Bachelor in de geschiedenis (Leuven)

CQ Bachelor in de geschiedenis (Leuven)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de bachelor in de geschiedenis.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Profiel

Toelatingsvoorwaarden

Bachelor in de geschiedenis (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2023/opleidingen/n/SC_51016897.htm#activetab=voorwaardenBachelor in de geschiedenis (Verkort programma voor kandidaten in de geschiedenis, academische bachelors in de humane wetenschappen en masters) (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2023/opleidingen/n/SC_51012827.htm#activetab=voorwaardenBachelor in de geschiedenis (Verkort programma voor bachelors in het onderwijs: secundair onderwijs (geschiedenis)) (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2023/opleidingen/n/SC_52411382.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

Opleidingsspecifieke leerresultaten Bachelor in de geschiedenis

1. Kennis en inzicht
1.a.   De Bachelor in de geschiedenis kent het algemene historisch referentiekader (politiek, sociaaleconomisch, cultureel en religieus) opgebouwd volgens de gangbare westerse periodisering: Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd, in het bijzonder voor de Europese Geschiedenis. Hij/zij heeft een basiskennis van de wereldgeschiedenis en een grondige kennis van minstens één regio buiten West-Europa. Hij/zij weet gebeurtenissen uit het verleden in een bredere context te plaatsen.
1.b.   De Bachelor in de geschiedenis kan nieuwe historische informatie analyseren met als doel de integratie van die nieuwe kennis in gekende historische evoluties (kennisopbouw).
1.c.   De Bachelor in de geschiedenis heeft ruime basiskennis van andere humane en sociale wetenschappen en hun methodologie die ook mens en samenleving als studieobject hebben, zoals wijsbegeerte, recht, economie, geografie, antropologie, sociologie, politicologie en psychologie.
1.d.   De Bachelor in de geschiedenis verwerft inzicht in de eigen kenmerken van de diverse brontypes uit de verschillende tijdvakken.
1.e.   De Bachelor in de geschiedenis heeft grondige kennis van de historische wetenschap, de historische methode en de historiografische ontwikkelingen en stromingen, maar kan ook de waarde van interdisciplinariteit waarderen.
1.f.   De Bachelor in de geschiedenis heeft inzicht in de synchronie van de geschiedenis, met name in de complexiteit van de samenleving en de interactie tussen de verschillende samenlevingsdomeinen (politiek, sociaaleconomisch, cultureel en religieus).
1.g.   De Bachelor in de geschiedenis heeft inzicht in de diachronie van de geschiedenis, met name in de langetermijnevolutie met haar recurrente en veranderende factoren en processen. Hij/zij heeft inzicht in processen van continuïteit en verandering.
1.h.   De Bachelor in de geschiedenis heeft inzicht in het contextgebonden karakter van historiografische interpretaties.
1.i.   De Bachelor in de geschiedenis heeft inzicht in de verschillende mogelijke interpretaties van het verleden die het historisch onderzoek oplevert, en in de consequenties daarvan voor de maatschappelijke debatten waarin historici participeren.
1.j.   De Bachelor in de geschiedenis is vertrouwd met de digitale informatievaardigheden, dataverwerking en de mogelijkheden van de digitale (r)evolutie.

2. Vaardigheden
2.a.   De Bachelor in de geschiedenis kan een adequate zoekstrategie hanteren bij het verzamelen en verwerken van informatie uit historische bronnen en historisch-wetenschappelijke literatuur (referentiewerken, wetenschappelijke artikels en monografieën, recensies, met inbegrip van elektronische hulpinstrumenten zoals websites en databanken).
2.b.   De Bachelor in de geschiedenis kan historische bronnen en historisch-wetenschappelijke literatuur analytisch-kritisch evalueren.
2.c.   De Bachelor in de geschiedenis kan een onderzoeksvraag formuleren en oplossen binnen een opgelegd thema.
2.d.   De Bachelor in de geschiedenis is vertrouwd met de meest gebruikte methodologieën in het historisch onderzoek, zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve.
2.e.   De Bachelor in de geschiedenis kan mondeling en schriftelijk rapporteren over zijn/haar methodologie en onderzoeksresultaten in een wetenschappelijke setting.
2.f.   De Bachelor in de geschiedenis kan op academisch niveau schrijven in correct en aantrekkelijk Nederlands.
2.g.   De Bachelor in de geschiedenis kan in een schriftelijk werkstuk zijn/haar persoonlijke, kritische verwerking van historische literatuur synthetiseren met inachtneming van de vereisten van het wetenschappelijk betoog.

3. Attitudes
3.a.   De Bachelor in de geschiedenis heeft een kritische attitude ten aanzien van de kennis over het verleden en de daaruit overgeleverde bronnen.
3.b.   De Bachelor in de geschiedenis heeft een kritische attitude ten aanzien van de wijze waarop het verleden wordt ingezet in het eigentijdse maatschappelijke discours.
3.c.   De Bachelor in de geschiedenis is zich bewust van de contextualiteit van elk historisch gebeuren.
3.d.   De Bachelor in de geschiedenis is zich bewust van uiteenlopende interpretatiemogelijkheden van het verleden, van het constructie- en discussiekarakter van de geschiedeniswetenschap en van andere presentatievormen van het verleden.
3.e.   De Bachelor in de geschiedenis heeft oog voor de historische wortels van de maatschappelijke diversiteit en de rol van West-Europa in de wereldgeschiedenis (en van de verschillende manieren waarop die wordt gepercipieerd).

Bijkomende OLR’s voor de afstudeerrichting Oudheid tot heden

Kennis en inzicht
4.a.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid tot heden) heeft een grondige basiskennis van de politieke geschiedenis van België.
4.b.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid tot heden) heeft inzicht in de synchronie en diachronie van belangrijke historische processen en ontwikkelingen uit de West-Europese geschiedenis.

Vaardigheden
4. c.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid tot heden) is vertrouwd met het historisch onderzoek van ten minste twee historische perioden naar keuze.
4.d.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid tot heden) kan handgeschreven teksten uit verschillende historische perioden (van middeleeuwen tot heden) ontcijferen en begrijpen.

Bijkomende OLR’s voor de afstudeerrichting Geschiedenis van de Oudheid

Kennis en inzicht
5.a.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid) heeft een ruimere kennis van de antieke mediterrane wereld, met bijzondere aandacht voor de Klassiek-Griekse polis, de Romeinse Republiek en de Keizertijd.
5.b.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid) is vertrouwd met de structurele band tussen verschillende componenten van de samenleving (politiek-militaire, socio-economische, juridische, religieuze inclusief christelijke en literair-culturele componenten, evenals dimensies van de antieke leef-, gevoels- en denkwereld en genderaspecten).
5.c.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid) heeft inzicht in de samenhang tussen de verschillende periodes binnen de Oudheid en is zich bewust van de invloed van andere culturen op de Grieks-Romeinse beschaving alsook van de invloed van de Grieks-Romeinse beschaving op de latere geschiedenis en de Westerse cultuur.
5.d.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid) heeft een basiskennis van het klassieke Grieks en het Latijn.

Vaardigheden
5.e.   De Bachelor in de geschiedenis (afstudeerrichting Oudheid) kan bronnen uit de Oudheid (literaire, epigrafische, papyrologische en in beperkte mate archeologische en numismatische bronnen) raadplegen in wetenschappelijke edities en kritisch evalueren, binnen een bepaald thema.

De webpagina over het Letterenprofiel bevat een meer gedetailleerd overzicht van de vormingsdoelen.

De opleiding Geschiedenis wil haar studenten tot zorgvuldige taalgebruikers en communicatoren vormen die nieuwsgierig en fijngevoelig in de maatschappij staan en met een open blik streven naar een grondig en genuanceerd begrip van maatschappelijke diversiteit en machtsverhoudingen; die zich bewust zijn van het belang van nuance en multiperspectiviteit in het maatschappelijke debat, zichzelf en de ander kritisch durven bevragen vanuit hun kennis van andere tijden en culturen en de weg kennen in de moderne kennis- en informatiemaatschappij.  

Loopbaan

Contact

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_BA_Geschiedenis.pdf

COBRA 2019-2023
Bestand PDF document COBRA-fiche_BA_Geschiedenis (Leuven).pdf

COBRA 2015-2019
Bestand PDF document COBRRA-fiche_BA_geschiedenis.pdf
Bestand PDF document COBRA-fiche_BA_Geschiedenis.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Bachelor in de geschiedenis (Leuven)

programma

SC Bachelor in de geschiedenis (Verkort programma voor kandidaten in de geschiedenis, academische bachelors in de humane wetenschappen en masters) (Leuven)

programma

Door de aanwezigheid van verschillende taalvakken is de verkorte bachelor met afstudeerrichting oudheid moeilijk op te nemen in één academiejaar. Daarenboven telt het programma voor de afstudeerrichting oudheid 71 studiepunten.

SC Bachelor in de geschiedenis (Verkort programma voor bachelors in het onderwijs: secundair onderwijs (geschiedenis)) (Leuven)

programma

Door de aanwezigheid van verschillende taalvakken is de verkorte bachelor met afstudeerrichting oudheid moeilijk op te nemen in één academiejaar. Daarenboven telt het programma voor de afstudeerrichting oudheid 66 studiepunten.

printECTS33.xsl

ECTS Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A00D5A)

3 studiepunten Nederlands 13 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om in geschreven standaardtaal:

- te verduidelijken welke rol levensbeschouwing en religie, in het bijzonder de christelijke geloofstraditie, spelen in de geschiedenis, de hedendaagse pluralistische samenleving en de wereldpolitiek.

- te analyseren welke wereld -en mensbeelden aanwezig zijn in samenleving en cultuur en hierover kritisch te reflecteren.

- zingevingsvraagstukken in verleden en heden te integreren en te contextualiseren in grootschalige historische evoluties.

- een persoonlijke en onderbouwde visie visie omtrent levensbeschouwelijke vragen en fenomenen te ontwikkelen en te verwoorden, in dialoog met het christelijke geloof.

- het verband tussen de besproken religieuze en levensbeschouwelijke thema’s en het eigen vakgebied te bespreken, alsook daarmee kritisch om te gaan.

- te verduidelijken hoe inzicht in levensbeschouwelijke vragen en visie kan bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele identiteit als dienst aan de samenleving met een bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren (zie: https://www.kuleuven.be/onderwijs/visie-en-beleid/bestanden/beleidsplan & http://www.kuleuven.be/overons/opdrachtverklaring).

 

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Dit college vergt geen specifieke voorkennis.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A00D5a)

3 studiepunten : College 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het opleidingsonderdeel vertrekt van de vraag naar de rol van godsdiensten in de complexiteit van de hedendaagse wereld. Wat is de impact van secularisering en globalisering? Verdwijnt de publieke rol van godsdiensten of is er sprake van een ‘retour de Dieu’?

De vraag naar de verhouding tussen religie en geweld(loosheid) wordt gesteld. De rol van religie in de internationale verhoudingen wordt bekeken. Achtereenvolgens wordt de geopolitieke rol van de grote wereldgodsdiensten (vooral christendom en islam) besproken, zowel uit historisch als actueel perspectief.

De ontwikkeling en het belang van interreligieuze/interlevensbeschouwelijke dialoog wordt geduid, alsook zijn rol in hedendaagse conflictpreventie en -resolutie.

Ook de vraag van de plaats van religie en zingeving in de publieke ruimte van hedendaagse seculiere maatschappijen wordt bekeken, met oog voor actuele debatten zoals die over het (verbod op) hoofddoeken, ritueel slachten, besnijdenis, handen schudden tussen man en vrouw, etc.

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • PowerPointpresentaties van de colleges die ter beschikking worden gesteld via Toledo;
  • Reader met teksten die als achtergrond dienen voor de colleges en verkrijgbaar is bij Politika Cursusdienst.
  • Verplicht boek dat verkrijgbaar is bij Acco of in een online boekenwinkel: J. De Kesel (2021). Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving. Antwerpen: Halewijn.
  • Eventuele bijkomend materiaal dat ter beschikking wordt gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De hoorcolleges en een afsluitende interactieve vragensessie worden on campus georganiseerd. In de hoorcolleges is er de mogelijkheid tot vraagstelling en discussie.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religie, zingeving en levensbeschouwing (B-KUL-A20D5a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het schriftelijk, gesloten boek examen bestaat uit twee types van vragen: meerkeuzevragen en open vragen.

Daarnaast volgen de studenten een interactieve interfacultaire online module die ter beschikking wordt gesteld via Toledo. Ze hebben hierbij de keuze tussen het thema ‘duurzaamheid’ of ‘misdaad en (gevangenis)straf’. Met dit pass/fail-onderdeel verdienen de studenten 3 van de 20 punten op het examen.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing verschillen van die van de eerste examenkans. De herkansing bestaat uit een schriftelijk, gesloten boek examen met twee types vragen: meerkeuzevragen en open vragen. Voor het examen wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

PowerPointpresentaties van de colleges die via Toledo ter beschikking worden gesteld;

Reader met teksten die als achtergrond dienen voor de colleges en verkrijgbaar is bij Cursusdienst;

Verplicht boek dat verkrijgbaar is bij Acco of in een online boekenwinkel: J. De Kesel (2021). Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving. Antwerpen: Halewijn;

Verplichte lectuur die beschikbaar is in een bijbelversie naar keuze of via www.debijbel.nl: Evangelie volgens Marcus;

Verplicht hoofdstuk dat beschikbaar wordt gesteld via Toledo: J. De Volder (2019). Francis's ideosyncratic Approach to Vatican Geopolitics: An Introduction. In J. De Volder (Ed.), The Geopolitics of Pope Francis (pp. 1-24). Leuven: Peeters.

Eventueel bijkomend materiaal dat ter beschikking wordt gesteld via Toledo.

 

 

ECTS Geschiedenis van kerk en theologie: Oudheid en Middeleeuwen (B-KUL-A0AA7B)

4 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
Leemans Johan (coördinator) |  Faesen Rob |  Leemans Johan

Doelstellingen

Na dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • de algemene ontwikkelingslijnen in de geschiedenis van kerk en christendom in de Oudheid en de Middeleeuwen te beschrijven en toe te lichten
  • de belangrijkste kerkelijke ontwikkelingen en theologische stromingen uit deze periode op te noemen en uit te leggen
  • de werkinstrumenten en tekstedities uit de behandelde periode te benoemen, beschrijven en gebruiken.
  • bronteksten uit deze periodes in hun historische en theologische context te lezen, analyseren en begrijpen

 

Begintermen

Op basis van het verplichte inleidende overzichtsvak in het eerste jaar van de bachelor bezitten de studenten reeds een algemene kennis van de grote lijnen van de kerk- en theologiegeschiedenis. De grote lijnen en contexten zoals uiteengezet tijdens dat vak en in het daarbij gebruikte cursusmateriaal/handboek worden als gekend verondersteld.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van kerk en theologie: Oudheid en Middeleeuwen (B-KUL-A0AA7a)

4 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus geeft een overzicht van de geschiedenis van de kerk en het christendom van het begin tot de vijftiende eeuw aan de hand van een aantal goed gekozen capita selecta. Daarbij gaat er vooral aandacht naar thema’s die tot op vandaag de dag een rol spelen in  het christendom.

Oudheid (prof. J. Leemans)

  • Martelaars en heiligen: de helden van de Oude Kerk
  • Triniteitstheologie: van het Oude Testament tot Augustinus
  • Rijkdom en armoede in/en de Oude Kerk
  • Ascese en monnikendom
  • Ontwikkeling en ontstaansgeschiedenis van het ambt en de ambtsleer
  • Geloofscommunicatie in de Oude Kerk

Middeleeuwen (prof. R. Faesen) 

  • De Kerk en de Karolingische dynastie
  • De 'overgangsperiode' van 850 tot 1100
  • De bloeiperiode van de twaalfde eeuw
  • De uitdagingen van de dertiende en veertiende eeuw
  • De crisis van de late middeleeuwen
     

Studiemateriaal

Een cursus wordt ter beschikking gesteld.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van kerk en theologie: Oudheid en Middeleeuwen (B-KUL-A0AA7b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Tijdens het mondeling examen lossen de studenten twee vragen op, een over de Oudheid en een over de Middeleeuwen, en dit telkens bij de professor verantwoordelijk voor het gedeelte van de cursus waar de examenvraag betrekking op heeft. Voorafgaand aan het mondelinge gesprek krijgen de studenten schriftelijke voorbereidingstijd. De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. De examenvragen peilen naar de bereikte kennis van de leerstof en het bereikte inzicht in de bestudeerde leesteksten. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om een veelheid van redenen: het hulp bieden aan de student in het bereiken van een bevredigend antwoord, het verder bevorderen van zijn/haar inzichten, het testen van de inzichten in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal etc. Algemeen gesproken zullen deze bijkomende vragen niet leiden tot het verlagen van het uiteindelijke resultaat, wel integendeel. Een goed examen wordt immers nog beter wanneer de student inzichten toont of verbanden legt die niet tijdens de colleges werden aangebracht.

Elke examinator geeft een punt op 10, maar het uiteindelijke resultaat is niet een loutere optelling van beide deelresultaten, maar een weging. Voor de eindbeoordeling plegen beide examinatoren overleg over de kwaliteit van beantwoording van beide examenvragen. Studenten moeten op elk van beide vragen voldoende kwaliteit hebben geleverd om te kunnen slagen. Het evaluatiemoment is in die zin als een en ondeelbaar te beschouwen. 

Aangezien het hier een vak kerkgeschiedenis betreft, wordt (1) volledigheid verwacht, d.i exacte en juiste kennis van data (jaartallen, eeuwen), stromingen, auteurs en hun werken, enzovoort binnen de bestudeerde geschiedkundige periode. De student wordt verder ook beoordeeld op de mate waarin hij/zij in relatie tot de twee examenvragen een (2) gestructureerd verhaal kan brengen over de kerkgeschiedenis in de Oudheid en de Middeleeuwen, en daarbij aandacht heeft voor (3) de relevante elementen in het verhaal of de argumentatieopbouw en voor (4) de chronologie.

Opgelet: voor zelfstudie- en werkstudenten geldt een afwijkende evaluatievorm (bijkomende paper). Alle examenmodaliteiten vinden zij in de studiewijzer van het zelfstudiepakket.

Toelichting bij herkansen

Zelfde modaliteiten als bij de eerste kans.

ECTS Geschiedenis der geneeskunde (B-KUL-E05P9A)

3 studiepunten Nederlands 15 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel wenst inzicht te geven in de evolutie van de uitoefening van de geneeskunst en de geneeskunde vanaf de pre-historie tot na wereldoorlog II en hiermee ook een aantal inzichten te brengen ter duiding van het heden.

*

Introductie tot de ontwikkeling van het medisch-filosofisch denken.

Begintermen

De opleidingsonderdelen van de opleiding Geneeskunde kunnen enkel gevolgd worden indien men gunstig gerangschikt is op het toelatingsexamen arts, zoals georganiseerd door de Vlaamse overheid. 
Voor meer info: https://toelatingsexamenartstandarts.be/

Deze voorwaarde vervalt voor studenten uit de opleiding geschiedenis van de KU Leuven die dit OPO opnemen in kader van hun opleiding.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis der geneeskunde (B-KUL-E05P9a)

3 studiepunten : College 15 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Doel van deze lessenreeks is om studenten liefde voor de geschiedenis van de geneeskunde bij te brengen vanuit de link tussen heden en verleden.

Tijdens deze lessenreeks zullen enkele basisbegrippen van de heuristiek (bronnenonderzoek) meegegeven worden zodat studenten achteraf zelf aan de slag kunnen met hun eigen onderzoeksvragen.

Daarnaast zal aandacht besteed worden aan de evolutie van de uitoefening van de geneeskunst en de geneeskunde vanaf de pre-historie tot na wereldoorlog II aan de hand van diverse topics, geïllustreerd  met uitgediepte voorbeelden met verwijzing naar bronmateriaal waaronder o.a.

- visie op ziekte/gezondheid

- visie op de rol van de arts

- visie op wetenschap en deontologie

- enkele grote namen

 

 

Studiemateriaal

  • slides
  • Tekstboek: P.Broos. Over geneeskundigen en geneeskunst. De evolutie van het medisch denken over de eeuwen heen. Davidsfonds, 2011. ISNB13  9789058268372

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis der geneeskunde (B-KUL-E25P9a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Evaluatie-onderwerp: Aan het begin van de lessenreeks wordt in overleg met de docent door elke student een kleine concrete onderzoeksvraag vastgelegd die behoort tot de persoonlijke interessesfeer van de student en aansluit bij de cursus.

Evaluatie: Korte paper  (max 3 A4) en presentatie (max 10') voor medestudenten en docent, alsook een aanwezigheid in de lessen van minstens 70%.
Buiten de zittijd.

Toelichting bij herkansen

De herkansing van dit OPO omvat een herwerking van de paper met presentatie.

ECTS Griekse mythologie en godsdienst (B-KUL-F0AS4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om de belangrijkste aspecten van de Griekse godsdienst, cultus en mythologie kritisch te analyseren en te verklaren volgens antieke en moderne interpretatiemodellen. Bovendien is hij/zij in staat om zelfstandig mythen en riten, die de Griekse godsdienst kenmerken, te begrijpen en te beoordelen in hun historische context.

Begintermen

Enige vertrouwdheid met de Griekse (cultuur)geschiedenis is wenselijk. Kennis van de Griekse taal is niet vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Griekse mythologie en godsdienst (B-KUL-F0AS4a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In het college wordt dieper ingegaan op de belangrijkste aspecten van de Griekse godsdienst, cultus en mythologie, en de hun relevantie in de moderne samenleving. In een eerste deel komen de fundamentele kenmerken van de Griekse godsdienst aan bod, met o.a. aandacht voor de belangrijkste moderne benaderingen van de Griekse religie en mythologie. In een tweede deel worden enkele fundamentele aspecten van de Griekse cultus besproken (o.a. heiligdommen, offers, feesten, mysterieculten en orakels). In een derde en laatste deel worden enkele bekende Griekse goden voorgesteld, met o.a. aandacht voor hun receptie in latere kunstvormen.

Studiemateriaal

  • Volledig uitgewerke syllabus, vanaf het eerste college ter beschikking op Toledo
  • Powerpoints die elk college begeleiden; deze staan ter beschikking op Toledo voor de individuele les start

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Griekse mythologie en godsdienst (B-KUL-F2AS4a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Gesloten vragen

ECTS Mentaliteitsgeschiedenis van de Grieks-Romeinse oudheid (B-KUL-F0AS5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Het vak beoogt een kennismaking met enkele wezenlijke aspecten van de antieke leef-, gevoels- en denkwereld. Daarnaast wil het de student vertrouwd maken met de specifieke methodes en benaderingswijzen van de mentaliteitsgeschiedenis. De student moet in staat zijn deze op hun waarde te toetsen en desgevallend zelf op een verantwoorde wijze toe te passen.

 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Mentaliteitsgeschiedenis van de Grieks-Romeinse oudheid (B-KUL-F0AS5a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de colleges wordt nader ingegaan op aspecten van het Grieks-Romeinse gezinsleven. Achtereenvolgens komen aan bod: (1) de relatie tussen ouders en kinderen; (2) liefde en seksualiteit; (3) huwelijksleven.
In de colleges wordt getracht een brug te slaan tussen tekstanalyse en geschiedenis. Antieke teksten worden niet zozeer als (min of meer transparante) dragers van cultuurhistorische informatie beschouwd; veeleer worden zij zelf als mentaliteitshistorisch te duiden 'fenomenen' benaderd en geïnterpreteerd.

Studiemateriaal

Handboek: Emiel Eyben, Christian Laes en Toon Van Houdt, Amor-Roma. Liefde en erotiek in Rome (Leuven: Davidsfonds, 2003). 279 pp.
Toledo

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Mentaliteitsgeschiedenis van de Grieks-Romeinse oudheid (B-KUL-F2AS5a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS History of India (B-KUL-F0BB0A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term

Aims

Providing insight in the political, social, economic, and cultural developments in modern India (largely from the 18th century onwards) in order to obtain a better understanding of contemporary India. 

Previous knowledge

No specific prerequisites

Onderwijsleeractiviteiten

History of India (B-KUL-F0BB0a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term

Content

  • Introduction to contemporary India: geography, religions, ...
  • A quick overview of ancient Indian history
  • A more comprehensive discussion of colonization, decolonization and of the Indian republic
  • Particular analysis of the figure of M. Gandhi

Course material

The PPTs of all classes are available on Toledo. You don’t need to buy any teaching materials.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of India (B-KUL-F2BB0a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Oral
Type of questions : Open questions

Explanation

The exam consists of two questions: a broad one and a detailed one. Illustrations are also part of the exam matter.

ECTS Geschiedenis van de beeldende kunsten tot 1600 (B-KUL-F0BB4B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
Van der Stock Jan |  Beckers Julie (medewerker)

Doelstellingen

Voor ‘Geschiedenis van de beeldende kunsten tot 1500’ kunnen studenten:

  • de verschillende kunsttakken en hun materialiteit omschrijven en toelichten;
  • de opeenvolging en gelijktijdigheid van kunststromingen verklaren;
  • een aantal sleutelwerken (en eventuele namen van ambachtslui/kunstenaars) herkennen en benoemen;
  • sleutelwerken analyseren en er de karakteristieken van aangeven;
  • de verschillen tussen sleutelwerken (en stijlstromingen) analyseren en duiden;
  • sleutelwerken in hun cultuurhistorische context plaatsen.

Begintermen

  • algemene belangstelling tonen voor de beeldende kunst van de aangegeven periode
  • de nodige visuele en historische interesse hebben en bereid zijn deze te verfijnen
  • beschikken over passieve kennis van het Engels en het Frans

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de beeldende kunsten tot 1600 (B-KUL-F0BB4a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Van der Stock Jan |  Beckers Julie (medewerker)

Inhoud

De cursus geeft een overzicht van de beeldende kunst in West Europa.

Blok 1

Algemene inleiding bij de cursus

(Doel van de cursus - de Canon)

De Karolingische Renaissance (achtste-negende eeuw)

-Karolingische sculptuur en edelsmeedkunst

-Van boeken, woorden en letters

De Ottonen (rond “het jaar 1000”)

Romaanse kunst in Frankrijk: onderweg met pelgrims (ca.1050 - ca.1150/1200)

-Romaanse beeldhouwkunst

-Romaanse schilderkunst en miniatuurkunst

Blok 2

Gotische beeldhouwkunst in Frankrijk

De laatgotiek (1300-1400)

            -De weke stijl versus rauw “expressionisme”

            -Claus Sluter (werk 1379 - 1404)

Van Gotiek naar Renaissance: schilderkunst in Italië (einde 13e - begin 14e eeuw)

Firenze & Siena

-Cimabue (1240/50 - 1302)

-Giotto (1266 - 1337)

-Duccio di Buoninsegna (ca. 1250 - 1318)

-Simone Martini (1283 - 1344)

-Ambrogio (en Pietro) Lorenzetti (ca. 1290 - ca. 1348)

Blok 3 “Humanisme en de bekoring van de Oudheid”: de vroege Renaissance in Italië (15de)

Schilders van de eerste generatie

-Gentile da Fabriano (ca. 1370 - 1427)

-Masaccio (1401 - 1428)

Beeldhouwers van de eerste generaties

-Filippo Brunelleschi (1377 - 1446) en Lorenzo Ghiberti (1387 - 1455)

-Donatello (ca. 1386 - 1466)

-Andrea Verrocchio (ca. 1435 - 1488)

Schilders van de tweede generatie

-Fra Angelico (ca. 1400 - 1455)

-Paolo Uccello (1397 - 1475)

-Piero della Francesca (ca. 1420 - 1492)

-Andrea del Verrocchio (ca. 1435 - 1488)

-Antonio del Pollaiuolo als graveur (1431/32-1498)

-Sandro Botticelli (1444 - 1510)

-Domenico Veneziano (ca. 1400 - 1461)

-Andrea Mantegna als graveur (ca. 1431 - 1506)

Blok 4 “Herfsttij der Middeleeuwen” in de Zuidelijke Nederlanden

De Vlaamse Primitieven (vijftiende eeuw)

“Vlaams” (?) ... “Primitief” (?)

Wat is er van de kunst?

-Jan van Eyck (1395-1441)

-De meester van Flemalle / Robert Campin (1375-1444)

-Rogier Van der Weyden (1400-1464): beheerste emotie

-Dirk Bouts (ca. 1415-1475): schilder van de stilte

-Hugo Van der Goes (1436-1482)

-Hans Memling (1440-1494)

-Gerard David (1460-1523)

-Hieronymus Bosch (1450-1516) (zie uitbreidingsgedeelte)

Blok 5 “Schoonheid en wetenschap”: De Italiaanse hoog-Renaissance (vijftiende/zestiende eeuw)

-Leonardo da Vinci (1452-1519)

-Michelangelo Buonarroti (1475-1564)

-Raphael (1483-1520)

-Tiziano Vecellio (1490-1576)

Blok 6 “De eeuw van de reformatie”: Renaissance in noord-west Europa (zestiende eeuw)

-Albrecht Dürer (1471-1528) en de prentkunst

-Quinten Massys (ca. 1466-1530)

-Pieter Bruegel (ca. 1525-1569) (zie uitbreidingsgedeelte)

Blok 7 Maniërisme: what’s in a name?

Studiemateriaal

  • PowerPoints met beeldmateriaal op Toledo
  • syllabus te verkrijgen bij Acco
  • verplichte lectuur: Schneider Adams, Laurie. A History of Western Art. 5de uitg. New York: McGraw-Hill, 2011: 153-278.
    (te downloaden via https://archive.org/details/A_History_of_Western_Art)

Toelichting werkvorm

Van de studenten wordt verwacht dat ze actief de lessen bijwonen en dat ze notities nemen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BB4A : Geschiedenis van de beeldende kunsten tot 1600

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de beeldende kunsten tot 1600 (B-KUL-F2BB4b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Schriftelijk examen bestaande uit twee essayvragen en een beeldvraag:

  • vraag 1 op 10/20 punten is een omvangrijke essayvraag (bv. evolutievraag aan de hand van een thema of een bepaalde invalshoek)
  • vraag 2 op 5/20 punten peilt naar (contextuele) kennis over een specifiek sleutelwerk
  • vraag 3 op 5/20 punten verwacht een kunsthistorische vergelijking van twee (of drie) sleutelwerken

Toelichting bij herkansen

De modaliteiten zijn identiek bij de herkansing.

ECTS Geschiedenis van de beeldende kunsten: 1600-1860 (B-KUL-F0BB6B)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Voor ‘Geschiedenis van de beeldende kunsten: 1500-1860’ kunnen studenten:

  • de verschillende kunsttakken en hun materialiteit omschrijven en toelichten;
  • de opeenvolging en gelijktijdigheid van kunststromingen verklaren;
  • een aantal sleutelwerken (en eventuele namen van ambachtslui/kunstenaars) herkennen en benoemen;
  • sleutelwerken analyseren en er de karakteristieken van aangeven;
  • de verschillen tussen sleutelwerken (en stijlstromingen) analyseren en duiden;
  • sleutelwerken in hun cultuurhistorische context plaatsen.

Begintermen

  • algemene belangstelling tonen voor de beeldende kunst van de aangegeven periode
  • de nodige visuele en historische interesse hebben en bereid zijn deze te verfijnen
  • beschikken over passieve kennis van het Engels en het Frans

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de beeldende kunsten: 1600-1860 (B-KUL-F0BB6a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus geeft een overzicht van de beeldende kunst in globaal perspectief. De verplichte lectuur focust op de westerse traditie.

Studiemateriaal

  • PowerPoints met beeldmateriaal op Toledo
  • syllabus op Toledo
  • een lijst met aangeraden literatuur is beschikbaar op Toledo

Toelichting werkvorm

Van de studenten wordt verwacht dat ze actief de lessen bijwonen en dat ze notities nemen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BB6A : Geschiedenis van de beeldende kunsten: 1600-1860

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de beeldende kunsten: 1600-1860 (B-KUL-F2BB6b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Schriftelijk examen bestaande uit twee essayvragen en een beeldvraag:

  • vraag 1 op 10/20 punten is een omvangrijke essayvraag (bv. evolutievraag aan de hand van een thema of een bepaalde invalshoek)
  • vraag 2 op 5/20 punten peilt naar (contextuele) kennis over een specifiek sleutelwerk
  • vraag 3 op 5/20 punten toont tien beelden ter identificatie

Toelichting bij herkansen

De modaliteiten zijn identiek bij de herkansing.

ECTS Geschiedenis van de beeldende kunsten vanaf 1860 (B-KUL-F0BB8B)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Voor  ‘Geschiedenis van de beeldende kunsten vanaf 1860’ kunnen studenten:

  • de verschillende kunsttakken en hun materialiteit omschrijven en toelichten;
  • de opeenvolging en gelijktijdigheid van kunststromingen verklaren;
  • een kritische houding aannemen t.o.v. het al dan niet rechtlijnig verlopen van het grote kunsthistorische ‘verhaal’;
  • een aantal sleutelwerken (en eventuele namen van ambachtslui/kunstenaars) herkennen en benoemen;
  • sleutelwerken analyseren en er de karakteristieken van aangeven;
  • de verschillen tussen sleutelwerken (en stijlstromingen) analyseren en duiden;
  • sleutelwerken in hun cultuurhistorische context plaatsen.

Begintermen

  • algemene belangstelling tonen voor de beeldende kunst van de aangegeven periode
  • de nodige visuele en historische interesse hebben en bereid zijn deze te verfijnen
  • beschikken over passieve kennis van het Engels en het Frans

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de beeldende kunsten vanaf 1860 (B-KUL-F0BB8a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus geeft een overzicht van de beeldende kunst met focus op de westerse traditie.

Studiemateriaal

  • PowerPoints met beeldmateriaal op Toledo
  • syllabus te verkrijgen via cursusdienst Mecenas
  • een lijst met aangeraden literatuur is beschikbaar op Toledo

Toelichting werkvorm

Van de studenten wordt verwacht dat ze actief de lessen bijwonen en dat ze notities nemen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BB8A : Geschiedenis van de beeldende kunsten vanaf 1860

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de beeldende kunsten vanaf 1860 (B-KUL-F2BB8b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Schriftelijk examen bestaande uit een essayvraag, twee begripsvragen en een beeldvraag:

  • vraag 1 op 10/20 punten is een omvangrijke essayvraag (bv. evolutievraag aan de hand van een thema of een bepaalde invalshoek)
  • vraag 2 en 3 op 5/20 punten peilen naar (contextuele) kennis over het oeuvre van een kunstenaar, een term, een techniek of een principe
  • vraag 4 op 5/20 punten is een beeldanalyse-vraag (een vergelijking van twee beelden)

Toelichting bij herkansen

De modaliteiten zijn identiek bij de herkansing.

ECTS Paleografie en historische teksten (B-KUL-F0BD8A)

6 studiepunten Nederlands 36 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Haemers Jelle (coördinator) |  Goyens Michèle |  Haemers Jelle |  De Boodt Minne (plaatsvervanger) |  Meijns Brigitte |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Smet Isabeau (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Het lezen, begrijpen en interpreteren van originele handgeschreven teksten uit de Middeleeuwen, de vroegmoderne en moderne periode. De student kan na deze cursus oude schrifttypes herkennen, ontcijferen, correct transcriberen, met de bedoeling de inhoud te begrijpen. 
Studenten zijn vertrouwd met enkele historische talen (Frans, Nederlands, en eventueel Latijn, uit de periode 1200-2000), en kunnen de zoekinstrumenten hanteren om deze talen te vertalen en te begrijpen.

Begintermen

Passieve kennis van Frans (niveau humaniora).

Identieke opleidingsonderdelen

V0BD8A: Paleografie en historische teksten

Onderwijsleeractiviteiten

Historische teksten (B-KUL-F0BD8a)

2 studiepunten : College 12 Eerste semesterEerste semester
Goyens Michèle |  Haemers Jelle |  De Boodt Minne (plaatsvervanger) |  Meijns Brigitte |  De Smet Isabeau (medewerker)

Inhoud

De studenten leren de historische en contextuele ontwikkeling van achtereenvolgens het Post-Klassiek Latijn, het Frans en het Nederlands (2 lessen per taal). Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de historische middens waarin de talen aangewend werden (auteurs, doelpubliek, functie…). Daarnaast worden de studenten wegwijs gemaakt in de werkinstrumenten en woordenboeken om deze talen correct te leren begrijpen, en worden er voor Nederlands en Frans een aantal teksten vertaald of hertaald.

Studiemateriaal

Cursustekst
Tekstfragmenten
Toledo

Toelichting werkvorm

Hoorcollege, oefeningen aan de hand van concrete teksten.

Paleografie (B-KUL-F0LD0a)

4 studiepunten : College 24 Eerste semesterEerste semester
Haemers Jelle |  De Boodt Minne (plaatsvervanger) |  Bornauw Freija (medewerker)

Inhoud

In een eerste les wordt ingegaan op het wezen van de paleografie, en de tekstkritische regels van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis. Nadien volgen, les per les, tekstfragmenten (uit de periode 500-2000) die de student vertrouwd maken met het zogenaamde ‘oud schrift’ (van middeleeuwse tot hedendaagse schrifttypes). De student leert afkortingen oplossen, handschriften ontcijferen en teksten begrijpen aan de hand van concrete oefeningen. Het accent ligt op teksten in de volkstalen (Frans, Nederlands).

Studiemateriaal

Cursustekst 
Tekstfragmenten
Toledo

Toelichting werkvorm

De studie van de verschillende schrifttypes wordt in de les aangeleerd en ingeoefend. De studenten krijgen eveneens de mogelijkheid taken op te lossen (via een via Toledo ter beschikking gesteld digitaal medium).

 

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LD0A : Paleografie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Paleografie en historische teksten (B-KUL-F2BD8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het examen voor Paleografie bestaat uit een transcriptie van 1 geziene en van 1 ongeziene tekst, en één vraag op basis van beschikbaar cursusmateriaal. 

Het examen voor Historische teksten bestaat uit een (gedeeltelijke) vertaling van een geziene historische tekst. Dit deel omvat drie vragensets (één voor postklassiek Latijn, één voor Frans en één voor Nederlands), waaruit de studenten twee vragensets kiezen om te beantwoorden. De studenten mogen voor dit deel van de evaluatie gebruik maken van een vertalend woordenboek Nederlands - Frans.

Het onderdeel ‘Paleografie’ telt voor 2/3 van het eindresultaat en het onderdeel ‘Historische teksten’ voor 1/3. Studenten moeten minstens 8/20 behalen voor elk onderdeel om te kunnen slagen voor het OPO in zijn geheel. Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, kan een student nog max. 9/20 behalen voor het OPO in zijn geheel. Er worden geen deeloverdrachten naar de derde examenperiode toegestaan.

Toelichting bij herkansen

Zelfde modaliteit als eerste examenkans

 

 

 

 

ECTS Bachelorpaper (B-KUL-F0BD9A)

9 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Boodt Minne (medewerker) |  Deckx Felix (medewerker) |  Etambala Zana (medewerker) |  Gonzalez Balderas Carlos (medewerker) |  Herrera Crespo Manuel (medewerker) |  Huibrechts Marion (medewerker) |  Kuijken Sam (medewerker) |  Verberckmoes Johan (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Deze oefening vormt het sluitstuk van het aanleren van historische onderzoeksvaardigheden in de bachelor. In kleine groepjes leren studenten bronnen selecteren, analyseren en interpreteren, literatuur verwerken, en hun bevindingen synthetiseren en presenteren, zowel mondeling als schriftelijk.

Begintermen

Onderzoeksvaardigheden aangeleerd in de methodologische opleidingsonderdelen van de eerste en tweede fase van de bachelor Geschiedenis.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



Identieke opleidingsonderdelen

F0LH0C: Bachelorpaper

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorpaper (B-KUL-F0BD9a)

9 studiepunten : Bachelorproef 52 Beide semestersBeide semesters
N. |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Boodt Minne (medewerker) |  Deckx Felix (medewerker) |  Etambala Zana (medewerker) |  Gonzalez Balderas Carlos (medewerker) |  Herrera Crespo Manuel (medewerker) |  Huibrechts Marion (medewerker) |  Kuijken Sam (medewerker) |  Verberckmoes Johan (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De bachelorpaper is een wetenschappelijk opstel, gebaseerd op primaire bronnen en secundaire literatuur. Studenten worden begeleid in groepen die elk werken over één thema en waarbinnen elke student over een eigen onderwerp schrijft. Daarnaast maakt iedereen ook twee tussentijdse taken in het eerste semester: een recensie en een blogtekst over een bron. In het tweede semester brengen de studenten een mondelinge presentatie en dienen ze een voorlopige versie in.

Studiemateriaal

H. Deleu, J. Hoegaerts & C. Smedts, Geschiedenis schrijven (Acco 2011). Voor het overige materiaal: zie toledo.

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment. De deadlines voor de tussentijdse lectuuropdracht en de mondelinge presentatie dienen te worden gerespecteerd. De deadlines verschillen van thema tot thema, en worden tijdens het eerste contactmoment meegedeeld. Voor alle praktische regelingen, zie: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bach_gesch

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BE0A : Bachelorpaper met educatieve component

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bachelorpaper (B-KUL-F2BD9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

De evaluatie van de bachelorpaper omvat de volgende onderdelen:

  • Aanwezigheid en participatie in alle ondersteunende sessies is verplicht.

Een ongewettigde afwezigheid resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. Als je een geldige reden hebt om niet in de sessie te zijn, laat je dit op voorhand of ten laatste de dag zelf weten aan de begeleider, met bewijsstukken. 

  • Deelname aan alle evaluatie-onderdelen (tussentijdse opdrachten en mondelinge presentaties) is noodzakelijk om te kunnen slagen voor het OPO. 

Niet-deelname aan één van de evaluatie-onderdelen resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. 

  • Iedereen moet een substantiële eerste versie indienen en dient de gegeven feedback te integreren in de finale versie.

Wie niet voldoet aan deze voorwaarden, mag geen definitieve versie indienen en kan bijgevolg niet slagen. 

  • De definitieve paper

Conform het facultaire reglement is de bachelorpaper niet langer dan 90 000 tekens. De opleiding Geschiedenis stimuleert echter het schrijven van bachelorpapers van ongeveer 45 000 tot 70 000 tekens (incl. spaties en voetnoten; het aantal tekens moet vermeld worden).

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

 

 

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans voor de onderdelen participatie en de tussentijdse opdrachten. Indien je een NA hebt behaald op één van deze onderdelen, wordt dit overgedragen naar de derde examenperiode. Wel is de student ook in de tweede zittijd verplicht om op een afgesproken moment een substantiële voorlopige versie van die paper in te dienen bij de begeleider. Gebeurt dat niet, dan mag de student geen definitieve versie indienen.

 

 

ECTS Bachelorpaper met educatieve component (B-KUL-F0BE0A)

10 studiepunten Nederlands 56 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Boodt Minne (medewerker) |  Deckx Felix (medewerker) |  Etambala Zana (medewerker) |  Gonzalez Balderas Carlos (medewerker) |  Herrera Crespo Manuel (medewerker) |  Huibrechts Marion (medewerker) |  Kuijken Sam (medewerker) |  Van Nieuwenhuyse Karel (medewerker) |  Verberckmoes Johan (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Deze oefening vormt het sluitstuk van het aanleren van historische onderzoeksvaardigheden in de bachelor. In kleine groepjes leren studenten bronnen selecteren, analyseren en interpreteren, literatuur verwerken, en hun bevindingen synthetiseren en presenteren, zowel mondeling als schriftelijk. Daarnaast leren ze een educatieve vertaling te voorzien: naar lesdoelstellingen en lesplan, m.i.v. redeneren met en over bronnen.

Begintermen

Onderzoeksvaardigheden aangeleerd in de methodologische opleidingsonderdelen van de eerste en tweede fase van de bachelor Geschiedenis.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



Identieke opleidingsonderdelen

F0LH0D: Bachelorpaper met educatieve component

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorpaper (B-KUL-F0BD9a)

9 studiepunten : Bachelorproef 52 Beide semestersBeide semesters
N. |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Boodt Minne (medewerker) |  Deckx Felix (medewerker) |  Etambala Zana (medewerker) |  Gonzalez Balderas Carlos (medewerker) |  Herrera Crespo Manuel (medewerker) |  Huibrechts Marion (medewerker) |  Kuijken Sam (medewerker) |  Verberckmoes Johan (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De bachelorpaper is een wetenschappelijk opstel, gebaseerd op primaire bronnen en secundaire literatuur. Studenten worden begeleid in groepen die elk werken over één thema en waarbinnen elke student over een eigen onderwerp schrijft. Daarnaast maakt iedereen ook twee tussentijdse taken in het eerste semester: een recensie en een blogtekst over een bron. In het tweede semester brengen de studenten een mondelinge presentatie en dienen ze een voorlopige versie in.

Studiemateriaal

H. Deleu, J. Hoegaerts & C. Smedts, Geschiedenis schrijven (Acco 2011). Voor het overige materiaal: zie toledo.

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment. De deadlines voor de tussentijdse lectuuropdracht en de mondelinge presentatie dienen te worden gerespecteerd. De deadlines verschillen van thema tot thema, en worden tijdens het eerste contactmoment meegedeeld. Voor alle praktische regelingen, zie: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bach_gesch

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BD9A : Bachelorpaper

Educatieve component (B-KUL-F0ZH9a)

1 studiepunten : Bachelorproef 4 Beide semestersBeide semesters
N. |  Van Nieuwenhuyse Karel (medewerker)

Inhoud

In dit seminarie worden studenten aangeleerd hoe ze lesdoelstellingen en een lesplan (m.i.v. redeneren met en over bronnen) moeten ontwerpen. Vervolgens selecteren ze op basis van hun bachelorpaper twee historische bronnen, die zinvol zijn om in te zetten in een les geschiedenis in het secundair onderwijs, en voorzien ze die van context, bevraging, en een andere bron om kritisch mee te confronteren, volgens een geijkt model van bronnenanalyse.

Studiemateriaal

Handboeken: Geschiedenisdidactiek // Historisch denken over bronnen

Handleiding
Voorbeeldmateriaal
Multimedia
Toledo

Toelichting werkvorm

Een verplicht bij te wonen seminarie wordt voorzien.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LH0D : Bachelorpaper met educatieve component

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bachelorpaper met educatieve component (B-KUL-F2BE0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Bachelorpaper

De evaluatie van de bachelorpaper omvat de volgende onderdelen:

  • Aanwezigheid en participatie in alle ondersteunende sessies is verplicht.

Een ongewettigde afwezigheid resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. Als je een geldige reden hebt om niet in de sessie te zijn, laat je dit op voorhand of ten laatste de dag zelf weten aan de begeleider, met bewijsstukken. 

  • Deelname aan alle evaluatie-onderdelen (tussentijdse opdrachten en mondelinge presentaties) is noodzakelijk om te kunnen slagen voor het OPO. 

Niet-deelname aan één van de evaluatie-onderdelen resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. 

  • Iedereen moet een substantiële eerste versie indienen en dient de gegeven feedback te integreren in de finale versie.

Wie niet voldoet aan deze voorwaarden, mag geen definitieve versie indienen en kan bijgevolg niet slagen. 

  • De definitieve paper

Conform het facultaire reglement is de bachelorpaper niet langer dan 90 000 tekens. De opleiding Geschiedenis stimuleert echter het schrijven van bachelorpapers van ongeveer 45 000 tot 70 000 tekens (incl. spaties en voetnoten; het aantal tekens moet vermeld worden).

Educatieve component
De studenten maken op basis van hun reguliere bachelorpaper een bijkomende onderwijsgerelateerde opdracht, die voor 1/8 van het totaal van het OPO meetelt. Aanwezigheid in de ondersteunende sessie is verplicht. 

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans voor de onderdelen participatie en de tussentijdse opdrachten. Indien je een NA hebt behaald op één van deze onderdelen, wordt dit overgedragen naar de derde examenperiode. Wel is de student ook in de tweede zittijd verplicht om op een afgesproken moment een substantiële voorlopige versie van die paper in te dienen bij de begeleider. Gebeurt dat niet, dan mag de student geen definitieve versie indienen.

ECTS Histoire politique de la Belgique (B-KUL-F0BE1A)

6 ECTS Français 22 Second semestreSecond semestre Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat d'examen"

Objectifs

Après avoir réussi ce cours, les étudiants auront atteint ces objectifs: les étudiants
- ont pu se faire une idée des grandes lignes et des évolutions de l'histoire politique belge de la fin du XVIIIe siècle à nos jours (par exemple, l’émergence de la Belgique, lignes de fractures politico-sociales, processus de démocratisation, fédéralisation, pillarisation, dépilitarisation, particratie, etc., caractéristiques de la politique étrangère et position internationale de la Belgique - hors le passé colonial).
- expliquent l'interdépendance et les liens entre les grandes lignes et les évolutions de l'histoire politique belge
- expliquent clairement les lignes et les évolutions les plus importantes de l'histoire politique belge dans un contexte social plus large (en mouvement) ainsi que dans un contexte sociopolitique international
- situent et interprètent des phénomènes historiques marquants (personnes, groupes, organisations, structures, événements, développements) dans leur contexte historique et à long terme, et expliquent leur signification historique
- ont une image nuancée des principaux acteurs de l'histoire politique belge
- expliquent le caractère constructif de l'histoire à travers la déconstruction critique des représentations historiques par rapport au passé national
- jettent un regard critique sur les sources caractéristiques de l'histoire politique belge (ego-documents, documents parlementaires et gouvernementaux, médias écrits et audio (-visuels), etc.)
- portent un regard critique sur l'évolution politique actuelle à long terme.

Connaissances préalables

  • intelligence de base sur la construction des connaissances historiques
  • intelligence de base sur le cadre conceptuel de l'histoire politique

Ce cours est inclus dans

Onderwijsleeractiviteiten

Histoire politique de la Belgique (B-KUL-F0BE1a)

6 ECTS : Lecture 22 Second semestreSecond semestre

Contenu

L'histoire politique de la Belgique est traitée en deux blocs :
1)Le Long 19ème siècle
   a.Origines de la Belgique indépendante, dans un contexte social et international (y compris la région historique des Pays-Bas.  et les évolutions en Europe et dans le monde occidental).
   b.Faits saillants, lignes et évolutions de l'histoire politique belge tout au long du XIXe siècle (lignes de fracture, évolution du système des partis, démocratisation, politique étrangère, etc.), inscrits dans un contexte social et politique international.
   c.La Première Guerre mondiale en tant que point tournant
2)Le court XXe siècle, y compris l'histoire politique récente
    a.Les évolutions politiques de l'entre-deux-guerres, qui s'inscrivent dans un contexte sociétal national et étranger plus large.
    b.La Seconde Guerre mondiale et son impact sur le système politique belge
    c.Faits saillants, lignes et évolutions de l'histoire politique belge après la Seconde Guerre mondiale (anciennes et nouvelles lignes de fracture, évolution du système des partis, poursuite de la démocratisation, politique étrangère, etc.), inscrits dans un contexte social et politique international.
    d.Les développements politiques actuels du 21ème siècle, ancrés dans un contexte social et politico-économique international.
Tout cela tout cela se fait, en ayant attention pour la multitude des agents historiques ; avec attention pour (l’analyse critique) des sources de l'histoire politique ; y compris l'attention pour le caractère constructif de l'histoire via la déconstruction critique des représentations historiques par rapport au passé national.

Matériel de cours

  •  présentations et notes de cours
  • Lectures prédéfinies obligatoires par session

Explanation language of instruction

Le Comité permanent de l'enseigment de l’histoire prête de l’importance à offrir ce cours en français : (1) il est important de suivre l'évolution vers CLIL (ou immersion en français), qui est de plus en plus intégré dans l'enseignement secondaire.) D'ici quelques années, le programme pourra compter sur des élèves qui connaissent bien l'enseignement bilingue, et il serait bon de s'en inspirer. (2) En outre, des anciens étudiants soulignent l'importance de se concentrer sur le français. (3) Enfin, le français a longtemps été la langue officielle de l'élite politique de ce pays, et de nombreuses sources de l'histoire politique belge sont écrites en français ; autrement dit, la maîtrise du français est essentielle pour comprendre l'histoire politique belge.

Explanation category

Le cours se compose de cours magistraux hebdomadaires pendant le 2ème semestre de 2h/semaine, combinés avec des devoirs de lecture supplémentaires (environ 20 pages par semaine avec discussion en classe, et à connaître pour l'examen).

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Histoire politique de la Belgique (B-KUL-F2BE1a)

Type : Exam during the examination period
Forme d'évaluation : Written
Type of questions : Open questions, Multiple choice
Learning material : None

Explications

L'examen écrit est un examen à choix multiples (50%) et une question ouverte (50%). L'examen peut être passé en néerlandais.

ECTS Initiatie tot Klassieke talen (B-KUL-F0BE2B)

7 studiepunten Nederlands 6 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Vandorpe Katelijn |  Depauw Mark (plaatsvervanger) |  N. |  Smets Daan (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker)

Doelstellingen

Dit vak heeft tot doel de studenten in direct contact te brengen met het materiaal bij uitstek waaruit het verhaal van de geschiedenis wordt opgebouwd: de geschreven bronnen.  De studenten worden getraind in het aanleren of verder ontwikkelen van de basisvaardigheden die hen in staat stellen de betekenis van oud-Griekse en Latijnse geschreven bronnen te ontsluiten.  Gestreefd wordt naar het verwerven van een functionele taalkennis ter voorbereiding van de lectuur en interpretatie van het oud-Griekse en Latijnse bronnenmateriaal dat in de verdere opleiding aan bod komt.
Eindterm: vaardigheid in het lezen van vereenvoudigde Griekse en Latijnse historische teksten.

Begintermen

Geen voorkennis vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

F0BE2A: Initiatie tot Klassieke talen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Initiatie tot Grieks (B-KUL-F0BE2a)

4 studiepunten : Practicum 4 Eerste semesterEerste semester
Vandorpe Katelijn |  Depauw Mark (plaatsvervanger) |  N. |  Van Bouwel Leen (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel worden de studenten in direct contact gebracht met eenvoudige of vereenvoudigde Griekse historische teksten.  Tijdens de leesoefeningen gaat de aandacht naar (1) het verwerven of verder ontwikkelen van een functionele Griekse taalkennis (basiswoordenschat en grammatica); (2) historische contextualisering en (3) tekstanalyse. Voor studenten met voorkennis wordt een aangepast traject voorzien.

Studiemateriaal

Joint Association of Classical Teachers, Reading Greek: text, Cambridge University Press, 2007, 289 pp. ISBN: 978052169851-1; Vocabulariumlijsten Grieks-Nederlands en grammatica worden ter beschikking gesteld van de studenten.

Initiatie tot Latijn (B-KUL-F0BE3a)

3 studiepunten : Practicum 2 Eerste semesterEerste semester
Vandorpe Katelijn |  Depauw Mark (plaatsvervanger) |  N. |  Smets Daan (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel worden de studenten in direct contact gebracht met eenvoudige of vereenvoudigde Latijnse historische teksten.  Tijdens de leesoefeningen gaat de aandacht naar (1) het verwerven of verder ontwikkelen van een functionele Latijnse taalkennis (basiswoordenschat en grammatica); (2) historische contextualisering en (3) tekstanalyse. Voor studenten met voorkennis wordt een aangepast traject voorzien.

Studiemateriaal

Cursustekst door de docenten ter beschikking gesteld en Toledo

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Initiatie tot Klassieke talen (B-KUL-F2BE2b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

Initiatie Grieks: Het examen in januari is schriftelijk. In de loop van het eerste semester worden 2 tussentijdse toetsen afgenomen die meetellen voor de eindevaluatie van januari. Elke tussentijdse toets telt mee voor 25% van het resultaat voor ‘Initiatie Grieks’. Het schriftelijke examen staat op 50 % van het puntentotaal van ‘Initiatie Grieks’. Het resultaat van ‘Initiatie Grieks’ telt voor 2/3 van het eindresultaat van het opleidingsonderdeel.

Initiatie Latijn: In de loop van het eerste semester maken de studenten 2 tussentijdse toetsen en/of opdrachten die meetellen voor de eindevaluatie van januari. Er is geen schriftelijk examen in januari. Het resultaat van ‘Initiatie Latijn’ telt voor 1/3 van het eindresultaat van het opleidingsonderdeel.

Studenten nemen verplicht deel aan alle deelevaluaties van het OPO om te kunnen slagen. Een student die niet deelneemt aan een onderdeel van het examen, krijgt een NA-score (=niet-afgelegd) voor het opleidingsonderdeel als geheel.

Studenten moeten minsten 8/20 halen voor beide talen en minstens 10/20 voor het geheel om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Indien een student minder dan 8/20 haalt voor één van beide talen, kan hij/zij nog maximum 9/20 halen voor het opleidingsonderdeel in zijn geheel. Indien studenten na de eerste examenperiode niet geslaagd zijn voor één van de talen, moeten ze enkel herkansen voor deze taal. Het positieve resultaat van de andere taal wordt overgedragen.

Toelichting bij herkansen

De eindevaluatie in de derde examenzittijd gebeurt enkel op basis van een schriftelijk examen.

ECTS Griekse en Latijnse historische teksten A (B-KUL-F0BE4A)

6 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Depauw Mark |  N. |  Baetens Gert (medewerker) |  Smets Daan (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker)

Doelstellingen

Dit vak heeft tot doel de studenten in direct contact te brengen met het materiaal bij uitstek waaruit het verhaal van de geschiedenis wordt opgebouwd: de geschreven bronnen.  De studenten worden getraind in verder ontwikkelen van de basisvaardigheden die hen in staat stellen de betekenis van oud-Griekse en Latijnse geschreven bronnen te ontsluiten.  Gestreefd wordt naar het verwerven van een functionele taalkennis ter voorbereiding van de lectuur en interpretatie van het oud-Griekse en Latijnse bronnenmateriaal dat in de verdere opleiding aan bod komt.
Eindterm: vaardigheid in het lezen van eenvoudige, originele Griekse en Latijnse historische teksten.

Begintermen

Basiskennis op het niveau van Initiatie tot Klassieke talen.

Onderwijsleeractiviteiten

Griekse historische teksten A (B-KUL-F0BE4a)

4 studiepunten : Practicum 4 Tweede semesterTweede semester
Depauw Mark |  N. |  Baetens Gert (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel worden de studenten in direct contact gebracht met eenvoudige Griekse historische teksten.  Tijdens de leesoefeningen gaat de aandacht naar (1) het verder ontwikkelen van een functionele Griekse taalkennis (basiswoordenschat en grammatica); (2) historische contextualisering en (3) tekstanalyse.

Studiemateriaal

Joint Association of Classical Teachers, Reading Greek: text, Cambridge University Press, 2007, 289 pp. ISBN: 978052169851-1; Vocabulariumlijsten Grieks-Nederlands en grammatica worden ter beschikking gesteld van de studenten.

Latijnse historische teksten A (B-KUL-F0BE5a)

2 studiepunten : Practicum 2 Tweede semesterTweede semester
Depauw Mark |  N. |  Smets Daan (medewerker)

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel worden de studenten in direct contact gebracht met eenvoudige Latijnse historische teksten.  Tijdens de leesoefeningen gaat de aandacht naar (1) het verder ontwikkelen van een functionele Latijnse taalkennis (basiswoordenschat en grammatica); (2) historische contextualisering en (3) tekstanalyse. Voor studenten met voorkennis wordt een aangepast traject voorzien.

Studiemateriaal

Cursustekst door de docenten ter beschikking gesteld, woordenlijst Latijn en Toledo

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Griekse en Latijnse historische teksten A (B-KUL-F2BE4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode

Toelichting

Grieks A: In de loop van het semester worden twee tussentijdse toetsen georganiseerd, die meetellen voor de eindevaluatie. Daarnaast is er een schriftelijk examen in de examenzittijd. Het resultaat van ‘Griekse teksten A’ telt voor 2/3 van het eindresultaat van het opleidingsonderdeel.

Latijn A: Er is permanente evaluatie in de vorm van tussentijdse toetsen en/of opdrachten, met een afsluitende toets in de voorlaatste of laatste lesweek. Er is geen schriftelijk examen in de examenzittijd. Het resultaat van ‘Latijnse teksten A’ telt voor 1/3 van het eindresultaat van het opleidingsonderdeel.

Studenten nemen verplicht deel aan alle deelevaluaties van het OPO om te kunnen slagen. Een student die niet deelneemt aan een onderdeel van het examen, krijgt een NA-score (=niet-afgelegd) voor het opleidingsonderdeel als geheel.

Studenten moeten minsten 8/20 halen voor beide talen en minstens 10/20 voor het geheel om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Indien een student minder dan 8/20 haalt voor één van beide talen, kan hij/zij nog maximum 9/20 halen voor het opleidingsonderdeel in zijn geheel. Indien studenten na de eerste examenperiode niet geslaagd zijn voor één van de talen, moeten ze enkel herkansen voor deze taal. Het positieve resultaat van de andere taal wordt overgedragen.

 

Toelichting bij herkansen

De eindevaluatie in de derde examenzittijd gebeurt enkel op basis van een schriftelijk examen.

 

 

 

 

ECTS Geschiedenis van de Griekse literatuur (B-KUL-F0BE9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Dit OPO heeft tot doel:

•een overzicht te bieden van de belangrijkste Griekse auteurs en teksten van de archaïsche tot en met de Romeinse periode (8e eeuw v.C. - 4e eeuw n.C.)

•inzicht te verschaffen in de ontwikkeling van de Griekse letterkunde in de historische, politieke en culturele context

•inzicht te verschaffen in het ontstaan en de ontwikkeling van genres in de Griekse literatuur

•de studenten te laten kennismaken met deze literatuur via Nederlandse vertalingen

 

Bij voltooiing van dit OPO beschikken de studenten over:

•een voldoende samenhangend literair-historisch kader voor de lectuur en interpretatie van Griekse literatuur van de archaïsche tot en met de Romeinse periode

•de capaciteiten om een Griekse tekst uit de genoemde periode in vertaling kritisch te analyseren

Begintermen

Kennis van het klassieke Grieks is niet vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de Griekse literatuur (B-KUL-F0WK4a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Colleges:

  • inleiding: problematisering van het concept 'geschiedenis van de Griekse letterkunde'
  • chronologisch overzicht van de belangrijkste auteurs (leven en werken) van de Griekse literatuur van de archaïsche tot en met de Romeinse periode (8e eeuw v.C. - 4e eeuw n.C.), met aandacht voor het ontstaan en de ontwikkeling van literaire genres
  • de auteurs en teksten worden behandeld per periode (archaïsch - lyrisch - klassiek - hellenisme - Romeins); van elke periode wordt de historische, politieke en culturele context geschetst

Studiemateriaal

  • syllabus (via cursusdienst Babylon)
  • toledo: achtergrondmateriaal (kaarten etc.), powerpoint-presentaties

Toelichting werkvorm

Kennis van het klassieke Grieks is niet vereist. Griekse begrippen (parabasis, kômos, ...) die gekend moeten zijn, worden getranscribeerd. Teksten worden besproken en geanalyseerd in Nederlandse vertaling.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de Griekse literatuur (B-KUL-F2BE9a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

Toelichting

Een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) peilt naar zowel de kennis van de syllabus + toledo (colleges) als de verwerking van de lectuuropdracht (lectuurpakket). Een geslaagde afronding van de bibliografische oefening in de loop van het semester is een voorwaarde om aan het examen te mogen deelnemen.

ECTS History of Korea (B-KUL-F0BH7A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term
N.

Onderwijsleeractiviteiten

History of Korea (B-KUL-F0BH7a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of Korea (B-KUL-F2BH7a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Learning material : None

ECTS Current Issues in Historical Perspective (B-KUL-F0BM0A)

6 ECTS English 39 Second termSecond term

Aims

We cannot understand the main political and societal questions of today without taking into account their historical evolution. Yet, also when approaching historical problems historians almost necessarily act as contemporaries, influenced by the main currents of their own time. This course makes the implicit link between current developments and the perspective of the historian explicit. In so doing it deals with central problems historians are confronted with, such as how to formulate relevant research questions, how much distance do we need as historians and how relevant are historical approaches for taking positions in current debates. Moreover, this course aims to familiarize students with key problems of contemporary European history, such as the environmental and climate question (‘anthropocene’), the transformation of cities or the role of the media and European integration. We will also ask how the role and place of history for European societies changed (‘politics of memory’).

Previous knowledge

No specific historical prior knowledge; passive knowledge of modern languages, especially English. Basic knowledge of recent political developments in Europe.

Identical courses

V0LB0A: Actuele thema’s in historisch perspectief
F0LB0B: Current Issues in Historical Perspective
V0LB0B: Actuele thema’s in historisch perspectief
F0LB0A: Actuele thema’s in historisch perspectief

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Current Issues in Historical Perspective (B-KUL-F0BM0a)

6 ECTS : Lecture 39 Second termSecond term

Content

The course will start with a reflection of main concepts and terms which allow us to analyse contemporary and recent European history. We will then, in each session, depart from a central problem of our time, such as climate change, economic transformation or the rise of populism, and will then place this problem in its (recent) history. While the focus of this course is on Europe, it also includes, wherever possible, a global perspective. And while the political narrative is at the centre, social, economic and cultural topics also play a role. Exemplary cases will help to structure the material, to approach the complex history of Europe of the last decades and to finally come to a better understanding of today's political agenda. Finally, the course will discuss how contemporary history is narrated and experienced by a broader public, including music, visual sources and different media such as graphic novels.

Course material

PP-slides (provided on Toledo after each session)

Sources and small tasks (provided before each session on Toledo)

Secondary literature for each session (provided on Toledo)

Format: more information

Students are expected to study the material assigned for each session beforehand and to actively participate in the sessions.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Current Issues in Historical Perspective (B-KUL-F2BM0a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Multiple choice, Open questions
Learning material : None

Explanation

Multiple Choice with correction for guessing applied plus open question. Multiple choice exam is entirely in English, the open question (in English) may be anwered in Dutch.

ECTS Historische praktijk: oudheid (B-KUL-F0BM1A)

7 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Het aanleren, via persoonlijk werk, van zelfstandig historisch onderzoek m.b.t. de Oudheid.

Begintermen

De student volgt verplicht F0JC1A Onderzoeksmethoden oudheid ter voorbereiding van F0LH1C.

Identieke opleidingsonderdelen

F0LH1C: Historische praktijk: oudheid

Onderwijsleeractiviteiten

Historische praktijk: oudheid, deel 1 (B-KUL-F0BM2a)

5 studiepunten : Practicum 13 Tweede semesterTweede semester
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Inhoud

Integrale oefening, waarbij de student, aansluitend bij Historisch onderzoek van de Oudheid, leert werken met het bibliografische instrumentarium (bronnen en secundaire literatuur) m.b.t. de Oudheid, leert interpreteren, argumenteren en synthetiseren.

De studenten van BA Geschiedenis, Afstudeerrichting Oudheid (fase 2), volgen het college voor 8 studiepunten: vertrekkend van een of meerdere zelf gekozen antieke (literaire, epigrafische en/of papyrologische) bronnen en op basis van grondig literatuuronderzoek, formuleert de student een onderzoeksvraag over een deelonderwerp uit één of meerdere aangeboden thema's. De student presenteert zijn onderzoeksresultaten zowel mondeling (korte presentatie in aanwezigheid van de medestudenten en docent, halverwege het semester) als schriftelijk (voorlopige versie die gecorrigeerd wordt en eindpaper).
 

Studiemateriaal

Handleiding Geschiedenis schrijven (uitgave Acco) en bijkomende informatie op Toledo.

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment.

Historische praktijk: oudheid, deel 2 (B-KUL-F0BM3a)

2 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Inhoud

Integrale oefening, waarbij de student, aansluitend bij Historisch onderzoek van de Oudheid, leert werken met het bibliografische instrumentarium (bronnen en secundaire literatuur) m.b.t. de Oudheid, leert interpreteren, argumenteren en synthetiseren.

De studenten van BA Geschiedenis, Afstudeerrichting Oudheid (fase 2), volgen het college voor 8 studiepunten: vertrekkend van een of meerdere zelf gekozen antieke (literaire, epigrafische en/of papyrologische) bronnen en op basis van grondig literatuuronderzoek, formuleert de student een onderzoeksvraag over een deelonderwerp uit één of meerdere aangeboden thema's. De student presenteert zijn onderzoeksresultaten zowel mondeling (korte presentatie in aanwezigheid van de medestudenten en docent, halverwege het semester) als schriftelijk (voorlopige versie die gecorrigeerd wordt en eindpaper).

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historische praktijk: oudheid (B-KUL-F2BM1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Leermateriaal : Geen

Toelichting

- aanwezigheid in de ondersteunende sessies is verplicht 
- iedereen wordt verplicht om een substantiële eerste versie in te dienen
- elke student is verplicht om de gegeven feedback te integreren in een volgende versie
Wie niet voldoet aan deze voorwaarden, mag geen definitieve versie indienen en kan bijgevolg niet slagen voor de oefening.
In de derde examenperiode blijven de vereisten dezelfde.
Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.
 

ECTS Archaeology of Egypt (B-KUL-F0BN3A)

6 ECTS English 39 Both termsBoth terms

Aims

In this advanced course, the knowledge and understanding of the archaeology of Egypt and associated wider research topics are elaborated. Students learn to connect new insights to already acquired elementary knowledge.

Previous knowledge

Basic knowledge of and insight in the archaeology of Egypt. 

Order of Enrolment



SIMULTANEOUS( F0YT6A )


F0YT6AF0YT6A : Inleiding in de archeologie van Egypte

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Archaeology of Egypt: Lectures (B-KUL-F0BN3a)

4 ECTS : Lecture 26 Both termsBoth terms

Archaeology of Egypt: Materials Study (B-KUL-F0BN4a)

2 ECTS : Practical 13 Both termsBoth terms

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Archaeology of Egypt (B-KUL-F2BN3a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Paper/Project

ECTS Artificiële intelligentie voor iedereen (B-KUL-F0BX4A)

4 studiepunten Nederlands 1 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Brosens Koenraad (coördinator) |  De Laet Tinne |  De Raedt Luc |  N. |  Mathysen Jolien (medewerker)

Doelstellingen

Artificiële intelligentie (AI) is niet enkel voor ingenieurs. De hedendaagse maatschappij en het dagelijks leven raakt meer en meer doordrongen van AI. Het doel van het opleidingsonderdeel is om iedereen, en in het bijzonder de niet-technische studenten, de nodige achtergrond te bieden in AI.

Het opleidingsonderdeel biedt een inleiding tot AI op een universitair niveau, specifiek gericht op de niet-technische student. Het brengt de nodige basisbegrippen, - principes, en -technieken aan die toelaten om AI toepassingen te begrijpen. Zo zal je beter het potentieel, maar ook de beperkingen, van AI vatten. Je krijgt dus een duidelijker beeld vormen van wat AI kan en wat niet. Hierdoor kan je ook opportuniteiten ontdekken om AI toe te passen in je eigen domein.

Daarnaast biedt het opleidingsonderdeel een ethisch kader aan dat toelaat om kritisch te kijken naar bestaande en nieuwe AI evoluties. Dit zal je wapenen om de discussie aan te gaan rond AI en de ethische en maatschappelijke consequenties die de toepassing van AI met zich meebrengt.

 

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

AI voor iedereen: toepassingen in de letteren (B-KUL-F0BX4a)

1 studiepunten : College 1 Beide semestersBeide semesters
N. |  Mathysen Jolien (medewerker)

Inhoud

Dit OLA spitst zich toe op de toepassing van AI-modellen binnen verschillende domeinen van de letteren, zoals geschiedenis, kunstwetenschappen, literatuur en taalkunde. We bekijken hoe AI-modellen voor beeld- en taalverwerking ingezet kunnen worden voor toepassingen binnen de letteren, en hoe ze ondersteuning kunnen bieden bij humaan-wetenschappelijk onderzoek.

Dit OLA wordt volledig online, via een leermodule in Toledo, aangeboden. Je volgt deze module dus zelfstandig op eigen tempo. Er is ondersteuning voorzien, van medestudenten én begeleiders, via het Toledo forum.

Studiemateriaal

Leermodule op Toledo met video’s, oefeningen en opdracht voor essay.

Toelichting werkvorm

Dit OLA wordt volledig online, via een leermodule in Toledo, aangeboden.

Elementen van AI (B-KUL-H0O01a)

2 studiepunten : College 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit OLA wordt volledig in een MOOC “Elementen van AI” aangeboden. Deze MOOC is deel van een omvattend Europees project “Elements of AI” die in de verschillende Europese talen een MOOC met een inleiding op AI op universitair niveau aanbiedt (https://www.elementsofai.com/). De MOOC werd ontwikkeld door het technologiebedrijf Reaktor en de Universiteit van Helsinki. De ontwikkeling werd gefinancierd door de Finse regering als onderdeel van het Fins voorzitterschap van de Europees Parlement. Vertaling werd ondersteund door de Europese commissie. De ambitie is om met de MOOC 1% van de Europese bevolking te bereiken. In deze MOOC leer je wat AI is, krijg je een idee hoe AI werkt, wat mogelijk is (en wat niet) met AI en welke impact het heeft op ons leven. De MOOC toont dat diepgaande technische kennis niet vereist is om het potentieel van AI te ontdekken en toepassingen beter te begrijpen.
 

Volgende 6 hoofdstukken komen aan bod:
- Wat is AI?
- Problemen oplossen met AI
- AI in de praktijk
- Machinaal leren
- Neurale netwerken
- Implicaties
 

De MOOC bevat praktische oefeningen en opdrachten. De MOOC wordt volledig online aangeboden Je doorloopt de MOOC zelfstandig op eigen tempo. Er is ondersteuning voorzien, van medestudenten én begeleiders, via een online forum.

Studiemateriaal

Nederlandstalige MOOC “Elementen van AI”

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

H0O01A : Artificiële Intelligentie voor iedereen

AI voor iedereen: methodologisch en ethisch kader (B-KUL-H0O02a)

1 studiepunten : College 0 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit OLA bestaat uit drie delen:
- Ethisch kader voor AI voor niet-ethici:
Dit onderdeel biedt een ethisch kader aan dat je toelaat om AI toepassingen en de impact die ze kunnen hebben op het individu en de maatschappij kritisch te benaderen.
- Essentiële AI algoritmen voor niet-ingenieurs:
In dit onderdeel introduceert aantal algoritmen (zoals beslissingsbomen, logica, Bayesiaanse netwerken, reinforcement learning, support vector machines, deep learning) die aan de basis liggen van belangrijke doorbraken in de AI. Ook maak je kennis met een methodologisch kader om AI toepassingen te benaderen. Elk algoritme wordt opgehangen aan een hedendaagse toepassing, waar we meteen het methodologische en ethische kader op toepassen.
- Hedendaagse AI toepassingen die je leven veranderen:
Gastdocenten bieden je een blik op een AI toepassing uit hun expertisedomein (bvb. technologie, medische wereld, sport, onderwijs, business) die jouw leven kan veranderen. De gastdocenten maken hierbij gebruik van het ethische en methodologische kader dat in dit OLA wordt aangereikt.

Dit OLA wordt volledig online, via een leermodule in Toledo, aangeboden. Je volgt deze module dus zelfstandig op eigen tempo. Er is ondersteuning voorzien, van medestudenten én begeleiders, via het Toledo forum.

Studiemateriaal

Leermodule op Toledo met video’s, oefeningen en opdracht voor essay

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

H0O01A : Artificiële Intelligentie voor iedereen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Artificiële intelligentie voor iedereen (B-KUL-F2BX4a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatievorm verschilt per OLA; voor studenten die enkel de variant van 3 stp. (B-KUL-H0O01a) opnemen geldt:
MOOC “Elementen van AI”
Studenten moeten een certificaat van succesvol vervolledigen van de MOOC voorleggen om te kunnen slagen
op het opleidingsonderdeel. Niet voorleggen van het certificaat resulteert in een NA (examen niet afgelegd) voor
het ganse opleidingsonderdeel.

Essay (25% van de punten)
•    Studenten dienen een essay in. Dit essay behandelt een zelf gekozen hedendaagse toepassing uit het AI domein en past daarop het aangeleerde methodologische en ethische kader toe.
•    Studenten evalueren het essay van drie of vier mede-studenten.
•    Het essay wordt gescoord op basis van de peer-evaluaties. De docenten van het vak kunnen een correctie aanbrengen op de peer-evaluatie indien één of meerdere peer-evaluaties niet betrouwbaar zijn of als de kwaliteit van het essay onvoldoende is.
•    Studenten die geen essay indienen krijgen een NA voor het ganse opleidingsonderdeel.
•    Studenten die de gevraagde peer-evaluaties (drie of vier) niet of onvolledig indienen of hier krijgen een NA voor het ganse opleidingsonderdeel.
•    Studenten waarvan de kwaliteit van het essay en/of ingediende peer-evaluaties (drie of vier) onvoldoende is kunnen maximaal 7/20 halen voor het ganse opleidingsonderdeel.


Afsluitend examen (75% van de punten) buiten de examenperiode
•    Er wordt één afsluitend examen gepland in het tweede semester. Het examen vindt plaats ’s avonds op één weekdag in de week voor de start van de tweede examenperiode. De data worden opgenomen in de ECTS fiche van het vak.
•    Het examen is gesloten boek.
•    Het examen bestaat uit zowel gesloten als open vragen.
•    De gesloten vragen zijn meerkeuzevragen. Er wordt gebruik gemaakt van meerkeuze met correctie voor raden.
•    De studenten krijgen twee uur de tijd om het examen af te leggen.
•    Studenten kunnen enkel deelnemen aan het afsluitende examen als ze de MOOC “Elementen van AI” succesvol vervolledigd hebben én een essay hebben ingediend én de gevraagde peer-evaluatie volledig ingediend hebben.
•    Leerstof van het ganse opleidingsonderdeel (en dus van beide OLA’s) komt aan bod.


De eindscore wordt als volgt bepaald: gewogen gemiddelde van score op het essay (25%) en het afsluitende examen (75%) behalve in onderstaande gevallen.
•    Indien de student niet slaagt op het afsluitend examen ontvangt de student als totale score voor het vak maximaal de score op dit afsluitend examen.
•    De student ontvangt een NA
o    niet tijdig een certificaat voorlegt voor het succesvol vervolledigen van de MOOC.
o    niet tijdig een essay heeft ingediend. - niet heeft deelgenomen aan het afsluitende examen.
o    de gevraagde peer-evaluaties (drie of vier) niet tijdig of niet allemaal heeft ingediend.
gewogen gemiddelde van score op het essay (25%) en het afsluitende examen (75%) met een maximum van 7/20:
•    indien de kwaliteit van het ingediende essay of de ingediende peer-evaluaties (drie of vier) onvoldoende is
•    indien de score van het essay en/of het afsluitende examen kleiner of gelijk is aan 7/20.


Examendata
De examendata kunnen hier geraadpleegd worden. 

OLA ‘AI voor iedereen: toepassingen in de letteren’ : Portfolio (pass/fail)
Voor studenten die daar bovenop ook het OLA ‘AI voor iedereen: toepassingen in de letteren’ opnemen, gelden bijkomende evaluatiecriteria voor het Portfolio:
De studenten dienen hiervoor een werkstuk in waarin ze onderzoeken hoe AI binnen hun eigen studiedomein toegepast kan worden. Ze gaan hierbij na welke data en modellen voor hen interessant kunnen zijn om een probleem aan te pakken. Hiervoor lichten ze hun werkwijze toe en gaan ze na of er bepaalde (ethische of methodologische) bezwaren zijn waar ze rekening mee dienen te houden.
De evaluatiecriteria zijn:

  •  inzicht: het portfolio geeft blijk van een adequaat inzicht in de toepassing van AI binnen de Humane Wetenschappen;
  • reflectie: het portfolio bevat een kritische reflectie over de toepassing van AI, met oog voor eventuele methodologische of ethische bezwaren;
  • presentatie: het portfolio is in vlot Nederlands geschreven, is duidelijk gestructureerd, en in een aanvaardbare lay-out aangeleverd.  

Het eindtotaal wordt uitgedrukt met een punt op 20. Studenten moeten slagen op beide evaluaties om in het geheel te kunnen slagen. Indien de student niet slaagt op de portfolio taak, kunnen ze maximaal 9/20 behalen op hun eindtotaal. Geslaagde deelevaluaties worden overgedragen naar de herkansing. Het niet indienen van het portfolio resulteert in een NA voor het volledige OPO.

Toelichting bij herkansen

Indien er onvoldoende studenten het opleidingsonderdeel moeten herkansen kan de peer-evaluatie in gedrang komen. In dat geval beoordelen de docenten het essay. Hun score vervangt de peer-evaluatie van het essay.

OLA ‘AI voor iedereen: toepassingen in de letteren’ :

Voor studenten die daar bovenop ook het OLA ‘AI voor iedereen: toepassingen in de letteren’ opnemen, gelden bijkomende evaluatiecriteria voor het Portfolio: De herkansing voor het portfolio is gelijk aan de eerste examenkans. Studenten die niet slagen in de eerste zittijd, krijgen de kans de portfolio te herwerken in het licht van de feedback, die zal expliciteren aan welke van de drie evaluatiecriteria niet voldaan zijn.

Studenten moeten enkel de evaluatie herkansen waar ze nog niet op geslaagd waren: de punten van een geslaagde evaluatie worden overgedragen naar de tweede examenkans.

ECTS Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-F0BX5A)

4 studiepunten Nederlands 29 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Brosens Koenraad (coördinator) |  Dewulf Wim |  Van Acker Karel |  N. |  Mathysen Jolien (medewerker)

Doelstellingen

De hoofddoelstelling van dit vak is dat de studenten de nodige kennis (en vaardigheden) verwerven met betrekking tot de ‘staat van de planeet’. Daarvoor zetten we in op de volgende concrete leerresultaten:

  • Studenten zijn op de hoogte van de stand van zaken m.b.t. de voornaamste problemen waarmee de globale samenleving wordt geconfronteerd. Zij beschikken over de nodige parate kennis (ook kwantitatief) en zijn in staat om nieuwe informatie, op basis van deze kennis, inzichtelijk te interpreteren.
  • Zij kunnen een op feiten en rationale afwegingen gebaseerd standpunt innemen m.b.t. de voornaamste thema’s van de duurzaamheidsproblematiek. Hierbij kunnen zij, waar nodig, ook het cruciale cijfermateriaal correct interpreteren.
  • Studenten zijn zich bewust van het feit dat de wereld voortdurend in evolutie is en hebben de reflex om, wanneer nodig hun kennis bij te werken door het opzoeken en interpreteren van recent, relevant feitenmateriaal.
  • Zij hebben inzicht in de samenhang tussen de verschillende problematieken en zijn in staat om, als ze een standpunt innemen m.b.t. een bepaald thema, de samenhang met andere thema’s te duiden, waar mogelijk vanuit een systeemgebaseerde benadering.
  • Studenten kennen de implicaties van verschillende oplossingsstrategieën voor elk van de behandelde thema’s. Ook hier kunnen ze de samenhang met andere thema’s duiden, waar mogelijk vanuit een systeemgebaseerde benadering.
  • Studenten begrijpen waarom mensen dikwijls verkeerde denkbeelden koesteren (en welke de voornaamste zijn) en weten hier in een debat mee om te gaan.

 

De vormingsdoelen kunnen als volgt geformuleerd worden:

  • Studenten hebben de reflex ontwikkeld om uitspraken rond de behandelde thema’s kritisch te benaderen en te verifiëren aan de hand van recente informatie en inzichten, ook kwantitatief indien dat nodig is.
  • Studenten zijn in staat om informatie die hen bereikt i.v.m. de besproken thema’s te toetsen aan hun eigen kennis en kunnen de redenen formuleren waarom informatie al dan niet correct is.
  • Studenten hebben ook een ‘systeemreflex’ ontwikkeld: zij gaan, wanneer de behandelde thema’s besproken worden, spontaan op zoek naar de samenhang met andere thema’s en wegen uitspraken of standpunten niet enkel af ten opzichte van de kosten/benefits voor de thematiek in kwestie maar hebben oog voor het grotere geheel.

 

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving: Menswetenschappelijke perspectieven (B-KUL-F0BX5a)

1 studiepunten : College 5 Tweede semesterTweede semester
N. |  Mathysen Jolien (medewerker)

Inhoud

Dit OLA verkent een aantal menswetenschappelijke perspectieven op duurzaamheid. In een drietal clips worden perspectieven aangeboden uit disciplines als geschiedenis, area studies, en uit de literatuur- en cultuurstudie. Bij elke clip horen leesopdrachten en korte taken waarmee de studenten hun kennis van die verschillende perspectieven verdiepen. De studenten documenteren en reflecteren over hun traject doorheen de leerstof door middel van een portfolio.

Studiemateriaal

Op Toledo wordt, naast de kennisclips, een beperkte reader van ondersteunend leesmateriaal beschikbaar gesteld.

Toelichting onderwijstaal

Twee van de drie kennisclubs zullen in het Nederlands worden aangeboden, een in het Engels. De lectuur is vooral in het Engels.

Toelichting werkvorm

De studenten verwerken zelfstandig een aantal online lectures die geweid zijn aan menswetenschappelijke perspectieven op duurzaamheid

Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H0O00a)

3 studiepunten : College 24 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In deze lessenreeks worden globale duurzaamheidsuitdagingen ontrafeld, waarbij we de uitdagingen bekijken vanuit een globaal perspectief. De volgende thema’s worden behandeld:

  • "planetary boundaries" en klimaat
  • Biodiversiteit en landgebruik
  • Bevolkingsdemografie en globale gezondheid
  • Voedsel en water
  • Energie
  • Grondstoffen en circulaire economie
  • Urbanisatie en mobiliteit
  • Sociale en economische ongelijkheid
  • Migratie en diversiteit
  • Ethische, culturele en psychologische dimensies van globale veranderingen
  • Economie van duurzame ontwikkeling
  • Globale governance

 

Elke les wordt verzorgd door één of meerdere docenten uit de betrokken discipline.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal zal bestaan uit de slidesets van de verschillende lesgevers die op een zo uniform mogelijke manier worden vormgegeven. Er wordt ook een Engelstalige versie van de slides gemaakt. Verder ondersteunen we het leerproces via digitale middelen zoals kennisclips zodat ook studenten die het Nederlands niet machtig zijn het vak via zelfstudie kunnen opnemen.

Toelichting onderwijstaal

Het OPO zal in het Nederlands gedoceerd worden. Wel zoeken we, op wat langere termijn, naar een oplossing om ook niet-Nederlandstalige studenten het OPO te laten volgen door het aanbieden van Engelstalig digitaal lesmateriaal.

Toelichting werkvorm

Het vak bestaat uit 12 lessen van twee uur die elk 1-2 thema’s behandelen. De lessen zullen interactief worden opgevat, o.a. door de studenten bij het begin te bevragen (met behulp van Poll Everywhere) over hun huidige kennis en hierover met hen in gesprek te gaan. Ook tijdens de les zullen regelmatig vragen gesteld worden en zal aan de studenten gevraagd worden om kleine oefeningen te maken.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

H0O00A : Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-F2BX5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Portfolio
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

De evaluatievorm verschilt per OLA.

Studenten die enkel het OLA ‘Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H0O00a)’(3stp) opnemen, krijgen een schriftelijk examen: het examen is een casusgebaseerd schriftelijk meerkeuzevraag examen met giscorrectie.

Studenten die daarbij ook het OLA ‘Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving: Menswetenschappelijke perspectieven’ (1stp) volgen, krijgen bovenop het schriftelijk examen ook een portfolio opdracht met een pass/fail systeem: de studenten documenteren hun traject langs de kennisclips en de lectuur in een portfolio, die met pass/fail geëvalueerd wordt. Evaluatiecriteria zijn 1) scope: de verschillende onderdelen van het vak moeten allemaal aan bod komen; 2) zelfreflectie: de portfolio bevat een expliciete en persoonlijke reflectie over het eigen leestraject ; 3) presentatie: de portfolio is in een vlot Nederlands geschreven, is duidelijk gestructureerd, en in een aanvaardbare lay-out aangeleverd.  

Het eindtotaal wordt uitgedrukt met een punt op 20. Studenten moeten slagen op beide evaluaties om in het geheel te kunnen slagen. Indien de student niet slaagt op de portfolio taak, kunnen ze maximaal 9/20 behalen op hun eindtotaal. Geslaagde evaluaties worden overgedragen naar de herkansing. Indien een student één of alle evaluaties niet doet, krijgt de student een NA als eindtotaal.
 

Toelichting bij herkansen

Voor het schriftelijk examen: de tweede examenkans zal dezelfde vorm hebben als de eerste.
Voor de portfolio: Studenten die niet slagen in de eerste zittijd, krijgen de kans de portfolio te herwerken in het licht van de feedback, die zal expliciteren aan welke van de drie evaluatiecriteria niet voldaan zijn.
Studenten moeten enkel de evaluatie herkansen waar ze nog niet op geslaagd waren: de punten van een geslaagde evaluatie worden overgedragen naar de tweede examenkans.

ECTS Inleiding tot de pre- en protohistorie van Noordwest-Europa (B-KUL-F0BY0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

De student bouwt een referentiekader op over de archeologie van de prehistorie. Dat referentiekader bevat een actieve kennis van de toepasselijke terminologie en een inzicht in de veranderingen in het menselijk gedrag in de behandelde periode.  

Begintermen

Geen specifieke voorkennis of vaardigheden vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de pre- en protohistorie van Noordwest-Europa (B-KUL-F0BY0a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Er wordt een algemeen overzicht geboden van de archeologie van de prehistorie. Naast een introductie in de menselijke evolutie komen de belangrijkste veranderingen in het menselijk gedrag tijdens de grote periodes van de prehistorie aan bod. Een bijzondere aandacht gaat naar de evolutie op het vlak van natuurlijk milieu en landschap, technologie en materiële cultuur, bestaanswijze en economie, bewoning en begraving. Voor de oude steentijd gebeurt dit vanuit het perspectief van de oude wereld, voor de midden en nieuwe steentijd, bronstijd en ijzertijd ligt de focus op de ontwikkelingen in Noordwest-Europa.

Studiemateriaal

Tekst en illustraties

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met slides

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de pre- en protohistorie van Noordwest-Europa (B-KUL-F2BY0a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Inleiding tot de historische archeologie van Noordwest-Europa (B-KUL-F0BY1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Via dit inleidende overzicht dient de student een algemene introductie te krijgen in de archeologie van Noordwest-Europa, van de Romeinse tot de Nieuwe tijd.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de historische archeologie van Noordwest-Europa (B-KUL-F0BY1a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Er wordt een algemeen overzicht geboden van de archeologie van Noordwest-Europa van de Romeinse tot de Nieuwe tijd

Studiemateriaal

Tekst en slides

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met slides

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de historische archeologie van Noordwest-Europa (B-KUL-F2BY1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Archeologie van de prehistorie in Noordwest-Europa (B-KUL-F0BY3A)

6 studiepunten Nederlands 39 Beide semestersBeide semesters

Doelstellingen

Vanuit het referentiekader dat werd opgebouwd in de ‘Inleiding tot de prehistorische archeologie’, verwerft de student een dieper inzicht in de veranderingen in menselijk gedrag doorheen de tijd en de manier waarop archeologische interpretaties daarover worden gevormd. De student begrijpt de beperkingen en mogelijkheden van de archeologische data en van de integratie van gegevens uit andere disciplines in de vorming van de kennis over het menselijk gedrag.

Begintermen

Basiskennis en -inzicht in de archeologie van de pre- en protohistorie zoals gedoceerd in het vak ‘Inleiding tot de pre- en protohistorie van Noordwest-Europa’

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(F0BY0A) OF GELIJKTIJDIG(F0YT5B) OF GELIJKTIJDIG(F0BN5A)


F0BY0AF0BY0A : Inleiding tot de pre- en protohistorie van Noordwest-Europa
F0YT5BF0YT5B : Inleiding tot de prehistorische archeologie
F0BN5AF0BN5A : Inleiding tot de prehistorische archeologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Archeologie van de prehistorie in Noordwest-Europa: hoorcollege (B-KUL-F0BY3a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Door middel van een thematische aanpak verdiept dit vak zich in de veranderingen in het menselijk gedrag in de prehistorie. De geografische scope kan zowel de oude wereld (paleolithicum) als Noordwest-Europa (mesolithicum tot en met de ijzertijd) omvatten, chronologisch kunnen verschillende periodes in meer of mindere mate aan bod komen. De thema’s variëren over de jaren heen. Voorbeelden zijn migratie, exploitatie van de omgeving, wonen, handel en conflict.

Studiemateriaal

Literatuur en illustraties

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met discussie

Archeologie van de prehistorie in Noordwest-Europa: materiaalstudie (B-KUL-F0BY4a)

2 studiepunten : Practicum 13 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

De basiskenmerken van lithisch materiaal en aardewerk uit de periode van de prehistorie in Noordwest Europa worden aangebracht. De student leert dit materiaal herkennen, beschrijven en classificeren.

Studiemateriaal

Archeologische collecties, literatuur en illustraties.

Toelichting werkvorm

Materiaalpracticum

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Archeologie van de prehistorie in Noordwest-Europa (B-KUL-F2BY3a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Praktijkexamen, Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen

ECTS Historische archeologie van Noordwest-Europa (B-KUL-F0BY5A)

6 studiepunten Nederlands 39 Beide semestersBeide semesters

Doelstellingen

In dit verdiepende college worden kennis en inzicht in het archeologische vakgebied en de bijhorende brede onderzoeksthema’s uitgebreid, en leert de student nieuwe inzichten en ontwikkelingen te koppelen aan reeds verworven basiskennis. De student moet inzicht krijgen in het traject van kennisopbouw en hoe die kennis kritisch geëvalueerd dient te worden binnen de brede archeologische discipline

Begintermen

Basiskennis en -inzicht in de historische archeologie

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(F0BY1A) OF GELIJKTIJDIG(F0YT7B)


F0BY1AF0BY1A : Inleiding tot de historische archeologie van Noordwest-Europa
F0YT7BF0YT7B : Inleiding in de archeologie van Noordwest-Europa

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Historische archeologie van Noordwest-Europa: hoorcollege (B-KUL-F0BY5a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Thema’s uit de archeologie van de middeleeuwen en Nieuwe tijd

Studiemateriaal

Tekst, powerpoint

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges met slides

Historische archeologie van Noordwest-Europa: materiaalstudie (B-KUL-F0BY6a)

2 studiepunten : Practicum 13 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Materiaalstudie binnen de (Post-)Middeleeuwse archeologie

Studiemateriaal

Powerpoint, archeologisch materiaal

Toelichting werkvorm

Praktische oefeningen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historische archeologie van Noordwest-Europa (B-KUL-F2BY5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen

Toelichting

Examen hoorcollege 70% en evaluatie materiaalstudie 30%

Toelichting bij herkansen

 

 

ECTS Archeologie van het Romeinse Imperium (B-KUL-F0BY7A)

6 studiepunten Nederlands 39 Beide semestersBeide semesters

Doelstellingen

In dit verdiepende college worden kennis en inzicht in het domein van de Romeinse archeologie en de bijhorende brede onderzoeksthema’s uitgebreid, en leert de student nieuwe inzichten te koppelen aan reeds verworven basiskennis. De student krijgt inzicht in het traject van kennisopbouw en hoe die kennis kritisch geëvalueerd kan worden binnen de brede archeologische discipline en het specifieke domein van de klassieke archeologie.

Begintermen

Basiskennis en -inzicht in de archeologie van de Romeinse wereld

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(F0YT4B) OF GELIJKTIJDIG(F0BN6A)


F0YT4BF0YT4B : Inleiding in de archeologie van de Romeinse wereld
F0BN6AF0BN6A : Inleiding in de klassieke archeologie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Archeologie van het Romeinse Imperium: hoorcollege (B-KUL-F0BY7a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit onderdeel behandelt het centrale thema van “Urbanisatie en romanisatie van Klein-Azië in perspectief”. Daarbij wordt aandacht geschonken aan de geografie van het schiereiland, de geschiedenis van Rome in het oosten van de Middellandse Zee, en vooral in Klein-Azië, de intellectuele ontwikkeling van het concept romanisatie/imperialisme met betrekking tot het Romeinse rijk, de geschiedenis van urbanisatie rond de Middellandse Zee als kader voor de studie van de urbanisatie van Romeins Klein-Azië, en de Romeinse stadsarchitectuur in dit gebied, als uiting van/laboratorium voor het vermelde concept.

Studiemateriaal

Nota’s en slides hoorcollege, presentaties, academische literatuur

Archeologie van het Romeinse Imperium: materiaalstudie (B-KUL-F0BY8a)

2 studiepunten : Practicum 13 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit onderdeel biedt inzichten in de aard van en onderzoeksmogelijkheden naar bepaalde vormen van materiële cultuur die typisch zijn voor de Romeinse wereld, zoals het relaas van sigillata en amforen, maar ook de rol van glazen, benen, metalen en andere voorwerpen. Ook de beeldende kunsten van de Romeinse wereld worden behandeld.

Studiemateriaal

Nota’s en slides hoorcollege, presentaties, academische literatuur

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Archeologie van het Romeinse Imperium (B-KUL-F2BY7a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk

Toelichting

Beide onderdelen worden geëvalueerd aan de hand van een paper: de paper voor 'Archeologie van het Romeinse Imperium: hoorcollege' telt voor 2/3 van het eindresultaat, de paper voor het onderdeel materiaalstudie telt voor 1/3 van het eindresultaat

Toelichting bij herkansen

Bij niet-slagen herwerken de studenten de paper(s) waarvoor geen voldoende werd behaald. 

ECTS History of Ancient Egypt (B-KUL-F0BY9A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term

Aims

Study and analysis of Pharaonic history and civilization, with particular attention to the periods between the beginning of the 3rd millenium and the end of the 1st millenium BCE

 

Previous knowledge

Basic knowledge and understanding of the archaeology of Egypt.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

History of Ancient Egypt (B-KUL-F0BY9a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term

Content

Acquire in-depth knowledge of the civilization of Pharaonic Egypt, through the examination of questions relating to its history, based on textual, archaeological and iconographic sources.

Course material

Literature, powerpoint

Format: more information

Lectures with powerpoint

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of Ancient Egypt (B-KUL-F2BY9a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions, Closed questions
Learning material : None

Explanation

Evaluation is based on a combination of factual knowledge as well as insight in the broader developments and evolutions in the History of Ancient Egypt.

 

 

ECTS Algemene muziekgeschiedenis (B-KUL-F0JA2A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De studenten inzicht bieden in de ontwikkeling van de geschiedenis van de westerse muziek vanaf het Vroege Christendom tot heden.

 

Begintermen

- algemene belangstelling voor muziek

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Algemene muziekgeschiedenis (B-KUL-F0JA2a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden de belangrijkste muziektechnische begrippen toegelicht, en worden de fundamentele muzikale parameters voorgesteld. In het tweede deel volgt een overzicht van de muziekgeschiedenis, waarbij voortdurende naar deze parameters wordt teruggekoppeld.

Studiemateriaal

Cursusmateriaal wordt momenteel aangemaakt, en zal tijdens de lessen worden bezorgd

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Algemene muziekgeschiedenis (B-KUL-F2JA2a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk

Toelichting

Het examen bestaat uit twee onderdelen:
1. het situeren en kort bespreken van enkele luisterfragmenten
2. het beantwoorden van enkele overzichtsvragen, eventueel uitgebreid met enkele meer gedetailleerde vragen

Beide onderdelen staan respectievelijk op 8/20 sp (deel 1) en 12/20 sp (deel 2).

Om voor het geheel van het examen te slagen, moet de student minstens de helft van de punten per onderdeel behalen. Indien niet aan deze voorwaarde voldaan is, kan de student nog maximaal 9/20 behalen voor het examen in zijn geheel.

Toelichting bij herkansen

Indien je bij de eerste examenkans 50% of meer behaalde voor beide examenonderdelen samen, maar je voldeed niet aan de bijkomende voorwaarde dat je voor elk onderdeel minstens de helft van de punten moet behalen, kan je een deeloverdracht krijgen voor het geslaagde examenonderdeel op voorwaarde dat je er minstens 70% van de punten op behaalde.

ECTS Inleiding tot het historisch onderzoek (B-KUL-F0LA0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
Soen Violet |  Hertsens Sébastien (medewerker)

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel toont de student dat "geschiedenis" een "werkwoord" is. 

Zo leert de deelnemer aan dit college:
- wat historici doen, hoe ze dat doen en waarom ze dat doen
- hoe het verhaal over het verleden ontstaat vanuit een grondig onderzoeksproces
- hoe de historische kritiek en methode dat onderzoeksproces onderbouwen
- hoe de historische discipline is ontstaan en hoe die zich verhoudt tot andere wetenschapsdisciplines en de maatschappij
 
Na dit opleidingsonderdeel kan de student de waarde beoordelen van historisch onderzoek en het belang van geschiedenis, zowel aan de universiteit als in de bredere maatschappij.
 

 

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Een (passieve) kennis van Engels en Frans (niveau humaniora) is warm aanbevolen.

Identieke opleidingsonderdelen

V0LA0A: Inleiding tot het historisch onderzoek

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot het historisch onderzoek (B-KUL-F0LA0a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Soen Violet |  Hertsens Sébastien (medewerker)

Inhoud

Dit historisch atelier biedt een algemene inleiding op historisch onderzoek en de menswetenschappen onder het motto: Geschiedenis is een werkwoord!

Geschiedenis aan de universiteit brengt niet zomaar een verhaal over het verleden, maar doet dat op basis van een zorgvuldig onderzoeksproces, waaraan methodologische voorwaarden worden gesteld. De cursus behandelt daarom de spelregels voor een wetenschappelijk verantwoord verhaal over het verleden. Zo komt de historicus tot een verantwoorde historische vraagstelling en een geschikte selectie van bronnen en werken. De historische kritiek helpt daarbij om een gedegen historische bewijsvoering en synthese te onderbouwen. 

Toch stelt dit onderzoeksproces ook methodologische uitdagingen en problemen: in hoeverre kan de historicus kennis over het verleden bereiken, in hoeverre kan hij continuïteit en verandering in kaart brengen en in hoeverre kan hij de maatschappij of het individu als oorzaak aanduiden? Deze methodologische vragen hebben steeds de ontwikkeling van de historische discipline gestuurd, en haar zo doen onderscheiden van andere wetenschapsgebieden. Niettemin biedt interdisciplinariteit vandaag een duidelijke meerwaarde voor historisch onderzoek. Tot slot wordt de rol van de historicus in de maatschappij bevraagd. Zo biedt dit college niet alleen inzicht in wat historici doen, hoe ze dat doen en waarom ze dat doen, maar ook in waarom en hoe de student geschiedenis (be)studeert. 

Studiemateriaal

V. Soen, Geschiedenis is een werkwoord. Een inleiding tot historisch onderzoek, Leuven, Leuven University Press, tweede editie, 2021 (https://lup.be/products/172240).

Slides met gevalstudies (Toledo)
 

Toelichting onderwijstaal

Nederlands 

Toelichting werkvorm

Er wordt verwacht dat de student de colleges actief volgt en nadien de geziene stof verwerkt en uitbreidt aan de hand van het handboek (dat ook 'test jezelf' vragen bevat).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot het historisch onderzoek (B-KUL-F2LA0a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding. 

ECTS Geschiedenis van de middeleeuwen (B-KUL-F0LA3A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om de ingrijpende evoluties uit te leggen die de West-Europese samenleving onderging tijdens de middeleeuwen (ca. 300-ca. 1500). De student kan de opeenvolgende veranderingen construeren, chronologisch ordenen, verklaren en kritisch evalueren. Tevens kan de student de belangrijkste middeleeuwse figuren die een bijdrage hebben geleverd aan deze evolutie identificeren en de meest kenmerkende begrippen uit de middeleeuwse geschiedenis uitleggen. Ten slotte verwerft de student inzicht in diverse theorieën en debatten in de historische wetenschap over de middeleeuwen.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de middeleeuwen (B-KUL-F0LA3a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deze cursus biedt een historisch overzicht van de ca. duizend jaar westerse Middeleeuwen. De lessenreeks bestaat uit een gemeenschappelijk deel (26 u.) voor alle doelgroepen en een complementair deel (13 u.) dat enkel door Bachelor 1 Geschiedenis wordt gevolgd. Het gemeenschappelijk deel is zo opgevat dat zowel de verschillende componenten van het laatantieke imperium als van de Middeleeuwen zelf worden verklaard. 

Het algemene gedeelte is onderverdeeld in twee grote blokken: (i) de late oudheid en vroege middeleeuwen (c. 300-1000) en (ii) de hoge en late middeleeuwen (c. 1000-1500). Binnen deze blokken komen achtereenvolgens de socio-economische ontwikkelingen, de politieke evoluties, de geschiedenis van Kerk en religie en de culturele verwezenlijkingen aan bod.

i. De late oudheid en vroege middeleeuwen (c. 300-1000)

  1. Van Romeinse provincies naar ‘barbaarse’ koninkrijken
  2. De landbouwsamenleving in de vroege middeleeuwen
  3. Handel en nijverheid in de vroege middeleeuwen
  4. De post-imperiale successor-states
  5. De Karolingen: ambitie en impact
  6. De opkomst van Kerk en christendom
  7. Cultuur en intellectueel leven in de vroege middeleeuwen

ii. De hoge en late middeleeuwen (c. 1000-1500

  1. De landbouwsamenleving in de hoge en late middeleeuwen
  2. De opkomst van de steden
  3. Handel, nijverheid en de commerciële revolutie
  4. Staatsvorming en heerlijkheden
  5. Een Kerk in hervorming
  6. Politiek en representatie in de late middeleeuwen
  7. De laatmiddeleeuwse Kerk: crisis en vitaliteit
  8. Cultuur en intellectueel leven in de hoge en late middeleeuwen

Studiemateriaal

  • Slides van powerpoint-presentaties
  • Cursustekst (in voorbereiding): verplichte leerstof
  • Aanvullende informatie in pdf-artikels op Toledo

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LA3B : Geschiedenis van de middeleeuwen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de middeleeuwen (B-KUL-F2LA3a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

Dit onderwijsonderdeel wordt geëvalueerd met een schriftelijk examen, dat uit vier vragen bestaat:

1. Een algemene overzichtsvraag die peilt naar de kennis over een specifiek gedeelte uit de cursus.

2. Een inzichtvraag, bijvoorbeeld een commentaar op een historisch statement, een vergelijking of een verband tussen twee of meerdere gedeelten uit de cursus, die peilt naar het kritisch-analytisch denken.

3. Een korte toelichting bij een bronfragment dat behandeld wordt in de cursus of in de slides.

4. De toelichting en situering van een term of personage uit de cursus.

Zowel politieke, socio-economische als religieuze ontwikkelingen zullen aan bod komen in de vragen.

ECTS Geschiedenis van de middeleeuwen (B-KUL-F0LA3B)

6 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Algemeen gedeelte
Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om de ingrijpende evoluties uit te leggen die de West-Europese samenleving onderging tijdens de middeleeuwen (ca. 300-ca. 1500). De student kan de opeenvolgende veranderingen construeren, chronologisch ordenen, verklaren en kritisch evalueren. Tevens kan de student de belangrijkste middeleeuwse figuren die een bijdrage hebben geleverd aan deze evolutie identificeren en de meest kenmerkende begrippen uit de middeleeuwse geschiedenis uitleggen. Ten slotte verwerft de student inzicht in diverse theorieën en debatten in de historische wetenschap over de middeleeuwen.

Capita selecta
Studenten kunnen aan het einde van het semester de veelzijdige relaties analyseren tussen het christelijke westen en de omliggende cultuurgebieden tijdens de middeleeuwen. In dit gedeelte zal er ook bijzondere aandacht zijn voor culturele thema’s.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

V0LA3A: Geschiedenis van de middeleeuwen
V0LA3B: Geschiedenis van de middeleeuwen

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de middeleeuwen (B-KUL-F0LA3a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deze cursus biedt een historisch overzicht van de ca. duizend jaar westerse Middeleeuwen. De lessenreeks bestaat uit een gemeenschappelijk deel (26 u.) voor alle doelgroepen en een complementair deel (13 u.) dat enkel door Bachelor 1 Geschiedenis wordt gevolgd. Het gemeenschappelijk deel is zo opgevat dat zowel de verschillende componenten van het laatantieke imperium als van de Middeleeuwen zelf worden verklaard. 

Het algemene gedeelte is onderverdeeld in twee grote blokken: (i) de late oudheid en vroege middeleeuwen (c. 300-1000) en (ii) de hoge en late middeleeuwen (c. 1000-1500). Binnen deze blokken komen achtereenvolgens de socio-economische ontwikkelingen, de politieke evoluties, de geschiedenis van Kerk en religie en de culturele verwezenlijkingen aan bod.

i. De late oudheid en vroege middeleeuwen (c. 300-1000)

  1. Van Romeinse provincies naar ‘barbaarse’ koninkrijken
  2. De landbouwsamenleving in de vroege middeleeuwen
  3. Handel en nijverheid in de vroege middeleeuwen
  4. De post-imperiale successor-states
  5. De Karolingen: ambitie en impact
  6. De opkomst van Kerk en christendom
  7. Cultuur en intellectueel leven in de vroege middeleeuwen

ii. De hoge en late middeleeuwen (c. 1000-1500

  1. De landbouwsamenleving in de hoge en late middeleeuwen
  2. De opkomst van de steden
  3. Handel, nijverheid en de commerciële revolutie
  4. Staatsvorming en heerlijkheden
  5. Een Kerk in hervorming
  6. Politiek en representatie in de late middeleeuwen
  7. De laatmiddeleeuwse Kerk: crisis en vitaliteit
  8. Cultuur en intellectueel leven in de hoge en late middeleeuwen

Studiemateriaal

  • Slides van powerpoint-presentaties
  • Cursustekst (in voorbereiding): verplichte leerstof
  • Aanvullende informatie in pdf-artikels op Toledo

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LA3A : Geschiedenis van de middeleeuwen

Geschiedenis van de middeleeuwen: capita selecta (B-KUL-F0LA4a)

2 studiepunten : College 13 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De Capita Selecta focussen op de omliggende cultuurregio’s van West-Europa, zoals de Islamwereld, het Byzantijnse Rijk en Scandinavië. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de interacties tussen deze regio’s en de culturele uitwisseling. Aan bod komen onder meer het Oost-Romeinse Rijk onder Justinianus de Grote, de opkomst van de Islam en de Kruistochten. Deze thema’s moeten de euro-centristische blik van het algemene gedeelte verruimen door inzicht te verschaffen in niet-Europese culturen.

Studiemateriaal

  • Slides van powerpoint-presentaties
  • Cursustekst (in voorbereiding): verplichte leerstof
  • Aanvullende informatie in pdf-artikels op Toledo

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de middeleeuwen (B-KUL-F2LA3b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

Dit onderwijsonderdeel wordt geëvalueerd met een schriftelijk examen, dat uit vier vragen bestaat:

1. Een algemene overzichtsvraag die peilt naar de kennis over een specifiek gedeelte uit de cursus.

2. Een inzichtvraag, bijvoorbeeld een commentaar op een historisch statement, een vergelijking of een verband tussen twee of meerdere gedeelten uit de cursus, die peilt naar het kritisch-analytisch denken.

3. Een korte toelichting bij een bronfragment dat behandeld wordt in de cursus of in de slides.

4. De toelichting en situering van een term of personage uit de cursus.

Minstens één van de vier vragen zal handelen over de Capita Selecta. Verder zullen zowel politieke, socio-economische als religieuze ontwikkelingen aan bod komen in de vragen.

ECTS Geschiedenis van de nieuwe tijd (B-KUL-F0LA5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De studenten kennis en inzicht laten verwerven over de ontwikkelingen die zich tijdens de vroegmoderne periode (1450-1800) in de Europese samenlevingen voordeden. Daarbij gaat bijzondere aandacht gaat uit naar de samenhang tussen gebeurtenissen die zich (vrijwel) gelijktijdig in verschillende domeinen (politiek, religie, cultuur en economie) voordeden. Ook de impact van de Europese expansie op andere werelddelen komt aan bod.

 

Begintermen

Goede leesvaardigheid, zowel in het Nederlands als in het Engels. Vermogen tot synthetiseren en analyseren van de leerstof.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de nieuwe tijd (B-KUL-F0LA5a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Dit college geeft een overzicht van de geschiedenis van Europa en de Europese expansie van het midden van de 15de eeuw tot het einde van de 18de eeuw. De inhoud is chronologisch en thematisch ingedeeld. Eerst komt de periode van ca. 1450 tot ca. 1650 aan bod en in een tweede deel de periode van ca. 1650 tot ca. 1800. In elk van die twee blokken behandelen we politieke, religieuze, economische, sociale en culturele evoluties. De nadruk ligt op de hoofdlijnen van die evoluties, de hoofdrolspelers, de belangrijkste thematische kwesties en grote verschuivingen. Detailkwesties worden als specifieke voorbeelden behandeld, zodat je naar analogie in de toekomst zelf andere detailkwesties binnen de hoofdlijnen kan situeren en verklaren.

Studiemateriaal

- Uitgewerkte slides op Toledo

- Aanbevolen literatuur

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LA5B : Geschiedenis van de nieuwe tijd

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de nieuwe tijd (B-KUL-F2LA5a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Geschiedenis van de nieuwe tijd (B-KUL-F0LA5B)

6 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

  • Een grondige kennis verwerven van de belangrijkste evoluties in de Nieuwe Tijd/ vroegmoderne periode (1450-1800) over Europa en de Europese expansie en met betrekking tot de verschillende domeinen van het menselijke handelen (politiek, religie, economie, sociale verhoudingen, cultuur).
  • Inzicht verwerven in de chronologische en thematische samenhang van de evoluties die zich in de Nieuwe Tijd voordeden.
  • In staat zijn om de verschillende dimensies van een specifieke tijdsgebonden en thema gebonden evolutie in de Nieuwe Tijd op een bevattelijke manier uit te leggen en daarbij het onderscheid te kunnen maken tussen belangrijkste factoren en ondergeschikte kwesties.
  • In staat zijn om belangrijke personen, feiten, stromingen, etc. uit de geschiedenis van de Nieuwe Tijd beknopt uit te leggen voor een breed publiek.

Begintermen

Goede leesvaardigheid, zowel in het Nederlands als in het Engels.

Identieke opleidingsonderdelen

V0LA5A: Geschiedenis van de nieuwe tijd
V0LA5B: Geschiedenis van de nieuwe tijd

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de nieuwe tijd (B-KUL-F0LA5a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Dit college geeft een overzicht van de geschiedenis van Europa en de Europese expansie van het midden van de 15de eeuw tot het einde van de 18de eeuw. De inhoud is chronologisch en thematisch ingedeeld. Eerst komt de periode van ca. 1450 tot ca. 1650 aan bod en in een tweede deel de periode van ca. 1650 tot ca. 1800. In elk van die twee blokken behandelen we politieke, religieuze, economische, sociale en culturele evoluties. De nadruk ligt op de hoofdlijnen van die evoluties, de hoofdrolspelers, de belangrijkste thematische kwesties en grote verschuivingen. Detailkwesties worden als specifieke voorbeelden behandeld, zodat je naar analogie in de toekomst zelf andere detailkwesties binnen de hoofdlijnen kan situeren en verklaren.

Studiemateriaal

- Uitgewerkte slides op Toledo

- Aanbevolen literatuur

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LA5A : Geschiedenis van de nieuwe tijd

Geschiedenis van de nieuwe tijd: capita selecta (B-KUL-F0LA6a)

2 studiepunten : College 13 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Het college capita selecta, exclusief voor de historici, behandelt de beginnende globalisering van de 15de tot de 18de eeuw. We snijden een reeks thema's aan over hoe wij hen beïnvloedden en zij ons, dat wil zeggen Europa en de wereld buiten Europa.

Studiemateriaal

Powerpointpresentaties op Toledo

Toelichting werkvorm

activerend hoorcollege

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de nieuwe tijd (B-KUL-F2LA5b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De reeks Capita Selecta maakt integraal deel uit van de te bestuderen leerstof. In beginsel komt een van de drie vragen tijdens het examen uit de reeks Capita Selecta. 

ECTS Geschiedenis van de nieuwste tijd (B-KUL-F0LA7A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Studenten krijgen een breed overzicht van de evolutie van de westerse wereld van het midden van de 18e eeuw tot heden. Ze krijgen een grondig inzicht in de politieke, sociaaleconomische en culturele ontwikkelingen van Europa en de Verenigde Staten en hun relatie met andere delen van de wereld.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de nieuwste tijd (B-KUL-F0LA7a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Studenten verwerven een dieper inzicht in het historisch proces én de historiografische interpretatie van bepaalde topics uit de Nieuwste Tijd. Ze bestuderen de politieke revoluties en de sociale en economische mutaties (ca. 1750-1815); de opgang van het liberalisme en de consolidatie van nationale staten (ca. 1815-1871); de sociale en democratische wending, het imperialisme en groeiend nationalisme (ca. 1870-1914); de Eerste Wereldoorlog, de instabiele economie en de politieke crisis in het interbellum en de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog (1914-1945); de naoorlogse reconstructie, de Koude Oorlog en dekolonisatie (1945-1989); de post-Koude Oorlog periode en globalisering. Bij elke bestudeerde periode krijgen studenten een algemeen overzicht van de voornaamste culturele stromingen en kunstvormen.

Studiemateriaal

Slides van de PowerPoint-presentaties en lesnotities.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LA7B : Geschiedenis van de nieuwste tijd

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de nieuwste tijd (B-KUL-F2LA7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Schriftelijk examen dat peilt naar kennis en inzicht in historische processen: 2 hoofdvragen (80% van de quotering); 2 korte vragen (identificatie van een persoon, feit of begrip, 20%)
 

NB: Tussentijdse toets
Take home test in de loop van het semester; antwoord in te dienen via Toledo; feedback door het monitoraat

ECTS Geschiedenis van de nieuwste tijd (B-KUL-F0LA7B)

6 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Studenten krijgen een breed overzicht van de evolutie van de westerse wereld van het midden van de 18e eeuw tot heden. Ze krijgen een grondig inzicht in de politieke, sociaaleconomische en culturele ontwikkelingen van Europa en de Verenigde Staten en hun relatie met andere delen van de wereld.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

V0LA7A: Geschiedenis van de nieuwste tijd

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de nieuwste tijd (B-KUL-F0LA7a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Studenten verwerven een dieper inzicht in het historisch proces én de historiografische interpretatie van bepaalde topics uit de Nieuwste Tijd. Ze bestuderen de politieke revoluties en de sociale en economische mutaties (ca. 1750-1815); de opgang van het liberalisme en de consolidatie van nationale staten (ca. 1815-1871); de sociale en democratische wending, het imperialisme en groeiend nationalisme (ca. 1870-1914); de Eerste Wereldoorlog, de instabiele economie en de politieke crisis in het interbellum en de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog (1914-1945); de naoorlogse reconstructie, de Koude Oorlog en dekolonisatie (1945-1989); de post-Koude Oorlog periode en globalisering. Bij elke bestudeerde periode krijgen studenten een algemeen overzicht van de voornaamste culturele stromingen en kunstvormen.

Studiemateriaal

Slides van de PowerPoint-presentaties en lesnotities.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LA7A : Geschiedenis van de nieuwste tijd

Geschiedenis van de nieuwste tijd: capita selecta (B-KUL-F0LA8a)

2 studiepunten : College 13 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Bij de 'capita selecta' gaan studenten dieper in op specifieke historische processen/problemen uit de negentiende en/of twintigste eeuw.  Studenten worden vertrouwd met historisch wetenschappelijk onderzoek rond één of meerdere thema’s en maken kennis met verschillende historiografische vraagstellingen, interpretaties en debatten.

Studiemateriaal

Elk academiejaar wordt een boek of een aantal wetenschappelijke artikels als verplichte lectuur bij de colleges aangeboden.

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges met discussiemomenten. De colleges diepen telkens één subthema uit.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de nieuwste tijd (B-KUL-F2LA7b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Schriftelijk examen dat peilt naar kennis en inzicht in historische processen: 2 hoofdvragen (80% van de quotering); 2 korte vragen (identificatie van een persoon, feit of begrip, 20%)

NB: Tussentijdse toets
Take home test in de loop van het semester; antwoord in te dienen via Toledo; feedback door het monitoraat

ECTS Geschiedenis van interculturele contacten (B-KUL-F0LA9A)

6 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De student is in staat om aan de hand van voorbeelden uit de wereldgeschiedenis eurocentrische geschiedenisbeelden in vraag te stellen.
De student is in staat om de lange termijn evoluties in de wereldgeschiedenis te duiden en toe te lichten.
De student is in staat om inzichten in processen van interculturele uitwisseling te verwoorden.
De student is in staat om ideeën over globale interacties in historisch perspectief kritisch te bevragen.

 

Begintermen

Basiskennis van de Europese en de wereldgeschiedenis

Identieke opleidingsonderdelen

V0LA9A: Geschiedenis van interculturele contacten

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van interculturele contacten (B-KUL-F0LA9a)

6 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De colleges zijn een uitnodiging om de eigen Europese/ westerse geschiedenis te leren zien als een onderdeel van een steeds veranderende wereld met andere culturen, religies en politiek-economische systemen, die elkaar wederzijds beïnvloeden. Concreet worden grote routes van interculturele uitwisseling bestudeerd in de Middellandse Zee, de Sahara, de Atlantische oceaan, Centraal- en Zuid-Oost-Azië en de Indische oceaan. Grote religies als de christelijke, de islam, boeddhisme en hindoeïsme lopen als een rode draad door het geheel en worden in hun verschillende culturele gedaanten geëxploreerd. Knooppunten van interculturele uitwisseling worden geanalyseerd, zoals Timboektoe,  Perzië, Anatolië/Ottomaans Turkije, Melakka, de Caraïben. De interculturele ontwikkelingen, wederzijdse percepties en confrontaties worden telkens in een brede historische context gesitueerd en verklaard. Hoewel het om een geschiedenis van gebieden buiten Europa gaat, zijn de interacties van het Zuiden/ het Oosten met Europa/ het Westen een groot deel van het verhaal.

Deze cursus wordt om de twee jaar gedoceerd. In het jaar dat de cursus niet gedoceerd wordt, zijn de cursustekst en de powerpoint presentaties ter beschikking van de studenten die omwille van hun programma toch examen moeten afleggen over het opleidingsonderdeel en organiseren de docenten voor die groep studenten een vragensessie.

Studiemateriaal

- cursustekst
- powerpoint presentaties

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges waarin schematisch en met behulp van powerpoint presentaties de grote evoluties van de wereldgeschiedenis geschetst worden vanuit het perspectief van interculturele uitwisselingen. Door gerichte vragen van de docenten en de mogelijkheid van open vragen door de studenten wordt de klemtoon gelegd op inzicht in de cruciale factoren van de beschreven evoluties . Met behulp van de cursustekst door de docenten geschreven, door eigen lectuur van handboeken wereldgeschiedenis en met behulp van nuttige websites over wereldgeschiedenis kunnen de studenten zelfstandig de in de hoorcollege verworven kennis aanvullen, verdiepen en uitbreiden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van interculturele contacten (B-KUL-F2LA9a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De examenvragen zijn essayvragen. Het examen duurt 3 uur.

ECTS Geschiedenis van de geschiedschrijving (B-KUL-F0LB1A)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester
Tollebeek Johan |  Swerts Kas (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Doel van dit college is de studenten inzicht te verschaffen in de zeer uiteenlopende wijzen waarop in het verleden met de geschiedenis is omgegaan. Deze geschiedenis van het historisch besef en van de geschiedschrijving (historiografie) moet hen een beeld geven van de intellectuele en politieke tradities waaruit de huidige geschiedwetenschap is voortgekomen, en hen tevens tot een reflectie op dit vak brengen

Begintermen

Geen voorkennis vereist

Identieke opleidingsonderdelen

V0LB1A: Geschiedenis van de geschiedschrijving

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de geschiedschrijving (B-KUL-F0LB1a)

6 studiepunten : College 52 Tweede semesterTweede semester
Tollebeek Johan |  Swerts Kas (plaatsvervanger)

Inhoud

In het college zal een chronologisch geordend overzicht van de globale geschiedschrijving worden geboden, en dat vanaf de Oudheid - over de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd - tot de eenentwintigste eeuw. Daarbij zal telkens een aantal vragen centraal staan: welke functie vervulde de geschiedschrijving in de toenmalige beschaving, welke vormen nam zij aan, wat waren de belangrijkste drijfveren van de historici, welke methoden en strategieën gebruikten zij om hun doel te bereiken? De geschiedenis van de historiografie zal expliciet worden gepresenteerd als een onderdeel van de cultuurgeschiedenis én als een globaal verschijnsel: interculturele contacten waren zodanig belangrijk in de ontwikkeling van de geschiedschrijving dat niet-westerse genres en praktijken doorheen de cursus een prominente plaats krijgen.

Studiemateriaal

Verplichte lectuur: Daniel Woolf, A concise history of history. Global historiography from Antiquity to the present (Cambridge: University Press, 2019). [ca. €30]

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de geschiedschrijving (B-KUL-F2LB1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

De evaluatie vindt plaats aan de hand van ruim gestelde vragen, gericht op de toetsing van feitelijke kennis, maar ook en vooral van inzicht in algemene historiografische problemen als de functie en werking van de geschiedschrijving en haar vertakking in verschillende genres.
 

ECTS Historiografie in de oudheid (B-KUL-F0LB3A)

6 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester
Schorn Stefan |  Zaccaria Pietro (plaatsvervanger)

Doelstellingen

De kennismaking met de geschiedschrijving van de Grieken en de Romeinen streeft een tweevoudig doel na. Het college wil de aandacht vestigen op de eigen waarde van de antieke historiografische werken als bron voor onze kennis van de geschiedenis van de Oudheid. Tegelijkertijd wordt de Grieks-Romeinse geschiedschrijving beschouwd als een belangrijk facet van de literatuur en het geestesleven in de Oudheid. In dit opleidingsonderdeel staat de vraag centraal hoe de Griekse en Romeinse geschiedschrijvers inhoudelijk en literair vorm hebben gegeven aan de verleden gebeurtenissen die ze in hun werk beschrijven.

Begintermen

Historiografie van de Oudheid richt zich vooral op studenten van Geschiedenis met afstudeerrichting Oudheid, Klassieke Studies en Archeologie. Een goede kennis van de Griekse en Romeinse geschiedenis is nodig om de geschiedschrijving over deze periode te kunnen begrijpen en wordt van de deelnemers verwacht. Kennis van Latijn en Grieks is nuttig, maar niet vereist: Griekse en Latijnse citaten worden steeds met vertaling gegeven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Historiografie in de oudheid (B-KUL-F0LB3a)

6 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester
Schorn Stefan |  Zaccaria Pietro (plaatsvervanger)

Inhoud

In een chronologisch geordende uiteenzetting worden de voornaamste geschiedschrijvers van de Oudheid voorgesteld en besproken. Het overzicht dat begint bij Homerus en eindigt bij Ammianus Marcellinus, tracht aldus de evolutie van het historisch genre in de Oudheid weer te geven. Tegelijkertijd wil het college de student vertrouwd maken met de rijkdom en de diversiteit van het geschiedenisbegrip in de Oudheid en de antieke theorieën van historiografie.


Te behandelen onderwerpen:
• Historiografie voor Herodotus? (Oude Nabije Oosten, Griekse poëzie, periplus-literatuur, logografie, Hecataeus, lokale historiografie)
• Herodotus en zijn tijdgenoten
• Thucydides
• Xenophon en de historiografie van de vierde eeuw (o.m. Ephorus, Theopompus)
• De Griekse historiografie tijdens het hellenisme (o.m. Duris, Hieronymus, Timaeus, Alexanderhistorici, Polybius; antiquarische literatuur, biografie; historiografische stromingen: retorische, tragische, pragmatische historiografie)
• De vroege Romeinse historiografie (annalisten, memoires etc.)
• Caesar
• Sallustius
• Diodorus
• De historiografie van de vroege keizertijd (o.m. Livius, Tacitus, Arrianus, Cassius Dio)
• Biografie en para-historische literatuur in de keizertijd (o.m. Suetonius, Plutarchus, Plinius, Pausanias, Diogenes Laertius)
• De historiografie van het laat-Romeinse Keizerrijk (o.m. Ammianus, Historia Augusta)
• Het begin van de christelijke historiografie

Studiemateriaal

Handboek: G. Schepens, Historiografie in de Oudheid, Leuven 2011 (--> Toledo); artikels die op Toledo ter beschikking worden gesteld; inhoud van de colleges, Powerpoint presentaties

Toelichting werkvorm

College met interactieve elementen (bespreking van artikels die door de studenten thuis worden voorbereid)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historiografie in de oudheid (B-KUL-F2LB3a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Gesloten boek examen met 3 vragen: 2 hoofdvragen die samen voor 90% verrekend worden en een kleine vraag die voor 10% verrekend wordt. Er worden ook vragen gesteld op basis van de verplichte lectuur.

ECTS Inleiding tot de economie (B-KUL-F0LB6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Buyst Erik |  Vermeyen Anouk (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Dit college heeft als fundamentele doelstelling de studenten vertrouwd te maken met de concepten en theorieën die in de economische wetenschap worden gebruikt om de economische aspecten van de werkelijkheid te verklaren.

De student kan economische concepten gebruiken om economisch-historische fenomenen te definiëren.

De student kan economische modellen gebruiken om economisch-historische processen te verklaren. 

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de economie (B-KUL-F0LB6a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Buyst Erik |  Vermeyen Anouk (plaatsvervanger)

Inhoud

In een eerste gedeelte wordt aandacht besteed aan een aantal elementen van de micro-economie, zoals prijsvorming op de markt en het producentengedrag, bv. het verloop van kostencurven. Nadien komt de macro-economie aan bod: nationale rekeningen, macro-economische kringloop, arbeidsmarkt, inflatie, geld, wisselkoersen.

 

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal: Erik BUYST, Economie voor menswetenschappers, Leuven, Acco, 2020.
Aanbevolen studiemateriaal: André DECOSTER (eds.), Economie. Een inleiding, Leuven, Universitaire Pers, 2017.
N.G. Mankiw en M.P. Taylor, Economics, South-Western, 2012.
Toledo

Toelichting werkvorm

Naast de hoorcolleges krijgt de student oefeningen voorgeschoteld die hem vertrouwd moeten maken met de deductieve denkmethode. Hij leert daarmee het economische handelen van de mens te abstraheren door gebruik te maken van een aantal concepten en theorieën. Op die manier kan hij micro- en macro-economische problemen grafisch voorstellen en analyseren. De student krijgt voorbeelden van historische toepassingen die hij zelf verder uitwerkt.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de economie (B-KUL-F2LB6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Bepaling examenresultaat:
Het examen wordt beoordeeld door de titularis, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het examenresultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Examenkenmerken
Het examen bestaat uit open vragen, gesloten boek.
Van de student wordt verwacht dat hij economische concepten en grafische technieken kan toepassen om economische problemen te analyseren.

ECTS Initiatie in de historische praktijk: oefeningen (B-KUL-F0LC1A)

8 studiepunten Nederlands 42 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Thomas Werner (coördinator) |  De Wachter Lieve |  Meijns Brigitte |  Rodriguez Garcia Magaly |  Schorn Stefan |  Thomas Werner |  De Ridder Bram (plaatsvervanger) |  Acke Leendert (medewerker) |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Coninck Erik (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker) |  Van Hoeck Evi (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

- Je kan op een adequate manier informatie uit historische bronnen en historisch-wetenschappelijke literatuur (referentiewerken, wetenschappelijke artikels en monografieën, recensies) verzamelen, analyseren, kritisch evalueren en in je eigen tekst verwerken.
- Je kent de basisprincipes van de historische kritiek en kan ze toepassen op een historische bron. Je hebt inzicht in de mogelijkheden en beperktheden van geschreven bronnen voor historisch onderzoek, in het bijzonder van verhalende bronnen (middeleeuwen, nieuwe en nieuwste tijd) en van historiografische en biografische werken (oudheid)
- Je kan een verantwoorde historische onderzoeksvraag formuleren.
- Je kan een beperkt historisch onderzoek op basis van bronnen en secundaire literatuur aanvatten, uitvoeren, en de conclusies in correct academisch Nederlands uitschrijven.
- Je hebt een kritische attitude tegenover de kennis over het verleden en zijn bronnen.        

 

Begintermen

- Je volgt (of hebt gevolgd) F0LA0A Inleiding tot het historisch onderzoek en F0YR4A L-Informatievaardigheden (of een door de POC goedgekeurde gelijkwaardige leerinhoud).
- Je neemt een kritische houding aan bij de analyse van bronteksten en wetenschappelijke literatuur, en je beschikt over een goede schrijfvaardigheid.
- Je begrijpt het Nederlands in academische teksten zoals het in universitaire cursussen en in de wetenschappelijke literatuur  wordt gebruikt.
- Je bent bereid tot het passief lezen van historisch Nederlands, Frans en Engels (voor Oudheid ook Duits).

 

Identieke opleidingsonderdelen

V0LC1A: Initiatie in de historische praktijk: oefeningen

Onderwijsleeractiviteiten

Initiatie in de historische praktijk: historische kritiek (B-KUL-F0LC1a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester
Meijns Brigitte |  Rodriguez Garcia Magaly |  Schorn Stefan |  Thomas Werner |  De Ridder Bram (plaatsvervanger) |  Acke Leendert (medewerker) |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Coninck Erik (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker) |  Van Hoeck Evi (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Je past de principes van de historische kritiek toe op een bron (een tekst) uit één historische periode (oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd). De colleges brengen je de elementaire vaardigheden in het historisch onderzoek van een historische bron bij. Je past zelf de heuristiek toe voor je oefening, wat wil zeggen dat je wetenschappelijke literatuur over je bron en je thema zoekt en raadpleegt. In de colleges worden methoden en technieken aangereikt om je bron kritisch te ontleden.

Doorheen het semester wordt door docent en assistent tussentijds feedback gegeven op diverse stadia van heuristiek, onderzoek en redactie van de oefening.

Concrete richtlijnen over de omvang van de oefening worden gecommuniceerd via Toledo.

Studiemateriaal

Elektronische leeromgeving Toledo.

Presentatiesoftware.

Voorbeeldmateriaal (bronnen, wetenschappelijke edities van bronnen, werken).

Werner Thomas e.a., Geschiedenis schrijven. Praktische handleiding voor het opstellen van historische papers, Leuven, 2020.

Enrico Castro Morales en Ruth Lintermans, Handleiding refereren en Zotero. Praktische gids voor studenten, Leuven, 2020.

Tim Piceu en Sara Broucke, Handleiding historische werkinstrumenten, Leuven, 2020.

Lieve De Wachter en Carolien Van Soom, Academisch schrijven. Een praktische gids, Leuven: Acco, 2010.

De drie handleidingen en de schrijfgids worden tijdens de lessen actief gebruikt, en ook voor de uitwerking van je papers voor dit opleidingsonderdeel en voor alle andere papers van de opleiding heb je ze nodig. De handleidingen worden in pdf via Toledo aangeboden. De schrijfgids is verkrijgbaar bij Acco (ongeveer 20 euro voor niet-leden, 17 euro voor leden).

Toelichting werkvorm

Via hoorcolleges en onderwijsleergesprekken levert de docent een aantal methodologische basiscompetenties aan, in het bijzonder met betrekking tot de historische kritiek en het formuleren van de historische vraagstelling.
- Je bent op deze bijeenkomsten aanwezig. Actieve deelname aan deze interactieve lesvorm laat je toe om de problemen die jij en je medestudenten ontmoeten tijdens jullie individueel onderzoekswerk te detecteren en op te lossen.
- Daarnaast krijg je verschillende individuele deelopdrachten met strikte deadlines, in het bijzonder met betrekking tot de historische kritiek en tekstanalyse en met betrekking tot de formulering van een onderzoeksvraag. Die opdrachten worden verbeterd en je krijgt individuele en collectieve feedback.
 

Groepen Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd: de opdrachten en het opvolgen van de feedback zijn verplicht en maken deel uit van het evaluatieproces.
Groep Oudheid: de opdrachten bouwen op elkaar voort. Hoewel ze, net als het opvolgen van de feedback, verplicht zijn, word je enkel op de definitieve versie van de paper gequoteerd.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LC1B : Initiatie in de historische praktijk: historische kritiek

Initiatie in de historische praktijk: casestudy (B-KUL-F0XU6a)

4 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester
De Wachter Lieve |  Meijns Brigitte |  Rodriguez Garcia Magaly |  Schorn Stefan |  Thomas Werner |  De Ridder Bram (plaatsvervanger) |  Acke Leendert (medewerker) |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Coninck Erik (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker) |  Van Hoeck Evi (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Je voert een beperkt historisch onderzoek uit over een bepaald thema op basis van een bepaalde bron (een tekst) uit één historische periode (oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd). Indien van toepassing, gebeurt dit in combinatie met meerdere gelijksoortige bronnen die je zelf hebt opgespoord. De colleges brengen je de elementaire vaardigheden in het voeren en uitschrijven van historisch onderzoek bij. Je past zelf de heuristiek toe voor je oefening, wat wil zeggen dat je wetenschappelijke literatuur over je thema zoekt en raadpleegt en in je oefening integreert.

Doorheen het semester wordt door docent en assistent tussentijds feedback gegeven op diverse stadia van heuristiek, onderzoek en redactie van de oefening.

Concrete richtlijnen over de omvang van de oefening worden gecommuniceerd via Toledo.

Studiemateriaal

Elektronische leeromgeving Toledo.

Presentatiesoftware.

Voorbeeldmateriaal (bronnen, wetenschappelijke edities van bronnen, werken).

Werner Thomas e.a., Geschiedenis schrijven. Praktische handleiding voor het opstellen van historische papers, Leuven, 2020.

Enrico Castro Morales en Ruth Lintermans, Handleiding refereren en Zotero. Praktische gids voor studenten, Leuven, 2020.

Tim Piceu en Sara Broucke, Handleiding historische werkinstrumenten, Leuven, 2020.

Lieve De Wachter en Carolien Van Soom, Academisch schrijven. Een praktische gids, Leuven: Acco, 2010.

De drie handleidingen en de schrijfgids worden tijdens de lessen actief gebruikt, en ook voor de uitwerking van je papers voor dit opleidingsonderdeel en voor alle andere papers van de opleiding heb je ze nodig. De handleidingen worden in pdf via Toledo aangeboden. De schrijfgids is verkrijgbaar bij Acco (ongeveer 20 euro voor niet-leden, 17 euro voor leden).

 

Toelichting werkvorm

Via hoorcolleges en onderwijsleergesprekken levert de docent een aantal methodologische basiscompetenties aan, in het bijzonder met betrekking tot het uitschrijven van een onderzoekspaper of artikel.
- Je bent op deze bijeenkomsten aanwezig. Actieve deelname aan deze interactieve lesvorm laat je toe om de problemen die jij en je medestudenten ontmoeten tijdens jullie individueel onderzoekswerk te detecteren en op te lossen.
- Daarnaast krijg je verschillende individuele deelopdrachten met strikte deadlines, in het bijzonder met betrekking tot de opbouw van een wetenschappelijk artikel. Die opdrachten worden verbeterd en je krijgt individuele en collectieve feedback.
 

Groepen Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd: de opdrachten en het opvolgen van de feedback zijn verplicht en maken deel uit van het evaluatieproces.
Groep Oudheid: de opdrachten bouwen op elkaar voort. Hoewel ze, net als het opvolgen van de feedback, verplicht zijn, word je enkel op de definitieve versie van de paper gequoteerd.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Initiatie in de historische praktijk: oefeningen (B-KUL-F2LC1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor het vak gelden volgende voorwaarden:

•           Aanwezigheid in alle lessen en ondersteunende sessies is verplicht.

Bij twee keer ongewettigde afwezigheid verlies je het recht op ondersteuning en feedback door de praktijkassistent of docent. Als je een geldige reden hebt om niet in de les te zijn, laat je dit op voorhand of ten laatste de dag zelf weten aan de praktijkassistent, met bewijsstukken. Het verlies van ondersteuning en feedback geldt zowel voor de feedback op de eerste versies van de papers als voor de ondersteuning via mail of tijdens het spreekuur van de praktijkassistent of docent.

•           Deelname aan alle evaluatie-onderdelen is noodzakelijk om te kunnen slagen voor het OPO. De opdrachten moeten bovendien voldoen aan de basisvoorwaarde op het vlak van omvang (zie Toledo voor meer informatie).

Als je een deelopdracht niet indient krijg je een NA als evaluatie ('niet afgelegd'), mag je niet meer deelnemen aan de volgende opdrachten en verlies je zo de mogelijkheid om in de eerste zittijd te slagen voor het vak.

•           Het integreren van de feedback van praktijkassistent en docent in een volgende versie is verplicht en maakt deel uit van de evaluatie van die definitieve paper. Het niet-integreren van de feedback heeft zo gevolgen voor je eindresultaat.

•           Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

 

Groepen Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd: het eindresultaat voor het vak wordt bepaald door de definitieve versies van de deelopdrachten.

Groep Oudheid: De evaluatie heeft enkel betrekking op de eindpaper.

 

 

Toelichting bij herkansen

Bij herkansing werk je verder met dezelfde bron.

ECTS Initiatie in de historische praktijk: historische kritiek (B-KUL-F0LC1B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Thomas Werner (coördinator) |  Meijns Brigitte |  Rodriguez Garcia Magaly |  Schorn Stefan |  Thomas Werner |  De Ridder Bram (plaatsvervanger) |  Acke Leendert (medewerker) |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Coninck Erik (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker) |  Van Hoeck Evi (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

- Je kan op een adequate manier informatie uit historische bronnen en historisch-wetenschappelijke literatuur (referentiewerken, wetenschappelijke artikels en monografieën, recensies) verzamelen.
- Je kent de basisprincipes van de historische kritiek en kan ze toepassen op een historische bron. Je hebt inzicht in de mogelijkheden en beperktheden van geschreven bronnen voor historisch onderzoek, in het bijzonder van verhalende bronnen (middeleeuwen, nieuwe en nieuwste tijd) en van historiografische en biografische werken (oudheid)
- Je kan een verantwoorde historische onderzoeksvraag formuleren.
- Je hebt een kritische attitude tegenover de kennis over het verleden en zijn bronnen.        

Begintermen

- Je volgt (of hebt gevolgd) F0LA0A Inleiding tot het historisch onderzoek (of een door de POC goedgekeurde gelijkwaardige leerinhoud).
- Je neemt een kritische houding aan bij de analyse van bronteksten en wetenschappelijke literatuur, en je beschikt over een goede schrijfvaardigheid.
- Je begrijpt het Nederlands in academische teksten zoals het in universitaire cursussen en in de wetenschappelijke literatuur  wordt gebruikt.
- Je bent bereid tot het passief lezen van historisch Nederlands, Frans en Engels (voor Oudheid ook Duits).

Identieke opleidingsonderdelen

V0LC1B: Initiatie in de historische praktijk: historische kritiek

Onderwijsleeractiviteiten

Initiatie in de historische praktijk: historische kritiek (B-KUL-F0LC1a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester
Meijns Brigitte |  Rodriguez Garcia Magaly |  Schorn Stefan |  Thomas Werner |  De Ridder Bram (plaatsvervanger) |  Acke Leendert (medewerker) |  Bornauw Freija (medewerker) |  De Coninck Erik (medewerker) |  Van Bouwel Leen (medewerker) |  Van Hoeck Evi (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Je past de principes van de historische kritiek toe op een bron (een tekst) uit één historische periode (oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd). De colleges brengen je de elementaire vaardigheden in het historisch onderzoek van een historische bron bij. Je past zelf de heuristiek toe voor je oefening, wat wil zeggen dat je wetenschappelijke literatuur over je bron en je thema zoekt en raadpleegt. In de colleges worden methoden en technieken aangereikt om je bron kritisch te ontleden.

Doorheen het semester wordt door docent en assistent tussentijds feedback gegeven op diverse stadia van heuristiek, onderzoek en redactie van de oefening.

Concrete richtlijnen over de omvang van de oefening worden gecommuniceerd via Toledo.

Studiemateriaal

Elektronische leeromgeving Toledo.

Presentatiesoftware.

Voorbeeldmateriaal (bronnen, wetenschappelijke edities van bronnen, werken).

Werner Thomas e.a., Geschiedenis schrijven. Praktische handleiding voor het opstellen van historische papers, Leuven, 2020.

Enrico Castro Morales en Ruth Lintermans, Handleiding refereren en Zotero. Praktische gids voor studenten, Leuven, 2020.

Tim Piceu en Sara Broucke, Handleiding historische werkinstrumenten, Leuven, 2020.

Lieve De Wachter en Carolien Van Soom, Academisch schrijven. Een praktische gids, Leuven: Acco, 2010.

De drie handleidingen en de schrijfgids worden tijdens de lessen actief gebruikt, en ook voor de uitwerking van je papers voor dit opleidingsonderdeel en voor alle andere papers van de opleiding heb je ze nodig. De handleidingen worden in pdf via Toledo aangeboden. De schrijfgids is verkrijgbaar bij Acco (ongeveer 20 euro voor niet-leden, 17 euro voor leden).

Toelichting werkvorm

Via hoorcolleges en onderwijsleergesprekken levert de docent een aantal methodologische basiscompetenties aan, in het bijzonder met betrekking tot de historische kritiek en het formuleren van de historische vraagstelling.
- Je bent op deze bijeenkomsten aanwezig. Actieve deelname aan deze interactieve lesvorm laat je toe om de problemen die jij en je medestudenten ontmoeten tijdens jullie individueel onderzoekswerk te detecteren en op te lossen.
- Daarnaast krijg je verschillende individuele deelopdrachten met strikte deadlines, in het bijzonder met betrekking tot de historische kritiek en tekstanalyse en met betrekking tot de formulering van een onderzoeksvraag. Die opdrachten worden verbeterd en je krijgt individuele en collectieve feedback.
 

Groepen Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd: de opdrachten en het opvolgen van de feedback zijn verplicht en maken deel uit van het evaluatieproces.
Groep Oudheid: de opdrachten bouwen op elkaar voort. Hoewel ze, net als het opvolgen van de feedback, verplicht zijn, word je enkel op de definitieve versie van de paper gequoteerd.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LC1A : Initiatie in de historische praktijk: oefeningen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Initiatie in de historische praktijk: historische kritiek (B-KUL-F2LC1b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Procesevaluatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Voor het vak gelden volgende voorwaarden:
•           Aanwezigheid in alle lessen en ondersteunende sessies is verplicht.
Bij twee keer ongewettigde afwezigheid verlies je het recht op ondersteuning en feedback door de praktijkassistent of docent. Als je een geldige reden hebt om niet in de les te zijn, laat je dit op voorhand of ten laatste de dag zelf weten aan de praktijkassistent, met bewijsstukken. Het verlies van ondersteuning en feedback geldt zowel voor de feedback op de eerste versies van de papers als voor de ondersteuning via mail of tijdens het spreekuur van de praktijkassistent of docent.
•           Deelname aan alle evaluatie-onderdelen is noodzakelijk om te kunnen slagen voor het OPO. De opdrachten moeten bovendien voldoen aan de basisvoorwaarde op het vlak van omvang (zie Toledo voor meer informatie).
Als je een deelopdracht niet indient krijg je een NA als evaluatie ('niet afgelegd'), mag je niet meer deelnemen aan de volgende opdrachten en verlies je zo de mogelijkheid om in de eerste zittijd te slagen voor het vak.
•           Het integreren van de feedback van praktijkassistent en docent in een volgende versie is verplicht en maakt deel uit van de evaluatie van die definitieve paper. Het niet-integreren van de feedback heeft zo gevolgen voor je eindresultaat.
•           Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

 

Groepen Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd: het eindresultaat voor het vak wordt bepaald door de definitieve versies van de deelopdrachten.

Groep Oudheid: De evaluatie heeft enkel betrekking op de eindpaper.

ECTS History of the United States of America (B-KUL-F0LD9A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term
Kohlrausch Martin |  De Coninck Erik (cooperator) |  Van Hoeck Evi (cooperator)

Aims

The course will enable students to better understand the particular history of the US and thus also the social, economic and political background of the United States today.

Previous knowledge

No specific prior knowledge required. Passive knowledge of the modern languages, specifically English.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

History of the United States of America (B-KUL-F0LD9a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term
Kohlrausch Martin |  De Coninck Erik (cooperator) |  Van Hoeck Evi (cooperator)

Content

Politics in the United States in the twentieth-first century is highly divisive. Americans are torn along ideological and regional lines and by class, race and gender. The roots of these divides are not new; they were formed as the U.S. became significantly restructured after the Civil War, economically, politically and socially. This class begins with the remaking of American society from the 1870s through World War II and then treats the fracturing that marks the history of the U.S. in the last seventy years. Topics to be addressed include: the unfinished business of the Civil War; the rise of corporate and bureaucratic institutions; the effects of continual waves of immigration and internal population movements; the outcomes of different periods of reform initiatives (the so-called Progressive, New Deal and Great Society eras); the weight of on-going engagements in overseas wars; the social and political impacts of urbanization and suburbanization; the outcomes of periodic economic crises, including the recent decline in manufacture and meltdown of financial institutions; the historic role of protest politics; and the shifting prospects of liberalism and conservatism.

 

 

 

Course material

- Slides (Toledo)

- Own notes

- Glenda Elizabeth Gilmore, Thomas J. Sugrue, These United States. A Nation in the Making: 1890 to the Present, Norton 2016. (compulsory reading)

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of the United States of America (B-KUL-F2LD9a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Open questions
Learning material : None

ECTS Sociaal-economische geschiedenis van de Grieks-Romeinse oudheid (B-KUL-F0LE0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Niet ingerichtNiet ingericht

Doelstellingen

Inzicht verschaffen in de economische en sociale patronen van de Grieks-Romeinse Oudheid en in hun historische ontwikkelingen.

Begintermen

Geen specifieke begintermen.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sociaal-economische geschiedenis van de Grieks-Romeinse oudheid (B-KUL-F0LE0a)

4 studiepunten : College 26 Niet ingerichtNiet ingericht

Inhoud

In het college wordt dieper ingegaan op aspecten van economie en maatschappij in het antieke Italië, de Griekse, Hellenistische en Romeinse wereld. De sociaal-economische geschiedenis van de oudheid is de voorbije decennia sterk geëvolueerd enerzijds door nieuwe inzichten in het meer klassieke historisch onderzoek zoals de integratie van het genderperspectief, anderzijds door de inbreng van disciplines zoals archeobotanie of vulkanologie. Dit college wil de student vertrouwd maken met de recente ontwikkelingen aan de hand van de volgende thema's: ‘Ondernemende vrouwen in de Grieks-Romeinse Oudheid’, ‘Welvaart en decadentie in het antieke Etrurië?’, ‘Grieks-Romeinse economische geschiedenis, dieet en voeding: bier of wijn?, graan of peulvruchten?, dure peper?’, ‘De impact van epidemieën en klimaatveranderingen op het sociaal-economische leven in de Oudheid’, en ‘De financiële wereld en het bankwezen in de Oudheid’.

 

 

Studiemateriaal

Syllabus en eigen nota's.

Powerpoints en schema’s op Toledo.

Toelichting werkvorm

Tijdens de les wordt actieve participatie verwacht. Elke week wordt lectuur voor volgende week opgegeven (1 à 2 artikels of bronteksten). De studenten worden verwacht deze kort mondeling te kunnen samenvatten en hierover te kunnen discussiëren in de les.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sociaal-economische geschiedenis van de Grieks-Romeinse oudheid (B-KUL-F2LE0a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Romeinse godsdienst (B-KUL-F0LE1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

De studenten vertrouwd maken met de specifieke kenmerken en met de belangrijkste aspecten van de authentiek Romeinse godsdienst; hen wijzen op de vreemde invloeden die het karakter van die godsdienst in de loop der tijden grondig hebben gewijzigd; hen op die manier in staat stellen niet alleen het antieke bronnenmateriaal beter te begrijpen, maar ook elke vreemde godsdienst adequaat te benaderen.

Begintermen

Kennis van het Latijn is niet vereist. Men wordt wel geacht vertrouwd te zijn met de grote lijnen van de Romeinse geschiedenis.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Romeinse godsdienst (B-KUL-F0LE1a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Na een grondige bespreking van zijn wezenskenmerken (met verwijzing naar hedendaagse theorieën terzake), komen de belangrijkste facetten van de (archaïsche) Romeinse godsdienst aan bod: magie en taboe; geesten en goden; de oudromeinse trias. Telkens wordt aandacht besteed aan godsopvatting, cultus, feesten, clerus en aan nawerking of parallellismen in hedendaagse godsdiensten. Verder wordt ingegaan op de belangrijkste scharnierperioden in zijn geschiedenis: de crisis van de late derde eeuw v. Chr.; de restauratie onder Augustus; het laat-antieke heidendom en de christianisering van het rijk.

 

Studiemateriaal

Telkens bijgewerkte cursustekst “Nota’s bij de colleges Romeinse Godsdienst” en bijkomende fotocopieën worden door de docent ter beschikking gesteld. Aanbevolen literatuur wordt aan de hand van de bibliografie besproken tijdens de colleges. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Romeinse godsdienst (B-KUL-F2LE1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS Geschiedenis van het antiek recht (B-KUL-F0LE2A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Langs de studie van het recht wordt gepoogd niet alleen de antieke maatschappij beter te begrijpen, maar ook inzicht te verwerven in de nawerking ervan tot op de huidige dag.

Begintermen

Algemene kennis van de geschiedenis van de Oudheid. Kennis van de Europese basistalen Latijn en Grieks is wenselijk, maar niet vereist

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van het antiek recht (B-KUL-F0LE2a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In een algemene inleiding worden achtereenvolgens behandeld: bepaling en indeling van het recht, de bronnen van het recht in het algemeen (met bijzondere aandacht voor de grote codificaties uit de geschiedenis) en de grote hedendaagse rechtssystemen (o.m. het islamitisch recht). Hoofdstuk I behandelt de geschiedenis van het Egyptisch, Mesopotamisch, Hebreeuws, Grieks, Hellenistisch (typevoorbeeld van rechts­pluralisme) en Romeins Recht. Hoofdstuk II gaat over de bronnen van het Grieks, Hellenistisch (Ptolemaeïsch: zowel Grieks als Egyptisch) en Romeins Recht. Hoofdstuk III bespreekt capita selecta uit het antiek (vooral Romeins) zakenrecht. Hoofdstuk IV: idem voor het verbintenissenrecht (met verwijzingen naar het Belgisch Burgerlijk Wetboek). Een kort slothoofdstuk is gewijd aan persoonlijke en zakelijke zekerheden. 

Studiemateriaal

Telkens bijgewerkte cursustekst “Nota’s bij de colleges Geschiedenis van het Antiek Recht” wordt door de docent ter beschikking gesteld. 
Bijkomend studiemateriaal (toegelicht tijdens de colleges): C. Matheeussen en J.H.A. Lokin, Roma Perennis. Een selectie van Romeinsrechtelijke teksten in het licht van het hedendaagse recht, Leuven 1995.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van het antiek recht (B-KUL-F2LE2a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS Griekse historische teksten B (B-KUL-F0LE5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Schorn Stefan |  Van Bouwel Leen (medewerker)

Doelstellingen

Het college wordt gewijd aan de vertaling en de inhoudelijke becommentariëring van een Griekse historiografische tekst. Er wordt ook gestreefd naar ontwikkeling van de Griekse taalkennis en naar verfijning van de vertaaltechniek van de studenten.

Begintermen

Basiskennis van de Griekse taal is vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Griekse historische teksten B (B-KUL-F0LE5a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester
Schorn Stefan |  Van Bouwel Leen (medewerker)

Inhoud

Dit academiejaar lezen we excerpten uit de Anabasis Alexandrou van Arrianos.

Studiemateriaal

Een Griekse tekst, inleiding, woordenlijst, grammaticale verklaring en – naarmate de lessen vorderen – een vertaling en commentaar worden ter beschikking gesteld.

Artikels die op Toledo ter beschikking worden gesteld; inhoud van de colleges, Powerpoint presentaties

Toelichting werkvorm

De studenten bereiden zelfstandig een vertaling van de tekst voor die ze vervolgens in de les presenteren. De bespreking van deze is de basis voor verdergaande grammaticale, historische en historiografische analyse.
Elke week wordt er bijkomend een voorbereidingscollege georganiseerd waarin de teksten die in het college gelezen worden, collectief voorbereid worden en waar er vragen gesteld kunnen worden. De deelname aan het voorbereidingscollege is niet verplicht maar aangeraden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Griekse historische teksten B (B-KUL-F2LE5a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De student bereidt vragen schriftelijk voor en geeft een mondelinge uiteenzetting aan de docent. De eerste twee vragen bevatten twee in de les reeds besproken tekstfragmenten waarvan het ene vertaald en het andere vertaald en verklaard moet worden. Een derde vraag houdt de bespreking van een deel van de leerstof in.

ECTS Klassiek-Latijnse historische teksten B (B-KUL-F0LE7A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
François Ide |  De Sutter Nicholas (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Het college heeft tot doel de taalvaardigheid en het tekstbegrip van de studenten aan te scherpen zodat ze in staat zijn Latijnse historische teksten accuraat te vertalen, correct te interpreteren en als bron voor probleemgericht onderzoek te gebruiken.

 

Begintermen

Een basiskennis van het klassieke Latijn (vocabularium, morfologie, elementaire regels van de syntaxis van de zin) is vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Klassiek-Latijnse historische teksten B (B-KUL-F0LE7a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
François Ide |  De Sutter Nicholas (plaatsvervanger)

Inhoud

Het college is elk jaar gewijd aan de lectuur en bespreking van een historiografische tekst, zoals Sallustius’ Bellum Catilinarium. De tekst wordt behandeld tijdens de colleges, en daarnaast nemen de studenten ook enkele passages zelfstandig door.

Studiemateriaal

Studiemateriaal op Toledo

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges en werkcolleges

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Klassiek-Latijnse historische teksten B (B-KUL-F2LE7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

ECTS Thema's uit de oudheid: de Griekse stadstaat (B-KUL-F0LF6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De studenten vertrouwd maken met het wezen en de werking van de polis, de meest typische staatsvorm in de Griekse wereld, met een focus op Athene en Sparta.

Begintermen

Basiskennis van de Griekse geschiedenis; kennis van het Grieks is niet vereist, maar kan nuttig zijn. Griekse en Latijnse citaten worden steeds met vertaling gegeven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Thema's uit de oudheid: de Griekse stadstaat (B-KUL-F0LF6a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Dit themavak behandelt de meest typische kenmerken van de Griekse polis. We gebruiken het handboek van R. Lonis, La cité dans le monde grec, Paris 2007 als basis. De studenten bereiden elke week zelfstandig een hoofdstuk uit dit boek of een artikel voor.  Deze worden vervolgens in de les gezamenlijk besproken. De docent geeft verdere uitleg en aanvullingen.


Te behandelen onderwerpen:
• Privileges en verplichtingen van de burger, de politieke voorrechten; het verlies van burgerrechten
• De situatie en de rol van de vrouw in de polis
• De vrije niet-burgers (metoiken, perioiken, nothoi)
• De slaven
• Stad en grondgebied
• De oorlog; de verhouding leger-poleis
• De voedselvoorziening
• De politeia
• De verbondenheid binnen de gemeenschap
• Het verminderen van sociale ongelijkheden
• De stad en de vreemdelingen
• Polis en poleis (isopoliteia, symmachia, koinon)

Studiemateriaal

Handboek: van R. Lonis, La cité dans le monde grec, Paris 2007; artikels die op Toledo ter beschikking worden gesteld; inhoud van de colleges, Powerpoint presentaties

Toelichting werkvorm

College met interactieve elementen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Thema's uit de oudheid: de Griekse stadstaat (B-KUL-F2LF6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Mondeling met schriftelijke voorbereiding; gesloten boek examen met 3 vragen: 2 hoofdvragen die samen voor 90% verrekend worden en een kleine vraag die voor 10% verrekend wordt. Deze laatste vraag houdt 1-2 definities van termen in die tijdens de les aan bod kwamen. Er worden ook vragen gesteld op basis van de verplichte lectuur.

ECTS Thema's uit de oudheid: het Romeinse wereldrijk (B-KUL-F0LF8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Een overzicht bieden van de brede culturele diversiteit tegen de achtergrond van de uitbreiding van het Romeinse rijk

Begintermen

Basiskennis Romeinse geschiedenis. Kennis van het Latijn is niet vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Thema's uit de oudheid: het Romeinse wereldrijk (B-KUL-F0LF8a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Diverse aspecten van de Romeinse en Romeins-Griekse cultuur worden belicht tegen de achtergrond van de groei van Rome van kleine stadstaat tot groot imperium. De wisselwerking tussen lokale tradities en vernieuwingen krijgt bijzondere aandacht. Ook internationale relaties tussen het Romeinse Rijk en gezagsstructuren daarbuiten worden belicht. De focus ligt op de periode van de eerste eeuw v. Chr. tot eind de tweede eeuw n. Chr., maar ook de voorgeschiedenis komt aan bod, net als 'de val' van het Romeinse Rijk.

Studiemateriaal

Powerpoints van de lessen worden geleidelijk ter beschikking gesteld. Als algemene achtergrond voor de kernperiode kan dienen: Martin Goodman, The Roman World, 44 BC- AD 180, London 2012 (2e ed.), Routledge.

Een breder overzicht van heel de Romeinse geschiedneis is M. Le Glay e.a., A History of Rome, Chichester 2009 (4e ed.), Wiley-Blackwell.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Thema's uit de oudheid: het Romeinse wereldrijk (B-KUL-F2LF8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS Historisch onderzoek van de middeleeuwen (B-KUL-F0LG7B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Haemers Jelle |  De Boodt Minne (plaatsvervanger) |  Bornauw Freija (medewerker)

Doelstellingen

Aanleren en inoefenen van technisch-methodologische vaardigheden, specifiek voor het onderzoek naar de middeleeuwse geschiedenis. Kennismaken met de tijdvakgebonden historiografische debatten en brontypes. 
De studenten kunnen....:
- de typologie van de middeleeuwse bron (her)kennen 
- vanuit een thema een relevante onderzoeksvraag formuleren
- deze historische vraagstelling in een historiografisch debat situeren
- voor die vraagstelling de juiste (types) bronnen selecteren
- nadenken over geschikte bronnentypes voor onderzoek naar een concrete problematiek in de middeleeuwse geschiedenis
-een paper schrijven in correct Academisch Nederlands.
 Na dit college beschikt de student over de methodologische en heuristische vaardigheden voor de studie van de middeleeuwse samenleving. 

Begintermen

De docent verwacht dat de student de basisprincipes van de heuristiek en de zoekstrategieën (zoals verworven in F0LC0A 'Initiatie in de historische praktijk: zoekstrategieën' en F0LA0A 'Inleiding tot de historische wetenschap') op een meer dan voldoende wijze beheerst. De student heeft een basiskennis voor de consultatie van bibliotheekcollecties en databanken en beschikt over de nodige vaardigheden voor computer- en internetgebruik. Hij/zij beheerst de talen Engels, Frans en Duits (niveau humaniora) minstens passief. Kennis van het Latijn is niet noodzakelijk. 

Identieke opleidingsonderdelen

V0LG7B: Historisch onderzoek van de middeleeuwen

Onderwijsleeractiviteiten

Historisch onderzoek van de middeleeuwen (B-KUL-F0LI0a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester
Haemers Jelle |  De Boodt Minne (plaatsvervanger) |  Bornauw Freija (medewerker)

Inhoud

De eerste les maakt de student vertrouwd met een historiografische en theoretische inleiding op het verschriftelijkingsdebat: wat is een geschreven bron, hoe komt die tot stand, en hoe ga ik er kritisch mee om. Nadien vertrekken de lessen op basis van een interuniversitair opgebouwde brontypologie, waarbij de student kennis maakt met de verschillende bronnensoorten over de middeleeuwen (die zowel voor religieuze, sociale, politieke en culturele geschiedenis belangrijk zijn). Aan de hand van de studie van concrete bronfragmenten toont dit college hoe de student vanuit een breder thema en historiografie een relevante onderzoeksvraag kan formuleren, en hoe hij/zij via bronnenonderzoek en literatuurstudie tot onderbouwde onderzoeksresultaten kan komen. In een derde deel worden de verworven inzichten (onderzoeksvraag, historiografie, methodologie, heuristiek) toegepast op casestudies uit de middeleeuwse geschiedschrijving. Daarbij bekwaamt de student zich in de vermelde vaardigheden via tussentijdse taken. 
 
In het kader van het college wordt een (verplichte) excursie georganiseerd naar het Stadsarchief Leuven.

Studiemateriaal

Artikels, literatuur, en bronfragmenten (op Toledo)
Cursustekst: S. Vanderputten, J. Haemers, T. Soens & J. Puttevils, Heuristiek en typologie van de middeleeuwse bron, Gent, 2019.

Toelichting werkvorm

Via colleges, taken, en een excursie verwerft de student cruciale vaardigheden voor het plannen en uitvoeren van historisch onderzoek naar de middeleeuwse geschiedenis. Een schriftelijk examen peilt tot slot naar de kennis van de middeleeuwse brontypes, en de kunde om deze te herkennen en kritisch te interpreteren. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historisch onderzoek van de middeleeuwen (B-KUL-F2LG7b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

Deelname aan alle opdrachten en de excursie is verplicht om te slagen voor dit OPO. Wie niet deelneemt aan een deel van de evaluatie, krijgt een NA (niet afgelegd) voor het opleidingsonderdeel in zijn geheel. De taak staat op de helft van de punten, het schriftelijk examen op de andere helft. Medewerking in de colleges wordt ten zeerste geapprecieerd. 
Nota: wie door bepaalde omstandigheden niet kan deelnemen aan de excursie is verplicht om een paper van 5 blz. te maken over een archiefstuk dat in deze instelling wordt bewaard.
Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Voor de herkansing gelden dezelfde voorwaarden als de eerste zittijd. Zowel de taak als het examen dienen opnieuw te worden afgelegd.

ECTS Historisch onderzoek van de nieuwe tijd (B-KUL-F0LG8B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Soen Violet |  Van Hoeck Evi (medewerker)

Doelstellingen

Aanleren en inoefenen van methodologische vaardigheden, specifiek voor het onderzoek naar de vroegmoderne geschiedenis.

Kennismaken met de tijdvakgebonden brontypes en historiografische debatten. 


In dit college leert de student:
- vanuit een thema een relevante onderzoeksvraag voor de Nieuwe TIjd te formuleren
- voor die vraagstelling de juiste (types) bronnen te selecteren
- deze historische vraagstelling in een historiografisch debat te situeren
- de voor- en nadelen van de bronnenselectie te (onder)kennen
- een onderzoeksvoorstel uit te schrijven
 
Na dit college is de student in staat historisch onderzoek over de Nieuwe Tijd uit te tekenen en te plannen.

Nadien beschikt de student eveneens over de methodologische vaardigheden voor de heuristiek en kritiek van bronnen uit de Nieuwe Tijd.
 

Begintermen

De student kent de basisprincipes van de heuristiek en de zoekstrategieën (zoals onderwezen in B-KUL-F0YR4A L-Informatievaardigheden) en van de historische kritiek (zoals onderwezen in B-KUL-F0LA0A Inleiding tot het historisch onderzoek).

De student heeft een basiskennis voor de consultatie van bibliotheekcollecties en databanken en beschikt over de nodige vaardigheden voor computer- en internetgebruik. Hij/zij beheerst de talen Engels, Frans en Duits (niveau humaniora) minstens passief.

Identieke opleidingsonderdelen

V0LG8B: Historisch onderzoek van de nieuwe tijd

Onderwijsleeractiviteiten

Historisch onderzoek van de nieuwe tijd (B-KUL-F0LI2a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester
Soen Violet |  Van Hoeck Evi (medewerker)

Inhoud

In dit college leer je meer over de heuristiek en de analyse van verschillende bronnensoorten uit de Nieuwe Tijd, met name archivalische, gedrukte, iconografische, materiële en architecturale bronnen.

Daarbij wordt de specificiteit van bepaalde bronnen (zoals correspondentie, gerechtsdossiers, belastingkohieren...) toegelicht.

Tegelijkertijd bekwaamt de student zich in deze vaardigheden via 2 schriftelijke taken.

In het kader van het college worden ook (verplichte) excursies georganiseerd naar het Tabularium, Rijksarchief en Museum M.

 

Studiemateriaal

Handboek: V. Soen, Onderzoeksmethoden Nieuwe Tijd (Deel I: Heuristiek en typologie, Deel II: Bronnen) Acco-cursus, negende, herwerkte editie, 2021.

Op Toledo: Slides (Toledo) en Cursusmateriaal (Toledo)

Toelichting werkvorm

Via colleges, excursies en opdrachten verwerft de student cruciale vaardigheden voor het plannen en uitvoeren van historisch onderzoek naar de vroegmoderne geschiedenis. Daarbij wordt hij/zij via tussentijdse taken gevolgd in het verwerven van deze vaardigheden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historisch onderzoek van de nieuwe tijd (B-KUL-F2LG8b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Er worden twee kleinere papers verwacht. Na de eerste paper is er mogelijkheid om feedback in te winnen.

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

ECTS Historisch onderzoek van de nieuwste tijd (B-KUL-F0LG9B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Kennismaking en evaluatie van brontypes en historiografische ontwikkelingen, aanleren en inoefenen van het formuleren van historische vragen. De studenten kennen de belangrijkste brontypes voor de nieuwste tijd en kunnen er een kritisch oordeel over vellen. Ze kennen de grote publieke en privaatrechtelijke archief- en documentatiecentra die bronnen voor de Nieuwste Tijd bewaren en ontsluiten. Ze kunnen voor een onderzoeksvraag betreffende de nieuwste tijd de relevante bronnen, bewaarinstellingen, werkinstrumenten en wetenschappelijke literatuur selecteren. Ze zijn op de hoogte van de grote wendingen in de historiografie en nemen een kritische attitude aan ten opzichte van wetenschappelijke literatuur.

Begintermen

De docent verwacht dat de student de basisprincipes van de heuristiek en de zoekstrategieën (zoals verworven in F0LA0A ‘Inleiding tot het historisch onderzoek’) op een voortreffelijke wijze beheerst.  De student heeft een basiskennis voor de consultatie van bibliotheekcollecties en databanken.  Hij/zij schrijft correct academisch Nederlands en beheerst zowel Engels als Frans (niveau middelbaar  onderwijs) minstens passief.

Identieke opleidingsonderdelen

V0LG9B: Historisch onderzoek van de nieuwste tijd

Onderwijsleeractiviteiten

Historisch onderzoek van de nieuwste tijd (B-KUL-F0LI4a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De studenten worden ingewijd in de historiografische vraagstellingen en de zoekstrategieën (soorten bronnen, werkinstrumenten, wetenschappelijke literatuur, archief- en onderzoeksinstellingen) die eigen zijn aan de geschiedschrijving betreffende de nieuwste tijd. Er wordt ingezoomd op onderzoeksmogelijkheden en -problemen van specifiek contemporaine brontypes: grote administratieve bronreeksen en de periodieke pers, en aanvullend audiovisuele en mondelinge bronnen. Via een schriftelijke tussentijdse opdracht worden zoekstrategische vaardigheden ingeoefend. Tot de opdrachten behoort ook de deelname aan het georganiseerd bezoek aan twee archiefinstellingen.

 

 

Studiemateriaal

Powerpoint en aanvullend cursusmateriaal (zie leerpad) beschikbaar via Toledo.

Toelichting werkvorm

Dit vak wordt via blended onderwijs aangeboden. Via toledo wordt een leerpad aangeboden waarin stap voor stap de verschillende brontypes eigen aan de nieuwste tijd toegelicht worden. Aan de hand van werkcolleges in kleine groep worden oefeningen gemaakt waarin deze bronnen geanalyseerd worden. Door de online kennisclips en on-campus werkcolleges, een bezoek aan een archiefinstelling en twee taken verwerft de student de cruciale vaardigheden voor het organiseren en uitvoeren van historisch onderzoek betreffende de nieuwste tijd.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historisch onderzoek van de nieuwste tijd (B-KUL-F2LG9b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

2 taken (radiografie van een familielid en radiografie van een historicus/a, beiden uitgebreid toegelicht in de Handleiding Historisch onderzoek Nieuwste Tijd, beschikbaar op toledo).

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet−slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Bij niet slagen wordt een nieuwe opdracht voor de taken opgegeven.

ECTS Bachelorpaper (B-KUL-F0LH0C)

7 studiepunten Nederlands 52 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Dogaer Nico (medewerker)

Doelstellingen

Deze oefening vormt het sluitstuk van het aanleren van historische onderzoeksvaardigheden in de bachelor. In kleine groepjes leren studenten bronnen selecteren, analyseren en interpreteren, literatuur verwerken, en hun bevindingen synthetiseren en presenteren, zowel mondeling als schriftelijk.

Begintermen

Onderzoeksvaardigheden aangeleerd in de methodologische opleidingsonderdelen van de eerste en tweede fase van de bachelor Geschiedenis

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



Identieke opleidingsonderdelen

F0BD9A: Bachelorpaper

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorpaper (B-KUL-F0LH0a)

7 studiepunten : Bachelorproef 52 Beide semestersBeide semesters
N. |  Dogaer Nico (medewerker)

Inhoud

De bachelorpaper is een wetenschappelijk opstel, gebaseerd op primaire bronnen en secundaire literatuur. Studenten worden begeleid in groepen die elk werken over één thema en waarbinnen elke student over een eigen onderwerp schrijft. Daarnaast maakt iedereen ook twee tussentijdse taken in het eerste semester: een recensie en een blogtekst over een bron. In het tweede semester brengen de studenten een mondelinge presentatie en dienen ze een voorlopige versie in.

Studiemateriaal

H. Deleu, J. Hoegaerts & C. Smedts, Geschiedenis schrijven (Acco 2011). Voor het overige materiaal: zie toledo.

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment. De deadlines voor de tussentijdse lectuuropdracht en de mondelinge presentatie dienen te worden gerespecteerd. De deadlines verschillen van thema tot thema, en worden tijdens het eerste contactmoment meegedeeld. Voor alle praktische regelingen, zie: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bach_gesch 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LH0D : Bachelorpaper met educatieve component

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bachelorpaper (B-KUL-F2LH0c)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

De evaluatie van de bachelorpaper omvat de volgende onderdelen:

  • Aanwezigheid en participatie in alle ondersteunende sessies is verplicht.

Een ongewettigde afwezigheid resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. Als je een geldige reden hebt om niet in de sessie te zijn, laat je dit op voorhand of ten laatste de dag zelf weten aan de begeleider, met bewijsstukken. 

  • Deelname aan alle evaluatie-onderdelen (tussentijdse opdrachten en mondelinge presentaties) is noodzakelijk om te kunnen slagen voor het OPO. 

Niet-deelname aan één van de evaluatie-onderdelen resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. 

  • Iedereen moet een substantiële eerste versie indienen en dient de gegeven feedback te integreren in de finale versie.

Wie niet voldoet aan deze voorwaarden, mag geen definitieve versie indienen en kan bijgevolg niet slagen. 

  • De definitieve paper

Conform het facultaire reglement is de bachelorpaper niet langer dan 90 000 tekens. De opleiding Geschiedenis stimuleert echter het schrijven van bachelorpapers van ongeveer 45 000 tot 70 000 tekens (incl. spaties en voetnoten; het aantal tekens moet vermeld worden).

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans voor de onderdelen participatie en de tussentijdse opdrachten. Indien je een NA hebt behaald op één van deze onderdelen, wordt dit overgedragen naar de derde examenperiode. Wel is de student ook in de tweede zittijd verplicht om op een afgesproken moment een substantiële voorlopige versie van die paper in te dienen bij de begeleider. Gebeurt dat niet, dan mag de student geen definitieve versie indienen.

ECTS Bachelorpaper met educatieve component (B-KUL-F0LH0D)

8 studiepunten Nederlands 56 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Dogaer Nico (medewerker) |  Van Nieuwenhuyse Karel (medewerker)

Doelstellingen

Deze oefening vormt het sluitstuk van het aanleren van historische onderzoeksvaardigheden in de bachelor. In kleine groepjes leren studenten bronnen selecteren, analyseren en interpreteren, literatuur verwerken, en hun bevindingen synthetiseren en presenteren, zowel mondeling als schriftelijk. Daarnaast leren ze een educatieve vertaling te voorzien: naar lesdoelstellingen en lesplan, m.i.v. redeneren met en over bronnen.

Begintermen

Onderzoeksvaardigheden aangeleerd in de methodologische opleidingsonderdelen van de eerste en tweede fase van de bachelor Geschiedenis.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden

72



Identieke opleidingsonderdelen

F0BE0A: Bachelorpaper met educatieve component

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Bachelorpaper (B-KUL-F0LH0a)

7 studiepunten : Bachelorproef 52 Beide semestersBeide semesters
N. |  Dogaer Nico (medewerker)

Inhoud

De bachelorpaper is een wetenschappelijk opstel, gebaseerd op primaire bronnen en secundaire literatuur. Studenten worden begeleid in groepen die elk werken over één thema en waarbinnen elke student over een eigen onderwerp schrijft. Daarnaast maakt iedereen ook twee tussentijdse taken in het eerste semester: een recensie en een blogtekst over een bron. In het tweede semester brengen de studenten een mondelinge presentatie en dienen ze een voorlopige versie in.

Studiemateriaal

H. Deleu, J. Hoegaerts & C. Smedts, Geschiedenis schrijven (Acco 2011). Voor het overige materiaal: zie toledo.

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment. De deadlines voor de tussentijdse lectuuropdracht en de mondelinge presentatie dienen te worden gerespecteerd. De deadlines verschillen van thema tot thema, en worden tijdens het eerste contactmoment meegedeeld. Voor alle praktische regelingen, zie: https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bach_gesch 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0LH0C : Bachelorpaper

Educatieve component (B-KUL-F0ZH9a)

1 studiepunten : Bachelorproef 4 Beide semestersBeide semesters
N. |  Van Nieuwenhuyse Karel (medewerker)

Inhoud

In dit seminarie worden studenten aangeleerd hoe ze lesdoelstellingen en een lesplan (m.i.v. redeneren met en over bronnen) moeten ontwerpen. Vervolgens selecteren ze op basis van hun bachelorpaper twee historische bronnen, die zinvol zijn om in te zetten in een les geschiedenis in het secundair onderwijs, en voorzien ze die van context, bevraging, en een andere bron om kritisch mee te confronteren, volgens een geijkt model van bronnenanalyse.

Studiemateriaal

Handboeken: Geschiedenisdidactiek // Historisch denken over bronnen

Handleiding
Voorbeeldmateriaal
Multimedia
Toledo

Toelichting werkvorm

Een verplicht bij te wonen seminarie wordt voorzien.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BE0A : Bachelorpaper met educatieve component

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bachelorpaper met educatieve component (B-KUL-F2LH0d)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

Bachelorpaper

De evaluatie van de bachelorpaper omvat de volgende onderdelen:

  • Aanwezigheid en participatie in alle ondersteunende sessies is verplicht.

Een ongewettigde afwezigheid resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. Als je een geldige reden hebt om niet in de sessie te zijn, laat je dit op voorhand of ten laatste de dag zelf weten aan de begeleider, met bewijsstukken. 

  • Deelname aan alle evaluatie-onderdelen (tussentijdse opdrachten en mondelinge presentaties) is noodzakelijk om te kunnen slagen voor het OPO. 

Niet-deelname aan één van de evaluatie-onderdelen resulteert in een NA voor de bachelorpaper in zowel de eerste zittijd als de tweede zittijd. 

  • Iedereen moet een substantiële eerste versie indienen en dient de gegeven feedback te integreren in de finale versie.

Wie niet voldoet aan deze voorwaarden, mag geen definitieve versie indienen en kan bijgevolg niet slagen. 

  • De definitieve paper

Conform het facultaire reglement is de bachelorpaper niet langer dan 90 000 tekens. De opleiding Geschiedenis stimuleert echter het schrijven van bachelorpapers van ongeveer 45 000 tot 70 000 tekens (incl. spaties en voetnoten; het aantal tekens moet vermeld worden).

Educatieve component

De studenten maken op basis van hun reguliere bachelorpaper een bijkomende onderwijsgerelateerde opdracht, die voor 1/8 van het totaal van het OPO meetelt. Aanwezigheid in de ondersteunende sessie is verplicht. 


Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans voor de onderdelen participatie en de tussentijdse opdrachten. Indien je een NA hebt behaald op één van deze onderdelen, wordt dit overgedragen naar de derde examenperiode. Wel is de student ook in de tweede zittijd verplicht om op een afgesproken moment een substantiële voorlopige versie van die paper in te dienen bij de begeleider. Gebeurt dat niet, dan mag de student geen definitieve versie indienen.

ECTS Historische praktijk: oudheid (B-KUL-F0LH1C)

8 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Het aanleren, via persoonlijk werk, van zelfstandig historisch onderzoek m.b.t. de Oudheid.

Begintermen

De student volgt verplicht F0JC1A Onderzoeksmethoden oudheid ter voorbereiding van F0LH1C.

Identieke opleidingsonderdelen

F0BM1A: Historische praktijk: oudheid

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Historische praktijk: oudheid, deel 1 (B-KUL-F0LH2a)

6 studiepunten : Practicum 13 Tweede semesterTweede semester
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Inhoud

Integrale oefening, waarbij de student, aansluitend bij Historisch onderzoek van de Oudheid, leert werken met het bibliografische instrumentarium (bronnen en secundaire literatuur) m.b.t. de Oudheid, leert interpreteren, argumenteren en synthetiseren.

De studenten van BA Geschiedenis, Afstudeerrichting Oudheid (fase 2), volgen het college voor 8 studiepunten: vertrekkend van een of meerdere zelf gekozen antieke (literaire, epigrafische en/of papyrologische) bronnen en op basis van grondig literatuuronderzoek, formuleert de student een onderzoeksvraag over een deelonderwerp uit één of meerdere aangeboden thema's. De student presenteert zijn onderzoeksresultaten zowel mondeling (korte presentatie in aanwezigheid van de medestudenten en docent, halverwege het semester) als schriftelijk (voorlopige versie die gecorrigeerd wordt en eindpaper).
 

Studiemateriaal

Handleiding Geschiedenis schrijven (uitgave Acco) en bijkomende informatie op Toledo.

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment.

Historische praktijk: oudheid, deel 2 (B-KUL-F0LH4a)

2 studiepunten : Practicum 26 Tweede semesterTweede semester
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Inhoud

Integrale oefening, waarbij de student, aansluitend bij Historisch onderzoek van de Oudheid, leert werken met het bibliografische instrumentarium (bronnen en secundaire literatuur) m.b.t. de Oudheid, leert interpreteren, argumenteren en synthetiseren.

De studenten van BA Geschiedenis, Afstudeerrichting Oudheid (fase 2), volgen het college voor 8 studiepunten: vertrekkend van een of meerdere zelf gekozen antieke (literaire, epigrafische en/of papyrologische) bronnen en op basis van grondig literatuuronderzoek, formuleert de student een onderzoeksvraag over een deelonderwerp uit één of meerdere aangeboden thema's. De student presenteert zijn onderzoeksresultaten zowel mondeling (korte presentatie in aanwezigheid van de medestudenten en docent, halverwege het semester) als schriftelijk (voorlopige versie die gecorrigeerd wordt en eindpaper).

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historische praktijk: oudheid (B-KUL-F2LH1c)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk
Leermateriaal : Geen

Toelichting

- aanwezigheid in de ondersteunende sessies is verplicht 
- iedereen wordt verplicht om een substantiële eerste versie in te dienen
- elke student is verplicht om de gegeven feedback te integreren in een volgende versie
Wie niet voldoet aan deze voorwaarden, mag geen definitieve versie indienen en kan bijgevolg niet slagen voor de oefening.
In de derde examenperiode blijven de vereisten dezelfde.
Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.
 

ECTS Boek- en bibliotheekgeschiedenis (B-KUL-F0LM2A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel beoogt de volgende leerdoelen:
- Inzicht in de opbouw van het gedrukte boek als materieel object (zowel het oude als het hedendaagse boek) en het kunnen hanteren van de adequate terminologie.
- Vertrouwdheid met de wijze waarop het gedrukte boek werd geproduceerd, verhandeld en gebruikt, vanaf het begin van de boekdrukkunst tot en met de 20ste eeuw.
- Op de hoogte zijn van de actuele tendensen en de voornaamste auteurs in het boekhistorisch onderzoek.
- Weten waar over de boven genoemde onderwerpen meer gedetailleerde en betrouwbare informatie kan worden gevonden.

  

Begintermen

Studenten worden verondersteld een basiskennis te hebben van de Europese geschiedenis van de Nieuwe en de Nieuwste Tijd.

Onderwijsleeractiviteiten

Boek- en bibliotheekgeschiedenis (B-KUL-F0LM2a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de westerse geschiedenis speelt gedrukte informatie in de vorm van boeken, tijdschriften en kranten een nauwelijks te overschatten rol. De drukpers, uitgevonden door Gutenberg, bracht aanvankelijk boeken voort die de verschijningsvorm van middeleeuwse handschriften benaderden. Maar geleidelijk kreeg het boek een eigen gezicht en een eigen functionaliteit. Het groeide uit tot een krachtig medium dat ingezet werd in de grote maatschappelijke stromingen: humanisme, reformatie, wetenschappelijke revolutie, verlichting... Bij de ontwikkeling van uitgeverij en boekhandel speelden wereldlijke en kerkelijke overheden een belangrijke rol, bv. door de introductie van censuurmaatregelen. Maar het gedrukte boek was ook een uitgesproken commercieel product, dat de weg naar de boekhandel en de lezer moest vinden. Als gevolg van de industriële revolutie zagen nieuwe productiemethoden het licht. Papier werd machinaal vervaardigd op basis van andere grondstoffen. Nieuwe drukpersen en nieuwe illustratietechnieken maakten uitvoerig geïllusteerde publicaties in hoge oplagen mogelijk. In de loop van de 19de eeuw werd het boek een massaproduct, dat inspeelde op de informatiehonger van een sterk uitgebreid lezerspubliek. Al die tijd hebben bibliotheken boeken verzameld, geordend en ter beschikking gesteld: om een elite van gebruikers te bedienen, om opgebouwde kennis veilig te stellen voor latere generaties, vanuit een prestige-logica, of omdat hun stichters geloofden in het belang van vrije beschikbaarheid van kennis en informatie.

Al deze aspecten komen uitgebreid aan bod in het opleidingsonderdeel ‘Boek- en bibliotheekgeschiedenis’. De cursus is chronologisch-thematisch opgebouwd. Fundamenteel zijn de verschillen tussen het zogenaamde ‘typografisch ancien régime’ (15de-18de eeuw) en de periode na de industriële revolutie (19de-20ste eeuw). In beide tijdvakken wordt vertrokken van de inmiddels ingeburgerde structuur van de productie, distributie en consumptie van het gedrukte boek. Verder behandelt de cursus ook de boekgeschiedenis als historische discipline: in de jaren 1970 legde die de erudiete en bibliofiele tradities naast zich neer om meer in te zetten op de betekenis van het boek in de samenleving. De cursus behandelt vooral de situatie in Europa, met een bijzondere aandacht voor de Nederlanden. Maar voor sommige onderdelen komen ook andere continenten en culturen ter sprake. De cursus zet sterk in op aanschouwelijkheid, met uitgebreid geïllustreerde presentaties.

De cursus richt zich uitdrukkelijk tot studenten op bachelorniveau en heeft dus een eerder inleidend karakter. De nodige aandacht gaat daarom uit naar het aanleren van de specifieke terminologie en naar het attenderen op bronnen en literatuur. De opgedane basiskennis stelt de studenten in staat om de betekenis van het boek als cultuurdrager en als economisch product te begrijpen, om te reflecteren over de rol die het boek in de maatschappij gespeeld heeft en blijft spelen, en om de hedendaagse boekhistorische literatuur kritisch te benaderen. De opgebouwde inzichten kunnen later als basis dienen voor persoonlijk onderzoek in het kader van een masterscriptie.

Studiemateriaal

Het didactisch materiaal bestaat uit een syllabus, die samen met een pakket verplichte lectuur van ca. 150 pp. te koop zal zijn bij de Cursusdienst van Historia. De syllabushoofdstukken worden verder ook digitaal ter beschikking gesteld via Toledo, samen met de uitvoerig geïllustreerde PowerPoint-presentaties.

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal is het Nederlands, maar het pakket met zelfstandig te verwerken verplichte lectuur kan ook uit Engels- en Franstalige teksten bestaan.

Toelichting werkvorm

De contactmomenten bestaan hoofdzakelijk uit interactieve hoorcolleges. Daarnaast staan een excursie naar het Antwerpse Museum Plantin-Moretus en een college in de afdeling Bijzondere Collecties van de Leuvense Universiteitsbibliotheek op het programma. De verplichte lectuur is zelfstandig door de studenten te verwerken, al kan ze ook tijdens de colleges kort ter sprake komen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Boek- en bibliotheekgeschiedenis (B-KUL-F2LM2a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Byzantijnse geschiedenis (B-KUL-F0SA9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Dit college wil de studenten vertrouwd maken met de grote lijnen van de geschiedenis van het Byzantijnse imperium, zodat zij in staat zijn op eigen krachthistorische feiten uit deze periode te begrijpen en te evalueren.

 

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Byzantijnse geschiedenis (B-KUL-F0SA9a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

 Het college is gewijd aan de algemene kentrekken van het Byzantijnse imperium en aan een inleidend overzicht van de politieke, economische, kerkelijke en culturele geschiedenis van Byzantium. De feiten, die geordend worden in drie grote periodes, worden steeds gekaderd in een algemeen Europese context.

 

Studiemateriaal

cursustekst, transparanten, dia's, Toledo

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Byzantijnse geschiedenis (B-KUL-F2SA9a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Leermateriaal : Geen

ECTS Geschiedenis van de Byzantijnse kunst (B-KUL-F0SD1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Van Deun Peter |  Sels Lara (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Dit inleidend college wil studenten vertrouwd maken met de grote trekken van de Byzantijnse kunst en cultuur, zodat zij in staat zijn op eigen kracht kunsthistorische bronnen uit deze periode te duiden, d.w.z. (1) te situeren in tijd en ruimte, (2) inhoudelijk te ontleden binnen het breder cultuurhistorisch kader, en (3) te evalueren als artefacten met een welbepaalde functionaliteit en ideologisch geladen esthetiek.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de Byzantijnse kunst (B-KUL-F0SD1a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Van Deun Peter |  Sels Lara (plaatsvervanger)

Inhoud

In dit college – een hoorcollege, ondersteund met rijk illustratiemateriaal in Ppts en screencasts – komt eerst en vooral een uitgebreide inleiding aan bod waarin de algemene kenmerken van de Byzantijnse kunst en cultuur worden besproken binnen de grote lijnen van de geschiedenis van Byzantium. Vervolgens komen de monumentale kunst (de bouwkunst, in samenhang met de mozaïek- en frescokunst) en de miniatuurkunst aan bod voor de vroeg-, de midden-, en de laat-Byzantijnse tijd. Aan de iconen wordt een afzonderlijk hoofdstuk gewijd, dat ook oog heeft voor enkele belangrijke ontwikkelingen in de post-Byzantijnse tijd. Ten slotte wordt aandacht geschonken aan de ‘kleine kunsten’: de edelsmeedkunst, de ivoorkunst, en het textiel. Ontwikkelingen in techniek, stijl en thema’s worden steeds bekeken in het licht van het bredere culturele en ideologische kader van de Byzantijnse beschaving, en de evoluties die zich daarin aftekenen.

Studiemateriaal

Uitgebreide syllabus met illustratiemateriaal; de getoonde illustraties zijn eveneens te consulteren via het net.
Geen verplichte bijkomende literatuur

Toelichting werkvorm

Hoorcollege

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de Byzantijnse kunst (B-KUL-F2SD1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

Toelichting

De studenten krijgen ruim twintig minuten om hun examen (eventueel beknopt schriftelijk) voor te bereiden. 

ECTS Publieksgeschiedenis (B-KUL-F0SW6A)

6 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester
Verschaffel Tom (coördinator) |  Vandendriessche Joris |  Verschaffel Tom |  Wils Kaat |  Acke Leendert (medewerker)

Doelstellingen

Inzicht geven in de wijzen waarop geschiedenis in de samenleving aan bod komt en de historische beeldvorming bepaald wordt door de media en de genres die hiertoe worden ingezet.

Op een actieve manier kennis maken met de praktijk van publieksgeschiedenis.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Publieksgeschiedenis (B-KUL-F0SW6a)

6 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel wordt ingegaan op de eigenheid en de kenmerken van verschillende publiekshistorische media en representatievormen, en hun impact op de wijze waarop het verleden gestalte krijgt (historische documentaires, films, televisieprogramma's, musea, tentoonstellingen, erfgoedsites, historische games en online vormen van publieksgeschiedenis).  Dit gebeurt voor elk van de representatievormen zowel vanuit een theoretische invalshoek als aan de hand van concrete voorbeelden.

De studenten ontwikkelen ook zelf een prototype van een publiekshistorisch product en reflecteren op de mogelijkheden en beperkingen van publieksgeschiedenis.

Studiemateriaal

Slides en reader ter ondersteuning van de colleges (beschikbaar via toledo).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Publieksgeschiedenis (B-KUL-F2SW6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Studenten krijgen een eindcijfer op basis van:

- 45%: Een praktijkopdracht, waarin de student zelfstandig of in een kleine groep een publiekshistorisch product ontwerpt en toelicht. De student dient zowel een uitgeschreven voorstelling als een prototype van het product in.

- 45%: Individuele geschreven papers tijdens het semester.

- 10%: Participatie tijdens de lessen.

Elke student moet aan alle onderdelen deelnemen.

Toelichting bij herkansen

Bij herkansing in de derde examenperiode worden deeloverdrachten voor de opdrachten toegestaan wanneer een student voor die opdrachten min. 50% heeft behaald. Voor het onderdeel participatie is geen tweede examenkans mogelijk.

ECTS Cultuurstromingen en -stijlen in het moderne Europa (B-KUL-F0SX1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Tollebeek Johan |  Swerts Kas (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Het verwerven van een globaal inzicht in de Europese cultuurhistorische ontwikkelingen sinds de Verlichting.

 

Begintermen

Basiskennis zoals verworven in F0LA7b/a Geschiedenis van de nieuwste tijd

Onderwijsleeractiviteiten

Cultuurstromingen en -stijlen in het moderne Europa (B-KUL-F0SX1a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Tollebeek Johan |  Swerts Kas (plaatsvervanger)

Inhoud

In dit college wordt het programma van de voornaamste cultuurhistorische stromingen die Europa sinds het midden van de achttiende eeuw hebben gekenmerkt, geanalyseerd: welke stijlen en ambities gaven de Verlichting, de Romantiek, het Positivisme, het Fin-de-siecle, het Modernisme en het Postmodernisme vorm? Op welke terreinen (de romantische landschapsbeleving, het ideaal van de 'wetenschappelijke kunst' in het midden van de negentiende eeuw, het decadente levensgevoel rond 1900 ...) laat zich dat het best illustreren?

Studiemateriaal

Bij dit vak hoort een reader met primaire en secundaire literatuur, zowel digitaal (via Toledo) als op papier (via de Cursusdienst) beschikbaar.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Cultuurstromingen en -stijlen in het moderne Europa (B-KUL-F2SX1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS Inleiding tot de psychologie (B-KUL-F0SY7A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De studenten vertrouwd maken met de belangrijkste historische ontwikkelingen in en de actuele status van de wetenschappelijke psychologie. De studenten worden verondersteld een uitgebreid kennisbestand te verwerven over en een kritische blik op (a) de theoretische en empirische verworvenheden van het wetenschappelijk onderzoek in meerdere subdisciplines van de psychologie en (b) de methodologie van dat onderzoek. Toekomstige historici verwerven hierdoor kennis die van belang is bij het interpreteren van psychologische aspecten van bronnen en historische gebeurtenissen. 
 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de psychologie (B-KUL-F0SY7a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

•              Inleiding: een historische schets van de opeenvolgende definities van het studieobject; een korte introductie in frequent gebruikte onderzoeksmethoden (beschrijvend, correlationeel en experimenteel onderzoek).
•              Het waarnemingsproces: verschil tussen gewaarwording en waarneming, het belang van top-down processen, waarneming van diepte, beweging en actie.
•              Het leerproces:klassieke en operante conditionering; observerend leren.
•              Het geheugenproces: vooral het werkgeheugen of STM en het lange termijn geheugen of LTM; herinneren, vergeten en foutieve herinneringen komen aan bod.
•              Intelligentie en persoonlijkheid: analytische, praktische, sociale en emotionele intelligentie; meten van persoonlijkheidsverschillen en persoonlijkheidsstoornissen•              Sociale perceptie en zelfperceptie: het toeschrijven van persoonseigenschappen aan anderen en aan zichzelf; het zich vormen van een evaluerend algemeen oordeel over de eigen persoonlijkheid en die van anderen; het oorzakelijk verklaren van eigen en andermans gedrag.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de psychologie (B-KUL-F2SY7a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

Over de verschillende hoofdstukken die tijdens de hoorcolleges gedoceerd worden, wordt een schriftelijk examen met meerkeuzevragen georganiseerd (met correctie voor raden). In dit examen worden feitenkennis en inzicht in begrippen en mogelijke toepassingen getoetst.

ECTS Geschiedenis van China tot 1800 (B-KUL-F0TA2A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

De cursus beoogt de studenten vertrouwd te maken met de geschiedenis van China: chronologie en periodisering, maatschappelijke structuren, politieke en sociale instellingen, belangrijke culturele en religieuze stromingen en hun mechanismen van verandering en evolutie. Daarnaast brengt de cursus de studenten sleutelbegrippen en basisconcepten bij en ook namen van belangrijke historische figuren en data.

Begintermen

Geen specifieke begintermen.

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van China tot 1800 (B-KUL-F0TA2a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het college is gewijd aan een algemene geschiedenis van China en zijn rol in de politieke, economische, sociale en culturele context van het Verre Oosten.

Studiemateriaal

Valerie Hansen, The Open Empire: A History of China to 1800 (Second Edition), New York: Norton & Company, 2015.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van China tot 1800 (B-KUL-F2TA2a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

gesloten boek

ECTS History of Japan before 1868 (B-KUL-F0TC9A)

4 ECTS English 26 First termFirst term

Aims

This course offers an overview of Japan’s pre-modern history against the backdrop of the history of East Asia. Insight into the division into periods, grasp of chronology and dates, and understanding of the social institutions and their evolution are all part of the objectives. The student is expected to acquire a minimum of knowledge about historical facts and data. On the basis of these he/she is expected to acquire an insight into the dynamics of Japan’s history. Political, institutional as well as socio-economic and cultural aspects are dealt with in this course. 

Previous knowledge

No specific prerequisites.

Identical courses

F0TC9B: Geschiedenis van Japan voor 1868

Onderwijsleeractiviteiten

History of Japan before 1868 (B-KUL-F0TC9a)

4 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

This course offers an overview of Japan’s pre-modern history against the backdrop of the history of East Asia. Insight into the division into periods, grasp of chronology and dates, and understanding of the social institutions and their evolution are all part of the objectives. The student is expected to acquire a minimum of knowledge about historical facts and data. On the basis of these he/she is expected to acquire an insight into the dynamics of Japan’s history. Political, institutional as well as socio-economic and cultural aspects are dealt with in this course.

 

Course material

Textbook: Een geschiedenis van Japan: van samurai tot soft power, published by Acco, Leuven.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of Japan before 1868 (B-KUL-F2TC9a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Learning material : None

ECTS History of modern Japan (B-KUL-F0TD0A)

4 ECTS English 26 First termFirst term

Aims

To acquire a basic knowledge and critical insight into modern social, political and cultural history of Japan. 

Identical courses

F0TD0B: Geschiedenis van het moderne Japan

Onderwijsleeractiviteiten

History of modern Japan (B-KUL-F0TD0a)

4 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

This course offers a broad overview of the process of modernisation in Japan and covers the period from mid-19th century up to the present. It pays attention to the rise of modern nationalism, the period of militarism and expansionism, the American occupation, the postwar democratisation process and the rise of Japan as an economic superpower. We will focus on the political decision-making, the institutional reforms and the accompanying radical social developments. To a lesser degree we will also discuss the cultural and scientific developments.

Course material

Textbook: Een geschiedenis van Japan: van samurai tot soft power, published by Acco, Leuven.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of modern Japan (B-KUL-F2TD0a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Learning material : None

ECTS Geschiedenis van het Russische Rijk en de voormalige Sovjetstaten (B-KUL-F0TV8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Een systematische oriëntatie geven in de geschiedenis van Rusland. Dit vak geeft een inleiding op de geschiedenis van de Russische staatsvorming, sociale en institutionele structuur, etnische en culturele diversiteit in en internationale positie van Rusland van de Middeleeuwen tot de 20ste eeuw.

Begintermen

Een basiskennis van de Europese en internationale geschiedenis is vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van het Russische Rijk en de voormalige Sovjetstaten (B-KUL-F0TV8a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Een systematisch en chronologisch overzicht van de geschiedenis van Rusland en de gebieden die ooit onder het gezag van (Sovjet-)Rusland stonden. De cursus is opgebouwd rond de volgende vragen:

Hoe ontstond de Russische staat en welke volkeren speelden hier een rol vanaf de vroege middeleeuwen? Hoe consolideerde Moskovië zich en hoe breidde het Russische Rijk zich uit vanaf de zestiende eeuw? Wat waren de belangrijkste institutionele en sociale pijlers van de Russische autocratie, en hoe kwam deze in de negentiende eeuw finaal onder druk te staan? Hoe bepaalde het buitenlands beleid van het Russische Rijk en later de Sovjet-Unie de Europese en internationale politiek?

Studiemateriaal

Handboek: DETREZ, R., Rusland. Een geschiedenis, Antwerpen, 2015

De ppt-presentaties van de lessen alsook links naar online materiaal wordt op toledo aangeboden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van het Russische Rijk en de voormalige Sovjetstaten (B-KUL-F2TV8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het schriftelijk examen bestaat uit 3 delen:

  • Inzichtsvraag: (mogelijke) verbanden leggen tussen delen van de cursus (50%)
  • Klassieke inhoudsvraag over een deel van de cursus (25%)
  • 5 begrippen situeren in tijd en ruimte (25%)

ECTS History of Poland (B-KUL-F0UB2A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term

Aims

This course aims at providing a first introduction to the history of Poland (which included huge parts of contemporary Lithuania, Belarus and Ukraine until the 18th century) and giving a framework for the contextualisation of the Polish history and culture.

Previous knowledge

No specific prerequisites.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

History of Poland (B-KUL-F0UB2a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term

Content

A chronological overview of the history of Poland and the territories that have been under Polish(-Lithuanian) rule. Nearly half of the course is devoted to the Second World War and the communist period. Especially political, territorial,
and social issues are covered, but economic, religious, and cultural developments are also paid attention to.

Course material

The PPTs of all classes are available on Toledo. You don’t need to buy any teaching materials.

Format: more information

Students should attend the lectures, take notes of the suggested themes and confront those notes with the manual. Further information about the importance of the theme and the way in which it is discussed can be found on Toledo, together with a presentation of the manual. The slides that are used during the lectures will be provided progressively together with a schematic survey of the taught matter.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of Poland (B-KUL-F2UB2a)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Oral
Type of questions : Open questions
Learning material : None

Explanation

The exam consists of two types of questions: a broad one and some details (e.g. a person, a place, and an event). The illustrations on the PowerPoint outlines on Toledo are also part of the exam matter.

ECTS Geschiedenis van Latijns-Amerika: Precolumbiaanse en koloniale periode (B-KUL-F0UK4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Je verwerft een overzicht van de geschiedenis van Latijns-Amerika in de precolumbiaanse en de koloniale periode, vanaf de klassieke periode tot omstreeks 1800. Je hebt inzicht in het functioneren van de grote precolumbiaanse culturen (Azteken, Maya en Inca's), in de manier waarop Spanjaarden en Portugezen hun overzeese rijken opbouwden, en in de werking van de koloniale maatschappij op politiek, administratief, religieus, sociaal en economisch vlak. 

 

Begintermen

Een goede basiskennis van de Europese geschiedenis tot 1800; noties van de geografie van Latijns-Amerika

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van Latijns-Amerika: Precolumbiaanse en koloniale periode (B-KUL-F0UK4a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het college biedt een overzicht van de geschiedenis van Latijns-Amerika van de precolumbiaanse periode tot het einde van de 18de eeuw. De grote culturen van Azteken, Maya en Inca's worden bekeken in hun historische context. Tegelijkertijd wordt aandacht besteed aan de Iberische maatschappij in de 15de eeuw.

De verovering door de Spaanse en Portugese kolonisatoren veranderde de situatie van het continent grondig. Na een periode van harde confrontatie ontstonden koloniale rijken, die op ingrijpende wijze nieuwe structuren en organisatievormen tot stand brachten. Achtereenvolgens komen aan bod: de ontdekking, de militaire verovering, de uitbouw van de koloniale administratie, de religieuze verovering, de economische verovering, de raciale en sociale indeling van de koloniale maatschappij, en de hervormingen van de 18de eeuw. Brazilië wordt afzonderlijk behandeld.

In een aantal capita selecta wordt vervolgens dieper ingegaan op de demografische terugval van de indiaanse bevolking na de verovering, de incorporatie van de lokale, inheemse maatschappij in de structuren van het rijk, de verschillende evangelisatietechnieken die de Spanjaarden gebruikten, het fenomeen van de pintura de castas, en de Atlantische slavenhandel.

Studiemateriaal

Cursustekst, beschikbaar in pdf via Toledo
Presentatiesoftware

Toelichting werkvorm

Het college wordt gedoceerd volgens het flipped classroom principe. Je bereidt de hoofdstukken uit de cursustekst voor en neemt notities tijdens de les. Tijdens de les worden je bepaalde vragen voorgelegd, en worden bepaalde aspecten van elk hoofdstuk verder uitgediept aan de hand van probleemstellingen. Je neemt actief deel aan de discussie over deze probleemstellingen en baseert je daarbij op je voorbereiding van het college.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van Latijns-Amerika: Precolumbiaanse en koloniale periode (B-KUL-F2UK4a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Je krijgt twee hoofdvragen en vier bijvraagjes, waaronder een fotovraag. 

De hoofdvragen zijn in regel inzichtsvragen, vergelijkingsvragen of verzoeken om een opgelegd standpunt te verdedigen dan wel te verwerpen. De bijvraagjes polsen naar kennis over begrippen, concepten, figuren en gebeurtenissen.

ECTS Geschiedenis van Latijns-Amerika: 19de en 20ste eeuw (B-KUL-F0UK5A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Je verwerft een overzicht van de geschiedenis van Latijns-Amerika van de onafhankelijkheid tot het einde van de 20ste eeuw. Je hebt inzicht in het functioneren van de onafhankelijke Latijns-Amerikaanse staten en in de grote maatschappelijke evoluties die zich op het continent voordeden. Je kan de uitdagingen en problemen waarmee Latijns-Amerikaanse landen vandaag worden geconfronteerd, historisch duiden.

 

Begintermen

Basiskennis van de Europese geschiedenis na de Franse Revolutie; noties van de geografie van Latijns-Amerika

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van Latijns-Amerika: 19de en 20ste eeuw (B-KUL-F0UK5a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het college biedt in een eerste luik een overzicht van de geschiedenis van Latijns-Amerika van de onafhankelijkheidsperiode tot het einde van de 20ste eeuw. Het gaat dieper in op de omstandigheden waarin de Latijns-Amerikaanse elites onafhankelijkheid van Spanje en Portugal bevochten (1800-1820), en op de manier waarop ze in de 19de eeuw vaak uiteenlopende bestuurssystemen uitbouwden (1820-1880). Daarnaast worden de problemen onder de loep genomen waarmee de verschillende regeringen op sociaal en economisch gebied geconfronteerd werden, en de al dan niet vreedzame oplossingen die eraan werden geboden (1880-1920). De opeenvolging van verschillende bestuursstijlen tijdens het Interbellum, en de invloed van beide wereldoorlogen en de beurscrash van 1929 op de politieke, sociale en economische evoluite wordt ontleed (1920-1960). De impact van de Koude Oorlog en het verdwijnen ervan op de hedendaagse Latijns-Amerikaanse maatschappij worden besprokenen (1960-2000).

Telkens wordt niet alleen een overzicht van de algemene ontwikkelingen en krachtlijnen aangeboden, maar wordt er ook bijzondere aandacht besteed aan de evoluties in Mexico, Argentinië, Brazilië, Cuba en Chili, en aan fenomenen als migratie, caudillismo, de omgang van de moderne staten met hun indiaanse bevolking, de war on drugs, de kloof tussen rijk en arm, etc.  

Studiemateriaal

Syllabus en powerpoints van de lessen zijn beschikbaar via Toledo.

Toelichting werkvorm

Dit college wordt gedoceerd volgens het flipped classroom principe. Je bereidt de hoofdstukken uit de syllabus voor en neemt notities tijdens de les. Je neemt tevens actief deel aan de probleemstellingen die door de docent worden aangebracht en je maakt daarbij gebruik van je voorbereiding.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van Latijns-Amerika: 19de en 20ste eeuw (B-KUL-F2UK5a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Je krijgt drie vragen: twee hoofdvragen en een bijvraag. Je krijgt minstens een uur voorbereidingstijd en je schrijft je antwoord dan ook zo volledig mogelijk uit. Tijdens de mondelinge discussie leest de docent de voorbereiding, stelt bijvragen of vraagt om verduidelijking. De hoofdvragen zijn voornamelijk inzichtsvragen, vergelijkingsvragen of verzoeken om een bepaald standpunt te verdedigen. Een van de hoofdvragen bestaat uit een krantenartikel over een bepaalde gebeurtenis, persoon of problematiek, dat je dan dient te duiden aan de hand van de leerstof.

ECTS Religies in Europa: structuren en culturen in historisch perspectief (B-KUL-F0VD3B)

4 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Inzichten verstrekken in de historische structurele-organisatorische ontwikkelingen (ambten, geografische entiteiten, leiding en overlegstructuren) van de Rooms-katholieke kerk in België en dat in een comparatief Europees maar ook interdenominationeel perspectief (protestantse kerken, anglicaanse kerk, de orthodoxie). Het keuzevak moet de studenten vertrouwdheid bijbrengen met specifieke begrippen, termen en regelgeving (bijv. het kerkelijk wetboek) die opduiken in het onderzoek van de christelijke kerken in Europa en wereldwijd (ook bijv. missies, christelijke kerken in andere continenten). Kortom een initiatie in de specifieke bestuurscultuur van de christelijke kerken.

Begintermen

Basiskennis (bachelorniveau) van de historische ontwikkelingen in Europa van de eerste kerstening tot heden.

Identieke opleidingsonderdelen

F0VD3A: Religies in Europa: structuren en culturen in historisch perspectief
V0VD3A: Religies in Europa: structuren en culturen in historisch perspectief

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Religies in Europa: structuren en culturen in historisch perspectief (B-KUL-F0VD3a)

4 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De cursus bevat een inleiding en vijf delen:

1. Ambt en Wijding

2. Kerk & Staat in Europa en België

3. Wereldkerk

4. Religieuze instituten

5. Secularisatie en religieuze diversiteit

Indien de omstandigheden het toelaten wordt ook een verplichte excursie georganiseerd. 

Studiemateriaal

Een reader en slides worden ter beschikking gesteld
Aanbevolen literatuur:
-R. van Caenegem, Over koningen en bureaucraten. Oorsprong en ontwikkeling van de hedendaagse instellingen. Amsterdam, Brussel, 1977.
 -K. Martens, De paus en zijn  entourage. Leuven, 2003.
-H. Wortelboer, De Rooms-katholieke kerk. Kampen, 2003

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Religies in Europa: structuren en culturen in historisch perspectief (B-KUL-F2VD3b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk

Toelichting

  • schriftelijke opdracht: paper van tussen 2,000 en 2,500 woorden waarin de student een zelfgekozen thematiek uit de cursus verder uitwerkt adhv literatuur (deadline: 10 januari 2023). Tijdens het mondelinge examen richt een examenvraag zich naar de paper die de student moet indienen. De paper telt voor 8 punten. 
  • Het tijdig indienen van de paper is een absolute voorwaarde om  deel te nemen aan het mondelinge examen
  • mondeling examen: 1 algemene vraag op 8 punten, een kennisvraag op 2 punten, en extra vraag op basis van de paper 2 punten.

Toelichting bij herkansen

Voor de paper is geen herkansing mogelijk

ECTS Inleiding tot de islamitische geschiedenis tot WO I (B-KUL-F0WG6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De student is na dit opleidingsonderdeel in staat om in eigen woorden uitleg te geven over:

  • het ontstaan van de islamitische gemeenschap en de politieke geschiedenis van de islam tot en met Wereldoorlog I
  • de belangrijkste genres bronnen voor de studie van de islamitische geschiedenis
  • de belangrijkste dynastieën uit de islamitische geschiedenis en hun instellingen

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de islamitische geschiedenis tot WO I (B-KUL-F0WG6a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Aan de hand van de relevante hoofdstukken uit het handboek wordt op inleidende wijze ingegaan op het ontstaan van de islamitische gemeenschap (de Koran en de Profeet worden besproken in het vak Inleiding tot de Islam), de Klassieke Periode, de Middel Periode en tot slot de buskruitrijken van de Safavieden en de Ottomanen (de Mughalieden worden niet behandeld maar slechts genoemd) tot en met het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook wordt aandacht besteed aan het karakter van de islamitische historiografie (een van de grootste uit de wereldgeschiedenis) en de bronnen (archiefstukken niet aanwezig vóór 1400, retrojectie van het godsdienstbeeld naar een niet-bestaand verleden, kronieken, biografische woordenboeken).

Studiemateriaal

Ira M. Lapidus, A History of Islamic Societies. Third Edition. Cambridge, England: Cambridge University Press, 2014.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de islamitische geschiedenis tot WO I (B-KUL-F2WG6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Aan de hand van enkele vragen wordt getoetst of de student het handboek en de collegestof goed heeft doorgenomen en de daarmee verworven kennis in eigen woorden kan reproduceren.

ECTS Geschiedenis van het Midden-Oosten en Noord-Afrika vanaf WO I (B-KUL-F0WG8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

De student is na dit opleidingsonderdeel in staat om in eigen woorden:

  • uitleg te geven over de relevante ontwikkelingen in de politieke geschiedenis van het gebied vanaf Wereldoorlog I
  • uitleg te geven over de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen de nationale staten van het gebied
  • uitleg te geven over de belangrijkste hedendaagse politieke conflicten in het gebied
  • de verworven kennis in historische context geplaatst te kunnen weergeven.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van het Midden-Oosten en Noord-Afrika vanaf WO I (B-KUL-F0WG8a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Aan de hand van de relevante hoofdstukken uit het handboek wordt op inleidende wijze ingegaan op de geschiedenis van de regio vanaf de Eerste Wereldoorlog. De nadruk ligt hierbij op het begrijpen van het huidige conflict in het Midden Oosten als het gevolg van mislukte dan wel gelukte afspraken die zijn gemaakt door de koloniale machten. Ook wordt aandacht besteed aan de kenmerken van de Amerikaanse overheersing van het gebied sinds 1990 tot en met vandaag (“het Amerikaanse tijdperk na 1990”).

Studiemateriaal

Ira M. Lapidus, A History of Islamic Societies. Third Edition. Cambridge, England: Cambridge University Press, 2014.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van het Midden-Oosten en Noord-Afrika vanaf WO I (B-KUL-F2WG8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Aan de hand van enkele vragen wordt getoetst of de student het handboek en de collegestof goed heeft doorgenomen en de daarmee verworven kennis in eigen woorden kan reproduceren.

ECTS Geschiedenis van de Latijnse literatuur met lectuuropdracht (B-KUL-F0WJ6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
François Ide (coördinator) |  François Ide |  Van Rooy Raf

Doelstellingen

De studenten verwerven een voldoende samenhangend literair-historisch kader voor de lectuur en interpretatie van Latijnse teksten, met focus op de heidense oudheid.
 

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de Latijnse literatuur (B-KUL-F0WJ6a)

3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het college biedt een overzicht van de Latijnse letterkunde met specifieke aandacht voor de klassieke periode en de receptie daarvan in de latere Latijnse literaire tradities. De colleges combineren een historische en een thematische aanpak en besteden ook aandacht aan de ontwikkeling van de Latijnse literaire genres en hun schatplichtigheid aan de Griekse letterkunde.

 

Studiemateriaal

Studiemateriaal op Toledo

Handboek: Knecht, D., Stroobandt, R. (ed.), De literatuur van de Romeinen. Een gids voor gebruikers (Gent, 2010).

 

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BF0A : Geschiedenis van de Latijnse literatuur

Geschiedenis van de Latijnse literatuur, lectuuropdracht (B-KUL-F0WJ7a)

1 studiepunten : Opdracht 0 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Een additioneel lectuurpakket (Latijnse teksten in Nederlandse vertaling) dient door de studenten zelfstandig te worden doorgenomen. Tijdens het mondeling examen wordt hen over die lectuur een vraag voorgelegd.

Studiemateriaal

Kopies van Latijnse teksten in Nederlandse vertaling.

Toelichting werkvorm

Zelfstandige lectuur en verslag van de lectuurervaring.
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de Latijnse literatuur met lectuuropdracht (B-KUL-F2WJ6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS Geschiedenis van Griekenland en Rome (B-KUL-F0WL2A)

6 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Inzicht verstrekken in de beschavingspatronen die aan de wieg stonden van de westerse maatschappij en cultuur.

Begintermen

Geen specifieke begintermen.

Identieke opleidingsonderdelen

V0LA1A: Geschiedenis van Griekenland en Rome

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van Griekenland (B-KUL-F0WK9a)

3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Inhoud

De component Griekenland biedt een overzicht van de geschiedenis van de Griekse wereld vanaf de Minoïsche en Myceense beschavingen tot aan de volledige Romeinse overheersing onder keizer Augustus. Kenmerkend voor Griekenland is dat deze ontwikkelingen zich lange tijd in hoofdzaak voltrokken in het kader van relatief kleine stadstaten zoals Athene en Sparta. In de vierde eeuw v.C. werden deze naar het tweede plan verdrongen door grote territoriale staten zoals Macedonië, Egypte en Syrië ten gevolge van het optreden van Alexander de Grote. De historische ontwikkelingen worden geplaatst in hun politieke, institutionele, sociaal-economische, culturele en godsdienstige context. Het chronologisch of geografisch kader wordt in enkele capita selecta doorbroken via thema’s zoals ‘Griekse en andere mythes over het ontstaan van de wereld’, ‘De oude en moderne Olympische spelen’, ‘Spartaanse vrouwen aan de macht’, ‘De Elgin-marbles’, en ‘De rol van de graven van Alexanders familie in de Macedonische kwestie’.

Inhoudstafel:
- Het geografisch kader: Griekenland en omgeving
- De oudste geschiedenis van Griekenland
- Het Archaïsch tijdvak, het ontstaan van de polis en de weg naar de democratie
- De geestelijke eenheid van het Griekse volk
- Het Klassieke tijdvak. Bloei en ondergang van de stadstaat en de strijd om het leiderschap
- Alexander en het Hellenistische tijdperk
- Capita selecta

Studiemateriaal

Katelijn VANDORPE, Geschiedenis van Griekenland, Leuven (Acco), 2017.
Powerpoints en schema’s op Toledo
Eigen nota’s
Aanbevolen atlas, niet verplicht om aan te kopen: Putzger Historischer Weltatlas. Erweiterte Ausgabe. 104. Auflage, Cornelsen, Berlin 2011.

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met multimedia en monitoraatsessies.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0WK9A : Geschiedenis van Griekenland

Geschiedenis van Rome (B-KUL-F0WJ8a)

3 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Vandorpe Katelijn |  Verreth Herbert (plaatsvervanger)

Inhoud

Het college behandelt de Romeinse geschiedenis vanaf de vroegste bewoning in Italië tot aan de ondergang van het West-Romeinse Keizerrijk. Rome evolueerde van een stadstaat naar een immens wereldrijk dat behalve het Middellandse Zeegebied, gedeelten van Azië en van West- en Oost-Europa omvatte. De historische ontwikkelingen worden geplaatst in hun politieke, institutionele, sociaal-economische, culturele en godsdienstige context. Het chronologisch of geografisch kader wordt in enkele capita selecta doorbroken via thema’s zoals ‘De oorsprong van onze kalender’, ‘De invoering van het muntwezen’, ‘Het vredesaltaar van Augustus’, ‘De Antonijnse pest en latere epidemieën leiden tot miljoenen doden’ en ‘De vervolging van de christenen’.

Inhoudstafel:
- Het geografisch kader
- Culturen en bevolking van het oude Italische schiereiland
- Het vroegste Rome. De ontwikkeling tot stadstaat
- Begin en hoogbloei van de Republiek
- Buitenlandse veroveringen
- De crisis van de Republiek
- De reorganisatie van de staat door Augustus
- Van Principaat naar Dominaat
- Capita selecta

Studiemateriaal

Katelijn VANDORPE i.s.m. L. MOOREN, Geschiedenis van Rome, Leuven (Acco), 2017.
Powerpoints en schema’s op Toledo
Eigen nota’s
Aanbevolen atlas, niet verplicht om aan te kopen: Putzger Historischer Weltatlas. Erweiterte Ausgabe. 104. Auflage, Cornelsen, Berlin 2011.

 

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met multimedia en monitoraatsessies.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0WJ8A : Geschiedenis van Rome

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van Griekenland en Rome (B-KUL-F2WL2a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

1. Examen
Schriftelijk examen.
2. Tussentijdse toets
De studenten krijgen de kans deel te nemen aan een tussentijdse toets, georganiseerd door het monitoraat. De resultaten van deze tussentijdse toets tellen niet mee voor het eindresultaat.

ECTS Inleiding tot de numismatiek (B-KUL-F0XH1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

- munten als historische bron te gebruiken,
- een verantwoorde interpretatie van de munten uit archeologische opgravingen te geven
- de rekenmunten uit een archiefdocument (middeleeuwen en nieuwe tijden) beter te begrijpen.
- een lange termijn visie weer tegeven over het muntgebruik, de muntpolitiek en de wijze waarop de overheden geld als inkomstenbron gebruiken- een wetenschappelijk verantwoorde catalogus van munt- en penningverzamelingen op te stellen 

Begintermen

Van de student wordt verwacht dat hij een basiskennis bezit van de geschiedenis van West-Europa.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de numismatiek (B-KUL-F0XH1a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Diachronische benadering van de geschiedenis van de munt met zowel een historisch-archeologische als kunsthistorische benadering. 
 
Bedoeling is in elk onderdeel een lange termijn evolutie te geven. Telkens komen zowel de oudheid als de postklassieke periode aan bod.
 
Volgende thema’s zullen aan bod komen:
-              Methodiek van het numismatisch onderzoek: stempelstudie, gewichtssystemen, datering en toeschrijving, enz.
-              Munt – en penningproductie: technologische evolutie 
-              Mijnen, muntmetalen & denominaties: mijnbouw (herkomst van de metalen en ertsgebieden van Griekenland tot in de nieuwe tijden), hun invloed op de economie, de muntdenominaties en het geldgebruik 
-              Oorsprong en verspreiding van de munt: o.a. Griekse oudheid maar ruime aandacht voor de sterke verschillen in muntgebruik tussen de historische periodes. 
-              Organisatie van de muntateliers: de Griekse polis, Hellenistische vorsten Rome, vroege middeleeuwen & feodaliteit, opkomst van de muntadministraties en de grote West-Europese staten (einde 13de eeuw).
-              Muntpolitiek van de overheid: muntunies (zowel in Griekenland, Rome, middeleeuwen), de munt als inkomstenbron, revaluaties en devaluaties en hun sociale gevolgen, enz
-              Munt en propaganda: afbeeldingen op munten als iconografische bron en de verschillende benaderingswijzen doorheen de tijd 
-              Munten in geschreven bronnen: de rekenmunt, voorbeelden uit de oudheid maar voornamelijk aandacht voor rekenmunten in de middeleeuwen en de nieuwe tijden (basis van het rekensysteem, concrete rekenvoorbeelden)
-              Munten & archeologie: muntschatten, los gevonden munten, accumulatievondsten en hoe ze interpreteren
-              De penningkunst: vnl. 16de – 19de eeuw. De penning als middel persoonlijk of staatspropaganda object (16de – 19 de eeuw).
-              Valsmunterij: vroeger en nu
 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de numismatiek (B-KUL-F2XH1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS Cultuur- en maatschappijkritiek in het moderne Europa (B-KUL-F0XL3A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Dit college wil een inzicht bieden in de ontwikkeling en veelvormigheid  van de cultuur- en de maatschappijkritiek in Europa sinds 1750.

Begintermen

 Basiskennis  van de krachtlijnen van de geschiedenis van de nieuwste tijd (zoals gedoceerd in F0LA7A/B)

Onderwijsleeractiviteiten

Cultuur- en maatschappijkritiek in het moderne Europa (B-KUL-F0XL3a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Dit college behandelt de traditie van cultuur- en maatschappijkritiek zoals die zich in de Westerse wereld sinds de Verlichting als een schaduw van het vooruitgangsgeloof heeft ontwikkeld. Daarbij gaat aandacht uit naar de genres waarin cultuur- en maatschappijcritici zich hebben geuit, het cultuurbegrip dat hierbij werd gehanteerd, de historische verbeelding die daarbij hoorde en de tegenculturen die door critici werden gepresenteerd. Centrale thema’s die daarbij aan bod komen zijn: ‘wildheid’, ‘beschaving’ en imperialisme; de massa en het individu; wetenschap, techniek en surveillantie; kapitalisme en consumentisme; stedelijkheid, 'natuurlijkheid' en de teloorgang van de natuur; het patriarchaat. Dit gebeurt aan de hand van casestudies: Franse auteurs uit de Verlichting en de vroege romantiek over de 'noble sauvage'; Gustave Le Bon en de massa-psychologie van de late 19de eeuw; het ideaal van de tuinstad; de Lebensreformbeweging; de tweede feministische golf; de beweging van antipsychiatrie.

Studiemateriaal

Reader met literatuur en bronfragmenten.

Toelichting werkvorm

Van de studenten wordt verwacht dat ze voor elk college een tekst uit de reader doornemen en op basis van die lectuur actief participeren aan de discussie tijdens het college

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Cultuur- en maatschappijkritiek in het moderne Europa (B-KUL-F2XL3a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

De reader mag gebruikt worden tijdens het examen; collegenotities en slides niet

ECTS Inleiding tot het Middelegyptisch (B-KUL-F0XW5A)

8 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
N. |  Willems Harco (plaatsvervanger) |  Van der Perre Athena (plaatsvervanger)

Doelstellingen

De student die dit opleidingsonderdeel heeft gevolgd kent de principes van het hiërogliefenschrift, heeft een woordkennis van circa 325 woorden, en kennis van de hoofdzaken van de Middelegyptische grammatica (met uitzondering van de participiale constructies en een aantal speciale toepassingen). De student is bovendien vertrouwd met een aantal veel voorkomende elementen in Egyptische teksten (de structuur van koningsnamen; telwoorden; dateringen; de Egyptische kalender) en geeft een basaal inzicht in een aantal teksttypes (autobiografische teksten, ‘historische’ teksten, steengroeve-inscripties, funeraire teksten).

Begintermen

Geen.

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot het Middelegyptisch (B-KUL-F0XW5a)

8 studiepunten : Practicum 52 Eerste semesterEerste semester
N. |  Willems Harco (plaatsvervanger) |  Van der Perre Athena (plaatsvervanger)

Inhoud

Wekelijks wordt een hoofdstuk uit de cursus behandeld (taalkunde). Daarnaast wordt elke week een aan taal en schrift gerelateerd thema uit de Egyptische cultuur behandeld (taalcultuur). 1) taalkunde: In de eerste weken informatie over schrift, transliteratie, en methodes om hiërogliefen te schrijven (handmatig en digitaal). taalcultuur: de ontwikkeling van de Egyptische taal; 2) taalkunde: het substantief en het adjectief; eenvoudige substantivische en adjectivische zinnen; taalcultuur: het schrijven van koningsnamen; 3) taalkunde: adverbia en preposities; adverbialiteit; eenvoudige adverbiale zinnen; taalcultuur: het schrijven van getallen en breuken; 4) taalkunde: de belangrijkste partikels; suffixpronomina en afhankelijke pronomina; pronominalisering van adjectivische en adverbiale zinnen; taalcultuur: dateringen in Egyptische teksten; 5) taalkunde: onafhankelijke pronomina en demonstrativa. Twee- en drieledige nominale zinnen. Pronominalisering van nominale zinnen.  Bezitsaanduidingen; 6) taalkunde: Werkwoordsoorten; de infinitief; de pseudoverbale zin (1). Taalcultuur: steengroeve-inscripties (naar aanleiding van lectuur van een origineel); 7) taalkunde: de toestandsvorm; de pseudoverbale zin (2); de gebiedende wijs; inleiding in de suffixconjugatie. Taalcultuur: historische inscripties ( naar aanleiding van lectuur van een origineel); 8) taalkunde: kennismaking met de verschillende sḏm⸗f- en sḏm.n⸗f- vormen en de constructies waarin ze voorkomen. Taalcultuur: Soorten religieuze teksten in het Middenrijk. Hieraan gekoppeld: lectuur van een eenvoudige Sarcofaagtekstspreuk; 9) taalkunde: De passieve sḏm.w⸗f-vorm. De sḏm.t⸗f-vorm. Betrekkelijke bijzinnen met nty en jwty. Taalcultuur: Soorten literaire teksten in het Middenrijk. Hieraan gekoppeld: lectuur van het begin van een eenvoudige literaire tekst.

Studiemateriaal

H. Willems, Inleiding tot het Middelegyptisch, online aangeboden op Toledo; wordt jaarlijks aangepast.

R.O. Faulkner, A Concise Dictionary of Middle Egyptian (Oxford, 1961 of een latere druk)

Sterk aanbevolen:
Sir Alan Gardiner, Egyptian Grammar (Oxford, OUP, 1957)
H.G. Fischer, Ancient Egyptian Calligraphy. A Beginner’s Guide to Writing Hieroglyphs (New York, Metropolitan Museum of Art3, 1988).
JSesh software (open access).
 

Toelichting werkvorm

Er zijn wekelijks twee sessies van twee uur. Voorafgaand aan het college bestuderen de studenten elk hoofdstuk, leren de bijgevoegde woordenlijst, en bereiden de oefeningen na de afzonderlijke paragrafen voor. De sessies bestaan uit 1) korte samenvattingen van de krachtlijnen van het behandelde hoofdstuk; 2) het klassikaal bespreken van oefeningen tussen de paragrafen van de cursus; 3) Aan het eind van elk hoofdstuk in de cursus wordt een aspect van de Egyptische cultuur behandeld dat met taal en tekst te maken heeft. Deze aspecten spelen een rol bij de originele teksten, die in de loop van het semester steeds meer gelezen worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot het Middelegyptisch (B-KUL-F2XW5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Vaardigheidstoets

Toelichting

Tijdens de collegeperiode vinden twee partiële examens plaats: één eind oktober en één eind november. Bij deze toetsen mag geen gebruik worden gemaakt van tekenlijsten en woordenboeken. De tests bestaan elk uit drie delen: 1) toetsing van de kennis van het vocabulaire behorend bij de tot op dat moment behandelde hoofdstukken van de cursus; 2) toetsing van de kennis van de tot dan toe behandelde woordsoorten en syntactische begrippen en structuren; 3) transliteratie en vertaling van 5 zinnen en 4) het vermogen, leesbare hiërogliefen te schrijven.
Tijdens de examenperiode wordt een mondeling examen gehouden. Dit bestaat uit drie delen: 1) een vocabulairetoets op basis van een lijst van 12 woorden/grammaticale elementen (20%); 2) lectuur van een kleine ongeziene tekst, waarin uitsluitend elementen en vocabulaire voorkomen die de student zou moeten kennen (70%) en 3) kennis van de op college en in de cursus behandelde aspecten van taalcultuur (10%). Het examen duurt een half uur, met een voorbereidingstijd van één uur (gesloten boek).
De beide partiële toetsen in de loop van het semester tellen elk voor 20% mee, het examen zelf voor 60%.
 

Toelichting bij herkansen

Tijdens het herexamen kunnen de partiële examens niet worden hernomen. De herkansing beperkt zich dus tot het onderdeel getoetst tijdens de eerste examenperiode, dat op dezelfde manier opnieuw getoetst zal worden. Die uitslag zal volgens dezelfde verdeelsleutel met de uitslagen van de partiële examens tot een gewogen gemiddelde gebracht worden.

ECTS Geschiedenis van het Oude Nabije Oosten (B-KUL-F0XY0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Na dit college kennen de studenten de belangrijkste historische ontwikkelingen in het Nabije Oosten van de twee millenia voor onze tijdrekening.
In het eerste deel van dit college (lessen 1-6, Prof. Kathleen Abraham) wordt de student ingeleid in 3000 jaar Mesopotamische beschaving. Na een korte inleiding die het geografisch en cultureel kader schetst waarin deze beschaving tot stand kwam en zich ontwikkelde, beschrijft het college de belangrijkste koninkrijken en imperia in chronologische volgorde. Je leert verschillende types bronnen kennen waarop de historische reconstructie van Mesopotamië gebaseerd is en deze kritisch te benaderen (de bronnen uit het tweede en eerste millennium voor onze tijdrekening in het bijzonder). In de loop van dit historisch overzicht ontmoet je meerdere volkeren die steden, dynastieën en staten hebben opgericht in Mesopotamië, en deze tot bloei of verval gebracht hebben (Amorieten, Hittieten, Hurrieten, Kassieten, Arameeers, Chaldeers e.a.). Zij hebben vaak ook een belangrijke rol gespeeld in aangrenzende gebieden (Syrië, Canaan, Anatolië). De studenten worden zo in staat gesteld om in dialoog te treden met de geschiedenis van het oude Nabije Oosten en de contactpunten tussen de Levantijnse en Mesopotamische culturen te ontdekken. Zij verwerven een voldoende samenhangend historisch kader voor de lectuur en interpretatie van klassieke Oud-oosterse teksten.
In het tweede deel van dit college (lessen 7-13, Prof. Pierre Van Hecke) leer je de nauwere historische context kennen waarbinnen de Klassiek-Hebreeuwse taal en literatuur zijn ontstaan. Je maakt kennis met de geografie van de Levant, en wordt vertrouwd met de historische gebeurtenissen in de regio van het begin van de Ijzertijd (1200 voor onze tijdrekening) tot en met de Romeinse overheersing. Je leert hoe de koninkrijken Israël en Juda zijn ontstaan, en hoe de regio door buitenlandse (achtereenvolgens Neo-Assyrische, Neo-Babylonische, Hellenistische en Romeinse) mogendheden is bestuurd. Telkens leer je op welke geschreven en materiële bronnen we ons baseren om tot een reconstructie van het verleden te komen, en je leert deze bronnen op een kritische wijze te beoordelen. Je leert ook in te zien hoe de Klassiek-Hebreeuwse literatuur alleen te begrijpen is tegen de historische context waarin die is ontstaan.
 

Begintermen

Geen

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van het Oude Nabije Oosten (B-KUL-F0XY0a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Bij de colleges over Mesopotamische geschiedenis is een bewuste keuze gemaakt voor die periodes die politiek en cultureel met Kanaän en de Levant verbonden zijn. Daarom begint ons verhaal rond 2000 voor het begin van onze tijdrekening met de opkomst van de Amorieten, en focust op de politieke geschiedenis, als volgt:

Indeling van de lessen 1-6:

1.         Schets van het geografisch, klimatologisch, en chronologisch kader voor de geschiedenis van Mesopotamië. Mesopotamië in het West-Europees collectief geheugen. Ontstaan en verspreiding van het schrift (spijkerschriftculturen). Volkeren en talen. Aard van het bronnenmateriaal voor historische reconstructies. Tijdslijn.

2.         De periode 2000-1600 VOT: De Amorietische koninkrijken. De opkomst van Babylon onder Hammurabi (Oud-Babylonische periode). De Mari archieven. De Hittieten en de val van de eerste Dynastie van Babylon.

3.         De periode 1600-1050 VOT: De donkere “Middeleeuwen”. De Kassieten en de Middel-Babylonische periode. Expansie van Mitanni (de Hurrieten). De El Amarna brieven en de club van de grote mogendheden. De opkomst van Assyrië. De eerste Arameërs.

4.         De periode 1000-610 VOT: Het Neo-Assyrische rijk. Expansie naar het westen (Syrië, Levant, Asia Minor). De veldslag te Qarqar tegen de Aramese coalitie (inkluis Ahab van Israel). Salmanesser’s zwarte obelisk en het tribuut van Jehu, koning van Israel. Sargon II en de val van Israel (Noordrijk). Sennacherib aan de poorten van Jerusalem t.t.v. Hezekiah, koning van Judah (Zuidrijk). Assyrische geschiedschrijving (koningsannalen, kronieken). De bibliotheek van Ashurbanipal.

5.         De periode 626-539 VOT: Het Neo-Babylonische rijk. De Babylonische ballingschap. De stad Babylon t.t.v. Nebuchadnezzar. De Babylonische maatschappij a.h.v. documenten uit het dagelijkse leven. Chaldeërs en Arameërs.

6.         De periode 539-331 VOT: Het Perzische rijk. De Cyruscylinder. Alexander de Grote in spijkerschrift.

 

In de lessen 7 tot 13 wordt ingegaan op de geschiedenis van de Levant, steeds binnen de ruimere context van de ontwikkelingen in Mesopotamië en het Oostelijke Middellandse-Zeegebied.

 

7. Geografisch, klimatologisch en chronologisch kader van de geschiedenis van de Levant. Voorlopers van de Hebreeuwse cultuur in de Laat-Bronsperiode (Kanaän, Ugarit); vestiging van de Filistijnen in de Zuidelijke Levant; proto-Hebreeuwse bewoning van het Centrale Bergland.

8. Het ontstaan van de koninkrijken Israël en Juda in de tiende eeuw VOT: historische en archeologische moeilijkheden.

9. De koninkrijken Israël (Noordrijk) en Juda (Zuidrijk) tussen ca 930 en 720 VOT – Hebreeuwse geschiedsschrijving in de Neo-Assyrische periode tot aan de val van het Noordrijk.

10. Het koninkrijk Juda in de latere Neo-Assyrische en in de Neo-Babylonische periode (720-539) – Autonomieverlies van het Zuidrijk; val van Jeruzalem; Babylonische ballingschap; “The empty land”

11. Yehud als Perzische provincie (539-330) – Langzaam herstel; joodse aanwezigheid in de provincie Yehud en in Egypte

12. De Hellenistische periode in Palestina (330-63 VOT) – Alexander de Grote in het Nabije Oosten; Palestina onder de Ptolemeeën; Palestina onder de Seleuciden; De Makkabese opstand; De Hasmoneeën.

13. De Romeinse periode in Palestina (63 VOT – 135 NOT) – De Herodianen; de Romeinse procuratoren; De eerste joodse opstand en vernietiging van de tempel van Jeruzalem; De tweede joodse opstand en Romeinse diaspora.

Studiemateriaal

•           Het onderdeel Mesopotamië wordt gedoceerd met behulp van de syllabus Geschiedenis van het Oude Nabije Oosten: Voor-Azië (Acco. Auteur: Tom Boiy), powerpoints (incl. kaarten, illustraties, en schemata), en een hand-out met citaten uit primaire geschreven bronnen in vertaling. Voor het tweede deel van de cursus wordt een syllabus ondersteund met powerpointpresentaties ter beschikking gesteld.

•           De studenten nemen ook eigen notities.

•           Aanbevolen zijn goede overzichten zoals: M. van de Mieroop, A History of the Ancient Near East, 3000-323 BC. (Routledge, second edition, 2007); A. Kuhrt, The Ancient Near East c. 3000-330 BC (Routledge History of the Ancient World), 2 vols., 1995; M. Chavalas (ed.), The Ancient Near East. Historical Sources in Translation (Blackwell Sourcebooks in Ancient History), 2006; R.D. Nelson, Historical Roots of the Old Testament, Atlanta: SBL Press 2014 en de atlas: Michael Roaf, Cultural Atlas of Mesopotamia and the Ancient Near East, Oxford : Equinox, 1990. Voor ondersteunende literatuur, zie ook Toledo.      

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van het Oude Nabije Oosten (B-KUL-F2XY0a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Inleiding tot de Akkadische taal en letterkunde (B-KUL-F0XY9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel wordt niet aangeboden in academiejaar 2023-2024.

Dit college beoogt de student basisvaardigheden en -kennis bij te brengen in de Akkadische grammatica en woordenschat. Het Akkadisch, met haar twee hoofddialecten Babylonisch en Assyrisch, is de oudst bekende taal in de Semitische taalgroep waartoe ook het Hebreeuws behoort. De studenten Taal-en Letterkunde: Hebreeuws worden zo in staat gesteld om een dieper inzicht te verwerven in de structuur van de Semitische talen en hun historische ontwikkeling. Deze kennis wordt verder uitgebouwd in de hogere jaargangen, in de OPO’s xxx (Akkadische leesgrammatica) en yyy (Diachrone Semitische taalkunde). Het college biedt tevens een kort overzicht van de klassieke Akkadische letterkunde met aandacht voor de belangrijkste literaire genres en hun receptie in de Hebreeuwse letterkunde. Het meer in detail lezen en analyseren van deze literatuur is voorzien in de tweede en derde fase van de opleiding (OPO’s zzz en aaa: Oud-Oosterse literatuur....).      

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist     

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding tot de Akkadische taal en letterkunde (B-KUL-F0XY9a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

(1) Grammatica: De nadruk ligt op het aanleren van het klassiek, Oud-Babylonisch dialect. Je leert Akkadische woorden en zinnetjes, die je in transcriptie worden aangeboden, te translitereren, d.w.z. om te zetten in het Latijns schriftsysteem in grammaticaal juist Akkadisch, en dit door lexicale en grammaticale ontleding, om daarna de stap naar een Nederlandse vertaling te zetten. Na het afwerken van dit opleidingsonderdeel kennen de studenten de elementaire vormen van het naamwoord en het regelmatige werkwoord en hebben een inzicht in de vorming van de onregelmatige werkwoorden. Zij zijn in staat woorden en eenvoudige zinnetjes grammaticaal en lexicaal te ontleden, en bezitten over een basisvocabularium van rond de 300 frequent gebruikte woorden van het Akkadisch. 

(2) Letterkunde: Een begeleidend word-document situeert sommige van de oefenzinnetjes uit Caplice  Handbook terug in hun oorspronkelijke context. A.h.v. een eenvoudige zinnetje zoals niš# sap##tim “de verspreide volkeren (verzamelde ik)” uit les 2 in Caplice, weidt dit document uit over het literaire topos van “verspreide volkeren” in de Akkadische (en Hebreeuwse) literatuur, het type teksten waarin dit topos voorkomt (o.a. Akkadische koningsinscripties en hymnen; Hebreeuwse profetische literatuur), en de politieke realiteit die erachter schuilgaat. Op deze manier word je ingeleid in sommige van de belangrijkste Mesopotamische tekstcorpora en dit reeds in het allereerste stadium van je studie van de Akkadische taal. Het document bevat ook bibliografische referenties naar secundaire literatuur om de student aan te moedigen bij te lezen over de teksten en hun culturele achtergrond. Zo leer je niet alleen over naamwoorden, werkwoorden, suffixen, vervoegingen, verbuigingen etc (kortom, grammatica), maar ook over Mesopotamische ideeën over de mens, god(en), en de wereld, politieke en juridische instellingen, maatschappij structuren, realia, stijlelementen, e.a. die vaak behoorden tot het Semitische gemeengoed of vanuit Mesopotamië algemene verspreiding kenden in het Oude Nabije Oosten, en derhalve vaak hun parallel hebben in de Hebreeuwse taal, letterkunde, maatschappij en geschiedenis.

(3) Akkadisch – een dode, Semitische taal?! Weet je wat Bolleboos, het mooiste Nederlandse woord van de afgelopen 150 jaar, het Akkadische b#l b#tim, het Hebreeuwse ### ###, en het Yiddische balboyes gemeen hebben? Tientallen voorbeelden van Akkadische woorden en hun realisatie in aanverwante Semitische talen, alsmede hun eventuele receptie in West-Europese talen worden gedurende de lessen aangehaald; begrippen en instituties worden in een ruimere Semitische context geplaats, vaak met doortrekking naar levende Semitische talen van vandaag. Voorbeelden gaan van het Akkadische mušk#num via het Hebreeuws/Aramese #### tot aan het Franse mesquin; van de maandnaam Simannu via #### tot aan de moderne Hebreeuwse meisjesnaam Sivan; van prijsaanduidingen in Babylonische koopcontracten (shekels, minas) uit het 2de en 1ste millennium VOT tot aan het schilderij van Rembrandt “Het Feestmaal van Belsazar” en  de verklaring van “het teken aan de wand” (Bijbelse mene, tekel, parsin). Een gelijkaardig voorbeeld is dat van de in Europa en de VS erg populaire Israëlische zanger Assaf Avidan, wiens familienaam de aanleiding is om parallellen te trekken met gelijkaardige naamgevingspatronen in de Akkadische taal en cultuur. Deze voorbeelden illustreren hoe “dode” talen op een levende, hedendaagse manier gedoceerd kunnen worden.

(4) Oefeningen: De oefeningen volgen het lessenschema in R. Caplice: 1988: vertaaloefeningen Akkadisch-Nederlands, met als optie ook: transcriptie van spijkertekens. Het maken van deze regelmatige oefeningen zorgt ervoor dat de aangeleerde grammatica, woorden (en naar vrije keuze van de student ook schrifttekens) geleidelijk en systematisch verwerkt en eigen gemaakt worden. Het zorgt er ook voor dat de voorbereiding voor het eindexamen tot een minimum beperkt kan blijven.         

Studiemateriaal

R. Caplice, Introduction to Akkadian, 3rd revised edition, Rome, 1988. Powerpoints met paradigma’s en schematische voorstellingen van de belangrijkste fonetische, morfologische, en syntactische regels. Eigen notities van de studenten. Aanvullende literatuur, Krispijn Th. en Van Soldt W. 1999. De Talen van het Oude Nabije Oosten. Ex Oriente Lux, Leiden – Peeters, Leuven, en zie ook Toledo.      

Toelichting onderwijstaal

Mogelijkheid bestaat om studenten uit het buitenland die het Nederlands slechts gedeeltelijk beheersen in de lessen te integreren en het examen af te leggen.

Toelichting werkvorm

Het college omvat twee onderdelen: ten eerste, een inleiding tot de Akkadische grammatica (fonologie, morfologie en syntax) en letterkunde, en ten tweede, oefeningen (transliteratie, ontleding,  en vertaling). Bij elke les in de cursus hoort 1) een powerpoint, 2) een woordenlijst, 2) een tekenlijst (optioneel), 4) een oefening. De studenten dienen wekelijks oefeningen behorend bij de juist behandelde les te maken, en deze schriftelijk in te dienen op de voorziene data. Dit zal in de evaluatie voor 25% meegewogen worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding tot de Akkadische taal en letterkunde (B-KUL-F2XY9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Dit vak wordt gedeeltelijk tijdens het onderwijs getoetst in de vorm van permanente evaluatie (i.e., wekelijkse oefeningen, 25%) en gedeeltelijk tijdens de examenperiode in de vorm van een schriftelijk examen waarin de opgedane kennis van grammatica en vocabularium wordt beoordeeld (75%).

Toelichting bij herkansen

Het resultaat van de wekelijkse oefeningen die 25% van het eindresultaat uitmaken wordt overgedragen naar de derde examenperiode (ook in geval van onvoldoende).

ECTS Analyse van teksten uit het Oude en Middenrijk (B-KUL-F0YH0A)

4 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
N. |  Willems Harco (plaatsvervanger) |  Van der Perre Athena (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Doel van dit OPO is de verhoging van de leesroutine en grammaticale kennis van het zg. "Egyptisch van de eerste fase". Met deze term wordt bedoeld: het Middelegyptisch (waarmee studenten vertrouwd zijn geraakt in de OPO's Inleiding tot het Middelegyptisch (F0XW5a) en Lectuur gevarieerde Egyptische teksten (F0XW7a)), maar ook het oudere Oud-Egytisch, de taalfase van het Oude Rijk. Omdat deze taalfases sterk met elkaar verwant zijn, worden beide in dit studie-onderdeel behandeld, waardoor tegelijk ook op de onderlinge verschillen kan worden ingegaan. De student maakt kennis met verschillende tekstsoorten en met de epigrafische eigenaardigheden van het tekstmateriaal. Tevens wordt ingegaan op sociale en culturele achtergronden van de teksten (bv. administratieve, religieuze, of historische). 

Begintermen

Goede kennis van de principes van het Middel-Egyptisch (op het niveau van Inleiding tot het Middelegyptisch (F0XW5a) en Lectuur gevarieerde Egyptische teksten (F0XW7a).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Analyse van teksten uit het Oude en Middenrijk (B-KUL-F0YH0a)

2 studiepunten : Practicum 18 Eerste semesterEerste semester
N. |  Willems Harco (plaatsvervanger) |  Van der Perre Athena (plaatsvervanger)

Inhoud

Tijdens de colleges wordt een variëteit aan tekstsoorten (literaire, autobiografische, religieuze en medische literatuur; administratieve teksten en brieven) in het Oud- en Middel-Egyptisch in hiërogliefische bronnen gelezen. Op deze manier zal inzicht ontstaan in de tekstvormgeving en grammatica van de verschillende tekstsoorten, en in de manieren waarop tekstanalyse kan leiden tot inzicht in de Egyptische cultuur als geheel. De studenten dienen bovendien hun analysevaardigheid toe te passen in een presentatie.

Analyse van teksten uit het Oude en Middenrijk: leesopdracht (B-KUL-F0YH1a)

2 studiepunten : Practicum 0 Eerste semesterEerste semester
N. |  Van der Perre Athena (plaatsvervanger)

Studiemateriaal

Te gebruiken grammatica's:

Middelegyptisch:

A.H. Gardiner, Egyptian Grammar. Being an Introduction to the study of Hieroglyphics (Oxford, Third edition, 1957 en latere drukken)

Oudegyptisch: E. Edel, Altägyptische Grammatik I-II (Analecta Orientalia 34 en 39; Roma, 1955-1964).

Woordenboeken:

Neem er goede nota van dat het woordenboek van Faulkner, dat bij de inleidende cursus gebruikt werd, volkomen ongeschikt is om Oudegyptische teksten mee te lezen, en dat veel Middelegyptisch tekstmateriaal er ook niet in verwerkt is (zo ontbreken de Coffin Texts vrijwel volledig in de Faulkner). Maak er daarom een goede gewoonte van, altijd gebruik te maken van A. Erman, Hermann Grapow, Wörterbuch der altäyptischen Sprache (Berlin, 1926-1963) en de digitale Thesaurus Linguae Aegyptiae (TLA). Het Wörterbuch is volledig toegankelijk onder de TLA; op de TLA-site is ook de nog in opbouw zijnde digitale opvolger van het Wörterbuch te vinden; zie http://aaew.bbaw.de/tla/.

Het te bestuderen tekstmateriaal wordt tijdens de onderwijsperiode via Toledo aangeboden of bekend gemaakt.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Analyse van teksten uit het Oude en Middenrijk (B-KUL-F2YH0a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Het judicium is een gewogen gemiddelde opgebouwd uit de volgende componenten:
1) participatie tijdens contactmomenten (permanente evaluatie: 20%).
2) bespreking van een ongeziene tekst van een type dat correspondeert met wat in de loop van het semester tijdens de contactmomenten behandeld. Voorbereidingstijd 1 uur. Het Wörterbuch kan worden gebruikt, en zal aan de student ter beschikking worden gesteld in de voorbereidingsruimte.  Het gebruik van andere hulpmiddelen is niet toegestaan (80%).

ECTS Analyse van teksten uit het Nieuwe Rijk (B-KUL-F0YH2A)

4 studiepunten Nederlands 18 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
N. |  Baumann Stefan (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Door middel van tekstlectuur van documenten uit het Nieuwe Rijk wordt de grammatika aangeleerd van het Neo-Egyptisch. De keuze van de teksten moet de student ook een idee geven van de types teksten die in het Neo-Egyptische geschreven werden: literaire teksten, brieven, administratieve teksten, ostraca enz. Via deze teksten is het eveneens de bedoeling de cultuur en maatschappij van het Nieuwe Rijk te belichten.  

Begintermen

Goede kennis van de principes van het Middel-Egyptisch (op het niveau van Inleiding tot het Middelegyptisch (F0XW5a) en Lectuur gevarieerde Egyptische teksten (F0XW7a)).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Analyse van teksten uit het Nieuwe Rijk (B-KUL-F0YH2a)

4 studiepunten : College 18 Tweede semesterTweede semester
N. |  Baumann Stefan (plaatsvervanger)

Inhoud

Lezing van teksten uit het Nieuwe Rijk. Teksten kunnen variëren van jaar tot jaar.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Analyse van teksten uit het Nieuwe Rijk (B-KUL-F2YH2a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ECTS Lectuur Middelegyptische teksten (B-KUL-F0YH7A)

6 studiepunten Nederlands 22 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
N. |  Baumann Stefan (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Het doel van dit vak is tweeledig. Ten eerste gaat het erom de kennismaking met de grammatica en het schrift van het Middelegyptisch af te ronden, ten tweede is het doel deze kennis in de praktijk toe te passen op eenvoudige Middelegyptische teksten. Op deze manier verwerft de student eerste basiscompetenties in het lezen van Middelgyptische teksten van verschillende types. De student leert deze types te herkennen en te interpreteren.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Afronding basisgrammatica (B-KUL-F0YH7a)

1 studiepunten : College 8 Tweede semesterTweede semester
N. |  Baumann Stefan (plaatsvervanger)

Inhoud

Dit OPO vormt de afronding van de kennismaking met de belangrijkste kenmerken van het Middelegyptisch, als voorbereiding op de lectuur van eenvoudige teksten later in het semester. Aan het eind van dit OPO heeft de student dus een globaal overzicht over de belangrijkste aspecten van het Middelegyptisch, begrijpt hoe het schriftsysteem werkt, en beschikt over een woordenschat van circa 1000 woorden.

Studiemateriaal

1. H. Willems, Inleiding tot het Middelegyptisch, cursus (wordt digitaal via Toledo aangeboden).

2. R.O. Faulkner, A Concise Dictionary of Middle Egyptian (Oxford, 1961) of een latere editie. 

Toelichting werkvorm

Het onderwijs (4 uur per week gedurende drie weken) heeft de vorm van een werkcollege. De studenten bereiden thuis de oefeningen voor, tijdens de contactmomenten worden deze in interactieve vorm opgelost.

Lectuur gevarieerde Egyptische teksten (B-KUL-F0YH8a)

3 studiepunten : College 14 Tweede semesterTweede semester
N. |  Baumann Stefan (plaatsvervanger)

Inhoud

Tijdens de contactmomenten worden teksten gelezen die de studenten thuis hebben voorbereid. De bestudering van deze teksten genereert bij de studenten een basale leesroutine. Doordat de teksten gevarieerd  zijn gekozen, maken zij bovendien kennis met de culturele achtergronden van de teksten: wat is de functie van verschillende tekstsoorten, hoe is hun opbouw, welke soorten culturele inhouden communiceren ze? Ook wordt ingegaan op het archeologische aspect van de teksten (relatie tussen tekst en type tekstdrager; opstellingscontext, sociale inbedding).

Studiemateriaal

Kopieën worden via Toledo beschikbaar gesteld.

Toelichting werkvorm

De werkvorm is die van het werkcollege. De studenten bestuderen de teksten zelfstandig thuis; tijdens de contactmomenten wordt op interactieve wijze toegewerkt naar de grammaticaal en inhoudelijk juiste interpretatie van de teksten. Dit werkcollege volgt op de colleges van de OLA "Afronding basisgrammatica", welke laatste in de eerste drie weken van het semester plaatsvinden. Deze OLA neemt de rest van de contactmomenten in beslag.

Zelfstandige lectuur gevarieerde Egyptische teksten (B-KUL-F0YH9a)

2 studiepunten : Opdracht 0 Tweede semesterTweede semester
N. |  Baumann Stefan (plaatsvervanger)

Inhoud

Om teksten te kunnen lezen is niet alleen kennis van grammatica, schrift en vocabulaire nodig, maar ook leesroutine. Om deze reden dienen de studenten zelfstandig een kleine groep teksten te bestuderen. Deze zijn gevarieerd samengesteld, en de variatie komt overeen met de teksttypes waarmee studenten tijdens de colleges Tekstlectuur hebben kennisgemaakt. Op deze wijze kunnen ze de daar behandelde principes zelf leren toepassen.

Studiemateriaal

De studenten ontvangen aan het begin van het semester een lijst zelf te bestuderen teksten, die op Toledo beschikbaar wordt gesteld.

Toelichting werkvorm

De werkvorm (zelfstandige tekstlectuur) laat de studenten toe, zich zelfstandig te oefenen in de lezing van de teksttypes behandeld op de colleges. Het laatste college van het jaar biedt studenten de gelegenheid om vragen te stellen over het leespakket. Studenten worden uitdrukkelijk uitgenodigd, ook buiten dit moment de docenten te benaderen met vragen over de leesstof.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lectuur Middelegyptische teksten (B-KUL-F2YH7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk

Toelichting

Er zijn twee evaluatiemomenten. Halverwege het tweede semester vindt een schriftelijke deeltoets plaats over het onderdeel "afronding basisgrammatica". De studenten moeten 5  zinnen translitereren, vertalen en grammaticaal interpreteren. Daarnaast leggen ze een vocabulairetoets af. Het cijfer voor de deeltoets wordt voor 80% bepaald door de resultaten van de tekstinterpretatie, en voor 20% door de vocabulairetoets. Omdat in principe alle vocabulaire bij deze toets bekend hoort te zijn, is het gebruik van een woordenboek niet toegestaan.

De tweede toets is mondeling. Hij wordt afgenomen tijdens de junizittijd, en gaat over een ongeziene tekst. Het examen beoordeelt de transliteratie, de vertaling en de grammaticale verklaringen in verband met de ongeziene tekst. Deze tekst is vergelijkbaar met de teksten gelezen tijdens het semester. De zelfstandig bestudeerde lectuur dient als bijkomende oefeningen. Het is dus belangrijk het vocabularium van de in klas gelezen teksten en van de zelfstandige lectuur te studeren. Tijdens het examen wordt geen gebruik gemaakt van tekenlijsten, grammatica of woordenboeken.
De uitslag van deze toets telt mee voor 80%, het eindcijfer van de toets over het onderdeel 'Afronding basisgrammatica' voor 20%

De inzet tijdens de contactmomenten bepaalt mede het eindcijfer; het wordt in rekening gebracht bij de afroding van het eindcijfer.

ECTS Onderzoeksmethoden: teksten, beelden en artefacten (B-KUL-F0YL7B)

5 studiepunten Nederlands 16 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Verschaffel Tom (coördinator) |  Goddeeris Idesbald |  Bisschop Chantal (plaatsvervanger) |  Haemers Jelle |  De Boodt Minne (plaatsvervanger) |  Verschaffel Tom |  Acke Leendert (medewerker) |  Bornauw Freija (medewerker) |  Piceu Tim (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Kennismaking met uiteenlopende niet-kwantitatieve methoden die gebruikt worden in het historisch onderzoek. De studenten leren verschillende methoden toepassen op bronnen en schrijven in groep drie papers in academisch Nederlands. Ze oefenen ook vaardigheden in rond teamwerk, zoals samenwerken, leiding geven, verantwoordelijkheid nemen, omgaan met kritiek, problemen oplossen, plannen en goede afspraken maken.

Begintermen

Geen voorkennis vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

F0YL7A: Multidisciplinaire onderzoeksmethodes
V0YL7A: Multidisciplinaire onderzoeksmethodes
V0YL7B: Onderzoeksmethoden: teksten, beelden en artefacten

Onderwijsleeractiviteiten

Onderzoeksmethoden: teksten, beelden en artefacten (B-KUL-F0YL7a)

5 studiepunten : Practicum 16 Tweede semesterTweede semester
Goddeeris Idesbald |  Bisschop Chantal (plaatsvervanger) |  Haemers Jelle |  De Boodt Minne (plaatsvervanger) |  Verschaffel Tom |  Acke Leendert (medewerker) |  Bornauw Freija (medewerker) |  Piceu Tim (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Inleiding
1. Geschiedenis en methodes
2. Praktische afspraken en werken in groep

Beeld en artefact
3. Historische cartografie
4. Visuele analyse
5. Materiële cultuur

Tekst en woord
6. Discoursanalyse
7. Analyse van de gedrukte media

Gesprek en performance
8. Mondelinge geschiedenis

Studiemateriaal

Artikels, literatuur, en bronfragmenten
Slides en cursusmateriaal (Toledo)

Optioneel: H. Deleu, J. Hoegaerts, en C. Smedts, Geschiedenis schrijven, Leuven, 2011.

Toelichting werkvorm

Via hoorcolleges en interactie tijdens de colleges maakt de student kennis met de belangrijkste onderzoeksmethoden uit de geschiedwetenschap. In drie groepswerken van elk max. 2000 woorden oefent hij/zij die verder in.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderzoeksmethoden: teksten, beelden en artefacten (B-KUL-F2YL7b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment

Toelichting

De evaluatie gebeurt op basis van (mogelijke) tussentijdse oefeningen, de drie papers en de drie groepsevaluaties die elk groepslid schrijft over elke paper. Deze groepsevaluaties zijn korte rapporten waarin elk groepslid toelicht hoe de paper tot stand is gekomen en wie welk aandeel heeft gehad. Deze rapporten zijn niet toegankelijk voor de andere groepsleden. Als rapporten over één groep inhoudelijk sterk uiteen liggen, worden alle groepsleden uitgenodigd voor een gesprek bij de praktijkassistent.

Studenten die niet deelnemen aan een deelopdracht krijgen NA en mogen niet deelnemen aan de volgende opdrachten.

 

Toelichting bij herkansen

Deelcijfers worden overgedragen naar de tweede examenperiode: studenten moeten de papers waarvoor ze slaagden, niet opnieuw maken. Studenten die niet geslaagd zijn of een NA behaalden, krijgen voor de groepswerken die met een onvoldoende werden gequoteerd een nieuwe groep en een nieuwe opdracht toegewezen. Alle taken dienen voor het ingaan van de examenperiode te worden ingediend.

ECTS L-Dataverwerking (B-KUL-F0YR1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Speelman Dirk (coördinator) |  Speelman Dirk |  Truyen Frederik |  Mathysen Jolien (medewerker)

Doelstellingen

Leerresultaten:

De studenten zijn in staat om op een inzichtelijke manier om te gaan met de grote hoeveelheden (heterogene) digitale data die vandaag voor handen zijn. Concreet betekent dit dat studenten beschikken over de kennis en vaardigheden die nodig zijn om zelf databases aan te maken en te bevragen, verkennende visualisaties te maken, thuis te zijn in text en data mining en onderzoeksresultaten online te kunnen communiceren (online publishing).

Toelichting:

Letterenstudenten zijn vandaag slechts enkele muisklikken verwijderd van miljoenen digitale teksten, beelden en geluidsopnames uit bibliotheken, archieven en databanken overal ter wereld. Op het web circuleren ook ontelbare blogs, Facebookposts, tweets, onderzoekspapers en andere digitale publicaties. Die overvloed aan data biedt ongekende mogelijkheden, maar ook heel wat uitdagingen. Hoe kan een student bijvoorbeeld bepalen welke gegevens relevant zijn voor zijn of haar specifieke project en hoe kunnen grote hoeveelheden digitale data op een systematische manier worden ‘ontgonnen’? Om het meeste te kunnen halen uit de heterogene data die vandaag voor handen zijn, moeten studenten beschikken over specifieke kennis en vaardigheden, zoals omgaan met databanken, met numerieke en tekstuele gegevens, met automatische zoekopdrachten en online publicatieplatformen.

Het is een misvatting dat studenten bij aanvang van hun studie allemaal ‘digital natives’ zijn die zichzelf wegwijs gemaakt hebben in de methodes en tools voor de verwerking van digitale data en informatie. Sommige basissoftwarepakketten worden weliswaar op de middelbare school aangeleerd, maar geavanceerdere applicaties en methodes die gericht zijn op onderzoek en die dus thuishoren in het hoger onderwijs zijn daar vaak niet bij, en studenten komen met heel ongelijke vaardigheden in het eerste jaar.

In het vak L-Digitaal wordt een stevige basis gelegd door studenten gaandeweg vertrouwd te maken met een breed scala van state-of-the-art digitale methodes en hulpmiddelen. De vaardigheden die studenten in dit vak opdoen aan de hand van hoorcolleges, hands-on oefeningen en showcases, renderen tijdens de opleiding bij het voeren van onderzoek in het kader van BA- en MA-proeven en in het kader van papers bij werkseminaries, en na de opleiding wanneer alumni aan de slag gaan bij uitgeverijen, bij de overheid, in bedrijven, in het onderwijs, in de journalistiek, als informatieprofessionals en als ‘data scientists’ in onderzoekscentra, waar van werknemers verwacht wordt dat ze data kunnen verzamelen, opslaan, structureren, analyseren, synthetiseren, en presenteren. De generische inzetbaarheid van datageletterdheid en IT-vaardigheden is een onmiskenbare bijdrage aan de zogenaamde ‘transferable skills’.

 

Begintermen

Elementaire computer- en informatievaardigheden

Identieke opleidingsonderdelen

V0YR1A: L-Dataverwerking

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

L-Dataverwerking (B-KUL-F0YR2a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De inhoud en opbouw van de introductiecolleges en daarbij aansluitende showcases volgen het handboek bij het vak (aut. Tom Willaert, Dirk Speelman en Fred Truyen). Het handboek bevat naast de cursustekst een uitgebreide verklarende woordenlijst van technische termen, suggesties voor ‘further reading’ en een aanvullende online component waar studenten ondersteunend materiaal kunnen terugvinden.   

In een algemene inleiding (college 1) worden de studenten bewust gemaakt van het belang van ‘digitale geletterdheid’, zowel binnen als buiten de muren van de universiteit. We leven in een tijd waar steeds meer (heterogene) digitale data voorhanden zijn en het vereist specifieke kennis en vaardigheden om met die overvloed aan gegevens om te kunnen gaan. Aan de hand van het model van de DIKW-piramide (data – informatie – kennis – wijsheid) wordt een theoretisch onderscheid gemaakt tussen data en informatie en worden enkele processen geïntroduceerd waarmee data informatiever kunnen worden gemaakt. Daarbij wordt specifiek ingezoomd op de manieren waarop de computer wordt ingezet in het onderzoek en de praktijk van de humanities, in het bijzonder binnen de computationele linguistiek en de zogenaamde ‘digital humanities’. Op deze manier krijgen studenten een algemeen overzicht van het digitale landschap en enkele opkomende onderzoeksparadigma’s. Om hun eigen positie binnen dit digitale domein te kunnen bepalen en verstevigen, krijgen de studenten enkele elementaire technieken voor informatie- en databeheer aangereikt. Zo krijgen ze richtlijnen over hoe ze documenten op een gestructureerde manier kunnen opslaan en hoe ze op een veilige manier hun online identiteit kunnen uitbouwen. Tot slot wordt uitgebreid stilgestaan bij de verschillende aspecten van het management van een digitaal project. De leidraad hierbij is de zogenaamde ‘data life cycle’, een model dat aangeeft welke fasen de data in een onderzoeksproject kunnen doorlopen (data opslaan en structureren, data verkennen en analyseren, data delen en bevindingen communiceren). De opbouw van de collegereeks (4 delen) volgt in grote lijnen deze cyclus. Concreet worden vier grote thema’s behandeld:

 

  • Deel 1: ‘databases’ (colleges 2 + 3) gaat over het aanmaken en bevragen van databanken. Daarbij wordt eerst een algemene definitie gegeven van wat een databank is en welke functies een database concreet kan vervullen binnen het onderzoek in de menswetenschappen. Dit wordt geïllustreerd met een overzicht van de verschillende soorten databases waarmee onderzoekers en studenten tijdens hun loopbaan in contact kunnen komen. Vervolgens wordt ook uitgebreid duiding gegeven bij de datamodellen en opslagformaten die kunnen worden gebruikt om een database te bouwen: tabellen, relationele databases, hiërarchische datastructuren en linked data. Omdat het zelden zo is dat gegevens rechtstreeks uit de bron in een gestructureerde database kunnen worden gegoten, worden technieken geïntroduceerd waarmee data kunnen worden opgeschoond (data cleaning) en worden gestructureerd (data transformation) op een manier die toelaat een antwoord te formuleren op een specifieke onderzoeksvraag. Vervolgens wordt in detail uitgelegd hoe tabellen en relationele databases kunnen worden aangemaakt en bevraagd met behulp van de zoektaal SQL (structured query language). Studenten zullen daarbij vertrouwd worden gemaakt met concepten zoals redundantie en leren waarom het beter is om gegevens te verspreiden over verschillende, aan elkaar gelinkte tabellen. Aan de hand van de markuptaal XML en de zoektaal XPath leren studenten verder hoe ze hiërarchische databases kunnen aanmaken en doorzoeken. Het theoretische luik van dit thema wordt afgesloten met een casestudy die aantoont hoe onderzoekers omgaan met problemen zoals foutief ingevoerde of ontbrekende gegevens (missing data). Op basis van deze theoretische colleges zijn studenten in staat om zelf een eenvoudige database te bouwen en hun methode en keuzes met betrekking tot de structuur ervan te beargumenteren en te documenteren.

 

  • Deel 2: ‘datavisualisaties’ (colleges 5 + 6) gaat over de theoretische en technische aspecten van het bevragen en analyseren van een verzameling gegevens. Studenten worden daarbij vertrouwd gemaakt met de verschillende manieren waarop visualisaties het onderzoeksproces ondersteunen. Het accent ligt daarbij in het bijzonder op het aanmaken van grafische en numerieke samenvattingen van de gegevens, met het oog op een initiële verkenning van de data (exploratory data analysis). Er wordt ook kort ingegaan op enkele technieken die kunnen worden gebruikt om bevindingen aan het einde van het onderzoeksproces te rapporteren. Ter ondersteuning worden kort enkele concepten uit de descriptieve en inferentiële statistiek geïntroduceerd. De hoofdinstrumenten die in dit deel worden behandeld zijn rekenbladen en beeldbewerkingssoftware. Het rekenblad, met z'n vele ingebouwde functies en in het bijzonder met de talloze mogelijkheden die draaitabellen bieden, vormt het instrument bij uitstek om onderzoeksresultaten numeriek en/of grafisch samen te vatten. Aanvullende bewerkingen met beeldbewerkingssoftware kunnen resulteren in professioneel-ogende visualisaties die bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt in academische of journalistieke publicaties. In de showcase bij dit theoretische luik wordt aan de hand van praktijkvoorbeelden getoond hoe visualisaties kunnen leiden tot nieuwe inzichten in de data en een creatieve verrijking van het onderzoek kunnen betekenen. Na afronding van de theoretische module beschikken studenten over voldoende kennis om zelf enkele eenvoudige visualisaties te maken en op basis daarvan uitspraken te doen over een opgegeven dataset.  

 

  • Deel 3: ‘text en data mining’ (colleges 8 + 9) gaat over het verwerken van tekstuele gegevens in de brede zin van het woord. Het verwerken van teksten vormt de basis van heel wat academische en professionele activiteiten, waardoor het essentieel is dat studenten weten hoe ze op grote schaal relevante informatie uit teksten kunnen halen. Daarbij is het in toenemende belangrijk dat studenten weten hoe bepaalde processen kunnen worden geautomatiseerd. In dit deel worden daarom na een uiteenzetting over hoe de computer tekst voorstelt in het geheugen enkele basistechnieken voor text en data mining geïntroduceerd. Daarbij worden de belangrijkste stappen uit de pipeline voor de verwerking van tekstuele gegevens besproken (string manipulation, tokenization, chunking, parsing, enz). Om de mogelijkheden van text mining te illustreren worden ‘out of the box’ toepassingen zoals Antconc, Voyant Tools en Google Ngram Viewer geïntroduceerd. Er wordt ook aangegeven dat onderzoekers in bepaalde gevallen zelf hun analysetools moeten bouwen of bestaande toepassingen moeten aanpassen. Om te illustreren hoe dat in zijn werk kan gaan, wordt in dit deel een conceptuele basis scripting gegeven. Daarbij wordt gebruik gemaakt van voorbeelden uit de Python-programmeertaal. In de aansluitende showcase wordt verder uitgediept hoe onderzoekers met behulp van zelfgemaakte tools aan text mining doen en welke inzichten dit kan opleveren. Na afronding van deze module zijn de studenten op de hoogte van enkele belangrijke NLP (natural language processing)-technieken en hebben ze een conceptueel begrip van programmeren.

 

  • Deel 4: ‘Online publishing’ (colleges 11 + 12) gaat over technieken om datasets te delen en onderzoeksresultaten te communiceren op het web. Studenten worden vertrouwd gemaakt met concepten zoals open science en open access en met ‘out of the box’-toepassingen waarmee online aan wetenschapscommunicatie kan worden gedaan (met name blogs en andere content-managementsystemen). Er wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan technologieën waarmee studenten aan de slag kunnen om zelf een webpagina te bouwen. Daarbij komen HTML en XML aan bod voor het structureren van teksten en ander materiaal, en CSS voor het specifiëren van de lay-out van de documenten. In de showcase wordt gedemonstreerd hoe het openlijk communiceren van bevindingen en het delen van data een meerwaarde kan betekenen voor het werk van onderzoekers. Na afronding van deze theoretische module hebben studenten voldoende kennis verworven om zelf een eenvoudige webpagina te construeren.


In de werkcolleges worden de vaardigheden die worden aangereikt in de theoretische modules ingeoefend. De bedoeling is om de studenten zelfredzaam te maken en hen voor te bereiden op de portfolio-opdrachten die ze zelfstandig moeten uitwerken.

Concreet worden per theoretische module volgende technieken en tools ingeoefend:

  • Werkcollege ‘databases’ (college 4): ontwerpen van een ER-model, formuleren van queries in SQL, invullen van een eenvoudig data management plan (DMP).
  • Werkcollege ‘datavisualisatie’ (college 7): maken van enkele basisvisualisaties met behulp van een rekenblad (Excel) en gebruik van beeldbewerkingssoftware om deze visualisaties aantrekkelijker te maken.
  • Werkcollege ‘text en data mining’ (college 10): uitvoeren van tekstanalyses met behulp van AntConc, Voyant Tools and Google Ngram viewer.
  • Werkcollege ‘online publishing’ (college 13): structureren van teksten met behulp van HTML en XML en die koppelen aan een stylesheet opgesteld in CSS. 

 

Studiemateriaal

  • Dynamische webpagina’s
  • Video’s met screencasts.
  • Boek in co-auteurschap bij Leuven University Press.
  • Slides van presentaties
  • Levend archief van de illustratieve toepassingen

 

Toelichting werkvorm

College 1: Introductie en toelichting werkvormen (2u)

Blok 1: databases  
College 2: Theorie databases (2u)
College 3: Showcase en casestudies databases (2u)
College 4: Toepassingen databases (2u)

Blok 2: datavisualisatie
College 5: Theorie datavisualisatie (2u)
College 6: Showcase en casestudies datavisualisatie (2u)
College 7: Toepassingen datavisualisatie (2u)

Blok 3: text en data mining
College 8: Theorie text en data mining (2u)
College 9: Showcase en casestudies text en data mining (2u)
College 10: Toepassingen text en data mining (2u)

Blok 4: online publishing
College 11: Theorie online publishing (2u)
College 12: Showcase en casestudies online publishing (2u)
College 13: Toepassingen online publishing (2u)

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: L-Dataverwerking (B-KUL-F2YR1a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Portfolio
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het schriftelijk examen bestaat uit een meerkeuze-examen zonder giscorrectie (print & scan).

In de loop van het semester dienen de studenten drie portfolio-opdrachten in die worden beoordeeld volgens een pass/fail-systeem. Studenten moeten slagen voor minstens twee van de drie opdrachten om te slagen voor het praktische luik van het vak. Enkel wie slaagt voor het praktische luik kan deelnemen aan het theoretische meerkeuze-examen.

De portfolio-opdrachten worden ingediend via Toledo. Dit platform wordt ondersteund door ICTS en laat ook toe om de opdrachten op een uniforme manier te beoordelen aan de hand van rubrics. De opdrachten sluiten aan bij thema’s die in de hoorcolleges zullen worden besproken en de technieken die moeten worden toegepast zullen vooraf worden ingeoefend in de werkcolleges. Concreet wordt van de studenten verwacht dat ze:

  • Een (eenvoudige) relationele database bouwen en nauwgezet documenteren hoe ze de gegevens hebben verzameld en gestructureerd (portfolio-opdracht 1)
  • Een analyse maken van een aangeleverde dataset aan de hand van een reeks verkennende visualisaties (portfolio-opdracht 2).
  • Bevindingen rapporteren op een zelfgebouwde webpagina (portfolio-opdracht 3).

 

 

Toelichting bij herkansen

Studenten die geslaagd zijn voor de portfolio-opdrachten (dit betekent geslaagd zijn voor ten minste twee van de drie portfolio-opdrachten) maar niet voor het meerkeuze examen, nemen hun ‘pass’ op het portfoliogedeelte mee naar de tweede examenkans. Wie niet geslaagd is voor het portfolio-onderdeel, moet dit onderdeel opnieuw afleggen voor de tweede examenkans.    

ECTS L-Informatievaardigheden (B-KUL-F0YR4A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Verbeke Demmy (coördinator) |  De Wachter Lieve |  Verbeke Demmy |  Mathysen Jolien (medewerker)

Doelstellingen

De student begrijpt waarom informatievaardigheden belangrijk zijn. De student begrijpt dat een veelzijdig geesteswetenschapper thuis moet zijn in zowel het fysieke als digitale informatielandschap en in staat moet zijn om informatie uit verschillende domeinen te vinden en kritisch-creatief te verwerken, niet alleen om innovatief en interdisciplinair onderzoek te kunnen voeren, maar ook om sterk te staan in de arbeidsmarkt..

De student krijgt inzicht in de structuur en wetmatigheden van de belangrijkste tekstuele documenten (document als verzamelnaam voor alle mogelijke vormen en verpakkingen van informatie).  Deze documenten zijn uiteraard traditionele genres (zoals naslagwerken en wetenschappelijke monografieën), maar ook moderne genres (zoals e-books, full-text databanken en blogs).

De student weet dat gevonden informatie (informatie als verzamelnaam voor data (feiten, gegevens), informatie, kennis en wijsheid) steeds kritisch benaderd moet worden. De student weet hoe dat kan/moet op basis van een elementaire kennis van de principes van de historische kritiek.

De student krijgt inzicht in de manieren waarop informatie doorheen de eeuwen bewaard, georganiseerd en ontsloten werd/wordt. De student krijgt inzicht in de verschillende (virtuele) bewaarplaatsen van informatie.

De student kan een doelmatige zoekstrategie ontwikkelen in (digitale) bibliotheekcatalogi en databanken.

De student begrijpt wat auteursrecht inhoudt en weet hoe hij/zij plagiaat kan vermijden.

Identieke opleidingsonderdelen

V0YR4A: L-Informatievaardigheden

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

L-Informatievaardigheden (B-KUL-F0YR4a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De cursus zoomt eerst in op de omschrijving en het belang van informatievaardigheden.

Vervolgens wordt aandacht gewijd aan de betrouwbaarheid van informatie en de eigenschappen van verschillende documenttypes en tektsgenres. Het is om drie redenen belangrijk dat studenten inzicht hebben in de kenmerken en wetmatigheden van de meest courante teksten waarin informatie wordt geproduceerd en gecommuniceerd. Ten eerste laat dit inzicht toe in te zien dat documenten cultureel bepaald zijn. Ten tweede laat het toe om het (populair-)wetenschappelijk potentieel en dus de bruikbaarheid en waarde van de aangeboden informatie in te schatten. Een derde reden waarom studenten inzicht moeten krijgen in de verschillende types tekstuele documenten is omdat het hen in staat stelt om de juiste keuze te maken wanneer ze zelf documenten moeten produceren en erover moeten communiceren. 

Het volgende deel van de cursus is gewijd aan het zoeken en vinden van informatie, met aandacht voor de ordening van informatie en verschillende bibliotheektypes. Studenten leren een zoekstrategie te ontwikkelen die steunt op enkele van de belangrijkste navigatie-instrumenten en information retrieval systems die onderzoekers in de geesteswetenschappen kunnen gebruiken. Specifieke aandacht wordt besteed hoe studenten van KU Leuven informatie kunnen zoeken en vinden (met een introductie tot LIMO, de discovery service van KU Leuven Bibliotheken) en vervolgens de gevonden informatie kunnen beheren, met aandacht voor wetenschappelijke integriteit, bronvermeldingen (inclusief toelichting bij het KU Leuven beleid rond plagiaat en het gebruik van generatieve AI) en juridische en maatschappelijke aspecten van informatieverspreiding.

Een laatste deel stelt scherp op de geschiedenis van het inofmratielandschap. Er zijn drie redenen om dit historisch perspectief te hanteren. Ten eerste krijgen we zo beter inzicht in de sterke punten maar ook de beperkingen van de verschillende navigatie-instrumenten en information retrieval systems, in de manieren waarop ze in elkaar inhaken, en in de manieren waarop ze elkaar kunnen versterken. Ten tweede maakt het historisch perspectief ook duidelijk dat technologische ontwikkelingen een belangrijke rol speelden en nog steeds spelen in het informatielandschap en mede verklaren waarom de wetenschappelijke arena vandaag een bijzonder complex bedrijf is. Ten derde laat het historisch perspectief toe basiskenmerken van verschillende technologieën en aanpakken binnen het infomratielandschap voor te stellen. 

Studiemateriaal

  • Cursus in co-auteurschap
  • Powerpoints bij de hoorcolleges
  • Opnames van de hoorcolleges
  • Digitaal leerpad met bijkomend lesmateriaal en oefeningen

Toelichting werkvorm

Verplicht aanbod met twee stromen:

  • Theorie, a.d.h.v. hoorcolleges.
  • Praktijk, a.d.h.v. oefeningen en opdrachten die aangeboden worden in de vorm van een digitaal leerpad

Aanvullend aanbod:

  • Tutorials informatievaardigheden KU Leuven Bibliotheken
  • Didactisch spel "Vloek op de bib"

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: L-Informatievaardigheden (B-KUL-F2YR4a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen

Toelichting

Vaardighedencomponent via leerpaden (Toledo) die de student moet doorlopen in de loop van het semester. De online modules moeten ten laatste op 15 december (voor de januarizittijd) of 15 augustus (voor de septemberzittijd) voltooid zijn. Het volledig en tijdig doorlopen van alle leerpaden is een voorwaarde om deel te mogen nemen aan het schriftelijke examen (= pass/fail principe, in het bijzonder: pass = sleutel tot deelname aan het examen). De kennis verworven in de online component wordt getoetst in het schriftelijke examen en maakt op die manier ook deel uit van de het eindcijfer dat de student behaalt voor dit vak.

Schriftelijk examen waaraan de student alleen kan deelnemen als zij/hij de leerpaden tijdig doorlopen heeft. Studenten die de leerpaden niet tijdig doorlopen, kunnen niet deelnemen aan het schriftelijk examen en krijgen een NA voor het volledige opleidingsonderdeel. In het schriftelijke examen worden multiple choice-vragen met open vragen gecombineerd en wordt  getoetst of de student de leerstof beheerst. Er wordt geen giscorrectie toegepast bij de verbetering van de meerkeuzevragen.

 

Toelichting bij herkansen

De herkansing heeft dezelfde examenvorm als in de eerste zittijd zonder overdracht van deelpunten.

ECTS Inleiding in de archeologie van de Romeinse wereld (B-KUL-F0YT4B)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Dit OPO betreft een algemene introductie in de archeologie van het ontstaan, groei en wedervaren van Rome en het Romeinse rijk, vanaf het prille begin tot in de laatantieke periode.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis of vaardigheden vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

F0YT4A: Inleiding in de klassieke archeologie
F0BN6A: Inleiding in de klassieke archeologie

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding in de archeologie van de Romeinse wereld (B-KUL-F0YT4a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Betreft de archeologie van het ontstaan, groei en wedervaren van Rome en het Romeinse rijk, vanaf het prille begin tot in de laatantieke periode, met de invallen van de Arabieren in de zevende eeuw als cesuur. Geografisch gezien is het kader de “ants or frogs around the pond” van Plato (Phaedo, 109b), maar komen vooral de feitelijke zwaartepunten aan bod voor elk tijdsegment, en daarom niet noodzakelijk alle delen van het Romeinse rijk. Qua chronologie is het doel elke historisch periode min of meer gelijke aandacht te schenken, zodat bijvoorbeeld de laatantieke periode geen aanhangsel wordt, maar een wezenlijk onderdeel. Inhoudelijk is dit geen introductie in de kunstgeschiedenis van de Romeinse en vroeg-Christelijke werelden, noch in de architectuur of materiële cultuur ervan. Uitingen van kunst, architecturale verwezenlijkingen en archaeologica komen aan bod, vanzelfsprekend, zij het als hefbomen om deze veelzijdige maatschappijen te benaderen, als explanans. Het begrijpen van deze gemeenschappen, hun ontwikkeling, verwezenlijkingen en beperkingen is het doel, en niet het louter aanbieden van encyclopedische kennis van tastbare uitingen ervan in gelijk welke vorm. Vanzelfsprekend introduceert dit OPO de student ook in het specifieke begrippenkader van de klassieke archeologie.

Studiemateriaal

presentaties en lesopnames

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met projectie.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0ZI8B : Inleiding in de archeologie en kunst van de oudheid

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding in de archeologie van de Romeinse wereld (B-KUL-F2YT4b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

ECTS Inleiding in de archeologie van Egypte (B-KUL-F0YT6A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
N. |  Sykora Toon (plaatsvervanger) |  Tristant Yann (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Dit college biedt een inleiding in de archeologie en materiële cultuur van Egypte van het Predynasticum tot en met de Grieks-Romeinse Periode, maar met nadruk op de periode tot Alexander de Grote. Het college is chronologisch opgebouwd, en voor elke periode komen een aantal terugkerende thema’s aan bod, zoals nederzettingsarcheologie, tempelbouw, funeraire cultuur, en ontwikkelingen in de materiële cultuur. Hierbij wordt telkens nadrukkelijk ingegaan op hoe deze thema’s zich doorheen de faraonische geschiedenis ontwikkelen, en hoe deze evoluties duidelijk worden in het archeologisch bestand.

 

Begintermen

Geen specifieke voorkennis of vaardigheden vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding in de archeologie van Egypte (B-KUL-F0YT6a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
N. |  Sykora Toon (plaatsvervanger) |  Tristant Yann (plaatsvervanger)

Inhoud

Uitgaande van ontwikkelingen in de materiële cultuur en archeologie (ecologie, ceramiek, architectuur, funeraire cultuur, enz.) wordt ingegaan op hoofdlijnen in de ontwikkeling van de samenleving in het oude Egypte. Thema’s die aan bod komen zijn:

  • Geografie en chronologie van Egypte; Archeologische theorie in de Egyptische archeologie
  • Predynasticum. Buto-Maadi cultuur in Neder Egypte; Naqada cultuur in Opper Egypte
  • Vroegdynasticum. Staatsvorming, formele vs. preformele architectuur en kunst
  • Oude Rijk. Koninklijke piramidecomplexen; piramidesteden; ontstaan provinciale grafcultuur
  • Eerste Tussentijd. Uitingen van gebrek aan centraal gezag in de materiële cultuur; unificatie
  • Middenrijk. Piramidecomplexen en piramidesteden; Nubische forten; nomarchale necropolen in de provincies
  • Tweede Tussentijd. Delta, Hyksos; buitenlandse invloeden op Egyptische cultuur
  • Nieuwe Rijk. Thebaanse funeraire cultuur; Amarna periode
  • Nieuwe Rijk. Tempels; restauratie na de Amarna periode; Deir el-Medina
  • Derde Tussentijd en Late Tijd. Tanis; Kushiten; Saïtische renaissance
  • Grieks-Romeinse Periode. Fajoem steden; Tempelbouw
  • Uitstap naar de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel, bezoek aan de Egyptische collectie

Studiemateriaal

De tijdens de colleges getoonde Powerpointpresentaties zijn via TOLEDO toegankelijk aan alle studenten

Daarnaast wordt als handboek gebruikt: Bard, K.A., Introduction to the Archaeology of Ancient Egypt, 2e herziene editie (Oxford, 2015).

Sterk aanbevolen maar niet verplichte literatuur:

    Baines, J., en J. Málek, Cultural Atlas of Ancient Egypt. (2e ed) Oxford, 2000.

    Kemp, B.J., Ancient Egypt: Anatomy of a Civilization. (2e ed) Londen, 2006.

    Lloyd, A.B. (ed.), A Companion to Ancient Egypt, Blackwell Companions to the Ancient World. Oxford, 2010.

    Manley, B., The Penguin Historical Atlas of Ancient Egypt (London, 1996).

Toelichting werkvorm

Basiskennis over de Egyptische archeologie en materiële cultuur wordt ex cathedra overgedragen. Op het einde van het semester wordt deze kennis in praktijk gebracht met een bezoek aan de Egyptische collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding in de archeologie van Egypte (B-KUL-F2YT6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Zowel feitenkennis als kennis van de grote ontwikkelingen en evoluties in de Egyptische archeologie worden getoetst.

 

 

ECTS Inleiding in de archeologie van de Griekse wereld (B-KUL-F0YT8B)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Dit OPO beoogt de student bekend te maken met de terminologie en belangrijkste archeologische ontwikkelingen in de Griekse wereld van het 7de millennium BC tot en met de Hellenistische periode.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis of vaardigheden vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

F0YT8A: Inleiding in de archeologie van de protohistorie
F0BN8A: Inleiding in de archeologie van de protohistorie

Onderwijsleeractiviteiten

Inleiding in de archeologie van de Griekse wereld (B-KUL-F0YT8a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De leerstof beslaat de periode van het 7de millennium BC tot en met de Hellenistische periode. Er wordt een overzicht gegeven van de sociale en politieke evolutie van samenlevingen in de Griekse wereld doorheen deze periode, met speciale aandacht voor alle types van materiële cultuur die deze samenlevingen produceerden. Aan de hand van de materiële cultuur (keramiek, ambachtelijke productie, sculptuur, architectuur, begravingen) zullen in de lessen een aantal thema’s aangesneden worden, zoals het ontstaan (en de evolutie van) van sociale complexiteit, urbane centra, monumentale publieke en religieuze architectuur, etc. Deze inleiding heeft tot doel om inzicht te geven in de evolutie van de Griekse wereld van kleine neolithische dorpen tot de grote Hellenistische urbane centra.

Studiemateriaal

Syllabus, slides, literatuur.

 

Toelichting werkvorm

Hoorcollege met slides

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Inleiding in de archeologie van de Griekse wereld (B-KUL-F2YT8b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

ECTS Archeologie van de Mediterrane protohistorie (B-KUL-F0YU1A)

6 studiepunten Nederlands 39 Beide semestersBeide semesters

Doelstellingen

Dit college zal een aantal thema’s uitdiepen zoals politieke, economische en sociale organisatie, religie, funeraire praktijken, etc. aan de hand van de materiele cultuur gevonden in de bronstijdculturen van het Mediterraanse Zeebekken. Dit zal gebeuren door middel van ex cathedra lessen, aangevuld door opdrachten en materiaalstudie.

Begintermen

Basiskennis en -inzicht in de archeologie van de Mediterrane protohistorie zoals gedoceerd in het vak ‘Inleiding tot de pre- en protohistorie van de mediterrane wereld’

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( F0YT8B ) OF GELIJKTIJDIG(F0BN8A ) OF GELIJKTIJDIG(F0YT8A)


F0YT8BF0YT8B : Inleiding in de archeologie van de Griekse wereld
F0BN8AF0BN8A : Inleiding in de archeologie van de protohistorie
F0YT8AF0YT8A : Inleiding in de archeologie van de protohistorie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Archeologie van de Mediterrane protohistorie: hoorcollege (B-KUL-F0YU1a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit college zal een aantal thema’s uitdiepen zoals politieke, economische en sociale organisatie, religie, funeraire praktijken, etc. aan de hand van colleges.

Toelichting werkvorm

Hoorcolleges, discussie, presentaties

Archeologie van de Mediterrane protohistorie: materiaalstudie (B-KUL-F0YU2a)

2 studiepunten : Practicum 13 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Dit onderdeel zal bestaan uit materiaalstudie, en verkennen hoe de studie van materiaal kan bijdragen tot de in de hoorcolleges besproken thema’s

Studiemateriaal

Powerpoints, literatuur

Toelichting werkvorm

materiaalstudie

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Archeologie van de Mediterrane protohistorie (B-KUL-F2YU1a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

ECTS Geschiedenis van zuidelijk Afrika (B-KUL-F0YV1A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Inzichten in de prekoloniale, koloniale en postkoloniale geschiedenis van zuidelijk Afrika (in het bijzonder het huidige Zuid-Afrika en Namibië).

Begintermen

Er is geen voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van zuidelijk Afrika (B-KUL-F0YV1a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Een chronologische en thematische bespreking van de voornaamste ontwikkelingen in zuidelijk Afrika.

Studiemateriaal

Lectuur en presentaties

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van zuidelijk Afrika (B-KUL-F2YV1a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

ECTS Onderzoeksmethoden: getallen, data en netwerken (B-KUL-F0YV2A)

5 studiepunten Nederlands 30 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
De Keyzer Maïka (coördinator) |  De Keyzer Maïka |  Depauw Mark |  Peeters Jan (medewerker)

Doelstellingen

Van de studenten wordt verwacht dat ze na deze inleidende cursus in staat zijn om de aard en implicaties te beoordelen van een aantal kwantitatieve methoden waarmee zij in een bepaalde soort vakliteratuur en digitale onderzoeksomgevingen worden geconfronteerd. Daarnaast moeten zij voldoende bagage in huis hebben om op zelfstandige wijze enkele elementaire methoden toe te passen in het eigen onderzoek. De toepassing van deze vaardigheden zal hen te zijner tijd ook een meerwaarde bezorgen op de arbeidsmarkt.

Begintermen

Geen voorkennis vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

F0LJ0B: Kwantitatieve onderzoeksmethoden en informatiekunde
V0AH3B: Kwantitatieve onderzoeksmethoden en informatiekunde
V0YV2A: Onderzoeksmethoden: getallen, data en netwerken

Onderwijsleeractiviteiten

Kwantitatieve onderzoeksmethoden (B-KUL-F0LI8a)

4 studiepunten : College 24 Eerste semesterEerste semester
De Keyzer Maïka |  Peeters Jan (medewerker)

Inhoud

Het college is opgevat als een eerste kennismaking met de toepassing van een aantal kwantitatieve onderzoeksmethoden in de historische praktijk. Het gaat daarbij om vaardigheden zoals het uitvoeren van berekeningen (maatstaven voor centrale tendentie, spreidingsmaten, groeimaatstaven, trends etc.), het maken van tabellen en tekenen van grafieken, maar ook om de interpretatie van correlatie en regressie-analyses, t-testen en tijdreeksen. Verder wordt aangetoond welke statistische mogelijkheden er zijn om veranderingen in de tijd te analyseren en hoe steekproeven het concreet onderzoek kunnen vergemakkelijken. Er wordt steeds gewerkt met reële historische datasets en onderzoeksvragen. Tevens wordt aandacht gevraagd voor de toepassing van de historische kritiek op cijfermateriaal.

Studiemateriaal

Handboek (trend en toeval) verkrijgbaar in Acco of tweedehands aan te schaffen

Kennisclips (met bijpassende powerpoint slides) op Toledo

Toelichting werkvorm

Blended onderwijs

Blended onderwijs: Er worden geen klassieke hoorcolleges gegeven. Op toledo wordt een leerpadstructuur aangeboden met verschillende soorten kennisclips. Elk leerpad bestaat uit een collectie theoretische kennisclips, historische toepassingen en instructievideo’s. Hier wordt de kennis aangereikt. Daarnaast wordt er elke week een verplichte opdracht meegegeven die dienst doet als mini-proefexamen om de kennis zelf te leren toepassen.

Om de week komen we samen voor een feedback sessie waarin vragen gesteld kunnen worden, we de opdrachten overlopen en de belangrijkste aandachtspunten en principes bespreken.

Data- en netwerkanalyse (B-KUL-F0YV2a)

1 studiepunten : College 6 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In dit onderdeel krijgen studenten een inleiding tot de data- en netwerkanalyse. Ze verwerven kennis over hoe je een databasestructuur kan opzetten, specifiek voor historische datasets. In het vak wordt duidelijk hoe je binnen deze database relaties tussen verschillende soorten data kan structureren en de database dus kan modelleren tot een relationele database. Er wordt hiervoor gebruik gemaakt van de gebruiksvriendelijke applicatie Filemaker Pro (databasesoftware). Deze software laat het toe om studenten op een efficiënte, maar tegelijk wetenschappelijke manier wegwijs te maken in de verschillende functionaliteiten bij het opzetten van een database (structureren, modelleren, geavanceerde zoekopdrachten, import en export van data en formaten, data cleaning, datamanipulatie, …).

Studiemateriaal

Digitaal materiaal (o.a. Powerpointpresentaties) wordt beschikbaar gemaakt op Toledo

Toelichting werkvorm

In de colleges krijgen de studenten twee opdrachten om de theorie om te zetten in de praktijk (1. het opzetten van een databasestructuur en 2. het maken van een relationele database op basis van een gegeven dataset). Deze worden nadien ook in groep overlopen waarbij feedback wordt gegeven en de meest gemaakte fouten worden besproken.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Onderzoeksmethoden: getallen, data en netwerken (B-KUL-F2YV2a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

Het schriftelijke examen vindt plaats in de pc-klassen en bestaat uit toepassingsvragen. Het is een gesloten boek examen, waarbij kennis van kwantitatieve onderzoeksmethoden en het gebruik van Excel en SPSS wordt geëvalueerd. Het examen van kwantitatieve onderzoeksmethoden wordt samen afgenomen met het onderdeel databanken en krijgt één gemeenschappelijk punt. De verdeelsleutel volgt de verhouding van de studiepunten.

De opdrachten die tijdens het semester gegeven worden staan op punten. Meer informatie over de weging wordt bekend gemaakt op Toledo.

Toelichting bij herkansen

Het examen tijdens de tweede zittijd verloopt op identieke wijze als het examen tijdens de eerste zittijd.

Het punt dat verdiend kan worden op basis van de deeltijdse opdrachten tijdens het academiejaar wordt overgedragen naar de tweede zittijd. De opdrachten kunnen niet opnieuw ingediend worden.

ECTS Vakdidactiek geschiedenis (Leuven) (B-KUL-F0YY6A)

3 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Van Nieuwenhuyse Karel |  Kohlbacher Anne (medewerker) |  Van der Meeren Cynthia (medewerker) |  Wilke Marjolein (medewerker)

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO zijn de studenten in staat:

1. het actuele (Vlaamse) geschiedenisonderwijs te situeren binnen een ruimere historische, maatschappelijke, historiografische en onderwijskundige context.
2. kennis te nemen van en inzicht te verwerven in resultaten uit geschieddidactisch en algemeen onderwijskundig onderzoek.
3. kritisch te reflecteren over (de huidige praktijk van) het actuele Vlaamse geschiedenisonderwijs, vanuit de ruimere contextschets (zie 1), en vanuit de resultaten uit onderzoek (zie 2).
4. de consequenties van voorgaande (zie 3) door te trekken naar de analyse en herwerking van didactische materialen voor het secundair geschiedenisonderwijs, en naar het concreet vormgeven van (specifieke aspecten van) geschiedenisonderwijs

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van het OPO ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’  gelijktijdig met dit OPO verwerven of al hebben verworven. De student heeft 30 studiepunten geschiedenis verworven of zal die verwerven aan het eind van het academiejaar waarin hij/zij dit OPO afrondt.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A)


P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Identieke opleidingsonderdelen

F0ZK5A: Vakdidactiek geschiedenis (Antwerpen)
F0ZI9A: Vakdidactiek geschiedenis (Diepenbeek)
F0ZJ2A: Vakdidactiek geschiedenis (Kortrijk)
F0ZJ6A: Vakdidactiek geschiedenis (Brussel)
F0BL1A: Vakdidactiek geschiedenis (Leuven)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Vakdidactiek geschiedenis 1 - basis (Leuven) (B-KUL-F0YY6a)

3 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester
Van Nieuwenhuyse Karel |  Kohlbacher Anne (medewerker) |  Van der Meeren Cynthia (medewerker) |  Wilke Marjolein (medewerker)

Inhoud

Het college biedt een eerste kennismaking met het hedendaagse geschiedenisonderwijs en de geschiedenisdidactiek. Verwachtingen die aan het Vlaamse onderwijs worden gesteld via eindtermen (vanwege de overheid) en leerplannen (vanwege de onderwijskoepels) worden gesitueerd in de ruimere evolutie van de maatschappelijke omgang met geschiedenis enerzijds en de evolutie van het geschiedenisonderwijs en de geschiedenisdidactiek anderzijds. De verwachtingen worden ook getoetst aan geschieddidactische inzichten (theorie en onderzoek). Daarnaast worden voor een aantal didactische praktijken die mee de specificiteit van geschiedenisonderwijs uitmaken (werken met historische tekstdocumenten en historisch visueel materiaal) de resultaten van geschieddidactisch onderzoek geconfronteerd met de hedendaagse historiografische omgang met deze bronnen, de verwachtingen ten aanzien van geschiedenisonderwijs (eindtermen, leerplannen, theoretische geschiedenisdidactiek) en bestaande praktijken in het geschiedenisonderwijs.

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

Studiemateriaal

Handboeken: Geschiedenisdidactiek // Historisch denken over bronnen
Artikels en literatuur
Handleiding
Voorbeeldmateriaal
Multimedia
Toledo

Toelichting werkvorm

Dit OPO wordt aangeboden in de vorm van hoorcolleges afgewisseld met modules digitaal afstandsleren. Over te dragen inhouden en inzichten (theorievorming en resultaten uit onderzoek)  worden telkens afgewisseld met toepassing van de verworven inzichten op concreet-didactische geschiedenisproducten. De studenten memoriseren niet alleen de inhoud van de cursus die in de colleges wordt aangeboden, ze leren ze ook kritisch verwerken en toepassen via de analyse van opgaven. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek geschiedenis (Leuven) (B-KUL-F2YY6a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

Toelichting

Schriftelijk examen, gedeeltelijk open boek (geen eigen lesnotities, wel handboeken, eindtermen en leerplannen); de studenten passen de inzichten uit het OPO toe op een concreet didactisch product (i.c. een leerboekles of –hoofdstuk).

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de bachelor in de geschiedenis, van de educatieve master in de cultuurwetenschappen en van het voorbereidingsprogramma van de educatieve master in de cultuurwetenschappen, en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

ECTS Initiatiestage geschiedenis (B-KUL-F0YY9A)

3 studiepunten Nederlands 6 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
Van Nieuwenhuyse Karel |  Kohlbacher Anne (medewerker) |  Sterckx Herman (medewerker) |  Van Marcke Stéphanie (medewerker) |  Van der Meeren Cynthia (medewerker) |  Verstraeten Dries (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO zijn de studenten in staat:

(1) op een gerichte manier te kijken naar  die elementen van het lesgeven die voor hen relevant zijn wanneer ze zelf gaan lesgeven, en die elementen kritisch te analyseren vanuit geschieddidactische theorie. Tot die elementen behoren onder meer: de doelstellingen van een les; lesstructuur; de beginsituatie van de leerlingen; omgang met de leerlingen; timing van een les ; interactie tussen leerlingen en leraar (o.m. vraagstelgedrag van beiden); begeleiden van zelfstandig werk; gebruik van ICT; mogelijkheden en beperkingen qua infrastructuur. Daarnaast leert de student verschillen zien in gedrag klasgroep volgens het ogenblik van de schooldag en het schoolvak.

(2) op een gerichte manier te kijken naar leerprocessen en schoolactiviteiten die het klasniveau overstijgen, en die kritisch te analyseren vanuit geschieddidactische en algemeen onderwijskundige pedagogisch-didactische theorie en onderzoeksliteratuur.

(3) In een assisterende rol leer- en onderwijsprocessen op klasniveau voor te bereiden, te ondersteunen en te stimuleren, om zo een begin van ontwikkeling te maken van de vaardigheden, inzichten en attitudes die zij nodig hebben om de basiscompetenties van de leraar te bereiken.

(4) Vanuit de bewustwording en identificatie van hun sterke kanten en werkpunten als leraar een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen, als leidraad voor het vervolg van de stage, en als een instrument i.f.v. het bereiken van de basiscompetenties van de leraar.

Begintermen

De inhouden en activiteiten van dit OPO impliceren dat de studenten de inhouden, vaardigheden en attitudes van de OPO’s ‘Vakdidactiek geschiedenis’ en ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1’  gelijktijdig met dit OPO verwerven.

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



(GELIJKTIJDIG( F0YY6A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZI9A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZJ2A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZJ6A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZK5A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BL1A )) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A ))


F0YY6AF0YY6A : Vakdidactiek geschiedenis (Leuven)
F0ZI9AF0ZI9A : Vakdidactiek geschiedenis (Diepenbeek)
F0ZJ2AF0ZJ2A : Vakdidactiek geschiedenis (Kortrijk)
F0ZJ6AF0ZJ6A : Vakdidactiek geschiedenis (Brussel)
F0ZK5AF0ZK5A : Vakdidactiek geschiedenis (Antwerpen)
F0BL1AF0BL1A : Vakdidactiek geschiedenis (Leuven)
P0V17AP0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22AP0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)


Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Initiatiestage geschiedenis (B-KUL-F0YY9a)

3 studiepunten : Stage 6 Beide semestersBeide semesters
Van Nieuwenhuyse Karel |  Kohlbacher Anne (medewerker) |  Sterckx Herman (medewerker) |  Van Marcke Stéphanie (medewerker) |  Van der Meeren Cynthia (medewerker) |  Verstraeten Dries (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

Binnen de initiatiestage worden de studenten geacht minimaal deze activiteiten te volbrengen:

  • 10 lesuren observeren op de toegewezen school; daarbij observeren de studenten minstens 5 lesuren geschiedenis, in minstens 2 graden en 3 leerjaren; daarnaast observeren ze ook één klas gedurende 5 aaneengesloten uren.
  • Zelf lesgeven in geschiedenis gedurende 5 lesuren of assistentie bieden aan de vakmentor gedurende 5 lesuren geschiedenis (en in de voorbereiding ervan), bv. door historische bronnen en contextinformatie aan te reiken aan de leerkracht, door een individuele leerling of een groepje te begeleiden tijdens een groepswerk, door aan co- of team-teaching te doen met de vakmentor etc. Slechts één van de 5 lesuren mag een parallelles betreffen.
  • participatie (assistentie mag, maar moet niet) in drie activiteiten op schoolniveau, waar leerlingen bij betrokken zijn (een uitstap, excursie, filmforum, middagactiviteit, …)
  • aanwezig zijn op enkele seminaries in de instelling (of asynchrone online modules volgen): een inleidend seminarie (met uitleg over het OPO, contactname met stageplaats en verwachtingen etc.), en een intervisiesessie (waarin teruggekoppeld wordt naar de ervaringen van de studenten op hun stage). Daarnaast zijn de studenten ook aanwezig op een afsluitend (in voorkomend geval) evaluatiegesprek, waar ze hun portfolio en persoonlijke ontwikkeling(splan) toelichten. Studenten kunnen voor deze sessies en het evaluatiegesprek terecht op de campus waar ze de vakdidactiek volgen

Voor studenten die deelnemen aan het traject werkplekleren kunnen, conform het draaiboek werkplekleren, zowel de onderwijs - als de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.

 

Studiemateriaal

Alle documenten die voor de initiatiestage relevant zijn. Deze documenten omvatten onder andere vakdidactische literatuur, algemeen-pedagogische literatuur, alle formulieren m.b.t. de initiatiestage (observatieverslagen, activiteitenverslagen, reflecties), praktijkvoorbeelden aangereikt door de praktijklectoren, materiaal aangereikt door de studenten zelf (lesvoorbereidingen, concrete stage-ervaringen), en ook lerarenhandleidingen bij schoolboeken, internetmateriaal, verslagen van de vakwerkgroep, schoolreglement, pedagogisch project van de school, andere leermiddelen en professionele literatuur.

Toelichting werkvorm

Dit OPO bestaat vnl. uit stage-activiteiten in een door de opleiding toegekende stageplaats (secundaire school: 2e – 3e graad geschiedenis), waar de student een vakmentor krijgt toegewezen. De stage mag niet gelopen worden in de eigen oude secundaire school, en bij de vroegere geschiedenisleerkracht van de student; is er een familielid (tot in de 2e graad) werkzaam in de toegewezen stageschool, dan heeft de student hier een meldingsplicht van (de opleiding bekijkt dan of een andere school dient gezocht). Vanuit de opleiding wordt in begeleiding door een stagebegeleider voorzien. De studenten worden verwacht op enkele stageseminaries met verplichte aanwezigheid in de instelling (KU Leuven) (gecombineerd met volgen asynchrone digitale afstandsmodules): een inleidend seminarie, en een intervisiesessie (bij gewettigde afwezigheid wordt een vervangtaak voorzien). Daarnaast is de student ook aanwezig op een (in voorkomend geval) afsluitend evaluatiegesprek (m.i.v. mondelinge toelichting van het portfolio en POP) met de stagebegeleider (eventueel - wordt afgesproken met de stagebegeleider). Studenten kunnen voor deze sessies en het evaluatiegesprek terecht op de campus waar ze de vakdidactiek volgen. In een praktijkkalender die aan het begin van het academiejaar ter beschikking wordt gesteld, worden de te volgen seminaries en afstandsmodules, evenals de deadlines voor opdrachten, aangegeven.

Voor studenten uit de bachelor in de geschiedenis die het educatieve voorbereidingsprogramma van 15 stp volgen, worden aparte sessies voorzien. Die zijn aangegeven in de praktijkkalender en worden nader afgesproken met de begeleidende praktijklector.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Initiatiestage geschiedenis (B-KUL-F2YY9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Self assessment/Peer assessment, Portfolio
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

Toelichting

Het OPO Initiatiestage geschiedenis wordt geëvalueerd aan de hand van deze elementen:

  • een portfolio waarin de studenten verslagen van hun activiteiten in het kader van dit OPO bijhouden (reflecties, activiteitenverslag, taken etc.)
  • een mondelinge toelichting bij de begeleidende praktijklector van het portfolio en POP.

Er wordt één score toegekend voor dit OPO.
Herkansing binnen hetzelfde academiejaar is niet mogelijk voor de stage. Er is slechts één examenkans, deze kan worden opgenomen in de tweede of in de derde examenperiode.

Voorwaarde: de studenten zijn verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageplaats, en de seminaries in de eigen instelling (contactsessies of videoconference). Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf met opgave van geldige reden aan de betrokkenen, t.t.z. vakmentor, stagebegeleider en stagecoördinator/docent van het OPO, of wettiging achteraf d.m.v. doktersattest) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het OPO.

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de bachelor in de geschiedenis en van het voorbereidingsprogramma voor de educatieve master in de cultuurwetenschappen, en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS Cultuureducatie: leer- en onderwijsprocessen in historische musea en erfgoedsites (B-KUL-F0ZA0A)

3 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester
Van Nieuwenhuyse Karel |  Geerts Brent (medewerker) |  Kohlbacher Anne (medewerker) |  Sterckx Herman (medewerker) |  Van Marcke Stéphanie (medewerker) |  Van der Meeren Cynthia (medewerker) |  Verstraeten Dries (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

Na het succesvol afronden van dit OPO zijn de studenten in staat:

(1) theorievorming rond geschiedenis leren in informele educatieve settings te doorgronden en toe te passen in de analyse van concrete praktijken
(2) visie, concept, opzet, inhoud en presentatie van een historisch museum door te lichten, d.w.z. kritisch te duiden en te evalueren, a.d.h.v. bestaande theorievorming en onderzoeksliteratuur.
(3) de educatieve service, dienst en pakketten van een historisch museum door te lichten, d.w.z. kritisch te duiden en te evalueren, a.d.h.v. bestaande theorievorming en onderzoeksliteratuur.
(4) een educatieve service en educatief pakket van een historisch museum van feedback te voorzien, te optimaliseren en te realiseren voor een groep
(5) Samen te werken met medestudenten en bij te dragen aan het leerproces van medestudenten

Begintermen

Om dit OPO te kunnen volgen, moet de student minstens 30 domeinspecifieke studiepunten geschiedenis behaald hebben (of gelijktijdig met dit OPO behalen).

Volgtijdelijkheidsvoorwaarden



GELIJKTIJDIG( F0YY6A ) OF GELIJKTIJDIG( F0BL1A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZK5A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZI9A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZJ2A ) OF GELIJKTIJDIG( F0ZJ6A )


F0YY6AF0YY6A : Vakdidactiek geschiedenis (Leuven)
F0BL1AF0BL1A : Vakdidactiek geschiedenis (Leuven)
F0ZK5AF0ZK5A : Vakdidactiek geschiedenis (Antwerpen)
F0ZI9AF0ZI9A : Vakdidactiek geschiedenis (Diepenbeek)
F0ZJ2AF0ZJ2A : Vakdidactiek geschiedenis (Kortrijk)
F0ZJ6AF0ZJ6A : Vakdidactiek geschiedenis (Brussel)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Cultuureducatie: leer- en onderwijsprocessen in historische musea en erfgoedsites (B-KUL-F0ZA0a)

3 studiepunten : Practicum 20 Tweede semesterTweede semester
Van Nieuwenhuyse Karel |  Geerts Brent (medewerker) |  Kohlbacher Anne (medewerker) |  Sterckx Herman (medewerker) |  Van Marcke Stéphanie (medewerker) |  Van der Meeren Cynthia (medewerker) |  Verstraeten Dries (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

In enkele seminaries wordt ingegaan op geschiedenis leren in de informele educatieve settings van een historisch museum. Daarbij komen zowel theoretische kaders (socio-cultureel en socio-constructivistisch leren; object gemedieerd leren; dialoogmodellen…) aan bod, als resultaten van empirisch onderzoek. Daarnaast wordt via enkele bezoeken aan historische musea (bv. Kazerne Dossin, KMMA, Red Star Line, Gallo-Romeins Museum, Stadsmusea, House of European History, Koninklijk Legermuseum …) ingegaan op de kritische doorlichting van de inhoudelijke en educatieve setting ervan, en op mogelijkheden tot optimalisering van het educatief gebeuren, in het licht van de bevordering van historisch denken.

In een opdracht (individueel en/of in groep) selecteren studenten een (onderdeel van een) historisch museum (onder een aantal voorwaarden), om kritisch door te lichten, en de educatieve component ervan (rondleiding en pakket) van feedback te voorzien, te optimaliseren en te realiseren.

Studiemateriaal

Handboeken: Geschiedenisdidactiek // Historisch denken over bronnen
Artikels en literatuur
Handleiding
Voorbeeldmateriaal
Multimedia en presentatiesoftware
Toledo

Toelichting werkvorm

Studenten maken in enkele seminaries, en via plaatsbezoeken aan enkele historische musea kennis met de inhoudelijke en educatieve setting van historische musea; in intervisiesessies leren ze deze kritisch doorlichten. Vervolgens leren ze in individueel en/of in groep, met ruimte voor intervisie en begeleiding door een praktijklector, een bestaande educatieve praktijk in een historisch museum van feedback te voorzien, te optimaliseren, en nadien ook te realiseren.

Cotactmomenten zijn on-campus en/of online. 

Voor de plaatsbezoeken in musea, waarbij studenten verplicht aanwezig zijn, worden voor de start van of bij het begin van het OPO afspraken gemaakt (voor de concrete planning: zie Toledo). 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Cultuureducatie: leer- en onderwijsprocessen in historische musea en erfgoedsites (B-KUL-F2ZA0a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

Toelichting

Bij dit opleidingsonderdeel wordt aan permanente evaluatie gedaan. De eindevaluatie is gebaseerd op aanwezigheid en inbreng tijdens de bijeenkomsten en op de kwaliteit van de gemaakte taken. Om die redenen is een herkansing binnen hetzelfde academiejaar niet mogelijk.
Beoordeling: er wordt één score toegekend voor het geheel van dit OPO.
Voorwaarde: de studenten zijn verplicht aanwezig tijdens de seminaries (in contactsessie of via hybrid classroom) en activiteiten, en volbrengen de nodige taken tegen de voorziene deadline. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf met opgave van geldige reden aan de betrokkenen, t.t.z. praktijklector en docent van het OPO, of wettiging achteraf d.m.v. doktersattest) en/of niet tijdig volbrengen van de taken leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het OPO.

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

 

ECTS L-Filosofische grondslagen van de geesteswetenschappen (B-KUL-F0ZF8A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

  • De student is vertrouwd met de typisch wijsgerige vraagstelling en begrijpt hoe die zich verhoudt tot andere disciplines.
  • De student kent en begrijpt de belangrijkste modellen uit de westerse filosofie om over kennis en wetenschap te reflecteren.
  • De student kent en begrijpt de filosofische paradigma’s die van belang zijn voor de ontwikkeling van de geesteswetenschappen en kan de ontwikkelingsgang ervan schetsen.
  • De student kan verbanden en verschillen tussen filosofische paradigma’s aanduiden en toelichten.
  • De student kan filosofische concepten uitleggen en correct toepassen.
  • De student is in staat om vanuit de aangereikte filosofische modellen te reflecteren over de grondslagen van haar/zijn eigen discipline.
  • De student is in staat om een genuanceerd en beargumenteerd antwoord te formuleren op filosofische vragen over kennis en (geestes)wetenschap.

Begintermen

De student is bereid om op een abstract niveau te reflecteren over haar/zijn eigen vakgebied en om complexe redeneringen mee te voltrekken.

Identieke opleidingsonderdelen

V0ZF8A: L-Filosofische grondslagen van de geesteswetenschappen

Onderwijsleeractiviteiten

L-Filosofische grondslagen van de geesteswetenschappen (B-KUL-F0ZF8a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus bestaat uit twee grote delen:

Deel 1 biedt een algemene inleiding in de westerse filosofie aan de hand van de belangrijkste thema's en figuren uit de filosofische kenleer en algemene wetenschapsfilosofie. Een overzicht van de voornaamste modellen uit de oudheid (Plato en Aristoteles) en moderne tijd (rationalisme, empirisme en Kant) om over kennis en wetenschap te reflecteren legt de historische en theoretische basis voor een discussie van de twintigste eeuwse taalfilosofie (Wittgenstein) en wetenschapsfilosofie (logisch positivisme, Popper, Kuhn). 

Deel 2 is gewijd aan de filosofische modellen die van belang zijn geweest voor het ontstaan en de ontwikkeling van de moderne geesteswetenschappen in de negentiende en twintigste eeuw. Na een algemene schets van het ontstaan van de moderne geesteswetenschappen in de negentiende eeuw (Humboldt, Hegel, historisme, positivisme) komt de kritiek op het moderne mensbeeld en op de moderne kennisopvatting door de zogenaamde 'meesters van het wantrouwen' (Marx, Nietzsche, Freud) aan bod. Tegen deze achtergrond worden vervolgens de belangrijkste pradigma's uit de twintigste eeuwse filosofie besproken die hun stempel hebben gedrukt op de geesteswetenschappen: hermeneutiek, kritische theorie, structuralisme, poststructuralisme, feministische en postkoloniale theorie.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal voor dit vak bestaat uit de volgende componenten: 

  • een handboek: Pieter d'Hoine, Geletterde geesten. Filosofie voor geesteswetenschappers, Leuven: Universitaire Pers, 2022. (Omdat dit handboek de basis vormt voor de leerstof, worden studenten geacht zich een kopij hiervan aan te schaffen.)
  • online ondersteuningsmateriaal (kennisclips, powerpoint-presentaties, zelfevaluatietests) dat via Toledo ter beschikking wordt gesteld
  • eigen lesnotities die de studenten geacht worden te maken tijdens de les

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: L-Filosofische grondslagen van de geesteswetenschappen (B-KUL-F2ZF8a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Een eerste deel van het examen test door middel van meerkeuzevragen de verworven kennis van en inzicht in de filosofische thema’s, paradigma’s, teksten en concepten die aan bod komen. Een tweede deel peilt door middel van open vragen (type essay-vragen) naar de mate waarin de student in staat is over de leerstof te reflecteren, verbanden te leggen en te argumenteren.

Voor de beoordeling van de meerkeuzevragen wordt gewerkt met een bestraffing van foute antwoorden. 

 

Toelichting bij herkansen

De modaliteiten van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans. 

ECTS L-Interculturaliteit (B-KUL-F0ZF9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Marzo Stefania (coördinator) |  Defoort Carine |  Goddeeris Idesbald |  Lie Nadia |  Marzo Stefania |  Ryad Umar |  N. |  Mathysen Jolien (medewerker)  |  Minder Meer

Doelstellingen

  • Studenten zijn in staat de context en bepaaldheid van interculturele fenomenen te analyseren en daardoor ook de achtergrond en context van hun eigen discipline beter te begrijpen.
  • Studenten zijn in staat om (via aandacht voor actuele thema’s) complexe vraagstukken vanuit een intercultureel perspectief te begrijpen.
  • De studenten zijn in staat om op een academisch verantwoorde manier bij te dragen tot het politiek-maatschappelijke debat en om argumenten te analyseren in sterk geïdeologiseerde discussies.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

L-Interculturaliteit (B-KUL-F0ZF9a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Defoort Carine |  Goddeeris Idesbald |  Lie Nadia |  Marzo Stefania |  Ryad Umar |  N. |  Mathysen Jolien (medewerker)  |  Minder Meer

Inhoud

De structuur van de colleges ziet er als volgt uit:

1 + 2. Interculturaliteit in het hedendaagse westerse denken: een historisch-conceptueel kader [N. Lie]

GRENZEN

3. De grenzen van ons onderwijs [C. Defoort]

4. Migratie: Grenzen, nieuwkomers en ruimte [I. Goddeeris]

5. Grenzen en identiteit [I. Goddeeris]

BEELDEN

6. Beelden van de Islam: een historisch en hedendaags perspectief [A. Ryad]

7. Beelden en het Belgische koloniale verleden [I. Goddeeris]

8. Literaire verbeelding [N. Lie]

TAAL

9. Zegeningen en schaduwzijden van taaldiversiteit [F. Van de Velde]

10. Taal in ruimte en grenzen [S. Marzo]

11. De indexicaliteit van taal [S. Marzo, L. Rosseel en F. Van de Velde]

Elk academiejaar worden naast deze colleges een of meerdere debatten, lezingen of andere events georganiseerd waarvan elke student er minstens één bijwoont. Op die events worden verschillende aspecten van het OPO worden gekaderd binnen een actueel vraagstuk. Het event vormt een essentieel onderdeel van het vak en kan op het examen worden bevraagd.

 

Studiemateriaal

Verplichte literatuur: handboek gepubliceerd bij Leuven University Press  (verplichte lectuur, 25 euro)

Bijkomend materiaal (via Toledo ter beschikking gesteld)

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: L-Interculturaliteit (B-KUL-F2ZF9a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De leerstof bestaat uit de teksten van het handboek en het materiaal dat tijdens de les ter beschikking is gesteld. Het examen bestaat uit vragen die zowel kennis als inzicht toetsen.

ECTS Environmental History, 500-1800 (B-KUL-F0ZI0A)

6 ECTS English 39 First termFirst term

Aims

The course aims at advanced insight into the most current debates in the field of ecological history and disaster studies. The course invites students to reflect upon the relationship between human society and its environment. By reading the latest research articles, students become acquainted with the newest insights into environmental history. Following this course students will learn how to debate and formulate an argument during the classical debates and learn to develop an environmental excursion which requires presenting skills.

Previous knowledge

No previous knowledge required

Onderwijsleeractiviteiten

Environmental History, 500-1800 (B-KUL-F0ZI0a)

6 ECTS : Lecture 39 First termFirst term

Content

This course examines the relationship between humans and their environment from an historical perspective (500-1800). The course combines a theoretical exploration of the big ecological debates and concepts, with a case study approach. Theme’s that will be discussed are vulnerability, pollution, environmental justice, natural disasters, climate change, circular economies, etc. Each year the theoretical classes will be supplemented with an excursion and an assignment to develop an environmental excursion to explore our environmental past in real life. Student’s that follow this course will develop a more nuanced and contextualized image of the current climate and environmental debates.

Course material

The powerpoints that are distributed via Toledo on a weekly basis

The reader of articles that is distributed via Toledo on a weekly basis

The discussions and information during classes.

The information given during the excursion

Format: more information

The students attend the lecture and take note of the oral additions to the Powerpoints. For the discussion of the articles (reader) they read the imposed studies in advance and actively take part in the discussion.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Environmental History, 500-1800 (B-KUL-F2ZI0a)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Oral, Paper/Project, Self assessment/Peer assessment
Type of questions : Open questions
Learning material : Course material

Explanation

Assignment: Group assignment: development of an environmental excursion. Peer assessment will be used to evaluate the participation level and contribution of the individual members of each group.

Exam: Oral open book exam. Essay questions.

 

Information about retaking exams

If your group assignment or individual contribution requires you to resit the exam, you will rework the assignment. In case the entire group has to resit, the whole group work has to be revised. If it is due to your personal contribution (this will be evaluated through peer assessment), you will rework your personal part of the assignment.

Exam: identical to first exam

ECTS Verkorte bachelorpaper (B-KUL-F0ZI6B)

6 studiepunten Nederlands 52 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract Uitgesloten voor creditcontract
N. |  Pasture Patrick (medewerker) |  Verschaffel Tom (medewerker)

Doelstellingen

De bachelorpaper is een wetenschappelijk opstel, gebaseerd op primaire bronnen en secundaire literatuur. Studenten worden begeleid in groepen die elk werken over één thema en waarbinnen elke student over een eigen onderwerp schrijft.

Begintermen

Historische onderzoeksmethoden worden gelijktijdig gevolgd.

Identieke opleidingsonderdelen

F0ZI6A: Verkorte bachelorpaper
V0ZI6A: Verkorte bachelorpaper
V0ZI6B: Verkorte bachelorpaper

Onderwijsleeractiviteiten

Verkorte bachelorpaper (B-KUL-F0ZI6a)

6 studiepunten : Bachelorproef 52 Tweede semesterTweede semester
N. |  Pasture Patrick (medewerker) |  Verschaffel Tom (medewerker)

Inhoud

De bachelorpaper is een wetenschappelijk opstel, gebaseerd op primaire bronnen en secundaire literatuur. Studenten worden begeleid in groepen die elk werken over één thema en waarbinnen elke student over een eigen onderwerp schrijft. In tegenstelling tot de reguliere bachelorpaper (B-KUL-F0LH0C) worden geen tussentijdse taken verwacht in het eerste semester. In het tweede semester brengen de studenten een mondelinge presentatie en dienen ze een voorlopige versie in.

Studiemateriaal

H. Deleu, J. Hoegaerts & C. Smedts, Geschiedenis schrijven (Acco 2011). Voor het overige materiaal: zie toledo.

Toelichting werkvorm

Aanwezigheid is verplicht vanaf het eerste collegemoment. De deadline voor de mondelinge presentatie dient te worden gerespecteerd. https://www.arts.kuleuven.be/studeren/studenten/leuven/bachelorpaper_masterproef/bachelorpaper/bach_gesch

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Verkorte bachelorpaper (B-KUL-F2ZI6b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

Toelichting

De evaluatie gebeurt vooral op basis van de definitieve paper. Conform het facultaire reglement is de bachelorpaper niet langer dan 90 000 tekens. De opleiding Geschiedenis stimuleert echter het schrijven van bachelorpapers van ongeveer 45 000 tot 70 000 tekens (incl. spaties en voetnoten; het aantal tekens moet vermeld worden). Andere aspecten worden echter ook in rekening gebracht bij de evaluatie, en het is verplicht om daaraan deel te nemen:

    De mondelinge presentatie

    Participatie tijdens de contactmomenten

Aanwezigheid in de ondersteunende sessies is verplicht. Iedereen moet een substantiële eerste versie indienen en dient de gegeven feedback te integreren in de finale versie. Wie niet voldoet aan deze voorwaarden, mag geen definitieve versie indienen en kan bijgevolg niet slagen. In de derde examenperiode blijven de vereisten dezelfde.
Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Toelichting bij herkansen

Er is geen tweede examenkans voor het onderdeel ‘participatie’. Dit deelpunt wordt automatisch overgedragen naar de derde examenperiode. Wel is de student ook in de tweede zittijd verplicht om op een afgesproken moment een substantiële voorlopige versie van die paper in te dienen bij de begeleider. Gebeurt dat niet, dan mag de student geen definitieve versie indienen.

ECTS History of European Colonization: 1750-2000 (B-KUL-F0ZI7B)

6 ECTS English 39 Second termSecond term
Goddeeris Idesbald |  Cosemans Sara (cooperator) |  Hertsens Sébastien (cooperator)

Aims

The course provides insight in the history of European colonialization, especially in the modern period (from ca. 1750 onwards). It covers all areas, but particularly highlights the Congo and the British Empire. At the end of the course, students dispose of a basic chronological and geographical framework of European overseas expansion. They are familiar with the major arguments of (post)colonial discussions on European colonization. They have insight into the main trends of new imperial histories, such as gender, science, multiperspectivity, etc.

Previous knowledge

No previous knowledge required.

Identical courses

F0UJ5A: History of European Colonization: 1750-2000
V0UJ5A: History of European Colonization: 1750-2000
F0ZI7A: History of European Colonization: 1750-2000
V0UJ5B: Geschiedenis van de Europese kolonisatie: 1750-2000

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

History of European Colonization: 1750-2000 (B-KUL-F0ZI7a)

6 ECTS : Lecture 39 Second termSecond term
Goddeeris Idesbald |  Cosemans Sara (cooperator) |  Hertsens Sébastien (cooperator)

Content

Tentative table of contents

I. Introduction
1. Practical arrangements
2. Definitions
3. Causes
4. Consequences
5. Historiography

II. The major metropoles
1. Portugal
2. Spain
3. France
4. The Netherlands
5. England (1707: Britain)

III. The Second Hundred Years’ War (2nd half: 1756-1815)
1. From the Seven Years’ War (1756-1763) to Napoleon (-1815)
2. Decolonization and reaction in the New World
3. British expansion in the second half of the 18th century
4. The white settlers’ colonies: Canada, Australia, and New Zealand

IV. Asia
1. British India
2. The Dutch East Indies
3. French Indochina (tbc)
4. China

V. Africa
1. North Africa (1)
2. The Congo
3. Southern Africa
4. East Africa (tbc)
5. Sudan and the Horn
6. West Africa (tbc)
7. North Africa (2)

VI. Tools of Empire
1. Politics (systems, strategies, actors, gender)
2. Missionary work (background, structures and activities, narratives and debate)
3. Economy (general observations, agriculture, mining)
4. Development (transport, communication, cities, environment)
5. Science (mapping, census, exhibition)

VII. Consolidation and decline in the 20th century
1. The First World War and its aftermath
2. The interwar period
3. The Second World War
4. The decolonization
5. Postcolonial criticism

Course material

The PowerPoint presentations of all classes are available on Toledo. The book Colonial Congo. A History in Questions (ca. €25) is used in classes and during the open-book exam.

Format: more information

Lectures & discussions

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: History of European Colonization: 1750-2000 (B-KUL-F2ZI7b)

Type : Exam during the examination period
Description of evaluation : Written
Type of questions : Multiple choice, Open questions, Closed questions
Learning material : Reference work

Explanation

The exam tests both knowledge and understanding. It consists of one open question (5pt.), five multiple choice questions on the required literature (5pt.; open-book) and twenty multiple choice questions on the course matter (10pt.).When grading the test, a rule is used that penalizes wrong answers (correction-for-guessing).

ECTS Historisch onderzoek van de oudheid (B-KUL-F9XD9A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

De studenten worden ingewijd in de historiografische probleemstelling toegepast op de bronnen van de Oudheid.

 

Begintermen

Geen voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Historisch onderzoek van de oudheid (B-KUL-F0LI7a)

4 studiepunten : Practicum 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De verschillende onderdelen van de historische kritiek worden uitgelegd aan de hand van voorbeelden uit de Oudheid, met nadruk op het opzoeken en gebruiken van de antieke bronnen. Deze bronnen zijn nagenoeg altijd uitgegeven en vaak ook uitvoerig besproken door moderne geleerden, zodat bronnen en moderne studies steeds in interrelatie dienen te worden gebruikt.

Studiemateriaal

Cursus beschikbaar bij Acco.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Historisch onderzoek van de oudheid (B-KUL-F2XD9a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

Toelichting

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar voor de studenten van de (verkorte) bachelor in de geschiedenis en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

ECTS Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid (B-KUL-G0D70A)

3 studiepunten Nederlands 20 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

1. Leerdoelen

De student kan de betekenis en samenhang van de ‘Megatrends’ en hun achtergrond, de ‘Sustainable Development Goals’, de ‘Sustainability Doughnut’ en de ‘Planetary Boundaries’ verwoorden.

De student kan de discussie over de termen ‘duurzaamheid’ en ‘duurzame ontwikkeling’ duiden.

De student kan zowel de ecologische, economische, sociale, ethische als culturele dimensies van duurzaamheidskwesties concreet illustreren.

De student kan een aantal maatregelen in het domein van de eigen discipline die geschikt zijn om duurzaamheid te vergroten, opsommen, en toelichten welke impact ze (kunnen) hebben.

De student kan diversiteit en een open ethiek als basiskenmerk van ‘cultures of sustainability’ verder toelichten vanuit de idee van veerkracht en systeemdenken in een sociaal-maatschappelijke context.

De student kan systeemdenken (beperkt) toepassen bij het kritisch bekijken en vervolgens beoordelen van duurzaamheidscontroverses aangebracht in de media.

De student kan het belang van transdisciplinaire samenwerking en teamwerk in het kader van duurzaamheid en duurzame ontwikkeling voor specifieke cases aangebracht in krantenartikels uitleggen, door concrete relevante onderzoeksvragen van diverse wetenschapsdomeinen te verwoorden.

 

2. Vormingsdoelen

De student kan een respectvolle discussie over aspecten van duurzaamheid voeren met studenten uit de eigen zowel als uit andere disciplines, en getuigt hierbij van zorgvuldigheid, verantwoordelijkheidszin en een ethische ingesteldheid.

De student is bereid en in staat om op een kritische wijze deel te nemen aan de maatschappelijke discussie omtrent duurzaamheid vanuit de eigen expertise in haar/zijn discipline.

De student is ‘actiecompetent’, m.a.w. de cursus heeft capaci­teiten én het engagement bijgebracht om actief bij te dragen aan het aanpakken van de structurele oorzaken van duurzaamheidskwesties.

 

Identieke opleidingsonderdelen

G0D70B: Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid: theorie (B-KUL-G0D70a)

1 studiepunten : College 10 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit onderdeel worden de verschillende aspecten van het begrip duurzaamheid (ecologisch, sociaal, economisch) toegelicht. Daarnaast wordt de methodologie aangebracht om duurzaamheidskwesties te leren doorgronden en er mee om te gaan of een oplossing ervoor na te streven (systeemdenken, transdisciplinariteit, de honest broker positie, ‘political moves’ herkennen, de betekenis van bestaande machtsverhoudingen en ideologieën inschatten). Dit alles gebeurt op basis van feitenkennis in verband met de ‘Megatrends’, de ‘Planetary Boundaries’, de ‘Sustainability Doughnut’ en de ‘Sustainable Development Goals’. Hierbij zal ook aandacht besteed worden aan specifieke disciplinaire aspecten, gekaderd in een bredere systemische en transdisciplinaire context.

Studiemateriaal

Cursustekst, colleges, slides, artikels, SPOC on-line leermodules.

Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid: opdracht (B-KUL-G0D71a)

2 studiepunten : Opdracht 10 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit onderdeel worden de studenten in interdisciplinaire teams verdeeld. Ze krijgen een aantal opdrachten aansluitend bij de theorie te vervullen, in en buiten de contactmomenten, om vaardigheden relevant voor duurzaamheid te verkennen. Anderzijds geven ze elkaar en de docenten feedback, tijdens en na het leerproces dat ze doorlopen.

Studiemateriaal

Syllabus en media-materiaal, materiaal in de toledo-leeromgeving, discussie/praktijk-sessies

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Een socio-ecologische inleiding tot duurzaamheid (B-KUL-G2D70a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

De evaluatie bestaat uit twee delen: een vormend proces in teamverband (deels gescoord via peer-evaluatie, en telt mee voor 6 van de 20 delen van de examenscore), en een afrondend, individueel te schrijven essay (buiten de examenperiode (net voor of tijdens de blokperiode), en dit telt mee voor 14 van de 20 delen van de examenscore). Wanneer meerkeuze-vragen worden gebruikt, wordt gis-correctie toegepast.

Elke student dient aan elk van de onderdelen deel te nemen om te kunnen slagen voor het geheel. Er is geen herkansing mogelijk voor het vormend proces dat in teamverband tijdens het jaar wordt doorlopen. De score van dit onderdeel wordt bij een herkansing overgedragen vanuit de eerste zittijd. Bijdrage in de evaluatie van dit procesonderdeel blijft 6 van de 20 punten bij een herkansing.

Toelichting bij herkansen

Er is geen herkansing mogelijk voor het vormend proces dat in teamverband tijdens het jaar wordt doorlopen. De score van dit onderdeel wordt bij een herkansing overgedragen vanuit de eerste zittijd. Bijdrage in de evaluatie van dit procesonderdeel blijft 6 van de 20 punten bij een herkansing.

ECTS Geschiedenis van de wetenschappen (B-KUL-G0L57A)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

De student krijgt inzicht in het dynamische karakter van wetenschappelijk onderzoek en kan de behandelde theorieën in hun historische context plaatsen.
De student kan de relatie tussen wetenschap en maatschappij duiden aan de hand van concrete gevalstudies.
De student krijgt zicht op de cultuurhistorische rol van wetenschap in de moderne samenleving, in het bijzonder in het kader van de theorievorming rond de hedendaagse kennismaatschappij.

Begintermen

Voor het begrijpen van de cursus is een elementaire kennis van de behandelde wetenschappen noodzakelijk. Het niveau van de cursus is aangepast aan wat studenten 3de Bachelor Wetenschappen geacht worden te kennen. 

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de wetenschappen (B-KUL-G0L57a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De cursus biedt een introductie tot het conceptuele, kritische perspectief van de hedendaagse wetenschapsgeschiedenis aan de hand van concrete gevalstudies en actuele discussies. Het historische verhaal wordt steeds nauw verbonden met de filosofische en maatschappelijke analyse van wetenschap als culturele actor in onze samenleving. Ontdekkingen en theorieën worden geanalyseerd in hun eigentijdse maatschappelijke context, waarbij de wisselwerking tussen interne en externe factoren in het wetenschappelijk denken nadrukkelijk aan de orde wordt gesteld.

De cursus bestaat uit vier grotendeels chronologisch opgebouwde delen. In het eerste deel - Revoluties in wetenschap (1500-1700) - ligt de nadruk op het ontstaan van de moderne wetenschap als een autonome vorm van kennisproductie. De verschillende vormen van kennisverwerving en –classificatie komen aan bod: van het verzamelen, beschrijven en classificeren tot de experimentele natuurstudie en het microscopische onderzoek van de bouwstenen van de materie. We bekijken ook de rol van interculturele contacten en globale uitwisselingen in de vroegmoderne kennisproductie aan de hand van een casus van wetenschapsbeoefening in de Europese kolonies. In het tweede deel - Wetenschap en geloof (1700-1900) - staat de interactie tussen ideologie, geloof en wetenschap centraal. Het werk van Isaac Newton en Charles Darwin, en de ontvangst van hun theorieën in de Europese samenleving van de 18de en 19de eeuw, dienen daarbij als voorbeeld. Tegelijkertijd bekijken we de organisatie van de onderzoeksgemeenschap als geheel, en hoe wetenschappers als intellectuelen deel uitmaakten van een 'Republiek der Letteren'. 

Het derde deel - Professionele wetenschappers en hun publiek (1800-1900) - belicht de verhouding tussen wetenschap en staat als een proces van co-productie in de 19de eeuw. Tegen de achtergrond van industrialisering, democratisering en natievorming worden processen als professionalisering, disciplinevorming, standaardisering en homogenisering in de wetenschappelijke praktijk in beeld gebracht. De geschiedenis van expedities, musea, laboratoria en onderzoeksuniversiteiten komt daarbij aan bod. In het vierde en laatste deel -  Wetenschap en globale politiek (1900-2000) - staat de relatie tussen wetenschap en technologie en het ontstaan van het wetenschapsbeleid in de twintigste eeuw centraal. We kijken de veranderende perceptie van wetenschap door te kijken naar de rol van wetenschappers in oorlogstijd en naar de relatie tussen wetenschap en imperialisme. Tot slot belichten we ook de (geleidelijk veranderende) genderverhoudingen binnen het 20ste-eeuwse wetenschappelijke veld.  

 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal bestaat uit slides en een reader met teksten die in de les worden besproken. Al het materiaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de wetenschappen (B-KUL-G2L57a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Studenten krijgen een eindcijfer op basis van:

- 50%: Schriftelijk examen tijdens de examenperiode met open vragen  

- 30%: Erfgoedopdracht waarbij studenten een virtuele tentoonstelling maken die ze voorstellen tijdens de les  

- 20%: Participatie aan de discussie van teksten uit de reader

Elke student moet aan alle onderdelen deelnemen.

Toelichting bij herkansen

Bij herkansing in de derde examenperiode worden deeloverdrachten voor de opdrachten toegestaan wanneer een student voor die opdrachten min. 50% heeft behaald. Voor het onderdeel 'Participatie tijdens de discussie' is geen tweede examenkans mogelijk.

ECTS Sociale geografie (B-KUL-G0P03E)

6 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Het doel van dit opleidingsonderdeel is:
- inzicht verwerven in het ontstaan en de ontwikkeling van de sociale geografie als wetenschapsdiscipline en in haar voornaamste concepten en onderzoeksmethoden
- inzicht verwerven in de dialectische relatie tussen de ruimte (zowel het natuur- als het cultuurlandschap) en de maatschappij als centraal studie-object van de sociale geografie
- concrete kennis verwerven over prekapitalistische en kapitalistische sociaal-ruimtelijke structuren, met in het bijzonder de (Belgische) nederzettingsstructuren
- overgangsprocessen naar nieuwe sociaal-ruimtelijke structuren en interactie tussen verschillende organisatielagen van de ruimte begrijpen (overgang feodalisme/kapitalisme en ontwikkelingsfasen binnen kapitalisme)
- inzicht verwerven in de belangrijkste theorieën over de sociaal-ruimtelijke structuur van steden en stedensystemen en deze kunnen toepassen op concrete situaties.

Begintermen

Geen

Identieke opleidingsonderdelen

G0P03F: Sociale geografie

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sociale geografie: hoorcollege (B-KUL-G0P03a)

6 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

- Kernbegrippen in de sociale geografie

- De relatie tussen maatschappij en ruimte, in het bijzonder macht en territorium

- De oorsprong van de stad: veranderingen op het platteland, verstedelijking en industrialisatie, verstedelijking en de Chicago School

- De kwantiatieve revolutie: het Von Thunen model van landgebruik, Christaller's centrale plaatsentheorie en netwerksteden

- Humane geografie: Hagerstrand tijd-ruimtegeografie, openbare ruimte, mental mapping en kritische cartografie

- Segregatie, armoede en sociale uitsluiting

- Capita selecta

Studiemateriaal

Powerpoint, cursustekst, papers op Toledo

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sociale geografie (B-KUL-G2P03e)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Na twee-derde van de lessen leggen de studenten een schriftelijk examen af waarin via een combinatie van meerkeuzevragen en open vragen vooral kennis maar ook inzicht wordt getoetst. De examenstof bestaat uit alle voorafgaande lessen en de daarbij behorende literatuur. De les is de week voorafgaand aan het examen vervalt zodat studenten zich beter kunnen voorbereiden. Uit een experiment in acadeiejaar 2018-2019 is gebleken dat het voor studenten die deze module volgen, ontlastend werkt om een examen reeds eerder te kunnen afleggen. Dit schriftelijk examen telt voor 2/3 van het eindresulstaat.

Na afloop van de lessen schrijven de studenten een individueel paper waarin zij ingaan op twee van de lessen uit het laatste blok (d.w.z. de lessen die na het schriftelijk examen zijn gegeven) en deze verbinden uit een of meerdere lessen uit het eerste blok (d.w.z. de lessen die voor het schriftelijk examen zijn gegeven). Het paper toets vooral de verwerking van informatie en de vaardigheid om nieuwe kennis te verbinden aan bestaande kennis. Het toetst tevent het vermogen van studenten om kritsich te reflecteren en om op een wetenschappelijke wijze te schrijven. De deadline voor het paper ligt aan het begin van de examenperiode. Dit paper telt voor 1/3 van het eindresultaat.

Zowel het schriftelijk examen als het paper moeten voloende zijn om te slagen. Wanneer slechts een van beide onderdelen voldoende is, zal het eindresultaat 9/20 zijn. (Het blijft wel mogelijk om via de gebruikelijke regeling tolerantiepunten in te zetten.)

ECTS Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H0O00A)

3 studiepunten Nederlands 24 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Van Acker Karel (coördinator) |  Dewulf Wim |  Van Acker Karel |  N.

Doelstellingen

De hoofddoelstelling van dit vak is dat de studenten de nodige kennis (en vaardigheden) verwerven met betrekking tot de ‘staat van de planeet’. Daarvoor zetten we in op de volgende concrete leerresultaten:

  • Studenten zijn op de hoogte van de stand van zaken m.b.t. de voornaamste problemen waarmee de globale samenleving wordt geconfronteerd. Zij beschikken over de nodige parate kennis (ook kwantitatief) en zijn in staat om nieuwe informatie, op basis van deze kennis, inzichtelijk te interpreteren.
  • Zij kunnen een op feiten en rationale afwegingen gebaseerd standpunt innemen m.b.t. de voornaamste thema’s van de duurzaamheidsproblematiek. Hierbij kunnen zij, waar nodig, ook het cruciale cijfermateriaal correct interpreteren.
  • Studenten zijn zich bewust van het feit dat de wereld voortdurend in evolutie is en hebben de reflex om, wanneer nodig hun kennis bij te werken door het opzoeken en interpreteren van recent, relevant feitenmateriaal.
  • Zij hebben inzicht in de samenhang tussen de verschillende problematieken en zijn in staat om, als ze een standpunt innemen m.b.t. een bepaald thema, de samenhang met andere thema’s te duiden, waar mogelijk vanuit een systeemgebaseerde benadering.
  • Studenten kennen de implicaties van verschillende oplossingsstrategieën voor elk van de behandelde thema’s. Ook hier kunnen ze de samenhang met andere thema’s duiden, waar mogelijk vanuit een systeemgebaseerde benadering.
  • Studenten begrijpen waarom mensen dikwijls verkeerde denkbeelden koesteren (en welke de voornaamste zijn) en weten hier in een debat mee om te gaan.

 

De vormingsdoelen kunnen als volgt geformuleerd worden:

  • Studenten hebben de reflex ontwikkeld om uitspraken rond de behandelde thema’s kritisch te benaderen en te verifiëren aan de hand van recente informatie en inzichten, ook kwantitatief indien dat nodig is.
  • Studenten zijn in staat om informatie die hen bereikt i.v.m. de besproken thema’s te toetsen aan hun eigen kennis en kunnen de redenen formuleren waarom informatie al dan niet correct is.
  • Studenten hebben ook een ‘systeemreflex’ ontwikkeld: zij gaan, wanneer de behandelde thema’s besproken worden, spontaan op zoek naar de samenhang met andere thema’s en wegen uitspraken of standpunten niet enkel af ten opzichte van de kosten/benefits voor de thematiek in kwestie maar hebben oog voor het grotere geheel.

Begintermen

Geen specifieke voorkennis vereist.

Identieke opleidingsonderdelen

H04M8A: Interdisciplinair college duurzame ontwikkeling

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H0O00a)

3 studiepunten : College 24 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In deze lessenreeks worden globale duurzaamheidsuitdagingen ontrafeld, waarbij we de uitdagingen bekijken vanuit een globaal perspectief. De volgende thema’s worden behandeld:

  • "planetary boundaries" en klimaat
  • Biodiversiteit en landgebruik
  • Bevolkingsdemografie en globale gezondheid
  • Voedsel en water
  • Energie
  • Grondstoffen en circulaire economie
  • Urbanisatie en mobiliteit
  • Sociale en economische ongelijkheid
  • Migratie en diversiteit
  • Ethische, culturele en psychologische dimensies van globale veranderingen
  • Economie van duurzame ontwikkeling
  • Globale governance

 

Elke les wordt verzorgd door één of meerdere docenten uit de betrokken discipline.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal zal bestaan uit de slidesets van de verschillende lesgevers die op een zo uniform mogelijke manier worden vormgegeven. Er wordt ook een Engelstalige versie van de slides gemaakt. Verder ondersteunen we het leerproces via digitale middelen zoals kennisclips zodat ook studenten die het Nederlands niet machtig zijn het vak via zelfstudie kunnen opnemen.

Toelichting onderwijstaal

Het OPO zal in het Nederlands gedoceerd worden. Wel zoeken we, op wat langere termijn, naar een oplossing om ook niet-Nederlandstalige studenten het OPO te laten volgen door het aanbieden van Engelstalig digitaal lesmateriaal.

Toelichting werkvorm

Het vak bestaat uit 12 lessen van twee uur die elk 1-2 thema’s behandelen. De lessen zullen interactief worden opgevat, o.a. door de studenten bij het begin te bevragen (met behulp van Poll Everywhere) over hun huidige kennis en hierover met hen in gesprek te gaan. Ook tijdens de les zullen regelmatig vragen gesteld worden en zal aan de studenten gevraagd worden om kleine oefeningen te maken.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

F0BX5A : Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Globale uitdagingen voor een duurzame samenleving (B-KUL-H2O00a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Het examen is een casusgebaseerd schriftelijk meerkeuzevraag examen met giscorrectie.

Toelichting bij herkansen

De tweede examenkans zal dezelfde vorm hebben als de eerste.

ECTS Geschiedenis van opvoeding, onderwijs en vorming, deel 1 (B-KUL-P0L06A)

5 studiepunten Nederlands 32 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Verstraete Pieter |  Reyniers Nele (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Na het volgen van dit opleidingsonderdeel:

Leerdoelen:

  • Kent de student het verschil tussen primaire en secundaire bronnen
  • Kan de student de verschillende inzichten van de aangehaalde pedagogen in eigen woorden uitleggen en toepassen
  • Kan de student toelichten welke rol werd toegekend aan de samenleving in de pedagogische project van de aangehaalde pedagogen
  • Kan de student de aangereikte theoretische concepten – onder meer ‘ontdekking van het kind’, ‘pedagogiserin’, ‘socialisering’, ‘commercialisering’, ‘disciplinering’, ‘normalisering’, ‘beschavingsoffensief’ – in eigen woorden uitleggen en toepassen op een concrete historische casus
  • Is de student in staat een inzichtelijk verhaal te construeren op basis van verschillende aangereikte bronnen/citaten
  • Kan de student ongezien bronnenmateriaal kaderen binnen de Westerse geschiedenis van de pedagogiek
  • Kan de student een onderscheid maken tussen theorie en realiteit
  • Is de student in staat een aantal hedendaagse onderwijskundige en pedagogische fenomenen historisch te kaderen

Vormingsdoelen:

  • Apprecieert de student ‘geschiedschrijving’ als een bestanddeel van de pedagogische activiteit
  • Is de student geneigd bij het bestuderen van pedagogische problemen rekening te houden met de voorgeschiedenis ervan
  • Kan de student zich kritisch verhouden tot hedendaagse debatten met betrekking tot opvoeding en onderwijs
  • Hecht de student waarde aan de betekenis van literaire werken voor het pedagogisch onderzoek en de pedagogische praktijk

Begintermen

Men gaat ervan uit dat de studenten in het secundair onderwijs algemene inzichten hebben verworven over ontwikkelingen van de samenleving en van de ermee vervlochten cultuur in de Westerse wereld, in het bijzonder vanaf de Middeleeuwen tot heden. Deze context is belangrijk voor de situering van de geschiedenis van opvoeding en onderwijs, waarvoor evenwel geen specifieke voorkennis wordt vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Hoorcolleges Geschiedenis van opvoeding, onderwijs en vorming, deel 1 (B-KUL-P0L06a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Verstraete Pieter |  Reyniers Nele (plaatsvervanger)

Inhoud

Het grootste deel van de colleges wordt gewijd aan de bespreking van 'gekende' pedagogen. Deze kunnen van jaar tot jaar verschillen. Voorbeelden hiervan zijn Erasmus, Montaigne, Comenius, Rousseau, Salzmann, Pestalozz, Dewey, Montessori, Lighthart, Peeters. Daarnaast worden tijdens deze colleges ook de theoretische concepten toegelicht. Ook deze kunnen van jaar tot jaar veranderen. Voorbeelden hiervan zijn 'De ontdekking van het kind', 'beschavingsoffensief', 'pedagogisering', 'disciplinering', 'normalisering'.

Er wordt een college gewijd aan de bespreking van een film. Deze film kan van jaar tot jaar wijzigen. Voorbeeld hiervan is de film Zero de conduite van Jean Vigo.

Er wordt een college gewijd aan een gastspreker. Deze gastcolleges zullen zich focussen op de geschiedenis van het methodenonderwijs (Steiner, Freinet, Dalton, Montessori, etc.) en zullen elk jaar een ander thema aansnijden. Door de lezingen op te nemen en via Toledo verder ter beschikking te stellen, zullen de studenten na verloop van tijd een rijk pallet ter beschikking hebben m.b.t. de geschiedenis van het methodenonderwijs.

Studiemateriaal

Er wordt een reader ter beschikking gesteld van de studenten. Deze reader omvat zowel oorspronkelijke teksten van de behandelde pedagogen als meer theoretische teksten m.b.t. de behandelde sleutelconcepten binnen de geschiedenis van opvoeding, onderwijs en vorming.

Daarnaast omvat het studiemateriaal tevens de slides die via Toledo ter beschikking worden gesteld, de vertoonde film als het gastcollege dat tijdens het academiejaar werd verzorgd.

Toelichting onderwijstaal

Gezien de alomtegenwoordigheid van de Franse taal binnen de Belgische geschiedenis van opvoeding en onderwijs wordt van de studenten verwacht dat ze minstens een Franse tekst doornemen en bestuderen voor het examen. Deze tekst maakt deel uit van de reader.

Toelichting werkvorm

Het betreft hier colleges van 2 uur die wekelijks worden gegeven en die de studenten moeten inleiden en inzicht geven in het studiemateriaal.

Werkcolleges Geschiedenis van opvoeding, onderwijs en vorming deel 1 (B-KUL-P0T50a)

1 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester
Verstraete Pieter |  Reyniers Nele (plaatsvervanger)

Inhoud

De studenten leren aan de hand van een concrete opdracht op zelfstandige wijze historisch onderzoek te verrichten. De casus kan van jaar tot jaar wijzigen.

Studiemateriaal

2 powerpoints en het werkje dat de studenten zelf maken.

Toelichting werkvorm

2 collectieve sessies/werkcolleges/1feedbacksessie voor kleine groepjes.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van opvoeding, onderwijs en vorming, deel 1 (B-KUL-P2L06a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

Toelichting

Evaluatievorm:

De evaluatie bestaat uit een schriftelijk examen en een opdracht. De studenten schrijven op basis van de werkcolleges en het onderzoek dat ze zelf verrichten een paper.

Gebruik leermateriaal:

Voor het open boek examen mogen studenten enkel niet-gedigitaliseerd materiaal meebrengen.

Beoordeling:

Het examen staat op 15 punten. Bij de meerkeuzevragen wordt giscorrectie toegepast. Meer informatie is beschikbaar op Toledo. De opdracht telt mee voor 5 van de 20 punten.
De taal- en vormvereisten van de opdracht worden apart gequoteerd als geslaagd/niet geslaagd.

Voorwaarden:

De indiendeadline wordt bij de start van het semester bekend gemaakt via Toledo. Wanneer de inleveringstermijn van de opdracht niet wordt gerespecteerd, wordt het werkstuk beschouwd als niet-ingeleverd (NA), wat in de puntentelling neerkomt op 0 voor de opdracht.

Studenten moeten geslaagd zijn op de taal- en vormvereisten om te slagen voor de opdracht (= ontvankelijkheidsvoorwaarde). Bij niet slagen op de taal- en vormvereisten wordt de opdracht als niet afgelegd (NA) beschouwd, wat in de puntentelling neerkomt op 0/5 .

Aanwezigheid op de werkcolleges is verplicht. Bij afwezigheid op de werkcolleges wordt de opdracht beschouwd als niet afgelegd, wat in de puntentelling neerkomt op 0/5. 

Tweede examenkans:

Aanwezigheid op de werkcolleges is een voorwaarde om een tweede examenkans te krijgen voor de opdracht. Indien men niet slaagt op dit opleidingsonderdeel worden geslaagde deelpunten op de opdracht overgedragen naar de tweede examenkans. Studenten die de opdracht toch wensen te herwerken kunnen hiervoor tot 31 juli contact opnemen via mail met de docent. Studenten die niet geslaagd waren op de opdracht (en niet geslaagd op volledige opleidingsonderdeel) moeten de opdracht sowieso opnieuw maken.

ECTS Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17A)

6 studiepunten Nederlands 18 Eerste semesterEerste semester
Aesaert Koen (coördinator) |  Aesaert Koen |  Agirdag Orhan |  Depaepe Fien |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Henkens Bregt |  Nijs Sara |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Ruyskensvelde Sarah |  Van den Branden Kris |  Vanassche Eline |  N.  |  Minder Meer

Doelstellingen

Leerresultaten

De student beschikt over een algemeen referentiekader (concepten, theorieën, modellen, jargon) met betrekking tot leren en onderwijzen (micro), schoolorganisatie en –beleid (meso), en onderwijsorganisatie en pedagogische visie (macro).  Dit referentiekader zorgt ervoor dat de student kan communiceren met leraren uit andere vakgebieden en andere onderwijsprofessionals (directie, CLB, …).

De student kan de resultaten van recent onderwijsonderzoek en vakdidactisch onderzoek begrijpen en interpreteren in het licht van hogergenoemd referentiekader. De student brengt waardering op voor het nut van dergelijk onderzoek. Maar de student begrijpt ook dat het inbrengen van resultaten uit onderwijsonderzoek in de concrete onderwijspraktijk (en in specifieke schoolvakken) vraagt om een vertaalslag en het maken van verschillende afwegingen.

Vormingsdoelen

De student is in staat en bereid om op een genuanceerde en beargumenteerde wijze een eigen standpunt te ontwikkelen ten aanzien van actuele kwesties op de volgende domeinen: pedagogisch-onderwijskundig (bv. visie op leren en de ondersteuning ervan), sociaal-politiek (bv. visies op onderwijs- en schoolbeleid, relatie vrijheid-controle), sociaal-economisch (bv. onderwijsgelijkheid, visies en initiatieven hieromtrent, aspecten rond diversiteit), levensbeschouwelijk (bv. pedagogische vrijheid en diversiteit) en cultureel-wetenschappelijk (bv. rol van deskundigheid, betekenis van onderwijskwaliteit).

De student kan zijn/haar pedagogische en didactische opdracht en de algemene rol van de school/het onderwijs op een kritische wijze benaderen en evalueren in het licht van (historische) ontwikkelingen in de samenleving en de wetenschap, en is zich bewust van ontwikkelingen in (onderwijssystemen in) andere landen. De student kan op basis hiervan een genuanceerd en beargumenteerd standpunt innemen en een visie formuleren.

Identieke opleidingsonderdelen

P0V22A: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P0V17a)

6 studiepunten : College 18 Eerste semesterEerste semester
Aesaert Koen |  Agirdag Orhan |  Depaepe Fien |  Elen Jan |  Reyniers Nele (plaatsvervanger) |  Henkens Bregt |  Nijs Sara |  Simons Maarten |  Berghmans Mieke (plaatsvervanger) |  Van Ruyskensvelde Sarah |  Van den Branden Kris |  Vanassche Eline |  N.  |  Minder Meer

Inhoud

In ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs 1’ (6 stp.) komen thema’s aan de orde op micro-, meso- en/of macroniveau. Afhankelijk van het specifieke thema gebeurt de invulling vanuit een onderwijskundige, -pedagogische, -filosofische, -sociologische, -historische, -juridische, -psychologische en/of -technologische invalshoek.

De modules betreffen de volgende thema’s:

  • het onderwijsbestel en de rechtspositie van de leerkracht met aandacht voor ontstaansgeschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen;
  • historische ontwikkelingen inzake pedagogisch en onderwijskundig denken mede als basis voor thans gehanteerde pedagogische projecten, visies en methoden;
  • de maatschappelijke betekenis van onderwijs zoals die voortdurend ter discussie staat en resulteert in diverse benaderingen van school en curriculum;
  • vrijheid en gelijkheid als terugkerende discussiepunten die het onderwijs mede vorm geven;
  • kwaliteit als een voortdurende zorg in het onderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende invullingen van de notie ‘kwaliteit’ en hoe deze zich in het Vlaamse onderwijs manifesteren;
  • schoolcultuur, schoolorganisatie en collegialiteit;
  • communicatie (in diverse contexten en met verschillende zowel binnenschoolse als buitenschoolse partners) als essentieel basisproces in het onderwijs;
  • leertheorieën, -processen en –resultaten met inbegrip van elementen uit ontwikkelings- en adolescentiepsychologie en breinonderzoek;
  • omgaan met verschillen tussen leerlingen vanuit macro-, meso- en microperspectief;
  • bouwstenen van onderwijzen met inbegrip van evaluatie van leerlingen (doelen, inhouden/taken, werkvormen, media, onderwijsbenaderingen, evaluatie-instrumenten);
  • taalbeleid en de leraar als taalleerkracht (taal in niet-taalvakken, taal in grootstedelijke, multiculturele context, opvang van anderstalige nieuwkomers).

Studiemateriaal

Studiemateriaal wordt via Toledo ter beschikking gesteld en bestaat per module uit:

  • cursustekst
  • informatie over onderzoek
  • informatie over praktijkcasus

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1) (B-KUL-P2V17a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Computer

Toelichting

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Studenten krijgen op meerdere momenten de kans een digitale toets over 8 van de modules af te werken. Er wordt gewerkt met een aangepaste cesuur bij de toetsen voor de modules.
Meer informatie over de digitale toetsen en de beoordeling is terug te vinden op Toledo. 

Toelichting bij herkansen

beoordeling met pass/fail

ECTS Recht (B-KUL-S0A15A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten de volgende leerresultaten bereikt:

  • De student heeft inzicht in het belang van recht binnen de bredere sociale wetenschappen;
  • De student ziet in hoe recht zorgt voor orde en normering binnen een samenleving die steeds complexer wordt en waarin relaties in toenemende mate juridisch worden geduid;
  • De student heeft kennis van de beginselen van het recht, inclusief de bronnen van het recht;
  • De student is vertrouwd met het begrippenapparaat en de juridische redeneerwijze;
  • De student is getraind in het gebruik van een wetboek en het oplossen van kleine, eenvoudige juridische praktijkproblemen;
  • De student heeft kennis van de structuren en processen waarbinnen beleid op de verschillende rechtsniveaus tot stand komt;
  • De student toont intellectuele belangstelling en alertheid voor en een reflexieve houding tegenover het actuele politieke en sociale gebeuren met een juridische inslag;
  • De student verwerft een basis voor de overige opleidingsonderdelen met een juridische inslag in het curriculum: arbeidsrecht, sociale zekerheidsrecht, sociale zekerheid, staatrecht, of mediarecht,…

 

Deze doelstellingen worden bij de start van het opleidingsonderdeel aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Er zijn geen bijzondere aanvangscompetenties vereist.

Aangezien recht en maatschappij hand in hand gaan, is het echter onontbeerlijk dat de student een zekere interesse heeft in alles wat met die samenleving te maken heeft – met inbegrip van haar historische ontwikkeling en de politieke actualiteit.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Recht (B-KUL-S0A15a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De inhoud van deze onderwijsleeractiviteit bestaat uit twee delen:

  • Het eerste deel gaat in op de definitie en het voorwerp van het recht. Tevens wordt bijzondere aandacht besteed aan de diverse manieren waarop men private juridische verbintenissen (subjectieve rechten) kan afdwingen, wat uiteindelijk een centraal onderdeel is van het privaatrecht.
  • Het tweede deel beoogt de studenten voor te bereiden op het opleidingsonderdeel Grondwettelijk recht dat zij mogelijks verderop in het curriculum krijgen. Aldus wil het de student vertrouwd maken met het fenomeen van wetgeving als de belangrijkste formele bron van recht. De cursus gaat meer bepaald in op de diverse soorten wetgeving binnen het Belgische staatsbestel: de grondwet, de bijzondere meerderheidswet, de formele wet, het decreet, de ordonnantie, het koninklijk besluit, het regeringsbesluit, het ministerieel besluit, de gemeentelijke en provinciale besluiten en verordeningen, de internationale verdragen en de Europeesrechtelijke regelgeving. Van de voormelde normen wordt de totstandkoming geduid, alsook hun onderlinge verhouding en de hiërarchie van de normen (primaat van de bijzondere wet, primaat van de hogere norm, werking van de wet in tijd en ruimte).

 

Deel I: Wat is het recht?

  • Definitie (objectief en subjectief) recht: wat onderscheidt het recht van andere regels
  • Verschillende wijzen waarop het recht een verbintenis afdwingt
  • Doel van het recht
  • Begrippen inzake objectief recht: positief recht - gemeen recht - uitzonderingsrecht - formeel & materieel recht
  • Begrippen inzake objectief recht: aanvullend recht - dwingend recht - recht van (internationaal privaatrechtelijke) openbare orde met aandacht voor de maatschappelijke context voor de toename van het dwingend recht
  • Indeling van het recht in rechtstakken: a) structuurbegrippen privaat recht- en publiekrecht: met aandacht voor de tendensen van vermaatschappelijking van het recht en nieuwe tendensen zoals publiek-private samenwerking; b) verdere onderverdeling van het privaat en publiekrecht
  • Gerechtelijke organisatie en rechtspraak
     

Deel II: Uitoefening van de machten in de Belgische staatsstructuur

  • Materiële en formele federale wetgeving
  • Federale wetgeving (totstandkomingsprocedure - soorten federale wetgeving)
  • Gemeentelijke en provinciale regelgeving
  • Gemeenschaps- en gewestwetgeving (federatie & confederatie - historiek van de Belgische staatshervorming - aspecten van bevoegdheidsverdeling en institutionele structuur)
  • Internationaal recht (verdragsrecht (directe toepasselijkheid & rechtstreekse werking); secundaire normen (richtlijnen, verordening, beschikking); situering van de internationale rechtsorde t.o.v. de nationale rechtsorde)
  • Hiërarchie der normen & rechtsbescherming t.o.v. de overheid
  • Toepassing van de wet in de tijd en in de ruimte (met inbegrip van het rechtszekerheidsbeginsel)

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek dat verkrijgbaar is bij Acco: B. Demarsin en B. Tilleman (2023). Blokwijzer: Inleiding tot de rechtswetenschap. Deel 1. Leuven: Acco.
  • VRG-codex 2023-2024 die verkrijgbaar is bij Politika cursusdienst: VRG (2023). VRG-codex 2023-2024. Mechelen: Kluwer.
  • Digitaal studiemateriaal (slides) behoort tot de leerstof en wordt ter beschikking gesteld via Toledo.

 

De Belgische kwaliteitspers is aanbevolen literatuur voor elke student sociale wetenschappen.

Toelichting onderwijstaal

De onderwijstaal is Nederlands. Een belangstelling voor en zekere kennis van andere talen, inzonderheid het Frans, kan evenwel tot voordeel strekken.

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt on campus georganiseerd.

Het vak wordt gedoceerd aan de hand van hoorcolleges waarin de student vertrouwd wordt gemaakt met de techniciteit van het Belgische positieve recht, maximaal gebruik makend van voorbeelden en conflictcasussen. Zo wordt gestreefd naar een heldere en levendige voorstelling van de structuur, werking en inhoud van het Belgisch positieve recht, met nadruk op het aanleren van het begrippenapparaat, de beginselen (met inbegrip van de bronnen van het recht) en de methode van de rechtswetenschap.

Binnen het kader van de hoorcolleges worden interactie en participatie maximaal nagestreefd.

Aldus wordt de student actief getraind in de juridische redeneertechniek, doordat hij/zij de in cursus gedoceerde theoretische grondbeginselen praktisch moet kunnen toepassen via het oplossen van casussen, waarop zowel de hoorcolleges als de studielabs actief de nadruk leggen.

 

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven gedurende de eerste 9 weken van het semester.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Recht (B-KUL-S2A15a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het schriftelijk, gesloten boek examen betreft een beperkt aantal eerder theoretische vragen alsook een meerderheid van juridische casussen die naar kennis en inzicht peilen. De studenten mogen gebruik maken van een Nederlandstalig, niet-geannoteerd wetboek. Een bondig, helder, precies, pertinent en concreet antwoord wordt vereist. Wat daaraan niet voldoet wordt negatief gesanctioneerd.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals bepaald in de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'

ECTS Sociologie (B-KUL-S0A20B)

4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Na het voltooien van dit OPO heeft de student basisinzicht in de sociologische benadering van de sociale werkelijkheid en hoe die verschilt van andere menswetenschappelijke benaderingen. Dit vertaalt zich in de volgende eindtermen:

  • De studenten hebben kennis van en inzicht in sociologische kernbegrippen.
  • De studenten kunnen de vier basisvragen van de sociologie herkennen in specifieke sociologische vraagstukken.
  • De studenten kunnen de erfenis van de grondleggers van de sociologie herkennen in verschillende theoretische stromingen binnen de sociologie, inbegrepen de manieren waarop in die stromingen de verhouding tussen agency en structuur wordt opgevat.
  • De studenten kunnen de theoretische basisconcepten van de sociologie toepassen op specifieke maatschappelijke vraagstukken.

De studenten hebben een basisinzicht in de manier waarop in de sociologie aan onderzoek gedaan wordt.

Begintermen

Er is voor dit opleidingsonderdeel geen specifieke voorkennis vereist, maar de volgende algemene vaardigheden en attitudes zijn een pluspunt:

- relaties kunnen leggen tussen abstracte begrippen aan de hand van hun omschrijvingen

- abstracte begrippen kunnen vergelijken aan de hand van hun omschrijvingen

- een actieve interesse voor het functioneren van sociale relaties, sociale verbanden en de samenleving als geheel

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Sociologie (B-KUL-S0A20a)

4 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Deze cursus introduceert de basisbegrippen en –theorieën uit de sociologie. Aan de hand van een reeks van thematische colleges wordt de eigenheid van het sociologische perspectief in de verf gezet. Het geeft een overzicht van de vier grote basisvragen van de sociologie: (1) hoe wordt het samenleven geordend en georganiseerd; (2) hoe geeft dat vorm aan onze individuele levens; (3) in wat voor maatschappij leven wij thans; en (4) hoe kunnen we wetenschappelijk gefundeerde kennis verwerven over al die aspecten van het samenleven?

Deze vragen vormen de rode draad doorheen de thematische colleges, die qua thematiek van jaar tot jaar kunnen wijzingen maar steeds dezelfde basisconcepten en -theorieën uit de sociologie illustreren, zoals bijvoorbeeld sociale positie en rol, cultuur, sociale stratificatie, institutionalisering, functionele differentiatie, individualisering, sociale controle en de verschillende vormen van socialisatie.

Gaandeweg krijgen de studenten ook meer duiding bij hoe de antwoorden van sociologen op deze vragen doorheen de jonge geschiedenis van de sociologie geëvolueerd zijn en hoe de verschillen tussen de oorspronkelijke benaderingen van de stamvaders van de sociologie nog steeds doorwerken in hedendaagse sociologische analyses. Sommige stromingen benadrukken vooral dat vóórgegeven sociale structuren het individuele gedrag sterk sturen; andere stromingen zetten juist in de verf hoe het sociale opgebouwd wordt in functie van hoe individuen zich in interactie met elkaar gedragen. Sommige sociologische stromingen zien een gedeelde cultuur als dé basislijm die de samenleving bij elkaar houdt; andere beschouwen juist sociale conflicten rond tegengestelde, materiële belangen als de motor van sociale dynamieken.

Een kerninzicht van de sociologie is dat de hedendaagse maatschappij functioneel gedifferentieerd is. De colleges besteden uitvoering aandacht aan wat dit betekent voor allerlei domeinen van het sociale leven, zoals bijvoorbeeld de economie, het recht, het gezinsleven, het onderwijs en de gezondheidszorg.

Studiemateriaal

Gebruikt studiemateriaal

  • Handboek: Laermans, R. (2012). De maatschappij van de sociologie. Amsterdam: Boom.
    Tijdens de lessen kondigt de docent aan welke delen uit het handboek wél en niet tot de examenstof behoren.

Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo voor aankondigingen, aanvullende informatie en het aanbieden van studiemateriaal. Er is ook een discussieforum waar studenten vragen kunnen stellen.

Toelichting werkvorm

Tijdens de colleges wordt de theoretische tekst toegelicht en verduidelijkt op basis van de toepassing op concrete maatschappelijke kwesties.

Van de studenten wordt verwacht dat zij aanwezig zijn in de hoorcolleges. De studenten denken tijdens het hoorcollege actief mee en hebben de mogelijkheid om vragen om verduidelijking, kritische opmerkingen of mogelijke toepassingen te formuleren.

Het verdient warme aanbeveling om de tekst uit het handboek te lezen en te verwerken NA het volgen van het overeenkomstige hoorcollege. Studeren op basis van samenvattingen die anderen gemaakte hebben, wordt ten stelligste afgeraden. Op de powerpoint horende bij elk college zal expliciet vermeld staan op welke delen uit het handboek de les betrekking heeft.

Ondersteuning wordt voorzien door de mogelijkheid om tijdens het college vragen te stellen aan de docent of via het discussieforum op Toledo.

 

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven gedurende de eerste 9 weken van het semester.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Sociologie (B-KUL-S2A20b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Het schriftelijk, gesloten boek examen bestaat uit meerkeuzevragen, met correctie voor foutieve antwoorden (- 1/3 punt per foutief antwoord).

Na analyse van de resultaten kunnen er meerkeuzevragen worden geschrapt omwille van problemen met de vraagstelling of een negatieve correlatie met het algemene resultaat, zodat wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van het examen.

Herkansen

De evaluatiekenmerken van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven. 

Toelichting bij herkansen

Zie 'toelichting' voor informatie over herkansen. 

ECTS Politicologie (B-KUL-S0A21B)

4 studiepunten Nederlands 52 Eerste semesterEerste semester
Hooghe Marc |  Stals Linde (medewerker)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan het begrip “politiek” in eigen woorden omschrijven;
  • De student wordt enigszins vertrouwd gemaakt met de wetenschappelijke studie van de politiek, met name de politicologie en beschikt over een eerste reeks analyseschemata om zelf het politiek gebeuren, zowel internationaal als nationaal, adequater te volgen en te begrijpen;
  • De student kan reeds enkele werkwijzen van de politiek beschrijven, zowel de institutioneel-democratische als de onderhandse besluitvorming. 

 

Deze doelstellingen worden bij aanvang van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Het strekt tot aanbeveling dat de student een interesse heeft in politiek en hoe politiek werkt en dit wilt bestuderen op universitair niveau, en dus ook de politieke actualiteit opvolgt (kennis actualiteit).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Politicologie (B-KUL-S0A21a)

4 studiepunten : College 52 Eerste semesterEerste semester
Hooghe Marc |  Stals Linde (medewerker)

Inhoud

Het college begint met het onderzoek van drie relativerende aspecten van de politiek: de schommelingen in de opdracht van de politiek doorheen de eeuwen, de functies van het institutioneel model en de historische beperktheid van de staat. Hoewel historisch beperkt, is de staat vandaag de dag zeker nog altijd de belangrijkste politieke entiteit. Het is dan ook rond die staat dat in dit opleidingsonderdeel verder wordt gewerkt.

Eerst wordt onderzocht hoe een bevolking van een staat kan uitgroeien tot een natie en wat hierbij de hinderpalen zijn. Verder wordt nagegaan hoezeer (of hoe weinig) een staat bepaald wordt door zijn grondgebied, en vooral hoe dit grondgebied een instrument voor de staat vormt. We bekijken o.a. de betekenis van decentralisatie, regionalisatie, federalisme en confederalisme. Er wordt tevens uitvoerig ingegaan op de machtsorganisatie in de staat en op de verschillende politieke regimes. Uiteraard krijgt ook de politieke besluitvorming en de beleidsvoering heel wat aandacht. Hierbij worden de belangrijkste analyseschemata voorgesteld (de grondige studie hiervan is uiteraard voor later). Tot slot wordt de staat tussen de andere staten gesitueerd.

De analyseschemata worden in aanzienlijke mate geïllustreerd met gebeurtenissen uit de binnenlandse en de internationale politieke actualiteit.

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek dat verkrijgbaar is bij Politika Cursusdienst: K. Deschouwer & M. Hooghe (2022). Politiek: een inleiding in de politieke wetenschappen. Den Haag: Boom Lemma;
  • Artikels die jaarlijks worden geactualiseerd en waarvan de referentie in de colleges en via Toledo wordt meegedeeld.

 

In dit opleidingsonderdeel wordt gebruik gemaakt van Toledo voor aankondigingen, aanvullende informatie en het aanbieden van studiemateriaal.

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens de principes van blended learning, waarbij online onderwijs en contactonderwijs worden gecombineerd. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via Toledo.

Tijdens de colleges wordt de cursus toegelicht en verduidelijkt met extra achtergrond. Van de studenten wordt verwacht dat zij de colleges voorbereiden (literatuur doornemen, vragen voorbereiden) en tijdens de colleges actief deelnemen (vragen stellen).

 

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven gedurende de eerste 9 weken van het semester.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Politicologie (B-KUL-S2A21b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Examenkenmerken

Het schriftelijk, gesloten boek examen bestaat uit meerkeuzevragen, met correctie voor foutieve antwoorden (- 1/3 punt per foutief antwoord), indien de groep tenminste 50 studenten telt, zodat de meerkeuzevragen op een statistisch verantwoorde wijze (item-test correlatie) kunnen getest worden op validiteit. Indien de groep kleiner is, wordt het schriftelijke examen gegeven via een examen met open vragen. Beide examenvormen zijn equivalent.

 

Bepaling examenresultaat

Het examen wordt beoordeeld door de docenten zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Na analyse van de resultaten, kunnen er meerkeuzevragen worden geschrapt omwille van problemen met de vraagstelling of een bijzonder lage, of in extreme gevallen zelfs een negatieve, correlatie met het algemene resultaat, zodat wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van het examen.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

Indien de groep kleiner is dan vijftig personen wordt met open vragen gewerkt, omdat er dan geen valide meerkeuze-examen kan worden opgesteld.

ECTS European Politics (B-KUL-S0A48C)

6 ECTS English 39 Second termSecond term
Van Hecke Steven (coordinator) |  Keukeleire Stephan |  Petri Franziska (substitute) |  Van Hecke Steven

Aims

Upon completion of this course, the student has achieved the following objectives:

  • The student has knowledge of and insight into the origin, nature and functioning of the EU, the EU institutions and EU policy;
  • The student has developed an analytical capacity, by means of a set of conceptual frameworks and integration theories;
  • The student has a critical attitude towards European integration, the EU and European policy and towards scientific and non-scientific analyses of the EU;
  • The student has insight into the tension between the theory and practice of European integration;
  • The student is able to distinguish and estimate the respective role of interests, countries, persons and institutions in the European integration process, both in the short and longer term, and is able to link this to political current events in the EU;
  • The student is familiar with and can deal critically with primary sources from European integration history;
  • The student is able to express himself in correct and clearly written standard language and uses relevant, domain-specific terminology.

 

These objectives are communicated to the students at the start of the course.

Previous knowledge

At the start of this course, the student has a notion of the basic concepts and perspectives from the political science research domain.

The student is expected to (passively) have an interest in the European integration process, as well as to (actively) follow the political current affairs of the EU.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Institutions and Policy of the European Union (B-KUL-S0A48a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term

Content

This learning activity consists of the following components:

 

Part I: The EU in context

The first set of lessons asks the fundamental questions about the nature of the EU, the way we perceive the EU, and the way we study the EU. Through which lenses do we (consciously or unconsciously) look at the EU, and what criteria are (consciously or unconsciously) used in assessing the EU in general and the EU institutions and policies in particular? The lessons present a wide variety of possible conceptual lenses (such as cooperation versus integration and intergovernmental versus supranational integration) and theoretical frameworks (such as neo-functionalism and liberal intergovernmentalism) to perceive, analyze and evaluate the EU and its institutions and policies. The concepts and insights from Part I form building blocks for the following lessons.

 

Part II: Institutions and Decision-Making

The second set of lessons focuses on the European Commission, the Council of Ministers and European Council, the European Parliament, the other institutions, and the interaction between these institutions. Attention is first paid to the composition, the internal functioning, the tasks, and the internal processes and areas of tension within each institution. Subsequently, attention is paid to the formal decision-making processes, the interinstitutional and interstate dynamics and the various fields of tension that influence European policy-making.

 

Part III: Policy

The third series of lessons starts with an analysis of the basic principles, competences, policy instruments and financial resources of the EU, so that students gain a clear view of the great diversity and complexity of EU policy. Subsequently, the course briefly discusses  the main policy areas, including policy fields such as the internal market, competition policy, economic and monetary policy, migration policy or foreign policy.

Course material

This learning activity will use the following course materials:

  • Handbook or reader (to be determined);
  • Additional literature (primary and secondary sources);
  • PowerPoint presentations;
  • Current events (to be followed through the media);
  • Personal notes.

 

The handbook and/or the reader are made available at the beginning of the semester via Politika Bookshop.

Toledo is used to provide PowerPoint presentations and additional literature, as well as for subject-related communication.

Format: more information

This learning activity is organized on campus. Students are expected to prepare the classes, actively contribute ideas and ask questions. The lecturer stimulates discussions by asking the students specific questions and making references to current events. The students are expected to follow current events.

 

This course unit is organized through block teaching during the first 9 weeks of the semester.

Is also included in other courses

S0L21A : International Relations and European Politics

European Integration since 1945 (B-KUL-S0B00a)

2 ECTS : Lecture 13 Second termSecond term

Content

In this learning activity, students study the major themes of European integration history: the emergence (Europe after WWII, the role of the US, Monnet and the Schuman plan, the creation of the ECSC), the Europe of the Communities (failure of the EDG, Treaties of Rome, de Gaulle and the empty chair crisis), the long 1970s (The Hague Summit, 1973 enlargement, eurosclerosis), the relaunch (Single European Act, enlargement, Maastricht Treaty, the Convention) and the period of crisis (management) since the coming into force of the Lisbon Treaty (2009).

Course material

This learning activity will use the following course materials:

  • Handbook: S. Van Hecke & K. Vermeylen (2023). Why Europe? An integration history from A(denauer) to Z(elenskyy). Leuven: Lannoo Campus.
  • Additional literature (primary sources);
  • PowerPoint presentations;
  • Current events (to be followed through the media);
  • Personal notes.

 

The handbook and/or the reader are made available at the beginning of the semester via Politika Bookshop.

Toledo is used to provide PowerPoint presentations and additional literature, as well as for subject-related communication.

Format: more information

This learning activity is organized on campus. Students are expected to prepare the classes, actively contribute ideas and ask questions.

 

This course unit is organized through block teaching during the first 9 weeks of the semester.

Is also included in other courses

S0L21A : International Relations and European Politics

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: European Politics (B-KUL-S2A48c)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Participation during contact hours
Type of questions : Multiple choice, Open questions, Closed questions
Learning material : None

Explanation

Evaluation characteristics

The evaluation is composed of following activities:

  • The written, closed book exam includes a series of open questions, which assess both knowledge and insight. Students are expected to be able to make connections between different parts of the lecture series. Students should be able to integrate in their answers the knowledge and insights that are offered in the lectures and in the study material and that they themselves acquire by following European current events and reading primary sources from the history of European integration. The exam will also contain a series of short, closed questions and/or multiple choice questions.
  • Participation during contact hours

 

Determination of the final result

The course is evaluated by the lecturer(s), as announced via Toledo and the exam regulations. The result is calculated and expressed as an integral number on 20.

 

The end result for the learning activity Insitutions and Policy of the European Union is a weighted number that is determined as follows:

  • Exam: 100%

 

The end result for the learning activity European Integration since 1945 is a weighted number that is determined as follows:

  • Exam: 90%
  • Participation during contact hours: 10%

 

If the student does not take part in one (or more) of the partial evaluations, the assessment of the part(s) not taken is counted as a 0-score within the weighted final result.

 

Retaking exams

The evaluation characteristics and the determination of the final result of the retake exam are identical to the ones of the first examination opportunity, as described above. However, the score received for ‘participation during contact hours’ will be transferred to the second examination opportunity.

Information about retaking exams

See explanation 'retaking exams'.

ECTS Internationale politiek sinds 1945 (B-KUL-S0A52D)

6 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Laenen Ria |  N.

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende kennis en vaardigheden ontwikkeld:

  • De student heeft het vermogen om de respectievelijke rol van belangen, personen en instellingen in de hedendaagse en historische internationale gebeurtenissen sinds 1945 van elkaar te onderscheiden en in te schatten;
  • De student heeft het vermogen om internationale gebeurtenissen uit het heden te koppelen aan ontwikkelingen uit het verleden;
  • De student heeft een verscherpt inzicht in de invloed van geopolitieke factoren op de evolutie doorheen de tijd in de internationale betrekkingen.

 

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student eveneens de volgende attitudes ontwikkeld:

  • De student heeft een interesse voor verklaringen en feiten in verband met de internationale betrekkingen sinds 1945;
  • De student heeft een verscherpte aandacht voor de verbanden die er kunnen opduiken tussen heden en verleden;
  • De student is zich bewust van de veelheid van factoren die gebeurtenissen in de internationale betrekkingen veelal beïnvloeden en teweegbrengen;
  • De student heeft een verscherpte aandacht voor bedoelde, maar vooral ook onbedoelde consequenties die beleidsbeslissingen voor de internationale betrekkingen kunnen teweegbrengen en hebben teweeggebracht.

 

Deze doelstellingen worden bij aanvang van het opleidingsonderdeel aan de student gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel beschikt de student over de volgende kennis en inzichten:

  • Een basiskennis van de staatkundige aspecten van geografie;
  • Een basiskennis van de internationale politieke actualiteit. De student verwerft deze o.a. door het volgen van de actualiteit via respectabele bronnen uit de internationale media.

 

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel hanteert de student de volgende attitudes:

  • Een grote interesse voor de internationale politiek en dus een bereidheid om inzicht in deze materie uit te bouwen.
  • Een bereidheid om een grote parate kennis in de internationale betrekkingen te ontwikkelen.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Internationale politiek sinds 1945 (B-KUL-S0A19a)

6 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Laenen Ria |  N.

Inhoud

Omdat het onmogelijk is om alle internationale gebeurtenissen sinds 1945 te behandelen binnen het tijdsbestek van één semester, wordt er gewerkt met een selectie aan thema’s.

Enerzijds wordt overkoepelend een chronologische volgorde aangehouden bij het behandelen van de thema’s beginnend met het einde van het broze bondgenootschap tussen ‘de Grote Drie’ tijdens de Tweede Wereldoorlog, vervolgens overstappend naar het ontstaan en verloop van de Koude Oorlog en eindigend met een blik op hoe de machtsverhoudingen tussen grootmachten zich ontwikkelden na het einde van de Koude Oorlog in een multipolaire context.

Anderzijds wordt dieper ingegaan op een selectie van conflicten of crisissen, zoals de Koreaanse Oorlog, de Vietnamoorlog, het Israëlisch-Palestijns conflict en de aanhoudende spanningen in het Midden-Oosten.

Er wordt tevens naar gestreefd een aantal hedendaagse gebeurtenissen historisch te kaderen. Studenten zullen zelf inspraak hebben in de keuze van het laatste thema dat aan bod komt.

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • PowerPointpresentaties van de hoorcolleges die telkens na afloop van het hoorcollege ter beschikking worden gesteld via Toledo;
  • Lesopnames van de hoorcolleges die ter beschikking worden gesteld via Toledo;
  • Eventueel bijkomend studiemateriaal dat ter beschikking wordt gesteld via Toledo; 
  • Eigen notities.

Toelichting werkvorm

Deze onderwijsleeractiviteit wordt ingericht volgens de principes van blended learning, waarbij online onderwijs en contactonderwijs worden gecombineerd. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via Toledo.

Met het oog op de realisatie van de doelstellingen van dit opleidingsonderdeel wordt van de studenten verwacht dat zij de colleges daadwerkelijk bijwonen en van de lesopnames alleen gebruik maken indien zij bv. omwille van ziekte niet in staat zijn om in de aula aanwezig te zijn.

 

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven gedurende de eerste 9 weken van het semester.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Internationale politiek sinds 1945 (B-KUL-S2A52d)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het schriftelijk, gesloten boek examen bestaat uit twee types vragen:

  • Feitelijke kennisvragen over bepaalde gebeurtenissen, personen, plaatsen (een reeks van korte vragen);
  • Enkele open vragen waarin studenten de opgebouwde inzichten aantonen door enkele specifieke begrippen/ontwikkelingen die aan bod kwamen juist te situeren en toe te lichten en/of verbanden te leggen tussen gebeurtenissen die zich op uiteenlopende momenten van de bestudeerde periode hebben voorgedaan, maar die elkaar duidelijk beïnvloed hebben;
  • Studenten hebben de mogelijkheid om één open vraag op het schriftelijk eindexamen te vervangen door het insturen van een film- en documentairebespreking. Meer gedetailleerde informatie daarover is beschikbaar op Toledo.

 

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn gelijk aan deze van de eerste examenkans, zoals hierboven omschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Internationale organisatie (B-KUL-S0A57B)

5 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kent de belangrijkste internationale en regionale organisaties, met inbegrip van hun historische wording en actueel functioneren;
  • De student kan voor deze organisaties de belangrijkste kenmerken (functie, lidmaatschap, besluitvorming, instrumenten, hervorming, groepsvorming, enz.) beschrijven en vergelijken;
  • De student kan deze inzichten toepassen op reële cases;
  • De student kan gebeurtenissen uit de actualiteit in verband brengen en analyseren met de besproken kenmerken;
  • De student kan op een genuanceerde manier nadenken over de mogelijkheden en beperkingen van internationale en regionale organisaties.

 

Deze doelstellingen worden aan het begin van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan analytisch en conceptueel denken en schrijven;
  • De student toont interesse voor internationale politiek en diplomatie.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Internationale organisatie (B-KUL-S0A57a)

5 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel worden de volgende basisconcepten expliciet behandeld:

  • Soevereiniteit
  • Globalisering
  • Global governance
  • Intergouvernementele organisatie
  • Regionalisering
  • Dekolonisering 
  • Hervorming en groepsvorming

 

In dit opleidingsonderdeel worden de volgende organisaties expliciet behandeld:

  • Verenigde Naties (hoofdorganen, gespecialiseerde organisaties, gerelateerde organisaties)
  • G7/8/20
  • Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
  • Diverse regionale organisaties in Afrika (AU), Latijns-Amerika (OAS), Azië (ASEAN, SCO, CIS, EEU), de Arabische Wereld (AL, OPEC, OIC), de Poolgebieden (Arctic Council), alsook de Commonwealth.

 

Zowel de historische wording als het actuele functioneren (functie, lidmaatschap, besluitvorming, instrumenten, hervorming, groepsvorming, enz.) van deze organisaties wordt beschreven en vergeleken.

Studiemateriaal

Om het opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek dat verkrijgbaar is bij Acco: M. Karns, K. Mingst & K. Stiles (2015 - third edition). International Organizations. The Politics and Process of Global Governance. Boulder: Lynne Rienner Publishers.
  • Slides van de hoorcolleges die ter beschikking worden gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt georganiseerd in blokonderwijs en ingericht volgens de principes van blended learning, waarbij contactonderwijs en online onderwijs  worden gecombineerd. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via Toledo.

 

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven gedurende de eerste 9 weken van het semester.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Internationale organisatie (B-KUL-S2A57b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Schriftelijk, gesloten boek examen (combinatie van inzichtsvragen en conceptvragen).

De leerstof omvat de inhoud van de colleges en de opgegeven literatuur.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Internationale relaties: 1815 tot 1945 (B-KUL-S0B47A)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Kerremans Bart |  Criekemans David (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student eveneens de volgende kennis en vaardigheden ontwikkeld:

  • Het vermogen om de respectievelijke rol van belangen, personen en instellingen in de historische internationale gebeurtenissen tussen 1815 en 1945 van elkaar te onderscheiden en in te schatten;
  • Een verscherpt inzicht in de invloed van geopolitieke factoren en verschuivingen daarin op de internationale betrekkingen;

 

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student eveneens de volgende attitudes ontwikkeld:

  • Een interesse voor verklaringen en feiten in verband met de internationale betrekkingen tussen 1815 en 1945;
  • Een verscherpte aandacht voor de verbanden die er kunnen opduiken tussen gebeurtenissen in verschillende periodes;
  • Een bewustzijn ten aanzien van de veelheid aan factoren die gebeurtenissen in de internationale betrekkingen veelal beïnvloeden en teweegbrengen en een alertheid ten aanzien van eenzijdige verklaringen of ‘determinismen’ waarin een gebeurtenis gelinkt wordt aan slechts één alles bepalende oorzaak;
  • Een empathische reflex waarin de student zich los van normatieve goed- of afkeuring kan en wil inleven in de beweegredenen van de verschillende politieke spelers die op de internationale gebeurtenissen tussen 1815 en 1945 hebben gewogen;
  • Een verscherpte aandacht voor bedoelde, maar vooral ook onbedoelde consequenties die beleidsbeslissingen voor de internationale betrekkingen kunnen teweegbrengen en hebben teweeggebracht;
  • Een kritische houding aangaande historische vraagstukken van de internationale betrekkingen, en de houding van de hoofdrolspelers in deze problemen.

 

Deze doelstellingen worden duidelijk aan studenten gecommuniceerd bij de aanvang van het opleidingsonderdeel.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel beschikt de student reeds over de volgende kennis:

  • Een basiskennis van de staatkundige aspecten van geografie. Studenten moeten derhalve de verschillende staten geografisch kunnen lokaliseren evenals continenten, subcontinenten en internationale zeestraten.

 

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel hanteert de student reeds de volgende attitudes:

  • Een grote interesse voor de internationale politiek en dus een bereidheid om inzicht in deze materie uit te bouwen;
  • Een bereidheid om een grote parate kennis in de geschiedenis van de internationale betrekkingen te ontwikkelen.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Internationale relaties: 1815 tot 1945 (B-KUL-S0B47a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester
Kerremans Bart |  Criekemans David (plaatsvervanger)

Inhoud

Niet exhaustieve lijst van onderwerpen die aan bod zullen komen:

  • De internationaalpolitieke gevolgen van de Napoleontische oorlogen voor Europa
  • Conferentie van Wenen (1815);
  • De Krimoorlogen;
  • Wijzigende geopolitieke machtsbalans in Europa in de tweede helft van de negentiende eeuw;
  • Geopolitieke denkers als Friedrich Razel, Alfred Thayer Mahan, Rudolf Kjellén, Paul Vidal de la Blache, Karl Haushofer, Halford John Mackinder, Nicholas John Spykman, en anderen;
  • Impact van factoren als demografie, technologie en industriële revolutie op de geo-economische noden van landen;
  • De opkomst van de Verenigde Staten van Amerika vanaf 1890;
  • De positie van het Britse rijk in de negentiende eeuw in het Europese en Aziatische theater;
  • De vernedering van China door het Westen (vb. Opiumoorlogen);
  • Het ‘westelijke vraagstuk’ tussen Frankrijk en Pruissen/Duitsland; Alsace-Lorraine;
  • Het ‘oostelijke vraagstuk’ over de geleidelijke verbrokkeling en implosie van het Ottomaanse rijk;
  • 197De opkomst van een verenigd Duitsland en de impact ervan op de Europese machtsbalans en in andere delen van de wereld;
  • De Japans-Russische oorlog (1905);
  • Het alliantiesysteem van Bismarck in Europa;
  • De ‘Scramble for Africa’ en de ‘Great Game’ in Centraal-Azië;
  • Weltpolitik van de Duitse keizer Wilhelm II;
  • De Entente Cordiale vs. De Triple Entente;
  • De crisissen in aanloop naar de Eerste Wereldoorlog, zoals de Marokkaanse crisis en de Balkancrisissen;
  • Diepgaande analyse van de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog, het verloop en de gevolgen;
  • De Vrede van Versailles: posities en gevolgen;
  • De belangrijkste verdragen van het interbellum;
  • De jaren twintig en dertig, met economische voorspoed en beurskrach in Wall Street, de strijd tussen Idealisme en Realisme, de zwakte van de Volkenbond, de opkomst van autoritair leiderschap in Italië, Japan en Duitsland;
  • De diplomatie van de jaren dertig: van appeasement naar confrontatie;
  • Grondige analyse van de aanloop, het verloop en de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog;
  • De start van de Koude Oorlog: in 1917 of tijdens de Tweede Wereldoorlog?;
  • Het sleuteljaar ‘1945’. 

Studiemateriaal

Om het opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend verplicht studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek (te bepalen)
  • Eventueel reader met extra teksten
  • Slides
  • Kaarten
  • Overzichtstabellen

 

Het meeste studiemateriaal zal overzichtelijk worden aangeboden via Toledo.

 

Om het opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend aanvullend studiemateriaal gewerkt:

  • P. Caljé & J. den Hollander (2013). De Lange Twintigste Eeuw. Van 1870 tot heden. Antwerpen: Het Spectrum.
  • C. Clarke (2013). Slaapwandelaars. Hoe Europa in 1914 ten oorlog trok. Antwerpen: De Bezige Bij.
  • E.H. Carr (1961). International relations between the two world wars 1919-1939. London: MacMillan & Co.
  • D. Criekemans (2007). Geopolitiek, ‘geografisch geweten’ van de buitenlandse politiek? Antwerpen: Garant.
  • W. Grab (1989). De Franse revolutie. Het begin van de moderne democratie. Alphen aan de Rijn: Atrium.
  • J.A.S. Grenville (1987). The major international treaties 1914-1945. A history and guide with texts. London & New York: Methuen.
  • F. Fischer (1967). Germany’s Aims in the First World War. New York: Norton & Company.
  • E. Hobsbawn (1962). The Age of Revolution (1789-1848), (1975). The Age of Capital (1848-1875), (1987). The Age of Empire (1875-1914). Boston: Little Brown Book Group.
  • I. Kershaw (2015). De Afdaling in de Hel. Europa 1914-1949. Amsterdam: Het Spectrum.
  • H. Kissinger (1957). A World Restored. Metternich, Castlereagh and the Problems of Peace, 1812-22. Vermont: Echo Point Books and Media.  
  • J. Osterhammel (2009). The Transformation of the World. A Global History of the Nineteenth Century. New Jersey: Princeton University Press.
  • M. Rapport (2008). 1848, Year of Revolution. Boston: Little Brown Book Group.
  • Y. Vanden Berghe (2008). De Koude Oorlog. Een nieuwe geschiedenis (1917-1991). Leuven: Acco.

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt on campus georganiseerd. Studenten worden aangemoedigd om deze colleges in persoon bij te wonen en actief deel te nemen.

 

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven gedurende de eerste 9 weken van het semester.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Internationale relaties: 1815 tot 1945 (B-KUL-S2B47a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Gesloten vragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het schriftelijk, gesloten boek examen kan meerdere types van vragen omvatten, zoals:

  • Concepten of gebeurtenissen
  • Inzichtsvragen naar de factoren die bepaalde gebeurtenissen kunnen verklaren.
  • Verbandsvragen waar studenten verbanden dienen te leggen tussen gebeurtenissen die zich op uiteenlopende momenten van de bestudeerde periode hebben voorgedaan maar die elkaar duidelijk beïnvloed hebben.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent zoals meegedeeld via de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Genderstudies (B-KUL-S0B88A)

4 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten de volgende leerresultaten bereikt:

  • Studenten kunnen door kennisverwerving van en inzicht in recente onderzoeken en theoretische ontwikkelingen over het thema 'gender en diversiteit' de complexiteit van het studiethema en de daarin aanwezige meervoudige bewegingen en conceptuele betekenisverlening herkennen en benoemen.
  • Studenten kunnen de theoretische accentverschuivingen als analyseconcepten uitleggen en illustreren aan de hand van thematische voorbeelden (vb. controle van lichamelijkheid, symbolische representatie, maatschappelijke participatie of leiderschap).
  • Studenten kunnen (recente) praktijken en beleidsontwikkelingen met betrekking tot de aangeboden cursusthema's duiden vanuit interdisciplinaire, wetenschappelijke referentiekaders.
  • Studenten kunnen op zelfstandige basis teksten over genderidentiteit en representatie analyseren, kritisch-argumentatief beoordelen en de conclusies van hun zelfstandig werk schriftelijk weergeven.
  • Studenten leren kritisch reflecteren over de mogelijke invloed van situationele gegevens op de benadering van een studieobject, c.q. ze herkennen de invloed van eigen denkbeelden/vooronderstellingen/stereotypen met betrekking tot de termen gender en diversiteit bij de studie van inleidende colleges en gastcolleges.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Gezien het grondige, inleidende karakter van de cursus én de interdisciplinaire aanpak wordt van studenten geen specifieke voorkennis op het domein van genderstudies verwacht.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Genderstudies (B-KUL-S0B88a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Het opleidingsonderdeel biedt KU Leuven studenten de kans om breder te denken dan hun specifieke discipline en in een interdisciplinaire benadering kennis te maken met het eigene van een genderbenadering. De cursus biedt een grondige inleiding in het domein van de genderstudies. Achtereenvolgens worden epistemologische, methodologische en inhoudelijke kwesties aangesneden: wetenschapsfilosofische vraagstellingen zoals de gesitueerdheid en gender-gebondenheid van kennis; de invloed van opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid op de inhoud van de wetenschappen;  de verklaring voor de verwaarlozing van aandacht voor ‘mannenthema’s of vrouwenthema’s’ in vele wetenschapsdomeinen. De notie interdisciplinariteit wordt kritisch toegelicht. Tevens wordt een kort overzicht gegeven van de geschiedenis van genderstudies en van verschuivingen die zich hierbij hebben voorgedaan. Ten slotte worden thema's behandeld zoals socialisatie (de wijze waarop jongens en meisjes tot mannen en vrouwen worden gevormd), man/vrouwbeelden (hoe vrouwelijkheid/mannelijkheid gestalte krijgt in cultuurproducten), V/M-verhoudingen in b.v. geschiedenis, sport, religie of onderwijs.

Studiemateriaal

Er wordt gebruik gemaakt van volgend studiemateriaal:

  • Handboek
  • Artikels en literatuur
  • Presentatiesoftware
  • Toledo

Op het handboek na, dat kan aangekocht worden of uitgeleend in een bibliotheek, wordt alle cursusmateriaal als PDF ter beschikking gesteld via Toledo. 

Toelichting werkvorm

Donderdagavond, 18-20u, Leuven, jaarvak - start eind oktober 2023 en loopt door tot eind maart 2024. Meer info over de planning en aula wordt gecommuniceerd via Toledo.

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens principes van blended learning, waarbij contactonderwijs (face-to-face) en online leren kunnen worden gecombineerd. De concrete invulling wordt gecommuniceerd via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Genderstudies (B-KUL-S2B88a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen

Toelichting

Examenkenmerken
De evaluatie gebeurt op basis van een schriftelijk gesloten boek examen met het merendeel open vragen, inclusief toepassingsvragen. Het examen vindt plaats buiten de normale examenperiode (mogelijk,  maar nog te bevestigen),  tijdens de laatste lesweek in mei 2024. Datum, uur en plaats worden ook gecommuniceerd via Toledo. 

Voor studenten die omwille van (door de ombudsdienst goedgekeurde) omstandigheden op een ander moment dan het regulier vastgestelde examenmoment examen afleggen, kan een andere examenvorm gelden.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het eindresultaat wordt berekend door de titularis van het vak en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Gastdocenten kunnen betrokken worden bij de beoordeling van de examenvraag die hoort bij hun gastcollege.

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

Voor studenten die omwille van (door de ombudsdienst goedgekeurde) omstandigheden op een ander moment dan het regulier vastgestelde examenmoment examen afleggen, kan een andere examenvorm gelden.

Toelichting bij herkansen

Zie ‘Toelichting’ onder ‘Evaluatieactiviteiten’ voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Filmgeschiedenis (B-KUL-S0C14B)

6 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel

  • kan de student uitleggen waarom “de” filmgeschiedenis niet bestaat en verscheidene referentiekaders en disciplines aanduiden waaruit men filmgeschiedenis kan benaderen.
  • kan de student de voornaamste technologische, economische en culturele ontwikkelingen beschrijven die bepalend zijn geweest voor de ontwikkeling van film als massacommunicatiemiddel en als audiovisueel medium.
  • kan de student zijn of haar historisch-theoretische kennis van de ontwikkelingen in de filmgeschiedenis ook toepassen op concrete cases.
  • heeft de student een kritische houding tegenover de esthetische, economische, sociale en technologische context waarbinnen speelfilms in de loop van hun geschiedenis zijn geproduceerd en gerecipieerd.
  • kan de student invloedrijke sleutelwerken, regisseurs en (inter)nationale stromingen aanduiden en beschrijven.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de student in staat te zijn zelfstandig aanvullende academische literatuur (Engelstalig) te lezen en te verwerken.

Onderwijsleeractiviteiten

Filmgeschiedenis (B-KUL-S0C14a)

6 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In dit opleidingsonderdeel worden capita selecta behandeld uit de geschiedenis van de speelfilm vanuit zowel esthetisch, economisch, sociaal als technologisch perspectief.

Aan de hand van het handboek worden belangrijke evoluties overlopen, van de pre-cinema en de stille film tot de meer hedendaagse auteurscinema. Daarbij is er, conform de doelstellingen van dit opleidingsonderdeel, aandacht voor historische, culturele, economische, technologische, sociale en economische ontwikkelingen. De lessen volgen de structuur en hoofdstukvolgorde van het handboek, maar de docent zal sommige hoofdstukken diepgaander behandelen dan andere. Sommige hoofdstukken komen beperkt of niet aan bod.

 

Studiemateriaal

Het handboek is "Film History: An Introduction" (5th Edition) van Kristin Thompson, David Bordwell and Jeff Smith (2022). Het gebruik van de iets oudere vierde editie (met enkel Thompson en Bordwell als auteurs) is ook toegestaan. Opgelet, voor elke editie van het handboek geldt een belangrijke regel: zoals elders in deze ECTS-fiche aangegeven, mogen er geen zinnen (en dus zeker geen langere teksten) in het handboek geschreven staan. 

Via Toledo wordt nog aanvullende literatuur aangeboden.

Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo, waarop PowerPoint presentaties terug te vinden zijn, inclusief internetlinks naar tijdens de les getoonde beeldfragmenten. Ook deze beeldfragmenten behoren tot het studiemateriaal.

Daarnaast dienen de studenten een aantal films zelfstandig te bekijken. Deze worden – onder voorbehoud van wijzigingen – geprogrammeerd door CinemaZed Leuven en in de mate van het mogelijke ook op DVD-formaat ter beschikking gesteld via S-BIB.

 

Toelichting onderwijstaal

De lessen worden gedoceerd in het Nederlands maar het studiemateriaal (handboek en aanvullende documenten) is doorgaans Engelstalig.

Toelichting werkvorm

De lessen bestaan uit hoorcolleges en gastcolleges waarin uiteenzettingen worden gegeven over belangrijke evoluties en stromingen. Gebaseerd op het ‘flipped classroom’ model, dienen studenten voorafgaand aan elk college een aantal pagina’s uit het handboek zelfstandig door te nemen. Ze krijgen ook een PowerPoint aangeboden (met ingesproken commentaar) die deze hoofdstukken toelicht. Tijdens de colleges wordt die materie uitgediept en geïllustreerd aan de hand van uiteenlopende voorbeelden (fragmenten). Verder dienen de studenten doorheen het semester zelfstandig een aantal films integraal te bekijken. (Cf. studiemateriaal.)

Tijdens de colleges worden doorlopend beeldfragmenten geprojecteerd en toegelicht. Studenten dienen volledig te focussen op deze projecties en mogen niet worden afgeleid/gestoord door andere beeldschermen. Om die reden is het gebruik van laptops of andere toestellen met beeldschermen (tablets, smartphones etc.) tijdens de colleges niet toegestaan. 

De lessen worden in de mate van het mogelijke opgenomen maar deze lesopnames worden enkel en alleen ter beschikking gesteld op het einde van het semester, na het doceren van de laatste les.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filmgeschiedenis (B-KUL-S2C14b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Tijdens het schriftelijke examen dienen de studenten twee vragen te beantwoorden:

  • De eerste vraag (gequoteerd op 5/20) betreft een van de tien integraal te bekijken films. Deze film dient door de student te worden geïdentificeerd (op basis van een scènefoto of op basis van een kort fragment), inhoudelijk te worden besproken en filmhistorisch geduid. Voor het beantwoorden van deze vraag mogen geen handboek of andere hulpmiddelen worden gebruikt.
  • De tweede vraag (gequoteerd op 15/20), bestrijkt een of meer grotere thema’s die tijdens de colleges aan bod kwamen. Er wordt verwacht dat studenten in hun antwoord ook relevante verwijzingen opnemen naar tijdens de colleges getoonde lesfragmenten. Om deze vraag te beantwoorden, mogen studenten gebruik maken van hun handboek, indien de hieronder vermelde restricties in acht worden genomen. De tweede vraag kan natuurlijk ook uit meerdere subvragen bestaan, die in totaal gequoteerd worden op 15/20.

In het handboek mag een student markeringen aanbrengen in de gedrukt tekst. De studenten mag dus tekstgedeelten onderlijnen of met een markeerstift kleuren. De student mag ook occasioneel een kruisverwijzing noteren of de vertaling van een woord noteren. Er mogen echter geen volzinnen en bijgevolg ook geen uit meerdere zinnen bestaande teksten in het boek worden geschreven. Er mag ook op geen enkele manier andere informatie aan het boek worden toegevoegd. Het toevoegen van objecten of hulpmiddelen zoals kleefbriefjes of post-it’s (al dan niet beschreven) zijn evenmin toegelaten. Wie deze regel (die tijdens de lessen wordt toegelicht) overtreedt, dient het examen zonder handboek af te leggen.

Een compact vertaalwoordenboek gebruiken tijdens het examen is bovendien niet toegestaan. De studenten dienen het handboek (althans de aangeduide hoofdstukken) vooraf grondig te lezen en mogen, indien ze bepaalde woorden of termen niet begrijpen, de vertaling daarvan in het boek noteren tijdens het studeren. 

Toelichting bij herkansen

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

 

ECTS Geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog (B-KUL-V0LI0B)

4 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Doel van dit college is de studenten inzicht te geven in de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog, met een focus op België. Het gaat daarbij om het verloop van de oorlog zelf, maar ook om de ruimere politieke, sociaal-economische en culturele inbedding en impact, en om de reflectie over de Eerste Wereldoorlog als voorwerp van historisch onderzoek (bronnen, methodologie, historiografie).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog (B-KUL-V0LI0a)

4 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit OPO, waarvoor inhoudelijk wordt samengewerkt met het documentatiecentrum en de wetenschappelijke staf van In Flanders Fields, wordt eerst het algemene en militaire verloop van de Eerste Wereldoorlog geschetst, tegen de achtergrond van de internationale, politieke en culturele context. Daarna komen een aantal specifieke thema's aan bod, zoals België onder de Duitse bezetting, WOI en de literatuur, het multiculturele karakter van WOI, de wederopbouw en de nawerking en de herinnering aan de oorlog, en wordt ingegaan op de bronnenproblematiek en de methodologie van het onderzoek m.b.t. WOI (o.m. de slagveldarcheologie). De lessen worden aangevuld met een bezoek aan het museum In Flanders Fields (Ieper) en een excursie naar sites van de Eerste Wereldoorlog.

Studiemateriaal

Handboek Koen Koch, Een kleine geschiedenis van de Grote Oorlog, lectuurpakket, slides Toledo + eigen notities.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog (B-KUL-V2LI0b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Leermateriaal : Geen

ECTS Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W0AE0A)

4 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters
Pattyn Bart (coördinator) |  Pattyn Bart |  d'Hoine Pieter

Doelstellingen

Het interfacultair college ‘Lessen voor de 21ste eeuw’ biedt een staalkaart van actuele onderzoeksthema’s in 13 lessen. Docenten uit verschillende disciplines brengen een relevant thema ter sprake dat hen nauw aan het hart ligt.  Elk jaar komen andere thema's aan bod. Dit initiatief biedt een unieke gelegenheid over de grenzen van de vakdisciplines heen te kijken en de horizon te verbreden. Het komt tegemoet aan de idee van een universiteitsbrede algemene vorming. Specifiek en bijzonder motiverend voor studenten van de KU Leuven is het feit dat deze interfacultaire lessencyclus als keuzeopleidingsonderdeel - met het daarbij horende examen - kan worden opgenomen in het studieprogramma van elke faculteit.

Deze lessenreeks richt zich verder ook tot alle leden van de universitaire gemeenschap en andere belangstellenden om aldus bij te dragen tot de realisatie van het idee van de Universitas omnium scientiarum.

Begintermen

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W0AE0a)

4 studiepunten : College 26 Beide semestersBeide semesters

Inhoud

Programma 2022-2023

  • 31 oktober, Jan Eeckhout, De winstparadox
  • 7 november, Wim Van Lancker, Is de sociale ongelijkheid nu gestegen of gedaald? En maakt dat uit?
  • 14 november, Martha Nussbaum, Justice For Animals: Practical Progress through Philosophical Theory
  • 21 november, Maarten Loopmans, De relatie tussen milieu en ongelijkheid
  • 28 november, Anja Declercq, Gezondheid, gezondheidszorg en ongelijkheid
  • 5 december, Inge Van Hulle, Over de geschiedenis en erfenis van het koloniaal verdragsrecht
  • 12 december, Idesbald Goddeeris, Dekolonisering
  • 19 december, Pieter De Witte & Geertjan Zuijdwegt, De toekomst van de vergelding: Transdisciplinaire reflecties over straf          
  • 13 februari, Johan Driesen, Werkt in een gedecarboniseerde wereld alles op elektriciteit?
  • 20 februari, Erik Thys, Extase, creativiteit en psychische kwetsbaarheid (in het kader van Artefact 23)
  • 27 februari, Christine Desmedt, Post-mortem weefseldonatie ter ondersteuning van kankeronderzoek
  • 6 maart, Lode Lauwaert, Een ethische blik op artificiële intelligentie
  • 13 maart, Kathleen Beullens, Wat is de impact van mediagebruik op het psychosociale welzijn van jongeren?
  • 20 maart, Hans Grietens, Geweld tegen kinderen en jeugdigen in pleegzorg: Een historisch narratief
  • 27 maart, Koen Peers, Het beste medicament wordt meestal niet voorgeschreven

Website: www.hiw.kuleuven.be/lessen 

 

Studiemateriaal

De teksten van de lessen worden gepubliceerd en zullen bij het einde van de reeks ter beschikking zijn: http://www.hiw.kuleuven.be/ned/lessen/

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Lessen voor de 21ste eeuw (B-KUL-W2AE0a)

Type : Examen buiten de normale examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Het examen is een schriftelijk examen, type essayvragen en vindt plaats op maandag 27 mei 2024. Voor de derde examenperiode is een examen gepland op maandag 12 augustus 2024.

  • Lesgevers geven na afloop van hun les examenvragen door aan de coördinatoren van het opleidingsonderdeel.
  • Daaruit wordt telkens één vraag opgenomen in de lijst met voorbeeldvragen die via Toledo aan de studenten wordt doorgegeven.
  • Uit de overige vragen worden voor het examen drie reeksen van drie vragen opgesteld. De studenten worden in drie groepen verdeeld en krijgen op het examen elk één van de drie reeksen vragen.
  • Het examen is open boek. 
  • De studenten krijgen twee uur de tijd om het examen af te leggen.
  • De vragen worden verbeterd door de lesgevers die de desbetreffende vraag hebben ingediend.
  • De uitslagen worden samengebracht door de academisch verantwoordelijke. In geval er zich problemen voordoen (bv. onvoldoendes) contacteert hij de betrokken lesgever.
  • Op basis van de scores op de drie examenvragen stelt de academisch verantwoordelijke het definitieve examenresultaat vast.
  • De academisch verantwoordelijke bezorgt de uitslagen aan de verschillende examencommissies.

ECTS Antieke wijsbegeerte: historisch overzicht (B-KUL-W0Y20B)

4 studiepunten Nederlands 33 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract

Doelstellingen

Het doel van dit opleidingsonderdeel is studenten in staat te stellen om:

  • de globale ontwikkeling van de antieke wijsbegeerte te schetsen, met aandacht voor continuïteit en discontinuïteit,
  • het algemene karakter en de eigenheid van de antieke wijsbegeerte te duiden,
  • de belangrijkste thema’s uit de antieke wijsbegeerte te kennen,
  • de belangrijkste bronnen en tekstgenres van de antieke wijsbegeerte te typeren, alsook de specifieke uitdagingen die zij stellen,
  • enkele centrale, primaire teksten (in vertaling) uit de antieke wijsbegeerte correct te interpreteren en te situeren binnen een ruimere filosofische problematiek,
  • het belang van de antieke wijsbegeerte te duiden voor latere ontwikkelingen in de filosofie en in de (westerse) cultuur.

Begintermen

De studenten zijn vertrouwd met de grote lijnen van de historische ontwikkeling van de westerse wijsbegeerte. Ze hebben daartoe reeds een algemeen filosofisch overzichtsvak gevolgd.

Identieke opleidingsonderdelen

W0AC1B: Geschiedenis van de wijsbegeerte van de Oudheid

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Antieke wijsbegeerte: historisch overzicht (B-KUL-W0Y20a)

4 studiepunten : College 33 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In de hoorcolleges verwerven de studenten een grondig inzicht in de ontwikkeling van de antieke filosofie, vanaf de Presocratici, over Plato en Aristoteles, tot de Hellenistische filosofie en het latere Platonisme.

De cursus omvat drie grote delen:

  • de Presocratische filosofie (de Ionische natuurfilosofen, Pythagorisme, Heraclitus, de Eleaten, pluralisme, atomisme)
  • de klassieke Griekse filosofie (Socrates, Plato en Aristoteles)
  • de Hellenistische filosofie (Stoa, Epicurus, scepticisme) en laat-antieke filosofie (Neoplatonisme)


Een groot deel van de cursus is gewijd aan de lectuur van primaire teksten (in vertaling) uit deze drie periodes.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal voor dit onderdeel bestaat uit:

  • een handboek: Griekse en Romeinse filosofie, onder redactie van K.A. Algra, F.A.J. de Haas, e.a., vierde uitgave, 2006
  • een reader met primaire filosofische teksten (in vertaling) en achtergrondmateriaal (leeswijzers, discussievragen, tekstschema’s) die door de docent wordt samengesteld
  • powerpoint-presentaties die in de lessen worden gebruikt en via Toledo ter beschikking worden gesteld
  • notities en aantekeningen die de studenten zelf maken tijdens de les

Toelichting werkvorm

De colleges zijn opgevat als hoor- en lectuurcolleges. Van de studenten wordt verwacht dat ze de relevante delen van het handboek op voorhand doornemen en dat ze de primaire teksten die ter sprake komen op voorhand lezen en verwerken aan de hand van een leeswijzer. Studenten worden bovendien geacht om actief te participeren in de discussies over de leerstof en over de primaire teksten en om notities te nemen tijdens de les. Sommige delen van het handboek dienen de studenten zelfstandig te verwerken. De lessen die aan die hoofdstukken zijn gewijd zullen worden opgebouwd vanuit de vragen die de studenten op voorhand bezorgen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

W0Y20A : Antieke wijsbegeerte

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Antieke wijsbegeerte: historisch overzicht (B-KUL-W2Y20b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

De evaluatie voor dit OPO bestaat uit de volgende onderdelen:

  • een schriftelijk examen over de leerstof van het historisch overzicht van de antieke wijsbegeerte (80%)
  • een schriftelijke lesvoorbereiding, in te dienen in de loop van het semester, over één van de teksten die in het historisch overzicht worden gelezen (20%). Studenten die in de loop van het semester geen lesvoorbereiding hebben ingediend worden niet toegelaten tot het schriftelijk examen.

Als de situatie m.b.t. corona geen examen op de campus zou toelaten, wordt een alternatieve examenvorm uitgewerkt en aan de POC voorgelegd ter goedkeuring. Deze alternatieve examenvorm wordt dan aan de studenten meegedeeld via Toledo.

Toelichting bij herkansen

Herkansing is slechts mogelijk voor het schriftelijk examen.

De schriftelijke lesvoorbereiding kan niet hernomen worden bij een eventuele herkansing. Voor studenten die dit onderdeel niet hebben afgelegd tijdens het semester wordt de 'NA' van de eerste examenkans voor dit onderdeel omgezet in '0 voor de tweede examenkans (dus 0/4 van de 20 punten, aangezien dit onderdeel een gewicht heeft van 20% van het eindtotaal). 

Studenten die het opleidingsonderdeel moeten hernemen in een volgend academiejaar moeten alle onderdelen van het examen opnieuw afleggen.