Master in het overheidsmanagement en -beleid (Leuven)

CQ Master in het overheidsmanagement en -beleid (Leuven)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de master in het overheidsmanagement en -beleid.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Toelatingsvoorwaarden

Master in het overheidsmanagement en -beleid (Leuven)onderwijsaanbod.kuleuven.be/2023/opleidingen/n/SC_51016811.htm#activetab=voorwaarden

Doelstellingen

Opleidingsspecifieke leerresultaten

Praktijkgerichte deskundige
A.1 De studenten kunnen de denk- en referentiekaders uit de domeinen
overheidsmanagement, beleidskunde en bestuurskunde benoemen, beschrijven en de
mogelijkheden en beperkingen ervan verklaren.
• A.2 De studenten kunnen de interactie tussen bestuur, burgers en het maatschappelijk
middenveld analyseren en de belangrijkste actoren en instrumenten identificeren op lokaal,
regionaal, federaal en/of internationaal bestuursniveau.
• A.3 De studenten kunnen vanuit hun inzicht in het strategisch, operationeel, financieel,
personeels- en/of organisatiemanagement de juiste instrumenten inzetten om bij te dragen
tot het effectief managen van een publieke organisatie.
• A.4 De studenten kunnen vanuit hun inzicht in de verschillende fasen van de beleidscyclus
en betrokken actoren een eigen wetenschappelijk onderbouwde en praktijkgerichte
bijdrage leveren aan de voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en/of evaluatie van
beleid.
• A.5 De studenten kunnen de gepaste methoden en technieken van het
overheidsmanagement en –beleid inzetten in diverse praktijken van publieke organisaties.

Reflectieve professional
B.1 De studenten kunnen vanuit kennis en inzichten binnen de domeinen
overheidsmanagement, beleidskunde en bestuurskunde concrete praktijken en problemen
uit de publieke sector contextualiseren, verklaren en interpreteren.
• B.2 De studenten kunnen de werking van het openbaar bestuur analytisch en kritisch
benaderen om actuele en toekomstige uitdagingen te identificeren.
• B.3 De studenten kunnen vanuit hun kennis en inzicht in overheidsmanagement,
beleidskunde en/of bestuurskunde alternatieven formuleren en oplossingen aanreiken voor
problemen waarmee zij in een publieke sector context geconfronteerd worden.
• B.4 De studenten kunnen binnen een complex project effectief en efficiënt werken, door
nauwgezet te werken, plannen, organiseren, prioriteiten te stellen en deadlines te halen.
• B.5 De studenten kunnen in een team werken en een constructieve bijdrage leveren aan
een gezamenlijk resultaat.
• B.6 De studenten kunnen zowel mondeling als schriftelijk argumenteren, duidelijk en
gericht, rapporteren en presenteren naar diverse stakeholders.

Beleidsgerichte onderzoeker
C.1 De studenten kunnen een complexe probleemstelling omzetten in onderzoeksvragen,
een onderzoeksontwerp opstellen en zelfstandig een onderzoeksproject opzetten en
uitvoeren om een antwoord op de onderzoeksvragen te formuleren.
• C.2 De studenten kunnen relevante bronnen en informatie uit de domeinen
overheidsmanagement, beleidskunde en/of bestuurskunde opzoeken, selecteren, kritisch
beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen.
• C.3 De studenten kunnen de fundamentele en toegepaste onderzoeksprocessen en –
methoden van de sociale wetenschappen toepassen.
• C.4 De studenten kunnen een bijdrage leveren aan de wetenschappelijke kennis door de
resultaten van het eigen onderzoek in een wetenschappelijke tekst genuanceerd en
waarheidsgetrouw te communiceren.
• C.5 De studenten respecteren ethische en deontologische regels binnen de discipline en
binnen het wetenschappelijke onderzoek in het algemeen.

Vormingsdoelen

Praktijkgerichte deskundige
1. De studenten zijn bereid en in staat om, steunend op hun disciplinaire kennis in de domeinen
overheidsmanagement, beleidskunde en bestuurskunde, scherpe analyses te maken en in een
professionele context te presenteren en te verdedigen.
2. De studenten vertonen de motivatie om binnen een publieke organisatie
managementopdrachten op te nemen en in functie daarvan passende instrumenten in te zetten
of te ontwikkelen.
3. De studenten ontwikkelen een open houding die hen in staat stelt om complexe,
interdisciplinaire vraagstukken op een wetenschappelijk onderbouwde wijze te benaderen en in
samenspraak met collega’s aan te pakken.

Reflectieve professional
1. De studenten tonen een oprechte belangstelling in de werking van het openbaar bestuur en
zijn met inachtneming van de verschillende stakeholders bereid om constructief bij te dragen
aan het formuleren van alternatieven en het aanreiken van oplossingen om aan actuele en
toekomstige problemen en uitdagingen het hoofd te bieden.
2. De studenten zijn bereid om hun verworven kennis en inzicht in overheidsmanagement,
beleidskunde en bestuurskunde (zelf)kritisch te evalueren en vertonen daartoe tevens de
bereidheid om zich voortdurend bij te scholen en relevante wetenschappelijke evoluties op te
volgen.
3. De studenten ontwikkelen een maatschappelijke verantwoordelijkheidszin, die ontstaat uit en
een bijdrage levert aan het verknopen van disciplinaire kennis en inzichten met het opzetten
en uitvoeren van complexe projecten die een even effectieve als efficiënte opvolging vergen.

Beleidsgerichte onderzoeker
1. De studenten engageren zich om in alle omstandigheden te handelen vanuit een
wetenschappelijk integere basishouding en overeenkomstig de geldende professionele
deontologische codes.
2. De studenten ontwikkelen een onderzoeksgerichte attitude, die hen toelaat om de resultaten
van (eigen) wetenschappelijk onderzoek te verbinden met concrete praktijken en problemen in
de context van de publieke sector en de politiek.
3. Steunend op hun kennis en vaardigheden, geven studenten blijk van de kansen en uitdagingen
die het wetenschappelijk onderzoek in de domeinen overheidsmanagement, beleidskunde en
bestuurskunde biedt en nemen initiatief om hieraan een kritische bijdrage te leveren, maar
erkennen tevens de disciplinaire en ethische beperkingen van hun expertise.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_MA_Overheidsmanagement en -beleid.pdf

COBRA 2019-2023
Bestand PDF document COBRA-fiche_S_VP_MA_Master in het overheidsmanagement en -beleid.pdf

COBRA 2015-2019
Bestand PDF document COBRA-fiche_MA SP VP_Overheidsmanagement en -beleid.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?

SC Master in het overheidsmanagement en -beleid (Leuven)

programma

Dit programma wordt hervormd. Het vernieuwd programma vindt u hier.

Studenten volgen alle opleidingsonderdelen van de Truncus Communis. Vervolgens vullen zij hun programma aan tot minstens 60 studiepunten met opleidingsonderdelen uit het keuzegedeelte.

Bij de samenstelling van hun studieprogramma houden studenten rekening met eventuele overgangsmaatregelen. Deze worden beschikbaar gesteld op het studentenportaal onder de rubriek "Praktische informatie".

Studenten streven bij de samenstelling van hun programma naar een evenwichtige verdeling van de studiepunten over de twee semesters waarbij de studiepunten van de academiejaarvakken gelijk verdeeld worden over de twee semesters.

printECTS33.xsl

ECTS Organizational Decision Making and Change (B-KUL-P0P93A)

4 ECTS English 26 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

Aims

After completing this OPO, the student has:

  • Acquired theoretical and practical insights in decision making and collaboration processes at different levels in and between organisations.
  • Gained deeper understanding of own ways of decision making (DM), and factors influencing this, both in individual DM and in team DM, and how this is embedded in, and influences decision making in larger systems.
  • Increased personal reflection skills and interpersonal communication and cooperation skills in an interdisciplinary and intercultural context;
  • Increased presentation skills for an interdisciplinary and international audience.

Previous knowledge

Basic knowledge of organizational behavior and work psychology is recommended.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Organizational Decision Making and Change (B-KUL-P0P93a)

4 ECTS : Assignment 26 Second termSecond term

Content

In this course we start with exploring different theoretical perspectives on decision making and models that describe and explain individual decision making. Students make different tests about constructs related to individual and group decision making, and reflect on this in relation with group assignments during the course and in their daily lives.
From the individual level, we move on to the team level, and study conditions, and processes that contribute to (in) effective decision making in organisational teams.
Decision making, particularly in the top of organisations, is often related with organisational change. We explore the relation between these two, both in terms of content (what direction changes take), as well as processes (who are involved in the decision making, in what ways, and how is the implementation of changes related to the ways decisions are made?).
Special attention will be given to conflict in teams, how to deal with these in context of decision making. Is it possible to make conflicts productive and how can you do that?
Finally we explore inter-organizational cooperation and decision making. With growing interdependence between all sorts of organizations, theories and tools are needed to promote effective cooperation.
During this course students are expected to participate actively, during class and in unsupervised small group meetings. Preferably we work in internationally composed small groups on several assignments.

Course material

Articles & literature- all open access  (Bazerman: Judgment in Managerial Decision Making and other works)
toledo

Format: more information

lectures, small group assignments, group presentations, exercises

Is also included in other courses

P0P93B : Organizational Decision Making and Change

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Organizational Decision Making and Change (B-KUL-P2P93a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Presentation

Explanation

-          individual reflection paper, combining scores on tests, with reflection on experiences during the course, and in personal and organisational decision making. (50%). The paper must be submitted before June 6th. Delays will be penalised with NA and thus 0/20.
-          group presentation, on a self-selected case (50%) at the last session in class. The presentation is delivered in two forms: a short plenary presentation to the whole group, and an extended version as powerpoint (with comments)  to be handed in. The presentation must be submitted before 6 june. Delays will be penalised with NA and thus 0/20.
 

Information about retaking exams

 Students only have to retake the failed partial evaluation. Students who fail the group presentation have to do an individual presentation.

ECTS Administratief recht (B-KUL-S0A46A)

5 studiepunten Nederlands 39 Tweede semesterTweede semester
N. |  Keyaerts David (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgend doelstellingen bereikt:

  • De student heeft een basiskennis en basisinzicht in de beginselen van het administratief recht in de gelaagde rechtsorde;
  • De student heeft een basiskennis en basisinzicht in de beginselen van het Belgisch en Vlaams administratief recht;
  • De student is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het administratief recht;
  • De student kan met precisie vakgebonden juridische en/of andere terminologie en basisbegrippen gebruiken bij vakinhoudelijke discussies en vragen;
  • De student heeft een inzicht in de ontwikkelingen die het administratief recht heeft doorgemaakt in historisch perspectief. De student heeft inzicht in de historische, economische en/of maatschappelijke achtergrond van de kernregels uit het  administratief recht en kan omgaan met de dynamische ontwikkeling ervan;
  • De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij/zij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij/zij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie;
  • De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister;
  • De student kan de wetgeving betreffende het administratieve recht opzoeken, begrijpen en verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen.

 

Deze doelstellingen worden aan het begin van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten een basiskennis publiekrecht. Het vooraf gevolgd hebben van S0C21B Grondwettelijk recht strekt bijgevolg tot aanbeveling, maar is geen formele vereiste.

Onderwijsleeractiviteiten

Administratief recht (B-KUL-S0A46a)

5 studiepunten : College 39 Tweede semesterTweede semester
N. |  Keyaerts David (plaatsvervanger)

Inhoud

Soevereiniteit is lang geen ondeelbaar concept meer: een rechtsonderhorige in België wordt niet bestuurd door een Belgische overheid, maar door een pluraliteit van overheden: de publiekrechtelijke ordening is meerlagig. Deze cursus biedt de student een introductie tot de overheid in al haar bestuursniveaus: van het lokale tot het Vlaamse, federale en Europese niveau. Het OPO behandelt de belangrijkste publiekrechtelijke regelingen betreffende de organisatie en de werking van het openbaar bestuur in Vlaanderen en België.

 

Thema’s die kunnen worden behandeld:

  • Inleiding tot het administratief recht in de gelaagde rechtsorde
  • Overheids-/bestuursbegrip
  • Organisatie van het bestuur en vormen van toezicht (hiërarchisch/bestuurlijk toezicht)
  • Lokale besturen
  • Bestuurshandeling (met inbegrip van bestuurlijke sancties/onteigening/opeising)
  • Overeenkomsten met de overheid
  • Beginselen van behoorlijk bestuur
  • Openbaarheid van bestuur
  • Beginselen van ambtenarenrecht
  • Goederen van de overheid
  • Rechtsbescherming tegen het bestuur (algemene principes)

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek dat verkrijgbaar is bij Acco: S. Lierman (versie wordt elk academiejaar geupdated). Bestuursrecht. Leuven: Acco;
  • PowerPointpresentaties, oefeningen en video’s die via Toledo ter beschikking worden gesteld;
  • Eigen notities

Toelichting werkvorm

Het onderwijs in dit opleidingsonderdeel zal on campus worden gegeven; mogelijk worden bepaalde onderdelen online gedoceerd (wanneer dat het geval is, wordt dit gecommuniceerd via Toledo).

Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via Toledo.

Met oog op het succesvol realiseren van de onderwijsdoelstellingen, wordt van de studenten verwacht dat zij aanwezig zijn in de oefensessies en thuis de oefeningen hebben voorbereid.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Administratief recht (B-KUL-S2A46b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Het schriftelijk, gesloten boek examen bestaat uit open vragen over het cursusmateriaal en de casussen. Bovendien kunnen er meerkeuzevragen worden gesteld. Daarbij wordt giscorrectie in rekening gebracht. Na analyse van de resultaten, kunnen er meerkeuzevragen worden geschrapt omwille van problemen met de vraagstelling of een bijzonder lage correlatie met het algemene resultaat, zodat wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van het examen. 

Het gebruik van een VRG-wetboek en de aanvullende wetteksten overeenkomstig de richtlijnen van de Faculteit Rechtsgeleerdheid is toegestaan.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Analyse van sociale voorzieningen (B-KUL-S0B37E)

3 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten de volgende leerresultaten bereikt:

  • Studenten kunnen de werking van de welzijns- en gezondheidssector toelichten.
  • Studenten kunnen theoretische kaders uit de lessen toepassen op de werking van de welzijns- en gezondheidssector.
  • Studenten kennen de maatschappelijke evoluties die een impact hebben op de organisatie van de welzijnszorg en de gezondheidszorg.
  • Studenten hebben inzicht in hoe actuele maatschappelijke problemen innovatie en verandering in de welzijnszorg en de gezondheidszorg drijven.
  • Studenten hebben inzicht in de drijvende en belemmerende krachten die innovatie en verandering in die sector vergemakkelijken of moeilijker maken.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel wordt de student verondersteld te beschikken over kennis en inzichten in de basisbegrippen in de sociologie. Deze begintermen vormen binnen de Faculteit Sociale Wetenschappen het onderwerp van het opleidingsonderdeel S0A20A Sociologie. Het vooraf gevolgd hebben van dit of een vergelijkbaar opleidingsonderdeel strekt tot aanbeveling.

Onderwijsleeractiviteiten

Analyse van de sociale voorzieningen als organisatie (B-KUL-S0B37a)

3 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

Deze leeractiviteit behandelt achtereenvolgens maatschappelijke veranderingen die een impact hebben op het individu als cliënt van de welzijns- en gezondheidszorg, op de naaste omgeving (familie, buurt) van de cliënt, op het personeel van de zorgorganisaties, op die organisaties zelf en op het zorgbeleid. Verschillende sectoren van de welzijns- en gezondheidszorg (zorg voor personen met een handicap, zorg voor chronisch zieken, ouderenzorg, jeugdzorg, etc.) worden behandeld.

De volgende thema's komen minstens aan bod:

  • Een introductie in de Vlaamse welzijnssector en de Belgische gezondheidszorg.
  • Evoluties in de welzijns- en gezondheidszorg:
    • Patiëntenperspectief: zorg op maat en eigen verantwoordelijkheid
    • Formele en informele zorgverleners (mantelzorgers/vrijwilligers en personeel van voorzieningen): kwaliteit van zorg versus tekort aan personeel/inzet van beleid op mantelzorg en thuiszorg
    • Organisatie van voorzieningen: automatisering en e-health/schaalvergroting versus zorg op maat/integrated care
    • Beleid: een beroep op de burger/globalisering en glocalisering
  • De toekomst: wat is innovatie in de welzijnszorg en waarom is dit moeilijk?

De specifieke inhoud van de thema’s wordt steeds aangepast aan de actualiteit op dat moment.

Studiemateriaal

Om de leeractiviteit vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Een lijst van Nederlandstalige en Engelstalige teksten, ter beschikking gesteld via Toledo.
  • Slides van de hoorcolleges, ter beschikking gesteld via Toledo.

De concrete samenstelling van de reader kan elk jaar wijzigen. Het studiemateriaal wordt in de eerste les en via Toledo aangekondigd.

Toelichting werkvorm

Tijdens de wekelijkse hoorcolleges worden de relevante theorieën en concepten behandeld en geïllustreerd met uiteenlopende empirische voorbeelden. De hoorcolleges zijn interactief. Studenten dienen actief mee te denken en te discussiëren tijdens de les en kunnen vragen stellen over de leerstof of zelf voorbeelden aandragen.

Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen

S0B37F : Analyse van sociale voorzieningen

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Analyse van sociale voorzieningen (B-KUL-S2B37e)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken
De evaluatie bestaat uit een mondeling gesloten boek examen met open vragen tijdens de examenperiode. De studenten krijgen twee vragen. Eén vraag is een meer letterlijke vraag die naar kennis peilt. De tweede vraag peilt naar inzicht. Daarvoor krijgt de student een stuk tekst uit een artikel of een tabel, die besproken moet worden. Er is één uur voorbereidingstijd voorzien voor het mondelinge examen.

Bepaling eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij inzicht wordt beoordeeld op 60% van het eindtotaal en kennis op 40% van het eindtotaal.

Herkansen
De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie ‘Toelichting’ onder ‘Evaluatieactiviteiten’ voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Governance in de Europese Unie (B-KUL-S0B52B)

6 studiepunten Nederlands 39 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstelling bereikt:

  • De student is in staat om het concept governance te definiëren en om het te onderscheiden van naburige concepten;
  • De student heeft de analytische capaciteit verworven om het evoluerende governance-systeem van de EU te analyseren en erover te reflecteren;
  • De student heeft een brede empirische kennis verworven over de staatsinrichting, de politiek en het beleid van de EU;
  • De student is in staat om hun kennis toe te passen om zo de hedendaagse governance-praktijken van de EU kritisch te analyseren en erover te reflecteren.
  • De student is in staat om primaire en secundaire bronnen over de EU te raadplegen, en om de informatie te synthetiseren, te analyseren en te beoordelen.

 

Deze doelstellingen worden aan het begin van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student heeft een basiskennis van de historische grondslagen en de institutionele set-up van de Europese Unie;
  • De student kan op een wetenschappelijk verantwoorde manier data onderzoeken en analyseren, argumenteren en papers schrijven;
  • De student kan conceptuele kaders op een kritische manier toepassen;
  • De student is in staat om zelfstandig en in team te werken;
  • De student is in staat om elementaire sociaalwetenschappelijke onderzoeksmethoden toe te passen.

 

Aan het begin van het semester wordt er een crash course (m.i.v. een literatuurlijst) aangeboden worden voor studenten met een geringe basiskennis over de EU.

 

De studenten kunnen hun basiskennis eveneens opfrissen of aanvullen aan de hand van de volgende werken:

  • A. van der Vleuten, et al. (2015). De bestuurlijke kaart van de Europese Unie: Instellingen, besluitvorming en beleid. Bussum: Uitgeverij Coutinho (317p.).
  • W. van Meurs et al. (2013). Europa in alle staten: Zestig jaar geschiedenis van de Europese integratie. Nijmegen: Vantilt (351p.).

Onderwijsleeractiviteiten

Governance in de Europese Unie (B-KUL-S0B52a)

6 studiepunten : College 39 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

De inhoud van dit opleidingsonderdeel bestaat uit de volgende modules:

  • Wat is governance (in de EU)?
  • De instellingen van de EU en hun besluitvormingsprocessen: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke machten
  • Actoren in de EU: belangengroepen, Europese politieke partijen, burgers, enz.
  • Ontwikkelingen binnen de belangrijkste beleidsdomeinen van de EU

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek dat verkrijgbaar is bij Politika Cursusdienst: S. Hix & B. Hoyland (2022). The Political System of the European Union. Basingstoke: Palgrave Macmillan;
  • E-reader die ter beschikking wordt gesteld via Toledo;
  • Slides die ter beschikking worden gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Dit opleidingsonderdeel wordt on campus georganiseerd.

Om de doelstellingen van het opleidingsonderdeel succesvol te kunnen realiseren, wordt er van de studenten verwacht dat zij aanwezig zijn tijdens de hoorcolleges (inclusief colleges van gastsprekers). Ze worden uitgenodigd om actief bij te dragen aan de colleges en notities te nemen, inclusief tijdens de werkcolleges.

Naast de hoorcolleges worden er doorheen het semester twee werkcolleges georganiseerd waarin studenten dieper ingaan op de verplichte literatuur. De docent en onderwijsassistent(en) begeleiden de werkcolleges.

Studenten integreren de inhoud van deze colleges tot een coherent en genuanceerd geheel tijdens het examen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Governance in de Europese Unie (B-KUL-S2B52b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie bestaat uit een schriftelijk, open boek examen en deelname aan contactmomenten.

Het open boek examen bestaat uit twee delen:

  • Het eerste deel is schriftelijk en bestaat uit één algemene vraag die test in welke mate de student in staat is al het geleerde te synthetiseren.
  • Het tweede deel is mondeling en bestaat uit een presentatie over een onderwerp dat de student zelf gekozen heeft. Hiermee toont de student zijn/haar analytisch vermogen. De student bereidt drie onderwerpen/vragen voor. Tijdens het examen wordt één onderwerp/vraag geselecteerd die de student moet presenteren/beantwoorden.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt wordt bepaald:

  • Het schriftelijke deel telt mee voor 40% van de punten
  • Het mondelinge deel telt mee voor 40% van de punten
  • Deelname aan contactmomenten telt mee voor 20% van de punten

 

Indien de student niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, wordt de beoordeling van het betrokken onderdeel meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven. De score voor de deelevaluatie 'deelname aan de contactmomenten' wordt echter overgedragen naar de herkansing.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Stad en migratie (B-KUL-S0C98A)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten de volgende leerresultaten bereikt:

  • Studenten begrijpen hoe uiteenlopende sociologische theorieën en concepten via zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek een vertaling krijgen bij de studie van uiteenlopende stedelijke ruimte en de daarbinnen aanwezige culturen.
  • Studenten begrijpen de evolutie van steden en hun structuren en kunnen dit interpreteren vanuit diverse sociologische theorieën over stad en migratie.
  • Studenten kunnen relevante sociologische bronnen raadplegen, kritisch beoordelen en inzetten om specifieke vragen rond stad en migratie te beantwoorden.
  • Studenten begrijpen waarom in het kader van de stedelijke omgeving specifieke beleidsopties in verband met de stad en zijn etnische samenstelling tot stand komen.
  • Studenten kunnen een vergelijking maken tussen Europese/Belgische-Vlaamse steden en steden in de USA en de belangrijkste verschillen en gelijkenissen duiden, interpreteren en verklaren.
  • Studenten kunnen  op een wetenschappelijk verantwoorde wijze hierover mondeling presenteren met behulp van een eigen presentatie.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds volgende doelstellingen bereikt:

  • kennis hebben van het begrippenapparaat van de algemene sociologie
  • kennis hebben van de belangrijkste onderzoeksmethoden in de sociale wetenschappen
  • kennis hebben van de belangrijkste theoretische benaderingen binnen de sociologie
  • zelfstandig theoretische teksten kunnen lezen en analyseren

Deze begintermen vormen binnen de Faculteit Sociale Wetenschappen het onderwerp van de opleidingsonderdelen S0A20A/S0A20B Sociologie, S0A18A Methodologie van de sociale wetenschappen, en S0H34A Sociologische theorieën/ S0O02A Sociological Theories. Het vooraf gevolgd hebben van deze of vergelijkbare opleidingsonderdelen strekt tot aanbeveling.

Onderwijsleeractiviteiten

Stad en migratie (B-KUL-S0C98a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

In lijn met de doelstellingen zal deze leeractiviteit handelen over:
1) Theorieën in verband met de stedelijke ruimte
2) Theorieën over mondialisering en de stad
3) Theorieën in verband met de aanwezige multiculturaliteit in de hedendaagse stedelijke ruimte
4) Theorieën m.b.t. etnisch-culturele groepsrelaties in de hedendaagse steden
5) Theorieën m.b.t. integratie, participatie van (etnische) minderheden
6) Capita selecta van onderzoek naar stedelijke sociale bewegingen, immigratie, etniciteit, integratie en participatie
7) Theorieën over machtsverwerving in steden
8) De politieke economie van de stad
9) Bestuur en beheer van steden

Studiemateriaal

Om deze leeractiviteit vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:
-Reader 'Stad en migratie' (verplichte literatuur), te verkrijgen bij de Politika cursusdienst
-Bijkomende teksten (verplichte literatuur), ter beschikking gesteld via Toledo
-Slides van de hoorcolleges worden ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

De cursus wordt gevormd door enerzijds klassieke responsiecolleges gegeven door de docent en anderzijds door presentaties van gekozen teksten door de individuele studenten zelf gevolgd door een groepsdiscussie o.l.v. de docent. Studenten krijgen het format aangeleverd over hoe zulk een presentatie best wordt opgebouwd en welke onderdelen er aan bod dienen te komen. De studenten dienen de teksten die zullen gepresenteerd worden in de les door hun medestudenten op voorhand gelezen te hebben. Van de studenten wordt verwacht dat ze actief participeren in de groepsdiscussies.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stad en migratie (B-KUL-S2C98a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie bestaat uit drie componenten:

1) een praktijkopdracht uit te voeren gedurende de loop van het jaar. De praktijkopdracht omvat een mondeling presentatie over (een) zelf gekozen tekst(en) in verband met de cursus. (5 punten)

2) De actieve participatie van de student aan de klassikale discussie. (2 punten)

3) Een mondeling open boek examen on campus, waarbij de student max 30 minuten voorbereidingstijd krijgt om zijn/haar visie te geven over een gesteld probleem / bepaalde theorie / bepaalde case / bepaald artikel / … (13 punten)

Studenten kunnen indien gewenst het mondeling examen vervangen door het zelfstandig en individueel maken van een paper. Hiertoe schrijft de student een korte probleemstelling (max 1 pagina) en laat dit in de loop van het semester goedkeuren door de docent. Een paper mag maximaal 25.000 tekens bevatten en minimaal 15.000 tekens (inclusief blanco’s). (13 punten). De student zal uitgenodigd worden op de dag van het mondeling examen om zijn/haar paper te komen toelichten.

Voor studenten met het statuut werkstudent kan, in overleg met en na goedkeuring door de docent, afgeweken worden van de bovenstaande evaluatiekenmerken.

Gebruik GenAI

Van studenten wordt verwacht dat ze hun eigen paper schrijven. Het gebruik van generatieve artificiële intelligentie is toegestaan, maar enkel in overeenstemming met de richtlijnen van de KU Leuven. Detectie van ander gebruik van GenAI zal op dezelfde manier behandeld worden als plagiaat en bestraft worden met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij de praktijkopdracht wordt beoordeeld op 25% van het eindtotaal, de actieve participatie van de student op 10 % en het mondeling examen op 65 % van het eindtotaal. 

Bij het indienen van de praktijkopdracht wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, kan de student niet deelnemen aan het afrondend examen en wordt de eindbeoordeling voor het gehele opleidingsonderdeel NA (niet afgelegd), tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

 

Herkansen
De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans verschilt van die van de eerste examenkans.

Bij de tweede examenkans worden de resultaten van de praktijkopdracht niet meer in rekening gebracht en bestaat de beoordeling volledig uit het mondeling examen tijdens de examenperiode.

Toelichting bij herkansen

Zie ‘Toelichting’ onder ‘Evaluatieactiviteiten’ voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.

ECTS Personeelsmanagement en leiderschap in de overheid (B-KUL-S0D04B)

6 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Steen Trui (coördinator) |  Hondeghem Annie |  Steen Trui |  N.

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan de evolutie in het denken rond personeelsmanagement duiden en aangeven wat de specificiteit is van het overheidspersoneelsbeleid.
  • De student kan de belangrijkste sturingsinstrumenten van het personeelsmanagement in de overheid duiden en illustreren met voorbeelden (rekrutering en selectie, prestatiemanagement, evaluatie, VTO, beloning).
  • De student kan belangrijke uitdagingen in het hedendaagse personeelsbeleid in de overheid beschrijven, analyseren en beoordelen (o.m. aantrekkelijkheid van de overheid op de arbeidsmarkt, loopbaanbeleid, welzijn, diversiteit, …).
  • De student kent de belangrijkste theoretische denkkaders inzake leiderschap in openbare diensten.
  • De student kan de link leggen tussen personeelsmanagement en leiderschap en veranderingsprocessen in overheidsorganisaties.
  • De student kan courante onderzoeksmethoden en technieken in het domein van personeelsmanagement en leiderschap in de overheid beschrijven en toepassen.
  • De student kan de belangrijke beleidsinitiatieven in het domein van personeelsmanagement en leiderschap identificeren en kan vanuit de opleiding een kritische reflectie maken naar het beleid toe.
  • De student kan zich uitdrukken in geschreven standaardtaal.
  • De student kan de theorieën over leiderschap, aangeboden in de lessen en de reader, kritisch bespreken en toepassen op een situatie en hierover genuanceerd en waarheidsgetrouw communiceren in een wetenschappelijke tekst in geschreven standaartaal.

 

Deze doelstellingen worden bij aanvang van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

 

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan zich inleven in de maatschappelijke realiteit, haar problemen, waarden- en normenstelsels.
  • De student kan op een kritische manier omgaan met conceptuele kaders.
  • De student kan de basiskenmerken en geledingen van de publieke sector benoemen.

 

Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de kennis, vaardigheden en houding die werden ontwikkeld in het volgende opleidingsonderdeel:

  • S0A56 Overheidsmanagement

Het vooraf gevolgd hebben van deze of een vergelijkbaar opleidingsonderdeel strekt tot aanbeveling, maar is geen formele vereiste.

Identieke opleidingsonderdelen

S0D04A: Personeelsmanagement in de overheid

Onderwijsleeractiviteiten

Personeelsmanagement en leiderschap in de overheid (B-KUL-S0D04a)

6 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

De inhoud van dit opleidingsonderdeel bestaat uit volgende inhoudelijke componenten:

Cluster 1: Algemeen

In deze cluster wordt ingegaan op de basiskernmerken van personeelsbeleid in het algemeen en overheidspersoneelsbeleid in het bijzonder. Er wordt een overzicht gegeven van de theorieën over (publiek) leiderschap.

 

Cluster 2: Actuele vraagstukken

In deze cluster worden verschillende deeldomeinen in het personeelsmanagement in de overheid overlopen en worden actuele vraagstukken besproken, zoals:

  • Talentmanagement
  • Loopbaanbeleid en employability
  • Aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever
  • Prestatiemanagement en motivatie
  • Personeelsbeschikbaarheid en welzijn op het werk
  • Diversiteitsbeleid
  • Impact van technologie op HR-beleid

Voor leiderschap wordt ingegaan op de leidingegevende als people manager en als verantwoordelijke in het HR-beleid.

 

Cluster 3: Organisatieverandering

In deze cluster wordt ingegaan op de principes van veranderingsmanagement en de rol van HR-beleid en leiderschap hierin. 

Dit wordt geïllustreerd via casestudies / gastlezingen uit de publieke sctor. 

Studiemateriaal

Om het opleidingsonderdeel vorm te geven, wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Slides: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Oefeningen en/of cases: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Handboek: keuze uit een lijst met handboeken die via de SBIB ter beschikking gesteld worden;
  • Reader: ter beschikking gesteld via de cursusdienst van Politika en Toledo;
  • Aanvullende informatie: ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Het onderwijs wordt vormgegeven via on-campus colleges. Daarnaast wordt gewerkt met oefeningen en/of cases en gastlezingen. Meer concrete informatie over de organisatie van het onderwijs is beschikbaar via Toledo.

Als resultaat van het leerproces is de interesse van de studenten gestimuleerd voor personeelsmanagement en leiderschap bij de overheid en is hun creativiteit en zelfwerkzaamheid aangewakkerd.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Personeelsmanagement en leiderschap in de overheid (B-KUL-S2D04b)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie van dit opleidingsonderdeel bestaat uit permanente evaluatie en een mondeling examen.

 

A.     Permanente evaluatie

De permanente evaluatie bestaat uit twee individuele werkstukken: een boekbespreking en een casusopdracht.

Boekbespreking: Via de boekbespreking wordt getoetst of de studenten in staat zijn om kritisch te reflecteren op een handboek over personeelsmanagement en/of leiderschap. De studenten kiezen voor deze opdracht één handboek uit een lijst die beschikbaar is via Toledo.

Casusopdracht: Via de casusopdracht wordt getoetst of de studenten de literatuur en theorie over personeelsmanagement en/of leiderschap kunnen toepassen op een case, een artikel of cijfermateriaal.

De concrete richtlijnen en vereisten worden voor beide opdrachten via Toledo gecommuniceerd.

 

B.     Mondeling examen

Het mondeling examen is gesloten boek en bestaat uit twee theoretische kennisvragen die toetsen of de studenten het studiemateriaal verwerkt hebben. Er wordt een voorbereidingstijd van minimum 20 minuten voorzien. De concrete modaliteiten zullen via Toledo worden gecommuniceerd.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door het didactisch team, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

De volgende puntenverdeling wordt gehanteerd bij de bepaling van het eindresultaat van het opleidingsonderdeel:

Het mondeling examen staat op 8 van de 20 punten

De boekbespreking staat op 6 van de 20 punten

De casusopdracht staat op 6 van de 20 punten

 

Indien de student niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Voor de permanente evaluatie worden de inleveringstermijnen en deadlines vastgelegd door de docenten en via Toledo meegedeeld. Bij het indienen van de opdrachten worden de afgesproken deadlines gerespecteerd.  Indien de deadline van een opdracht niet wordt gerespecteerd, wordt verondersteld dat de student niet deelneemt aan die opdracht. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen van de deadlines. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing kunnen verschillen van die van de eerste examenkans afhankelijk van de punten die de student heeft behaald in die eerste examenkans. De student moet de evaluatieonderdelen waarvoor hij reeds geslaagd is niet hernemen, de punten kunnen dus worden overgedragen.

ECTS Governance van publieke taken (B-KUL-S0D06A)

5 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
Steen Trui |  Van Dijck Charlotte (plaatsvervanger)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan het begrip ‘governance van publieke taken’ definiëren.
  • De student kan achterliggende theoretische benaderingen bij vraagstukken van governance van publieke taken  (zoals property rights theory, transactiekostentheorie, principaal-agent theorie, en stewardship theory) beschrijven, inzichten uit deze theorieën toepassen op praktijkcases en kritiek uitoefenen op deze theoretische benaderingen.
  • De student kan de begrippen ‘public value governance’, ‘good governance’/ ‘deugdelijk bestuur’, ‘collaborative governance’, ‘multi-level governance’ en ‘meta-governance’ omschrijven, uitdagingen hierbij identificeren en deze illustreren met voorbeelden.
  • De student kan de begrippen ‘uitvoering in eigen beheer’, ‘verzelfstandiging’ en ‘agentschappen’,  ‘uitbesteding’ , ‘publiek private samenwerking’, ‘interbestuurlijke samenwerking’, ‘samenwerking met het maatschappelijk middenveld’, en ‘burger-coproductie’ omschrijven, alsook de kenmerken van deze ‘governance’ vormen benoemen, ze analyseren op sterktes en zwaktes en criteria voor de inzet ervan identificeren.
  • De student kan uitdagingen rond governance tegen elkaar afwegen en hier kritisch over nadenken. Verder kan de student belangrijke factoren voor het succesvol tot stand brengen van verschillende governance vormen aanhalen en hun belang verklaren bij het bespreken van een casus.
  • De student kan concepten zoals ‘good governance’, ‘collaborative governance’, ‘multi-level governance’ en ‘meta-governance’ duiden binnen zowel de Belgische als de internationale context.
  • De student kan verschillende organisatievormen voor de governance van publieke taken beschrijven en illustreren met voorbeelden. De student kan aandachtspunten en criteria bij de inzet van organisatievormen benoemen en op basis hiervan een analyse uitvoeren van praktijkcases.
  • De student kan praktijkcases verbinden met een passende organisatievorm en beargumenteren waarom die vorm van governance gepast is in de beschreven context. Daarbij kan de student praktijkvoorbeelden van governance van publieke taken beschrijven, analyseren en daarover zowel mondeling als schriftelijk rapporteren in gesproken en geschreven standaardtaal.
  • De student neemt een actieve houding aan tijdens de colleges, stelt vragen en weet op een respectvolle manier kritisch maar constructief deel te nemen aan een debat.
  • De student observeert aandachtig wanneer collega-studenten hun zelfstandige opdracht voorstellen.De student kan actief deelnemen aan een groepsgesprek zonder hierbij de discussie te domineren. 

 

Deze doelstellingen worden bij de aanvang van het opleidingsonderdeel aan de studenten meegedeeld.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan zich inleveren in de maatschappelijke realiteit, haar problemen, waarden- en normenstelsels.
  • De student kan op een kritische manier omgaan met conceptuele kaders.
  • De student kan de basiskenmerken en geledingen van de publieke sector benoemen.
  • De student beheerst de basis academische vaardigheden die hem in staat stellen om genuanceerd en waarheidsgetrouw te argumenteren, rapporteren en presenteren.
  • De student kan een eenvoudig sociaalwetenschappelijk onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren.

 

Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de kennis, vaardigheden en houding die werden ontwikkeld in het volgende opleidingsonderdeel:

  • S0A50A/S0O17A Bestuurskunde

Het vooraf gevolgd hebben van deze of een vergelijkbaar opleidingsonderdeel strekt tot aanbeveling, maar is geen formele vereiste.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Governance van publieke taken (B-KUL-S0D06a)

5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Steen Trui |  Van Dijck Charlotte (plaatsvervanger)

Inhoud

Het vak start vanuit een overzicht van het begrip ‘governance’, de verschillende betekenissen die dit begrip heeft (zoals good governance, collaborative governance, multi-level governance en meta-governance) en de specifieke contexten van waaruit we deze betekenissen kunnen begrijpen. Vervolgens wordt er ingegaan op diverse vormen van governance van publieke taken, zoals uitvoering in eigen beheer en via agentschappen, interbestuurlijke samenwerking, en samenwerkingsvormen met private actoren, middenveld en burgers. Daarbij wordt ook gekeken naar hoe we de uitdagingen verbonden aan deze governance-vormen kunnen begrijpen vanuit onderscheiden theoretische kaders zoals principaal-agenttheory, eigendomsrechtentheorie, transactiekostentheorie en stewardship-theorie.

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven, wordt met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Syllabus met artikelen en hoofdstukken: ter beschikking gesteld via de cursusdienst van Politika en Toledo;
  • PowerPointpresentaties: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Eventuele kennisclips: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Aanvullende literatuur en informatie: ter beschikking gesteld via Toledo.

 

De PowerPointpresentaties ondersteunen de colleges. Ze helpen de leerstof te structureren, nodigen de studenten uit om actief mee te denken en laten toe om verbanden tussen verschillende onderdelen van de leerstof te leggen.

Aanvullende literatuur wordt via Toledo ter beschikking gesteld. De docent geeft aan in welke mate deze teksten als verplichte literatuur gelden.

Toelichting werkvorm

Om het onderwijs vorm te geven wordt gesteund op on-campus hoorcolleges. Daarnaast wordt ook interactie voorzien, waarbij studenten de mogelijkheid krijgen om on-campus te discussiëren en vragen te stellen. Ter voorbereiding van de contact- en interactiemomenten wordt van de studenten verwacht dat ze de eventuele aangegeven literatuur doornemen en eventuele voorbereidende opdrachten uitvoeren.

Concrete informatie is beschikbaar via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Governance van publieke taken (B-KUL-S2D06a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Presentatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie van dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee partiële evaluaties:

 

1. Individuele paper met bijhorende presentatie

De eerste deelevaluatie betreft het schrijven van een essay en het geven van een presentatie over een thema dat aansluit bij het opleidingsonderdeel. In de paper wordt een koppeling gemaakt tussen theorie en praktijk en worden inzichten uit de cursus toegepast. De presentatie wordt gebracht op een innovatieve en interactieve manier en wordt op een duidelijke en onderhoudende wijze gegeven, en studenten gaan met elkaar in debat naar aanleiding van deze presentaties. De concrete richtlijnen en vereisten worden bij het begin van het semester op Toledo geplaatst. Dit evaluatieonderdeel telt mee voor 8/20 punten. De punten worden bepaald op basis van de paper en de presentatie.

 

2. Mondeling examen

De tweede deelevaluatie betreft een mondeling, gesloten boek examen bestaande uit theorievragen die toetsen of de studenten het studiemateriaal verwerkt hebben.  Er wordt een voorbereidingstijd van minimum 20 minuten voorzien. De concrete modaliteiten worden via Toledo gecommuniceerd. Dit evaluatieonderdeel telt mee voor 12/20 punten.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door het didactisch team, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. De individuele paper en (poster)presentatie staan op 8 van de 20 punten. Het mondeling examen staat op 12 van de 20 punten. De student moet niet noodzakelijk voor beide onderdelen apart een voldoende halen om geslaagd te zijn op het opleidingsonderdeel.

Indien de student niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

De inleveringstermijnen en deadlines worden vastgelegd door de docent en via Toledo meegedeeld. Bij het indienen van een opdracht wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, kan de student niet deelnemen aan het afrondend examen en wordt de eindbeoordeling voor het opleidingsonderdeel NA (niet afgelegd), tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men contact op te nemen met de ombudsdienst.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing kunnen verschillen van die van de eerste examenkans afhankelijk van de punten die de student heeft behaald in die eerste examenkans. De student moet enkel de evaluatieonderdelen waarvoor hij niet geslaagd is hernemen. De concrete modaliteiten voor de tweede examenkans worden ten laatste begin juli gecommuniceerd via Toledo.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Management van prestaties en financiën (B-KUL-S0D07A)

5 studiepunten Nederlands 26 Tweede semesterTweede semester
Van de Walle Steven (coördinator) |  Piron Damien |  Van de Walle Steven |  Balbach Thomas (medewerker)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan de drie financiële basisinstrumenten en sturingstechnieken voor de beleids- en beheerscyclus in de overheid, m.n. het budget, de boekhouding en de audit identificeren in een concrete case.
  • De student kan de kernbegrippen rond de allocatie van publieke diensten eigen woorden omschrijven en illustreren.
  • De student kan het cyclusaspect, d.i. de samenhang tussen deze drie instrumenten, in eigen woorden omschrijven.
  • De student kan de evolutie in de organisatie van publieke diensten beschrijven.
  • De student kan volgende vernieuwingsinitiatieven beschrijven, analyseren en beoordelen: het begroten van prestaties, het berekenen van kostprijzen, het uitvoeren van een investeringsanalyse en het invoeren van prestatiemeetsystemen in de overheid.
  • De student begrijpt het onderscheid tussen het meten, het incorporeren en het gebruiken van prestatie-informatie.
  • De student heeft inzicht in de implicaties van prestatiemanagement voor leerprocessen, de sturing en beheersing binnen een organisatie, en interne en externe verantwoording.
  • De student heeft inzicht in de mogelijke functies en dysfuncties van het meten en managen van prestaties.
  • De student kan verschillende elementen in de begroting identificeren.
  • De student kan een aanzet tot prestatiegerichte begroting geven.
  • De student kan een aanzet tot kostprijsberekening maken.
  • De student kan de boekhouding van een organisatie kritisch bespreken.
  • De student kan een audit kritisch bespreken.
  • De student verwerft een attitude waarbij boekhouding, audit en begroting als managementinstrumenten worden gezien, en niet louter als officiële documenten.
  • De student begrijpt het verband tussen financieel en prestatiemanagement en kan dat verband analyseren voor een case.
  • De student heeft een brede belangstelling voor de financiële kant van het overheidsmanagement.

 

Deze doelstellingen worden bij aanvang van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij de aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan zich inleven in de maatschappelijke realiteit, haar problemen, waarden- en normenstelsels.
  • De student kan op een kritische manier omgaan met conceptuele kaders.
  • De student kan de basiskenmerken en geledingen van de publieke sector benoemen.
  • De student beheerst de basis academische vaardigheden die hem in staat stellen om genuanceerd en waarheidsgetrouw te argumenteren, rapporteren en presenteren.

 

Voorkennis of economische achtergrond inzake boekhouding en begroting is niet nodig.

 

Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de kennis, vaardigheden en houding die werden ontwikkeld in het volgende opleidingsonderdeel:

  • S0A56 Overheidsmanagement

Het vooraf gevolgd hebben van deze of een vergelijkbaar opleidingsonderdeel strekt tot aanbeveling, maar is geen formele vereiste.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Management van prestaties en financiën (B-KUL-S0D07a)

5 studiepunten : College 26 Tweede semesterTweede semester

Inhoud

In dit vak gaan we dieper in op de organisatie van publieke diensten, hun prestaties en financiën. We beginnen met de vraag wat publieke diensten zijn, wat ze publiek maakt, wie wat dient of hoort te krijgen en waarom. Vervolgens gaan we dieper in op de structurele organisatie van publieke diensten. Moet of kan de overheid deze diensten zelf leveren, of maakt de overheid gebruik van externe, private, partijen? Burgers die gebruik maken van publieke diensten krijgen te maken met administratieve lasten en ervaren drempels. Waar komen die vandaan, hoe kunnen ze worden weggewerkt, en wat zijn de gevolgen ervan. Hoe kunnen publieke diensten meer burger-of klantgericht georganiseerd worden? Wat betekent dit voor de financiering en financiële informatie? Tenslotte kijken we naar hoe verantwoording wordt afgelegd over de werking van publieke diensten via prestatie-informatie en audits.

Studiemateriaal

Om het opleidingsonderdeel vorm te geven, wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Reader: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Aanvullende informatie: ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

In dit opleidingsonderdeel zijn hoor- en interactiecolleges de werkvorm. Daarnaast ken er ook gewerkt worden met een studiebezoek.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Management van prestaties en financiën (B-KUL-S2D07a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie voor dit opleidingsonderdeel bestaat uit een schriftelijk examen.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door het didactisch team, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Evidence-based beleid en beleidsadvisering (B-KUL-S0D08A)

5 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester
Brans Marleen |  Bellens Tom (medewerker)

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan de kernbegrippen ‘evidence based beleid’ en ‘beleidsadvisering’ omschrijven, en de uitdagingen rond deze begrippen identificeren en illustreren.
  • De student begrijpt het belang van het moderniseren van beleid en het communiceren van beleidsadvies aan de hand van beleidsnota's.
  • De student is vertrouwd met de ‘ethiek van de beleidsadviseur’, kan kritische overwegingen maken over ethische issues en deze beoordelen.
  • De student kan de twee klassieke beleidsanalytische activiteiten (probleemanalyse, oplossingsanalyse) onderscheiden.
  • De student kan een beleidsnota schrijven rond een specifiek beleidsprobleem en die nota op een betrouwbare en kritische wijze onderbouwen. Bovendien kan de student die nota in de correcte, aangepaste stijl schrijven en die stijl aanpassen aan de stakeholders tot wie de nota zich richt.
  • De student kan op een constructieve manier werken in teamverband aan een beleidsadvies voor de oplossing van een beleidsprobleem.
  • De student kan de technieken per beleidsanalytische activiteit toepassen op een specifiek beleidsprobleem in een bepaald beleidsdomein.
  • Via de aandachtspunten rond het analyseren van een beleidsprobleem kan de student een probleem cijfermatig in kaart brengen en er een causaal veldmodel voor opstellen.
  • Via aandachtspunten rond het ontwerpen van beleidsoplossingen kan de student verschillende beleidsinstrumenten als oplossing voor een probleem voorstellen, inclusief nudgingtechnieken. Daarnaast kan de student deze instrumenten aan de hand van een multi-criteria analyse afwegen ten opzichte van elkaar.
  • Via aandachtspunten rond het moderniseren van beleid kan de student kritisch nadenken over het ‘future proof’ maken door beleidsscenario’s uit te werken en over strategieën voor draagvlakverwerving te adviseren.
  • De student kan beleidsadviezen schrijven in directe, actiegerichte ‘policy briefs’.
  • De student leert discussiëren over de kernconcepten van beleidsadvisering en evidence-based beleid, en kan deze vervolgens herkennen en beoordelen.
  • De student internaliseert de waarden van de beleidsadviseur via de combinatie van hoorcolleges, oefeningen en opdrachten.
  • De student leert actie te ondernemen, samen te werken met anderen en zich praktisch te organiseren voor het maken van de beleidsnota en het uitvoeren van de verschillende deeltaken die eraan voorafgaan.
  • De student integreert de praktijkinzichten uit het vak via de opdrachten, en verantwoordt acties en verifieert keuzes die leiden tot een eindproduct -zijnde de beleidsnota.
  • De student is responsief ten aanzien van de noden van zijn/haar cliënt/opdrachtgever.

 

Deze doelstellingen worden aan het begin van het opleidingsonderdeel aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan zich inleven in de maatschappelijke realiteit, haar problemen, waarden- en normenstelsels.
  • De student kan op een kritische manier omgaan met conceptuele kaders.
  • De student kan de basiskenmerken en geledingen van de publieke sector benoemen.
  • De student beheerst de basis academische vaardigheden die hem in staat stellen om genuanceerd en waarheidsgetrouw te argumenteren, rapporteren en presenteren.

Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de kennis, vaardigheden en houding die werden ontwikkeld in het volgende opleidingsonderdeel:

  • S0A74A Policy Analysis

Het vooraf gevolgd hebben van deze of een vergelijkbaar opleidingsonderdeel strekt tot aanbeveling, maar is geen formele vereiste.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Evidence-based beleid en beleidsadvisering (B-KUL-S0D08a)

5 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester
Brans Marleen |  Bellens Tom (medewerker)

Inhoud

Dit opleidingsonderdeel bestaat uit drie grote delen.

In het eerste deel worden de kernconcepten van het OPO toegelicht. Studenten krijgen les over de begrippen ‘evidence-based policy-making’ en ‘beleidsadvieswerk’, en worden vertrouwd gemaakt met ‘ethische kwesties’ waarmee de beleidsadviseur te maken kan krijgen.

In het tweede deel wordt de basis gelegd voor het verlenen van beleidsadvies (i.e. een beleidsnota schrijven). Studenten leren praktische vaardigheden aan voor probleemanalyse en –modellering, en voor de analyse en selectie van beleidsoplossingen. Studenten gaan actief en stapsgewijs aan de slag met deze vaardigheden: de korte opdrachten voor elke vaardigheid worden voorgelegd voor feedback en uiteindelijk samengebracht in een beleidsnota.

In het derde deel wordt actief aan de slag gegaan met aandachtspunten rond de modernisering van beleidsadvies. Tijdens de les voeren studenten oefeningen uit over manieren om beleid ‘future proof’ te maken en over strategieën voor draagvlakverwerving.

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven, wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Reader: ter beschikking gesteld via Toledo en/of de cursusdienst van Politika;
  • Kennisclips en/of PowerPointpresentaties die gebruikt worden om het onderwijs vorm te geven: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Opdrachten: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Aanvullende informatie: ter beschikking gesteld via Toledo.

Toelichting werkvorm

Het onderwijs wordt hoofdzakelijk vormgegeven via on-campus colleges. Op basis van deze colleges wordt er van de studenten een groeps- en individuele opdrachten gevraagd. Ze worden hierbij begeleid in de vorm van peerfeedbacksessies waarin de groepen feedback krijgen van medestudenten. Meer precieze informatie wordt beschikbaar gesteld via Toledo.

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven aan het begin van het eerste semester. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Evidence-based beleid en beleidsadvisering (B-KUL-S2D08a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie van dit opleidingsonderdeel bestaat uit tussentijdse groepsopdrachten, één afrondende groepspaper, peer assessment en individuele policy briefs. De tussentijdse opdrachten zijn beperkt in omvang en hebben zowel een formatieve (voorbereiden op de beleidsnota) als een summatieve functie.

 

A. De tussentijdse groepsopdrachten en afrondende groepspaper:

De afrondende groepspaper betreft het schrijven van een beleidsnota over een beleidsprobleem. In de beleidsnota wordt het probleem geanalyseerd, wordt een oplossingsanalyse uitgevoerd en wordt een advies geformuleerd. De neerslag van de opdracht gebeurt in schriftelijke vorm.  De tussentijdse groepsopdrachten omvatten verschillende onderdelen die aanwezig moeten zijn in de afrondende groepspaper. De precieze richtlijnen worden bij aanvang van het semester op Toledo geplaatst. Om de studenten te ondersteunen worden voor het groepswerk twee peerfeedbacksessies georganiseerd.

De tussentijdse groepsopdrachten tellen mee voor 4 van de totale punten. De punten op de groepsopdrachten worden bepaald op basis van het indienen van de groepsopdrachten en de feedback tijdens de peerfeedbacksessies.

De afrondende groepspaper telt mee voor 12 van de totale punten. De punten op de afrondende groepspaper worden bepaald op basis van de schrijfopdracht en een peer assessment.

 

B. De individuele policy briefs:

De twee individuele policy briefs tellen mee voor 4 van de totale punten. Een brief handelt over het toekomst-proof maken van het in de groepspaper voorgestelde beleid. De andere policy brief adviseert over strategieën voor het verwerven van draagvlak voor het in de groepspaper voorgestelde beleid. De precieze richtlijnen worden bij aanvang van het semester op Toledo geplaatst.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door het didactisch team, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het eindresultaat van het opleidingsonderdeel wordt als volgt bepaald: de groepsopdrachten en -paper op 16 punten en de individuele opdrachten op 4 punten.

Indien de student niet deelneemt aan de tussentijdse groepsopdrachten of de afrondende groepspaper, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel. Ook wanneer de student de individuele policy briefs niet indient, krijgt de student NA voor het gehele opleidingsonderdeel.

De inleveringstermijn en deadlines worden vastgelegd door de docenten en via Toledo meegedeeld. Bij het indienen van de opdrachten worden de afgesproken deadlines gerespecteerd.  Indien de deadline van een opdracht niet wordt gerespecteerd, wordt verondersteld dat de student niet deelneemt aan die opdracht. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen van de deadlines. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst.

Plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) is een vorm van examenfraude die bestaat uit elke overname zonder adequate bronvermelding van het werk (ideeën, teksten, structuren, beelden, plannen, ...) van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm. De overname van eigen werk zonder bronvermelding wordt als examenfraude beschouwd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

 

Herkansen

De studenten die niet slagen voor dit opleidingsonderdeel krijgen een tweede examenkans. Deze kan verschillen van de eerste examenkans afhankelijk van de punten die de student heeft behaald op de verschillende opdrachten in de eerste zittijd. De concrete modaliteiten voor de tweede examenkans worden ten laatste begin juli gecommuniceerd via Toledo. De student moet enkel de evaluatieonderdelen waarvoor hij/zij niet geslaagd is hernemen.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Beleidsevaluatie (B-KUL-S0D10A)

5 studiepunten Nederlands 26 Niet ingerichtNiet ingericht
N.

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan het begrip 'beleidsevaluatie' definiëren.
  • De student kan het begrip 'beleidsevaluatie' afbakenen tegenover andere beleidsondersteunende functies.
  • De student kan een overzicht geven van de belangrijkste ontwikkelingen in theorievorming over beleidsevaluatie.
  • De student kan de verschillende stappen van een evaluatieproces uiteenzetten: structurering (stakeholders, evaluatievragen en -criteria), dataverzameling en -analyse, beoordeling, communicatie van resultaten, conclusies en aanbevelingen.
  • De student kan verschillende methoden en technieken om beleid te evalueren (ex ante, tussentijdse en ex post evaluatie) beschrijven.
  • De student kan een evaluatierapport beoordelen.
  • De student kan het belang van beleidsevaluatie en van de potentiële meerwaarde van evaluatie voor het beleid doorheen de beleidscyclus becommentariëren.
  • De student kan evaluatieonderzoek ontwerpen en daarover zowel schriftelijk (in geschreven standaardtaal) als mondeling rapporteren.
  • De student kan zelfstandig en in team een opdracht plannen en uitvoeren en een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat.
  • De student is in staat zich uit te drukken in geschreven en gesproken standaardtaal.

 

Deze doelstellingen worden bij aanvang van het opleidingsonderdeel aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student basiskennis van de onderzoeksmethoden en -technieken van de politieke wetenschappen (zoals aangeboden in S0A18A Methodologie van de sociale wetenschappen); en van beleidsanalyse (zoals aangeboden in S0A74A Policy Analysis of equivalent).

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Beleidsevaluatie (B-KUL-S0D10a)

5 studiepunten : College 26 Niet ingerichtNiet ingericht
N.

Inhoud

INHOUD

Beleidsevaluatie is als een Zwitsers zakmes: er zijn veel toepassingsmogelijkheden én je kan ermee snijden. Het beoordelen van nieuw en bestaand beleid op effectiviteit, efficiëntie en billijkheid staat hoog op de overheidsagenda en wint nog aan belang door de financiële crisis en de coronacrisis. Was het beleid zinvol? Waren de beleidsacties effectief? En hoe kan het beter in de toekomst? In dit vak staan we stil bij het wie, wat, waarom, wanneer en het hoe van beleidsevaluatie. We gaan daarnaast in gesprek met experts in beleidsevaluatie tijdens gastcolleges en/of -bezoeken. Tot slot stellen we een fictieve offerte op voor een échte evaluatieopdracht.

Concreet bestaat dit opleidingsonderdeel uit de volgende inhoudelijke componenten:

INLEIDING

  • Beleidsevaluatie: Omschrijving en definitie
  • Afbakening ten aanzien van andere beleidsondersteunende functies
  • Types van beleidsevaluatie
  • Functies van beleidsevaluatie

HET EVALUATIEPROCES (1) – Afbakenen van de evaluatie

  • Definiëren van het evaluandum
  • Selecteren van stakeholders
  • Selecteren van evaluatievragen en –criteria
  • Kiezen van evaluatietechnieken: selectiecriteria

HET EVALUATIEPROCES (2) – Beleidstheorie en de afbakening van evaluaties

  • Van probleemdefinitie naar beleidsinterventie
  • Beleidstheorie en veranderingsmodel
  • Logische modellering
  • Sterktes en aandachtspunten van beleidstheorie

HET EVALUATIEPROCES (3) – Dataverzameling en indicatoren

  • Databronnen voor beleidsevaluatie
  • Monitoring en evaluatie
  • Indicatoren: types en ratio’s
  • Ontwikkelen van indicatoren
  • Het meten zelf: betrouwbaarheid en validiteit
  • Kritisch omgaan met meten en indicatoren

EVALUATIETYPES (1) – Ex ante evaluatie

  • Ex ante evaluatie van de beleidsrelevantie
  • Ex ante evaluatie van de coherentie en consistentie van beleid
  • Ex ante evaluatie van de beleidsimplementatie   
  • Ex ante evaluatie van verwachte effecten en impact       
  • Ex ante: kostenbaten- en kosteneffectiviteitsanalyse      
  • Ex ante evaluatie van beleidsalternatieven

EVALUATIETYPES (2) – Ex post evaluatie: rationeel-analytische designs

  • Meten, luisteren en bezoeken: 3 benaderingen op ex post evaluatie
  • Criteria voor ex post evaluatie
  • Ex post evaluatie op doelbereiking          
  • Ex post evaluatie op beleidseffectiviteit
  • Experimentele designs

EVALUATIETYPES (3) – Ex post evaluatie: alternatieve designs

  • Realistische evaluatie: benadering en methoden
  • Participatieve benadering en methoden van beleidsevaluatie

STAPPENPLAN, KWALITEITSEISEN EN BENUTTING VAN BELEIDSEVALUATIES

  • Stappenplan voor een beleidsevaluatie
  • Kwaliteitseisen voor evaluatieonderzoek, evaluatoren en opdrachtgevers
  • Benutting van evaluatieonderzoek

INSTITUTIONALISERING VAN BELEIDSEVALUATIE

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven, wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Een vierdelige handleiding: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Een selectie van hoofdstukken uit een handboek: meer informatie via Toledo;
  • PowerPointpresentaties: ter beschikking gesteld via Toledo;
  • Aanvullende literatuur, informatie, en eventuele kennisclips: ter beschikking gesteld via Toledo.

De vierdelige handleiding, de boekhoofdstukken; PowerPointpresentaties, en eventuele kennisclips zijn verplicht studiemateriaal. Via Toledo zal duidelijk worden gecommuniceerd welk materiaal inderdaad examenleerstof is.

Referenties vierdelige handleiding:

  • De Peuter B., De Smedt J. en Bouckaert G. (2007). Handleiding beleidsevaluatie. Deel 1: Evaluatiedesign en -management. Leuven: Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen.
  • De Peuter B., De Smedt J., Van Dooren W. en Bouckaert G. (2007). Handleiding beleidsevaluatie. Deel 2: Monitoring van beleid. Leuven: Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen.
  • De Peuter B., De Smedt J. en Bouckaert G. (2007). Handleiding beleidsevaluatie. Deel 3: Evaluatietechnieken. Leuven: Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen.
  • De Peuter B., De Smedt J. en Bouckaert G. (2007). Handleiding beleidsevaluatie. Deel 4: Praktijkvoorbeelden. Leuven: Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen.

Referentie handboek (meer informatie via Toledo):

  • van der Knaap P., Pattyn V. en Hanemaayer, D. (2020). Beleidsevaluatie in theorie en praktijk. Boom Bestuurskunde: Den Haag.

Toelichting werkvorm

Het onderwijs in dit opleidingsonderdeel zal hoofdzakelijk on campus worden gegeven; mogelijk worden bepaalde onderdelen online gedoceerd (wanneer dat het geval is, wordt dit gecommuniceerd via Toledo).     

De studenten moeten een groepsopdracht maken. Ze worden hierbij begeleid in de vorm van (een) vragensessie(s) waarin de groepen de kans krijgen om vragen te stellen in verband met hun opdracht.

Studenten integreren de inhoud van de lessen en het studiemateriaal tot een coherent, samenhangend en genuanceerd geheel in de schrijfopdracht en op het examen. 

Dit opleidingsonderdeel wordt in blokonderwijs gegeven aan het begin van het tweede semester. 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Beleidsevaluatie (B-KUL-S2D10a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Presentatie, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De evaluatie van dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee partiële evaluaties. Enerzijds is er een schriftelijk, gesloten boek examen tijdens de examenperiode. Anderzijds wordt de student geëvalueerd op basis van een schrijfopdracht en presentatie in het kader van een groepswerk.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door het didactisch team, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Beide onderdelen van het examen (groepsopdracht en schriftelijk examen) staan op 50% van de punten. Om geslaagd te zijn voor het vak, dient men voor beide onderdelen geslaagd te zijn. Er wordt dus niet gecompenseerd tussen groepsopdracht en examen.

 

1. De groepsopdracht:

De opdracht zal bij het begin van de lessenreeks op Toledo worden geplaatst. De neerslag van de opdracht gebeurt in schriftelijke vorm en in de vorm van een presentatie. De punten van de opdracht worden bepaald op basis van de schrijfopdracht, de presentatie en een peer-assessment.

 

2. Schriftelijk examen:

Het schriftelijk, gesloten boek examen bestaat uit een combinatie van meerkeuzevragen, identificatievragen, en toepassingsvragen. 

A. Meerkeuzevragen

  • Gesloten meerkeuzevragen zonder giscorrectie.
  • Met deze vragen wordt de kennis en het inzicht van de studenten getoetst.
  • Na analyse van de resultaten, kunnen er meerkeuzevragen worden geschrapt omwille van problemen met de vraagstelling of een bijzonder lage correlatie met het algemene resultaat, zodat wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van het examen.

B.  Identificatievragen

  • Antwoord bestaat uit korte omschrijving of definitie van een concept of naam.
  • Met deze vragen wordt getoetst of de studenten hun kennis en inzicht kunnen synthetiseren tot een bondige omschrijving.

C. Toepassingsvragen (analyse van case, of artikel, of cijferdata…)

  • Open vragen
  • Met deze vragen wordt getoetst of de studenten literatuur en theorie kunnen toepassen op een case, artikel of cijferdata en hun bevindingen kunnen evalueren.

 

Indien de student niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

 

Bij het vormen van groepen voor de groepsopdracht, en het indienen van de opdracht worden de afgesproken deadlines gerespecteerd. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, kan de student niet deelnemen aan het afrondend examen en wordt de eindbeoordeling voor het opleidingsonderdeel NA (niet afgelegd), tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men contact op te nemen met de ombudsdienst. Deadlines worden tijdig meegedeeld via Toledo.

 

Plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) is een vorm van examenfraude die bestaat uit elke overname zonder adequate bronvermelding van het werk (ideeën, teksten, structuren, beelden, plannen, ...) van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm. De overname van eigen werk zonder bronvermelding wordt als examenfraude beschouwd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

 

Herkansen

De studenten die niet slagen voor dit opleidingsonderdeel krijgen een tweede examenkans. Deze kan wel verschillen van de eerste examenkans. De tweede examenkans bestaat uit een opdracht en/of schriftelijk examen op basis van de punten op de verschillende examenonderdelen. Studenten die tijdens de eerste examenkans niet zijn geslaagd voor de groepsopdracht, dienen deze te herwerken. De opdracht zal opnieuw voor de helft van de punten in rekening worden genomen. Het schriftelijk examen telt mee voor de andere helft van de punten. De concrete modaliteiten voor de tweede examenkans worden ten laatste begin juli gecommuniceerd via Toledo.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Masterproef (B-KUL-S0D13B)

17 studiepunten Nederlands 26 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor creditcontract
Brans Marleen |  N. |  Lingier Paulien (medewerker)

Doelstellingen

De masterproef is het sluitstuk van de master in het overheidsmanagement en -beleid. Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan zelfstandig relevante bronnen uit de domeinen overheidsmanagement, beleidskunde en/of bestuurskunde opzoeken, selecteren, kritisch beoordelen en er op correcte wijze naar verwijzen.
  • De student kan de verschillende fasen van het wetenschappelijk onderzoek identificeren en toepassen en kan de sterktes en zwaktes van elke fase herkennen en benoemen.
  • De student kan een probleemstelling omzetten in onderzoeksvragen, de verbinding maken met relevante academische literatuur, een gepast methodologisch onderzoekskader opstellen en een volledige (empirische) cyclus doorlopen om de onderzoeksvragen te beantwoorden.
  • De student kan de meest voorkomende onderzoeksmethoden en -ontwerpen in het domein van overheidsmanagement en –beleid identificeren en kritisch beoordelen.
  • De student kan de meest gepaste onderzoeksmethode(n) selecteren om data te verzamelen, deze keuze op een wetenschappelijke manier onderbouwen, en de sterktes en zwaktes ervan toelichten.
  • De student kan genuanceerd en waarheidsgetrouw over zijn/haar onderzoeksresultaten rapporteren.
  • De student kan reflecteren over de wetenschappelijke waarde van zijn/haar onderzoeksresultaten.
  • De student kan aantonen dat hij/zij de leerinhoud van de opleiding of van bepaalde opleidingsonderdelen van de master in het overheidsmanagement en -beleid verwerkt heeft en op een actieve wijze kan toepassen.
  • De student kan reflecteren over zijn/haar eigen onderzoek en dat van medestudenten, en op een gepaste manier constructieve feedback verwerken.
  • De student kan nauwgezet en op een wetenschappelijke manier zelfstandig een onderzoek uitvoeren en hierover schriftelijk en mondeling rapporteren.
  • De student kan zich uitdrukken in geschreven en gesproken standaardtaal.
  • De student kan zelfstandig een complex project uitvoeren.
  • De student kan de masterproef schrijven in academische stijl, zowel naar vorm als naar taalgebruik.

Het tijdig indienen van een startnota, het ontvangen van een ‘pass’ voor het OLA Werkcollege masterproef, en het indienen van een plagiaatattest zijn drie bindende voorwaarden om de masterproef te mogen indienen en tot de verdediging te worden toegelaten. Meer informatie over de deadline en vereiste omvang van de startnota staat in het masterproefreglement dat op het Studenteportaal te vinden is. 

Begintermen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds volgende doelstellingen bereikt:

  • De student is vertrouwd met de denkkaders uit het overheidsmanagement en -beleid en sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden
  • De student kan op een kritische manier omgaan met deze denkkaders en onderzoeksmethoden
  • De student kan een eenvoudig sociaal-wetenschappelijk onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren.
  • De student kan reeds verworven methodologische vaardigheden toepassen op het verzamelen van data en het analyseren van data
  • De student beheerst de basis academische vaardigheden die hem/haar in staat stellen om genuanceerd en waarheidsgetrouw te argumenteren, rapporteren en presenteren.
  • De student kan zich inleven in de maatschappelijke realiteit, haar problemen, waarden- en normenstelsels.
  • De student kan de basiskenmerken en geledingen van de publieke sector benoemen.
  • De student kan zelfstandig werken.

 

Studenten krijgen enkel een masterproefonderwerp en promotor toegewezen wanneer ze het OPO Masterproef in hun ISP opnemen.

Plaats in het onderwijsaanbod

Onderwijsleeractiviteiten

Masterproef (B-KUL-S0D13a)

15 studiepunten : Masterproef 10 Beide semestersBeide semesters
N.

Inhoud

De masterproef vormt het sluitstuk van de opleiding en zorgt voornamelijk voor een integratie van (1) theorie, methodologie en de onderzoekspraktijk en (2) de drie rollen van de opleiding: de praktijkgerichte deskundige, de reflectieve professional en de beleidsgerichte onderzoeker.

De concrete inhoud van de masterproef wordt bepaald door de student in overleg met zijn/haar promotor. Het spreekt voor zich dat de inhoud van de masterproef dient aan te sluiten bij en de onderzoeksvraag relevant dient te zijn in het domein van het overheidsmanagement, beleidskunde en/of bestuurskunde. De onderzoeksvraag dient op een methodologisch correcte manier te worden onderzocht, binnen een gepast theoretisch kader.

Het onderwerp moet kritisch onderzocht worden en getuigen van een eigen visie. De student geeft in de masterproef dus niet enkel een samenvatting van bestaande teksten of een loutere beschrijving van de situatie, maar voegt ook een kritische reflectie en analyse van de bestaande theorieën, gebruikte methodologie en gevonden resultaten toe.

Er wordt aan de student de mogelijkheid gegeven een vrijwillige stage te doen bij een organisatie in het kader van de masterproef.  De masterproef is daarbij meer dan enkel een rapportering in de vorm van een stagerapport. De stage is een onderdeel van het onderzoek dat gevoerd wordt en dit moet wetenschappelijk aangetoond kunnen worden. De stage kan diverse vormen aannemen: interviews, meewerken aan projecten binnen de organisatie, participeren aan vergaderingen, enz. De stage maakt dus deel uit van de onderzoeksmethodologie in het zoeken naar een antwoord op de onderzoeksvraag in de masterproef.

Studiemateriaal

Documentatie wordt ter beschikking gesteld via Toledo. Het masterproefreglement en praktische informatie over de masterproef en het onderzoeksproces kunnen worden teruggevonden op de facultaire website (http://soc.kuleuven.be/masterproef). De belangrijkste elementen worden tevens tijdens het OLA Werkcollege masterproef toegelicht.

Om hun masterproef te kunnen schrijven, dienen de studenten zelf het nodige bronmateriaal te verzamelen.

Toelichting werkvorm

De basis van een masterproef is een onderzoeksvraag. Het masterproefonderzoek start met een literatuurstudie die de onderzoeksvraag kadert binnen een bredere probleemstelling en theoretisch kader. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, passen de studenten een specifieke onderzoeksmethode toe. Deze is aangepast aan het type onderzoeksvraag en de doelstellingen van het masterproefonderzoek en kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld casestudies, (diepte) interviews, enquêtes, statistische data-analyse, enz. Vervolgens analyseren de studenten de verworven data en formuleren ze een conclusie waarin de onderzoeksvragen worden beantwoord op basis van de eigen resultaten alsook in het licht van bestaande literatuur.

Studenten leveren doorheen het onderzoeksproces eigen ideeën aan, tonen hun eigen visie en maken niet louter een samenvatting van bestaande teksten.

Studenten maken afspraken met hun promotor of begeleider om feedback en advies te verkrijgen. Dit is van belang om te voldoen aan de kwaliteits- en vormvereisten verbonden aan de masterproef. Het tijdig indienen van de masterproef betekent immers niet dat de student automatisch slaagt voor de OLA.  Alle hoofd- en randcriteria worden hiervoor in overweging genomen.

Studenten krijgen de mogelijkheid om in het kader van hun masterproef een stage te lopen. De stage heeft volgende doelstellingen:

  • Geïnteresseerde studenten confronteren met de praktijk van hun vakgebied;
  • Een bijdrage leveren tot de formulering van het antwoord op de onderzoeksvraag;
  • Inzicht creëren in de realiteit waarrond het masterproefonderwerp handelt.

Werkcollege masterproef (B-KUL-S0H51a)

2 studiepunten : Practicum 16 Beide semestersBeide semesters
Brans Marleen |  Lingier Paulien (medewerker)

Inhoud

Het werkcollege heeft tot doel studenten te ondersteunen in het onderzoeks- en schrijfproces van hun masterproef. Het is aanvullend op het overleg met en de feedback van de promotor en/of dagelijks begeleider, en reikt algemene handvatten aan voor het voeren van sociaalwetenschappelijk onderzoek. 

Het werkcollege gaat dieper in op de essentiële stappen in het onderzoeksproces voor de masterproef. De student wordt inzicht gegeven in hoe een onderzoek wordt afgebakend, hoe onderzoeksvragen worden opgesteld, hoe een literatuurstudie en een theoretisch kader vorm krijgen, hoe een geschikte methodologie wordt bepaald, en hoe de dataverzameling en –analyse opgezet kunnen worden. Daarnaast gaat het werkcollege ook in op het academisch schrijfproces. Voor beide elementen (het onderzoeks- en schrijfproces) worden tips en tricks gegeven en waar mogelijk (goede en slechte) voorbeelden besproken.

Ieder on campus (hoor)college wordt voorafgegaan door weblectures, bestaande uit een mix van kennisclips en getuigenissen van onderzoekers en studenten. Daarnaast wordt van de student verwacht dat zij/hij teksten op voorhand leest en oefeningen voorbereidt. Tijdens de colleges worden deze teksten en oefeningen besproken en is er gelegenheid om vragen te stellen.

Daarna werken studenten gedurende drie peer review-sessies verschillende stappen uit die hen voorbereiden op het schrijven van hun startnota (zie beneden). Voorafgaand aan elke sessie, schrijven studenten een korte paper waarin ze de geleerde lessen toepassen met betrekking tot de onderzoeksvraag, literatuuronderzoek, methodologie en data-analyseplan. Zo ontwikkelen de studenten de belangrijkste componenten van hun onderzoeksvoorstel voor de masterproef. Tijdens de peer review-sessies worden de papers kritisch besproken. Het tijdig indienen van de korte papers en deelname aan de peer review-sessies is verplicht.

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt dat ter beschikking wordt gesteld via Toledo:

  • Handleidingen en ander relevant studiemateriaal
  • Presentaties
  • Kennisclips
  • Voorbeelden
  • Eigen notities

Toelichting werkvorm

Deze onderwijsleeractiviteit wordt ingericht volgens de principes van blended learning, waarbij online onderwijs en contactonderwijs worden gecombineerd.

De online component omvat weblectures, aanbevolen literatuur en voorbereidende opdrachten beschikbaar op Toledo. De weblectures bestaan uit een mix van kennisclips, getuigenissen van onderzoekers en getuigenissen van studenten. Na het bekijken van de weblectures en het lezen van teksten, wordt van de studenten verwacht dat ze een reeks oefeningen voorbereiden.

Het contactonderwijs omvat interactieve sessies waarbij deze teksten en oefeningen collectief besproken worden, er ruimte is om vragen te stellen en er verdiepend wordt gewerkt.

Om de aangereikte kennis in de praktijk om te zetten, worden er naast de colleges drie peer review-sessies georganiseerd rond:

  • Onderzoeksvragen en literatuuroverzicht
  • Onderzoeksontwerp
  • Dataverzameling en analys

Tijdens deze peer review-sessies moeten de studenten in kleine groep hun eigen onderzoek presenteren en schriftelijk en mondeling feedback geven op de papers van andere studenten. Deelname aan de peer review-sessies en het voorafgaandelijk indienen van voorbereidende papers/peer-evaluaties is verplicht. De deadlines en het uurrooster van de peer review-sessies worden gecommuniceerd via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef (B-KUL-S2D13b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten

Toelichting

Evaluatiekenmerken

De beoordeling van de masterproef gebeurt op basis van het eindproduct, het doorlopen proces en de verdediging.

Vooraleer de student de masterproef kan indienen en verdedigen voor een jury, dient te worden voldaan aan drie bindende voorwaarden: startnota, plagiaatcertificaat en werkcollege.

 

1. STARTNOTA

De startnota is een paper (minimum 3.000 woorden) waarin de probleemstelling, het theoretisch kader en het methodologisch kader van het masterproef wordt uiteengezet. De student voegt ook een stappenplan toe waarin het verdere onderzoeksproces wordt toegelicht. De startnota wordt geschreven op basis van de kleinere papers die zijn ingediend ter voorbereiding van de peer review-sessies van het werkcollege masterproef, in overleg met de promotor/dagelijks begeleider.

De geldigheid van de startnota is beperkt tot de duur van het lopende academiejaar. Studenten die zich in een volgend academiejaar herinschrijven voor het OPO Masterproef, dienen opnieuw een startnota in, conform het onderstaande tijdsschema.

  • Studenten die de masterproef tijdens de junizittijd wensen te verdedigen, dienen uiterlijk op de dinsdag voor de kerstvakantie een start- of voortgangsnota in.

  • Studenten die de masterproef tijdens de septemberzittijd wensen te verdedigen, dienen uiterlijk op de donderdag voor de paasvakantie een start- of voortgangsnota in.  

  • Studenten die de masterproef tijdens de januarizittijd wensen te verdedigen, dienen uiterlijk op de ISP-deadline van het eerste semester een voortgangsnota in, die minimaal de informatie omvat van een startnota, aangevuld met een werkplanning en eventueel de reeds (min of meer) voltooide hoofdstukken van de masterproef.

Het tijdig en correct indienen van de start- of voortgangsnota geldt als voorwaarde om de masterproef te mogen indienen en tot de verdediging te worden toegelaten. 

 

2. PLAGIAATATTEST

Ter voorbereiding van de masterproef hernieuwen studenten hun kennis en vaardigheden inzake plagiaatpreventie. Zij nemen hiertoe deel aan het facultaire plagiaatpreventietraject dat bestaat uit het doorlopen van een online opfrissingscursus die door de universiteitsbibliotheek binnen de Toledo-omgeving wordt aangeboden. Zij nemen tevens deel aan een aan deze cursus gekoppelde toets. Een elektronisch certificaat wordt uitgereikt aan studenten die voor deze toets slagen.

Het tijdig en correct indienen van het plagiaatcertificaat geldt als tweede voorwaarde om de masterproef te mogen indienen en tot de verdediging te worden toegelaten. 

 

3. WERKCOLLEGE 

Slagen voor de OLA Werkcollege masterproef geldt als een derde bindende voorwaarde om de masterproef te mogen indienen en tot de verdediging te worden toegelaten.  

De student zal worden beoordeeld op basis van volgende elementen:

  • Tijdig indienen van drie korte papers voorafgaand aan de relevante peer review-sessies
  • Tijdig indienen van zes korte reflectieverslagen voorafgaand de peer review-sessies en sessies van het tweede semester
  • Verplichte aanwezigheid en actieve deelname aan alle drie de peer review-sessies

De instructies bij de opdrachten en de deadlines voor indiening zullen worden meegedeeld tijdens de eerste sessie en via Toledo.

Alle studenten die de masterproef in hun ISP hebben opgenomen, volgen het OLA Werkcollege masterproef – ook de studenten die de masterproef voor een tweede of derde keer in hun ISP opnemen. De studenten die de vorige jaren het werkcollege opnamen in hun ISP dienen contact op te nemen met de docent om een eventueel aangepast traject voor het werkcollege te bespreken.

 

4. MASTERPROEF

De masterproef telt 10.000 woorden met een marge van 10%. Meer informatie over de vorm van de masterproef kan worden gevonden in de instructies onder het OLA masterproef of op het masterproefportaal.

De masterproef wordt ingediend in december (voor de januarizittijd), in mei (voor de junizittijd) of in augustus (voor de septemberzittijd).

 

5. VERDEDIGING

De masterproef wordt mondeling verdedigd in de taal van de opleiding. De jury of masterproefcommissie bestaat uit de promotor, eventueel de dagelijks begeleider, een verslaggever en een voorzitter. De verdediging duurt maximaal 30 minuten. De student geeft eerst een toelichting van 8 minuten. Daarna stellen de promotor (en dagelijks begeleider) een aantal vragen, gevolgd door de verslaggever. Meer informatie over de vorm van de verdediging kan worden geraadpleegd op het masteproefportaal.

 

Bepaling eindresultaat

1. MASTERPROEF

De masterproef wordt beoordeeld door de jury, zoals meegedeeld via het facultair masterproefreglement en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

De criteria voor het bepalen van het eindresultaat kunnen worden onderverdeeld in hoofd- en randcriteria. De hoofdcriteria zijn fundamenteel voor de eindbeoordeling, de randcriteria zijn corrigerend.

 

Hoofdcriteria:

  • In welke mate leidt het probleem tot een duidelijke, theoretisch onderbouwde en relevante onderzoeksvraag?
  • Heeft de student een aangepaste methodologie gebruikt en deze correct toegepast?
  • Heeft het werkstuk een logische en overzichtelijke structuur, is het taalkundig correct en geschreven in een wetenschappelijk taalregister?
  • Zijn de bronnen relevant en de verwijzingen correct?
  • Wat is de persoonlijke inbreng van de student?
  • Zijn de conclusies duidelijk, relevant en correct?

 

Randcriteria

  • Hoe verliep het proces?
  • Hoe verliep de verdediging?

 

Meer informatie over de vormvereisten en de procedure kan worden geraadpleegd op het masteproefportaal.

Bij het indienen van de masterproef wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt de student een ‘niet afgelegd’ (NA) voor het gehele opleidingsonderdeel. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Een nieuwe indieningsdatum kan enkel toegestaan worden om zwaarwichtige redenen.

De verdediging van de masterproef is een fundamenteel onderdeel van de evaluatie van de masterproef. Niet deelnemen aan de verdediging leidt tot een ‘niet afgelegd’ (NA) voor het  gehele opleidingsonderdeel. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de verdediging contact op te nemen met de ombudsdienst.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

 

2. WERKCOLLEGE MASTERPROEF

De studenten worden beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling.

Voor deze onderwijsleeractiviteit wordt gewerkt met een geslaagd/niet geslaagd (pass/fail) beoordeling. Om te slagen dienen de studenten alle opdrachten uit te voeren en tijdig in te dienen. Daarnaast dienen ze actief deel te nemen aan de peer review-sessies.

Bij het indienen van opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt de student een ‘niet geslaagd’ (fail) voor de OLA Werkcollege masterproef. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Een nieuwe indieningsdatum kan enkel bepaald worden om een zwaarwichtige reden na aanvraag.

Deelname aan de peer review-sessies is verplicht. In geval van ongeldige afwezigheid krijgt de student een ‘niet geslaagd’ (fail) voor de OLA Werkcollege masterproef. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan waardoor de student niet kan deelnemen, dient men voor de peer review-sessie contact op te nemen met de ombudsdienst.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (www.kuleuven.be/onderwijs/oer).

 

Herkansen

1. MASTERPROEF

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

 

2. WERKCOLLEGE MASTERPROEF

Studenten die niet slagen voor dit opleidingsonderdeel krijgen een herkansing. De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing verschillen van die van de eerste examenkans. Studenten moeten een alternatieve opdracht indienen. De concrete modaliteiten en de deadline voor indiening worden ten laatste begin juli via Toledo gecommuniceerd.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'

ECTS Politieke partijen (B-KUL-S0D27B)

4 studiepunten Nederlands 26 Eerste semesterEerste semester

Doelstellingen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student kan in hun eigen woorden de rol van collectieve politieke actoren (i.e. politieke partijen) weergeven;
  • De student kan verder ingaan op zowel de historische ontwikkeling van deze actoren als op comparatieve benaderingen (collectieve politieke actoren in verschillende Westerse samenlevingen);
  • De student beschikt over duidelijke theoretische kaders voor de studie van politieke partijen;
  • De student verwerft inzicht in de politiek-wetenschappelijke theorievorming over politieke partijen. Meer bepaald verwerft de student inzicht in de volgende aspecten van de wetenschappelijke analyse van politieke partijen: types van politieke partijen en de historische ontwikkeling daarvan, de interne besluitvorming van politieke partijen, het systeem van partij- en campagnefinanciering in België bekeken vanuit een historisch en vergelijkend perspectief.
  • De student heeft inzicht in de onderzoeksprocessen op het vlak van de wetenschappelijke analyse van politieke partijen;
  • De student kan deze verworven kennis toepassen op de actualiteit met betrekking tot de politieke partijen in België en de EU;
  • De student kan kritisch reflecteren over de rol van de politieke partijen, de besluitvorming binnen politieke partijen en de wijze waarop partijen en campagnes worden gefinancierd;
  • De student kan kritisch reflecteren over de verworvenheden en beperkingen van de onderzoeksbevindingen en inzichten op het vlak van de analyse van de politieke partijen;
  • De student kan een casus ontleden en duiden met de geziene theorieën.

 

Deze doelstellingen worden aan het begin van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Begintermen

Voor het aanvatten van dit opleidingsonderdeel heeft de student reeds de volgende doelstellingen bereikt:

  • De student is vertrouwd met de voornaamste politiek-wetenschappelijke inzichten, in het bijzonder wat betreft de werking van het politieke systeem, de rol van politieke partijen en de historische ontwikkeling daarvan;
  • De student is vertrouwd met de belangrijkste methoden en technieken van het politiek-wetenschappelijke onderzoek. In het bijzonder hebben ze enige notie van sociale statistiek en multivariate analyse;
  • De student kan wetenschappelijke teksten lezen en analyseren en de resultaten van politiek-wetenschappelijk onderzoek interpreteren en kritisch beoordelen, meer bepaald op het vlak van de vergelijkende politicologie en de politieke sociologie;
  • De student heeft een geïnteresseerde, leergierige en zoekende ingesteldheid met het oog op het begrijpen van de wijze waarop politieke partijen functioneren;
  • De student is gemotiveerd om de politieke actualiteit met betrekking tot politieke partijen en sociale bewegingen in België van nabij te volgen.


Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de kennis, vaardigheden en houding die werden ontwikkeld in de volgende opleidingsonderdelen:

  • S0A21A/S0A21B Politicologie
  • S0A51B/S0A51C Politieke geschiedenis van België
  • S0A54A Politieke sociologie
  • S0D28B Kiesstelsels en politieke systemen
  • S0O16A Vergelijkende politiek
  • S0A17E Statistiek van de sociale wetenschappen
  • S0F15A Kwantitatieve onderzoeksmethoden: data-analyse 1

 

Het vooraf gevolgd hebben van deze of vergelijkbare opleidingsonderdelen strekt tot aanbeveling, maar is geen formele vereiste.

Onderwijsleeractiviteiten

Politieke partijen (B-KUL-S0D27a)

4 studiepunten : College 26 Eerste semesterEerste semester

Inhoud

Het luik rond politieke partijen focust voornamelijk op deze thema’s:

 

I. Types van politieke partijen

 

II. Systemen van partij- en campagnefinanciering, zowel in België als vanuit vergelijkend perspectief. Meer bepaald:

  • De privé-inkomsten van de politieke partijen
  • De publieke inkomsten van de politieke partijen
  • De verkiezingsuitgaven van de politieke partijen en de kandidaten
  • De boekhouding van de partijen
  • De financiële strategie van partijen
  • Partijen en partijfinanciering in de Europese Unie

 

III. Interne besluitvorming binnen politieke partijen, met aandacht voor zowel bestaande theorieën en modellen als voor concrete toepassingen, onder meer:

  • Democratisering en de ijzeren wet van de oligarchie
  • De lijstvorming
  • De verkiezing van de voorzitter

Studiemateriaal

Om dit opleidingsonderdeel vorm te geven wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

  • Handboek dat verkrijgbaar is bij Politika Cursusdienst: B. Maddens, J. Smulders & W. Wolfs (2019). De prijs van politiek. Over de portefeuille van de partijen. Tielt: Lannoo;
  • Teksten en PowerPointpresentaties die te beschikking worden gesteld via Toledo;
  • Eigen notities.

 

Toelichting werkvorm

De lessen zijn interactief. Van studenten wordt verwacht dat ze actief meedenken, ideeën inbrengen en vragen stellen.

Voor de lessen over partijfinanciering wordt er gewerkt met een flipped classroom-systeem, waarbij studenten de leerinhoud online moeten voorbereiden en deze actief in de les wordt verwerkt aan de hand van diepgaande discussies, casestudies, presentaties, … 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Politieke partijen (B-KUL-S2D27b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

Toelichting

Evaluatiekenmerken

Schriftelijk, gesloten boek examen met open vragen.

De vragen peilen naar het inzicht in en de kennis van de aangeboden leerstof. Daarbij kan bijvoorbeeld worden getoetst of de studenten tabellen of grafieken correct kunnen interpreteren, of ze verbanden kunnen leggen tussen verschillende onderdelen van de cursus en of ze bepaalde inzichten kunnen toepassen op de actualiteit.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

 

Herkansen

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de herkansing zijn identiek aan die van de eerste examenkans, zoals hierboven beschreven.

Toelichting bij herkansen

Zie toelichting bij 'herkansen'.

ECTS Digital Public Governance (B-KUL-S0D35B)

6 ECTS English 26 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
Crompvoets Joep |  N. |  Mahula Stanislav (cooperator)

Aims

Throughout this course the students acquire the following knowledge, skills and attitudes:

  • The student is familiar with the key components of digital public governance.
  • The student is acquainted with key technologies related to  digital public governance .
  • The student is familiar with and can report on current digital public governance practices at different administrative levels: local, regional, national, European and international.
  • The student is familiar with and understands the rationale behind key policies for the digital public governance sector at different administrative levels.
  • The student is acquainted with key challenges (legal, ethical, technological, security, financial, and governance) in the context of digital public governance.
  • The student is acquainted with issues related to digital transformation in the public sector.
  • The student can describe and explain the main principles and trends relating digital public governance.
  • The student can identify the peculiarities in the field of digital public governance.
  • The student can recognize the possibilities and limitations of current digital services for public service deliveries and policymaking.
  • The student can identify the added public values of digital public governance .
  • The student can identify and describe the key characteristics and recent developments in digital public governance (e.g. Open Data, Linked Data, Big Data, Cloud Computing, AI).
  • The student can explain how new and emerging technologies can be applied in order to innovate the public sector in a changing society.
  • The student can identify the key actors relevant for the development, implementation and management of applications within the public sector.
  • The student can develop and present a strategy for an organization concerning a public sector innovation.
  • The student can communicate in written and oral ways about various aspects of digital public governance .
  • The student can demonstrate a broad interest in digital public governance .
  • The student can show a critical attitude towards digital public governance and its value for the public sector as a whole as well as an individual public organization.

 

These aims are communicated to the students at the beginning of the semester.
 

Previous knowledge

At the start of this course, the student already has the following knowledge:

  • The student has sound knowledge of the societal reality, its problems, norms and values;
  • The student knows the basics about the public sector in all its branches, its layers as well as its most important basic characteristics;

At the start of this course, the student already possesses the following skills:

  • The student is able to demonstrate their general and specific academic skills such as writing papers, abstract reasoning, arguing and (oral/written) communication.

At the start of this course, the student already has the following attitudes:

  • The student has an inquisitive and searching attitude to understand current issues in public governance and digitalisation.

 

The following book (in Dutch) may help refresh key research method issues and concepts:

 

Handboek: G. Bouckaert, A. Hondeghem, S. Op de Beeck, M. Ruebens, K. Verhoest & J. Voets (2018). Handboek Overheidsmanagement: Samen werken aan een overheid in beweging. Brugge: Vanden Broele.

 

If basic knowledge about research methods in the social sciences is missing or limited, it is recommended to read this book carefully in preparation for this course.

 

This course builds on the knowledge, skills and attitudes that have already been developed in the following course: Overheidsmanagement (B-KUL-S0A56A). Having previously attended this or comparable courses is recommended, but not a formal requirement.

 

Onderwijsleeractiviteiten

Introduction to Digital Public Governance (B-KUL-S0F73a)

6 ECTS : Lecture 26 First termFirst term
Crompvoets Joep |  N. |  Mahula Stanislav (cooperator)

Content

The learning activity for the first part of the course mainly consists of key concepts, practices and exercises related digital public governance – in particular related to policies and associated technologies. This learning activity consists of the following seven modules:

  • Module I: Introduction

This module provides an introduction to the course including the rationale behind the importance for the future of the public sector and past developments leading to the current situation. In this module,the public values and principles of digital public governance, as well as the concepts and key practices of public sector innovation are introduced. This module also illustrates the peculiarities of digital public governance and presents the associated governance structures, rules, players and networksand introduces digital transformation in the public sector.

  • Module II: Technologies

This module presents relevant and new emerging technologies that are applied in order to manage information in the public sector and to the public sector in a changing society. This module presents relevant elements related to data science aspects of digital public governance (such as data discovery, accessibility, analysis). Additionally, in this module, students become familiar with the concepts of cybersecurity, interoperability and enterprise architecture and its application in the public sector..

Module III: Policies, Challenges & Trends

  • This module presents the key policies that are relevant for the current digital public governance at European, federal/national, regional and local administrative levels, and also provides with an overview of the key challenges and trends related to information management. These challenges and trends mainly refer to ethical, legal, financial, governance and technical aspects.

Module IV: Real-world example

  • This module sheds light on real world applications of the concepts and technologies presented in the previous modules including the experiences from  Belgium (on federal and regional level), European Union and other countries.

 

The learning activity for the second part of the course mainly consists of case examples, concrete exercises and an assignment consisting of the following three modules:

  • Module V: Strategy Development
    This module presents guidelines and tools as ways of support for developing an organizational strategy for digital public governance (incl. eGovernance and Public Sector Innovation).
  • Module VI: Roadmaps
    This module focuses on the development of a roadmap leading to a successful implementation of the organizational strategy. Reference is made to existing successful roadmaps.  
  • Module VIII: Final Assignment
    This module deals with the development of a strategy for better managing information resources for a specific public organization. Students have to write a strategy report in group. 

 

Course material

The following course material is used during this course:

  • Class slides, made available via Toledo
  • Additional literature, made available via Toledo
  • Online exercises on a relevant case study, made available via Toledo
  • Online assignments, made available via Toledo

Format: more information

Practical lecture

During the on campus lectures, the key principles, concepts, values, technologies, policies are introduced, explained and discussed. In addition, key elements related to data science aspects as well as institutionalization related to the digital transformation in the public sector are presented and discussed.  Moreover, key challenges and trends are presented and explained as well.  References are made to (inter)national practices. In addition, guest speakers from different administrative levels are invited to explain the ‘real’ implementations with the associated implications. 

In modules V-VII, students learn (mainly online) how to develop their own organizational strategy for digital governance with a focus on digital transformation (eGovernance) and Public Sector Innovation through exercises, assignments, feedback and discussions. This online part of the course aims to stimulate the debate on the future of digital public governance. In this part of the course, digital public governance can help students to learn about the relevant methods, tools, data and applications by using a more hands-on approach. It allows the students to immediately apply and discover what they have learned. The classes are used for theoretical introductions as well as more interactive discussions.

The modules are set up according to the learning cycle of Kolb[1] consisting of four building blocks: a theoretical introduction, case examples, concrete exercises and an assignment. The students can go through these different building blocks according to their own learning style. Each building block aligns with a different step in the learning cycle of Kolb.

  • Theoretical introduction: This block focuses on the knowledge transfer related to key principles and relevant trends, policies and practices relating to digital public governance.
  • Case examples: During this block the students are given the opportunity to reflect on a set of case examples as well as the state-of-the-art applications.
  • Concrete exercises: This block consists of a set of exercises illustrating concrete cases.
  • Assignment: In this block, the students are given an assignment to enable them to reflect and report on the current situation of a specific organization in the context of digital public governance.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Digital Public Governance (B-KUL-S2D35b)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Oral, Paper/Project
Type of questions : Open questions

Explanation

Characteristics of the evaluation

The evaluation of this course consists of three partial evaluations:

  • A group assignment (7/20)
  • An individual paper (8/20)
  • Assessment of the overall content of the course during an oral exam (5/20)

The submission deadline and other deadlines are decided by the lecturer(s) and communicated via Toledo. 

 

Determination of the final mark

The course is evaluated by the lecturer(s), as communicated via Toledo and in compliance with the examination regulations. The result is calculated and communicated as an integral number on 20.

All deadlines must be respected. Negotiation about any deviation is impossible. In case of any exceptional circumstances, students are required to contact the faculty’s ombudsperson prior to the respective deadline. If (one of) the deadline(s) is not met, the complete course will be evaluated as a ‘not taken’ (NA) unless a new submission deadline has been determined due to exceptional circumstances.

If the student does not participate in one (or more) out of several partial evaluations of the course, the student receives a ‘not taken’ (NA) for the complete course. Respectively, in order to pass the course, a student must pass all evaluations with the minimum grade of 10.

Students are fully responsible for submitting papers and assignments free of fraud and plagiarism (http://www.kuleuven.be/education/regulations/) and are requested to comply with the Faculty’s relevant regulations. Plagiarism will be sanctioned with the sanctions mentioned in the University’s Regulations on Education and Examinations.

 

Retake exam

Students who fail this course get a second examination chance during the third examination period. The format of the evaluation may be different from the first examination format. The second examination chance consists of an assignment and/or an oral exam based on the grades that the student received on the different parts of the evaluation during the first term.  Students only retake the examination part(s) for which they have received an insufficient mark. The concrete modalities for the third examination period are communicated at the beginning of July via Toledo.

Information about retaking exams

See explanation 'retaking exams'.

ECTS Gouvernance multi-niveaux (B-KUL-S0G55A)

5 ECTS Français 0 Second semestreSecond semestre Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat d'examen" Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat de crédits"
N.

Objectifs

Ce cours est organisé par l'Université catholique de Louvain (UCLouvain), université sœur de la KU Leuven. Pour les détails concrets de cette unité de cours, voir le lien web suivant :

https://uclouvain.be/cours-2023-ladpu2085

Au terme de ce cours, les étudiant(e)s seront capables :

  • de situer un processus de décision politique dans la gouvernance multi-niveaux
  • d'analyser un tel processus théoriquement (avec une grille d'analyse pertinente) et méthodologiquement (avec une méthodologie rigoureuse)
  • de mener cette analyse sur la base d'une lecture critique individuelle de références utiles et d'en rendre compte synthétiquement de manière écrite et orale
  • d'approfondir cette analyse par des réflexions collectives à la fois sur son propre travail et sur celui d'autrui
  • de communiquer les résultats de cette analyse de manière écrite, orale et visuelle

Ce cours est inclus dans

Onderwijsleeractiviteiten

Gouvernance multi-niveaux (B-KUL-S0G55a)

5 ECTS : Lecture 0 Second semestreSecond semestre
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Gouvernance multi-niveaux (B-KUL-S2G55a)

ECTS Fédéralisme et collectivités locales (B-KUL-S0G56A)

5 ECTS Français 0 Second semestreSecond semestre Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat d'examen" Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat de crédits"
N.

Objectifs

Ce cours est organisé par l'Université catholique de Louvain (UCLouvain), université sœur de la KU Leuven. Pour les détails concrets de cette unité de cours, voir le lien web suivant :

https://uclouvain.be/cours-2023-ladpu2630

Le cours a pour objectifs :

  • d'apporter à l'étudiant une connaissance spécifique du fonctionnement des institutions locales dans le ca-dre du système fédéral belge,
  • de susciter une réflexion sur le principe de l'autonomie locale, ses fondements, ses implications et son ef-fectivité,
  • de susciter une réflexion sur la manière dont les collectivités locales concourent aux politiques publiques élaborées au niveau fédéral ou fédéré.

Ce cours est inclus dans

Onderwijsleeractiviteiten

Fédéralisme et collectivités locales (B-KUL-S0G56a)

5 ECTS : Lecture 0 Second semestreSecond semestre
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Fédéralisme et collectivités locales (B-KUL-S2G56a)

Type : Exam during the examination period
Forme d'évaluation : Oral
Type of questions : Open questions

ECTS Public Affairs (B-KUL-S0H44A)

4 ECTS English 26 First termFirst term

Aims

Upon completion of this course the student is able to:

  • Explain the evolutions in the discipline of public affairs over the last three decades;
  • Accurately assess the legal and economic environment that companies and NGOs as policy influencers have to deal with;
  • Evaluate the various ethical codes of conduct and legal regulations regarding interactions between government and public affairs officials;
  • Argue business defence strategies within strongly regulated political contexts;
  • Apply various methods used to influence policy outputs;
  • Build a comprehensive public affairs plan (including a stakeholder mapping) for a topic of choice
  • Recommend the most appropriate lobby strategy in given case studies.

 

These objectives are communicated to the students at the beginning of the course.

Previous knowledge

The student is expected to have a basic knowledge of the functioning of Western political systems, political institutions and political decision-making processes. Furthermore, a genuine interest in political current events, both at national and at international level, is indispensable.

Onderwijsleeractiviteiten

Public Affairs (B-KUL-S0H44a)

4 ECTS : Lecture 26 First termFirst term

Content

This intensive course provides the opportunity to understand the basics of lobbying strategies in highly regulated political business contexts.

 

The course will deal with the following major topics:

  • Public Affairs: the Art of Shaping the Environment?
  • How the Discipline has Evolved
  • Effective Business Defense Strategies
  • Organizing the Influence : Stakeholder mapping
  • Framing and Delivering the Message
  • Regulation, Enforcement and Ethics around the globe
  • Public Affairs: the NGO vs. the business perspective

 

The understanding of effective Public Affairs strategies will be strengthened by a detailed analysis of case studies, by guest lecturers by senior public affairs officials and potentially a visit to a relevant business association. Students will write two papers, one paper will deal with a public affairs related topic (e.g. the lobby regulation in a particular country). The second assignment is a group assignment: students will write a public affairs campaign for a NGO, a company or an association of companies of their choice (case study), and present their findings to their peers and an external jury. 

Course material

The course will use the following course materials:

  • Articles and book chapters on public affairs, incl. ethical codes of conduct and legal regulations, which will be made available on Toledo;
  • Slides of the lectures which will be made available on Toledo;
  • Presentations and other materials provided by guest lecturers, which will be made available on Toledo;
  • Personal notes.

Format: more information

This course is organized according to the principles of blended learning, in which online education and contact education are combined. 

Some lectures are organized via weblectures. Through intermediate interactive sessions via Toledo (e.g. Blackboard Collaborate) students will be given the opportunity to ask questions on the assignments and on the course content. For the building of the Public Affairs Plans, individualized coaching sessions per group of students will be organized online.

The course is organised on an interactive basis, including the use of case studies and practical exercises (e.g. on stakeholder mapping). Active involvement of students during the class is requested and encouraged. A series of conferences by public affairs officials and (potentially) a visit to a business associations complete the teaching program.

More detailed information is available via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Public Affairs (B-KUL-S2H44a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project, Report, Presentation, Participation during contact hours

Explanation

Characteristics of the evaluation

This course is organized on an interactive basis, including the use of case studies and practical exercises. Active involvement of the students during class is requested and will be evaluated. Students will have to make the assessment of a public affairs related issue, case or campaign, write a paper on the subject, make and present a public affairs plan before their peers. There will be no written exam in the examination period.

 

Determination of the end result          

The evaluation is done by the didactic team, as communicated on Toledo and the examination regulations. The result is calculated and expressed as an integer out of 20.

 

The end result is a weighted score that is determined as follows:

  • Class presence and participation, including peer assessment of the involvement in building the Public Affairs Plan: 3 pts
  • Assignment 1 (on lobby regulation): 3 pts
  • Assignment 2 (public affairs plan): 9 pts
  • Evaluation of the public affairs plan of a fellow group of students (assignment 2): 5 pts

 

The deadline for submission must be respected. If the deadline is not met, the student receives a ‘not taken’ (NA) for the whole course. If a student is unable to comply with it for valid reasons, the student should contact the ombudsperson.

 

If a student does not participate in one of the partial evaluations of the course, the student receives a ‘not taken’ (NA) for the whole course.

 

Students are fully responsible for submitting papers and assignments free of fraud and plagiarism (www.kuleuven.be/english/education/plagiarism) and are requested to observe the Faculty’s relevant regulations. Plagiarism will be sanctioned with the sanctions mentioned in the University’s Regulations on Education and Examinations (www.kuleuven.be/education/regulations).

 

Retaking exams

If the student fails in the first evaluation of his/her assignments, s/he will not have to rewrite a new paper, nor shall s/he be able to give a presentation to his/her fellow students. Instead, the student who fails in the first evaluation will take an oral examination, in which the student’s comprehension of public affairs, and for instance the appropriateness of lobby strategies in specific cases, will be evaluated.

Information about retaking exams

See explanation 'retaking exams'.

ECTS Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S0H61A)

3 studiepunten Nederlands 6 Eerste semesterEerste semester Uitgesloten voor examencontract
Smits Tim (coördinator) |  N. |  Bunneghem Matthias (medewerker)

Doelstellingen

De beoogde doelstellingen van dit opleidingsonderdeel situeren zich op drie, nauw met elkaar verweven, niveaus:

(1) Aansluiting bij de opleiding: dit opleidingsonderdeel wil een aantal van de door de studenten in andere opleidingsonderdelen verworven doelstellingen inzetten en verder ontwikkelen in het kader van een internationaal en/of multidisciplinair project. De toe te passen en te verdiepen inzichten en vaardigheden zijn in principe zowel generisch (bv. procesmatige skills) als disciplinespecifiek – waarbij de onderlinge verhouding kan variëren in functie van de aard van het project.

(2) De student verwerft nieuwe projectgerelateerde inzichten en vaardigheden: het opleidingsonderdeel beoogt nieuwe doelstellingen die met het projectgebaseerde karakter ervan samenhangen, en die zich voornamelijk situeren op het terrein van inzicht, analyse, planning, uitvoering en evaluatie van de context van het project en van de eigen bijdrage daartoe. Meer bepaald heeft het opleidingsonderdeel tot doel de student aan te leren de eigen bijdrage tot het project in kaart te brengen en te plannen, probleemdetecterende en probleemoplossende strategieën te ontwikkelen, te reflecteren over het eigen leerproces en over de wisselwerking tussen generische, disciplinespecifieke en/of multidisciplinair transversale competenties.

(3) Maatschappelijke, institutionele en/of interculturele dimensie: bij het einde van het project hebben studenten inzicht in de maatschappelijke, institutionele en/of culturele context van het land, de regio of de organisatie waar het project plaatsvond, en zijn ze in staat kritisch te reflecteren over die context en het eigen functioneren daarin. Bij het einde van het project tonen de studenten maatschappelijke betrokkenheid en/of intercultureel bewustzijn (al naargelang de focus van het specifieke project).

 

Begintermen

Het opleidingsonderdeel kan enkel worden opgenomen na goedkeuring door de programmadirecteur. De student dient hiervoor een verzoekschrift in bij de facultaire studentenadministratie.

Onderwijsleeractiviteiten

Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S0H61a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Eerste semesterEerste semester
N. |  Bunneghem Matthias (medewerker)

Inhoud

De invulling van het opleidingsonderdeel gebeurt op individuele basis. Studenten die dit opleidingsonderdeel wensen op te nemen, dienen zo snel mogelijk een verzoekschrift in bij de facultaire studentenadministratie, indien mogelijk voor de ISP-deadline en ten laatste in week 7 van het eerste semester. Vermeld in dit verzoekschrift

  • dat je een aanvraag doet om credits te verkrijgen voor dit opleidingsonderdeel
  • een omschrijving van je project
  • de wijze waarop dit project beantwoordt aan onderstaande criteria
  • welke professor, verbonden aan de opleiding, zich bereid heeft verklaard op te treden als supervisor van je project

Afhankelijk van opleidingsspecifieke voorwaarden kiest de student een door de opleiding gedefinieerd project of stelt zelf een project voor. In beide gevallen dienen studenten zelf een ZAP-lid of de stafmedewerker onderwijs te vragen om als promotor te fungeren. Het project moet door de programmadirecteur worden goedgekeurd en dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

(1) het houdt verband met domeinspecifieke én generische leerresultaten van de opleiding waarbinnen het opleidingsonderdeel wordt opgenomen; dit verband wordt toegelicht in het verzoekschrift.

(2) het heeft een internationale en/of multidisciplinaire dimensie en biedt de student een meerwaarde in de ontvouwing van zijn/haar disciplinaire future self.

Projecten in samenwerking met de volgende organisaties komen eventueel in aanmerking:

Andere mogelijkheden zijn hier beschikbaar.

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt afgestemd op de noden van het concrete project.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S2H61a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Portfolio

Toelichting

Evaluatiekenmerken

  • Studenten stellen een portfolio samen dat de doelstellingen van het project weerspiegelt en sluiten het project af met een kort (zelf-)reflectief essay.
  • Een ZAP-lid, verbonden aan de opleiding, of de stafmedewerker onderwijs treedt op als promotor. Studenten zoeken zelf een promotor of nemen contact op met de vice-decaan onderwijs.
  • Bij het afsluiten van het project presenteren de studenten het portfolio en het (zelf-)reflectief essay aan de promotor en geven daarbij mondeling toelichting.

Bepaling eindresultaat

  • De promotor kent een examencijfer toe aan het portfolio. Het resultaat wordt uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Toelichting bij herkansen

  • Studenten kunnen herkansen door het portfolio te herwerken op basis van de feedback van de promotor.

ECTS Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S0H62A)

3 studiepunten Nederlands 6 Tweede semesterTweede semester Uitgesloten voor examencontract
Smits Tim (coördinator) |  N. |  Bunneghem Matthias (medewerker)

Doelstellingen

De beoogde doelstellingen van dit opleidingsonderdeel situeren zich op drie, nauw met elkaar verweven, niveaus:

(1) Aansluiting bij de opleiding: dit opleidingsonderdeel wil een aantal van de door de studenten in andere opleidingsonderdelen verworven doelstellingen inzetten en verder ontwikkelen in het kader van een internationaal en/of multidisciplinair project. De toe te passen en te verdiepen inzichten en vaardigheden zijn in principe zowel generisch (bv. procesmatige skills) als disciplinespecifiek – waarbij de onderlinge verhouding kan variëren in functie van de aard van het project.

(2) De student verwerft nieuwe projectgerelateerde inzichten en vaardigheden: het opleidingsonderdeel beoogt nieuwe doelstellingen die met het projectgebaseerde karakter ervan samenhangen, en die zich voornamelijk situeren op het terrein van inzicht, analyse, planning, uitvoering en evaluatie van de context van het project en van de eigen bijdrage daartoe. Meer bepaald heeft het opleidingsonderdeel tot doel de student aan te leren de eigen bijdrage tot het project in kaart te brengen en te plannen, probleemdetecterende en probleemoplossende strategieën te ontwikkelen, te reflecteren over het eigen leerproces en over de wisselwerking tussen generische, disciplinespecifieke en/of multidisciplinair transversale competenties.

(3) Maatschappelijke, institutionele en/of interculturele dimensie: bij het einde van het project hebben studenten inzicht in de maatschappelijke, institutionele en/of culturele context van het land, de regio of de organisatie waar het project plaatsvond, en zijn ze in staat kritisch te reflecteren over die context en het eigen functioneren daarin. Bij het einde van het project tonen de studenten maatschappelijke betrokkenheid en/of intercultureel bewustzijn (al naargelang de focus van het specifieke project).

Begintermen

Het opleidingsonderdeel kan enkel worden opgenomen na goedkeuring door de programmadirecteur. De student dient hiervoor een verzoekschrift in bij de facultaire studentenadministratie.

Onderwijsleeractiviteiten

Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S0H62a)

3 studiepunten : Opdracht 6 Tweede semesterTweede semester
N. |  Bunneghem Matthias (medewerker)

Inhoud

De invulling van het opleidingsonderdeel gebeurt op individuele basis. Studenten die dit opleidingsonderdeel wensen op te nemen, dienen zo snel mogelijk een verzoekschrift in bij de facultaire studentenadministratie, indien mogelijk voor de ISP-deadline en ten laatste in week 4 van het tweede semester. Vermeld in dit verzoekschrift

  • dat je een aanvraag doet om credits te verkrijgen voor dit opleidingsonderdeel
  • een omschrijving van je project
  • de wijze waarop dit project beantwoordt aan onderstaande criteria
  • welke professor, verbonden aan de opleiding, zich bereid heeft verklaard op te treden als supervisor van je project

Afhankelijk van opleidingsspecifieke voorwaarden kiest de student een door de opleiding gedefinieerd project of stelt zelf een project voor. In beide gevallen dienen studenten zelf een ZAP-lid of de stafmedewerker onderwijs te vragen om als promotor te fungeren. Het project moet door de programmadirecteur worden goedgekeurd en dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

(1) het houdt verband met domeinspecifieke én generische leerresultaten van de opleiding waarbinnen het opleidingsonderdeel wordt opgenomen; dit verband wordt toegelicht in het verzoekschrift.

(2) het heeft een internationale en/of multidisciplinaire dimensie en biedt de student een meerwaarde in de ontvouwing van zijn/haar disciplinaire future self.

Projecten in samenwerking met de volgende organisaties komen eventueel in aanmerking:

Andere mogelijkheden zijn hier beschikbaar. 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt afgestemd op de noden van het concrete project.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S2H62a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Portfolio

Toelichting

Evaluatiekenmerken

  • Studenten stellen een portfolio samen dat de doelstellingen van het project weerspiegelt en sluiten het project af met een kort (zelf-)reflectief essay.
  • Een ZAP-lid, verbonden aan de opleiding, of de stafmedewerker onderwijs treedt op als promotor. Studenten zoeken zelf een promotor of nemen contact op met de vice-decaan onderwijs.
  • Bij het afsluiten van het project presenteren de studenten het portfolio en het (zelf-)reflectief essay aan de promotor en geven daarbij mondeling toelichting.

Bepaling eindresultaat

  • De promotor kent een examencijfer toe aan het portfolio. Het resultaat wordt uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Toelichting bij herkansen

  • Studenten kunnen herkansen door het portfolio te herwerken op basis van de feedback van de promotor.

ECTS Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S0J71A)

6 studiepunten Nederlands 12 Beide semestersBeide semesters Uitgesloten voor examencontract
Smits Tim (coördinator) |  N. |  Bunneghem Matthias (medewerker)

Doelstellingen

De beoogde doelstellingen van dit opleidingsonderdeel situeren zich op drie, nauw met elkaar verweven, niveaus:

(1) Aansluiting bij de opleiding: dit opleidingsonderdeel wil een aantal van de door de studenten in andere opleidingsonderdelen verworven doelstellingen inzetten en verder ontwikkelen in het kader van een internationaal en/of multidisciplinair project. De toe te passen en te verdiepen inzichten en vaardigheden zijn in principe zowel generisch (bv. procesmatige skills) als disciplinespecifiek – waarbij de onderlinge verhouding kan variëren in functie van de aard van het project.

(2) De student verwerft nieuwe projectgerelateerde inzichten en vaardigheden: Het opleidingsonderdeel beoogt nieuwe doelstellingen die met het projectgebaseerde karakter ervan samenhangen, en die zich voornamelijk situeren op het terrein van inzicht, analyse, planning, uitvoering en evaluatie van de context van het project en van de eigen bijdrage daartoe. Meer bepaald heeft het opleidingsonderdeel tot doel de student aan te leren de eigen bijdrage tot het project in kaart te brengen en te plannen, probleemdetecterende en probleemoplossende strategieën te ontwikkelen, te reflecteren over het eigen leerproces en over de wisselwerking tussen generische, disciplinespecifieke en/of multidisciplinair transversale competenties.

(3) Maatschappelijke, institutionele en/of interculturele dimensie: bij het einde van het project hebben studenten inzicht in de maatschappelijke, institutionele en/of culturele context van het land, de regio of de organisatie waar het project plaatsvond, en zijn ze in staat kritisch te reflecteren over die context en het eigen functioneren daarin. Bij het einde van het project tonen de studenten maatschappelijke betrokkenheid en/of intercultureel bewustzijn (al naargelang de focus van het specifieke project).

Begintermen

Het opleidingsonderdeel kan enkel worden opgenomen na goedkeuring door de programmadirecteur. De student dient hiervoor een verzoekschrift in bij de facultaire studentenadministratie.

Onderwijsleeractiviteiten

Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S0J71a)

6 studiepunten : Opdracht 12 Beide semestersBeide semesters
N. |  Bunneghem Matthias (medewerker)

Inhoud

Van toepassing op Product Innovation Project

In het kader van het Product Innovation Project werkt een interdisciplinair team van studenten gedurende een volledig academiejaar aan oplossingen voor een project dat wordt aangereikt door een projectsponsor. Studenten die dit opleidingsonderdeel wensen op te nemen, dienen zo snel mogelijk een verzoekschrift in bij de facultaire studentenadministratie, indien mogelijk voor de ISP-deadline en ten laatste in week 7 van het eerste semester.

Van toepassing op andere projecten

De invulling van het opleidingsonderdeel gebeurt op individuele basis. Studenten die dit opleidingsonderdeel wensen op te nemen, dienen zo snel mogelijk een verzoekschrift in bij de facultaire studentenadministratie, indien mogelijk voor de ISP-deadline of ten laatste in week 7 van het eerste semester. Afhankelijk van opleidingsspecifieke voorwaarden kiest de student een door de opleiding gedefinieerd project of stelt zelf een project voor. In beide gevallen dienen studenten zelf een ZAP-lid of de stafmedewerker onderwijs te vragen om als promotor te fungeren. Het project moet door de programmadirecteur worden goedgekeurd en dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:
(1) het houdt verband met domeinspecifieke én generische leerresultaten van de opleiding waarbinnen het opleidingsonderdeel wordt opgenomen; dit verband wordt toegelicht in het verzoekschrift.
(2) het heeft een internationale en/of multidisciplinaire dimensie en biedt de student een meerwaarde in de ontvouwing van zijn/haar disciplinaire future self.

Projecten in samenwerking met de volgende organisaties komen eventueel in aanmerking:

Andere mogelijkheden zijn hier beschikbaar. 

Studiemateriaal

Het studiemateriaal wordt afgestemd op de noden van het concrete project.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Projectgebaseerd leren sociale wetenschappen (B-KUL-S2J71a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Portfolio

Toelichting

Van toepassing op Product Innovation Project

Professoren uit alle betrokken faculteiten evalueren elk project, gebaseerd op de volgende input:

  • Een academisch verslag
  • De finale presentatie
  • Geschreven feedback rond de progressie van het team, aangeleverd door KU Leuven KICK

Gebaseerd op deze input, geven de professoren één punt per team.

Wanneer deze stap is afgerond, bekijken de professoren of sommige studenten meer of minder betrokken waren dan de gemiddelde student in een team. Ze gebruiken daarbij de volgende input:

  • Het resultaat van de twee peer assessments
  • Geschreven feedback over elk teamlid en het team als geheel door de teamcoach
  • Contactmoment tussen de professor en de student doorheen het academiejaar

Wanneer een student beter of slechter dan het gemiddelde wordt bevonden, kan het resultaat worden verhoogd of verlaagd. Dit resulteert in een maximum verschil van 2 punten met het resultaat van het team.

 

Van toepassing op andere projecten

  • Studenten stellen een portfolio samen dat de doelstellingen van het project weerspiegelt en sluiten het project af met een kort (zelf-)reflectief essay.
  • Een ZAP-lid, verbonden aan de opleiding, of de stafmedewerker onderwijs treedt op als promotor. Student zoeken zelf een promotor.
  • Bij het afsluiten van het project presenteren de studenten het portfolio en het (zelf-)reflectief essay aan de promotor en geven daarbij mondeling toelichting.
  • De promotor kent een examencijfer toe aan het portfolio.

Herkansen

Studenten kunnen herkansen door het portfolio te herwerken op basis van de feedback van de promotor.

ECTS Quantitative Research Methods (B-KUL-S0J73A)

3 ECTS English 15 Second termSecond term
N. |  Stiers Dieter (substitute)

Aims

This course aims to familiarize students with the practical application of the most common quantitative research methods in Social Sciences.

 

Upon completion of the course the student is able to:

  • Critically evaluate the match between research question, data, and statistical analysis
  • Conduct a quantitative analysis and present the results of his/her analysis in an analytical paper;
  • Apply and use the methodological approaches and tools introduced in this course in their master thesis research.

 

These aims are communicated to the students at the beginning of the course.

Previous knowledge

At the beginning of the course the student is expected to:

  • have basic math skills, in-depth knowledge of descriptive statistics, and basic knowledge of inferential statistics;
  • be familiar with the basics of the most common statistical techniques in social sciences (e.g. linear regression, logistic regression);
  • Possess an inquisitive nature and a critical attitude towards methodological and epistemological claims.

 

This course builds on the knowledge, skills and attitude that were developed in the following courses:

  • S0A18A Methodologie van de sociale wetenschappen [Methodologies of Social Sciences]
  • S0A17D Statistiek van de sociale wetenschappen [Statistics of Social Sciences]
  • S0F15A Kwantitatieve onderzoeksmethoden: data-analyse 1 [Quantitative Research Methods: Data-analysis 1]

 

Having followed these or similar courses in advance is recommended, but not a formal prerequisite. The following book can be useful for refreshing one’s memory of the most important issues and concepts concerning the topics of this course: Field, A. (2018). Discovering statistics using SPSS (5th edition). London: Sage.

Onderwijsleeractiviteiten

Quantitative Research Methods (B-KUL-S0J73a)

3 ECTS : Practical 15 Second termSecond term
N. |  Stiers Dieter (substitute)

Content

This course aims to familiarize students with the practical application of the most common quantitative research methods in Social Sciences in SPSS.

In each session the students will get an overview of a frequently used statistical technique, followed by the hands on application of that technique.  

Students will be required to conduct a small quantitative analysis and write up the results in the form of a research paper. Students are encouraged to use the data of their master’s thesis research for this assignment.

Course material

The course will use the following course materials:

  • Academic literature which will be made available via Toledo;
  • Slides which will be made available via Toledo;
  • Personal notes.

Format: more information

The lectures and exercise sessions are both organized on campus.

In order to achieve the aims of the course, students will have to:

  • Attend all lectures and exercise sessions;
  • Complete the exercises that are introduced during the different sessions;
  • Familiarize themselves in great detail with the SPSS software package.

 

This course is organized through block teaching at the start of the second semester.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Quantitative Research Methods (B-KUL-S2J73a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period
Description of evaluation : Paper/Project

Explanation

Characteristics of the evaluation

Students are required to conduct a quantitative analysis and write up their findings in an analytical paper.

Further details on the deadline, format and requirements of the individual assignment will be communicated in the lectures and via Toledo.

 

Determination of the end result

The evaluation is done by the lecturer, as communicated on Toledo and the exam schedule. The result is calculated and expressed as an integer number on 20.

 

The deadline for submission must be respected. If the deadline is not met, the student receives a ‘not taken’ (NA) for the whole course. There can be no negotiation about possible postponement. In case of exceptional individual circumstances, the student should contact the ombudsperson. A new deadline can only be determined for serious reasons and after request.

 

Students are fully responsible for submitting papers and assignments free of fraud and plagiarism (www.kuleuven.be/english/education/plagiarism) and are requested to observe the Faculty’s relevant regulations. Plagiarism will be sanctioned with the sanctions mentioned in the University’s Regulations on Education and Examinations (www.kuleuven.be/education/regulations).

 

Retaking exams

Students who do not pass for this course at their first attempt, can do a resit. The evaluation format and modalities will be the same as of the first exam opportunity. The specific modalities and deadline for submission will be communicated via Toledo in the beginning of July at last.

Information about retaking exams

See explanation 'retaking exams'.

ECTS Psychologie Politique (B-KUL-S0K74A)

3 ECTS Français 0 Premier semestrePremier semestre Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat d'examen" Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat de crédits"
N.

Objectifs

Ce cours est organisé par l'Université catholique de Louvain (UCLouvain), université sœur de la KU Leuven. Pour les détails concrets de cette unité de cours, voir le lien web suivant :

https://uclouvain.be/cours-2023-lpsp1337

Au égard au référentiel des acquis d'apprentissage, le cours vise prioritairement à amener les étudiants à :

  • Analyser les comportements en politique en référence aux théories psychologiques et les données empiriques disponibles ; ceci impliquera
    • l'application et l'intégration de concepts vus dans les cours de base en psychologie (A1) ;
    • la recherche d'informations complémentaires pertinentes dans la littérature (A1) ;
  • Sélectionner des théories et études pertinentes afin de comprendre un comportement concret dans une situation simple (A2)
    • en prenant conscience de l'influence de ses propres représentations et préjugés dans son analyse
    • en faisant la distinction entre une analyse approfondie et une analyse relevant du sens commun
  • Communiquer de manière claire, précise et structurée le résultat de ses recherches et observations, de son analyse de la situation, et de l'application des théories sur un phénomène concret (C1-C2).

Ce cours est inclus dans

Onderwijsleeractiviteiten

Psychologie Politique (B-KUL-S0K74a)

3 ECTS 0 Premier semestrePremier semestre
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Psychologie Politique (B-KUL-S2K74a)

ECTS Stratégies publiques de mise en oeuvre de politiques de développement durable (B-KUL-S0K75A)

2 ECTS Français 0 Premier semestrePremier semestre Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat d'examen" Ne peut pas être suivi dans le cadre d'un "contrat de crédits"
N.

Objectifs

Ce cours est organisé par l'Université catholique de Louvain (UCLouvain), université sœur de la KU Leuven. Pour les détails concrets de cette unité de cours, voir le lien web suivant :

https://uclouvain.be/cours-2023-lenvi2010

Le DES en Science et Gestion de l'Environnement a une finalité professionnelle et a pour objectif de former des universitaires au dialogue pluridisciplinaire ainsi qu'à l'action et à la prise de décision dans le domaine de l'environnement. À côté d'acquis théoriques dans les domaines scientifiques, un spécialiste "environnement" doit avoir une bonne connaissance des stratégies régionales, fédérales et internationales en matière de protection de l'environnement et de développement durable, ainsi que des institutions chargées de faciliter leur mise en oeuvre. Dans le cadre de leurs futures activités professionnelles, les spécialistes " environnement " devront en effet inscrire leur action dans le cadre de ces stratégies. Ce cours vise à permettre aux étudiants d'acquérir cette connaissance des stratégies et des institutions. Il est susceptible d'intéresser également des étudiants inscrits dans d'autres programmes de formation (ESPO, DRT, AGRO, FSA, SC) qui souhaitent s'ouvrir à la problématique majeure du développement durable.

Ce cours est inclus dans

Onderwijsleeractiviteiten

Stratégies publiques de mise en oeuvre de politiques de développement durable (B-KUL-S0K75a)

2 ECTS 0 Premier semestrePremier semestre
N.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Stratégies publiques de mise en oeuvre de politiques de développement durable (B-KUL-S2K75a)

ECTS Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K81A)

3 ECTS English 0 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

The student gains a broader or deeper understanding of a subject within Social Sciences through participation in an initiative for short-term mobility (e.g. summer or winter school) at an institution of higher education located outside Flanders. This experience contributes to the development of international competences (personal growth, intercultural competence, language skills, global engagement, international disciplinary learning) of the student.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K81a)

3 ECTS : Assignment 0 First termFirst term
N.

Content

Students should apply for credit recognition by following the procedure described at the Students Portal website. As part of the application, a Certificate of Attendance will be required.

Students take the course "Short Mobility Social Sciences” in the ISP in the semester immediately following the initiative for short mobility (eg in the first semester after having participated in a summer school or in the second semester after participation in a winter school).

Only students who have made one or more written assignments and/or have taken part in exams or other forms of evaluation as part of the short-term initiative are eligible for the 6 ECTS version of the Short-term mobility Social Sciences course. The student should provide the official results (or Transcript of Records) of the evaluation by the host institution.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S2K81a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period

Explanation

Evaluation characteristics and determination of the final result

The evaluation by the host institution is not transferred into a score out of 20 at KU Leuven. Instead, the participation in the short-term mobility course is assessed with a pass / fail.

Second examination opportunity

There is no second exam opportunity.

Information about retaking exams

There is no second exam opportunity.

ECTS Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K82A)

3 ECTS English 0 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

The student gains a broader or deeper understanding of a subject within Social Sciences through participation in an initiative for short-term mobility (e.g. summer or winter school) at an institution of higher education located outside Flanders. This experience contributes to the development of international competences (personal growth, intercultural competence, language skills, global engagement, international disciplinary learning) of the student.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K82a)

3 ECTS : Assignment 0 Second termSecond term
N.

Content

Students should apply for credit recognition by following the procedure described at the Students Portal website. As part of the application, a Certificate of Attendance will be required.

Students take the course "Short Mobility Social Sciences” in the ISP in the semester immediately following the initiative for short mobility (eg in the first semester after having participated in a summer school or in the second semester after participation in a winter school).

Only students who have made one or more written assignments and/or have taken part in exams or other forms of evaluation as part of the short-term initiative are eligible for the 6 ECTS version of the Short-term mobility Social Sciences course. The student should provide the official results (or Transcript of Records) of the evaluation by the host institution.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S2K82a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period

Explanation

Evaluation characteristics and determination of the final result

The evaluation by the host institution is not transferred into a score out of 20 at KU Leuven. Instead, the participation in the short-term mobility course is assessed with a pass / fail.

Second examination opportunity

There is no second exam opportunity.

Information about retaking exams

 

ECTS Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K83A)

6 ECTS English 0 First termFirst term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

The student gains a broader or deeper understanding of a subject within Social Sciences through participation in an initiative for short-term mobility (e.g. summer or winter school) at an institution of higher education located outside Flanders. This experience contributes to the development of international competences (personal growth, intercultural competence, language skills, global engagement, international disciplinary learning) of the student.

Onderwijsleeractiviteiten

Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K83a)

6 ECTS : Assignment 0 First termFirst term
N.

Content

Students should apply for credit recognition by following the procedure described at the Students Portal website. As part of the application, a Certificate of Attendance will be required.

Students take the course "Short Mobility Social Sciences” in the ISP in the semester immediately following the initiative for short mobility (eg in the first semester after having participated in a summer school or in the second semester after participation in a winter school).

Only students who have made one or more written assignments and/or have taken part in exams or other forms of evaluation as part of the short-term initiative are eligible for the 6 ECTS version of the Short-term mobility Social Sciences course. The student should provide the official results (or Transcript of Records) of the evaluation by the host institution.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S2K83a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period

Explanation

Evaluation characteristics and determination of the final result

The evaluation by the host institution is not transferred into a score out of 20 at KU Leuven. Instead, the participation in the short-term mobility course is assessed with a pass / fail.

Second examination opportunity

There is no second exam opportunity.

Information about retaking exams

There is no second exam opportunity.

ECTS Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K84A)

6 ECTS English 0 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract
N.

Aims

The student gains a broader or deeper understanding of a subject within Social Sciences through participation in an initiative for short-term mobility (e.g. summer or winter school) at an institution of higher education located outside Flanders. This experience contributes to the development of international competences (personal growth, intercultural competence, language skills, global engagement, international disciplinary learning) of the student.

Onderwijsleeractiviteiten

Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S0K84a)

6 ECTS : Assignment 0 Second termSecond term
N.

Content

Students should apply for credit recognition by following the procedure described at the Students Portal website. As part of the application, a Certificate of Attendance will be required.

Students take the course "Short Mobility Social Sciences” in the ISP in the semester immediately following the initiative for short mobility (eg in the first semester after having participated in a summer school or in the second semester after participation in a winter school).

Only students who have made one or more written assignments and/or have taken part in exams or other forms of evaluation as part of the short-term initiative are eligible for the 6 ECTS version of the Short-term mobility Social Sciences course. The student should provide the official results (or Transcript of Records) of the evaluation by the host institution.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Short-term Mobility Social Sciences (B-KUL-S2K84a)

Type : Continuous assessment without exam during the examination period

Explanation

Evaluation characteristics and determination of the final result

The evaluation by the host institution is not transferred into a score out of 20 at KU Leuven. Instead, the participation in the short-term mobility course is assessed with a pass / fail.

Second examination opportunity

There is no second exam opportunity.

Information about retaking exams

There is no second exam opportunity.

ECTS Ethics of Globalisation (B-KUL-W0EP8B)

4 ECTS English 26 Second termSecond term Cannot be taken as part of an examination contract

Aims

At the end of the course students should:

  • have developed insight into theories of international and global justice, and the ethical significance of borders;
  • be able to clearly summarize key normative positions in central debates in contemporary political philosophy with a global dimension;
  • be able to compare the merits and limits of extending principles of political morality originally developed for bounded political communities to the global community;
  • have improved their critical reasoning skills through rigorous engagement with analytic philosophical arguments;
  • be able to apply philosophical arguments and normatively evaluate urgent global challenges;
  • be able to formulate their own ideas and arguments through in class discussions and through a written essay assignment.

The course also adds to students' development of philosophical skills through critical thinking and reasoning about central debates in international justice and global ethics. The aim is to enhance students’ citizenship skills, their civic engagement capacities, and strengthen their debating skills preparing them for a central task in a number of professional fields.

Previous knowledge

Students must have followed at least an introductory course in philosophy or ethics. They must also be willing to question, and reflect hard on, their deep-seated cultural and ethical assumptions. Good knowledge of English is paramount, as all readings for the course are in English.

Is included in these courses of study

Onderwijsleeractiviteiten

Ethics of Globalisation (B-KUL-W0EP8a)

4 ECTS : Lecture 26 Second termSecond term

Content

In this course we engage in moral reflection over global justice, which is the most prominent research area in contemporary political philosophy. We will first analyze conceptual, normative and methodological questions: many classical theories of justice were developed in the context of a bounded political community, typically the nation-state, but now undergo ‘global’ extensions. We will then analyze applied issues of global justice. This includes well-established global justice topics, such as global distributive justice and the role of global institutions in poverty relief. We also discuss other dimensions such as immigration, historical injustice, racial justice, solidarity within the European Union, multiculturalism and gender, and the ethics of natural disaster relief.

Course material

All the required readings, including, academic journal articles and book chapters will be uploaded on the course Toledo.

Format: more information

The course will consist of interactive lectures, combining oral presentation, audio-visual material and in-class interactive discussions and excercizes. Attendance of all lectures is mandatory. Students are expected to participate actively by reading the text before class, preparing questions, commenting on the lecture and participating in discussions.

Evaluatieactiviteiten

Evaluation: Ethics of Globalisation (B-KUL-W2EP8b)

Type : Partial or continuous assessment with (final) exam during the examination period
Description of evaluation : Written, Take-Home
Type of questions : Open questions

Explanation

The written exam takes 2 hours and consists of essay questions that focus on material discussed in class or in the required literature. The exam is closed book, but students may bring a bilingual dictionary (e.g., English-Dutch/Dutch-English).

Students are also expected to bring one home-prepared written assignment to the exam.