Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Leuven)

CQ Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Leuven)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de verkorte master in de maatschappijwetenschappen.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

 

 

Toelatingsvoorwaarden

Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2023/opleidingen/n/SC_54743912.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

De educatieve master:

OLR1) Beschikt over aantoonbare en gevorderde kennis en wetenschappelijk inzicht in de gekozen vakdisciplines binnen het multidisciplinaire domein van de maatschappijwetenschappen (sociale wetenschappen en/of recht) en/of de filosofie, de gekozen vakdidactiek gekoppeld aan de vakdisciplines en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders (m.i.v. onderwijstechnologische expertise). De student heeft inzicht in de interactie tussen deze drie domeinen en kan deze geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.

OLR2) Kan vanuit de erkenning van diversiteit verschillende vormen van diversiteit herkennen en er adequaat, kritisch en verantwoord mee omgaan in alle aspecten van het educatieve handelen.

OLR3) Zoekt actief naar en analyseert kritisch wetenschappelijk onderzoek binnen de drie eerdergenoemde domeinen en kan zelfstandig en op wetenschappelijke wijze onderwijsrelevant onderzoek ontwerpen en uitvoeren. De student stuurt op basis hiervan autonoom de eigen praktijk bij en neemt initiatief om de resultaten en hun implicaties actief te dissemineren binnen de educatieve context.

OLR4) Kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden:
a)  zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b)  vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c)  op groeps- en organisatieniveau;
d)  aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e)  met aandacht voor taalsensitief leren;
f)  m.i.v. het ontwerpen en selecteren van leermaterialen.

OLR5) Kan leer- en onderwijsprocessen planmatig proactief organiseren en begeleiden:
a)  zowel zelfstandig als in samenwerkingsverband;
b)  vanuit een vakeigen, multi- en interdisciplinair perspectief;
c)  op groeps- en organisatieniveau;
d)  aangepast aan de beginsituatie van alle lerenden;
e)  met aandacht voor taalsensitief leren;
f)  via een efficiënt klasmanagement;
g)  m.i.v. het kritisch evalueren en bijsturen van de leer- en onderwijsprocessen, en aanpassen van leermaterialen;
h)  m.i.v. het evalueren en terugkoppelen van de leeruitkomsten van de lerenden.

OLR6) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband een positief leer- en leefklimaat op groepsniveau creëren, uitbouwen, wetenschappelijk verantwoorden, kritisch evalueren en bijsturen, met oog voor het emotionele en fysieke welzijn van elke lerende, en gericht op (de voorbereiding van) maatschappelijke participatie.

OLR7) Kan zelfstandig en in samenwerkingsverband processen op organisatieniveau met betrekking tot een positief leer- en leefklimaat onderzoeksgericht analyseren en een leidende rol opnemen in het optimaliseren en opstellen van nieuwe wetenschappelijk onderbouwde processen. De student is in staat om deze processen, vanuit een multi- en interdisciplinair perspectief, kritisch te evalueren en bij te sturen.

OLR8) Kan helder communiceren met lerenden, schoolteam, ouders/verzorgers en externen. De student kan de effectiviteit van de communicatie aftoetsen en zo nodig de communicatie bijsturen.

OLR9) Kan een beargumenteerd standpunt innemen over, en actief deelnemen en bijdragen aan het (inter)nationale publieke debat over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen binnen het brede domein van de maatschappijwetenschappen (sociale wetenschappen en/of recht) en/of de filosofie en binnen de gekozen vakdidactiek met betrekking tot de maatschappijwetenschappen (sociale wetenschappen en/of recht) en/of de filosofie rekening houdend met pedagogisch-onderwijskundige kaders.

OLR10) Kan initiatief en verantwoordelijkheid nemen om zelfstandig en in samenwerkingsverband te innoveren met betrekking tot onderzoek en onderwijs en uit te voeren op groeps- en organisatieniveau.

OLR11) Kan zich autonoom en proactief documenteren over juridische en administratieve aspecten van het leraarschap en kan hieruit zowel zijn/haar eigen rechtspositie en deontologie, als die van de lerenden, afleiden en duiden.

OLR12) Heeft kennis van en houdt rekening met ethische en deontologische regels van het wetenschappelijk onderzoek. De student voert onder begeleiding zelfstandig (onderwijs)onderzoek met een focus op het belang van maatschappelijke aspecten nauwgezet uit, onthoudt zich van plagiaat, communiceert de resultaten genuanceerd en waarheidsgetrouw, inspelend op onderwijsontwikkelingen, huidige en toekomstige maatschappelijke debatten en beschrijft de onderzoeksmethoden en -resultaten (gelinkt aan de gekozen vakdisciplines en vakdidactieken) op zo’n manier dat ze geverifieerd kunnen worden.

OLR13) Kan de gevorderde inhoudelijke kennis van en verworven vaardigheden gerelateerd aan de verschillende gekozen vakdisciplines en gekozen vakdidactieken van het multidisciplinaire domein van de maatschappijwetenschappen (sociale wetenschappen en/of recht) en/of de filosofie integreren en adequaat aanwenden binnen de opleiding en in het brede onderwijslandschap en maatschappelijk veld (bijvoorbeeld als toekomstige leraar, onderwijscoördinator, onderwijsbeleidsmedewerker, onderwijsondersteuner, vormingswerker of onderwijsbeleidsanalist).

OLR14) Kan relevante maatschappijwetenschappelijke en/of filosofische bronnen en informatie opzoeken, selecteren, analyseren, synthetiseren, kritisch evalueren en inzetten voor het beantwoorden van onderwijsvraagstukken.

OLR15) Kan zowel mondeling als schriftelijk rapporteren, presenteren aan en beargumenteerd debatteren met vakgenoten rond vakdidactische en pedagogisch-onderwijskundige theorieën, (eigen) onderzoek en onderwijsbeleidskwesties en de integratie van theorie, onderzoek en onderwijsbeleid.

Vormingsdoelen EM maatschappijwetenschappen

De educatieve master:

VD1) Beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding in de verschillende vakdisciplines binnen het multidisciplinaire domein van de maatschappijwetenschappen (sociale wetenschappen en/of recht) en/of de filosofie, in de gekozen vakdidactiek gekoppeld aan de vakdisciplines en in het algemene pedagogisch-onderwijskundige domein, met aandacht voor creativiteit en duurzaamheid. De student is daarbij in staat en bereid om te reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsvisie en -praktijk en deze kritisch te bevragen en bij te sturen. 

VD2) Erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit (onder meer binnen grootstedelijke contexten), ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan, en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om. 

VD3) Ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van continue professionele ontwikkeling voor de verschillende vakdisciplines binnen het multidisciplinaire domein van de maatschappijwetenschappen (sociale wetenschappen en/of recht) en/of filosofie, vakdidactiek gekoppeld aan de vakdisciplines en het algemeen pedagogisch-onderwijskundig domein inzake zijn/haar educatieve handelen, en toont daarbij bereidheid en enthousiasme om te innoveren. 

VD4) Interesseert zich voor actualiteit en voor onderwijs in het algemeen, en toont betrokkenheid en engageert zich voor het vakgebied en het (vak)didactisch handelen als pedagogisch-onderwijskundig expert.

VD5) Heeft kennis van en houdt rekening met ethische en deontologische regels binnen de discipline, de professionele educatieve praktijk en binnen het wetenschappelijke onderzoek in het algemeen. 

 

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_MA_Educatieve master maatschappijwetenschappen.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Leuven)

programma

Studenten kunnen opleidingsonderdelen van andere vestigingsplaatsen in hun studieprogramma opnemen. Voor het aanbod van vakdidactieken op alle locaties, zie deze website.

Voor meer informatie over de opleiding, zie deze website.

Voor het samenstellen van het individueel studieprogramma neemt de student contact op met de studieloopbaanbegeleider.

Voor een aantal keuzeopleidingsonderdelen wordt het toegelaten aantal studenten beperkt. Indien dit van toepassing is wordt dit vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel.

printECTS33.xsl

ECTS Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A01D9A)

5 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

  • De studenten verwerven de kennis en de geijkte terminologie omtrent de problematiek van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit. Welke elementen en dynamieken constitueren de collectieve identiteit van een onderwijsinstitutie? Waaruit bestaat de specificiteit van een katholieke schoolidentiteit? Hoe verhouden zich katholieke identiteit en levensbeschouwelijke pluraliteit? Voor welke uitdagingen ziet het Vlaamse onderwijs zich vandaag geplaatst, en wat is de aanleiding van de huidige crisis? Welke theoretische opties dienen zich aan om deze uitdagingen van antwoord te dienen? 
  • De studenten vormen zich tot bekwame analisten en interpretatoren van levensbeschouwelijke/katholieke identiteit van hun school (descriptieve analyse en interpretatie van de werkelijkheid). Ze leren om de identity markers, die de typische eigenheid van een onderwijsinstitutie bepalen, te herkennen, te interpreteren, en aan anderen te communiceren.
  • De studenten bekwamen zich in het efficiënt reflecteren en zinvol oordelen over de normativiteit van hedendaagse levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit (normatieve beoordeling van de werkelijkheid).
  • De studenten worden uitgenodigd een eigen houding te ontwikkelen ten aanzien van de identiteit van een school. Van hen wordt verwacht hun visie op de levensbeschouwelijke identiteit van de school te bereflecteren, te verdiepen, en te confronteren met de normatieve visie van het katholiek onderwijs in Vlaanderen.
  • De studenten verwerven de competenties om, vanuit een hermeneutisch-communicatief perspectief, in concrete situaties mee vorm te geven aan levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.

Begintermen

  • Bereidheid tot kritische reflectie en persoonlijke vorming, met het oog op het verder ontplooien van een eigen visie op levensbeschouwelijke schoolidentiteit, in dialoog met de visie uit de cursus.
  • Basis computervaardigheden zijn wenselijk.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Theologie, Religie en Onderwijs (B-KUL-A01D9a)

5 studiepunten : Opdracht 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

  • Studenten worden in dit vak uitgedaagd om diepgaand kennis te maken met het empirische identiteitsonderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit zoals dat aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen vorm kreeg. Dit identiteitsonderzoek werd theoretisch en empirisch ontwikkeld binnen het Centrum Academische Lerarenopleiding Theologie en Religiewetenschappen in de context van het ‘Enhancing Catholic School Identity Project (ECSI)’ in opdracht van de Catholic Education Commission of the Australian federal state of Victoria (CECV). De focus van dit onderzoek is de levensbeschouwelijke identiteit van onderwijsinstellingen, die vandaag voor de uitdaging staan om hun identiteit te recontextualiseren in een detraditionaliserende en pluraliserende samenleving. Het is dit onderzoek waarbinnen het concept ‘katholieke dialoogschool’ tot stand kwam dat intussen ook in Vlaanderen is overgenomen als basis voor de identiteit van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
  • Studenten verkennen de theoretische identiteitsmodellen die aan de grondslag liggen van dit onderzoek, en worden geïntroduceerd in de typologische attitudeschalen verbonden met deze modellen. De studenten verwerven inzicht in de componenten en dynamieken van levensbeschouwelijke schoolidentiteit, en een praktische vertrouwdheid met de gehanteerde empirische methodologie.
  • Studenten worden in dit vak, doorheen deze online webmodule, uitgedaagd te reflecteren over persoonlijke, professionele en institutionele identiteit. De studenten worden telkens uitgenodigd standpunt in te nemen ten aanzien van deze identiteitsmodellen, om vervolgens hun visie te verdiepen en te confronteren met de normatieve theologische visie (cfr. hierboven).

Studiemateriaal

  • Een online webmodule, een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’ bestaande uit 5 grote delen, introduceert de student stapsgewijs in het denken rond levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit, aan de hand van ervaringsgerichte oefeningen, empirisch onderzoek, literatuur, verdiepende reflectieoefeningen, enzovoort. 
  • Bij het begin van elk deel van de online webmodule wordt een cursus reader voorzien, met enerzijds verplichte literatuur ter ondersteuning en anderzijds optionele literatuur ter verdieping van de inhoud van de cursus.
  • De studenten verkrijgen hun eigen resultaat inzake de drie theoretische identiteitsmodellen (PKG Schaal, Melbourne Schaal, Victoria Schaal) op basis van de ingevulde vragenlijsten. De studenten dienen ten laatste vijf werkdagen voor het examen de resultaten van de eigen schaalresultaten aan de docent te bezorgen (didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.
  • Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Toelichting onderwijstaal

De gehanteerde MOOC is volledig in het Nederlands vertaald.

Toelichting werkvorm

  • De studenten verwerven in dit vak kennis en competenties door het volgen van een Nederlandstalige versie van de MOOC ‘Enhancing Catholic School Identity (ECSI)’. Deze MOOC (Massive Open Online Course) met beeldmateriaal, kennisclips, vragenlijsten, oefeningen, casussen en feedback wordt in zelfstudie doorlopen. De MOOC is een digitale leeromgeving, waarbij de student autonoom leert en reflecteert over het theoretisch en empirisch onderzoek naar levensbeschouwelijke/katholieke schoolidentiteit.
  • In een gemeenschappelijke startvergadering wordt de opzet van het vak en deze werkvorm toegelicht. Elke student krijgt een persoonlijke begeleider van het Centrum Academische Lerarenopleiding godsdienst.
  • Na de startvergadering kan de student van start gaan met het doornemen, verwerken en invullen van de online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC.
  • Er worden feedbackmomenten voorzien waarin de student individueel vragen en bedenkingen kan bespreken en waarin samen gereflecteerd kan worden over het afgelegde traject. De student is verplicht minstens één feedbackmoment in te bouwen en kan maximaal drie feedbackmomenten opnemen. Een feedbackmoment kan telkens worden aangevraagd indien de student één deel van de MOOC heeft afgewerkt, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) en/of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • Het opleidingsonderdeel mondt uit in een examengesprek met de betrokken docent. Op het examen krijgt de student empirische data en casussen voorgelegd en worden de persoonlijke resultaten van de student van de verschillende schalen besproken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Theologie, religie en onderwijs (B-KUL-A21D9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Computer, Cursusmateriaal

Toelichting

Evaluatievorm

Type: Permanente evaluatie in combinatie met een examengesprek tijdens de examenperiode

Evaluatievorm: procesevaluatie, productevaluatie en mondeling examen

Vraagvormen: open vragen

Leermateriaal: online webmodule en bijhorende cursus reader

 

Het eindresultaat komt tot stand op basis van de volgende soorten evaluatie:

  • Proces- en productevaluatie (inzet en online module): 30%
  • Mondeling examen: 70%

 

De procesevaluatie houdt rekening met de motivatie van de student, het nakomen van afspraken, het volgen van richtlijnen, het nemen van de eigen verantwoordelijkheid voor dit zelfstudietraject, en de stiptheid en de kwaliteit van de communicatie met de begeleider. De productevaluatie focust op inhoud en vorm van de geleverde prestatie in de webmodule: de mate waarin inzicht, kennis en competenties verworven werden, de wijze waarop men in staat is dit te communiceren, enzovoort.

Het mondelinge examengesprek peilt naar de kennis en de verwerking van de leerinhouden die aangeboden worden door de webmodule (cognitief, intellectueel), alsook naar de persoonlijke toeëigening van de leerinhouden en de persoonlijke groei van de student(e) (persoonlijk, existentieel). Het mondeling examen bestaat uit drie elementen: de bespreking van grafieken, van casussen en de eigen resultaten op de verschillende schalen. De student dient bij het examen de eigen resultaten van elke schaal (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) op papier mee te nemen. 

 

Tijdslijn

Na de startvergadering kan de webmodule doorlopen worden. Wanneer één onderdeel van de module voltooid is, kan men een feedbackmoment aanvragen. Men is verplicht minstens één feedbackmoment aan te vragen. Maximaal kunnen er drie feedbackmomenten plaatsvinden. De online webmodule, de Nederlandstalige versie van de MOOC, moet afgewerkt zijn uiterlijk de maandag voor de examenperiode waarin men een punt wenst te behalen. Vervolgens vindt een examengesprek plaats tijdens de gekozen examenperiode.

De student vraagt tijdig een feedbackmoment via e-mail aan bij zijn/haar begeleider. Hierbij dient de student rekening te houden met de volgende zaken:

  • Bij het aanmaken van een account voor de online webmodule wordt gevraagd om gebruik te maken van de studentenmail. Wanneer een feedbackmoment wordt aangevraagd, dient de student duidelijk te vermelden met welk e-mail adres hij/zij gebruik maakt van de module. Op die manier kan de begeleider het traject van de student inkijken en de gepaste begeleiding geven bij het feedbackmoment.
  • De student geeft duidelijk aan over welk deel van de MOOC hij/zij een feedbackmoment wil plannen, met name ‘Persoonlijke Identiteit’ (1), ‘Institutionele Identiteit’ (2), ‘Professionele Identiteit’ (3), ‘Synthese’ (4) of ‘Van Individuele Identiteit naar Schoolidentiteit’ (5).
  • De student zorgt ervoor dat, bij het aanvragen van een feedbackmoment, het desbetreffende deel is afgewerkt zodat de begeleider dit deel van de MOOC volledig kan inzien en doornemen.
  • Ter voorbereiding van het feedbackmoment formuleert de student 3 vragen met betrekking tot het deel van de MOOC dat besproken wordt. Deze 3 vragen worden via e-mail mee doorgestuurd naar de begeleider. Deze 3 vragen worden besproken tijdens het feedbackmoment.

Startvergadering

Maandag 02-10-2023, 16.00-18.00u, MTC 02.15

 

Individuele feedbackmomenten
De student is verantwoordelijk om tijdig een afspraak te maken met de eigen modulebegeleider voor een feedbackmoment. Per e-mail maakt de student een afspraak met zijn/haar begeleider en vermeldt daarbij duidelijk over welk deel van de module de student feedback wenst te verkrijgen. Uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan het feedbackmoment heeft de student het desbetreffende deel van de module afgewerkt. 
 

Deadlines examenperiode (afwerken van de module)

  • Eerste examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Tweede examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode
  • Derde examenperiode: de maandag vóór de start van de examenperiode

De student dient de Nederlandstalige versie van de MOOC volledig te hebben afgewerkt ten laatste de maandag van de week voor de start van de examenperiode waarin de student het examen wil afleggen en een punt wenst te behalen. De student laat ten laatste op die maandag voor de examenperiode aan zijn/haar begeleider weten dat de cursus volledig doorlopen is, zodat de begeleider het afgelegde traject van de student kan beoordelen (proces- en productevaluatie). Dit gebeurt via e-mail aan de begeleider, met de titularis in cc. De student is verantwoordelijk voor het vragen van bevestiging van ontvangst.

In de gekozen examenperiode volgt een examengesprek waarin het afgelegde traject beoordeeld wordt.

Belangrijk: de eigen grafiekresultaten (PKG Schaal, Melbourne Schaal en Victoria Schaal) worden 5 werkdagen voor het examen elektronisch ingeleverd (via e-mail aan didier.pollefeyt@kuleuven.be). Op het examen zelf brengt de student de eigen grafiekresultaten ook op papier mee.

ECTS Onderwijsrecht (B-KUL-C03K7A)

6 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester
Willems Kurt |  Maes Evelyne (plaatsvervanger)

Doelstellingen

- Inzicht verwerven in structuren en fundamentele juridische vragen van het onderwijsrecht
- Attitude bijbrengen van aandacht voor de (soms moeilijke) interactie tussen onderwijskunde/onderwijsverhoudingen en het recht
- Vaardigheid bijbrengen in het uitklaren van specifieke vragen van onderwijsrecht.
- Onderwijsrecht als multidisciplinair recht benaderen
- Inzicht in de maatschappelijke relevantie van onderwijsrecht in een open en pluralistische grondrechtensamenleving

Studenten uit niet-juridische opleidingen vertrouwd maken met het juridisch begrippenarsenaal en de juridische methodologie, speciefiek met het oog op de mogelijkheid aan te sluiten bij een verdiepende juridische studie van het onderwijsrecht.

Begintermen

Belangstelling voor het onderwijsrecht en het onderwijsgebeuren.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderwijsrecht, m.i.v. discussiecolleges (B-KUL-C03K6a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Willems Kurt |  Maes Evelyne (plaatsvervanger)

Inhoud

Een algemene inleiding maakt de studenten wegwijs in het onderwijsrecht. Aan de hand van capita selecta worden vervolgens de vragen uitgediept waar het onderwijsrecht vandaag mee geconfronteerd wordt. De thema's worden zo geselecteerd dat ze toelaten de achtergronden van actuele discussies te verhelderen en doordringen in fundamentele vragen over grondrechten en rechtsbescherming, bevoegdheid, verhouding publiek - privaat en de technische consequenties daarvan.De afweging tussen de rechten, belangen en verwachtingen van de inrichters van het onderwijs, van de overheid en van de gebruikers ervan zijn een rode draad doorheen de colleges. De analyse van de rechtspraak van de hoogste rechtscolleges verheldert de concrete inhoud. 

Volgende thema's kunnen o.a. aan bod komen: examenbetwistingen, tuchtrecht voor leerlingen, delontologie van de leerkracht, neutraliteit in onderwijs, levensbeschouwelijke tekens in onderwijs, aansprakelijkheid in schoolcontext, leersteundecreet,...

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld tijdens de lessen.

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges.

Bij dit opleidingsonderdeel worden discussiecolleges georganiseerd. De discussiecolleges hanteren een activerende onderwijsvorm. Aanwezigheid bij deze discussiecolleges is daarom verplicht en wordt gecontroleerd. De planning, invulling en wijze van controle van deelname bij de discussiecolleges en bijhorende voorbereidende opdrachten, worden bij aanvang van het semester door de titularis meegedeeld.

Bij dit opleidingsonderdeel worden discussiecolleges georganiseerd. De discussiecolleges hanteren een activerende onderwijsvorm. Aanwezigheid bij deze discussiecolleges is daarom verplicht en wordt gecontroleerd. De planning, invulling en wijze van controle van deelname bij de discussiecolleges en bijhorende voorbereidende opdrachten, worden bij aanvang van het semester door de titularis meegedeeld. Ongewettigde afwezigheid kan resulteren in een opgelegde vervangtaak, een maluspunt of het wegvallen van een aan aanwezigheid gekoppeld bonuspunt, afhankelijk van de regeling die bij aanvang van het opleidingsonderdeel wordt gecommuniceerd.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

C03K6B : Onderwijsrecht, m.i.v. discussiecolleges

Inleiding tot het onderwijsrecht (B-KUL-C03K7a)

3 studiepunten : College 13 Tweede semesterTweede semester
Willems Kurt |  Maes Evelyne (plaatsvervanger)

Inhoud

Voor het onderdeel onderwijsrecht: Een algemene inleiding maakt de studenten wegwijs in het onderwijs­recht. Aan de hand van capita selecta worden vervolgens de vragen uitgediept waar het onderwijsrecht vandaag mee geconfron­teerd wordt. De thema's worden zo geselecteerd dat ze toelaten de achtergronden van actuele discussies te verhelderen en doordringen in fundamentele vragen over grondrechten en rechtsbe­scherming, bevoegdheid, verhouding publiek - privaat en de technische consequenties daarvan.
De afweging tussen de rechten, belangen en verwachtingen van de inrichters van het onderwijs, van de overheid en van de gebruikers ervan zijn een rode draad doorheen de colleges. De analyse van de rechtspraak van de hoogste rechtscolleges verheldert de concrete inhoud. 

*

Voor het onderdeel inleiding tot het recht: Hiërarchie der bronnen, relevante juridische begrippen, heuristiek en methodologie telkens met focus op het onderwijsrecht.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt tijdens de lessen ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijsrecht (B-KUL-C23K7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex

Toelichting

De studenten krijgen drie examenvragen.

Een eerste vraag betreft een kennisvraag met betrekking tot een onderdeel van de cursus.
De tweede vraag is een casus. De studenten stellen een mogelijke en zinvolle oplossing voor deze casus voor, gebruik makend van de kennis en inzichten verworven in de colleges en door de studie van het studiemateriaal.
De derde vraag is een open opiniërende stelling die door studenten wordt becommentarieerd vanuit het juridisch kader. De studenten moeten deze stelling binnen het bredere maatschappelijke debat kunnen kaderen.

De vragen hebben betrekking op verschillende onderdelen van de cursus. De studenten die de 6 stptn variant van het vak volgen, mogen zelf kiezen over welk onderwerp ze een opiniërende stelling willen beantwoorden.

Het examen is een gesloten boek examen. Wetteksten mogen worden gebruikt tijdens het examen.

ECTS Jeugdbeschermingsrecht (B-KUL-C04D8B)

3 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

Algemeen:
• kan de student de algemene beginselen, de begrippen en de technieken van het jeugdbeschermingsrecht omschrijven en hanteren
• kan de student de organisatie en werking van de vrijwillige en gerechtelijke jeugdhulp en van het jeugddelinquentierecht uitleggen
• kan de student de betekenis en samenhang van het beleid inzake jeugdbescherming en de achterliggende waarden en ideeën aanduiden en hanteren

Kennen:
• kan de student het jeugdbeschermingsrecht in de breedte en diepte beschrijven, zowel het wettelijk-institutioneel kader als de praktijktoepassing ervan
• kan de student verbanden leggen tussen de diverse elementen van het opleidingsonderdeel én tussen dit opleidingsonderdeel en verwante materies (i.h.b. strafrecht en welzijnsrecht)

Kunnen:
• kan de student zelfstandig beperkte probleemstellingen, onderzoeksvragen en concrete cases beantwoorden, hierover rapporteren en discussiëren

Houding:
• kan de student constructief-kritisch, op grond van juridisch redeneervermogen en ethische reflectie, actuele fenomenen inzake jeugddelinquentie en probleemsituaties herkennen, analyseren en becommentariëren

Begintermen

• Kennen: juridische basisvorming, i.h.b. publiekrecht en strafrecht
• Kunnen: begin van zelfstandige wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden
• Houding: kritisch denkvermogen; bijzondere interesse voor de problematiek, zowel wat betreft de jeugdhulp aan jongeren in probleemsituaties (welzijnsrechtelijke invalshoek) [jeugdhulprecht] als wat betreft de maatschappelijke reactie(s) op delinquent gedrag [jeugddelinquentierecht]

Onderwijsleeractiviteiten

Jeugdbeschermingsrecht (B-KUL-C04D8a)

3 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het jeugdbeschermingsrecht regelt de (overheids)interventies t.a.v. kinderen en jongeren die zich in bijzondere probleemsituaties bevinden of die delicten hebben gepleegd. Die interventies betreffen zowel vrijwillige als gerechtelijke maatregelen, veelal uitgevoerd door specifieke diensten en voorzieningen.

De volgende onderdelen komen aan bod:

1. Definitie, begrippen, beginselen en historiek van het jeugdbeschermingsrecht
2. (Inter)nationaalrechtelijk kader
3. Jeugdhulprecht
     3.1. Algemeen
     3.2. Vrijwillige jeugdhulp
     3.3. Gerechtelijke jeugdhulp
4. Jeugddelinquentierecht
     4.1. Algemeen
     4.2. Parketinterventies
     4.3. Onderzoeksfase
     4.4. Berechtingsfase
     4.5. Uithandengeving
5. Jeugdrechtactoren

Daarnaast maakt de student een beknopte reflectiepaper over een onderwerp naar keuze binnen het jeugdbeschermingsrecht (zie 'toelichting werkvorm').

Studiemateriaal

• J. PUT, Handboek Jeugdbeschermingsrecht, Brugge, die Keure, laatste editie, via cursusdienst of Acco
• J. PUT, Wetboek Jeugdrecht, Gent, Intersentia, laatste editie, via cursusdienst of Acco
• Presentaties en achtergrondinformatie via Toledo

Toelichting werkvorm

• Hoorcolleges
• Interactiecolleges: bespreking van en discussie over deelthema's
• Bezoek aan een jeugdinstelling (facultatief)
• Bezoek aan de jeugdrechtbank (facultatief)
• Gastspreker(s) uit de jeugdrechtpraktijk

Elke student maakt ook een reflectiepaper. De student kiest zelf een onderwerp, aan de hand van de themalessen, de bezoeken of de geraadpleegde literatuur. De bedoeling is te komen tot een eigen reflectie over een specifiek thema. Ook niet-juridische onderwerpen zijn mogelijk, indien ze relevant zijn voor het domein en de reflectie ook ingaat op het belang ervan voor het recht of het beleid. Het gekozen onderwerp mag niet samenvallen met de gewone leerstof (dus bv. niet 'uithandengeving'). Ook een overzicht van hoe een voorziening werkt of een verslag van het rechtbankbezoek zijn uitgesloten. De paper mag ten hoogste twee pagina's (+ bronvermelding op het einde) omvatten, waarbij het beschrijvend gedeelte ten hoogste een halve pagina inneemt; het overige deel behandelt argumentaties en persoonlijke stellingnames.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Jeugdbeschermingsrecht (B-KUL-C24D8b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex

Toelichting

Het mondelinge examen bestaat uit kennis-, inzichts- en reflectievragen (die betrekking hebben op verschillende onderdelen van de te kennen leerstof) en de voorstelling van en discussie over de reflectiepaper. Er is een half uur om voor te bereiden (met gebruik van het wetboek, volgens de facultaire regels).
De puntenverdeling is als volgt:
• examenvragen: 15 punten
• reflectiepaper (inhoud en verdediging): 5 punten

Toelichting bij herkansen

In geval van een examen tijdens de tweede zittijd na een niet-geslaagd examen in de eerste zittijd, heeft de student de keuze al dan niet een nieuwe of herwerkte reflectiepaper te maken en te verdedigen. Als hij/zij dat niet doet, worden de punten daarop overdragen naar tweede zit en bestaat het examen enkel uit open vragen. Als hij/zij dat wel doet, verloopt het examen volgens dezelfde modaliteiten als het examen in eerste zittijd.

In geval van een examen tijdens de tweede zittijd, zonder dat een examen is afgelegd tijdens de eerste zittijd, moet de student een reflectiepaper maken en verdedigen. Het examen verloopt dan volgens dezelfde modaliteiten als het examen in de eerste zittijd.

ECTS Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00A)

3 ECTS English 30 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
N. |  Holz Oliver (substitute)

Aims

For this course a numerus clausus is in action, therefore students cannot add the course to their individual study programme themselves. Students who want to take the course, can send a message to the Internationaloffice.feb@kuleuven.be with the subject ‘Teacher Education in an International Perspective’. In the message you state that you want to follow the course and you include your student number and the programme you are enrolled in. As the number of participants is capped, additional selection criteria may apply.

Learning Outcomes:

The student

...has knowledge and scientific insight into general pedagogical-educational frameworks.
…can take a substantiated position on, and actively participate in and contribute to, national and international public debate on current social topics and developments.
…can take initiative and responsibility to independently and actively seek out innovations from the broad field of research and education, to develop them on the basis of scientific research and to implement them at a group and organizational level.

Training objectives:

The student

...has a scientific, investigative approach to their own discipline, teaching methodology and within the general pedagogical-educational domain, with a focus on creativity and sustainability. They are able to reflect on their own educational vision.
…develops a curious attitude in the context of continuous professional development in his/her discipline, didactics and the general pedagogical-educational domain regarding their educational development, showing willingness and enthusiasm to innovate.
...is interested in current affairs and education in general.

Previous knowledge

The LU Leuven student has completed LIMBO 1 or a similar course (to be checked by the teaching staff) and acquired basic knowledge of general pedagogical subjects. The student can also follow LIMBO 1 or a similar course at the same time.

The student is able to understand and interpret results from recent education research and teaching methodology research. The student appreciates the usefulness of such research, but the student also understands that introducing results from education research into the specific education practice (and in specific school subjects) demands a translation procedure and making a comparative assessment.

The student is capable of and willing to study, critically assess and form their own viewpoint about recent developments and challenges with regard to the profession of teacher, the school organisation and the relation between education and society on the basis of theoretical frames and scientific research. Furthermore, the student is capable of and willing to enter into a conversation about their own viewpoint and to adjust this viewpoint if necessary on the basis of new insights.

The student is capable of and willing to develop their own viewpoint in a nuanced and substantiated manner with regard to current matters in the following domains: pedagogical-educational (e.g. vision on learning and support of that), social-political (e.g. visions on education and school policy, relation freedom-control), socio-economic (e.g. education equality, visions and initiatives around that, aspects around diversity), ideological (e.g. pedagogical freedom and diversity) and cultural-scientific (e.g. role of expertise, meaning of educatioal quality).

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS( P0V17A ) OR SIMULTANEOUS( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D0A00a)

3 ECTS : Lecture 30 Second termSecond term
N. |  Holz Oliver (substitute)

Content

The course ‘Teacher Education in an International Persepctive’ will be organized as a Blended Intensive Programme, a sub-programme within the Erasmus program 2021-27.

In addition to students from KU Leuven (educational master), students from 6 teacher training programmes from 5 countries will participate. The foreign students come from Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa.

The OPO consists of a virtual preparation, a contact week in Utrecht (financial supported by the Erasmus+ programme) and a virtual post-processing.

The theme of the 2023-2024 edition is ‘The dynamics of teaching in the 21st century’.

More information about the virtual preparation and post-processing of the course can be found in the explanation of the didactical approach.

The 30 contact hours are set up from Monday 18 to Friday 22 March 2024.

Monday 18 March 2024:

  • Welcome 
  • European integration and collaboration in (teacher) education 
  • Introduction to the week assignment

Tuesday 19 March 2024:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Wednesday 20 March 2024:

  • School visits
  • Visit Amsterdam
  • Dinner in Amsterdam

Thursday 21 March 2024:

  • Parallel sessions about
    • social justice: gender, class and race 
    • multilingualism in education 
    • differentiation  
    • financial literacy 
    • wellbeing etc.
  • Group work

Friday 22 March 2024:

  • Innovation: digital education    
  • Cases 4 Europe
  • Groups meeting with a first sharing ideas of assignment in a workshop

10 Flemish students can register in this course.

Course material

Provided by the (guest) lecturers and made available on Toledo.

Language of instruction: more information

During the blended intensive programme, students from the EM’s KU Leuven, the Association of KU Leuven and students from Cologne, Enschede, Helsinki, Oslo, Stellebosch and Utrecht can participate.

English as a language of instruction is necessary.

Format: more information

Individual assignment - Presentation - Report

The Blended Intensive Programme ‘Teacher Education in an International Perspective’ consists of

  • a virtual preparation
  • contact hours in March 2024 in Utrecht
  • a virtual post-processing

During the preparation, 2 online moments will be provided (end of February and beginning of March 2024). During the first online contact moment, students get to know each other and get an introduction to the course is provided (objectives, programme, study material, evaluation, etc.).

Students study their own education system and their teacher training, as well as the education system and teacher training in Belgium. During the second contact moment, the students are introduced to

  • the education system in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • the teacher training courses in Flanders, Germany, Finland, the Netherlands, Norway and South Africa
  • current educational aspects

The contact hours will be set up between 18 and 22 March 2024 (see explanation content). At the end of the contact week, students present their preliminary results to each other.

After the contact week, the students continue to work on their assignment in groups.

During an online moment after the contact week, students present the final results of the assignment to each other and submit a report on their further processing.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Teacher Education in an International Perspective (B-KUL-D2A00a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Report, Presentation, Participation during contact hours
Learning material : Course material

Explanation

Evaluation characteristics

During an online session, the students present their results regarding the assignment.

The students submit the group report at the latest 7 days after the moment of return.

Determination final result

Evaluation structure – scale 1 to 20

Information about retaking exams

The features of the evaluation and determination of grades are identical to those of the first examination opportunity, as described in the tab 'Explanation'.

ECTS Taalverwerving (B-KUL-F0AR5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

 

- Inzicht verwerven in 'taalverwerving' vanuit een linguïstische, cognitiepsychologische en sociolinguïstische invalshoek.
- Vertrouwdheid verwerven met de concepten en constructen die centraal staan in het onderzoeksdomein 'tweede- en vreemdetaalverwerving'
- Vertrouwdheid verwerven met gangbare onderzoeksmethoden en onderzoeksdesigns in het domein 'tweede- en vreemdetaalverwerving'
- De vaardigheid verwerven om zelf een onderzoeksvraag met betrekking tot taalverwerving in een schoolse context te formuleren en er een passend onderzoeksdesign voor voor te stellen.
- De vaardigheid verwerven om relevante onderzoeksliteratuur te vinden in relevant bibliografische databanken en die in het licht van de cursusinhouden te bespreken.

 

Begintermen

Het eerste jaar van de academische bachelor in de Taal- en Letterkunde of de Taal- en regiostudies met succes hebben afgerond.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Taalverwerving (B-KUL-F0AR5a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus vertrekt van de inhouden die worden aangereikt in het cursus boek: Saville-Troike, M. & Barto, K. (2017) Introducting Second Language Acquisition (3rd edition). Cambridge: CUP. Daarnaast gaat de cursus in op een aantal methodologische aspecten van taalverwervingsonderzoek. 

De thema's die aan bod komen zijn:
1. Inleiding tot de tweede/vreemdetaalverwerving.
2. De fundamenten van tweede/vreemdetaalverwerving.
3. Tweede/vreemdetaalverwerving uit linguïstisch perspectief.
4. Tweede/vreemdetaalverwerving uit cognitie-psychologisch perspectief
5. Tweede/vreemdetaalverwerving uit sociologisch perspectief
6. Taalverwerven uit functioneel perspectief
7. De rol van onderwijs in tweede/vreemdetaalverwerving.
8. Onderzoek naar tweede/vreemdetaalverwerving: inleiding tot de methodologie van SLA onderzoek.
 

Studiemateriaal

Saville-Troike, M. & Barto, K. (2017) Introducing Second Language Acquisition (3rd edition). Cambridge: CUP.
Slides bij de cursus, na elke les gepost op Toledo.
 

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met opdrachten

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Taalverwerving (B-KUL-F2AR5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk

Toelichting

Mondeling examen: de vragen peilen naar

  • kennis van terminologie i.v.m. taalverwervingsonderzoek;
  • inzicht in de samenhang tussen cursusonderdelen;
  • het vermogen om zelf een passend onderzoeksdesign voor een opgegeven onderzoeksvraag voor te stellen

Minipaper

De student select één recent empirisch onderzoeksartikel en bespreekt dat artikel kritisch in het licht van de cursusinhouden.

Het examencijfer wordt als volgt samengesteld:
75% mondelinge examen
25% minipaper

Beide examenonderdelen moeten worden afgelegd om te kunnen slagen. Te laat ingediende minipapers krijgen een 0.

ECTS Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F0VH5A)

6 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

  • Inzicht verwerven in de plaats van CALL binnen de toegepaste taalkunde, in recente tendensen binnen deze discipline, in de methodologie van het CALL onderzoek.
  • In staat zijn de diverse types CALL-applicaties kritisch te beoordelen op basis van inzichten uit het CALL-onderzoek.
  • In staat zijn de resultaten van lopend ontwikkel- en effectiviteitsonderzoek te analyseren en hun implicaties voor taalverwerving en taaldidactiek correct in te schatten.

 

Begintermen

  • Actieve gebruiker van ICT-toepassingen (Internet, tekstverwerking, presentatiesoftware, etc.)
  • Geen technische computerskills (bv. programmeren) vereist

 

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZG3A: Computer assisted language learning
F0ZG2A: Computer assisted language learning

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F0VH5a)

6 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

8 modules, waarvan drie basismodules (1-3) en zeven verdiepende modules die ingaan op CALL voor een specifieke vaardigheid en/of technologie:

1. Afbakening en evolutie van het onderzoeksdomein CALL
2. Evaluatie, effectiviteit en methodologie
3. Recente tendensen
4. Oefenomgevingen
5. Schrijfvaardigheidsondersteuning
6. Natural Language Processing (NLP) en CALL
7. Luistervaardigheid stimuleren in een vreemde taal en de rol van technologie
8. Conversational AI for language learning
9. Adaptiviteit
10. Gaming

Studiemateriaal

  • Toledo-omgeving met modules.             
  • Volledig uitgewerkte syllabus onder de vorm van PPT-presentaties, opgave van secundaire literatuur en weblinks             
  • Stockman, Caroline - Desmet, Piet - Truyen, Fred. 2012. Lex-e-learn. Lexicon voor e-learning. Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Interactief hoorcollege op basis van kritische bespreking van presentaties en van vakliteratuur die in Toledo zijn opgenomen.

Om studenten van de verschillende educatieve masteropleidingen de kans te geven om dit vak te volgen, vinden de lessen online plaats, via technologieën voor hybride afstandsonderwijs. Je neemt live deel aan de les, hetzij in een fysiek lokaal van de KU Leuven, of op een andere plaats vanop je laptop/pc. Je hebt de mogelijkheid om in interactie te treden met de docent en met de andere studenten. Meer informatie vind je op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Computer Assisted Language Learning (B-KUL-F2VH5a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Duur : 15 min. (voorbereiding 30 min).
 
Inhoud 

4 delen :
 
1. Twee concepten verklaren (uit de colleges of Lex-e-learn)
2. Twee applicaties analyseren
3. Een citaat bespreken
4. Een artikel bespreken
 

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans van dit OPO wordt op dezelfde manier georganiseerd als de eerste.

ECTS Literatuur en onderwijs (B-KUL-F0VN4A)

6 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Inzicht verwerven in

  • de plaats van literatuur in onderwijs en maatschappij
  • de doelen van gebruik en studie van literatuur (in brede zin) in het onderwijs
  • het belang van literatuur (in brede zin) in leesonderwijs, leesmotivatie en leesbevordering
  • wetenschappelijk onderzoek over lezen, literatuur en onderwijs
  • verschillende benaderingen in literatuuronderwijs en literatuurdidactiek
  • de mogelijkheden van taal- en vak-overstijgend literatuuronderwijs

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Literatuur en onderwijs (B-KUL-F0VN4a)

6 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In dit vak worden de verschillende facetten van "literatuur en onderwijs" onderzocht. Zowel literatuur als literatuuronderwijs worden daarbij breed opgevat: zowel gebruik als studie van literaire teksten (in ruime in) in verschillende onderwijscontexten. We onderzoeken welke rol literaire teksten kunnen spelen in het onderwijs, welke doelen ze kunnen dienen, en hoe literaire teksten kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van kritische leesvaardigheid. Vervolgens gaan we dieper in op de ontwikkeling van "literair vaardig lezen" als overkoepelend doel voor het literatuuronderwijs: hoe kan deze ontwikkeling in kaart gebracht worden en hoe kunnen we lezers vormen die op een betrokken en kritische wijze kunnen omgaan met literaire teksten? We besteden ook aandacht aan de keuze van geschikte teksten, aan leesbevordering als schools project en aan vakoverschrijdende samenwerking rond literaire teksten.

 

Studiemateriaal

handboek Leerlingen en Literatuur. Hoe Vaardige lezers vormen. LannooCampus. 2021

 

 

Toelichting werkvorm

interactief college, met ruimte voor de inbreng van studenten vanuit hun eigen onderwijservaring of lespraktijk

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Literatuur en onderwijs (B-KUL-F2VN4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het gesloten schriftelijk examen telt mee voor drie vierde van het eindcijfer. De presentatie wordt tijdens het semester in kleine groepjes gegeven en telt mee voor een vierde van het eindcijfer.

 

Toelichting bij herkansen

Voor de herkansing wordt het resultaat van de presentatie overgedragen indien de student hiervoor slaagde.
Studenten die niet slaagden voor de presentatie kunnen online een nieuwe presentatie doorsturen. De verhouding blijft dezelfde: 3/4e op het examen en 1/4e op de presentatie.

ECTS Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0YZ5A)

6 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van Nieuwenhuyse Karel |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker) |  Verstraeten Dries (medewerker)

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO zijn de studenten in staat:

  • Kritisch en gericht lessen MAVO/PAV  evenals leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen, te observeren en te analyseren, op basis van vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur.
  • Zelfstandig krachtige lessen MAVO/PAV evenals leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen te ontwerpen en te realiseren in de complexe realiteit van een secundaire schoolsetting, met oog voor diversiteit van het leerlingenpubliek.
  • Zelfstandig hun lessen MAVO/PAV, evenals leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen, m.i.v. het eigen pedagogisch-didactisch functioneren te evalueren, in termen van de leeropbrengst bij leerlingen, en onderbouwd op basis van relevante argumenten uit de vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur.
  • hun lessen MAVO/PAV, m.i.v. het eigen pedagogisch-didactisch functioneren bij te sturen en te optimaliseren, op basis van kritische reflectie, de vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur, en op basis van de verdieping inzake vakdidactische thema's en technieken uit de seminaries binnen dit en andere OPO’s.
  • samen te werken met medestudenten en/of stagementor en zo bij te dragen aan het eigen leerproces en dat van de medestudenten
  • zelfstandig een informerend gesprek met ouders aan te gaan m.b.t. het leerproces van een leerling
  • om te gaan met een klasgroep van lerenden, met respect voor de eigenheid van de individuele leerling en de diversiteit van de groep
  • aan te tonen dat ze elk van de 10 decretaal bepaalde basiscompetenties van de leraar in voldoende mate hebben bereikt.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming’, en een stagevoorbereidend OPO/OLA van een andere vakdidactiek gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG(F0ZB6A) OF GELIJKTIJDIG( F0BF5A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BF6A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BF7A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BI0A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BF8A )) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A ))


F0ZB6AF0ZB6A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Leuven)
F0BF5AF0BF5A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brugge)
F0BF6AF0BF6A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Aalst)
F0BF7AF0BF7A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Antwerpen)
F0BI0AF0BI0A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brussel)
F0BF8AF0BF8A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Diepenbeek)
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F0YZ5a)

6 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters
Van Nieuwenhuyse Karel |  Huys Sophie (medewerker) |  Medaer Jan (medewerker) |  Piccavet Kelly (medewerker) |  Verstraeten Dries (medewerker)

Inhoud

Binnen de stage PAV-maatschappelijke vorming worden de studenten geacht minimaal deze activiteiten te volbrengen, op de toegewezen scholen (BSO):

  • 5 lesuren PAV-maatschappelijke vorming observeren op de toegewezen school (bij voorkeur in twee graden).
  • Minimum 12 lesuren PAV-maatschappelijke vorming ontwerpen en realiseren in de complexe realiteit van een secundaire schoolsetting, en expliciet rekening houdend met de diversiteit in de klasgroep; 4 van de 12 lesuren mogen in team-teaching worden gerealiseerd.
  • hun lessen PAV-maatschappelijke vorming, m.i.v. het eigen pedagogisch-didactisch functioneren kritisch analyseren en erover reflecteren, bijsturen en optimaliseren, op basis van kritische reflectie en de vakdidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur.
  • Betrokken zijn in 4 leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen, en waar leerlingen al dan niet rechtstreeks bij betrokken zijn (bv. een uitstap, excursie, filmforum, middagactiviteit, oudercontact, klassenraad, vakvergadering …); in elk ervan nemen de studenten een erg actieve rol op, in voorbereiding zowel als uitvoering.

-> Daartoe verwachten we dat studenten gedurende 7 volledige dagen op de stageplaats (toegewezen scholen BSO) aanwezig zijn, en in deze tijd voornoemde activiteiten zoveel als mogelijk inplannen.

  • aanwezig zijn op enkele seminaries in de instelling, die verdieping bieden in aspecten van lesgeven in PAV-maatschappelijke vorming (bv. werkvormen en methodes, breed evalueren, feedback), en in ruimte voorzien voor intervisie. Aan sommige seminaries is een taak gekoppeld. Daarnaast zijn de studenten ook aanwezig op een afsluitend evaluatiegesprek.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Studiemateriaal

Alle documenten die voor de stage relevant zijn. Deze documenten omvatten onder andere vakdidactische literatuur, algemeen-pedagogische literatuur, alle formulieren m.b.t. de stage (observatieverslagen, activiteitenverslagen, reflecties, lesvoorbereidingsformulieren), praktijkvoorbeelden aangereikt door de stagebegeleiders, materiaal aangereikt door de studenten zelf (lesvoorbereidingen, concrete stage-ervaringen, POP), en ook lerarenhandleidingen bij schoolboeken, internetmateriaal, verslagen van de vakwerkgroep, schoolreglement, pedagogisch project van de school, andere leermiddelen en professionele literatuur.

Handboek vakdidactiek PAV (uitgegeven bij ACCO 2020) is aanbevolen.

Toelichting werkvorm

Dit OPO bestaat vnl. uit stage-activiteiten in een door de opleiding toegekende stageplaats (secundaire school), waar de studenten een vakmentor krijgen toegewezen. Vanuit de opleiding wordt in begeleiding door een stagebegeleider voorzien. De studenten worden verwacht op enkele stageseminaries met verplichte aanwezigheid in de instelling (KUL). De programmatie ervan wordt medegedeeld via Toledo. Daarnaast zijn de studenten ook aanwezig op een evaluatiegesprek met de stagebegeleider, waar ze hun portfolio en eindverslag bij POP toelichten.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BK5A : Vakdidactiek en stage PAV-maatschappelijke vorming (Leuven)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage PAV-maatschappelijke vorming (B-KUL-F2YZ5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

Toelichting

Het OPO Stage PAV-maatschappelijke vorming wordt geëvalueerd aan de hand van deze elementen:

  • een portfolio waarin de studenten alle documenten gerelateerd aan hun activiteiten in het kader van dit OPO bijhouden (lesvoorbereidingen, reflecties, activiteitenverslag, observatieverslag, evaluaties en feedbackformulieren vakmentoren en stagebegeleider, taken bij seminaries etc.)
  • een eindverslag bij hun persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) waarin de studenten reflecteren over hoe ze elk van de 10 decretaal bepaalde basiscompetenties van de leraar in voldoende mate hebben bereikt.
  • een mondelinge toelichting bij de begeleidende stagebegeleider van het portfolio en eindverslag bij POP.

De definitieve evaluatie van dit OPO gebeurt door de stagebegeleider en de stagecoördinator/titularis van het OPO op basis van verslagen van de vakmentoren, de observaties door de lector en de beoordeling van stageportfolio en eindverslag bij POP.

Er worden verschillende tussentijdse interviesiemomenten voorzien om tijdig te kunnen bijsturen in de eerste examenkans. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Beoordeling: er wordt één score toegekend voor het geheel van dit OPO.

Voorwaarde:

  • De studenten zijn verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de seminaries in de eigen instelling. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf aan de betrokkenen, t.t.z. stagementor, praktijklector en docent van het OPO, of wettiging achteraf d.m.v. doktersattest) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het OPO.
  • De studenten kunnen dit OPO maar succesvol voltooien als ze ook een deel van het stagetraject van hun eerste vakdidactiek hebben afgewerkt.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Cultuur op school (B-KUL-F0ZA4A)

3 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Dekeyzer Brigitte |  Böröcz Zsuzsanna (plaatsvervanger)

Doelstellingen

De student kan:

(1) de theoretische inzichten en problemen m.b.t. de Vlaamse cultuurparticipatie benoemen en kritisch overdenken;
(2) de cultuurparticipatie van een school en haar leerlingen in kaart brengen;
(3) het cultuurbeleid van een school kritisch bevragen;
(4) voorstellen formuleren om het cultuurbeleid op school te bevorderen en een leerlijn cultuurbeleid te ontwikkelen;
(5) samenwerken met externe partners om het cultuurbeleid op school te bevorderen en vorm te geven.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de student de inhouden, vaardigheden en attitudes van de OPO’s  ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ en 'Vakdidactiek kunstwetenschappen’ of 'Vakdidactiek musicologie’ OF de met zijn/haar educatieve master corresponderende vakdidactieken gelijktijdig met dit OPO verwerft of al heeft verworven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Cultuur op school (B-KUL-F0ZA4a)

3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Dekeyzer Brigitte |  Böröcz Zsuzsanna (plaatsvervanger)

Inhoud

Dit OPO reflecteert over de relatie tussen kunst en cultuur, over de waarden, missies, doelstellingen en effecten ervan. Daarnaast richt het OPO zich op de analyse van en strategieën ter bevordering van cultuurparticipatie in het Vlaams Secundair Onderwijs en de uitbouw van cultuurbeleid op school. Het behandelt theorieën m.b.t. cultuurparticipatie, biedt een overzicht van initiatieven van de overheid om cultuurparticipatie te bevorderen (basiscompetenties – de leraar als cultuurparticipant, normatieve kader: VOETEN, de komende nieuwe eindtermen, Cultuur in de Spiegel), bestudeert het schoolaanbod en de methodieken van cultuurorganisaties (MOOSS) en analyseert het schoolbeleid m.b.t. cultuurparticipatie. Verder kijkt het ook naar internationale good practices die kunnen helpen om een degelijk cultuurbeleid op school te ontwikkelen.

 

Studiemateriaal

Artikels
Multimedia
PowerPoint
Voorbeeldmateriaal

Toelichting werkvorm

De cursus wordt online aangeboden en bestaat uit filmpjes, kennisclips, screencasts en lectuur die de studenten zelfstandig doornemen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Cultuur op school (B-KUL-F2ZA4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

Toelichting

De examenopdracht bestaat uit een paper. De student verzamelt materiaal in functie van de opstelling van een stand van zaken, gevolgd door een kritische reflectie en eventuele aanbevelingen rond cultuurparticipatie en –beleid in een specifieke school. De aangeboden leerstof dient zoveel mogelijk in de paper te worden verwerkt.

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de educatieve master in de cultuurwetenschappen en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

ECTS Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Leuven) (B-KUL-F0ZB6A)

6 studiepunten Nederlands 36 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO kunnen de studenten:

(1) de ontstaanscontext, doelstellingen, opzet en normatief kader (eindtermen en leerplannen) van PAV-maatschappelijke vorming duiden

(2) kritisch reflecteren, vanuit theoretische kaders en onderzoeksliteratuur algemeen onderwijskundig en vanuit de verschillende betrokken vakdidactieken, over het profiel van de PAV-maatschappelijke vorming leerkracht, de uitdagingen verbonden aan de constellatie van dit vak en de maatschappelijke relevantie van dit vak

(3) kritisch en respectvol reflecteren, vanuit theoretische kaders en onderzoeksliteratuur algemeen onderwijskundig en vanuit de verschillende betrokken vakdidactieken, over de diversiteit van de BSO-leerlingen en hoe de PAV-maatschappelijke vorming leerkracht als leraar van àlle lerenden een krachtige leeromgeving kan creëren op maat van deze diverse doelgroep, met inschatting van de beginsituatie van leerlingen

(4) zelfstandig of in teamverband didactisch materiaal voor het vak PAV-maatschappelijke vorming of een project waarin MAVO/PAV is betrokken, selecteren, kritisch benaderen en aanpassen vanuit de inzichten uit de verschillende betrokken vakdidactieken (m.i.v. theoretische kaders en onderzoeksliteratuur), en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische inzichten.

(5) zelfstandig of in teamverband materiaal ontwikkelen om binnen één thema en/of project rond PAV-maatschappelijke vorming  te werken aan de eindtermen met betrekking tot functionele taalvaardigheid, functionele rekenvaardigheid, oriëntatie in tijd en ruimte, informatieverwerking- en verwerving, wetenschap en samenleving en maatschappelijk en ethisch bewustzijn. Dit gebeurt door de ontwikkeling van didactisch materiaal dat tot doel heeft een inclusieve en krachtige leeromgeving te creëren voor alle leerlingen, in de vorm van een geïntegreerde, multidisciplinaire  thematisch opgezette lesvoorbereiding binnen dat PAV-thema, waarin de inzichten uit de verschillende betrokken vakdidactieken (m.i.v. theoretische kaders en onderzoeksliteratuur) worden toegepast evenals algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische inzichten.

(6) inzichten rond het competentie-ontwikkelend leren (COL) en breed evalueren duiden en toepassen

(7) Samenwerken met medestudenten en bijdragen aan het leerproces van medestudenten

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van hun eerste vakdidactiek en ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’ gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A)


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

F0BF8A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Diepenbeek)
F0BF5A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brugge)
F0BF6A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Aalst)
F0BF7A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Antwerpen)
F0BI0A: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Leuven) (B-KUL-F0ZB6a)

6 studiepunten : College 36 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De inhouden van dit OPO worden opgehangen aan vijf thema’s:

1) Een krachtige leeromgeving creëren in BSO ~ profiel van de leerkracht PAV-maatschappelijke vorming ~ divers profiel BSO-leerling: hierin komen aan bod de visie op en normatief kader van PAV-maatschappelijke vorming, verticale leerlijnen, verwachtingen van de student jegens en kennismaking met BSO-leerlingen (via observatie), model voor krachtige leeromgeving in BSO, beginsituatie van de leerlingen in kaart brengen

2) Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming als een didactiek in meervoud: basisinzichten in de didactiek van de verschillende vakdomeinen die in het vak PAV geïntegreerd worden, komen hier aan bod. De inhouden uit de verschillende vakdidactieken worden geselecteerd in functie van de specifieke doelstellingen voor het vak PAV-maatschappelijke vorming. De verschillende vakdidactieken betreffen: functionele rekenvaardigheid (wiskunde), functionele taalvaardigheid (Nederlands), tijdsbewustzijn (geschiedenis), ruimtebewustzijn (aardrijkskunde), wetenschap en samenleving (natuurwetenschappen), functionele informatieverwerving en –verwerking en maatschappelijk en ethisch bewustzijn (burgerschapseducatie)

3) kenmerken van geïntegreerd, interdisciplinair en thematisch werken binnen een thema van PAV-maatschappelijke vorming: inzicht opbouwen in algemene principes en verschillende vormen van multidisciplinair, geïntegreerd werken, in thematisch werken als een manier om geïntegreerd inhouden aan te bieden en om de motivatie van leerlingen te verhogen, en in binnenklasdifferentiatie binnen een thematische aanpak.

4) competentie-ontwikkelend onderwijs binnen PAV-maatschappelijke vorming: methodieken voor competentie-ontwikkelend lesgeven binnen PAV (bv. OVUR en onderzoekend leren, probleemgestuurd onderwijs, ervaringsgericht onderwijs, coöperatief leren), holistisch en breed evalueren in het BSO, methodieken voor binnenklasdifferentiatie en brede basiszorg.

5) projectmatig werken: kenmerken en verschillen tussen thematisch en projectmatig werken, sleutelcompetenties van een project, analyse van een projectdraaiboek en assessment van praktijken

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Studiemateriaal

Handboeken S.O. PAV
Artikels en literatuur
Handleiding
Voorbeeldmateriaal
Multimedia en presentatiesoftware
Toledo

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van hoorcolleges (in contactonderwijs en in de vorm van modules digitaal afstandsleren) m.i.v. werksessies, en studenten gaan ook gericht een lesblok PAV-maatschappelijke vorming observeren in een BSO-school. Over te dragen inhouden en inzichten (theorievorming vanuit de verschillende vakdidactieken en vanuit multidisciplinair en geïntegreerd werken, en resultaten uit onderzoek) worden telkens afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op concreet-didactische producten PAV-maatschappelijke vorming. De studenten memoriseren niet alleen de inhoud van de cursus die in de colleges wordt aangeboden, ze leren ze ook kritisch verwerken en toepassen via de analyse van opgaven.

Aan het begin van het academiejaar wordt een kalender medegedeeld die aangeeft welke sessies (on-campus en (a)synchroon online) wanneer worden georganiseerd. 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BK5A : Vakdidactiek en stage PAV-maatschappelijke vorming (Leuven)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Leuven) (B-KUL-F2ZB6a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

Toelichting

De studenten dienen bij het begin van de examenperiode een paper in die het didactisch product bevat dat ze ontwikkelden op basis van de inzichten in de colleges en seminaries, en waarvoor ondersteuning en (experten)feedback is voorzien.

Het schriftelijk examen bestaat uit een analyse van een didactisch PAV-product, waarbij vragen worden gesteld, gerelateerd aan de inzichten uit de colleges. Vóór het examen krijgen de studenten een aantal PAV-producten opgegeven, die ze thuis al kunnen lezen en analyseren; één van die producten maakt dan deel uit van het examen.

De paper geldt voor de helft van de quotering; het examen ook voor de helft. Om een score te kunnen krijgen voor dit OPO is deelname aan beide onderdelen verplicht. D.w.z. dat het onvoldoende is om deel te nemen aan het schriftelijk examen. In dezelfde zittijd moet én de paper worden ingediend, én aan het schriftelijk examen deelgenomen.

Je moet minstens 8/20 halen voor elk van beide onderdelen, om te kunnen slagen voor het geheel. Indien je niet aan deze voorwaarde voldoet, kan je nog max. 7/20 halen voor het OPO in zijn geheel. 

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding. 

ECTS Science Communication and Outreach (B-KUL-G0R44A)

6 ECTS English 33 Second termSecond term

Aims

The course wants to stimulate reflection on the social meaning of science and the role of communication, information and popularization. In addition the course offers an
introduction to the scientific literature and empirical studies on science communication. Finally the concrete process of science communication (communication media,
typology of communication, communication sociology) is investigated.
 

Previous knowledge

The course does not presuppose specific foreknowledge.

Identical courses

G0R76A: Wetenschapscommunicatie en outreach

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Science Communication and Outreach (B-KUL-G0R44a)

6 ECTS : Lecture 33 Second termSecond term

Content

Science communication aims at making science more accessible to the general public, a.o. by increasing scientific literarcy of citizens. Of crucial importance is the
creation of a relation of trust among scientists and the public. This requires a clear understanding of the aims of science communication, as well as its channels and
strategies.
The course focuses on the gap between science an the public, in particular in relation to the place of science in public media. Different forms of science communication
are related to different intended target audiences.
The topics to be treated can be arranged our four general themes.

1. Science in Public
This model introduces basic concepts in the understanding of the process of science communication: theories about of definitions and models of science communication,
the role of the expert, scientific literacy, the image of science in society.

2. Science and the media
Media play an important part in science communication, but, as they are working withintheir proper cultural value system and with speficif formats, they may also be seen
as a potential threat to the reliability and accuracy of scientific messages and of the representation of science. Attention is given to the differences and tensions between
the cultures of science and journalism. Students will also prepare written expositions on scientific themes.

3. Controversial science and risk communication
A special challenge to science communicators is to speak out on themes where no scientific certainty is avalaible, or when the topics are framed in a larger (political)
debate. To represent scientific views often merges with a taking of sides, which then may threaten the neutrality of science. This form of communication is often preferred
by audiovisual media. Also science blogs tend in this direction.

4. Interactive and participative communication
Science in the public sphere has to be viewed as an interactive process, in which the dominating role of the expert cannot be taken for granted. In this form of
communication the public takes a central role. This theme focuses on science centres, science cafés, citizen science,... and the approach to disseminate scientific
information through informal learning, based on psychological models of leanring. The course analyses the use of interactive and participative communication in different settings.
 

Course material

Slides and literature are made available by the lecturer.

Language of instruction: more information

Dit opo wordt aangeboden in de doctoraatsopleiding.  Een groot deel van de doctoraatsstudenten zijn niet-Nederlandstalig.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Science Communication and Outreach (B-KUL-G2R44a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project
Learning material : Course material

Explanation

 

Information about retaking exams

 

ECTS Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering (B-KUL-G0R48A)

6 studiepunten Nederlands 39 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Ceulemans Griet (coördinator) |  Biedenkopf Katja |  Ceulemans Griet |  Craps Marc |  Severijns Nathal |  Smet Mario |  N. |  Lapenta Giovanni (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Doelstellingen

De student is op de hoogte van wat wordt verstaan onder duurzaamheid, duurzame ontwikkeling, opleiding voor duurzaamheid.

De student is op de hoogte van een aantal maatregelen, onderbouwd vanuit de diverse academische domeinen, die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten en welke impact ze (kunnen) hebben.

De student is op de hoogte van bepaalde didactische principes die kunnen worden aangewend in het kader van educatie voor duurzame ontwikkeling.

De student erkent het belang van transdisciplinaire samenwerking in het kader van duurzaamheid, duurzame ontwikkeling en educatie voor duurzaamheid.

De student durft een standpunt in te nemen over maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid en duurzame ontwikkeling en durft hierbij verantwoordelijkheid opnemen.

De student kan uitgaande van haar/zijn eigen expertise duidelijk communiceren en respectvol samenwerken met betrokkenen uit verschillende disciplines.

De student kan de drie fasen - analyseren, oplossingen bedenken en implementeren - bij een vraagstuk van duurzame ontwikkeling effectief doorlopen.

De student kan didactische componenten aanwenden in het kader van educatie voor duurzame ontwikkeling.

 

Begintermen

Bachelordiploma

Identieke opleidingsonderdelen

G0R50A: Science and Sustainability: a Socio-Ecological Approach

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - concepten (B-KUL-G0R85a)

2 studiepunten : College 23 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het vergaren van wetenschappelijke kennis over duurzaamheid en duurzame ontwikkeling vormt een belangrijke eerste pijler binnen dit OPO. Hierbij komen volgende aspecten zeker aan bod: zwakke versus sterke duurzaamheid, theoretische modellen, systeemdenken, levenscyclusanalyse, ecologische voetafdruk, het belang van transdisciplinaire samenwerking De behandelde theorie dient door de studenten te worden aangewend in de opdracht.

Studiemateriaal

Powerpointpresentatie, cursustekst, online bronnen.

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering – opdracht (B-KUL-G0R86a)

1 studiepunten : Opdracht 1 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De opdracht omvat het schrijven van een individueel verslag.

Studiemateriaal

Zelfgekozen artikel uit de academische duurzaamheidsliteratuur.

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering – project (B-KUL-G0R87a)

3 studiepunten : Opdracht 15 Tweede semesterTweede semester
Biedenkopf Katja |  Ceulemans Griet |  Craps Marc |  Severijns Nathal |  Smet Mario |  N. |  Lapenta Giovanni (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Inhoud

Het OPO ‘Duurzaamheid als een socio-ecologische dynamiek’ is te beschouwen als een verbredend vak. Via projectwerk brengt het de studenten in contact met ecologische en sociale economie, met psychologische en sociologische ontwikkelingen en inzicht in de macht van geld en media. De projecten kaderen steeds binnen het jaarthema. Begin mei dient het project te worden gepresenteerd als afsluiting van een aantal workshops en teamwerk.

Studiemateriaal

Projectspecifiek materiaal.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering (B-KUL-G2R48a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor het theoretisch luik wordt een open boek examen (meerkeuze met giscorrectie)  georganiseerd over de basistheorie halverwege het eerste semester, om te verzekeren dat deze kennis kan worden aangewend in het projectwerk. Hiervoor halen de studenten een individueel cijfer. Dit cijfer weegt 25% door in de individuele eindscore.

Het projectwerk wordt in groep uitgevoerd en resulteert dus in eerste instantie in één groepsscore, gebaseerd op een beoordeling van het wetenschappelijk verslag en de eindvoorstelling op de projectdag, met gelijke weging. Een individueel cijfer wordt vervolgens berekend o.b.v. peerreview binnen de groep. Dit cijfer weegt 75% door in de individuele eindscore.

De individuele eindscore bepaalt het al dan niet slagen van een student voor dit OPO, met als minimumvereiste een individuele score van 8/20 voor het theoretisch onderdeel en 10/20 voor het projectwerk.

Opmerking: Indien bij het projectwerk ernstige problemen worden vastgesteld in de medewerking, kan na overleg met alle betrokken partijen (projectbegeleider, coördinator en groepsleden) beslist worden een student uit te sluiten uit de groep. Dit gaat gepaard met een individuele score van 0/20 voor het projectwerk.

 

Toelichting bij herkansen

Voor het OPO Wetenschap en duurzaamheid is een herkansing in de derde examenperiode mogelijk voor het theorie-examen en het wetenschappelijk verslag, maar niet voor de eindvoorstelling. Wanneer de student in de eindscore een onvoldoende scoort, moeten zowel het theorie-examen als het verslag in de derde examenperiode worden herkanst. Wanneer de student volgens de gewogen eindscore geslaagd is, maar voor een bepaald onderdeel onvoldoende haalt: zie specificaties in de tabel hieronder. In alle gevallen blijft het punt van de presentatie behouden. Na de herkansing wordt een nieuwe eindscore berekend.

 

        Theorie-examen          Project (Verslag + presentatie)          Gewogen eindscore            Derde examenperiode

1      <10/20                         <10/20                                                <10/20                                 Theorie-examen + verslag

2      <8/20                           >10/20                                                >10/20                                 Theorie-examen

3       8-10/20                       >10/20                                                >10/20                                 -

4       8-10/20                       <10/20                                                <10/20                                 Theorie-examen + verslag

5       >10/20                        <10/20                                                >10/20                                 Verslag

6       >10/20                        <10/20                                                <10/20                                 Theorie-examen + verslag

7       >10/20                        >10/20                                                >10/20                                 -

 

ECTS Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - projectwerk (B-KUL-G0R91A)

4 studiepunten Nederlands 24 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Ceulemans Griet (coördinator) |  Biedenkopf Katja |  Ceulemans Griet |  Craps Marc |  Severijns Nathal |  Smet Mario |  N. |  Lapenta Giovanni (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Doelstellingen

- De student is op de hoogte van wat wordt verstaan onder duurzaamheid, duurzame ontwikkeling, educatie voor duurzaamheid

- De student is op de hoogte van een aantal maatregelen die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten en welke impact ze (kunnen) hebben

- De student is op de hoogte van bepaalde didactische principes die kunnen worden aangewend in het kader van educatie voor duurzame ontwikkeling

- De student erkent het belang van transdisciplinaire samenwerking in het kader van duurzaamheid, duurzame ontwikkeling en educatie voor duurzaamheid

- De student durft een standpunt in te nemen over maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid en duurzame ontwikkeling en durft hierbij verantwoordelijkheid opnemen

- De student kan uitgaande van haar/zijn eigen expertise duidelijk communiceren en respectvol samenwerken met betrokkenen uit verschillende disciplines

- De student kan de drie fasen - analyseren, oplossingen bedenken en implementeren - bij een vraagstuk van duurzame ontwikkeling effectief doorlopen

- De student kan didactische componenten aanwenden in het kader van educatie voor duurzame ontwikkeling

Begintermen

Bachelordiploma

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( G0R93A )


G0R93AG0R93A : Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - theorie

Identieke opleidingsonderdelen

G0R92A: Science and Sustainability: a Socio-Ecological approach - Project Work

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering – werkplan (B-KUL-G0R91a)

1 studiepunten : Opdracht 9 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het OPO ‘Duurzaamheid als een socio-ecologische dynamiek - project’ is de verderzetting van het theorievak. In het eerste semester wordt de aankoppeling naar een concreet groepsproject gemaakt via beperkte opdrachten. Via projectwerk brengt het vak de studenten in contact met ecologische en sociale economie, met psychologische en sociologische ontwikkelingen en inzicht in de macht van geld en media. De projecten kaderen steeds binnen het jaarthema.

Studiemateriaal

Projectspecifiek materiaal

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering – project (B-KUL-G0R87a)

3 studiepunten : Opdracht 15 Tweede semesterTweede semester
Biedenkopf Katja |  Ceulemans Griet |  Craps Marc |  Severijns Nathal |  Smet Mario |  N. |  Lapenta Giovanni (plaatsvervanger)  |  Minder Meer

Inhoud

Het OPO ‘Duurzaamheid als een socio-ecologische dynamiek’ is te beschouwen als een verbredend vak. Via projectwerk brengt het de studenten in contact met ecologische en sociale economie, met psychologische en sociologische ontwikkelingen en inzicht in de macht van geld en media. De projecten kaderen steeds binnen het jaarthema. Begin mei dient het project te worden gepresenteerd als afsluiting van een aantal workshops en teamwerk.

Studiemateriaal

Projectspecifiek materiaal.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0R48A : Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - projectwerk (B-KUL-G2R91a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment

Toelichting

Het projectwerk wordt in groep uitgevoerd en resulteert dus in eerste instantie in één groepsscore, gebaseerd op een beoordeling van het wetenschappelijk verslag en de eindvoorstelling op de projectdag, met gelijke weging. Een individuele eindscore wordt vervolgens berekend o.b.v. peerreview binnen de groep.

Opmerking: Indien bij het projectwerk ernstige problemen worden vastgesteld in de medewerking, kan na overleg met alle betrokken partijen (projectbegeleider, coördinator en groepsleden) beslist worden een student uit te sluiten uit de groep. Dit gaat gepaard met een individuele eindscore van 0/20 voor het OPO.

 

Toelichting bij herkansen

Voor het OPO Wetenschap en duurzaamheid is een herkansing in de derde examenperiode mogelijk voor het wetenschappelijk verslag, maar niet voor de eindvoorstelling. Het punt van de presentatie blijft behouden. Na de herkansing wordt een nieuwe eindscore berekend.

ECTS Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - theorie (B-KUL-G0R93A)

3 studiepunten Nederlands 24 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

- De student is op de hoogte van wat wordt verstaan onder duurzaamheid, duurzame ontwikkeling, educatie voor duurzaamheid

- De student is op de hoogte van een aantal maatregelen onderbouwd vanuit de diverse academische domeinen die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten en welke impact ze (kunnen) hebben

- De student erkent het belang van transdisciplinaire samenwerking in het kader van duurzaamheid, duurzame ontwikkeling en educatie voor duurzaamheid

- De student durft een standpunt in te nemen over maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid en duurzame ontwikkeling en durft hierbij verantwoordelijkheid opnemen

 

Begintermen

Bachelordiploma

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - concepten (B-KUL-G0R85a)

2 studiepunten : College 23 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het vergaren van wetenschappelijke kennis over duurzaamheid en duurzame ontwikkeling vormt een belangrijke eerste pijler binnen dit OPO. Hierbij komen volgende aspecten zeker aan bod: zwakke versus sterke duurzaamheid, theoretische modellen, systeemdenken, levenscyclusanalyse, ecologische voetafdruk, het belang van transdisciplinaire samenwerking De behandelde theorie dient door de studenten te worden aangewend in de opdracht.

Studiemateriaal

Powerpointpresentatie, cursustekst, online bronnen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0R48A : Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering

Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering – opdracht (B-KUL-G0R86a)

1 studiepunten : Opdracht 1 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De opdracht omvat het schrijven van een individueel verslag.

Studiemateriaal

Zelfgekozen artikel uit de academische duurzaamheidsliteratuur.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0R48A : Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Wetenschap en duurzaamheid: een socio-ecologische benadering - theorie (B-KUL-G2R93a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor het theoretisch luik wordt een open boek examen (meerkeuzevagen met giscorrectie) georganiseerd over de basistheorie halverwege het eerste semester, om te verzekeren dat deze kennis kan worden aangewend voor de opdracht. Hiervoor halen de studenten een individueel cijfer. Dit cijfer weegt 25% door in de individuele eindscore. De eindopdracht wordt gescoord via een vooraf gecommuniceerde scorematrix. Dit cijfer weegt 75% door in de individuele eindscore.

De eindscore bepaalt het al dan niet slagen van een student voor dit OPO, met als minimumvereiste een individuele score van 8/20 voor beide onderdelen. Indien niet aan de minimumvereisten wordt voldaan, bedraagt de eindscore maximaal 9/20

 

Toelichting bij herkansen

Voor de beide delen is herkansing mogelijk bij onvoldoende totaalscore. Deze herkansing is van dezelfde vorm als de oorspronkelijke examen delen (dus een multiple choice examen deel, en een eindopdracht realiseren). Er wordt echter alleen een herkansing toegestaan voor het deel dat onvoldoende was. De score van het deel dat voldoende werd gescoord, wordt onveranderd overgenomen in de nieuwe score rekening.

ECTS Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Goeman Katie (coördinator) |  Goeman Katie

Doelstellingen

De student

  • toont interesse voor actuele ontwikkelingen en vernieuwingen in het domein van media en leren;
  • kent in detail de terminologie, modellen en denkkaders met betrekking tot:
    • online en blended leeromgevingen;
    • media en ICT-integratie;
    • onderwijstechnologie en -effectiviteit;
    • multimedia leren;
    • onderwijsvernieuwing.
  • is zich bewust van de diversiteit aan omschrijvingen en perspectieven in de wetenschappelijke en praktijkgerichte literatuur;
  • is in staat om een blauwdruk voor een blended leeromgeving uit te werken op basis van een ontwerpmodel;
  • heeft een kritisch-geïnformeerde opinie over het veranderingsproces, de potentiële voordelen, problemen en struikelblokken bij de implementatie van media/technologie in leeromgevingen.

Begintermen

De student heeft kennis en begrip van onderzoeksmethoden en analysetechnieken (gemiddeld niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief).
De student is in staat om wetenschappelijk onderzoek te concipiëren, te begrijpen en te evalueren. Een degelijke kennis van het Engels is aanbevolen (academische voertaal van de artikels en het overige bronnenmateriaal) .

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Media, innovatie en leren (B-KUL-HEM15a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Centraal in dit opleidingsonderdeel staan theoretische en praktische vraagstukken omtrent digitale media voor onderwijs en leren. Het OPO belicht enerzijds de rol en het gebruik van media om onderwijs- en leeractiviteiten te ondersteunen en te optimaliseren. Anderzijds gaat het OPO dieper in op de dynamiek en problematiek van innovatie, in relatie tot de inbedding van digitale media voor onderwijs- en leerdoeleinden. De theoretische inzichten worden aan de praktijk gekoppeld door middel van actuele vraagstukken, participatie aan bestaand (ontwerp)onderzoek en/of cases uit het onderwijsonderzoek.

Algemeen

  • Kernbegrippen, hoofdstromingen en modellen m.b.t. onderwijsontwerp, effectieve leeromgevingen, media en onderwijsinnovatie
  • Onderzoek en praktijk: wetenschappelijke studies en cases m.b.t. media
  • Actueel vraagstuk, gericht op een specifieke innovatieve onderwijsmethode(n), mediatoepassing(en) en/of beleidsacties

In detail

1. Basisinzichten media en leren

  • De rol van media in een onderwijs-leeromgeving
  • Multimedia en effectiviteit van leren

2. Onderwijsinnovatie en technologie-integratie

  • Competenties van leerkrachten
  • Condities voor onderwijsvernieuwing en integratie van technnologie

3. Blended leren en onderwijzen

  • Begripsomschrijving
  • Classificatie, ontwerp en ontwikkeling
  • Blended onderwijsmodellen

4. Capita selecta uit het onderwijsonderzoek m.b.t. media en leren

  • Stand van zaken             
  • Systematische review (synchroon online onderwijs)
  • Actie-onderzoek (de geflipte klas)
  • Eye-tracking (games)
  • Learning analytics (online cursusontwerp)

Studiemateriaal

Selectie van artikels en boekhoofdstukken, presentatieslides, kennis- en videoclips (alles beschikbaar via Toledo).

Toelichting onderwijstaal

Webcolleges in het Nederlands, bronnenmateriaal (artikels, video/audio) vaak in het Engels.

Toelichting werkvorm

Flipped classroom

Didactiek in lijn met de principes van de online geflipte klas.

a) Voorbereidende leeractiviteiten gefocust op kennis en begrip van theorie, op basis van zelfstandige verwerking van multimedia en teksten

b) Online synchroon multicampus-onderwijs (webcolleges), met volgende structuur tijdens het semester:

  • 3 uur inleidend webcollege;
  • 4 x 4 uur webcolleges bestaande uit 1 uur vragenuurtje ivm voorbereiding + 2 uur individuele/groepsgerichte leeractiviteiten + 1 uur vragenuurtje ivm verwerking;
  • 3 uur uitleidend webcollege.

c) Nadruk op actief en samenwerkend leren tijdens webcolleges: toepassingen, individueel en in groep

d) Interactie met docent en vragen tijdens webcolleges, via het discussieforum en/of virtuele spreekuren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Media, innovatie en leren (B-KUL-H75639)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Combinatie van 5 meerkeuzevragen (/5), 2 halfopen vragen (/10) en 1 essayvraag (/5)

Bepaling eindresultaat

Eenvoudige optelsom van de verschillende onderdelen van het examen

 

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals beschreven in het tabblad 'Toelichting evaluatie'.

ECTS Positief gedragsmanagement voor leraren (B-KUL-L09N5A)

3 studiepunten Nederlands 0 Beide semestersBeide semesters

Doelstellingen

Opgelet: DIt opo kan opgenomen en afgelegd worden in het eerste semester OF in het tweede semester.

Studenten die het opo willen opnemen en afleggen in het eerste semester kiezen (via vrij kiezen) in hun ISP het opo L09P0A
Studenten die het opo willen opnemen en afleggen in het tweede semester kiezen (via vrij kiezen) in hun ISP het opo L09P1A

 

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren
  • Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Positief gedragsmanagement voor leraren (B-KUL-L09N5a)

3 studiepunten : College 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Na afronding van dit OPO zal de student kennis demonstreren van:

  • Kenmerken, principes, definities, terminologie, achtergrond en domeinen van toegepaste gedragsanalyse
  • Ethische prinicipes binnen en kritieken over toegepaste gedragsanalyse
  • De formulering van observeerbare en meetbare doelstellingen voor de klaspraktijk
  • Functies van gedrag, functieanalyse en -evaluatie
  • Verzamelen en rapporteren van gedrag
  • Preventieve strategiën met betrekking tot positief klasmanagement (antecedentmanipulaties)
  • Strategieën om gewenst (prosociaal, academisch) gedrag bij leerlingen te versterken
  • Strategieën om ongewenst (asociaal, niet-academisch) gedrag bij leerlingen te reduceren

Strategieën om leerlingen zelfmanagementvaardigheden te leren

Studiemateriaal

Handboek: Applied Behavior Analysis for Teachers (10th edition, 2022) (Alberto, P.A., Troutman, A.C., Axe, J.)
Wetenschappelijke en praktijkgerichte papers

Toelichting werkvorm

Online asynchroon leren - Webinar

Dit vak wordt volledig online aangeboden en wordt modulair opgebouwd. Er zullen 7 modules aangeboden worden die de student zelfstandig kan doorlopen. Er wordt geen timing/deadline gehanteerd waarbinnen bepaalde modules moeten afgelegd worden. Per module wordt het volgende aangeboden:

  • Een webinar die de focus van de module behandeld
  • Een quiz die de kennis van het webinar toetst
  • Studiemateriaal in de vorm van hoofdstukken uit het handboek en papers
  • Een quiz die kennis van de module toetst
  • In sommige modules wordt bijkomend een opdracht gemaakt.

Bij de laatste module wordt tevens een cumulatieve quiz gemaakt die kennis van het volledige OPO toetst.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Positief gedragsmanagement voor leraren (B-KUL-L29N5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Take-home
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Dit OPO zal uit 7 online modules bestaan. Bij elke module hoort een webinar, een quiz gekoppeld aan het webinar (5 vragen), een kennisquiz die de kennis binnen deze module toetst (10 vragen), en in sommige modules een opdracht (pass/fail).

  • Alle quizzen bestaan uit multiple choice zonder GIS-correctie. Per module kunnen er 30-40 punten gescoord worden. De quizzen bij elke module kunnen meerdere keren afgelegd worden.
  • De modules waarin een opdracht moet gemaakt worden wordt gescoord met pass/fail. Studenten met een fail mogen de opdracht hernemen.
  • Bij de laatste module wordt er een cumulatieve quiz gemaakt die de leerstof van het volledige OPO covert. Bij deze kunnen 80 punten gescoord worden. Deze quiz kan slechts 1x afgelegd worden.  
  • De totaalscore over alle modules wordt herleid naar een punt op 20.

Toelichting bij herkansen

Dezelfde examenmodaliteit

ECTS Burgerschapsvorming (B-KUL-O0A51A)

4 studiepunten Nederlands 14 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Het opleidingsonderdeel 'Burgerschapvorming' behandelt de verschillende dimensies van burgerschap en de opdracht die instellingen en verenigingen in de maatschappij opnemen met het oog op het bevorderen van het burgerschapsidee in democratische samenlevingen. Daarbij wordt gefocust op enkele actoren die aan burgerschapsvorming doen: scholen, de media, ouders, de politiek, en verengingen. 

*

Collegereeks waarin de studenten inzicht krijgen in de resultaten van wetenschappelijke studies over politieke en maatschappelijke vorming, en zo inzicht verwerven in de mogelijkheden en beperkingen van de diverse facetten van de politieke sociologie in het algemeen en burgerschapsvorming in het bijzonder. 

Begintermen

Studenten zijn op de hoogte van de actuele maatschappelijke problemen, en hebben interesse voor de samenlevingsopbouw in het bijzonder. Een vertrouwdheid met de algemene didactische en vakdidactische principes is een pluspunt.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Burgerschapsvorming (B-KUL-O0A51a)

4 studiepunten : College 14 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In deze cursus wordt er vertrokken van de inzichten uit de politieke sociologie en de onderwijssociologie. Het belang van het ‘opvoeden tot burgerschap’, van politieke participatie in het algemeen en van de rol van de verschillende soorten politieke socialisatoren wordt geanalyseerd. Dit gebeurt aan de hand van de belangrijkste hedendaagse auteurs en resultaten van recente cross-nationale en nationale onderzoeksprojecten. Op die manier wordt een referentiekader opgebouwd waarmee de toetsing met de empirie wordt aangegaan. Daarbij focussen we heel specifiek op vijf verschillende actoren: scholen, de media, ouders, de politiek, en verenigingen. 

In burgerschapsvorming wordt aandacht besteed aan de leraar als onderdeel van het burgerschapsvormend proces op scholen. Via het gebruik van verschillende werkvormen en het verzorgen van een les/presentatie gaan de studenten ook zelf aan de slag met burgerschapsvorming bij jongeren. 

 

 

Studiemateriaal

Selectie van artikels uit de internationale en nationale literatuur en slides beschikbaar via toledo

Toelichting werkvorm

Interactieve hoorcolleges en flipped classroom. De precieze uitwerking van de onderwijsmethode hangt af van de grootte van de studentengroep. Meer informatie is beschikbaar via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Burgerschapsvorming (B-KUL-O2A51a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. De evaluatie omvat een schriftelijk examen enerzijds en opdrachten tijdens het semester (o.a. groepswerk, presentatie) anderzijds. De specifieke modaliteiten worden tijdig meegedeeld via Toledo en tijdens de colleges.

Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht. Er wordt 10 % van het eindcijfer afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Toelichting bij herkansen

Er is enkel een herkansing voor het schriftelijk examen, niet voor de groepsopdracht.

ECTS Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O0A55A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Na het voltooien van dit OPO kan de student:

  • inleidende kennis van de aspecten van de psychologie van jongeren (en hun leefwereld) die relevant zijn voor beginnende leraren aantonen. Het gaat hierbij om die jongeren waarmee universitair gevormde leraren in contact komen in het secundair onderwijs.

Begintermen

Naast de algemene begintermen die gelden voor de Specifieke Lerarenopleiding (SLO), zijn er geen specifieke begintermen voor dit opleidingsonderdeel. Studenten moeten enkel in staat zijn (en daartoe bereid zijn) om over hun eigen functioneren als toekomstige leraren te reflecteren en indien nodig hun pedagogisch handelen bij te sturen, op basis van hun kennis over de adolescentieperiode waarin hun leerlingen zich bevinden.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O0A55a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Als algemene achtergrond worden algemene theorieën van de ontwikkeling doorheen de adolescentie kort besproken. De gevolgen worden beschreven van de voornaamste veranderingen die zich in de vroege adolescentie (zogenaamde puberteit) voordoen op lichamelijk vlak. Samen met de ontwikkelingen op cognitief en sociaal vlak leiden deze veranderingen ertoe dat de jongere nieuwe mogelijkheden in zichzelf gaat ontdekken. De relatie met de ouders gaat een andere vorm aannemen, terwijl de relaties met leeftijdgenoten een grotere intensiteit en een grotere diepgang krijgen. De vorming van de eigen identiteit, die de voornaamste opgave vormt in de adolescentieperiode en meteen het sluitstuk van de genoemde ontwikkelingen, wordt toegelicht. Daarna worden enkele vormen van zogenaamd internaliserend probleemgedrag (bv. depressie, suicide en anorexie) en van externaliserend probleemgedrag (bv. druggebruik en delinquentie) bij jongeren besproken, voor zover een leraar daar mee geconfronteerd kan worden. Bij de bespreking van deze verschillende thema's zal er recent onderzoek besproken worden en zal de docent ook eigen onderzoek uit de doeken doen. Dit overzicht moet beginnende leraren helpen om de adolescent in zijn bredere ontwikkelingscontext te plaatsen om zo meer inzicht te krijgen in het doen en laten van de adolescent (bijvoorbeeld in de overgang naar de volwassenheid).

Studiemateriaal

Slot, W. & Van Aken, M. (Red.) (2013). Psychologie van de adolescentie (25ste druk). Baarn: ThiemeMeulenhoff. (ISBN 978 90 06 95142 4) (Verkrijgbaar bij Acco)

Toelichting werkvorm

Omdat de meeste studenten in de SLO-opleiding nog geen inleidend opleidingsonderdeel in de psychologie gevolgd hebben, wordt dit opleidingsonderdeel 'Psychologie voor niet-psychologen' aangeboden onder de vorm van een reeks klassieke hoorcolleges (contactonderwijs). Alle PowerPoint slides die tijdens deze contactmomenten gebruikt worden, zijn vooraf ter beschikking op het elektronisch leerplatform TOLEDO.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Psychologie van de adolescentie en de jongvolwassenheid (B-KUL-O2A55a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm
Schriftelijk examen met open vragen.

ECTS Motorische beperkingen (B-KUL-O0F90A)

4 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

De student richt zich tot inschrijvingen.leuven@ucll.be om zich in te schrijven voor dit OPO in Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Motorische beperkingen (B-KUL-O0F90a)

4 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Motorische beperkingen (B-KUL-O2F90a)

ECTS Sensoriële beperkingen (B-KUL-O0F99A)

4 studiepunten Nederlands 0 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N.

Doelstellingen

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat

De student richt zich tot inschrijvingen.leuven@ucll.be om zich in te schrijven voor dit OPO in Leuven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sensoriële beperkingen (B-KUL-O0F99a)

4 studiepunten 0 Tweede semesterTweede semester
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sensoriële beperkingen (B-KUL-O2F99a)

ECTS Approaches of Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40A)

3 ECTS English 18 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract Cannot be taken as part of a credit contract
N.

Aims

ECTS-fiche

Informatie over inschrijving en examenpunten vind je op deze website: Opleidingsonderdelen uitwisselen binnen Associatie KU Leuven – Studeren op maat.

De student richt zich tot studentenadministratie.vorselaar@thomasmore.be om zich in te schrijven voor dit OPO in Vorselaar.

 

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Approaches of Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O0G40a)

3 ECTS 18 Second termSecond term
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Approaches of Innovative Teaching – Global Perspectives (B-KUL-O2G40a)

Explanation

 

ECTS Professional Training and Development in Organisations (B-KUL-P0S38A)

5 ECTS English 48 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
N. |  Boon Anne (substitute)

Aims

After completing this course, students are able to:

1. apply the main theories of professional learning in profit and in non-profit organizations and show insight into the interdisciplinary background of such theories (e.g. economics, psychology, pedagogy, business studies).

2. analyse the learning needs and patterns of professionals, volunteers, ... in the context of labour and corporate organisations (companies, public administrations, social profit organisations, ...).

3. understand the basics of corporate training didactics and being able to apply these didactics to concrete corporate cases.

4. gain insights in and master the skills to intentionally facilitate learning in social, labour and corporate contexts.

5. understand research and practice of professional learning & development or HRD in different contexts.

6. understand and analyse HRD policies and models, are able to analyse HRD strategies and to evaluate HRD strategies.

Previous knowledge

Interest in scientific approaches towards HRD and labour pedagogy and strategic problems in organisations.
Basic insights in education, professional education and training, lifelong and life wide learning, non-formal education. Critical attitude towards and scientific interest in educational topics during the life course and in organisational and labour contexts. Ability and motivation to work in small groups.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Professional Training and Development in Organisations (B-KUL-P0S38a)

5 ECTS : Lecture 48 First termFirst term
N. |  Boon Anne (substitute)

Content

The central focus is at the crossroads between professional learning and development theories, labour pedagogy and HRM, including research and applications in cases (Knowledge development and knowledge productivity - Competencies and development of competencies during the professional career - Constructing and facilitation of learning routes - Workplace learning - Didactics of corporate training in several settings - Evaluation and return on investment - Positions and roles of the instructor, trainer, coach, .. concerning facilitation and guidance of learning processes).

Further, a focus will be on designing and implementing training & development activities, optimising formal training & development activities and supporting informal learning.

Course material

See Toledo

Language of instruction: more information

All the course materials are in English.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Professional Training and Development in Organisations (B-KUL-P2S38a)

Type : Exam during the examination period

Explanation

Evaluation method and conditions

The evaluation method and conditions will be communicated in class and via Toledo at the start of the academic year.

ECTS Sociale en culturele pedagogiek (B-KUL-P0S63A)

5 studiepunten Nederlands 30 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

- aan de hand van een theoretische duiding van werkingsprincipes en kernkwesties de eigenheid van de sociale en culturele pedagogiek op een genuanceerde wijze te begrijpen.
- het rijke landschap aan praktijken en organisaties waar de sociale en culturele pedagogiek voor staat, zowel in het verleden als vandaag, op een inzichtelijke wijze te verbinden met deze werkingsprincipes en kernkwesties.
- de manier waarop de sociale en culturele pedagogiek specifiek aandacht heeft voor de relatie educatie en democratisch burgerschap aan de hand van theoretische kaders en kernconcepten te articuleren en kritisch te analyseren/te beoordelen.

Vormingsdoelen

Tijdens en na dit opleidingsonderdeel wordt van de student verwacht dat hij/zij:

- bereid is om op een zelfstandige basis, en dit in constructief overleg of in samenwerking met anderen, een bijdrage te leveren tot verdere theorievorming en onderzoeksuitvoering over werkingsprincipes en kernkwesties van de sociale en culturele pedagogiek.
- bereid is om ten aanzien van actuele vraagstukken die zich stellen in het beleid ten aanzien van praktijken van sociale en culturele pedagogiek een duidelijk persoonlijk standpunt in te nemen en dit op een genuanceerde en beargumenteerde wijze te formuleren.

Begintermen

zie begintermen Bachelor Pedagogische Wetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sociale en culturele pedagogiek colleges (B-KUL-P0S63a)

4 studiepunten : College 24 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Sociale en culturele pedagogiek wil een bijdrage leveren aan belangrijke vragen inzake het samenleven vandaag. Ze ontwikkelt theorieën waar educatie in perspectief wordt geplaatst van de betrokkenheid van burgers op deze zoektocht en verbindt de inzet van educatie met belangrijke noties als democratie, emancipatie, sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Met deze cursus willen we een grondige inleiding bieden op waar de sociale en culturele pedagogiek voor staat en we kiezen ervoor om ons antwoord op te bouwen aan de hand van drie deelvragen. Het zijn vragen die het ons mogelijk maken om de rijkdom aan ideeën en praktijken te laten zien maar ons tegelijkertijd ook zal stimuleren om de eigen accenten en werkingsprincipes van de sociale en culturele pedagogiek op het spoor te komen.

De drie vragen die we achtereenvolgend zullen onderzoeken, zijn:

1. Wat maakt de sociale en culturele pedagogiek tot een specifieke pedagogiek  (naast bijvoorbeeld de onderwijspedagogiek en orthopedagogiek)?

2. Wat zijn typische en hedendaagse praktijken van de sociale en culturele pedagogiek?

3. Op welke manier levert de sociale en culturele pedagogiek een bijdrage aan burgerschapseducatie?

Studiemateriaal

Het studiemateriaal is een bundeling van teksten. In de keuze van de teksten is gezocht naar een ‘leerrijk’ evenwicht tussen drie soorten literatuurbronnen:

1. teksten waar de zoektocht naar theoretische verdieping centraal staat,
2. teksten waar een empirisch onderzoek wordt gepresenteerd,
3. teksten waar eigen aandachtspunten van een specifieke praktijk centraal staan.

In de cursus wordt tevens een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van studiemateriaal:

1. Teksten die grondig gelezen en verwerkt moeten worden in functie van het examen. Aangeduid als ‘Examenstof’.
2. Films, websites, bijkomende teksten die worden aangeboden ter verdieping van de leerstof maar niet zullen bevraagd worden tijdens het examen. Aangeduid als ‘Teksten ter verdieping’.

Toelichting werkvorm

- inleidend college
- thematische hoorcolleges
- online leermodules en leesseminaries

Sociale en culturele pedagogiek: analyse van een praktijk (B-KUL-P0T53a)

1 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Analyse in groep van een praktijk ter verdieping van de leerstof: het uitschrijven van een analyse (rapport) en het presenteren van de bevindingen (via een powerpoint).

Studiemateriaal

- Een lijst aan relevante praktijkvoorbeelden waaruit één praktijk dus gekozen wordt.

- Een bundeling van teksten, films en websites. Het gaat om een ‘leerrijk’ evenwicht tussen drie soorten bronnen:

1. Bronnenmateriaal waar de zoektocht naar theoretische verdieping centraal staat,
2. Bronnenmateriaal waar een empirisch onderzoek wordt gepresenteerd,
3. Bronnenmateriaal waar eigen aandachtspunten van een specifieke praktijk centraal staan.

Toelichting werkvorm

Volgende onderwijsactiviteiten worden in het kader van dit vak georganiseerd:

- Zelfstudie: voorbereidende lectuur van teksten waarop in de hoorcolleges en in de oefening kan worden voortgebouwd.
- Hoorcolleges met uiteenzettingen over wetenschappelijke literatuur, met reflectiemomenten en bijkomend illustratiemateriaal (film, casestudies etc.).
- Analyse in groep van een praktijk ter verdieping van de leerstof: het uitschrijven van een analyse (rapport) en het presenteren van de bevindingen (via een powerpoint).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sociale en culturele pedagogiek (B-KUL-P2S63a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen, Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm:

1. Een taak tijdens het jaar waar studenten teksten zelfstandig verwerken en dit ook koppelen aan centrale inhouden van de cursus.
2. Schriftelijk examen tijdens de examenperiode met zowel open essayvragen als meerkeuzevragen (gesloten boek). 

Beoordeling:

De puntenverdeling wordt bij de start van het OPO bekend gemaakt via Toledo. Voor de meerkeuzevragen op het examen wordt een giscorrectie toegepast. De taal- en vormvereisten van de taak worden apart gequoteerd als geslaagd/niet geslaagd. Niet deelnemen aan het examen resulteert in een NA, wat in de puntentelling neerkomt op 0 voor het examen.

Voorwaarden:

De indiendata worden bij de start van het OPO bekend gemaakt via Toledo. Het tijdig inleveren van de taak is een voorwaarde om aan het examen en de tweede examenkans te mogen deelnemen. Het niet tijdig indienen van de taak resulteert in een NA voor het gehele opleidingsonderdeel.

Studenten moeten geslaagd zijn op de taal- en vormvereisten om te slagen voor de opdracht (= ontvankelijkheidsvoorwaarde). Bij niet slagen op de taal- en vormvereisten wordt de opdracht als niet afgelegd (NA) beschouwd, wat in de puntentelling neerkomt op 0 voor de opdracht.

Tweede examenkans:

In geval van een onvoldoende op het geheel, worden de geslaagde deelpunten op de paper of het examen overgedragen naar de derde examenperiode van datzelfde academiejaar. De herkansing van de taak bestaat uit de herwerking van de oorspronkelijke taak en niet uit een volledig nieuwe taak (d.w.z. er wordt verder gewerkt op de gekozen organisatie en er kan dus niet voor een andere organisatie worden gekozen). Ook voor de tweede examenkans geldt dat het tijdig indienen van de herwerkte taak een voorwaarde is om aan het examen in de derde examenperiode te mogen deelnemen. Het niet tijdig indienen van de herwerkte taak resulteert in een NA voor het gehele opleidingsonderdeel.

Studenten die hun taak tijdens de eerste examenkans niet (tijdig) inleverden, krijgen geen tweede examenkans.

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester
Aesaert Koen (coördinator) |  Aesaert Koen |  Agirdag Orhan |  Depaepe Fien |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Henkens Bregt |  Nijs Sara |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Ruyskensvelde Sarah |  Van den Branden Kris |  Vanassche Eline |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V22A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester
Aesaert Koen |  Agirdag Orhan |  Depaepe Fien |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Henkens Bregt |  Nijs Sara |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Ruyskensvelde Sarah |  Van den Branden Kris |  Vanassche Eline |  N.  |  Minder Meer

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P2V17a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. Er wordt gewerkt met een aangepaste cesuur bij de toetsen voor de modules.
Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P0V18A)

6 studiepunten Nederlands 90 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Bijttebier Patricia (coördinator) |  Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Goeman Katie |  Holz Oliver |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Nuffel Anneleen  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V20A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2)
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 1) (B-KUL-P0V18a)

4 studiepunten : College 90 Eerste semesterEerste semester
Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Goeman Katie |  Holz Oliver |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Nuffel Anneleen  |  Minder Meer

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 1) (B-KUL-P0V19a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester
Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Goeman Katie |  Holz Oliver |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Nuffel Anneleen  |  Minder Meer

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1) (B-KUL-P2V18a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie) 
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P0V20A)

6 studiepunten Nederlands 90 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Bijttebier Patricia (coördinator) |  Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Goeman Katie |  Holz Oliver |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Nuffel Anneleen  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

De student is in staat en bereid om op basis van theoretische kaders en wetenschappelijk onderzoek recente ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. het leraarschap,  de schoolorganisatie en de relatie tussen onderwijs en samenleving te bestuderen, kritisch te evalueren en een eigen standpunt in te nemen. Daarenboven is de student bereid en in staat om - mede in het licht van de eigen professionalisering - over het eigen standpunt in gesprek te gaan en op grond van nieuwe inzichten dit standpunt desgevallend bij te stellen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar/hun pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren tegen het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

P0V54A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V64A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V66A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V18A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 1)
P0V56A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V58A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V60A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V62A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V68A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V52A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V38A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V40A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V42A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V44A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V46A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V48A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2
P0V50A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: events (sem 2) (B-KUL-P0V20a)

4 studiepunten : College 90 Tweede semesterTweede semester
Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Goeman Katie |  Holz Oliver |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Nuffel Anneleen  |  Minder Meer

Inhoud

‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: events’ betreft thema’s die zich op micro-, meso- en/of macroniveau situeren. De events zijn ingedeeld in verschillende categorieën:

  • De leerling en het leren;
  • Leeromgevingen en leraarschap;
  • Schoolorganisatie, schoolbeleid en professionele ontwikkeling;
  • Onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit;
  • Onderwijsconcepten en curriculum.

Het aanbod van cursussen, opleidingen die door (partners van) de KU Leuven worden aangeboden en extern worden gecertificeerd kan jaarlijks wisselen. Op dit moment staat gepland:

  • De identiteit van de katholieke school (erkend door Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
  • EHBO Bedrijfseerstehulpverlener (erkend door Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden (verspreid over de verschillende vestigingsplaatsen, al dan niet technologisch ondersteund en al dan niet gebundeld) activiteiten georganiseerd die een verschillende vorm kunnen aannemen. Per semester worden twee LIMBOraties gehouden. Dit neemt veelal de vorm aan van een inleiding door panelleden en een gestructureerde discussie tussen panelleden en de studenten.
Elke activiteit telt voor een aantal LIMBOpunten. Per activiteit wordt bepaald hoe de student actieve deelname kan aantonen. Studenten dienen 90 LIMBOpunten te verzamelen waarbij één LIMBOpunt staat voor 45 à 60 minuten studietijd:

  • Studenten kiezen events uit minstens 3 van de 5 categorieën en minstens één LIMBOratie.
  • Maximum 27 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een cursus/opleiding verzorgd door (partners van) de KU Leuven die ook extern worden erkend.
  • Maximum 9 LIMBOpunten kunnen worden vervangen door een externe nascholing na goedkeuring (procedure zie Toledo).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2: opdracht (sem 2) (B-KUL-P0V21a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester
Bijttebier Patricia |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Goeman Katie |  Holz Oliver |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Nuffel Anneleen  |  Minder Meer

Inhoud

Er is geen specifieke inhoud. De inhouden diepen uit en verbreden wat aan de orde wordt gesteld in Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs deel 1 en deel 2 zijn hier relevant.

Via Toledo kunnen studenten zich inschrijven voor optionele (maar wel voorbereide) begeleidingsmomenten.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit de specifieke richtlijnen en de mogelijkheden om tussentijdse feedback te ontvangen.

Toelichting werkvorm

Op grond van de inzichten verworven in de verschillende onderdelen van het opo schrijven studenten (naar keuze) een theoretisch onderbouwd en praktijkrelevant onderzoeksvoorstel, beleidsadvies of opiniebijdrage. Studenten kunnen tussentijds hun opdracht voorleggen om gerichte feedback te ontvangen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 2 (sem 2) (B-KUL-P2V20a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

De evaluatie betreft:

  • Actieve deelname aan minstens één LIMBOratie en events ter waarde van 90 LIMBOpunten incl. LIMBOratie)
  • Paper waaruit blijkt dat doorgedacht is over de inhouden uit LIMBO1 en LIMBO2 mede vanuit het perspectief van het kritisch uittekenen van de eigen verdere professionalisering. De paper kan verschillende vormen aannemen. Een precieze opdrachtomschrijving alsook de specifieke beoordelingscriteria worden op Toledo ter beschikking gesteld..
     

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22A)

6 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester
Aesaert Koen (coördinator) |  Aesaert Koen |  Agirdag Orhan |  Depaepe Fien |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Henkens Bregt |  Nijs Sara |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Ruyskensvelde Sarah |  Van den Branden Kris |  Vanassche Eline |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V17A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P0V22a)

6 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester
Aesaert Koen |  Agirdag Orhan |  Depaepe Fien |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Henkens Bregt |  Nijs Sara |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Ruyskensvelde Sarah |  Van den Branden Kris |  Vanassche Eline |  N.  |  Minder Meer

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2) (B-KUL-P2V22a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. 

Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid (B-KUL-P0V25B)

5 studiepunten Nederlands 20 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Op grond van het opleidingsonderdeel zijn de studenten in staat

  • Het belang van wetenschappelijke geletterdheid te vertolken en te duiden vanuit het onderzoek over wetenschappelijke geletterdheid, i.e. onderzoeksvaardigheden, wetenschappelijk denken en weten hoe wetenschap werkt
  • Hun diepgaand inzicht in onderzoeksmethoden voor gedragswetenschappen te hanteren bij het analyseren van het onderzoek naar en de praktijk van het bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid
  • Inzicht te hebben in de struikelblokken in het leren van wetenschappelijke geletterdheid
  • Op basis van het onderzoek naar het bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid een omgeving voor leerlingen en leerkrachten te ontwikkelen die gericht is op het bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid (incl. onderzoekshoudingen en/of onderzoeksvaardigheden)
  • Concreet onderzoek uit de gedragswetenschappen te gebruiken als authentieke context voor het vormgeven van deze omgeving

Vormingsdoelen

  • Studenten tonen in hun aanpak het belang van wetenschappelijke geletterdheid
  • Studenten geven blijk van grote bekommernis voor het laten verwerven van wetenschappelijke geletterdheid door leerlingen
  • Studenten scholen zich professioneel bij op het vlak van het bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid.
  • Studenten zijn zich bewust van de struikelblokken in hun eigen wetenschappelijk redeneren.

Begintermen

Studenten hebben zich bekwaamd in onderzoeksvaardigheden.
Studenten hebben een degelijk begrip van de onderzoekscyclus.
Studenten zijn in staat zelfstandig wetenschappelijke literatuur te verwerken.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V04B ) OF GELIJKTIJDIG( P0V12B ) OF GELIJKTIJDIG( P0U99A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I05A ) OF GELIJKTIJDIG( P0U99B )


P0V04BP0V04B : Stage psychologie en pedagogische wetenschappen: gedragswetenschappen en cultuurwetenschappen
P0V12BP0V12B : Stage psychologie en pedagogische wetenschappen: gedragswetenschappen
P0U99AP0U99A : Stage psychologie en pedagogische wetenschappen
S0I05AS0I05A : Stage maatschappijwetenschappen 1
P0U99BP0U99B : Stage psychologie en pedagogische wetenschappen

Identieke opleidingsonderdelen

P0V25A: Bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid

Onderwijsleeractiviteiten

Bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid: colleges (B-KUL-P0V25a)

2 studiepunten : College 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Een belangrijke taak voor educatieve masters in de gedragswetenschappen is het bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid. Zo nemen onderzoekscompetenties een centrale plaats in binnen de eindtermen, al blijkt uit onderzoek dat leerkrachten niet altijd goed weten hoe ze deze onderzoekscompetenties bij leerlingen kunnen bevorderen. Het omgaan met wetenschappelijk onderzoek én een onderzoekende houding worden bovendien vanuit het (internationale) beleid gezien als belangrijke 21st century skills die leerlingen en studenten dienen te verwerven. Ze zijn nodig om geïnformeerde beslissingen te nemen in het dagelijkse leven én om deel te nemen aan het maatschappelijke debat (vb. discussies over het klimaat).

In het opleidingsonderdeel worden een aantal colleges voorzien. Deze vertrekken vanuit een analyse van hoe wetenschappelijke geletterdheid in de huidige Vlaamse context aan bod komt. Vervolgens wordt bestudeert hoe deze wetenschappelijke geletterdheid in de wetenschappelijke literatuur wordt ingevuld. Hierbinnen kunnen drie lijnen van theorievorming onderscheiden worden, i.c. wetenschappelijke geletterdheid als (1) het uitvoeren van onderzoek of onderzoeksvaardigheden (scientific discovery) (2) het gebruiken van wetenschappelijk onderzoek om een argumentatie te onderbouwen (argumentation) (3) het begrijpen hoe wetenschap werkt en welke epistemologische opvattingen hieraan ten grondslag liggen (nature of science). De colleges behandelen de struikelblokken die leerlingen ervaren in het verwerven van deze verschillende aspecten van wetenschappelijke geletterdheid. Op een kritische manier worden interventies en leeromgevingen die gericht zijn op het bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid geanalyseerd en hun effecten bediscussieerd. Tot slot wordt stil gestaan bij struikelblokken in wetenschappelijke geletterdheid van volwassenen en in ons eigen denken.

 

Studiemateriaal

Jaarlijks wordt een reader ter beschikking gesteld met wetenschappelijke publicaties over de ontwikkeling en het bevorderen van onderzoeksvaardigheden (scientific discovery), wetenschappelijk argumenteren (argumentation), en het begrijpen van wetenschap (nature of science).

Toelichting onderwijstaal

Nederlands met mogelijkheid van andere taal voor buitenlandse sprekers

Bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid: opdracht (B-KUL-P0V26a)

3 studiepunten : Opdracht 10 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Om studenten op meta-niveau bewust te maken van het belang van wetenschappelijke geletterdheid en het bevorderen ervan worden zij geacht (a) een leeromgeving te ontwikkelen die wetenschappelijke geletterdheid kan bevorderen en (b) een nascholing uit te werken over wetenschappelijke geletterdheid.

Ter voorbereiding en ondersteuning van het ontwerpen van de leeromgeving en het ontwikkelen van de nascholing worden een aantal werksessies georganiseerd. Deze werksessies omvatten onder meer (1) het maken van analyse van de beginsituatie m.b.t. wetenschappelijke geletterdheid in een school (2) voorstellen en kritisch bespreken van bestaande interventies m.b.t. wetenschappelijke geletterdheid (3) het geven van peer-feedback geven op het ontwerp van de leeromgeving en nascholing van medestudenten.

Studiemateriaal

Jaarlijks wordt een reader ter beschikking gesteld met wetenschappelijke publicaties over de ontwikkeling en het bevorderen van onderzoeksvaardigheden (scientific discovery), wetenschappelijk argumenteren (argumentation), en het begrijpen van wetenschap (nature of science).

Toelichting werkvorm

Er worden enkele werksessies voorzien als voorbereiding en ondersteuning voor het ontwikkelen van de leeromgeving of de nascholing.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid (B-KUL-P2V25b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie neemt de vorm aan van een drietrapsraket:

  • Het ontwerpen van een leeromgeving die leerlingen aanzet tot het ontwikkelen van wetenschappelijke geletterdheid
  • Het ontwikkelen van een nascholing over wetenschappelijke geletterdheid, vertrekkend vanuit de beginsituatieanalyse van een school
  • Afrondend gesprek in de vorm van een mondeling take-home examen waarbij aan de hand van ter beschikking gestelde richtvragen de theoretische uitgangspunten van de leeromgeving en/of nascholing bevraagd worden.

Voor het ontwerpen van de leeromgeving en voor het ontwikkelen van de nascholing wordt van de studenten verwacht dat ze op een correcte wijze refereren naar de gebruikte bronnen en wetenschappelijke literatuur waarop ze zich baseren.

ECTS Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27A)

5 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Doelstellingen

Voor dit opleidingsonderdeel geldt een numerus clausus van 100 studenten. 

 

Op grond van het opleidingsonderdeel zijn de studenten in staat

  • Hun inzicht te vertolken in het wetenschappelijk onderzoek t.a.v. deelproblematieken op het vlak van didactiek van hoger onderwijs
  • Onderwijspraktijken inzake hoger onderwijs theoretisch te duiden en onderzoeksonderbouwde optimaliseringsvoorstellen te formuleren
  • Zelfstandig en kritisch onderzoek inzake didactiek van hoger onderwijs te verwerken

 

Vormingsdoelen

  • Studenten ontwikkelen een interesse voor (evoluties op het vlak van) didactiek van hoger onderwijs, ze tonen hun interesse door actief op zoek te gaan naar informatie en daarover onderbouwd standpunt te nemen
  • Studenten scholen zich professioneel bij op het vlak van didactiek van hoger onderwijs

Begintermen

Studenten hebben inzicht in de factoren die de kwaliteit van onderwijs bepalen en dit zowel op micro-, meso-, als op macro-niveau.

Studenten zijn in staat enerzijds op hun ervaringen een beroep te doen bij het interpreteren van nieuwe informatie en anderzijds afstand te nemen van hun ervaringen om diepte-zicht op te bouwen.

Studenten zijn in staat zelfstandig wetenschappelijke literatuur te verwerken.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P0V27a)

5 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester
Vandecandelaere Machteld |  Verburgh An (plaatsvervanger) |  Schouteden Wendy (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel staan actuele deelthema’s t.a.v. de didactiek van hoger onderwijs centraal die onderzoeksmatig veel aandacht krijgen. Jaarlijks kunnen deze thema’s worden aangepast . Mogelijke thema’s zijn:

  • Maatschappelijke rol van hoger onderwijs (enculturatie – transformatie)
  • Curriculumontwikkeling in het hoger onderwijs
  • Werkvormen eigen aan hoger onderwijs
  • De rol van technologie in het kader van (de vernieuwing van) hoger onderwijs
  • Omgaan met verschillen tussen studenten in het hoger onderwijs (van toegangselectie tot universal design)

 

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt in afstandsonderwijs aangeboden en omvat twee types activiteiten:

  • Online modules waarin thema’s worden ingeleid en geduid
  • Interactieve online discussiesessies waarin studenten op grond van een grondige lezing van de literatuur actuele casussen bespreken en elkaar bevragen en ondersteunen bij het identificeren van implicaties

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Didactiek van het hoger onderwijs (B-KUL-P2V27a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Mondeling examen (online) waarin studenten een praktijk uit het hoger onderwijs dienen te analyseren vanuit diverse invalshoeken.

ECTS Vakdidactiek psychologie en pedagogische wetenschappen-B (Leuven) (B-KUL-P0V29A)

6 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

Leerresultaten

Na het succesvol afronden van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de domeinen psychologie, pedagogische wetenschappen en aanverwante te integreren in een lessenreeks en deze gepast in te zetten om krachtige leeromgevingen te ontwerpen én te realiseren in verschillende contexten binnen het domein van de gedragswetenschappen.
  • kritisch te reflecteren op de uitgangspunten en zinvolheid van concrete vakdidactische praktijken in verschillende leeromgevingen binnen het domein van de gedragswetenschappen en aanverwante en dit op basis van onderzoeksliteratuur te onderbouwen. De studenten kunnen hierover in gesprek gaan met medestudenten en kunnen de kracht van argumenten beoordelen. 
  • op basis van deze kritische reflectie verschillende alternatieve opties te geven om de effectiviteit van de leeromgeving te verhogen.
  • aandacht te hebben voor en gebruik te maken van de diversiteit binnen een groep lerenden.
  • de eigen waarden, overtuigingen en aannames met betrekking tot leren en onderwijzen te identificeren (a) en de invloed hiervan op de ondersteuning van leerprocessen te onderkennen (b).
  • het eigen functioneren te evalueren en bij te sturen door sterke punten en werkpunten binnen de eigen leeractiviteiten aan te duiden en te integreren in zijn leerproces, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • samen te werken met medestudenten en bij te dragen aan het leerproces van medestudenten.

 

Vormingsdoelen

  • De student is nieuwsgierig naar evoluties op het vlak van vakdidactisch onderzoek en in het onderwijskundig denken in het algemeen en is bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen, te volgen en hiernaar te handelen in zijn professionele activiteiten.
  • De student heeft een kritische attitude t.a.v. de zinvolheid en uitgangspunten van vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude op gepaste wijze inzetten. 
  • De student is bereid om samen te werken met andere professionals zowel binnen als buiten zijn eigen vakgebied.
  • De student is zich bewust van het ruimere takenpakket van een leraar gedragswetenschappen.
  • De student is bereid om het eigen functioneren als leerkracht in vraag te stellen. De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft ervaring opgedaan met verschillende (internationale) onderwijssystemen.
  • De student heeft een professionele houding ten aanzien van al zijn/haar stage-activiteiten. Dit uit zich o.a. in het naleven van afspraken met de vakmentor en met de stagebegeleider en het goed kunnen plannen van taken en opdrachten, alsook het overleggen met de medestudent in het kader van team teaching.

 

Begintermen

Van de student wordt verwacht dat hij/zij in staat is om hun eigen leerproces te plannen en te sturen.

Er wordt ook verwacht dat de student geïnteresseerd is om vanuit een wetenschappelijk oogpunt en voortbouwend op de eigen ervaringen op zoek te gaan naar de variabelen (en hun onderlinge relaties) die het onderwijsleerproces bepalen en vormgeven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )) EN (GELIJKTIJDIG( S0I01A ) OF GELIJKTIJDIG( S0I31A ))


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
S0I01AS0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31AS0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen


Identieke opleidingsonderdelen

P0W31A: Vakdidactiek gedragswetenschappen
P0W33A: Vakdidactiek gedragswetenschappen
P0W35A: Vakdidactiek gedragswetenschappen
P0W37A: Vakdidactiek psychologie en pedagogische wetenschappen-B

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek psychologie en pedagogische wetenschappen-B (Leuven) (B-KUL-P0V29a)

3 studiepunten : Practicum 10 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De inhoud van het opleidingsonderdeel wordt gegroepeerd rond verschillende thema’s die telkens specifiek worden ingevuld vanuit het brede domein van de gedragswetenschappen (kort: leraar GW):

  • de leraar GW in een schoolorganisatie, incl. de leraar als team teacher
  • de leraar GW als organisator en begeleider van onderwijsleerprocessen, met nadruk op de kernpraktijken behorende bij het ontwerpen van een leeromgeving,
  • de leraar GW als evaluator van onderwijsleerprocessen
  • de leraar GW als inhoudelijk expert,
  • de leraar als onderzoeker,
  • de professionele ontwikkeling tot en als leraar GW.

Studiemateriaal

Alle opdrachten en studiemateriaal worden via Toledo ter beschikking gesteld.

Toelichting werkvorm

Er worden een startmoment, (digitale) reflectiemomenten en een finaal presentatiemoment voorzien. 

Vakdidactische toepassingen psychologie en pedagogische wetenschappen (Leuven) (B-KUL-P0W29a)

3 studiepunten : Stage 10 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Tijdens de stage verkennen en bezoeken studenten relevante organisaties met betrekking tot de gekozen lesonderwerpen. Daarnaast wordt minstens één vakdidactisch thema zowel methodologisch als onderwijskundig onderzocht.

De stage richt zich op het verkennen van activiteiten en processen die zich in een leeromgeving voordoen, alsook op wat zich afspeelt in de ruimere onderwijsomgeving. Tijdens deze stageactiviteiten staan de kernpraktijken m.b.t. het ontwerpen van leeromgevingen meer centraal en wordt de ervaring van het begeleiden en ondersteunen van leerprocessen gebruikt om de ontworpen leeromgeving op zijn effectiviteit te evalueren en te optimaliseren.

Studiemateriaal

Het nodige studiemateriaal wordt via Toledo aangeboden.

Toelichting werkvorm

De studenten lopen stage in een stageschool. De student neemt zodra mogelijk– in samenspraak met de vakmentor en medestudent - een assisterende rol op.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek psychologie en pedagogische wetenschappen-B (Leuven) (B-KUL-P2V29a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag

Toelichting

Evaluatievorm: De evaluatie bestaat uit opdrachten die tijdig zullen worden meegedeeld via Toledo.

Beoordeling: Geslaagd of niet geslaagd

Voorwaarden:

  • De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene praktijk momenten. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel
  • De opdrachten zijn tijdig ingeleverd. De indien deadlines voor de opdrachten worden tijdig op Toledo bekend gemaakt. Het niet tijdig inleveren de opdrachten leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Diversiteitsstage (B-KUL-P0W39A)

3 studiepunten Nederlands 10 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract

Doelstellingen

De diversiteitsstage wil studenten kansen bieden om zich in een veilig leerklimaat te bekwamen tot zorgzame en relatievaardige leraren die aandacht hebben voor de noden en leerbehoeften van alle leerlingen/cursisten/studenten, in het bijzonder de meest kwetsbaren onder hen.

  • Bij het voltooien van de diversiteitsstage heeft de student deze doelstellingen bereikt:
  • De student heeft oog voor verschillen tussen leerlingen/cursisten/studenten, met bijzondere aandacht voor de leerlingen/cursisten/studenten waarbij de schoolloopbaan moeizaam verloopt;
  • De student kan reflecteren over de verschillende factoren die een impact hebben op de leerprocessen van kwetsbare leerlingen/cursisten/studenten in een groepscontext;
  • De student kan leerlingen/cursisten/studenten coachen, met bijzondere aandacht voor studiemethode;
  • De student kan in functie van gelijke onderwijskansen communiceren en samenwerken met (afhankelijk van het project) leraren, leerlingen/cursisten/studenten, ouders, externe partners en de bredere sociaal-culturele sector;
  • De student kan de sterke en zwakke punten rond hun handelingsbekwaamheid m.b.t. omgaan met diversiteit in het onderwijs identificeren;
  • De student kan zich verder engageren om zijn/haar handelingsrepertoire rond het omgaan met diversiteit te vergroten;
  • De student kan discreet omgaan met gevoelens van leerlingen/cursisten/studenten door respect op te brengen voor de eigenheid en diversiteit van die leerlingen/cursisten/studenten.

 

Begintermen

De diversiteitsstage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis.
Om dit OPO te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Identieke opleidingsonderdelen

F0YX7A: Diversiteitsstage Letteren

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Diversiteitsstage (B-KUL-P0W39a)

3 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De inhoud wordt universiteitsbreed bepaald (zie Toledo)

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

De diversiteitsstage bestaat uit het verzorgen van ca. 15-20 sessies op een school of in een organisatie. De sessies vinden bij voorkeur plaats in de eigen stageschool (in Vlaanderen en/of Brussel) of in een andere school, CVO, andere partnerorganisatie. De student sluit bijvoorbeeld aan bij het ondersteuningsteam op een school.
De stagiair ondersteunt het team op school/in een organisatie dat (een) leerling(en)/cursist(en)/student(en) met specifieke onderwijsbehoeften omwille van individuele kenmerken (bijvoorbeeld: SES, taal- en/of migratieachtergrond, socio-culturele achtergrond, ontwikkelingsstoornissen, leerstoornissen, genderidentiteit, functiebeperkingen) begeleidt.

Om te reflecteren op het stagetraject worden drie supervisiemomenten georganiseerd (begeleid en opgevolgd door medewerkers van de Educatieve Masters) op de school of aan de universiteit, waarbij de student ervaringen uitwisselt met medestudenten en eventueel ook met studenten van een bacheloropleiding. Hiervoor bereiden studenten bijvoorbeeld reflectievragen voor, houden ze een logboek/dagboek bij en maken ze een kort individueel verslag van de bijeenkomst. Het laatste supervisiemoment is de evaluatiesessie. De aanpak en inhoud van de supervisies wordt verder toegelicht door de projectleider via Toledo / mail.

Naast het verzorgen van de begeleidingssessies en de supervisies volgt elke student ook ten minste twee universiteitsbrede vormingen.

De vormingen en supervisies worden universiteitsbreed georganiseerd en begeleid door medewerkers van de Educatieve Masters of worden aangeboden in samenwerking met externe partners. Er wordt naar een diverse samenstelling van de studentengroep gestreefd (studenten uit verschillende projecten en Educatieve Masters).

Andere modaliteiten zijn mogelijk voor studenten met LIO-valorisaties. Deze worden beschreven op Toledo.

De wijze waarop dit opleidingsonderdeel wordt ingevuld, is afhankelijk van de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad en andere geldende collectieve of individuele maatregelen die worden opgelegd. 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Diversiteitsstage (B-KUL-P2W39a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces. De evaluatievorm kan verschillen naargelang het gekozen traject. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Er wordt voor deze onderwijsleeractiviteit gewerkt met een geslaagd/niet geslaagd beoordeling.

Tweede examenkans
Er is geen tweede examenkans.

Deze stage gaat door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P0X27A)

6 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Medaer Jan (coördinator) |  Medaer Jan |  Vandenabeele Joke

Doelstellingen

Leerdoelen :

Het Vlaamse landschap van de volwassenvorming met zijn specifieke settings en maatschappelijke betekenis per setting duiden;

De belangrijkste leertheorieën, die de praktijken van de volwassenenvorming inspireren duiden;

Inzien dat de leertheorieën inzake volwassenenvorming verbonden zijn met specifieke strategieën om het leren bij volwassenen te bevorderen;

Een specifiek profiel schetsen van de doelgroep behorende tot de eigen gekozen volwassenenvormingscontext door onder andere observatie van de beginsituatie, interview, literatuur studie;

Nagaan welke specifieke didactiek er van toepassing zijn binnen specifieke vormen van volwassenenvorming;

Kritisch reflecteren over de leertheorieën van de volwassenenvorming en keuze kunnen verantwoorden voor een bepaalde leertheorie in functie van een praktijkgericht onderzoek;

Vormingsdoelen:

Bevindingen vanuit praktijkonderzoek presenteren zodat deze relevantie hebben voor het werkveld;

Bereidheid om op een zelfstandige basis en in constructief overleg of in samenwerking met anderen een bijdrage te leveren tot verdere theorievorming en onderzoeksuitvoering inzake volwassenenvorming;

Bereidheid om een duidelijk persoonlijk standpunt in te nemen op een genuanceerde en beargumenteerde wijze ten aanzien van de manier waarop het leren van volwassenen in diverse settings van de volwassenenvorming tot stand wordt gebracht;

Bereidheid om een educatief perspectief op volwassenenvorming te formuleren op basis van wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en eigen opgezet onderzoek.

Begintermen

Voor dit OPO geldt een numerus clausus van 70 EM-studenten.

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Lesgeven binnen volwassenenvorming: algemene en specifieke eigenheden van het volwassenenvormingsveld in Vlaanderen (B-KUL-P0X27a)

3 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het veld van de volwassenenvorming is enorm uitgestrekt en kent vandaag de dag veel verschillende opvattingen, principes concrete methodieken en doelgroepen. In dit OLA gaan we in op algemene en specifieke eigenheden van volwassenenvormingsveld in Vlaanderen. We verkennen de erg verschillende finaliteiten van de volwassenenvorming, onderzoeken de kenmerken en beweegredenen van de verschillende doelgroepen en analyseren de specifieke methodieken eigen aan de verschillende settings van volwassenenvorming aan de hand van verschillende opdrachten. Bij deze analyse wordt ook gekeken naar werkingsprincipes en valkuilen om te komen tot inzichten die vorm krijgen in een gemotiveerde lijst van do’s and don’ts gericht aan het werkveld.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Blended learning: interactieve contactmomenten en zelfstudie van modules via materiaal op Toledo, individueel uitwerken van opdrachten: opdrachtomschrijving zie Toledo.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0X56A : Lesgeven binnen volwassenenvorming

Lesgeven binnen volwassenenvorming: onderzoek naar motivatie van vormingskeuze bij volwassenen (B-KUL-P0X34a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit OLA wordt de motivatie van vormingskeuze bij heel specifieke doelgroepen (vluchtelingen en migranten, kortgeschoolden en jonge adolescenten, mensen in armoede, ouderen, etc.) en hoe zij ‘leren’ opvatten onder de loep genomen en kritisch vergeleken met leertheorieën inzake volwassenenvorming. Er is aandacht voor een aantal onderzoekers/theoretici die het veld in de loop der tijd substantieel hebben gedefinieerd; dit brengt inzicht in wat belangrijke keuzes zijn in het concreet vorm geven van een educatief initiatief binnen de volwassenenvorming. Iedere student zal een praktijkgericht onderzoek uitvoeren binnen een eigen gekozen volwassenvormingssetting. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van onderzoeksliteratuur en werkveldbezoeken (observatie en interviews in een specifiek volwassenenvormingssetting), en resulteert in een paper. Bij tussentijdse (online) momenten bespreken we reeds opgedane inzichten adhv reflectie/ feedback.

Studiemateriaal

Verdiepende teksten, achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, online didactisch materiaal …

Toelichting werkvorm

Uitwerken van een paper op basis van praktijkgericht onderzoek in volwassenenvormingssetting, ondersteund door begeleidende leerinhouden op Toledo en online intervisies.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lesgeven binnen volwassenenvorming (B-KUL-P2X27a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Permanente evaluatie o.b.v. tussentijdse opdrachten en paper.

De student moet geslaagd zijn voor alle onderdelen van elk OLA om het OPO succesvol af te leggen.

Toelichting bij herkansen

Bij niet slagen moeten de ontoereikende opdrachten en/of paper herwerkt of hernomen worden in de tweede examenperiode

ECTS Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-P0X66A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Gadeyne Els (coördinator) |  Baeyens Dieter |  Ghesquière Pol |  Gadeyne Els (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Aan het eind van dit opleidingsonderdeel :

  • heeft de student zicht op een aantal frequent voorkomende leer- en gedragsproblemen die zich kunnen voordoen in het secundair onderwijs.
  • is de student sensitief om deze problemen (vroegtijdig) te identificeren in de dagelijkse onderwijspraktijk.
  • heeft de student kennis over verschillende interventiemogelijkheden die er bestaan binnen de onderwijscontext en hun inbedding in het brede veld van de jeugdhulpverlening. In het bijzonder is hij op de hoogte van zinvolle en efficiënte interventies voor leerkrachten en scholen wanneer ze met leer- of gedragsproblemen worden geconfronteerd.

Begintermen

Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op module 7 'Verschillen tussen leerlingen in onderwijs' uit 'Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs, deel 1'. 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-P0X66a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Baeyens Dieter |  Ghesquière Pol |  Gadeyne Els (plaatsvervanger)

Inhoud

Een aantal relevante leer- en gedragsproblemen worden besproken door middel van een status questionis van het wetenschappelijk onderzoek: definitie, diagnose, prevalentie, etiologie, prognose en behandeling. Aansluitend wordt ingegaan op gepaste school-, klas- en leerlinggerichte interventies.

Volgende thema's komen aan bod:

Deel 1: Leerproblemen

  • Dyslexie
  • Dyscalculie

 

Deel 2: Gedragsproblemen

  • Aandachtstekortstoornissen
  • Externaliserend probleemgedrag
  • Internaliserend probleemgedrag
  • Autismespectrumstoornissen
  • Pesten op school

 

Deel 3: Zorg op school

  • Handelingsgericht werken
  • Centra voor Leerlingenbegeleiding

Studiemateriaal

Reader met literatuuropgaven.

Toelichting werkvorm

Tijdens de colleges wordt heel wat informatie meegegeven, maar wordt ook regelmatig ruimte gemaakt voor ervaringen en visies van studenten en uitwisseling tussen studenten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leer- en gedragsmoeilijkheden op school (B-KUL-P2X66a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatievorm:
Het examen is een combinatie van eerder kennisgerichte vragen en toepassingsgerichte vragen.

ECTS Begeleiding van onderwijsloopbaan en keuzeprocessen (B-KUL-P0X67A)

4 studiepunten Nederlands 22 Tweede semesterTweede semester
Verschueren Karine |  Lavrijsen Jeroen (plaatsvervanger)

Doelstellingen

1) De studenten hebben inzicht verworven in de voornaamste psychologische theorieën over (onderwijs)loopbaankeuzes;
2) De studenten kunnen wetenschappelijk onderzoek dat relevant is voor de onderwijsloopbaan en keuzeprocessen en implicaties voor de begeleidingspraktijk begrijpen en kritisch evalueren;
3) Studenten kennen de structuur van het Vlaamse onderwijslandschap en kunnen belangrijke databanken efficiënt gebruiken om vragen over opleidingsmogelijkheden en onderwijsregelgeving in Vlaanderen te beantwoorden.

Identieke opleidingsonderdelen

P0W65A: Begeleiding van onderwijsloopbaan en keuzeprocessen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Begeleiding van onderwijsloopbaan en keuzeprocessen: hoorcollege (B-KUL-P0W65a)

2 studiepunten : College 12 Tweede semesterTweede semester
Verschueren Karine |  Lavrijsen Jeroen (plaatsvervanger)

Inhoud

In een eerste deel worden belangrijke psychologische theorieën m.b.t. keuzeprocessen in de (onderwijs)loopbaan besproken. Ook wordt wetenschappelijk onderzoek besproken betreffende thema’s die relevant zijn voor de onderwijsloopbaan en de begeleiding daarvan (bijv. ontwikkeling van interesses, aanpassing aan transities). De implicaties voor de onderwijs- en begeleidingspraktijk worden telkens belicht.

Studiemateriaal

Reader met wetenschappelijke artikelen en slides Toledo

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

P0W65A : Begeleiding van onderwijsloopbaan en keuzeprocessen

Praktijkopdracht Onderwijsloopbaanbegeleiding (B-KUL-P0X68a)

2 studiepunten : Opdracht 10 Tweede semesterTweede semester
Verschueren Karine |  Lavrijsen Jeroen (plaatsvervanger)

Inhoud

In een tweede deel verkennen de studenten hoe (beleid over) onderwijsloopbaanbegeleiding concreet vorm kan krijgen in het basis-, secundair of hoger onderwijs (aan de hand van een schoolbezoek en/of interview). Zij beschrijven en evalueren dit op grond van de inzichten verworven in het opleidingsonderdeel. Zij schrijven hun bevindingen neer in een paper (5 pagina’s).

Studiemateriaal

Cursustekst en slides Toledo

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Begeleiding van onderwijsloopbaan en keuzeprocessen (B-KUL-P2X67a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer

Toelichting

Schriftelijk examen over Deel I (OLA 1)  (12 punten).

Over deel II (OLA2), schrijven studenten ook een paper (8 punten). De paper wordt ingediend ten laatste 3 weken voor het begin van de examenperiode.

Indien één deelexamen als NA wordt beoordeeld leidt dit tot een evaluatie NA voor het gehele opleidingsonderdeel.

 

 

 

 

ECTS Culture and Meaning (B-KUL-S0A40A)

4 ECTS English 26 First termFirst term

Aims

Upon completion of the course students have attained the following learning results:

  • Students know what is meant by ‘culture’ in the social sciences.
  • Students are aware of the specificity of the cultural-sociological approach as compared to the positivist tradition in sociology.
  • Students know that cultural sociology is substantively ‘open’, and can as such be applied to phenomena ranging from science and technology to religion, and from work to tourism or consumption.
  • Students know that, and understand why, cultural sociology can employ qualitative as well as quantitative methods.
  • Students know the principal characteristics of the classical cultural sociologies of Durkheim and Weber.
  • Students are aware of the intellectual drawbacks of essentialization and authentication (‘real religion’, ‘real sociology’, ‘real quality’).
  • Students know why the logic of contemporary fields like politics, tourism and consumption cannot be understood properly without taking the decisive role of the culture into account. 
  • Students are capable of describing and analyzing cultural phenomena in cultural-sociological terms.

The objectives are communicated at the beginning of the course.

Previous knowledge

Having followed S0A20A/ S0A20B Sociologie at the Faculty of Social Sciences, or a similar course, is recommended.

Onderwijsleeractiviteiten

Culture and Meaning (B-KUL-S0A40a)

4 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

This course consists of two parts:

Part 1: Culture and cultural sociology

The first part addresses the question of what culture is (learned ways of thinking, feeling and doing that people share with others) and the question into the specificity of cultural sociology. Cultural sociology is characterized as a type of sociology that understands culture as a social reality in and of itself. Culture is in this perspective thus not a mere ‘side issue’ that masks and distorts ‘real’ social reality, and can as such as a ‘dependent variable’ be explained from such an allegedly ‘more fundamental’ reality. Students are then introduced to the still relevant classical cultural sociologies of Weber and Durkheim, which are also used to demonstrate that cultural sociology can rely on quantitative as well as qualitative methods.

Part 2: Cultural sociology and the social significance of culture

The second part of the course then addresses examples of cultural-sociological analyses of social phenomena ranging from science and technology to religion, and from work to tourism and consumption.

Course material

  • English chapters and articles (350-450 pages)
  • Course slides

All course material is made available on Toledo.

Format: more information

Students are recommended to read the texts in advance, and have the opportunity to ask questions about the literature during the on-campus lectures.

Each of the lectures is recorded and is subsequently available on Toledo for one week. After the final lecture all recordings are made available once again.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Culture and Meaning (B-KUL-S2A40a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions
Learning material : None

Explanation

Evaluation characteristics
The written examination lasts three hours and consists of four to six open questions about the contents of the lectures and the literature. It aims to assess not only knowledge of the course contents, but also the ability to apply the latter to social phenomena.

Final grade
The course is evaluated by the teacher, as communicated via Toledo and the examination regulation. The final score is expressed as a mark out of 20 (rounded to a whole number).

Second examination opportunity
The evaluation characteristics and the determination of the final grade of the second examination opportunity are similar to those of the first examination opportunity, as expressed above.

ECTS Onderwijssociologie (B-KUL-S0D36A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten volgende leerresultaten bereikt:

  • Studenten kunnen de relatie tussen onderwijsinstituties en maatschappelijke positionering, en de relatie tussen onderwijsinstituties en andere maatschappelijke uitkomsten uitleggen.
  • Studenten onderkennen de grote ontwikkelingen in de sociologie van onderwijs en voortgezette opleiding en kunnen deze uitleggen.
  • Studenten kunnen de resultaten van een staalkaart van empirisch onderzoek op het domein van de sociologie van onderwijs en voortgezette opleiding interpreteren en met elkaar in verband brengen.
  • Studenten kunnen een beargumenteerd standpunt innemen over actuele kwesties over de vormgeving van onderwijs- en opleidingsinstituties en hiervoor schriftelijk rapporteren.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel wordt de student verondersteld te beschikken over een elementaire kennis van het beleid en organisatie van het onderwijs in Vlaanderen, zonder dat hij/zij hiervoor noodzakelijk een opleidingsonderdeel gevolgd heeft; enige vertrouwdheid met methoden en technieken van sociaalwetenschappelijk onderzoek, opdat de bevindingen (bv. een grafische weergave) kunnen worden geïnterpreteerd; en een goede kennis van het Nederlands en het Engels. Het gevolgd hebben van het OPO S0A18A Methodologie van de sociale wetenschappen (of een analoog OPO voor methodologische basiskennis) strekt tot de aanbevelingen. Basisbegrippen van de sociologie zullen worden uitgelegd.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Onderwijssociologie (B-KUL-S0D36a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deze leeractiviteit is opgebouwd uit vijf delen. In een eerste deel introduceren we het object van de sociologie van het onderwijs en de verschillende theoretische stromingen die eraan ten grondslag liggen, evenals de relatie tot stratificatiesociologie en arbeidssociologie. Vervolgens gaan we dieper in op de invloed van sociale herkomst op onderwijsprestaties en maatschappelijke positie. Ook vragen we ons af wat de invloed is van het onderwijs op de ongelijke positie van migranten. Het derde deel belicht de rol van het onderwijs in de postindustriële samenleving, met specifieke aandacht voor de arbeidsmarktfunctie van het onderwijs en de voortgezette opleiding. In een vierde deel bespreken we de rol van het onderwijs op andere levensdomeinen zoals levenslang leren, gezondheid en sociale en politieke participatie. In het laatste deel keren we het perspectief om en belichten we de keuzes en dilemma’s waar beleidsmakers mee geconfronteerd worden bij de inrichting van het onderwijssysteem.

Studiemateriaal

Om deze leeractiviteit vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Een lijst van artikels en literatuur
  • Slides van de hoorcolleges

Al het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Tijdens de wekelijkse hoorcolleges wordt de leerstof toegelicht. Van de studenten wordt verwacht dat zij zoveel mogelijk hoorcolleges bijwonen en er actief aan deelnemen (via vraag en antwoord, discussie). Vragen kunnen ook worden gesteld en beantwoord via het discussieforum op Toledo.

Daarnaast schrijven de studenten een korte paper (2.500 woorden), waarin ze een actueel onderwerp m.b.t. het onderwijs kritisch bespreken. Deze bespreking omvat: een kernachtige probleemstelling, relevante theoretische en empirische inzichten, en een eigen kritisch standpunt. Het onderwerp is vrij te kiezen (bv. hervorming van het secundair onderwijs). De paper kan ofwel individueel ofwel in groep worden gemaakt (max. 3 personen). Vragen met betrekking tot de paper worden uitgewisseld via Toledo (discussieforum) of tijdens de colleges. Deze paper wordt ingediend bij het begin van de examenperiode. De exacte deadline wordt in de loop van het jaar meegedeeld aan de studenten via Toledo.  Studenten die geen paper indienen behalen voor dit gedeelte een 0-score in het eindresultaat.

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens principes van blended learning, waarbij contactonderwijs (face-to-face) en online leren worden gecombineerd. Meer concreet wordt gekozen voor een flexibel model waarbij face-to-face onderwijs en online onderwijs beiden een centrale rol krijgen en waarbij flexibel wordt gewisseld tussen beide onderwijsvormen. De concrete invulling wordt gecommuniceerd via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijssociologie (B-KUL-S2D36a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie bestaat uit twee delen: een korte paper en een mondeling examen tijdens de examenperiode.

 

In de korte paper bespreekt de student een actueel onderwerp kritisch en geeft hierop een persoonlijk, wetenschappelijk onderbouwd standpunt. Deze paper wordt ingediend voor het begin van de examenperiode. In de beoordeling van de paper worden zowel inhoudelijke als schriftelijke beoordelingscriteria opgenomen. In het mondeling gesloten boek examen worden de inzichten getoetst die werden aangereikt tijdens de hoorcolleges. Eén van de vragen op het mondelinge examen gaat over de paper.

De inleveringstermijn en deadline van de paper worden vastgelegd door de docent en via Toledo meegedeeld. De student dient voor de deadline contact op te nemen met de docent en de ombudspersoon indien er om een zwaarwichtige reden een nieuwe indieningsdatum bepaald moet worden.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij de paper wordt beoordeeld op 1/3 van het eindresultaat, en het mondeling examen op 2/3 van het eindresultaat. Indien de deadline voor de paper niet wordt gerespecteerd wordt de beoordeling van de niet afgelegde deelevaluatie meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven. Het behaalde resultaat van de paper in de eerste examenkans kan worden overgedragen naar de tweede examenkans. De paper wordt ingediend voor het begin van de derde examenperiode. De exacte deadline zal ten laatste begin juli via Toledo worden gecommuniceerd.

Toelichting bij herkansen

Zie ‘Toelichting’ onder ‘Evaluatieactiviteiten’ voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I01A)

9 studiepunten Nederlands 79 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit de vooropleiding politieke en sociale wetenschappen, communicatiewetenschappen of criminologische wetenschappen enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in maatschappijwetenschappen enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen dit domein in het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden van het OLA Vakdidactiek Maatschappijwetenschappen en de algemene didactiek toepassen in de OLA Praktijkoefeningen en op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in de maatschappijwetenschappen. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student is in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De student kan hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De student begrijpt dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0J07A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J25A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J43A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J61A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I06a)

6 studiepunten : College 40 Eerste semesterEerste semester
Claes Ellen |  N.

Inhoud

Binnen deze OLA verwerven studenten inzicht in de werking van de hedendaagse pluriforme samenleving en democratische rechtsstaat en ontwikkelen ze onderbouwde opvattingen over hedendaagse maatschappelijke vraagstukken. Deze worden bestudeerd vanuit een sociologisch en politicologisch perspectief. Maatschappelijke verschijnselen worden verklaard met relevante theorieën uit deze wetenschappen. Studenten leren deze verschijnselen analyseren en leren de methodieken om jongeren te stimuleren zelf tot deze analyse over te gaan.  

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Online onderwijs: dit onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I10A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Praktijkoefeningen (B-KUL-S0I01a)

3 studiepunten : Practicum 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de OLA Praktijkoefeningen oefenen de studenten de vakdidactische componenten in. Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt in groepjes van ca. 10 studenten gewerkt. Elke groep wordt tijdens de sessies begeleid door een lector.

De studenten leren in deze OLA onder meer:

  • Een les voor te bereiden (incl. formuleren beginsituatie, opstellen lesdoelen vertrekkende vanuit minimumdoelen of leerplandoelstellingen, invullen lesfasen)
  • Een les didactisch te onderbouwen
  • Een les te geven, o.a. via een experimentele les voor de medestudenten
  • Een evaluatie (vb. toets) op te stellen
  • Te reflecteren over het eigen functioneren
  • Feedback te geven aan medestudenten

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Wekelijks (fysiek) contactmoment van drie uur.

De OLA omvat werk- en presentatiesessies. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren tijdens deze contactmomenten.
Voor deze onderwijsleeractiviteit worden de studenten in kleinere groepen verdeeld. Elke groep heeft bijeenkomsten op een ander moment. Er worden zowel sessies overdag als ’s avonds (in eerste instantie voor werkstudenten) ingericht.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S2I01a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit opleidingsonderdeel worden getoetst aan de hand van oefeningen, opdrachten, interactieve gesprekken en presentaties tijdens de contactmomenten. Er moeten verschillende taken worden ingeleverd die het eindcijfer mee bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze taken worden tijdig gecommuniceerd aan de studenten via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle taken tijdig werden afgelegd. Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Vakdidactiek maatschappijwetenschappen wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Praktijkoefeningen wordt beoordeeld op 50 % van de punten.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans verschilt van de eerste.

Geslaagde deelevaluaties zijn overdraagbaar naar de septemberzittijd. Voor praktijkoefeningen is er geen septemberzittijd.

De opdrachten (zowel schriftelijk als mondeling) binnen de OLA Praktijkoefeningen bestaat geen mogelijkheid tot herkansen.

ECTS Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I02A)

9 studiepunten Nederlands 79 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Galle Griet (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek wijsbegeerte vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit reeds gevolgde OPO’s in het domein van de wijsbegeerte enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in wijsbegeerte enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten deze doelstellingen bereikt, m.b.t. het onderwijs in de wijsbegeerte (en bij uitbreiding de cultuurwetenschappen):

  • De studenten hebben kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kunnen deze toepassen.
  • De studenten zijn in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om hun onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De studenten hebben inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals minimumdoelen, jaar- en leerplannen en lesvoorbereidingen in de wijsbegeerte. De studenten weten hoe zij deze elementen kunnen aanwenden en kunnen deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De studenten kunnen leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De studenten hebben inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kunnen de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De studenten zijn in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De studenten kunnen hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De studenten begrijpen dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De studenten kunnen kritisch reflecteren over hun eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De studenten kunnen op basis van reflectie en feedback hun onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de studenten wordt het volgende verwacht:

  • Zij beschikken over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Zij erkennen het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelen een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Zij ontwikkelen een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in hun educatieve handelen en tonen daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Zij hebben de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.

 

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Studenten kunnen dit OPO enkel opnemen indien ze minimum 30 studiepunten voorkennis in de wijsbegeerte verworven hebben.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I88A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J26A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J44A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J62A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I32A: Vakdidactiek wijsbegeerte

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I07a)

6 studiepunten : College 40 Eerste semesterEerste semester
Galle Griet |  N.

Inhoud

Leerinhouden:

1. Vakdidactiek wijsbegeerte en de filosofieleraar

  • vakdidactiek en vakdidactiek wijsbegeerte
  • de (filosofie)leraar
  • verschillende benaderingen van filosofieonderwijs
  • doelstellingen van filosofieonderwijs

2. Vakliteratuur en leermiddelen

  • vakdidactische literatuur voor filosofie
  • basiswerken in de filosofie en andere cultuurwetenschappen (als achtergrond voor de lesvoorbereiding)
  • schoolboeken en teksten voor het filosofieonderwijs
  • allerlei media voor gebruik in de klas, o.a. ICT-tools

3. Filosofie in het curriculum van het secundair onderwijs

  • de plaats van filosofie in het curriculum in Vlaanderen en in enkele andere regio’s
  • minimumdoelen en leerplannen filosofie in Vlaanderen
  • het curriculum van een vak filosofie: inhouden, vaardigheden, attitudes
  • de relatie tussen filosofieonderwijs en onderwijs in andere domeinen
  • argumenten vóór filosofieonderwijs voor alle leerlingen

4. Filosofielessen ontwerpen en uitvoeren

  • pedagogisch-didactische componenten en de fasen in een didactisch proces
  • een les(senreeks) voorbereiden, lesdoelen formuleren, een jaarplan opstellen
  • verschillende vormen van filosofisch denken
  • didactische principes voor het filosofieonderwijs
  • didactische modellen in het filosofieonderwijs
  • preconcepten van en begripsvorming bij leerlingen
  • de rol van de filosofieleraar

5. Werkvormen voor filosofieonderwijs

  • werkvormen voor cultuurwetenschappen en filosofie
  • verschillende methodes om filosofische teksten te lezen in de klas

6. Differentiatie en diversiteit

  • diversiteit en inclusie
  • binnenklasdifferentiatie, in het bijzonder in het filosofieonderwijs
  • zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
  • omgaan met naïef relativistische uitspraken van leerlingen
  • differentiëren in het curriculum en canonisering in het filosofieonderwijs

7. Communicatie als interactie + Filosoferen in de klas

  • fases in de groepsvorming
  • ordeverstorend gedrag reguleren
  • omgaan met weerstand van de leerlingen
  • de valkuilen bij het werken met een groep
  • omgaan met controversiële onderwerpen
  • filosoferen met kinderen en jongeren
  • het filosofisch en het socratisch gesprek

8. Evaluatie en schrijfopdrachten

  • evaluatievormen voor filosofie kritisch bekijken
  • evaluatiecriteria voor filosofie en filosoferen
  • schrijfopdrachten voor filosofie
  • examenbetwistingen in het hoger onderwijs

9. Reflectie

  • reflecteren over de eigen onderwijspraktijk

10 Filosofie en filosoferen buiten het secundair onderwijs

  • basisonderwijs, hoger onderwijs en andere educatieve contexten

Studiemateriaal

Gebruikt studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo. Het bestaat uit

  • cursusteksten geschreven door Griet Galle (met bijhorende filmpjes en kennisclips)
  • video's met lesopnames en getuigenissen van leerlingen en leerkrachten
  • illustraties, zoals uitgewerkte filosofielessen, powerpoints voor filosofielessen, voorbeelden van evaluaties, ... 

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal

D. Berendsen, N. Kienstra, K. Poortier en F. Rombout, eds., Filosofie op school: Handboek vakdidactiek filosofie (Amsterdam: Boom, 2021). ISBN: 9789024431359.

+ literatuurlijst op Toledo

 

Toelichting werkvorm

Blended learning:

  • Het studiemateriaal, dat via Toledo in online modules aangeboden wordt, wordt in zelfstudie verwerkt.
  • Zeven of acht verplichte contactmomenten (in Leuven; studenten die dat wensen kunnen online deelnemen).
  • In het kader van deze onderwijsleeractiviteit kan van de studenten gevraagd worden om individueel of in groep filosofielessen te observeren en zal deelname aan studiedagen aangemoedigd worden.

Toelichting bij de contactmomenten:

  • Tijdens de contactmomenten gaan de studenten over de leerinhouden in dialoog met elkaar en met de docent. De leerinhouden worden toegepast en kritisch besproken en er wordt leermateriaal voor filosofielessen voorgesteld. Er is tijd om vragen te stellen over de leerinhouden.
  • In sommige contactmomenten is er een filosofieleerkracht of filosofisch gespreksleider te gast om zijn/haar ervaringen te delen en praktische tips en voorbeelden te geven.
  • Soms dienen de studenten een voorbereiding te maken voor de contactmomenten. De studenten stellen bijvoorbeeld een concept van hun opdracht voor aan elkaar en geven elkaar feedback.

Informatie over de contactmomenten, in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I11A : Vakdidactiek wijsbegeerte

Praktijkoefeningen (B-KUL-S0I01a)

3 studiepunten : Practicum 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de OLA Praktijkoefeningen oefenen de studenten de vakdidactische componenten in. Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt in groepjes van ca. 10 studenten gewerkt. Elke groep wordt tijdens de sessies begeleid door een lector.

De studenten leren in deze OLA onder meer:

  • Een les voor te bereiden (incl. formuleren beginsituatie, opstellen lesdoelen vertrekkende vanuit minimumdoelen of leerplandoelstellingen, invullen lesfasen)
  • Een les didactisch te onderbouwen
  • Een les te geven, o.a. via een experimentele les voor de medestudenten
  • Een evaluatie (vb. toets) op te stellen
  • Te reflecteren over het eigen functioneren
  • Feedback te geven aan medestudenten

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Wekelijks (fysiek) contactmoment van drie uur.

De OLA omvat werk- en presentatiesessies. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren tijdens deze contactmomenten.
Voor deze onderwijsleeractiviteit worden de studenten in kleinere groepen verdeeld. Elke groep heeft bijeenkomsten op een ander moment. Er worden zowel sessies overdag als ’s avonds (in eerste instantie voor werkstudenten) ingericht.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S2I02a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit opleidingsonderdeel worden getoetst aan de hand van oefeningen, opdrachten, interactieve gesprekken en presentaties tijdens de contactmomenten. Er moeten verschillende taken worden ingeleverd die het eindcijfer mee bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze taken worden door de docent(en) vastgelegd en tijdig gecommuniceerd aan de studenten via Toledo (en tijdens de contactmomenten). Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle taken tijdig werden afgelegd. 


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Vakdidactiek wijsbegeerte wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Praktijkoefeningen wordt beoordeeld op 50 % van de punten.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat)) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar binnen alle integrale en verkorte educatieve masteropleidingen, de voorbereidings- en schakelprogramma’s. Studenten die doorstromen naar de educatieve master zullen het opleidingsonderdeel daarin opnieuw moeten opnemen als het in hun bachelor- of masteropleiding getolereerd of gedelibereerd werd. 

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

Als voor een deel van een opleidingsonderdeel geen tweede examenkans wordt georganiseerd, blijft het resultaat van de eerste examenkans behouden. Er zal opnieuw 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken per ongewettigde afwezigheid.

Voor de opdrachten (zowel schriftelijk als mondeling) binnen de OLA Praktijkoefeningen bestaat geen mogelijkheid tot herkansen. De opdrachten binnen de OLA Vakdidactiek wijsbegeerte zijn wel herkansbaar. De studenten moeten contact opnemen met de docent(en) om te vernemen wat zij moeten doen.

ECTS Vakdidactiek rechten (B-KUL-S0I03A)

9 studiepunten Nederlands 79 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Willems Kurt (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek Rechten vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit de vooropleiding Rechten enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in recht enerzijds en de praktijk van het lesgeven in deze vakken binnen het stagegedeelte anderzijds.

Leerresultaten
Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden van de OLA’s Vakdidactiek rechten en de algemene didactiek toepassen in de OLA Praktijkoefeningen en op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in rechten. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student is in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De student kan hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De student begrijpt dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve Master in de Maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen
Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I89A: Vakdidactiek rechten
S0J09A: Vakdidactiek rechten
S0J27A: Vakdidactiek rechten
S0J45A: Vakdidactiek rechten
S0J63A: Vakdidactiek rechten
S0I33A: Vakdidactiek rechten

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek rechten (B-KUL-S0I08a)

6 studiepunten : College 40 Eerste semesterEerste semester
Willems Kurt |  N.

Inhoud

In deze cursus worden inhouden en didactieken voor het secundair onderwijs en hoger onderwijs behandeld die aansluiten bij de domeinen van recht.
De cursus bestaat uit verschillende modules die elk een concreet onderwijskundig thema behandelen. De invulling van de thema’s is afgestemd op rechtsvakken. De modules omvatten onder meer:

  • De leraar rechten
  • Jaar- en leerplan
  • Lesvoorbereiding
  • Verschillende werkvormen
  • Vakliteratuur en leermiddelen
  • Differentiatie
  • Evaluatie
  • Communicatie over delicate onderwerpen

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Online onderwijs: dit onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt. Wel wordt één fysieke startdag georganiseerd in Leuven, en online begeleiding bij de eindopdracht doorheen het semester.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo. Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd” Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I89A : Vakdidactiek rechten

Praktijkoefeningen (B-KUL-S0I01a)

3 studiepunten : Practicum 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de OLA Praktijkoefeningen oefenen de studenten de vakdidactische componenten in. Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt in groepjes van ca. 10 studenten gewerkt. Elke groep wordt tijdens de sessies begeleid door een lector.

De studenten leren in deze OLA onder meer:

  • Een les voor te bereiden (incl. formuleren beginsituatie, opstellen lesdoelen vertrekkende vanuit minimumdoelen of leerplandoelstellingen, invullen lesfasen)
  • Een les didactisch te onderbouwen
  • Een les te geven, o.a. via een experimentele les voor de medestudenten
  • Een evaluatie (vb. toets) op te stellen
  • Te reflecteren over het eigen functioneren
  • Feedback te geven aan medestudenten

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Wekelijks (fysiek) contactmoment van drie uur.

De OLA omvat werk- en presentatiesessies. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren tijdens deze contactmomenten.
Voor deze onderwijsleeractiviteit worden de studenten in kleinere groepen verdeeld. Elke groep heeft bijeenkomsten op een ander moment. Er worden zowel sessies overdag als ’s avonds (in eerste instantie voor werkstudenten) ingericht.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek rechten (B-KUL-S2I03a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit OPO worden getoetst aan de hand van oefeningen, opdrachten, interactieve gesprekken en presentaties tijdens de contactmomenten. Er moeten verschillende taken worden ingeleverd die het eindcijfer mee bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze taken worden tijdig gecommuniceerd aan de studenten via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle taken tijdig werden afgelegd. Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Vakdidactiek rechten wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Praktijkoefeningen wordt beoordeeld op 50 % van de punten.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans verschilt van de eerste. Geslaagde deelevaluaties zijn overdraagbaar naar de septemberzittijd.

Voor de opdrachten (zowel schriftelijk als mondeling) binnen de OLA Praktijkoefeningen bestaat geen mogelijkheid tot herkansen.

ECTS Stage maatschappijwetenschappen 1 (B-KUL-S0I05A)

12 studiepunten Nederlands 38 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt

Doelstellingen

Als praktijkcomponent vult de stage de theoretische component van het leraarluik van de educatieve master aan. Voor elk van de decretaal vastgelegde basiscompetenties (functionele gehelen en attitudes) voor pas afgestudeerde leraren wordt in de opleidingsonderdelen van de theoretische component een basis gelegd. Die basis volstaat echter niet voor een daadwerkelijke beheersing van de betreffende competenties. De stage zet daarnaast in op de onderwijspraktijk binnen het reflectief ervaringsleren.
 

Leerresultaten
Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • te begrijpen dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt. Hij/zij kan reflecteren op de eigen onderwijspraktijk en kan deze op basis hiervan bijsturen.
  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en de domeinen van de maatschappijwetenschappen en aanverwante te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen zelfstandig te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de maatschappijwetenschappen en aanverwante.
  • zowel in team als individueel een krachtige leeromgeving te realiseren. Hij/zij kan doelgericht lesonderdelen/lessen voorbereiden en uitvoeren, met duidelijk uitgeschreven doelen, structuur en inhoud. Gebruikte werkvormen en leermiddelen sluiten hierop aan. De student heeft oog voor de betrokkenheid van de lerenden, reageert gepast om die betrokkenheid te continueren en realiseert een vlot lesverloop. De les wordt in het Standaardnederlands uitgevoerd en is naar inhoud en vorm afgestemd op de beginsituatie van de lesgroep. De student doet redelijke aanpassingen aan individuele kenmerken van de lerenden. De student kan de leerresultaten evalueren.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.
     

Vormingsdoelen

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken. 
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dat uit zich o.a. in het gepast communiceren – in Standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, vakmentor en stagebegeleider, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.
  • De student is nieuwsgierig naar evoluties op het vlak van vakdidactisch onderzoek en in het onderwijskundig denken in het algemeen (zowel op microniveau als op mesoniveau) en is bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen, te volgen en hiernaar te handelen in zijn professionele activiteiten.
  • De student toont passie, enthousiasme en engagement voor het vakgebied en het lesgeven.

 

Begintermen

De stage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis voor de stage.

Om dit opleidingsonderdeel te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(S0I01A) OF GELIJKTIJDIG(S0I31A) OF GELIJKTIJDIG(S0I87A) OF GELIJKTIJDIG(S0J07A) OF GELIJKTIJDIG(S0J25A) OF GELIJKTIJDIG(S0J43A) OF GELIJKTIJDIG(S0J61A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I02A) OF GELIJKTIJDIG(S0I32A) OF GELIJKTIJDIG(S0I88A) OF GELIJKTIJDIG(S0J08A) OF GELIJKTIJDIG(S0J26A) OF GELIJKTIJDIG(S0J44A) OF GELIJKTIJDIG(S0J62A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I03A) OF GELIJKTIJDIG(S0I33A) OF GELIJKTIJDIG(S0I89A) OF GELIJKTIJDIG(S0J09A) OF GELIJKTIJDIG(S0J27A) OF GELIJKTIJDIG(S0J45A) OF GELIJKTIJDIG(S0J63A) ) OF GELIJKTIJDIG(S0I34A)


S0I01AS0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31AS0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87AS0I87A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J07AS0J07A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J25AS0J25A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J43AS0J43A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J61AS0J61A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I02AS0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I32AS0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I88AS0I88A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08AS0J08A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J26AS0J26A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J44AS0J44A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J62AS0J62A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I03AS0I03A : Vakdidactiek rechten
S0I33AS0I33A : Vakdidactiek rechten
S0I89AS0I89A : Vakdidactiek rechten
S0J09AS0J09A : Vakdidactiek rechten
S0J27AS0J27A : Vakdidactiek rechten
S0J45AS0J45A : Vakdidactiek rechten
S0J63AS0J63A : Vakdidactiek rechten
S0I34AS0I34A : Didactiek burgerschapsvorming


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Initiatie- en ingroeistage (B-KUL-S0I21a)

8 studiepunten : Stage 28 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het onderdeel ‘Ingroei- en doorgroeistage’:

  • verzorgt de student ca. 4 lessen in co-teaching met de vakmentor.
  • staat de student ook individueel voor de groep lerenden gedurende minstens 14u.
  • schrijft de student een reflectieverslag bij 2 lessen, of van een feedbackgesprek met lector of mentor.
  • neemt de student deel aan een terugkomsessie (+ bijhorende taken).

De twee bovenste elementen behoren tot de actieve stage en omvatten samen 18u (met een maximum van 6u per week). De student is verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.

In de co-teaching neemt de student – in samenspraak met de vakmentor – een ondersteunende rol op. Dat houdt in dat de student organisatorisch helpt, één of meerdere leerlingen(groepen) begeleidt, verlengde instructie geeft, een lesdeel verzorgt, ... Daarnaast onderneemt de student ook zo snel mogelijk pedagogisch-didactische activiteiten door taken te vervullen voor de vakmentor in het kader van zijn/haar lessen. Door middel van de co-teaching groeit de student gradueel in zijn/haar rol als lesgever en wordt hij/zij voorbereid op zelfstandig lesgeven.

De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo en MyPortfolio.

Binnen dit onderdeel staan de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren centraal. Hierbij wordt het geleidelijkheidsprincipe gehanteerd, dit wil zeggen dat van de student niet wordt verwacht dat hij/zij onmiddellijk de volledige verantwoordelijkheid van een leeromgeving op zich neemt. 

Studiemateriaal

Zie Toledo en MyPortfolio

Toelichting werkvorm

Gespreid over de opleidingsonderdelen ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ en ‘Stage maatschappijwetenschappen 2’ (of equivalente stage van een andere faculteit) moet elke student minstens 18u observatiestage en minstens 40u actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken), waarvan minstens 20u actieve stage in het secundair onderwijs.

Stageactiviteiten in een of meerdere onderwijsinstellingen (aso, bso, kso, tso, tweedekansonderwijs, CVO, hoger onderwijs of gemeenschapsinstelling). De stages worden toegespitst op de gevolgde vakdidactiek(en). Gedurende de stageperiode is de student minstens twee halve dagen per week aanwezig op de stageschool, zodat hij/zij opgenomen wordt in het schoolteam en micro/meso-taken kan uitvoeren.

Binnen dit onderdeel ontwerpt, assisteert, begeleidt en realiseert de student allerlei activiteiten op niveau van de leerling en de klas, zowel binnen co-teaching als zelfstandig. Het onderdeel richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving (teksten en beeldmateriaal zoeken, kerninhoud uitleggen, opdrachten formuleren, cursus uitwerken, differentiëren tijdens de les, ...).

Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

Doorgroeistage 1 (B-KUL-S0I26a)

4 studiepunten : Stage 10 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het onderdeel ‘Doorgroeistage 1’:

  • observeert de student ca. 4 lessen in de onderwijsinstelling waar hij/zij dit stageonderdeel doorloopt.

  • staat de student individueel voor de groep lerenden gedurende minstens 10u (actieve stage), met een maximum van 6u per week. De student is verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.

  • maakt de student een aantal micro/meso-taken (bij voorkeur min. 1 micro- en 1 meso-taak) ten belope van 10u.

  • schrijft de student een reflectieverslag bij 2 lessen of bij een feedbackgesprek met lector of mentor.

In verband met de micro/meso-taken formuleert de student in overleg met de vakmentor en stagebegeleider activiteiten waarmee de basiscompetenties van afgestudeerde leraren kunnen worden ingeoefend.

De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo en MyPortfolio.

Binnen dit onderdeel staan de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren centraal.

Studiemateriaal

Zie Toledo en MyPortfolio

Toelichting werkvorm

Gespreid over de opleidingsonderdelen ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ en ‘Stage maatschappijwetenschappen 2’ (of equivalente stage van een andere faculteit) moet elke student minstens 18u observatiestage en minstens 40u actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken), waarvan minstens 20u actieve stage in het secundair onderwijs.

Stageactiviteiten in een onderwijsinstelling (aso, bso, kso, tso, tweedekansonderwijs, CVO, hoger onderwijs of gemeenschapsinstelling). De stages worden toegespitst op de gevolgde vakdidactiek(en). Gedurende de stageperiode is de student minstens twee halve dagen per week aanwezig op de stageschool, zodat hij/zij opgenomen wordt in het schoolteam en micro/meso-taken kan uitvoeren.

Binnen dit onderdeel ontwerpt, begeleidt en realiseert de student allerlei activiteiten op niveau van de leerling en de klas. Het onderdeel richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving (teksten en beeldmateriaal zoeken, kerninhoud uitleggen, opdrachten formuleren, cursus uitwerken, differentiëren tijdens de les, ...).

Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage maatschappijwetenschappen 1 (B-KUL-S2I05a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces.
Een leraar moet beschikken over kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes op zeer diverse vlakken (cf. de tien functionele gehelen en acht attitudes van de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren). 

Het opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd op basis van het afgelegde stageproces en aan de hand van een evaluatiedossier (portfolio). De kwaliteit van de stagetaken en het portfolio maken deel uit van de beoordeling. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

De score op het opleidingsonderdeel wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en stagebegeleider(s), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. De evaluatie gebeurt in samenspraak met de vakmentor(en). Niettemin zijn het de stagebegeleider(s) en docent(en) die de eindverantwoordelijkheid hebben voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat.

Na de ‘ingroei- en doorgroeistage’ is toestemming van de stagebegeleider nodig om ’doorgroeistage 1’ te mogen aanvatten. De onderwijsinstelling waar de student stage loopt en de stagebegeleider zijn in de mogelijkheid om de stage te allen tijde stop te zetten indien de student herhaaldelijk of in ernstige mate de stageverplichtingen niet nakomt. Dat leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het betreffende stagedeel.
 

Voorwaarden:

  • De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageschool. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Het elektronisch portfolio is tijdig afgewerkt. De deadlines voor het portfolio worden op Toledo bekend gemaakt. Zolang het portfolio niet is ingediend, kan geen cijfer gegeven worden voor het gehele opleidingsonderdeel.
  • Er is slechts één examenkans, die kan worden opgenomen in de eerste of tweede examenperiode.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

 

Toelichting bij herkansen

De stages gaan door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

ECTS Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I10A)

6 studiepunten Nederlands 40 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit de vooropleiding politieke en sociale wetenschappen, communicatiewetenschappen of criminologische wetenschappen enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in maatschappijwetenschappen enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen dit domein in het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden van het OLA vakdidactiek maatschappijwetenschappen en de algemene didactiek toepassen in de OLA Praktijkoefeningen.
  • De student kan de inhouden toepassen op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in de maatschappijwetenschappen. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student is in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De student kan hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De student begrijpt dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve Master in de Maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Dit opleidingsonderdeel kan enkel opgenomen worden door studenten mits zij over voldoende voorkennis beschikken (30 sp.).

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I81A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I82A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J19A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J20A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J37A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J38A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J01A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J02A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J55A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J56A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0N39A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I06a)

6 studiepunten : College 40 Eerste semesterEerste semester
Claes Ellen |  N.

Inhoud

Binnen deze OLA verwerven studenten inzicht in de werking van de hedendaagse pluriforme samenleving en democratische rechtsstaat en ontwikkelen ze onderbouwde opvattingen over hedendaagse maatschappelijke vraagstukken. Deze worden bestudeerd vanuit een sociologisch en politicologisch perspectief. Maatschappelijke verschijnselen worden verklaard met relevante theorieën uit deze wetenschappen. Studenten leren deze verschijnselen analyseren en leren de methodieken om jongeren te stimuleren zelf tot deze analyse over te gaan.  

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Online onderwijs: dit onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S2I10a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit opleidingsonderdeel worden getoetst aan de hand van enkele opdrachten (bijvoorbeeld een paper, presentatie, praktijkoefeningen, …), die het eindcijfer zullen bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden tijdig gecommuniceerd via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

 

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans verschilt van de eerste. 

ECTS Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I11A)

6 studiepunten Nederlands 40 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Galle Griet (coördinator) |  Galle Griet |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek wijsbegeerte vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit reeds gevolgde OPO’s in het domein van de wijsbegeerte enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in wijsbegeerte enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten deze doelstellingen bereikt, m.b.t. het onderwijs in de wijsbegeerte (en bij uitbreiding de cultuurwetenschappen):

  • De studenten hebben kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kunnen deze toepassen.
  • De studenten zijn in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om hun onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De studenten hebben inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals minimumdoelen, jaar- en leerplannen en lesvoorbereidingen in de wijsbegeerte. De studenten weten hoe zij deze elementen kunnen aanwenden en kunnen deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De studenten kunnen leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De studenten hebben inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kunnen de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De studenten zijn in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De studenten kunnen hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De studenten begrijpen dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De studenten kunnen kritisch reflecteren over hun eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De studenten kunnen op basis van reflectie en feedback hun onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de studenten wordt het volgende verwacht:

  • Zij beschikken over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Zij erkennen het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelen een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Zij ontwikkelen een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in hun educatieve handelen en tonen daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Zij hebben de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Dit opleidingsonderdeel kan enkel opgenomen worden door studenten die in het ‘Vakdidactisch luik’ het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek Rechten’ hebben opgenomen, mits zij over voldoende voorkennis in de wijsbegeerte beschikken (30 sp.).

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I41A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I83A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I84A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J21A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J22A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J39A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J03A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J04A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J40A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J57A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J58A: Vakdidactiek wijsbegeerte

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I07a)

6 studiepunten : College 40 Eerste semesterEerste semester
Galle Griet |  N.

Inhoud

Leerinhouden:

1. Vakdidactiek wijsbegeerte en de filosofieleraar

  • vakdidactiek en vakdidactiek wijsbegeerte
  • de (filosofie)leraar
  • verschillende benaderingen van filosofieonderwijs
  • doelstellingen van filosofieonderwijs

2. Vakliteratuur en leermiddelen

  • vakdidactische literatuur voor filosofie
  • basiswerken in de filosofie en andere cultuurwetenschappen (als achtergrond voor de lesvoorbereiding)
  • schoolboeken en teksten voor het filosofieonderwijs
  • allerlei media voor gebruik in de klas, o.a. ICT-tools

3. Filosofie in het curriculum van het secundair onderwijs

  • de plaats van filosofie in het curriculum in Vlaanderen en in enkele andere regio’s
  • minimumdoelen en leerplannen filosofie in Vlaanderen
  • het curriculum van een vak filosofie: inhouden, vaardigheden, attitudes
  • de relatie tussen filosofieonderwijs en onderwijs in andere domeinen
  • argumenten vóór filosofieonderwijs voor alle leerlingen

4. Filosofielessen ontwerpen en uitvoeren

  • pedagogisch-didactische componenten en de fasen in een didactisch proces
  • een les(senreeks) voorbereiden, lesdoelen formuleren, een jaarplan opstellen
  • verschillende vormen van filosofisch denken
  • didactische principes voor het filosofieonderwijs
  • didactische modellen in het filosofieonderwijs
  • preconcepten van en begripsvorming bij leerlingen
  • de rol van de filosofieleraar

5. Werkvormen voor filosofieonderwijs

  • werkvormen voor cultuurwetenschappen en filosofie
  • verschillende methodes om filosofische teksten te lezen in de klas

6. Differentiatie en diversiteit

  • diversiteit en inclusie
  • binnenklasdifferentiatie, in het bijzonder in het filosofieonderwijs
  • zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
  • omgaan met naïef relativistische uitspraken van leerlingen
  • differentiëren in het curriculum en canonisering in het filosofieonderwijs

7. Communicatie als interactie + Filosoferen in de klas

  • fases in de groepsvorming
  • ordeverstorend gedrag reguleren
  • omgaan met weerstand van de leerlingen
  • de valkuilen bij het werken met een groep
  • omgaan met controversiële onderwerpen
  • filosoferen met kinderen en jongeren
  • het filosofisch en het socratisch gesprek

8. Evaluatie en schrijfopdrachten

  • evaluatievormen voor filosofie kritisch bekijken
  • evaluatiecriteria voor filosofie en filosoferen
  • schrijfopdrachten voor filosofie
  • examenbetwistingen in het hoger onderwijs

9. Reflectie

  • reflecteren over de eigen onderwijspraktijk

10 Filosofie en filosoferen buiten het secundair onderwijs

  • basisonderwijs, hoger onderwijs en andere educatieve contexten

Studiemateriaal

Gebruikt studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo. Het bestaat uit

  • cursusteksten geschreven door Griet Galle (met bijhorende filmpjes en kennisclips)
  • video's met lesopnames en getuigenissen van leerlingen en leerkrachten
  • illustraties, zoals uitgewerkte filosofielessen, powerpoints voor filosofielessen, voorbeelden van evaluaties, ... 

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal

D. Berendsen, N. Kienstra, K. Poortier en F. Rombout, eds., Filosofie op school: Handboek vakdidactiek filosofie (Amsterdam: Boom, 2021). ISBN: 9789024431359.

+ literatuurlijst op Toledo

 

Toelichting werkvorm

Blended learning:

  • Het studiemateriaal, dat via Toledo in online modules aangeboden wordt, wordt in zelfstudie verwerkt.
  • Zeven of acht verplichte contactmomenten (in Leuven; studenten die dat wensen kunnen online deelnemen).
  • In het kader van deze onderwijsleeractiviteit kan van de studenten gevraagd worden om individueel of in groep filosofielessen te observeren en zal deelname aan studiedagen aangemoedigd worden.

Toelichting bij de contactmomenten:

  • Tijdens de contactmomenten gaan de studenten over de leerinhouden in dialoog met elkaar en met de docent. De leerinhouden worden toegepast en kritisch besproken en er wordt leermateriaal voor filosofielessen voorgesteld. Er is tijd om vragen te stellen over de leerinhouden.
  • In sommige contactmomenten is er een filosofieleerkracht of filosofisch gespreksleider te gast om zijn/haar ervaringen te delen en praktische tips en voorbeelden te geven.
  • Soms dienen de studenten een voorbereiding te maken voor de contactmomenten. De studenten stellen bijvoorbeeld een concept van hun opdracht voor aan elkaar en geven elkaar feedback.

Informatie over de contactmomenten, in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S2I11a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit OPO worden getoetst aan de hand van enkele opdrachten (bijvoorbeeld een paper, presentatie, praktijkoefeningen, …), die het eindcijfer zullen bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden door de docent(en) vastgelegd en tijdig gecommuniceerd via Toledo (en tijdens de contactmomenten). Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. 

Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling.

Aanwezigheid (fysiek of online) tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken voor elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat)) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar binnen alle integrale en verkorte educatieve masteropleidingen, de voorbereidings- en schakelprogramma’s. Studenten die doorstromen naar de educatieve master zullen het opleidingsonderdeel daarin opnieuw moeten opnemen als het in hun bachelor- of masteropleiding getolereerd of gedelibereerd werd. 

Herkansing

Er zal opnieuw 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken per ongewettigde afwezigheid.

De opdrachten zijn herkansbaar. De studenten moeten contact opnemen met de docent(en) om te vernemen wat zij moeten doen.

ECTS Extra stage maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I17A)

6 studiepunten Nederlands 16 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt

Doelstellingen

Als praktijkcomponent vult de stage de theoretische component van het leraarluik van de educatieve master aan. Voor elk van de decretaal vastgelegde basiscompetenties (functionele gehelen en attitudes) voor pas afgestudeerde leraren wordt in de opleidingsonderdelen van de theoretische component een basis gelegd. Die basis volstaat echter niet voor een daadwerkelijke beheersing van de betreffende competenties. De stage zet daarnaast in op de onderwijspraktijk binnen het reflectief ervaringsleren.
De student loopt stage in vakken die aansluiten bij de derde gevolgde vakdidactiek.

Leerresultaten

Aangezien de studenten die dit OPO mogen opnemen al een andere stage in een educatieve masteropleiding hebben opgenomen of werkervaring als leraar hebben, wordt verwacht dat ze de volgende doelstellingen kunnen behalen met een minimum van 12 stage-uren.
Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • te begrijpen dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • Hij/zij kan reflecteren op de eigen onderwijspraktijk en kan deze op basis hiervan bijsturen.
  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en de domeinen van de maatschappijwetenschappen en aanverwante te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen zelfstandig te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de maatschappijwetenschappen.
  • individueel een krachtige leeromgeving te realiseren. Hij/zij kan doelgericht lesonderdelen/lessen voorbereiden en uitvoeren, met duidelijk uitgeschreven doelen, structuur en inhoud. Gebruikte werkvormen en leermiddelen sluiten hierop aan. De student heeft oog voor de betrokkenheid van de lerenden, reageert gepast om die betrokkenheid te continueren en realiseert een vlot lesverloop. De les wordt in het Standaardnederlands uitgevoerd en is naar inhoud en vorm afgestemd op de beginsituatie van de lesgroep. De student doet redelijke aanpassingen aan individuele kenmerken van de lerenden. De student kan de leerresultaten evalueren.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.
     

Vormingsdoelen

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken. 
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dit uit zich o.a. in het gepast communiceren – in Standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, vakmentor en stagebegeleider, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.
  • De student is nieuwsgierig naar evoluties op het vlak van vakdidactisch onderzoek en in het onderwijskundig denken in het algemeen (zowel op microniveau als op mesoniveau) en is bereid inspanningen te leveren om deze evoluties op het spoor te komen, te volgen en hiernaar te handelen in zijn professionele activiteiten.
  • De student toont passie, enthousiasme en engagement voor het vakgebied en het lesgeven.

Begintermen

De stage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis voor de stage.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(S0I01A) OF GELIJKTIJDIG(S0I31A) OF GELIJKTIJDIG(S0I87A) OF GELIJKTIJDIG(S0J07A) OF GELIJKTIJDIG(S0J25A) OF GELIJKTIJDIG(S0J43A) OF GELIJKTIJDIG(S0J61A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I02A) OF GELIJKTIJDIG(S0I32A) OF GELIJKTIJDIG(S0I88A) OF GELIJKTIJDIG(S0J08A) OF GELIJKTIJDIG(S0J26A) OF GELIJKTIJDIG(S0J44A) OF GELIJKTIJDIG(S0J62A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I03A) OF GELIJKTIJDIG(S0I33A) OF GELIJKTIJDIG(S0I89A) OF GELIJKTIJDIG(S0J09A) OF GELIJKTIJDIG(S0J27A) OF GELIJKTIJDIG(S0J45A) OF GELIJKTIJDIG(S0J63A) ) OF GELIJKTIJDIG(S0I34A) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I06A) OF GELIJKTIJDIG(S0I36A) OF GELIJKTIJDIG(S0I91A) OF GELIJKTIJDIG(S0I74A) OF GELIJKTIJDIG(S0I92A) OF GELIJKTIJDIG(S0I93A) OF GELIJKTIJDIG(S0J11A) OF GELIJKTIJDIG(S0J12A) OF GELIJKTIJDIG(S0J29A) OF GELIJKTIJDIG(S0J30A) OF GELIJKTIJDIG(S0J47A) OF GELIJKTIJDIG(S0J48A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I07A) OF GELIJKTIJDIG(S0I37A) OF GELIJKTIJDIG(S0I75A) OF GELIJKTIJDIG(S0I76A) OF GELIJKTIJDIG(S0I94A) OF GELIJKTIJDIG(S0I95A) OF GELIJKTIJDIG(S0J13A) OF GELIJKTIJDIG(S0J14A) OF GELIJKTIJDIG(S0J31A) OF GELIJKTIJDIG(S0J32A) OF GELIJKTIJDIG(S0J49A) OF GELIJKTIJDIG(S0J50A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I08A) OF GELIJKTIJDIG(S0I38A) OF GELIJKTIJDIG(S0I77A) OF GELIJKTIJDIG(S0I78A) OF GELIJKTIJDIG(S0I96A) OF GELIJKTIJDIG(S0I97A) OF GELIJKTIJDIG(S0J15A) OF GELIJKTIJDIG(S0J16A) OF GELIJKTIJDIG(S0J33A) OF GELIJKTIJDIG(S0J34A) OF GELIJKTIJDIG(S0J51A) OF GELIJKTIJDIG(S0J52A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I39A) OF GELIJKTIJDIG(S0I80A) OF GELIJKTIJDIG(S0I99A) OF GELIJKTIJDIG(S0J18A) OF GELIJKTIJDIG(S0J36A) OF GELIJKTIJDIG(S0J54A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I10A) OF GELIJKTIJDIG(S0I40A) OF GELIJKTIJDIG(S0I81A) OF GELIJKTIJDIG(S0I82A) OF GELIJKTIJDIG(S0J01A) OF GELIJKTIJDIG(S0J02A) OF GELIJKTIJDIG(S0J19A) OF GELIJKTIJDIG(S0J20A) OF GELIJKTIJDIG(S0J37A) OF GELIJKTIJDIG(S0J38A) OF GELIJKTIJDIG(S0J55A) OF GELIJKTIJDIG(S0J56A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I11A) OF GELIJKTIJDIG(S0I41A) OF GELIJKTIJDIG(S0I83A) OF GELIJKTIJDIG(S0I84A) OF GELIJKTIJDIG(S0J03A) OF GELIJKTIJDIG(S0J04A) OF GELIJKTIJDIG(S0J21A) OF GELIJKTIJDIG(S0J22A) OF GELIJKTIJDIG(S0J39A) OF GELIJKTIJDIG(S0J40A) OF GELIJKTIJDIG(S0J57A) OF GELIJKTIJDIG(S0J58A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I42A) OF GELIJKTIJDIG(S0I86A) OF GELIJKTIJDIG(S0J06A) OF GELIJKTIJDIG(S0J24A) OF GELIJKTIJDIG(S0J42A) OF GELIJKTIJDIG(S0J60A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(P0V29A) OF GELIJKTIJDIG(P0W31A) OF GELIJKTIJDIG(P0W33A) OF GELIJKTIJDIG(P0W35A) OF GELIJKTIJDIG(P0W37A) ) OF GELIJKTIJDIG(F0ZB6A)


S0I01AS0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31AS0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87AS0I87A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J07AS0J07A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J25AS0J25A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J43AS0J43A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J61AS0J61A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I02AS0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I32AS0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I88AS0I88A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08AS0J08A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J26AS0J26A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J44AS0J44A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J62AS0J62A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I03AS0I03A : Vakdidactiek rechten
S0I33AS0I33A : Vakdidactiek rechten
S0I89AS0I89A : Vakdidactiek rechten
S0J09AS0J09A : Vakdidactiek rechten
S0J27AS0J27A : Vakdidactiek rechten
S0J45AS0J45A : Vakdidactiek rechten
S0J63AS0J63A : Vakdidactiek rechten
S0I34AS0I34A : Didactiek burgerschapsvorming
S0I06AS0I06A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I36AS0I36A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I91AS0I91A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I74AS0I74A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I92AS0I92A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I93AS0I93A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J11AS0J11A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J12AS0J12A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J29AS0J29A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J30AS0J30A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J47AS0J47A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J48AS0J48A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I07AS0I07A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I37AS0I37A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I75AS0I75A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I76AS0I76A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I94AS0I94A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I95AS0I95A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J13AS0J13A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J14AS0J14A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J31AS0J31A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J32AS0J32A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J49AS0J49A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J50AS0J50A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I08AS0I08A : Vakdidactiek rechten
S0I38AS0I38A : Vakdidactiek rechten
S0I77AS0I77A : Vakdidactiek rechten
S0I78AS0I78A : Vakdidactiek rechten
S0I96AS0I96A : Vakdidactiek rechten
S0I97AS0I97A : Vakdidactiek rechten
S0J15AS0J15A : Vakdidactiek rechten
S0J16AS0J16A : Vakdidactiek rechten
S0J33AS0J33A : Vakdidactiek rechten
S0J34AS0J34A : Vakdidactiek rechten
S0J51AS0J51A : Vakdidactiek rechten
S0J52AS0J52A : Vakdidactiek rechten
S0I39AS0I39A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0I80AS0I80A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0I99AS0I99A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0J18AS0J18A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0J36AS0J36A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0J54AS0J54A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0I10AS0I10A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I40AS0I40A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I81AS0I81A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I82AS0I82A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J01AS0J01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J02AS0J02A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J19AS0J19A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J20AS0J20A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J37AS0J37A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J38AS0J38A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J55AS0J55A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J56AS0J56A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I11AS0I11A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I41AS0I41A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I83AS0I83A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I84AS0I84A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J03AS0J03A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J04AS0J04A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J21AS0J21A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J22AS0J22A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J39AS0J39A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J40AS0J40A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J57AS0J57A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J58AS0J58A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I42AS0I42A : Didactiek burgerschapsvorming
S0I86AS0I86A : Didactiek burgerschapsvorming
S0J06AS0J06A : Vakdidactiek burgerschapsvorming
S0J24AS0J24A : Vakdidactiek burgerschapsvorming
S0J42AS0J42A : Vakdidactiek burgerschapsvorming
S0J60AS0J60A : Vakdidactiek burgerschapsvorming
P0V29AP0V29A : Vakdidactiek psychologie en pedagogische wetenschappen-B (Leuven)
P0W31AP0W31A : Vakdidactiek gedragswetenschappen
P0W33AP0W33A : Vakdidactiek gedragswetenschappen
P0W35AP0W35A : Vakdidactiek gedragswetenschappen
P0W37AP0W37A : Vakdidactiek psychologie en pedagogische wetenschappen-B
F0ZB6AF0ZB6A : Vakdidactiek PAV-maatschappelijke vorming (Leuven)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Extra stage maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I17a)

6 studiepunten : Stage 16 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De student ontwerpt en realiseert activiteiten allerlei, zowel op niveau van de leerling en de klas, als op niveau van de school. De stage richt zich zowel op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving als op het verlenen van ondersteuning bij de werking van de school. Onder dit laatste valt bv. aan (vak)werkgroepen participeren, een klassenraad of oudercontact bijwonen, wetenschappelijk onderzoek inbrengen, excursies of themadagen organiseren, de leerlingbegeleider of zorgcoördinator een dag volgen, een pedagogische studiedag bijwonen, assisteren op evenementen/infodagen, meedenken over en/of een draaiboek uitwerken rond een bepaald thema (bv. ouderparticipatie, het evalueren van competenties, social media- of privacybeleid van de school, …). Er wordt van de student verwacht dat hij/zij zelf initiatieven voorstellen of vragen naar noden van de school.

Binnen deze stage staan alle basiscompetenties centraal. In samenspraak met de vakmentor en de stagebegeleider worden zinvolle activiteiten gekozen in functie van het verwerven van de basiscompetenties.

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Stageactiviteiten in een door de student gekozen onderwijsinstelling (aso, bso, kso, tso, tweedekansonderwijs, CVO, hoger onderwijs of gemeenschapsinstelling). De stages worden toegespitst op de gevolgde vakdidactiek. Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding.

Dit stagedeel bestaat hoofdzakelijk uit het verzorgen van lessen, volledig uitgewerkt en gegeven door de student. De student is gedurende minstens 12 lesuren (met een maximum van 6 lesuren per week) verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden. De student is minimum 1 dag per week voltijds aanwezig op de stageschool gedurende zijn/haar stageperiode. De student vervult hierbij enkele taken op schoolniveau (mesotaken). Welke leeractiviteiten hierbij precies worden uitgevoerd, wordt in samenspraak met de student, de school en de stagebegeleider beslist.

Bij al deze stageactiviteiten wordt reflectie gezien als motor van het leerproces. Studenten worden aangezet tot reflectie op vier manieren:
1. een aantal specifieke stageopdrachten (bv. reflectieopdrachten)
2. het samenstellen van een portfolio waarin de eigen groei in de competenties van de boven genoemde functionele gehelen wordt gedocumenteerd (bv. met lesvoorbereidingen)
3. het bespreken van eigen stage-ervaringen met medestudenten, via een terugkomsessie
4. de bespreking van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio-onder-constructie met de stagebegeleider en met de vakmentor.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Extra stage maatschappijwetenschappen (B-KUL-S2I17a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces.
Een leraar moet beschikken over kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes op zeer diverse vlakken (cf. de tien functionele gehelen en acht attitudes van de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren). Het zwaartepunt van de beoordeling ligt bij de stagelessen (voorbereiding en uitvoering). Naast de stagelessen zijn de verwerkingsopdrachten, mesotaken en de administratie evenzeer van belang. Iedere opdracht die de student in functie van deze opleiding moet uitvoeren, heeft zijn waarde voor het beroep van leraar en zal bijgevolg meetellen in de evaluatie. Deze verzamelt de student in zijn/haar elektronisch portfolio. 
Het opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd aan de hand van een evaluatiedossier met mondelinge toelichting. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat
De score op het opleidingsonderdeel wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en stagebegeleider(s), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. De evaluatie gebeurt in samenspraak met de vakmentor(en). Niettemin zijn het de stagebegeleider(s) en docent(en) die de eindverantwoordelijkheid hebben voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat.

Voorwaarden:
De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageschool. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA (niet-afgelegd).
Het elektronisch portfolio is tijdig afgewerkt. Bij de start van het academiejaar worden de deadlines voor het portfolio op Toledo bekend gemaakt.
Er is slechts één examenkans, die kan opgenomen worden in de eerste of tweede examenperiode.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

De stages gaan door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

ECTS Onderwijsonderzoek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I27A)

6 studiepunten Nederlands 20 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  De Cock Mieke |  Galle Griet |  Willems Kurt

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student is in staat om een volledige onderzoekscyclus te doorlopen over een onderwijsrelevant onderwerp:
  • De student kan relevante (primaire en secundaire) bronnen opzoeken, selecteren, kritisch beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen;
  • De student kan onderwijskundige en vakdidactische literatuur opzoeken en de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek kritisch lezen, interpreteren en bespreken, in functie van het opzetten van een vakdidactische onderzoeksopdracht;
  • De student kan een vakdidactische probleemstelling vertalen in een onderzoeksvraag;
  • De student kan een onderzoek ontwerpen en uitvoeren dat leidt tot een antwoord op de onderzoeksvraag, rekening houdend met de geraadpleegde literatuur en gebruik makend van een gepaste methodologie;
  • De student kan op een wetenschappelijke wijze rapporteren over het uitgevoerde onderzoek;De student kan over het eigen onderzoek kritisch reflecteren;
  • De student kan een kritische terugkoppeling van het onderzoek voor het werkveld maken;
  • De student kan samenwerken met zijn/haar medestudenten en bijdragen aan het leerproces van de medestudenten;
  • De student kan resultaten van recent onderwijs- en vakdidactisch onderzoek aanwenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leerkracht;
  • De student is in staat deel te nemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema’s;
  • De student is in staat actuele maatschappelijke, sociale en culturele thema’s te onderscheiden en kritisch te benaderen en kan daarbij beslissingen nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken.

Begintermen

Dit OPO kan slechts gevolgd worden op voorwaarde dat de student op academisch niveau ten minste 9 studiepunten verworven heeft of gelijktijdig zal verwerven in één van de disciplines van de vakdidactiek.

Inhouden zoals aangeboden binnen ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs’ worden tenminste gelijktijdig opgenomen.

 

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

P0W06A: Onderwijsonderzoek (Geel)
P0W07A: Onderwijsonderzoek (Aalst)
P0W08A: Onderwijsonderzoek (Kortrijk)
P0W09A: Onderwijsonderzoek (Brugge)
P0W10A: Onderwijsonderzoek (Diepenbeek)
P0W12A: Onderwijsonderzoek (Gent)
P0W11A: Onderwijsonderzoek (Antwerpen)
P0W05A: Onderwijsonderzoek (Brussel)

Onderwijsleeractiviteiten

Methodologische ondersteuningssessies (B-KUL-P0U92a)

1 studiepunten : Opdracht 6 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In dit OLA maakt de student kennis met een aantal thema’s die relevant zijn voor (vak)didactisch onderzoek, aan de hand van online modulces. De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Mogelijke thema’s zijn

1. Algemene thema’s

  • Wat is vakdidactisch/onderwijskundig onderzoek? (algemene inleiding)
  • Link onderzoek – praktijk – formuleren van besluiten en aanbevelingen voor de praktijk

2; Onderzoeksmethoden

  • Interviews
  • Leerboekenanalyse
  • Klasobservaties
  • Vragenlijsten
  • Toetsen en tests
  • Interventieonderzoek

De eerste twee thema’s zijn verplicht, uit de seminaries rond onderzoeksmethoden kiest de student er 2 die relevant zijn voor de eigen onderzoeksopdracht. In het wetenschappelijk eindverslag en/of in de kritische zelfreflectie (zie OLA 2) wordt naar deze modules verwezen.

Studiemateriaal

De modules wordt via Toledo beschikbaar gesteld.

Toelichting werkvorm

De student neemt de online modules zelfstandig door en voert de bijhorende opdrachten uit.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

G0D43A : Masterproef

Onderzoeksopdracht (B-KUL-S0I27a)

5 studiepunten : Opdracht 14 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het theoretisch kader aangereikt in OLA 1 (Methodologische ondersteuningssessies) fungeert als vertrekbasis voor het uitvoeren van een concrete onderzoeksopdracht.

De opdracht wordt in groep uitgevoerd.

Er wordt gewerkt rond één centraal onderzoeksthema, dat uitgediept wordt in verschillende deelthema’s uit de Maatschappijwetenschappen (Sociale Wetenschappen en Recht) en Filosofie.

Binnen het deelthema wordt een onderzoek uitgevoerd, geïnspireerd door de literatuur dienaangaande. Het onderzoek kan het uitvoeren van een kwantitatief of kwalitatief onderzoek, een documenten analyse, ea. Zijn. Het onderzoek wordt opgezet in samenspraak met de begeleider.

Het rapporteren van dit onderzoek (aan stafleden van de Educatieve Master, aan medestudenten, externen). Dit gebeurt in eerste instantie door het indienen van een groepspaper. Daarnaast vindt er ook een mondelinge presentatie plaats.

Het uitgevoerde onderzoek, aansluitend op het centrale thema, wordt verder uitgewerkt en vertaald naar de concrete onderwijspraktijk. Afhankelijk van het centrale thema, kan dit een ontwerpopdracht zijn voor bijvoorbeeld een lessenreeks. De concrete invulling van de opdracht zal tijdig aangekondigd worden via de studiewijzer op Toledo.

 

Verdere duiding, concretisering en informatie rond de deadlines is weergegeven op Toledo.

Studiemateriaal

Handleiding bij het traject van de onderzoeksopdracht

Toelichting werkvorm

Studenten schrijven zich in voor een deelthema/groep; men dient bij de inschrijving een voorkeur op te geven. De begeleiders wijzen de studenten dan toe tot één van de deelthema's. Hierbij wordt er in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de eerste voorkeur. Gezien de specifieke aard van het onderzoek kan deze toeschrijving gebeuren op basis van diploma. Binnen het deelthema neemt men literatuur door en voert men een onderzoek uit. Over dit onderzoek maakt men een groepspaper. De resultaten van het onderzoek stelt men voor tijdens een presentatie die bijgewoond wordt door de titularissen, de studenten van de andere thema's, eventueel externen...

Per deelthema worden een aantal begeleidingssessies georganiseerd.
Wat de planning betreft, zijn er gemeenschappelijke sessies (met minstens een inleidende sessie in oktober, interactieve feedbacksessies in november/april en een afsluitend moment in mei). Daarnaast kunnen er nog bijkomende sessies per deelthema zijn. De data van deze sessies worden afgesproken met de begeleider.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderwijsonderzoek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S2I27a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie gebeurt op basis van een aantal elementen:

  • het volgen van alle onderdelen, de aanwezigheid bij en actieve deelname aan alle activiteiten;
  • de groepspaper met daarin een inleiding, een uitleg over de methode en de aanpak van het onderzoek, een rapportage van de bevindingen, een conclusie en een referentielijst;
  • de presentatie over het onderzoek dat uitgevoerd werd;
  • een peerassessment.

 

Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.

 

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Bij een ongewettigde afwezigheid op één van de sessies of presentaties,  krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling 'Niet Afgelegd (NA). Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29A)

6 studiepunten Nederlands 22 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Leerresultaten

-  De studenten raken vertrouwd met de problematiek van beide doelgroepen (jongeren uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid); ze doen kennis en inzicht op in

  • wat begrepen wordt onder kwetsbaarheid en het ontstaan ervan;
  • de wisselwerking school - gezin in een kwetsbare situatie, de invloed die specifieke problemen van mensen uit deze doelgroepen uitoefenen op de schoolloopbaan en leervorderingen van de jongeren, de rol die scholen (onbedoeld) spelen in het genereren en versterken van kwetsbaarheid, en strategieën om de impact van kwetsbaarheid op de schoolse situatie te beperken;
  • de bestaande organisaties die werkzaam zijn binnen dit veld en intensief samenwerken met jongeren van ca. 12-18 jaar (deze leeftijdscategorie is nog vaak ‘onontgonnen terrein’) en hun leefomgeving;
  • de concrete situatie en denk- en leefwereld van de doelgroepen (sociaal-economische en etnisch-culturele profielen) in theoretisch en in praktisch opzicht, o.m. via het leren kennen van de jongeren, ouders en buurt door middel van een participerende observatie;
  • de specifieke problemen die mensen uit deze doelgroepen op verschillende vlakken (vb. fysisch, sociaal, psychologisch) ervaren;
  • het opzetten van respectvolle, effectieve en efficiënte communicatie met mensen uit deze doelgroepen (o.m. via het kunnen wisselen van perspectief).

- De studenten bieden, rekening houdend met alle kennis en inzicht die ze opdeden, een geëngageerde, verantwoordelijke, respectvolle en dienstbare ondersteuning aan mensen in een kwetsbare situatie, inzonderheid mensen met een lage sociaal-economische status en mensen uit een etnisch-culturele minderheid. De component ‘dienen’ gebeurt altijd met inachtneming van de driehoek jongere – gezin - buurt/leefwereld. Dit doen ze vanuit een open houding om zelf ook te leren uit deze concrete ervaringen.

- De studenten kunnen individueel en in groep reflecteren op de wijze waarop ze ondersteuning bieden en hun eigen perspectief in vraag stellen.

- De studenten kunnen vanuit hun dienstbare ervaring verwoorden hoe ze hiermee als toekomstige leraar rekening zullen houden zodat jongeren in een kwetsbare situatie echt gelijke kansen krijgen in het onderwijs.

- De studenten kunnen uitleggen hoe hun ervaring bij het ondersteunen van mensen uit deze doelgroepen ook op de vakinhoudelijke component van hun onderwijspraktijk een invloed heeft en kunnen de vormgeving van hun praktijk aan deze inzichten aanpassen.

- De studenten kunnen als ervaringsdeskundigen en met inzicht in de bestaande modellen van service-learning een relevante bijdrage leveren tot de uitbouw van een didactiek service-learning voor het secundair onderwijs.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.
 

Toelichting

Via service-learning brengen we de studenten van de Educatieve Master Opleidingen in contact met jongeren (ca. 12-18 jaar) uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en/of uit een etnisch-culturele minderheid, met hun gezinnen en/of hun buurt. Dat contact verloopt niet in of via de school, maar via organisaties die deze jongeren en/of hun gezinnen ondersteunen, bijvoorbeeld aan huis, via een buurtwerking of via een cultureel project.

We stellen vast dat het huidige onderwijs de bestaande maatschappelijke ongelijkheid bevestigt. Bovendien behoren de toekomstige leraars secundair onderwijs meestal net niet tot etnisch-culturele minderheden en groepen met een lage sociaal-economische status, en hebben ze dus vaak geen affiniteit met jongeren en hun leefomgeving uit die minderheden. In dat verband zijn er prangende uitdagingen die we laten aangaan op het vlak van diversiteit en van maatschappelijke ongelijkheid. Vanuit het dienende contact met deze doelgroepen, vanuit een theoretische achtergrond en ervaringsgetuigenissen laten we de studenten kijken naar de verhouding tussen deze jongeren en het onderwijs: hoe kan ik als leraar (in het algemeen en specifiek voor mijn vak) rekening houden met mogelijke valkuilen, zodat ik de jongeren optimaal kansen op ontplooiing kan bieden?

Daarnaast maken de studenten kennis met de didactiek van service-learning en reflecteren ze ervaringsgericht over mogelijke manieren om als leraar in het secundair onderwijs een service-learning project op te zetten of eraan bij te dragen.

Numerus clausus

Zie begintermen

Begintermen

De student beschikt over de vaardigheden en houdingen die van een student bij de aanvang van een academische Master worden verwacht.

Numerus clausus

Voor dit opleidingsonderdeel geldt een numerus clausus van 20 studenten.

Identieke opleidingsonderdelen

O0D35A: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de specifieke lerarenopleiding

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S0I29a)

6 studiepunten : Practicum 22 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Academische component:

  • Inzicht in kwetsbaarheid algemeen (vanuit interdisciplinair perspectief)
  • Inzicht in (gevolgen van) (kans)armoede en etnisch-culturele diversiteit
  • Inzicht in wisselwerking school – gezin/buurt en school – maatschappelijke ongelijkheid
  • Inzicht in interculturele communicatie
  • Inzicht in stereotypering en stigmatisering en de rol van vooroordelen op leerkrachtgedrag
  • Inzicht in didactiek service-learning secundair onderwijs

Belangrijk: deze componenten worden niet alleen belicht door academische experten, maar ook door ervaringsdeskundigen.

 

Praktijkcomponent:

  • Uitleg over en kennisname van bestaande organisaties en initiatieven in het veld, gericht op de doelgroepen
  • (Passieve) participerende observatie ter inleving in de situatie
  • Actieve, dienstbare praktijkervaring service-learning met jongeren in hun eigen leefomgeving, d.w.z. gezin en/of buurt


Reflectiecomponent:

  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent, participerende observatie naar de theoretische kaders (met specifieke aandacht voor de wederkerigheid in het leren) (seminarie)
  • Intervisie en reflectie via terugkoppeling vanuit praktijkcomponent actieve, dienstbare praktijkervaring naar de theoretische kaders (seminarie)
  • Publiek maken van de ervaringen van de studenten met service learning (schriftelijk, individueel werk)
  • Afsluitende reflectie over wat studenten op welke vlakken hebben ervaren en geleerd (individueel, creatieve neerslag)
  • Gezamenlijke intervisie (met studenten, titularissen en begeleidende lectoren) over wat van het geleerde kan worden meegenomen naar de vormgeving van de vakspecifieke praktijk (Wat bracht service-learning bij voor het vakinhoudelijke en vakdidactische aspect van de onderwijspraktijk?) (seminarie)
  • Publieke voorstelling van de reflecties en resultaten en een gezamenlijke (vreugdevolle) afsluiting. (eindpresentaties)

Studiemateriaal

Artikels en literatuur, voorbeeldmateriaal, multimedia en Toledo

Toelichting werkvorm

Er wordt een combinatie van werkvormen gebruikt. De theorie wordt aangebracht via colleges verzorgd door experten, via contacten en gesprekken met ervaringsdeskundigen en via inleef- en werksessies. De praktijk bestaat uit een stageluik. Reflectie gebeurt via intervisieseminaries en opdrachten. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Jongeren, onderwijs en kwetsbaarheid: service-learning binnen de educatieve master (B-KUL-S2I29a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie gebeurt op basis van de inbreng in de seminaries en intervisies, het maatschappelijk engagement van de student, de kwaliteit van de praktische ervaring, reflecties, verslagen, en de actieve inbreng in en kwaliteit van de relevante bijdrage aan het design van service-learning voor het secundair onderwijs.
 

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans.

ECTS Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I31A)

9 studiepunten Nederlands 79 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit de vooropleiding politieke en sociale wetenschappen, communicatiewetenschappen of criminologische wetenschappen enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in maatschappijwetenschappen enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen dit domein in het stagegedeelte anderzijds.

Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden van de OLA’s Vakdidactiek maatschappijwetenschappen en de algemene didactiek toepassen in de OLA Praktijkoefeningen en op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in de maatschappijwetenschappen. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student is in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De student kan hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De student begrijpt dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.

 

Vormingsdoelen

Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I01A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J25A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J07A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J43A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J61A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I36a)

6 studiepunten : College 40 Tweede semesterTweede semester
Claes Ellen |  N.

Inhoud

Binnen deze OLA verwerven studenten inzicht in de werking van de hedendaagse pluriforme samenleving en democratische rechtsstaat en ontwikkelen ze onderbouwde opvattingen over hedendaagse maatschappelijke vraagstukken. Maatschappelijke verschijnselen worden verklaard met relevante theorieën uit de maatschappijwetenschappen. Studenten leren deze verschijnselen analyseren en leren de methodieken om jongeren te stimuleren zelf tot deze analyse over te gaan.  

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Eén on campus startmoment en één intervisiemoment gecombineerd met online onderwijs. Het online onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0N39A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Praktijkoefeningen (B-KUL-S0I31a)

3 studiepunten : Practicum 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In de OLA Praktijkoefeningen oefenen de studenten de vakdidactische componenten in. Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt in groepjes van ca. 10 studenten gewerkt. Elke groep wordt tijdens de sessies begeleid door een lector.

De studenten leren in deze OLA onder meer:

  • Een les voor te bereiden (incl. formuleren beginsituatie, opstellen lesdoelen vertrekkende vanuit eindtermen of leerplandoelstellingen, invullen lesfasen)
  • Een les didactisch te onderbouwen
  • Een les te geven, o.a. via een experimentele les voor de medestudenten
  • Een evaluatie (vb. toets) op te stellen
  • Te reflecteren over het eigen functioneren
  • Feedback te geven aan medestudenten

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Wekelijks (fysiek) contactmoment van drie uur.

De OLA omvat werk- en presentatiesessies. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren tijdens deze contactmomenten.

Voor deze onderwijsleeractiviteit worden de studenten in kleinere groepen verdeeld. Elke groep heeft bijeenkomsten op een ander moment. Er worden zowel sessies overdag als ’s avonds (in eerste instantie voor werkstudenten) ingericht. 

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S2I31a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit OPO worden getoetst aan de hand van oefeningen, opdrachten, interactieve gesprekken en presentaties tijdens de contactmomenten. Er moeten verschillende taken worden ingeleverd die het eindcijfer mee bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze taken worden tijdig gecommuniceerd aan de studenten via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle taken tijdig werden afgelegd. Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Vakdidactiek maatschappijwetenschappen wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Praktijkoefeningen wordt beoordeeld op 50 % van de punten.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar binnen alle integrale en verkorte educatieve masteropleidingen, de voorbereidings- en schakelprogramma’s. Studenten die doorstromen naar de educatieve master zullen het opleidingsonderdeel daarin opnieuw moeten opnemen als het in hun bachelor- of masteropleiding getolereerd of gedelibereerd werd. 

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans verschilt van de eerste. Geslaagde deelevaluaties zijn overdraagbaar naar de septemberzittijd.

Voor de opdrachten (zowel schriftelijk als mondeling) binnen de OLA Praktijkoefeningen bestaat geen mogelijkheid tot herkansen.

ECTS Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I32A)

9 studiepunten Nederlands 79 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Galle Griet (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek wijsbegeerte vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit reeds gevolgde OPO’s in het domein van de wijsbegeerte enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in wijsbegeerte enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten deze doelstellingen bereikt, m.b.t. het onderwijs in de wijsbegeerte (en bij uitbreiding de cultuurwetenschappen):

  • De studenten hebben kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kunnen deze toepassen.
  • De studenten zijn in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om hun onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De studenten hebben inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals minimumdoelen, jaar- en leerplannen en lesvoorbereidingen in de wijsbegeerte. De studenten weten hoe zij deze elementen kunnen aanwenden en kunnen deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De studenten kunnen leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De studenten hebben inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kunnen de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De studenten zijn in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De studenten kunnen hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De studenten begrijpen dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De studenten kunnen kritisch reflecteren over hun eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De studenten kunnen op basis van reflectie en feedback hun onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

  • Van de studenten wordt het volgende verwacht:
  • Zij beschikken over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Zij erkennen het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelen een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Zij ontwikkelen een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in hun educatieve handelen en tonen daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Zij hebben de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Studenten kunnen Vakdidactiek wijsbegeerte enkel volgen als ze 30 studiepunten voorkennis hebben in het domein van de wijsbegeerte.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I02A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I88A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J26A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J44A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J62A: Vakdidactiek wijsbegeerte

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I37a)

6 studiepunten : College 40 Tweede semesterTweede semester
Galle Griet |  N.

Inhoud

Leerinhouden:

1. Vakdidactiek wijsbegeerte en de filosofieleraar

  • vakdidactiek en vakdidactiek wijsbegeerte
  • de (filosofie)leraar
  • verschillende benaderingen van filosofieonderwijs
  • doelstellingen van filosofieonderwijs

2. Vakliteratuur en leermiddelen

  • vakdidactische literatuur voor filosofie
  • basiswerken in de filosofie en andere cultuurwetenschappen (als achtergrond voor de lesvoorbereiding)
  • schoolboeken en teksten voor het filosofieonderwijs
  • allerlei media voor gebruik in de klas, o.a. ICT-tools

3. Filosofie in het curriculum van het secundair onderwijs

  • de plaats van filosofie in het curriculum in Vlaanderen en in enkele andere regio’s
  • minimumdoelen en leerplannen filosofie in Vlaanderen
  • het curriculum van een vak filosofie: inhouden, vaardigheden, attitudes
  • de relatie tussen filosofieonderwijs en onderwijs in andere domeinen
  • argumenten vóór filosofieonderwijs voor alle leerlingen

4. Filosofielessen ontwerpen en uitvoeren

  • pedagogisch-didactische componenten en de fasen in een didactisch proces
  • een les(senreeks) voorbereiden, lesdoelen formuleren, een jaarplan opstellen
  • verschillende vormen van filosofisch denken
  • didactische principes voor het filosofieonderwijs
  • didactische modellen in het filosofieonderwijs
  • preconcepten van en begripsvorming bij leerlingen
  • de rol van de filosofieleraar

5. Werkvormen voor filosofieonderwijs

  • werkvormen voor cultuurwetenschappen en filosofie
  • verschillende methodes om filosofische teksten te lezen in de klas

6. Differentiatie en diversiteit

  • diversiteit en inclusie
  • binnenklasdifferentiatie, in het bijzonder in het filosofieonderwijs
  • zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
  • omgaan met naïef relativistische uitspraken van leerlingen
  • differentiëren in het curriculum en canonisering in het filosofieonderwijs

7. Communicatie als interactie + Filosoferen in de klas

  • fases in de groepsvorming
  • ordeverstorend gedrag reguleren
  • omgaan met weerstand van de leerlingen
  • de valkuilen bij het werken met een groep
  • omgaan met controversiële onderwerpen
  • filosoferen met kinderen en jongeren
  • het filosofisch en het socratisch gesprek

8. Evaluatie en schrijfopdrachten

  • evaluatievormen voor filosofie kritisch bekijken
  • evaluatiecriteria voor filosofie en filosoferen
  • schrijfopdrachten voor filosofie
  • examenbetwistingen in het hoger onderwijs

9. Reflectie

  • reflecteren over de eigen onderwijspraktijk

10 Filosofie en filosoferen buiten het secundair onderwijs

  • basisonderwijs, hoger onderwijs en andere educatieve contexten

Studiemateriaal

Gebruikt studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo. Het bestaat uit

  • cursusteksten geschreven door Griet Galle (met bijhorende filmpjes en kennisclips)
  • video's met lesopnames en getuigenissen van leerlingen en leerkrachten
  • illustraties, zoals uitgewerkte filosofielessen (met powerpoints), voorbeelden van evaluaties, ... 

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal

D. Berendsen, N. Kienstra, K. Poortier en F. Rombout, eds., Filosofie op school: Handboek vakdidactiek filosofie (Amsterdam: Boom, 2021). ISBN: 9789024431359.

+ zie literatuurlijst op Toledo

Toelichting werkvorm

Blended learning

  • Het studiemateriaal, dat online via Toledo aangeboden wordt, wordt in zelfstudie verwerkt.
  • Zeven of acht verplichte contactmomenten (in Leuven; studenten die dat wensen kunnen online deelnemen).
  • In het kader van deze onderwijsleeractiviteit kan van de studenten gevraagd worden om individueel of in groep filosofielessen te observeren en zal deelname aan studiedagen aangemoedigd worden.

Toelichting bij de contactmomenten

  • Tijdens de contactmomenten gaan de studenten over de leerinhouden in dialoog met elkaar en met de docent. De leerinhouden worden toegepast en kritisch besproken en er wordt leermateriaal voor filosofielessen voorgesteld. Er is tijd om vragen te stellen over de leerinhouden.
  • In sommige contactmomenten is er een filosofieleerkracht of filosofisch gespreksleider te gast om zijn/haar ervaringen te delen en praktische tips en voorbeelden te geven.
  • Soms dienen de studenten een voorbereiding te maken voor de contactmomenten. De studenten stellen bijvoorbeeld een concept van hun eerste opdracht (een lessenreeks) voor aan elkaar en geven elkaar feedback.

Informatie over de contactmomenten, in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I41A : Vakdidactiek wijsbegeerte

Praktijkoefeningen (B-KUL-S0I31a)

3 studiepunten : Practicum 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In de OLA Praktijkoefeningen oefenen de studenten de vakdidactische componenten in. Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt in groepjes van ca. 10 studenten gewerkt. Elke groep wordt tijdens de sessies begeleid door een lector.

De studenten leren in deze OLA onder meer:

  • Een les voor te bereiden (incl. formuleren beginsituatie, opstellen lesdoelen vertrekkende vanuit eindtermen of leerplandoelstellingen, invullen lesfasen)
  • Een les didactisch te onderbouwen
  • Een les te geven, o.a. via een experimentele les voor de medestudenten
  • Een evaluatie (vb. toets) op te stellen
  • Te reflecteren over het eigen functioneren
  • Feedback te geven aan medestudenten

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Wekelijks (fysiek) contactmoment van drie uur.

De OLA omvat werk- en presentatiesessies. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren tijdens deze contactmomenten.

Voor deze onderwijsleeractiviteit worden de studenten in kleinere groepen verdeeld. Elke groep heeft bijeenkomsten op een ander moment. Er worden zowel sessies overdag als ’s avonds (in eerste instantie voor werkstudenten) ingericht. 

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S2I32a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit OPO worden getoetst aan de hand van oefeningen, opdrachten, interactieve gesprekken en presentaties tijdens de contactmomenten. Er moeten verschillende taken worden ingeleverd die het eindcijfer mee bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze taken worden door de docent(en) vastgelegd en tijdig gecommuniceerd aan de studenten via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle taken tijdig werden afgelegd. 


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Vakdidactiek wijsbegeerte wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Praktijkoefeningen wordt beoordeeld op 50 % van de punten.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat)) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar binnen alle integrale en verkorte educatieve masteropleidingen, de voorbereidings- en schakelprogramma’s. Studenten die doorstromen naar de educatieve master zullen het opleidingsonderdeel daarin opnieuw moeten opnemen als het in hun bachelor- of masteropleiding getolereerd of gedelibereerd werd.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

Als voor een deel van een opleidingsonderdeel geen tweede examenkans wordt georganiseerd, blijft het resultaat van de eerste examenkans behouden. Er zal opnieuw 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken per ongewettigde afwezigheid.

Voor de opdrachten (zowel schriftelijk als mondeling) binnen de OLA Praktijkoefeningen bestaat geen mogelijkheid tot herkansen. De opdrachten binnen de OLA Vakdidactiek wijsbegeerte zijn wel herkansbaar. De studenten moeten contact opnemen met de docent(en) om te vernemen wat zij moeten doen.

ECTS Vakdidactiek rechten (B-KUL-S0I33A)

9 studiepunten Nederlands 79 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Willems Kurt (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek Rechten vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit de vooropleiding Rechten enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in recht en burgerschapsvorming enerzijds en de praktijk van het lesgeven in deze vakken binnen het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten
Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden van de OLA’s Vakdidactiek rechten en de algemene didactiek toepassen in de OLA Praktijkoefeningen en op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in rechten. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student is in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De student kan hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De student begrijpt dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve Master in de Maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen
Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I03A: Vakdidactiek rechten
S0I89A: Vakdidactiek rechten
S0J27A: Vakdidactiek rechten
S0J09A: Vakdidactiek rechten
S0J45A: Vakdidactiek rechten
S0J63A: Vakdidactiek rechten

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek rechten (B-KUL-S0I38a)

6 studiepunten : College 40 Tweede semesterTweede semester
Willems Kurt |  N.

Inhoud

In deze cursus worden inhouden en didactieken voor het secundair onderwijs en hoger onderwijs behandeld die aansluiten bij de domeinen van recht.
De cursus bestaat uit verschillende modules die elk een concreet onderwijskundig thema behandelen. De invulling van de thema’s is afgestemd op rechtsvakken. De modules omvatten onder meer:

  • De leraar rechten
  • Jaar- en leerplan
  • Lesvoorbereiding
  • Verschillende werkvormen
  • Vakliteratuur en leermiddelen
  • Differentiatie
  • Evaluatie
  • Communicatie over delicate onderwerpen

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Online onderwijs: dit onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt. Wel wordt één fysieke startdag georganiseerd in Leuven, en online begeleiding bij de eindopdracht doorheen het semester.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo. Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd” Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Praktijkoefeningen (B-KUL-S0I31a)

3 studiepunten : Practicum 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In de OLA Praktijkoefeningen oefenen de studenten de vakdidactische componenten in. Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt in groepjes van ca. 10 studenten gewerkt. Elke groep wordt tijdens de sessies begeleid door een lector.

De studenten leren in deze OLA onder meer:

  • Een les voor te bereiden (incl. formuleren beginsituatie, opstellen lesdoelen vertrekkende vanuit eindtermen of leerplandoelstellingen, invullen lesfasen)
  • Een les didactisch te onderbouwen
  • Een les te geven, o.a. via een experimentele les voor de medestudenten
  • Een evaluatie (vb. toets) op te stellen
  • Te reflecteren over het eigen functioneren
  • Feedback te geven aan medestudenten

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Wekelijks (fysiek) contactmoment van drie uur.

De OLA omvat werk- en presentatiesessies. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren tijdens deze contactmomenten.

Voor deze onderwijsleeractiviteit worden de studenten in kleinere groepen verdeeld. Elke groep heeft bijeenkomsten op een ander moment. Er worden zowel sessies overdag als ’s avonds (in eerste instantie voor werkstudenten) ingericht. 

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek rechten (B-KUL-S2I33a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit OPO worden getoetst aan de hand van oefeningen, opdrachten, interactieve gesprekken en presentaties tijdens de contactmomenten. Er moeten verschillende taken worden ingeleverd die het eindcijfer mee bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze taken worden tijdig gecommuniceerd aan de studenten via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle taken tijdig werden afgelegd. Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Vakdidactiek rechten wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Praktijkoefeningen wordt beoordeeld op 50 % van de punten.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans verschilt van de eerste. Geslaagde deelevaluaties zijn overdraagbaar naar de septemberzittijd.

Voor de opdrachten (zowel schriftelijk als mondeling) binnen de OLA Praktijkoefeningen bestaat geen mogelijkheid tot herkansen. 

ECTS Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35A)

3 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten elk de volgende doelstellingen bereikt:

  • De studenten zijn gemotiveerd om filosofische gesprekken te voeren binnen en buiten het eigen vakdomein.
  • De studenten kunnen filosofische vragen stellen bij lesinhouden die aansluiten bij hun eigen vakdomein.
  • De studenten kunnen een vragende, socratische attitude aannemen en integreren in het werken met hun doelgroep.
  • De studenten kunnen een filosofisch gesprek voorbereiden en opstarten met een groep.
  • De studenten kunnen de groep op een participatieve én efficiënte manier (op een beginnersniveau) begeleiden bij het voeren van een filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen de (zelf)reflectie van leerlingen stimuleren en ondersteunen en kunnen in de groep een veilige en vrije ruimte creëren waarbinnen dat mogelijk is.
  • De studenten hebben inzicht in verschillende methodes om een filosofisch gesprek te voeren.
  • De studenten hebben inzicht in de waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen reflecteren over een filosofisch gesprek dat ze observeren of begeleiden of waarin ze participeren.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Studenten hebben ofwel reeds een bachelordiploma behaald, ofwel zijn zij max. 70 sp. verwijderd van het bachelordiploma.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35a)

3 studiepunten : Practicum 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De OLA bestaat uit 25 contacturen (in blokken van 2,5 uur). Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht (zie evaluatie).

Deze OLA laat zien hoe je binnen je eigen discipline filosofische gesprekken kan voeren met een groep (leerlingen) over een onderwerp dat zich daartoe leent. Het is een kennismaking met het fenomeen ‘filosofische gesprekken’ en biedt de gelegenheid houdingen en vaardigheden uit de filosofische praktijk te oefenen en erover te reflecteren.

In vijf plenaire sessies worden de belangrijkste theoretische achtergronden voorgesteld, afgewisseld met korte oefeningen. De volgende thema's kunnen aan bod komen:

  • De praktische filosofie en het filosofisch gesprek, o.a. met kinderen en jongeren;
  • Waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • De houding van de filosofisch gespreksbegeleider: de maieutiek, het belang van ‘leeg’ luisteren.
  • De techniek van het kritisch denken:  kunnen registreren van de spontane redenering en argumentatie van deelnemers en daarop doorvragen (beginselen van de argumentatieleer);
  • De kunst van het vragen stellen en vragend werken met een (klas)groep;
  • De structuur van een filosofisch gesprek;
  • Vergelijking tussen verschillende scholen/methodes in het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • Achtergronden van de socratische methode en toepassingen en varianten van het socratisch gesprek. Verschillen en gelijkenissen met andere methodes in het filosoferen.

In vijf werkcolleges in groepen van ca. 20 studenten worden de studenten in het volgende begeleid:

  • een filosofisch gesprek opstarten vanuit een impuls
  • oefenen in het begeleiden van filosofische gesprekken
  • ideeën en werkvormen uitwisselen om te gebruiken in de klas
  • uitdenken van een onderzoeksvraag (voor de paper) en een impuls (voor de lesvoorbereiding)

Naast deze werkcolleges kunnen de studenten naar keuze enkele stagelessen 'filosofisch gesprek met kinderen en jongeren' begeleiden, zowel in het secundair als in het basisonderwijs. Als zij hiervoor interesse hebben, observeren ze eerst een les gegeven door de docent in het secundair en/of in het basisonderwijs. Nadien kunnen afspraken gemaakt worden met de leerkracht van de klas in kwestie. Precieze stageplekken worden nog bekend gemaakt bij aanvang van het seminarie.

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal: het boek Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek: De basis (Leuven: LannooCampus, 2020). Dit boek kan via de docent aangekocht worden.

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal: op Toledo vinden de studenten achtergrondartikelen en een bibliografie met referenties aan boeken, artikelen, video’s, didactisch materiaal … die ze kunnen gebruiken als achtergrond bij de paper en de lesvoorbereiding.

Toelichting werkvorm

De contacturen vinden plaats in Leuven.

De eerste 12,5 contacturen zijn interactief. De theorie zoals uitgelegd in het boek wordt aangereikt aan de hand van korte oefeningen die meteen bruikbaar zijn in de (klas)groep.

Tijdens de volgende 12,5 contacturen (werkcolleges) worden vooreerst in groep filosofische gesprekken gevoerd en verschillende werkvormen uitgeprobeerd. De effecten en doelstellingen van de verschillende werkvormen worden samen besproken en in functie van bruikbaarheid geëvalueerd. Daarna oefenen de studenten ook in het zelf begeleiden van een filosofisch gesprek en krijgen ze hierop feedback.

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I42A : Didactiek burgerschapsvorming

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S2I35a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Vaardigheidstoets

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De evaluatie bestaat uit drie opdrachten die samen de eindscore bepalen. 

  • De studenten schrijven een paper waarin zij een eigen onderzoeksvraag in verband met het filosofisch gesprek uitwerken en verbinden met een concreet filosofisch gesprek.
  • De studenten maken een lesvoorbereiding (voor één les) waarin zij een impuls uitwerken en een methode kiezen en beschrijven.
  • Tijdens de contactmomenten vindt een evaluatiemoment plaats waarbij elke student individueel een filosofisch gesprek begeleidt met enkele van de medestudenten. 

De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden door de docent(en) vastgelegd en gecommuniceerd via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij alle opdrachten in rekening genomen worden: 

  • De paper telt voor 50 % van het eindcijfer.
  • Het lesvoorbereidingsformulier staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De kwaliteit van het leiden van het filosofisch gesprek staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De peerevaluatie van een filosofisch gesprek staat op 10 % van het eindcijfer.

Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. 

Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht. Andere verplichtingen, zoals stage, tellen niet als geldige reden voor afwezigheid. Enkel wie een gewettigd document van afwezigheid (vb. ziekteattest) kan voorleggen, kan zich verontschuldigen. De docent kan in dat geval beslissen om de student een vervangopdracht te geven. Wanneer studenten om zwaarwichtige redenen gedurende een langere periode of regelmatig niet kunnen deelnemen aan de verplichte contactmomenten, verwittigen zij zo spoedig mogelijk de examenombuds. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken voor elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen (https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Toelichting bij herkansen

Studenten die niet geslaagd zijn en gebruik wensen te maken van een tweede examenkans, moeten contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten zij (opnieuw) moeten indienen en hoe ze dat moeten doen. De verdere instructies over tweede examenkans vindt de student op Toledo.

Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op het eindresultaat voor elke ongewettigde afwezigheid.
Wie de deadline bij de tweede examenkans overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt een eindresultaat ‘niet afgelegd’.

ECTS Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I41A)

6 studiepunten Nederlands 40 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Galle Griet (coördinator) |  Galle Griet |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek wijsbegeerte vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit reeds gevolgde OPO’s in het domein van de wijsbegeerte enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in wijsbegeerte enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

  • Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten deze doelstellingen bereikt, m.b.t. het onderwijs in de wijsbegeerte (en bij uitbreiding de cultuurwetenschappen):
  • De studenten hebben kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kunnen deze toepassen.
  • De studenten zijn in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om hun onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De studenten hebben inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals minimumdoelen, jaar- en leerplannen en lesvoorbereidingen in de wijsbegeerte. De studenten weten hoe zij deze elementen kunnen aanwenden en kunnen deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De studenten kunnen leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De studenten hebben inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kunnen de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De studenten zijn in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De studenten kunnen hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De studenten begrijpen dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De studenten kunnen kritisch reflecteren over hun eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De studenten kunnen op basis van reflectie en feedback hun onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de studenten wordt het volgende verwacht:

  • Zij beschikken over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Zij erkennen het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelen een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Zij ontwikkelen een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in hun educatieve handelen en tonen daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Zij hebben de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Dit opleidingsonderdeel kan enkel opgenomen worden door studenten die in het ‘Vakdidactisch luik’ het opleidingsonderdeel ‘Vakdidactiek Rechten’ hebben opgenomen, mits zij over voldoende voorkennis beschikken in het domein van de wijsbegeerte (30 sp.).

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

S0I84A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J04A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J22A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J40A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J58A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I83A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J03A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J21A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J39A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J57A: Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I11A: Vakdidactiek wijsbegeerte

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S0I37a)

6 studiepunten : College 40 Tweede semesterTweede semester
Galle Griet |  N.

Inhoud

Leerinhouden:

1. Vakdidactiek wijsbegeerte en de filosofieleraar

  • vakdidactiek en vakdidactiek wijsbegeerte
  • de (filosofie)leraar
  • verschillende benaderingen van filosofieonderwijs
  • doelstellingen van filosofieonderwijs

2. Vakliteratuur en leermiddelen

  • vakdidactische literatuur voor filosofie
  • basiswerken in de filosofie en andere cultuurwetenschappen (als achtergrond voor de lesvoorbereiding)
  • schoolboeken en teksten voor het filosofieonderwijs
  • allerlei media voor gebruik in de klas, o.a. ICT-tools

3. Filosofie in het curriculum van het secundair onderwijs

  • de plaats van filosofie in het curriculum in Vlaanderen en in enkele andere regio’s
  • minimumdoelen en leerplannen filosofie in Vlaanderen
  • het curriculum van een vak filosofie: inhouden, vaardigheden, attitudes
  • de relatie tussen filosofieonderwijs en onderwijs in andere domeinen
  • argumenten vóór filosofieonderwijs voor alle leerlingen

4. Filosofielessen ontwerpen en uitvoeren

  • pedagogisch-didactische componenten en de fasen in een didactisch proces
  • een les(senreeks) voorbereiden, lesdoelen formuleren, een jaarplan opstellen
  • verschillende vormen van filosofisch denken
  • didactische principes voor het filosofieonderwijs
  • didactische modellen in het filosofieonderwijs
  • preconcepten van en begripsvorming bij leerlingen
  • de rol van de filosofieleraar

5. Werkvormen voor filosofieonderwijs

  • werkvormen voor cultuurwetenschappen en filosofie
  • verschillende methodes om filosofische teksten te lezen in de klas

6. Differentiatie en diversiteit

  • diversiteit en inclusie
  • binnenklasdifferentiatie, in het bijzonder in het filosofieonderwijs
  • zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
  • omgaan met naïef relativistische uitspraken van leerlingen
  • differentiëren in het curriculum en canonisering in het filosofieonderwijs

7. Communicatie als interactie + Filosoferen in de klas

  • fases in de groepsvorming
  • ordeverstorend gedrag reguleren
  • omgaan met weerstand van de leerlingen
  • de valkuilen bij het werken met een groep
  • omgaan met controversiële onderwerpen
  • filosoferen met kinderen en jongeren
  • het filosofisch en het socratisch gesprek

8. Evaluatie en schrijfopdrachten

  • evaluatievormen voor filosofie kritisch bekijken
  • evaluatiecriteria voor filosofie en filosoferen
  • schrijfopdrachten voor filosofie
  • examenbetwistingen in het hoger onderwijs

9. Reflectie

  • reflecteren over de eigen onderwijspraktijk

10 Filosofie en filosoferen buiten het secundair onderwijs

  • basisonderwijs, hoger onderwijs en andere educatieve contexten

Studiemateriaal

Gebruikt studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Toledo. Het bestaat uit

  • cursusteksten geschreven door Griet Galle (met bijhorende filmpjes en kennisclips)
  • video's met lesopnames en getuigenissen van leerlingen en leerkrachten
  • illustraties, zoals uitgewerkte filosofielessen (met powerpoints), voorbeelden van evaluaties, ... 

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal

D. Berendsen, N. Kienstra, K. Poortier en F. Rombout, eds., Filosofie op school: Handboek vakdidactiek filosofie (Amsterdam: Boom, 2021). ISBN: 9789024431359.

+ zie literatuurlijst op Toledo

Toelichting werkvorm

Blended learning

  • Het studiemateriaal, dat online via Toledo aangeboden wordt, wordt in zelfstudie verwerkt.
  • Zeven of acht verplichte contactmomenten (in Leuven; studenten die dat wensen kunnen online deelnemen).
  • In het kader van deze onderwijsleeractiviteit kan van de studenten gevraagd worden om individueel of in groep filosofielessen te observeren en zal deelname aan studiedagen aangemoedigd worden.

Toelichting bij de contactmomenten

  • Tijdens de contactmomenten gaan de studenten over de leerinhouden in dialoog met elkaar en met de docent. De leerinhouden worden toegepast en kritisch besproken en er wordt leermateriaal voor filosofielessen voorgesteld. Er is tijd om vragen te stellen over de leerinhouden.
  • In sommige contactmomenten is er een filosofieleerkracht of filosofisch gespreksleider te gast om zijn/haar ervaringen te delen en praktische tips en voorbeelden te geven.
  • Soms dienen de studenten een voorbereiding te maken voor de contactmomenten. De studenten stellen bijvoorbeeld een concept van hun eerste opdracht (een lessenreeks) voor aan elkaar en geven elkaar feedback.

Informatie over de contactmomenten, in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek wijsbegeerte (B-KUL-S2I41a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit dit OPO worden getoetst aan de hand van enkele opdrachten (bijvoorbeeld een paper, presentatie, praktijkoefeningen, …), die het eindcijfer zullen bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten wordendoor de docent(en) vastgelegd en tijdig gecommuniceerd via Toledo (en tijdens de contactmomenten). Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. 


Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten (fysiek of online) is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat)) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar binnen alle integrale en verkorte educatieve masteropleidingen, de voorbereidings- en schakelprogramma’s. Studenten die doorstromen naar de educatieve master zullen het opleidingsonderdeel daarin opnieuw moeten opnemen als het in hun bachelor- of masteropleiding getolereerd of gedelibereerd werd. 

Toelichting bij herkansen

Als voor een deel van een opleidingsonderdeel geen tweede examenkans wordt georganiseerd, blijft het resultaat van de eerste examenkans behouden. Er zal opnieuw 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken per ongewettigde afwezigheid.

 De andere opdrachten binnen het OPO Vakdidactiek wijsbegeerte zijn wel herkansbaar. De student moet contact opnemen met de docent(en) om te vernemen wat hij/zij moet doen.

ECTS Didactiek burgerschapsvorming (B-KUL-S0I42A)

6 studiepunten Nederlands 40 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet

Doelstellingen

Didactiek burgerschapsvorming vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit reeds gevolgde OPO’s in het domein van de burgerschapsvorming en aanverwante enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds, en ten slotte ook uit het praktijkgedeelte van het leraarluik in de educatieve master.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De studenten hebben kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kunnen deze toepassen.
  • De studenten zijn in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om hun onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De studenten hebben inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals mimimumdoelen, jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in burgerschapsvorming. Ze weten hoe zij deze elementen kunnen aanwenden en kunnen deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De studenten kunnen leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De studenten kunnen maatschappijkritische en filosofische vragen stellen bij lesinhouden die aansluiten bij hun eigen vakdomein. Ze zijn gemotiveerd om filosofische gesprekken te voeren binnen en buiten het eigen vakdomein.Ze kunnen een vragende, socratische attitude aannemen en integreren in het werken met hun doelgroep. Ze kunnen een filosofisch gesprek voorbereiden en opstarten met een (klas)groep. Ze kunnen de groep op een participatieve én efficiënte manier (op een beginnersniveau) begeleiden bij het voeren van deze gesprekken. Ze kunnen de (zelf)reflectie van leerlingen stimuleren en ondersteunen en kunnen in de groep een veilige en vrije ruimte creëren waarbinnen dat mogelijk is
  • De studenten hebben inzicht in verschillende methodes om een filosofisch gesprek te voeren en in de waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen reflecteren over een filosofisch gesprek dat ze observeren of begeleiden of waarin ze participeren.
  • De studenten hebben inzicht in verschillende methodes om een gesprek over een controversieel onderwerp te voeren.
  • De studenten hebben inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het onderwijsaanbod op vlak van burgerschapsvorming en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De studenten kunnen kritisch reflecteren over hun eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische burgerschapsliteratuur, over nieuwe tendensen in burgerschapseducatie.
  • De studenten kunnen op basis van reflectie en feedback hun onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de studenten wordt het volgende verwacht:

  • Zij beschikken over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Zij erkennen het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelen een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Zij ontwikkelen een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in hun educatieve handelen en tonen daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Zij hebben de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.
  • Zij zijn gemotiveerd om met leerlingen in de klas te filosoferen binnen en buiten het eigen vak.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



( GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(S0I01A) OF GELIJKTIJDIG(S0I31A) OF GELIJKTIJDIG(S0I87A) OF GELIJKTIJDIG(S0J07A) OF GELIJKTIJDIG(S0J25A) OF GELIJKTIJDIG(S0J43A) OF GELIJKTIJDIG(S0J61A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I02A) OF GELIJKTIJDIG(S0I32A) OF GELIJKTIJDIG(S0I88A) OF GELIJKTIJDIG(S0J08A) OF GELIJKTIJDIG(S0J26A) OF GELIJKTIJDIG(S0J44A) OF GELIJKTIJDIG(S0J62A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I39A) OF GELIJKTIJDIG(S0I80A) OF GELIJKTIJDIG(S0I99A) OF GELIJKTIJDIG(S0J18A) OF GELIJKTIJDIG(S0J36A) OF GELIJKTIJDIG(S0J54A) OF GELIJKTIJDIG(S0I28A) ) )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
S0I01AS0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31AS0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87AS0I87A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J07AS0J07A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J25AS0J25A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J43AS0J43A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J61AS0J61A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I02AS0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I32AS0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I88AS0I88A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08AS0J08A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J26AS0J26A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J44AS0J44A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J62AS0J62A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I39AS0I39A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0I80AS0I80A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0I99AS0I99A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0J18AS0J18A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0J36AS0J36A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0J54AS0J54A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen
S0I28AS0I28A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen


Identieke opleidingsonderdelen

S0I86A: Didactiek burgerschapsvorming
S0J06A: Vakdidactiek burgerschapsvorming
S0J24A: Vakdidactiek burgerschapsvorming
S0J42A: Vakdidactiek burgerschapsvorming
S0J60A: Vakdidactiek burgerschapsvorming

Onderwijsleeractiviteiten

Didactiek burgerschapsvorming (B-KUL-S0I42a)

3 studiepunten : College 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In de modules wordt gefocust op de leraar als onderdeel van het burgerschapsvormend proces in secundaire scholen. Via het gebruik van verschillende werkvormen gaan de studenten ook zelf aan de slag met burgerschapsvorming bij jongeren. Er zal bijvoorbeeld worden ingezet op manieren waarop je als leraar linken kan leggen met de actualiteit in je lessen en hoe je die actualiteit het best vertaalt en/of kadert voor adolescenten.

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Startmoment en intervisiemoment on campus in Leuven (avond), deze contacturen vinden plaats in Leuven

Online onderwijs: dit onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

 

Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35a)

3 studiepunten : Practicum 20 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De OLA bestaat uit 25 contacturen (in blokken van 2,5 uur). Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht (zie evaluatie).

Deze OLA laat zien hoe je binnen je eigen discipline filosofische gesprekken kan voeren met een groep (leerlingen) over een onderwerp dat zich daartoe leent. Het is een kennismaking met het fenomeen ‘filosofische gesprekken’ en biedt de gelegenheid houdingen en vaardigheden uit de filosofische praktijk te oefenen en erover te reflecteren.

In vijf plenaire sessies worden de belangrijkste theoretische achtergronden voorgesteld, afgewisseld met korte oefeningen. De volgende thema's kunnen aan bod komen:

  • De praktische filosofie en het filosofisch gesprek, o.a. met kinderen en jongeren;
  • Waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • De houding van de filosofisch gespreksbegeleider: de maieutiek, het belang van ‘leeg’ luisteren.
  • De techniek van het kritisch denken:  kunnen registreren van de spontane redenering en argumentatie van deelnemers en daarop doorvragen (beginselen van de argumentatieleer);
  • De kunst van het vragen stellen en vragend werken met een (klas)groep;
  • De structuur van een filosofisch gesprek;
  • Vergelijking tussen verschillende scholen/methodes in het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • Achtergronden van de socratische methode en toepassingen en varianten van het socratisch gesprek. Verschillen en gelijkenissen met andere methodes in het filosoferen.

In vijf werkcolleges in groepen van ca. 20 studenten worden de studenten in het volgende begeleid:

  • een filosofisch gesprek opstarten vanuit een impuls
  • oefenen in het begeleiden van filosofische gesprekken
  • ideeën en werkvormen uitwisselen om te gebruiken in de klas
  • uitdenken van een onderzoeksvraag (voor de paper) en een impuls (voor de lesvoorbereiding)

Naast deze werkcolleges kunnen de studenten naar keuze enkele stagelessen 'filosofisch gesprek met kinderen en jongeren' begeleiden, zowel in het secundair als in het basisonderwijs. Als zij hiervoor interesse hebben, observeren ze eerst een les gegeven door de docent in het secundair en/of in het basisonderwijs. Nadien kunnen afspraken gemaakt worden met de leerkracht van de klas in kwestie. Precieze stageplekken worden nog bekend gemaakt bij aanvang van het seminarie.

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal: het boek Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek: De basis (Leuven: LannooCampus, 2020). Dit boek kan via de docent aangekocht worden.

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal: op Toledo vinden de studenten achtergrondartikelen en een bibliografie met referenties aan boeken, artikelen, video’s, didactisch materiaal … die ze kunnen gebruiken als achtergrond bij de paper en de lesvoorbereiding.

Toelichting werkvorm

De contacturen vinden plaats in Leuven.

De eerste 12,5 contacturen zijn interactief. De theorie zoals uitgelegd in het boek wordt aangereikt aan de hand van korte oefeningen die meteen bruikbaar zijn in de (klas)groep.

Tijdens de volgende 12,5 contacturen (werkcolleges) worden vooreerst in groep filosofische gesprekken gevoerd en verschillende werkvormen uitgeprobeerd. De effecten en doelstellingen van de verschillende werkvormen worden samen besproken en in functie van bruikbaarheid geëvalueerd. Daarna oefenen de studenten ook in het zelf begeleiden van een filosofisch gesprek en krijgen ze hierop feedback.

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I35A : Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Didactiek burgerschapsvorming (B-KUL-S2I42a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie, Vaardigheidstoets

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De inhouden en inzichten uit de OLA Didactiek burgerschapsvorming worden getoetst aan de hand van enkele opdrachten (bijvoorbeeld een paper, presentatie, praktijkoefeningen, …), die het eindcijfer zullen bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden door de docent(en) vastgelegd en tijdig gecommuniceerd via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd.

De evaluatie van de OLA Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren bestaat uit drie opdrachten die samen de eindscore bepalen:

  • De studenten schrijven een paper waarin zij een eigen onderzoeksvraag in verband met het filosofisch gesprek uitwerken en verbinden met een concreet filosofisch gesprek.
  • De studenten maken een lesvoorbereiding (voor één les) waarin zij een impuls uitwerken en een methode kiezen en beschrijven.
  • Tijdens de contactmomenten vindt een evaluatiemoment plaats waarbij elke student individueel een filosofisch gesprek begeleidt met enkele van de medestudenten. 

Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en assistenten, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Didactiek burgerschapsvorming wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren wordt beoordeeld op 50 % van de punten, waarbinnen:
    • 50 % op de paper staat
    • 20 % op het lesvoorbereidingsformulier
    • 20 % op de kwaliteit van het leiden van het filosofisch gesprek.
    • 10 % op de peerevaluatie van een filosofisch gesprek.

Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht. Andere verplichtingen, zoals stage, tellen niet als geldige reden voor afwezigheid. 

Enkel wie een gewettigd document van afwezigheid (vb. ziekteattest) kan voorleggen, kan zich verontschuldigen. De docent kan in dat geval beslissen om de student een vervangopdracht te geven. Wanneer studenten om zwaarwichtige redenen gedurende een langere periode of regelmatig niet kunnen deelnemen aan de verplichte contactmomenten, verwittigen zij zo spoedig mogelijk de examenombuds. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken voor elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat)) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Toelichting bij herkansen

 

Herkansing didactiek burgerschapsvorming.

De tweede examenkans verschilt van de eerste. Geslaagde deelevaluaties zijn overdraagbaar naar de septemberzittijd.

Herkansing didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren.

Studenten die niet geslaagd zijn en gebruik wensen te maken van een tweede examenkans, moeten contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten zij (opnieuw) moeten indienen en hoe ze dat moeten doen. De verdere instructies over de tweede examenkans vindt de student op Toledo.

Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op het eindresultaat voor elke ongewettigde afwezigheid.
Wie de deadline bij de tweede examenkans overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt een eindresultaat ‘niet afgelegd’.

ECTS Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-S0J68A)

6 studiepunten Nederlands 12 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  Galle Griet |  Willems Kurt

Doelstellingen

Als praktijkcomponent vult de stage de theoretische component van het leraarluik van de educatieve master aan. Voor elk van de decretaal vastgelegde basiscompetenties (functionele gehelen en attitudes) voor pas afgestudeerde leraren wordt in de opleidingsonderdelen van de theoretische component een basis gelegd. Die basis volstaat echter niet voor een daadwerkelijke beheersing van de betreffende competenties. De stage zet daarnaast in op de onderwijspraktijk binnen het reflectief ervaringsleren.
 

Leerresultaten

Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • te reflecteren op de eigen onderwijspraktijk en kan deze op basis hiervan bijsturen.
  • inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en de domeinen van de maatschappijwetenschappen en aanverwante te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
  • aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen zelfstandig te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de maatschappijwetenschappen en aanverwante.
  • zowel in team als individueel een krachtige leeromgeving te realiseren. Hij/zij kan doelgericht lesonderdelen/lessen voorbereiden en uitvoeren, met duidelijk uitgeschreven doelen, structuur en inhoud. Gebruikte werkvormen en leermiddelen sluiten hierop aan. De student heeft oog voor de betrokkenheid van de lerenden, reageert gepast om die betrokkenheid te continueren en realiseert een vlot lesverloop. De les wordt in het Standaardnederlands uitgevoerd en is naar inhoud en vorm afgestemd op de beginsituatie van de lesgroep. De student doet redelijke aanpassingen aan individuele kenmerken van de lerenden. De student kan de leerresultaten evalueren.
  • zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
  • kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
  • met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
  • met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
  • vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
  • zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
  • kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
  • aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.
     

Vormingsdoelen

  • De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
  • De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken. 
  • De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
  • De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
  • De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
  • De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
  • De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dat uit zich o.a. in het gepast communiceren – in standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, vakmentor en stagebegeleider, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.

Begintermen

De stage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis voor de stage.

Om dit opleidingsonderdeel te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG(S0I01A) OF GELIJKTIJDIG(S0I31A) OF GELIJKTIJDIG(S0I87A) OF GELIJKTIJDIG(S0J07A) OF GELIJKTIJDIG(S0J25A) OF GELIJKTIJDIG(S0J43A) OF GELIJKTIJDIG(S0J61A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I02A) OF GELIJKTIJDIG(S0I32A) OF GELIJKTIJDIG(S0I88A) OF GELIJKTIJDIG(S0J08A) OF GELIJKTIJDIG(S0J26A) OF GELIJKTIJDIG(S0J44A) OF GELIJKTIJDIG(S0J62A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I03A) OF GELIJKTIJDIG(S0I33A) OF GELIJKTIJDIG(S0I89A) OF GELIJKTIJDIG(S0J09A) OF GELIJKTIJDIG(S0J27A) OF GELIJKTIJDIG(S0J45A) OF GELIJKTIJDIG(S0J63A) ) OF GELIJKTIJDIG(S0I34A)


S0I01AS0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31AS0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87AS0I87A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J07AS0J07A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J25AS0J25A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J43AS0J43A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J61AS0J61A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I02AS0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I32AS0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I88AS0I88A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08AS0J08A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J26AS0J26A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J44AS0J44A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J62AS0J62A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I03AS0I03A : Vakdidactiek rechten
S0I33AS0I33A : Vakdidactiek rechten
S0I89AS0I89A : Vakdidactiek rechten
S0J09AS0J09A : Vakdidactiek rechten
S0J27AS0J27A : Vakdidactiek rechten
S0J45AS0J45A : Vakdidactiek rechten
S0J63AS0J63A : Vakdidactiek rechten
S0I34AS0I34A : Didactiek burgerschapsvorming

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Doorgroeistage 2 (B-KUL-S0J68a)

6 studiepunten : Stage 12 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

In het onderdeel ‘Doorgroeistage 2’:

  • observeert de student ca. 6 lessen (+ bijhorende taken) in de onderwijsinstelling waar hij/zij ook de actieve lesstage van dit stageonderdeel doorloopt.
  • staat de student individueel voor de groep lerenden gedurende minstens 10u (actieve stage), met een maximum van 6u per week. De lessen zijn volledig uitgewerkt en verzorgd door de student. Studenten van andere educatieve masters moeten mogelijks meer dan 10u actieve stage lopen. Voor iedere student geldt dat hij/zij in alle stage(opleidings)onderdelen samen in totaal minstens 40u actieve stage moet doorlopen.
  • maakt de student min. 1 micro- en 1 meso-taak ten belope van 25u.
  • schrijft de student een reflectieverslag bij 2 lessen of reflectiegesprek met stagementor/praktijklector.
  • neemt de student deel aan een terugkomsessie (+ bijhorende taken).

In verband met de micro/meso-taken formuleert de student in overleg met de vakmentor en stagebegeleider activiteiten waarmee de basiscompetenties van afgestudeerde leraren kunnen worden ingeoefend.

De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo en MyPortfolio.

Binnen dit onderdeel staan de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren centraal.

Studiemateriaal

Zie Toledo en MyPortfolio

Toelichting werkvorm

Gespreid over de opleidingsonderdelen ‘Stage maatschappijwetenschappen 1’ en ‘Stage maatschappijwetenschappen 2’ (of equivalente stage van een andere faculteit) moet elke student minstens 18u observatiestage en minstens 40u actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken), waarvan minstens 20u actieve stage in het secundair onderwijs.

Stageactiviteiten in een onderwijsinstelling (aso, bso, kso, tso, tweedekansonderwijs, CVO, hoger onderwijs of gemeenschapsinstelling). De stages worden toegespitst op de gevolgde vakdidactiek(en). Gedurende de stageperiode is de student minstens twee halve dagen per week aanwezig op de stageschool, zodat hij/zij opgenomen wordt in het schoolteam en micro/meso-taken kan uitvoeren.

Binnen dit onderdeel ontwerpt en realiseert de student activiteiten allerlei op niveau van de leerling en de klas. De stage richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving. Binnen deze stage staat de verwerving van de basiscompetenties centraal.

Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-S2J68a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Portfolio, Procesevaluatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces.
Een leraar moet beschikken over kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes op zeer diverse vlakken (cf. de tien functionele gehelen en acht attitudes van de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren). 
Het opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd op basis van het afgelegde stageproces en aan de hand van een evaluatiedossier (portfolio). De kwaliteit van de stagetaken en het portfolio maken deel uit van de beoordeling. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

De score op het opleidingsonderdeel wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en stagebegeleider(s), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. De evaluatie gebeurt in samenspraak met de vakmentor(en). Niettemin zijn het de stagebegeleider(s) en docent(en) die de eindverantwoordelijkheid hebben voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat.
De onderwijsinstelling waar de student stage loopt en de stagebegeleider zijn in de mogelijkheid om de stage te allen tijde stop te zetten indien de student herhaaldelijk of in ernstige mate de stageverplichtingen niet nakomt. Dat leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het opleidingsonderdeel.

Voorwaarden:

  • De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageschool. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Het elektronisch portfolio is tijdig afgewerkt. De deadlines voor het portfolio worden op Toledo bekend gemaakt. Zolang het portfolio niet is ingediend, kan geen cijfer gegeven worden voor het gehele opleidingsonderdeel.
  • Er is slechts één examenkans, die kan worden opgenomen in de eerste of tweede examenperiode.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Toelichting bij herkansen

De stages gaan door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.

ECTS Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0N39A)

6 studiepunten Nederlands 40 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  N.

Doelstellingen

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit reeds gevolgde OPO’s in het domein van de maatschappijwetenschappen enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds. Daarnaast vormt het ook de brug tussen de vakdidactische theorie over het lesgeven in maatschappijwetenschappen enerzijds en de praktijk van het lesgeven binnen dit domein in het stagegedeelte anderzijds.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden toepassen op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in de maatschappijwetenschappen. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het Vlaamse onderwijs en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student is in staat om leerstof, benaderingswijzen, werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen te ontwikkelen in functie van de doelstellingen van het onderwijs, vakken gerelateerd aan de vakdidactiek en concrete lessen of lessituaties. De student kan hierbij rekening houden met de diverse achtergronden, mogelijkheden en (zorg)noden van de lerenden.
  • De student begrijpt dat het reflectief ervaringsleren het didactische kader is van waaruit de Educatieve master in de maatschappijwetenschappen vorm krijgt.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische literatuur, over nieuwe tendensen in de vakdidactische aanpak en over de leerinhouden van het opleidingsonderdeel.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Dit opleidingsonderdeel kan enkel opgenomen worden door studenten, mits zij over voldoende voorkennis beschikken (30 sp.).

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A )


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Identieke opleidingsonderdelen

S0I10A: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S0I36a)

6 studiepunten : College 40 Tweede semesterTweede semester
Claes Ellen |  N.

Inhoud

Binnen deze OLA verwerven studenten inzicht in de werking van de hedendaagse pluriforme samenleving en democratische rechtsstaat en ontwikkelen ze onderbouwde opvattingen over hedendaagse maatschappelijke vraagstukken. Maatschappelijke verschijnselen worden verklaard met relevante theorieën uit de maatschappijwetenschappen. Studenten leren deze verschijnselen analyseren en leren de methodieken om jongeren te stimuleren zelf tot deze analyse over te gaan.  

Studiemateriaal

Zie Toledo

Toelichting werkvorm

Eén on campus startmoment en één intervisiemoment gecombineerd met online onderwijs. Het online onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (B-KUL-S2N39a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De inhouden en inzichten uit dit OPO worden getoetst aan de hand van enkele opdrachten (bijvoorbeeld een paper, presentatie, praktijkoefeningen, …), die het eindcijfer zullen bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden tijdig gecommuniceerd via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. De student informeert zich over plagiaat via de facultaire plagiaatwebsite: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat.

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en lectoren, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar binnen alle integrale en verkorte educatieve masteropleidingen, de voorbereidings- en schakelprogramma’s. Studenten die doorstromen naar de educatieve master zullen het opleidingsonderdeel daarin opnieuw moeten opnemen als het in hun bachelor- of masteropleiding getolereerd of gedelibereerd werd.

 

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans verschilt van de eerste. Geslaagde deelevaluaties zijn overdraagbaar naar de septemberzittijd.

ECTS Europees burgerschap (B-KUL-S0O96A)

6 studiepunten Nederlands 12 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel (OPO) beoogt de vorming van geïnformeerde, mondige en kritische EU-burgers. Vorming voor democratisch Europees burgerschap streeft naar empowerment van burgers: EU-burgers die mondig zijn om hun democratische rechten en verantwoordelijkheden in de samenleving uit te oefenen en op te nemen, diversiteit te waarderen en een actieve rol te spelen in het democratische leven. Dit OPO biedt daartoe een referentiekader en maakt Europees burgerschap zeer concreet aan de hand van casussen gebaseerd op rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De casussen onthullen het DNA van de EU en nodigen uit tot kritisch denken. Centraal hierbij zijn de waarden waarop de Unie berust: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.

Dit OPO versterkt de EU-dimensie in sleutelcompetenties die voor elke Educatieve master relevant zijn, o.m. in burgerschapscompetenties, competenties in het Nederlands en in andere talen, digitale competenties en mediawijsheid, sociaal-relationele competenties, competenties inzake duurzaamheid, economische en financiële competenties, juridische competenties, leercompetenties, en competenties m.b.t. initiatief, ondernemingszin en loopbaancompetenties.

De modulaire aanpak laat de studenten toe bepaalde thema’s meer aandacht te geven, afgestemd op het eigen vak- of interessegebied.

OLA 1 betreft de inhoudelijke component: wat is Europees burgerschap?

OLA 2 gaat in op de didactische component: hoe breng je het in de klas?

 

Studenten kunnen dit OPO volledig op afstand volgen. Het gaat in hoofdzaak om asynchroon online onderwijs, aangevuld met enkele synchrone contactmomenten die ook digitaal worden aangeboden. Het examen gaat on-campus in Leuven door.

 

Leerresultaten

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student:

  • de betekenis van Europees burgerschap uitleggen, ook voor burgers die hun land niet verlaten.
  • het referentiekader van EU-waarden, EU-doelstellingen en EU-beginselen toelichten.
  • casussen in verschillende domeinen analyseren (gerelateerd aan de domeinen die de eigen Educatieve master bestrijkt, maar ook aan andere domeinen).
  • toelichten welke invloed EU-regels op verschillende maatschappelijke domeinen hebben en hoe EU-burgers die kunnen beïnvloeden.
  • een afweging maken van verschillende argumenten, EU-rechten en EU-waarden in een casus.
  • het evenredigheidsbeginsel hanteren als een tool voor probleemoplossend denken.
  • de doelstellingen van de ‘EU-leraar’ beschrijven en hierover reflecteren.
  • toelichten wat EU-burgerschapseducatie is en beschrijven hoe het zich verhoudt tot nationale burgerschapseducatie.
  • uitleggen hoe onderwijs over de EU objectief, kritisch en pluralistisch kan zijn.
  • een didactisch verantwoorde les opstellen aan de hand van het studiemateriaal inzake Europees burgerschap.

 

Vormingsdoelen

De studenten:

  • erkennen het belang van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in het licht van de EU-waarden. Zij willen bijdragen aan een samenleving gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
  • nemen een onderzoeksgerichte attitude aan om kritisch de EU-dimensie van maatschappelijke thema's te beoordelen.
  • zijn bereid vooroordelen te overwinnen en waar nodig compromissen te sluiten.
  • zijn bereid constructief actie te ondernemen en deel te nemen aan democratische besluitvorming op alle niveaus en aan burgerschapsactiviteiten.
  • erkennen verschillende vormen van diversiteit in de EU en gaan er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • zijn bereid om niet alleen het eigenbelang in aanmerking te nemen, maar ook het algemeen belang; niet alleen het nationale belang, maar ook het gemeenschappelijk belang in de EU.
  • zijn zich bewust van hun EU-identiteit, aanvullend op hun nationale identiteit.
  • geven als professionals blijk van nieuwsgierigheid naar de EU-dimensie van het eigen vakgebied in een continue professionele ontwikkeling.

Begintermen

Er is geen voorkennis vereist, noch over de EU, noch juridische kennis.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

EU-burgerschapseducatie: casussen over EU-rechten en -waarden (B-KUL-S0O96a)

3 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er wordt inzicht verleend in de fundamenten van de Europese Unie, nl. EU-waarden, -doelstellingen en -beginselen (het DNA) aan de hand van waargebeurde verhalen gebaseerd op rechtszaken behandeld door het Hof van Justitie van de EU.

De casussen tonen de impact van de EU in het dagelijkse leven van EU-burgers in de volgende leermodules:

  • De interne markt – een open ruimte zonder binnengrenzen
  • Democratie en rechtsstaat
  • Gelijkheid en non-discriminatie
  • Digitale transformatie
  • Sociale rechten
  • Consumentenbescherming
  • Milieu
  • Migratie – gemeenschappelijke buitengrenzen

Terwijl de EU-Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de EU houvast verlenen, stimuleren de casussen tot kritisch denken. Er wordt nagegaan hoe Europese burgers kunnen deelnemen aan het democratische leven van de Unie en het EU-beleid beïnvloeden, in het eigen vakgebied en daarbuiten. Een ruime waaier aan thema’s kan aan bod komen, o.m. arbeidstijd en gezondheid en veiligheid op het werk, biotechnologie, luchtkwaliteit, flora en fauna, privacy, diversiteit, islamitische hoofddoek en andere religieuze tekens op het werk, geschiedenis en cultuur, meertaligheid, voedselveiligheid, vrije mededinging, productdesign, sport.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt online ter beschikking gesteld (Toledo/Ultra en website van Case4EU).

  • Handboek Griet Galle en Kris Grimonprez (red.), Europees burgerschap in de klas: Casussen voor mondige EU-burgers (Universitaire Pers Leuven 2022)
  • Online leermodules, met masterfiches, informatief luik van casusfiches en woordenlijst (zie www.kuleuven.be/case4EU )
  • Selectie uit EU-Verdragen, Handvest van de grondrechten van de EU, en EU-wetgeving
  • Academische literatuur

Het materiaal is gratis (handboek in open access, https://ghum.kuleuven.be/case4eu/nl/boek ). Facultatief: gedrukt handboek (49,5 EUR).

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Discussie - Online asynchroon leren

Online doceren en activerend leren voor de volledige groep studenten aan de hand van verschillende digitale tools (kennisclips, video’s, …).

Het gaat in hoofdzaak over asynchroon online onderwijs: de studenten verwerken het online aangeboden studiemateriaal in zelfstudie (eigen gekozen tijd, plaats en ritme). Ze worden bij dat afstandsonderwijs online begeleid via kleine opdrachten, zoals polls, quizzes, one sentence summaries, formatieve zelftoetsen. Bij het begin van het semester is er een synchroon contactmoment voor de volledige groep studenten (on-campus of online).

Bijkomende werkvormen:

  • Practicum: Discussiegroepen
    Kleine discussiegroepen (multidisciplinaire samenstelling). Digitale bespreking van vragen bij casussen: analyse, perspectiefwissel, probleemoplossend en kritisch denken. Mogelijke peer instruction en peer feedback.
  • Opdracht: Verslag
    Eindverslag van het practicum Discussiegroepen. Antwoord op de gestelde vragen en reflectie.
  • Facultatieve opdracht: Deelname aan onlinediscussieforum
    De studenten worden daarnaast aangemoedigd om deel te nemen aan een online discussieforum n.a.v. casussen (kwalitatieve bijdragen op Toledo/Ultra). Deze microvorm van participatieve democratie in de EU bereidt studenten voor op actief EU-burgerschap.
  • Facultatief: Excursie
    Bezoek aan Hof van Justitie van de EU in Luxemburg, eventueel virtueel bezoek (georganiseerd via Curia).

EU-leraar (B-KUL-S0O97a)

3 studiepunten : Opdracht 4 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Nadat de studenten in OLA 1 inzicht verkregen in de inhoudelijke component van Europees burgerschap, bekwamen ze zich in OLA 2 in de didactische component (component leraarschap). Welke doelstellingen heeft ‘de EU-leraar’? Deze leeractiviteit bekijkt verschillende Europese referentiekaders en informeert over de EU-dimensie in burgerschapseducatie en in sleutelcompetenties. Ze toont hoe de EU-dimensie in de klas kan worden gebracht aan de hand van werkvormen die case-based and problem-based learning ondersteunen.

Studiemateriaal

Onlineleermateriaal. Zie bij OLA 1.

Bijkomend: didactisch luik van casusfiches, werkvormenfiches, schoolvriendelijke versie van basisteksten.

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs - Groepsopdracht - Paper

Aansluitend bij de casussen uit OLA 1 (modules) worden werkvormen voor de klas voorgesteld en geoefend.

  • Eindopdracht 1: Korte paper ‘EU-leraar’ (individueel). Er wordt rekening gehouden met de wijze waarop de opdrachten uit het onlineleermateriaal worden verwerkt.
  • Eindopdracht 2: Werkstuk ‘EU case-teaching’ (groepswerk). Studenten stellen een didactisch luik/ lesvoorbereiding op bij twee casussen (die uit twee verschillende modules moeten komen) en zorgen voor peer feedback/ peer review van het werkstuk van een andere groep volgens vastgelegde criteria.

Er is een contactmoment met het didactisch team voor de begeleiding van het werkstuk ‘EU case teaching’. Contactmoment en groepswerk kunnen naar keuze online doorgaan.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Europees burgerschap (B-KUL-S2O96a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Wetboek/codex

Toelichting

Evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat

Deelname aan de twee onderdelen A en B is noodzakelijk. De weging van elk onderdeel in het totaal van de score (punten op 20) staat hierna aangeduid tussen haakjes.

A.         Het examen is open boek en gaat door on-campus in Leuven (30%, OLA1). Als voorbereiding op het open boek-examen krijgen studenten tijdens hun zelfstudie de kans om aan tussentijdse formatieve toetsen deel te nemen (zelftesten op Toledo/Ultra die niet meetellen voor de score, maar die feedback geven en het leerproces ondersteunen).
B.         Studenten dienen bij het begin van de examenperiode drie documenten in (de datum wordt meegedeeld op Toledo/Ultra):

1. een verslag ‘Discussiegroep’(groepswerk) (20%, OLA1)
2. een kort paper ‘EU-leraar’ (individueel) (20%, OLA2)
3. een werkstuk ‘EU case teaching’ (groepswerk (30%, OLA2)
 

Permanente evaluatie: mogelijke bonuspunten voor online-opdrachten, deelname aan groepsdiscussies en aan het online discussieforum.

Studenten kunnen alleen een score op dit OPO krijgen indien zij alle onlineleermateriaal hebben doorlopen (bepaalde inhoud is slechts toegankelijk na een tussentijdse formatieve toets).

Alle opdrachten moeten voor de deadline via Toledo/Ultra worden ingediend. Wie de deadline overschrijdt zonder gegronde reden of een opdracht niet indiende, krijgt als resultaat ‘niet afgelegd’. De student kan dan niet slagen voor het geheel van het OPO.

De student moet op de twee OLA’s geslaagd zijn. Wie onvoldoende haalt op minstens één OLA krijgt het laagste cijfer behaald op een van de OLA’s voor het gehele OPO.

De opdrachten worden gecontroleerd op plagiaat. De student informeert zich over plagiaat via de plagiaatwebsite van de faculteit Sociale Wetenschappen: https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat

 

Herkansen

Er is deeloverdracht van de punten binnen hetzelfde academiejaar. Wie een voldoende behaalde op één van de opdrachten, kan die score behouden bij de tweede examenkans.

ECTS Filosofie van de opvoeding en het onderwijs (B-KUL-W0AH7A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Studenten Wijsbegeerte en studenten van de Educatieve Master Maatschappijwetenschappen vertrouwd maken met het domein van en specifieke thema’s uit de filosofie van de opvoeding en het onderwijs.

Begintermen

Geen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Filosofie van de opvoeding en het onderwijs (B-KUL-W0AH7a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deze cursus behandelt centrale vragen in de filosofie van de opvoeding en het onderwijs. Wat is opvoeding en ontwikkeling? Welke opvoedingsdoelen en –middelen zijn er? Waarom heeft opvoeding en onderwijs waarde? Wat is onderwijzen? Welk onderwijsprogramma (curriculum) is verkieselijk? Wat zijn de ethische dimensies van onderwijs? Welke invloed hebben (autoritaire) instituties op het onderwijs en de opvoeding? Wat rechtvaardigt onderwijsplicht? Heeft opvoeding een intrinsieke rechtvaardiging? Kunnen deze vragen voor eens en voor altijd beantwoord worden, of zijn hun antwoorden afhankelijk van socio-culturele en historische factoren? Deze vragen en hun mogelijke antwoorden worden in de hoorcolleges bestudeerd aan de hand van: Stefaan E. Cuypers, Emilie of Over opvoeding, onderwijs en opera (Gompel&Svacina, 2020).

Studiemateriaal

1. Verplichte lectuur: Stefaan E. Cuypers, Emilie of Over opvoeding, onderwijs en opera (Gompel&Svacina, 2020).
2. Notities van de docent (beschikbaar op Toledo).

Toelichting werkvorm

Hoor- en discussiecolleges

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofie van de opvoeding en het onderwijs (B-KUL-W2AH7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Voor de (reguliere) studenten die de colleges volgen is er geen formeel examen. De aanwezigheid in de colleges is verplicht; er worden absenties genomen. De punten worden gegeven voor 1) een collectieve pass-fail presentatie tijdens het laatste college in het kader van de "Ronde Tafel Discussie" en 2) een korte scriptie: een kritische reflexie (pro’s & contra’s, contrast & vergelijk) over een aspect naar keuze met betrekking tot de behandelde leerstof en het boek van de docent. De omvang van de getypte scriptie is maximaal # 1 500 # woorden (3½ - 4 blz. A4, interlinie 1,5). De deadline voor deze scriptie is de vrijdag, 17.00u, voor de examenperiode begint.

Voor studenten (in uitzonderingsgevallen met de officiële toestemming van de docent per e-mail) die de colleges niet kunnen volgen, of studenten die meer dan één (1) keer ongewettigd afwezig zijn, of studenten die afwezig zijn tijdens het laatste "Ronde Tafel Discussie"-college is er een bijkomend mondeling examen tijdens de examenperiode over hun zelfstudie van Stefaan E. Cuypers, Emilie of Over opvoeding, onderwijs en opera (Gompel&Svacina, 2020). Deze studenten kunnen aan het examen slechts deelnemen op voorwaarde dat hun scriptie (met dezelfde bepalingen als voor de normale studenten hierboven) reeds op voorhand is ingeleverd.

Van alle studenten wordt verwacht dat ze zich informeren over de facultaire richtlijnen voor papers en de facultaire richtlijnen inzake plagiaat.