Bachelor in het milieu- en preventiemanagement (Brussel)

CQ Bachelor in het milieu- en preventiemanagement (Brussel)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de bachelor in het milieu- en preventiemanagement.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Profiel

Toelatingsvoorwaarden

Bachelor in het milieu- en preventiemanagement (programma voor studenten gestart vóór 2023-2024) (Brussel)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2024/opleidingen/n/SC_53613012.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

De opleiding Bachelor in het milieu- en preventiemanagement verwacht dat de studenten bepaalde kennis, vaardigheden en attitudes verwerven en formuleert daarom volgende opleidingsspecifieke leerresultaten:
OLR1 Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.
OLR2 Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.
OLR3 Kan, vanuit een integrerend inzicht in de milieuthema’s, de impact van de activiteiten van een organisatie op het leefmilieu identificeren en evalueren, en kan de passende beheersmaatregelen voorstellen en kaderen in het eigen milieu- en omgevingsbeleid van de organisatie.
OLR4 Kan, vanuit een inzicht in alle deeldomeinen met betrekking tot welzijn, het welzijn van werk-nemers in kaart brengen, risico’s identificeren en evalueren, en de passende preventiemaatregelen voorstellen en kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.
OLR5 Kan begrippen en theorieën uit de (bedrijfs-)economische wetenschappen gebruiken voor de analyse en het opzetten van een duurzaam, milieu- of preventiebeleid.
OLR6 Kan, vanuit de basisprincipes van duurzaamheid, kritisch reflecteren over het gevoerde milieu- en welzijnsbeleid van organisaties en van de overheid, en over de ingezette instrumenten en sys-temen.
OLR7 Beheerst methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren.
OLR8 Kan projectmatig werken en effectief en efficiënt functioneren in een team.
OLR9 Kan, vanuit een duurzaamheidsattitude, een standpunt innemen over ethische, normatieve en maatschappelijke vragen.

De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen stimuleert en streeft in al haar opleidingen vormingsaspecten na op het vlak van:

Professionele vaardigheden en voorbereiding op de arbeidsmarkt

· De student ontwikkelt een professionele houding en professionele en academische vaardigheden die hem/haar in staat stellen een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij.

· De student gaat actief op zoek naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en/of te verdiepen in lijn met zijn/haar disciplinaire future self.

· De student onderkent het belang van continue vorming en toont een bereidheid tot levenslang leren.

Ethiek, verantwoordelijkheid en duurzaamheid

· De student heeft bij zijn handelen en denken aandacht voor het milieu, de mens en de maatschappij en ontwikkelt hierrond een kritische houding.

· De student getuigt van een ethische ingesteldheid bij de benadering van problemen in een bedrijfskundige of beleidscontext.

Internationale oriëntatie

· De student heeft aandacht voor internationale en interculturele dimensies van bedrijfs- en/of beleidsvoering.

· De student erkent de meerwaarde van een internationale context voor zijn/haar eigen leefwereld en de ruimere samenleving.

Ondernemerschap en innovatie

· De student ontwikkelt een proactieve ingesteldheid en ondernemende houding die gekenmerkt wordt door creativiteit en zin voor innovatie.

 

Wanneer binnen een opleiding een vormingsdoel ook een leerresultaat vormt, wordt dit eveneens vermeld binnen de doelstellingen van de opleiding of het opleidingsonderdeel en krijgt het een bindend karakter.

Loopbaan

Contact

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Blauwdruk_BAMA_Milieu- en preventiemanagement.pdf

COBRA 2019-2023
COBRA-fiche_BA_Milieu- en preventiemanagement.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Bachelor in het milieu- en preventiemanagement (programma voor studenten gestart vóór 2023-2024) (Brussel)

programma

De faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB) bekijkt momenteel de positionering van de Bachelor in het milieu- en preventiemanagement. De opleiding ondergaat daarbij een grondige hervorming die een goede afstemming op de andere FEB-opleidingen en aansluiting bij het internationale karakter van de campus beoogt. Vanaf academiejaar 2023-2024 zullen geen nieuwe inschrijvingen meer mogelijk zijn. 

Studenten met een geïndividualiseerd traject volgen het stappenplan voor het samenstellen van hun ISP en houden bij stap 3 rekening met de aangewezen volgorde waarin de opleidingsonderdelen doorheen de bacheloropleiding opgenomen worden (volgtijdelijkheidsschema) en met de richtlijnen voor studenten die opleidingsonderdelen moeten hernemen in het geval van programmawijzigingen (overgangsbepalingen).

Vanaf de eerste opleidingsfase worden een aantal opleidingsonderdelen in het Engels gedoceerd. Studenten die dit wensen, kunnen gebruik maken van taalbegeleiding.

Conform de decretale bepalingen mag een student uit een Nederlandstalige bacheloropleiding maximum 33 studiepunten anderstalige opleidingsonderdelen opnemen (de opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot onderwerp hebben en die in die taal worden gedoceerd, en de anderstalige opleidingsonderdelen die, op initiatief van de student en met instemming van de instelling, worden gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs, worden niet als anderstalig meegerekend).

Studenten die reeds een bepaalde opleiding in het hoger onderwijs succesvol hebben afgewerkt, kunnen in aanmerking komen voor een opleiding milieu- en preventiemanagement met studieduurverkorting.

Studenten uit de derde bachelorfase die interesse hebben om na de Bachelor in het milieu- en preventiemanagement de Educatieve master in de economie (90 sp.) of de Educatieve master in de wetenschappen en technologie (biologie) (120 sp.) of na de Master in het milieu- en preventiemanagement de Educatieve master in de economie (verkort programma 60 sp.) of de Educatieve master in de wetenschappen en technologie (biologie) (verkort programma 60 sp.) aan te vangen, nemen best contact op met de studieloopbaanbegeleiding (Educatieve master in de economie - Educatieve master in de wetenschappen en technologie).

printECTS33.xsl

ECTS Short mobility economie en bedrijfswetenschappen (bachelor) (B-KUL-D0E49A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
N. |  Geers Vanessa (medewerker) |  Steijleman Suzanne (medewerker)

Doelstellingen

De student verwerft inzicht in een onderwerp binnen de Economie en Bedrijfswetenschappen door middel van deelname aan een door International Office @FEB goedgekeurd short training initiative (bijv. summer school).

Voor meer informatie over summer schools zie https://feb.kuleuven.be/eng/international/going-abroad/summer-schools

Begintermen

Geen specifieke begintermen vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

D0E46A: Short mobility economie en bedrijfswetenschappen (bachelor)

Onderwijsleeractiviteiten

Short mobility economie en bedrijfswetenschappen (bachelor) (B-KUL-D0E49a)

3 studiepunten : College 0 Tweede semesterTweede semester
N. |  Geers Vanessa (medewerker) |  Steijleman Suzanne (medewerker)

Inhoud

De inhoud is afhankelijk van het opleidingsonderdeel dat als short training initiative (bijv. summer school) wordt opgenomen.

Voor meer informatie over summer schools zie https://feb.kuleuven.be/eng/international/going-abroad/summer-schools

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Short mobility economie en bedrijfswetenschappen (bachelor) (B-KUL-D2E49a)

Toelichting

Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd volgens de regels en gebruiken van de gastinstelling waar het short training initiative (bijv. summer school) gevolgd werd. Het resultaat wordt niet overgenomen door KU Leuven, maar er wordt een pass/fail beoordeling gegeven voor het opleidingsonderdeel ‘Short mobility economie en bedrijfswetenschappen’ als de student credits heeft behaald voor het short training initiative.

Het short training initiative kan enkel op deze manier gevalideerd worden indien het door International Office @FEB werd goedgekeurd.

De student neemt het opleidingsonderdeel ‘Short mobility economie en bedrijfswetenschappen’ op in het ISP in het academiejaar onmiddellijk volgend op het short training initiative.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Stageproject (bachelor) (B-KUL-D0E55A)

3 studiepunten Nederlands 0 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Hoofdt Sabine (medewerker)

Doelstellingen

Bij het voltooien van de stage heeft de student de volgende leerresultaten bereikt:

1. De student krijgt een meer diepgaand en realistisch begrip over de verschillende aspecten die deel uitmaken van een professionele werkomgeving (zoals de werkplaatscondities, bedrijfscultuur, …). Daarnaast biedt een stage de student de mogelijkheid om een relevante professionele ervaring op te doen door zijn actieve deelname aan formele functionele activiteiten binnen de organisatie, maar ook doordat hij vertrouwd raakt met de informele organisatiestructuur.

2. De stage biedt de student een kader om nieuwe perspectieven te ontwikkelen met betrekking tot de kerncompetenties en versterkt de transfer van theorie naar praktijk. De student integreert theoretische kennis met praktijkervaringen en ontplooit zich zo verder binnen zijn discipline of vakgebied.

Bij het voltooien van de stage heeft de student een groei doorgemaakt op het vlak van aantal breder inzetbare, persoonlijke en loopbaangerichte doelstellingen. De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen formuleert hiertoe een aantal specifieke vormingsdoelen i.v.m. ‘Professionele vaardigheden en voorbereiding op de arbeidsmarkt'.

Begintermen

Je kan als bachelor student een 3SP stage doen op voorwaarde dat je de eerste mijlpaal hebt bereikt.

Het opleidingsonderdeel staat geprogrammeerd in de derde bachelorfase maar kan ook in een eerdere fase opgenomen worden voor zover aan de bovenstaande voorwaarde is voldaan.

Identieke opleidingsonderdelen

D0E56A: Stageproject (bachelor)
D0E59A: Internship Project (bachelor)
D0E60A: Internship Project (bachelor)

Onderwijsleeractiviteiten

Stageproject (bachelor) (B-KUL-D0E55a)

3 studiepunten : Stage 0 Eerste semesterEerste semester
N. |  Hoofdt Sabine (medewerker)

Inhoud

° De stage houdt rechtstreeks verband met de huidige opleiding van de student aan de FEB.

° De student gaat zelfstandig op zoek naar een mogelijke stageplaats.

° De stage en de bachelorproef (HW) / het ervaringstraject (TEW Kortrijk) kunnen nooit in hetzelfde bedrijf worden uitgevoerd.

° De student doet een stageaanvraag volgens de procedure die wordt beschreven op het FEB Studentenportaal.

° De student kan de stage enkel in het individueel studieprogramma opnemen na goedkeuring van de stagecoördinator en de dienst Onderwijs & Studenten.

Meer info op het FEB Studentenportaal.

 

Studiemateriaal

nvt

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stageproject (bachelor) (B-KUL-D2E55a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De beoordeling van de 3SP stage is gebaseerd op de volgende twee informatiebronnen:

1. Een functioneringsverslag ingevuld door de stagementor in het bedrijf

2. Een individueel reflectieverslag van de student

Meer info op het FEB Studentenportaal.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt, rekening houdend met de beoordeling van de stagementor, finaal beoordeeld door de facultaire stagecoördinator.

Indien de student niet deelneemt aan het functioneringsverslag en/of geen reflectieverslag indient, krijgt de student een ‘niet geslaagd’ voor het gehele opleidingsonderdeel.

Indien de deadline voor het inleveren van de evaluatiedocumenten niet wordt gerespecteerd, wordt de eindbeoordeling voor het opleidingsonderdeel een ‘niet geslaagd’, tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Aandachtspunt
Indien een student herhaaldelijk of op ernstige wijze de verplichtingen niet nakomt die werden beschreven in de overeenkomst met het projectbedrijf, wordt het stageproject stopgezet en wordt voor het opleidingsonderdeel een ‘niet geslaagd’ toegekend. De student heeft geen recht op een alternatieve opdracht, noch op een tweede examenkans.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Stageproject (bachelor) (B-KUL-D0E56A)

3 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Hoofdt Sabine (medewerker)

Doelstellingen

Bij het voltooien van de stage heeft de student de volgende leerresultaten bereikt:

1. De student krijgt een meer diepgaand en realistisch begrip over de verschillende aspecten die deel uitmaken van een professionele werkomgeving (zoals de werkplaatscondities, bedrijfscultuur, …). Daarnaast biedt een stage de student de mogelijkheid om een relevante professionele ervaring op te doen door zijn actieve deelname aan formele functionele activiteiten binnen de organisatie, maar ook doordat hij vertrouwd raakt met de informele organisatiestructuur.
2. De stage biedt de student een kader om nieuwe perspectieven te ontwikkelen met betrekking tot de kerncompetenties en versterkt de transfer van theorie naar praktijk. De student integreert theoretische kennis met praktijkervaringen en ontplooit zich zo verder binnen zijn discipline of vakgebied.

Bij het voltooien van de stage heeft de student een groei doorgemaakt op het vlak van een aantal breder inzetbare, persoonlijke en loopbaangerichte doelstellingen. De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen formuleert hiertoe een aantal specifieke vormingsdoelen i.v.m. ‘Professionele vaardigheden en voorbereiding op de arbeidsmarkt’ .

Begintermen

Je kan als bachelor student een 3SP stage doen op voorwaarde dat je de eerste mijlpaal hebt bereikt.

Het opleidingsonderdeel staat geprogrammeerd in de derde bachelorfase maar kan ook in een eerdere fase opgenomen worden voor zover aan de bovenstaande voorwaarde is voldaan.

Identieke opleidingsonderdelen

D0E55A: Stageproject (bachelor)
D0E59A: Internship Project (bachelor)
D0E60A: Internship Project (bachelor)

Onderwijsleeractiviteiten

Stageproject (bachelor) (B-KUL-D0E56a)

3 studiepunten : Stage 0 Tweede semesterTweede semester
N. |  Hoofdt Sabine (medewerker)

Inhoud

° De stage houdt rechtstreeks verband met de huidige opleiding van de student aan de FEB.

° De student gaat zelfstandig op zoek naar een mogelijke stageplaats.

° De stage en de bachelorproef (HW) / het ervaringstraject (TEW Kortrijk) kunnen nooit in hetzelfde bedrijf worden uitgevoerd.

° De student doet een stageaanvraag volgens de procedure die wordt beschreven op het FEB Studentenportaal.

° De student kan de stage enkel in het individueel studieprogramma opnemen na goedkeuring van de stagecoördinator en de dienst Onderwijs & Studenten.

Meer info op het FEB Studentenportaal.

 

Studiemateriaal

nvt

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stageproject (bachelor) (B-KUL-D2E56a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De beoordeling van de 3SP stage is gebaseerd op de volgende twee informatiebronnen:

1. Een functioneringsverslag ingevuld door de stagementor in het bedrijf

2. Een individueel reflectieverslag van de student

Meer info op het FEB Studentenportaal.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt, rekening houdend met de beoordeling van de stagementor, finaal beoordeeld door de facultaire stagecoördinator.

Indien de student niet deelneemt aan het functioneringsverslag en/of geen reflectieverslag indient, krijgt de student een ‘niet geslaagd’ voor het gehele opleidingsonderdeel.

Indien de deadline voor het inleveren van de evaluatiedocumenten niet wordt gerespecteerd, wordt de eindbeoordeling voor het opleidingsonderdeel een ‘niet geslaagd’, tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Aandachtspunt
Indien een student herhaaldelijk of op ernstige wijze de verplichtingen niet nakomt die werden beschreven in de overeenkomst met het projectbedrijf, wordt het stageproject stopgezet en wordt voor het opleidingsonderdeel een ‘niet geslaagd’ toegekend. De student heeft geen recht op een alternatieve opdracht, noch op een tweede examenkans.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Artificiële Intelligentie voor iedereen (B-KUL-H0O01A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
De Laet Tinne (coördinator) |  De Laet Tinne |  De Raedt Luc

Doelstellingen

Artificiële intelligentie (AI) is niet enkel voor ingenieurs. De hedendaagse maatschappij en het dagelijks leven raakt meer en meer doordrongen van AI. Het doel van het opleidingsonderdeel is om iedereen, en in het bijzonder de niet-technische studenten, de nodige achtergrond te bieden in AI.

 

Het opleidingsonderdeel biedt een inleiding tot AI op een universitair niveau, specifiek gericht op de niet-technische student. Het brengt de nodige basisbegrippen, - principes, en -technieken aan die toelaten om AI toepassingen te begrijpen. Zo zal je beter het potentieel, maar ook de beperkingen, van AI vatten. Je krijgt dus een duidelijker beeld vormen van wat AI kan en wat niet. Hierdoor kan je ook opportuniteiten ontdekken om AI toe te passen in je eigen domein.

 

Daarnaast biedt het opleidingsonderdeel een ethisch kader aan dat toelaat om kritisch te kijken naar bestaande en nieuwe AI evoluties. Dit zal je wapenen om de discussie aan te gaan rond AI en de ethische en maatschappelijke consequenties die de toepassing van AI met zich meebrengt.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Elementen van AI (B-KUL-H0O01a)

2 studiepunten : College 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit OLA wordt volledig in een MOOC “Elementen van AI” aangeboden. Deze MOOC is deel van een omvattend Europees project “Elements of AI” die in de verschillende Europese talen een MOOC met een inleiding op AI op universitair niveau aanbiedt (https://www.elementsofai.com/). De MOOC werd ontwikkeld door het technologiebedrijf Reaktor en de Universiteit van Helsinki. De ontwikkeling werd gefinancierd door de Finse regering als onderdeel van het Fins voorzitterschap van de Europees Parlement. Vertaling werd ondersteund door de Europese commissie. De ambitie is om met de MOOC 1% van de Europese bevolking te bereiken. In deze MOOC leer je wat AI is, krijg je een idee hoe AI werkt, wat mogelijk is (en wat niet) met AI en welke impact het heeft op ons leven. De MOOC toont dat diepgaande technische kennis niet vereist is om het potentieel van AI te ontdekken en toepassingen beter te begrijpen.
 

Volgende 6 hoofdstukken komen aan bod:
- Wat is AI?
- Problemen oplossen met AI
- AI in de praktijk
- Machinaal leren
- Neurale netwerken
- Implicaties
 

De MOOC bevat praktische oefeningen en opdrachten. De MOOC wordt volledig online aangeboden Je doorloopt de MOOC zelfstandig op eigen tempo. Er is ondersteuning voorzien, van medestudenten én begeleiders, via een online forum.

Studiemateriaal

Nederlandstalige MOOC “Elementen van AI”

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BX4A : Artificiële intelligentie voor letteren

AI voor iedereen: methodologisch en ethisch kader (B-KUL-H0O02a)

1 studiepunten : College 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit OLA bestaat uit drie delen:
- Ethisch kader voor AI voor niet-ethici:
Dit onderdeel biedt een ethisch kader aan dat je toelaat om AI toepassingen en de impact die ze kunnen hebben op het individu en de maatschappij kritisch te benaderen.
- Essentiële AI algoritmen voor niet-ingenieurs:
In dit onderdeel introduceert aantal algoritmen (zoals beslissingsbomen, logica, Bayesiaanse netwerken, reinforcement learning, support vector machines, deep learning) die aan de basis liggen van belangrijke doorbraken in de AI. Ook maak je kennis met een methodologisch kader om AI toepassingen te benaderen. Elk algoritme wordt opgehangen aan een hedendaagse toepassing, waar we meteen het methodologische en ethische kader op toepassen.
- Hedendaagse AI toepassingen die je leven veranderen:
Gastdocenten bieden je een blik op een AI toepassing uit hun expertisedomein (bvb. technologie, medische wereld, sport, onderwijs, business) die jouw leven kan veranderen. De gastdocenten maken hierbij gebruik van het ethische en methodologische kader dat in dit OLA wordt aangereikt.

Dit OLA wordt volledig online, via een leermodule in Toledo, aangeboden. Je volgt deze module dus zelfstandig op eigen tempo. Er is ondersteuning voorzien, van medestudenten én begeleiders, via het Toledo forum.

Studiemateriaal

Leermodule op Toledo met video’s, oefeningen en opdracht voor essay

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Artificiële Intelligentie voor iedereen (B-KUL-H2O01a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine, Geen

Toelichting

MOOC “Elementen van AI”
Studenten moeten een certificaat van succesvol vervolledigen van de MOOC voorleggen om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Niet voorleggen van het certificaat resulteert in een NA (examen niet afgelegd) voor het ganse opleidingsonderdeel.


Essay (25% van de punten)

  • Studenten dienen een essay in. Dit essay behandelt een zelf gekozen hedendaagse toepassing uit het AI domein en past daarop het aangeleerde methodologische en ethische kader toe.
  • Studenten evalueren het essay van drie of vier mede-studenten.
  • Het essay wordt gescoord op basis van de peer-evaluaties. De docenten van het vak kunnen een correctie aanbrengen op de peer-evaluatie indien één of meerdere peer-evaluaties niet betrouwbaar zijn of de kwaliteit van het essay onvoldoende is.
  • Studenten die geen essay indienen krijgen een NA voor het ganse opleidingsonderdeel.
  • Studenten die de gevraagde peer-evaluaties (drie of vier) niet of onvolledig indienen of hier krijgen een NA voor het ganse opleidingsonderdeel.
  • Studenten waarvan de kwaliteit van het essay of de ingediende peer-evaluaties (drie of vier) onvoldoende is kunnen maximaal 7/20 halen voor het ganse opleidingsonderdeel.

Afsluitend examen (75% van de punten) buiten de examenperiode

  • Er wordt één afsluitend examen gepland in het tweede semester. Het examen vindt plaats ’s avonds op één weekdag in de week voor de start van de tweede examenperiode. De data worden opgenomen in de ECTS fiche van het vak.
  • Het examen is gesloten boek. De student mag gebruik maken van een eenvoudige rekenmachine.
  • Het examen bestaat uit zowel gesloten als open vragen.
  • De gesloten vragen zijn meerkeuzevragen. Er wordt gebruik gemaakt van meerkeuze met correctie voor raden.
  • De studenten krijgen twee uur de tijd om het examen af te leggen.
  • Studenten kunnen enkel deelnemen aan het afsluitende examen als ze de MOOC “Elementen van AI” succesvol vervolledigd hebben én een essay hebben ingediend én de gevraagde peer-evaluatie volledig ingediend hebben.
  • Leerstof van het ganse opleidingsonderdeel (en dus van beide OLA’s) komt aan bod.

De eindscore wordt als volgt bepaald:

  • gewogen gemiddelde van score op het essay (25%) en het afsluitende examen (75%) behalve in onderstaande gevallen:
    • Indien de student niet slaagt op het afsluitend examen ontvangt de student als totale score voor het vak maximaal de score op dit afsluitend examen.
    • De student ontvangt een NA
      • niet tijdig een certificaat voorlegt voor het succesvol vervolledigen van de MOOC.
      • niet tijdig een essay heeft ingediend. - niet heeft deelgenomen aan het afsluitende examen.
      • de gevraagde peer-evaluaties (drie of vier) niet tijdig of niet allemaal heeft ingediend.
  • gewogen gemiddelde van score op het essay (25%) en het afsluitende examen (75%) met een maximum van 7/20 in onderstaande gevallen:
    • indien de kwaliteit van het ingediende essay of de ingediende peer-evaluaties (drie of vier) onvoldoende is
    • indien de score van het essay en/of het afsluitende examen kleiner of gelijk is aan 7/20.

Examendata

Voor het academiejaar 2024-2025 zijn de examendata vastgelegd op donderdag 29 mei 2025 en donderdag 14 augustus 2025.

Toelichting bij herkansen

Indien er onvoldoende studenten het opleidingsonderdeel moeten herkansen kan de peer-evaluatie in gedrang komen. In dat geval beoordelen de docenten het essay. Hun score vervangt de peer-evaluatie van het essay.
Deeloverdrachten naar de herkansing zijn mogelijk indien de student geslaagd is op het deelonderdeel.

ECTS Economische geschiedenis (B-KUL-HBH19A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Segers Yves (coördinator) |  Segers Yves

Doelstellingen

In dit opleidingsonderdeel draagt bij tot de volgende leerresultaten:

De student... 

  • situeert, analyseert en evalueert vanuit een multidisciplinaire invalshoek (economisch, juridisch, historisch en sociaal) de belangrijkste bevoegdheden en het beleid van internationale organisaties inzake internationale handel en investeringen (3.g)
  • definieert, legt uit en gebruikt, zowel grafisch als modelmatig, macro- en micro-economische concepten (3.h)​
  • Heeft een functionele multidisciplinaire kennis om maatschappelijke fenomenen te duiden en erover te reflecteren, ook vanuit wijsgerig-ethisch perspectief, en deze op een onderbouwde manier te verbinden met de bedrijfs- en markteconomische werkelijkheid (4.a)
  • situeert actuele (bedrijfs)economische feiten en gebeurtenissen in hun historische ontwikkeling (4.b) 
  • analyseert het functioneren van organisaties en markten in relatie tot de samenleving en de daarin aanwezige actoren (4.c)
  • wendt disciplinaire menswetenschappelijke kennis aan voor het oplossen van (bedrijfs)economische problemen (4.d)

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.

 

Identieke opleidingsonderdelen

HBA14A: Economic History
Y00407: Economische geschiedenis
HLH08A: Economische geschiedenis

Onderwijsleeractiviteiten

Economische geschiedenis (B-KUL-HBH19a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus Economische Geschiedenis belicht de meest belangrijke factoren en ontwikkelingen in de geschiedenis van de moderne economie en samenleving sinds het begin van de achttiende eeuw. Vertrekpunt vormen de Industriële Revolutie en de Franse Revolutie, beide vormen ze de economische en politieke basis van de moderne tijd. Vervolgens wordt ingezoomd op de Europese imperiale expansie tijdens de ‘lange’ negentiende eeuw en de beide wereldoorlogen tijdens de twintigste eeuw, en hun impact op de economie. Andere thema’s die aan bod komen zijn de effecten van de Koude Oorlog en de Europese integratie vanaf de jaren 1945-1950. Verder concentreert de cursus zich op belangrijke economische ontwikkelingen die van belang zijn om de hedendaagse economie beter te begrijpen, zoals bijvoorbeeld de economische en financiële crisissen van de jaren 1930 en 2000.

Toelichting werkvorm


 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Economische geschiedenis (B-KUL-H70171)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie van de tweede examenkans gebeurt op dezelfde wijze als bij de eerste examenkans.

 




 

 

ECTS Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-HBH77E)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot de volgende leerresultaten:

De student …

  • … toont belangstelling voor de maatschappelijke actualiteit en bouwt een brede maatschappelijke achtergrondkennis op. (8g)

           ° Omschrijft en heeft inzicht in het ontstaan van de drie grote monotheïstische religies (jodendom, christendom, islam) en hun visie op de economie. (8g1)

           ° Heeft inzicht in de relatie wetenschap-geloof en kan er constructief kritisch over oordelen. (8g2)

           ° Heeft inzicht in de evolutie van het economische en ethische denken. (8g3)

  • … schat de gevolgen van bedrijfsvoering voor diverse stakeholders en maatschappij in. (12a)
  • … verbindt de psycho-sociale en ethische inzichten op een onderbouwde manier met de (bedrijfs)economische werkelijkheid. (12b)
  • … reflecteert over het bedrijfskundig en economisch denken en handelen vanuit sociaal en ethisch oogpunt. (12c)

           ° Analyseert ethische dilemma’s vanuit de verschillende ethische perspectieven gebruik makend van een ethisch evaluatiemodel op een constructief-kritische manier. (12c1)

De Generieke doelstellingen bij het associatie-brede vak RZL aan de KU Leuven:

De student is in staat om

1. te verduidelijken welke rol levensbeschouwing en religies, in het bijzonder de christelijke geloofstraditie, spelen in cultuur en samenleving.

2. te analyseren welke mens- en wereldbeelden aanwezig zijn in fenomenen in samenleving en cultuur, zoals bijvoorbeeld media, gezondheidszorg, economie, techniek, onderwijs, … en hierover kritisch te kunnen reflecteren.

3. de eigenheid van levensbeschouwing(en) en religie(s), in het bijzonder van de christelijke geloofstraditie aan te tonen en uit te leggen aan de hand van concrete voorbeelden.

4. algemene theoretische visies uit theologie en religiewetenschappen toe te passen op actuele maatschappelijke thema’s.

5. de religieuze en levensbeschouwelijke thema’s verbonden met het eigen vakgebied leren onder ogen te zien en er kritisch mee om te gaan.

6. een persoonlijke en onderbouwde visie omtrent levensbeschouwelijke vragen en fenomenen te ontwikkelen en te verwoorden, in dialoog met het christelijke geloof.

7. in verband met aspecten van het eigen leven de waarde van religie, zingeving en geloofshoudingen te benoemen (‘levensbeschouwelijke bedachtzaamheid’).

8. te verduidelijken hoe inzicht in levensbeschouwelijke vragen en visies kan bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele identiteit als dienst aan de samenleving, met een bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren.

Begintermen

Elementaire kennis van het engels, frans en het duits is nuttig om een aantal citaten te verstaan (ook al zullen de citaten in het hoorcollege voldoende in het nederlands besproken worden). En verder zal het met een gezonde dosis zelfstandig en logisch denken wel lukken.

Identieke opleidingsonderdelen

HBA28C: Economics and Ethics
HMM05A: Religie, zingeving en levensbeschouwing
HMH31A: Economie en ethiek m.i.v. RZL
HZH05A: Religie, zingeving en levensbeschouwing
Y00396: Religie, zingeving en levensbeschouwing

Onderwijsleeractiviteiten

Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-HBH77e)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het opleidingsonderdeel gaat uit van de vaststelling dat we in een dubbelzinnige tijd leven. Enerzijds plukken we vandaag de vruchten van een ongeziene vooruitgang die mogelijk werd dankzij wetenschap, technologie en de moderne economie. Nog nooit hadden zoveel menen het zo goed (al is bijvoorbeeld armoede nog lang niet uitgebannen). Anderzijds worden we echter geconfronteerd met een veelvoud aan crisissen. Er is niet enkel de ecologische crisis, die jaar na jaar ernstiger wordt, maar er lijkt ook sprake van een crisis van het mentaal welbevinden. Bovendien lijken ook onbehagen en ressentiment te woekeren in de samenleving en dit in die mate dat ze een belangrijke drijfveer geworden zijn voor grote groepen van kiezers. Dit roept een fundamentele vraag op: kunnen we deze crisissen oplossen binnen het huidige bestel met meer wetenschap, meer technologie en meer economische groei? Of gaat het hier eerder om symptomen van een diepere crisis, een morele crisis, een crisis van de beschaving? Alvast wat betreft de ecologische crisis verdedigen heel wat auteurs dat die een spirituele crisis is die we dan ook als zodanig moeten aanpakken. Het opleidingsonderdeel grijpt de claim dat de ecologische crisis een spirituele crisis is aan om de vraag te stellen wat spiritualiteit nu eigenlijk is en welke bronnen van spiritualiteit ons vandaag ter beschikking staan. Het focust hierbij in het bijzonder op de relatie tussen spiritualiteit en economie. Kan de moderne economie een bron van spiritualiteit zijn? Of heeft de moderne economie daarentegen een flinke dosis spiritualiteit nodig om de zopas genoemde crisissen te kunnen aanpakken? Vragen die aan de orde gesteld worden zijn de volgende: Wat is de zin van de economie? Wat zijn de filosofische en levensbeschouwelijke vooronderstellingen van de moderne economie? Van welk mens- en wereldbeeld gaat (al dan niet, impliciet) uit? Wat is de verhouding tussen economie en religie? Wat betekent het te claimen dat de economie de religie van de moderne tijd is? Snijdt deze bewering enig hout? Wat kunnen religies en premoderne wijsheidstradities bijdragen aan een zinvolle economie voor de huidige tijd?

Naast de colleges wordt van de studenten verwacht dat ze één van de universiteitsbrede RZL-modules doorlopen.

Studiemateriaal

Een nieuw cursusboek is in voorbereiding en zou tegen februari 2025 beschikbaar zijn.

Bijkomend studiemateriaal (beschikbaar in Toledo):

  • Slides ter ondersteuning van de lessen
  • Mediatheek met videofragmenten
  • Indien relevant: extra voorbeelden of illustraties

Toelichting werkvorm

Het hart van het opleidingsonderdeel bestaat in een grondige lectuur van het cursusboek. Tijdens de hoorcolleges helpt de docent de studenten op weg met de lectuur van het cursusboek door hen te wijzen op rode draden, verbanden en aandachtspunten. De colleges worden ondersteund door slides. Het is wenselijk zorgvuldig te noteren.

Het opleidingsonderdeel wil expliciet aanzetten tot persoonlijke reflectie en uitwisseling. De studenten krijgen daarom bij het begin van het semester een reflectie-opdracht. Deze reflectie-opdracht wordt tijdens de eerste les uitgelegd.

Er is ook steeds ruimte voor vragen en bedenkingen van de studenten. Deze kunnen op elk moment tijdens de colleges binnengebracht worden of kunnen na afloop van de les gesteld worden (ook via e-mail of via een polleverywhere-link die doorheen het semester actief blijft). Studenten worden op die manier uitgenodigd het leertraject actief zelf vorm te geven. De input door de studenten kan ook georganiseerd worden door middel van enquêtes of met behulp van het discussieforum.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-H73496)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

De evaluatie bestaat uit drie delen: (1) de reflectie-opdracht, (2) het voltooien van een van de universiteitsbrede RZL-modules  en (3) een schriftelijk examen aan het einde van het semester. Het examen duurt in de regel 2 uur.  Het examen peilt naar begrip van en inzicht in het cursusboek alsook naar de mate waarin studenten diepgaand nagedacht hebben over de thema’s die in het opleidingsonderdeel aan de orde waren en de mate waarin ze het cursusboek met zin voor detail bestudeerd hebben. Het examen bestaat uit drie vragen: (1) een synthese- en reflectievraag die peilt naar globaal inzicht en de mate waarin persoonlijk nagedacht werd over de inhouden van het cursusboek, (2) een open vraag die peilt naar inzicht en begrip van een meer specifiek onderdeel van het cursusboek en een (3) stelling of begripsverklaring of gelijkaardige vraag die wil nagaan met hoeveel zin voor detail de studenten het cursusboek doorgenomen hebben. Tijdens het examen mag het geannoteerde cursusboek geraadpleegd worden.

Het eindresultaat R voor het opleidingsonderdeel komt tot stand door volgende scores op te tellen en te herleiden tot een punt op 20:

  • S1: score voor de reflectie-opdracht (beoordeeld op 10);
  • S2: score voor het voltooien van een van de universiteitsbrede RZL-modules (beoordeeld op 3; volledig afgewerkt = 3/3 en niet volledig afgewerkt = 0/3);
  • S3: score voor de synthese- en reflectievraag op het examen (beoordeeld op 10);
  • S4: score voor de open vraag op het examen (beoordeeld op 5);
  • S5: score voor de stelling of begripsverklaring op het examen (beoordeeld op 2).

Het eindresultaat voor het opleidingsonderdeel wordt berekend met behulp van de volgende formule in Excel: S = ROUND((((S1+S2+S3+S4+S5)*20)/30);0).

Wanneer de inleveringstermijn van de reflectie-opdracht niet wordt gerespecteerd, wordt de opdracht beschouwd als niet-ingeleverd, wat in de puntentelling neerkomt op een score 0. De indiendeadline wordt meegedeeld via Toledo.

Toelichting bij herkansen

In geval van een onvoldoende op het geheel herneemt de student het schriftelijke examen.

Wie niet geslaagd was voor het geheel, maar wel voor de reflectie-opdracht, neemt de score voor de reflectie-opdracht mee naar de derde examenperiode. Ontbrekende elementen kunnen eventueel nog aangevuld worden met het oog op een hogere score.

Ook de score voor het voltooien van een universiteitsbrede RZL-module gaat mee naar de derde examenperiode. Dit onderdeel kan niet herkanst worden.

Er is geen overdracht van deelresultaten naar een volgend academiejaar.

De puntenverdeling, ontvankelijkheidsvoorwaarden en voorwaarden om te slagen tijdens de derde examenperiode zijn dezelfde als bij de eerste examenkans. De indiendeadline voor de herziene opdracht wordt medegedeeld via Toledo.

ECTS Service-learning en sociaal ondernemerschap (B-KUL-HBH99E)

6 studiepunten Nederlands 38 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Molderez Ingrid (coördinator) |  Molderez Ingrid

Doelstellingen

3. i. beschrijft de invalshoeken van de economische wetenschap, hanteert deze in een (bedrijfs)economische context en reflecteert er kritisch over.

4. a. heeft  een functionele multidisciplinaire kennis om maatschappelijke fenomenen te duiden en erover te reflecteren, ook vanuit wijsgerig-ethisch perspectief, en deze op een onderbouwde manier te verbinden met de bedrijfs- en markteconomische werkelijkheid.

8. f. reflecteert kritisch over het eigen gedrag en de eigen aanpak, in functie van levenslang leren.

11.b. geeft blijk van creativiteit, toont verantwoordelijkheidszin, neemt initiatief, en stelt prioriteiten bij het uitvoeren van (bedrijfs)economische opdrachten.

11.d. formuleert en evalueert alternatieve oplossingen voor een probleem.

12.c. reflecteert over het bedrijfskundig en economisch denken en handelen vanuit sociaal en ethisch oogpunt.

12.d. integreert duurzaamheidswaarden bij de analyse van actuele (bedrijfs)economische problemen en stelt oplossingen voor die rekening houden met deze waarden.

13. heeft inzicht in eigen competenties en drijfveren, neemt een pro-actieve houding aan ten opzichte van de eigen ontwikkeling en kan kritisch reflecteren over het eigen gestelde gedrag.

Specifieke leerresultaten:

1) duurzaamheidswaarden en duurzaamheidskaders integreren bij de analyse van maatschappelijke uitdagingen waar sociale ondernemers mee worden
geconfronteerd, een gefundeerd advies geven en mogelijke richtingen voor oplossingen voorstellen die rekening houden met deze waarden; (11b, 11d, 12c, 12d)
2) op een creatieve wijze een antwoord bieden op maatschappelijke uitdagingen in interactie met verschillende actoren; (4a, 11b, 11d)
3) kritisch reflecteren over de invalshoeken van de (bedrijfs)economische wetenschap bij de analyse van maatschappelijke uitdagingen die relevant zijn voor sociale ondernemers; (3i, 12d)
4) kritisch reflecteren over het eigen gedrag en de eigen aanpak binnen het kader van duurzaamheid en sociaal ondernemerschap; (8f, 3i)
5) kritisch reflecteren over het leerproces m.b.t. duurzaamheid en het belang ervan in de eigen en professionele omgeving. (8f)
6) zijn advies over en/of oplossing van het maatschappelijk relevant probleem plenair voorstellen en er kritisch over reflecteren. (12c)

Begintermen

De studenten dienen te putten uit de (bedrijfs-)economische kennis die zij tijdens hun bacheloropleiding kregen aangereikt. Afhankelijk van de specifieke service-learning die wordt aangepakt, zal bepaalde kennis meer aangewezen zijn dan andere.

Identieke opleidingsonderdelen

HBA14H: Service Learning and Social Entrepreneurship

Onderwijsleeractiviteiten

Service-learning en sociaal ondernemerschap (B-KUL-HBH99e)

6 studiepunten : College 38 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het theoretisch kader heeft betrekking op duurzaamheidsraamwerken en sociaal ondernemerschap. We belichten verschillende hybride business modellen, gaan meer in op alternatieve organisatievormen zoals sharing economy en coöperatief ondernemen, en analyseren hoe sociaal ondernemerschap daarin een plaats vindt.

Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan reflectie. We geven toelichting bij de verschillende niveaus van reflectie, i.e. beschrijvend, interpreterend, kritisch analytisch en reconstructief, geven ruimte voor groepsreflectie en behandelen hoe reflectiekaders een invloed hebben op hoe wij omgaan met maatschappelijke uitdagingen.

 

Studiemateriaal

Wetenschappelijke artikels

Toelichting onderwijstaal

De sociale vraagstukken zullen worden voorgesteld door sociale ondernemers in Vlaanderen en Brussel waardoor het Nederlands als onderwijstaal is aangewezen.

Toelichting werkvorm

De studenten zullen theoretische kaders m.b.t. duurzaamheid en sociaal ondernemerschap bestuderen tijdens enkele colleges.  De grootste tijd wordt besteed aan het oplossen van de case die wordt aangereikt door een sociale organisatie. Er wordt verwacht dat studenten hiervoor in interactie gaan met de sociale ondernemer, onder andere door minimum 3x aanwezig te zijn op de locatie van de sociale organisatie. Daarnaast wordt er ook ruim aandacht besteed aan reflectie tijdens plenaire sessies.

De studenten werken in groep aan de oplossing van het sociale vraagstuk. Om te komen tot een goede match tussen studenten en sociale ondernemer worden er verschillende stappen gezet:

  • rondetafel gesprekken op de campus met de sociale ondernemer om het sociaal vraagstuk te kaderen;
  • regelmatige verblijven op de site van de sociale organisatie om zich te kunnen onderdompelen in de waarden van een sociale ondernemer en zo een creatieve oplossing te kunnen bedenken die past bij een sociale organisatie;
  • voorstellen van de oplossing in aanwezigheid van de sociale ondernemer en aan de medestudenten o.a. via een poster op een sociale marktruimte.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Service-learning en sociaal ondernemerschap (B-KUL-H75298)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De studenten lossen in groep het sociale vraagstuk op. De oplossing wordt tevens gepresenteerd tijdens een sociale marktruimte via een poster of een andere creatieve voorstelling waar ook de sociale ondernemers voor worden uitgenodigd.

In de groepspaper wordt voldoende gebruik maakt van de theoretische kaders over duurzaamheid en sociaal ondernemerschap. De paper wordt beoordeeld volgens wetenschappelijke criteria: bij de oplossing van het sociale vraagstuk wordt rekening houden met de specifieke context, de structuur is logisch, er wordt voldoende verwezen naar wetenschappelijke artikels (tenminste 5 niet behandelde) op een geïntegreerde manier, en er wordt gebruik gemaakt van de APA-standaarden voor de verschillende bronvermeldingen waaruit de paper is opgebouwd.

De poster wordt beoordeeld op basis van inhoud en creativiteit.

De oplossing van de case wordt individueel verdedigd.

De persoonlijke reflectie heeft betrekking op drie momenten: bij het begin, midden en einde van het project. De evaluatie ervan is gebaseerd op de mate van integratie van de verschillende niveaus van reflectie en wordt weergegeven in een apart document.

 

Bepaling eindresultaat

Het eindresultaat wordt als volgt verdeeld over drie onderdelen: oplossing van de case (gemeenschappelijke paper en poster) (60%), individuele mondelinge verdediging van het werkstuk (10%) en persoonlijke reflectie (paper) (30%).

De student is verplicht om de drie onderdelen af te leggen. Niet-deelname aan één van de drie onderdelen, wordt herleid tot een 0/20.

De student kan enkel slagen indien er minstens een voldoende wordt gehaald op de drie onderdelen afzonderlijk. Een onvoldoende op ten minste één van de drie onderdelen impliceert dat het laagste punt telt voor het gehele opleidingsonderdeel.

 

Indien een student herhaaldelijk of op ernstige wijze de verplichtingen niet nakomt die werden beschreven in de overeenkomst met het projectbedrijf, wordt het project voor deze student stopgezet en wordt voor het opleidingsonderdeel een 0-score  toegekend. De student heeft geen recht op een alternatieve opdracht, noch op een tweede examenkans.

 

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'. Indien slechts één student van de groep een onvoldoende haalt, dan herwerkt de student de paper volgens de richtlijnen van de docent, naast de mondelinge verdediging van de paper en de herwerking van de persoonlijke reflectie.

ECTS Chemie (B-KUL-HBM01C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektriciteit) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (a,f)

- Gedetailleerd  uitleggen wat ionische, covalente en metaalbindingen zijn, en de macrostructuur van de stoffen en hun oplosbaarheid verklaren vanuit de begrippen dipool-dipoolinteractie, Van der Waalskrachten, ion-dipoolinteractie, waterstofbruggen en complexvorming.

- De belangrijkste anorganische verbindingen (oxiden, zuren, basen, zouten, oxidantia en reductantia) benoemen en hun eigenschappen  verklaren.

- Zuur-base en redoxreacties correct  uitschrijven en hierbij tevens kwantitatieve berekeningen accuraat  uitwerken.

- De begrippen reactiesnelheid, chemisch evenwicht, reactie-energie en -enthalpie uitgebreid  toelichten, de  factoren die een invloed hebben op de reactiesnelheid en de ligging van een chemisch evenwicht interpreteren, en deze inzichten toepassen in oefeningen  die o.a. uitgaan van reële industriële productieprocessen, biologie, fysiologie en milieu.

- pH-berekeningen voor sterke en zwakke elektrolyten  maken, uitleggen wat neutralisatie en pH-buffering betekent, en deze inzichten aanwenden om vraagstukken i.v.m. fysiologie, veiligheid en milieu op te lossen.

- De structuur, naamgeving en  fysische eigenschappen van de verzadigde, onverzadigde, cyclische en aromatische koolwaterstoffen alsook van de gehalogeneerde koolwaterstoffen, de diverse gefunctionaliseerde organische verbindingen en de polymeren weergeven  en  verklaren.

- De belangrijkste reactiemechanismen, nl. elektrofiele additie, eliminatie, homolytische - nucleofiele - elektrofiele substitutie, radicalaire - ionische polymerisatie en polycondensatie, accuraat  toelichten met gepaste reagentia, geschikt reactiemedium en, waar nodig, aandacht voor stereospecificiteit.

- Van een aantal belangrijke organische verbindingen de industriële toepassingen en indien relevant de milieu- en veiligheidsproblemen uitleggen.      

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids. Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Chemie (B-KUL-HBM01c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Deel 1: Anorganische Chemie

1 Inleiding

2 Atoombouw en periodiek systeem

3 Chemische bindingen

4 Chemische functies

5 Chemisch rekenen

6 Chemische reacties, stoichiometrie en energetische aspecten

7 Snelheid van chemische reacties

8 Chemisch evenwicht

9 Elektrolyten en evenwichten in waterige oplossing

10 Titraties

11 Heterogene evenwichten in water

 

Deel 2: Organische Chemie

De cursus besteedt aandacht aan de samenstelling, structuur, naamgeving, fysische eigenschappen, chemische reacties, specifieke reactiemechanismen en toepassingen van de organische verbindingen.

1 Hybridisatie

2 Alkanen en cycloalkanen

3 Alkenen, cycloalkenen en alkadiënen

4 Alkynen

5 Stereoisomeren

6 Halogeenalkanen

7 Alcoholen en thiolen

8 Ethers en epoxiden

9 Aminen

10 Aldehyden en ketonen

11 Carbonzuren en carbonzuurderivaten

12 Aromatische verbindingen

13 Polymeren

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal

Laporte D. (2023) Anorganische Chemie

Vervaeke M. (2023) Organische chemie

Deze cursussen zijn beschikbaar via de cursusdienst

Er wordt ook studiemateriaal op Toledo geplaatst

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges met ruime mogelijkheid tot directe interactie.

Begeleide oefeningen tijdens de contacturen.

Discussieforum voor asynchrone interactie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Chemie (B-KUL-H74432)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

Het examen bestaat uit oefeningen en meer theoretisch gerichte vragen (gesloten boek).

 

ECTS Ethique et économie (B-KUL-HBM01U)

5 ECTS Français 30 Premier semestrePremier semestre Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat d'examen" Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat de crédits"
N.

Onderwijsleeractiviteiten

Ethique et économie (B-KUL-HBM01u)

5 ECTS 30 Premier semestrePremier semestre
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Ethique et économie (B-KUL-H75159)

ECTS Milieu, klimaat en biodiversiteit (B-KUL-HBM02C)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektriciteit) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek.

1c Kan de belangrijkste fysico-chemische en ecologische processen die in het milieu plaatsgrijpen en die het gedrag van polluenten en andere verstoringsfactoren en het effect ervan op mens en milieu bepalen, accuraat toelichten.

1d Kan de belangrijkste parameters die de milieutoestand weergeven uitleggen en kan cijfer- en grafische gegevens hierover analyseren en correct interpreteren.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

2. Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

 

2a Heeft inzicht in de ontstaanswijzen van beleid en wet- en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn (internationaal, Europees, nationaal, regionaal).

3. Kan, vanuit een integrerend inzicht in de milieuthema’s, de impact van de activiteiten van een organisatie op het leefmilieu identificeren en evalueren, en kan de passende beheersmaatregelen voorstellen en kaderen in het eigen milieu- en omgevingsbeleid van de organisatie.

3a Kan de verschillende milieuthema’s (zoals bv. klimaatverandering, aantasting ozonlaag, verzuring, vermesting,  …) beschrijven volgens het DPSIR-model (driving forces, pressure, state, impact, response) en kan de milieuthema’s met elkaar in verband brengen.  

8. Kan projectmatig werken en effectief en efficiënt functioneren in een team.

8c Kan de verworven kennis en inzichten inzetten om, in samenwerking met een (multidisciplinair) team, een oplossing voor een concrete probleemstelling uit te werken binnen een bepaald tijdsbestek.

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 2 (a)

- De basisbeginselen van het milieubeleid accuraat toelichten en de betekenis ervan illustreren aan de hand van voorbeelden.

- Een overzicht schetsen van toepasbare milieubeleidsinstumenten en de betekenis van enkele instrumenten en de verschillen ertussen illustreren aan de hand van voorbeelden.

Aansluitend bij OLR 1 (a,c,d,f)

- Fysico-chemische en ecologische processen (bv. warmtebalans van de aarde, chemische reacties, bioaccumulatie, …) die het gedrag van polluenten en het effect ervan op mens en milieu bepalen, accuraat toelichten.

- De belangrijkste parameters die de toestand van de milieucompartimenten lucht, water en bodem beschrijven accuraat uitleggen, en cijfer- en grafische gegevens hierover correct interpreteren.

- De toepasselijke terminologie uit de natuurwetenschappen op een correcte wijze hanteren.

- Eenvoudige berekeningen uitvoeren met milieudata (bv. omrekenen tussen eenheden, berekeningen met zuurequivalenten, …).

Aansluitend bij OLR 3 (a)

- De verschillende milieuthema’s met elkaar in verband brengen (bv. uitleggen hoe thema’s elkaar beïnvloeden).

- Het verband bespreken tussen milieuthema’s en natuurkwaliteit, biodiversiteit en menselijke gezondheid.

Aansluitend bij OLR 8 (c)

- Afgebakende informatie over een milieuthema zelfstandig en in groepsverband verwerken en vertalen in een gestructureerd rapport, en mondeling rapporteren over de resultaten.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids.  

Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist. Het OPO maakt wel gebruik van begrippen en inzichten uit de chemie en de ecologie, die respectievelijk in de OPO’s Chemie en Biologie aangeboden worden (allebei OPO’s uit het eerste semester van de eerste opleidingsfase).

Onderwijsleeractiviteiten

Milieu, klimaat en biodiversiteit (B-KUL-HBM02c)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester
N.

Inhoud

Dit opleidingsonderdeel geeft, voornamelijk vanuit een natuurwetenschappelijk oogpunt, inzicht in de vormen waaronder milieuproblemen voorkomen (vervuiling, uitputting, ...) in de verschillende milieucompartimenten (lucht, water, bodem, ecosystemen). Milieuthema's (zoals verzuring, ozonproblematieken, vermesting, ...) worden geanalyseerd. Bijzondere aandacht gaat naar de thema's klimaatverandering en biodiversiteit. Verbanden tussen de verschillende milieuthema's worden verduidelijkt.  

- Afbakening van de milieukunde en uitgangspunten van het milieubeleid

Begrippendefiniëring, indeling en typering van milieuproblemen, de DPSIR-keten als model voor de analyse van milieuproblemen, basisbeginselen van het milieubeleid 

- De milieucompartimenten  

Milieucompartiment lucht: emissie en immissie, luchtverontreinigingsparameters, bronnen, atmosfeerchemie en gedrag van polluenten, gevolgen van luchtverontreiniging, relatie met milieuthema's  
Milieucompartiment water: functies van water, oppervlaktewater als ecosysteem, waterverontreinigende factoren, waterkwaliteitsparameters, bronnen, gevolgen van waterverontreiniging, relatie met milieuthema's

Milieucompartiment bodem: bodemsamenstelling en –eigenschappen (incl. grondwater), bodem als ecosysteem, transport in de bodem, bodemprocessen, bodemverstoringen en hun gevolgen, relatie met milieuthema's

- Klimaatverandering 

- Natuur en biodiversiteit

- Verbanden tussen milieuthema's

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Toledo.

Toelichting onderwijstaal

/

Toelichting werkvorm

Groepsopdracht - Paper - Presentatie

- Hoorcolleges met veel mogelijkheid tot interactie.

- Discussieforum voor asynchrone interactie. 

- Groepsopdracht: je maakt in groepen van een vijftal studenten een opdracht i.v.m. indicatoren van milieuthema's. De resultaten worden in een schriftelijk rapport verzameld en mondeling gepresenteerd tijdens de laatste colleges.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Milieu, klimaat en biodiversiteit (B-KUL-H74433)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

De examenscore is samengesteld uit twee onderdelen: 4 punten zijn te verdienen met de groepsopdracht, 16 punten op het afrondend examen.

Tijdens de eerste collegemaand wordt de groepsopdracht gegeven. De verwerkte informatie wordt in een rapport met een vraag/antwoord structuur gebundeld (maximum 7 pagina's), en mondeling gepresenteerd en verdedigd (20 minuten per groep) voor alle medestudenten in de laatste collegemaand. Met deze opdracht zijn 4 van de 20 punten te verdienen. De 4 te verdienen punten zijn als volgt verdeeld:
- 2 punten voor het schriftelijk rapport en de mondelinge presentatie;
- 2 punten voor een examenvraag over de eigen groepsopdracht.
Wie ongewettigd afwezig is tijdens de presentatie, behaalt 0/2 voor het eerste onderdeel. De student die niet deelneemt aan de opdracht (= geen bijdrage levert aan het schriftelijk rapport), krijgt een score 'niet afgelegd' voor het volledige examen. 

Startdatum van de opdracht: eind februari. Einddatum: presentaties tijdens de laatste twee collegeweken in mei. Studiebelasting: 10-15 uur/student. De groep kan tijdens het maken van de opdracht feedback vragen over de formulering van de vragen (zie hoger, vraag/antwoord structuur). Na de mondelinge presentatie krijgt de groep feedback van de docent over inhoud, vormgeving, taal en presentatievaardigheden. 

Het eigenlijke examen tijdens de examenperiode is schriftelijk. Er wordt een zestal vragen gesteld, die representatief zijn voor de volledige cursusinhoud (syllabus + lesnotities). Zoals hierboven vermeld, wordt één vraag gesteld over de eigen groepsopdracht. 

Aangezien het een inleidend OPO binnen de leerlijn milieu betreft, zal voornamelijk naar inzicht in de problematiek gepeild worden. Tijdens de colleges worden regelmatig voorbeelden van typische examenvragen gegeven. Naast de inhoud van het antwoord speelt ook de duidelijkheid en structurering ervan een belangrijke rol in de evaluatie.

 

Toelichting bij herkansen

Studenten die meewerkten aan de groepsopdracht, behouden de score (op 2 punten) die behaald werd voor het schriftelijk rapport en de mondelinge presentatie. Op het eigenlijke examen krijgen ze opnieuw een vraag over de eigen opdracht (op 2 punten). Daarnaast wordt een vijftal vragen gesteld die representatief zijn voor de volledige cursusinhoud (syllabus + notities).

Studenten die niet meewerkten aan de groepsopdracht krijgen een individuele opdracht toegewezen. Ze maken een schriftelijk rapport en beantwoorden een vraag over de opdracht tijdens het examen (totaal 4 punten). 

ECTS Fysische omgevingsfactoren (B-KUL-HBM03C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Cappuyns Valérie (coördinator) |  Cappuyns Valérie

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektriciteit) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek

1c Kan de belangrijkste fysico-chemische en ecologische processen die in het milieu plaatsgrijpen en die het gedrag van polluenten en andere verstoringsfactoren en het effect ervan op mens en milieu bepalen, accuraat toelichten.

1d Kan de belangrijkste parameters die de milieutoestand weergeven uitleggen en kan cijfer- en grafische gegevens hierover analyseren en correct interpreteren.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

2 Beschikt over kennis van en inzicht in begrippen en theorieën uit de humane wetenschappen en kan deze toepassen bij de analyse en optimalisatie van het duurzaam milieu- en welzijnsbeleid van een organisatie

2b Kan vanuit het algemeen toepasselijke milieujuridische kader die wettelijke bepalingen selecteren en analyseren die een daadwerkelijke impact hebben op de bedrijfsvoering, met het oog op het concretiseren van de ermee samenhangende verplichtingen. (onder 2 Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.)

2c Kan vanuit de kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, dat aan de basis ligt van de welzijnswetgeving, de juridische context van een bedrijf inschatten, en kan de toepasselijke juridische aspecten opzoeken in de nationale en Europese wetgeving, ze analyseren, interpreteren en concretiseren in een organisatie.

3. Kan, vanuit een integrerend inzicht in de milieuthema’s, de impact van de activiteiten van een organisatie op het leefmilieu identificeren en evalueren, en kan de passende beheersmaatregelen voorstellen en kaderen in het eigen milieu- en omgevingsbeleid van de organisatie.

3c Kan, vanuit een kennis van de brede waaier van beheersingstechnieken (water-, lucht- en bodemverontreiniging, hinderproblematieken, afval), een techniek beoordelen binnen een gegeven context.

7. Beheerst  methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren.

7c Kan een beargumenteerde keuze maken voor een bepaalde methode en/ of analysetechniek in functie van de vraag.

7d Kan de resultaten van een analyse correct interpreteren en de draagwijdte hiervan inschatten.

7f Kan een toegepaste methode kritisch evalueren in termen van gerealiseerde betrouwbaarheid en validiteit.

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (a,c,d,f)

- De basistheorie van fysische agentia, nl. m.b.t. trillingen, geluid, licht, straling en warmte uitleggen.

- De theoretische kennis actief inzetten bij het oplossen van vraagstukken over milieu-, veiligheids- en gezondheidseffecten van deze fysische agentia. 

- De betekenis van de verschillende parameters m.b.t. trillingen, geluid, licht, straling en warmte, en de manier waarop ze gemeten worden, toelichten.

Aansluitend bij OLR 2 (b,c)

- De bepalingen in de milieuwetgeving in verband met trillingen, geluid, licht, straling en warmte opzoeken, uitleggen en toepassen.

- De bepalingen in de welzijnswetgeving in verband met trillingen, geluid, licht, straling en warmte toepassen.

Aansluitend bij OLR 3 (c)

- Een aantal begrippen en principes in verband met de bestrijding van hinder door  trillingen, geluid, licht, straling en warmte uitleggen en beheersingstechnieken voor geluidshinder voorstellen.

Aansluitend bij OLR 7 (c,d,f)

- Een beargumenteerde keuze maken voor een bepaalde methode om trillingen, geluid, licht, straling en warmte te meten en te analyseren, in functie van de vraag.

- De resultaten van een meting van trillingen, geluid, licht, straling en warmte correct interpreteren, evalueren in termen van betrouwbaarheid en validiteit, en de draagwijdte hiervan inschatten.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids. Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist.

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat de student beschikt over volgende aanvangscompetenties: een basiskennis wiskunde, in het bijzonder goniometrie; afgeleiden en differentialen.

Onderwijsleeractiviteiten

Fysische omgevingsfactoren (B-KUL-HBM03c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

              1. Trillingen           

1.1         Overzicht           

1.2         Terugroepkracht van een veer  

1.3         Harmonische beweging

1.4         Energie in de enkelvoudige harmonische oscillator         

1.5         Gedempte harmonische beweging         

1.6         Gedwongen harmonische beweging en resonantie         

1.7         Trillingen en welzijn op het werk

1.8         Trillingen en milieu        

2.           Lopende golven             

2.1         Overzicht           

2.2         Een zich voortplantende storing              

2.3         Lopende golven in 1 dimensie wiskundig             

2.4         Periodische golven        

2.5         Energie in een golf        

2.6         Interferentie van golven             

3.           Geluid  

3.1         Overzicht           

3.2         Geluid, bronnen en tonen          

3.3         De snelheid van het geluid in de lucht   

3.4         De frequentie van het geluid     

3.5         Objectieve maten voor geluidssterkte    

3.6         Subjectieve maten voor geluidssterkte  

3.7         Meten van geluid           

3.8         Zwevingen         

3.9         Het dopplereffect

3.10       Schokgolven      

3.11       Geluid en hinder             

3.12       Geluid in Vlarem             

3.13       Geluid en welzijn op het werk   

3.14       Overige wetgeving en aanbevelingen     

3.15       Geluidsbestrijding           

4.           Licht     

4.1         Overzicht           

4.2         Het golfkarakter van licht           

4.3         Reflectie en breking       

4.4         Totale reflectie 

4.5         Het elektromagnetisch spectrum en de frequentie van het licht

4.6         Kleurenzicht      

4.7         Fotometrie        

4.8         Interferentie van licht   

4.9         Polarisatie         

4.10       Dunne lenzen   

4.11       Verlichting en welzijn op het werk          

4.12       Kunstmatige optische straling en welzijn op het werk    

4.13       Lichthinder        

 

5.           Temperatuur en warmte

5.1         Overzicht

5.2         Thermometers en temperatuurschalen 

5.3         Thermische uitzetting   

5.4         Thermische spanning    

5.5         Overdracht van warmte: geleiding, convectie, straling   

5.6         Thermische omgeving en ventilatie m.b.t. welzijn op het werk  

5.7         Werken bij warme temperaturen            

5.8         Werken bij koude temperaturen              

Studiemateriaal

 

Voor  dit OPO wordt gebruik gemaakt van een zelfgeschreven cursus, die ter beschikking gesteld wordt via de cursusdienst van Ekonomika.

Daarnaast worden ook materiaal en oefeningen op TOLEDO geplaatst.

 

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges met oefeningen en demofilmpjes.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fysische omgevingsfactoren (B-KUL-H74434)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

Het examen omvat theorievragen, inzichtsvragen en oefeningen, over de verschillende topics die in de cursus aan bod kwamen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

 

ECTS Welzijn op het werk (B-KUL-HBM04C)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student

2. Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

2a Heeft inzicht in de ontstaanswijzen van beleid en wet- en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn (internationaal, Europees, nationaal, regionaal).

2c Kan vanuit de kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, dat aan de basis ligt van de welzijnswetgeving, de juridische context van een bedrijf inschatten, en kan de toepasselijke juridische aspecten opzoeken in de nationale en Europese wetgeving, ze analyseren, interpreteren en concretiseren in een organisatie.

4. Kan, vanuit een inzicht  in alle deeldomeinen met betrekking tot welzijn, het welzijn van werknemers in kaart brengen, risico’s identificeren en evalueren, en de passende preventiemaatregelen voorstellen en kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.  

4a Beheerst de zeven welzijnsdomeinen en kan de rol van de verschillende interne en externe actoren die betrokken zijn bij het welzijnsbeleid van een organisatie (zoals bv. IDPBW, arbeidsinspectie, …) in kaart brengen.

4d Kan, vanuit inzicht in systemen en installaties, productiemethodes, machines en materialen, gepaste methoden en technieken aanwenden om de veiligheidsrisico’s voor de mens en zijn arbeidsomgeving te identificeren, te evalueren, preventiemaatregelen voor te stellen en noodplannen op te stellen met het doel schade te voorkomen of te beperken.

4f Kan voor een concreet welzijnsprobleem in een organisatie verbeteringsmaatregelen formuleren, rekening houdend met de welzijnswetgeving, en kan deze kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

4g Kan helder en doelgericht rapporteren volgens de vereisten van de welzijnswetgeving

5. Kan begrippen en theorieën uit de (bedrijfs-)economische wetenschappen gebruiken voor de analyse en het opzetten van een duurzaam, milieu- of preventiebeleid.

5d Kan principes van kwaliteitsmanagement toepassen voor een beleidsmatige aanpak van milieu-, welzijns- en duurzaamheidsproblematieken.

5e Houdt rekening met  systemisch denken bij het analyseren van duurzaamheidsvraagstukken, d.w.z. inter- en transdisciplinariteit, alternerend analytisch en holistisch denken, innovatief, creatief en ketengericht denken.

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 2 (a,c)

- De historische ontwikkeling schetsen van veiligheid en gezondheid naar welzijn op het werk en het belang ervan toelichten.

- De structuur, belangrijkste kenmerken (de beleidsmatige aanpak van welzijn, de centrale plaats van de risicoanalyse, het dynamisch risicobeheersingssysteem, documentaire verplichtingen zoals het globaal preventieplan en jaarlijks actieplan), en de basisfilosofie (doelstellingenwetgeving aangevuld met soft law) van de welzijnswetgeving toelichten (Europees en Belgisch).

- De welzijnswetgeving situeren in de bredere context van andere sociale en economische wetgeving (AREI, ARBIS, wetgeving mbt het op de markt brengen van producten).

Aansluitend bij OLR 4 (a, d, f, g)

- De rol en de onderlinge verhouding van de verschillende actoren mbt welzijn, zowel intern als extern, toelichten.

- Weergeven wie (welke interne en externe actoren) er in een reêle bedrijfssituatie verantwoordelijkheid draagt en weergeven welke actoren burgerlijk of strafrechtelijk kunnen vervolgd worden voor schade, resp. inbreuken op de welzijnsreglementering.

- Werkgerelateerde risico's situeren binnen de 7 welzijnsdomeinen.

- De welzijnsreglementering op een geïntegreerde manier toepassen op een reële bedrijfssituatie (verwerken tot een coherent advies van relevante bepalingen van de wet welzijn, het KB Beleid en andere, specifieke KB’s uit de Codex Welzijn op het werk).

- De bepalingen van de welzijnsreglementering toepassen op een reële bedrijfssituatie, in de vorm van een advies (volledig uitgewerkt), flowchart (stroomdiagram in kernwoorden) of samenvattend overzicht (opsomming).

- De begrippen frequentiegraad en ernstgraad van arbeidsongevallen berekenen en interpreteren.

- Het onderscheid maken tussen naakt, reëel en restrisico.

- Een eenvoudige risicoanalyse uitvoeren, op basis daarvan mogelijke preventiemaatregelen voorstellen en prioriteiten toekennen op basis van risicoranking.

Aansluitend bij OLR 5 (d,e)

- Weergeven hoe de principes van kwaliteitsmanagement in de welzijnsreglementering zijn opgenomen en die toepassen voor een kwalitatief welzijnsbeleid.

- Welzijnsvraagstukken benaderen  vanuit een visie die getuigt van systeemdenken transdisciplinariteit.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids.Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Welzijn op het werk (B-KUL-HBM04c)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester
N.

Inhoud

Dit opleidingsonderdeel bestaat uit 2 delen: 1) Basisbegrippen Welzijn op het werk; 2) Recht Welzijn op het werk.

 

In deel 1  wordt de student vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen van het welzijnsbeleid.

 

De  verplichtingen uit de welzijnswetgeving (Welzijnswet 4 augustus 1996 en de Codex over het Welzijn op het werk) worden als uitgangspunt gebruikt om toelichting te geven bij de volgende aspecten:

 

1. WAT omvat welzijns- en preventiemanagement?

- Wat omvat welzijn op het werk? Wat betekent preventie?

- Kadering van en toelichting bij 7 welzijnsdomeinen en hoe ze zich verhouden: arbeidsveiligheid, hygiëne, gezondheid, psychosociale aspecten,fysieke en cognitieve ergonomie, verfraaiing van de werkplaatsen en arbeidsgerelateerd milieu.

2. WAAROM is welzijnsmanagement belangrijk en WAAROM is het wettelijk geregeld?

- Welke motieven zetten aan tot welzijnsmanagement en preventie?

- Waarom zijn die motieven niet voldoende en is er wetgeving nodig om welzijn op het werk te garanderen?

- Korte historiek van welzijnsmanagement en welzijnsreglementering: wat we vandaag (verwacht worden te) doen is deels de resultante van het verleden en reflecteert tevens de huidige tijdsgeest.

3. WIE wordt er bij welzijnsmanagement betrokken en WAT zijn hun voornaamste taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden?

- Toelichting bij de rol en verantwoordelijkheden van de interne actoren en hun onderlinge verhouding: de werkgever, de hiërarchische lijn, de werknemers, de preventieadviseur en Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk, het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk

- Toelichting bij de rol van externe actoren: de bevoegde overheid FOD WASO (administratie en inspectie), de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk, de Externe Diensten voor Technische Controle, de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, arbeidsongevallenverzekeraars, het Federaal agentschap voor Beroepsrisico's (Fedris), het Provinciaal Veiligheidsinstituut, Europese instanties, ...

4. HOE kunnen/moeten we welzijnsmanagement aanpakken?

- algemene overkoepelende verplichtingen en benaderingen (eindverantwoordelijkheid van de werkgever + systeembenadering, procesbenadering, PDCA)

- de algemene preventiebeginselen en hun hiëarchie

- verplichte managementaanpak van welzijn: terminologie en basisprincipes van risicobeheersing: risicoanalyse => dynamisch risicobeheersysteem

- aantoonbaar maken van het welzijnsbeleid: in het globaal preventieplan, het jaarlijks actieplan, het identificatiedocument

5. WAAR vinden we basisregels en minimale verplichtingen terug en hoe verhouden deze zich tegenover elkaar?

- wetgeving: Europees + Belgische wet- en regelgeving: welzijnswet, codex, ARAB, AREI, ARBIS en andere

- CAO's

-aanvulling op wetgeving in Soft law

 

In deel 2 wordt er dieper ingegaan op (bepaalde aspecten van) het juridische kader m.b.t. welzijn op het werk.

 

De studenten leren werken met de relevante wetgeving en de Codex over het welzijn op het werk.  Na een theoretische toelichting, wordt praktijkinzicht bekomen aan de hand van oefeningen (o.m. cases gebaseerd op reële probleemsituaties in het bedrijfsleven):

   - theoretische/juridische toelichting bij de inhoudelijke bepalingen en opbouw, link naar andere reglementering (economische regelgeving, noodplanning, sociaal recht, ...) waar relevant, link naar soft law

   - oefeningen in het toepassen van de wetgeving, o.a. door het gebruik van reële probleemstellingen (cases)

   - meerdere thema's vanuit een overkoepelend perspectief kunnen aanpakken

Thema's die o.m. aan bod komen, zijn: werken met ondernemingen van buitenaf, uitzendarbeid, psychosociale risico's e.a.

Transversale juridische aspecten zijn o.m.:

- Statuut van de preventieadviseur en de leden van het CPBW

- Burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke verantwoordelijkheid n.a.v. inbreuken op de welzijnsreglementering

Studiemateriaal

Voor dit opleidingsonderdeel werken we met volgend handboek:

A. Van Regenmortel (red.), J. Buelens, K. Reyniers, I. Van Puyvelde en V. Vervliet, Handboek welzijn op het werk. Juridische aspecten., Brugge, die Keure, 2019.

Zie ook https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20528

Powerpoint slides en eventueel bijkomend studiemateriaal zullen via Toledo beschikbaar worden gesteld.

 

Toelichting werkvorm

Interactief hoorcollege met oefeningen (soms vooraf individueel of in groepjes voor te bereiden) en gastsprekers uit de praktijk.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Welzijn op het werk (B-KUL-H74435)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

Toelichting

Schriftelijk examen waarin gepeild wordt naar theoretische kennis en inzicht + praktische oefeningen.

Als naslagwerk mag de Wet en Codex Welzijn op het werk gebruikt worden.

 

ECTS Fysiologie (B-KUL-HBM05C)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1b Heeft op basis van kennis van de menselijke anatomie en fysiologie inzicht in de mechanische en fysiologische processen en kan de oorzaken en gevolgen van (over)belasting en van verstoring van de werking van stelsels en organen correct inschatten.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

4. Kan, vanuit een inzicht  in alle deeldomeinen met betrekking tot welzijn, het welzijn van werknemers in kaart brengen, risico’s identificeren en evalueren, en de passende preventiemaatregelen voorstellen en kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.  

4b Heeft inzicht in hoe het menselijk functioneren verstoord kan worden door factoren inherent aan het werk of door de werkomgeving, kan de hierdoor veroorzaakte pathologieën of aandoeningen herkennen, en kan preventief of curatief ingrijpen in de arbeidssituatie.

7. Beheerst  methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren.

7d Kan de resultaten van een analyse correct interpreteren en de draagwijdte hiervan inschatten.

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (f)

- Begrippen uit de orgaananatomie en de (arbeids-) fysiologie van het menselijk lichaam omschrijven en in de juiste context gebruiken.

- De bouw van de stelsels en de organen beschrijven en de onderdelen benoemen.

Aansluitend bij OLR 1 (b)

- De normale werking van de organen en stelsels in rust en tijdens fysieke inspanning uitleggen.

- De relatie tussen de bouw en de werking van de organen uitleggen.

- Figuren, foto's en tabellen, afkomstig uit (arbeids)fysiologisch onderzoek bespreken en interpreteren en hierover kritisch reflecteren.

- Stellingen beoordelen en verklaren.

Aansluitend bij OLR 4 (b)

- De fysiologische aanpassingen van het menselijk lichaam aan diverse soorten arbeidsvormen en arbeidsomgevingen verklaren.

- Een fysiologische belasting beoordelen in functie van energievoorziening, arbeidsvermogen, respiratoire en cardiovasculaire belasting, musculaire aanpassingen, thermoregulatiesystemen.

- Op basis van de interpretatie van meetresultaten op basisniveau adviezen formuleren naar verbetering of individuele aanpassing van de werksituatie.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids.

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds werden afgewerkt: Biologie en Chemie.

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgend opleidingsonderdeel ook wordt opgenomen in hetzelfde academiejaar: Anatomie

Onderwijsleeractiviteiten

Fysiologie (B-KUL-HBM05c)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester
N.

Inhoud

In het kader van de curriculumvernieuwing zijn de thema's uit de vroegere opleidingsonderdelen Fysiologie en Arbeidsfysiologie geintegreerd in één OPO Fysiologie. Per thema zal zowel de algemene fysiologie als de fysiologie van de arbeid aan bod komen. Het is mogelijk dat de hierna vermelde hoofdstukken en onderdelen in een andere volgorde worden aangeboden.

1: Spierstelsel

Macro- en microscopische bouw van de soorten spieren: skeletspier, gladde spier, hartspier.

Contractiemechanisme

Spiervezeltypes

Spierpijn en spiervermoeidheid

Aanpassingen van de skeletspier aan fysieke inspanning

 

2: Zenuwstelsel

Bouw en functie van het zenuwstelsel

Basisstructuur en werking van neuronen

Sensorisch systeem

Motorische respons

Vegetatief zenuwstelsel

 

3: Zintuigen (optioneel)

De huid en de zintuigen in de huid

Smaak, gezicht en gehoor

Evenwicht en proprioceptie

 

4. Bloed en circulatie:

Anatomische aspecten van hart, bloedvaten, bloed

Hemodynamica

Aanpassingen van hart en bloedvaten aan fysieke inspanning

 

5: ademhaling en gastransport

Bouw van het ademhalingsstelsel longen en luchtwegen

Mechanisme van de ademhaling

Transport van zuurstof en koolstofdioxide

Invloed van fysieke inspanning op de ventilatie

Fysieke inspanning in omgeving met veranderde lucht-/gasdruk

 

6: Bio-energetica

Energieverbruik in rust en tijdens aerobe en anaerobe arbeid

Intensiteit van inspanning en de parameters HF, lactaat, VO2, RQ

VO2 max en anaerobe drempel

VO2 max en werk

Meten van energieverbruik

Herstel na inspanning

 

7: Endocrien stelsel (optioneel of verwerkt in diverse andere hoofdstukken))

De belangrijkste endocriene klieren en hun hormonen

Invloed van inspanning op hormonenproductie

 

8: Spijsvertering, voeding en metabolisme

Macro- en micronutriënten

Spijsverteringsstelsel en spijsverteringsorganen

Voeding tijdens inspanning en recuperatie

 

9: Uitscheiding

Macro- en microscopische bouw van de nieren en uitscheidingsstelsel

Regeling van de waterbalans

Invloed van inspanning op de vochtbalans

Hydratatie tijdens en na fysieke inspanning

 

10: Thermoregulatie

Thermoregulatiesysteem

Warmte-evenwicht in rust en inspanning

Vochtverlies tijdens inspanning

Fysieke inspanning in warme/koude omgeving

Studiemateriaal

Syllabi  via cursusdienst van de campus Brussel.

http://public.hubrussel.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20530

Slides en documentatie via Toledo.

Toelichting onderwijstaal

cursustekst in het Nederlands. Wetenschappelijke artikels en extra literatuur zijn mogelijk in het Engels .

 

Toelichting werkvorm

- Interactieve  hoorcolleges: tijdens de colleges wordt  gebruik gemaakt van ondersteunend didactisch materiaal zoals figuren, powerpoint, internetsites,…

De studenten gebruiken in de lessen een cursus, maar zij moeten ook nog nota nemen in de les. Niet alle onderdelen staan uitgebreid beschreven in de cursustekst.

Tijdens de colleges wordt ook gewerkt met leergesprekken, discussievragen in kleine groepjes, en individuele zoekopdrachten.

- Colleges ter ondersteuning van zelfstudie-onderdelen. De student krijgt dan de opdracht om een onderdeel zelf voor te bereiden aan de hand van teksten, internetlinks, boeken, artikels. Er worden studievragen voorzien. Tijdens de colleges worden de opdrachten  dan in studiegroepjes besproken.

- Er kan aan de student worden gevraagd om bijkomende informatie over een besproken thema in geschreven literatuur, op CD-rom en via internet op te zoeken, basiskennis uit te breiden d.m.v. beperkte zelfstudie.

- Er kan eveneens gevraagd worden om in samenwerking met medestudenten een thema uit te diepen en er over te rapporteren.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fysiologie (B-KUL-H74436)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Het examen is schriftelijk. Het omvat  verschillende soorten vragen, zoals ruimere redeneer- of inzichtsvragen over  diverse thema 's uit de cursus en er worden een aantal kleine vragen gesteld o.a. omschrijving van begrippen, relaties tussen functies, logisch redeneervermogen, transfer van de leerstof naar praktische situaties.

 

 

Toelichting bij herkansen

Examenmodaliteiten zijn dezelfde als tijdens de eerste examenkans

ECTS Inleiding tot de biomechanica (B-KUL-HBM06C)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektriciteit) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (a,f)

  • Basisconcepten en basisgrootheden van de lineaire kinematica in één en twee dimensies correct definiëren alsook deze toepassen in oefeningen.
  • Basisconcepten en basisgrootheden van de rotationele kinematica correct definiëren alsook deze toepassen in oefeningen.
  • Basisconcepten en basisgrootheden van de dynamica correct definiëren. Hij kan de bewegingswetten van Newton toepassen alsook een vrijlichaamsschema van alle krachten die op een voorwerp inwerken tekenen.
  • Hij heeft inzicht in de begrippen arbeid, potentiële en kinetische energie, vermogen, impuls en krachtmoment. Hij kan deze zowel correct en volledig toelichten alsook toepassen om vraagstukken correct op te lossen.
  • Basisconcepten en basisgrootheden van de statica correct definiëren alsook toepassen in oefeningen.
  • Basisconcepten en basisgrootheden van de kinematica, dynamica en statica toepassen op de menselijke beweging.
  • Bij een vrijlichaamsschema de nodige wiskundige vergelijkingen opstellen om te komen tot een numerieke oplossing van het gevraagde. Hij heeft daartoe de nodige basiskennis wiskunde verworven.
  • Basisconcepten en basisgrootheden van de sterkteleer correct toelichten.

 

 

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids. 
Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat de student beschikt over volgende aanvangscompetenties: algebraïsch rekenen, oplossen van veeltermvergelijkingen van graad  2, oplossen van stelsels eerstegraadsvergelijkingen, goniometrie en vlakke meetkunde, afleidingen en integralen (rekenregels), vectoren. Om deze competenties te herhalen, wordt er voor startende MPM-studenten een opfriscursus wiskunde georganiseerd.

 

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de biomechanica (B-KUL-HBM06c)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
N.

Inhoud

Opfriscursus wiskunde:

  • Algebraïsch rekenen
  • Oplossen van veeltermvergelijkingen van graad 1 en 2, oplossen van stelsels eerstegraadsvergelijkingen 
  • Goniometrie en vlakke meetkunde
  • Afgeleiden en integralen
  • Exponentiële en logaritmische functies
  • Vectorrekenen

 

Cursus inleiding tot de biomechanica:

Inleiding

Het SI-stelsel, eenheden en dimensies

Kinematica

  • Translatie en rotatie
  • Referentiestelsel
  • Lineaire kinematica in één dimensie
  • Lineaire kinematica in twee dimensies
  • Rotationele kinematica

Dynamica

  • Krachten
  • Arbeid en energie
  • Impuls
  • Krachtmoment
  • Zwaartepunt en het menselijk lichaam

Statica

  • Statische evenwichtsvergelijkingen
  • Stabiliteit

Sterkteleer

  • Mechanische eigenschappen van bot
  • Botgedrag bij verschillende soorten belasting

Studiemateriaal

Opfriscursus wiskunde:

De cursus is beschikbaar aan de start van het academiejaar via de Toledopagina van het OPO ‘Inleiding tot de biomechanica’

Cursus Inleiding tot de biomechanica:

Cursustekst en slides, beide via Toledo.

Toelichting werkvorm

Opfriscursus en test wiskunde:

Voor startende MPM-studenten wordt er een opfriscursus wiskunde georganiseerd. De cursus is beschikbaar aan de start van het academiejaar via de Toledopagina van het OPO ‘Inleiding tot de biomechanica’ en wordt in zelfstudie gestudeerd. In het eerste semester worden er 2 begeleidingssessies gepland, en tijdens de eerste week van het tweede semester wordt er 1 begeleidingssessie georganiseerd, voorafgaand aan de test die gepland wordt tijdens de tweede week van het 2e semester in het OPO ‘Inleiding in de biomechanica’. De punten van deze test tellen mee voor 3 van de 20 punten van het examen van het OPO 'Inleiding in de biomechanica' in de examenperiode. Het herexamen zal tevens een vraag over de basisleerstof wiskunde bevatten. Alle studenten dienen tijdens de tweede examenkans alle vragen te beantwoorden. Op de onthaaldag, alsook in de eerste les van Onderzoeks- en analysemethoden 1, zal hierover gecommuniceerd worden.

Cursus Inleiding tot de biomechanica:

  • Hoorcolleges
  • 3 monitoraten (vrijblijvend) zijn specifiek voorzien voor dit opleidingsonderdeel.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de biomechanica (B-KUL-H74437)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

Opfriscursus en test wiskunde (tijdens het 2de semester): 

Er wordt een schriftelijke test ingepland tijdens de tweede week van het 2e semester. De punten van deze test tellen mee voor 3 van de 20 punten van het examen van het OPO 'Inleiding tot de biomechanica' in de examenperiode. Het herexamen zal tevens een vraag over de basisleerstof wiskunde bevatten. Alle studenten dienen tijdens de tweede examenkans alle vragen te beantwoorden.

 

Cursus Inleiding tot de biomechanica (tijdens de examenperiode):

Open vragen, gesloten vragen, inzichtsvragen, toepassingsvragen (oefeningen).  

ECTS Biologie (B-KUL-HBM07A)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektriciteit) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (a,f)

* De structuur en functie van de chemische bouwstenen van het leven bespreken.

* Basisconcepten uit de celbiologie en de moleculaire biologie bespreken en verbanden verduidelijken.

* Basismechanismen van belangrijke levensprocessen op celniveau en moleculair niveau uitleggen.

* Basisconcepten uit de ecologie toelichten.

* Biodiversiteit en natuurkwaliteit in verband brengen met milieuthema's.

* Kenmerken en eigenschappen van micro-organismen beschrijven en basisconcepten uit de microbiologie en de immunologie bespreken.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids.

Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist.

 

Onderwijsleeractiviteiten

Biologie (B-KUL-HBM07a)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

  • Inleiding
  • Bouwstenen van het leven
  • Celbiologie
  • Energiehuishouding van organismen
  • Moleculaire genetica 
  • Ecologie
  • Microbiologie en immunologie

Studiemateriaal

De syllabus wordt aangeboden via Toledo.

Toelichting onderwijstaal

/

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges met ruime mogelijkheid tot directe interactie.

Discussieforum voor asynchrone interactie. 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Biologie (B-KUL-H70245)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen is schriftelijk en bestaat uit open vragen die peilen naar het inzicht in de behandelde biologische concepten.

Toelichting bij herkansen

De evaluatiemodaliteiten zijn identiek aan die in de eerste examenperiode.

ECTS Introduction to Sustainable Development (B-KUL-HBM07C)

3 ECTS English 26 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

This course evaluates the following learning outcomes:

The student:

5. Is able to use concepts and theories from (business) economics sciences to analyse and design a sustainability, environment or prevention policy.

5e Takes systemic thinking into account when analysing sustainability questions, i.e. inter and transdisciplinarity, alternating analytical and holistic thinking, innovative, creative and chain-oriented approach.

6. Based on the basic principles of sustainability, is able to reflect critically on the environmental and welfare policies pursued by organisations and government, and on the tools and systems used.

6c Is able to critically screen the organisation in terms of sustainability and is able to develop initiatives for improvement and link them to the organisation's policy.

8. Is able to work on a project basis and function effectively and efficiently in a team.

8b In the context of an individual or group project, is able to translate a problem description and its related questions into a structured approach.

9. In the context of his/her attitude towards sustainability, is able to take a position on ethical, normative and societal questions.

9a Is able to take a critical view of societal problems (e.g. child labour, climate change, etc.) from sustainability perspective.

9b Understands the diversity of positions, perspectives and preferences between (historic) cultures, social groups, communities and individuals vis-à-vis societal questions.

9c Is able to critically reflect on his/her own attitude towards sustainability.

 

After completion of this course, the student is able to

With reference to OLR 5 (e), OLR6 (c), OLR 8 (b) and OLR 9 (a,b,c)

- Define and interpret the concept of sustainable development from various perspectives

- Map the interdependencies among the dimensions of sustainable development

- Frame societal challenges in terms of sustainable development

- Associate the various dimensions of sustainable development with indicators

- Select data which allows him to assess the sustainability of a city/region/country

- Using this dataset, asses the sustainability of a city/region/country

Previous knowledge

The admission criteria for the programme can be found in the programme catalogue. No prior knowledge is required for this course.

Onderwijsleeractiviteiten

Introduction to Sustainable Development (B-KUL-HBM07c)

3 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term
N.

Content

The course Sustainable development had two parts: a series of lectures and an application.

The purpose of the lectures is to introduce students to the concept of sustainable development. The lectures start from the Brundtland report’s definition of sustainability. According to this definition, a development can be considered sustainable if it allows the present generation to meet its needs without endangering the ability of future generations to meet theirs. During the lectures, the concept of sustainability will be deepened using an analysis of (some of the) major challenges facing humanity including its relation to the environment, population growth, poverty and its determinants, inequality and economic growth. Lectures will also include an overview of the sustainable development goals. Both a national/regional and an international perspective on the concept of sustainable development will be provided. Students will also learn how to present data and how to interpret commonly used data visualizations (growth rates, log scales, index numbers, composite indicators, ...).

For the application, students will search for data on the various dimensions for sustainable development for a city/region/country of their choice. The required data is limited to publicly available sources. Using the data, students present a dashboard that allows them to give an overview of the sustainability of the city/region/country of their choice. In addition to the data, students are required to give an overview of the policy related to sustainable development of the city/region/country of their choice. The presentation serves as the starting point for the oral exam.

Course material

Own course notes, powerpoint presentations and scientific articles and reports.

The book written by Jeffrey Sachs (the age of sustainable development, Columbia University Press, 2015) is recommended although not obligatory.

All material will be available online (Toledo). 

Format: more information

Interactive plenary course sessions supported by PowerPoint presentations.

Students are encouraged to participate actively in the sessions by means of, for example, class discussion, online voting, exercises etc.

PowerPoint presentations, additional texts and exercises will be made available through the digital learning platform Toledo

Optional exercises are made available for students regularly during the course. Solutions to these exercises are not provided in class but students can ask for individual or group feedback on their trial solutions. These exercises are meant to help students prepare for the exam and presentation but are not part of the formal evaluation of the course (no marks can be earned with these exercises).

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Introduction to Sustainable Development (B-KUL-H74438)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Oral, Written, Presentation
Type of questions : Open questions
Learning material : None

Explanation

The evaluation consists of two parts.

PowerPoint presentation (10/20 points): Every student makes individually a sustainability dashboard for the city/region/country of his/her choice and links the chosen indicators to the organization’s policy plans with respect to sustainability. The dashboard and presentation are due at the time of the oral exam during the exam period. The dashboard is briefly presented at the oral exam moment and the student will be questioned about his/her work. Students can start preparing their dashboard and presentation from the first lecture onwards. During the second part of the semester, student will be offered the opportunity to get feedback on their work. The estimated workload for the dashboard and presentation is 25 hours. Practical details like deadlines and procedure for submission will be communicated via Toledo and in class.

Written exam (10/20 points): Students have to take a written, closed book exam which tests their ability to apply the concepts of the course to real world sustainable development questions. Thorough understanding of the subject matter is tested instead of the ability to reproduce it.

The final result comprises both evaluation activities. If the student does not participate in the final exam or the powerpoint presentation, the student will receive NA (not taken) for the entire course.

 

 

 

 

Information about retaking exams

The features of the evaluation and determination of grades are identical to those of the first examination opportunity, as described in the tab 'Explanation'

Students are not required to make a new PowerPoint presentation but can improve their presentation when necessary.

ECTS Anatomie (B-KUL-HBM08B)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1b Heeft op basis van kennis van de menselijke anatomie en fysiologie inzicht in de mechanische en fysiologische processen en kan de oorzaken en gevolgen van (over)belasting en van verstoring van de werking van stelsels en organen correct inschatten.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (b,f)

* Onderdelen  van het menselijk bewegingsstelsel beschrijven en situeren op het menselijk lichaam.

* De botten van het menselijk lichaam herkennen, ze oriënteren en de specifieke structuren benoemen.

* De anatomische componenten van een gewricht herkennen en benoemen, de bewegingsmogelijkheden van het gewricht kunnen afleiden en de stabiliserende functie van omgevende structuren kunnen weergeven.

* Spieren benoemen, ze beschrijven volgens anatomische ligging en de bewegingsmogelijkheden bij spiercontractie weergeven.

* Bij houdingen en eenvoudige bewegingen de actieve spieren identificeren en benoemen, de aard van het spierwerk herkennen en de intensiteit van de spierbelasting inschatten.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids. Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Anatomie (B-KUL-HBM08b)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
N.

Inhoud

1.     Inleiding Histologie: weefsels van het bewegingsstelsel
-       Steunweefsel
-       Bindweefsel
-       Kraakbeenweefsel
-       Botweefsel, bottypen en beenvorming
-       Spierweefsel
2.     Anatomische terminologie
-       Assen en vlakken
-       Richtingen in de ruimte
-       bewegingsrichtingen
3.     Het bewegingsstelsel
-       Osteologie of beenderleer
    o    Overzicht van het skelet en ligging van de beenderen
    o    Soorten beenderen met hun specifieke bouw
-       Artrologie of gewrichtsleer
    o    Soorten beenverbindingen
    o    Bouw van een synoviaal gewricht
-       Spierleer of myologie
    o    Macroscopische bouw van de skeletspieren
    o    Soorten skeletspieren
    ​o    Spierfuncties vanuit anatomische positie

4.     Het zenuwstelsel
-       Zenuwweefsel
-       Organisatie van het zenuwstelsel
-       Beschadiging en herstel van zenuwweefsel
5.     Beschrijvende anatomie van de romp (osteologie, artrologie, myologie, neurologie)
-       Wervelkolom
-       Thorax
-       Cranium
6.     Beschrijvende anatomie van het onderste lidmaat (osteologie, artrologie, myologie, neurologie)
-       Os coxae (heupbeen)
-       Os sacrum (heiligbeen)
-       Os femur (dijbeen)
-       Os fibula (kuitbeen)
-       Os tibia (scheenbeen)
-       Os tarsus (voet)
7.     Beschrijvende anatomie van het bovenste lidmaat (osteologie, artrologie, myologie, neurologie)
-       Scapula (schouderblad)
-       Clavicula (sleutelbeen)
-       Radius (spaakbeen)
-       Ulna (ellepijp)
-       Manus (hand)
8.     Letsels aan het bewegingsapparaat
-       Spier- en peesletsels
-       Ligamentaire letsels
-       Zenuwletsels
-       Wervelkolomklachten
-       Gewrichtspathologie
9.     Inleiding biomechanische principes en functionele anatomie
-       Principes van de spierwerking: spierfunctie vanuit gewijzigde beginhoudingen (gewijzigde gewrichtshoek, vast punt op origo of insertio,…)
-       Soorten spiercontracties: statische contractie, dynamische concentrische en excentrische contractie, isokinetische contractie; voorbeelden en oefeningen
-       Analyse van eenvoudige houdingen en bewegingen (beweging van gewrichten, benoemen van actieve spieren die betrokken zijn bij specifieke houdingen en bewegingen)

Studiemateriaal

  • Cursustekst en slides, beide via Toledo
  • Handboek: Functionele anatomie van de ledematen - Mark Van Leemputte (verplicht)
  • Functionele anatomie van de beweging - Anouk Agten en Frank Vandenabeele (niet verplicht)

Toelichting werkvorm

De docent geeft hoorcolleges om de basisinformatie mee te geven. Het lesmateriaal wordt op Toledo geplaatst en er wordt gebruik gemaakt van een handboek.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Anatomie (B-KUL-H72099)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Examen dat toetst naar de kennis over:

  • Spieraanhechtingen en functies
  • Botstructuren (zelf kunnen tekenen, en op tekening kunnen aanduiden
  • Bouw en functie van de gewrichten (zelf kunnen tekenen)
  • Spierfunctie tijdens verschillende bewegingen.

Opgelet: punten onder de 10 worden automatisch afgerond naar beneden. Een 10 dient effectief behaald te worden om te slagen voor dit vak.

--------------------------------------------------------------------------------

 

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.

ECTS Management van mens en organisatie (B-KUL-HBM08C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student:

5. Kan begrippen en theorieën uit de (bedrijfs-)economische wetenschappen gebruiken voor de analyse en het opzetten van een duurzaam, milieu- of preventiebeleid.

5a  Kan (bedrijfs-) economische concepten en theorieën (bv. in verband met stakeholdermanagement, organisatie van bedrijfsprocessen, …) toepassen binnen een milieu-, welzijns- en duurzaamheidsproblematiek.

5e Houdt rekening met  systemisch denken bij het analyseren van duurzaamheidsvraagstukken, d.w.z. inter- en transdisciplinariteit, alternerend analytisch en holistisch denken, innovatief, creatief en ketengericht denken.

6. Kan, vanuit de basisprincipes van duurzaamheid, kritisch reflecteren over het gevoerde milieu- en welzijnsbeleid van organisaties en van de overheid, en over de ingezette instrumenten en systemen.

6a Kan aan de hand van micro-, macro-, milieu- en/of gedragseconomische concepten en theorieën de voor- en nadelen afwegen bij de werking van instrumenten en systemen (bv. labels, ISO-normen, …).

7. Beheerst  methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren.

7a Kan een probleem analyseren, kaderen in de wetenschappelijke literatuur, en aansluitende vragen/hypothesen formuleren die het onderzoek richting geven.

7b Kent de verschillende methoden van zowel kwantitatief (bv. vragenlijst, experiment) als kwalitatief onderzoek (bv. diepte-interview, focusgroep) en weet deze toe te passen om een concreet probleem op te lossen.

7c Kan een beargumenteerde keuze maken voor een bepaalde methode en/ of analysetechniek in functie van de vraag.

7d Kan de resultaten van een analyse correct interpreteren en de draagwijdte hiervan inschatten.

8. Kan projectmatig werken en effectief en efficiënt functioneren in een team.

Aanvullend bij deze leerresultaten, de student:

- Analyseert de externe en interne omgeving waarin een organisatie actief is aan de hand van de aangereikte theorieën en kaders en hanteert deze als basis om een managementaanpak en strategie te ontwikkelen en te implementeren.

- Schat de gevolgen van bedrijfsvoering voor diverse stakeholders en maatschappij in.

- Heeft inzicht in het management van ondernemingen en kan in die context ook klassieke en actuele managementtheorieën plaatsen.

- Analyseert en vergelijkt de verschillende stromingen, denkrichtingen, zienswijzen, concepten en trends in de theorie en praktijk van management van ondernemingen.

- Brengt theorie en praktijk rond bedrijfsmanagement met mekaar in verband.

- Past relevante modellen en benaderingen in het domein van bedrijfsmanagement toe in de praktijk.

-   Reflecteert kritisch over de verworvenheden en de beperkingen van de eigen discipline.

- Kan een afgebakend praktijkthema of- vraagstuk analyseren vanuit opgegeven theoretische kaders.

- Heeft inzicht in de diverse managementaspecten van het bedrijfsgebeuren en in hun onderlinge relatie.

- Verbindt de psycho-sociale en ethische inzichten op een onderbouwde manier met de (bedrijfs)economische werkelijkheid.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids. Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist.

 

Onderwijsleeractiviteiten

Management van mens en organisatie (B-KUL-HBM08c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

De inhoud van dit OPO:

1. Inleiding tot management en organisaties - (Wat is management?  Is management nodig?)

2. De veranderende wereld van management (Historie en Moderne trends in management)

3. De speelruimte van de manager (Organisatie cultuur en Basis International Business Management)

4. Maatschappelijke verantwoordelijkheid en ethisch handelen (link met beslissing - moral seduction theorie)

5. Innovatie en verandering (kort)

6. Besluitvorming

7. Basis van strategie (Duurzaam competitief voordeel  - Externe analyse (Proter's vijfkrachtenmodel) - Interne analyse (VRIN/O analyse)  - Basis strategieën (volgens Porter) 

9. Organisatiestructuur (Structurele dimensies, Basis structuren, Mintzberg's typologie)

10. Gedrag in organisaties (Basis - zit verweven in de voorgaande thema's)

11. (Werknemers motiveren - onder voorbehoud)

12. (Leiderschap - onder voorbehoud)

 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat het handboek 'Management' van Robbins en Coulter, in het Nederlands uitgebracht door De Vries en Van der Kolk. Dit wordt aangevuld met bijkomende wetenschappelijke publicaties en cases.

http://public.hubrussel.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20536

 

Er is tevens een gecompileerde versie verkrijgbaar

Bedrijfsmanagement 2de editie

ISBN: 978-90-430-3

 

https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=18703

 

Toelichting onderwijstaal

De colleges worden in het Nederlands gedoceerd.  Evenwel wordt het typisch Engelstalig vakjargon uitgelegd en gebruikt.

De gebruikte (mini)cases zijn vaak in het Engels.

Toelichting werkvorm

Er wordt gedoceerd in de vorm van hoorcolleges, waarbij er wordt gestreefd naar een actieve inbreng van de studenten. Er zal worden gebruik gemaakt van opdrachten en mini cases (om theoretische inzichten te kunnen toepassen, voor verdieping en voor activering van studenten). Voor de evaluatie zijn er ook leeropdrachten in groep voorzien. Er is ruimte tijdens de colleges om aan deze opdrachten te werken en leerervaringen op te doen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Management van mens en organisatie (B-KUL-H74439)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De student wordt geëvalueerd op basis van een:

Schriftelijk examen tijdens de reguliere zittijd (15 van de 20 punten). Dit gesloten boek examen bestaat uit multiple choice vragen. Om de score op het examen te bepalen, wordt het systeem van standard setting (hogere cesuur) toegepast.

  • Opdrachten (5 van de 20 punten) bestaat uit: Groepsopdrachten en individuele leeropdrachten waaraan tijdens het semester wordt gewerkt. Studenten krijgen hiervoor de tijd (mindere contacturen) met de  opportuniteit tot online vraagstelling, aan te vragen en dit op eigen initiatief.

 

Wanneer een student niet deelneemt aan één of meerdere onderdelen van de evaluatie, krijgt hij of zij een "NA-score" voor het gehele opleidingsonderdeel (NA = niet deelgenomen).

Alle instructies en informatie over de opdrachten worden medegedeeld tijdens de colleges en/of via Toledo. De evaluatie gebeurt volledig door de professor(en).

Alle instructies en informatie over de opdrachten en over de tussentijdse en finale deadlines worden medegedeeld tijdens de colleges en/of via Toledo. De evaluatie gebeurt volledig door de professor(en).

 

Voor de groepsopdrachten en de individuele opdrachten worden de punten van de eerste zittijd behouden.   Voor het schriftelijk examen is er een tweede opportuniteit, onder dezelfde voorwaarden van de eerste examen opportuniteit.

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans. 

Alle instructies en informatie over de opdrachten en de deadline voor de tweede examenkans worden meegedeeld via Toledo.

Info over giscorrectie wordt medegedeeld onder de rubriek exam info/correctie sleutel

 

Voor de groepsopdrachten en de individuele opdrachten worden de punten van de eerste zittijd behouden.   Voor het schriftelijk examen is er een tweede opportuniteit, onder dezelfde voorwaarden van de eerste examen opportuniteit.

 

 

ECTS Onderzoeks- en analysemethoden (B-KUL-HBM09C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student

7. Beheerst  methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren.

7a Kan een probleem analyseren, kaderen in de wetenschappelijke literatuur, en aansluitende vragen/hypothesen formuleren die het onderzoek richting geven.

7b Kent de verschillende methoden van zowel kwantitatief (bv. vragenlijst, experiment) als kwalitatief onderzoek (bv. diepte-interview, focusgroep) en weet deze toe te passen om een concreet probleem op te lossen.

7c Kan een beargumenteerde keuze maken voor een bepaalde methode en/ of analysetechniek in functie van de vraag.

7d Kan de resultaten van een analyse correct interpreteren en de draagwijdte hiervan inschatten.

7f Kan een toegepaste methode kritisch evalueren in termen van gerealiseerde betrouwbaarheid en validiteit.

 

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 7 (a,b,c,d,f)

- De empirische onderzoekscyclus uitleggen.

- Zelfstandig een wetenschappelijke probleemstelling formuleren.

- Het wetenschappelijk taalgebruik hanteren.

- De verschillende onderzoekstrategieën omschrijven en op basis van een concreet geval identificeren.

- Kritisch reflecteren over een concreet onderzoek.

- Zelfstandig op een wetenschappelijk verantwoorde wijze een experiment opzetten.

- Zelfstandig bestaande experimenten kritisch evalueren op basis van de kwaliteitscriteria voor het experiment.

- Zelfstandig het meetniveau van een variabele bepalen.

- De verdeling van een variabele grafisch weergeven en samenvatten op basis van geschikte kengetallen.

- Het verband tussen twee variabelen grafisch weergeven en kwantificeren op basis van de correlatiecoëfficiënt.

- Zelfstandig kansproblemen oplossen met behulp van begrippen en methoden uit de elementaire kansrekening.

- Zelfstandig begrippen en methoden die verband houden met een toevallige variabele (kansverdeling, verwachtingswaarde, standaardafwijking, ...) op een inzichtelijke manier gebruiken om relatief eenvoudige problemen statistisch te modelleren.

- Zelfstandig een normale verdeling gebruiken om kansen te bepalen.

- De theoretische principes die aan de basis liggen van de inferentiële statistiek (steekproefverdeling, betrouwbaarheidsinterval, p-waarde, hypothesetoetsen…) op een inzichtelijke wijze toelichten.

- Argumenteren welke analysetechniek het meest geschikt is om op een wetenschappelijk verantwoorde manier de gegevens van een experiment te analyseren.

- Op basis van de resultaten van een statistische analyse tot onderbouwde conclusies komen.

- SPSS aanwenden om de verdeling van en het verband tussen variabelen grafisch weer te geven en samen te vatten via geschikte kengetallen en om de gegevens van een experiment analyseren.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids.

Voor dit opleidingsonderdeel is geen bijzondere voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Onderzoeks- en analysemethoden (B-KUL-HBM09c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

Onderzoek in perspectief (indelingen van onderzoek, de empirische cyclus)

Kwaliteitscriteria van wetenschappelijk onderzoek (wat is een goede onderzoeker?, spelregels van het onderzoek, kwaliteit van het onderzoek: betrouwbaarheid en validiteit)

Fasen in het onderzoek (literatuurstudie, probleemstelling, onderzoeksopzet, dataverzameling, data-analyse, interpretatie, rapportage)

Onderzoeksmethoden (literatuurstudie, archiefonderzoek, heranalyse, inhoudsanalyse, observatie, experiment, vragenlijstonderzoek, interview, focusgroepen)

Informatievaardigheden (gebruik van databanken voor het opzoeken van wetenschappelijke literatuur)

Uitwerken van een experimenteel design m.i.v. kwaliteitscriteria van het experiment

Kijken naar gegevens - verdelingen

 - Weergeven van verdelingen met grafieken (histogram, boxplot, ...)

 - Verdelingen beschrijven (gemiddelde, mediaan, standaardafwijking, IKA,...)

 - Modelleren van verdelingen en normale verdelingen (dichtheidsfuncties, normale verdeling,...)

Kijken naar gegevens - relaties

 - Spreidingsdiagrammen

 - Correlatie

Kansrekening

 - Toeval

 - Kansmodellen (basisregels kansen, onafhankelijkheid, productregel,...)

 - Stochastische variabelen (discrete en continue)

 - Verwachting en variantie van stochastische variabelen

Van kans naar inferentie: de centrale limietstelling

Inleiding tot inferentie

Betrouwbaarheidsintervallen

Significantietoetsen (z-toets)

Analyse van de gegevens van een experiment

gepaarde en ongepaarde t-toets

ANOVA (between-subjects, within-subjects, one-way en multifactorieel)

Toepassingen met SPSS: descriptieve statistiek en analyse van experimentele data

Studiemateriaal

Onderzoeksmethoden: via de digitale leeromgeving ter beschikking gestelde teksten en slides.

Analysemethoden:   Moore, D.S. & McCabe, G.P. (2006). Statistiek in de praktijk, 5e herziene druk. Den Haag: Academic Service (handboek aanbevolen + opgavenboek verplicht).

 

Toelichting werkvorm

Flipped classroom - Online asynchroon leren

Studenten dienen de leerstof te verwerken op basis van begeleide zelfstudie. Ze doen dit op basis van opnames en de slides van de hoorcolleges, de oefeningen in het oefenboek en de aanvullende teksten. Wekelijks worden er twee hoofdstukken beschikbaar gesteld. Op regelmatige basis stuurt de docent een e-mail met de vraag of er bepaalde vragen zijn en/of bijkomende uitleg nodig is. Deze vragen zullen behandeld worden tijdens een gezamenlijk Teams overleg.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderzoeks- en analysemethoden (B-KUL-H74440)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Rekenmachine, Computer

Toelichting

Het examen bestaat uit twee delen: een schriftelijk deel en een 'take home' opdracht met SPSS. Het schriftelijk deel telt mee voor 16 van de 20 punten, de opdracht telt mee voor 4 van de 20 punten voor het examen. Studenten die geen (zinvolle) opdracht indienen, krijgen een NA voor het volledige examen.

Informatie m.b.t. de 2e examenkans

De evaluatie bij de 2e examenkans gebeurt op dezelfde wijze als bij de 1e examenkans.Studenten die tijdens de 1e examenkans een voldoende behaalden voor de opdracht (d.i. minstens 2/4) kunnen hun punt op deze opdracht overdragen naar de tweede examenkans binnen hetzelfde academiejaar. Indien zij opteren om de opdracht opnieuw te verdedigen, dan vervalt de score van de 1e examenkans. Voor de tweede examenkans blijft de opdracht dezelfde als bij de eerste examenkans.

 

 

ECTS Beheersing van de milieuproblematiek (B-KUL-HBM10C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Cappuyns Valérie (coördinator) |  Cappuyns Valérie

Doelstellingen

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN (OLR)

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektromagnetisme) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek.

1d Kan de belangrijkste parameters die de milieutoestand weergeven uitleggen en kan cijfer- en grafische gegevens hierover analyseren en correct interpreteren.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

2. Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

2b Kan vanuit het algemeen toepasselijke milieujuridische kader die wettelijke bepalingen selecteren en analyseren die een daadwerkelijke impact hebben op de bedrijfsvoering, met het oog op het concretiseren van de ermee samenhangende verplichtingen.

 

3. Kan, vanuit een integrerend inzicht in de milieuthema’s, de impact van de activiteiten van een organisatie op het leefmilieu identificeren en evalueren, en kan de passende beheersmaatregelen voorstellen en kaderen in het eigen milieu- en omgevingsbeleid van de organisatie.

3b Kan milieu-effecten van organisatieactiviteiten beoordelen en kwantificeren met behulp van specifieke indicatoren (bv. eco-indicatoren, LCA, energie-efficiëntie indicatoren, …).

3c Kan, vanuit een kennis van de brede waaier van beheersingstechnieken (water-, lucht- en bodemverontreiniging, hinderproblematieken, afval), een techniek beoordelen binnen een gegeven context.

3d Kan procesgeïntegreerde en/of structureel preventieve verbeteringen ter vermindering van emissies en afvalstromen en van grondstoffen- en energieverbruik voorstellen, en heeft daarbij aandacht voor de principes van de circulaire economie.

3g Kan instaan voor het organiseren van controle- en keuringsverplichtingen en voor de diverse rapporteringsvormen waarbij milieudata dienen verzameld te worden voor interne of externe rapportering.

 

8. Kan projectmatig werken en effectief en efficiënt functioneren in een team.

8c Kan de verworven kennis en inzichten inzetten om, in samenwerking met een (multidisciplinair) team, een oplossing voor een concrete probleemstelling uit te werken binnen een bepaald tijdsbestek.

 

LEERRESULTATEN VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL

Om de student nog concreter te informeren over wat van hem/haar verwacht wordt, volgt hierna een verdere specifiëring van enkele van de hoger vermelde OLR. De OLR die niet verder gespecifieerd worden, worden hier niet herhaald maar zijn uiteraard ook van toepassing.

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (d)

* De belangrijkste verontreinigingsparameters m.b.t. de milieucompartimenten lucht, water en bodem uitleggen en cijfer- en grafische gegevens hierover analyseren en correct interpreteren.

* Onderscheid maken tussen de verschillende afvalsoorten (bedrijfsmatig, huishoudelijk, niet-gevaarlijk, gevaarlijk), het verschil maken tussen materiaal en afvalstof uitgaande van het toepasselijke juridisch kader, en een materialenregister opstellen en onderhouden.

 

Aansluitend bij OLR 2 (b)

* In een afgebakende case m.b.t. lucht-, water- en bodemverontreiniging de wettelijke bepalingen op een correcte manier interpreteren en gebruiken in de behandeling van de case. 

* Middels het maken van oefeningen een eenvoudige rapporteringsopdracht correct evalueren, interpreteren en uitvoeren.

 

Aansluitend bij OLR 3 (c,d)

* De principes, kenmerken en toepassingsmogelijkheden van de brede waaier van technieken voor luchtzuivering en reductie van geurhinder, waterzuivering en bodem- en grondwatersanering toelichten, en de parameters aanduiden die de techniekkeuze bepalen.

* In een afgebakende (eenvoudige) case (bv. een welomschreven proces in een bedrijf, met opgegeven randvoorwaarden) voorstellen doen van procesgeïntegreerde en/of structureel preventieve verbeteringen ter beheersing van lucht-, water- en bodemverontreiniging, en/of een gemotiveerde keuze maken voor een welbepaalde nabehandelings- of saneringstechniek. 

 

Aansluitend bij OLR3 (g)

* Een opvolgtool opmaken en inhoudelijk vorm geven teneinde de meest courante zelfcontroleverplichtingen accuraat te beheersen (organiseren, opvolgen, interpretatie van resultaten).

 

Aansluitend bij OLR8 (c)

* In groep een concrete bedrijfssituatie analyseren en data evalueren die gebaseerd zijn op een reële case, alle benodigde gegevens uit de dataset afleiden, bewerken en verwerken, en instaan voor de rapportering van gevraagde data.

Begintermen

Bij aanvang van dit OPO is het aangewezen voorkennis te hebben van volgende OPO’s van de eerste opleidingsfase:

- Chemie (HBM01C)

- Biologie (HBM07A)

- Analyse van de milieuproblematiek (HBM02C)

Onderwijsleeractiviteiten

Beheersing van de milieuproblematiek (B-KUL-HBM10c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deel 1 Beheersingstechnieken

  • Lucht en geur
  • Water
  • Bodem

Bedrijfsbezoek

Deel 2 Milieurapportering

  • Zelfcontroleverplichtingen lucht
  • Zelfcontroleverplichtingen water
  • Materialen en verpakkingsafval
  • Integraal Milieujaarverslag (IMJV)
  • Aangifte afvalwater- en grondwaterheffingen
  • Periodieke keuringen en controles – aantoonbaarheidsplicht exploitant

 

 

Studiemateriaal

 

Verplicht studiemateriaal

De zelf  samengestelde cursussen worden uitgegeven via de cursusdienst van Ekonomika: 

  • Cappuyns V., Laporte D. (2021). Beheersing van de milieuproblematiek. Deel 1
  • Willocx A. (2021). Beheersing van de milieuproblematiek. Deel 2
  • Willocx A. (2021). Beheersing van de milieuproblematiek. De omgevingsvergunning.

 

Er wordt ook materiaal op TOLEDO geplaatst.

 

Toelichting werkvorm

De combinatie van interactieve hoorcolleges over de beheersingstechnieken en een excursie geeft de student een basisinzicht in de principes van de technieken voor de verschillende milieucompartimenten en toont de toepassing ervan in een reële context.Cases beklemtonen de noodzaak tot een compartimentoverschrijdende aanpak van milieuproblemen.De colleges milieurapportering geven praktijkgerichte info, die geïllustreerd wordt met oefeningen.Dit moet de student in staat stellen te leren kritisch om te gaan met real data, de toepassing van regelgeving te leren begrijpen en interpreteren.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Beheersing van de milieuproblematiek (B-KUL-H74441)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie is gebaseerd op een schriftelijk examen tijdens de examenzittijd

Schriftelijk examen tijdens de examenzittijd: er wordt één globaal examen afgenomen over de delen beheersingstechnieken en milieurapportering. Het examen bestaat enerzijds uit vragen die specifiek over de aparte delen gaan (lucht en geur, water, bodem, rapportering) en anderzijds uit een vraag (of vragen) die meer integrerend van aard is (zijn), bv. onder de vorm van een case.

 

 

Toelichting bij herkansen

Tweede examenkans

Voor het schriftelijk examen gelden dezelfde modaliteiten als bij de eerste examenkans.

ECTS Milieurecht (B-KUL-HBM11C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Willems Kurt (coördinator) |  N.

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten

De student:

2. Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

2a Heeft inzicht in de ontstaanswijzen van beleid en wet- en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn (internationaal, Europees, nationaal, regionaal).

2b Kan vanuit het algemeen toepasselijke milieujuridische kader die wettelijke bepalingen selecteren en analyseren die een daadwerkelijke impact hebben op de bedrijfsvoering, met het oog op het concretiseren van de ermee samenhangende verplichtingen

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 2 (a)

* In algemene termen de rechtstak van omgevingsrecht schetsen en toelichten hoe die rechtstak zich heeft ontwikkeld doorheen de geschiedenis.

* De voornaamste basisbeginselen van recht en publiek recht bespreken (in algemene termen de bronnen van recht opsommen en uitleggen, de totstandkoming van wetgeving toelichten in een gelaagde rechtsorde, de bevoegdheidsverdeling in België in algemene termen weergeven en inzake omgevingsrecht in detail, de hiërarchie van de normen toelichten en de daaraan gelieerde rechtsbescherming opsommen en uitleggen, de organisatie van de rechterlijke macht begrijpen en juridische casussen aan de juiste rechter toewijzen).

* De instrumenten van milieubeleid toelichten en in eigen woorden de functies ervan uitleggen.

* De doelstellingen en beginselen van milieubeleid weergeven, ze situeren in de toepasselijke wetgeving en de juridische waarde ervan toelichten.

* De actoren die betrokken zijn bij de totstandkoming en implementatie van milieubeleid noemen en toelichten wat de bevoegdheid is van elk van die actoren.

* Bovenstaande elementen toepassen in een concrete juridische casus, een correct antwoord formuleren, en aan de hand van bovenstaande elementen het antwoord beargumenteren.

 

Aansluitend bij OLR2 (b)

* De federale en Vlaamse wetgeving inzake geselecteerde topics van omgevingsrecht terugvinden en in detail toelichten, in het bijzonder inzake effectenbeoordeling, omgevingskwaliteit, planning, vergunningen en bodem.
* De internationale en Europese regels inzake geselecteerde topics van omgevingsrecht in detail toelichten.
* De relatie toelichten tussen de federale wetgeving, de Vlaamse wetgeving, de Europese wetgeving en de internationale wetgeving.
* Het systeem van bestuurlijke, strafrechtelijke en privaatrechtelijke handhaving van omgevingsrecht in detail toelichten en terugvinden in de toepasselijke wetgeving.
* Bovenstaande elementen toepassen in een concrete juridische casus, een correct antwoord formuleren, en aan de hand van bovenstaande elementen het antwoord beargumenteren.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.

Onderwijsleeractiviteiten

Milieurecht (B-KUL-HBM11c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester
N.

Inhoud

1. Inleiding tot (publiek) recht

2. Omgevingsrecht

3. Internationaal milieu- en energierecht

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Milieurecht (B-KUL-H74442)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ECTS Arbeidsveiligheid en gezondheid (B-KUL-HBM13C)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
Dillen Jan (coördinator) |  Dillen Jan |  Vanoirbeek Jeroen

Doelstellingen

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN (OLR)

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

2. Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

2c Kan vanuit de kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, dat aan de basis ligt van de welzijnswetgeving, de juridische context van een bedrijf inschatten, en kan de toepasselijke juridische aspecten opzoeken in de nationale en Europese wetgeving, ze analyseren, interpreteren en concretiseren in een organisatie.

 

4. Kan, vanuit een inzicht  in alle deeldomeinen met betrekking tot welzijn, het welzijn van werknemers in kaart brengen, risico’s identificeren en evalueren, en de passende preventiemaatregelen voorstellen en kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

4a Beheerst de zeven welzijnsdomeinen en kan de rol van de verschillende interne en externe actoren die betrokken zijn bij het welzijnsbeleid van een organisatie (zoals bv. IDPBW, arbeidsinspectie, …) in kaart brengen.

4b Heeft inzicht in hoe het menselijk functioneren verstoord kan worden door factoren inherent aan het werk of door de werkomgeving, kan de hierdoor veroorzaakte pathologieën of aandoeningen herkennen, en kan preventief of curatief ingrijpen in de arbeidssituatie.

4d Kan, vanuit inzicht in systemen en installaties, productiemethodes, machines en materialen, gepaste methoden en technieken aanwenden om de veiligheidsrisico’s voor de mens en zijn arbeidsomgeving te identificeren, te evalueren, preventiemaatregelen voor te stellen en noodplannen op te stellen met het doel schade te voorkomen of te beperken.

4f Kan voor een concreet welzijnsprobleem in een organisatie verbeteringsinitiatieven formuleren, rekening houdend met de welzijnswetgeving, en kan deze kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

4g Kan helder en doelgericht rapporteren volgens de vereisten van de welzijnswetgeving

 

8. Kan projectmatig werken en effectief en efficiënt functioneren in een team.

8c Kan de verworven kennis en inzichten inzetten om, in samenwerking met een (multidisciplinair) team, een oplossing voor een concrete probleemstelling uit te werken binnen een bepaald tijdsbestek.

8d Kan bij het uitvoeren van opdrachten handelen met onzekerheden en in die context beslissingen nemen.

8e Respecteert waarden, opinies en meningen van anderen

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgend opleidingsonderdeel reeds werd afgewerkt: Welzijn op het werk (HBM04C) + Fysiologie (HBM05C)

Onderwijsleeractiviteiten

Arbeidsveiligheid en gezondheid (B-KUL-HBM13c)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Volgende thema’s worden behandeld in dit opleidingsonderdeel:

1. Dynamisch risicobeheersysteem

2. Methodieken voor de identificatie en evaluatie van gevaren

3. Methodieken voor de risicoanalyse en -beoordeling

4. Ongevallenpreventie en incidentenanalyse

5. Crisismanagement

6. Gezondheidseffecten door fysische agentia

 

Studiemateriaal

Slides en ondersteunende documentatie worden geraadpleegd via Toledo.

Toelichting werkvorm

Colleges worden overwegend aangeboden als hoorcolleges. Eventueel wordt een bedrijfsbezoek ingepland. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Arbeidsveiligheid en gezondheid (B-KUL-H74444)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Het examen is schriftelijk. Aan de hand van open vragen wordt zowel het theoretisch inzicht als het analytisch vermogen van de student getoetst. De toepassing van diverse thema’s op praktische situaties staat centraal.

De deelname aan het bedrijfsbezoek is verplicht. Indien niet aanwezig moet er een geneeskundig attest afgeleverd worden. Indien onrechtmatig afwezig wordt er één punt van het eindresultaat afgetrokken.

De student wordt verwacht aanwezig te zijn bij gastcolleges.

De evaluatiemodaliteiten van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans.

 

 

ECTS Elektriciteit (B-KUL-HBM14C)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Neukermans Sven (coördinator) |  Neukermans Sven

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektromagnetisme) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

LEERRESULTATEN VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL

Om de student nog concreter te informeren over wat van hem/haar verwacht wordt, volgt hierna een verdere specifiëring van de hoger vermelde OLR.

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR1 (a,f)

* De basisbegrippen (spanning, stroom, elektrisch veld, vermogen, energie, magnetisch veld,…) uit de cursus definiëren, interpreteren en toepassen zowel in ongeziene oefeningen als in oefeningen analoog aan de lessituatie.

* De componenten uit elektriciteit (weerstand, spoel, condensator) met hun gedrag berekenen, uitleggen en toepassen zowel in ongeziene oefeningen als in oefeningen analoog aan de lessituatie.

* De formules afleiden en alle daarin voorkomende grootheden met de juiste eenheden koppelen.

* De basiswetten uitleggen en toepassen op elektrische kringen en machines (differentieelschakelaar, motor, generator, transformator,…).

* Elektrische kringen uitrekenen zowel in DC als in AC, zowel naar stroom, spanning, vermogen als energieverbruik toe.

* Driefasige spanning en stromen definiëren, tekenen, uitleggen en begrijpen hoe deze opgewekt wordt en hoe deze gekoppeld kan worden met de verbruiker.

* De formules afleiden voor vermogen in driefasensystemen.

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds werden afgewerkt:
Fysische omgevingsfactoren (HBM03C), Inleiding tot de biomechanica (HBM06C)

Onderwijsleeractiviteiten

Elektriciteit (B-KUL-HBM14c)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

• Intro: elektriciteitsproductie en -distributie in België

• Elektrostatica (elektrische lading, veld en potentiaal)

• Basis elektrodynamica (spanning, stroom, weerstand, ...)

• Condensatoren

• Elektromagnetisme, spoelen en transformatoren

• Wisselstroomkringen

• Wisselstroomvermogen

• Driefasesystemen

• Gevaren en beveiliging

Studiemateriaal

Studiemateriaal beschikbaar via Toledo en (groten)deels gebaseerd op

Natuurkunde Deel 2: Elektriciteit, magnetisme, optica en moderne fysica, Douglas C. Giancoli, Pearson, 4e herziene editie, ISBN 9789043028691 (hoofdstukken 21 t.e.m. 30)

De hoofdstukken 21 t.e.m. 31 vindt u ook gebundeld terug in 'Elektriciteit en magnetisme', samengesteld door Paul De Meulenaere, ISBN 9789043037860.

Toelichting werkvorm

Combinatie van college volgen, een deel van de cursus op voorhand bestuderen en oefeningen maken. .

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Elektriciteit (B-KUL-H74445)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Verslag
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Gesloten vragen, Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie bestaat uit:

  • het practicum waarbij studenten aan het einde van de zitting een verslag moeten indienen
  • een afrondend schriftelijk examen bestaande uit theorievragen en oefeningen

Specificatie van de toegestane hulpmiddelen bij het examen wordt meegedeeld via Toledo.
Indien de student niet deelneemt aan één (of meerdere) van de deelevaluaties, wordt de beoordeling van de niet afgelegde deelevaluatie(s) meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.

 

Bepaling eindresultaat

Het examen wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt wordt bepaald:

  • 10 % van de punten staan op het practicum
  • 90 % van de punten staan op het afrondend examen

Indien de student niet deelneemt aan één (of meerdere) van de deelevaluaties, wordt de beoordeling van de niet afgelegde deelevaluatie(s) meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.
Verdere informatie over deze onderdelen wordt tijdens het semester gespecifieerd via Toledo

 

Tweede examenkans

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.
Wegens de aard van het onderdeel practicum wordt het in de eerste examenkans behaalde resultaat voor dit onderdeel overgedragen naar de tweede examenkans.

Toelichting bij herkansen

Zie 'Toelichting' onder 'Evaluatieactiviteiten' voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Chemische en biologische agentia (B-KUL-HBM15C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Vanoirbeek Jeroen (coördinator) |  Vanoirbeek Jeroen

Doelstellingen

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN (OLR)

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingspecifieke leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.

1a Kan de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektriciteit) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek

1b Heeft op basis van kennis van de menselijke anatomie en fysiologie inzicht in de mechanische en fysiologische processen en kan de oorzaken en gevolgen van (over)belasting en van verstoring van de werking van stelsels en organen correct inschatten.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

2. Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

2c Kan vanuit de kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, dat aan de basis ligt van de welzijnswetgeving, de juridische context van een bedrijf inschatten, en kan de toepasselijke juridische aspecten opzoeken in de nationale en Europese wetgeving, ze analyseren, interpreteren en concretiseren in een organisatie.

 

4. Kan, vanuit een inzicht  in alle deeldomeinen met betrekking tot welzijn, het welzijn van werknemers in kaart brengen, risico’s identificeren en evalueren, en de passende preventiemaatregelen voorstellen en kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

4b Heeft inzicht in hoe het menselijk functioneren verstoord kan worden door factoren inherent aan het werk of door de werkomgeving, kan de hierdoor veroorzaakte pathologieën of aandoeningen herkennen, en kan preventief of curatief ingrijpen in de arbeidssituatie.

4d Kan, vanuit inzicht in systemen en installaties, productiemethodes, machines en materialen, gepaste methoden en technieken aanwenden om de veiligheidsrisico’s voor de mens en zijn arbeidsomgeving te identificeren, te evalueren, preventiemaatregelen voor te stellen en noodplannen op te stellen met het doel schade te voorkomen of te beperken.

4f Kan voor een concreet welzijnsprobleem in een organisatie verbeteringsinitiatieven formuleren, rekening houdend met de welzijnswetgeving, en kan deze kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

 

7. Beheerst methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren. 

7d Kan de resultaten van een analyse correct interpreteren en de draagwijdte hiervan inschatten

 

LEERRESULTATEN VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL

Om de student nog concreter te informeren over wat van hem/haar verwacht wordt, volgt hierna een verdere specifiëring van de hoger vermelde OLR.

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (a,b,f)

* De basisbegrippen uit de wetenschappen chemie, biologie, anatomie en fysiologie aanwenden om de indeling van chemische agentia in diverse gevarenklassen en categorieën (met specifieke eigenschappen) te begrijpen, om pathogene organismen te duiden vanuit de systematiek, hun voorkomen en specifieke kenmerken, en om de invloed van chemische en biologische agentia op het menselijk lichaam te begrijpen vanuit hun structuur, de anatomie en fysiologie.

* De toepasselijke terminologie uit de natuurwetenschappen en de biomedische wetenschappen hanteren bij het toelichten van de gevaren van chemische en biologische agentia alsook hun effecten op de gezondheid.

* De chemische structuur (bij het werken met) en biochemische omzettingen (na opname) van gevaarlijke agentia linken aan fysische en gezondheidsgevaren voor werknemers.

* De oorzaken en gevolgen (verstoring van stelsels en organen) van de beroepsmatige blootstelling aan chemische en biologische agentia correct inschatten.

 

Aansluitend bij OLR 2 (c)

* De wetgeving, Europees en nationaal, die van belang is voor de verplichtingen waaraan de bedrijven die werken met chemische en biologische agentia moeten voldoen, afbakenen, opzoeken, analyseren en concretiseren.

 

Aansluitend bij OLR 4 (b)

* De mogelijke blootstelling aan chemische en biologische agentia in een werkomgeving identificeren.

* Uitleggen hoe chemische en biologische agentia het menselijk functioneren kunnen verstoren (ziekteleer) doordat in het bedrijf  productieprocessen van chemische agentia plaatsvinden, of bij biochemische omzettingen gevaarlijke biologische agentia ingezet worden en kunnen ontstaan, of de werknemer bij zijn activiteiten gebruik maakt van chemische en biologische agentia.

* Alle info op het veiligheidsinformatieblad interpreteren, inclusief de blootstellingsscenario’s, alsook relevante info opzoeken op de ECHA-website.  

* Preventief en curatief ingrijpen in de arbeidssituatie door de gepaste beheersmaatregelen (preventiehiërarchie) en het selecteren van minder gevaarlijke alternatieven.

 

Aansluitend bij OLR 4 (d)

* De courante methodieken van risicoanalyse, inclusief risicoprioritering en risico-evaluatie, bij de synthese en het gebruik van chemische agentia in reële bedrijfscontext  toepassen en daarbij de noodzakelijke info om deze analyse uit te voeren opzoeken. Hij heeft tevens inzicht in de plus- en minpunten van deze methodieken.

* Uitleggen hoe op de werkvloer veilig kan omgegaan worden met gevaarlijke chemische agentia, niet alleen door technische oplossingen, maar ook door het opstellen van werkinstructies e.d.

 

Aansluitend bij OLR 4 (f)

* Op basis van de opdrachten aangeboden onder de vorm van cases verbeteringsvoorstellen formuleren i.v.m. het gebruik van chemische agentia.

 

Aansluitend bij OLR 7 (d)

* De methodiek voor het opzetten van werkplaatsmonitoring en biomonitoring toelichten, de resultaten interpreteren en deze toetsen aan grenswaarden.

* Vanuit concrete voorbeelden duiden wanneer en waarom biomonitoring te verkiezen is boven omgevingsmonitoring of omgekeerd.

* Vanuit de monitoringsresultaten en de toetsing aan de grenswaarden inschatten wat de implicaties daarvan zijn voor de gezondheid van de werknemer en het bedrijf.

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds zijn afgewerkt:

HBM07A Biologie 6 sp.

HBM01C Chemie 6 sp.

HBM04C Welzijn op het werk 6 sp.

HBM05C Fysiologie 6 sp.

Onderwijsleeractiviteiten

Chemische en biologische agentia (B-KUL-HBM15c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

CHEMISCHE EN BIOLOGISCHE AGENTIA 4 SP

Chemische agentia

0. Inleiding

1. Identificatie van stoffen en gevaren

2. Wetgeving chemische agentia

3. Toxiciteit en de klassen van de gezondheidsgevaren

4. Werkplaatsmonitoring (metingen op de werkvloer)

5. Klassen van de fysisch-chemische gevaren

6. Klassen van de gezondheidsgevaren

7. Veilig omgaan met gevaarlijke chemische agentia op de werkvloer (inventaris van gevaarlijke stoffen, risico-inventarisatie en evaluatie, blootstellingsmodellering en blootstellingsscenario’s, preventie)

8. Cases

 

Biologische agentia

0. Inleiding

1. Het KB van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s bij blootstelling aan biologische agentia op het werk

2. Veiligheid op de werkvloer

 

GEZONDHEIDSEFFECTEN VAN CHEMISCHE EN BIOLOGISCHE AGENTIA 2 SP

Aandoeningen door chemische agentia

1. Algemene principes van een intoxicatie

2. Biomonitoring van blootstelling aan chemische agentia

3. Gezondheidseffecten door blootstelling aan elementaire deeltjes en vezels

4.. Algemene toxicologische aspecten van metalen

5. Gezondheidseffecten door blootstelling aan organische solventen

 

Aandoeningen door microbiologische agentia

1. Definities

2. Indeling

3.  Risicobeoordeling

4. Ziekteverschijnselen als gevolg van blootstelling aan biologische agentia

5. Preventiestrategie

 

Studiemateriaal

CHEMISCHE EN BIOLOGISCHE AGENTIA

  • Uitgewerkte opdrachten cases
  • Slides op Toledo, samen met tekst in pdf-bestanden
  • Nodige EXCEL-bestanden en tools
  • Diverse veiligheidsinformatiebladen en uitgebreide veiligheidsinformatiebladen (blootstellings-scenario’s) zoals beschikbaar gesteld door leveranciers
  • Enkele wetenschappelijke publicaties

 

GEZONDHEIDSEFFECTEN VAN CHEMISCHE EN BIOLOGISCHE AGENTIA

  • Slides op Toledo
  • Enkele wetenschappelijke publicaties

 

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Chemische en biologische agentia (B-KUL-H74446)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Het examen is volledig schriftelijk. Kennis- en inzichtsvragen, alsook oefeningen, moeten schriftelijk beantwoord worden.

Het eindcijfer wordt berekend als het (gewogen) gemiddelde van het cijfer voor ‘chemische en biologische agentia’ (4 sp) en het cijfer voor ‘gezondheidseffecten van chemische en biologische agentia’ (2 sp). Indien de student echter voor ‘chemische en biologische agentia’ (4 sp) en/of  ‘gezondheidseffecten van chemische en biologische agentia’ (2 sp) minder dan 8/20 behaalt, wordt het eindcijfer gelijkgesteld aan het laagst behaalde deelcijfer.

 

Toelichting bij herkansen

Wanneer het OPO moet hernomen worden binnen hetzelfde academiejaar

  • Herneemt de student steeds de delen waarvoor hij minder dan 10/20 behaalde.
  • Kan de student ook de delen hernemen waarvoor hij 10 of meer behaalde, om een hoger eindcijfer proberen te behalen. 
  • In beide gevallen vervallen de voorheen behaalde scores en geldt enkel de laatst behaalde score.

 

ECTS Fysieke ergonomie (B-KUL-HBM16C)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
Lamsens Liesbeth (coördinator) |  N. |  Lamsens Liesbeth (plaatsvervanger)

Doelstellingen

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN (OLR)

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

1. Kan begrippen en theorieën uit de natuurwetenschappen en de  toegepaste en biomedische wetenschappen  aanwenden voor de analyse van milieu- en welzijnsproblematieken.   

1b Heeft op basis van kennis van de menselijke anatomie en fysiologie inzicht in de mechanische en fysiologische processen en kan de oorzaken en gevolgen van (over)belasting en van verstoring van de werking van stelsels en organen correct inschatten.

1f Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen. 

 

2. Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

2c Kan vanuit de kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, dat aan de basis ligt van de welzijnswetgeving, de juridische context van een bedrijf inschatten, en kan de toepasselijke juridische aspecten opzoeken in de nationale en Europese wetgeving, ze analyseren, interpreteren en concretiseren in een organisatie.

 

4. Kan, vanuit een inzicht  in alle deeldomeinen met betrekking tot welzijn, het welzijn van werknemers in kaart brengen, risico’s identificeren en evalueren, en de passende preventiemaatregelen voorstellen en kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

4b Heeft inzicht in hoe het menselijk functioneren verstoord kan worden door factoren inherent aan het werk of door de werkomgeving, kan de hierdoor veroorzaakte pathologieën of aandoeningen herkennen, en kan preventief of curatief ingrijpen in de arbeidssituatie.

4c Kan biomechanische en ergonomische principes en meetmethoden toepassen om de fysieke of mentale belasting in te schatten, een analyse te  maken van de werkpost, en de ergonomische knelpunten te detecteren, te reduceren of te elimineren door aanpassen of herontwerpen van de werkplek.

4f Kan voor een concreet welzijnsprobleem in een organisatie verbeteringsinitiatieven formuleren, rekening houdend met de welzijnswetgeving, en kan deze kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

 

LEERRESULTATEN VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL

Om de student nog concreter te informeren over wat van hem/haar verwacht wordt, volgt hierna een verdere specifiëring van de hoger vermelde OLR.

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR 1 (b,f)

- De terminologie uit de biomechanica op correcte wijze hanteren.

- De verschillende materiaaleigenschappen uitleggen en toepassen op biologische weefsels.

- Statistische begrippen, zoals normale verdeling, percentielwaarden en validiteit, interpreteren.

Aansluitend bij OLR 2 (c)

- Ergonomische wetgeving, reglementering en ergonomische normen interpreteren.

Aansluitend bij OLR 4 (b,c,f)

- Vaak gebruikte denkmodellen binnen de ergonomie gebruiken om een arbeidssituatie te beschrijven.

- Kennis van antropometrie (menselijke lichaamsafmetingen) gebruiken bij het ontwerpen en beoordelen van werkplekken.

- Uit de kennis van de anatomie en biomechanica ontwerpprincipes afleiden ten aanzien van de belasting van het menselijk lichaam en werkplekken hierop beoordelen en herontwerpen.

- Inzicht in de biomechanische achtergrond en de risicofactoren die een bijdrage leveren aan werkgerelateerde overbelastingsletsels t.h.v. de bovenste ledematen en/of rug vertalen naar goede werkprincipes omtrent heffen en tillen, zitten en staan, statische arbeid, repetitieve arbeid, duwen en trekken en beeldschermwerk.

- De werkingsprincipes van een aantal objectieve en subjectieve ergonomische meetmethoden uitleggen.

- De meetmethoden toepassen op concrete werksituaties. Bij het inschatten van de fysieke belasting bij het uitvoeren van een taak, dient gebruik gemaakt te worden van objectieve en/of subjectieve meetmethoden.

- Oplossingen bedenken zodat ergonomische risicofactoren geëlimineerd of gereduceerd worden tot een aanvaardbaar niveau, zoals bepaald door de methode.

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds zijn afgewerkt:

Anatomie (HBM08B)

Inleiding tot de biomechanica (HBM06C)

Welzijn op het werk (HBM04C)

Onderwijsleeractiviteiten

Fysieke ergonomie (B-KUL-HBM16c)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester
N. |  Lamsens Liesbeth (plaatsvervanger)

Inhoud

Ergonomie en biomechanica

1. Inleiding:

  • Inleiding: definitie en doelstelling
  • Positie van ergonomie in de praktijk
  • Globale ontwikkelingen - toekomst

2. Antropometrie

  • Inleiding: definitie en voorbeelden
  • Antropometrische data: structureel, functioneel, Newton data
  • Aan de slag met data en tabellen: oefeningen
  • Inschatten van ruimtes

3. Biomechanica

  • Inleiding            
  • Basisbegrippen              
  • Biostatica
  • Biostatica: oefeningen
  • Biomechanica van de lumbale wervelkolom, berekening van compressie en afschuifkrachten
  • Biomechanica van de bovenste ledematen

4. Werkgerelateerde overbelastingsletsels

  • Inleiding
  • Staand werken
  • Manueel hanteren van lasten
  • Manueel hanteren van personen
  • Trekken en duwen
  • Beeldscherm/kantoorergonomie
  • Repeterend werk en handgereedschap

5. Kostenbatenanalyse van ergonomische interventies

 

Ergonomie: risicobeheersing

1. Inleiding ivm onderzoeksmethoden "Registratie van locomotorische belasting"

2. Vragenlijsten niveau 1: Observatiemethoden/vragenlijsten voor identificeren van ergonomische risicofactoren in diverse werkomgevingen

  • Vragenlijst kantoorergonomie
  • Vragenlijst productie-magazijn-labo

3. Meetmethoden niveau 2: Objectieve meetmethoden van houdingen en bewegingen

  • NIOSH Tilvergelijking
  • RULA  (Rapid Upper Limb Assessment)
  • STRAIN Index
  • KIM (Key Indicator Methode)
  • OCRA methode (Occupational Repetitive Action)
  • Energetische belasting

4. Meetmethoden niveau 3: Objectieve meting van lichamelijke belasting dmv technische meetmethoden

  • Elektromyografie
  • Hartslagregistratie
  • Biomechanische modellen
  • 3DSSPP (3 dimentional Static Strength Prediction Program) voor houdingsanalyse
     

 

Studiemateriaal

Tijdens de lessen worden slides gebruikt. Als extra info worden oefeningen, artikels en teksten ter beschikking gesteld. Alle informatie wordt op Toledo geplaatst.

Toelichting werkvorm

Opdracht Risicobeheersing:

  • Elke student maakt een portfolio van werkpostanalyses die individueel of in kleine groepen uitgevoerd werden. Een bondig rapport wordt verwacht waarin de probleemstelling, de gebruikte methode, de resultaten en een bespreking aan bod komen. Voor een aantal toepassingen worden voorstellen tot verbetering van de werkomstandigheden gevraagd.
  • Na de theoretische inleiding van de vragenlijst of meetmethode wordt de opdracht gegeven. Het schriftelijk rapport wordt tijdig ingeleverd (Toledo).
  • Per opdracht worden de opmerkingen en suggesties samengevat in één van de volgende lessen besproken.

Door middel van de opdracht leert de student een bondig verslag te maken waarmee een buitenstaander geïnformeerd wordt over een probleemsituatie, de resultaten van een evaluatie en een aantal mogelijkheden tot het elimineren of reduceren van de risicofactoren.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fysieke ergonomie (B-KUL-H74447)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

Bepaling eindresultaat

Het eindresultaat is een combinatie van de punten op het examen en een opracht. 

Voor meer informatie: cfr. Toledo (slides) en toelichting tijdens de les. 

Opgelet: punten onder de 10/20 worden automatisch afgerond naar beneden. Een 10/20 dient effectief behaald te worden om te slagen voor dit vak.

Tweede examenkans

Wanneer je het OPO herneemt in de 2e zittijd, wordt het punt bekomen voor de opdracht in 1e zittijd behouden en gecombineerd met het punt op het examen in de 2e zittijd.

Opgelet: punten onder de 10/20 worden automatisch afgerond naar beneden. Een 10/20 dient effectief behaald te worden om te slagen voor dit vak.

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

ECTS Cognitive Ergonomics (B-KUL-HBM17C)

6 ECTS English 52 Second termSecond term
Germeys Filip (coordinator) |  Germeys Filip

Aims

This course evaluates the following learning outcomes:

The student:

4. Using his/her insight into all subdomains of welfare, is able to map out the well-being of employees, identify and evaluate risks, propose the appropriate prevention measures and link them to the organisation's prevention policy. 

4b Has insight into the way that human functioning is disrupted by factors that are inherent to the job or the working environment, is able to recognise the pathologies and conditions caused by this, and is able to intervene in a preventive or curative way in the labour situation.

4c Is able to use biomechanical and ergonomic principles and measurement methods to estimate physical or mental strain; analyse the workplace; identify, reduce and eliminate the ergonomic bottlenecks by adjusting or redesigning the workplace.

4e Is able to use conceptual frameworks from psychological sciences to enhance safety and health in an organisation (such as stress management and psychological strain, motivating employees to take active care of the well-being of others and themselves, ...).

 

7. Masters research methods and is able to apply them to analyse problems in the field of environment and well-being, to work out and assess solutions and communicate about them.

7a Is able to analyse a problem, link it to scientific literature, formulate questions/hypotheses that will guide research.

7b Knows the different methods used in qualitative (e.g. questionnaire, experiment) as well as quantitative research (e.g. in-depth interview, focus group) and is able to apply them to solve a problem.

7c Depending on the question, is able to make an informed choice for a certain method and/or analysis technique.

7d Is able to correctly interpret the results of an analysis and determine the scope of it.

7e Is able to report adequately and communicate orally on the method and results, and closely follows the reporting guidelines.

Previous knowledge

For this course it is recommended that the student has successfully acquired the knowledge of the following course:

Onderzoeks- en analysemethoden 1 (HBM09C).

Requirements: proper knowledge of the following concepts / techniques: hypothesis, operationalising of variables, validity and reliability, correlational research, experimental research, experimental research designs including the basic knowledge of within-subjects versus between-subjects designs, statistical significance, t-tests, randomization and  contrabalancing in experimental designs.

Onderwijsleeractiviteiten

Cognitive Ergonomics (B-KUL-HBM17c)

6 ECTS : Lecture 52 Second termSecond term

Content

1. Introduction to Psychology and Engineering Psychology

2. Sensation

  • visual sensory systems
  • auditory, tactile and vestibular system
  • signal detection, information theory and absolute judgment

3. Perception

4. Memory

  • working memory
  • long-term memory

5. Attention

6. Judgment and Decision Making

7. Spatial Displays

8. Spatial Cognition & Navigation

9. Attention, time sharing and workload

10. Automation

11. Safety, Accidents, and Human Error

12. Usability

Course material

All study materials will be made available online on Toledo

- NOBA Psychology series chapters

- articles

- book chapters

- slides

http://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20554

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Cognitive Ergonomics (B-KUL-H74448)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Paper/Project
Type of questions : Open questions
Learning material : None

Explanation

Evaluation characteristics:

The exam consists of open questions.

 

Second exam period:

Identical to first exam period.

Information about retaking exams

cf. first exam period

ECTS Economie (B-KUL-HBM18C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Van Reeth Daam (coördinator) |  Van Reeth Daam

Doelstellingen

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN (OLR)

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

5. Kan begrippen en theorieën uit de (bedrijfs-)economische wetenschappen gebruiken voor de analyse en het opzetten van een duurzaam, milieu- en preventiebeleid.

5a Kan (bedrijfs-)economische concepten en theorieën (bv. in verband met stakeholdermanagement, organisatie van bedrijfsprocessen, …) toepassen binnen een milieu-, welzijns- en duurzaamheidsproblematiek.

 

6. Kan, vanuit de basisprincipes van duurzaamheid, kritisch reflecteren over het gevoerde milieu- en welzijnsbeleid van organisaties en van de overheid, en over de ingezette instrumenten en systemen.

6a Kan aan de hand van micro-, macro-, milieu- en gedragseconomische concepten en theorieën de voor- en nadelen afwegen bij de werking van instrumenten en systemen (bv. labels, ISO-normen, …).

 

9. Kan, vanuit een duurzaamheidsattitude, een standpunt innemen over ethische, normatieve en maatschappelijke vragen.

9a Kan maatschappelijke vraagstukken (bv. kinderarbeid, klimaatverandering, …) kritisch benaderen vanuit een duurzaamheidsperspectief.

 

LEERRESULTATEN VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL

Om de student nog concreter te informeren over wat van hem/haar verwacht wordt, volgt hierna een verdere specifiëring van de hoger vermelde OLR.

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR5 (a)

- De basistheorieën van het micro- en macro-economische denken toelichten.

- Uitleggen hoe overheden, bedrijven en gezinnen beslissingen nemen en hoe deze een impact hebben

op de maatschappij.

- De marktwerking, de impact van vraag- en aanbodschokken, en de verschillende vormen van

overheidsoptreden analyseren en bespreken.

- Micro- en macro-economische begrippen en processen herkennen en toepassen in een nieuwe context.           

 

Aansluitend bij OLR6 (a)

- Welvaartsconcepten toepassen om overheidsmaatregelen te evalueren.

- Het principe van elasticiteiten toepassen om de gevolgen van beslissingen van

organisaties en overheden in te schatten.

- Overheidsmaatregelen inzake budgettair en monetair beleid beoordelen op hun effectiviteit.

 

Aansluitend bij OLR9 (a)

- Uitleggen waarom markten kunnen falen en welke oplossingen de economische theorie hiervoor

aanreikt.             

- De economische actualiteit interpreteren vanuit het geziene theoretische kader.                                       

- Maatschappelijke vraagstukken economisch duiden en hierover een onderbouwd

standpunt innemen.                                                       

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.

Onderwijsleeractiviteiten

Economie (B-KUL-HBM18c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De leerinhoud is gebaseerd op een selectie van hoofdstukken uit het handboek Decoster A. & Ooghe E. (2017), Economie: een inleiding, UPL, maar met een eigen opbouw. Er worden in totaal twaalf modules aangeboden.

 

Deel 1: Micro-economie

Module 1: Wat is economie

Module 2: De consument als vrager

Module 3: De producent als aanbieder

Module 4: De werking van de markt

Module 5: De rol van de overheid

Module 6: Marktfalen

 

Deel 2: Macro-economie

Module 7: Macro-economische analyse, wat en waarom

Module 8: De nationale rekeningen en het bbp

Module 9: Geld en het bankwezen

Module 10: De vraagzijde, de reële sfeer

Module 11: Het IS-LM-model

Module 12: Economische groei

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Economie (B-KUL-H74449)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het examen bestaat uit 30 meerkeuzevragen, gelijkmatig gespreid over de volledige leerstof. .

Bij de meerkeuzevragen wordt giscorrectie toegepast. Een juist antwoord levert 1 punt op (je krijgt 1 op 1), een blanco antwoord 0 punten (je krijgt 0 op 1) en bij een fout antwoord gaat er 1/3 van een punt af (je krijgt -1/3 op 1).

De nadruk ligt veeleer op het tonen van inzicht en het begrijpen van de economische principes en concepten, en minder op het louter reproduceren van de geziene theorie. Maar het examen zal uiteraard ook wel enkele loutere kennisvragen bevatten.

 

Tweede examenkans

De evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

ECTS Environmental Economics (MPM) (B-KUL-HBM20C)

3 ECTS English 26 First termFirst term
Rousseau Sandra (coordinator) |  Rousseau Sandra |  Mañó-Cabello Carles (substitute)

Aims

This course evaluates the following learning outcomes:

The student:

2a Has insight into the way environment and welfare laws and rules are written (international, European, national, regional).

3b Is able to assess and quantify the environmental effects using specific indicators (e.g. eco indicators, LCA, energy-efficient indicators etc.).

3f For an environment or energy-related problem, is able to propose measures for improvement, taking into account the laws and rules, and is able to fit them into the environmental policy of the organisation.

5a Is able to apply (business) economics concepts and theories (e.g. related to stakeholder management, organisation of business processes etc.) to environmental, welfare and sustainability problems.

5b. Is able to assess environmental, prevention and sustainability measures based on the strategy of the organisation and is able to estimate the financial impact.

6a Is able to weigh the pros and the cons of instruments and systems (e.g. labels, ISO standards etc.) using micro, macro, environmental and/or behavioural economic concepts and theories.

6c Is able to critically screen the organisation in terms of sustainability and is able to develop initiatives for improvement and link them to the organisation's policy.

7c Depending on the question, is able to make an informed choice for a certain method and/or analysis technique.

7d Is able to correctly interpret the results of an analysis and determine the scope of it.

7f Is able to critically evaluate a method in terms of demonstrated reliability and validity.

9a Is able to take a critical view of societal problems (e.g. child labour, climate change, etc.) from sustainability perspective.

9c Is able to critically reflect on his/her own attitude towards sustainability.

Previous knowledge

A basic knowledge of micro-economics (supply, demand, price mechanism, wealth, efficiency, see course Economics (Economie) in the 1st phase of the Bachelor program MPM) is essential.

Basic knowledge of the main environmental problems is also required (see course " Analysis of Environmental problems " (analyse van de Milieuproblematiek) in the 1st phase of the Bachelor program MPM).

Onderwijsleeractiviteiten

Environmental Economics (MPM) (B-KUL-HBM20c)

3 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

The central objective of this course is to provide the students a problem-solving framework for the analysis and remediation of externality problems. "Environmental Economics" is the theoretical and empirical scientific study of economic aspects of environmental problems in the broadest sense. Occupying a central position here is the concept of externalities, which is the fact that actions of economic agents (consuming and producing) often create unwanted side effects for which no compensation is paid. These externalities lead to inefficiencies in the sense that, from a societal point of view, too many polluting goods are produced or natural resources are being overexploited. Environmental Economics investigate the causes for these market failures and proposes solutions in the form of environmental policy instruments that can be applied by the government to get rid of these inefficiencies. These instruments include property rights, liability regulation, emission and technology norms, environmental taxes, tradeable emission rights etc. In the course Environmental Economics, much attention will also be paid to the economic valuation of environmental goods for which no typical markets are existent. These valuation techniques contain both direct methods (questionnaires in which the willingness to pay for environmental goods will be assessed) as well as indirect methods (valuations deduced from observation activities at related markets).

PART I: INTRODUCTION

Introduction
Environment and the economy

PART 2: MODELLING OF THE ENVIRONMENTAL PROBLEM

Basic models of environmental economics
Illustration of basic concepts w.r.t. environmental economics

PART 3: MODELLING OF THE ENVIRONMENTAL POLICY

Evaluation criteria for environmental policy instruments
Decentral environmental policy instruments
Central environmental policy instruments
Monitoring and enforcement

PART 4: ANALYSIS OF ENVIRONMENTAL POLICY

Measuring benefits
Measuring costs
Decision methods
Applications of cost-benefit analysis

PART 5: ENVIRONMENT INVESTMENTS

Analysis of environment investments
Environment policy within an organization

PART 6: INTERNATIONAL ENVIRONMENTAL PROBLEMS

Chapter 17: International environmental problems
Chapter 18: Climate Change

Course material

Compulsory study material:

Rousseau, S. (2021). Introduction to environmental economics. 

Toledo is being used for this learning activity.

 

Language of instruction: more information

This course is taught in English in order to prepare students for functioning in an international and global environment.

Format: more information

Lectures which explicitly incorporate discussions, exercises and questions

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Environmental Economics (MPM) (B-KUL-H74451)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions, Closed questions
Learning material : Calculator

Explanation

Evaluation characteristics

The evaluation consists of a written closed book exam in which the lecturer assesses on the one hand the students' insight into the theoretical concepts of the course and on the other hand their capability to apply the acquired theoretical insights to case studies. The type of questions used include open questions, understanding questions and application requests.

 

Determination final result

One final grade expressed as a point on 20 is determined based on the written answers to the exam questions.

 

Second exam opportunity

The evaluation methods during the first and second exam opportunities are identical.

ECTS Energy System Analysis (B-KUL-HBM21C)

6 ECTS English 52 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

The graduated bachelor of MPM

1.e. Is able to adequately explain the different ways of energy storage, conversion and transport as well as the problems linked to these processes.

3.d. Is able to propose process-integrated and/or structural preventive improvements to decrease emissions and waste flows as well as consumption of raw materials and energy, paying attention to the principles of the circular economy.

3.f. For an environment or energy-related problem, is able to propose measures for improvement, taking into account the laws and rules, and is able to fit them into the environmental policy of the organization.

5.f. Is future-oriented when analysing sustainability questions, i.e. recognises and understands non-linear processes, is able to make a distinction between the long and short term, is able to anticipate and is able to estimate the consequences of actions.

8.b. In the context of an individual or group project, is able to translate a problem description and its related questions into a structured approach.

9.a. Is able to take a critical view of societal problems (e.g. child labour, climate change, etc.) from sustainability perspective.

Previous knowledge

The admission criteria for the programme can be found in the programme catalogue.

If you want to follow this course, it is advisable to have completed the following courses first: Chemistry, Physical environment factors, Electricity

The student is expected to have a mathematical level to be able to define and solve equations.

Onderwijsleeractiviteiten

Energy System Analysis (B-KUL-HBM21c)

6 ECTS : Lecture 52 First termFirst term

Content

1. Energy and society

  • Worldwide
  • Flanders
  • Company

2. Energy sources

  • Fossil fuels: Oil, gas, coal
  • Nuclear energy
  • Renewable energy sources

3. Energy conversion and use in industry

  • Energy functions
  • Heat Boilers
  • Heat exchangers
  • Pumps
  • Compressors
  • Fans
  • Turbines
  • Combustion engines
  • Chillers
  • Transformers
  • Generators
  • Electric motors

4. Energy system and chains

  • electric grid
  • gas networks
  • oil supply
  • heating and cooling networks
  • analysis of energy chains

5. Energy analysis

  • Energy balances
  • Life cycle energy analysis
  • System integration (Pinch)
  • Economic analysis

Course material

Slides, videos and a course text (pdf) available via Toledo are being used for this learning activity.

https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20562

The course will be partly based on: Blok K., & Nieuwlaar E. (2021), Introduction to energy analysis, third edition, Abingdon, Oxon, New York: Routledge

Format: more information

Group assignment

During the lectures theoretical concepts will be explained and excercises will be carried out to illustrate those concepts. The group assignment allows the students to elaborate those concepts in a more profound way.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Energy System Analysis (B-KUL-H74452)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Report
Type of questions : Open questions
Learning material : Calculator

Explanation

Evaluation characteristics

The evaluation of the student is based on a group assignment (3 students) and an individual written exam. This exam will contain theoretical questions as well as practical exercises.

For the assignment, the students will analyse the energetic, environmental and economic aspects of a pre-defined energy use case.  In the assignment, the students will apply some of the teached concepts. The result of the assignment is a written report of around 10 pages.The estimated study weight for this assignment is 20 to 30 hours during the first semester. The use case will be explained in the first week of 1st semester. The report must be submitted to the lecturer on the last day of the lectures.

For the theoretical questions of the exam, the student must be able to explain and comment the learnings in a critical sense.

The practical exercises will be a combination of exercises given during the college classes.

Determination final result

The assignment will count for 25% of the total points, whereas the exams counts for 75 %.

Information about retaking exams

The assignment is replaced by an extra question for the exam. 

ECTS Duurzaam materialenbeleid (B-KUL-HBM22C)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Cappuyns Valérie (coördinator) |  Cappuyns Valérie

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

1.f        Maakt accuraat gebruik van terminologie uit de natuurwetenschappen en de toegepaste en biomedische wetenschappen.  

3.b       Kan milieu-effecten van organisatieactiviteiten beoordelen en kwantificeren met behulp van specifieke indicatoren (bv. eco-indicatoren, LCA, energie-efficiëntie indicatoren, …).

3.c       Kan, vanuit een kennis van de brede waaier van beheersingstechnieken (water-, lucht- en bodemverontreiniging, hinderproblematieken, afval), een techniek beoordelen binnen een gegeven context.

3.d       Kan procesgeïntegreerde en/of structureel preventieve verbeteringen ter vermindering van emissies en afvalstromen en van grondstoffen- en energieverbruik voorstellen, en heeft daarbij aandacht voor de principes van de circulaire economie.

7.f        Kan een toegepaste methode kritisch evalueren in termen van gerealiseerde betrouwbaarheid en validiteit.

 

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids.

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat het opleidingsonderdeel ‘Analyse van de milieuproblematiek reeds werd afgewerkt;

Onderwijsleeractiviteiten

Duurzaam materialenbeleid (B-KUL-HBM22c)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

1.Inleiding

2.Eco-efficientie  

3.Ecodesign

4.Methoden om milieu-effecten te beoordelen

5.Eco-efficiëntie indicatoren          

6.Levenscyclusanalyse (LCA)          

7.Praktische tools en toepassingen van LCA    

8.Van afvalverwerking naar duurzaam materialenbeleid       

9.Transitie naar een circulaire economie  

Studiemateriaal

Cappuyns V. (2025). Duurzaam materialenbeleid.

De cursus is beschikbaar via de cursusdienst van Ekonomika

Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo

 

Toelichting werkvorm

Bedrijfsbezoek

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Duurzaam materialenbeleid (B-KUL-H74453)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Kennisvragen en inzichtsvragen zijn evenredig verdeeld over de volledige inhoud van de cursus.  

Tweede examenkans

Idem als eerste examenkans

 

ECTS Bedrijfsveiligheid en preventie (B-KUL-HBM23C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Dillen Jan (coördinator) |  Dillen Jan

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

1.a. Kan  de basisbegrippen en redeneringen uit de chemie (anorganische en organische chemie), de fysica (thermodynamica, mechanica, golftheorie en elektriciteit) en de biologie (moleculaire en celbiologie, evolutie en diversiteit)  toepassen binnen de milieu- en welzijnsproblematiek.

2.c Kan vanuit de kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, dat aan de basis ligt van de welzijnswetgeving, de juridische context van een bedrijf inschatten, en kan de toepasselijke juridische aspecten opzoeken in de nationale en Europese wetgeving, ze analyseren, interpreteren en concretiseren in een organisatie.

4.d. Kan, vanuit inzicht in systemen en installaties, productiemethodes, machines en materialen, gepaste methoden en technieken aanwenden om de veiligheidsrisico’s voor de mens en zijn arbeidsomgeving te identificeren, te evalueren, preventiemaatregelen voor te stellen en noodplannen op te stellen met het doel schade te voorkomen of te beperken.

4.f. Kan voor een concreet welzijnsprobleem in een organisatie verbeteringsinitiatieven formuleren, rekening houdend met de welzijnswetgeving, en kan deze kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

8.d. Kan bij het uitvoeren van opdrachten handelen met onzekerheden en in die context beslissingen nemen.

Begintermen

De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding staan vermeld in de programmagids.

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat de volgende opleidingsonderdelen reeds werden afgewerkt: ‘Welzijn op het werk (HBM04C)’ en ‘Arbeidsveiligheid en gezondheid (HBM13C)’.

Onderwijsleeractiviteiten

Bedrijfsveiligheid en preventie (B-KUL-HBM23c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Volgende thema’s worden behandeld in dit opleidingsonderdeel:

1. Veiligheidsaspecten van mechanische, thermische en elektrische installaties

2. Corrosie en oppervlaktebehandeling van materialen

3. Bouwveiligheid

4. Brandveiligheid

5. Explosieveiligheid

6. Procesveiligheid

Studiemateriaal

Slides en ondersteunende documentatie worden geraadpleegd via Toledo. 

Toelichting werkvorm

Colleges worden overwegend aangeboden als hoorcolleges. Eventueel wordt een bedrijfsbezoek ingepland. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bedrijfsveiligheid en preventie (B-KUL-H74454)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Het examen is schriftelijk. Aan de hand van open vragen wordt zowel het theoretisch inzicht als het analytisch vermogen van de student getoetst. De toepassing van diverse thema’s op praktische situaties staat centraal.

De deelname aan het bedrijfsbezoek is verplicht. Indien niet aanwezig moet er een geneeskundig attest afgeleverd worden. Indien onrechtmatig afwezig wordt er één punt van het eindresultaat afgetrokken.

De student wordt verwacht aanwezig te zijn bij gastcolleges.

De evaluatiemodaliteiten van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans.  

ECTS Psychosociale aspecten van het werk (B-KUL-HBM24C)

6 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester
Baillien Elfi (coördinator) |  Baillien Elfi

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

2  Kan de wetgeving en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn opzoeken, interpreteren en toepassen.

2.a  Heeft inzicht in de ontstaanswijzen van beleid en wet- en regelgeving met betrekking tot milieu en welzijn (internationaal, Europees, nationaal, regionaal).

2.c  Kan vanuit de kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, dat aan de basis ligt van de welzijnswetgeving, de juridische context van een bedrijf inschatten, en kan de toepasselijke juridische aspecten opzoeken in de nationale en Europese wetgeving, ze analyseren, interpreteren en concretiseren in een organisatie.

 

4  Kan, vanuit een inzicht  in alle deeldomeinen met betrekking tot welzijn, het welzijn van werknemers in kaart brengen, risico’s identificeren en evalueren, en de passende preventiemaatregelen voorstellen en kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

4.b  Heeft inzicht in hoe het menselijk functioneren verstoord kan worden door factoren inherent aan het werk of door de werkomgeving, kan de hierdoor veroorzaakte pathologieën of aandoeningen herkennen, en kan preventief of curatief ingrijpen in de arbeidssituatie.

4.e  Kan denkkaders uit de psychologische wetenschappen gebruiken om de veiligheid en gezondheid binnen de organisatie te verbeteren (zoals bv. beheersing van stress en psychosociale belasting, motiveren van medewerkers om actief zorg te dragen voor het welzijn van anderen en zichzelf, …).

4.f  Kan voor een concreet welzijnsprobleem in een organisatie verbeteringsinitiatieven formuleren, rekening houdend met de welzijnswetgeving, en kan deze kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

 

7  Beheerst methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren. 

7.a  Kan een probleem analyseren, kaderen in de wetenschappelijke literatuur, en aansluitende vragen/hypothesen formuleren die het onderzoek richting geven.

7.b  Kent de verschillende methoden van zowel kwantitatief (bv. vragenlijst, experiment) als kwalitatief onderzoek (bv. diepte-interview, focusgroep) en weet deze toe te passen om een concreet probleem op te lossen.

7.c  Kan een beargumenteerde keuze maken voor een bepaalde methode en/of analysetechniek in functie van de vraag.

7.f  Kan een toegepaste methode kritisch evalueren in termen van gerealiseerde betrouwbaarheid en validiteit.

 

8  Specifieke leerdoelen

8.1 De studenten verwerven inzicht in het Belgische en Europese wettelijke kader mbt psychosociale risico's op het werk. 

8.2 De studenten bestuderen de laatste stand van wetenschappelijke inzichten betreffende de sleutelconcepten behorende tot deze wetgeving.

8.3 De studenten meesteren zich in de risicobeheersingscyclus betreffende psychosociale risico's. 

 

Begintermen

De toelatingscriteria kunnen teruggevonden worden in de programmagids. 

Geadviseerde voorkennis voor dit OPO betreft: een (inleidende) cursus in psychologie, een (inleidende) cursus in onderzoeksmethoden in sociale wetenschappen/menswetenschappen. 

Onderwijsleeractiviteiten

Psychosociale aspecten van het werk (B-KUL-HBM24c)

6 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Psychosociale aspecten op het werk beslaat 3 onderdelen: 

1. In een eerste onderdeel staan we stil bij de wetgeving, de actoren mbt de preventie van psychosociale risico's en de specifieke taken van de Preventieadviseur Psychosociale Aspecten (PAPA). We gaan in op de arbeidspsychologie en het domein van occupational health psychology als basis voor het beantwoorden aan de wetmatige vereisten.

2. In een tweede onderdeel bestuderen we de sleuteltopics behorende tot de wetgeving. Deze topics betreffen burn-out, ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk en de psychosociale risicobeheersingscyclus.

3. In een derde onderdeel gaan we dieper in op de psychosociale risico-analyse met focus op de kwantitatieve RAPS: we bespreken de principes, gaan in op toolevaluatie en psychometrie en maken de oefening voor een echt bedrijfsvraagstuk.

 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal beslaat het behandelde materiaal in de sessies (slides, nota’s, oefeningen) evenals de teksten op Toledo. 

 

Toelichting onderwijstaal

Daar we enten op de internationale wetenschappelijke discipline van Occupational Health Psychology zal een groot deel van de stof Engelstalig zijn, als taal van de internationale wetenschap. 

Toelichting werkvorm

Psychosociale aspecten op het werk wordt georganiseerd onder de vorm van interactieve colleges in blokken van telkens 4 lesuren. Sommige van deze colleges vergen een expliciete voorbereiding van de studenten mee te nemen naar de sessies. Deze voorbereidingen maken geen direct deel uit van de eindevaluatie en de studenten zullen hierop geen score ontvangen. Zij zijn echter van cruciaal belang met het oog op het ontwikkelen van het nodige inzicht voor het slagen op het eindexamen: van de student wordt hiermee een leergierige en participatieve houding gevraagd.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Psychosociale aspecten van het werk (B-KUL-H74455)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het examen betreft een schriftelijk, gesloten boek examen met 3 vragen uit de leerstof. 

 

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans 

ECTS Engineering Risk Management (B-KUL-HBM25C)

6 ECTS English 52 Second termSecond term
Reniers Genserik (coordinator) |  Reniers Genserik

Aims

The students learn about safety and security management and engineering from a broad perspective and a variety of topics are covered to this end. Students have an understanding of safety and security management and engineering in an organisation.

This course evaluates the following learning outcomes:

The student:

2a Has insight into the way environment and welfare laws and rules are written (international, European, national, regional).

 

4b Has insight into the way that human functioning is disrupted by factors that are inherent to the job or the working environment, is able to recognise the pathologies and conditions caused by this, and is able to intervene in a preventive or curative way in the labour situation.

4d Using his/her insight into systems and installations, production methods, machines and materials, is able to use appropriate methods and techniques to identify and assess safety risks for people and their labour environment and propose contingency plans to prevent damage or reduce damage.

4e Is able to use conceptual frameworks from psychological sciences to enhance safety and health in an organisation (such as stress management and psychological strain, motivating employees to take active care of the well-being of others and themselves, ...).

4f Is able to propose measures for a certain problem of well-being in an organisation, taking into account the welfare laws, and is able to link the measures to the organisation's prevention policy.

 

5. Is able to use concepts and theories from (business) economics sciences to analyse and design a sustainability, environment or prevention policy.

5a Is able to apply (business) economics concepts and theories (e.g. related to stakeholder management, organisation of business processes etc.) to environmental, welfare and sustainability problems.

5b. Is able to assess environmental, prevention and sustainability measures based on the strategy of the organisation and is able to estimate the financial impact.

5c Is able to assess how the environmental, prevention and sustainability policy of an organisation affects the relationship with the stakeholders (e.g. image, logistics processes etc.).

5d Is able to apply the principles of quality management to the environmental, welfare and sustainability policy approach.

5e Takes systemic thinking into account when analysing sustainability questions, i.e. inter and transdisciplinarity, alternating analytical and holistic thinking, innovative, creative and chain-oriented approach.

5f Is future-oriented when analysing sustainability questions, i.e. recognises and understands non-linear processes, is able to make a distinction between the long and short term, is able to anticipate and is able to estimate the consequences of actions.

 

6a Is able to weigh the pros and the cons of instruments and systems (e.g. labels, ISO standards etc.) using micro, macro, environmental and/or behavioural economic concepts and theories.

 

7d Is able to correctly interpret the results of an analysis and determine the scope of it.

 

Previous knowledge

Basics of safety and health science and legislation is not necessary, but recommended.

Onderwijsleeractiviteiten

Engineering Risk Management (B-KUL-HBM25c)

6 ECTS : Lecture 52 Second termSecond term

Content

See book Engineering Risk Management. (cfr. Course material)

Study Topics:

- introduction to engineering and managing risk

- risk management principles (and risk models)

- process safety

- new trends of safety (third safety revolution/CHESS)

- process security

- risk diagnostic, risk assessment and risk analysis

- risk treatment/reduction

- event analysis

- major industrial accidents and learning from accidents

- crisis management

- economic aspects of safety

- risk governance

- examples of practical implementation of risk management

Course material

https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20570

Language of instruction: more information

English

Format: more information

Lecture with exercises, group and individual.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Engineering Risk Management (B-KUL-H74456)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions
Learning material : Course material

Explanation

Evaluation caracteristics

Partially open book, partially closed book exam.

 

Determination final result

Open book and closed book exam results are added and a final result is obtained.

 

Second exam opportunity

The features of the evaluation and determination of grades are identical to those of the first examination opportunity, as described above.

ECTS Integratie van managementsystemen (B-KUL-HBM26C)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Roels Joerdi (coördinator) |  De Keukeleere Dirk |  Roels Joerdi

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

3e Kan elementen van een milieu- en/of energiemanagementsysteem, al dan niet geïntegreerd binnen een bestaand managementsysteem, implementeren in een organisatie.

5d Kan principes van kwaliteitsmanagement toepassen voor een beleidsmatige aanpak van milieu-, welzijns- en duurzaamheidsproblematieken.

5e Houdt rekening met systemisch denken bij het analyseren van duurzaamheidsvraagstukken, d.w.z. inter- en transdisciplinariteit, alternerend analytisch en holistisch denken, innovatief, creatief en ketengericht denken.

8a Beheerst de tools voor het plannen, opvolgen en bijsturen van projecten, en kan deze toepassen in een concreet project.

8b Kan voor een individueel of groepsproject een concrete probleemstelling en de hieraan gekoppelde vragen vertalen in een gestructureerd plan van aanpak.

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds werden afgewerkt: Analyse van de Milieuproblematiek, Milieurecht.

Onderwijsleeractiviteiten

Integratie van managementsystemen (B-KUL-HBM26c)

6 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1.       Introductie managementsystemen (definities & historiek);

2.       PDCA methodiek, als fundament van een managementsysteem;

3.      Kwaliteitsmanagement volgens ISO 9001

 

4.       Milieumanagementsystemen

  • Milieumanagementsysteem, volgens ISO14001;
  • Milieumanagementsysteem, volgens EMAS;
  • Projectmatige aanpak bij de invoering van een milieumanagementsysteem;
  • Certificering van een milieumanagementsysteem.

5.       Energiemanagementsystemen

  • Energiezorg
  • ISO50001
  • Instrumenten voor energiemanagement

           -  Energiebalans

           -  Haalbaarheidsstudies

          -  Procesoptimalisatie : Best Beschikbare Technieken

          -   Energie Performantie Indicatoren

          -  Energiemonitoring

          -  Procesintegratie/pinch

6.       OHSAS

  • principes voor het managen van veiligheid en gezondheid
  • overzicht (en inhoud) van topics binnen OHSAS
  • OHSAS geïntegreerd binnen het EHS beleid van een organisatie
  • ISO 45001: stand van zaken

 7.       ISO 26 000 

8.       Integratie van managementsystemen (kwaliteit, veiligheid, milieu...)

Studiemateriaal

Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo

https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20572

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met ruimte voor oefeningen, discussie en uitwisseling van ideeën. De praktische oefeningen werken ondersteunend, teneinde de theoretische aspecten van het vak beter begrijpbaar te maken  en om later in de praktijk te kunnen worden toegepast.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Integratie van managementsystemen (B-KUL-H74457)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het examen bestaat uit zowel theoretische vragen als praktische oefeningen. Bij theoretische vragen moet de student in staat zijn om de leerstof op een kritische wijze toe te lichten. De studenten maken ook een opdracht, in groepen van 3 studenten, die bestaat uit het controleren van een publieke EMAS-verklaring. Deze opdracht wordt in de laatste les ingediend en de conclusies worden gepresenteerd in deze les.

 

Bepaling eindresultaat

De opdracht telt mee voor 3/ 20 punten, het examen zelf voor 17/20 punten

 

Tweede examenkans

Idem als eerste examenkans

ECTS Financiële rapportering en besluitvorming (B-KUL-HBM27C)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

  • 5.b kan milieu-, preventie- en duurzaamheidsmaatregelen evalueren vanuit de strategie van de organisatie en kan de financiële impact ervan inschatten.
  • 5.c kan beoordelen hoe het gevoerde milieu-, preventie- en duurzaamheidsbeleid van een organisatie invloed heeft op haar relatie met stakeholders (bv. imago, logistieke processen, …).

 

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

  • Heeft de student een functionele kennis van de algemene wettelijke bepalingen omtrent de verschillende vennootschapsvormen en een éénmanszaak.
  • Begrijpt/heeft de student inzicht in correcte boekingen binnen het systeem van dubbel boekhouden op basis van verantwoordingsstukken en gebruikmakend van het algemeen rekeningenstelsel.
  • Beoordeelt de student de financiële prestaties van een organisatie op basis van een doorgedreven inzicht in de opbouw en samenstelling van een jaarrekening en via kritisch gebruik van diverse technieken van financiële analyse, en formuleert aanbevelingen om het financiële beleid bij te sturen.
  • Begrijpt de student de mogelijke indelingen van kosten en maakt deze redenering ook zelf bij gegeven kosten in een gegeven situatie.
  • Begrijpt de student de verschillende kostprijsmethodes en past deze ook toe bij een gegeven beginsituatie.
  • Heeft de student inzicht in de Belgische wetgeving op de boekhouding en de enkelvoudige jaarrekening en past deze toe bij het registreren van de vaak voorkomende commerciële en financiële verrichtingen, de verrichtingen met betrekking tot de vaste activa, de vlottende activa en de passiva, inclusief de eindejaarsverrichtingen.
  • Heeft de student inzicht in de keuzemogelijkheden inzake waarderingsregels in de Belgische boekhoudwetgeving en kan een doelgerichte keuze maken met het oog op een imagogerichte versus fiscaal voordelige voorstelling in de jaarrekening.
  • Kan de student investeringsbeslissingen nemen op basis van gekende investeringscriteria.

Dit opleidingsonderdeel biedt de student de mogelijkheid een uitgebreide basiskennis te verwerven van financial en management accounting. Zo krijgt hij/zij inzicht in de registratie van financiële bewegingen in een onderneming die resulteren in de opmaak van een jaarrekening. De student verwerft ook inzicht in de kostberekeningsmethoden die in de praktijk worden toegepast. Bovendien kan de student op basis van de jaarrekening van een onderneming zich een beeld vormen van de financiële gezondheid van een onderneming en welke inspanningen een onderneming neemt rond duurzaamheid.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.

Onderwijsleeractiviteiten

Financiële rapportering en besluitvorming (B-KUL-HBM27b)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

1.   Vennootschap versus éénmanszaak

2.   Financial accounting

      2.1   Systeem van het dubbel boekhouden

      2.2   Registratie van de belangrijkste commerciële en financiële verrichtingen

      2.3   Registratie en bespreking van de belangrijkste bewegingen rond vaste activa rekening houdend met de wettelijke waarderingsregels en de boekhoudkundige keuze 'imagogericht' versus 'fiscale optimalisatie'.

      2.4   Registratie en bespreking van de belangrijkste bewegingen rond vlottende activa rekening houdend met de wettelijke waarderingsregels en de boekhoudkundige keuze 'imagogericht' versus 'fiscale optimalisatie'.

      2.5   Registratie en bespreking van de belangrijkste bewegingen rond het passiva rekening houdend met de wettelijke waarderingsregels en de boekhoudkundige keuze 'imagogericht' versus 'fiscale optimalisatie'.

      2.6   Registratie en bespreking van de belangrijkste eindejaarsverrichtingen en de boekhoudkundige keuze 'imagogericht' versus 'fiscale optimalisatie'.

3.   Financiële analyse

      3.1   Doel

      3.2   Analyse van de liquiditeit

      3.3   Analyse van de solvabiliteit

      3.4   Analyse van de rendabiliteit

      3.5   Kasstroomanalyse (beperkt)

4.   Management accounting

      4.1   Kostenbegrippen

      4.2   Traditionele kostprijsberekeningsmethodes

      4.3   Activity based costing

      4.4   Investeringsevaluatie

 

 

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal:

- Ghijselinck, V. (2023). Financial accounting - Financiële rapportering. Wolters Kluwer.

- Ghijselinck, V., Reheul, A, Van den Bossche, J. en Verbruggen, S. (2023). Analyseer de cijfers van een onderneming. Wolters Kluwer.

- Studiemateriaal ter beschikking gesteld via Toledo

Toelichting werkvorm

Casusgebaseerd college - Flipped classroom - Oefensessie

De leerinhoud wordt aan de student overgedragen aan de hand van concrete voorbeelden en oefeningen uit de praktijk.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Financiële rapportering en besluitvorming (B-KUL-H74458)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Meerkeuzevragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

Toelichting

Schriftelijk gesloten boek examen (20 punten). Het examen bestaat uit verschillende oefeningen/cases en 3 à 4 meerkeuzevragen. Bij deze meerkeuzevragen wordt er geen giscorrectie toegepast.

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.

ECTS Sustainable Management (MPM) (B-KUL-HBM28C)

6 ECTS English 52 Both termsBoth terms
Molderez Ingrid (coordinator) |  Molderez Ingrid

Aims

Course rationale

Different courses within the programme focus on sustainable development (SD) and corporate social responsibility.  CSR in particular allows students to get deeper knowlegde about these concepts. Different themes and functions that one can be confronted with within an organisation are studied in relation to SD and CSR and are examined in practice in an international context.

This course evaluates the following learning outcomes:

The student:

5. Is able to use concepts and theories from (business) economics sciences to analyse and design a sustainability, environment or prevention policy.

5a Is able to apply (business) economics concepts and theories (e.g. related to stakeholder management, organisation of business processes etc.) to environmental, welfare and sustainability problems.

5c Is able to assess how the environmental, prevention and sustainability policy of an organisation affects the relationship with the stakeholders (e.g. image, logistics processes etc.).

5e Takes systemic thinking into account when analysing sustainability questions, i.e. inter and transdisciplinarity, alternating analytical and holistic thinking, innovative, creative and chain-oriented approach.

5f Is future-oriented when analysing sustainability questions, i.e. recognises and understands non-linear processes, is able to make a distinction between the long and short term, is able to anticipate and is able to estimate the consequences of actions.

6. Based on the basic principles of sustainability, is able to reflect critically on the environmental and welfare policies pursued by organisations and government, and on the tools and systems used.

6b Is able to make a critical analysis of the different ways in which environment, prevention, and sustainability in organisations are structured and developed (e.g. secondary and main activities, integrated versus separate) and is able to express an informed opinion.

6c Is able to critically screen the organisation in terms of sustainability and is able to develop initiatives for improvement and link them to the organisation's policy.

9. In the context of his/her attitude towards sustainability, is able to take a position on ethical, normative and societal questions.

9a Is able to take a critical view of societal problems (e.g. child labour, climate change, etc.) from sustainability perspective.

9b Understands the diversity of positions, perspectives and preferences between (historic) cultures, social groups, communities and individuals vis-à-vis societal questions.

9c Is able to critically reflect on his/her own attitude towards sustainability.

Previous knowledge

None

Onderwijsleeractiviteiten

Sustainable Management (MPM) (B-KUL-HBM28c)

6 ECTS : Lecture 52 Both termsBoth terms

Content

I. CSR, mode in business thinking

II. CSR in an organizational context

  • Accounting (1)
  • Economics (2)
  • Entrepreneurship (3)
  • Ethics and corporate governance (4)
  • Finance (5)
  • Marketing (6)
  • Operations (7)
  • Human Resources (8)
  • Strategie (9)

III. Elaborations on CSR

  • Business and the world's poor (2)
  • Social entrepreneurship and new business models (3)
  • Value frameworks (4)
  • CSR-labels (6)
  • Philanthropy (9)
  • Stakeholdermanagement (9)

Language of instruction: more information

The course will be given in English to prepare for the studyvisit in London.

Format: more information

During the first semester lectures will be given to prepare the students for the studyvisit in London that takes place during the second semester. During a final lecture we will reflect upon the learning elements of the studyvisit.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Sustainable Management (MPM) (B-KUL-H74459)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Presentation
Type of questions : Open questions

Explanation

The students participate actively in all the contact moments (classes and study trip to London) and assignments of the course. Additionally, they hand in a written paper. Objectives of the paper will be explained during the first session.

Both the assignments (presentations and paper), the mandatory presence during all the activities, the active participation during the contact moments (classes and study trip to London) and the exam are part of the evaluation (see toledo for more details). In case of illness during one or more of the contact moments the lecturer has to be notified in due time and the necessary supporting document (doctor's note) needs to be handed in. The lecturer can decide to give the student an extra assignment replacing the missed class.

In order to pass the entire course, the student must have participated to ALL activities (classes and study trip to London), paper and exam and needs to pass each of the assignments. Not participating in one of the activities or assignments automatically means a 'not participated' score to the entire course and not passing for one of the assignments automatically means not passing for the entire course.

Exceptionally, students with a speciale statute of working student can request an alternative assignment that is equivalent to the study trip to London. Besides this alternative assignment, they also have to actively participate in all the other activities and assignments of the course.

Determination final result

All the parts must be taken. In case of non-participation in one of the components of the evaluation, a mark of zero will be given for the total evaluation.

 

Information about retaking exams

The students will have to redo those parts of the evaluation for which they did not pass during the first examination period.

ECTS Projectwerk preventie (B-KUL-HBM29C)

9 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Van den Broeck Anja (coördinator) |  Van den Broeck Anja |  N. |  Bastiaensen Caroline (medewerker)

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

4f Kan voor een concreet welzijnsprobleem in een organisatie verbeteringsmaatregelen formuleren, rekening houdend met de welzijnswetgeving, en kan deze kaderen in het preventiebeleid van de organisatie.

4g Kan helder en doelgericht rapporteren volgens de vereisten van de welzijnswetgeving

7a Kan een probleem analyseren, kaderen in de wetenschappelijke literatuur, en aansluitende vragen/hypothesen formuleren die het onderzoek richting geven.

7e Kan adequaat rapporteren en mondeling communiceren over de toegepaste methode en de resultaten, en volgt hierbij nauwgezet de gebruikelijke rapportagerichtlijnen.

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het absoluut aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds zijn afgewerkt: welzijn op het werk (1ste OF) , arbeidsveiligheid en gezondheid (2de OF).

Het is eveneens van belang dat het OPO Bedrijfsveiligheid en preventie( 3de OF)  tijdens het jaar van het eindwerk opgenomen wordt.

Onderwijsleeractiviteiten

Projectwerk preventie (B-KUL-HBM29c)

9 studiepunten : Bachelorproef 10 Beide semestersBeide semesters
Van den Broeck Anja |  N. |  Bastiaensen Caroline (medewerker)

Inhoud

Bedrijfsproject: zie hiervoor  "richtlijnen projectwerk preventie / ergonomie", beschikbaar op Toledo.

De student brengt ten minste 20 dagen door in het projectbedrijf met verplichte aanwezigheid.

Reflectie & Ontwikkeling:

•Reflecteren over de taakcompetenties van de preventieadviseur;

•Reflecteren over zichzelf als mogelijk toekomstig preventieadviseur

•Ondersteuning en reflectie bij de aanpak, het proces en het resultaat van het projectwerk preventie

•Competentieleren: één tot twee thema's worden meer in de diepte behandeld door de docent of m.b.v. gastsprekers zoals bijvoorbeeld  "onderhandelen", "notuleren”, interviewen, en er wordt  deelgenomen aan studiedagen of navormingssessies.

In de loop van het 1ste  en 2de semester worden hiervoor verplichte colleges voorzien en zijn er verplichte opdrachten

Communicatie hierover verloopt via Toledo. Bij aanvang van het academiejaar is hiervoor een informatiesessie voorzien. Er wordt dan concrete toelichting voorzien voor het projectwerk zelf en voor alle activiteiten in het kader van R&O.

Studiemateriaal

"richtlijnen projectwerk preventie / ergonomie", beschikbaar op Toledo.

Alle presentaties en inhoud van de colleges R&O zijn beschikbaar op Toledo

https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20578

Toelichting werkvorm

De student moet individueel een bedrijfsproject uitwerken en verdedigen voor een jury. Door het schrijven en verdedigen van het eindwerk dient de student te bewijzen dat hij of zij in staat is om zelfstandig op een wetenschappelijk verantwoorde wijze een bepaald onderwerp of probleem binnen één van de welzijnsdomeinen te onderzoeken en te beheersen (kennen, begrijpen, inzicht en interpretatie) en gemotiveerde en uitgewerkte aanbevelingen te geven die geimplementeerd kunnen worden in de praktijksituatie(s). Door het uitwerken van een projectwerk krijgen de studenten de gelegenheid om zich inhoudelijk te verdiepen in één of meerdere thema's binnen de welzijnsdomeinen. Anderzijds krijgen de studenten ook de gelegenheid om hun academische vaardigheden verder te ontwikkelen met het oog op het afleveren van een evidence-based projectwerk.

Aanvullend beoogt het onderdeel Reflectie & Ontwikkeling om via reflectie en het volgen van specifieke colleges of navormingen, daadwerkelijk bij te dragen aan een verhoging/ontwikkeling van de competenties, omschreven in het competentieprofiel. Immers, zonder te reflecteren, zonder terug te blikken op zijn/haar handelen (ervaringen - activiteiten), gedachten (kennis - inzichten) of houding (emoties - gevoelens), krijgt iemand niet gemakkelijk zicht op en inzicht in zijn/haar kunnen, en zonder dat kan iemand zijn bekwaamheden niet gemakkelijk verder ontwikkelen.  In het derde jaar komen vooral taakcompetenties aan bod, die te maken hebben met de inhoudelijke expertise van de preventieadviseur.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Projectwerk preventie (B-KUL-H74460)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het projectwerk gaat van start aan het begin van het academiejaar. Het projectwerk dient ingeleverd te worden in mei / augustus afhankelijk van de zittijd waarin het projectwerk wordt verdedigd. Een tussentijdse evaluatie is voorzien in februari. Het volledige tijdschema en de exacte inleverdata van het projectvoorstel, de tussentijdse literatuurstudie en het projectwerk staan in de brochure "richtlijnen Projectwerk preventie / ergonomie". ( zie Toledo).

Het projectwerk kan verdedigd worden in de zittijden van juni en september.

Er wordt ten stelligste aangeraden aan de studenten om zelf met de interne coach en de bedrijfscoach van zodra er vragen zijn, contact op te nemen en feedback te bekomen.

Bepaling eindresultaat

Bedrijfsproject: het eindpunt van het projectwerk wordt als volgt samengesteld:(zie voor alle details in de brochure "richtlijnen projectwerk preventie")

•KU Leuven, campus Brussel-coach: tussentijdse evaluatie 10%

•KU Leuven, campus Brussel-coach: eindresultaat product en proces 30%

•Bedrijfscoach: eindresultaat product en proces 10%

•Ondervrager: eindresultaat product 20%

•Presentatie en verdediging 30%

Voor meer details: zie richtlijnen Projectwerk preventie op Toledo

De eindscore van het projectwerk kan negatief beïnvloed worden (maximum -1 punt) wanneer de student niet voldoet aan de vooropgestelde criteria voor het deel R&O. Deze criteria zijn:

(1) Aanwezigheid en actieve deelname in alle sessies (verplicht!). Bij niet-deelname moet in overleg en mét goedkeuring van de docent een vervangactiviteit voorgesteld en gevolgd worden.

(2) Indienen van de opdrachten tegen de vooropgestelde deadlines (zie richtlijnen ‘Reflectie en ontwikkeling’ op Toledo)

Op de uitwerking van de opdrachten dient minstens een score 'voldoende' behaald te worden.

Werkstudenten kunnen een afwijking van de ECTS-afspraken aanvragen voor "Reflectie en Ontwikkeling" en kunnen (gedeeltelijke) vrijstelling bekomen voor dit deel of vervangactiviteiten voorstellen om de persoonlijke competenties te ontwikkelen. (afhankelijk van de werkervaring en de reeds verworven competenties)

Het Projectwerk  kan maar gepresenteerd en verdedigd worden indien de 20 dagen in het bedrijf (minimum)  afgerond zijn.

Indien een student herhaaldelijk of op ernstige wijze de verplichtingen niet nakomt die werden beschreven in de overeenkomst met het projectbedrijf, wordt het project voor deze student stopgezet en wordt voor het opleidingsonderdeel een 0-score  toegekend. De student heeft geen recht op een alternatieve opdracht, noch op een tweede examenkans.

Een onvoldoende op het projectwerk preventie is niet tolereerbaar.

 

Toelichting bij herkansen

Tweede examenkans

Voor studenten die het projectwerk voor het eerst verdedigen of herverdedigen tijdens de tweede examenkans, geldt:

• Het projectbedrijf heeft geen enkele verplichting om de studiestage te laten lopen na de voorziene stageperiode;

• De interne coach geeft in principe de laatste feedback op 10 juli. Feedback tijdens de vakantieperiode (11 juli – 15 augustus) is bij sommige interne coaches mogelijk, maar mag niet als vanzelfsprekend beschouwd worden;

• De in februari toegekende punten op de tekst van de inleiding en literatuurstudie, worden meegenomen naar de examenperiode van september, ook in het geval de student hierop 0/10 kreeg omdat de tekst niet tijdig werd ingediend;

• Zowel de interne coach, de lezer als de bedrijfscoach geven een nieuw punt op basis van het werk dat voor de tweede examenkans wordt ingediend

Concrete info is terug te vinden in de Richtlijnen Projectwerk  die op Toledo geplaatst worden.  De verdediging van het projectwerk verloopt op analoge manier als bij de 1e examenkans.Voor studenten die het projectwerk voor het eerst verdedigen of herverdedigen tijdens de tweede examenkans, geldt:
• Het projectbedrijf heeft geen enkele verplichting om de studiestage te laten lopen na de voorziene stageperiode;
• De interne coach geeft in principe de laatste feedback op 10 juli. Feedback tijdens de vakantieperiode (11 juli – 15 augustus) is bij sommige interne coaches mogelijk, maar mag niet als vanzelfsprekend beschouwd worden;
• De in februari toegekende punten op de tekst van de inleiding en literatuurstudie, worden meegenomen naar de examenperiode van september, ook in het geval de student hierop 0/10 kreeg omdat de tekst niet tijdig werd ingediend;
• Zowel de interne coach, de lezer als de bedrijfscoach geven een nieuw punt op basis van het werk dat voor de tweede examenkans wordt ingediend

Een onvoldoende op het projectwerk preventie is niet tolereerbaar.

ECTS Kwantitatieve onderzoeks- en analysemethoden (B-KUL-HBM31C)

3 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
Luwel Koen (coördinator) |  Luwel Koen

Doelstellingen

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN (OLR)

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

7. Beheerst methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren.

7a Kan een probleem analyseren, kaderen in de wetenschappelijke literatuur, en aansluitende vragen/hypothesen formuleren die het onderzoek richting geven.

7b Kent de verschillende methoden van  zowel kwantitatief (bv. vragenlijst, experiment) als kwalitatief onderzoek (bv. diepte-interview, focusgroep) en weet deze toe te passen om een concreet probleem op te lossen.

7c Kan een beargumenteerde keuze maken voor een bepaalde methode en/of analysetechniek in functie van de vraag.

7d Kan de resultaten van een analyse correct interpreteren en de draagwijdte hiervan inschatten.

7e Kan adequaat rapporteren en mondeling communiceren over de toegepaste methode en de resultaten, en volgt hierbij nauwgezet de gebruikelijke rapportagerichtlijnen.

7f Kan een toegepaste methode kritisch evalueren in termen van gerealiseerde betrouwbaarheid en validiteit.

LEERRESULTATEN VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL

Om de student nog concreter te informeren over wat van hem/haar verwacht wordt, volgt hierna een verdere specifiëring van de hoger vermelde OLR.

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

Aansluitend bij OLR7 (a,b,c,d,e,f)
 

* Zelfstandig een betrouwbaarheidsinterval berekenen en een significantietoets uitvoeren voor 1 en 2 populatieproporties en de uitkomst hiervan op een correcte wijze interpreteren.

* Zelfstandig de verschillende stappen van een chi-kwadraattoets uitvoeren en de uitkomst hiervan op een correcte wijze interpreteren.

* SPSS aanwenden om zelfstandig een chi-kwadraattoets op kruistabelgegevens uit  te voeren en de uitvoer hiervan op een correcte wijze interpreteren.

* Zelfstandig een enkelvoudige regressievergelijking berekenen en de berekende regressiecoëfficiënten (intercept + hellingscoëfficiënt) op een correcte wijze interpreteren.

* Zelfstandig een enkelvoudige regressievergelijking gebruiken om op basis van de waarde van een variabele de waarde van een andere variabele te voorspellen.

* Zelfstandig op een wetenschappelijk verantwoorde wijze een vragenlijstonderzoek ontwerpen vanaf het formuleren van een probleemstelling tot aan de dataverzameling met oog voor de specifieke valkuilen.

* De verschillende steekproeftechnieken omschrijven en op basis van een concreet geval beargumenteren welke steekproeftechniek het meest geschikt is.

* Zelfstandig vragenlijstgegevens coderen en op basis hiervan een datamatrix aanmaken.

* Zelfstandig bestaande vragenlijstonderzoeken kritisch evalueren op basis van de kwaliteitscriteria voor het vragenlijstonderzoek.

* SPSS aanwenden om zelfstandig de interne consistentie van een schaal te analyseren en de uitvoer hiervan op een correcte wijze interpreteren.

* SPSS aanwenden om met behulp van meervoudige lineaire regressie de gegevens van een vragenlijstonderzoek  te analyseren en de uitvoer hiervan op een correcte wijze interpreteren.

* Op basis van de resultaten van een statistische analyse tot onderbouwde conclusies komen.

 

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds zijn afgewerkt alvorens het betreffende opleidingsonderdeel op te nemen:

Onderzoeks- en analysemethoden (HBM09C)

Onderwijsleeractiviteiten

Kwantitatieve onderzoeks- en analysemethoden (B-KUL-HBM31c)

3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

1. Inferentie voor telgegevens

  • Inferentie voor een proportie
  • Inferentie voor twee proporties

2. Inferentie voor kruistabellen

  • Gegevensanalyse van kruistabellen
  • Inferentie voor kruistabellen (chi-kwadraattoets voor onafhankelijkheid)

3. Enkelvoudige lineaire regressie

  • Enkelvoudige lineaire regressie op steekproefgegevens
  • Inferentie voor regressie

4. Opzet van een vragenlijstonderzoek

- Formulering probleemstelling

  • Keuze afnamemethode
  • Bepaling aard en omvang van de steekproef
  • Ontwerp van een vragenlijst

5. Verwerken van vragenlijstgegevens: codering en aanmaak datamatrix in SPSS

6. Kwaliteitscriteria voor vragenlijsten

  • Validiteit en betrouwbaarheid van vragenlijsten
  • Interne consistentie van een schaal: Cronbachs' alpha met SPSS

7. Analyse van vragenlijstgegevens met SPSS:

  • Analyse van de interne consistentie van een schaal (Cronbachs' alfa)
  • Chi-kwadraattoets
  • Meervoudige lineaire regressie-analyse

 

Studiemateriaal

Onderzoeksmethoden: via de digitale leeromgeving ter beschikking gestelde slides

Analysemethoden:   Moore, D.S. & McCabe, G.P. (2006). Statistiek in de praktijk, 5e herziene druk. Den Haag: Academic Service (handboek aanbevolen + opgavenboek verplicht).

 

Toelichting werkvorm

Nadat een nieuw begrip of een nieuwe methode via een hoorcollege aangebracht werd, wordt de aanpak van oefeningen en problemen die daarop betrekking hebben 'gedemonstreerd'. Daarna gaan de studenten zelf aan de slag met nieuwe oefeningen en problemen in werkcolleges. De docent biedt daarbij zoveel mogelijk individuele hulp aan en geeft bijkomende klassikale uitleg bij algemeen voorkomende moeilijkheden. Tijdens deze colleges wordt er zoveel als mogelijk interactief gewerkt en begeleidt de docent de studenten via onderwijsleergesprekken doorheen hun oplossingsproces.


De studenten krijgen een voor hen onbekende dataset van een vragenlijstonderzoek aangeboden en er wordt hen gevraagd om een aantal statistische analyses in SPSS uit te voeren: het uitvoeren van een chi-kwadraattoets, de analyse van de interne consistentie van een aantal schalen en een meervoudige lineaire regressie. De studenten genereren hierbij output dmv SPSS en schrijven hier een kort verslag over.
De opdracht wordt op het einde van de lessenreeks gegeven nadat de verscheidene leerinhouden met SPSS behandeld werden en wordt meegebracht naar het examen waarbij aan de studenten gevraagd wordt om de gemaakte analytische keuzes te verantwoorden en de resultaten van de analyses te interpreteren. De opdracht stelt de docent in staat om te evalueren in welke mate de studenten in staat zijn om te werken met SPSS, geschikte analysetechnieken te kiezen en op wetenschappelijk verantwoorde wijze conclusies te trekken uit de door SPSS gegenereerde output.

Feedback wordt op individuele basis gegeven tijdens de nabespreking van het examen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Kwantitatieve onderzoeks- en analysemethoden (B-KUL-H75304)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Take-home
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine, Computer

Toelichting

Het examen bestaat uit twee delen: een schriftelijk deel en een 'take home' opdracht met SPSS. Het schriftelijk deel telt mee voor 15 van de 20 punten, de opdracht telt mee voor 5 van de 20 punten voor het examen. Studenten die geen (zinvolle) opdracht indienen, krijgen een NA voor het volledige examen.

Toelichting bij herkansen

De evaluatie bij de 2e examenkans gebeurt op dezelfde wijze als bij de 1e examenkans. Studenten die tijdens de 1e examenkans een voldoende behaalden voor de opdracht (d.i. minstens 2,5/5) kunnen hun punt op deze opdracht overdragen naar de tweede examenkans binnen hetzelfde academiejaar. Indien zij opteren om de opdracht opnieuw te verdedigen, dan vervalt de score van de 1e examenkans. Voor de tweede examenkans blijft de opdracht dezelfde als bij de eerste examenkans.

ECTS Kwalitatieve onderzoeksmethoden (B-KUL-HBM32C)

3 studiepunten Nederlands 12 Eerste semesterEerste semester
Grieten Styn (coördinator) |  Grieten Styn

Doelstellingen

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN (OLR)

Dit opleidingsonderdeel evalueert (geheel of gedeeltelijk) de volgende opleidingsspecifieke leerresultaten

De student:

7. Beheerst methoden van onderzoek en kan deze toepassen om concrete probleemstellingen op vlak van milieu en welzijn te analyseren, oplossingen te formuleren en te evalueren, en hierover te communiceren.

7a Kan een probleem analyseren, kaderen in de wetenschappelijke literatuur, en aansluitende vragen/hypothesen formuleren die het onderzoek richting geven.

7b Kent de verschillende methoden van zowel kwantitatief (bv. vragenlijst, experiment) als kwalitatief onderzoek (bv. diepte-interview, focusgroep) en weet deze toe te passen om een concreet probleem op te lossen.

7c Kan een beargumenteerde keuze maken voor een bepaalde methode en/of analysetechniek in functie van de vraag.

7d Kan de resultaten van een analyse correct interpreteren en de draagwijdte hiervan inschatten.

7e Kan adequaat rapporteren en mondeling communiceren over de toegepaste methode en de resultaten, en volgt hierbij nauwgezet de gebruikelijke rapportagerichtlijnen.

7f Kan een toegepaste methode kritisch evalueren in termen van gerealiseerde betrouwbaarheid en validiteit.

LEERRESULTATEN VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL

Om de student nog concreter te informeren over wat van hem/haar verwacht wordt, volgt hierna een verdere specifiëring van de hoger vermelde OLR.

Bij het voltooien van deze onderwijsleeractiviteit kan de student:

* Verschillende wetenschappelijke paradigma’s in kwalitatief onderzoek onderscheiden evenals de maatschappelijke en organisatie contexten waarin deze thuis horen.

* Problemen en situaties identificeren waarin kwalitatief onderzoek aangewezen is en aangepaste kwalitatieve onderzoeksvragen formuleren.

* Op een kritische manier reflecteren op de invloed die een kwalitatieve onderzoeker heeft op de bestudeerde realiteit en acties formuleren om hiermee doelbewust om te gaan.

* Een stakeholder analyse uitvoeren voor een onderzoeksproject, een onderzoeksvraag formuleren vanuit het perspectief van elk van deze stakeholders, inschatten wat de interesse is van het onderzoek voor elk van hen, en wat de mogelijke implicaties zijn voor het verloop van het onderzoek.

* Een (enkelvoudige of meervoudige) gevalstudie als onderzoeksstrategie formuleren en creatief toepassen op een praktijkvoorbeeld.

* De criteria om cases doelbewust te selecteren toepassen en verantwoorden in een concreet voorbeeld.

* Vanuit kennis van het potentieel van actie-onderzoek en waarderend onderzoek opportuniteiten identificeren waarin deze onderzoeksbenaderingen toepasbaar zijn.

* De basisconcepten “bracketing” en “sensitizing concepts” uit de kwalitatieve methodologie uitleggen en weet hoe een onderzoeker daarmee kan rekening houden.

* Het onderscheid maken tussen meer of minder gestructureerde vormen van kwalitatieve interviews, en de omstandigheden waarin deze aangewezen zijn.

* Een checklist opstellen voor een semi-gestructureerd interview evenals de aandachtspunten aanduiden waar bij de afname dient rekening mee gehouden te worden (inleiding, opbouw, verschillende soorten vragen en doorvragen, vertrouwen winnen en contact houden).

* De voornaamste aandachtspunten voor de organisatie van een focusgroepsgesprek als kwalitatieve dataverwervingstechniek uitleggen.

* De actielogica en stappen in het proces voor een inductieve kwalitatieve data-analyse toelichten.

* De mogelijkheden van CAQDAS (Computer Aided Qualitative Data Analysis Support) voor de ondersteuning en verdieping van kwalitatieve data-analyse uitleggen, en kan de basisfunctionaliteiten van het programma NVivo aanwenden voor het coderen en analyseren van kwalitatief onderzoeksmateriaal

* De kwaliteitseisen voor wetenschappelijk onderzoek (betrouwbaarheid, validiteit) aanpassen aan de specifieke karakteristieken van kwalitatief onderzoek (getrouwheid, triangulatie, inferentiële validiteit) en toepassen op concrete voorbeelden van onderzoek.

* Rekening houden met de specifieke ethische uitdagingen die kwalitatief onderzoek stelt op het vlak van anonimiteit en vertrouwelijkheid, omwille van de persoonlijke band tussen onderzoeker en onderzochte personen en groepen.

* Creatieve voorstellen formuleren om onderzoeksresultaten, naast een wetenschappelijk rapport, op een aangepaste manier terug te koppelen naar de verschillende stakeholders in het onderzoek.

 

Begintermen

Voor dit opleidingsonderdeel is het aangewezen dat volgende opleidingsonderdelen reeds zijn afgewerkt alvorens het betreffende opleidingsonderdeel op te nemen:

Onderzoeks- en analysemethoden (HBM09C)

Onderwijsleeractiviteiten

Kwalitatieve methoden (B-KUL-HVB04c)

3 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

  • De eigenheid van kwalitatief onderzoek. Onderzoeksdoelen en de kwalitatieve onderzoeksvraag
  • De kwalitatieve steekproef en kwaliteitsvereisten bij kwalitatief onderzoek
  • Semi-gestructureerd Interviewen (individueel en focusgroepen)
  • Observeren en actie-onderzoek
  • Kwalitatieve analyse
  • Integratie en illustratie aan de hand van een kwalitatieve Case Study

Studiemateriaal

Powerpointslides via Toledo

Wetenschappelijke methodologische artikels via Toledo.

Aanbevolen handboek (niet verplicht): Boeije en Bleijdenbergh: Analyseren in kwalitatief onderzoek (Uitgeverij Boom)

Toelichting werkvorm

Groepsopdracht

Hoorcolleges en groepsopdracht

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

HVB04A : Onderzoeksmethoden voor bedrijfseconomie en management

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Kwalitatieve onderzoeksmethoden (B-KUL-H75305)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen

Toelichting

Schriftelijk examen en groepsopdracht

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.

ECTS The Science of Human Movement (B-KUL-L00G8A)

3 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

The objective of this course is to give students a basic understanding into the science of the human movement. .  To that aim, the student will receive an introduction in various subdomains that are represented in the Department of Movement Sciences (e.g., motor learning, exercise physiology, biomechanics, epidemiology of physical activity , sport and exercise psychology, sport and exercise policy, …)

 

At the end of this course the student will be able to:

  • situate the scientific study of physical activity and human movement in a historical and conceptual framework
  • describe some sub-disciplines of the science of human movement

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

The Science of Human Movement (B-KUL-L00G8a)

3 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

During the lectures, several professors will approach the science of human movement from their own experience, each from a different perspective. Both a biological and a behavioural approach will be addressed.

The following topics can be addressed:

  • Aspects related to the (genetic) epidemiology of physical activity and physical fitness
  • Risk stratification of physical activity, the relationship between physical activity, physical fitness and mortality / morbidity
  • The moving man from a historical, sociological and socio-cultural perspective
  • The moving man in a biomechanical perspective
  • The moving man in a physiological perspective
  • The moving man in a kinantropometric perspective
  • The moving man in a pedagogical and psychological perspective
  • Basic principles of training and prevention of injuries
  • Motor learning and motor control
  • ...

Course material

Presentations, articles and literature

Format: more information

Several professors will each explain a facet of the science of human movement.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: The Science of Human Movement (B-KUL-L20G8a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions
Learning material : None

Explanation

The lectures will be assessed by means of a written exam, closed book.

The student is expected to be aware of the education and examination regulations as well as of the faculty additions.

ECTS Genderstudies (B-KUL-S0B88A)

4 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters
Draulans Veerle |  Murru Sarah (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten de volgende leerresultaten bereikt:

  • Studenten kunnen door kennisverwerving van en inzicht in recente onderzoeken en theoretische ontwikkelingen over het thema 'gender en diversiteit' de complexiteit van het studiethema en de daarin aanwezige meervoudige bewegingen en conceptuele betekenisverlening herkennen en benoemen.
  • Studenten kunnen de theoretische accentverschuivingen als analyseconcepten uitleggen en illustreren aan de hand van thematische voorbeelden (vb. controle van lichamelijkheid, symbolische representatie, maatschappelijke participatie of leiderschap).
  • Studenten kunnen (recente) praktijken en beleidsontwikkelingen met betrekking tot de aangeboden cursusthema's duiden vanuit interdisciplinaire, wetenschappelijke referentiekaders.
  • Studenten kunnen op zelfstandige basis teksten over genderidentiteit en representatie analyseren, kritisch-argumentatief beoordelen en de conclusies van hun zelfstandig werk schriftelijk weergeven.
  • Studenten leren kritisch reflecteren over de mogelijke invloed van situationele gegevens op de benadering van een studieobject, c.q. ze herkennen de invloed van eigen denkbeelden/vooronderstellingen/stereotypen met betrekking tot de termen gender en diversiteit bij de studie van inleidende colleges en gastcolleges.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Gezien het grondige, inleidende karakter van de cursus én de interdisciplinaire aanpak wordt van studenten geen specifieke voorkennis op het domein van genderstudies verwacht.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Genderstudies (B-KUL-S0B88a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters
Draulans Veerle |  Murru Sarah (plaatsvervanger)

Inhoud

Het opleidingsonderdeel biedt KU Leuven studenten de kans om breder te denken dan hun specifieke discipline en in een interdisciplinaire benadering kennis te maken met het eigene van een genderbenadering. De cursus biedt een grondige inleiding in het domein van de genderstudies. Achtereenvolgens worden epistemologische, methodologische en inhoudelijke kwesties aangesneden: wetenschapsfilosofische vraagstellingen zoals de gesitueerdheid en gender-gebondenheid van kennis; de invloed van opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid op de inhoud van de wetenschappen;  de verklaring voor de verwaarlozing van aandacht voor ‘mannenthema’s of vrouwenthema’s’ in vele wetenschapsdomeinen. De notie interdisciplinariteit wordt kritisch toegelicht. Tevens wordt een kort overzicht gegeven van de geschiedenis van genderstudies en van verschuivingen die zich hierbij hebben voorgedaan. Ten slotte worden thema's behandeld zoals socialisatie (de wijze waarop jongens en meisjes tot mannen en vrouwen worden gevormd), man/vrouwbeelden (hoe vrouwelijkheid/mannelijkheid gestalte krijgt in cultuurproducten), V/M-verhoudingen in b.v. geschiedenis, sport, religie of onderwijs.

Studiemateriaal

Er wordt gebruik gemaakt van volgend studiemateriaal:

  • Handboek
  • Artikels en literatuur
  • Presentatiesoftware
  • Toledo

Op het handboek na, dat kan aangekocht worden of uitgeleend in een bibliotheek, wordt alle cursusmateriaal als PDF ter beschikking gesteld via Toledo. 

Toelichting werkvorm

Donderdagavond, 18-20u, Leuven, jaarvak - start eind oktober 2023 en loopt door tot eind maart 2024. Meer info over de planning en aula wordt gecommuniceerd via Toledo.

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens principes van blended learning, waarbij contactonderwijs (face-to-face) en online leren kunnen worden gecombineerd. De concrete invulling wordt gecommuniceerd via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Genderstudies (B-KUL-S2B88a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Examenkenmerken
De evaluatie gebeurt op basis van een schriftelijk gesloten boek examen met een combinatie van open vragen (ong. 2/3 van eindtotaal) en multiple choice vragen (ong. 1/3 van het eindtotaal) (giscorrectie wordt toegepast).

Het examen vindt plaats buiten de normale examenperiode (mogelijk,  maar nog te bevestigen),  tijdens de laatste lesweek in mei 2025. Datum, uur en plaats worden ook gecommuniceerd via Toledo. 

Voor studenten die omwille van (door de ombudsdienst goedgekeurde) omstandigheden op een ander moment dan het regulier vastgestelde examenmoment examen afleggen, kan een andere examenvorm gelden.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het eindresultaat wordt berekend door de titularis van het vak en uitgedrukt met een geheel getal op 20. 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

Voor studenten die omwille van (door de ombudsdienst goedgekeurde) omstandigheden op een ander moment dan het regulier vastgestelde examenmoment examen afleggen, kan een andere examenvorm gelden.

Toelichting bij herkansen

Zie ‘Toelichting’ onder ‘Evaluatieactiviteiten’ voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W0AE0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters
Pattyn Bart (coördinator) |  Pattyn Bart |  Vermeiren Florian (plaatsvervanger) |  d'Hoine Pieter

Doelstellingen

Het interfacultair college ‘Lessen voor de 21ste eeuw’ biedt een staalkaart van actuele onderzoeksthema’s in 13 lessen. Docenten uit verschillende disciplines brengen een relevant thema ter sprake dat hen nauw aan het hart ligt.  Elk jaar komen andere thema's aan bod. Dit initiatief biedt een unieke gelegenheid over de grenzen van de vakdisciplines heen te kijken en de horizon te verbreden. Het komt tegemoet aan de idee van een universiteitsbrede algemene vorming. Specifiek en bijzonder motiverend voor studenten van de KU Leuven is het feit dat deze interfacultaire lessencyclus als keuzeopleidingsonderdeel - met het daarbij horende examen - kan worden opgenomen in het studieprogramma van elke faculteit.

Deze lessenreeks richt zich verder ook tot alle leden van de universitaire gemeenschap en andere belangstellenden om aldus bij te dragen tot de realisatie van het idee van de Universitas omnium scientiarum.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W0AE0a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters
Pattyn Bart |  Vermeiren Florian (plaatsvervanger) |  d'Hoine Pieter

Inhoud

Programma 2024-2025

  • 28 oktober, Bart De Strooper, Hoop aan de Alzheimer horizon
  • 4 november, Stijn Daniels, Nul verkeersdoden: utopie of realistisch doel?
  • 18 november, Raf Van Rooy, Het succes van het Leuvense Drietalencollege, het MIT van de 16de eeuw? 
  • 25 november, Brecht Van Hooreweder, 3D printen van polymeren, metalen en technische keramieken: hype of revolutie?
  • 2 december, Christian Maes, De fysica van het leven en voor het leven
  • 9 december, Tom Daems, Preventie van foltering en onmenselijke of degraderende behandeling of bestraffing
  • 16 december, Johan Swinnen, Krijgen we kanker ooit de wereld uit?
  • 10 februari, Violet Soen en Wouter Druwé, Stichtingsdocumenten en collegenotities: over wat officieel en in de praktijk werd gedoceerd aan de oude Leuvense universiteit 
  • 17 februari, Nicolas Standaert, Service learning: de samenleving als klaslokaal
  • 24 februari, Rudi Laermans, Van radicaal naar classic: Fase van Anne Teresa De Keersmaeker / Rosas meer dan veertig jaar later (i.s.m. STUK – Danserfgoed)
  • 3 maart, Pieter Dhondt, Een rijks-, katholieke of helemaal geen universiteit in Leuven? Omwentelingen in het universitaire landschap tussen 1815 en 1835
  • 10 maart, Kaat Wils en Christiaan Aart Engberts, American Dreams: contacten tussen Leuvense en Amerikaanse studenten en professoren in de 19de en vroege 20ste eeuw
  • 17 maart, Mark Derez, De splitsing van de Leuvense Universiteit
  • 24 maart, Sarah Vansteenkiste, Krapte op de arbeidsmarkt: prognoses, uitdagingen en de rol van universitaire vorming
  • 31 maart, Koen Debackere, De innovatieve rol van onze universiteit

Website: www.hiw.kuleuven.be/lessen 

 

Studiemateriaal

De teksten van de lessen worden gepubliceerd en zullen bij het einde van de reeks ter beschikking zijn: http://www.hiw.kuleuven.be/ned/lessen/

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W2AE0a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het examen is een schriftelijk examen, type essayvragen en vindt plaats op maandag 26 mei 2025. Voor de derde examenperiode is een examen gepland op maandag 11 augustus 2025.

  • Lesgevers geven na afloop van hun les examenvragen door aan de coördinatoren van het opleidingsonderdeel.
  • Daaruit wordt telkens één vraag opgenomen in de lijst met voorbeeldvragen die via Toledo aan de studenten wordt doorgegeven.
  • Uit de overige vragen worden voor het examen drie reeksen van drie vragen opgesteld. De studenten worden in drie groepen verdeeld en krijgen op het examen elk één van de drie reeksen vragen.
  • Het examen is open boek. 
  • De studenten krijgen twee uur de tijd om het examen af te leggen.
  • De vragen worden verbeterd door de lesgevers die de desbetreffende vraag hebben ingediend.
  • De uitslagen worden samengebracht door de academisch verantwoordelijke. In geval er zich problemen voordoen (bv. onvoldoendes) contacteert hij de betrokken lesgever.
  • Op basis van de scores op de drie examenvragen stelt de academisch verantwoordelijke het definitieve examenresultaat vast.
  • De academisch verantwoordelijke bezorgt de uitslagen aan de verschillende examencommissies.

ECTS Studium generale: mens- en wereldbeelden (B-KUL-W0AH4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Van Puyvelde Peter (coördinator) |  Allacker Karen |  Ramon Delphine (plaatsvervanger) |  D'hooge Jan |  Samoy Ilse |  Tampère Chris |  Van Puyvelde Peter |  Vermeiren Florian  |  Minder Meer

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel wil de student een multidisciplinaire algemene vorming bieden om als kritische intellectueel te kunnen functioneren in de samenleving. Als dusdanig draagt het bij tot een van de belangrijke vormingsdoelen die de KU Leuven naar voren schuift in haar Visie op onderwijs en leren.

Leerresultaten

- De student heeft inzicht in het statuut van wetenschappelijke kennis en in de variëteit aan wetenschappelijke methoden.
- De student kent de draagwijdte van het gebruik (en misbruik) van cijfers in wetenschappelijk onderzoek en heeft aandacht voor de meest voorkomende denkfouten, zoals het verschil tussen correlatie en causaliteit.
- De student kan disciplinaire kennis plaatsen in een interdisciplinair perspectief en in een breed cultuurhistorisch perspectief.
- De student heeft inzicht in een aantal concrete maatschappelijke vraagstukken en kan ze benaderen vanuit verschillende perspectieven; op basis daarvan kan de student een gefundeerd standpunt innemen, rekening houdend met waarden en maatschappelijke impact.

Begintermen

Studenten hebben basiskennis binnen hun eigen discipline.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Studium generale: mens- en wereldbeelden (B-KUL-W0AH4a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Studenten volgen de algemene module (4 sessies) en kiezen uit het aanbod twee interdisciplinaire modules (4 sessies elk). Tijdens een eerste inleidende sessie krijgen de studenten de nodige informatie over de opbouw van het opleidingsonderdeel en de manier waarop het wordt geëvalueerd.

De algemene module is verplicht voor alle studenten en bevat een aantal belangrijke cultuurhistorische en methodologische inzichten in wetenschappelijke kennis en de diversiteit tussen disciplines, met daarnaast aandacht voor kwesties als statistische denkfouten, wetenschapsfraude, bias en perceptie.

Vervolgens kiest elke student 2 thematische modules. Elke module wordt verzorgd door een interdisciplinair team van 3-4 lesgevers. Naast uiteenzettingen wordt binnen elke module ook ruimte gemaakt voor onderlinge discussie tussen studenten van verschillende disciplines.

Voorbeelden van thematische modules die kunnen worden uitgewerkt:

  • Materie, tijd en (ontstaan van) leven
  • Vrijheid en determinisme in menselijk gedrag
  • Taal, communicatie en identiteit
  • Perspectieven op geschiedenis, tijd en ruimte
  • Genetica en biotechnologie
  • Milieu, ruimtegebruik en voedselproductie
  • Biodiversiteit en global change
  • Economische ontwikkeling, armoede en crisis
  • Multiculturalisme, natievorming en global justice
  • Ongelijkheid, emancipatie en diversiteit
  • Uitdagingen in de zorg
  • Het Europese project

 

Studiemateriaal

Cursustekst voor de algemene module

Teksten en Powerpoint presentaties voor de specifieke modules worden ter beschikking gesteld via Toledo

Toelichting werkvorm

Interactieve colleges

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Studium generale: mens- en wereldbeelden (B-KUL-W2AH4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Wat verwachten we van de studenten om te kunnen slagen? 

(1) De studenten zijn verplicht aanwezig tijdens alle sessies van de algemene module en de twee bijzondere modules die hen worden toegewezen. De studenten verwittigen afwezigheid voor aanvang van de sessie aan de coördinator van Studium Generale en attesteren de reden van afwezigheid met een officieel bewijsstuk (bv. doktersattest van de dag van de sessie).

(2) De studenten participeren actief aan de vierde sessie van de twee bijzondere modules, die de vorm zal aannemen van een debat, gemodereerd door de coördinator van de bijzondere module. De studenten bereiden ook de hen toegewezen taak voor die het debat zal voeden. Het einddoel van de debatsessie is te komen tot een ‘standpuntnota’ waarin de studenten een paar bezorgdheden / acties blootleggen rond het thema van de bijzondere module die volgens hen door de academische overheid in overweging genomen moeten worden (via onderwijs, onderzoek en/of dienstverlening).  

Toelichting bij herkansen