals) in the interests of patients.

Pharmaceutical Medicine is a young scientific field involving a wide range of disciplines and people with different educational backgrounds.

At the end of this course the student will have insight into the following topics:

  • Discovery and development of new medicines (from molecule to medicine)
  • Clinical drug development: different phases of drug development (pre-clinical and clinical)
  • Types of clinical and scientific studies with regards to drugs
  • Regulatory issues regarding the development of new drugs: (inter)national guidelines and laws regarding clinical trials as well as registration and marketing of new drugs
  • Drugs and society: specific issues regarding regulations of drugs, drug distribution, drug information, drug treatment and financing of drug treatment in Belgium
  • Capita selecta: pharmacology in high risk groups, biologicals and vaccines

Course material

The course material consists of: course notes, important guidelines and laws are provided as pdf, slides from the lectures are available as well as many references to important articles.

Format: more information

Interaction during the courses: taking notes, creative thinking and discussions, asking questions

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Pharmaceutical Medicine (B-KUL-E23N9a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Multiple choice, Open questions
Learning material : None

Explanation

The exam is an exclusively written exam.

The questions will be a combination of open questions, questions which require insight, statements to be analysed and multiple choice questions (with correction for guessing).

ECTS Ziekenhuishygiëne (B-KUL-E0D22A)

5 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Het doel van dit opleidingsonderdeel is toekomstige leidinggevenden in de gezondheidszorg een brede basis te geven in een belangrijke pijler van kwaliteitszorg, de ziekenhuishygiene. De student in staat om:

- in team een epidemie te herkennen en de eerste maatregelen in te stellen en een epidemiologische investigatie te steunen.

- een procesanalyse op te starten, zijn team te informeren en kwaliteitsbevorderende maatregelen te implementeren en te bewaken.

- de vormen van ziekenhuisinfecties, de bronnen en transmissiewegen en de preventieve maatregelen (handhygiëne en isolatiebeleid) ter voorkoming van ziekenhuisinfecties te kunnen vergelijken en epidemiologische gegevens te analyseren.

- strategieën inzake gezondheidsvoorlichting en –bevordering m.b.t. ziekenhuishygiëne te benoemen en toepassen

Begintermen

De student dient de competenties van een bachelor verpleegkunde/vroedkunde te beheersen

Onderwijsleeractiviteiten

Ziekenhuishygiëne (B-KUL-E0D22a)

5 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Hospitalisme

Definities, vormen en verwekkers van ziekenhuisinfecties

Epidemiologie van ziekenhuisinfecties (bronnen en transmissiewegen)

Registratie van ziekenhuisinfecties

Preventie van infecties

  • principes van de handhygiëne en asepsie
  • isolatiebeleid
  • reiniging, ontsmetten en sterilisatie van medisch en verpleegkundig materiaal

Studiemateriaal

Cursus : Ziekenhuishygiëne, ACCO

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ziekenhuishygiëne (B-KUL-E2D22a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

  • Mondeling examen ( 50% van de punten) met open vragen
  • Papers (50% van de punten) . Deze worden besproken op het mondeling examen. Het niet maken van deze papers leidt automatisch tot een onvoldoende op het OPO. De papers dienen meegebracht te worden op het examen. De vorm en inhoud worden tijdens de hoorcolleges toegelicht.

 

NOTA : Studenten die het certificaat van verpleegkundig ziekenhuishygiënist wensen te behalen dienen verplicht dit OPO op te nemen als keuzevak. Dit OPO kan uiteraard ook gewoon opgenomen worden als keuzevak.

ECTS Toegepaste farmacologie (B-KUL-E0G47A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Casteels Minne (coördinator) |  Casteels Minne |  Smits Anne

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten van de opleiding

OLR 1: Kan gezondheidsgegevens correct verzamelen, gebruiken en interpreteren
OLR 8: Heeft een doorgedreven kennis van de medische, psychosociale, farmacologische en omgevingsfactoren die de gezondheidstoestand van patiënten positief of negatief beïnvloeden

 

Op het einde van dit opleidingsonderdeel gelden volgende leerdoelen

  • Kent de basismechanismen van geneesmiddelenactie en een basiskennis van de farmacologische effecten, bijwerkingen en therapeutische indicaties van de belangrijkste klassen van geneesmiddelen. 
  • Kan risicofactoren inschatten met betrekking tot klinisch relevante (medicamenteuze) interacties en contra-indicaties (bij inzonderheid risicogroepen). 
  • Kan een keuze maken uit een gamma bestemd voor zelfmedicatie en kan deze medicatie plaatsen in een geheel van therapeutische mogelijkheden. 
  • Kan zinvolle instructie geven over medicatie wat betreft (uit)werking en toedieningsmodaliteiten
  • Kan farmacotherapeutisch mee redeneren met de arts en de apotheker
  • Kan een bijsluiter volledig en correct interpreteren.
  • Heeft inzicht in het gebruik van geneesmiddelen, de manier van toediening en de reden daarvoor.
  • Kent de groepen farmaca die bij frequent voorkomende ziekten worden gebruikt en verstaat de rationale daarvoor.
  • Begrijpt het belang van interacties, bijwerkingen en van de individuele keuze van een specifiek geneesmiddel voor de patiënt

Begintermen

Basisinzichten in celbiologie, ziektemechanismen en ziekteleer en beperkte inzichten in pathologie en anatomie

Identieke opleidingsonderdelen

E0E26A: Toegepaste farmacologie

Onderwijsleeractiviteiten

Toegepaste farmacologie (B-KUL-E0G47a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

 Enkele algemene begrippen in de farmacologie.

  • farmaceutische fase,
  • farmacokinetische fase en farmacokinetiek,
  • absorptie,
  • distributie,
  • eliminatie,
  • interacties tussen geneesmiddelen
  • kwantitatieve begrippen van farmacokinetiek,
  • farmacodynamische fase,
  • toedieningswijzen
  • geneesmiddelenvormen

 

Geneesmiddelenkennis: toepassing van geneesmiddelenkennis voor belangrijke patiëntengroepen en therapieën.

  • cardiovasculaire problemen,
  • pijn,
  • diverse respiratoire pathologieën,
  • diabetes mellitus,
  • gastrointestinale aandoeningen,
  • psychofarmaca,
  • glucocorticoïden,
  • supportieve behandeling bij kanker,
  • geneesmiddelen bij risicogroepen: zwangeren, ouderen, kinderen, lever- en nierinsufficiëntie
  • aspecten i.v.m. regelgeving.

 

Casuïstiek en praktische aanbevelingen

Studiemateriaal

Zelf geschreven cursus, via toledo ter beschikking gesteld, en powerpoint slides. De lessen worden, wanneer mogelijk,  opgenomen via weblectures.

Toelichting werkvorm

Actief hoorcollege. Studenten nemen notities, worden bevraagd en stellen vragen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Toegepaste farmacologie (B-KUL-E2G47a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De beoordeling bestaat uit een schriftelijk examen met open vragen

Toelichting bij herkansen

Het examen in de derde examenperiode bestaat uit een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.

ECTS Taalverwerving (B-KUL-F0AR5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

 

- Inzicht verwerven in 'taalverwerving' vanuit een linguïstische, cognitiepsychologische en sociolinguïstische invalshoek.
- Vertrouwdheid verwerven met de concepten en constructen die centraal staan in het onderzoeksdomein 'tweede- en vreemdetaalverwerving'
- Vertrouwdheid verwerven met gangbare onderzoeksmethoden en onderzoeksdesigns in het domein 'tweede- en vreemdetaalverwerving'
- De vaardigheid verwerven om zelf een onderzoeksvraag met betrekking tot taalverwerving in een schoolse context te formuleren en er een passend onderzoeksdesign voor voor te stellen.
- De vaardigheid verwerven om relevante onderzoeksliteratuur te vinden in relevant bibliografische databanken en die in het licht van de cursusinhouden te bespreken.

 

Begintermen

Het eerste jaar van de academische bachelor in de Taal- en Letterkunde of de Taal- en regiostudies met succes hebben afgerond.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taalverwerving (B-KUL-F0AR5a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus vertrekt van de inhouden die worden aangereikt in het cursus boek: Saville-Troike, M. & Barto, K. (2017) Introducting Second Language Acquisition (3rd edition). Cambridge: CUP. Daarnaast gaat de cursus in op een aantal methodologische aspecten van taalverwervingsonderzoek. 

De thema's die aan bod komen zijn:
1. Inleiding tot de tweede/vreemdetaalverwerving.
2. De fundamenten van tweede/vreemdetaalverwerving.
3. Tweede/vreemdetaalverwerving uit linguïstisch perspectief.
4. Tweede/vreemdetaalverwerving uit cognitie-psychologisch perspectief
5. Tweede/vreemdetaalverwerving uit sociologisch perspectief
6. Taalverwerven uit functioneel perspectief
7. De rol van onderwijs in tweede/vreemdetaalverwerving.
8. Onderzoek naar tweede/vreemdetaalverwerving: inleiding tot de methodologie van SLA onderzoek.
 

Studiemateriaal

Saville-Troike, M. & Barto, K. (2017) Introducing Second Language Acquisition (3rd edition). Cambridge: CUP.
Slides bij de cursus, na elke les gepost op Toledo.
 

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met opdrachten

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Taalverwerving (B-KUL-F2AR5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk

Toelichting

Mondeling examen: de vragen peilen naar

  • kennis van terminologie i.v.m. taalverwervingsonderzoek;
  • inzicht in de samenhang tussen cursusonderdelen;
  • het vermogen om zelf een passend onderzoeksdesign voor een opgegeven onderzoeksvraag voor te stellen

Minipaper

De student select één recent empirisch onderzoeksartikel en bespreekt dat artikel kritisch in het licht van de cursusinhouden.

Het examencijfer wordt als volgt samengesteld:
75% mondelinge examen
25% minipaper

Beide examenonderdelen moeten worden afgelegd om te kunnen slagen. Te laat ingediende minipapers krijgen een 0.

ECTS Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F0VH5A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

  • Inzicht verwerven in de plaats van CALL binnen de toegepaste taalkunde, in recente tendensen binnen deze discipline, in de methodologie van het CALL onderzoek.
  • In staat zijn de diverse types CALL-applicaties kritisch te beoordelen op basis van inzichten uit het CALL-onderzoek.
  • In staat zijn de resultaten van lopend ontwikkel- en effectiviteitsonderzoek te analyseren en hun implicaties voor taalverwerving en taaldidactiek correct in te schatten.

 

Begintermen

  • Actieve gebruiker van ICT-toepassingen (Internet, tekstverwerking, presentatiesoftware, etc.)
  • Geen technische computerskills (bv. programmeren) vereist

 

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZG3A: Computer assisted language learning
F0ZG2A: Computer assisted language learning

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F0VH5a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

8 modules, waarvan drie basismodules (1-3) en vijf verdiepende modules die ingaan op CALL voor een specifieke vaardigheid en/of technologie:

1. Afbakening en evolutie van het onderzoeksdomein CALL
2. Evaluatie, effectiviteit en methodologie
3. Recente tendensen
4. Oefenomgevingen
5. Natural Language Processing
6. Conversationele artificiële intelligentie
7. Audiovisuele input
8. Gaming

Studiemateriaal

  • Toledo-omgeving met modules.             
  • Volledig uitgewerkte syllabus onder de vorm van PPT-presentaties, opgave van secundaire literatuur en weblinks             
  • Stockman, Caroline - Desmet, Piet - Truyen, Fred. 2012. Lex-e-learn. Lexicon voor e-learning. Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Interactief hoorcollege op basis van kritische bespreking van presentaties en van vakliteratuur die in Toledo zijn opgenomen.

Om studenten van de verschillende educatieve masteropleidingen de kans te geven om dit vak te volgen, vinden de lessen online plaats, via technologieën voor hybride afstandsonderwijs. Je neemt live deel aan de les, hetzij in een fysiek lokaal van de KU Leuven, of op een andere plaats vanop je laptop/pc. Je hebt de mogelijkheid om in interactie te treden met de docent en met de andere studenten. Meer informatie vind je op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F2VH5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen bestaat uit een toelichting van de paper en enkele kennisvragen. 

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans van dit OPO wordt op dezelfde manier georganiseerd als de eerste.

ECTS Literatuur en onderwijs (B-KUL-F0VN4A)

6 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Inzicht verwerven in

  • de plaats van literatuur in onderwijs en maatschappij
  • de doelen van gebruik en studie van literatuur (in brede zin) in het onderwijs
  • het belang van literatuur (in brede zin) in leesonderwijs, leesmotivatie en leesbevordering
  • wetenschappelijk onderzoek over lezen, literatuur en onderwijs
  • verschillende benaderingen in literatuuronderwijs en literatuurdidactiek
  • de mogelijkheden van taal- en vak-overstijgend literatuuronderwijs

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Literatuur en onderwijs (B-KUL-F0VN4a)

6 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In dit vak worden de verschillende facetten van "literatuur en onderwijs" onderzocht. Zowel literatuur als literatuuronderwijs worden daarbij breed opgevat: zowel gebruik als studie van literaire teksten (in ruime in) in verschillende onderwijscontexten. We onderzoeken welke rol literaire teksten kunnen spelen in het onderwijs, welke doelen ze kunnen dienen, en hoe literaire teksten kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van kritische leesvaardigheid. Vervolgens gaan we dieper in op de ontwikkeling van "literair vaardig lezen" als overkoepelend doel voor het literatuuronderwijs: hoe kan deze ontwikkeling in kaart gebracht worden en hoe kunnen we lezers vormen die op een betrokken en kritische wijze kunnen omgaan met literaire teksten? We besteden ook aandacht aan de keuze van geschikte teksten, aan leesbevordering als schools project en aan vakoverschrijdende samenwerking rond literaire teksten.

 

Studiemateriaal

handboek Leerlingen en Literatuur. Hoe Vaardige lezers vormen. LannooCampus. 2021

 

 

Toelichting werkvorm

interactief college, met ruimte voor de inbreng van studenten vanuit hun eigen onderwijservaring of lespraktijk

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Literatuur en onderwijs (B-KUL-F2VN4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het gesloten schriftelijk examen telt mee voor drie vierde van het eindcijfer. De presentatie wordt tijdens het semester in kleine groepjes gegeven en telt mee voor een vierde van het eindcijfer.

 

Toelichting bij herkansen

Voor de herkansing wordt het resultaat van de presentatie overgedragen indien de student hiervoor slaagde.
Studenten die niet slaagden voor de presentatie kunnen online een nieuwe presentatie doorsturen. De verhouding blijft dezelfde: 3/4e op het examen en 1/4e op de presentatie.

ECTS Stage wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D64A)

6 studiepunten Nederlands 20 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

De student

  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in de vakken gekoppeld aan de vakdidactiek in de context van een secundaire school;
  • zoekt actief naar wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten en zet deze kritisch in bij het observeren van activiteiten die het groepsniveau overstijgen en bij het reflecteren hierover;
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren in de context van een secundaire school;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • kan gericht op zoek gaan naar een passende vakspecifieke nascholing en kan op basis hiervan zijn vakinhoudelijke en/of vakdidactische kennis en inzichten verder ontwikkelen;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en de opgenomen vakdidactiek (aardrijkskunde, biologie, bio-engineering, chemie, engineering en technologie, fysica, informatica of wiskunde) al verworven te hebben of gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(G0D31A) OF GELIJKTIJDIG(G0D32A) OF GELIJKTIJDIG(G0D33A) OF GELIJKTIJDIG(G0D34A) OF GELIJKTIJDIG(G0D35A) OF GELIJKTIJDIG(G0D36A) OF GELIJKTIJDIG(G0D37A) OF GELIJKTIJDIG(G0D49A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z03A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z04A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z05A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z24A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z06A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z07A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z08A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z09A) OF GELIJKTIJDIG(G0Z10A)


G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage wetenschappen en technologie (B-KUL-G0D64a)

6 studiepunten : Stage 20 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs (aso/kso/tso). De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observatie van 5 lessen, bij voorkeur verdeeld over twee graden;
  • voorbereiden en zelfstandig geven van minimaal 12 lessen met elk een duur van 50 min.

Het maximale aantal parallellessen bedraagt 4.
Minstens één van de stagelessen wordt bijgewoond door de stagebegeleider.
In de loop van de stage of aan het einde ervan wordt een terugkomsessie voorzien.

De student voert daarnaast een aantal vakspecifieke taken uit die gerelateerd zijn aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen. Hij/zij kiest ook voor minstens een vakspecifieke meso-activiteit zoals het begeleiden van een project onderzoekscompetentie, het uitwerken van een excursie of het vergelijken van leerboekmethodes. Hij/zij woont tevens een vakspecifieke nascholing bij en kiest voor het bijwonen van een schoolbrede meso-activiteit zoals een oudercontact, klassenraad of vakwerkgroepvergadering.

De student houdt een dossierportfolio bij waarin alle documenten in verband met de stage verzameld worden.
De student reflecteert over al de opdrachten en activiteiten in een groeiportfolio.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

Handleiding stage, formulieren en sjablonen op Toledo.
Alle documenten die voor deze stage relevant zijn.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er wordt tevens een terugkomsessie voorzien.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage wetenschappen en technologie (B-KUL-G2D64a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO Stage wetenschappen en technologie wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

• een dossierportfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan deze stage;

• een groeiportfolio waarin de student evalueert waar hij of zij staat in het beheersen van de basiscompetenties van de leraar en dit staven via elementen uit het dossierportfolio;

• de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;

• de stagebezoeken door de stagebegeleiders;

• de presentatie van het groeiportfolio en het eindgesprek met de stagebegeleiders/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de terugkomsessies in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid, d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen (vakmentor, stagebegeleider) leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders en de titularis van de betrokken vakdidactiek. Er wordt een cijfer toegekend voor de stage, het dossierportfolio en het groeiportfolio. Het cijfer voor het OPO is een gewogen rekenkundige gemiddelde van deze cijfers (met de gebruikelijke afrondingsregels), maar als minstens een van deze cijfers onvoldoende is, is het cijfer voor het OPO hoogstens 9/20. De student moet dus voor elk van de activiteiten slagen om te slagen voor het OPO.

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het dossier/groeiportfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Inleiding in de ecologie en evolutie (B-KUL-G0L65A)

3 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester
Declerck Steven (coördinator) |  Declerck Steven |  N.

Doelstellingen

De studenten verwerven een basis in ecologisch en evolutionair denken. Ze zijn in staat de samenhang tussen organismen en hun milieu te situeren en te begrijpen, en hebben een eerste inzicht verworven in de manieren waarop deze samenhang kan worden bestudeerd. Ze hebben inzicht in de relaties van organismen ten opzichte van het abiotische milieu alsook in de dynamieken die worden gegenereerd door biotische interacties zoals competitie, predatie, parasitisme en mutualisme. De studenten verwerven inzicht in de basisconcepten van ecologische processen op het niveau van populaties, gemeenschappen en ecosystemen. Ze zijn in staat ecologische inzichten toe te passen op hedendaagse uitdagingen zoals de huidige biodiversiteitscrisis, globale klimaatsverandering, de introductie van exotische soorten en pollutie. De studenten verwerven inzicht in de basisconcepten van de evolutionaire biologie. Ze zijn in staat de basisconcepten uit de ecologie en evolutiebiologie in een kritisch-wetenschappelijke context te hanteren.   

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding in de ecologie en evolutie (B-KUL-G0L65a)

2 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Toelichting hoorzittingen: Inhoud

1. Situering.

2. Inleiding tot evolutie en het ontstaan van de biodiversiteit op aarde.

3. Globale processen.

4. Condities en bronnen.

5. Inleiding tot de populatie-ecologie.

6. Interacties tussen populaties: competitie, predatie, parasitisme, mutualisme.

7. Gemeenschaps- en ecosysteemecologie.

Studiemateriaal

Syllabus door de docent

 

Handboek:

- Begon et al., Ecology

of

- Townsend et al., Essentials of Ecology   

Inleiding in de ecologie en evolutie: werkzittingen (B-KUL-G0L70a)

1 studiepunten : Practicum 6 Eerste semesterEerste semester
Declerck Steven |  N.

Inhoud

Discussiesessie over (1) ecologische gevolgen klimaatsverandering, (2) invasieve soorten en (3) biodiversiteitsbehoud + Duowerk: schrijven van essay.

Interactieve sessie rond experimenteel design en pseudoreplicatie.

Deelname excursie (keuze uit excursies georganiseerd door erkende vereniging) + Duowerk: schrijven van een excursieverslag.

Studiemateriaal

Wetenschappelijke en populariserende publicaties

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding in de ecologie en evolutie (B-KUL-G2L65a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Het examen is schriftelijk en bestaat vooral uit open vragen, maar kan deels ook meerkeuzevragen en gesloten vragen bevatten. Er is een verplicht excursieverslag en een verplicht kort essay rond een onderwerp geïnspireerd door de discussiesessies.  

Een student is geslaagd bij een eindscore hoger dan of gelijk aan 10 voor het examen, na het in rekening brengen van de scores van het excursieverslag en het essay, die samen voor 4 van de 20 punten meetellen. Bij niet tijdig inleveren van het excursieverslag en/of het essay (verplichte onderdelen) is de student niet geslaagd (NA).

Toelichting bij herkansen

Het herexamen is schriftelijk en bestaat vooral uit open vragen, maar kan deels ook meerkeuzevragen en gesloten vragen bevatten. In regel worden de punten van het excursieverslag en essay die bekomen zijn tijdens het eerste semester weer in rekening gebracht voor 4 van de 20 punten van het herexamen. 

 

ECTS Bouw en functie van dieren (B-KUL-G0N05B)

6 studiepunten Nederlands 57 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student kan aangeven welke de fundamentele problemen zijn waarmee een dier wordt geconfronteerd om te overleven en zich voort te planten en hij/zij kan beschrijven hoe de nodige orgaanstelsels hiervoor zijn geëvolueerd. Vanuit waarnemingen tijdens de practica en excursie kan de student de link leggen naar mogelijke aanpassingen in specifieke orgaanstelsels.
*
Hoorcolleges: De student weet wat de typische kenmerken zijn die een dier onderscheiden van de andere levende organismen. De student kan aangeven welke de fundamentele problemen zijn waarmee een dier wordt geconfronteerd om te overleven en zich voort te planten en hij/zij kan beschrijven hoe de nodige orgaanstelsels hiervoor zijn geëvolueerd. Hij/zij kan het verband beschrijven tussen de cellulaire opbouw en de werking van de orgaanstelsels.
*
Practica: Aan de hand van microscopie, dissectie en macropreparaten leert de student dierlijke organismen en organen in detail te observeren en verwerft zo een beter inzicht in hun morfologie (structuur) en fysiologie (functie). De student kan hierdoor de verschillende structuren herkennen, kent hun relatieve grootte en ligging en begrijpt hun onderling verband. De student leert in teamverband te werken en zijn/haar observaties nauwkeurig te verwoorden of te tekenen.
*
Excursie: De student is in staat de afzonderlijke onderdelen van de theoretische cursus te integreren via observatie van levende dieren. De student kan over een specifieke biologische vraagstelling discussiëren in groep en samenwerken voor het verzamelen van het nodige beeldmateriaal en de ondersteunende informatie. Hij/zij kan in groep de verzamelde informatie verwerken in een mondelinge presentatie voor de medestudenten.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist. 

Een basiskennis van celbiologie is nuttig.

Identieke opleidingsonderdelen

G0N05A: Bouw en functie van dieren
X0A83A: Dierkundige biologie
U00A6A: Vergelijkende biologie
X0A83C: Dierkundige biologie
X0E43B: Dierkundige biologie

Onderwijsleeractiviteiten

Bouw en functie van dieren (B-KUL-G0N05a)

5 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Na de situering van het dierenrijk en een algemene definitie van een 'dier', geeft deze cursus een overzicht van enkele typische levensfuncties van dieren (zowel gewervelden als ongewervelden). Elk hoofdstuk behandelt een specifiek probleem waarmee een dier in zijn omgeving geconfronteerd wordt (bv. het verwerken van voedsel, het verwijderen van schadelijke afvalstoffen, enz.) en illustreert zowel de evolutionair geconserveerde fysiologische mechanismen alsook de evolutionaire variaties op eenzelfde thema. De bouw en de werking van de verschillende orgaanstelsels wordt besproken met de nadruk op de relatie tussen de structuur (morfologie) en de werking (fysiologie).

1. Inleiding tot de dierkunde.
Indeling van de levende wezens. Definitie en kenmerken van een dier. Subdisciplines in de dierkunde. 
2. De vroege embryonale ontwikkeling en de evolutionaire stamboom van dieren.
Klievingsdelingen. Gastrulatie en de vorming van het coeloom. Indeling van het dierenrijk op basis van de vroege embryonale ontwikkeling. 
3. Dierlijke weefsels.
Dekweefsel. Steunweefsel. Spierweefsel. Zenuwweefsel. Organen en orgaanstelsels.
4. Het zenuwstelsel.
De membraanpotentiaal. De actiepotentiaal en impulsgeleiding. Synaptische transmissie. Neurotransmitters. Organisatie van het centraal en perifeer zenuwstelsel.
5. Zintuigen.
Fotoreceptoren. Bouw en evolutie van ogen. Mechanoreceptoren (haarcellen, tast, druk, evenwicht, evolutie van het oor). Chemoreceptoren. Thermoreceptoren, nociceptoren en electromagnetische receptoren. Andere receptoren.
6. Het endocrien stelsel.
Hydrofiele en lipofiele hormonen. Cellulair mechanisme van de hormoonwerking. Hormonen van de hypothalamus en de hypofyse, de schildklier en de bijschildklieren, de bijnieren, de pancreas, de gonaden. Melatonine. Andere hormonen.  Hormonen bij Protostomia.

7. Steun en beweging. 
Het skelet (hydroskelet, exoskelet, endoskelet). Het spierstelsel. Manieren van voortbeweging in het dierenrijk en evolutionaire adaptaties. 
8. Spijsvertering.
Voedingsstoffen. Voedselopname. Variaties en evolutionaire aanpassingen van het spijsverteringsstelsel. Spijsvertering bij zoogdieren (de mens). Neurale en hormonale regulatie van de spijsvertering. Heterotroof en toch niet eten. 
9. Gasuitwisseling.
Transport van gassen. Gasuitwisselingssystemen (longen, kieuwen, huid, tracheeën). Mechanisme van longventilatie

10. Circulatie.
Open en gesloten circulatiestelsel. Samenstelling en functie van bloed bij Vertebrata. De gesloten bloedsomloop bij Vertebrata (hart, perifere bloedsomloop). Het open circulatiesysteem van lymfevaten bij Vertebrata. Het open circulatiesysteem bij insecten. 
11. Excretie en osmoregulatie.
Osmose. De osmotische balans. Osmoconformers en osmoregulatoren. Excretie van stikstofhoudende afvalproducten. Excretieorganen (proto- en metanefridia, buisjes van Malpighi, nieren). Evolutie van de vertebrate nier. Bouw en werking van de nier bij de mens. 
12. Voortplanting.
Kiemcellen. Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Bouw en werking van het voortplantingsstelsel (spermatogenese, oögenese). Voortplantingsstelsel bij de mens, wormen en insecten).
13. Ontwikkeling. Bevruchting. Klievingspatronen. Gastrulatie. Extra-embryonale vliezen. Het cleidoïsch ei. Het centrolecithaal ei. Organogenese. Regulatie van de ontwikkeling. Metamorfose. 
14. Het immuunstelsel.
De huid en mucosale epithelen. Aangeboren immuniteit. Verworven (adaptieve) immuniteit. De lymfoiede organen van het adaptief immuunsysteem. Verloop van de adaptieve immuunrespons. Auto-immuniteit. Allergie. Pathogenen die ontsnappen aan het immuunsysteem. 
15. Gedrag. Aangeboren gedrag. Leergedrag. Inprenting. Communicatie. Cognitie. Gedrag en evolutie. Altruïsme. Dierlijke samenlevingen. 
 

Studiemateriaal

Cursustekst
Powerpointpresentaties
Multimedia
Toledo

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0Z20B : Functionele biologie van dieren

Bouw en functie van dieren: practica (B-KUL-G0N47a)

1 studiepunten : Practicum 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Tijdens de hoorcolleges wordt de bouw en de werking van de verschillende orgaanstelsels besproken met de nadruk op de relatie tussen de structuur (morfologie) en de werking (fysiologie). De informatie die wordt aangereikt tijdens de hoorcolleges wordt verder geïllustreerd en toegepast tijdens de practica.

*

1. Praktische wenken. Gebruik van de lichtmicroscoop + Vroege embryonale ontwikkeling van de zeester
2. Histologie van de jonge bruine kikker (microscopie).
3. Vergelijkende studie van integument en skelet (microscopie, observatie);
4. Evolutie van het spijsverteringsstelsel (microscopie, observatie).
5. Het bloedvatenstelsel bij vertebraten (microscopie, dissectie).
6. In- en uitwendige bouw van insecten: de sprinkhaan (dissectie, microscopie).
7. In- en uitwendige bouw van vissen: de voorn (dissectie, microscopie).
8. Voortplanting: voortplanting bij invertebraten, bouw van de gonaden bij zoogdieren: gametogenese (microscopie).
9. In- en uitwendige bouw van zoogdieren: de rat (dissectie).
10. Herhalingspracticum microscopie.
11. Practicum examen

Studiemateriaal

Volledig uitgewerkte praktische handleiding
 

Toelichting werkvorm

Microscopie
Dissectie
Observatie van macropreparaten
Discussie over specifieke topics in groepjes

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouw en functie van dieren (B-KUL-G2N05b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen, Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten, Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Afzonderlijk examen voor het practicum dierkunde: morfologie & fysiologie. Tijdens dit practicumexamen dienen de studenten een microscopisch preparaat te tekenen. Ze dienen verder structuren te benoemen op foto's van microscopische preparaten en macropreparaten die tijdens het practicum aan bod kwamen en structuren aan te duiden op verschillende gedissecteerde dieren. Dit examen gaat door tijdens de laatste practicumsessie van de reeks.  Actieve medewerking tijdens de practicumsessies en het zelfstandig uitvoeren van opdrachten op het elektronisch leerplatform vormt ook een onderdeel van de score.

De deelnames aan de practica, het elektronisch leerplatform, de excursie en het practicumexamen zijn verplicht om een geldige eindscore voor het volledige opleidingsonderdeel te bekomen. 

De student slaagt indien de gewogen eindscore (75% examen theorie, 25% practicum+excursie+e-opdrachten) minstens 10/20 bedraagt. Wanneer de student echter op minstens 2 vragen van het theorie-examen of op 1 vraag van het theorie-examen én op het practicumexamen een onvoldoende haalt, wordt de totale eindscore met 1 punt verlaagd. 

Toelichting bij herkansen

Het theorie-examen verloopt identiek aan dat van de 1ste examenkans.

Herkansen voor het practicumexamen (practicum + excursie + e-opdrachten) is om praktische redenen niet mogelijk en de oorspronklijke scores blijven daarom behouden voor het berekenen van het eindtotaal.

ECTS Bouw en functie van planten (B-KUL-G0N06B)

6 studiepunten Nederlands 71 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De doelstelling van dit OPO is het aanleren van basiskennis van de morfologie (bouw, incl. histologie en anatomie) en fysiologie (functie of werking) van planten.

- Concreet betekent dit voor de bouw van planten:

(1) de opbouw en het ontstaan van de primaire en secundaire celwand van angiospermen kunnen beschrijven,
(2) de karakteristieke eigenschappen van de verschillende plantenweefsels kunnen beschrijven en relateren aan hun functie, en deze weefsels microscopisch kunnen herkennen
(3) zorgvuldig kunnen werken met een microscoop en bruikbare preparaten kunnen maken van levend plantenmateriaal
(4) de functie van de stengel, wortel, en blad kunnen beschrijven en in verband brengen met globale vorm en bouw.
(5) de ontwikkeling en anatomische structuur van de primaire en secundaire stengel bij dicotylen en gymnospermen in detail kunnen beschrijven, en deze stengel in de verschillende ontwikkelingsfasen kunnen schetsen
(6) verschillende doorsneden (dwars, radiaal, tangentieel) doorheen het hout van eudicotylen en gymnospermen kunnen herkennen en schetsen, en de kenmerkende verschillen bespreken
(7) de ontwikkeling en anatomische structuur van de primaire en secundaire wortel bij dicotylen en gymnospermen in detail kunnen beschrijven, en deze wortel in de verschillende ontwikkelingsfasen kunnen schetsen
(8) de ontwikkeling en anatomische structuur van de primaire stengel en wortel bij monocotylen kunnen beschrijven, en de verschillen met eudicotylen bespreken.
(9) de anatomische bouw van een monocotyl, eudicotyl en gymnospermen blad kunnen schetsen en bespreken, en in verband brengen met functie van het blad en habitat van de plant
(10) de fysiologische en morfologische aanpassingen aan het blad en de fotosynthesewegen bij C3, C4 en CAM-planten kunnen toelichten in relatie tot de habitat van de plant
(11) de verschillende bloemdelen en de anatomie van stamper en meeldraad kunnen beschrijven, en de vorming van vrouwelijke en mannelijke gameten schematisch weergeven
(12) verschillende bestuivingsmechanismen in verband brengen met bouw van bloem en bestuiverkenmerken, met bijzondere aandacht voor evolutionaire aspecten bij zoöfilie
(13) de bevruchting en de vorming van zaden en vruchten bij angiospermen kunnen beschrijven, met inbegrip van verschillende mechanismen voor verbreiding van zaden en vruchten
(14) inzicht krijgen in de vele variaties die bestaan op het algemene bouwplan van hogere planten als evolutionaire aanpassingen aan een bijzondere ecologische niche (extreme temperatuur, beschikbare waterhoeveelheden, gebrek aan mineralen...).

- De student verwerft daarnaast fundamentele inzichten in de fysiologie of “werking” van de plant op het niveau van de cel, de verschillende weefsels, organen en het volledige organisme (waarbij groei, ontwikkeling, fotosynthese en waterhuishouding centraal staan). Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de interactie met en respons op de omgeving (water- en nutriëntbeschikbaarheid, zwaartekracht, temperatuur en licht) en de rol van de verschillende planthormonen (auxines, cytokinines, ABA, ethyleen, gibberellines, brassinosteroïden, SA, JA en strigolactonen) hierin. Een korte inleiding in de biotechnologie van planten verstrekt ook voldoende inzicht om de meest recent evoluties binnen dit domein te kunnen volgen en de implicaties kritisch en wetenschappelijk onderbouwd te kunnen evalueren.

- Tenslotte verwerft de student ook practische vaardigheden in het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten met planten in groepsopdrachten, waarbij aandacht wordt besteed aan het gericht observeren en beschrijven van de waarnemingen en resultaten in het kader van of resulterend in een hypothese of model en de wetenschappelijk correcte en aanschouwelijke weergave daarvan in een schriftelijk verslag.

Begintermen

Er is geen voorkennis vereist voor het volgen van deze cursus.

Identieke opleidingsonderdelen

X9X13A: Plantkundige biologie 1

Onderwijsleeractiviteiten

Bouw en functie van planten (B-KUL-G0N06a)

4 studiepunten : College 33 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deel 1: Bouw - Morfologische plantkunde
- Inleiding tot de plantkunde
- Cytologie en structuur van de celwand
- Histologie van de cormus: meristemen en gedifferentieerde plantenweefsels
- Morfologie en anatomie van de cormus: stengel, wortel en blad
- Voortplanting bij Angiospermen: bloemstructuur, bestuiving, vrucht- en zaadvorming, verbreiding van vruchten en zaden
- Enkele bijzondere aanpassingen van planten
 
Deel 2: Functie - Fysiologische plantkunde
- Inleiding tot de ontwikkelingsfysiologie (groei en differentiatie)
- Groeistoffen of plantenhormonen (auxines, cytokinines, gibberellines, ethyleen, JA, SA, strigolactonen)
- Dormantie en bloei (ABA; licht en fytochroom)
- Transportfysiologie
- Minerale voeding
- Plantenbiotechnologie 

Studiemateriaal

CURSUSTEKST PLANTKUNDE : BOUW EN FUNCTIE VAN PLANTEN (incl. practicumhandleidingen)
Verplichte tekst bij hoorcolleges en practica
Te koop bij Scientica na reservatie via website Scientica

AANBEVOLEN LITERATUUR
één van de volgende werken:
1. Mauseth, J.D. – Botany. An introduction to plant biology. Saunders College Publishing. (4rth ed)
2. Raven, P.H., et al. – Biology of plants. Worth Publishers (7th ed)
3. Nabors, M.W. – Introduction to Botany. Pearson Education – Benjamin Cummings. ISBN 0 8053 4416 0
4. Graham, L. – Plant Biology, Pearson Education. ISBN 0 13 030371 2
5. Fried, G.H. – Schaum’s Outline of theory and problems of Biology. McGraw-Hill, New York. DIT WERK BEVAT OOK INFO OVER DIERKUNDE
+ eventueel Bowes, B.G. – A colour atlas of plant structure. Manson Publishing. ISBN 1 874545 16 2

Bouw en functie van planten: practica (B-KUL-G0N49a)

1.5 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het practicum is opgedeeld in twee delen:

- In een eerste practicumreeks (bouw van planten) wordt de morfologie, histologie en de anatomie van de verschillende plantenorganen nader bekeken. Dit gebeurt aan de hand van levend plantenmateriaal en (al dan niet zelf gemaakte) microscopische preparaten. Het is de bedoeling dat de studenten de abstracte begrippen uit de hoorcollege's leren herkennen in de praktijk aan de hand van concrete onderzoeksvragen en opdrachten:


Practicum I – Plantenweefsels onder de microscoop (met een inleiding in het gebruik van de licht- en stereomicroscoop en het maken van preparaten)
Practicum II – Elektronisch practicum
Practicum III – De wortel en stengel
Practicum IV – Secundaire groei
Practicum V – Het blad: fotosynthese en transpiratie
Practicum VI – Bloemen, vruchten en zaden

- In een tweede practicumreeks (functie van planten) wordt met behulp van vier eenvoudige experimenten geïllustreerd hoe planten beïnvloed worden door hun continu veranderende omgeving en welke concrete gevolgen dit heeft voor hun groei en ontwikkeling. Tevens wordt de rol van specifieke plantenhormonen daarin bestudeerd:


Practicum I -  De rood/verrood lichtrespons via fytochroom
Practicum II -  Senescentie of veroudering van plantenweefsel en de remmende/stimulerende werking van specifieke plantenhormonen.
Practicum III -  De invloed van hormonen op de alfa-amylase enzymsynthese in zaden (voor kieming).
Practicum IV -  Apicale dominantie

Bouw en functie van planten: excursies (B-KUL-G0N50a)

0.2 studiepunten : Excursie 4 Tweede semesterTweede semester

Inhoud


Bij een bezoek aan de kruidtuin te Leuven worden vooral de verschillene morfologische aanpassingen van planten geïllustreerd.
Bij een wandeling door het Arenbergpark ligt de nadruk op de primaire groei van enkele bomen: wat groeit er uit een eind- en okselknop, wanneer gebeurt dit (al dan niet apicale dominantie) en wat is het verschil tussen monopodiale en sympodiale groei?

Bouw en functie van planten: oefeningen (B-KUL-G0Q81a)

0.3 studiepunten : Practicum 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Met behulp van een elektronische oefentoets oefenen de studenten de verschillende types van secundaire diktegroei, de kenmerkende houtelementen bij eudicotyl en gymnosperm, en de verschillende houtdoorsnedes.

Studenten moeten deze oefentoets verplicht afleggen om te mogen deelnemen aan een tekenwerkzitting.

In deze tekenwerkzitting oefenen ze op het maken van schetsen van dwarse stengeldoorsnedes tijdens verschillende ontwikkelingsstadia, en op het schetsen van tangentiële en radiale doorsnedes door hout van eudicotyl en gymnosperm.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouw en functie van planten (B-KUL-G2N06b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

De puntenverdeling gebeurt als volgt:

- Theorievragen (schriftelijk eindexamen)  op 145 (90 Bouw / 55 Functie)
- Practicumexamen Bouw van Planten (schriftelijk deel tijdens eindexamen) op 20  
-  Afzonderlijk practicumexamen Functie van Planten (mondelinge toelichting tijdens laatste practicum op 15
- Tussentijdse toetsen tijdens het semester op 20 (10 Bouw / 10 Functie)

TOTAAL op 200  Dit cijfer wordt dan herrekend naar een score op 20.

De student slaagt indien de gewogen eindscore minstens 10/20 bedraagt, tenzij op een van beide delen (Bouw of Functie) een score van lager dan 10/20 (60/120 voor Bouw, 40/80 voor Functie van Planten) wordt behaald, dan kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Het practicum is verplicht en ongewettigde afwezigheid sluit de student uit van het examen. Er worden geen vrijstellingen verleend voor de practicumexamens.

ECTS Evolutiebiologie (B-KUL-G0N19C)

6 studiepunten Nederlands 65 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om

- belangrijke evolutionaire processen zoals genetische drift, genmigratie, natuurlijke selectie en meiotic drive te situeren, de onderliggende mechanismen te begrijpen en hun gevolgen voor de genetische structuur van populaties en genetische veranderingen doorheen tijd en ruimte in te schatten
- de basisbegrippen en methodes in de populatiegenetica en kwantitatieve genetica te begrijpen en toe te passen
- belangrijke patronen, eigenschappen en processen in de biologie in een evolutionair kader te interpreteren (bvb de evolutionair-ecologische context van seksuele reproductie, geïnduceerde verdedigingsmechanismen, levensloopkarakteristieken)
- een basisanalyse in de populatiegenetica en de kwantitatieve genetica uit te voeren (bvb interpretatie populatiegenetische structuur aan de hand van standaard parameters van genetische diversiteit en differentiatie; inschatten overerfbaarheid)
- een eenvoudig evolutionair-ecologisch onderzoek uit te werken met oog voor kritische elementen uit de design die moeten toelaten het verschil te maken tussen fysiologische acclimatisatie en genetische adaptatie
- literatuurgegevens en de resultaten van evolutionair-biologische studies kritisch te analyseren en te bespreken
- een evolutionaire benadering toe te passen op nieuwe themata en case studies, inclusief toepassingen in landbouw, natuurbehoud, industrie en gezondheidszorg
 

Begintermen

Een basiskennis biologie en ecologie is vereist. Zo mogelijk wordt deze OPO opgenomen na een inleidende cursus in de ecologie. Indien geen basiskennis ecologie en biologie is het mogelijk de cursus te volgen, mits de student bereid is zich tevens in te werken in deze materie.

Identieke opleidingsonderdelen

X0D15A: Evolutiebiologie

Onderwijsleeractiviteiten

Evolutiebiologie (B-KUL-G0N19a)

4.5 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deel I: De Basis

Hoofdstuk 1: Situering en case studies           
- Definitie evolutie en het onderzoeksdomein van de evolutionaire biologie 
- Darwin’s theorie van evolutie door natuurlijke selectie        
- Case studies: Snavelkenmerken bij de Darwinvinken; lokale adaptatie bij guppies in Trinidad; genetische adaptatie herbivore insecten aan hun gastheerplant; genetische differentiatie en adaptatie bij bacteriën   
            
Hoofdstuk 2: Inleiding tot de populatiegenetica
- Genetische diversiteit: mutaties, segregatie en recombinatie    
- Evolutiefactoren: mechanismen en gevolgen       
   - Mutatiedruk          
   - Meiotic drive     
   - Genmigratie
   - Natuurlijke selectie
         - Definitie van fitness    
         - Stabiliserende, disruptieve en gerichte selectie
         - Het bepalen van de relatieve fitness van genotypes   
         - Een formele benadering voor veranderingen in genfrequenties door  natuurlijke selectie
         - Natuurlijke versus seksuele selectie      
    - Genetische drift     
    - De gezamenlijke invloed van verschillende evolutiefactoren
- Homozygositeit en heterozygositeit    
     - Veranderingen in het aandeel homozygoten     
     - Heterozygositeit 
- Neutrale evolutie
      - De effectieve populatiegrootte Ne  
  - Genetische polymorfie 
          -  Neutrale mutaties     
          -  Heterosis    
          -  Frequentie-afhankelijke selectie   
          - Heterogeniteit van de omgeving       
- Algemeen perspectief: selectionisme en neutralisme    

Hoofdstuk 3: Het gebruik van moleculaire merkers in de ecologie 

Hoofdstuk 4: Inleiding tot de kwantitatieve genetica 
- Kwantitatieve en kwalitatieve kenmerken        
- De overerfbaarheid van kenmerken   
- Overerfbaarheidsschattingen: methodes      
    - Nakomeling-op-ouder regressie      
    - Sib-analyse  
    - Clonale repeteerbaarheidsanalyse   
    - Selectie-experimenten     
- Overerfbaarheidsschattingen: patronen      
- Fenotypische plasticiteit     
      - Modulatie en “developmental conversion”        
      - Reactienormen       
      - Genotype-omgevingsinteractie   
      - Evolutionair belang van genotype-omgevingsinteracties 
- Genetische correlaties 
      - Tussen kenmerktoestanden       
      - Tussen kenmerken     
- Genotype-omgevingscovariantie       
      - Cogradiënt- en tegengradiëntvariatie
- Drempelkenmerken en genetische assimilatie


Deel II: Topics

Hoofdstuk 5: Evolutionair ontstaan en behoud van seksuele reproductie
- Seksuele reproductie en recombinatie       
- Seksuele reproductie en geslachtsdifferentiatie         
     - Partnerkeuze        
     - Geslachtsbepaling  
     - Sekse-verhouding (sekse-ratio)     
- Een evolutionaire verklaring voor het behoud van seksuele reproductie   
- De kosten van seksuele recombinatie    
      - Kosten die niet zijn afgeleid van anisogamie (de kost van recombinatie, de cellulair-mechanische kosten, kosten van bevruchting)
      - Kosten die zijn afgeleid van anisogamie (de kost van genoomdilutie; de kost van seksuele selectie)
      - Gerealiseerde kost 
- De adaptieve voordelen van seksuele recombinatie     
      - “Müller’s ratchet”   
      - Mutatielast   
      - Evolutiesnelheid 
      - De Rode Koningin hypothese (“Red Queen Hypothesis”)
      - Fluctuerende selectie     
      - DNA repair      
      - Sib-competitie     
      - The Tangled-Bank hypothesis
- Geografische parthenogenese

Hoofdstuk 6: Evolutie van levensgeschiedeniskenmerken  
- Levensgeschiedeniskenmerken    
    - Beperkingen       
    - Ruilfuncties; soorten ruilfuncties; hoe ontstaan ruilfuncties    
- Leeftijd en grootte bij maturatie   
    - Een eenvoudig model     
- Aantal nakomelingen    
- Levensduur en overleving   

Hoofdstuk 7: Ecologie en evolutie van induceerbare verdedigingsmechanismen
- Voorwaarden voor de evolutie van induceerbare verdedigingsmechanismen   
- Induceerbare verdedigingsmechanismen en coëvolutionaire wapenwedlopen  
- Ecologische gevolgen van induceerbare verdedigingsmechanismen    
- De effectiviteit van induceerbare verdedigingsmechanismen   
     - Gelokaliseerde versus systemische respons 
     - Predator- en kenmerk-afhankelijkheid van de respons 
     - Timing en reversibiliteit van de geïnduceerde verdediging
     - Transgenerationele inductie van verdedigingen bij planten en dieren
     - De densiteits- en context-afhankelijkheid van de respons   
- De evolutie van indirecte geïnduceerde verdediging bij planten: Tritrofische interacties
- De variatie in induceerbare verdedigingen   

Hoofdstuk 8: Gastheer-parasiet co-evolutie
- Het co-evolutionair proces in het algemeen
- Het co-evolutionair proces in gastheer-parasiet systemen  
- Modellen van gastheer-parasiet co-evolutie 
- Evolutie van virulentie in gastheer-parasiet co-evolutie
     - Genetische correlaties kunnen virulentie onderhouden  
     - Het voorspellen van de evolutie van virulentie 
- Verticale transmissie
- Nieuwe gastheer-parasiet associaties
- Manipulatie van het gastheergedrag door parasieten

Hoofdstuk 9 Toepassingen van evolutionaire biologie (landbouw, natuurbehoud, industrie, gezondheid)

Studiemateriaal

  • Cursus "Evolutiebiologie"
  • Handboek "Evolutionary analysis" (Freeman & Herron)
  • Powerpoint presentaties
  • Toledo

Evolutiebiologie: practicum (B-KUL-G0S03a)

1.5 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Practicum:
- KWANGEN: een kwantitatief genetisch experiment
    - opzet en uitvoering
    - data-analyse
    - bespreking en conceptuele inkadering; kritische discussie design
- POPGEN Populatiegenetische analyse aan de hand van moleculaire merkers: berekening parameters genetische diversiteit en differentiatie, interpretatie en kritische discussie
 

Studiemateriaal

Handleiding

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Evolutiebiologie (B-KUL-G2N19c)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

De bijdragen tot de eindscore zijn 10% voor het practicum en 90% voor het theoretisch examen. Een student is geslaagd bij een eindscore hoger dan of gelijk aan 10. Deelname aan het practicum is verplicht; zonder evaluatie voor de praktische oefeningen kan de student niet deelnemen aan het examen en dus ook niet slagen voor het OPO (NA).

 

Toelichting bij herkansen

De wijze van examineren blijft dezelfde als in de eerste zittijd. De eerder behaalde score op het practicum wordt in de regel ongewijzigd overgenomen. Zonder evaluatie van het practicum is ook geen herkansing mogelijk en is de student automatisch niet geslaagd voor dit OPO in het betrokken academiejaar.

ECTS Science Communication and Outreach (B-KUL-G0R44A)

6 ECTS English 33 Second termSecond term

Aims

The course wants to stimulate reflection on the social meaning of science and the role of communication, information and popularization. In addition the course offers an
introduction to the scientific literature and empirical studies on science communication. Finally the concrete process of science communication (communication media,
typology of communication, communication sociology) is investigated.
 

Previous knowledge

The course does not presuppose specific foreknowledge.

Identical courses

G0R76A: Wetenschapscommunicatie en outreach

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Science Communication and Outreach (B-KUL-G0R44a)

6 ECTS : Lecture 33 Second termSecond term

Content

Science communication aims at making science more accessible to the general public, a.o. by increasing scientific literarcy of citizens. Of crucial importance is the
creation of a relation of trust among scientists and the public. This requires a clear understanding of the aims of science communication, as well as its channels and
strategies.
The course focuses on the gap between science an the public, in particular in relation to the place of science in public media. Different forms of science communication
are related to different intended target audiences.
The topics to be treated can be arranged our four general themes.

1. Science in Public
This model introduces basic concepts in the understanding of the process of science communication: theories about of definitions and models of science communication,
the role of the expert, scientific literacy, the image of science in society.

2. Science and the media
Media play an important part in science communication, but, as they are working withintheir proper cultural value system and with speficif formats, they may also be seen
as a potential threat to the reliability and accuracy of scientific messages and of the representation of science. Attention is given to the differences and tensions between
the cultures of science and journalism. Students will also prepare written expositions on scientific themes.

3. Controversial science and risk communication
A special challenge to science communicators is to speak out on themes where no scientific certainty is avalaible, or when the topics are framed in a larger (political)
debate. To represent scientific views often merges with a taking of sides, which then may threaten the neutrality of science. This form of communication is often preferred
by audiovisual media. Also science blogs tend in this direction.

4. Interactive and participative communication
Science in the public sphere has to be viewed as an interactive process, in which the dominating role of the expert cannot be taken for granted. In this form of
communication the public takes a central role. This theme focuses on science centres, science cafés, citizen science,... and the approach to disseminate scientific
information through informal learning, based on psychological models of leanring. The course analyses the use of interactive and participative communication in different settings.
 

Course material

Slides and literature are made available by the lecturer.

Language of instruction: more information

Dit opo wordt aangeboden in de doctoraatsopleiding.  Een groot deel van de doctoraatsstudenten zijn niet-Nederlandstalig.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Science Communication and Outreach (B-KUL-G2R44a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project
Learning material : Course material

Explanation

 

Information about retaking exams

 

ECTS Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering (B-KUL-G0R48A)

6 studiepunten Nederlands 39 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Ceulemans Griet (coördinator) |  Biedenkopf Katja |  Ceulemans Griet |  Craps Marc |  Severijns Nathal |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student is op de hoogte van wat wordt verstaan onder duurzaamheid, duurzame ontwikkeling, opleiding voor duurzaamheid.

De student is op de hoogte van een aantal maatregelen, onderbouwd vanuit de diverse academische domeinen, die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten en welke impact ze (kunnen) hebben.

De student is op de hoogte van bepaalde didactische principes die kunnen worden aangewend in het kader van educatie voor duurzame ontwikkeling.

De student erkent het belang van transdisciplinaire samenwerking in het kader van duurzaamheid, duurzame ontwikkeling en educatie voor duurzaamheid.

De student durft een standpunt in te nemen over maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid en duurzame ontwikkeling en durft hierbij verantwoordelijkheid opnemen.

De student kan uitgaande van haar/zijn eigen expertise duidelijk communiceren en respectvol samenwerken met betrokkenen uit verschillende disciplines.

De student kan de drie fasen - analyseren, oplossingen bedenken en implementeren - bij een vraagstuk van duurzame ontwikkeling effectief doorlopen.

De student kan didactische componenten aanwenden in het kader van educatie voor duurzame ontwikkeling.

 

Identieke opleidingsonderdelen

G0R50A: Science and Sustainability: a Socio-Ecological Approach

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - concepten (B-KUL-G0R85a)

2 studiepunten : College 23 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het vergaren van wetenschappelijke kennis over duurzaamheid en duurzame ontwikkeling vormt een belangrijke eerste pijler binnen dit OPO. Hierbij komen volgende aspecten zeker aan bod: zwakke versus sterke duurzaamheid, theoretische modellen, systeemdenken, levenscyclusanalyse, ecologische voetafdruk, het belang van transdisciplinaire samenwerking De behandelde theorie dient door de studenten te worden aangewend in de opdracht.

Studiemateriaal

Powerpointpresentatie, cursustekst, online bronnen.

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering – opdracht (B-KUL-G0R86a)

1 studiepunten : Opdracht 1 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De opdracht omvat het schrijven van een individueel verslag.

Studiemateriaal

Zelfgekozen artikel uit de academische duurzaamheidsliteratuur.

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering – project (B-KUL-G0R87a)

3 studiepunten : Opdracht 15 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het OPO ‘Duurzaamheid als een socio-ecologische dynamiek’ is te beschouwen als een verbredend vak. Via projectwerk brengt het de studenten in contact met ecologische en sociale economie, met psychologische en sociologische ontwikkelingen en inzicht in de macht van geld en media. De projecten kaderen steeds binnen het jaarthema. Begin mei dient het project te worden gepresenteerd als afsluiting van een aantal workshops en teamwerk.

Studiemateriaal

Projectspecifiek materiaal.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering (B-KUL-G2R48a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor het theoretisch luik wordt doorheen het eerste semester regelmatig een open vraag ter bespreking (digitale inzending) voorgelegd (open boek), om te verzekeren dat de theoretische kennis kan worden aangewend voor het teamwerk en de eind-opdracht. Via peer-evaluatie en een willekeurige docentencontrole haal je hiervoor individueel maximaal 3 punten van de 20. Er wordt ook teamwerk georganiseerd waarvoor je via peerevaluatie 2 van 20 punten verdiend. Gecombineerd levert deze permanente evaluatie tijdens het semester 25% van je individuele eindscore. 

Het projectwerk wordt in groep uitgevoerd en resulteert dus in eerste instantie in één groepsscore, gebaseerd op een beoordeling van het wetenschappelijk verslag en de eindvoorstelling op de projectdag, met gelijke weging. Een individueel cijfer wordt vervolgens berekend o.b.v. peerreview binnen de groep. Dit cijfer weegt 75% door in de individuele eindscore.

Opmerking: Indien bij het projectwerk ernstige problemen worden vastgesteld in de medewerking, kan na overleg met alle betrokken partijen (projectbegeleider, coördinator en groepsleden) beslist worden een student uit te sluiten uit de groep. Dit gaat gepaard met een individuele score van 0/20 voor het projectwerk.

 

Toelichting bij herkansen

Voor het OPO Wetenschap en duurzaamheid is een herkansing in de derde examenperiode mogelijk voor het wetenschappelijk verslag, maar niet voor de permanente evaluatie van het eerste semester of voor de eindvoorstelling. Wanneer de student in de eindscore een onvoldoende scoort, moet het verslag in de derde examenperiode worden herkanst. Het punt van de permanente evaluatie van het eerste semester, en van de presentatie, wordt overgedragen. Na de herkansing wordt een nieuwe eindscore berekend.

 

ECTS Functionele biologie van planten (B-KUL-G0U90B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Identieke opleidingsonderdelen

G0U90A: Functionele biologie van planten

Onderwijsleeractiviteiten

Functionele biologie van planten (B-KUL-G0O63a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Oorsprong en definitie van leven
2. Ecosystemen en ecologie
3. Biologische oplossingen voor wereldproblemen:  een rol voor stress tolerante planten
4. Planten versus andere organismen: mechanismen van autotrofie, rol van dynamische celwanden en open ontwikkeling.  Source-sink relaties
5. Plantenweefsels en organen: de link tussen structuur en functie
6. Mechanismen van wateropname en transport in planten
7. Plantreproduktie: gelijkenissen en verschillen met dierlijke reproduktie
8. Oorsprong van biodiversiteit
9. Biodiversiteit en het centrale dogma: virussen
10. Biodiversiteit bij prokaryoten
       a. Metabolische diversiteit
       b. Adaptaties
       c. Interacties met andere organismen
11. Ontstaan van eukaryoten
12. Biodiversiteit bij eukaryoten
       a. Protista
       b. Fungi
           1) Indeling en diversiteit
           2) Interacties met andere organismen
       c. Planten
           1) Wieren
                a) Indeling 
                b) Ecologische betekenis en (biochemische) diversiteit 
                c) Interacties met andere organismen
           2) Hogere planten
                a) Levermossen en bladmossen
                b) Varenachtigen
                c) Zaadplanten (naakt- en bedektzadigen)
.               d) Fylogenie van bloemplanten met oog voor cultuurgewassen
13. Rol van inwendige signalen (plantenhormonen en suikers) en uitwendige factoren (licht, temperatuur...) bij:
      a. Plantengroei en ontwikkeling
      b. Bloeiinductie
14. Biochemische adapties bij hogere planten met focus op droogtetolerantie
15. Plantenbiotechnologie, GGO's

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met interactie in de vorm van vragen en antwoorden

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Functionele biologie van planten (B-KUL-G2U90b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Portfolio
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Permanente evaluatie bestaat uit een tussentijdse toets met meerkeuzevragen (2 pt) en een portfolio (2 pt)

Het schriftelijk examen in januari bestaat uit een hoofdvraag (9 pt), meerkeuzevragen (4 pt) en een levenscyclus (3 pt) 

Toelichting bij herkansen

De scores van de tussentijdse toets en portfolio blijven behouden in de tweede en derde examenperiode

ECTS Functionele biologie van dieren (B-KUL-G0Z20B)

5 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Identieke opleidingsonderdelen

X0A83A: Dierkundige biologie
G0Z20A: Functionele biologie van dieren

Onderwijsleeractiviteiten

Bouw en functie van dieren (B-KUL-G0N05a)

5 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Na de situering van het dierenrijk en een algemene definitie van een 'dier', geeft deze cursus een overzicht van enkele typische levensfuncties van dieren (zowel gewervelden als ongewervelden). Elk hoofdstuk behandelt een specifiek probleem waarmee een dier in zijn omgeving geconfronteerd wordt (bv. het verwerken van voedsel, het verwijderen van schadelijke afvalstoffen, enz.) en illustreert zowel de evolutionair geconserveerde fysiologische mechanismen alsook de evolutionaire variaties op eenzelfde thema. De bouw en de werking van de verschillende orgaanstelsels wordt besproken met de nadruk op de relatie tussen de structuur (morfologie) en de werking (fysiologie).

1. Inleiding tot de dierkunde.
Indeling van de levende wezens. Definitie en kenmerken van een dier. Subdisciplines in de dierkunde. 
2. De vroege embryonale ontwikkeling en de evolutionaire stamboom van dieren.
Klievingsdelingen. Gastrulatie en de vorming van het coeloom. Indeling van het dierenrijk op basis van de vroege embryonale ontwikkeling. 
3. Dierlijke weefsels.
Dekweefsel. Steunweefsel. Spierweefsel. Zenuwweefsel. Organen en orgaanstelsels.
4. Het zenuwstelsel.
De membraanpotentiaal. De actiepotentiaal en impulsgeleiding. Synaptische transmissie. Neurotransmitters. Organisatie van het centraal en perifeer zenuwstelsel.
5. Zintuigen.
Fotoreceptoren. Bouw en evolutie van ogen. Mechanoreceptoren (haarcellen, tast, druk, evenwicht, evolutie van het oor). Chemoreceptoren. Thermoreceptoren, nociceptoren en electromagnetische receptoren. Andere receptoren.
6. Het endocrien stelsel.
Hydrofiele en lipofiele hormonen. Cellulair mechanisme van de hormoonwerking. Hormonen van de hypothalamus en de hypofyse, de schildklier en de bijschildklieren, de bijnieren, de pancreas, de gonaden. Melatonine. Andere hormonen.  Hormonen bij Protostomia.

7. Steun en beweging. 
Het skelet (hydroskelet, exoskelet, endoskelet). Het spierstelsel. Manieren van voortbeweging in het dierenrijk en evolutionaire adaptaties. 
8. Spijsvertering.
Voedingsstoffen. Voedselopname. Variaties en evolutionaire aanpassingen van het spijsverteringsstelsel. Spijsvertering bij zoogdieren (de mens). Neurale en hormonale regulatie van de spijsvertering. Heterotroof en toch niet eten. 
9. Gasuitwisseling.
Transport van gassen. Gasuitwisselingssystemen (longen, kieuwen, huid, tracheeën). Mechanisme van longventilatie

10. Circulatie.
Open en gesloten circulatiestelsel. Samenstelling en functie van bloed bij Vertebrata. De gesloten bloedsomloop bij Vertebrata (hart, perifere bloedsomloop). Het open circulatiesysteem van lymfevaten bij Vertebrata. Het open circulatiesysteem bij insecten. 
11. Excretie en osmoregulatie.
Osmose. De osmotische balans. Osmoconformers en osmoregulatoren. Excretie van stikstofhoudende afvalproducten. Excretieorganen (proto- en metanefridia, buisjes van Malpighi, nieren). Evolutie van de vertebrate nier. Bouw en werking van de nier bij de mens. 
12. Voortplanting.
Kiemcellen. Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Bouw en werking van het voortplantingsstelsel (spermatogenese, oögenese). Voortplantingsstelsel bij de mens, wormen en insecten).
13. Ontwikkeling. Bevruchting. Klievingspatronen. Gastrulatie. Extra-embryonale vliezen. Het cleidoïsch ei. Het centrolecithaal ei. Organogenese. Regulatie van de ontwikkeling. Metamorfose. 
14. Het immuunstelsel.
De huid en mucosale epithelen. Aangeboren immuniteit. Verworven (adaptieve) immuniteit. De lymfoiede organen van het adaptief immuunsysteem. Verloop van de adaptieve immuunrespons. Auto-immuniteit. Allergie. Pathogenen die ontsnappen aan het immuunsysteem. 
15. Gedrag. Aangeboren gedrag. Leergedrag. Inprenting. Communicatie. Cognitie. Gedrag en evolutie. Altruïsme. Dierlijke samenlevingen. 
 

Studiemateriaal

Cursustekst
Powerpointpresentaties
Multimedia
Toledo

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0N05B : Bouw en functie van dieren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Functionele biologie van dieren (B-KUL-G2Z20b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De deelname aan het elektronisch leerplatform + werkstuk (permanente evaluatie) is verplicht. 

De student slaagt indien de gewogen eindscore (80% examen theorie, 20% permanente evaluatie (werkstuk + e-opdrachten)) minstens 10/20 bedraagt. Wanneer de student echter op minstens 2 vragen van het theorie-examen of op 1 vraag van het theorie-examen én op de permanente evaluatie een onvoldoende haalt, wordt de totale eindscore met 1 punt verlaagd. 

Toelichting bij herkansen

Het theorie-examen verloopt identiek aan dat van de 1ste examenkans.

Herkansen voor de permanente evaluatie (e-opdrachten + werkstuk) is om praktische redenen niet mogelijk en de oorspronklijke scores blijven daarom behouden voor het berekenen van het eindtotaal.

ECTS Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Goeman Katie (coördinator) |  Goeman Katie

Doelstellingen

De student

  • toont interesse voor actuele ontwikkelingen en vernieuwingen in het domein van media en leren;
  • kent in detail de terminologie, modellen en denkkaders met betrekking tot:
    • online en blended leeromgevingen;
    • media en ICT-integratie;
    • onderwijstechnologie en -effectiviteit;
    • multimedia leren;
    • onderwijsvernieuwing.
  • is zich bewust van de diversiteit aan omschrijvingen en perspectieven in de wetenschappelijke en praktijkgerichte literatuur;
  • is in staat om een blauwdruk voor een blended leeromgeving uit te werken op basis van een ontwerpmodel;
  • heeft een kritisch-geïnformeerde opinie over het veranderingsproces, de potentiële voordelen, problemen en struikelblokken bij de implementatie van media/technologie in leeromgevingen.

Begintermen

De student heeft kennis en begrip van onderzoeksmethoden en analysetechnieken (gemiddeld niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief).
De student is in staat om wetenschappelijk onderzoek te concipiëren, te begrijpen en te evalueren. Een degelijke kennis van het Engels is aanbevolen (academische voertaal van de artikels en het overige bronnenmateriaal) .

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Centraal in dit opleidingsonderdeel staan theoretische en praktische vraagstukken omtrent digitale media voor onderwijs en leren. Het OPO belicht enerzijds de rol en het gebruik van media om onderwijs- en leeractiviteiten te ondersteunen en te optimaliseren. Anderzijds gaat het OPO dieper in op de dynamiek en problematiek van innovatie, in relatie tot de inbedding van digitale media voor onderwijs- en leerdoeleinden. De theoretische inzichten worden aan de praktijk gekoppeld door middel van actuele vraagstukken, participatie aan bestaand (ontwerp)onderzoek en/of cases uit het onderwijsonderzoek.

Algemeen

  • Kernbegrippen, hoofdstromingen en modellen m.b.t. onderwijsontwerp, effectieve leeromgevingen, media en onderwijsinnovatie
  • Onderzoek en praktijk: wetenschappelijke studies en cases m.b.t. media
  • Actueel vraagstuk, gericht op een specifieke innovatieve onderwijsmethode(n), mediatoepassing(en) en/of beleidsacties

In detail

1. Basisinzichten media en leren

  • De rol van media in een onderwijs-leeromgeving
  • Multimedia en effectiviteit van leren

2. Onderwijsinnovatie en technologie-integratie

  • Competenties van leerkrachten
  • Condities voor onderwijsvernieuwing en integratie van technnologie

3. Blended leren en onderwijzen

  • Begripsomschrijving
  • Classificatie, ontwerp en ontwikkeling
  • Blended onderwijsmodellen

4. Capita selecta uit het onderwijsonderzoek m.b.t. media en leren

  • Stand van zaken             
  • Systematische review (synchroon online onderwijs)
  • Actie-onderzoek (de geflipte klas)
  • Eye-tracking (games)
  • Learning analytics (online cursusontwerp)

Studiemateriaal

Selectie van artikels en boekhoofdstukken, presentatieslides, kennis- en videoclips (alles beschikbaar via Toledo).

Toelichting onderwijstaal

Webcolleges in het Nederlands, bronnenmateriaal (artikels, video/audio) vaak in het Engels.

Toelichting werkvorm

Flipped classroom

Didactiek in lijn met de principes van de online geflipte klas.

a) Voorbereidende leeractiviteiten gefocust op kennis en begrip van theorie, op basis van zelfstandige verwerking van multimedia en teksten

b) Online synchroon multicampus-onderwijs (webcolleges), met volgende structuur tijdens het semester:

  • 3 uur inleidend webcollege;
  • 4 x 4 uur webcolleges bestaande uit 1 uur vragenuurtje ivm voorbereiding + 2 uur individuele/groepsgerichte leeractiviteiten + 1 uur vragenuurtje ivm verwerking;
  • 3 uur uitleidend webcollege.

c) Nadruk op actief en samenwerkend leren tijdens webcolleges: toepassingen, individueel en in groep

d) Interactie met docent en vragen tijdens webcolleges, via het discussieforum en/of virtuele spreekuren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Media, innovatie en leren (B-KUL-H75639)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Praktisch

Het betreft een Bring Your Own Device examen (laptop + safe exam browser). Alle informatie hieromtrent is beschikbaar via het leerplatform (Toledo).

Evaluatiekenmerken

Combinatie van 5 meerkeuzevragen (/5), 2 halfopen vragen (/10) en 1 essayvraag (/5)

Bepaling eindresultaat

Eenvoudige optelsom van de verschillende onderdelen van het examen

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.

ECTS Management van zorg (B-KUL-L05L6A)

4 studiepunten Nederlands 27 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel:

  • Kan de student participeren in de organisatie van de gezondheidszorg en in het beleid van de dienst
  • Kan de student functioneren binnen bredere managementsystemen in organisaties, ziekenhuiscommissies en in andere representatieve functies binnen de gezondheidszorg
  • Kan de student zijn eigen performantie als zorgverstrekker beschrijven, evalueren en verbeteren binnen de dienst
  • Kan de student meewerken aan het goed functioneren van de organisatie van de dienst

Toelichting:

De zorgverstrekker (bv. kinesitherapeut, logopedist, audioloog) komt in de gezondheidszorg in een complexe omgeving terecht en werkt binnen in een multi-disciplinaire team. Het opleidingsonderdeel is erop gericht om de zorgverstrekker hierop voor te bereiden, te leren kennen zodat hij hierin zijn plaats kan opnemen en een actieve participerende rol te laten vervullen ter verbetering van de performantie en de kwaliteit van de zorg. Onderwerpen zoals het correct gebruiken van de middelen, inzicht in processen en procesorganisatie, de relatie tussen processen en resultaten komen uitgebreid aan bod. Alle colleges zijn introducties in het onderwerp en vertrekken vanuit het directe perspectief van de zorgverstrekker.

Begintermen

Beginvoorwaarden voor studenten die niet de opleiding bachelor/master in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie volgen, maar het opleidingsonderdeel als keuze-opleidingsonderdeel wensen op te nemen in het diplomacontract van hun opleiding: Deze studenten moeten contact opnemen met de coördinator van het opleidingsonderdeel. Op basis van voorkennis en motivatie zal de coördinator bepalen of de student al dan niet kan toegelaten worden tot het opleidingsonderdeel.

 

De student is zich bewust dat zijn eigen rol verder reikt dan die van therapeut en erkent de rol van (zorg)manager. Deze rol maakt deel uit van het competentieprofiel van de kinesitherapeut. De student erkent dat hij een van de spelers is binnen het functioneren van een team of een dienst.

Onderwijsleeractiviteiten

Management van zorg (B-KUL-L05L6a)

3 studiepunten : College 24 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Mogelijke topics zijn:

  • Organisatie van de gezondheidszorg
  • Management en organisatie van zorginstellingen
  • Kwaliteit en patiëntveiligheid
  • Financiering van de gezondheidszorg
  • Financieel beleid en boekhouding, ethiek in ondernemen
  • Persoonlijke effectiviteit & Leiderschap
  • Effectief multi-disciplinair teamwerk
  • Capaciteitsmanagement / Lean management
  • Veranderingsmanagement

Studiemateriaal

Cfr. Toledo

Toelichting werkvorm

De interactieve colleges worden via case studies praktisch uitgewerkt. Studenten werken samen aan het oplossen van specifieke vragen. Via terugkommomenten wordt samen met een moderator de discussie gevoerd.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

E0E79A : Management van zorg

Management in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie: casuïstiek (B-KUL-L08M5a)

1 studiepunten : Practicum 3 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Inhoud casuïstiek worden meegedeeld op Toledo.

Studiemateriaal

Cfr. Toledo

Toelichting werkvorm

De interactieve colleges worden via casestudies praktisch uitgewerkt. Studenten werken samen aan het oplossen van specifieke vragen. Via terugkommomenten wordt samen met een moderator de discussie gevoerd.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Management van zorg (B-KUL-L25L6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen

Toelichting

In de loop van het semester participeert de student aan een aantal casusbesprekingen. Er wordt vertrokken vanuit een aantal situaties in een specifieke setting. Studenten bereiden in groep de casussen voor en tijdens contactmomenten wordt hierover onderling in discussie gegaan. Aanwezigheid in de discussiemomenten is verplicht, tenzij de student op dat moment stage heeft. Niet gewettigde afwezigheid resulteert in het maken van extra taken. De werkzaamheden worden beoordeeld op basis van een “geslaagd/niet geslaagd”.  Er moet een "geslaagd" behaald worden op de opdrachten om deel te mogen nemen aan de examencasus. Indien dit niet zo is, kan de student niet slagen voor het vak. Bij de beoordeling "niet geslaagd" op een deelopdracht, krijgt de student wel de kans deze te hernemen en vooralsnog een geslaagd te halen.

De evaluatie van het opleidingsonderdeel gebeurt onder de vorm van een schriftelijk geïntegreerd en casusgebaseerd meerkeuzevraagexamen. Er wordt giscorrectie toegepast.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van het plagiaatbeleid van de KU Leuven en de facultaire aanvullingen.

Toelichting bij herkansen

Identieke werkwijze eerste zittijd (schriftelijk meerkeuzevragenexamen met giscorrectie)

ECTS Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1 (B-KUL-L05M3A)

7 studiepunten Nederlands 6 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

De student is in staat om een onderzoekscyclus op te starten en een onderzoeksprotocol uit te werken over een onderwijsrelevant onderwerp:

  • De student kan relevante (primaire en secundaire) bronnen opzoeken, selecteren, kritische beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen.
  • De student kan onderwijskundige en vakdidactische literatuur opzoeken en de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek kritisch lezen, interpreteren en bespreken, in functie van het opzetten van een vakdidactische onderzoeksopdracht.
  • De student kan een vakdidactische probleemstelling vertalen in een onderzoeksvraag.
  • De student kan een onderzoek ontwerpen dat leidt tot een antwoord op de onderzoeksvraag, rekening houdend met de geraadpleegde literatuur en gebruik makend van een gepaste methodologie.
  • De student geeft blijk van probleemoplossend en inzichtelijk vermogen bij de uitwerking van de masterproef.
  • De student kan op een wetenschappelijke wijze schriftelijk en mondeling rapporteren over het uitgevoerde onderzoek.
  • De student kan over het onderwijsrelevant onderwerp kritisch reflecteren.

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student op academisch niveau ten minste 9 studiepunten verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven in een van de disciplines van de vakdidactiek.

Inhouden zoals aangeboden in binnen ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs’ worden tenminste gelijktijdig opgenomen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG( L06M6A ) OF GELIJKTIJDIG( L06O0A ) OF GELIJKTIJDIG( L06P8A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O6A ) OF (GELIJKTIJDIG( O0G79A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G80A ))) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )) EN GELIJKTIJDIG( L07N5A )


L06M6AL06M6A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L06O0AL06O0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L06P8AL06P8A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07N2AL07N2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O1AL07O1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O6AL07O6A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
O0G79AO0G79A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I
O0G80AO0G80A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
L07N5AL07N5A : Initiatiestage gezondheidswetenschappen


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderzoeksprotocol (B-KUL-L05M4a)

6 studiepunten : Masterproef 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student werkt onder begeleiding van zijn/haar promotor een onderzoeksvraag uit het domein van het onderwijs in de gezondheidswetenschappen. De exacte inhoud hiervan wordt bepaald door de keuze van het onderwerp.
In het eerste jaar van de masterproef komen volgende taken aan bod:
- Afbakenen van de onderzoeksvraag
- Literatuurstudie
- Volgen van seminaries (EM-breed en faculteitspecifiek)
- Besprekingen met begeleider, tussentijdse evaluatiegesprekken
- Presentatie tijdens een seminarie
- Uitschrijven van de inleiding

Het onderzoek voor de masterproef moet de procedures rond GDPR en ethische toetsing volgen die worden voorgeschreven op de website Onderwijs-Begeleidings-Commissie van de Groep Biomedische Wetenschappen (OBC).
Een onderzoeksproject mag niet van start gaan alvorens de noodzakelijk goedkeuringen te hebben ontvangen.”

Studiemateriaal

Artikels, evidence-based literature
Concept van de masterproef (Toledo)
Vormvoorschriften voor de masterproef (Toledo)
Presentatieslides

Toelichting werkvorm

In ‘Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1’ doorloopt de student reeds enkele fasen van het “werken aan een masterproef”, meer bepaald de start-, ontwerp- en presentatiefase. De student formuleert een relevante onderzoeksvraag in het domein van het gezondheidswetenschappelijk onderwijs, zoekt literatuur op en selecteert de relevante informatie. Aan de hand van deze informatie verfijnt de student de onderzoeksvraag en stelt hij/zij een voortgangsplanning op.
Verder volgt de student de EM-brede methodologische ondersteuningssessies en de faculteitsgebonden seminaries die rond de masterproef worden georganiseerd en bespreekt hij/zij op regelmatige basis met zijn/haar promotor (of begeleider) de gang van zaken, eventuele problemen en de te nemen stappen in het uitwerken van zijn/haar masterproef (zgn. tussentijdse evaluatiegesprekken).
De student volgt twee theorielessen (georganiseerd op faculteitsniveau) voorzien over schrijf- en presentatievaardigheden.
De student zal daarbij op het einde van het tweede semester zijn/haar literatuurstudie samenvatten in een korte, krachtige presentatie waarbij hij/zij een aangepast wetenschappelijk taalgebruik hanteert en eventuele vragen beantwoordt. Daarnaast wordt gevraagd aan de student om een schriftelijke neerslag –draftversie van de introductie– binnen te brengen. Het tijdstip is af te spreken met de promotor, maar vindt plaats vóór het masterproefseminarie.

Methodologische ondersteuningssessies (B-KUL-P0U92a)

1 studiepunten : Opdracht 6 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In dit OLA maakt de student kennis met een aantal thema’s die relevant zijn voor (vak)didactisch onderzoek, aan de hand van online modulces. De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Mogelijke thema’s zijn

1. Algemene thema’s

  • Wat is vakdidactisch/onderwijskundig onderzoek? (algemene inleiding)
  • Link onderzoek – praktijk – formuleren van besluiten en aanbevelingen voor de praktijk

2; Onderzoeksmethoden

  • Interviews
  • Leerboekenanalyse
  • Klasobservaties
  • Vragenlijsten
  • Toetsen en tests
  • Interventieonderzoek

De eerste twee thema’s zijn verplicht, uit de seminaries rond onderzoeksmethoden kiest de student er 2 die relevant zijn voor de eigen onderzoeksopdracht. In het wetenschappelijk eindverslag en/of in de kritische zelfreflectie (zie OLA 2) wordt naar deze modules verwezen.

Studiemateriaal

De modules wordt via Toledo beschikbaar gesteld.

Toelichting werkvorm

De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0D43A : Masterproef

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1 (B-KUL-L25M3a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De student stelt in een laatste seminarie, in een presentatie van 10 minuten en 5 minuten bespreking, zijn/haar onderzoeksproject voor. In deze presentatie bespreekt de student beknopt de relevante recente literatuur en motiveert tevens aan de hand hiervan de keuze van de onderzoekstopic (a.h.v. hiaten in de huidige literatuur). De score op de ‘Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1’ wordt bepaald aan de hand van de presentatie en de mate waarin de voorafgaandelijk bepaalde doelstellingen (contract) behaald werden. Bij deze laatste beoordeling hoort ook het punt op de eerste schriftelijke neerslag (draftversie van de introductie).
 
De eindscore voor het OPO ‘Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1’ wordt als volgt bepaald en wordt doorgegeven aan de coördinator van het OPO:
-    60%: procesevaluatie van de promotor, waarvan 10% van de score bepaald wordt door de ingeleverde draftversie van de introductie.
-    20%: evaluatie van het seminarie door de promotor
-    20%: evaluatie van het seminarie door de sessievoorzitter

De student dient alle deadlines en voorwaarden voor evaluatie te respecteren zoals weergegeven in het concept en reglement van de masterproef m.i.v. het masterproefcontract, welke beschikbaar zijn op Toledo.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regelgeving m.b.t. plagiaat.

ECTS Pijn (B-KUL-L07A4C)

3 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Op het einde van dit opleidingsonderdeel zijn studenten in staat om:

- de oorzaak van pijn en de overgang van acute naar chronische pijn te begrijpen en te plaatsen.
- de belangrijkste pijnsyndromen te onderscheiden, deze uit te leggen aan de patiënt en behandelingsprincipes inzake pijn adequaat toe te passen op een papieren casus.
- het effect van placebobehandeling te begrijpen en toe te passen in de daarvoor geschikte situatie.
- de tekorten van een strikt biomedische benadering voor chronische-pijnproblemen te (h)erkennen.
- het belang van een biopsychosociaal referentiekader voor de benadering en revalidatie van chronische pijn naar waarde te schatten.
- een analyse te maken van psychosociale factoren die chronische-pijnproblemen belasten.
- een kinesitherapeutische aanpak uit te werken zowel ter preventie van chronische-pijnproblematiek als de revalidatie ervan.

Dit opleidingsonderdeel draagt ertoe bij dat:

- de student het belang inziet van een goede communicatie omtrent pijnfysiologie met de patiënt.
- de student in een multidisciplinaire revalidatie voldoende basiskennis bezit m.b.t. bijzondere chronische-pijnsyndromen.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel kan enkel gevolgd worden door studenten ingeschreven in de bachelor/masteropleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie, de bacheloropleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen of de masteropleiding Bewegings- en Sportwetenschappen.

Kennis:

Naast de beginvoorwaarden, heeft de student ook basiskennis van de opleidingsonderdelen:
Chemie en inleiding tot de biologische chemie
Neuro-anatomie, neurofysiologie en motorisch leren

Meer bepaald:
- principes van chemische bindingen
   - de werking van chemische basisprincipes kunnen verwoorden en deze aan de hand van voorbeelden van chemische reacties of moleculaire processen kunnen uitleggen
- elementen uit de anatomie
   - anatomie van de beenderen (osteologie), gewrichten (arthrologie) en spieren (myologie)
   - de perifere zenuwen
- structuur en functie van het musculaire en neurogene systeem
   - het perifeer zenuwstelsel
   - het centraal zenuwstelsel
   - afferente en efferente zenuwbanen
   - het motorisch systeem
   - de corticale structuren
   - de subcorticale structuren
- principes van onderzoeksmethodologie
   - design
   - methodologie
   - interpretatie van resultaten
- basisbegrippen van de sociale psychologie
- opbouw en visie van het ICF-model

Vaardigheid:

-  Gebruik kunnen maken van PC en het internet.
-  Algemene methodologische aspecten van wetenschappelijke artikels kunnen analyseren en interpreteren.
-  Op een creatieve manier kunnen omgaan met de aangeboden informatie.

Attitude:

-  De student is bereid om vooroordelen inzake pijn op basis van wetenschappelijke evidentie los te laten.
-  De student heeft een attitude van openheid en empathie ten aanzien van patiënten met een chronisch gezondheidsprobleem.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

162



GELIJKTIJDIG(L01A6A) OF GELIJKTIJDIG(B3103O)


L01A6AL01A6A : Neuro-anatomie, neurofysiologie en motorisch leren
B3103OB3103O : Neuro-anatomie, neurofysiologie en motorisch leren


Identieke opleidingsonderdelen

B3079O: Pijn

Onderwijsleeractiviteiten

Pijn (B-KUL-L05J1a)

3 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Acute pijn en pijnmechanismen.

Na een korte inleiding worden volgende topics behandeld:
- Hoofdstuk 1: van nociceptie tot pijngewaarwording
- Hoofdstuk 2: van acute naar chronische pijn
- Hoofdstuk 3: neurogene pijn
- Hoofdstuk 4: respons van immuun, endocrien, motorisch en sympatisch systeem op pijn
- Hoofdstuk 5: het meten van pijn
- Hoofdstuk 6: fantoompijn en enkele neurogene pijnsyndromen
- Hoofdstuk 7: gerefereerde en radiculaire pijn
- Hoofdstuk 8: behandeling van pijn
- Hoofdstuk 9: placebo

Wat betreft chronische pijn worden volgende topics behandeld:
- Hoofdstuk 1: preventie van chronisch-worden van pijn
- Hoofdstuk 2: cognitief-gedragstherapeutische revalidatie
- Hoofdstuk 3: het multimodale aspect van pijn behandeling.

Studiemateriaal

Eigen notities
Gedetailleerde powerpointpresentaties, vooraf verspreid via Toledo. In deze powerpointpresentaties zitten talloze verwijzingen naar belangrijke wetenschappelijke literatuur en kwaliteitsvolle websites, zodat de student de mogelijkheid heeft om de informatie uit de hoorcolleges verder te verdiepen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Pijn (B-KUL-L27A4c)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Acute pijn en pijnmechanismen (weging 2/3) en Chronische pijn (weging 1/3):
Open vragen en meerkeuzevragen (zonder giscorrectie) met 4 of 2 (waar of niet waar en leg uit) antwoordmogelijkheden

Voor de eindscore wordt het gewogen gemiddelde berekend en vervolgens rekenkundig afgerond.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement van de KU Leuven alsook van de facultaire aanvullingen.

ECTS Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 2 (B-KUL-L07M5A)

17 studiepunten Nederlands 30 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

De student is in staat om een volledige onderzoekscyclus, opgestart in ‘Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1’, te doorlopen over een onderwijsrelevant onderwerp:

  • De student kan relevante (primaire en secundaire) bronnen opzoeken, selecteren, kritische beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen.
  • De student kan onderwijskundige en vakdidactische literatuur opzoeken en de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek kritisch lezen, interpreteren en bespreken, in functie van het opzetten van een vakdidactische onderzoeksopdracht.
  • De student kan een vakdidactische probleemstelling vertalen in een onderzoeksvraag.
  • De student kan een onderzoek ontwerpen en uitvoeren dat leidt tot een antwoord op de onderzoeksvraag, rekening houdend met de geraadpleegde literatuur en gebruik makend van een gepaste methodologie.
  • De student geeft blijk van probleemoplossend en inzichtelijk vermogen bij de uitwerking van de masterproef.
  • De student kan op een wetenschappelijke wijze schriftelijk en mondeling rapporteren over het uitgevoerde onderzoek.
  • De student kan over het eigen onderzoek kritisch reflecteren.
  • De student kan een kritische terugkoppeling van het onderzoek voor het werkveld maken.

Begintermen

Dit OPO kan slechts gevolgd worden gelijktijdig met of na ‘Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1’.

De student is vertrouwd met de basisconcepten van wetenschappelijk onderzoek.
De student kan wetenschappelijke artikels kritisch in vraag stellen.
De student is in staat om schriftelijk en mondeling over het eigen onderzoek te communiceren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



((GELIJKTIJDIG( L06M6A ) OF GELIJKTIJDIG( L06O0A ) OF GELIJKTIJDIG( L06P8A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O6A )) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A ) OF (GELIJKTIJDIG( O0G79A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G80A ))) EN GELIJKTIJDIG( L05M3A )) EN GELIJKTIJDIG( L07N5A )


L06M6AL06M6A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L06O0AL06O0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L06P8AL06P8A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07N2AL07N2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O1AL07O1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O6AL07O6A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
O0G79AO0G79A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I
O0G80AO0G80A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II
L05M3AL05M3A : Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 1
L07N5AL07N5A : Initiatiestage gezondheidswetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 2 (B-KUL-L07M5a)

17 studiepunten : Masterproef 30 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student werkt onder begeleiding van zijn/haar promotor een onderzoeksvraag uit in het domein van het onderwijs van de gezondheidswetenschappen. De exacte inhoud hiervan wordt bepaald door de keuze van het onderwerp.
In het tweede deel van de masterproef komen volgende taken aan bod:
- Uitvoeren onderzoek
- Verzamelen van empirische gegevens
- Verwerken van deze gegevens m.i.v. interpretatie, conclusie en relateren aan theorie
- Wetenschappelijke tekst uitschrijven volgens de richtlijnen van het gekozen Journal
- Presenteren en verdedigen van het manuscript

Het onderzoek voor de masterproef moet de procedures rond GDPR en ethische toetsing volgen die worden voorgeschreven op de website Onderwijs-Begeleidings-Commissie van de Groep Biomedische Wetenschappen (OBC).
Een onderzoeksproject mag niet van start gaan alvorens de noodzakelijk goedkeuringen te hebben ontvangen

Studiemateriaal

Wetenschappelijke artikels
Concept van de masterproef (Toledo)
Vormvoorschriften voor de masterproef (Toledo)

Toelichting werkvorm

In het tweede en laatste deel van de masterproef doorloopt de student de finale stadia van het “werken aan een masterproef” meer bepaald de werk- en presentatiefase. De student voert het reeds uitgewerkte onderzoeksopzet uit, verzamelt de empirische gegevens en verwerkt deze gegevens op een kritisch-wetenschappelijke wijze. De student interpreteert de resultaten, trekt een conclusie en relateert zijn/haar resultaten aan zijn/haar verwachtingen en datgene wat hij/zij reeds had gevonden in de literatuur.
Op basis van deze bevindingen schrijft de student een artikel uit waarbij hij/zij de richtlijnen van zijn/haar gekozen journal volgt. De student bespreekt op regelmatige basis met zijn/haar promotor of begeleider de gang van zaken, eventuele problemen en de te nemen stappen in het uitwerken van zijn/haar masterproef.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef leraar gezondheidswetenschappen, deel 2 (B-KUL-L27M5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

Toelichting

De elektronische versie en de papieren versie van de masterproef moeten ingediend worden voor een deadline. De student dient alle deadlines en voorwaarden voor evaluatie te respecteren zoals weergegeven in het Concept en reglement van de masterproef m.i.v. het masterproefcontract, welke beschikbaar zijn via het leerplatform Toledo. Indien deze deadline niet wordt gerespecteerd, mag de student de masterproef niet verdedigen en krijgt de student ‘NA’ voor de betreffende zittijd (m.u.v. zwaarwichtige redenen).

De masterproef wordt verdedigd voor een jury in een tijdsbestek van maximaal 30 minuten. De student presenteert de masterproef met specifieke aandacht voor de rationale, methodologie, resultaten en onderwijsrelevante implicaties. De leden van de jury evalueren de waarde van de masterproef door de student kritisch te bevragen. 

De beoordelingsformulieren en de wijze van het berekenen van de eindscore worden gedetailleerd weergegeven in het concept van de Masterproef.

Het totaalpunt van de masterproef wordt opgebouwd uit de volgende twee deelscores:

Deelscore 1: De beoordeling van de schriftelijke neerslag (de masterproef/‘het boek’).

Deelscore 2: De beoordeling van de presentatie en de mondelinge verdediging van de masterproef voor een jury.

 
De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen met inbegrip van het plagiaatbeleid. 

Toelichting bij herkansen

Een tweede examenkans is mogelijk indien er geen onderzoeksdata verzameld hoeven te worden in de schoolomgeving. Deze is immers niet beschikbaar in de maanden juli en augustus.

Het totaalpunt van de masterproef wordt opgebouwd uit de volgende twee deelscores:

Deelscore 1: De beoordeling van de schriftelijke neerslag (de masterproef/‘het boek’).

Deelscore 2: De beoordeling van de presentatie en de mondelinge verdediging van de masterproef voor een jury.

Enkel onvoldoende deelscores dienen hernomen te worden tijdens de tweede examenkans.

Deelscores waarvoor de student een voldoende behaalde (dit is vanaf 10/20, de score voor de masterproef wordt niet afgerond. 9.9/20 is een onvoldoende), hoeven niet meer opnieuw te worden afgelegd tijdens het herexamen. Indien de student kiest om een geslaagde deelscore toch te hernemen dan geldt de laatst behaalde score. Een student die kiest om een geslaagde deelscore te hernemen laat dit weten aan zijn promotor en aan https://help.faber.kuleuven.be.

Naast deze melding moet de student die wenst deel te nemen aan het herexamen zich inschrijven VOOR de algemene deadline inschrijving herexamens zoals bepaald in het Onderwijs- en examenreglement.

Alle deelscores met een onvoldoende of niet afgelegd moeten opnieuw afgelegd worden tijdens het herexamen. Indien de student een niet geslaagde deelscore niet herneemt zal hij voor deze deelscore en bijgevolg voor het hele opleidingsonderdeel ‘niet afgelegd’ krijgen.

ECTS Initiatiestage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L07N5A)

3 studiepunten Nederlands 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

De student:

  • kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen in het vakdomein gezondheidswetenschappen in de context van het secundair of hoger regulier onderwijs;
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken kritisch en gericht observeren;
  • stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/coördinator;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en Vakdidactiek Gezondheidswetenschappen al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven.

 

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( L07N0A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N9A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O4A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O0A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O5A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O6A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N3A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O7A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N4A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O3A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O8A ) OF (GELIJKTIJDIG( O0G85A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G86A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G87A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G88A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G79A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G80A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G89A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G90A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G91A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G92A ))


L07N0AL07N0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07N9AL07N9A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07O4AL07O4A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07N1AL07N1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07O0AL07O0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07O5AL07O5A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07N2AL07N2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O1AL07O1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O6AL07O6A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07N3AL07N3A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07O2AL07O2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07O7AL07O7A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07N4AL07N4A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
L07O3AL07O3A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
L07O8AL07O8A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
O0G85AO0G85A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde - deel I
O0G86AO0G86A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde - deel II
O0G87AO0G87A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen - deel I
O0G88AO0G88A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen - deel II
O0G79AO0G79A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I
O0G80AO0G80A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II
O0G89AO0G89A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde - deel I
O0G90AO0G90A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde - deel II
O0G91AO0G91A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen - deel I
O0G92AO0G92A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen - deel II


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Initiatiestage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L07N5a)

3 studiepunten : Stage 15 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit OPO werkt inhoudelijk verder op het OPO ‘Vakdidactiek gezondheidswetenschappen’ en laat toe dat de student inspiratie haalt uit de stage en vice versa opdrachten uit de contactsessies realiseert in de initiatiestage. Omwille van de koppeling tussen beide OPO’s is het noodzakelijk dat de student beide OPO’s in hetzelfde academiejaar opneemt.

De student-leraar maakt kennis met het leraarsberoep in de gezondheidswetenschappen en de rijke waaier aan facetten ervan en dit onder de vorm van job shadowing. De student onderneemt observaties en ondersteunt de vakmentor bij zijn/haar dagdagelijkse taak, op niveau van de lerende, de klas en de school. Gradueel krijgt de student-leraar meer actieve taken toegewezen, zoals co-teaching met de vakmentor of een vakwerkgroep ondersteunen bij de uitrol van een project, zodat een vloeiende overgang naar de ingroeistage wordt gefaciliteerd.

Studiemateriaal

De informatie met betrekking tot het groter geheel van de stage wordt ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Elke student krijgt bij aanvang van de initiatiestage een stagebegeleider vanuit de KU Leuven toegewezen die doorheen de gehele opleiding van de student de rol van persoonlijke coach opneemt.
Bij aanvang van de initiatiestage start de student een elektronisch portfolio waarin de student zijn/haar stage-ervaring doorheen de drie stage-OPO’s documenteert (lesvoorbereidingen, beoordelingen, oefeningen, reflecties en groeiproces, verslaggeving rond opdrachten en taken, etc.). De progressie van de student wordt mede dankzij het portfolio dagdagelijks opgevolgd door de stagebegeleider.
In de initiatiestage besteedt de student-leraar minimaal 5 lesdagen (al dan niet opgesplitst in halve dagen) op school aan de activiteiten behorende bij de initiatiestage gezondheidswetenschappen. Naast observaties ondersteunt de student-leraar de vakmentor bij zijn/haar dagdagelijkse taak, op niveau van de lerende, de klas en de school. Gradueel krijgt de student-leraar meer actieve taken toegewezen, zoals co-teaching met de vakmentor of een vakwerkgroep ondersteunen bij de uitrol van een project, zodat een vloeiende overgang naar de ingroeistage wordt gefaciliteerd.
De student voert minstens de helft van de stage in de gezondheidswetenschappen uit in het secundair onderwijs (en hoger HBO5). De andere helft mag in het hoger onderwijs mits garantie van dagdagelijkse begeleiding door de stage-instelling.

De student-leraar krijgt vanuit de opleiding één vaste stageplaats in een secundaire school aangewezen (al dan niet in combinatie met een bijkomende stageplaat voor het hoger onderwijs) waar hij/zij start met de initiatiestage en de verschillende fases van de stage doorloopt. De stageplaats is een school voor secundair (en hoger HBO5) onderwijs met een brede expertise in en waaier aan gezondheidswetenschappelijke thema’s en opleidingen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Initiatiestage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L27N5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode

Toelichting

Dit OPO wordt summatief geëvalueerd door de stagebegeleider met een score ‘geslaagd (G)/niet-geslaagd (NG)’ aan de hand van een voor deze fase afrondend gesprek en de kwaliteit van de uitgevoerde taken.

Indien de student tegen de tweede examenperiode niet alle opdrachten heeft uitgevoerd, dan kan de student niet slagen voor dit OPO.

Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de voorziene stagedagen.

Ongewettigde afwezigheid leidt tot een score ‘niet-afgelegd (NA)’ voor deze OLA.

Toelichting bij herkansen

Er is slechts één examenkans, omwille van het feit dat dit OPO geëvalueerd wordt op basis van een stage.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

ECTS Ingroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L07N6A)

6 studiepunten Nederlands 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en het domein van de gezondheidswetenschappen te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen in samenwerking met de vakmentor te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de gezondheidswetenschappen.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.

Vormingsdoelen:

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken.
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dit uit zich o.a. in het gepast communiceren – in Standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, mentor en stagelector, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.
  • De student is nieuwsgierig naar evoluties op het vlak van vakdidactisch onderzoek en in het onderwijskundig denken in het algemeen (zowel op microniveau als op mesoniveau) en is bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen, te volgen en hiernaar te handelen in zijn professionele activiteiten.
  • De student toont passie, enthousiasme en engagement voor het vakgebied en het lesgeven.

Begintermen

De student is vertrouwd met de inhouden van de OPO’s ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’, ‘Vakdidactiek Gezondheidswetenschappen’ en ‘Initiatiestage gezondheidswetenschappen’. De student kan pas starten met de ingroeistage als de initiatiestage met succes is afgerond.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( L07N5A ) EN (GELIJKTIJDIG( L07N0A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N9A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O4A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O0A ) OF GELIJKTIJDIG(L07O5A) OF GELIJKTIJDIG( L07N2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O6A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N3A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O7A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N4A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O3A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O8A) OF (GELIJKTIJDIG( O0G85A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G86A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G87A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G88A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G79A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G80A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G89A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G90A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G91A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G92A ))) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A ))


L07N5AL07N5A : Initiatiestage gezondheidswetenschappen
L07N0AL07N0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07N9AL07N9A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07O4AL07O4A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07N1AL07N1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07O0AL07O0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07O5AL07O5A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07N2AL07N2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O1AL07O1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O6AL07O6A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07N3AL07N3A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07O2AL07O2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07O7AL07O7A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07N4AL07N4A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
L07O3AL07O3A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
L07O8AL07O8A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
O0G85AO0G85A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde - deel I
O0G86AO0G86A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde - deel II
O0G87AO0G87A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen - deel I
O0G88AO0G88A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen - deel II
O0G79AO0G79A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I
O0G80AO0G80A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II
O0G89AO0G89A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde - deel I
O0G90AO0G90A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde - deel II
O0G91AO0G91A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen - deel I
O0G92AO0G92A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen - deel II
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ingroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L07N6a)

6 studiepunten : Stage 15 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Bij aanvang van de ingroeistage is de student vertrouwd met de werking van de toegewezen stageschool, de dagdagelijkse taken van de vakmentor en heeft hij/zij een eerste ervaring ondergaan met co-teaching. In deze fase ligt de klemtoon op het ontwikkelen en ondersteunen van een krachtige leeromgeving in samenwerking met een medestudent-leraar en/of de vakmentor, en mede ondersteund door de stagebegeleider van de opleiding. In deze fase wordt de leraar als innovator en onderzoeker initieel geëxploreerd. De student-leraar wordt aangespoord om onderzoeksactiviteiten te initiëren die verder worden verfijnd in de doorgroeistage.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

De stagebundel en andere stagedocumenten worden via Toledo beschikbaar gesteld.

Toelichting werkvorm

Elke student krijgt bij aanvang van de initiatiestage (in de eerste opleidingsfase) een stagebegeleider toegewezen die doorheen de gehele opleiding van de student de rol van persoonlijke coach opneemt. De stagebegeleider woont minstens één van de stagelessen bij waarin de student actief (via co-teaching) het leerproces ondersteunt en bespreekt hieropvolgend het resultaat met de student.

Bij aanvang van de initiatiestage (eerste opleidingsfase) start de student een elektronisch portfolio waarin de student zijn/haar stage-ervaring documenteert (lesvoorbereidingen, beoordelingen, oefeningen, reflecties en groeiproces, verslaggeving rond opdrachten en taken, etc.). De progressie van de student wordt mede dankzij het portfolio dagdagelijks opgevolgd door de stagebegeleider.

De student besteedt minimaal 12 lesdagen op school, met een gemiddelde van 1,5 lesdag per week (rekening houdend met de stageweken waarop de lerenden in de stageschool niet aanwezig zijn).
De student is gedurende 20 lesuren van 50 minuten (met een maximum van 6 lesuren per week) verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.

Daarnaast neemt de student tijdens de ingroeistage deel aan een intervisiemoment (met 3-5 medestudent-leraren en onder de begeleiding van een andere stagebegeleider) waar de reflectie over het eigen leerproces en dat van de lerende(n), de transfer naar de klassituatie en de vakdidactiek centraal staat.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L27N6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Op het einde van de ingroeistage wordt het tussentijds portfolio mondeling voorgesteld tijdens een evaluatiegesprek met de stagebegeleider die vervolgens een numerieke score toekent. Voorafgaand wordt een schriftelijk tussentijdse evaluatie opgevraagd bij de vakmentor(en) en genereert de stagecoördinator een score op basis van grondig doorzicht van het portfolio. De stagecoördinator bundelt de deelscores en de eindscore wordt tenslotte afgetoetst met de vakmentor(en) en stagebegeleider.

Er wordt tevens nagegaan of de student-leraar heeft deelgenomen aan het intervisiemoment. Indien de student-leraar niet heeft deelgenomen, dan kan hij/zij niet slagen voor dit OPO.

Indien de student tegen de tweede examenperiode niet alle stageactiviteiten heeft uitgevoerd, dan kan de student niet slagen voor dit OPO.

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Er is slechts één examenkans.
Indien de student alle stageactiviteiten tijdig en volledig heeft afgewerkt en uitgeschreven, dient hij/zij in in de tweede examenperiode.
Indien alle stageactiviteiten zijn uitgevoerd, maar nog niet volledig zijn uitgeschreven, scoort de student in de tweede examenperiode een NA (niet afgelegd) voor dit OPO en dient de student pas in in de derde examenperiode.

Er is slechts één examenkans omwille van het feit dat dit OPO geëvalueerd wordt op basis van stages.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

ECTS Doorgroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L07N7A)

9 studiepunten Nederlands 15 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

Dit OPO vormt het laatste onderdeel van de stage. Op het einde van dit OPO is de student in staat om:

  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de gezondheidswetenschappen. De student doet dit geheel zelfstandig voor een leeromgeving waarin hij/zij zowel in team als individueel werkt.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de mentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.

Vormingsdoelen:

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken.
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dit uit zich o.a. in het gepast communiceren – in Standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, mentor en stagelector, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.
  • De student is nieuwsgierig naar evoluties op het vlak van vakdidactisch onderzoek en in het onderwijskundig denken in het algemeen (zowel op microniveau als op mesoniveau) en is bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen, te volgen en hiernaar te handelen in zijn professionele activiteiten.
  • De student toont passie, enthousiasme en engagement voor het vakgebied en het lesgeven.

Begintermen

De student is vertrouwd met de werking van de schoolomgeving op micro-, meso- en macroniveau en toont zelfstandigheid in het ontwerpen van een krachtige leeromgeving. De student is vertrouwd met het didactisch handelen via co-teaching.

De student kan starten met de doorgroeistage als de ingroeistage met succes is afgerond.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( L07N0A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N9A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O4A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O0A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O5A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O1A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O6A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N3A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O2A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O7A ) OF GELIJKTIJDIG( L07N4A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O3A ) OF GELIJKTIJDIG( L07O8A ) OF (GELIJKTIJDIG( O0G85A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G86A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G87A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G88A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G79A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G80A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G89A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G90A )) OF (GELIJKTIJDIG( O0G91A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G92A )) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )) EN GELIJKTIJDIG( L07N6A )


L07N0AL07N0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07N9AL07N9A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07O4AL07O4A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde
L07N1AL07N1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07O0AL07O0A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07O5AL07O5A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen
L07N2AL07N2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O1AL07O1A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07O6AL07O6A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen
L07N3AL07N3A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07O2AL07O2A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07O7AL07O7A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde
L07N4AL07N4A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
L07O3AL07O3A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
L07O8AL07O8A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen
O0G85AO0G85A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde - deel I
O0G86AO0G86A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - diergeneeskunde - deel II
O0G87AO0G87A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen - deel I
O0G88AO0G88A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - farmaceutische wetenschappen - deel II
O0G79AO0G79A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I
O0G80AO0G80A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II
O0G89AO0G89A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde - deel I
O0G90AO0G90A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - tandheelkunde - deel II
O0G91AO0G91A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen - deel I
O0G92AO0G92A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - verpleegwetenschappen - deel II
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
L07N6AL07N6A : Ingroeistage gezondheidswetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L07N7a)

9 studiepunten : Stage 15 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In de OLA doorgroeistage ligt de nadruk op het zelfstandig organiseren en begeleiden van leerprocessen. De student-leraar neemt als het ware de dagdagelijkse taken van de vakmentor over: het organiseren van actieve lesopdrachten en formatieve en/of summatieve evaluaties, het begeleiden van lerenden bij hun stageactiviteiten, deelname aan interne en externe overlegorganen (klassenraden, vakwerkgroepen, ouderraden, centra voor leerlingenbegeleiding, e.d.), het opnemen van administratieve taken, etc.

 

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Toelichting werkvorm

Elke student-leraar krijgt bij aanvang van de initiatiestage (in de eerste opleidingsfase) een stagebegeleider toegewezen die doorheen de gehele opleiding van de student de rol van persoonlijke coach opneemt.
Bij aanvang van de initiatiestage (eerste opleidingsfase) start de student een elektronisch portfolio waarin de student zijn/haar stage-ervaring documenteert (lesvoorbereidingen, beoordelingen, oefeningen, reflecties en groeiproces, verslaggeving rond opdrachten en taken, etc.). De progressie van de student wordt mede dankzij het portfolio dagdagelijks opgevolgd door de stagebegeleider.
De student besteedt minimaal 18 lesdagen op school, met een gemiddelde van 1,5 lesdag per week (rekening houdend met de stageweken waarop de lerenden in de stageschool niet aanwezig zijn).
De student is gedurende 25 lesuren van 50 minuten (met een maximum van 6 lesuren per week) verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.
Daarnaast neemt de student tijdens de doorgroeistage deel aan twee intervisiemomenten (met 3-5 medestudent-leraren en onder de begeleiding van een andere stagebegeleider) waar de reflectie over het eigen leerproces en dat van de lerende(n), de transfer naar de klassituatie en de vakdidactiek centraal staan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-L27N7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Op het einde van de doorgroeistage wordt het tussentijds portfolio mondeling voorgesteld tijdens een evaluatiegesprek met de stagebegeleider die vervolgens een numerieke score toekent.
Voorafgaand wordt een schriftelijk tussentijdse evaluatie opgevraagd bij de vakmentor(en) en genereert de stagecoördinator een score op basis van grondig doorzicht van het portfolio.
De stagecoördinator bundelt de deelscores en de eindscore wordt tenslotte afgetoetst met de vakmentor(en) en stagebegeleider.
Indien de student op één of beide deelscores een onvoldoende behaalt, dan wordt de berekende eindscore naar beneden afgerond (bv 9.67 wordt dan 9).

Er wordt tevens nagegaan of de student-leraar heeft deelgenomen aan de twee intervisiemomenten.
Indien de student-leraar niet heeft deelgenomen aan één of twee intervisiemomenten, dan kan hij/zij niet slagen voor dit OPO.
De eindwaardering voor het OPO wordt in dat geval ‘niet afgelegd’ (NA).

Indien de student tegen de tweede examenperiode niet alle stageactiviteiten heeft uitgevoerd, dan kan de student niet slagen voor dit OPO.

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Er is slechts één examenkans.
Indien de student alle stageactiviteiten tijdig en volledig heeft afgewerkt en uitgeschreven, dient hij/zij in in de tweede examenperiode.
Indien alle stageactiviteiten zijn uitgevoerd, maar nog niet volledig zijn uitgeschreven, scoort de student in de tweede examenperiode een NA (niet afgelegd) voor dit OPO en dient de student pas in in de derde examenperiode.

Er is slechts één examenkans omwille van het feit dat dit OPO geëvalueerd wordt op basis van stages.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

ECTS Physical Activity, Physical Fitness and Mental Health (B-KUL-L09K6A)

6 ECTS English 52 Both termsBoth terms Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

After this course, the student:

  • Has knowledge of physical activity and physical fitness screening
  • Has knowledge of scientific evidence of the (preventive) effect of physical activity and physical fitness
  • Has knowledge of the legal restrictions regarding maximal exercise physiological testing
  • Has knowledge of and a critical attitude towards mental health related screening tools and checklists
  • Is able to assess the risk of physical complications during exercise, rehabilitation and sports
  • Is able to apply safely exercise evaluations and training programs by means of risk stratification and preparticipation screening
  • Has knowledge of the general principles for developing training programs for patients with chronic diseases as well as healthy persons performing recreational sports
  • Understands the role of social support in performing exercises
  • Understands the risk of sports towards specific mental health disorders
  • Understands the relationship between exercise and mental health (disorders)
  • Understands how persons can be motivated towards exercise and training

Previous knowledge

Prerequisites for students who are not enrolled in the Bachelor/Master programme of rehabilitation sciences and physiotherapy, but who wish to include the course as an optional course in the diploma contract of their programme: These students must contact the course coordinator. On the basis of the student's previous knowledge and motivation, the coordinator will decide whether or not to admit the student to the course.

Previous knowledge

  • Mental illness and psychomotor rehabilitation in patients with psychopathological disorders
  • Rehabilitation in internal, respiratory and cardiovascular disorders

more precisely
Students should be able to respect the importance of the emotional aspects of being ill. Moreover they need an elementary interest to disentangle the meaning of being ill, for the patient as well as for his/her significant others.
Preferably students have knowledge of basic concepts of mental illness and psychomotor rehabilitation in adults with psychopathological disorders.

Order of Enrolment



( FLEXIBLE(L03A5C) OR FLEXIBLE(B3090O) OR FLEXIBLE(L03G4C) ) AND ( (SIMULTANEOUS(L06A2B) AND SIMULTANEOUS(L04A4B) ) OR FLEXIBLE(L04L0A) )


L03A5CL03A5C : Introductie in de revalidatie in de geestelijke gezondheidszorg
B3090OB3090O : Introductie in de revalidatie in de geestelijke gezondheidszorg
L03G4CL03G4C : Rehabilitation in Mental Health Care
L04L0AL04L0A : Rehabilitation for Internal Disorders
L06A2BL06A2B : Revalidatie bij cardiovasculaire aandoeningen
L04A4BL04A4B : Respiratorische en internistische revalidatie


Onderwijsleeractiviteiten

Physical Activity, Physical Fitness and Mental Health (B-KUL-L09K6a)

6 ECTS : Lecture 52 Both termsBoth terms

Content

1. Introduction on physical activity and physical fitness

  • Conceptual aspects
  • Concept Physical Activity - energy consumption

2. Assessment of physical activity and physical fitness

  • a. Assessment of physical activity
  • b. Assessment of physical fitness
  • c. Adapting assessment of PA and PF to patients with mental disorders

3. Relationship between PA, PF & Health

  • a. Link with physical health
  • b. Link with social health
  • c. Link with mental health

4. Screening for exercise participation and risk assessment

  • a. Guidelines for screening in a general population
  • b. Risk assessment: Physical aspects, ii. Mental health (eating disorders, depression, anxiety)…

5. Determinants of physical activity (e.g. environmental, psychological, social, …)

6. Components of rehabilitation (training, behavioural,…)

7. Exercise training

  • a. General principles
  • b. Training in a healthy population
  • c. Target populations (osteoporosis, diabetes, children,….)
  • d. Adapting exercise training to patients with mental disorders

8. Concepts of behavioural change

  • a. General principles (e.g. self-determination; socio-ecological perspective, ook rookstop, voedingscounseling, e.d.)
  • b. Changing PA behaviour (motivational interviewing,….): in Healthy population, in Patients with (chronic) disorders, in Patients with mental disorders

Course material

Powerpoint presentations and scientific literature

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Physical Activity, Physical Fitness and Mental Health (B-KUL-L29K6a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Multiple choice
Learning material : None

Explanation

Written exam with multiple choice questions with correction for guessing (score /20).

The students are expected to be acquainted with the education and the examination regulations of the KU Leuven and the faculty additions.

ECTS Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L09P0A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Identieke opleidingsonderdelen

L09P1A: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2)
L09N5A: Positief gedragsmanagement voor leraren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L09P0a)

3 studiepunten : College 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Studiemateriaal

Handboek: Applied Behavior Analysis for Teachers (10th edition, 2022) (Alberto, P.A., Troutman, A.C., Axe, J.)
Wetenschappelijke en praktijkgerichte papers

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren - Webinar

Dit vak wordt volledig online aangeboden en wordt modulair opgebouwd. Er zullen 7 modules aangeboden worden die de student zelfstandig kan doorlopen. Er wordt geen timing/deadline gehanteerd waarbinnen bepaalde modules moeten afgelegd worden. Per module wordt het volgende aangeboden:

  • Een webinar die de focus van de module behandeld
  • Een quiz die de kennis van het webinar toetst
  • Studiemateriaal in de vorm van hoofdstukken uit het handboek en papers
  • Een quiz die kennis van de module toetst
  • In sommige modules wordt bijkomend een opdracht gemaakt.

Bij de laatste module wordt tevens een cumulatieve quiz gemaakt die kennis van het volledige OPO toetst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1) (B-KUL-L29P0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Dit OPO zal uit 7 online modules bestaan. Bij elke module hoort een webinar, een quiz gekoppeld aan het webinar (5 vragen), een kennisquiz die de kennis binnen deze module toetst (10 vragen), en in sommige modules een opdracht (pass/fail).

  • Alle quizzen bestaan uit multiple choice zonder GIS-correctie. Per module kunnen er 30-40 punten gescoord worden. De quizzen bij elke module kunnen meerdere keren afgelegd worden.
  • De modules waarin een opdracht moet gemaakt worden wordt gescoord met pass/fail. Studenten met een fail mogen de opdracht hernemen.
  • Bij de laatste module wordt er een cumulatieve quiz gemaakt die de leerstof van het volledige OPO covert. Bij deze kunnen 80 punten gescoord worden. Deze quiz kan slechts 1x afgelegd worden.  
  • De totaalscore over alle modules wordt herleid naar een punt op 20.

Toelichting bij herkansen

Dezelfde examenmodaliteit

ECTS Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L09P1A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Identieke opleidingsonderdelen

L09P0A: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 1)
L09N5A: Positief gedragsmanagement voor leraren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L09P1a)

3 studiepunten : College 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Studiemateriaal

Handboek: Applied Behavior Analysis for Teachers (10th edition, 2022) (Alberto, P.A., Troutman, A.C., Axe, J.)
Wetenschappelijke en praktijkgerichte papers

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren - Webinar

Dit vak wordt volledig online aangeboden en wordt modulair opgebouwd. Er zullen 7 modules aangeboden worden die de student zelfstandig kan doorlopen. Er wordt geen timing/deadline gehanteerd waarbinnen bepaalde modules moeten afgelegd worden. Per module wordt het volgende aangeboden:

  • Een webinar die de focus van de module behandeld
  • Een quiz die de kennis van het webinar toetst
  • Studiemateriaal in de vorm van hoofdstukken uit het handboek en papers
  • Een quiz die kennis van de module toetst
  • In sommige modules wordt bijkomend een opdracht gemaakt.

Bij de laatste module wordt tevens een cumulatieve quiz gemaakt die kennis van het volledige OPO toetst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Positief gedragsmanagement voor leraren (sem 2) (B-KUL-L29P1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Dit OPO zal uit 7 online modules bestaan. Bij elke module hoort een webinar, een quiz gekoppeld aan het webinar (5 vragen), een kennisquiz die de kennis binnen deze module toetst (10 vragen), en in sommige modules een opdracht (pass/fail).

  • Alle quizzen bestaan uit multiple choice zonder GIS-correctie. Per module kunnen er 30-40 punten gescoord worden. De quizzen bij elke module kunnen meerdere keren afgelegd worden.
  • De modules waarin een opdracht moet gemaakt worden wordt gescoord met pass/fail. Studenten met een fail mogen de opdracht hernemen.
  • Bij de laatste module wordt er een cumulatieve quiz gemaakt die de leerstof van het volledige OPO covert. Bij deze kunnen 80 punten gescoord worden. Deze quiz kan slechts 1x afgelegd worden.  
  • De totaalscore over alle modules wordt herleid naar een punt op 20.

Toelichting bij herkansen

Dezelfde examenmodaliteit

ECTS Burgerschapsvorming (B-KUL-O0A51B)

6 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen |  N.

Doelstellingen

Het opleidingsonderdeel 'Burgerschapvorming' behandelt de verschillende dimensies van burgerschap en de opdracht die instellingen en verenigingen in de maatschappij opnemen met het oog op het bevorderen van het burgerschapsidee in democratische samenlevingen. Daarbij wordt gefocust op enkele actoren die aan burgerschapsvorming doen: scholen, de media, ouders, de politiek, en verengingen. 

*

Collegereeks waarin de studenten inzicht krijgen in de resultaten van wetenschappelijke studies over politieke en maatschappelijke vorming, en zo inzicht verwerven in de mogelijkheden en beperkingen van de diverse facetten van de politieke sociologie in het algemeen en burgerschapsvorming in het bijzonder. 

Begintermen

Studenten zijn op de hoogte van de actuele maatschappelijke problemen, en hebben interesse voor de samenlevingsopbouw in het bijzonder. Een vertrouwdheid met de algemene didactische en vakdidactische principes is een pluspunt.

Identieke opleidingsonderdelen

O0A51A: Burgerschapsvorming

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Burgerschapsvorming (B-KUL-O0A51a)

6 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester
Claes Ellen |  N.

Inhoud

In deze cursus wordt er vertrokken van de inzichten uit de politieke sociologie en de onderwijssociologie. Het belang van het ‘opvoeden tot burgerschap’, van politieke participatie in het algemeen en van de rol van de verschillende soorten politieke socialisatoren wordt geanalyseerd. Dit gebeurt aan de hand van de belangrijkste hedendaagse auteurs en resultaten van recente cross-nationale en nationale onderzoeksprojecten. Op die manier wordt een referentiekader opgebouwd waarmee de toetsing met de empirie wordt aangegaan. Daarbij focussen we heel specifiek op vijf verschillende actoren: scholen, de media, ouders, de politiek, en verenigingen. 

In burgerschapsvorming wordt aandacht besteed aan de leraar als onderdeel van het burgerschapsvormend proces op scholen. Via het gebruik van verschillende werkvormen en het verzorgen van een les/presentatie gaan de studenten ook zelf aan de slag met burgerschapsvorming bij jongeren. 

 

 

Studiemateriaal

Selectie van artikels uit de internationale en nationale literatuur en slides beschikbaar via toledo

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Flipped classroom - Gastcollege - Groepsopdracht

Interactieve hoorcolleges, flipped classroom en activerende opdrachten. De precieze uitwerking van de onderwijsmethode hangt af van de grootte van de studentengroep. Meer informatie is beschikbaar via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Burgerschapsvorming (B-KUL-O2A51b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. De evaluatie omvat een schriftelijk examen enerzijds en opdrachten tijdens het semester (o.a. groepswerk, presentatie) anderzijds. De specifieke modaliteiten worden tijdig meegedeeld via Toledo en tijdens de colleges.

Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht. Er wordt 10 % van het eindcijfer afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid

Toelichting bij herkansen

Er is enkel een herkansing voor het schriftelijk examen, niet voor de groepsopdracht.

ECTS Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O0A55A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Na het voltooien van dit OPO kan de student:

  • inleidende kennis van de aspecten van de psychologie van jongeren (en hun leefwereld) die relevant zijn voor beginnende leraren aantonen. Het gaat hierbij om die jongeren waarmee universitair gevormde leraren in contact komen in het secundair onderwijs.

Begintermen

Naast de algemene begintermen die gelden voor de Specifieke Lerarenopleiding (SLO), zijn er geen specifieke begintermen voor dit opleidingsonderdeel. Studenten moeten enkel in staat zijn (en daartoe bereid zijn) om over hun eigen functioneren als toekomstige leraren te reflecteren en indien nodig hun pedagogisch handelen bij te sturen, op basis van hun kennis over de adolescentieperiode waarin hun leerlingen zich bevinden.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O0A55a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Als algemene achtergrond worden algemene theorieën van de ontwikkeling doorheen de adolescentie kort besproken. De gevolgen worden beschreven van de voornaamste veranderingen die zich in de vroege adolescentie (zogenaamde puberteit) voordoen op lichamelijk vlak. Samen met de ontwikkelingen op cognitief en sociaal vlak leiden deze veranderingen ertoe dat de jongere nieuwe mogelijkheden in zichzelf gaat ontdekken. De relatie met de ouders gaat een andere vorm aannemen, terwijl de relaties met leeftijdgenoten een grotere intensiteit en een grotere diepgang krijgen. De vorming van de eigen identiteit, die de voornaamste opgave vormt in de adolescentieperiode en meteen het sluitstuk van de genoemde ontwikkelingen, wordt toegelicht. Daarna worden enkele vormen van zogenaamd internaliserend probleemgedrag (bv. depressie, suicide en anorexie) en van externaliserend probleemgedrag (bv. druggebruik en delinquentie) bij jongeren besproken, voor zover een leraar daar mee geconfronteerd kan worden. Bij de bespreking van deze verschillende thema's zal er recent onderzoek besproken worden en zal de docent ook eigen onderzoek uit de doeken doen. Dit overzicht moet beginnende leraren helpen om de adolescent in zijn bredere ontwikkelingscontext te plaatsen om zo meer inzicht te krijgen in het doen en laten van de adolescent (bijvoorbeeld in de overgang naar de volwassenheid).

Studiemateriaal

Slot, W. & Van Aken, M. (Red.) (2013). Psychologie van de adolescentie (25ste druk). Baarn: ThiemeMeulenhoff. (ISBN 978 90 06 95142 4) (Verkrijgbaar bij Acco)

Toelichting werkvorm

Omdat de meeste studenten in de SLO-opleiding nog geen inleidend opleidingsonderdeel in de psychologie gevolgd hebben, wordt dit opleidingsonderdeel 'Psychologie voor niet-psychologen' aangeboden onder de vorm van een reeks klassieke hoorcolleges (contactonderwijs). Alle PowerPoint slides die tijdens deze contactmomenten gebruikt worden, zijn vooraf ter beschikking op het elektronisch leerplatform TOLEDO.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O2A55a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm
Schriftelijk examen met open vragen.

ECTS Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40A)

3 ECTS English 18 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract Cannot be taken as part of a credit contract
N.

Aims

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat.

De student richt zich tot studentenadministratie.vorselaar@thomasmore.be om zich in te schrijven voor dit OPO in Vorselaar.

 

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40a)

3 ECTS 18 Second termSecond term
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Approaches to Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O2G40a)

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O0G41A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G43A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-O0G41a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

* Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

* Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

* Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-O0G42a)

1 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-O2G41a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O0G43A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

O0G41A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-O0G43a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

* De leerling en het leren;

* Leeromgevingen en leraarschap;

* Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;

* Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;

* Onderwijsconcepten en curriculum.

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 45 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

Studenten kiezen minstens één LIMBOratie.

Maximum 10 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-O0G44a)

1 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen maken studenten on-campus een opdracht die bestaat uit het beargumenteren van stellingen. Alle verdere informatie staat op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-O2G43a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45A)

3 studiepunten Nederlands 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’  gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G46A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O0G45a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Eerste semesterEerste semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1) (B-KUL-O2G45a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht
  • actieve deelname aan de intervisie

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46A)

3 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie (coördinator) |  Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Doelstellingen

  • Het OPO reikt onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders aan voor drie krachtlijnen: diversiteit, educatieve technologie, klasmanagement.
  • Het OPO geeft inzicht in het samenspel tussen en op elkaar inhaken van de drie krachtlijnen.
  • De onderzoeksgebaseerde theoretisch-conceptuele kaders worden in samenhang met concrete casussen aangebracht, die de effectiviteit en meerwaarde van de kaders in een leeromgeving illustreren.
  • Studenten passen de theoretisch-conceptuele kaders toe door concrete casussen te analyseren, erover te reflecteren en ze te bespreken.
  • Studenten koppelen de onderzoeksgebaseerde, theoretisch-conceptuele kaders voor drie krachtlijnen evenals de casussen terug naar algemene leer- en onderwijstheorieën.
  • Inzichten in de drie krachtlijnen worden herkenbaar, toepasbaar en doorvertaalbaar gemaakt in de context van (diversiteits)stage en vakdidactiek.

 

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

O0G45A: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O0G46a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester
Charlier Nathalie |  Behiels Liesa (medewerker) |  Gevaert Greet (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker)

Inhoud

Het OPO focust op drie thema’s die een belangrijke rol spelen in de groei naar professioneel leraarschap en mee het fundament vormen van de maatschappelijke rol van de leraar: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit. Vertrekkende van concrete situatieschetsen in de klaspraktijk wordt de brug gelegd naar theoretische kaders, die helpen situaties in de klaspraktijk te lezen, te doorgronden en hierover te reflecteren. Het OPO vervult in deze zin dus een brugfunctie tussen algemene theorieën rond leren en onderwijs en de vakdidactiek en stage.  

Studenten verwerven handvatten om bij het maken van lesvoorbereidingen een overwogen keuze te kunnen maken.  

Studiemateriaal

Modules op Toledo Ultra: klasmanagement, educatieve technologie en diversiteit

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van een inleidend hoorcollege (on-campus) en een intervisie (on-campus of synchroon online), in combinatie met drie modules digitaal afstandsleren, waarin inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek) telkens worden afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op praktijken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bouwstenen van een krachtige leeromgeving (sem 2) (B-KUL-O2G46a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie

Toelichting

De score wordt bepaald door:

  • het doorlopen van de online leermodules m.i.v. de hierin opgenomen opdrachten,
  • het voorbereiden, kwaliteitsvol ontwerpen en tijdig indienen van de casusopdracht,
  • actieve deelname aan de intervisie.

Toelichting bij herkansen

Deze evaluatie is identiek aan de evaluatievorm van de 1ste zittijd.

ECTS Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-O0G64A)

3 studiepunten Nederlands 6 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Durinck Guy (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Lavrijsen Jeroen |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student kan

  • de leer- en onderwijsprocessen voor de vakken gekoppeld aan de gekozen vakdidactiek(en) kritisch en gericht actief observeren in de context van een secundaire school;
  • de wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek(en) en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren van en reflecteren over die leer- en onderwijsprocessen;
  • zich constructief, flexibel en open opstellen en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis;
  • kritisch naar onderwijs kijken vanuit het standpunt van de vakleraar en kan de eigen visie op de rol van vakleraar verwoorden;
  • kritisch naar onderwijs kijken vanuit het standpunt van de leerlingen en kan reflecteren over de manier waarop leerlingen onderwijs ervaren;
  • schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel sluit aan bij de vakdidactiek(en) Wetenschappen en Technologie.   Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, en (minstens één van) de gekozen vakdidactiek(en) Wetenschappen en Technologie al verworven te hebben of dient de student die gelijktijdig te verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G62A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G83A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G84A ) OF GELIJKTIJDIG( O0H07A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G69A ) OF GELIJKTIJDIG( O0H05A ) OF GELIJKTIJDIG( O0G68A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D31A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z03A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D32A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z06A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z04A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D33A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z07A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D34A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z08A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D35A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z09A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D36A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D37A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z10A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z05A ) OF GELIJKTIJDIG( G0Z24A ) OF GELIJKTIJDIG( G0D49A )


O0G62AO0G62A : Vakdidactiek aardrijkskunde
O0G83AO0G83A : Vakdidactiek biologie
O0G84AO0G84A : Vakdidactiek chemie
O0H07AO0H07A : Vakdidactiek fysica
O0G69AO0G69A : Vakdidactiek informatica
O0H05AO0H05A : Vakdidactiek engineering en technologie
O0G68AO0G68A : Vakdidactiek wiskunde
G0D31AG0D31A : Vakdidactiek aardrijkskunde
G0Z03AG0Z03A : Vakdidactiek aardrijkskunde (Gent)
G0D32AG0D32A : Vakdidactiek biologie (Leuven)
G0Z06AG0Z06A : Vakdidactiek biologie (Kortrijk)
G0Z04AG0Z04A : Vakdidactiek biologie (Geel)
G0D33AG0D33A : Vakdidactiek chemie (Leuven)
G0Z07AG0Z07A : Vakdidactiek chemie (Gent)
G0D34AG0D34A : Vakdidactiek engineering en technologie (Leuven)
G0Z08AG0Z08A : Vakdidactiek engineering en technologie (Gent)
G0D35AG0D35A : Vakdidactiek fysica (Leuven)
G0Z09AG0Z09A : Vakdidactiek fysica (Gent)
G0D36AG0D36A : Vakdidactiek informatica (Leuven)
G0D37AG0D37A : Vakdidactiek wiskunde (Leuven)
G0Z10AG0Z10A : Vakdidactiek wiskunde (Kortrijk)
G0Z05AG0Z05A : Vakdidactiek wiskunde (Geel)
G0Z24AG0Z24A : Vakdidactiek wiskunde (Gent)
G0D49AG0D49A : Vakdidactiek bio-engineering (Geel)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-O0G64a)

3 studiepunten : Stage 6 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt zowel in de tweede als in de derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de gekozen vakdidactiek(en):

  • kennismaking met de vakmentor en stagebegeleider;
  • observatie van minstens 14 lessen;
  • schoolbrede mesotaken.

In de loop van de stage worden ook contactmomenten voorzien waaraan de student verplicht deelneemt.

De student houdt een portfolio bij waarin alle documenten in verband met de stage worden bijgehouden. De student maakt ook een groeiportfolio.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. 

Voor verdere informatie (o.a. per vakdidactiek) verwijzen we naar Toledo.

Studiemateriaal

Documenten bij ingroeistage, formulieren en sjablonen in MyPortfolio.

Toelichting werkvorm

Dit OLA bestaat uit stageactiviteiten in een secundaire school waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er worden tevens enkele contactmomenten voorzien waaraan de student verplicht deelneemt.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage wetenschappen en technologie (B-KUL-O2G64a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:
- een portfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan de ingroeistage;
- de verslagen door en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de contactmomenten in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleider en de titularis(sen) van de betrokken vakdidactiek(en).

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis(sen) van de betrokken vakdidactiek(en).

ECTS Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 2 (B-KUL-O0G65A)

6 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Crauwels Marion (coördinator) |  Crauwels Marion |  De Cock Mieke |  Durinck Guy |  Lavrijsen Jeroen |  Martens Bern |  Smet Mario |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student stelt zich constructief, flexibel en open op en communiceert vlot met de vakmentor en stagebegeleider/titularis.

De student·

  • kan - in functie van de eigen professionele groei - leer- en onderwijsprocessen voor vakken gekoppeld aan de betrokken vakdidactiek kritisch en gericht observeren in de context van een secundaire school;
  • kan zelfstandig leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwerpen en realiseren;
  • kan functioneel en correct communiceren, beheerst de vakspecifieke terminologie en kan leerlingen op beide vlakken ondersteunen;
  • kan zelfstandig evaluatieactiviteiten ontwerpen, implementeren en interpreteren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren;
  • heeft aandacht voor diversiteit onder leerlingen en kan hier adequaat op inspelen;
  • kan reflecteren over de ontwikkelde en begeleide leer- en onderwijsprocessen en bijsturen waar nodig;
  • kan een innovatieve aanpak ontwerpen en implementeren in de eigen onderwijspraktijk of in het brede onderwijsveld;
  • kan zijn competenties evalueren in het licht van de basiscompetenties van de leraar;
  • kan wetenschappelijke kennis en inzichten uit de gevolgde vakdidactiek en bijbehorende discipline en algemeen educatieve wetenschappelijke kennis en inzichten kritisch inzetten bij het observeren, ontwerpen en begeleiden van leer- en onderwijsprocessen.

Begintermen

Om dit OPO te kunnen opnemen dient de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1, de betrokken vakdidactiek, en de ingroeistage al verworven te hebben of dient hij die gelijktijdig te verwerven

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G64A )


O0G64AO0G64A : Ingroeistage wetenschappen en technologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 2 (B-KUL-O0G65a)

6 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De stage gebeurt in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs. De student voert volgende stageactiviteiten uit in lessen van vakken die gekoppeld zijn aan de betrokken vakdidactiek:

  • observeert minstens 3 lessen;
  • bereidt 16 lessen met elk een duur van 50 min, of het equivalent ervan, voor en geeft die lessen zelfstandig;
  • neemt actief deel aan de voorziene contactmomenten in de opleiding;
  • voert een aantal vakspecifieke taken, gerelateerd aan het ontwerpen en realiseren van leer- en onderwijsprocessen uit;
  • reflecteert over eigen professionele groei en evalueert zichzelf ten opzichte van de basiscompetenties van de startende leraar.

De student houdt een portfolio bij waarin alle documenten in verband met de doorgroeistage verzameld worden.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met lio-faciliteiten en voor studenten met een buitenlandse stage. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

Documenten bij doorgroeistage, formulieren en sjablonen in MyPortfolio.

Toelichting werkvorm

Dit OPO bestaat uit stage-activiteiten in een secundaire school waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagebegeleider. Er worden tevens contactmomenten in de opleiding voorzien. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage wetenschappen en technologie: vakdidactiek 2 (B-KUL-O2G65a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Het OPO wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • een portfolio waarin de student alle documenten bijhoudt die gerelateerd zijn aan deze stage
  • de verslagen van en de gesprekken met de vakmentor(en) van de stageplaats;
  • de stagebezoeken door de stagebegeleider;
  • het eindgesprek met de stagebegeleider/titularis.

De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de contactmomenten in de
eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het OPO.

De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleider en de titularis van de betrokken vakdidactiek. 

Dit opleidingsonderdeel kan niet getolereerd worden in de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Het is voor dit OPO niet altijd mogelijk om binnen hetzelfde academiejaar te herkansen. Herkansing is alleen mogelijk als dit kan zonder dat daarvoor een beroep gedaan hoeft te worden op een stageplaats, bijvoorbeeld als het enkel gaat over het vervolledigen van het portfolio, en na voorafgaande afspraak met de titularis.

ECTS Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I (B-KUL-O0G79A)

3 studiepunten Nederlands 11 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
N.

Doelstellingen

Leerresultaten

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • het algemeen referentiekader met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro) te concretiseren in het domein van de gezondheidswetenschappen, meer specifiek in medische wetenschappen.
  • de specifieke context en organisatie van het gezondheidswetenschappelijk onderwijs te doorprikken.
  • een krachtige leeromgeving te ontwerpen uitgaande van de specifieke componenten van het didactisch model en binnen de randvoorwaarden van de leeromgeving. Dit betreft ondermeer het inschatten van de beginsituatie inclusief diversiteit en het actuele maatschappelijke beeld, het afbakenen en ordenen van leerinhouden, het formuleren van doelstellingen, het selecteren van geschikte werkvormen en leermiddelen (waaronder ICT) en het ontwerpen van een gepaste toetsing (inclusief feedbackmechanisme).
  • de resultaten van vakdidactisch onderzoek te begrijpen, te interpreteren, te vertalen en te expliciteren in een krachtige leeromgeving.
  • op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek de brede maatschappelijke betekenis, verwachtingen en uitdagingen ten aanzien van medisch-wetenschappelijke vakken te herkennen, kritisch te interpreteren, hierover een eigen mening te vormen of bij te sturen en constructief in dialoog te gaan.

Vormingsdoelen

De student:

  • beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding in de vakdidactiek gezondheidswetenschappen en is bereid de eigen onderwijsvisie kritisch te evalueren, bij te sturen en te concretiseren in een krachtige leeromgeving.
  • is bereid om samen te werken met collega’s binnen en over de eigen vakdiscipline en actief te participeren aan onderwijsinitiatieven.
  • is aandachtig voor innovatieve realisaties binnen en over de eigen vakdiscipline heen. Hij/zij is nieuwsgierig naar actuele ontwikkelingen in het kader van continue professionele ontwikkeling en is bereid om te groeien in zijn/haar rol als leraar.
  • is zich bewust van de brede invulling van de rol als leraar en is voldoende vertrouwd met de werkomgeving om te kunnen starten met de ingroeistage.

Begintermen

Studenten kunnen dit OPO opnemen, op voorwaarde dat zij minstens 30 stp domeinspecifieke voorkennis hebben of gelijktijdig opnemen.
De OPO’s 'Vakdidactiek gezondheidswetenschappen deel I’, ‘Vakdidactiek gezondheidswetenschappen deel II” en ‘Initiatiestage’ moeten in hetzelfde academiejaar opgenomen worden, omdat ze als één geheel worden georganiseerd.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( L07N5A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G80A )


L07N5AL07N5A : Initiatiestage gezondheidswetenschappen
O0G80AO0G80A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I (B-KUL-O0G79a)

3 studiepunten : Practicum 11 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

In het OLA ‘Vakdidactiek gezondheidswetenschappen deel I’ staat het didactisch model om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en implementeren centraal, rekening houdend met de specificiteit van de gezondheidswetenschappen. Inhouden uit de OPO’s ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 en 2’ en ‘Bouwstenen van een krachtige leeromgeving’worden verdiepend toegepast en uitgebreid met vakdidactische componenten die interdisciplinair gelden voor alle subdomeinen binnen gezondheidswetenschappen. Studenten worden wegwijs gemaakt in de brede waaier aan opleidingsniveaus in de zorgberoepen. Ondanks de vakdidactische invulling binnen het domein van de gezondheidswetenschappen, ligt de nadruk in deel I op de multi- en interdisciplinariteit in vakdidactiek over de zorgberoepen heen.

De opdrachten en oefeningen in dit OLA vloeien rechtstreeks voort uit de theoretische inhouden ‘Vakdidactiek gezondheidswetenschappen deel I’ en omvatten concrete toepassingen van het didactisch model om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en implementeren in het domein van de gezondheidswetenschappen. Door de combinatie met het OPO ‘Initatiestage gezondheidswetenschappen’ kunnen opdrachten daadwerkelijk uitgevoerd worden ter ondersteuning van de vakmentor hetgeen de zinvolheid ervan vergroot.

Toelichting werkvorm

In dit OPO worden theorie en oefening geïntegreerd aangeboden en dit onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten zelfstandig het leermateriaal dat beschikbaar is via Toledo door, zoeken ze informatie op in andere bronnen en bereiden ze de inhoud voor die in de daaropvolgende contactsessie wordt uitgediept. Tijdens de contactsessies worden didactische vaardigheden gericht geoefend aan de hand van simulaties en worden begeleid door een team van praktijklectoren. De multi- en interdisciplinariteit, die eigen zijn aan de gezondheidswetenschappen worden expliciet omarmd, door de studenten te laten reflecteren en discussiëren over de eigen opdracht en die van hun medestudenten uit een andere vakdiscipline (verpleegkunde, revalidatiewetenschappen, etc.).

Naast integratie theorie-oefeningen is het OPO complementair met het OPO ‘Initiatiestage gezondheidswetenschappen’ en ‘vakdidactiek gezondheidswetenschappen deel II’. Dit zorgt ervoor dat student-leraren de theoretische componenten onmiddellijk kunnen toepassen in de toekomstige beroepsomgeving. Vice versa wordt de student aangespoord om elementen uit de stage bij wijze van oefening uit te werken in de theoretische component.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I (B-KUL-O2G79a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De studenten worden geëvalueerd via permanente evaluatie aan de hand van opdrachten die de student tijdens en buiten de contactmomenten, individueel of in groep, uitvoert.

De deadline voor de opdrachten wordt minstens via Toledo meegedeeld en waar mogelijk, ook klassikaal.

De evaluatie gebeurt aan de hand van een scoringsrubriek die transparant is meegedeeld aan de studenten via het online leerplatform Toledo.

 

Voor dit OPO wordt één gezamenlijke eindscore toegekend die één numerieke score tussen 1 – 20 bedraagt.

 

Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de contactmomenten waarin de opdrachten klassikaal worden uitgevoerd.

Ongewettigde afwezigheid leidt tot een score ‘niet-afgelegd (NA)’ voor deze opdrachten.

 

Het overschrijden van de indieningsdeadline voor een opdracht of het niet uitvoeren van een klassikale opdracht op het moment van de vooropgestelde deadline leidt tot een score ‘niet-afgelegd (NA)’ voor dit OPO.

 

Berekening eindresultaat OPO:

 

Studenten kunnen alleen voor dit OPO slagen indien ze alle opdrachten hebben afgelegd en de summatieve eindscore (gewogen volgens belasting van de opdracht) minimaal 10/20 bedraagt.

 

Dit OPO is niet tolereerbaar.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans.

Er is slechts één examenkans. Indien de student alle opdrachten tijdig en volledig heeft afgewerkt en uitgeschreven, dient hij/zij in in de tweede examenperiode. Indien alle opdrachten zijn uitgevoerd, maar nog niet volledig zijn uitgeschreven, scoort de student in de tweede examenperiode een NA (niet afgelegd) voor dit OPO en dient de student pas in in de derde examenperiode.

ECTS Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II (B-KUL-O0G80A)

6 studiepunten Nederlands 21 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
N.

Begintermen

Studenten kunnen dit OPO opnemen, op voorwaarde dat zij minstens 30 stp domeinspecifieke voorkennis hebben of gelijktijdig opnemen.

De OPO’s 'Vakdidactiek gezondheidswetenschappen deel I’, ‘Vakdidactiek gezondheidswetenschappen deel II’ en ‘Initiatiestage’ moeten in hetzelfde academiejaar opgenomen worden, omdat ze als één geheel worden georganiseerd.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( L07N5A ) EN GELIJKTIJDIG( O0G79A )


L07N5AL07N5A : Initiatiestage gezondheidswetenschappen
O0G79AO0G79A : Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel I


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II (B-KUL-O0G80a)

6 studiepunten : Practicum 21 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

In de OLA ‘Vakdidactiek gezondheidswetenschappen’ staat het didactisch model om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en implementeren centraal, rekening houdend met de specificiteit van de gezondheidswetenschappen. Inhouden uit het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 en 2’ worden verdiepend toegepast en uitgebreid met vakdidactische componenten specifiek voor de gezondheidswetenschappen. Studenten worden wegwijs gemaakt in de veelheid aan dimensies van het -voor de meesten veelal onbekende- TSO en BSO, en HO in de zorgberoepen: het inschatten van de beginsituatie van de leeromgeving, het grote aandeel aan (psycho)motorische vaardigheden, het vaardigheidsonderwijs met bijzondere aandacht voor het werken met simulaties en het organiseren van een valide, betrouwbare en transparante evaluatie, het geïntegreerd aanbod van stage en praktijkvakken met haar theoretische aspecten, het begeleiden van lerenden buiten de schoolmuren (op diverse stageplaatsen - leerafdeling, werkplekleren, zorg-ethisch lab), het modulair onderwijssysteem, de bredere dimensie van het zorgaspect en de aandacht voor een ethische en empathische houding bij de lerenden in hun latere beroepsomgeving, etc., om enkele specifieke elementen uit het GZW onderwijs te noemen.

 

De opdrachten en oefeningen in dit OLA vloeien rechtstreeks voort uit de theoretische inhouden ‘Vakdidactiek gezondheidswetenschappen’ en omvatten concrete toepassingen van het didactisch model om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en implementeren in het domein van de gezondheidswetenschappen. Door door de combinatie met het OPO ‘Initatiestage gezondheidswetenschappen’ kunnen opdrachten daadwerkelijk uitgevoerd worden ter ondersteuning van de vakmentor hetgeen de zinvolheid ervan vergroot. Voorbeelden zijn het uitwerken van een jaarplan, het opstellen van een lesvoorbereiding, het realiseren van een digitaal leermiddel voor vaardigheidsonderwijs, het ontwerpen van een valide, betrouwbare en transparante evaluatieactiviteit (inclusief scoringsrubriek en verbetersleutel), de analyse van een toets, etc.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Toledo (cursustekst, wetenschappelijke literatuur, praktijkvoorbeelden, etc.) of tijdens de contactsessies (handboeken, multimedia-leermiddelen, demonstratiemateriaal, etc.).

De opdrachten en bijhorend startmateriaal (handboeken, leerplannen, goede praktijkvoorbeelden, scoringsrubrieken en evaluatiecriteria, etc.) worden ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

In dit OPO worden theorie en oefening geïntegreerd aangeboden en dit onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten zelfstandig het leermateriaal dat beschikbaar is via Toledo door, zoeken ze informatie op in andere bronnen en bereiden ze de inhoud voor die in de daaropvolgende contactsessie wordt uitgediept. Tijdens de contactsessies worden didactische vaardigheden gericht geoefend aan de hand van simulaties en worden begeleid door een team van praktijklectoren. De multi- en interdisciplinariteit, die eigen zijn aan de gezondheidswetenschappen worden expliciet omarmd, door de studenten te laten reflecteren en discussiëren over de eigen opdracht en die van hun medestudenten uit een andere vakdiscipline (verpleegkunde, revalidatiewetenschappen, etc.).

Naast integratie theorie-oefeningen is het OPO complementair met het OPO ‘Initiatiestage gezondheidswetenschappen’. Dit zorgt ervoor dat student-leraren de theoretische componenten onmiddellijk kunnen toepassen in de toekomstige beroepsomgeving. Vice versa wordt de student aangespoord om elementen uit de stage bij wijze van oefening uit te werken in de theoretische component.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek gezondheidswetenschappen - medische wetenschappen - deel II (B-KUL-O2G80a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode

Toelichting

De studenten worden geëvalueerd via permanente evaluatie aan de hand van opdrachten die de student tijdens en buiten de contactmomenten, individueel of in groep, uitvoert, alsook een schriftelijk examen buiten de examenperiode.

De deadline voor de opdrachten wordt minstens via Toledo meegedeeld en waar mogelijk, ook klassikaal.

De evaluatie gebeurt aan de hand van een scoringsrubriek die transparant is meegedeeld aan de studenten via het online leerplatform Toledo.

De evaluatie gebeurt door de docent/praktijklector en/of medestudenten (peer-assessment).

Bij enkele opdrachten (bijvoorbeeld microteaching) geeft de student zichzelf een score, al dan niet in samenspraak met de docent (co-assessment).

Voor dit OPO wordt één gezamenlijke eindscore toegekend die één numerieke score tussen 1 – 20 bedraagt.

Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de contactmomenten waarin de opdrachten klassikaal worden uitgevoerd.

Ongewettigde afwezigheid leidt tot een score ‘niet-afgelegd (NA)’ voor deze opdrachten.

Het overschrijden van de indieningsdeadline voor een opdracht of het niet uitvoeren van een klassikale opdracht op het moment van de vooropgestelde deadline leidt tot een score ‘niet-afgelegd (NA)’ voor dit OPO.

 

Berekening eindresultaat OPO:

Studenten kunnen alleen voor dit OPO slagen indien ze alle opdrachten hebben afgelegd en de summatieve eindscore (gewogen volgens belasting van de opdracht) minimaal 10/20 bedraagt.

 

Dit OPO is niet tolereerbaar.

 

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Er is slechts één examenkans. Indien de student alle opdrachten tijdig en volledig heeft afgewerkt en uitgeschreven, dient hij/zij in in de tweede examenperiode. Indien alle opdrachten zijn uitgevoerd, maar nog niet volledig zijn uitgeschreven, scoort de student in de tweede examenperiode een NA (niet afgelegd) voor dit OPO en dient de student pas in in de derde examenperiode.

ECTS Ingroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-O0G81A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

Dit OPO vormt het laatste onderdeel van de stage. Op het einde van dit OPO is de student in staat om:

  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de gezondheidswetenschappen. De student doet dit geheel zelfstandig voor een leeromgeving waarin hij/zij zowel in team als individueel werkt.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de mentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.

Vormingsdoelen:

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken.
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dit uit zich o.a. in het gepast communiceren – in Standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, mentor en stagelector, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.
  • De student is nieuwsgierig naar evoluties op het vlak van vakdidactisch onderzoek en in het onderwijskundig denken in het algemeen (zowel op microniveau als op mesoniveau) en is bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen, te volgen en hiernaar te handelen in zijn professionele activiteiten.
  • De student toont passie, enthousiasme en engagement voor het vakgebied en het lesgeven.

Begintermen

De student is vertrouwd met de werking van de schoolomgeving op micro-, meso- en macroniveau en toont zelfstandigheid in het ontwerpen van een krachtige leeromgeving. De student is vertrouwd met het didactisch handelen via co-teaching.

De student kan starten met de doorgroeistage als de ingroeistage met succes is afgerond.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-O0G81a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

In de OLA doorgroeistage ligt de nadruk op het zelfstandig organiseren en begeleiden van leerprocessen. De student-leraar neemt als het ware de dagdagelijkse taken van de vakmentor over: het organiseren van actieve lesopdrachten en formatieve en/of summatieve evaluaties, het begeleiden van lerenden bij hun stageactiviteiten, deelname aan interne en externe overlegorganen (klassenraden, vakwerkgroepen, ouderraden, centra voor leerlingenbegeleiding, e.d.), het opnemen van administratieve taken, etc.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Toelichting werkvorm

Elke student-leraar krijgt bij aanvang van de initiatiestage (in de eerste opleidingsfase) een stagebegeleider toegewezen die doorheen de gehele opleiding van de student de rol van persoonlijke coach opneemt.
Bij aanvang van de initiatiestage (eerste opleidingsfase) start de student een elektronisch portfolio waarin de student zijn/haar stage-ervaring documenteert (lesvoorbereidingen, beoordelingen, oefeningen, reflecties en groeiproces, verslaggeving rond opdrachten en taken, etc.). De progressie van de student wordt mede dankzij het portfolio dagdagelijks opgevolgd door de stagebegeleider.
De student besteedt minimaal 12 lesdagen op school, met een gemiddelde van 1,5 lesdag per week (rekening houdend met de stageweken waarop de lerenden in de stageschool niet aanwezig zijn).
De student is gedurende 20 lesuren van 50 minuten (met een maximum van 6 lesuren per week) verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.
Daarnaast neemt de student tijdens de doorgroeistage deel aan één intervisiemoment (met 3-5 medestudent-leraren en onder de begeleiding van een andere stagebegeleider) waar de reflectie over het eigen leerproces en dat van de lerende(n), de transfer naar de klassituatie en de vakdidactiek centraal staan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Ingroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-O2G81a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Portfolio
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Op het einde van de doorgroeistage wordt het tussentijds portfolio mondeling voorgesteld tijdens een evaluatiegesprek met de stagebegeleider die vervolgens een numerieke score toekent.
Voorafgaand wordt een schriftelijk tussentijdse evaluatie opgevraagd bij de vakmentor(en) en genereert de stagecoördinator een score op basis van grondig doorzicht van het portfolio.
De stagecoördinator bundelt de deelscores en de eindscore wordt tenslotte afgetoetst met de vakmentor(en) en stagebegeleider.
Indien de student op één of beide deelscores een onvoldoende behaalt, dan wordt de berekende eindscore naar beneden afgerond (bv 9.67 wordt dan 9).

Er wordt tevens nagegaan of de student-leraar heeft deelgenomen aan de twee intervisiemomenten.
Indien de student-leraar niet heeft deelgenomen aan één of twee intervisiemomenten, dan kan hij/zij niet slagen voor dit OPO.
De eindwaardering voor het OPO wordt in dat geval ‘niet afgelegd’ (NA).

Indien de student tegen de tweede examenperiode niet alle stageactiviteiten heeft uitgevoerd, dan kan de student niet slagen voor dit OPO.

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Er is slechts één examenkans.
Indien de student alle stageactiviteiten tijdig en volledig heeft afgewerkt en uitgeschreven, dient hij/zij in in de tweede examenperiode.
Indien alle stageactiviteiten zijn uitgevoerd, maar nog niet volledig zijn uitgeschreven, scoort de student in de tweede examenperiode een NA (niet afgelegd) voor dit OPO en dient de student pas in in de derde examenperiode.

Er is slechts één examenkans omwille van het feit dat dit OPO geëvalueerd wordt op basis van stages.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

ECTS Doorgroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-O0G82A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en het domein van de gezondheidswetenschappen te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen in samenwerking met de vakmentor te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de gezondheidswetenschappen.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.

Vormingsdoelen:

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken.
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dit uit zich o.a. in het gepast communiceren – in Standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, mentor en stagelector, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.
  • De student is nieuwsgierig naar evoluties op het vlak van vakdidactisch onderzoek en in het onderwijskundig denken in het algemeen (zowel op microniveau als op mesoniveau) en is bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen, te volgen en hiernaar te handelen in zijn professionele activiteiten.
  • De student toont passie, enthousiasme en engagement voor het vakgebied en het lesgeven.

Begintermen

De student is vertrouwd met de inhouden van de OPO’s ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’, ‘Vakdidactiek Gezondheidswetenschappen’ en ‘Initiatiestage gezondheidswetenschappen’. De student kan pas starten met de ingroeistage als de initiatiestage met succes is afgerond.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-O0G82a)

3 studiepunten : Stage 0 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

Bij aanvang van de ingroeistage is de student vertrouwd met de werking van de toegewezen stageschool, de dagdagelijkse taken van de vakmentor en heeft hij/zij een eerste ervaring ondergaan met co-teaching. In deze fase ligt de klemtoon op het ontwikkelen en ondersteunen van een krachtige leeromgeving in samenwerking met een medestudent-leraar en/of de vakmentor, en mede ondersteund door de stagebegeleider van de opleiding. In deze fase wordt de leraar als innovator en onderzoeker initieel geëxploreerd. De student-leraar wordt aangespoord om onderzoeksactiviteiten te initiëren die verder worden verfijnd in de doorgroeistage.

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Studiemateriaal

De stagebundel en andere stagedocumenten worden via Toledo beschikbaar gesteld.

Toelichting werkvorm

Elke student krijgt bij aanvang van de initiatiestage (in de eerste opleidingsfase) een stagebegeleider toegewezen die doorheen de gehele opleiding van de student de rol van persoonlijke coach opneemt. De stagebegeleider woont minstens één van de stagelessen bij waarin de student actief (via co-teaching) het leerproces ondersteunt en bespreekt hieropvolgend het resultaat met de student.

Bij aanvang van de initiatiestage (eerste opleidingsfase) start de student een elektronisch portfolio waarin de student zijn/haar stage-ervaring documenteert (lesvoorbereidingen, beoordelingen, oefeningen, reflecties en groeiproces, verslaggeving rond opdrachten en taken, etc.). De progressie van de student wordt mede dankzij het portfolio dagdagelijks opgevolgd door de stagebegeleider.

De student besteedt minimaal 12 lesdagen op school, met een gemiddelde van 1,5 lesdag per week (rekening houdend met de stageweken waarop de lerenden in de stageschool niet aanwezig zijn).
De student is gedurende 20 lesuren van 50 minuten (met een maximum van 6 lesuren per week) verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.

Daarnaast neemt de student tijdens de ingroeistage deel aan een intervisiemoment (met 3-5 medestudent-leraren en onder de begeleiding van een andere stagebegeleider) waar de reflectie over het eigen leerproces en dat van de lerende(n), de transfer naar de klassituatie en de vakdidactiek centraal staat.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Doorgroeistage gezondheidswetenschappen (B-KUL-O2G82a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Op het einde van de ingroeistage wordt het tussentijds portfolio mondeling voorgesteld tijdens een evaluatiegesprek met de stagebegeleider die vervolgens een numerieke score toekent. Voorafgaand wordt een schriftelijk tussentijdse evaluatie opgevraagd bij de vakmentor(en) en genereert de stagecoördinator een score op basis van grondig doorzicht van het portfolio. De stagecoördinator bundelt de deelscores en de eindscore wordt tenslotte afgetoetst met de vakmentor(en) en stagebegeleider.

Er wordt tevens nagegaan of de student-leraar heeft deelgenomen aan het intervisiemoment. Indien de student-leraar niet heeft deelgenomen, dan kan hij/zij niet slagen voor dit OPO.

Indien de student tegen de tweede examenperiode niet alle stageactiviteiten heeft uitgevoerd, dan kan de student niet slagen voor dit OPO.

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Toelichting bij herkansen

Er is slechts één examenkans.
Indien de student alle stageactiviteiten tijdig en volledig heeft afgewerkt en uitgeschreven, dient hij/zij in in de tweede examenperiode.
Indien alle stageactiviteiten zijn uitgevoerd, maar nog niet volledig zijn uitgeschreven, scoort de student in de tweede examenperiode een NA (niet afgelegd) voor dit OPO en dient de student pas in in de derde examenperiode.

Er is slechts één examenkans omwille van het feit dat dit OPO geëvalueerd wordt op basis van stages.
Tijdens de zomerperiode zijn de scholen waar deze stages doorgaan gesloten, waardoor het onmogelijk is om een herkansingsmogelijkheid te voorzien.

ECTS Vakdidactiek biologie (B-KUL-O0G83A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student

  • kan de plaats van de vakken gekoppeld aan het vakgebied biologie in het onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen en maatschappelijke verwachtingen;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie adequate leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren en uitwerken, werkvormen en leermiddelen selecteren en uitwerken, en het leerproces structureren;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie strategieën uitwerken en implementeren om misconcepties in dit vakgebied te identificeren en bij te sturen;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie geschikte evaluatievormen voor deze vakken selecteren en uitwerken;
  • kan reflecteren over de vormgeving van de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie en kan deze bijsturen waar nodig;
  • kan kernconcepten zoals het natuurwetenschappelijk denken en redeneren als een methode voor inquiry-based learning, het zelfgereguleerd leren en de aard van de wetenschap toepassen bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied biologie integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie.  

Hierbij wordt er van uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied biologie opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen, als ook in staat zijn om nieuwe inzichten van het vakgebied biologie vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Toelating tot vakdidactiek biologie gebeurt niet automatisch, maar wordt aangevraagd.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek biologie (B-KUL-O0G83a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Situering

Eindtermen, leerplannen en leerinhouden van het vakgebied biologie

Lesdoelen in het vakgebied biologie

Kernconcepten in het vakgebied biologie

Onderwijsleermiddelen in het vakgebied biologie

Didactische werkvormen  in het vakgebied biologie

Evaluatie in het vakgebied biologie

Studiemateriaal

Cursus 'Vakdidactiek biologie' (Marion Crauwels) – Uitgeverij ACCO

Boek ‘De wetenschap van het leven’ (Bert De Groef en Peter Roels) – Uitgeverij ACCO
Materiaal verspreid via Toledo ((zelf)testen, artikels, slides, opdrachten, …)

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren verwerven studenten inzicht in de zelfstandig doorgenomen teksten uit o.a. de cursus/boek, in vakdidactische en vakinhoudelijke onderzoeksliteratuur, wordt informatie opgezocht, worden voorbereidende oefeningen gemaakt, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt. Studenten oefenen het formuleren van lesdoelen, oefenen een vakspecifieke werkvorm, ... . Er worden ook vakspecifieke praktijksessies voorzien. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching voor het vakgebied biologie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek biologie (B-KUL-O2G83a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie
Vraagvormen : Gesloten vragen, Open vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle online activiteiten en taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer online activiteiten of (vervang)taken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/2 examen, 1/2 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen).

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de EM.

Toelichting bij herkansen

Herkansen is alleen mogelijk als de student heeft deelgenomen aan alle contactsessies, online activiteiten en taken. De student moet enkel de delen waarvoor een onvoldoende werd behaald, hernemen. Bij herkansen zullen de groepstaken als onderdeel van de permanente evaluatie individueel hernomen moeten worden.Bepaalde taken van de permanente evaluatie kunnen niet hernomen worden zoals de microteaching. 

ECTS Vakdidactiek chemie (B-KUL-O0G84A)

6 studiepunten Nederlands 32 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Smet Mario |  N.

Doelstellingen

De student:

  • heeft kennis en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek chemie en kan deze doordacht inzetten in de eigen lespraktijk
  • kan de plaats van de vakken gekoppeld aan vakdidactiek chemie in het onderwijslandschap toelichten en verantwoorden met oog voor de eigenheid van de discipline, diversiteit onder leerlingen (voorkennis, leerstijlen, taal, …) en maatschappelijke verwachtingen
  • kan leer- en onderwijsprocessen voor deze vakken ontwikkelen en begeleiden, d.w.z. eindtermen en leerplannen interpreteren, jaarplannen en leerlijnen opstellen, lesdoelstellingen formuleren, beginsituatie inschatten, leerinhouden selecteren, werkvormen en leermiddelen inzetten, en het leerproces structureren en dit documenteren in een goed interpreteerbare lesvoorbereiding
  • kan demonstratie experimenten praktisch opzetten en goed zichtbaar voor de leerlingen uitvoeren met aandacht voor de wetenschappelijke onderzoeksmethode
  • kan leerlingenexperimenten en practica inhoudelijk voorbereiden en praktisch organiseren
  • kan geschikte evaluatievormen voor de vakken gekoppeld aan vakdidactiek chemie in hun cognitieve, psychomotorische en affectieve doelstellingen selecteren en op diverse manieren inzetten
  • kan reflecteren over de ontwikkelde leer- en onderwijsprocessen en evaluatievormen en deze bijsturen waar nodig;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren in de klas
  • kan een vaklokaal chemie omschrijven naar minimale inrichting en veiligheidsaspecten
  • kan geselecteerde vakliteratuur interpreteren en inzetten in de chemie lespraktijk
  • kan de onderzoekscompetentie van leerlingen in het profiel doorstroom (domeinoverstijgend en domeingebonden) en ook in de dubbele finaliteit ASO wetenschappen op een verantwoorde wijze ontwikkelen
  • kan geschikte visualiseringen aanbrengen en toelichten in het kader van het modelmatig denken
  • kan via geschikte simulaties de chemie-inhouden door de leerlingen laten verwerken in het kader van de digitalisering van het secundair onderwijs
  • is in staat de eigen wetenschappelijk kennis op voldoende hoog niveau te houden

 

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten chemie georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Valdidactiek chemie (B-KUL-O0G84a)

6 studiepunten : Practicum 32 Beide semestersBeide semesters
Smet Mario |  N.

Inhoud

De voornaamste thema’s die in deze cursus aan bod komen zijn

  • de structuur van het onderwijs
  • het beroepsprofiel van de leraar (chemie)
  • de lesvoorbereiding opmaken en operationaliseren
  • lesdoelen bepalen en lessen uitwerken met de bepaalde oogmerken
  • vakdidactische middelen selecteren, inzetten
  • OC (het practicum)
  • Toetsvragen opstellen en evalueren
  • Onderwijs in natuurwetenschappen
  • vakdidactisch onderzoek (literatuur)
  • nanomaterialen
  • duurzaamheid.

Studiemateriaal

Syllabus vakdidactiek chemie
Vakdidactiek chemie praktijksyllabus ((verzameling experimenten voor lessen chemie)
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten, actuele leerboeken)

 

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. Voor een aantal werkvormen zijn er labosessies. Een of meer sessies zijn gewijd aan micro-teaching. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek chemie (B-KUL-O2G84a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken. 

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak. 
 
Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen). 
 
Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de Educatieve Master W&T. 

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken.

 

ECTS Vakdidactiek biologie – verdieping (B-KUL-O0H03A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De student

  • kan de eindtermen/minimumdoelen en leerplandoelen van het vakgebied biologie omvormen tot lesdoelen met het oog op het vormgeven van krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan vakspecifieke praktijk zoals veldbiologisch onderzoek en geleide excursies in biologisch-natuurwetenschappelijke musea onderbouwd vanuit de onderzoeksliteratuur uitwerken, begeleiden en hierover reflecteren;
  • kan bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen waarin de focus ligt op praktijk voor het vakgebied biologie geschikte evaluatievormen selecteren, uitwerken en hierover reflecteren;
  • kan een positief leer- en leefklimaat creëren op terrein;
  • kan kritisch reflecteren over het inzetten van vakspecifieke onderwijsleermiddelen vanuit het gevoerde onderzoek;
  • kan kernconcepten zoals het natuurwetenschappelijk denken en redeneren als een methode voor inquiry-based learning, het zelfgereguleerd leren en de aard van de wetenschap toepassen bij het vormgeven van krachtige leeromgevingen waarin de focus ligt op praktijk voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie;
  • kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied biologie integreren bij het vormgeven aan de krachtige leeromgevingen voor het vakgebied biologie.

Hierbij wordt er van uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied biologie opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen, als ook in staat zijn om nieuwe inzichten in het vakgebied biologie vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Toelating tot vakdidactiek biologie gebeurt niet automatisch, maar wordt aangevraagd.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G83A )


O0G83AO0G83A : Vakdidactiek biologie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek biologie - verdieping (B-KUL-O0H03a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Inhoudelijk ligt de focus op:

- het veldbiologisch onderzoek en geleide veldexcursie (ethologie, ecologie, evolutie, biodiversiteit, systematiek, …);

- het gebruik van (multi)media waaronder multimodale representaties.

Studiemateriaal

Cursus Vakdidactiek biologie – Uitgeverij ACCO

Boek: ‘De wetenschap van het leven’ (Bert De Groef en Peter Roels) – Uitgeverij ACCO
Materiaal verspreid via Toledo (testen, artikels, slides, opdrachten, …)

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Laboratoriumsessie - Museumbezoek - Veldwerk

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies.

In het kader van het afstandsleren verwerven studenten inzicht in de zelfstandig doorgenomen teksten en vakdidactische en vakinhoudelijke onderzoeksliteratuur, wordt informatie opgezocht, worden voorbereidende oefeningen gemaakt, …

Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector, die als begeleider optreedt.

De verschillende vormen van praktijk worden geoefend.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek biologie - verdieping (B-KUL-O2H03a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten) en de uitgevoerde taken.. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle online activiteiten en taken.

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als alle online activiteiten en taken in het kader van permanente evaluatie  worden uitgevoerd. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak.

Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de EM.

Toelichting bij herkansen

Herkansen is alleen mogelijk als de student heeft deelgenomen aan alle contactsessies, online activiteiten en taken. Bij herkansen zullen de groepstaken als onderdeel van de permanente evaluatie individueel hernomen moeten worden. Bepaalde taken of onderdelen van taken kunnen niet hernomen worden zoals de taken waarbij beroep gedaan moet worden op leerlingen, leraren, scholen of andere instanties. 

ECTS Vakdidactiek chemie – verdieping (B-KUL-O0H04A)

3 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Smet Mario (coördinator) |  Smet Mario |  N.

Doelstellingen

De student

- heeft kennis van en wetenschappelijk inzicht in vakdidactiek chemie en kan deze doordacht inzetten in de eigen praktijk;

- kan resultaten uit vakdidactische onderzoeksliteratuur interpreteren en integreren bij het vormgeven van leer- en onderwijsprocessen voor het vakgebied chemie in het kader van een actuele klaspraktijk in maatschappijbetrokken chemie-onderwijs

- kan resultaten uit de vakliteratuur van het vakgebied chemie integreren bij het vormgeven van leer- en onderwijsprocessen voor het vakgebied chemie in het kader van een actuele klaspraktijk in maatschappijbetrokken chemie-onderwijs

- kan de ontwikkeling van probleemoplossende vaardigheden bij leerlingen stimuleren

- kan natuurwetenschappelijk denken en redeneren en inzicht in de Nature of Science bij leerlingen stimuleren

Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de studenten zelfstandig de inhouden relevant voor het vakgebied chemie opfrissen, actief beheersen en kunnen toepassen. Bovendien veronderstellen we dat de studenten in staat zijn om nieuwe inzichten van het vakgebied chemie vanuit de onderzoeksliteratuur te interpreteren.

Begintermen

Dit opo kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student voldoende studiepunten chemie georiënteerde OPO’s op academisch niveau verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( O0G84A )


O0G84AO0G84A : Vakdidactiek chemie


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek chemie - verdieping (B-KUL-O0H04a)

3 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester
Smet Mario |  N.

Inhoud

1. Leren en onderwijzen van deeldomeinen van de chemie

2. Leren en onderwijzen van natuurwetenschappelijke denkactiviteiten

- Leren en onderwijzen van probleemoplossend denken

- Samenhang met aangrenzende gebieden van de natuurwetenschappen en technologie

- Nature of Science

 

In elk deel wordt aandacht geschonken aan kennis, vaardigheden, attituden en reflectie. Bovendien worden de concepten niet alleen theoretisch aangeboden vanuit vakliteratuur, maar ook praktisch ingeoefend waar relevant. . Integratie van wetenschappelijke inhouden en maatschappelijke betrokkenheid staan hierbij centraal.

Studiemateriaal

Syllabus vakdidactiek chemie
Vakdidactiek chemie praktijksyllabus ((verzameling experimenten voor lessen chemie)
Materiaal verspreid via Toledo (praktijkstukken, papers, slides, opdrachten)

De student maakt tevens in toenemende mate gebruik van materiaal dat via doordachte zoekstrategieën in de literatuur zelfstandig wordt opgezocht

Toelichting werkvorm

Het opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van blended leren, d.w.z. een combinatie van afstandsleren met contactsessies. In het kader van het afstandsleren nemen studenten bijvoorbeeld zelfstandig teksten en screencasts door, lezen ze vakdidactische onderzoeksliteratuur, zoeken ze informatie op, maken ze voorbereidende oefeningen, … Tijdens de contactsessies is er steeds een hoge mate van interactie tussen de studenten en de docent of praktijklector die als begeleider optreedt. Zo bespreken we bijvoorbeeld input van studenten die zij tijdens het afstandsleren voorbereid hebben. Studenten maken oefeningen of oefenen een vakspecifieke werkvorm onder begeleiding van de docent of praktijklector. Ze nemen deel aan groepsdiscussies. De practica kunnen zowel praktijkgericht als theoretisch georiënteerd zijn.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek chemie – verdieping (B-KUL-O2H04e)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Dit opo wordt aangeboden onder de formule van blended leren (afstandsleren gecombineerd met contactsessies). Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van actieve inbreng in het OPO (contactsessies en online activiteiten), de uitgevoerde taken en het examen. Voor de contactsessies geldt 100% deelnameplicht alsook deelnameplicht aan alle taken. 

Een student kan pas slagen voor dit opleidingsonderdeel als ook de taken in het kader van permanente evaluatie allemaal worden uitgevoerd. Deze vormen immers een essentieel onderdeel van dit opleidingsonderdeel. Door het niet uitvoeren van één of meer taken of vervangtaken (zie verder) voldoet de student niet aan de voorwaarden om het examen af te leggen en daardoor volgt dan een beoordeling voor het gehele OPO als 'niet afgelegd'. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens een sessie of gewettigde onmogelijkheid om een taak volgens plan uit te voeren, dient de student deze wettiging te staven en zelf het initiatief te nemen voor overleg met de titularis, met het oog op het bepalen van een vervangmoment en/of een vervangtaak. 
 
Een student slaagt wanneer de gewogen som van beide onderdelen (permanente evaluatie en examen) minstens 10 op 20 bedraagt. De verhouding tussen beide is 1/3 examen, 2/3 permanente evaluatie. Indien op een van beide delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide delen). 
 
Dit opleidingsonderdeel kan niet worden getolereerd in de Educatieve Master W&T. 

Toelichting bij herkansen

Taken in het kader van de permanente evaluatie kunnen niet altijd in de oorspronkelijke vorm hernomen worden tijdens de herkansing. Studenten die bij het herkansen taken opnieuw moeten maken, nemen daarom tijdens het feedbackmoment na de tweede examenperiode contact op met de docent om de nodige afspraken te maken.

ECTS Inleiding tot de ziekteleer van het kind (B-KUL-P0M64A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Allegaert Karel (coördinator) |  Allegaert Karel |  Toelen Jaan

Doelstellingen

In deze cursus worden de meest frequente kinderziektes systematisch en per orgaan besproken.
Ontstaan, oorzaak, verloop en aanpak/behandeling van kinderziektes worden gedetailleerd, met nadruk op die aspecten die belangrijk zijn voor niet-medici die dagdagelijks met kinderen zullen te maken hebben. Veel belang wordt gehecht aan de repercussie van 'ziek zijn' op het algemeen functioneren van het kind (bijvoorbeeld het leerproces op school, emotionele ontwikkeling,..). Ook de specifieke problematiek van chronische ziektes (cfr astma, hersenverlamming, chronische darmontstekingen, nierinsufficientie,...) wordt uitvoerig uitgelegd. Medicatiegebruik bij kinderen wordt in het algemeen besproken, met nadruk op mogelijke bijwerkingen.
In het bijzonder wordt een groot deel van de cursus gewijd aan hersenaandoeningen die frequent aan de basis liggen van leer -en gedragproblemen (bijvoorbeeld ADHD, dyslexie, epilepsie, autisme,...)
De hoofdbedoeling van de cursus is dus de niet-medische student vertrouwd te maken met de specifieke wereld van het zieke kind.
 

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de ziekteleer van het kind (B-KUL-P0M64a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de ziekteleer van het kind (B-KUL-P2M64a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Schriftelijk examen, open vragen

 

Toelichting bij herkansen

examenvorm is identiek aan de examenvorm van de eerste zittijd 

ECTS Volwassenenpsychiatrie (B-KUL-P0Q24A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Vrieze Elske (coördinator) |  Claes Stephan |  De Wachter Dirk |  Vrieze Elske

Doelstellingen

Na het voltooien van dit OPO:
- beschikt de student over basiskennis van biologische aspecten van psychiatrische stoornissen  bij de verklaring en behandeling van psychiatrische stoornissen
- is de student in staat tot een kritisch oordeel over interventies bij acute en/of complexe psychiatrische problematiek

Begintermen

Kennis van de psychiatrische diagnostiek (DSM-IV) zoals naar voor wordt gebracht in het bacheloropo ‘Psychopathologie en psychiatrie’

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Volwassenenpsychiatrie (B-KUL-P0Q24a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

·        Biologische aspecten van psychiatrische stoornissen (oa psychosen en stemmingsstoornissen)
·        Indicaties en bijwerkingen van de belangrijkste psychofarmaca
·        Crisisinterventie en acute psychiatrie (oa ontwenning, suïcidedreiging)
·        Psychiatrie en justititie (forensische psychiatrie)
·        Geïntegreerde klinische behandeling van complexe problematiek (comorbiditeit)

Studiemateriaal

deel 2: Klinische praktijk (Uitg. Bohn Stafleu Van Loghum)

Toelichting werkvorm

hoorcollege

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Volwassenenpsychiatrie (B-KUL-P2Q24a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Professional Training and Development in Organisations (B-KUL-P0S38A)

5 ECTS English 48 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
N. |  Boon Anne (substitute)

Aims

After completing this course, students are able to:

1. apply the main theories of professional learning in profit and in non-profit organizations and show insight into the interdisciplinary background of such theories (e.g. economics, psychology, pedagogy, business studies).

2. analyse the learning needs and patterns of professionals, volunteers, ... in the context of labour and corporate organisations (companies, public administrations, social profit organisations, ...).

3. understand the basics of corporate training didactics and being able to apply these didactics to concrete corporate cases.

4. gain insights in and master the skills to intentionally facilitate learning in social, labour and corporate contexts.

5. understand research and practice of professional learning & development or HRD in different contexts.

6. understand and analyse HRD policies and models, are able to analyse HRD strategies and to evaluate HRD strategies.

Previous knowledge

Interest in scientific approaches towards HRD and labour pedagogy and strategic problems in organisations.
Basic insights in education, professional education and training, lifelong and life wide learning, non-formal education. Critical attitude towards and scientific interest in educational topics during the life course and in organisational and labour contexts. Ability and motivation to work in small groups.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Professional Training and Development in Organisations (B-KUL-P0S38a)

5 ECTS : Lecture 48 First termFirst term
N. |  Boon Anne (substitute)

Content

The central focus is at the crossroads between professional learning and development theories, labour pedagogy and HRM, including research and applications in cases (Knowledge development and knowledge productivity - Competencies and development of competencies during the professional career - Constructing and facilitation of learning routes - Workplace learning - Didactics of corporate training in several settings - Evaluation and return on investment - Positions and roles of the instructor, trainer, coach, .. concerning facilitation and guidance of learning processes).

Further, a focus will be on designing and implementing training & development activities, optimising formal training & development activities and supporting informal learning.

Course material

See Toledo

Language of instruction: more information

All the course materials are in English.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Professional Training and Development in Organisations (B-KUL-P2S38a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period

Explanation

The evaluation consists of a group work (5 out of 20 points) and an exam during the examination period (15 out of 20 points).

More information will be communicated in class and via Toledo at the start of the academic year.

ECTS Sociale en culturele pedagogiek (B-KUL-P0S63A)

5 studiepunten Nederlands 30 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- aan de hand van een theoretische duiding van werkingsprincipes en kernkwesties de eigenheid van de sociale en culturele pedagogiek op een genuanceerde wijze te begrijpen.
- het rijke landschap aan praktijken en organisaties waar de sociale en culturele pedagogiek voor staat, zowel in het verleden als vandaag, op een inzichtelijke wijze te verbinden met deze werkingsprincipes en kernkwesties.
- de manier waarop de sociale en culturele pedagogiek specifiek aandacht heeft voor de relatie educatie en democratisch burgerschap aan de hand van theoretische kaders en kernconcepten te articuleren en kritisch te analyseren/te beoordelen.

Vormingsdoelen

Tijdens en na dit opleidingsonderdeel wordt van de student verwacht dat hij/zij:

- bereid is om op een zelfstandige basis, en dit in constructief overleg of in samenwerking met anderen, een bijdrage te leveren tot verdere theorievorming en onderzoeksuitvoering over werkingsprincipes en kernkwesties van de sociale en culturele pedagogiek.
- bereid is om ten aanzien van actuele vraagstukken die zich stellen in het beleid ten aanzien van praktijken van sociale en culturele pedagogiek een duidelijk persoonlijk standpunt in te nemen en dit op een genuanceerde en beargumenteerde wijze te formuleren.

Begintermen

zie begintermen Bachelor Pedagogische Wetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sociale en culturele pedagogiek colleges (B-KUL-P0S63a)

4 studiepunten : College 24 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Sociale en culturele pedagogiek wil een bijdrage leveren aan belangrijke vragen inzake het samenleven vandaag. Ze ontwikkelt theorieën waar educatie in perspectief wordt geplaatst van de betrokkenheid van burgers op deze zoektocht en verbindt de inzet van educatie met belangrijke noties als democratie, emancipatie, sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Met deze cursus willen we een grondige inleiding bieden op waar de sociale en culturele pedagogiek voor staat en we kiezen ervoor om ons antwoord op te bouwen aan de hand van drie deelvragen. Het zijn vragen die het ons mogelijk maken om de rijkdom aan ideeën en praktijken te laten zien maar ons tegelijkertijd ook zal stimuleren om de eigen accenten en werkingsprincipes van de sociale en culturele pedagogiek op het spoor te komen.

De drie vragen die we achtereenvolgend zullen onderzoeken, zijn:

1. Wat maakt de sociale en culturele pedagogiek tot een specifieke pedagogiek  (naast bijvoorbeeld de onderwijspedagogiek en orthopedagogiek)?

2. Wat zijn typische en hedendaagse praktijken van de sociale en culturele pedagogiek?

3. Op welke manier levert de sociale en culturele pedagogiek een bijdrage aan burgerschapseducatie?

Studiemateriaal

Het studiemateriaal is een bundeling van teksten. In de keuze van de teksten is gezocht naar een ‘leerrijk’ evenwicht tussen drie soorten literatuurbronnen:

1. teksten waar de zoektocht naar theoretische verdieping centraal staat,
2. teksten waar een empirisch onderzoek wordt gepresenteerd,
3. teksten waar eigen aandachtspunten van een specifieke praktijk centraal staan.

In de cursus wordt tevens een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van studiemateriaal:

1. Teksten die grondig gelezen en verwerkt moeten worden in functie van het examen. Aangeduid als ‘Examenstof’.
2. Films, websites, bijkomende teksten die worden aangeboden ter verdieping van de leerstof maar niet zullen bevraagd worden tijdens het examen. Aangeduid als ‘Teksten ter verdieping’.

Toelichting werkvorm

- inleidend college
- thematische hoorcolleges
- online leermodules en leesseminaries

Sociale en culturele pedagogiek: analyse van een praktijk (B-KUL-P0T53a)

1 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Analyse in groep van een praktijk ter verdieping van de leerstof: het uitschrijven van een analyse (rapport) en het presenteren van de bevindingen (via een powerpoint).

Studiemateriaal

- Een lijst aan relevante praktijkvoorbeelden waaruit één praktijk dus gekozen wordt.

- Een bundeling van teksten, films en websites. Het gaat om een ‘leerrijk’ evenwicht tussen drie soorten bronnen:

1. Bronnenmateriaal waar de zoektocht naar theoretische verdieping centraal staat,
2. Bronnenmateriaal waar een empirisch onderzoek wordt gepresenteerd,
3. Bronnenmateriaal waar eigen aandachtspunten van een specifieke praktijk centraal staan.

Toelichting werkvorm

Volgende onderwijsactiviteiten worden in het kader van dit vak georganiseerd:

- Zelfstudie: voorbereidende lectuur van teksten waarop in de hoorcolleges en in de oefening kan worden voortgebouwd.
- Hoorcolleges met uiteenzettingen over wetenschappelijke literatuur, met reflectiemomenten en bijkomend illustratiemateriaal (film, casestudies etc.).
- Analyse in groep van een praktijk ter verdieping van de leerstof: het uitschrijven van een analyse (rapport) en het presenteren van de bevindingen (via een powerpoint).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sociale en culturele pedagogiek (B-KUL-P2S63a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen, Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm:

1. Een taak tijdens het jaar waar studenten teksten zelfstandig verwerken en dit ook koppelen aan centrale inhouden van de cursus.
2. Schriftelijk examen tijdens de examenperiode met zowel open essayvragen als meerkeuzevragen (gesloten boek). 

Beoordeling:

De puntenverdeling wordt bij de start van het OPO bekend gemaakt via Toledo. Voor de meerkeuzevragen op het examen wordt een giscorrectie toegepast. De taal- en vormvereisten van de taak worden apart gequoteerd als geslaagd/niet geslaagd. Niet deelnemen aan het examen resulteert in een NA, wat in de puntentelling neerkomt op 0 voor het examen.

Voorwaarden:

De indiendata worden bij de start van het OPO bekend gemaakt via Toledo. Het tijdig inleveren van de taak is een voorwaarde om aan het examen en de tweede examenkans te mogen deelnemen. Het niet tijdig indienen van de taak resulteert in een NA voor het gehele opleidingsonderdeel.

Studenten moeten geslaagd zijn op de taal- en vormvereisten om te slagen voor de opdracht (= ontvankelijkheidsvoorwaarde). Bij niet slagen op de taal- en vormvereisten wordt de opdracht als niet afgelegd (NA) beschouwd, wat in de puntentelling neerkomt op 0 voor de opdracht.

Tweede examenkans:

In geval van een onvoldoende op het geheel, worden de geslaagde deelpunten op de paper of het examen overgedragen naar de derde examenperiode van datzelfde academiejaar. De herkansing van de taak bestaat uit de herwerking van de oorspronkelijke taak en niet uit een volledig nieuwe taak (d.w.z. er wordt verder gewerkt op de gekozen organisatie en er kan dus niet voor een andere organisatie worden gekozen). Ook voor de tweede examenkans geldt dat het tijdig indienen van de herwerkte taak een voorwaarde is om aan het examen in de derde examenperiode te mogen deelnemen. Het niet tijdig indienen van de herwerkte taak resulteert in een NA voor het gehele opleidingsonderdeel.

Studenten die hun taak tijdens de eerste examenkans niet (tijdig) inleverden, krijgen geen tweede examenkans.

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V22A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

O0G63A : Opleiding tot leraar geschiedenis

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P2V17a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. Er wordt gewerkt met een aangepaste cesuur bij de toetsen voor de modules.
Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P0V18A)

6 studiepunten Nederlands 90 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V20A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-P0V18a)

4 studiepunten : College 90 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-P0V19a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P2V18a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie) 
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P0V20A)

6 studiepunten Nederlands 90 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V18A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-P0V20a)

4 studiepunten : College 90 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-P0V21a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P2V20a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie)
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..
     

ECTS Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27B)

6 studiepunten Nederlands 40 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Doelstellingen

Op grond van het opleidingsonderdeel zijn de studenten in staat

  • Hun inzicht te vertolken in het wetenschappelijk onderzoek t.a.v. deelproblematieken op het vlak van didactiek van hoger onderwijs
  • Onderwijspraktijken inzake hoger onderwijs theoretisch te duiden en onderzoeksonderbouwde optimaliseringsvoorstellen te formuleren
  • Zelfstandig en kritisch onderzoek inzake didactiek van hoger onderwijs te verwerken

 

Vormingsdoelen

  • Studenten ontwikkelen een interesse voor (evoluties op het vlak van) didactiek van hoger onderwijs, ze tonen hun interesse door actief op zoek te gaan naar informatie en daarover onderbouwd standpunt te nemen
  • Studenten scholen zich professioneel bij op het vlak van didactiek van hoger onderwijs

Begintermen

Studenten hebben inzicht in de factoren die de kwaliteit van onderwijs bepalen en dit zowel op micro-, meso-, als op macro-niveau.

Studenten zijn in staat enerzijds op hun ervaringen een beroep te doen bij het interpreteren van nieuwe informatie en anderzijds afstand te nemen van hun ervaringen om diepte-zicht op te bouwen.

Studenten zijn in staat zelfstandig wetenschappelijke literatuur te verwerken.

 

Identieke opleidingsonderdelen

P0V27A: Didactiek van het hoger onderwijs

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek van het hoger onderwijs: opdracht (B-KUL-O0G78a)

1 studiepunten : Opdracht 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27a)

5 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel staan actuele deelthema’s t.a.v. de didactiek van hoger onderwijs centraal die onderzoeksmatig veel aandacht krijgen. Jaarlijks kunnen deze thema’s worden aangepast . Mogelijke thema’s zijn:

  • Maatschappelijke rol van hoger onderwijs (enculturatie – transformatie)
  • Curriculumontwikkeling in het hoger onderwijs
  • Werkvormen eigen aan hoger onderwijs
  • De rol van technologie in het kader van (de vernieuwing van) hoger onderwijs
  • Omgaan met verschillen tussen studenten in het hoger onderwijs (van toegangselectie tot universal design)

 

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt in afstandsonderwijs aangeboden en omvat twee types activiteiten:

  • Online modules waarin thema’s worden ingeleid en geduid
  • Interactieve online discussiesessies waarin studenten op grond van een grondige lezing van de literatuur actuele casussen bespreken en elkaar bevragen en ondersteunen bij het identificeren van implicaties

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0V27A : Didactiek van het hoger onderwijs

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P2V27b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

ECTS Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 1 (B-KUL-P0V86A)

4 studiepunten Nederlands 24 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Leerresultaten:

Na het voltooien van dit OPO

  • kan student kernconcepten uit het ontwikkelingspsychopathologisch referentiekader begrijpen en toepassen
  • heeft student inzicht in onderzoeksdesigns en –methoden voor het bestuderen van ontwikkelingspsychopathologische processen
  • heeft student inzicht in transdiagnostische mechanismen die een rol spelen in frequent voorkomende vormen van psychopathologie in kindertijd en adolescentie

 

Vormingsdoelen:

 

Tijdens en na dit OPO wordt van de student verwacht dat

  • hij/zij genuanceerd kan denken en spreken over de multifactoriële etiopathogenese van psychopathologie
  • hij/zij bereid is een kritische ingesteldheid aan te nemen ten aanzien van wat gezegd en geschreven wordt over de ontwikkeling van psychopathologie, daarbij feiten van fictie onderscheidend en oog hebben voor de historische en culturele bepaaldheid ervan
  • bereid is een nieuwsgierige houding te ontwikkelen en aan te nemen t.o.v. evoluties en trends in het domein van de ontwikkelingspsychopathologie, en dit zowel op methodologisch als op inhoudelijk vlak.

 

 

 

Begintermen

Basiskennis van ontwikkelingspsychologie (bijv. Ontwikkelingspsychologie deel 1: kindertijd, Ontwikkelingspsychologie deel 2: adolescentie tot late volwassenheid) en psychiatrische ziektebeelden (bijv. Psychopathologie en psychiatrie).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 1 (B-KUL-P0V86a)

4 studiepunten : College 24 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In een eerste luik worden de belangrijkste begrippen uit de ontwikkelingspsychopathologie geïntroduceerd. Ook wordt een aantal bouwstenen aangereikt die studenten in staat moeten stellen inzicht te verwerven in processen en mechanismen die een rol spelen in de ontwikkeling van psychische problemen: benaderingen om normaliteit en psychopathologie van elkaar te onderscheiden, referentiekaders voor de studie van risico- en beschermingsfactoren in de ontwikkeling van psychopathologie en onderzoeksdesigns en –methoden om ontwikkelingspsychopathologische vragen te beantwoorden.

In een tweede luik wordt dieper ingegaan op transdiagnostische mechanismen die een rol spelen in veel voorkomende vormen van psychopathologie in kindertijd en adolescentie (zoals angst, depressie, gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornissen). De multifactoriële ontstaanswijze van deze problematieken wordt geduid en de neurobiologische substraten en mechanismen worden uitgelegd.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt verduidelijkt op Toledo voor de start van het academiejaar.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 1 (B-KUL-P2V86a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P0W39A)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

De diversiteitsstage wil studenten kansen bieden om zich in een veilig leerklimaat te bekwamen tot zorgzame en relatievaardige leraren die aandacht hebben voor de noden en leerbehoeften van alle leerlingen/cursisten/studenten, in het bijzonder de meest kwetsbaren onder hen.

  • Bij het voltooien van de diversiteitsstage heeft de student deze doelstellingen bereikt:
  • De student heeft oog voor verschillen tussen leerlingen/cursisten/studenten, met bijzondere aandacht voor de leerlingen/cursisten/studenten waarbij de schoolloopbaan moeizaam verloopt;
  • De student kan reflecteren over de verschillende factoren die een impact hebben op de leerprocessen van kwetsbare leerlingen/cursisten/studenten in een groepscontext;
  • De student kan leerlingen/cursisten/studenten coachen, met bijzondere aandacht voor studiemethode;
  • De student kan in functie van gelijke onderwijskansen communiceren en samenwerken met (afhankelijk van het project) leraren, leerlingen/cursisten/studenten, ouders, externe partners en de bredere sociaal-culturele sector;
  • De student kan de sterke en zwakke punten rond hun handelingsbekwaamheid m.b.t. omgaan met diversiteit in het onderwijs identificeren;
  • De student kan zich verder engageren om zijn/haar handelingsrepertoire rond het omgaan met diversiteit te vergroten;
  • De student kan discreet omgaan met gevoelens van leerlingen/cursisten/studenten door respect op te brengen voor de eigenheid en diversiteit van die leerlingen/cursisten/studenten.

 

Begintermen

De diversiteitsstage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis.
Om dit OPO te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Identieke opleidingsonderdelen

F0YX7A: Diversiteitsstage Letteren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P0W39a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De inhoud wordt universiteitsbreed bepaald (zie Toledo)

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

De diversiteitsstage bestaat uit het verzorgen van ca. 15-20 sessies op een school of in een organisatie. De sessies vinden bij voorkeur plaats in de eigen stageschool (in Vlaanderen en/of Brussel) of in een andere school, CVO, andere partnerorganisatie. De student sluit bijvoorbeeld aan bij het ondersteuningsteam op een school.
De stagiair ondersteunt het team op school/in een organisatie dat (een) leerling(en)/cursist(en)/student(en) met specifieke onderwijsbehoeften omwille van individuele kenmerken (bijvoorbeeld: SES, taal- en/of migratieachtergrond, socio-culturele achtergrond, ontwikkelingsstoornissen, leerstoornissen, genderidentiteit, functiebeperkingen) begeleidt.

Om te reflecteren op het stagetraject worden drie supervisiemomenten georganiseerd (begeleid en opgevolgd door medewerkers van de Educatieve Masters) op de school of aan de universiteit, waarbij de student ervaringen uitwisselt met medestudenten en eventueel ook met studenten van een bacheloropleiding. Hiervoor bereiden studenten bijvoorbeeld reflectievragen voor, houden ze een logboek/dagboek bij en maken ze een kort individueel verslag van de bijeenkomst. Het laatste supervisiemoment is de evaluatiesessie. De aanpak en inhoud van de supervisies wordt verder toegelicht door de projectleider via Toledo / mail.

Naast het verzorgen van de begeleidingssessies en de supervisies volgt elke student ook ten minste twee universiteitsbrede vormingen.

De vormingen en supervisies worden universiteitsbreed georganiseerd en begeleid door medewerkers van de Educatieve Masters of worden aangeboden in samenwerking met externe partners. Er wordt naar een diverse samenstelling van de studentengroep gestreefd (studenten uit verschillende projecten en Educatieve Masters).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

De wijze waarop dit opleidingsonderdeel wordt ingevuld, is afhankelijk van de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad en andere geldende collectieve of individuele maatregelen die worden opgelegd. 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leraar in een superdiverse samenleving (B-KUL-P2W39a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces. De evaluatievorm kan verschillen naargelang het gekozen traject. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Er wordt voor deze onderwijsleeractiviteit gewerkt met een geslaagd/niet geslaagd beoordeling.

Tweede examenkans
Er is geen tweede examenkans.

Deze stage gaat door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 2 (B-KUL-P0W61A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Leerresultaten:
Na het voltooien van dit OPO

  • heeft student inzicht in de etiologie en pathogenese van een brede waaier aan vormen van psychopathologie in kindertijd, adolescentie en transitiefase, ook van de minder frequent voorkomende
  • heeft student voor deze psychopathologische beelden inzicht in de neurobiologische associaties als onderdeel van de etiologie
  • heeft student inzicht in de psychofarmacologie behorende bij deze beelden
  • heeft student inzicht in de positionering van ontwikkelingspsychopathologie t.o.v. andere referentie- en denkkaders in de geestelijke gezondheidszorg

Vormingsdoelen:
Tijdens en na dit OPO wordt van de student verwacht dat

  • hij/zij genuanceerd kan denken en spreken over de multifactoriële etiopathogenese van psychopathologie
  • hij/zij bereid is een kritische ingesteldheid aan te nemen ten aanzien van wat gezegd en geschreven wordt over de ontwikkeling van psychopathologie, daarbij feiten (evidence) van assumpties onderscheidend en oog hebbend voor de historische en culturele bepaaldheid ervan
  • bereid is een nieuwsgierige houding te ontwikkelen en aan te nemen t.o.v. evoluties en trends in het domein van de ontwikkelingspsychopathologie, en dit zowel op methodologisch als op inhoudelijk vlak.

Begintermen

Basiskennis van ontwikkelingspsychologie (bijv. Ontwikkelingspsychologie deel 1: kindertijd, Ontwikkelingspsychologie deel 2: adolescentie tot late volwassenheid) en psychiatrische ziektebeelden (bijv. Psychopathologie en psychiatrie), naast basiskennis ontwikkelingspsychopathologische begrippen en meest frequent voorkomende beelden (bijv. Psychopathologie in kindertijd en adolescentie deel 1).  Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 2 bouwt verder op P0V86A ‘Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 1’. Studenten die enkel P0W61A opnemen, worden daarom aangeraden eventuele noodzakelijke voorkennis zelfstandig te verwerven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 2 (B-KUL-P0W61a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Voortbouwend op kennis over ontwikkelingspsychopathologie wordt een brede waaier aan psychopathologische beelden, voorkomend op kinderleeftijd en in de adolescentie besproken met nadruk op hun multifactoriële ontstaanswijze en beloop. Binnen de complexe etiologie ligt de nadruk op de neurobiologische fenomenen en de farmacologie als focus voor deze cursus.

Aan bod komen onder meer ADHD, autisme, anorexia nervosa, angst- en stemmingsstoornissen, gedragsstoornissen, somatische symptoomstoornissen, tic stoornissen, trauma gerelateerde stoornissen,…

Voor al deze beelden wordt de ontwikkelingspsychopathologische en multifactoriële ontstaanswijze geschetst, met verwijzing naar aangrijpingspunten voor verandering en behandeling. Telkens worden bruggen gelegd tussen de verschillende denkkaders in relatie tot deze klinische beelden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Psychopathologie en psychiatrie kinderen en jongeren, deel 2 (B-KUL-P2W61a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Meerkeuzevragen

Toelichting

Evaluatievorm: 
Het examen bestaat uit 2 delen: één deel met enkele open vragen en één deel met meerkeuzevragen.
De open vragen komen deels rechtstreeks uit het cursusmateriaal (reproductie) en zijn deels redeneervragen, waarbij de student de aangereikte kennis en kaders zal moeten toepassen.
De meerkeuzevragen zullen kennis bevragen verspreid over alle hoofdstukken van de cursus. Een giscorrectie wordt toegepast bij de meerkeuzevragen.

Beoordeling: 
De helft van de punten staat op de open vragen; de andere helft op de meerkeuzevragen.

ECTS Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P0X27A)

6 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Medaer Jan (coördinator) |  Medaer Jan |  Vandenabeele Joke

Doelstellingen

Leerdoelen :

Het Vlaamse landschap van de volwassenvorming met zijn specifieke settings en maatschappelijke betekenis per setting duiden;

De belangrijkste leertheorieën, die de praktijken van de volwassenenvorming inspireren duiden;

Inzien dat de leertheorieën inzake volwassenenvorming verbonden zijn met specifieke strategieën om het leren bij volwassenen te bevorderen;

Een specifiek profiel schetsen van de doelgroep behorende tot de eigen gekozen volwassenenvormingscontext door onder andere observatie van de beginsituatie, interview, literatuur studie;

Nagaan welke specifieke didactiek er van toepassing zijn binnen specifieke vormen van volwassenenvorming;

Kritisch reflecteren over de leertheorieën van de volwassenenvorming en keuze kunnen verantwoorden voor een bepaalde leertheorie in functie van een praktijkgericht onderzoek;

Vormingsdoelen:

Bevindingen vanuit praktijkonderzoek presenteren zodat deze relevantie hebben voor het werkveld;

Bereidheid om op een zelfstandige basis en in constructief overleg of in samenwerking met anderen een bijdrage te leveren tot verdere theorievorming en onderzoeksuitvoering inzake volwassenenvorming;

Bereidheid om een duidelijk persoonlijk standpunt in te nemen op een genuanceerde en beargumenteerde wijze ten aanzien van de manier waarop het leren van volwassenen in diverse settings van de volwassenenvorming tot stand wordt gebracht;

Bereidheid om een educatief perspectief op volwassenenvorming te formuleren op basis van wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en eigen opgezet onderzoek.

Begintermen

Voor dit OPO geldt een numerus clausus van 70 EM-studenten.

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Lesgeven binnen volwassenenvorming: algemene en specifieke eigenheden van het volwassenenvormingsveld in Vlaanderen (B-KUL-P0X27a)

3 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het veld van de volwassenenvorming is enorm uitgestrekt en kent vandaag de dag veel verschillende opvattingen, principes concrete methodieken en doelgroepen. In dit OLA gaan we in op algemene en specifieke eigenheden van volwassenenvormingsveld in Vlaanderen. We verkennen de erg verschillende finaliteiten van de volwassenenvorming, onderzoeken de kenmerken en beweegredenen van de verschillende doelgroepen en analyseren de specifieke methodieken eigen aan de verschillende settings van volwassenenvorming aan de hand van verschillende opdrachten. Bij deze analyse wordt ook gekeken naar werkingsprincipes en valkuilen om te komen tot inzichten die vorm krijgen in een gemotiveerde lijst van do’s and don’ts gericht aan het werkveld.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Blended learning: interactieve contactmomenten en zelfstudie van modules via materiaal op Toledo, individueel uitwerken van opdrachten: opdrachtomschrijving zie Toledo.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0X56A : Lesgeven binnen volwassenenvorming

Lesgeven binnen volwassenenvorming: onderzoek naar motivatie van vormingskeuze bij volwassenen (B-KUL-P0X34a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit OLA wordt de motivatie van vormingskeuze bij heel specifieke doelgroepen (vluchtelingen en migranten, kortgeschoolden en jonge adolescenten, mensen in armoede, ouderen, etc.) en hoe zij ‘leren’ opvatten onder de loep genomen en kritisch vergeleken met leertheorieën inzake volwassenenvorming. Er is aandacht voor een aantal onderzoekers/theoretici die het veld in de loop der tijd substantieel hebben gedefinieerd; dit brengt inzicht in wat belangrijke keuzes zijn in het concreet vorm geven van een educatief initiatief binnen de volwassenenvorming. Iedere student zal een praktijkgericht onderzoek uitvoeren binnen een eigen gekozen volwassenvormingssetting. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van onderzoeksliteratuur en werkveldbezoeken (observatie en interviews in een specifiek volwassenenvormingssetting), en resulteert in een paper. Bij tussentijdse (online) momenten bespreken we reeds opgedane inzichten adhv reflectie/ feedback.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Uitwerken van een paper op basis van praktijkgericht onderzoek in volwassenenvormingssetting, ondersteund door begeleidende leerinhouden op Toledo en online intervisies.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P2X27a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Permanente evaluatie o.b.v. tussentijdse opdrachten en paper.

De student moet geslaagd zijn voor alle onderdelen van elk OLA om het OPO succesvol af te leggen.

Toelichting bij herkansen

Bij niet slagen moeten de ontoereikende opdrachten en/of paper herwerkt of hernomen worden in de tweede examenperiode

ECTS Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-P0X66A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Gadeyne Els (coördinator) |  Baeyens Dieter |  Ghesquière Pol |  Gadeyne Els (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Aan het eind van dit opleidingsonderdeel :

  • heeft de student zicht op een aantal frequent voorkomende leer- en gedragsproblemen die zich kunnen voordoen in het secundair onderwijs.
  • is de student sensitief om deze problemen (vroegtijdig) te identificeren in de dagelijkse onderwijspraktijk.
  • heeft de student kennis over verschillende interventiemogelijkheden die er bestaan binnen de onderwijscontext en hun inbedding in het brede veld van de jeugdhulpverlening. In het bijzonder is hij op de hoogte van zinvolle en efficiënte interventies voor leerkrachten en scholen wanneer ze met leer- of gedragsproblemen worden geconfronteerd.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op module 7 'Verschillen tussen leerlingen in onderwijs' uit 'Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, deel 1'. 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-P0X66a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Baeyens Dieter |  Ghesquière Pol |  Gadeyne Els (plaatsvervanger)

Inhoud

Een aantal relevante leer- en gedragsproblemen worden besproken door middel van een status questionis van het wetenschappelijk onderzoek: definitie, diagnose, prevalentie, etiologie, prognose en behandeling. Aansluitend wordt ingegaan op gepaste school-, klas- en leerlinggerichte interventies.

Volgende thema's komen aan bod:

Deel 1: Leerproblemen

  • Dyslexie
  • Dyscalculie

 

Deel 2: Gedragsproblemen

  • Aandachtstekortstoornissen
  • Externaliserend probleemgedrag
  • Internaliserend probleemgedrag
  • Autismespectrumstoornissen
  • Pesten op school

 

Deel 3: Zorg op school

  • Handelingsgericht werken
  • Centra voor Leerlingenbegeleiding

Studiemateriaal

Reader met literatuuropgaven.

Toelichting werkvorm

Tijdens de colleges wordt heel wat informatie meegegeven, maar wordt ook regelmatig ruimte gemaakt voor ervaringen en visies van studenten en uitwisseling tussen studenten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-P2X66a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm:
Het examen is een combinatie van eerder kennisgerichte vragen en toepassingsgerichte vragen.

ECTS Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29A)

6 studiepunten Nederlands 22 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Agirdag Orhan |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Van Nieuwenhuyse Karel |  Sampermans Dorien (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

-  De studenten raken vertrouwd met de problematiek van beide doelgroepen (jongeren uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid); ze doen kennis en inzicht op in

  • wat begrepen wordt onder kwetsbaarheid en het ontstaan ervan;
  • de wisselwerking school - gezin in een kwetsbare situatie, de invloed die specifieke problemen van mensen uit deze doelgroepen uitoefenen op de schoolloopbaan en leervorderingen van de jongeren, de rol die scholen (onbedoeld) spelen in het genereren en versterken van kwetsbaarheid, en strategieën om de impact van kwetsbaarheid op de schoolse situatie te beperken;
  • de bestaande organisaties die werkzaam zijn binnen dit veld en intensief samenwerken met jongeren van ca. 12-18 jaar (deze leeftijdscategorie is nog vaak ‘onontgonnen terrein’) en hun leefomgeving;
  • de concrete situatie en denk- en leefwereld van de doelgroepen (sociaal-economische en etnisch-culturele profielen) in theoretisch en in praktisch opzicht, o.m. via het leren kennen van de jongeren, ouders en buurt door middel van een participerende observatie;
  • de specifieke problemen die mensen uit deze doelgroepen op verschillende vlakken (vb. fysisch, sociaal, psychologisch) ervaren;
  • het opzetten van respectvolle, effectieve en efficiënte communicatie met mensen uit deze doelgroepen (o.m. via het kunnen wisselen van perspectief).

- De studenten bieden, rekening houdend met alle kennis en inzicht die ze opdeden, een geëngageerde, verantwoordelijke, respectvolle en dienstbare ondersteuning aan mensen in een kwetsbare situatie, inzonderheid mensen met een lage sociaal-economische status en mensen uit een etnisch-culturele minderheid. De component ‘dienen’ gebeurt altijd met inachtneming van de driehoek jongere – gezin - buurt/leefwereld. Dit doen ze vanuit een open houding om zelf ook te leren uit deze concrete ervaringen.

- De studenten kunnen individueel en in groep reflecteren op de wijze waarop ze ondersteuning bieden en hun eigen perspectief in vraag stellen.

- De studenten kunnen vanuit hun dienstbare ervaring verwoorden hoe ze hiermee als toekomstige leraar rekening zullen houden zodat jongeren in een kwetsbare situatie echt gelijke kansen krijgen in het onderwijs.

- De studenten kunnen uitleggen hoe hun ervaring bij het ondersteunen van mensen uit deze doelgroepen ook op de vakinhoudelijke component van hun onderwijspraktijk een invloed heeft en kunnen de vormgeving van hun praktijk aan deze inzichten aanpassen.

- De studenten kunnen als ervaringsdeskundigen en met inzicht in de bestaande modellen van service-learning een relevante bijdrage leveren tot de uitbouw van een didactiek service-learning voor het secundair onderwijs.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.
 

Toelichting

Via service-learning brengen we de studenten van de Educatieve Master Opleidingen in contact met jongeren (ca. 12-18 jaar) uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid, met hun gezinnen en/of hun buurt. Dat contact verloopt niet in of via de school, maar via organisaties die deze jongeren en/of hun gezinnen ondersteunen, bijvoorbeeld aan huis, via een buurtwerking of via een cultureel project.

We stellen vast dat het huidige onderwijs de bestaande maatschappelijke ongelijkheid bevestigt. Bovendien behoren de toekomstige leraars secundair onderwijs meestal net niet tot etnisch-culturele minderheden en groepen met een lage sociaal-economische status, en hebben ze dus vaak geen affiniteit met jongeren en hun leefomgeving uit die minderheden. In dat verband zijn er prangende uitdagingen die we laten aangaan op het vlak van diversiteit en van maatschappelijke ongelijkheid. Vanuit het dienende contact met deze doelgroepen, vanuit een theoretische achtergrond en ervaringsgetuigenissen laten we de studenten kijken naar de verhouding tussen deze jongeren en het onderwijs: hoe kan ik als leraar (in het algemeen en specifiek voor mijn vak) rekening houden met mogelijke valkuilen, zodat ik de jongeren optimaal kansen op ontplooiing kan bieden?

Daarnaast maken de studenten kennis met de didactiek van service-learning en reflecteren ze ervaringsgericht over mogelijke manieren om als leraar in het secundair onderwijs een service-learning project op te zetten of eraan bij te dragen.

Numerus clausus

Zie begintermen

Begintermen

De student beschikt over de vaardigheden en houdingen die van een student bij de aanvang van een academische Master worden verwacht.

Numerus clausus

Voor dit opleidingsonderdeel geldt een numerus clausus van 20 studenten.

Identieke opleidingsonderdelen

O0D35A: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de specifieke lerarenopleiding

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29a)

6 studiepunten : Practicum 22 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Academische component:

  • Inzicht in kwetsbaarheid algemeen (vanuit interdisciplinair perspectief)
  • Inzicht in (gevolgen van) (kans)armoede en etnisch-culturele diversiteit
  • Inzicht in wisselwerking school – gezin/buurt en school – maatschappelijke ongelijkheid
  • Inzicht in interculturele communicatie
  • Inzicht in stereotypering en stigmatisering en de rol van vooroordelen op leerkrachtgedrag
  • Inzicht in didactiek service-learning secundair onderwijs

Belangrijk: deze componenten worden niet alleen belicht door academische experten, maar ook door ervaringsdeskundigen.

 

Praktijkcomponent:

  • Uitleg over en kennisname van bestaande organisaties en initiatieven in het veld, gericht op de doelgroepen
  • (Passieve) participerende observatie ter inleving in de situatie
  • Actieve, dienstbare praktijkervaring service-learning met jongeren in hun eigen leefomgeving, d.w.z. gezin en/of buurt


Reflectiecomponent:

  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent, participerende observatie naar de theoretische kaders (met specifieke aandacht voor de wederkerigheid in het leren) (seminarie)
  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent actieve, dienstbare praktijkervaring naar de theoretische kaders (seminarie)
  • Publiek maken van de ervaringen van de studenten met service learning (schriftelijk, individueel werk)
  • Afsluitende reflectie over wat studenten op welke vlakken hebben ervaren en geleerd (individueel, creatieve neerslag)
  • Gezamenlijke intervisie (met studenten, titularissen en begeleidende lectoren) over wat van het geleerde kan worden meegenomen naar de vormgeving van de vakspecifieke praktijk (Wat bracht service-learning bij voor het vakinhoudelijke en vakdidactische aspect van de onderwijspraktijk?) (seminarie)
  • Publieke voorstelling van de reflecties en resultaten en een gezamenlijke (vreugdevolle) afsluiting. (eindpresentaties)

Studiemateriaal

Artikels en literatuur, voorbeeldmateriaal, multimedia en Toledo

Toelichting werkvorm

Er wordt een combinatie van werkvormen gebruikt. De theorie wordt aangebracht via colleges verzorgd door experten, via contacten en gesprekken met ervaringsdeskundigen en via inleef- en werksessies. De praktijk bestaat uit een stageluik. Reflectie gebeurt via intervisieseminaries en opdrachten. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S2I29a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie gebeurt op basis van de inbreng in de seminaries en intervisies, het maatschappelijk engagement van de student, de kwaliteit van de praktische ervaring, reflecties, verslagen, en de actieve inbreng in en kwaliteit van de relevante bijdrage aan het design van service-learning voor het secundair onderwijs.
 

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans.

ECTS Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35A)

3 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten elk de volgende doelstellingen bereikt:

  • De studenten zijn gemotiveerd om filosofische gesprekken te voeren binnen en buiten het eigen vakdomein.
  • De studenten kunnen filosofische vragen stellen bij lesinhouden die aansluiten bij hun eigen vakdomein en bij aanverwante vakdomeinen.
  • De studenten kunnen een vragende, socratische attitude aannemen en integreren in het werken met hun doelgroep.
  • De studenten kunnen een filosofisch gesprek voorbereiden en opstarten met een groep.
  • De studenten kunnen de groep op een participatieve én efficiënte manier (op een beginnersniveau) begeleiden bij het voeren van een filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen de (zelf)reflectie van leerlingen stimuleren en ondersteunen en kunnen in de groep een veilige en vrije ruimte creëren waarbinnen dat mogelijk is.
  • De studenten hebben inzicht in verschillende methodes om een filosofisch gesprek te voeren.
  • De studenten hebben inzicht in de waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen reflecteren over een filosofisch gesprek dat ze observeren of begeleiden of waarin ze participeren.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Studenten hebben ofwel reeds een bachelordiploma behaald, ofwel zijn zij max. 70 sp. verwijderd van het bachelordiploma.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35a)

3 studiepunten : Practicum 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De OLA bestaat uit 25 contacturen (in blokken van 2,5 uur). Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht (zie evaluatie).

Deze OLA laat zien hoe je binnen je eigen discipline en aanverwante disciplines filosofische gesprekken kan voeren met een groep (leerlingen) over een onderwerp dat zich daartoe leent. Het is een kennismaking met het fenomeen ‘filosofische gesprekken’ en biedt de gelegenheid houdingen en vaardigheden uit de filosofische praktijk te oefenen en erover te reflecteren.

In vijf plenaire sessies worden de belangrijkste theoretische achtergronden voorgesteld, afgewisseld met korte oefeningen. De volgende thema's kunnen aan bod komen:

  • De praktische filosofie en het filosofisch gesprek, o.a. met kinderen en jongeren;
  • Waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • De houding van de filosofisch gespreksbegeleider: de maieutiek, het belang van ‘leeg’ luisteren.
  • De techniek van het kritisch denken: kunnen registreren van de spontane redenering en argumentatie van deelnemers en daarop doorvragen (beginselen van de argumentatieleer);
  • De kunst van het vragen stellen en vragend werken met een (klas)groep;
  • De structuur van een filosofisch gesprek;
  • Vergelijking tussen verschillende scholen/methodes in het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • Achtergronden van de socratische methode en toepassingen en varianten van het socratisch gesprek. Verschillen en gelijkenissen met andere methodes in het filosoferen.

In vijf werkcolleges in groepen van ca. 20 studenten worden de studenten in het volgende begeleid:

  • een filosofisch gesprek opstarten vanuit een impuls
  • oefenen in het begeleiden van filosofische gesprekken
  • ideeën en werkvormen uitwisselen om te gebruiken in de klas
  • uitdenken van een onderzoeksvraag (voor de paper) en een impuls (voor de lesvoorbereiding)

Naast deze werkcolleges kunnen de studenten naar keuze enkele stagelessen 'filosofisch gesprek met kinderen en jongeren' begeleiden, zowel in het secundair als in het basisonderwijs. Als zij hiervoor interesse hebben, observeren ze eerst een les gegeven door de docent in het secundair en/of in het basisonderwijs. Nadien kunnen afspraken gemaakt worden met de leerkracht van de klas in kwestie. Precieze stageplekken worden nog bekend gemaakt bij aanvang van het seminarie.

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal: het boek Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek: De basis (Leuven: LannooCampus, 2020). Dit boek kan via de docent aangekocht worden.

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal: op Toledo vinden de studenten achtergrondartikelen en een bibliografie met referenties aan boeken, artikelen, video’s, didactisch materiaal … die ze kunnen gebruiken als achtergrond bij de paper en de lesvoorbereiding.

Toelichting werkvorm

De contacturen vinden plaats in Leuven.

De eerste 12,5 contacturen zijn interactief. De theorie zoals uitgelegd in het boek wordt aangereikt aan de hand van korte oefeningen die meteen bruikbaar zijn in de (klas)groep.

Tijdens de volgende 12,5 contacturen (werkcolleges) worden vooreerst in groep filosofische gesprekken gevoerd en verschillende werkvormen uitgeprobeerd. De effecten en doelstellingen van de verschillende werkvormen worden samen besproken en in functie van bruikbaarheid geëvalueerd. Daarna oefenen de studenten ook in het zelf begeleiden van een filosofisch gesprek en krijgen ze hierop feedback.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S2I35a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Vaardigheidstoets

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De evaluatie bestaat uit drie opdrachten die samen de eindscore bepalen. 

  • De studenten schrijven een paper waarin zij een eigen onderzoeksvraag in verband met het filosofisch gesprek uitwerken en verbinden met een concreet filosofisch gesprek.
  • De studenten maken een lesvoorbereiding (voor één les) waarin zij een impuls uitwerken en een methode kiezen en beschrijven.
  • Tijdens de contactmomenten vindt een evaluatiemoment plaats waarbij elke student individueel een filosofisch gesprek begeleidt met enkele van de medestudenten. 

De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden door de docent(en) vastgelegd en gecommuniceerd via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij alle opdrachten in rekening genomen worden: 

  • De paper telt voor 50 % van het eindcijfer.
  • Het lesvoorbereidingsformulier staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De kwaliteit van het leiden van het filosofisch gesprek staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De peerevaluatie van een filosofisch gesprek staat op 10 % van het eindcijfer.

Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. 

Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht. Andere verplichtingen, zoals stage, tellen niet als geldige reden voor afwezigheid. Enkel wie een gewettigd document van afwezigheid (vb. ziekteattest) kan voorleggen, kan zich verontschuldigen. De docent kan in dat geval beslissen om de student een vervangopdracht te geven. Wanneer studenten om zwaarwichtige redenen gedurende een langere periode of regelmatig niet kunnen deelnemen aan de verplichte contactmomenten, verwittigen zij zo spoedig mogelijk de examenombuds. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken voor elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen (https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Toelichting bij herkansen

Studenten die niet geslaagd zijn en gebruik wensen te maken van een tweede examenkans, moeten contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten zij (opnieuw) moeten indienen en hoe ze dat moeten doen. De verdere instructies over tweede examenkans vindt de student op Toledo.

Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op het eindresultaat voor elke ongewettigde afwezigheid.
Wie de deadline bij de tweede examenkans overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt een eindresultaat ‘niet afgelegd’.

ECTS Europees burgerschap (B-KUL-S0O96A)

6 studiepunten Nederlands 12 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Grimonprez Kris (coördinator) |  Grimonprez Kris |  N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel (OPO) beoogt de vorming van geïnformeerde, mondige en kritische EU-burgers. Vorming voor democratisch Europees burgerschap streeft naar empowerment van burgers: EU-burgers die mondig zijn om hun democratische rechten en verantwoordelijkheden in de samenleving uit te oefenen en op te nemen, diversiteit te waarderen en een actieve rol te spelen in het democratische leven. Dit OPO biedt daartoe een referentiekader en maakt Europees burgerschap zeer concreet aan de hand van casussen gebaseerd op rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De casussen onthullen het DNA van de EU en nodigen uit tot kritisch denken. Centraal hierbij zijn de waarden waarop de Unie berust: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.

Dit OPO versterkt de EU-dimensie in sleutelcompetenties die voor elke Educatieve master relevant zijn, o.m. in burgerschapscompetenties, competenties in het Nederlands en in andere talen, digitale competenties en mediawijsheid, sociaal-relationele competenties, competenties inzake duurzaamheid, economische en financiële competenties, juridische competenties, leercompetenties, en competenties m.b.t. initiatief, ondernemingszin en loopbaancompetenties.

De modulaire aanpak laat de studenten toe bepaalde thema’s meer aandacht te geven, afgestemd op het eigen vak- of interessegebied.

OLA 1 betreft de inhoudelijke component: wat is Europees burgerschap?

OLA 2 gaat in op de didactische component: hoe breng je het in de klas?

 

Studenten kunnen dit OPO volledig op afstand volgen. Het gaat in hoofdzaak om asynchroon online onderwijs, aangevuld met enkele synchrone contactmomenten die ook digitaal worden aangeboden. Het examen gaat on-campus in Leuven door.

 

Leerresultaten

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • de betekenis van Europees burgerschap uitleggen, ook voor burgers die hun land niet verlaten.
  • het referentiekader van EU-waarden, EU-doelstellingen en EU-beginselen toelichten.
  • casussen in verschillende domeinen analyseren (gerelateerd aan de domeinen die de eigen Educatieve master bestrijkt, maar ook aan andere domeinen).
  • toelichten welke invloed EU-regels op verschillende maatschappelijke domeinen hebben en hoe EU-burgers die kunnen beïnvloeden.
  • een afweging maken van verschillende argumenten, EU-rechten en EU-waarden in een casus.
  • het evenredigheidsbeginsel hanteren als een tool voor probleemoplossend denken.
  • de doelstellingen van de ‘EU-leraar’ beschrijven en hierover reflecteren.
  • toelichten wat EU-burgerschapseducatie is en beschrijven hoe het zich verhoudt tot nationale burgerschapseducatie.
  • uitleggen hoe onderwijs over de EU objectief, kritisch en pluralistisch kan zijn.
  • een didactisch verantwoorde les opstellen aan de hand van het studiemateriaal inzake Europees burgerschap.

 

Vormingsdoelen

De studenten:

  • erkennen het belang van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in het licht van de EU-waarden. Zij willen bijdragen aan een samenleving gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
  • nemen een onderzoeksgerichte attitude aan om kritisch de EU-dimensie van maatschappelijke thema's te beoordelen.
  • zijn bereid vooroordelen te overwinnen en waar nodig compromissen te sluiten.
  • zijn bereid constructief actie te ondernemen en deel te nemen aan democratische besluitvorming op alle niveaus en aan burgerschapsactiviteiten.
  • erkennen verschillende vormen van diversiteit in de EU en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • zijn bereid om niet alleen het eigenbelang in aanmerking te nemen, maar ook het algemeen belang; niet alleen het nationale belang, maar ook het gemeenschappelijk belang in de EU.
  • zijn zich bewust van hun EU-identiteit, aanvullend op hun nationale identiteit.
  • geven als professionals blijk van nieuwsgierigheid naar de EU-dimensie van het eigen vakgebied in een continue professionele ontwikkeling.

Begintermen

Er is geen voorkennis vereist, noch over de EU, noch juridische kennis.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

EU-burgerschapseducatie: casussen over EU-rechten en -waarden (B-KUL-S0O96a)

3 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester
Grimonprez Kris |  N.

Inhoud

Er wordt inzicht verleend in de fundamenten van de Europese Unie, nl. EU-waarden, -doelstellingen en -beginselen (het DNA) aan de hand van waargebeurde verhalen gebaseerd op rechtszaken behandeld door het Hof van Justitie van de EU.

De casussen tonen de impact van de EU in het dagelijkse leven van EU-burgers in de volgende leermodules:

  • De interne markt – een open ruimte zonder binnengrenzen
  • Democratie en rechtsstaat
  • Gelijkheid en non-discriminatie
  • Digitale transformatie
  • Sociale rechten
  • Consumentenbescherming
  • Milieu
  • Migratie – gemeenschappelijke buitengrenzen

Terwijl de EU-Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de EU houvast verlenen, stimuleren de casussen tot kritisch denken. Er wordt nagegaan hoe Europese burgers kunnen deelnemen aan het democratische leven van de Unie en het EU-beleid beïnvloeden, in het eigen vakgebied en daarbuiten. Een ruime waaier aan thema’s kan aan bod komen, o.m. arbeidstijd en gezondheid en veiligheid op het werk, biotechnologie, luchtkwaliteit, flora en fauna, privacy, diversiteit, islamitische hoofddoek en andere religieuze tekens op het werk, geschiedenis en cultuur, meertaligheid, voedselveiligheid, vrije mededinging, productdesign, sport.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt online ter beschikking gesteld (Toledo/Ultra en website van Case4EU).

  • Handboek Griet Galle en Kris Grimonprez (red.), Europees burgerschap in de klas: Casussen voor mondige EU-burgers (Universitaire Pers Leuven 2022)
  • Online leermodules, met masterfiches, informatief luik van casusfiches en woordenlijst (zie www.kuleuven.be/case4EU )
  • Selectie uit EU-Verdragen, Handvest van de grondrechten van de EU, en EU-wetgeving
  • Academische literatuur

Het materiaal is gratis (handboek in open access, https://ghum.kuleuven.be/case4eu/nl/boek ). Facultatief: gedrukt handboek (49,5 EUR).

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Discussie - Online asynchroon leren

Online doceren en activerend leren voor de volledige groep studenten aan de hand van verschillende digitale tools (kennisclips, video’s, …).

Het gaat in hoofdzaak over asynchroon online onderwijs: de studenten verwerken het online aangeboden studiemateriaal in zelfstudie (eigen gekozen tijd, plaats en ritme). Ze worden bij dat afstandsonderwijs online begeleid via kleine opdrachten, zoals polls, quizzes, one sentence summaries, formatieve zelftoetsen. Bij het begin van het semester is er een synchroon contactmoment voor de volledige groep studenten (on-campus of online).

Bijkomende werkvormen:

  • Practicum: Discussiegroepen
    Kleine discussiegroepen (multidisciplinaire samenstelling). Digitale bespreking van vragen bij casussen: analyse, perspectiefwissel, probleemoplossend en kritisch denken. Mogelijke peer instruction en peer feedback.
  • Opdracht: Verslag
    Eindverslag van het practicum Discussiegroepen. Antwoord op de gestelde vragen en reflectie.
  • Facultatieve opdracht: Deelname aan onlinediscussieforum
    De studenten worden daarnaast aangemoedigd om deel te nemen aan een online discussieforum n.a.v. casussen (kwalitatieve bijdragen op Toledo/Ultra). Deze microvorm van participatieve democratie in de EU bereidt studenten voor op actief EU-burgerschap.
  • Facultatief: Excursie
    Bezoek aan Hof van Justitie van de EU in Luxemburg, eventueel virtueel bezoek (georganiseerd via Curia).

EU-leraar (B-KUL-S0O97a)

3 studiepunten : Opdracht 4 Tweede semesterTweede semester
Grimonprez Kris |  N.

Inhoud

Nadat de studenten in OLA 1 inzicht verkregen in de inhoudelijke component van Europees burgerschap, bekwamen ze zich in OLA 2 in de didactische component (component leraarschap). Welke doelstellingen heeft ‘de EU-leraar’? Deze leeractiviteit bekijkt verschillende Europese referentiekaders en informeert over de EU-dimensie in burgerschapseducatie en in sleutelcompetenties. Ze toont hoe de EU-dimensie in de klas kan worden gebracht aan de hand van werkvormen die case-based and problem-based learning ondersteunen.

Studiemateriaal

Onlineleermateriaal. Zie bij OLA 1.

Bijkomend: didactisch luik van casusfiches, werkvormenfiches, schoolvriendelijke versie van basisteksten.

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Groepsopdracht - Paper

Aansluitend bij de casussen uit OLA 1 (modules) worden werkvormen voor de klas voorgesteld en geoefend.

  • Eindopdracht 1: Korte paper ‘EU-leraar’ (individueel). Er wordt rekening gehouden met de wijze waarop de opdrachten uit het onlineleermateriaal worden verwerkt.
  • Eindopdracht 2: Werkstuk ‘EU case-teaching’ (groepswerk). Studenten stellen een didactisch luik/ lesvoorbereiding op bij twee casussen (die uit twee verschillende modules moeten komen) en zorgen voor peer feedback/ peer review van het werkstuk van een andere groep volgens vastgelegde criteria.

Er is een contactmoment met het didactisch team voor de begeleiding van het werkstuk ‘EU case teaching’. Contactmoment en groepswerk kunnen naar keuze online doorgaan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Europees burgerschap (B-KUL-S2O96a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Wetboek/codex

Toelichting

Evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat

Deelname aan de twee onderdelen A en B is noodzakelijk. De weging van elk onderdeel in het totaal van de score (punten op 20) staat hierna aangeduid tussen haakjes.

A.         Het examen is open boek en gaat door on-campus in Leuven (40%, OLA1). Als voorbereiding op het open boek-examen krijgen studenten tijdens hun zelfstudie de kans om aan tussentijdse formatieve toetsen deel te nemen (zelftesten op Toledo/Ultra die niet meetellen voor de score, maar die feedback geven en het leerproces ondersteunen).

B.         Studenten dienen bij het begin van de examenperiode drie documenten in (de datum wordt meegedeeld op Toledo/Ultra):
1. een verslag ‘Discussiegroep’(groepswerk) (10%, OLA1)
2. een kort paper ‘EU-leraar’ (individueel) (25%, OLA2)
3. een werkstuk ‘EU case teaching’ (groepswerk (25%, OLA2)
 

Permanente evaluatie: mogelijke bonuspunten voor online-opdrachten, deelname aan groepsdiscussies en aan het online discussieforum.

Studenten kunnen alleen een score op dit OPO krijgen indien zij alle onlineleermateriaal hebben doorlopen (bepaalde inhoud is slechts toegankelijk na een tussentijdse formatieve toets).

Alle opdrachten moeten voor de deadline via Toledo/Ultra worden ingediend. Wie de deadline overschrijdt zonder gegronde reden of een opdracht niet indiende, krijgt als resultaat ‘niet afgelegd’. De student kan dan niet slagen voor het geheel van het OPO. Wie niet deelneemt aan het examen, krijgt voor het geheel van het OPO als resultaat 'niet afgelegd'.

De student moet op de twee OLA’s geslaagd zijn. Wie onvoldoende haalt op minstens één OLA krijgt het laagste cijfer behaald op een van de OLA’s voor het gehele OPO.

De opdrachten worden gecontroleerd op plagiaat. De student informeert zich over plagiaat via de plagiaatwebsite van de faculteit Sociale Wetenschappen: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat

 

 

Toelichting bij herkansen

Er is deeloverdracht van de punten binnen hetzelfde academiejaar. Wie een voldoende behaalde op één van de opdrachten, kan die score behouden bij de tweede examenkans.

ECTS Filosofie van de opvoeding en het onderwijs (B-KUL-W0AH7A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Studenten Wijsbegeerte en studenten van de Educatieve Master Maatschappijwetenschappen vertrouwd maken met het domein van en specifieke thema’s uit de filosofie van de opvoeding en het onderwijs.

Begintermen

Geen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Filosofie van de opvoeding en het onderwijs (B-KUL-W0AH7a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deze cursus behandelt centrale vragen in de filosofie van de opvoeding en het onderwijs. Wat is opvoeding en ontwikkeling? Welke opvoedingsdoelen en –middelen zijn er? Waarom heeft opvoeding en onderwijs waarde? Wat is onderwijzen? Welk onderwijsprogramma (curriculum) is verkieselijk? Wat zijn de ethische dimensies van onderwijs? Welke invloed hebben (autoritaire) instituties op het onderwijs en de opvoeding? Wat rechtvaardigt onderwijsplicht? Heeft opvoeding een intrinsieke rechtvaardiging? Kunnen deze vragen voor eens en voor altijd beantwoord worden, of zijn hun antwoorden afhankelijk van socio-culturele en historische factoren? Deze vragen en hun mogelijke antwoorden worden in de hoorcolleges bestudeerd aan de hand van: Stefaan E. Cuypers, Emilie of Over opvoeding, onderwijs en opera (Gompel&Svacina, 2020).

Studiemateriaal

1. Verplichte lectuur: Stefaan E. Cuypers, Emilie of Over opvoeding, onderwijs en opera (Gompel&Svacina, 2020).
2. Notities van de docent (beschikbaar op Toledo).

Toelichting werkvorm

Hoor- en discussiecolleges

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofie van de opvoeding en het onderwijs (B-KUL-W2AH7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor de (reguliere) studenten die de colleges volgen is er geen formeel examen. De aanwezigheid in de colleges is verplicht; er worden absenties genomen. De punten worden gegeven voor 1) een collectieve pass-fail presentatie tijdens het laatste college in het kader van de "Ronde Tafel Discussie" en 2) een korte scriptie: een kritische reflexie (pro’s & contra’s, contrast & vergelijk) over een aspect naar keuze met betrekking tot de behandelde leerstof en het boek van de docent. De omvang van de getypte scriptie is maximaal # 1 500 # woorden (3½ - 4 blz. A4, interlinie 1,5). De deadline voor deze scriptie is de vrijdag, 17.00u, voor de examenperiode begint.

Voor studenten (in uitzonderingsgevallen met de officiële toestemming van de docent per e-mail) die de colleges niet kunnen volgen, of studenten die meer dan één (1) keer ongewettigd afwezig zijn, of studenten die afwezig zijn tijdens het laatste "Ronde Tafel Discussie"-college is er een bijkomend mondeling examen tijdens de examenperiode over hun zelfstudie van Stefaan E. Cuypers, Emilie of Over opvoeding, onderwijs en opera (Gompel&Svacina, 2020). Deze studenten kunnen aan het examen slechts deelnemen op voorwaarde dat hun scriptie (met dezelfde bepalingen als voor de normale studenten hierboven) reeds op voorhand is ingeleverd.

Van alle studenten wordt verwacht dat ze zich informeren over de facultaire richtlijnen voor papers en de facultaire richtlijnen inzake plagiaat.